111e jaargang • nummer 7 • december 2013
Aangesloten bij de European Confederation Of Police
SGBO troonswisseling
politiemuseum zaanstad
de hark voorbij
Colofon Redactie:
ONINK Communicatie, Emmeloord (eindredactie), Maarten van de Nieuwenhuijzen (namens hoofdbestuur VMHP) Redactieadres:
Postbus 91460, 2509 EB Den Haag tel: (070) 419 19 41 fax: (070) 419 19 42 e-mail:
[email protected] Medewerker(s):
Sanna Eichhorn, Hans Bogers, Tommy van Es, Willy Valckx Fotografie:
ONINK Communicatie, Emmeloord Vormgeving & Druk:
GBU grafici, Urk Advertenties:
Secretariaat VMHP, (070) 419 19 41 Secretariaat, ledenadministratie, abonnementen:
Bereikbaar van woensdag t/m vrijdag, Christine van Beelen tel: (070) 419 19 41, fax: (070) 419 19 42, e-mail:
[email protected] Dagelijks bestuur VMHP:
Mw. S.E. Eichhorn, voorzitter G.J. Smit, tweede voorzitter C. van der Voet, secretaris W. Doppenberg, penningmeester Bankrekening VMHP 132981 Coverfoto: Op de bovenverdieping van het Zaanse Politiemuseum vind je een mooie collectie authentieke uniformen. Foto: Politiemuseum Zaanstad
Belangenbehartiging Belangenbehartiging is in eerste instantie een zaak voor het bestuur van de betreffende afdeling. Zo nodig kan vervolgens met het hoofdbestuur contact worden gezocht.
Loyaliteit
D
e laatste week van november hebben de gezamenlijke politiebonden in totaal tien informatiebijeenkomsten gehouden over het nieuwe reorganisatiemodel. De bijeenkomsten waren verspreid over het hele land en ik heb overal veel VMHPleden gezien. Daarbij hebben veel VMHPleden in dezelfde week ook van hun politiechef uitleg gekregen over datzelfde reorganisatiemodel. Daarna was de vraag van veel VMHP-ers: “Nu heb ik twee verschillende interpretaties van één reorganisatiemodel. Binnen de politie ben ik loyaal en vertel ik het verhaal door dat ik van mijn politiechef heb gekregen, maar ik twijfel of dat een volledige weergave is van de effecten van het model. En wat gaat de VMHP doen als dit model zonder de instemming van de bonden wordt doorgezet?” Daarmee ligt er een zware loyaliteitsvraag op de schouders van de leidinggevenden. In het plan van de korpschef wordt de groep leidinggevenden, die geen nieuwe teamchef of sectorhoofd worden, op papier apart gezet in de korpsformatie. Met deze handeling hebben veel huidige leidinggevenden het gevoel afgedankt te worden. De afgelopen jaren is deze oplossing al een paar keer toegepast in een regio/dienst, en er zijn weinig hartverwarmende ervaringen met het in het zicht houden van boventallig geworden leidinggevenden. Waar in het plan van de korpsleiding alle medewerkers mee gaan met het eigen team - ook al is er boventalligheid - mag de leidinggevende dat niet. Wie dit zijn wordt pas duidelijk na de selectieronde
leidinggevenden. Zij gaan een pool vormen van kennis en ervaring die op relevante plekken en momenten kan worden ingezet. Op welke wijze jouw kwaliteiten verbonden worden met de vraag van de organisatie is niet bekend. Wel is duidelijk dat het blijkbaar onwenselijk is dat je op je oude team blijft werken. De VMHP zal deze beweging goed volgen. Veel leden hebben zelf al rondgekeken en hebben alternatieven waarmee zij het korps goed vooruit kunnen helpen en hun kwaliteiten daarbij optimaal kunnen benutten. Hoewel het dichtregelen van afspraken niet in de lijn van de VMHP ligt zullen we toch op een aantal vragen antwoord willen hebben. Gelden de afspraken van het plaatsen op de gematchte LFNP-functie, of op de LFNP-functie van het nieuwe werk, nu ook voor de groep die geen teamchef/sectorhoofd wordt? Zo niet: op basis waarvan krijg je dan een andere functie? Wat betekent dat voor alle geldende afspraken? De antwoorden zijn er nog niet terwijl op deze groep wel het grootste (loyaliteits-) beroep wordt gedaan. Zowel het korps als de VMHP zijn gebaat bij het kunnen vertrouwen in een goede oplossing binnen de nieuwe organisatie. Als er weer vertrouwen in elkaar komt, kunnen er mooie nieuwe werkvormen ontstaan en komt de loyaliteit van iedereen weer bij het korps te liggen. Sanna Eichhorn voorzitter VMHP
Inleveren kopij Deadline voor de volgende VMHP-Nieuws: 31 januari 2014
pagina 2
Wie is… Olaf Divendal Ik ben een 25-jarige tactisch coördinator bij de districtsrecherche in het district Hart van Brabant.
R
uim vijf jaar geleden ben ik naar de Politieacademie gegaan voor de opleiding Politiekundige bachelor en master, voor toen nog de regio Midden- en West-Brabant. Tijdens mijn bacheloropleiding ben ik teveel aan het werk geweest en te weinig aan het studeren. Aan het eind moest ik mijn onderzoekende scriptie er nog doorheen jagen, maar ja, ik vond het werk heel erg leuk. De masteropleiding duurt normaal anderhalf tot tweeënhalf jaar. Ik heb toen aan mijn trajectbegeleider gevraagd wat er nodig was om het in één jaar af te ronden. Ik was bang dat ik anders weer te veel in het werk getrokken zou worden, plus dat ik aan het einde van de studie op reis wilde. Het antwoord was: heel hard studeren. Het collegejaar zag er toen als volgt uit: om de zes weken een collegeweek op de politieacademie of in Canterbury; een operationele week in het team om mijn vaardigheden bij te houden; en vier weken om onderzoeken te doen, stukken te schrijven en met mijn scriptie bezig te zijn. Mijn scriptie ging over internationale politie informatie-uitwisseling; over de verschillende kanalen binnen de organisatie, zoals Europol en EPICC (Euregionaal Politie Informatie- en Coördinatiecentrum) of één op één in een Joint HIT-team, en wat dan de waarde en kwaliteit van informatie is. Aan het eind van mijn studie heb ik weken gemaakt die volgens de arbeidstijdenwet niet zouden mogen, maar het is voor jezelf, dus het geeft allemaal niet. Het was hard werken, maar het is gelukt, met goede ondersteuning van mijn trajectbegeleider en de Politieacademie. In september 2012 ben ik afgestudeerd
pagina 3
en daarna ben ik met mijn vriendin drie maanden op reis geweest door Zuid-Oost Azië en Nieuw Zeeland. In januari ben ik begonnen aan een tweejarig project binnen het nieuwe district Hart van Brabant (Tilburg e.o.). Ik ga daar verschillende functies ontdekken en enige tijd invullen. De eerste stap was een operationeel specialistenfunctie (LFNP) op een robuust team. Dat was heel erg leuk. Niemand was er nog mee bekend hoe dat zou gaan. Ik heb dat een half jaar als pilot gedaan en daarin van alles ontdekt, samen met de teamleiding en het team. Het combineren van operationele vaardigheden en kennis vanuit het team met de visie vanuit de teamleiding, en daar de vertaalslag tussen maken. Mee de straat op, terugkomen met vragen waarom er gewerkt wordt zoals er gewerkt wordt, daar met de collega’s en met teamleiding over praten, samen tot verbeteringen komen en dat dan weer mee de uitvoering in nemen. Die schakel zijn tussen team en leiding, dat is voor mij echt een functie en rol voor de politiekundige. Ik zie mijn huidige traject meer als een ‘traineeship’ omdat ik op verschillende functies binnen de organisatie echt aan het werk ben, waarbij ik veel ervaring binnen diverse onderdelen en processen kan opdoen. Binnen de organisatie zijn er nog wel collega’s die denken dat een PK6 automatisch leidinggevende wordt, maar het hoeft niet persé. De niveau-6 opleiding is geen leidinggevendenopleiding, maar een politiekundigenopleiding in de breedste zin van het woord. Daar zit wel leidinggeven in, maar ook gemeenschappelijke veiligheidszorg, crisismanagement, beleid, kwaliteitsprojecten enzovoort. In deze twee jaar traineeship zit wel een stuk leiderschap, en dat hoort er ook bij. Ik weet nog niet wat mijn ambities zijn. Ik zit in het traject en kijk eerst wat er allemaal mogelijk is. De periode in het blauwe team was superleuk. Nu zit ik bij opspo-
ring en gaat er een wereld voor mij open; dat is voor mij echt nieuw terrein. Nu ben ik tactisch coördinator bij de districtsrecherche en heb al in een TGO meegedraaid. Gisteren is er een nieuw TGO opgestart en daar ga ik de tegenspraakrol vervullen. Dat is het mooie van mijn opleiding; omdat hij zo breed is ben ik op veel functies inzetbaar. Ik zie de reorganisatie als een kans. Er gaat veel beweging komen, met veel mogelijkheden voor de collega’s. Het experimenteren met het robuuste team was op verzoek van de districtschef; opsporing wilde ik zelf gaan doen; de organisatie heeft belang bij een stuk leiderschap, en ik ben zelf erg geïnteresseerd in de internationale politiesamenwerking. Dat is een wereld waarin we nog heel veel kunnen winnen en daar ging mijn scriptie ook over. Al met al zie ik voor mezelf voor de toekomst genoeg mogelijkheden. Ik ben lid geworden van een vakbond omdat ik vind dat je lid van een vakbond moet zijn, omdat zij staan voor goede arbeidsvoorwaarden. Als je daarover iets over wilt kunnen zeggen moet je ook lid zijn. Ik heb voor de VMHP gekozen, gezien mijn verwachtingen voor mijn toekomstige carrière. Mijns inziens een logische keuze omdat ik denk dat daar mijn belangen het beste behartigd worden. Ik moet zeggen dat ik dat er niet helemaal uit zie komen. Ik hoor niet voldoende wat de VMHP voor haar leden doet. Misschien ligt het eraan dat ik er niet actief genoeg mee bezig ben, maar ik krijg niet de indruk dat er zoveel verschil in de belangenbehartiging zit. Ik snap wel dat de bonden naar buiten toe meestal een gezamenlijk standpunt innemen en dat vind ik ook een sterk punt. Maar naar de leden toe wordt naar mijn mening te weinig uitgelegd wat de VMHP heeft ingebracht. Was getekend, Olaf Divendal
Een boeiende erva “Alleen over de naam van de SGBO (Staf Grootschalig Bijzonder Optreden) is al volop discussie geweest. Was het een kroning? Was het een inhuldiging? Dat laatste was het wel, maar het was niet dat alleen. Het was ook het afscheid van koningin Beatrix van de troon en veel feestelijke evenementen eromheen. Uiteindelijk is het de ‘SGBO Troonswisseling’ geworden. Maar tot op de dag van vandaag blijft er nog verwarring over.”
