Gemeente Waterland Gemeente Waterland - k
M R Ĩ 2015
odijmond
O 4 MRT 2015
INGEKOMEN
GESCAND
REGIO WATERLAN D
VERZONDEN - 3 P W 2815 Gemeentewerf Monnickendam De heer J.A.J. Borst Postbus 1000 1140 BA MON N ICKEN DAM
Datum
maart 2015
Onderwerp
Hercontrole Wet milieubeheer, Galgeriet 8-10 te Monnickendam
Ons ke nme rk
DMI/MDU-2014-13782
Contactpersoon
De heer M. Diependaal of mevrouw A. Minneboo
Doorkiesnummer
0251 263854 of 0251 263825
Cc.
De heer M. van Tunen, afdeling vergunningverlening Omgevingsdienst IJmond
Geachte heer Borst, Op 31 oktober 2014 controleerde mevrouw Minneboo, medewerker van Omgevingsdienst IJmond, uw bedrijf op naleving van de milieuregelgeving. Tijdens deze controle is geconstateerd dat artikel 3.7m, artikel 4.3 en artikel 4.4a uit de Activiteitenregeling milieubeheer (hierna: de Regeling) niet werd nageleefd. In onze brief van 18 november 2014 is dit schriftelijk bevestigd en bent u in de gelegenheid gesteld om binnen de gestelde termijnen na verzenddatum van die brief de overtredingen te beëindigen. Op 13 februari 2015 bezocht de heer Diependaal uw bedrijf ten behoeve van een hercontrole opnieuw. Tijdens de hercontrole is geconstateerd dat de overtredingen zijn beëindigd. Verder delen wij u het volgende mee. Aftappen van vloe istoffe n in e e n PGS 15 ruimte In onze brief van 18 november 2014 hebben wij u erop gewezen dat het aftappen van brandbare vloeistoffen in een PGS 15 voorziening niet is toegestaan. In uw bedrijf worden deze aftapwerkzaamheden wel verricht, door medewerkers die kennis hebben van het omgaan met gevaarlijke stoffen. Daarnaast zijn uw medewerkers geïnstrueerd over het opruimen van eventuele morsingen. Om deze reden hebben wij besloten om af te zien van de handhaving van dit betreffende voorschrift uit de PGS 15. Wij willen deze situatie formaliseren door het opleggen van maatwerkvoorschriften. In deze brief hebben wij hiertoe een voornemen opgenomen. Opslaan van strooizout U heeft de heer Diependaal gevraagd welke bodembeschermende voorziening noodzakelijk is voor de opslag van strooizout. Uitgangspunt is dat, de zoutopslag zal plaatsvinden op een overkapte locatie binnen de inrichting.
BEZOEK-EN POSTADRES
T 0 7 5 - 6 5 5 35 35
[email protected]
K o e t s e r s t r a a t 2A «1531 N X W o r m e r
F 0 7 5 - 6 5 5 35 3 0
www.odijmond.nl
odijmond
In de Regeling wordt strooizout benoemd als zijnde "goederen" waaruit een significante hoeveelheid bodembedreigende stoffen kunnen uitlogen (art 3.44 tweede lid onder g van de Regeling). De bodembeschermende voorziening voor de opslag van strooizout moet voldoen aan de eisen die genoemd zijn in artikel 3.43 van de Regeling. Hierin is opgenomen dat als de opslag van strooizout plaatsvindt onder een overkapping op een zodanige wijze dat uitloging niet kan plaatsvinden, deze opslag moet plaatsvinden boven een bodembeschermende voorziening. In het Activiteitenbesluit is de volgende definitie opgenomen van een bodembeschermende voorziening: een vloeistofkerende voorziening, een vloeistofdichte vloer of verharding of een andere doelmatige fysieke voorziening, ter voorkoming van immissies in de bodem. Uitgaande van het feit dat de overkapping zodanig dat de opslag tegen inregenen is beschermd en het strooizout niet kan uitlogen naar de bodem is de huidige vloeistofkerende vloer op de door u aangewezen locatie voldoende. Wasplaats voor motorvoertuigen U heeft ook gevraagd welke eisen en voorzieningen er moeten worden getroffen om de voormalige wasplaats weer in gebruik te kunnen nemen. Indien er maximaal één auto per week wordt gewassen, kan de huidige wasplaats worden gebruikt en zijn er geen aanvullende eisen noodzakelijk. Wanneer er meerdere voertuigen per week worden gewassen, dient het wassen van voertuigen plaats te vinden boven een vloeistofdichte voorziening. De voorziening dient hiertoe te worden geïnspecteerd en te worden goedgekeurd door een hiervoor erkend bedrijf. De heer Diependaal heeft u op 13 februari 2015 per e-mail een lijst toegestuurd met gecertificeerde bedrijven die deze inspectie kunnen uitvoeren. Voornemen opleggen maatwerkvoorschriften "Opslag brandstoffen eigen gebruik" Wettelijk kader In artikel 4.1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer is opgenomen dat de verpakking en de opslag van gevaarlijke stoffen in verpakking ten behoeve van het voorkomen van risico voor de omgeving en ongewone voorvallen ten minste moet voldoen aan de bij de Regeling (te stellen eisen. In artikel 4.3 van de Regeling is onder meer voorschrift 3.1.4 van de PGS 15 van toepassing verklaard. Op grond van voorschrift 3.1.4 van de PGS 15 is het niet toegestaan om aftap- of over/tapwerkzaamheden plaats te laten vinden in een PGS 15 opslagruimte.
