b o o Regio Zaanstreek Waterland Basisteam Zaanstad Basisteam Zaanstad

b o o

Regio ZaanstreekWaterland Basisteam Zaanstad

Basisteam Zaanstad Jaarplan 2013

b o

o o

Eenheid NoordHolland District ZaanstreekWaterland Basisteam Zaanstad

Inhoudsopgave Voorwoord...................................................................................................................3 1 Inleiding.....................................................................................................................4 2 Ontwikkelingen Nationale politie en robuust basisteam.....................................4 2.1 Missie, veranderopgave en strategie.................................................................................................................4 2.2 Inrichting ............................................................................................................................................................7

3 Proces opsporing.....................................................................................................8 3.1 Algemeen...........................................................................................................................................................8 3.2 Geweld...............................................................................................................................................................8 3.3 Jeugdcriminaliteit..............................................................................................................................................11 3.4 Veelplegers.......................................................................................................................................................12 3.5 Woninginbraken................................................................................................................................................14 3.6 Overige thema’s...............................................................................................................................................14

4 Proces Handhaving................................................................................................15 4.1 Gebiedsgebonden politiezorg..........................................................................................................................15 4.2 Verkeersveiligheid............................................................................................................................................15 4.3 Milieu................................................................................................................................................................16 4.4 Lokale prioriteiten.............................................................................................................................................16 4.5 Lokale prioriteit jeugdoverlast..........................................................................................................................17 4.6 Lokale prioriteit verkeersoverlast.....................................................................................................................18 4.7 Lokale prioriteit vaarsurveillance......................................................................................................................18 4.8 Lokale prioriteit horecaoverlast en evenementen............................................................................................19 4.9 Lokale prioriteit hennepkwekerijen en drugsoverlast.......................................................................................19 4.10 Lokale prioriteit woninginbraak, autoinbraak en fietsdiefstal.........................................................................20

2

b o

o o


Voorwoord Voor u ligt het jaarplan van het basisteam Zaanstad in oprichting. Het beschrijft de door de politie te verrichten operationele activiteiten en doelstellingen voor het jaar 2013. Dit jaarplan is een voortzetting op de werkwijze van de afgelopen jaren. Op 1 januari 2013 treedt de nieuwe Politiewet in werking. Op basis van de nieuwe Politiewet ontstaat er in Nederland één landelijke politiekorps dat bestaat uit 10 regionale eenheden en een landelijke eenheid en een ondersteunde dienst voor bedrijfsvoeringstaken, zoals ICT en personeelszaken. De huidige politieregio’s Kennemerland, Noord-Holland Noord en Zaanstreek-Waterland gaan op in de nieuw te vormen regionale eenheid Noord-Holland. De regio Zaanstreek-Waterland zal als district gaan fungeren met daarin twee basisteams; namelijk het basisteam Zaanstad en het basisteam Purmerend. Het basisteam Zaanstad is een samensmelting van de units ‘Zaanstreek-Noord’ en ‘Zaanstreek-Zuid’. Tussen deze units was al sprake van verregaande samenwerking met betrekking tot de processen opsporing, handhaving en noodhulp. In 2013 zal de gemeente Zaanstad, Oostzaan en Wormerland deel uitmaken van het werkgebied van het basisteam Zaanstad. De gemeente Landsmeer zal per 1 januari 2013 onder het werkgebied vallen van het basisteam Purmerend. Voor de jaren 2013-2014 is binnen de regionale eenheid Noord-Holland een nieuw meerjarenbeleidsplan opgesteld dat ter consultatie aan de gemeenteraden is verzonden. Geconstateerd wordt dat de prioriteiten op eenheidsniveau een grote overlap kennen met de prioriteiten op lokaal niveau, te denken aan de high-impact crimes (overvallen, straatroof, woninginbraken en geweld) en jeugd. In dit jaarplan wordt, naast deze prioriteiten, ook expliciet ingegaan op de geïnventariseerde prioriteiten van de afzonderlijke gemeenten. Voor 2013 wil de politie nog meer inzetten op de persoons- en probleemgerichte benadering die moet samenkomen in een integrale aanpak van gemeenten, Openbaar Ministerie, politie en andere veiligheidspartners. Daarbij wordt het integraal veiligheidsplan (IVP) en jaarlijkse actieplannen als richtinggevend gezien Gezien het tijdstip waarop het jaarplan tot stand is gekomen zijn de operationele resultaten van 2012 weergegeven tot 8 december. Zaanstad, december 2012

E. (Ed) Kooij Unithoofd

R. (Rins) Joustra Unithoofd

3

b o

o o

1


Inleiding

Dit jaarplan geeft inzicht in de ontwikkelingen binnen de Nationale politie en de veranderopgave die daaronder ligt. Daarbij wordt ook ingegaan op de inrichting van de politie met het inwerking treden van de Politiewet op 1 januari 2013. In hoofdstuk 3 ‘Opsporing’ en 4 ‘Handhaving’ wordt beschreven welke geprioriteerde delicten op regionaal en lokaal niveau zijn benoemd en hoe de politie hierop zal inzetten. 2

