Notitie inrichting en organisatie Samenwerkingsverband ‘Passend Onderwijs in Fryslân’
Grote ontdekkingen en verbeteringen zijn altijd het gevolg van de samenwerking tussen vele denkvermogens. Alexander Graham Bell
1
Inhoud Notitie inrichting en organisatie 1.
Samenwerkingsverband ‘Passend Onderwijs in Fryslân’ ............... 1
Inleiding.................................................................................................................................... 4
2. Missie en Visie van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân .................................................................................................................................................. 5 2.1.
Missie ................................................................................................................................. 5
2.2.
Visie.................................................................................................................................... 5
3.
Rechtspersoon........................................................................................................................ 7
4.
Afbakening van bevoegdheden ....................................................................................... 9 4.1.1.
Het basisonderwijs ................................................................................................... 9
4.1.2.
Aanmelden van leerlingen ..................................................................................... 9
4.2.
Het speciaal onderwijs .............................................................................................. 10
4.3.
Het Speciaal Basisonderwijs ................................................................................... 10
4.4.
Medezeggenschap ...................................................................................................... 11
5.
6
De financiën van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs.................. 12 5.1.
Verdeling van ondersteuningsmiddelen ............................................................. 12
5.2.
Relatie met het schoolondersteuningsprofiel ................................................... 13
5.3.
Verdeling ondersteuningsmiddelen speciaal onderwijs................................ 14
5.4.
Verdeling ondersteuningsmiddelen schoolbesturen basisonderwijs ....... 14
5.5
Verdeling ondersteuningsmiddelen voormalige rugzakleerlingen ............... 15
5.6
Verdeling ondersteuningsmiddelen speciaal basisonderwijs ......................... 15
5.7
Het schoolondersteuningsprofiel............................................................................... 16
De organisatie van het samenwerkingsverband......................................................... 18 6.1.
Bevoegdheden en verantwoordelijkheden ........................................................ 18
6.1.1.
Signaleren en handelingsgerichte diagnostiek ........................................ 18
6.1.2.
besluitvorming aanvraag toelaatbaarheidsbeschikking ....................... 18
6.1.3.
Handelingsgericht indiceren ........................................................................... 19
6.1.4.
Overgangsmaatregelen .................................................................................... 19
6.2.
Opstellen ondersteuningsplan en verantwoordingsplicht ............................ 19
6.3.
Procedure (toeleiden naar ) Toelaatbaarheidsbeschikking ......................... 20
6.4.
Handelingsgericht indiceren en criteria .............................................................. 21
6.5. Tijdpad aanvraag toelaatbaarheidsbeschikking en plaatsing speciaal onderwijs........................................................................................................................................ 22 6.6.
Bezwaar .......................................................................................................................... 22 2
6.7.
Procedure toelaatbaarheidsbeschikking speciaal basisonderwijs............. 22
6.7.1.
Mogelijke toelaatbaarheidsbeschikking SBO en criteria ...................... 22
6.7.2.
Relatie met toelaatbaarheidsbeschikking speciaal onderwijs ............ 22
6.7.3.
Bezwaar .................................................................................................................. 23
6.8.1.
Uitvoering ondersteuningsplan ...................................................................... 23
6.8.2.
Inrichting toelaatbaarheidsbeschikkingorgaan........................................ 23
6.8.3.
Bestuur, toezicht en dagelijkse leiding....................................................... 24
6.8.4.
Verdeling financiën en controlfunctie .......................................................... 24
6.8.5.
Opstellen jaarrekening en inhoudelijke verantwoording ..................... 24
6.8.6. Overzicht kosten en werkzaamheden t.b.v. het samenwerkingsverband........................................................................................................ 25 7.
Partners in de keten .......................................................................................................... 26 7.1.
De relatie met de gemeenten in Fryslân ........................................................... 26
7.2.
De relatie met ketenpartners, Jeugdzorg en CJG .......................................... 26
8.
Concept (meerjaren)begroting SWV Passend Onderwijs in Fryslân ............... 27
9.
Verklarende woordenlijst en afkortingen .................................................................. 28
3
1.
Inleiding
Deze notitie is het eerste product van de stuurgroep Passend Onderwijs in Fryslân. De stuurgroep heeft als taak om ervoor te zorgen dat er een samenwerkingsverband Passend Onderwijs voor PO en SO wordt opgericht en ingericht. Deze notitie dient twee doelen: Het nader uitwerken van de startnotitie Passend Onderwijs in Fryslân1. Deze startnotitie is opgesteld door de voorbereidingsgroep en is verzonden aan alle schoolbesturen voor Primair Onderwijs en Speciaal Onderwijs in Fryslân. Inmiddels is duidelijk dat de op hoofdlijnen beschreven koers in de startnotitie een zeer breed draagvlak kent bij de schoolbesturen. Dit heeft bij de voorbereidingsgroep tot de conclusie geleid dat de taak van de voorbereidingsgroep erop zit en dat zij het stokje kan overgeven aan de stuurgroep om over te gaan tot daadwerkelijke op- en inrichting van het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO-SO Fryslân. Het tweede doel is om met deze notitie de contouren te beschrijven van het eerste –wettelijk verplichte- ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. In de concept wettekst Passend Onderwijs2 is opgenomen dat het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs ten minste eens in de vier jaar wordt opgesteld. De invoering van Passend Onderwijs is een beladen onderwerp bij ouders en professionals in het onderwijsveld. Niet omdat men tegen de invoering van Passend Onderwijs is, maar omdat het krappe tijdpad voor invoering van Passend Onderwijs gepaard gaat met bezuinigingen op de ondersteuning van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Met deze notitie beoogt de stuurgroep duidelijke inhoudelijke lijnen te schetsen voor scholen en schoolbesturen. De stuurgroep Passend Onderwijs hanteert het standpunt dat het samenwerkingsverband zich beperkt tot de inhoudelijke vormgeving van Passend Onderwijs en de voorwaarden die nodig zijn om een samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân te realiseren. Vanuit dat vertrekpunt gaat de stuurgroep het gesprek aan met OCW. Bij de bespreking van de startnotitie Passend Onderwijs werd de voorbereidingsgroep duidelijk dat er breed draagvlak is voor de uitgezette koers. Er zijn ook veel vragen over de nadere uitwerking. Deze notitie wil op een aantal van de die vragen een antwoord geven. Het gaat hierbij om de inhoudelijke uitwerking en om de afbakening van bevoegdheden. Met andere woorden: duidelijk maken waar het samenwerkingsverband Passend Onderwijs een bevoegdheid in heeft en waarin niet. Het centrale uitgangspunt bij de totstandkoming van deze notitie is ongewijzigd ten opzichte van de startnotitie: schoolbesturen maximaal in staat stellen leerlingen Passend Onderwijs te bieden. Wij wensen u veel leesplezier met deze notitie. De stuurgroep Passend Onderwijs in Fryslân
1 Startnotitie Passend Onderwijs in Fryslân, voorbereidingsgroep koepels BDOF, CBO, Noorderbasis en Bisschop Möller Stichting 2 Concept voorstel van Wet, wetswijzigingen WPO, WVO en WEC, november 2011
4
2.