A
door Evert Onink
an het woord VMHP-er Dennis van den Berg, die onderdeel uitmaakte van de SGBO dat deze feestelijke gebeurtenis mocht begeleiden. Zijn algemene indruk: “Het was een pressure-cooker van allerlei indrukken. Een enorm dynamische tijd die spannend was en grote verantwoordelijkheden met zich bracht. Ook wel eervol om aan te mogen bijdragen, maar tegelijkertijd bij tijd en wijle ook ontzettend gecompliceerd. Kortom: een boeiende ervaring.” Wat deed je bij de SGBO? Ik was hoofd informatie. Dat verbaast veel mensen omdat ik nu bij de Vreemdelingenpolitie werk, maar het komt door mijn vorige functie als plaatsvervangend chef RID. Toen kreeg ik bij de SGBO ‘hoofd informatie’ als neventaak. De SGBOstructuur is een soort projectorganisatie in het geval dat de reguliere organisatie het niet zonder meer aankan (op het gebied van mensen, middelen en expertise). In dat kader heb ik een aantal SGBO’s gedraaid, zoals Koninginnedag, de jaarwisseling, Gay Pride, maar ook wat meer uitzonderlijke dingen zoals de grieppandemie (Mexicaanse griep) en de Amsterdamse zedenzaak met Robert M.. Dit heeft ertoe geleid dat ik, samen met mijn ex-klasgenoot
Sander van der Hulle, plaatsvervangend chef van de regionale informatie organisatie (RIO), als hoofd informatie mocht gaan functioneren bij de troonswisseling. Hoe voelde dat? Het is dubbel. Aan de ene kant ben je vereerd dat je daarvoor gevraagd wordt, want je wordt er niet voor gevraagd als je er een bende van maakt, maar tegelijkertijd is het wel een evenement waar heel veel bij komt kijken. Kijk maar naar de vorige troonswisseling. Er zitten genoeg elementen in die je aan informatie zou kunnen koppelen. Dat geeft een grote verantwoordelijkheid. Ik wist dat het
spannend zou worden. Je weet dat je drie maanden lang alles moet geven en dan hoop je dat je het goeie heb gedaan. Er is altijd een kleine kans dat het niet goed gaat. Kijk maar eens naar Karst T., de Damschreeuwer en de Waxinelichthoudergooier. Hoe hebben jullie je voorbereid? Al in 2011 werd ik benaderd om hoofd informatie te worden bij de SGBO voor de troonswisseling. We wisten nog niet wanneer die zou komen, maar wel dát die zou komen. We realiseerden ons dat we wel ervaring met grootschalige optredens hadden, maar dat we ook aan opleidingseisen moesten voldoen. Uiteindelijk zijn er twee staven SGBO gemaakt, die allebei bij de Politieacademie in Ossendrecht opgeleid zijn. Het zijn allemaal ervaren mensen, dus waar we normaal een week opleiding krijgen als hoofd informatie en daarna een week binnen een volledig SGBO, was er nu één opleidingsweek gemaakt waarin alle zaken bij elkaar gezet zijn. Hierbij werd verondersteld dat je het ‘hoofd informatie’gedeelte wel snapte. De focus werd
pagina 4
ring duidelijk gelegd op samenwerking als SGBO. Twee SGBO’s waren noodzakelijk vanwege de omvang van de activiteiten en omdat we wisten dat het geheel meer dan twaalf uur zou gaan duren. Bij toeval zat ik met de totale SGBO op 28 januari in de opleiding, toen koningin Beatrix in een persconferentie haar aftreden aankondigde. We realiseerden ons die avond dat wij niet meer terug zouden gaan naar ons eigen onderdeel. Waar we dachten voor een week weg te gaan, gingen we feitelijk voor drie maanden weg. Bij een gewoon SGBO, zoals bijvoorbeeld Koninginnedag, zijn we al vijf maanden van tevoren - weliswaar parttime - bezig met de voorbereiding. We wisten dus dat deze drie maanden het absolute minimum was. Hoe ben je begonnen? Al tijdens onze opleiding hoorden wij dat er een deel van een verdieping werd vrijgemaakt in gebouw de Eenhoorn, waar wij als staven konden intrekken, zodat wij continu bij elkaar zouden zitten. Ook werden direct allerlei organisatorische maatregelen genomen, zoals mailboxen voor elke ‘knop’. Ik kon in Ossendrecht direct al
pagina 5
beginnen met het om mij heen verzamelen van medewerkers. Ik kon zelf de mensen kiezen, waarbij je wel zag dat sommige diensten en districten zwaarder vertegenwoordigd waren dan andere. Dat leverde – terecht spanning op over de troonswisseling, die belangrijker was dan alle andere zaken en waarvoor je alles voor elkaar kon krijgen. Dat was het gevoel bij de andere diensten, die toch de tent draaiende moesten houden en moesten voldoen aan resultaatverplichtingen van de nationale politie. En dat ging door op halve kracht, vooral omdat wij meestal ook nog de beste mensen wegtrokken. Er werd de metafoor gemaakt dat wij op de meest luxe fiets reden en de anderen met een oud barrel ook de eindstreep moesten halen. Hoe werd het georganiseerd? Er is in Amsterdam elk jaar een SGBO voor de Koninginnedag en er werd gekozen om dat gesplitst te houden van de SGBO-Troonwisseling. Logisch, want Koninginnedag is al een heel druk evenement, met grote bezoekersstromen, circa 200 vergunningen voor evenementen, openbaar
Dennis van den Berg, 37 jaar, heeft 17 dienstjaren in Amsterdam doorgebracht. Hij heeft de Politieacademie oude stijl doorlopen, leergang tactisch management, en is in 2000 afgestudeerd. Dennis: “In Amsterdam word je niet meteen inspecteur, eigenlijk weet je nog helemaal niets. Eerst ga je de praktijk in als hoofdagent. Ik heb hier veel van geleerd, leuke dingen gedaan, bij wijkteams gezeten aan het Rembrandtplein, in de nachtdienst gewerkt, recherche-onderzoeken gedaan, en verdovende middelen onderzoeken gedaan. Ook heb ik meegedraaid bij de centrale recherche en in onderzoeken naar mensensmokkel. Ik ben beleidsmedewerker en leidinggevende geweest. Ik was operationeel, maar ook toegevoegd aan de tactische leiding, bij de bureauchef. Uiteindelijk in 2000, na vijf jaar MD-traject en tien werkplekken, ben ik begonnen als coördinator opleidingen, waar ik de vervolgopleidingen heb gecoördineerd, zowel de inkopen als ook de ontwikkeling van recherche-opleidingen en leiderschapsopleidingen. Na tweeënhalf jaar ben ik overgestapt naar de regionale inlichtingendienst; samenwerken met AIVD en de inlichtingentaak ten behoeve van de openbare orde, zoals voetbal. Sinds december 2009 ben ik hoofd Vreemdelingenpolitie. Het Loopbaanontwikkelingstraject is een soort pressure-cooker, waarin je heel veel ervaring opdoet en heel veel inhoud, maar ook veel mensen leert kennen. Ik heb nog nooit zo’n steile leercurve ondergaan. Ik heb nu overal in de Eenheid Amsterdam, met circa 6.000 collega’s, in alle geledingen, mensen die ik ken en direct kan bellen als ik iets nodig heb. Ik heb nu bij de Vreemdelingendienst de kans om echt wat te bouwen en wat neer te zetten. Voordat je dit werkveld een beetje door hebt, ben je weer een jaar verder. Ik heb een boeiende afdeling met politieke raakvlakken en zaken als mensenhandel, die volop in de aandacht staat. De eindverantwoordelijkheid over een afdeling bevalt me goed. Elke dag zijn er nieuwe uitdagingen.
vervoer, enzovoorts. En de SGBO Troonwisseling heeft een heel andere dynamiek. Die ging over de beveiliging van hoogwaardigheidsbekleders, over de Lone wolves, accreditatie van gasten, hotels, enzovoorts. In totaal werden er dus twee SGBO’s met ieder een dubbele bezetting opgetuigd voor één dag. Later liepen wij er wel tegenaan dat sommige zaken elkaar kruisten. Sander, mijn maatje, was al iets eerder opgeleid en hij was al begonnen met na te denken over de vormgeving van de organisatie. We hebben eerst een ‘hark’ gemaakt met negen takken, waarin een aantal standaardaspecten zitten, zoals • inwinnen van informatie uit systemen en het volgen van open bronnen zoals kranten en social media. Vervolgens het verzamelen, veredelen en omzetten in producten, zoals informatierapporten, dreigingsanalyses, dreigingsinschattingen en dreigingsbeelden. Dat is standaard maar moest nu veel grootster opgezet worden dan normaal. • heimelijke inwinning. We hebben altijd de CIE en de RID, die op de achtergrond meedenken met onze evenementen en kijken of zij informatie hebben die voor ons relevant is. • beeldverwerking en registratie. We zetten altijd al camera’s in, maar dat kreeg nu een hele andere dynamiek. • verkenning zit er ook altijd bij. Collega’s in burger die op het evenement zelf rondlopen en onze ogen en oren op straat zijn. Sinds
Dennis in zijn eigen werkkamer bij de Vreemdelingendienst: “Het was na die hectische periode wel weer wennen om alle aandacht te besteden aan de dagelijkse gang van zaken in mijn eigen afdeling.”
een aantal jaren zetten wij ook collega’s uit de administratief-technisch hoek in als spotters. Die denken en handelen niet als politie, maar kijken vanuit perspectief van het publiek. Extra aandachtspunten voor de troonwisseling waren: • screenen van personen die op de afgezette terreinen mogen komen. Dit was een belangrijk aspect van de organisatie. Het gaat hier bijvoorbeeld om bewoners of personeel van bedrijven, en alle genodigden en leden uit het gevolg van de hoogwaardigheidsbekleders. • accreditatie van personen die in bepaalde gebieden mochten komen. Gescreende personen
moesten een toegangspasje krijgen. Dit was voor mij een persoonlijk leermoment. Wij wilden daar invloed op hebben om twee redenen: 1) vanuit het oogpunt van bewaking en beveiliging wilden we niet dat er teveel mensen een pasje kregen; en 2) ik wilde zeker weten dat degene die een pasje kreeg ook degene was die we gescreend hadden. We wilden de identiteitscontrole ‘dicht’ hebben. Leermoment vanuit het huwelijk van Willem-Alexander en Maxima destijds was dat we de accreditatie dicht naast de screening moesten positioneren. • ANPR. Met deze geavanceerde technologie van kentekenherkenning konden we meteen zien wie
pagina 6
Amsterdam binnenkwam. Wel moesten we de database samenstellen met de juiste informatie over de juiste personen, en aangeven wat er moest gebeuren als er een hit kwam. • slachtofferregistratie en -identificatie werd ook bij ons ondergebracht. Volgens de crisisstructuur is de gemeente hiervoor verantwoordelijk, maar andere incidenten hebben ons geleerd dat de gemeente langere tijd nodig heeft om dat proces op te starten, terwijl wij direct beschikbaar zijn. Niet dat we slachtoffers verwachtten maar als er een calamiteit zou zijn gebeurd, zouden we daar wel op voorbereid zijn. • lone wolves / solistische dreigers. Er is tegenwoordig veel aandacht voor de terroristische dreiging en uiteraard onbekenden die plotseling opstaan. De eerste groep is behoorlijk in beeld, maar de laatste groep blijft altijd een gevaarlijke onbekende factor. Sommigen duiden ze aan als ‘Lone wolves’; bij ons heetten ze eerst ‘solistische dreigers’, maar ook dat dekt de lading niet en nu duiden we deze groep aan als PGE’s, oftewel de Potentieel Gewelddadige Eenlingen. Er is een werkwijze ontwikkeld om deze groep in beeld te krijgen voor nationale evenementen zoals de Nationale herdenking, Veteranendag, Koninginnedag, Prinsjesdag en de nationale verkiezingen. Onze taak hierin is informatie inwinnen, analyseren en rapporteren.