Ontwikkelingen Nationale politie en robuust basisteam

2.1

Missie, veranderopgave en strategie

Missie De missie van de politie blijft met de komst van de Nationale Politie onveranderd:’Waakzaam en dienstbaar staat de politie voor de waarden van de rechtsstaat’. Aan deze missie zal in de nieuwe organisatie nog beter inhoud worden gegeven. Daarom zijn voor de aankomende jaren de volgende ambities vastgesteld: Betere politieprestaties De komende jaren zullen de prestaties van de politie verbeterd zijn. De politie is dan sterker verankerd in wijk, dorp en stad en is beter in staat om, samen met anderen, lokale veiligheidsproblemen aan te pakken. De slagvaardigheid in de opsporing is vergroot. Politiemensen beschikken over meer professionele ruimte om in bijzondere situaties 'naar bevind van zaken' te handelen en beschikken over de vakkennis en durf om deze ruimte ook te benutten. De politie participeert in formele en informele netwerken om kennis en kunde van anderen te benutten voor haar taakuitvoering en om haar eigen kennis en kunde ten dienste te stellen van anderen. Betere politieresultaten worden zichtbaar in een hoger ophelderingspercentage en een groter aantal verdachten per 100 misdrijven. Meer legitimiteit en groter vertrouwen in de politie De burgers hebben een groter vertrouwen in de politie en de legitimiteit van de politie is gegroeid. De verbinding met en aanstuurbaarheid door lokale gezagsdragers is verbeterd en de politie opereert zichtbaarder en met meer autoriteit in de publieke ruimte. De dienstverlening aan burgers, in al haar facetten, is verbeterd. De resultaten worden zichtbaar in een hoger percentage burgers dat aangeeft vertrouwen te hebben in de politie. Functioneren als één korps De politie functioneert als één korps, in denken en handelen. Alle mensen en middelen behoren tot één organisatie. Het stelt de politie in staat om meer samenhang aan te brengen in de uitvoering van haar taken en gemakkelijker mensen, middelen en expertise samen te brengen waar dat nodig is. Een politie van wijk tot wereld. De resultaten worden zichtbaar in de beschikbare expertise en in het snel en flexibel op- en afschalen in reactie op de actuele veiligheidsproblematiek.

4

b o

o o


Veranderopgaven Om de veranderdynamiek in onze eenheid krachtig in gang te zetten zijn drie veranderopgaven ontwikkeld: Van drie korpsen naar één eenheid binnen het nationale korps Om van drie afzonderlijke korpsen te groeien naar één eenheid werken we niet alleen aan onze cultuur, gedrag en leiderschap, maar ook aan medewerkersparticipatie, onze professionele weerbaarheid, de terugdringing van administratieve lasten, huisvesting en dienstverlening. In proeftuinen verkennen we belangrijke onderdelen van de nieuwe organisatie: de inrichting van robuuste basisteams, de systematiek van briefing en debriefing en de werking van een regionaal real-time intelligence center dat onze mensen op straat direct voorziet van relevante informatie. Versterken operationele gerichtheid: alert en pro-actief reageren Juist in een verandertraject is het van belang de blik op de buitenwereld te houden. Het thematische programma ‘Doorontwikkeling operationele prioriteiten’ richt in alle geledingen de aandacht op vernieuwing in de aanpak van overvalcriminaliteit, woninginbraken, geweld, jeugdgroepen, ondermijning, cybercrime en het afpakken van crimineel verkregen vermogen. Versterking externe gerichtheid: de politie is onderdeel van netwerken Om uit te groeien tot een betrouwbare samenwerkingspartner die binnen netwerken de veiligheidsproblemen in de samenleving aanpakt, zijn ‘externe samenwerking’ en ‘meldkamerdomein / veiligheidsregio’ benoemd als thematische programma’s. Op het gebied van crisis of rampenbestrijding werken we samen met de gemeente, de brandweer en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Binnen de eenheid is verder het ZSM-project in uitvoering. ZSM staat voor het zo selectief, snel, slim, simpel en samen mogelijk afhandelen van verdachten. ZSM beoogt de bureaucratie in de rechtshandhaving te verminderen, te komen tot meer betekenisvolle interventies, tot slagvaardiger optreden van politie en Justitie en tot een effectievere aanpak van veelvoorkomende criminaliteit. Samenwerking met de Veiligheidshuizen is daarbij essentieel. In de proeftuin ‘Contextgericht werken’ wordt in de praktijk onderzocht wat een adequate reactie is op vragen van burgers en partners en hoe onze werkwijze daarop volgend kan zijn. Met burgernet worden burgers ook actief betrokken bij de bestrijding van criminaliteit.

5

b o

o o


De nieuwe organisatie heeft hoge ambities waar het gaat om verbetering van de dienstverlening, door kwaliteitsverbeteringen op het vlak van aangiften, meldingen, informatieverzoeken, slachtofferzorg en klachtafhandeling. Ook de doorontwikkeling en uitbreiding van de dienstkanalen behoort tot de ambities. Zo zal de eenheid Noord-Holland voor burgers onder meer nieuwe virtuele dienstconcepten introduceren (social media, 3D-teleservice, e.d.). Een andere belangrijker pijler is dat de politieregio steviger zal verankeren dat politiemedewerkers op locatie in beginsel aangiften opnemen; in ieder geval bij high impact crimes en in het geval aangevers, om wat voor reden dan ook, niet in staat zijn om naar het politiebureau te komen. De politie zal dus bereikbaar en beschikbaar zijn én haar diensten daadkrachtig en klantgericht aan burgers aanbieden. De dienstverlening aan burgers moet voldoen aan vooraf vastgestelde kwaliteitseisen (snelheid van reageren, aanrijdtijden, terugmelden, et cetera). Dienstbaarheid gaat verder dan het op tijd de telefoon opnemen of snel ter plaatse komen. Het is nog belangrijker om zich goed te kunnen verplaatsen in de positie van de burger. De kwaliteit van de interactie tussen burgers en politiemedewerkers is de belangrijkste voorwaarde voor een goede dienstverlening en de betrokkenheid van burgers bij het vergroten van de veiligheid. Strategie Onze strategie luidt: integraal, probleemgericht én persoonsgericht. Geen enkel veiligheidsprobleem pakken wij nog alleen aan; de ervaring heeft ons geleerd dat dit niet tot duurzame oplossingen leidt. De aanpak van onveiligheid is een integrale opgave. De gemeente bepaalt als regisseur van het lokale veiligheidsbeleid de prioriteiten. De gemeentelijke integrale veiligheidsplannen (IVP) en daaruit voortvloeiende jaarlijkse actieplannnen, geven richting aan de sturing op de aanpak van onveiligheid. De politie levert een bijdrage aan de inhoud van de plannen door veiligheidsinformatie en expertise aan te leveren, onder meer in de vorm van gebiedsscans. Uiteraard levert de politie ook een bijdrage aan de uitvoering van deze plannen door toezicht, handhaving en opsporing. Door integraliteit te zoeken in de samenhang van prioriteiten, kunnen we de effectiviteit van de aanpak vergroten. Door meer samenwerking tussen politie, gemeenten, Openbaar Ministerie en partners als bewoners, woningcorporaties, scholen, ondernemers en andere maatschappelijke organisaties, ontstaan kansen voor vernieuwing in de veiligheidsaanpak. We kiezen daarbij voor een probleemgerichte benadering en aanpak, zowel bij het identificeren en aanpakken van lokale onderwerpen als bij het benoemen van regionale ‘rode draden’. Een effectieve aanpak van de heersende veiligheidsproblematiek is immers het meest gebaat bij zicht op de achterliggende problematiek en beïnvloedende factoren. Dit inzicht kan alleen tot stand komen in samenwerking met de partners.