Missie en Visie van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân
2.1.
Missie
Een missie laat zich doorgaans het beste omschrijven als een ‘waartoe zijn wij op aarde?’beschrijving. Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân heeft als primaire taak zorg te dragen voor (toeleiden naar) toelaatbaarheidsbeschikking voor cluster 3 en 4. Daarnaast zorgt het samenwerkingsverband, als ontvanger van ondersteuningsmiddelen, ervoor dat deze middelen verdeeld worden onder schoolbesturen zodat de schoolbesturen maximaal in staat worden gesteld om: a.
De onderwijsondersteuning te realiseren in het primair onderwijs
b.
Leerlingen met een extra of speciale onderwijsbehoefte door te verwijzen naar het Speciaal (Basis) Onderwijs, indien het ondersteuningsaanbod in een reguliere school ontoereikend is voor de onderwijsbehoefte van de betreffende leerling.
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs biedt een dekkend netwerk voor Passend Onderwijs en zorgt voor afstemming tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Alle leerlingen in Fryslân die in aanmerking komen voor een toelaatbaarheidsbeschikking voor speciaal basisonderwijs en voor cluster 3 en 4 hebben en houden recht op speciale of extra onderwijsondersteuning. 2.2.
Visie
De visie van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân is te omvatten in een statement: ‘Centraal waar het moet, decentraal waar het kan’. De bevoegdheid en de verantwoordelijkheid voor Passend Onderwijs ligt zoveel mogelijk bij de school en de ouders. Dit houdt in dat alle schoolbesturen in Fryslân de gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen voor het (toeleiden naar) toelaatbaarheidsbeschikking voor cluster 3 en 4. De hiervoor, door het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Fryslân, ingestelde commissie heeft, naast het afgeven van een toelaatbaarheidsbeschikking, een wettelijke adviesbevoegdheid over de speciale ondersteuning van een leerling. Het is een voorwaarde dat de toelaatbaarheidsbeschikking handelingsgericht, toetsbaar en transparant wordt vormgegeven. Het leveren van basisondersteuning3 is een minimumverplichting voor de schoolbesturen. De extra ondersteuning4 wordt door het samenwerkingsverband gedecentraliseerd en is aan de schoolbesturen. Gezien de regionale inrichting en historie is een eventuele verwijzing naar het speciaal basisonderwijs (SBO) een zaak van samenwerkende schoolbesturen in de regio rondom SBO voorzieningen. Voor de schoolbesturen voor primair onderwijs is dat geen wijziging, want vanaf de start van Weer Samen Naar School hebben zij deze samenwerking al vormgegeven. De paraplu die het samenwerkingsverband Passend Onderwijs nu biedt, maakt het wel mogelijk om samenwerking in de regio anders in te richten. De verplichte regels voor toe- en uittreden van samenwerkingsverband WSNS komen te vervallen met het opheffen van deze samenwerkingsverbanden. Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân hanteert de (concept) wetgeving en het referentiekader Passend Onderwijs als maatstaf voor haar handelen. Een belangrijke voorwaarde is 3 4
Zie 2.4. pagina 9 Referentiekader Passend Onderwijs versie 25 november 2011 Zie 2.5 pagina 9 en 10 Referentiekader Passend Onderwijs versie 25 november 2011
5
dat het samenwerkingsverband voldoet aan de wet. Zij verantwoordt haar handelen naar de onderwijsinspectie, ministerie, aangesloten schoolbesturen en ouders.
6
3.
Rechtspersoon
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs is een rechtspersoon met een volledige rechtsbevoegdheid5. De concept wettekst geeft aan dat het samenwerkingsverband in elk geval vijf taken heeft: 1.
Het vaststellen van het ondersteuningsplan
2.
Het verdelen en toewijzen van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen.
3.
Het beoordelen of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs.
4.
Het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is ingeschreven.
5.
Het voeren van OOGO met gemeenten in het samenwerkingsverband
Bovenstaande zijn minimale taken. Overigens wil dit niet zeggen dat deze taken centraal georganiseerd worden. Het samenwerkingsverband Fryslân maakt de keuze zich te beperken tot het centraal vaststellen van het ondersteuningsplan, de verdeling van de ondersteuningsmiddelen, de beoordeling toelaatbaarheid van leerlingen naar het speciaal onderwijs en het voeren van OOGO overleg met de gezamenlijke gemeenten (via de Vereniging Friese Gemeenten – VFG). De overige taken worden decentraal georganiseerd door de (samenwerkende) besturen. Gezien de geografische grootte en hoeveelheid besturen in het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân, is het van belang goed af te wegen wat de juiste bestuursvorm is voor het samenwerkingsverband. Gezien de eisen die door de wetgever aan de bestuursvorm worden gesteld, zijn er twee keuzemogelijkheden: een vereniging of een stichting. Het voordeel van een vereniging is dat alle schoolbesturen een stem hebben via de algemene ledenvergadering, die als hoogste besluitvormend orgaan functioneert. Het voordeel van een stichting is dat het zorgt voor efficiënte en snelle besluitvorming. In beide gevallen zal het samenwerkingsverband in elk geval moeten voldoen aan de code ‘Goed Bestuur’6. In de statuten van de rechtspersoon worden afspraken opgenomen die de basis van de samenwerking tussen de bevoegde gezagsorganen regelen. In de statuten is in elk geval opgenomen: 1.