pagina 7
Dus waar we normaal vier takken in onze hark hebben, hadden we er nu negen. Dat maakte de organisatie al fors groter. Sander en ik deden in principe alles samen, maar al snel bleek dat we dan tijd tekort zouden komen om op gezette tijden met al onze in- en externe contacten te overleggen. Dus deden we het hoofdproces (inwinnen, analyseren en adviseren) samen en verdeelden we de andere takken. Hoe ging de uitvoering? We begonnen met een team van tien medewerkers, maar aan het eind waren het er wel een paar honderd. Zo moesten er bijvoorbeeld 12.000 personen gescreend worden. Het werd dus groot. Groot in aantallen, groot in logistiek. Er kwamen collega’s van binnen en van buiten de eenheid, met alle problemen van dien. In de eerste week waren de detachementen nog niet rond, dus werden er mensen verwacht die niet kwamen; in de tweede week waren de mensen er wel, maar de computers nog niet; in de derde week waren de mensen en de computers er, maar waren de beeldschermen er nog niet. Zo loop je veel vertraging op. Wel hebben we alles in het normale politienetwerk kunnen doen. Dat werkte uitstekend. We kwamen veel ingewikkelde dingen tegen waar ik heel veel van geleerd heb. Bijvoorbeeld de vraag: wie is nu de organisator van het feestje, want de organisator is voor een groot deel bepalend voor wat er moet gebeuren. Het evenement Troonswisseling
begon op de avond ervoor met een diner in het Rijksmuseum, waarvan de Dienst Koninklijk Huis de organisator was. De dag daarop kregen we de abdicatie van Koningin Beatrix in het Koninklijk Paleis, en daarna de inhuldiging van Willem-Alexander in de Nieuwe Kerk. De inhuldiging werd georganiseerd door de Verenigde Staten-Generaal. ‘s Avonds was er een feest in het Muziekgebouw, georganiseerd door het Ministerie van Algemene Zaken. De ‘koningsvaart’ werd aangeboden door de gemeente Amsterdam en het ontbijt de volgende dag was weer in handen van de Dienst Koninklijk Huis. Dus vier organisatoren die vier keer wensen hebben, vier keer randvoorwaarden hebben, die vier keer mensen uitnodigen of juist niet uitnodigen, en dat allemaal dwars door elkaar heen. Waren er ook spanningsvelden? Spanningsvelden waren er genoeg. Als je het de politie vraagt dan is veiligheid het grootste belang, maar veiligheid betekent vaak beperking van vrijheid. En dat schept dilemma’s. Bijvoorbeeld: om de hoogwaardigheidsbekleders van buiten de stad naar binnen te krijgen wil je het liefst de hele dag de route vrij houden. Maar daardoor splits je de stad in tweeën. En dat wil ook niemand, zeker niet op een dag dat de stad toch al drukker is dan ooit. En dan heb je bijvoorbeeld een uitgenodigd buitenlands koningshuis, dat pas op het laatste moment laat weten dat ze komen. Dan moet je te weten
zien te komen met hoeveel mensen ze komen, hoe laat ze komen en waar ze gaan verblijven. En hoe kom ik bijvoorbeeld achter de naam van hun kapper voor de screening en accreditatie? Een ander spanningsveld was bijvoorbeeld de accreditatie zelf. Wij bepalen niet wie er op het feestje mag komen. Wij willen wel weten of er subversieve elementen tussen zitten en zijn verder alleen dienstverlenend. Maar er zijn vier organisatoren die soms niet precies weten wie ze uitnodigen. Nodigen zij dezelfde mensen uit, of zijn het anderen? We wilden alles digitaal doen via een portal en dat portal goed beveiligen. De beveiliging was uitstekend, maar niet iedereen kon met dit systeem overweg. Dat leverde klachten en terechte - irritatie op. Er zijn veel zaken waar je tegenaan loopt, maar waar je zelf niet overgaat. Ook je chef gaat er niet over en probeert - net als ikzelf - staande te blijven in het bestuurlijk krachtenveld van de burgemeester, het Koninklijk Huis en Algemene Zaken. Zo is het ook bekend dat de burgemeester het belangrijk vindt dat er gedemonstreerd mag worden, maar het moet ook een feestelijke gelegenheid zijn. Ook dat was een dilemma waarmee we moesten werken. Mensen moesten kunnen demonstreren, er anders uit kunnen zien, maskers op kunnen doen of spandoeken kunnen laten zien. We wilden van onze collega’s een tolerante houding en tegelijkertijd ook scherpte en alertheid. Die combinatie is voor de diender op straat heel moeilijk te maken, want hij moet precies optreden wanneer het nodig is - er mag niets misgaan - en tegelijkertijd mag hij niet optreden als het niet nodig is. Duizenden assisterende collega’s uit het hele land zijn hier bij de briefing op gewezen. De burgemeester heeft zelfs een filmpje laten maken om mensen te doordringen van de juiste houding. Daar is veel op geïnvesteerd. Men vroeg ons ook of er een risico was op een Project X-feestje. Project X is een plotselinge oproep om te
komen naar een bepaalde plaats. Dat leek ons dus een irrelevante vraag. Koninginnedag in Amsterdam trekt altijd honderdduizenden bezoekers en is dus altijd een Project X-feestje, waar een paar duizend extra mensen niets aan toevoegen als veiligheidsrisico. Hoe ging je om met de PGE’s? Iedereen kan in principe een Potentieel Gewelddadige Eenling zijn. We hebben bij de incidenten van Karst T. en Tristan van der Vlist gezien dat je goed informatief werk moet doen. Je moet goed kijken in je systemen wie opborrelt; goed luisteren naar je buurtregisseurs. We hebben ook de informatievraag uitgezet naar Politie Nederland om ons te helpen met het opsporen van deze personen en door te geven wie mogelijk een dreiging zou kunnen veroorzaken. Fantastisch dat heel Politie Nederland daar enorm aan heeft meegeholpen. Dat betekende wel dat we honderden dossiers toegezonden kregen, en iemand moet de selectie maken. Want je kunt niet honderd mensen continu in de gaten houden en je kan ook niet honderd mensen verbieden om te komen. In de loop der jaren hebben we een aantal instrumenten ontwikkeld om met deze groep om te gaan. Zo kan de burgemeester iemand verbieden om op een bepaald tijdstip op bepaalde plaatsen te zijn (lichte bevelsbevoegdheid), je kunt iemand in de gaten houden en volgen, je kan iemand waarschuwen of in de ANPR zetten.
Maar dat tast de privacy aan en kost heel veel politiecapaciteit. Dus moesten we van een paar honderd personen naar een kort lijstje. Dat was de verantwoordelijkheid die Sander en ik als grootste hebben gevoeld. We hadden alle meer dan tweehonderd personen door kunnen nemen met de algemeen commandant, maar die heeft nog tien collega’s (van de andere functionaliteiten), waar hij knopen mee door moet hakken. Wij hebben de eerste slag gemaakt en op basis van een aantal criteria hebben wij een kort lijstje voorgelegd aan algemeen commandant en hem geadviseerd. De algemeen commandant was dus uiteindelijk eindverantwoordelijke, maar een groot deel van die PGE-ers zijn nooit met algemeen commandant besproken. Dat was ónze verantwoordelijkheid, en dat hebben wij ook als een zware verantwoordelijkheid gevoeld. Hoe was de dag zelf? Ik heb de avonden en de nachten gedraaid. Ik had dus de eerste avond het diner in het Rijksmuseum en de tweede avond de rondvaart. Vanaf 29 april om 07.00 uur was er continue bezetting in de commandokamer, maar toen was er nog weinig aan de hand. We zaten daar met twee hoofden informatie (voor de Troonwisseling en Koninginnedag), twee assistenten, twee collega’s voor het doorlopend journaal, 1 voor de camerabeelden en 1 voor de helikopter. Het was toen al nauwelijks te bevatten hoeveel informatie er bin-
pagina 8
nen kwam. Mijn late dienst begon om 18.00 uur. Het was toen bijna onmogelijk om alles te monitoren. Ik ging direct aan de slag en pas ‘s avonds om 22.00 uur had ik alles zo ‘weggeorganiseerd’ dat ik het gevoel weer had de regie te hebben. Het was allemaal net behapbaar, maar wel hard werken. Gedurende de eerste nacht waren er verder geen echte bijzonderheden. Tegenover de drukte van de 29e stond eigenlijk de rust van de 30e. Ik heb van 8.00 tot 12.00 uur geslapen en toen ik wakker werd heb ik gelijk de nieuwszenders afgeluisterd. Er waren twee aanhoudingen met enige commotie. Dat was ook een van onze grootste zorgen: de aanwezigheid van demonstranten. Deze mensen hoeven uit zichzelf geen dreiging te vormen, maar wel leverde hun aanwezigheid een potentiële dreiging op, juist door mogelijk optreden van politie. We hebben de aandacht op hen gevestigd juist om ze niet aan te houden, om te voorkomen dat de escalatie zou ontstaan. Ze zouden dus niet moeten worden aangehouden, maar het is wel begrijpelijk dat collega’s dat gedaan hebben. Verder ging het op de 30e in de commandokamer fantastisch goed en was het ook op straat voor ons bijzonder rustig. Het was een fantastisch feest, maar politieel gezien eigenlijk tamelijk ‘saai’. We hadden rekening gehouden met een druk feest maar het was naar mijn gevoel rustiger dan in voorgaande jaren. Spannend werd het ‘s avonds
tijdens de rondvaart, toen koning Willem-Alexander uit de boot wilde stappen om naar Armin van Buuren te gaan. Ons advies was: positief als het koninklijk gezelschap met zijn beveiliging bij Armin van Buuren zou blijven, maar negatief als het koninklijk gezelschap door de menigte zou lopen. De koning heeft naar het advies geluisterd en gebruik gemaakt van zijn Koninklijke autonomie. Hoe kijk je terug op het feest? We hebben vanaf de eerste dag veel voorbereid, met ontzettend veel besprekingen. Tussen 1 februari en 28 april heb ik 4.193 mails gekregen en tussen 29 april en 1 mei 573. De laatste maand hebben we elke dag van 8.00 tot 23.00 uur gewerkt, dag in dag uit, zonder uitzondering. We hadden afgesproken om het laatste weekend voor Koninginnedag vrijaf te nemen. Dat was leuk bedacht, maar je zit zo in de materie dat je niet meer weet wat je thuis moet doen. Het was een mooi evenement, dat een enorme wissel getrokken heeft op alle medewerkers van het hele Nederlandse korps. Het was waanzinnig dynamisch en een eer om er onderdeel van uit te mogen maken. Ik heb heel veel geleerd over complexiteit, over het poldermodel en over bestuurlijk Nederland. Ik heb gemerkt dat de gemeente niet hiërarchisch lager staat dan het Rijk, en dat de burgemeester niet zomaar door het Rijk aan de kant gezet kan worden.
Uiteraard hou je ook rekening met de wensen van het Koninklijk Huis. Na afloop viel ik toch wel in een gat. Ik werd bedankt en daarna werd het stil. De SGBO was topsport en alles in het dagelijks werk leek even weinig belangrijk. Ik was gewend prioriteiten te stellen; om alleen de belangrijkste dingen te doen en minder belangrijke zaken te laten liggen. Ik moest mij daarna dwingen om weer de juiste aandacht aan gewone zaken en het gewone werk te geven. Wat heb je geleerd? Ik heb geleerd om op mezelf te vertrouwen. En ik ben tegen mijn eigen valkuilen aangelopen: teveel naar mij toe trekken. Ik heb geleerd dat wij meer moeten kijken of iets wel of niet een politietaak is. Ook heb ik geleerd om snel op- en af te schakelen en prioriteiten te stellen. Ik heb veel ervaring opgedaan die ze me nooit meer afnemen en die goed is voor mijn leiderschap. Ik heb geleerd dat de lastige, en op het eerste gezicht minder inspirerende, aspecten ook goed zijn voor mijn leiderschap. Ik heb geleerd samen te werken, te investeren in mensen en de sterke en minder sterke punten van anderen te combineren. Ik heb geleerd om een organisatie met een dubbele gelaagdheid aan te sturen. En ik heb geleerd om te gaan met mijn eigen beperkingen. In deze situatie leer je ook te relativeren. Nee, ik zou deze klus absoluut niet gemist willen hebben.
Nieuwe mijlpaal: 4 zetels in OR Bedrijfsvoering 04-12-2013 – De VMHP heeft vandaag een historische uitslag behaald bij de verkiezing van de Ondernemingsraad Bedrijfsvoering. Maar liefst VIER zetels werden binnengehaald. Bij de verkiezing van de Ondernemingsraad Bedrijfsvoering, die voor de eerste keer werd gehouden, was het kiespercentage ruim 57%. Met 17% van de stemmers was de VMHP de derde partij. De uitslag: NPB: 11 zetels, ACP 8 zetels, VMHP: 4 zetels, ANPV: 2 zetels. De zetels van de VMHP worden bezet door Clemy Imandt, Leo Smalt, Bert Bos en Roel de Raad. Wij bedanken iedereen, die aan deze verkiezingsuitslag heeft bijgedragen en wensen de OR-leden veel succes en wijsheid. V.l.n.r.: Leo Smalt, Roel de Raad, Clemy Imandt en Bert Bos pagina 9
Eurocop professionali haar Brusselse lobby Committeevergadering oktober in Praag Op 29 en 30 oktober vond in Praag de halfjaarlijkse vergadering van het Eurocopcommittee plaats. De vergadering stond in het teken van de verdere professionalisering van de lobby van Eurocop als Europese politievakorganisatie in het Brusselse circuit. Ook werd de begroting voor 2014 sluitend gemaakt. door Willy Valckx
Extra geld professionalisering lobby Eurocop Tijdens het in maart van dit jaar gehouden extra congres van Eurocop in Barcelona werd besloten om extra geld vrij te maken om de lobby van Eurocop in het Brusselse circuit verder te professionaliseren. Een gerenommeerde Brusselse lobby-organisatie zou hiervoor worden aangezocht. Tevens werd besloten dat het bureau van Eurocop gehuisvest bleef in Luxemburg.
Fleishman-Hillard Het dagelijkse bestuur van Eurocop selecteerde als gerenommeerde Brusselse lobby-organisatie Fleischman-Hillard (Place de Meeûs 35, Bruxelles). De van deze organisatie aanwezige medewerkers hadden hun huiswerk goed gedaan. Zij gaven een presentatie van wat FleishmanHillard tot nu toe had gedaan. Dit was vooral een beschrijving hoe Eurocop haar lobby binnen het Europese circuit verder kan professionaliseren. De hoe-vraag. Over de wat-vraag, de vraag wat de speerpunten van beleid zijn van Eurocop, werd de vergade-
ring van de Eurocop grotendeels gebruikt als een workshop.
Workshop speerpunten van beleid Eurocop Tijdens de workshop stonden drie vragen ter beantwoording centraal om te komen tot speerpunten van beleid van Eurocop de komende jaren bij haar lobby in het Brusselse circuit. In een zestal internationaal samengestelde werkgroepen werden deze vragen beantwoord. De eerste vraag betrof de ranking van een twaalftal Eurocop-onderwerpen. In willekeurige volgorde waren deze onderwerpen: administratie, politieveiligheid, criminaliteitscijfers, politieke steun, uitrusting, publiek vertrouwen, internationale samenwerking, salaris, wettelijke implementatie, personeel, politie-ethiek en opleiding. De tweede vraag aan de werkgroepen was om deze onderwerpen van inhoud te voorzien. Wat houden deze onderwerpen voor Eurocop in? De derde de vraag was van visionaire aard, de punt op de horizon voor het nader te formuleren beleid en lobby
van Eurocop: Hoe ziet de politie in Europa in het jaar 2025 er uit?