6

b o

o o


Waar in het verleden de focus bij veiligheid vaak lag op de aanpak van zaken, verschuift de focus naar een persoonsgerichte aanpak van de dader. Het besef dat een beperkte groep burgers verantwoordelijk is voor een aanzienlijk deel van veiligheidsproblemen, zal intern nog meer een leidend principe zijn in de aanpak. Tezamen met de partners zal in de doorontwikkeling van de Veiligheidshuizen een belangrijke stap worden gezet in de aanpak van problematische jeugd, veelplegers en plegers van huiselijk geweld. Met de Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC) en in samenwerking met partners als de Belastingdienst kunnen we op vergelijkbare wijze een impuls geven aan de aanpak van criminele samenwerkingsverbanden en beroepscriminelen. 2.2

Inrichting

De inrichting verandert van 26 korpsen naar 10 regionale eenheden, een landelijke operationele eenheid en een landelijke dienst voor bedrijfsvoeringstaken: het Politie Diensten Centrum. Elke eenheid is opgebouwd uit diensten/districten, met daarbinnen afdelingen en teams. Elk district wordt ondersteund door een team Informatie Knooppunt dat formatief is ingericht bij het Dienst Regionale Informatie Organisatie (DRIO). De regionale eenheid Noord-Holland omvat drie districten: Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek-Waterland. Binnen het district Zaanstreek-Waterland zijn zowel een flexteam, twee robuuste basisteams en een districtsrecherche ondergebracht. Een geografisch gevolg van de inrichting is het verplaatsen van de gemeente Landsmeer van de Zaanse kant naar de Purmerendse/ Waterlandse kant. Binnen dit bewakingsgebied is een divers werkaanbod met vele uitdagingen van zowel stedelijk- als plattelandsproblematiek. Basisteam Het robuuste basisteam is het fundament van de politie. De omvang van het team is dusdanig dat het alle kerntaken van het politiewerk uit kan voeren. Daarmee wordt de volledige basispolitiezorg inclusief de noodhulp binnen het basisteam uitgevoerd. De aanpak van veelvoorkomende criminaliteit op lokaal niveau wordt ondersteund vanuit de districtsrecherche. De basisteams zijn stevig lokaal verankerd; prioritering en de aanpak van veiligheidsproblemen worden opgenomen in het Integraal Veiligheidsplan van de gemeenten. Wijkagenten werken vanuit het team probleemgericht aan veiligheid, zo veel mogelijk met partners en burgers. Onder normale omstandigheden is het team in staat zelfstandig de werkzaamheden binnen zijn gebied uit te voeren. Het staat garant voor de dagelijks benodigde operationele slagkracht. Hiermee is de basisbeschikbaarheid en aanspreekbaarheid van de politie gewaarborgd, en daarmee de stabiliteit in de taakuitvoering. Op lokaal niveau heeft elke burgemeester één herkenbare en aanspreekbare politiefunctionaris. Wijkagenten Wijkagenten zijn een van de sleutelfiguren binnen het gebiedgebonden werken en vormen onderdeel van het basisteam. Zij zijn letterlijk het lokale gezicht van de politie. De wijkagenten leveren een belangrijke bijdrage aan de handhaving van de openbare orde en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. De wijkagenten

7

b o

o o


werken vanuit het basisteam probleemgericht aan veiligheid, zo veel mogelijk met partners en burgers. Een wijkagent vormt tevens een belangrijk onderdeel van het lokale netwerk aan scholen, buurtbewoners, veiligheidspartners en andere hulpverleners. Hiermee zijn de basisbeschikbaarheid en aanspreekbaarheid van de politie gewaarborgd en daarmee de stabiliteit in de taakuitvoering. 3

Proces opsporing

3.1

Algemeen

3.1.1 Beschrijving De afhandelunit van het basisteam Zaanstad heeft tot taak de behandeling van veel voorkomende criminaliteit (VVC). Dit team houdt zich recherchematig bezig met opsporingszaken. Belangrijk bij de behandeling van strafbare feiten is de doorlooptijd van een dossier. Dit betreft de termijn vanaf het eerste verhoor van een verdachte tot de binnenkomst van het betreffende zaaksdossier op het parket in Haarlem. In het jaar 2013 dient 80% van de dossiers met zowel meerderjarige als minderjarige verdachten binnen 30 dagen na het eerste verhoor op het parket in Haarlem te zijn. De afhandelunit streeft niet alleen om de kwantitatieve cijfers gerealiseerd te krijgen, ook gaat dit team ervoor om een kwalitatief goed einddossier af te leveren aan het Openbaar Ministerie. Zoals eerder vermeld is veiligheid niet een exclusieve taak en verantwoordelijkheid van de politie, maar van meerdere instanties (denk hierbij niet alleen aan de gemeenten, maar ook bijv. aan het Veiligheidshuis en het Regionaal Informatie & Expertise Centrum (RIEC)). Er is altijd meer werk dan dat er politiecapaciteit is. De aansturing van politiewerk gaat dus gepaard met het maken van keuzes. Onze informatieorganisatie levert producten waardoor er gewogen gekozen en vastgesteld kan worden binnen het proces van kiezen en vaststellen. Een van die producten is de bestuurlijke rapportage. De verbetering van de kwaliteit van processen-verbaal en het hiermee terugdringen van het aantal technische sepots, zijn naast het verbeteren van de doorlooptijd, speerpunten binnen de afhandelunit. 3.2