De besluitvormingsprocedure voor het ondersteuningsplan
2.
De besluitvormingsprocedure voor het verdelen van middelen
3.
De wijze waarop middelen worden overgedragen tussen bevoegde gezagen bij het overgaan van een leerling van het ene bevoegde gezag naar het andere. Zowel voor overgang PO-SO en SBO-SO, als voor overgang PO-SBO
4.
De wijze waarop toelaatbaarheidsbeschikking voor cluster 3 en 4 is geregeld
5.
De wijze waarop het samenwerkingsverband tegemoet komt aan de code ‘Goed Bestuur’
5 6
Concept voorstel van Wet, wetswijzigingen WPO, WVO en WEC, november 2011 Code goed bestuur, zoals vastgesteld door de PO Raad
7
In het nieuwe wettelijke kader worden geen aparte voorzieningen voor geschillen tussen de bevoegde gezagsorganen ingericht. De landelijke geschillencommissie WSNS wordt afgeschaft. In de statuten van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs wordt geregeld hoe omgegaan wordt met geschillen.7 Gezien de grootte van het samenwerkingsverband en de –relatief- beperkte taakstelling van het Samenwerkingsverband kiest de stuurgroep voor een stichting als rechtspersoon. Dit bevordert de snelheid van handelen en bestuurbaarheid. In de statuten van de rechtspersoon wordt tegemoet gekomen aan de eisen die hieraan door de wetgever worden gesteld. De statuten worden uiterlijk 1 november 2012 verzonden naar het ministerie van OCW.
7
De geschillenregeling in de statuten van het samenwerkingsverband gaat over geschillen tussen bevoegde gezagen binnen het samenwerkingsverband.
8
4.
Afbakening van bevoegdheden
De wetgever heeft de bevoegdheden binnen Passend Onderwijs, en daar waar samengewerkt moet worden, duidelijk onderscheiden. Uit de vragen die naar voren kwamen bij de bespreking van de startnotitie, heeft de stuurgroep echter gemeend hieraan een apart hoofdstuk te wijden om de zaken helder op een rij te zetten. 4.1.1.
Het basisonderwijs
Het basisonderwijs is primair verantwoordelijk voor het leveren van Passend Onderwijs8 aan iedere leerling die bij de school wordt aangemeld.9 Daarvoor ontvangt het bevoegd gezag het maximale10 budget Passend Onderwijs. Het bevoegd gezag beoordeelt of de aanmelding een kind betreft dat extra ondersteuning nodig heeft. Het bevoegd gezag kan ouders verzoeken gegevens te overleggen betreffende stoornissen, handicaps van het kind of beperkingen in de onderwijsparticipatie. Het gaat hierbij nadrukkelijk niet om ondersteuning ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal. Een basisschool kan een leerling alleen weigeren, indien het betreffende bevoegde gezag heeft zorggedragen voor plaatsing op een andere school. Toelatingsbeslissingen11 moeten binnen 6 weken na ontvangst van de aanmelding worden genomen door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag kan de beslissing nogmaals voor ten hoogste 4 weken aanhouden, indien men dit tijdig –binnen de eerste 6 weken- aan de ouders mededeelt. Elke basisschool is verplicht om een schoolondersteuningsprofiel op te stellen.
4.1.2. Aanmelden van leerlingen
Deze paragraaf is geschreven vanuit twee perspectieven. Het eerste perspectief is dat leerlingen, bij voorkeur, thuis nabij onderwijs volgen. Het tweede perspectief is dat leerlingen herleidbaar zijn naar een reguliere basisschool. Vanuit beide perspectieven is de lijn van aanmelding hier geformuleerd. 1. Aanmelding van leerlingen kan vanaf het moment dat een kind 3 jaar wordt. 2. Ouders melden een leerling aan bij een basisschool naar keuze. 8
Bedoeld wordt basis- en extra ondersteuning. Speciale ondersteuning wordt door het samenwerkingsverband georganiseerd. 9 Leerlingen kunnen alleen aangemeld worden bij basisscholen. Aanmelding rechtstreeks bij scholen voor Speciaal (Basis) Onderwijs is niet mogelijk 10 Met maximaal wordt bedoeld: het WSNS budget, aangevuld met middelen voor speciale ondersteuning na aftrek van deelname SO 3 en 4 en de –minimale- organisatiekosten van het samenwerkingsverband. 11 Het samenwerkingsverband legt in een reglement vast wat het toelatingsbeleid is. Op wettelijke grondslag wordt beschreven wat de weigeringsgronden zijn op basis van denominatie en plaatsingstekort en hoe zich dat verhoudt tot de verplichte tijdelijke plaatsing.