odijmond
In artikel 4.5 van de Regeling is opgenomen dat het bevoegd gezag maatwerkvoorschriften kan stellen met betrekking tot voorschrift 3.1.4 uit PGS 15. Omdat in uw "opslag brandstoffen eigen gebruik" werkzaamheden en opslag met gevaarlijke stoffen plaatsvinden is er sprake van een situatie waarin de PGS 15 niet volledig voorziet. Op grond van artikel 4.5 van de Regeling en de toelichting op voorschrift 3.1.4 concluderen wij dat het opleggen van maatwerkvoorschriften mogelijk is. Overweging In de inrichting is het noodzakelijk dat aftap- of overtapwerkzaamheden plaatsvinden in een opslagvoorziening van gevaarlijke stoffen ten behoeve van werkzaamheden buiten de inrichting. Het betreft het aftappen van kleine hoeveelheden brandstoffen voor materieel en materiaal uit kleinere vaten (maximaal 50 liter). Door het opleggen van maatwerkvoorschriften kunnen wij in deze situatie een vergelijkbaar beschermingsniveau realiseren met betrekking tot het voorkomen van brandgevaar en bodembescherming en het realiseren van een veilige opslag van de brandbare vloeistoffen. Voornemen maatwerk Op grond van artikel 4.5 van de Regeling en bovenstaande overwegingen zijn wij voornemens om de volgende maatwerkvoorschriften op te nemen voor de inrichting: M.l
In tegenstelling tot het gestelde in artikel 4.3 van de Regeling nader uitgewerkt in voorschrift 3.1.4 van de PGS 15 versie 2011 mogen in de opslagvoorziening (zoals aangegeven op de tekening in bijlage 1 behorende bij deze brief) voor het opslaan van brandbare vloeistoffen op het buitenterrein aftap- of overtapwerkzaamheden worden uitgevoerd mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: a)
In de uitpandige opslagvoorziening vindt alleen opslag plaats van vloeibare brandstoffen in verpakkingen van maximaal 50 liter
b)
In de uitpandige opslagvoorziening is naast een bodembeschermende voorziening (vloeistofkerende vloer) ook een lekbak aanwezig die eventuele morsingen kan opvangen
c)
Het personeel is geïnstrueerd over het opruimen van morsingen en het veilig
d)
In of bij de uitpandige opslagvoorziening is absorberend materiaal aanwezig om
aftappen van vloeibare brandstoffen in de opslagvoorziening gemorste vloeibare brandstoffen op te nemen e)
Het personeel is opgeleid om te gaan met gevaarlijke stoffen
f)
Tijdens het aftappen moet de uitpandige opslagvoorziening voldoende geventileerd zijn op de buitenlucht
g)
Nabij de uitpandige opslag dient een goedgekeurd blusapparaat aanwezig te zijn van ten minste zes kilo die geschikt is om een eventuele vloeistofbrand te blussen.
odijmond
Toelichting M.l onder e: Het personeel moet vakbekwaam zijn Dit kan worden aangetoond met het "Vakbekwaamheidsdiploma
Depothouder Klein Chemisch" Afval, "Medewerker Klein
Chemisch afval" of een hiermee vergelijkbare opleiding. Dit laatste ter goedkeuring van het bevoegd gezag. Toelichting M.l onder g: Bij voorkeur moet het gaan om een blusapparaat klasse B, dit geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van vloeistoffen en vloeibaar wordende stoffen, zoals olie, benzine, vetten enz. De ligging van de uitpandige opslagvoorziening is weergegeven op bijlage 1. behorende bij deze brief. Het betreft het gedeelte wat geel is gemarkeerd met de omschrijving: opslag brandstoffen eigen gebruik. Zienswijze Wij stellen u op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid om gedurende twee weken na verzenddatum van deze brief uw zienswijze over ons voornemen mondeling dan wel schriftelijk aan ons kenbaar te maken. Wanneer wij na afloop van deze termijn geen reactie van u hebben ontvangen, gaan wij ervan uit dat u met ons voornemen instemt. Na afloop van de gestelde termijn nemen wij een definitief besluit. Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met de heer Diependaal of mevrouw Minneboo, bereikbaar op bovengenoemd telefoonnummer. Hoogachtend, namens het college van burgemeester en wethouders van Waterland, M. van der Vlugt Teamleider Omgevingsdienst IJmond Per 1 februari 2015 is Milieudienst IJmond verdergegaan als Omgevingsdienst Kijk op www.odijmond.nl/naamswijziging
Deze brief is geautomatiseerd
verwerkt
voor meer
informatie.
IJmond.
odijmond
Bijlage 1 Situatietekening maatwerkvoorschrift «'.ûeisîofdithļ opvonobasstn
doocrijweg
WW
iřdoK
z.
if
r
I bv
tortfciners
con role
Kt A - i a n î n m
voorsorie
biijDMu slib tn
woNrofvopi
opslag brandstof fen pişen ge bruik -~*"
ūfsthfldf
r vLoeisroídithle
vloe r
opsEog g a s f l e s s e n '
li
1; prefab Is Ie dn
'conlor