Geweld

3.2.1 Beschrijving Geweld is een landelijk thema en staat ook hoog op de agenda van de eenheid Noord-Holland. De politie zal zowel de opsporing van geweldplegers verder versterken alsmede een bijdrage leveren aan het voorkomen van geweldsmisdrijven. De daling kan alleen worden gerealiseerd wanneer partners een integrale aanpak voorstaan. Het thema overvallen en straatroof is vanuit het land op prio 1 gezet, vandaar dat is besloten de (bestuurlijke) aanpak en voortgang hiervan te monitoren op eenheidsniveau en op basisteamniveau. Prioriteit wordt gelegd bij geweldzaken en daarbinnen op geweld gepleegd tegen medewerkers met een publieke taak (Programma Veilige Publieke Taak), huiselijk

8

b o

o o


geweld en horecagerelateerd geweld. De districtsrecherche is, in samenspraak met de opsporing binnen de basisteams, verantwoordelijk voor de opsporing en aanpak van criminaliteit met hoge impact en probleemgerichte aanpak van veel voorkomende criminaliteit. De Regionale Recherche is verantwoordelijk voor de aanpak en bestrijding van de zwaardere vormen van criminaliteit. Voor de bijdrage van de politie aan de aanpak van geweld geldt dat de politie hoge prioriteit geeft aan de opsporing van verdachten van geweldsdelicten (bedreiging, mishandeling, openlijke geweldpleging, huiselijk geweld en eer gerelateerd geweld en kindermishandeling, straatroof en overvallen). De eenheid heeft het landelijke beleid ten aanzien van huiselijk geweld1 volledig geïmplementeerd. De politie heeft de ambitie deze lijn vast te houden. De hulpofficieren van justitie zijn de door de burgemeester aangewezen ambtenaren die uitvoering geven aan het huisverbod. 3.2.2 Doelstelling Voor wat betreft de aanpak van huiselijk geweld hebben verschillende maatschappelijke instellingen, de politie en het Openbaar Ministerie in het arrondissement in juni 2006 een convenant gesloten voor een gezamenlijke aanpak. • Doelstelling van de politie is om in ieder geval van huiselijk geweld waar de politie bij wordt betrokken, de verdachte aan te houden. Een aanhouding is echter niet altijd mogelijk, omdat de verdachte soms al is verdwenen of omdat pas later aangifte wordt gedaan. Het streven is dan, de verdachte alsnog over het feit te horen en proces-verbaal tegen hem op te maken, tenzij het feit dermate ernstig is dat aanhouding en eventueel voorgeleiding voor de rechter-commissaris noodzakelijk is. • Uitvoering geven aan de programma’s VPT (Veilige Publieke Taak) en GTPA (Geweld Tegen Politie Ambtenaren) • Integrale aanpak op high-impact crimes • Pakkans van daders van geweldsmisdrijven verhogen 3.2.3 Probleemaanpak • Uitgegaan wordt van een probleem- en persoonsgerichte aanpak • Zichtbare aanwezigheid bij specifieke evenementen en risicovolle plaatsen • Uitrechercheren van elk bekend geworden feit met opsporingsindicatie • Verwijzing van slachtoffers naar slachtofferhulp • Afhandeling geweldszaken conform regionale protocollen en afgesproken werkwijzen • Actieve signalering en advisering richting externe partners • Uitvoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod • Organiseren van bijeenkomsten (voorlichting & voorkoming) i.s.m. partners

1

Geweld is de geestelijke en/of lichamelijke (waaronder seksuele) aantasting van iemands persoonlijke integriteit.

Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging van mannen, vrouwen en ouderen.

9

b o

o o


3.2.4 Meetwijze Misdrijven van het aantal overvallen, straatroof, bedreigingen, mishandeling en openlijke geweldpleging (2012 tot 8 december) Overvallen waar: Oostzaan waar: Wormerland waar: Zaanstad

2008 1 2 20

Straatroof waar: Oostzaan waar: Wormerland waar: Zaanstad

2008

Bedreiging waar: Oostzaan waar: Wormerland waar: Zaanstad

2008

1 0 37

2009 3 1 36 2009

2010 1 2 38 2010

2011 1 0 41 2011

2012 0 2 19 2012

0 2 50

2 0 70

1 0 58

0 1 36

8 16 348

2009 11 15 377

2010 11 20 411

2011 19 21 389

2012 20 14 351

Mishandeling waar: Oostzaan waar: Wormerland waar: Zaanstad

2008 19 35 805

2009 19 33 754

2010 17 31 707

2011 30 30 690

2012

Openlijke geweldpleging waar: Oostzaan waar: Wormerland waar: Zaanstad

2008

2009

2010

2011

2012

0 0 15

1 0 40

1 2 29

0 1 29

8 32 609

0 4 32

10

b o

o o


3.2.5 Huisverbod Op 1 april 2009 is het instrument huisverbod van kracht geworden. Middels het huisverbod kan de pleger van huiselijk geweld voor een aantal dagen de toegang tot zijn huis worden ontzegd. In de onderstaande tabel treft u aan hoeveel keer het huisverbod per gemeente is opgelegd en hoeveel taxaties zonder huisverbod. De proceseigenaar Huisverbod is regionaal binnen de politie belegd. Elke dienstdoende Hulpofficier van justitie is gecertificeerd om namens de burgemeester een huisverbod op te leggen. Doelstelling 2013 • Voor elk huiselijk geweld delict dient minimaal 1 verdachte te zijn aangehouden/verhoord. Opgelegde huisverboden/taxaties zonder huisverbod van 2010 t/m tot 1 november 2012. waar: Oostzaan waar: Wormerland waar: Zaanstad Totaal