9
3. De directeur van de betreffende basisschool is verantwoordelijk voor de zorgplicht. 4. De directeur van de basisschool schrijft de leerling in op de eigen basisschool of (indien de basisschool niet beschikt over het gevraagde ondersteuningsarrangement, zie 5) 5. De directeur van de basisschool begeleidt plaatsing op een speciale school, speciale basisschool of andere basisschool, waar de leerling wel een passend ondersteuningsarrangement kan krijgen. Indien hiervoor een toelaatbaarheidsbeschikking nodig is, verzorgt de directeur van de basisschool de toelaatbaarheidsbeschikkingsaanvraag. 6. Weigeren van leerlingen op denominatieve gronden kan alleen als de ouders de grondslag van de school weigeren te respecteren of te onderschrijven.(het bestuur van het swv is gerechtigd het beleid van de school en de uitvoering van dit beleid te toetsen) 7. Bij
speciale ondersteuning kunnen ouders kiezen voor een arrangement op de (speciale)
basisschool –indien beschreven in het schoolondersteuningsprofiel- of een plaatsing op een speciale school. Plaatsing op een speciale school wordt gelegitimeerd door de afgifte van een toelaatbaarheidsbeschikking.
4.2.
Het speciaal onderwijs
Met speciaal onderwijs bedoelen we in dit kader, speciaal onderwijs voor leerlingen van cluster 3 en 4. Leerlingen van cluster 1 en 2 vallen buiten de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Met de invoering van Passend Onderwijs, worden de taken van de regionale expertisecentra afgeschaft of overgeheveld naar de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Het speciaal onderwijs zit dan ook als bevoegd gezag van de scholen voor speciaal onderwijs in het samenwerkingsverband. De kernopdracht van het speciaal onderwijs is binnen het samenwerkingsverband het leveren van Passend Onderwijs aan leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoefte waaraan niet voldaan kan worden in het (speciaal) basisonderwijs. De bekostiging van het speciaal onderwijs wordt van het budget van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs afgeroomd. In het samenwerkingsverband moeten nog wel afspraken worden gemaakt over de bekostiging van leerlingen gedurende het schooljaar (peildatum). Dit wordt nader uitgewerkt in hoofdstuk 5. Elke speciale school is verplicht om een schoolondersteuningsprofiel op te stellen.
4.3.
Het Speciaal Basisonderwijs
De positie van het speciaal basisonderwijs verandert qua wetgeving niet. Wel is het zo dat de bestaande samenwerkingsverbanden WSNS worden opgeheven. Formeel wordt de bekostiging van het SBO daarmee een verantwoordelijkheid voor het samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân kiest ervoor om dit decentraal te organiseren. In deze notitie zullen alleen de bekostigingsvoorwaarden worden beschreven. De (toeleiding
10
naar) toelaatbaarheidsbeschikking voor het SBO is een zaak van de samenwerkende schoolbesturen in de regio rondom de SBO’s. De bekostigingsvoorwaarden worden beschreven in hoofdstuk 5. Elke speciale basisschool is verplicht om een schoolondersteuningsprofiel op te stellen.
4.4.
Medezeggenschap
De wet medezeggenschap op scholen (WMS) wordt met de invoering van Passend Onderwijs gewijzigd. De belangrijkste wijziging is de invoering van een ‘ondersteuningsplanraad’. Deze raad functioneert op het niveau van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Net als een (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad bestaat de ondersteuningsplanraad uit evenveel ouders als personeelsleden. De leden van de Ondersteuningsplanraad worden gekozen uit en door de leden van de afzonderlijke (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden. Voor het samenwerkingsverband Passend Onderwijs betekent dit in essentie dat in de ondersteuningsplanraad, de (G)MR-en van 69 bevoegde gezagen een afvaardiging kiezen. Gezien de bestuurlijke samenstelling van de stuurgroep, is het niet aan de stuurgroep om hierover bindende uitspraken te doen. Wel geeft de stuurgroep het advies mee aan de GMR-en om te komen tot een praktisch werkbare samenstelling van de ondersteuningsplanraad, die uiteraard voldoet aan de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). Concreet is het advies aan alle medezeggenschapsorganen om de ondersteuningsplanraad op dezelfde wijze in te richten als de stuurgroep: -
2 vertegenwoordigers Bisschop Möller Stichting (ouder en personeelslid)
-
2 vertegenwoordigers CBO (idem)
-
2 vertegenwoordigers BDOF (idem)
-
2 vertegenwoordigers Noorderbasis (idem)
-
1 vertegenwoordiger cluster 3 (ouder of leerkracht)
-
1 vertegenwoordiger cluster 4 (ouder of leerkracht)
11
5.
De financiën van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs
Dit hoofdstuk richt zich specifiek op de financiën van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân en de wijze van verdeling van ondersteuningsmiddelen. In een aantal gevallen betreft het hier wettelijke regelingen. In andere gevallen keuzes die de stuurgroep maakt. Uitgangspunt voor de totstandkoming van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân is dat het voor alle schoolbesturen aantrekkelijk is in te stappen in een provinciaal samenwerkingsverband. Hierbij wil de stuurgroep zoveel mogelijk recht doen aan het behouden van het goede en de verworvenheden voor specifieke regio’s. Centraal uitgangspunt daarbij is dat het vooral ten goede komt aan leerlingen met een speciale of extra ondersteuningsbehoefte. 5.1.
Verdeling van ondersteuningsmiddelen
De verdeling van middelen is schematisch weergegeven en gaat uit van de volgende veronderstellingen op basis van nu bekende gegevens: 1.
Er is sprake van ondergebruik SO ten opzichte van het landelijke gemiddelde (normbekostiging). Hierdoor zal het budget voor speciale ondersteuning in het eerste jaar volledig besteed worden aan leerlingen met een toelaatbaarheidsbeschikking voor SO cluster 3 en 4 (inclusief de voormalige rugzakken)
2.
Het budget voor extra ondersteuning van €154,- per leerling wordt mogelijk uitgebreid met de 2% bekostiging die de SBO scholen nu rechtstreeks ontvangen. In paragraaf 5.6 zal de aanleiding daarvan worden toegelicht.