Video ten behoeve van Europese lobby Om een en ander visueel en auditief te maken werden tijdens de workshop diverse collega's, onder wie Geert de Vries, individueel geïnterviewd. Deze interviews werden vastgelegd op video ten einde er een DVD van te maken die gebruikt kan worden voor de verdere Europese lobby op naams- en doelbekendheid van Eurocop. De collega's werden over hun visie op bovenstaande onderwerpen bevraagd, alsmede hun persoonlijke ervaringen ermee.
Resultaten voorjaar Vilnius In het voorjaar van 2014 vindt de volgende vergadering van het Eurocopcommittee plaats in Vilnius. De collega's van de politievakbond uit Litouwen hebben hier om gevraagd om hun zeer slechte situatie als politievakbond en de slechte werkomstandigheden, waaronder de Litouwse politie haar werk moet verrichten, onder de internationale aandacht te brengen. Dan zullen ook de eerste integrale resultaten van de zes workshops worden gepresenteerd, alsmede de gemaakte stappen in het proces van de verdere professionalisering van de lobby van Eurocop in het Brusselse circuit.
Begroting 2014 sluitend Hét prominente punt op het voorjaarscongres van de Eurocop in
pagina 10
seert Verplicht teamuitje Ambtenaren moeten verplicht mee met teambuildingsuitjes, ook al is het gepland op een vrijdag. Dat is de uitspraak van de rechter nadat een ambtenaar uit de gemeente Franekeradeel weigerde zijn snipperdag hiervoor op te geven.
Geert de Vries geeft een terugkoppeling van zijn werkgroep ‘politieveiligheid en administratieve lastenverlichting’.
Barcelona was de begroting en hoe deze sluitend te maken. Het congres had als resultaat dat - gelet op de financiële en economische crisis - niet werd besloten om door middel van een contributieverhoging de begroting sluitend te maken. In Praag werd besloten om de begroting voor 2014
sluitend te maken door er voor te kiezen dat voortaan binnen de bijeenkomsten van Eurocop Engels de voertaal is. Dit levert een dusdanige besparing in de tolkkosten op, dat daarmee de begroting sluitend werd gemaakt.
“Het is niet aan de individuele ambtenaar om te bepalen of een bedrijfsuitje nuttig is of niet”, aldus de rechter. Toegegeven, de zaak van de Friese gemeenteambtenaar had wat weg van een proefproces. Hoewel de zaak twee jaar sleepte is er allerminst sprake van een verstoorde arbeidsrelatie, aldus de gemeentevoorlichter. “Hij werkt hier nog altijd naar volle tevredenheid van de gemeente en voor zover ik weet ook met plezier.” De ambtenaar wilde dus uitsluitend een principekwestie uitvechten. Tevergeefs, want de gemeente beschouwt de jaarlijkse Doe-dag allerminst als een vrijblijvend uitje. “Het is in feite gewoon een werkdag, maar natuurlijk zitten er elementen van gezelligheid in”, zegt de woordvoerder. “Het is eigenlijk een soort scholing, waarbij er tegelijk binding ontstaat tussen de verschillende afdelingen. De laatste keer bijvoorbeeld, hebben we per fiets de gemeente verkend. Dat was heel nuttig, Franekeradeel telt namelijk wel 16 dorpen. Dat hebben we afgesloten met een gezellige barbecue.” Bron: Binnenlands Bestuur
pagina 11
Gesprek met voormalig korpschef Kennemerland Bob Visser
‘Kennis van politiegesc je tot een zelfbewust po Het Politiemuseum Zaanstad bestaat dit jaar 25 jaar. Als grondlegger van het museum geldt de in 2010 overleden - in de politie geïnteresseerde - Theo Kalf. Zoals een ander postzegels begon te verzamelen, begon Kalf, toen hij een jaar of twintig was, in het begin jaren ‘70 van de vorige eeuw met het verzamelen van politieuniformen en sabels. Van het een kwam het ander en door de jaren heen verzamelde hij zoveel politieattributen dat hij besloot dat het tijd werd om zijn collectie middels de oprichting van een politiemuseum aan het publiek tentoon te stellen.
door Tommy van Es
Wie rond gaat snuffelen in het charmante groengekleurde Zaanse pand bevindt zich in een politiemuseum in de oude zin des woords. Geen nieuwerwetse interactieve fratsen, maar een prettig zoldergebeuren waar je overspoeld wordt met antiquarische elementen uit een vervlogen politieverleden. Een bonte stoet van politieuniformen trekt aan je voorbij. Niet verwonderlijk als men bedenkt dat pas in 1945 de gemeentepolitie er overal hetzelfde uit zou zien. Voor die tijd ‘verzon’ elk gemeentepolitiekorps zelf haar uniform. Rondleider voor de gelegenheid is Bob Visser. De voormalig korpschef van Kennemerland, die daarvoor in diverse functies werkend in de hoofdstad werkzaam was, is sinds 1997 verbonden aan het museum als voorzitter van de stichting die ten grondslag ligt aan het Zaanse politiemuseum. De historische blik op politiewerk zat er bij Visser al vroeg in. Visser: “Wellicht
omdat mijn vader ook al bij de politie zat. In de loop der tijd heb ik zo links en rechts aardig wat politieattributen veilig gesteld die anders in de container terecht zouden zijn gekomen. Zo heb ik bijvoorbeeld toen ik
commissaris was in Amsterdam van mijn budget zo’n 100 knevelkettingen teruggekocht die samen met honderden andere, met de invoering van de handboeien, voor een zacht prijsje aan Hoogovens waren overgedaan om daar omgesmolten te worden. Dat was een aardig relatiegeschenk voor buitenlandse collega’s.” Waarom is het belangrijk al die spullen te bewaren? “Als het eenmaal weg is krijg je het niet meer terug. Voor de politie is het van groot belang dat het cultureel erfgoed wordt veiliggesteld. Met name voor de net beginnende politiemensen is het belangrijk dat ze enig besef hebben van waar de politie in de loop der tijd voor gestaan heeft. Door te laten zien waarmee de politie zich in het verleden bezig hield, kun je jonge politiemensen bewuster maken van
Via de authentieke voorgevel van een Zaans pand kom je in het museum. Foto: Politiemuseum Zaanstad
pagina 12
hiedenis maakt litieman’ wat het politievak inhoudt. En wat spreekt meer tot de verbeelding dan aan de hand van een oud politieattribuut iets te vertellen over de historie?” Bijvoorbeeld? “Toen het politiebureau Linneausstraat in 1972 in Amsterdam, waar ik op dat moment stage liep, opgeheven werd, vond ik op zolder een houten bordje met daarop een paar schijfjes die je kon draaien. Dat hing achter het bureau van de wachtcommandant. Politieagenten konden daarop aflezen hoe ze een ronde moesten lopen door de wijk. De wijk was op een militaire wijze verdeeld in verschillende zones: A, B, C en D. Vervolgens waren er twee manier waarop je de wijk kon lopen: de ‘normale’ route en tegen de richting in. Contra heette dat. Tegelijkertijd waren er meldpunten volgens een strak tijdschema voor de politiemannen die de rondes liepen. En dat werd dan vervolgens weer door brigadiers van de zogenaamde centrale controle gecontroleerd. Kortom het was een machineachtige oriëntatie waarmee men zich bij de politie bezig hield. Als je dat verhaal vertelt aan jonge politiemensen en je toont tegelijkertijd zo’n houten bordje, dat echt dienst heeft gedaan in de praktijk, dan heeft dat impact. Je komt dan ook meteen te spreken over thema’s als de maatschappelijke functie van de politie en een daarbij behorende stijl van leiderschap. Een ander voorbeeld dat me te binnen schiet is een personeelskaart van vlak na de oorlog. Daarop werd drie
pagina 13
regels ruimte gelaten voor het belonen van positieve beoordelingen en 40 regels om eventuele straffen in op te schrijven. Uit zo’n stukje papier haal je dan meteen een stuk politiecultuur uit die periode. Een strafcultuur dus, waarin het er om ging om te allen tijde een goede verstandhouding te onderhouden met je chef, en waarin positieve feedback en aansturing van de leiding minder belangrijk waren. Kijk, op die manier word je wederom bewuster gemaakt van het scala van mogelijkheden in het soort van leiderschap. Door het contrast te duiden met het verleden word je je er ervan bewust dat het politievak een grote ontwikkeling heeft doormaakt en dat de keuzes, die men vandaag de dag onbewust volgt, niet zo maar tot stand zijn gekomen.” In Nederland zijn er verschillende politiemusea. Wat is het unieke van Zaanstad? “Als ik de mensen, die in mijn ogen deskundig zijn, citeer dan noemen zij de collectie een unieke en naadloos op de collectie van het landelijk politiemuseum aansluitende verzameling. En dat geldt met name voor de eerste helft van de vorige eeuw en de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog. En dat op grond daarvan het predikaat ‘historisch erfgoed’ op zijn plaats zou zijn.” Wat zijn doorgaans de mensen die het Politiemuseum Zaanstad bezoeken? Visser: “De hoofdgroep wordt gevormd door burgers die tijdens onze reguliere openingstijden binnenlopen. Daarnaast stellen wij het muse-
Bob Visser, voorzitter van de Stichting Zaans politiemuseum. “Geschiedenis leidt tot discussies.” Foto: Politiemuseum Zaanstad
um op afspraak ook open voor middelbare scholieren en voor kinderpartijtjes. Zo kunnen die kennis maken met de wereld van de politie. En daarmee heb je meteen de mogelijkheid om tot een interessante dialoog te komen. Bijvoorbeeld: wat kan en mag je van de politie verwachten en waarom? En wat moet je als burger zelf regelen? Waarop mag je vertrouwen? Dat soort thema’s, die je uiteraard ook onder de aandacht kan brengen bij de volwassen bezoeker die geïnteresseerd is in de politie. Omdat de mensen die bij ons politiemuseum werken doorgaans allemaal zelf als politieman op straat hebben gelopen of dat nog steeds doen, levert dat vaak levendige dialogen op.” En mensen uit de politieorganisatie? “Zowel mensen uit de praktijk als mensen van de politieopleiding komen hier hun licht opsteken. Wat de mensen van politieacademie betreft: met hen zijn we tot een interessante samenwerking gekomen.” Vertel… “In eerste instantie hebben we gekeken of het ook vanuit hun bele-
ving nuttig was om in het kader van beroepsoriëntatie een bezoek te brengen aan het politiemuseum. Nou, die vraag werd meteen heel positief beantwoord. Vervolgens zijn we gaan kijken welk moment in de opleiding het meest geschikt is om naar het politiemuseum te komen en iets te vertellen over de politiegeschiedenis. We hebben toen met de directie van de opleidingsschool in Amsterdam afgesproken dat het nuttig is als de studenten al enkele modules hebben doorlopen, zodat ze in ieder geval enigszins vertrouwd zijn met de politiewereld. Vervolgens hebben we ook een leerdoelstelling vastgesteld en daar omheen een aantal thema’s benoemd waar je tegenaan loopt als je het museum inloopt.” Over welke thema’s gaat het? “Onder meer het thema ‘ondergeschiktheid aan bevoegd gezag’. Daarvoor verwijzen we naar de Tweede Wereldoorlog, waarmee ze impliciet de vraag voorgelegd krijgen wat de grenzen aan legitimiteit zijn. ‘Ist befehl befehl?’ Bevoegd gezag waren op dat moment de Duitsers. Maar moest je op dat moment alles doen wat de Duitsers zeiden? Met ander woorden: moet je alles zomaar opvolgen of moet je altijd zelf blijven nadenken? Een ander thema is ‘integriteit’, dat tot de verbeelding gaat spreken als je vertelt dat in de periode voor 1960 het salaris van een politiefunctionaris aan de zeer magere kant was, hetgeen uiteraard in de hand werkte dat iedereen bij de politie er een beetje bijrommelde. Zo werden kerstpakketten nog al eens aangevuld met bijdragen van winkeliers. Dus: je onafhankelijkheid kwam in het geding. Ook het thema ‘gezagsuitstraling’ krijgt aandacht Bijvoorbeeld door het te hebben over uiterlijke verschijning: hoe draag je je uniform. Wat waren de opvattingen die in de loop der tijd daarover hebben gespeeld? Kijk, op die manier worden ze dus geconfronteerd met de verschillende thema’s die vroeger ook al speelden. Vervolgens gaan ze daar over naden-
In het museum vind je ook een mooie collectie oude petten en andere attributen. Waar klagen we nu over? Foto: Politiemuseum Zaanstad
ken en moeten zij er ter afsluiting een paper over schrijven, die in hun beoordeling meetelt.” En op welke manier steken mensen uit de praktijk hun licht op bij het politiemuseum? “Wat wij onder meer aan groepen aanbieden is een bezoek aan het museum tijdens bijvoorbeeld een dagje teambuilding of een dagje beroepsoriëntatie. Het doel is dan dat ze een beeld krijgen over hoe vroeger de dingen gingen. Want een heleboel politiemensen hebben daar geen weet van. Zo hangt er bijvoorbeeld in het museum een ingelijst besluit dat een politieman straf kreeg omdat de man stond te ‘nodelozen’. En dat hield in dat hij zonder noodzaak met het publiek had gesproken. Een praatje maken met de burger paste destijds op geen enkele manier in het ideaalplaatje van politiewerk. Aan de hand van zo’n document word je aan het denken gezet over de verschillende houdingen die je aan kan nemen ten aanzien van de burger en op welke manier je je gezag moet laten gelden.