3.3

2010 0/0 0/0 29/4 29/4

2011 1/0 4/0 32/6 37/6

2012 2/0 0/2 39/14 41/16

Jeugdcriminaliteit

3.3.1 Beschrijving Nederland is de afgelopen jaren veiliger geworden. De criminaliteit is gedaald, maar het is nog niet veilig genoeg. In dat kader is jeugdcriminaliteit één van de landelijke prioriteiten waarop de politie stuurt. Deze problematiek vraagt om een sterke inzet van alle ketenpartners. De gemeenten hebben -in de visie van de regering- de regierol m.b.t. de aanpak van risicojeugd, waaronder 12-minners. De rol van politie ligt in het signaleren, handhaving van-, en adviseren over deze groep. 3.3.2 Doelstelling • Tenminste 80% van het totaal aantal ingezonden dossiers minderjarigen dient na het eerste verhoor binnen 30 dagen bij het OM te zijn. • Tenminste 80% van de verwijzingen van minderjarigen dient na het eerste verhoor naar Halt binnen 7 dagen gerealiseerd te zijn. • Bij elk minderjarige wordt contact opgenomen met het OM i.v.m. de afdoening van de zaak. • De politie brengt jaarlijks de jeugdgroepen in kaart volgens de shortlistmethode Beke en Ferweda (hinderlijk, overlastgevend, crimineel) en bespreekt de aanpak in de driehoek. De informatie over individuele jongeren wordt ingebracht in het jeugdcasusoverleg. • Vergroten samenwerking met het Veiligheidshuis Zaanstreek-Waterland

11

b o

o o


3.3.3 Probleemaanpak De rol van politie ligt in het signaleren van en adviseren over de groep risicojeugd, waaronder 12 minners. Het korps zal daarom de persoonsgerichte aanpak van criminele jeugd en het vroegtijdig signaleren van en adviseren over risicojeugd, waaronder 12-minners, intensiveren. Sinds 2006 stelt de politie jaarlijks een shortlist op volgens de methode Beke en Ferweda. Op basis daarvan wordt een plan van aanpak i.s.m. het Jeugdnetwerkoverleg (JNO) geschreven. In dat plan wordt een onderscheid gemaakt tussen criminele groepen enerzijds en hinderlijke en overlastgevende groepen anderzijds. Met name de eerstgenoemde groep is onderwerp van aandacht voor de politie. Twee keer per maand vindt in het district Zaanstreek-Waterland het jeugdcasusoverleg plaats. In dit overleg participeren naast de politie ook het Openbaar Ministerie, de jeugdreclassering en de raad voor de kinderbescherming. In het jeugdcasusoverleg Zaanstreek-Waterland worden de jeugdigen besproken die met het strafrecht in aanraking zijn gekomen. Daarnaast is er het zogenaamde 'zorgoverleg'. Hierin participeren naast de politie ook Bureau Jeugdzorg, het RIAGG en algemeen maatschappelijk werk. Daar waar de politie in aanraking komt met jeugdigen die extra zorg behoeven, zorgt zij ervoor dat genoemde welzijnsinstanties hiervan in kennis worden gesteld. Voor deze problematiek wordt vanuit de politie verschillende agenten ingezet, zoals de wijkagenten en jeugdagenten/-rechercheurs. Jeugdcriminaliteit is overigens niet synoniem aan jeugdoverlast. Bij de beschrijving van het proces handhaving zal hier nader op worden ingegaan. 3.4

Veelplegers

3.4.1 Beschrijving Het meerjarenconvenant veelplegers 2006-2010 vormt het uitgangspunt voor de aanpak van veelplegers voor de politie. Met het vernieuwde convenant wordt door middel van een geïntegreerde aanpak door politie, justitie en (verslavings)reclassering gewerkt aan het verminderen van door criminaliteit veroorzaakte overlast in het arrondissement Haarlem. Door de gezamenlijke aanpak is het aantal politieantecedenten van de groep actieve en zeer actieve veelplegers gedaald. Per kwartaal wordt aan de hand van een aantal vaste criteria bekeken wie er als actieve of zeer actieve veelpleger dient te worden aangemerkt. De zeer actieve veelpleger krijgt een 'adoptieagent' die hem of haar nauwlettend volgt. Een Maatregel Inrichting Stelselmatige Daders2 (ISD) kan worden opgelegd tegen deze doelgroep. Bij terugkeer in de maatschappij is begeleiding nodig, ook van gemeenten. Hierop wordt de komende jaren gezamenlijk geïnvesteerd. Jaarlijks worden concrete doelstellingen geformuleerd in de Stuurgroep Veelplegers en ter vaststelling voorgelegd aan het Arrondissementaal Justitieel Beraad (AJB). Voor de jaren 2008 en volgende is de doelstelling geformuleerd dat politie ZaanstreekWaterland alle ‘zeer actieve veelplegers’ heeft geadopteerd. 2

Sinds oktober 2004 kan een stelselmatige dader die aan bepaalde criteria voldoet, 2 jaar detentie opgelegd krijgen.

12

b Eenheid NoordHolland District ZaanstreekWaterland Basisteam Zaanstad

o

o o

3.4.2 Doelstelling • alle zeer actieve veelplegers zijn geadopteerd door een adoptieagent die regelmatig contact met hen onderhoudt. Verder wordt de pakkans vergroot doordat: • er in operationele briefings gericht aandacht wordt gegeven aan actieve veelplegers • een veelpleger regelmatig wordt bezocht en aangesproken door een politiemedewerker • relevante informatie betreffende de veelpleger wordt vastgelegd in een doorlopend dossier • indien een veelpleger wordt aangehouden, dient het dossier binnen 30 dagen na het eerste verhoor aangeleverd te worden bij het parket in Haarlem. Indien mogelijk wordt een veelpleger inverzekeringgesteld en voorgeleid bij een rechter-commissaris. 3.4.3 1.

Meetwijze3

Aantal misdrijven van winkeldiefstal (2012 tot 8 december)

Winkeldiefstal waar: Oostzaan waar: Wormerland waar: Zaanstad 2.

2009 1 6 442

2010 3 11 378

2011

2012

6 8 472

8 16 521

2008 19 22 859

2009 24 38 1.008

2010 13 32 1.070

2011 23 41 811

2012 14 44 902

2011 73 74 910

2012 39 51 764

Aantal misdrijven van diefstal af/uit auto (2012 tot 8 december)

Diefstal af/uit auto (autokraak) waar: Oostzaan waar: Wormerland waar: Zaanstad

3

4 7 430

Aantal misdrijven van diefstal fietsen (2012 tot 8 december)

Diefstal fiets waar: Oostzaan waar: Wormerland waar: Zaanstad 3.