Schematisch weergegeven ziet de verdeling van middelen12 er als volgt uit:
1212
so cat 1 (CLUSTER 4, ZMLK,. LZ)
€ 7.346
so cat 2 (LG)
€ 13.024
so cat 3 (MG)
€ 19.418
normbekostiging ondersteuningsformatie bao plus bedrag mi + 2% bekostiging SBO
€ 238 € 154
12
Normbekostiging speciale ondersteuning
Ondersteuningsmiddelen extra ondersteuning
Werkelijk gebruik SO in Fryslân + verevening in 5 jaar
Middelen naar schoolbesturen basisonderwijs
Middelen naar schoolbesturen SO Bekostiging SBO
Bekostiging Speciale ondersteuning in het Bao 5.2.
Relatie met het schoolondersteuningsprofiel
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân verdeelt de ondersteuningsmiddelen over de schoolbesturen. Landelijk zijn er 3 modellen in omloop. Deze zijn niet absoluut en de wijze waarop het samenwerkingsverband Passend Onderwijs haar visie heeft omschreven zorgt ervoor dat gebruik wordt gemaakt van, in elk geval, 2 van 3 modellen. In grote lijnen worden de modellen als volgt onderscheiden: 1.
Het schoolmodel: in dit model maakt het samenwerkingsverband middelen over naar de schoolbesturen naar rato van het totale leerlingenaantal van het schoolbestuur.
2.
Het leerling model: het geld volgt de leerling. Als de leerling van het ene bevoegd gezag naar het andere gaat, maakt het verlaten bevoegd gezag de ondersteuningsmiddelen over naar het ontvangende bevoegd gezag.
3.
Het expertisemodel: in het schoolondersteuningsprofiel van de school is beschreven welke opvang- en ondersteuningscapaciteit de school heeft voor leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte. Middelen worden verdeeld naar de norm het expertiseaanbod.
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân ontvangt de ondersteuningsmiddelen. Dit totaalbedrag is, zoals in het schema uit 5.1 opgebouwd uit. 1.
Budget voor speciale ondersteuning: hierin zit de bekostiging van het aantal SO leerlingen, die woonachtig zijn in Fryslân en de bekostiging van de speciale ondersteuning in het reguliere onderwijs13. De bekostiging van de leerlingen in het speciaal onderwijs wordt vooraf door DUO-OCW afgeroomd van het budget. Tevens wordt vooraf de verevening naar het
13 Het budget voor de rugzakken is landelijk genormeerd op 1-10-2011. Een hoger aandeel speciale ondersteuning in de reguliere scholen bij invoering van Passend Onderwijs is voor rekening van de schoolbesturen
13
normbedrag afgeroomd. De verevening wordt in 5 jaar afgebouwd. Omdat er in Fryslân sprake is van ondergebruik SO + rugzakken ten opzichte van het landelijke gemiddelde, krijgt het samenwerkingsverband Passend Onderwijs over een periode van 5 jaar meer budget14. Het normbudget is €238,- per leerling. 2.
Het tweede deel van het budget betreft de extra ondersteuningsmiddelen. Het gaat hierbij om €154,- per leerling inclusief materiële bekostiging. Deze middelen worden rechtstreeks, door het samenwerkingsverband, overgemaakt naar de aangesloten schoolbesturen.
3.
In overleg met het ministerie van OCW en de werkgroep financiën, wil de stuurgroep bereiken dat de 2% bekostiging, die SBO’s nu rechtstreeks ontvangen op een andere wijze wordt verdeeld, zodat recht wordt gedaan aan alle leerlingen die deze ondersteuning nodig hebben. In paragraaf 5.6 zal nader worden uitgewerkt waarom dit voor ons samenwerkingsverband aantrekkelijker is.
5.3.
Verdeling ondersteuningsmiddelen speciaal onderwijs
De bekostiging van het speciaal onderwijs wordt verder vereenvoudigd en er wordt door de overheid 10% bezuinigd op de bekostiging van het Speciaal Onderwijs. Schoolbesturen voor het speciaal onderwijs voor cluster 3 en 4 zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband, maar ontvangen hun bekostiging rechtstreeks via DUO-OCW op basis van t-1 systematiek. De bekostiging wordt afgetrokken van het budget van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân kiest ervoor om gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de verwijzing naar het speciaal onderwijs te organiseren op basis van onderlinge solidariteit. Het streven van de stuurgroep is om ook voor het speciaal onderwijs de daadwerkelijk ingeschreven leerlingen te bekostigen. De werkgroep financiën krijgt de opdracht om hiervoor een beter voorstel te maken dan de t-1 systematiek. 5.4.
Verdeling ondersteuningsmiddelen schoolbesturen basisonderwijs
De stuurgroep kiest ervoor om de ondersteuningsmiddelen die resteren15 over te hevelen naar de schoolbesturen in het basisonderwijs. Dit gaat via het ‘Schoolmodel’. Op basis van het totale leerlingenaantal per bevoegd gezag op basis van t-1, ontvangen schoolbesturen het ondersteuningsbudget. Met dit ondersteuningsbudget bekostigen de schoolbesturen: 1.
Verwijzingen van leerlingen naar het Speciaal Basisonderwijs
2.
Tussentijdse instroom SBO
3.
Naar rato van deelnamepercentage de “niet aan een bevoegd gezag toe te schrijven leerlingen in het SBO16”
4.
De extra ondersteuning in de eigen scholen volgens eigen schoolbestuurlijk beleid.