Waar zijn wij voor? Hoe vertegenwoordigen zij het publiek? Hoe maken wij contact met publiek? Hoe geven we toelichting op wat wij bedoelen met ons werk? Hoe leggen we verantwoording af? Dat soort vragen. Dat is nu van een heel andere orde dan vroeger. Kijk, daar word je heel erg mee geconfronteerd op het moment dat je kijkt naar hoe het in het verleden was. Op die manier lok je vragen uit bij huidige politiemensen als: waarom zijn wij er eigenlijk als politie? En dat bewustzijn nemen ze vervolgens mee de beroepspraktijk in.”
Tommy van Es is als onderzoeker verbonden aan het Lectoraat Politiegeschiedenis (Politieacademie Apeldoorn)
pagina 14
Elk relatiegeschenk kan fout zijn
CORRUPTIE Denk je aan corruptie, dan denk je aan omkopen, ongeoorloofde diensten, machtsmisbruik, gedragscodes en ambtseed. Michel van Hulten (83), oud-politicus, ex-staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (bekend van de tachograaf en de verkeersdrempels, lid van Transparency International, een wereldwijde organisatie die zich tegen corruptie keert), geeft vanuit de wetenschappelijke hoek inzicht in de internationale wereld van corruptie. door Evert Onink
“A
angekondigd worden om iets over corruptie te vertellen vanuit wetenschappelijk perspectief is nogal gevaarlijk”, opent de heer Van Hulten zijn inleiding. “Op het ogenblik moet je niet praten over wetenschap als ik het over welk onderwerp dan ook heb, want in de wetenschappelijke wereld krioelt het ook van allerlei zaken die mis gaan, om het maar zacht uit te drukken. Toch doen wij dat op Saxion, waar we een afdeling hebben die zich
met bestuurskunde bezighoudt. We hebben veel studenten die we opleiden voor het lagere middenkader in de rijksoverheid, gemeenten en provincies, en als tussenschakels bij de bedrijven. Die studenten proberen we al een aantal jaren corruptieproof te maken door het aanleren van integriteit in levenshouding en werkomstandigheden.”
Definitie “In 2007 zijn wij bij Saxion begonnen met het onderwerp corruptie. Toen
was voor ons corruptie nog met name geld dat van de een naar de ander gaat. Daar zijn we de laatste jaren vanaf. Na onderzoek kwamen we tot de conclusie dat dat het toch eigenlijk niet was; dat dat de peanuts dingetjes waren. Het gaat eigenlijk veel meer om het uitruilen van gunsten tussen mensen die macht hebben. Macht vanuit je positie, vanuit je verleden, vanuit je kennis, je ideeën of vanuit je opleiding, of wat dan ook, en dat zet je in voor een ongerechtvaardigd doel ten gunste van iemand anders voor een soortgelijk gedrag bij die andere persoon. Dat betekent ook dat je corruptie niet meer kunt vinden door het
Michael Henricus Maria (Michel) van Hulten (83) is een voormalig politicus. Namens de Politieke Partij Radikalen (PPR) was hij lid van de Eerste en Tweede Kamer, en staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Den Uyl. Van Hulten is van huis uit sociaal geograaf en planoloog. In 1971 werd hij lid van de Eerste Kamer. Anderhalf jaar later maakte hij de overstap naar de Tweede Kamer, en op 11 mei 1973 trad hij aan als staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Als bewindspersoon voerde hij de tachograaf in, waarmee rij- en rusttijden van vrachtwagens beter gecontroleerd konden worden. Deze invoering leidde tot acties van de chauffeurs. Ook was hij verantwoordelijk voor het verplaatsen van grote delen van het hoofdkantoor van PTT van Den Haag naar Groningen, in het kader van de spreiding van rijksdiensten. Ook dit leidde tot protesten. Van 1978 tot 1981 was hij werkzaam in ontwikkelingswerk in Mali, en daarna in dienst van de Verenigde Naties werkzaam in Burkina Faso, Maleisië, New York en Washington. Van Hulten heeft in 2013 twee maanden als adviseur in Roemenië gewerkt, waar hij, samen met collega’s uit Finland en Duitsland, de Roemeense regering heeft geadviseerd op het gebied van corruptie-preventie.
pagina 15
volgen van de geldstroom, wat altijd een bekend fenomeen geweest is. Maar als er macht uitgewisseld wordt, gaan er geen centen over de tafel. Het is haast ongrijpbaar. Pas kwam er een bericht op internet dat de Britse anti corruptiewet (de Bribery Act), die twee jaar geleden is ingevoerd, nog tot geen enkele veroordeling heeft geleid. Er is zelfs nog geen enkel dossier klaar om naar de rechter gestuurd te worden. Dat komt omdat de bewijslast ontzettend moeilijk is. Ook de Amerikaanse FCPA (Foreign Corrupt Practices Act) heeft het daar moeilijk mee gehad, maar die halen nu jaarlijks anderhalf miljard dollar aan boetes uit corruptiegevallen. Het is aan de ene kant moeilijk om te zien waar corruptie plaatsvindt, maar kennelijk komen er toch gevallen boven water waar stevige boetes worden uitgedeeld.”
Preventie Van Hulten geeft aan dat zijn collega bij Saxion zich vooral richt op repressie, dus onderzoek en vervolging en personele aanpak, terwijl hij zelf meer op de preventieve lijn zit, dus hoe bereid je de maatschappij en onderdelen van de maatschappij er zodanig op voor dat machtsuitwisseling en corruptie niet kunnen plaatsvinden. “We hebben de overstap gemaakt van het wisselen van de bruine enveloppe naar het wisselen van privileges. ‘Ik doe wat voor jou en jij doet wat voor mij’. Interessant is dat er een paar maanden terug in Leiden een dissertatie is verdedigd over corruptie in Nederland tussen 1840 en 1940. Mij viel in deze dissertatie op dat het vorstenhuis hier helemaal niet in voorkomt. Want in de optiek die wij hanteren heeft het vorstenhuis heel veel invloed. Heel veel mensen in het land doen sommige dingen niet of sommige dingen juist wel omdat ze weten dat het niet altijd goed valt in de top van de maatschappij. Er staat wel veel in over de top van allerlei bedrijven maar niets over leden van het Koninklijk Huis. Ik heb de schrijver hierover bevraagd, en hij zei dat hij hier gewoon niet aan gedacht had;
dat het gewoon niet in zijn hoofd opgekomen was.”
Definities Van Hulten: “De corruptie-definitie van Transparency International was jarenlang ‘het misbruik maken van publieke macht‘, bijvoorbeeld de macht die een commissaris van politie heeft uit hoofde van zijn functie, maar nu gaat TI een stap verder, trekt het begrip breder en zegt het dat het gaat om ‘het misbruik maken van toevertrouwde macht’. Dit is de publieke macht, maar ook de niet-publieke macht, de macht die je krijgt van anderen. Dus bijvoorbeeld raadsleden die gekozen worden, krijgen het vertrouwen van de kiezers om de publieke macht van raadslid uit te oefenen. In bedrijven gaat de toevertrouwde macht van beneden naar boven. Hoe verder je naar boven komt hoe meer machtsconcentratie daar optreedt, maar het is toevertrouwd ofwel vanuit de aandeelhouders of wel vanuit de uitvoeringswereld, of zelfs vanuit de arbeiderswereld zelf.” De mooiste definitie vindt Van Hulten de definitie van Petrus van Duyne, emeritus-hoogleraar in Tilburg: Corruptie is: ‘Een vervuiling in het beslissings-proces, - waarbij een beslisser instemt af
te wijken, of een afwijking vraagt van het criterium dat zijn of haar besluitvorming zou moeten bepalen, - in ruil voor een beloning of de belofte of de verwachting van een beloning, - terwijl deze motivatie, die zijn of haar beslissing zou moeten beïnvloeden, geen deel kan uitmaken van de rechtvaardiging van de beslissing.’ Van Duyne kijkt niet naar de daadwerkelijke daad van corruptie, maar meer naar het proces van handelen dat daaronder ligt. Dus: wat gebeurt er allemaal waar dat soort handelen uit voortvloeit? Als dat proces verloopt volgens de regels die gesteld zijn in de wet of in gewoonterecht of in het gewone menselijke verkeer, is er niets aan de hand. Maar als er in die regeluitvoering een vervuiling optreedt, dan zit je al op de lijn naar corruptie. Daar valt ook alle fraude onder; dat moeten we dus verengen. Er zijn dus twee belangrijke voorwaarden: de beslisser moet een daad stellen en het moet plaatsvinden in ruil voor iets anders. U mag mij straks best een cadeautje geven en ik mag u straks ook best een cadeautje geven, maar je moet steeds de vraag stellen of die twee cadeautjes wat met elkaar te maken hebben. Wordt het ene cadeautje soms afgedwongen door het andere cadeautje? Wordt de ene beslissing van de man of vrouw met macht genomen omdat die persoon weet dat de andere partij dan ook een gunstige beslissing zal nemen? De ruil van beslissingen is heel essentieel voor corruptiegevallen. Als dat niet optreedt zit je dikwijls wel met een fraude, maar bij corruptie boeken beide partijen winst. Geen van beide partijen is slachtoffer en beide partijen hebben voordeel bij de deal. Daarom is het moeilijk om feiten boven water te tillen.”
Van Hulten: “Wonderlijk, maar Nederland
Winsten
heeft corruptie niet in de justitiële syste-
Er gaat ontzettend veel geld om in corruptie en - alhoewel er niet over winsten gesproken kan worden - is
men en statistieken staan. Dus bestaat corruptie in Nederland niet?”
pagina 16
Casus: Gemeentelijk medewerksters van de balie van de burgerlijke stand melden dat allochtonen regelmatig de geboorte van een kind komen aangeven. Daarbij geven zij aan de zes medewerksters van de balie een klein cadeautje. De vraag is: moeten we dat toestaan. Van Hulten: “Als de donder er een eind aan maken. Dit kan echt niet. Terwijl het voor die mensen gewoon is. Er is een kind geboren, het wordt aangegeven, ze zijn blij, er zit een vrouw achter de balie, en daarvoor neem je klein cadeautje mee. Vriendschappelijk gebaar. Maar het probleem is: wat komt er achteraan, wat zeggen de andere ambtenaren. Die dames aan de front-office halen alle cadeautjes binnen. Gaan die cadeautjes in de pot? Als zij dat mogen, mogen wij dan ook? En voor je het weet heb je vervolgstappen. De gemeente heeft ook per direct een 100% zero tolerance ingezet. Nooit meer, waarvoor dan ook, als gemeenteambtenaar ook maar iets accepteren. Het kan 10 jaar goed gaan, maar toch komt dan een keer dat ene verhaal waarop het fout gaat.”
er wel een enorme maatschappelijke schade. De Wereldbank schatte in 2002 de omvang van corruptie bij benadering op circa 3% van de wereldproductie, en dan hebben we het over zo’n 1 triljoen dollar ($ 1.000.000.000.000) dat in corrupt handelen verborgen zit. Dit zouden we met z’n allen kunnen terugverdienen als we erin zouden slagen de corruptie uit te bannen. Op dit moment is de wereldproductie bijna verdubbeld en als de corruptie nog steeds circa 3% zou zijn, zou dat bijna $ 2.000.000.000.000 betekenen, zo rekent Van Hulten voor.