2008

2008 22 26 560

2009 44 37 553

2010 41 22 790

Winkeldiefstal, diefstal fiets en diefstal a/u auto (autokraak) zijn bekende veelplegerdelicten.

13

b o


3.5

Woninginbraken

o

o

3.5.1 Beschrijving Woninginbraak maakt in hoge mate inbreuk op de persoonlijke integriteit en heeft vaak een grote impact op de slachtoffers. Daarom kent de politie -hoewel het inbraakrisico in onze regio laag is- een hoge prioriteit toe aan de aanpak van dit delict. Om de pakkans zo groot mogelijk te maken wordt dan ook in principe bij elke woninginbraak naar sporen gezocht. Met deze (al een aantal jaren gehanteerde) aanpak beoogt de politie dat het district Zaanstreek-Waterland een van de laagste inbraakrisico’s van Nederland houdt. 3.5.2 Doelstelling • Doelstelling is om in 2014 weer uit te komen op, dan wel onder het inbraakniveau van 2009. • Binnen het vastgestelde aantal van woninginbraken blijven. • De politie komt altijd ter plaatse bij een woninginbraak. • Bij een woninginbraak vindt altijd sporenonderzoek plaats. • Er vindt altijd een buurtonderzoek plaats. • Er vindt altijd een re-contact plaats met aangever/benadeelde. • Onder regie van de gemeente Zaanstad zal worden gekeken of het keurmerk veilig wonen in de gemeente Zaanstad actiever uitgevoerd en uitgedragen worden. • De politie participeert als partner op de voorlichtingsavonden die onder regie van de gemeenten worden georganiseerd • Naast een reductie in absolute zin willen we het aantal verdachten per 100 inbraken verhogen naar 7,5 in 2014 en het percentage opgehelderde misdrijven verhogen tot 15. 3.5.3

Meetwijze Aantal aangiften woninginbraak (2012 tot 8 december)

Woninginbraken waar: Oostzaan waar: Wormerland waar: Zaanstad

3.6

2008 20 26 380

2009 23 34 485

2010 38 54 552

2011 26 48 524

2012 30 59 493

Overige thema’s

In de landelijke prioriteiten zijn cybercrime en kinderporno benoemd. De digitalisering van de samenleving is een gegeven. Voor de politie is het een eis om op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen met betrekking tot internet en in te spelen op de kansen die dat biedt binnen de primaire processen. Ingezet wordt op bewustwording en op de zoekmogelijkheden van internet in alle (primaire) processen.

14

b o

o o


Zedenmisdrijven hebben vanuit hun aard een hoge impact op slachtoffers en hun omgeving en krijgen speciale aandacht in het dienstverleningsconcept, in de omgang met slachtoffers, in de aanpak vanuit een thematisch team en in het digitaal en financieel rechercheren. Bij de aanpak van kinderporno is de opsporing gericht op verdachten van seksueel misbruik en op vervaardiging en verspreiding van kinderpornografisch materiaal. Uitgangspunt hierbij is het leggen van de focus op actueel seksueel kindermisbruik, het identificeren van slachtoffers en het verhogen van het aantal zaken dat jaarlijks bij het Openbaar Ministerie wordt aangebracht. De hoofddoelstelling van de aanpak van kinderpornografie is gericht op het achterhalen van daders en slachtoffers van seksueel misbruik en producenten van kinderpornografie. 4

Proces Handhaving

4.1

Gebiedsgebonden politiezorg

4.1.1 Ontwikkeling Om de veiligheid in de wijk te vergroten (en daarmee tevens de burger positiever te laten oordelen over het functioneren van de politie in de wijk), zal een versterkte inzet van gebiedsgebonden politiewerk plaatsvinden. Daarvoor gelden de volgende indicatoren: • Het basisteam werkt met wijkagenten. Het vakmanschap van de wijkagenten zal een nieuwe impuls krijgen door een gefaseerd in te voeren opleidingsprogramma. • De politie levert op verzoek van gemeenten gegevens op wijkniveau die dienen als input voor een gemeentelijke wijkscan in het kader van integrale veiligheid. Vanuit het programma ‘Gebiedsgebonden politiezorg’ dient een aantal punten in de districten gerealiseerd te worden. Het basisteam Zaanstad beschikt reeds over een drietal informatiecoördinatoren die als een spin in het web diverse contacten onderhouden met interne en externe partners als het gaat om het informatieproces. Wijkscans voor Zaanstad, Oostzaan en Wormerland worden in de eerste helft van 2013 opgemaakt. Elke wijk in Zaanstad en elke gemeente in het basisteam heeft een vast aanspreekpunt. 4.2

Verkeersveiligheid

4.2.1 Beschrijving Tussen het Landelijk Parket Team Verkeer, het arrondissementsparket Haarlem en district Zaanstreek-Waterland is in 2011 een convenant 'Speerpuntenprogramma Zaanstreek-Waterland' gesloten .Daarin is onder meer vastgelegd dat er verkeershandhaving zal plaats vinden door het verkeershandhavingsteam op de bekende speerpunten: helmdraagplicht, autogordel, roodlicht negatie, alcohol en snelheid (de zogenaamde Helmgrasfeiten), verlichting langzaam verkeer, alsmede het vasthouden van een mobiele telefoon. De politie draagt zorg dat

15

b o

o o


handhavingcontroles worden uitgezet in de gemeenten. In verband met de vorming van de Nationale Politie wordt het huidige convenant met één jaar verlengd. 4.2.2 Doelstelling • Terugdringen van het aantal verkeersongevallen met dodelijke afloop of ziekenhuisopname. 4.2.3 Probleemaanpak Door het basisteam wordt een inspanning gepleegd in de vorm van arbeidsuren op verkeershandhaving. De handhaving is gericht op het vergroten van de verkeersveiligheid en daarmee het reduceren van (ziekenhuis)gewonden en dodelijke slachtoffers. Het basisteam leveren door handhaving van de verkeersregels een belangrijk aandeel in de verbetering van de verkeersveiligheid in het betreffende werkgebied. Zo worden gerichte algemene (landelijke, provinciale en/of regionale) verkeers-, alcohol- en bromfietscontroles gehouden, waarbij als leidraad de landelijke verkeerscampagne wordt gehanteerd. Daarnaast vindt er dagelijks toezicht op de naleving van verkeersregels plaats door de surveillance-eenheden in de basispolitiezorg die 7 dagen per week, 24 uur per dag aanwezig zijn. Daarbij wordt specifiek gelet op: ● Gebruik van autogordels ● Gebruik van alcohol ● Verlichting van fietsers en bromfietsers ● Agressief rijgedrag ● Helmdraagplicht van bromfietsers ● Snelheid ● Rood licht 4.3