14 Recente gegevens van 2010 geven aan dat het gaat om een totaalbedrag van €531.345,-. De periode van verevening bedraagt 5 jaar. Het eerste jaar wordt 100% verevend. Vervolgens 90%, 75%, 60% en 30%. 15 Totaalbudget voor extra en speciale ondersteuning na afroming SO, verevening en organisatiekosten van het samenwerkingsverband 16 Dit is een overgangsmaatregel. Aanmelden van leerlingen naar het speciaal basisonderwijs is voorbehouden aan de directeuren van basisscholen
14
Dit houdt in dat het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân het ‘Schoolmodel’ hanteert voor de verdeling van middelen, maar dat de schoolbesturen het ‘Leerling model’ hanteren bij de verwijzing van leerlingen naar een speciale basisschool Hoe schoolbesturen de ondersteuningsmiddelen verdelen over de eigen scholen, is een zaak van het schoolbestuur zelf. Een schoolbestuur kan een keus maken uit één van de drie beschreven verdeelmodellen, maar kan daar evengoed eigen, andere keuzes in maken. 5.5 Verdeling ondersteuningsmiddelen voormalige rugzakleerlingen In het budget voor speciale ondersteuning zijn de huidige rugzakleerlingen opgenomen. Tot de invoering van Passend Onderwijs is het mogelijk om een aanvraag17 voor een rugzak voor cluster 3 of 4 in te dienen. Daarna verdwijnt de regeling en zijn de huidige indicaties niet meer geldig. De stuurgroep kiest ervoor om de middelen voor speciale ondersteuning (na aftrek SO plaatsingen) over te hevelen naar de schoolbesturen op basis van het schoolmodel. Hierdoor is een toelaatbaarheidsbeschikking voor leerlingen met speciale ondersteuning niet nodig en is het schoolbestuur zelf in staat om de leerling een passend speciaal ondersteuningsarrangement aan te bieden. De stuurgroep wacht de behandeling in de Tweede Kamer af, voordat hierop definitieve concrete acties worden gezet. 5.6 Verdeling ondersteuningsmiddelen speciaal basisonderwijs De wijze van bekostiging van het Speciaal Basisonderwijs verdient specifieke aandacht. Nu is de bekostiging geregeld via twee kanalen: SBO scholen ontvangen op basis van 2% van de leerlingen in de samenwerkingsverbanden WSNS rechtstreeks bekostiging. Bij deelnamepercentages boven de 2% dragen de samenwerkingsverbanden WSNS bekostiging over naar de aangesloten SBO’s. Tevens dragen de samenwerkingsverbanden middelen over voor grensverkeer naar andere samenwerkingsverbanden, als leerlingen op een andere SBO worden geplaatst dan de SBO binnen het eigen samenwerkingsverband. Specifiek voor Fryslân geldt dat het huidige samenwerkingsverband WSNS Opsterwad (Opsterland en de Waddeneilanden) geen SBO in het samenwerkingsverband hebben, maar wel 2% bekostiging ontvangen. Voor de voorbereidingsgroep en de stuurgroep gelden hierbij twee belangrijke uitgangspunten. a.
Elke leerling in het SBO in Fryslân wordt bekostigd
b.
Schoolbesturen moeten, als gevolg van de verdeelsystematiek18, er niet op achteruit gaan bij toetreding tot het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân.
De wetgever heeft in de concept wettekst voor Passend Onderwijs geen wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot de bekostiging voor het SBO. Dit houdt in dat er binnen het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân afspraken gemaakt worden hoe de verdeling van middelen dan
17
Het budget voor de rugzakken is landelijk genormeerd op 1-10-2011. Een hoger aandeel in speciale ondersteuning in de reguliere school, bij invoering van Passend Onderwijs, is voor rekening van de schoolbesturen 18 Gegeven de visie van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân geldt dit niet voor achteruitgang in verdeling van middelen als gevolg van hoog verwijsgedrag en het verdwijnen van het solidariteitsprincipe voor verwijzing SBO.
15
zo plaatsvindt, dat er recht wordt gedaan aan schoolbesturen die voorheen de 2% bekostiging wel ontvingen (Opsterwad). Tegelijkertijd zal in de huidige systematiek de 2% regeling zorgen voor herverdeeleffecten voor de elf SBO voorzieningen in Fryslân. 2% van het leerlingenaantal van het samenwerkingsverband WSNS levert andere inkomsten op dan 2% van het totaal leerlingenaantal in Fryslân, verdeeld over de elf SBO scholen. Deze systematiek zorgt voor de situatie dat het ene SBO hierdoor bevoordeeld wordt ten gunste van een ander SBO. Bovendien doet dit geen recht aan verwijsgedrag in de regio’s. De stuurgroep wil dit zo pragmatisch mogelijk oplossen, zonder dat dit overbodige bureaucratie oplevert. De werkgroep die ingesteld wordt om de financiële paragraaf uit te werken, wordt ook gevraagd om met voorstellen te komen om de bekostiging zo in te richten dat voldaan wordt aan de onder a. en b. genoemde voorwaarden. De schoolbesturen gaan, met het aannemen van de middelen de volgende verplichting aan jegens de SBO’s waarnaar ze verwijzen: 1.
Volledige bekostiging van elke leerling vanuit het betreffende schoolbestuur (ook de huidige leerlingen in het SBO) op basis van t-1.
2.
Volledige bekostiging naar rato van het schoolbestuurlijke deelnamepercentage voor het betreffende SBO van leerlingen die niet zijn toe te rekenen naar schoolbesturen. Het betreft hier veelal leerlingen die afkomstig waren19 vanuit de MOD’s
3.
Bekostiging van tussentijdse instroom SBO
Met het hanteren van deze systematiek zijn alle schoolbesturen in Fryslân gelijkgeschakeld qua ondersteuningsbudget en zijn de SBO’s voorzien van de toezegging dat elke leerling in het SBO bekostigd wordt. 5.7
Het schoolondersteuningsprofiel
Het opstellen van het schoolondersteuningsprofiel is primair een schoolbestuurlijke verantwoordelijkheid. Hierdoor ontstaat, door afstemming van ondersteuningsprofielen, een dekkend aanbod in het samenwerkingsverband. Gezien de geografische grootte van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân, acht de stuurgroep het logisch om dit niet provinciaal af te stemmen. Voor de verdeling van ondersteuningsmiddelen is dit ook niet nodig, omdat de stuurgroep kiest voor het schoolmodel als verdeelsystematiek. Het is aan de schoolbesturen in de regio’s rondom een SBO voorziening om de keus te maken of het gewenst is om in onderlinge afstemming de ondersteuningsprofielen te beschrijven. Het schoolondersteuningsprofiel is een wettelijke verplichting. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht bij de vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel.