Schaduwbanken Op internet heeft Van Hulten net een bericht van de OESO gelezen over een onderzoek naar het gedrag van landen ten aanzien van corruptie. Het bericht kopt: ‘Twintig landen, waaronder Nederland, hebben niets of weinig gedaan aan bedrijven en de zakenmensen die buitenlandse regeringen geld toesteken’. Van Hulten: “In de Groene Amsterdammer van 3 oktober staat een artikel over schaduwbanken. Deze banken, waar geld omgaat dat niet gecontroleerd kan worden door de toezichthouders (in Nederland De Nederlandse Bank), bestaan in alle landen van de wereld. Binnen die banken zijn allerlei financiële vehikels ontstaan, waar geen zicht op is. Er wordt bewust met geld geschoven om het ondoorzichtig te maken. Naar schatting is er in 2011
pagina 17
in de 27 ‘medelanden’ circa 193 miljard te weinig aan BTW afgedragen. Meestal zijn die banken samen niet groter dan de bekende openbare banken waar de toezichthouder wel bij betrokken is. Er zijn een paar landen die afwijken en dat zijn Nederland, Hongkong, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Singapore. Nederland heeft niet een balans die ongeveer gelijk is aan die van de bestaande banken, maar bij ons hebben de schaduwbanken vijf keer meer geld op de balans ondergebracht dan het bruto binnenlands product. Nederland is qua geld in de wereld het derde land na Amerika en Engeland. De OESO doet jaarlijks objectief onderzoek en daaruit blijkt telkens dat Nederland aan de foute kant zit. Dat zijn terreinen waar heel veel mensen in het Nederlandse opsporingsen vervolgingsapparaat gewoon geen idee van hebben. Het ligt buiten hun gezichtsveld en is van een orde van
grootte en van intensiteit op terreinen waarmee wij normaal niet bekend zijn. Ik weet er ook niet alles van en leun ook op collega’s voor dat soort vraagstukken.”
Engeland - Nederland Transparency International, waarvan Van Hulten lid is, heeft in Engeland onderzoek laten doen. Dit onderzoek is uitgevoerd door Price Waterhouse Cooper. Daar was de conclusie dat in Engeland ongeveer 4% van de nationale productie was gerelateerd aan omkoping. De Nederlandse voorzitter van Transparency International heeft toen gekeken wat dit voor Nederland betekende. Hij heeft geen onderzoek gedaan maar zei: ”Als we aannemen dat de Nederlanders twee keer beter zijn dan de Engelsen en er dus twee keer minder misstanden zijn, dan is dat dus 2% van het bruto nationaal product (500 miljard). Dan ligt in Nederland de totale corruptiesom in de orde van 10 miljard. Van Hulten: “Wij hebben bij Saxion wat onderzoek gedaan. We zijn er nog helemaal niet uit maar wij denken dat wij voldoende gegevens hebben om te kunnen zeggen dat onze inschatting is dat wij op 4 miljard uitkomen. Eigenlijk doen de bedragen er niet toe. Als je naar de omvang van de bedragen kijkt, kan je wel zeggen: er is iets aan de hand, dit is geen kattenpis. Dit zijn heel belangrijke zaken. Als je dat zou kunnen wegsnijden, wat betekent dan een bezuiniging van 6 miljard van de regering? Nu gooien we tussen de vier en tien miljard weg aan misgedrag?” Opmerkelijk noemt Van Hulten het feit dat Nederland keer op
Transparency International Transparency International is een wereldomvattende niet-gouvernementele organisatie die leiding geeft aan de inspanning om integriteit, inzichtelijkheid en toerekenbaarheid te bevorderen in de meest brede samenleving, en daarmee de corruptie in de wereld uit te bannen.
Doelstellingen Transparency International ziet het als haar doel om een wereld vrij van corruptie te scheppen. Transparency International heeft in vrijwel elk land een chapter. Kijk verder op www.transparency.nl.
keer door GRECO (de anti-corruptietak van de Raad van Europa) op de vingers wordt getikt wegens slechte informatie-voorziening over corruptie in Nederland. Van Hulten: “Het is bijzonder te noemen, dat in de tien formele Nederlandse justitiële statistische systemen het woord corruptie niet voor komt. Dus komt het ook niet voor in de justitiële statistieken, want de onderzoeker (agent die onderzoek uitvoert) heeft geen plek op het formulier waar hij een vakje ‘corruptie’ kan afvinken, en dus bestaat corruptie in Nederland niet.”
Internationaal onderzoek Transparency International heeft in 2010 internationaal onderzoek gedaan naar corruptie, de Global Corruption Barometer 2010/2011. Over de hele wereld zijn tienduizenden mensen ondervraagd. Hierbij werd de simpele vraag gesteld: “Heeft u in de afgelopen 12 maanden steekpenningen betaald?” 24 procent van de wereldbewoners hebben in de jongste twaalf maanden smeergeld betaald. In Nederland en Duitsland was dat slechts twee procent. In Roemenië daarentegen heeft 29 procent in de laatste twaalf maanden steekpenningen betaald aan een persoon met publieke macht. Van Hulten: “Maar Roemenië werkt er wel aan. Politiek speelt hierbij wel een rol. Ik was twee maanden de directe adviseur van en werkte rechtstreeks voor de vice-minister-president, belast met het bestrijden van de corruptie van alle ministeries en lokale autoriteiten. Ik merkte al snel dat hij ook de vicevoorzitter was van
Michel van Hulten: “Elk cadeautje kan het begin van corruptie zijn. Bedenk dus eerst goed waarom dat cadeautje werd gegeven, en wat er mogelijk tegenover staat.”
de grootste politieke regeringspartij. En zijn minister-president was de voorzitter van die partij. Ik heb daar een gesprek over gehad met de viceminister-president, maar het uit elkaar halen van die combi-functie was onbespreekbaar.”
Cijfers Het onderzoek van Transparency International geeft nog meer cijfers. Slechts 10% van de ondervraagden in Roemenië achten de anti-corruptie maatregelen van de overheid effectief (26% is het EU-gemiddelde). In Nederland vindt 57% dat de overheid effectief optreedt, 43% vindt het niet effectief. In Duitsland scoort de over-
Roemenië Van 2006 tot 2012 stond het Nationale Anticorruptie Directoraat (in het Roemeens DNA) aan de wieg van de berechting van 1496 personen waarvan er minder dan 10 procent niet veroordeeld werden. In 2010, werden 11 hoge publieke figuren aangeklaagd, onder wie een ex minister-president, drie ministers, twee senatoren en een Kamerlid. In 2011, ging het om zes hoge publieke figuren waarvan vier veroordeeld werden, en om twee Kamerleden en een ex-Kamerlid. In 2012, is een ex-minister-president veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf voor corrupt handelen. Gegevens volgens de Roemeense National Integrity Strategy 2012-2015.
heid voor effectief 21% en 76% voor ineffectief. Wie had dat gedacht? Het wereldgemiddelde voor effectief overheidsoptreden is 31%, tegen ineffectief 50%. Ook is gevraagd of men denkt dat het corruptieniveau toeneemt. 88% van de Roemeense ondervraagden is het hier mee eens, (87% is het Europese, en 58% is het wereldgemiddelde). In Roemenië meldt 11% dat het niveau gelijk gebleven is, in de wereld 27%. In Nederland vindt 51% van de ondervraagden dat het corruptie-niveau toeneemt, 43% dat het gelijk gebleven is en 6% dat het vermindert. In Roemenië betaalde in de laatste 12 maanden 25% van het rijkste deel van de ondervraagden (de bovenste 20% van de inkomenspyramide) steekpenningen aan de politie. Van de laagste inkomens betaalde 39% steekpenningen aan de politie. Kennelijk verschillen de machtsmiddelen. Algemeen heerst de overtuiging dat mensen niet bereid zijn buren en vrienden en anderen aan te geven als ze denken dat er corrupte betalingen in het spel zijn. Dat is onjuist. De Global Corruption Barometer heeft
pagina 18
ook daar naar gevraagd en het blijkt dat wereldwijd 75% bereid is aangifte te doen. In Roemenië is dat 67%, in Nederland 84% en in Duitsland 86%.
Bribery Act Van Hulten haalt ook de Engelse Bribery Act aan. Deze wet is sinds 2010 van kracht. Van Hulten: “Deze wet tegen corruptie heeft verstrekkende gevolgen en we weten niet hoe het Engelse opsporingsapparaat hiermee omgaat. Neem bijvoorbeeld het Holland House tijdens de Opympische Spelen in Londen. Daar werd gratis drank uitgedeeld. Wordt iedereen buiten de tent dan gelijk opgepakt wegens het aanvaarden van een cadeau van een multinational? In dit geval heeft Heineken het allemaal vooraf keurig afgeregeld, maar je moet er wel aan denken. En de Bribery Act is zo geformuleerd dat, als je een Nederlands bedrijf bent en je hebt een relatie met een Engels bedrijf, en je komt als relatie in hun administratie terecht met jouw naam en adres, en als dat bedrijf, waarmee je verder niets mee te maken hebt, in Engeland gepakt wordt wegens corrupte handelingen, dan vinden ze daar jouw naam en adres. En de vol-
gende keer dat jij voet aan wal zet in Engeland, word je aangehouden en ondervraagd. Dat kan je wel een paar uren kosten. Het zal je maar gebeuren. Daarom ben ik meer een voorstander van de preventieve kant.”
Jan berends
(1954 – 2013)
Waarschuwing De studenten van Van Hulten krijgen in hun eerste les al de waarschuwing dat zelfs een kop koffie corrupt gedrag kan zijn. “Waar het om gaat is wat de bedoeling is van dat kopje koffie. Het kan een opstapje zijn naar meer. Na het kopje koffie volgt misschien een lunch, volstrekt sociaal menselijk aanvaardbaar gedrag. Maar de lunch is misschien weer een opstap naar een diner, eerst in een goedkoop restaurant, maar daarna duurder. En zo bouwt het zich op. En dan pas blijkt dat het kopje koffie een corrupt kopje is geweest. Dus leer al vroeg kijken waarom je iets aangeboden wordt, want elk relatiegeschenk kan fout zijn. Bij de meeste grote corruptieschandalen kan je terugkijken waar het begonnen is, en dat is meestal een klein onschuldig gebaar geweest.” Voor meer informatie kunt u kijken op www.corruptie.org.
Foreign Corrupt Practices Act (FCPA) In de Verenigde Staten van Amerika kent men de Foreign Corrupt Practices Act (FCPA). De aanleiding voor deze wet is mede ingegeven door het handelen van prins Bernard in de jaren ‘70. De wet is in 1977 tot stand gekomen maar had eigenlijk tot vijf jaar geleden geen effect. Kennelijk is er een personeelswisseling geweest, waardoor die wet plotseling boven de horizon is getild en is gaan functioneren. Sinds dat moment rolt daar de ene na de andere boete uit. De Top 10 van FCPA-veroordelingen in de Verenigde Staten van Amerika. Sommige overtreders hebben wereldwijd nog meer boetes gekregen. 1. Siemens (Germany): $800 million in 2008 2. KBR / Halliburton (USA): $579 million in 2009 3. BAE (UK): $400 million in 2010 4. Total S.A. (France) $398 million in 2013 5. Snamprogetti Netherlands B.V. / ENI S.p.A (Holland/Italy): $365 million in 2010 6. Technip S.A. (France): $338 million in 2010. 7. JGC Corporation (Japan) $218.8 million in 2011 8. Daimler AG (Germany): $185 million in 2010 9. Alcatel-Lucent (France): $137 million in 2010 10. Magyar Telekom / Deutsche Telekom (Hungary /Germany): $95 million in 2011.
pagina 19
In memoriam
Op 2 december 2013 is Jan Berends op 59-jarige leeftijd overleden na lange tijd ernstig ziek te zijn geweest. Jan was sinds december 2011 namens de VMHP lid van de OR vtsPN totdat hij in 2012 zeer ernstig ziek werd. Jan was een markante persoonlijkheid, gewaardeerd in zijn werk waarin hij met kracht ijverde voor een goede politie-informatievoorziening. We kenden Jan als een geëngageerd, onbaatzuchtig, eerlijk en open persoon. Hij maakte regelmatig een wat verstrooide indruk die, als je Jan kende, bij hem hoorde en vooral erg charmant was. Jan heeft vooral oog gehad voor de menselijke maat in de grote organisatie en zag in medezeggenschap een middel om dat aan de orde te krijgen en te houden. Hij benaderde alles van de positieve kant, dat heeft hij tot het laatste moment doorgezet. We zullen hem, zijn optimisme en zijn humor erg missen en wensen zijn partner en familie veel sterkte bij het verwerken van dit verlies. Roel de Raad vtsPN
De hark voorbij De afdeling Gelderland heeft medio november een najaarsledenvergadering / themabijeenkomst gehouden. Naast de gebruikelijke agendapunten van de vereniging en de laatste stand van zaken door VMHP-voorzitter Sanna Eichhorn was er veel tijd ingeruimd voor de landelijke beweging “De hark voorbij”. door Evert Onink
V
oor het diner gaat de bijeenkomst over afdelingsactiviteiten, waarbij de zojuist behaalde zetel van de VMHP in de Ondernemingsraad van de Eenheid Oost een belangrijke plaats inneemt. Leo Dijkman zal de zetel bezetten en wordt veel succes gewenst. Aan het einde van de bijeenkomst geeft Sanna de laatste stand van zaken weer over de reorganisatie met al zijn verwikkelingen.