Milieu

Het belang van het milieu en milieuhandhaving wordt de laatste jaren sterk benadrukt. Ook de politie levert daarom een bijdrage op dit terrein. Bij ernstige vormen van milieucriminaliteit wordt afstemming gezocht met het Functioneel Parket. Het Politiemilieuplan 2011 “Milieu in Ontwikkeling” is de komende jaren leidend voor de handhavingactiviteiten van de regionale eenheid op milieugebied. Het Politiemilieuplan 2011 beschrijft de rol en taken van de politie in de integrale aanpak van milieucriminaliteit. De Nederlandse politie wil hiermee samen met het Openbaar Ministerie en andere partners in de milieuketen meer zicht en greep krijgen op de serieuze vormen van milieucriminaliteit. De basisteams beschikken over een taakaccenthouder milieu. 4.4

Lokale prioriteiten

Voorafgaand aan het opstellen van het regionale beleidplan 2013-2014 zijn de gemeenten bevraagd op hun lokale prioriteiten voor de aankomende jaren. Daarnaast komen de teamchefs jaarlijks in de raad om met de burgemeester een toelichting te geven op de (integrale) aanpak van de lokale prioriteiten en om te bespreken of in hoeverre er bijstelling nodig is. Aspecten als samenhang met de

16

b o

o o


landelijke en regionale doelstellingen, kerntaak politie, samenhang met integraal veiligheidsbeleid, capaciteit en effectiviteit zijn daarbij aan de orde. Hieronder zijn per gemeente de lokale prioriteiten aangegeven en verder uitgewerkt voor 2013. Wormerland Lokale prioriteit Purmerend Beemster Edam- Zaanstad Waterland Zeevang Jeugdoverlast X X Volendam Verkeersoverlastx X x X x Jeugdoverlast x x X x X x Verkeer Vaarsurveillancex x Horecaoverlast X “Spookrijden” van x X fietsers Hennepkwekerijen en drugsoverlast Woninginbraak, Auto-inbraak en fietsdiefstal X X Horeca + x x x evenementen Vaarsurveillance x Hennepkwekerijen x x + drugsoverlast Drank- en x x x drugsoverlast Diefstal a/u auto x Betaald voetbal FC. x Volendam

4.5

Oostzaan Landsmeer X X x X x X x

x

Lokale prioriteit jeugdoverlast

4.5.1 Beschrijving Overlast door jeugd is zeer contextafhankelijk. Het is een proces van interactie tussen jeugd en haar omgeving waarin tijd, frequentie, plaats, etc. een belangrijke rol spelen in het gegeven of overlast ervaren wordt of niet. Als het aan de politie ligt zal de zogenaamde ‘Hi-Five aanpak’ in delen van de Zaanstreek worden ingevoerd. Deze methode concentreert zich op een aanpak van jeugdoverlast door een ‘aandachtssysteem’ van bestraffing en beloning. De gemeente Zaanstad heeft zich in 2011 gecommitteerd aan het nemen van de regie voor wat betreft het onderzoek naar haalbaarheid en eventuele invoering. De politie, Openbaar Ministerie en overige gemeenten zullen actief hun bijdrage leveren. Daarnaast zijn er in Zaanstad Jongeren Netwerk Overleggen (JNO). In deze overlegvormen worden onder regie van de gemeente actuele overlastsituaties op wijkniveau besproken. Vanuit het basisteam zijn wijkagenten in het overleg actief. In de gemeenten Oostzaan en Wormerland vindt tweewekelijks overleg plaats tussen de burgemeesters en een afgevaardigde van de politie. Jeugdoverlast vormt een belangrijk agendapunt tijdens deze gesprekken. In het veiligheidshuis Zaanstreek-Waterland worden overlastgevende groepen, met name criminele jongeren integraal besproken. Ook is hier aandacht voor jongeren die terugkeren uit jeugddetentie. Het basisteam zal informatie aanleveren en casussen voorleggen aan het veiligheidshuis 4.5.2 Doelstelling Primair doel in de aanpak van overlast van jeugd en jeugdgroepen is het terugdringen van de overlast voor burgers en bedrijven.

17

b o

o o

4.5.3 •

• • • • •


Aanpak Gericht toezicht in het publieke domein en met name op hangplekken door middel van de inzet van surveillanten, sectie Jeugdzaken en wijkagenten. Bij een gesignaleerde relatie tussen overlast en alcoholgebruik het handhavend optreden naar aanleiding van aangewezen gebieden in de APV. Signaleren en adviseren bij jeugdoverlast richting relevante partners. Doorontwikkelen Jongeren Netwerk Overleg (JNO) met de diverse partners. Mogelijk implementeren HI-Five in delen van de Zaanstreek. Gebruik maken van Veiligheidshuis Zaanstreek-Waterland.