19 Dit is een overgangsmaatregel. Bij invoering van Passend Onderwijs wordt elke leerplichtige leerling aangemeld bij een reguliere basisschool. De directeur van de basisschool is verantwoordelijk voor het verzorgen van een passend onderwijsaanbod en onderwijsplek.
16
De criteria waaraan het schoolondersteuningsprofiel zijn gevat in het referentiekader Passend Onderwijs en de wetswijziging ten behoeve van de invoering van Passend Onderwijs. In het schoolondersteuningsprofiel maakt elke school duidelijk wat het aan extra ondersteuning kan bieden en aan speciale ondersteuning. De definities en benamingen in deze notitie worden door elk aangesloten bestuur in het samenwerkingsverband gebruikt. In de statuten is opgenomen op welke wijze de bevoegde gezagen verantwoording afleggen en aan wie.
17
6
De organisatie van het samenwerkingsverband
In de Startnotitie ‘Passend Onderwijs in Fryslân’ zijn de volgende zaken met betrekking tot de taak van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs beschreven: a.
De overheadkosten van het Samenwerkingsverband zijn minimaal en beperken zich tot de wettelijke taak.
b.
Het ondersteuningsplan, welke eens per 4 jaar wordt geschreven, bevat niet meer dan de regelingen die de Minister minimaal voorschrijft. 20
c.
De rol van de gemeenten komt expliciet aan de orde, zie tekst van wet (art 18 lid 6)
d.
De schoolbesturen wensen een samenwerkingsverband welke voldoet aan de eisen van de wet en de schoolbesturen maximale autonomie en regelruimte geeft.
e.
Provinciaal waar het elkaar versterkt en nodig is. Uitvoering in de regio waar het kan.
6.1.
Bevoegdheden en verantwoordelijkheden
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs heeft in elk geval de volgende wettelijke bevoegdheden: 1.
Het vaststellen van het ondersteuningsplan
2.
Het verdelen en toewijzen van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen.
3.
Het beoordelen of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs.
4.
Het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is ingeschreven
5.
Het samenwerkingsverband voert OOGO met gemeenten in het samenwerkingsverband
6.1.1. Signaleren en handelingsgerichte diagnostiek Passend Onderwijs begint bij het tijdig signaleren en handelen van leerkrachten en specialisten in en om de school. Hier ligt geen taak voor het samenwerkingsverband Passend Onderwijs, maar dit behoort tot het schoolbestuurlijke domein. Het is onderdeel van de basisondersteuning. 6.1.2. besluitvorming aanvraag toelaatbaarheidsbeschikking Ook dit is een verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Op basis van een afweging van het schoolbestuur, wordt besloten om een aanvraag voor een toelaatbaarheidsbeschikking te doen. Een aanvraag voor een toelaatbaarheidsbeschikking voor het SBO is geregeld tussen samenwerkende schoolbesturen in de regio. Zij kunnen ervoor kiezen om de permanente commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband WSNS in stand te houden. Zij kunnen er ook voor kiezen om dit anders te regelen.. Wellicht ten overvloede dient opgemerkt te worden dat besluitvorming tot de aanvraag van een toelaatbaarheidsbeschikking iets wezenlijk anders is dan het besluit tot verlenen van toelaatbaarheidsbeschikking. Het laatste is de bevoegdheid van het Samenwerkingsverband.
20
Brief minister 31-1-2011
18
6.1.3. Handelingsgericht indiceren Het ontwikkelen van een samenhangend stelsel voor toelaatbaarheidsbeschikking voor speciale onderwijsondersteuning is een complexe operatie. In het referentiekader Passend Onderwijs21 wordt niet uitgegaan van landelijke criteria. Dit is in overeenstemming met de al eerder geformuleerde lijn dat de huidige landelijke indicatiecriteria worden afgeschaft. Echter, er moet sprake zijn van rechtsgelijkheid. Tevens is in het referentiekader opgenomen dat ‘toekenning van extra zorg plaats vindt op basis van handelingsgerichte diagnostiek. Daarbij staat de vraag van de leerling centraal binnen de context van de leefomgeving, waaronder de klas of groep. De mogelijkheden van het kind, de ouders en de leerkracht zijn alle drie medebepalend voor de ondersteuningsbehoefte. Handelingsgerichte diagnostiek vertaalt de onderwijsbehoefte in directe en haalbare handelingssuggesties. De beperking of stoornis is dus niet leidend bij het bepalen wat er nodig is, maar de onderwijszorgvraag binnen de context van de school- én de thuissituatie.’
22
6.1.4. Overgangsmaatregelen Voor wat betreft de rugzakleerlingen zijn de overgangsmaatregelen aan de orde geweest in paragraaf 5.5: De indicaties uit het oude systeem zijn geldig tot 1-8-201323. De PO raad en de vakbonden hebben de afgelopen periode overleg gevoerd over mobiliteit van personeel binnen Passend Onderwijs. Dit is beschreven in een onderhandelaarsakkoord24 tussen de Minister van OCW, de sectorraden en een groot deel van de vakbonden. De implicaties die dit heeft voor de werkgelegenheid in het onderwijs zijn op dit moment lastig in te schatten. De stuurgroep beperkt zich hierbij tot haar primaire taakstelling. Zij ziet op het niveau van het samenwerkingsverband geen ruimte voor begeleidend personeel. Gezien de visie van het samenwerkingsverband ‘centraal waar het moet, decentraal waar het kan’ is het straks aan (samenwerkende) schoolbesturen om te bepalen hoe groot de behoefte is om gespecialiseerd (begeleidend) personeel aan te trekken. Zij kunnen dit bekostigen vanuit het schoolbestuurlijke budget voor extra en speciale ondersteuning. Het samenwerkingsverband is geen rechtsopvolger van de oude samenwerkingsverbanden WSNS. Verplichtingen die zijn ontstaan in de samenwerkingsverbanden WSNS, worden met de daarbij betrokken schoolbesturen opgelost in de huidige samenwerkingsverbanden WSNS. 6.2.
