Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening Sjaak Boon www.bureauboon.nl
• • • • •
Sombere stemming Verminderde interesse in activiteiten Duidelijke gewichtsvermindering Slecht inslapen en vroeg wakker Agitatie
• • • • • •
Moeheid en verlies van energie Gevoelens van waardeloosheid Angst Verminderde concentratie Soms terugkerende gedachten aan de dood > 5 :depressie
• • • • • •
Risicofactoren: Uiten van suïcidale verlangens Depressie Het eerder voorkomen van suïcidaal gedrag Werkelijk of dreigend verlies van naasten Sociale isolatie Relatie problematiek
• • • • •
Ernstige ziekte /handicap Gebruik van drugs of alcohol Gezinsontwrichting werkeloosheid Plotselinge gedragsveranderingen Psychiatrie
• • •
Symptomen: Instabiel Angst in de steek gelaten te worden Instabiele relatie: overmatige idealiseren en kleineren • Aanhoudend instabiel zelfbeeld of zelfgevoel
• Suïcidale gevoelens • Impulsiviteit op allerlei levensgebieden:geld verkwisten, drugs, veel wisselende relaties, extreem alcohol gebruik • Zeer wisselend stemmingen • Chronisch gevoel van leegte • Zelfbeschadigend gedrag
Psychiatrische ziektebeeld dat wordt gekenmerkt door psychosen: • ontstaan in de late puberteit • ‘vreemd’ gedrag • verstoorde communicatie • terugtrekken/isolement • terugval in schoolcarrière
• Een ziektebeeld waarbij de patiënt geen contact meer heeft met de werkelijkheid: • Hallucinaties: -reuk -gehoor-gezichtgevoel • Wanen • Denkstoornis • Problemen rond de communicatie
• • • •
Psychotische depressie Delier Manische depressie Zwangerschapspsychose(amentia)
• In westerse wereld: • -1 op 100 mensen krijgt de ziekte • -bij 18-19 jarigen komt de ziekte 10 keer zo vaak voor als bij 13 jarigen • Jongens twee keer zo vaak als meisjes • In Nederland :150000 mensen
• Positieve symptomen (Psychose) -Wanen -Hallucinaties • Negatieve symptomen: -Gebrek aan energie -Veranderde gevoelswereld -Apathie -Somber/lusteloos -gevoelloos
• Zowel biologische factoren als omgevingsfactoren • De kans is groter als een familielid de stoornis heeft (gehad) • Psychose: een stoornis in het chemisch evenwicht in de hersenen
1. Paranoïde 2. Schizoïde
wantrouwen en argwaan
moeite om contact te maken
3. Anti-sociale 4. Borderline
psychopathisch wispelturig
5. Theatrale
pathetisch, dramatisch
6. Narcistische 7. Vermijdende afwijzing
ijdel sociaal geremd, angst voor
8. Afhankelijke onderliggend, claimend afhankelijk 9. Obsessief –compulsieve perfectionistisch, orde en controle
• -verstoorde prikkelhuishouding (b.v. irritatie/ boosheid) • -passiviteit • -overactiviteit • -een gesloten vijandige houding • -anti-sociaal • -verward gedrag • -onder invloed zijn
• Om goed om te kunnen gaan met cliënten, die zich (tijdelijk) onaangepast gedragen, kan het helpen om te proberen jezelf te verplaatsen in de situatie van cliënt. • Probeer na te gaan hoe jijzelf benaderd zou willen worden wanneer jijzelf dergelijke verschijnselen zou hebben. • Let op: een cliënt is ‘meer’ dan de verschijnselen dat zijn gedrag laten zien.
• Verplaats je in de cliënt • ‘Voer’ een cliënt niet • Houd het kort en concreet, niet teveel vragen tegelijk • Schep een prikkelarme omgeving • Prikkelmanagement
Als verzet, bron van agressie Bij b.v depressie, autisme, hersenbeschadiging,burnout • • • •
Verplaats je in de cliënt Wees voorzichtig met trekken en duwen Wacht af en wees zorgzaam Activeer op maat
• Verplaats je in de cliënt (eigen opwinding /euforie/ boos) • Volg • Rem en bescherm • Beweeg mee • Kanaliseer • Bied structuur
Onvermogen of angst bij autisme, schizofrenie of verstandelijke handicap
• • • • •
Verplaats je in de cliënt Laat de cliënt met rust, in zijn waarde Beantwoord vijandigheid niet met vijandigheid Voeg in bij psychotische belevingen Onderzoek je eigen aandeel
• Bij narcisme of psychopathie • • • • • •
Verplaats je in de cliënt Naïeve opstelling Alleen luisteren naar letterlijke inhoud De hulpvraag anders benoemen Vanzelfsprekendheden anders benoemen Steun zoeken en overleg collega’s
Bij psychose, borderline -Verplaats je in de cliënt -Niet vragen aan cliënt om normaal te doen -Invoegen:belangstellend vragen naar de beleving van de cliënt -Let op het effect van je handelen -Aandacht voor afstand en nabijheid -Reik hulpmiddelen aan
• Verplaats je in de cliënt • Aanvaard overdrijving • Bevestig de client • Zoek niet naar redelijkheid • Praat als de roes voorbij is • Geef leiding • Houd een oogje in het zeil • Raadpleeg een arts
• Iedereen kent het gevoel angst • Het raakt enorm veel mensen! • Angst is noodzakelijk: waarschuwing Angststoornis: 1. Wanneer er voor de angst géén directe aanleiding is 2. Angst is buitensporig en niet realistisch 3. Vermijdingsgedrag is kernsymptoom 4. 1 op de 5 mensen heeft ooit een angststoornis
• • • • • •
Heb geen angst voor gezichtsverlies Blijf hoffelijk en correct Probeer de cliënt te begrijpen Vermijd autoritair gedrag Sluit aan bij het gedrag van de cliënt Win tijd zonder verdere escalatie
Theoretische achtergrond
Cognitief model ontstaan Opvatting
Emotie
Gevaar en onvoorspelbaarheid
Gedrag
+ Vrees
+
+ +
Leed
Leedvermaak
-
Medelijden
+
+ + Normovertreding
Sociale afwijzing
-
+ Persoonlijke controle
+
Boosheid
Conflictstijlen
Omgaan met agressie : de ABC Methode
A = aandacht geven -vraag naar achterliggende redenen -vat kort samen -Luisteren Samenvatten Doorvragen: LSD • -Stel grens, kom met alternatief • -respect tonen • • • •
Omgaan met agressie B= buigtechtnieken • -begrijpend luisteren • -benoem de boosheid • -stel vragen(wat maakt je boos) • -samenvatten • -begrip tonen
Omgaan met agressie C = confronteren of grenzen stellen • Stel iemand is heel boos /agressief • Pas je stemvolume aan • -noem de naam van de ander • -geef aan wat de ander doet • -zeg wat je ervan vindt ( ‘dat wil ik niet’ ) • -zeg wat je wilt en wat je niet wilt