4.5.4 Bijdrage partners De gemeente heeft de regiefunctie ten aanzien van de integrale aanpak van jeugdoverlast en jeugdgroepen. Ze speelt tevens een belangrijke rol in contacten met de directe omgeving en voor wat betreft het realiseren van voorzieningen. Binnen de gemeente Zaanstad zijn drie niveaus gecreëerd op het gebied van Jeugd. De stuurploeg monitoort en geeft opdrachten aan de projectgroep. De projectgroep bestaat uit vakspecialisten van de diverse partners op het gebied van jeugd. De project groep monitoort en ondersteunt de Jongerennetwerkoverleggen. 4.6

Lokale prioriteit verkeersoverlast

4.6.1 Probleembeschrijving Verkeersoverlast in de gemeente Wormerland en Oostzaan wordt door het basisteam in de Zaanstreek gezien als lokale prioriteit. Het gaat daarbij voornamelijk om overtredingen van inrijdverboden en van de maximum vastgestelde snelheid. Het basisteam Zaanstad zal ook in 2013 handhavend optreden. De regierol op terugdringen jeugdoverlast ligt bij de gemeenten. 4.6.2 Probleemaanpak Gerichte handhavingcontroles door de basispolitiezorg, de surveillantenpool en het regionale verkeershandhavingsteam. 4.7

Lokale prioriteit vaarsurveillance

4.7.1 Beschrijving In de zomermaanden is er in de gemeenten Oostzaan, Wormerland en Zaanstad sprake van intensief waterverkeer. Dat leidt tot verschillende vormen van overlast en onveilige situaties. Deze gemeenten binnen het werkgebied van het basisteam beschouwen toezicht en handhaving op de wateren in het werkgebied dan ook als een lokale prioriteit. Via de website http://www.politie.nl/zaanstreek-waterland kunnen de burgers melding doen van vaaroverlast. 4.7.2 Doelstelling • Gericht toezicht op het water • Verbaliseren van snelheidsovertredingen, drankgebruik en diefstal op het water. • Re-contact met iedere melder.

18

b o

o o


4.7.3 Aanpak In 2013 zal voor het toezicht op het water handhavingcapaciteit van basisteam worden gereserveerd. 4.8

Lokale prioriteit horecaoverlast en evenementen

4.8.1 Beschrijving De gemeente Zaanstad heeft aangegeven horeca-overlast als lokale prioriteit te zien. Daarbij is de doelstelling van het optreden van de politie het voorkomen en terugdringen van criminaliteit en overlast. Voor het horecagebied in ZaandamCentrum wordt al jaren gepland op inzet in de weekenden. Daarbij maakt de politie gebruik van een camerasysteem. Naar aanleiding van het project “Horecatoezicht Krommenie 2010” worden ook politiemedewerkers ingezet in het centrum van Krommenie. De integrale aanpak van horecaoverlast, onder regie van de gemeente, wordt door de politie scherp gevolgd. Daarnaast moeten de horeca-ondernemers hun verantwoordelijkheden met betrekking tot het terugdringen van horecaoverlast pakken, desnoods afgedwongen in scherpe regelgeving. Om het proces van de evenementenadvisering te verbeteren heeft het basisteam in de Zaanstreek de beschikking over twee evenementencoördinatoren die toezien op kwaliteit, doorlooptijd en haalbaarheid. 4.8.2 Doelstelling Zoveel mogelijk ongestoord laten verlopen van horecabezoek en evenementen. 4.8.3 Aanpak Om de huidige resultaten voor de aankomende jaren te kunnen handhaven en uitbreiden zal ingezet worden op de volgende speerpunten: • • • • • • • 4.9

Toezicht houden in de openbare ruimte in combinatie met cameratoezicht; Het voeren van structureel overleg; Integrale aanpak en zichtbare verbeteringen aanbrengen in de horecagebieden; Controle en toezicht op de beveiligingswerkzaamheden; Voortzetten en versterken van portiersoverleg door gemeente; Werken met vaste kern politiemedewerkers in de horeca in Zaandam-Centrum Evenementenadvisering Lokale prioriteit hennepkwekerijen en drugsoverlast

4.9.1 Beschrijving Het basisteam Zaanstad is actief in het oprollen van hennepkwekerijen en het projectmatig aanpakken van (hard)drugsoverlast. Periodiek worden 'rooidagen' georganiseerd waarbij mogelijke kwekerijen bezocht worden naar aanleiding van binnengekomen informatie c.q. klachten. Er wordt daarbij gewerkt conform het

19

b o

o o


regionaal afgesloten hennepconvenant (samenwerkingsverband woningcorporaties energiebedrijven, gemeenten en OM). In (inter)regionaal verband zal tevens gekeken worden naar betrokkenheid van growshops in het proces van hennepteelt in Daarbij zal samengewerkt worden met het Regionaal expertisecentrum Noord-Holland (RIEC).

tussen politie, de (eventuele) de Zaanstreek. Informatie- en

4.9.2 Doelstelling Aanpak van hennepkwekerijen. 4.9.3 Aanpak • Ad hoc ruimingen naar aanleiding van meldingen • Ruimingen hennepkwekerijen op rooidagen • Strafrechtelijk vervolgen daders en bezitters vastgoed 4.10

Lokale prioriteit woninginbraak, autoinbraak en fietsdiefstal

4.10.1 Beschrijving Deze delicten hebben een grote impact op de samenleving. De politie heeft de onderwerpen als korpsthema’s benoemd en voor de bestrijding hiervan ook extra capaciteit voor vrijgemaakt. Veel van deze delicten worden gepleegd door veelplegers. In paragraaf 3.4 staat de aanpak van veelplegers beschreven. 4.10.2 •

• •

Doelstelling Het verlagen van de criminaliteitscijfers op de verschillende thema’s in de Zaanstreek. Vergroten van de heterdaadkracht Integrale aanpak op deze prioritaire delicten

4.10.3 Aanpak In 2013 gelden zowel woninginbraak, autokraak en fietsendiefstal als lokale prioriteiten. In het kader van preventie tracht het basisteam Zaanstad onder regie van de gemeenten een integrale aanpak te ontwikkelen om deze vormen van criminaliteit terug te dringen. Tevens vindt er gericht toezicht plaats naar aanleiding van informatie-analyses. Tenslotte investeert het basisteam Zaanstad in samenwerking met de Dienst Regionale Recherche in de opsporing van daders. Voor de thema’s zijn leidinggevenden verantwoordelijk gemaakt en deze thema’s zijn door de gehele organisatie geadopteerd. Naast deze aanpak is het noodzakelijk de betrokkenheid van de burgers te vergroten, ten einde een alerte gemeenschap te creëren welke een positieve bijdrage levert aan het politiewerk.

20

b o o Regio Zaanstreek Waterland Basisteam Zaanstad Basisteam Zaanstad

Recommend Documents