De hark voorbij Na een uitgebreide introductie van afdelingsvoorzitter Susanne Katus is na het diner het woord aan Willie Geurts. Willie is namens de Centrale Ondernemingsraad (COR) ambassadrice van de beweging “De hark voorbij”. In een gloedvolle inleiding zet zij het ontstaan, de doelstelling, de werkwijze, de stand van zaken en de toekomst uiteen. Eén van de doelstellingen van de Nationale Politie is het vergroten van de professionele ruimte. Willie: “Dat zijn hele mooie woorden, maar wat is dat dan? De COR heeft toen het initiatief genomen op zoek te gaan naar eenheid van opvatting over hoe de professionele ruimte ingevuld kan worden. Ondersteund door Delimes, een organisatiebureau dat op een andere manier naar organiseren kijkt - vanuit het Rijnlands principe - zijn we aan de slag gegaan. Inmiddels was er al heel veel gebeurd en lag er een inrichtings - en realisatieplan. Hierin staat een verticale organisatiestructuur beschreven die je ook wel ‘de Hark’ kunt noemen. De COR vroeg zich daarom af wat er nodig is om de Hark Voorbij te gaan om zo beweging te krijgen op het hori-
zontale vlak, in de werkgemeenschappen waar de collega’s het werk moeten doen.” De COR heeft hierna veel gesprekken gehad met de landelijke kwartiermaker en de minister. Willie: “Dit was vaak lastig want als je in de hark denkt, dan kun je denken dat wij (COR) dat fout vinden. Het in de hark denken is niet fout, dat is een manier van organiseren. Wij de noemen de hark een 3-C-wereld: Command, Control en Communication; en wij willen naar 3-VI: Vakmanschap, Verbinding, Vertrouwen en Inspiratie.”
Loslaten “Voordat we toestemming kregen om van start te gaan hebben we heel veel tegenslagen gehad,” zegt Willie. “Ik heb wel eens op het punt gestaan om weg te gaan bij de politie omdat ik dacht dat het nooit meer goed zou komen. Wij hebben aan alle politiechefs, toen nog kwartiermakers, gevraagd om met ons in te stappen in wat wij ‘de hark voorbij’-beweging noemen. Dat betekent het loslaten van zekerheden die er in de harkstructuur toch zijn. Veel chefs staken de vinger op, maar we konden er maar met vier aan het werk gaan. Zo zijn er vier veldproeven ontstaan.” De bevlogen ambassadrice legt de werkwijze van de beweging uit: “We hadden zelf niet altijd meteen duidelijk welke kant het opging in de veldproeven. We bieden geen structuur, geen verslagen, geen aantekeningen, geen grote notities, maar wel altijd een ‘van plan’. De zoektocht gebeurt door de deelnemers aan de veldproe-
ven. We zijn nu twee jaar verder en in die tijd zijn de deelnemers van de veldproeven samen met gidsen (mensen uit diverse geledingen van buitenaf) op pad gegaan met collega’s - waarvan ik er een ben - die denken: ‘Ik ga het anders proberen, ik ga andere wegen bewandelen’. Die collega’s zijn aan vijf onderwerpen gelinkt en zijn met de gidsen op stap gegaan naar organisaties buiten de politie om te kijken naar succesvolle manieren van Rijnlands organiseren. Daar hebben ze ervaringen opgedaan waarbij vakmanschap centraal staat. Ook binnen de politie is er sprake van grote mate van vakmanschap; soms zijn we echter kwijtgeraakt waar het om ging. Weten we nog wel waarom we graag bij deze blauwe organisatie wilden horen? De collega’s uit de veldproeven komen in de politieorganisatie terug en zijn enthousiast over wat ze hebben ervaren. De kunst en ook zoektocht is nu hoe je vanuit de 3VI-wereld dit toepast in de politieorganisatie. Die trektochten zijn anderhalf jaar op meerdere plaatsen buiten de politie gehouden. De ervaringen van alle trektochtleden worden tijdens grote conferenties met elkaar gedeeld en ideeën worden mooier gemaakt. Tijdens deze conferenties praten wij niet over het inrichtingsplan; het gaat er ons om dat de mensen een verandering in zichzelf doormaken, dat ze sterker worden als ze er moeten staan. Het gaat wel over het vakmanschap waarvoor we staan en hoe we op zoek gaan naar andere organiseerprincipes. Ik heb geen smart geformuleerde PowerPoint presentatie; wat wij in de zoektocht doen, zit in het hoofd en hart van mensen en dat is niet te meten. Dat zit in de mensen zelf en komt er nu uit. Wat nu boven komt hebben de mensen zelf bedacht in alle trektochten.”
Toekomst Willie is ook realist en begrijpt dat ook de organisatie eisen en wensen heeft. Met Gerard Bouman is vooraf afge-
pagina 20
gesprek krijgt. Politiemensen zijn terughoudend om uit hun comfortzone te komen. Het is niet gemakkelijk om te leren denken buiten de hark in je hoofd, maar je ziet nu dat steeds meer collega’s zich bij ons aansluiten.”
Olievlek
Willie Geurts in gesprek met VMHP-leden. “Ga uit van je eigen kracht en vakmanschap en praat hier met elkaar over.
sproken dat er gekeken wordt hoe ‘De hark’ en ‘De hark voorbij’ bij elkaar te krijgen zijn; hoe het gedachtengoed van ‘De hark voorbij’ in de politieorganisatie geborgd kan worden. “Twee weken geleden hebben wij de Capoeira gedanst met de korpsleiding. De Capoeira is een vecht-dans die niet bedoeld is om elkaar te bezeren maar die meegaat in de beweging van de ander. Met andere woorden: hoe kunnen de hark en de hark voorbij elkaar versterken. Dat dansen, die meegaande beweging, is nog niet vanzelfsprekend. Als ik Jannine van de Berg, lid van de korpsleiding #deharkvoorbij zie twitteren, zie ik dat er kleine stapjes genomen worden. En dat is wat wij met ‘De hark voorbij’ willen doen. We hebben goedkeuring om ook in 2014 door te gaan.” Op 21 november staat de grote conferentie gepland, waarop zo’n 400 collega’s en externen bij elkaar komen en met elkaar het gesprek aangaan. De deelnemers vanuit de veldproeven laten, soms op ludieke wijze, zien hoe zij kijken naar samenwerking en vakmanschap. “We gaan hier een jaarlijks terugkomend festijn van maken. Volgend jaar hebben we weer 200 collega’s die de zoektocht aangaan. Ook die kijken dan op een andere manier naar vakmanschap en vertrouwen. Vertrouwen is momenteel een gevoelig onderwerp. Ik ben van mening dat, als je het er met elkaar over hebt - los van rangen en standen - je het goede
pagina 21
Vervolgens doet Willie een vurige oproep om mee te doen. “Pak je kans. Het Angelsaksisch denken werkt niet meer. Wees je ervan bewust dat het niet vanzelf gaat. Steeds meer mensen hebben de moed om aan te sluiten, waardoor de beweging als een olievlek door de organisatie gaat. We moeten uitgaan van de kracht en het vakmanschap van onze mensen. Als je aan de basis zorgt dat de mensen hun werk kunnen doen en denken vanuit vakmanschap, dan gebeuren er de beste dingen. We zijn met velen en gaan zorgen dat ze er niet meer omheen kunnen. Het is een zoektocht aan beide kanten, maar het levert op waar we het uiteindelijk over moeten hebben. Het draagt bij aan een betere politie. Ik heb het gevoel dat het niet meer te stoppen is. We moeten het samen doen en met kleine stapjes verder gaan. De hark, de structuur, hoort daarbij, maar het vakmanschap ook. Veel organisaties werken al zo en daar levert het positieve resultaten op.” Wil je meer weten of je aanmelden voor ‘De hark voorbij’?: Surf dan naar: www.cor-politie.nl/werkveld/ de-hark-voorbij/.” Afdelingsvoorzitter Susanne Katus sluit de inleiding af met de constatering dat het verhaal van Willie haar uit het hart gegrepen is, en dat het loslaten van oude structuren en het denken vanuit het vakmanschap - niet vanuit controle, maar vanuit vertrouwen - belangrijk is voor de organisatie en het politievak. En het past uitstekend bij de visie van de VMHP.
In memoriam
Els de Kerf
(1937-2013)
Het bericht van het overlijden van Els is als een bom ingeslagen. Ze stond ondanks haar leeftijd nog zo volop en vooral actief in het maatschappelijke leven. Toen haar man - onze oud-collega Jan Veneman – overleed heeft ze haar verdriet weg willen werken door zich met hart en ziel te storten op de ouderenzorg. Daar viel naar haar mening nog veel te verbeteren. Els had immers het hele zorgproces aan den lijve meegemaakt en vooral de feilen daarvan beleefd. De cliëntenraad van het ziekenhuis waarin haar Jan was overleden is daar wel bij gevaren. Binnen de VMHP behoorde Els tot de weinige actieve leden die van de pensioenmaterie op de hoogte waren. Tijdens de overgang van de DGVP naar het nieuwe zorgstelsel, met daarop aansluitend de nieuwe pensioenwet, was Els actief in het gevormde denktankje dat probeerde het bestuur bij te staan over de rechtspositie van de gepensioneerde VMHP-ers. Hoe na de Postactieven haar aan het hart lagen blijkt wel uit haar werk als een van de organisatoren van de zeer gewaardeerde jaarlijkse PA-dagen in Warnsveld. De oprichting van BPPol in januari 2007 vond bij Els thuis plaats. Dat hoorde bij haar bestuurslid zijn vond ze. Vanuit BPPol kreeg zij de gelegenheid om zich, als lid van de commissie Zorg, Welzijn en Wonen van de overkoepelende NVOG, op landelijk niveau in te zetten. Zij heeft zich laatstelijk nog met succes ingezet voor de certificering van ziekenhuizen als senior vriendelijk. Maar het was niet alleen haar inzet, ook haar kennis van zaken was groot en werd breed gewaardeerd. In het overleg heeft haar niet door iedereen gewaardeerde Zeeuwse koppigheid haar vaak succes opgeleverd. Els heeft veel voor de samenleving betekend. Daar moeten we heel dankbaar voor zijn. We zullen haar missen om wie ze was. Harlingen december 2013 Koen de Maat, erelid
Hoofdbestuur VMHP en taakverdeling S.E. (Sanna) Eichhorn (Zuid-Nederland) voorzitter, lid CGOP, beheerscommissie PZP mobiel: 06-20 60 19 83 e-mail:
[email protected] G.J. (Gerry) Smit (Amsterdam-Amstelland) vice-voorzitter mobiel: 06-53 27 66 03 e-mail: vice-voorzitter@@vmhp.nl W. (Willem) Doppenberg, penningmeester mobiel: 06 - 36 21 13 61 e-mail:
[email protected] C. (Cees) van der Voet, (Midden Nederland) secretaris mobiel: 06-10 90 70 61 e-mail:
[email protected] H.G. Geert de Vries (Haaglanden) mobiel: 06-15 26 24 94 e-mail:
[email protected] I.D. (Irene) de Hoop-Nijkamp (Rotterdam-Rijnmond/Zuid-Holland Zuid) mobiel: 06-51 12 26 72 e-mail:
[email protected] H. (Hans) Bogers (Noord-Nederland) mobiel: 06-54 35 12 07 e-mail:
[email protected] M.G.A.E. (Maarten) van de Nieuwenhuijzen (Gelderland) PR en Voorlichting mobiel: 06-53 66 51 27 e-mail:
[email protected] J. (Jan) Dogger (Nederland Noord-West) mobiel: 06-53 35 16 83 e-mail:
[email protected]
Afdelingsvoorzitters afdeling Amsterdam-Amstelland: J. (Jan) de Wit afdeling Gelderland: S.C. (Susanne) Katus afdeling Haaglanden/Hollands Midden: H.G. (Geert) de Vries afdeling Nederland Noord-West: C. (Kees) Hordijk afdeling Noord-Nederland: H. (Hans) Bogers afdeling Rotterdam-Rijnmond/Zuid-Holland Zuid: S. (Sander) van Vuuren (interim) afdeling Midden-Nederland: G. (Ger) Huijer afdeling Zuid-Nederland: I.R.T. (Ine) van Praet
Social media in Zuid De afdeling Zuid kan weer terugkijken op een uitstekende najaarsbijeenkomst. Zo’n 25 VMHPleden hebben de uitnodiging aangenomen en zijn naar Breda komen. Omdat VMHP-voorzitter Sanna Eichhorn vanuit Den Haag in de file staat, geeft afdelingsvoorzitter Ine van Praet na de opening direct het woord aan Boudewijn Mayeur, die de aanwezigen in hoog tempo meeneemt in zijn wereld in de Social Media.
B
door Evert Onink
oudewijn is de regionale digitale wijkagent van Eenheid Limburg. Hij is de enige wijkagent zonder fysieke wijk, maar met het hele digitale Limburgse landschap als werkgebied. Zijn twitteraccount is @ waDigitaal. Naast wijkagent is hij ook nog IRN-trainer & accountmanager Limburg, reviewer van iColumbo en lid van het landelijk kwaliteitsnet internet surveillance. (IRN = Internet Boudewijn Mayeur, digiRecherche Netwerk -/red.) tale wijkagent Eenheid Boudewijn begint met het uitlegLimburg: “Internet is gen van diverse netwerken en ternet een gewone wereld. men, zoals Whats App, Kick, Flickr, Ook daar moeten we als Skype, Bangalijstjes, Bezemen, pedo- politie duidelijk herkenbaar en actief aanwezig sites en lijsten met pedofielen met zijn. Er ontbreekt nog alle bijbehorende gegevens, maar ook het bekende Twitter, LinkedIn en te veel aan beleid en Facebook. Diverse netwerken en ter- regelgeving.” men zijn aan mode onderhevig, maar hebben allemaal een behoorlijke impact. Bijvoorbeeld op Facebook zijn 1,5 miljard mensen aangesloten, en elke dag komen er 750.000 gebruikers bij. (Van de aanwezigen blijkt slechts een enkeling bij Facebook aangesloten te zijn. /red.) Boudewijn: “Op deze netwerken gebeurt alles wat ook in de echte wereld gebeurt, maar dan veel heftiger en anoniemer. We hebben het meest te maken met zaken als pesten en verleiden, stalken en bedreigen. Maar gelukkig zijn er ook waarschuwingen te vinden. Het probleem voor de politie zit in de vraag wat nu de strafbare feiten zijn, waar liggen de grenzen van het toelaatbare, wat zijn de opsporingsmogelijkheden en
pagina 22
wat zijn onze bevoegdheden, zeker gezien in het licht van de privacy.
Slachtoffer of dader? Veel collega’s zijn actief op internet, weet Boudewijn, en de meesten zijn voldoende deskundig. “Online handhaven doen we echter heel weinig, maar over het algemeen laten we wel weten dat we meekijken, en dat werkt behoorlijk preventief. Ik kan onopvallend volgen en daarna, als het nodig is, opvallend. Pas kreeg ik nog bericht van een meisje van 12, dat via Skype contact had met een jongen. De jongen had zoveel invloed op het meisje dat hij haar online uit de kleren wist te praten en dreigde alles op internet te zetten. Ik heb die jongen opgespoord en hem verteld dat hij bezig was met het plegen van een misdrijf, en dat ik hem volgde. Ook heb ik contact opgenomen met de moeder van het meisje en haar in grote lijnen geïnformeerd. Zij was heel blij met onze signalerende functie.” Op een vraag over het stelselmatig volgen geeft Boudewijn de volgende uitleg: “Twitter is juist bedoeld om elkaar te volgen. Dat is dus per definitie stelselmatig, dus het begrip stelselmatig volgen is bij Twitter niet van belang. Dat zou wel kunnen als je iemand volgt op alle social media.”
Invloed Dat de social media veel teweeg kunnen brengen is inmiddels wel bekend. De oproep voor Project X in Haren staat iedereen nog helder voor de geest. Daar is weinig tegen te doen, maar met goed monitoren en analyseren kan je wel tijdig maatregelen nemen. “De politie is niet de baas op het internet. We hebben niet de regie en zullen slim moeten acteren om online de openbare orde een beetje onder controle te houden”, zegt de enthousiaste wijkagent. Ook voor pesten is sociaal media een veelgebruikt instrument. En dat pesten komt op alle manieren voor, zoals belachelijk maken, uitschelden, stalken en vooral het plaatsen van ‘foute’ foto’s en filmpjes. “Zo was er een jongen uit Groningen, die zijn foto op internet gezet had. Binnen enkele dagen werd zijn foto massaal op de sociale media verspreid, en dat ging maandenlang door. Uiteindelijk bleek dit een geintje te zijn van een student uit Utrecht die de Groningse jongen helemaal niet kende. De student is op zijn gedrag aangesproken en we hebben contact met Google opgenomen, maar Google wil de foto niet verwijderen.” Boudewijn geeft ook de gevaren op lange termijn aan: “De meeste mensen - en vooral jongeren - hebben niet door dat alles openbaar is, en dat je het niet meer in de hand hebt zodra het gepubliceerd is. Gegevens zijn nooit meer weg te halen en als je solliciteert is het voor de toekomstige werkgever heel eenvoudig om even jou gegevens van internet af te halen.”
Digitaal politiebureau Boudewijn vertelt ook over het digitaal politiebureau dat hij in Habbo Hotel heeft. Het is een echt nagemaakt virtueel bureau en het trekt veel bezoekers. Boudewijn: “De jongeren komen niet naar een echt politiebureau. Dat is te veel moeite, het is niet altijd open, je moet wachten en je wordt gezien. Hier kunnen ze zo naar je toe komen wanneer zij kunnen en wil-
pagina 23
len. Ik krijg veel positieve reacties, veel vragen en veel informatie. Ook verhalen over pesten en huislijk geweld komen bij mij gemakkelijker binnen dan in een echt bureau of bij de gewone wijkagent. Ik moet natuurlijk wel zorgen dat de serieuze meldingen ook opvolging krijgen in de gewone wereld. Zo kregen we onlangs digitaal een tip over vuurwerk en enkele uren later hadden we een huiszoeking met een aanhouding.” Boudewijn is ook aangesloten bij Politiechat Nederland. Hier kunnen jongeren terecht met vragen en reacties geven. De meeste jongeren zijn nieuwsgierig en willen graag de politie helpen.
Communicatie Lastig is dat het contact op internet niet gestuurd kan worden en dat Boudewijn door de jeugd gevonden moet worden. Boudewijn heeft zijn aanwezigheid bekend gemaakt op diverse fora zoals scholieren.com. “Er zijn veel fake politieaccounts. Ook de journalistiek maakt soms accounts aan om informatie binnen te halen”, zegt Boudewijn. “En dan is het belangrijk dat je laat zien dat je de betrouwbare gesprekspartner bent. Ik heb moeten duidelijk maken dat wij een officieel account zijn. Het account staat ook op politie.nl om te bewijzen dat wij het officiële account zijn.”
Vernieuwing Iedereen vindt privacy belangrijk, maar Boudewijn is van mening dat privacy nu al nauwelijks bestaat, en straks helemaal niet meer. “Big Brother is er al. Kijk maar eens naar de NSA. En binnen niet al te lange tijd krijgen we Google Glass. Dat is een bril met een camera waarbij alles wat je ziet ook meteen op internet gezet wordt. Daardoor wordt privacy echt nul-komma-nul. We moeten meegaan met de nieuwe aanpak van de handhaving. De politie loopt altijd achter de feiten aan, dat kan niet anders, maar de kloof met de ontwikkelingen is nu te groot. Daarnaast moeten er draaiboeken gemaakt worden voor incidenten als Project X, want zo’n evenement is gemakkelijk op te roepen. Daarentegen waren de sociale media weer heel belangrijk bij bijvoorbeeld calamiteiten als Pukkelpop.”
Valkuil Als grootste valkuil voor de politie ziet Boudewijn dat de ‘analoge’ wijkagenten allemaal BlackBerry’s krijgen en straks ongeleid zullen gaan twitteren. Volgens hem is opvoeding in digitale communicatie bittere noodzaak om problemen te voorkomen. Boudewijn sluit af met de opmerking dat Politie Plus een door de politie zelf opgezette site is waar informatie over het politiewerk veilig neergezet kan worden. Alle andere sites op internet zijn hiervoor niet betrouwbaar. Na het intermezzo met uitgebreid netwerken sluit VMHPvoorzitter Sanna Eichhorn het programma af met de laatste stand van zaken op het gebied van het LFNP en de reorganisatie. Zij geeft aan dat er veel druk ligt op de selectie van de leidinggevenden en het omzetten van de collega’s naar de nieuwe organisatie. “Er liggen verschillende scenario’s en verschillende knelpunten. Die moeten eerst opgelost worden. Dat ligt nu op de CGOP-tafel.”
C
o
l
u
m
n
Van verbinding tot verbondenheid
A
an de vooravond van de feestelijke viering van het Sinterklaasfeest is de inspiratie voor het schrijven van gedichtjes en rijmelarijtjes groter dan de zin om een column te schrijven. Zeker als het de bedoeling is om zo aan het eind van het jaar een verhaal met een iets serieuzere connotatie te berde te brengen. Als dan ook nog het bericht op je beeldscherm verschijnt, dat een trouwe en gewaardeerde VMHP vriendin er niet meer is, dan is de lust tot het schrijven tot een minimum gedaald. Maar dan kan er opeens die flits zijn, die het schijnbare onmogelijke toch mogelijk maakt. Een felle, alles oplichtende flits, waardoor er weer licht aan het eind van de tunnel is te zien. Ik werd door zo’n flits geraakt toen ik nadacht over het bericht van het overlijden van Els de Kerf. De rouwadvertentie. Een rouwadvertentie? Nee, eigenlijk meer een uitnodiging om het afscheid te vieren van een vriendin en haar leven te gedenken. Een oproep om samen te komen. Niet zozeer een kerkdienst, maar veeleer een verbindingsdienst. Ik hoor het mijn vader nog zeggen vanaf de kansel: “In verbondenheid!” Een veel mooier woord dan verbinding. Een woord, dat de lading niet alleen in emotionele zin veel beter dekt. Bij verbinding denk ik meer aan EHBO en telefonie. Bij verbondenheid heb ik die associatie bepaald niet. Het is overigens merkwaardig gesteld met die verbinding. Een begrip, dat nog niet zo lang geleden als iets nieuws werd geïntroduceerd - zeg maar
gewoon gelanceerd - als het broodje panacee bij uitstek, maar dat in werkelijkheid al zo oud is als de wereld. Zo oud als de wereld, maar door egocentrisme, misplaatst professionalisme, misplaatst socialisme en misplaatst liberalisme ondergesneeuwd, waardoor de viscositeit, de samenhang, van onze maatschappij tot het minpunt is gedaald. Een maatschappij, die in dat opzicht ten onrechte samenleving wordt genoemd. Ik zou hier nog een hele verhandeling kunnen houden over de participatiemaatschappij, wat een ander woord is voor samenleving, en dat een participatiesamenleving daarentegen een tautologie is, omdat samenleven hetzelfde bekent als participeren. Maar die verhandeling laat ik verder hier achterwege. Er worden al vaak genoeg woordspelletjes gespeeld. Van die oude verbondenheid is niet zoveel meer over dus, en die nieuwe verbinding lijkt niet veel meer dan een loos woord te zijn. Zo langzamerhand voelen we ons alleen met elkaar verbonden als er iets bijzonders aan de knikker is. Bij rampen lopen de kerken vol. Alleen wereldkampioenen mogen op een gevuld stadion rekenen. We zijn zo langzamerhand verworden tot een onsamenhangend geheel. En bij de politie? Hoe staat het er met die ooit zo hechte club vandaag de dag voor? Helaas, ook bij de politie is die verbinding steeds verder te zoeken. Ooit was het feit dat je bij de politie werkte al voldoende je met elkaar verbonden te voelen. Er was
zelfs een aparte verbindingsorganisatie. De Politie Verbindingsdienst. Die dienst bestaat allang niet meer, maar misschien is het een goed idee om die club opnieuw tot leven te roepen, om de inmiddels zo gebrekkige verbinding binnen de politieorganisatie eens tegen het licht te houden. Om eens na te gaan hoe het komt, dat de vakbondskerken vollopen met boze, verontruste, ja zelfs bange mensen. Hoe het toch komt, dat de afstand tussen top en basis lijkt toe te nemen. Hoe het toch komt, dat er een Babylonische spraakverwarring lijkt te zijn ontstaan over de reorganisatie en het LFNP. Hoe het toch komt, dat blijmoedig voorwaarts afgeremd wordt door somber wantrouwen. Hoe voorkomen kan worden dat verhoudingen zich verharden. Hoe de betrokken stellingen verlaten kunnen worden en de barricaden geslecht. Hoe de verbinding hersteld kan worden. Hoe we weer samen door één deur kunnen. Ja, de PVD zou heel wat vragen te beantwoorden hebben. Maar de PVD weet als geen ander dat slechte verbindingen kunnen leiden tot de grootste rampen. Of anders, misschien kan het geen kwaad gewoon een kaarsje aan te steken. In verbondenheid. Het zou zomaar eens kunnen helpen. Hans Bogers