Opstellen ondersteuningsplan en verantwoordingsplicht
Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband voldoet aan de wettelijke eisen. Voor 1 mei 2013 is het eerste ondersteuningsplan door het bestuur i.o. van het samenwerkingsverband vastgesteld. Rekening houdend met een termijn van 6 weken voor instemming van de ondersteuningsplanraad, betekent dit dat het het bestuur i.o. van het samenwerkingsverband het ondersteuningsplan uiterlijk begin maart 2013 als voorgenomen besluit aanbiedt aan de ondersteuningsplanraad.
21
Referentiekader passend onderwijs Referentiekader passend onderwijs hoofdstuk uitwerking PO 23 In de nieuwe systematiek kan speciale ondersteuning ook worden verleend in de reguliere basisschool, op basis van het schoolondersteuningsprofiel, na verstrekking van toelaatbaarheidsbeschikking. 24 Onderhandelaarsakkoord convenant mobiliteit Passend Onderwijs, december 2011 22
19
Het bestuur van het samenwerkingsverband voldoet qua verantwoording aan de wettelijk eisen. Zie hiervoor WPO artikel 18 lid 8a t/m 8j. Dit houdt in dat in het ondersteuningsplan is opgenomen: a.
Welke visie op onderwijsondersteuning wordt gehanteerd
b.
Hoe een dekkend onderwijsaanbod is georganiseerd
c.
Welk bestuurlijk model wordt gekozen
d.
Op welke wijze bestuur en toezicht is gescheiden
e.
Hoe bestuur en management/coördinatie van het samenwerkingsverband eruit ziet
f.
Hoe ongewenste bestuurlijke situaties worden voorkomen
g.
Hoe medezeggenschap is vormgegeven
h.
Hoe de middelen worden verdeeld, inclusief overdracht middelen naar SBO en SO.
i.
Hoe het bestuur van het samenwerkingsverband horizontaal en verticaal verantwoording aflegt.
j.
Op welke wijze scholen (schoolbesturen) de resultaten van de onderwijsondersteuning verantwoorden
k.
De wijze waarop ouders worden geïnformeerd
l.
De procedure, tijdpad en criteria voor (terug)plaatsing op/van het SBO en SO.
m.
De wijze waarop Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) is gevoerd met gemeenten.
n.
De wijze waarop bezwaar ingediend kan worden tegen beslissingen van het samenwerkingsverband, volgens artikel 7:13 van de algemene wet bestuursrecht.
6.3.
Procedure (toeleiden naar ) Toelaatbaarheidsbeschikking
De wetswijziging ten behoeve van de invoering van Passend Onderwijs zegt over de taakstelling van het samenwerkingsverband in artikel 18 lid 6c het volgende: ‘het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs of het speciaal onderwijs’. Tevens wordt in artikel 18 lid 6d duidelijk gemaakt dat het samenwerkingsverband, op verzoek van een bevoegd gezag, advies kan geven over de ondersteuningsbehoefte van een leerling die ingeschreven is bij het betreffende bevoegd gezag. Zoals al eerder vastgesteld, is binnen het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Fryslân gekozen voor het scheiden van de toelaatbaarheidsbeschikking SBO en SO. Toelaatbaarheidsbeschikking voor SO vindt provinciaal plaats. Mogelijke toelaatbaarheidsbeschikking voor SBO decentraal. Het is de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur om een leerling aan te melden voor toelaatbaarheidsbeschikking. Dit geldt zowel voor SBO als voor SO.
20
6.4.
Handelingsgericht indiceren en criteria
Toelaatbaarheidsbeschikking Het ontwikkelen van een samenhangend stelsel voor toelaatbaarheidsbeschikking voor speciale onderwijsondersteuning is een complexe operatie. In het referentiekader Passend Onderwijs25 wordt niet uitgegaan van landelijke criteria. Dit is in overeenstemming met de al eerder geformuleerde lijn dat landelijke criteria worden afgeschaft. Er zal sprake moeten zijn van rechtsgelijkheid. Tevens is opgenomen in het referentiekader dat ‘toekenning van extra en speciale ondersteuning plaats vindt op basis van handelingsgerichte diagnostiek. Daarbij staat de vraag van de leerling centraal binnen de context van de leefomgeving, waaronder de klas of groep. De mogelijkheden van het kind, de ouders en de leerkracht zijn alle drie medebepalend voor de ondersteuningsbehoefte. Handelingsgerichte diagnostiek vertaalt de onderwijsbehoefte in directe en haalbare handelingssuggesties. De beperking of stoornis is dus niet leidend bij het bepalen wat er nodig is, maar de ondersteuningsvraag binnen de context van de school- én de thuissituatie.’
26
Bovenstaande leidt tot de volgende uitgangspunten: 1.
Het bestuur van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs wordt verantwoordelijk voor het afgeven van toelaatbaarheidsbeschikkingen. Zowel inhoudelijk, organisatorisch als financieel.
2.
Het beoordelen van de toelaatbaarheid tot SO vindt plaats binnen een provinciaal kader en model.
3.
Het beoordelen van de toelaatbaarheid vindt plaats via handelingsgerichte diagnostiek, conform referentiekader.
4.
Ouders zijn bij het traject betrokken.
5.
Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het leveren van adequate basisondersteuning en extra ondersteuning
6.
Het beoordelen van de toelaatbaarheid tot speciale ondersteuning is transparant, toetsbaar en onafhankelijk.
7.
Voorafgaand aan het afgeven van een toelaatbaarheidsbeschikking is er adequate basiszorg geleverd.
8.
Het schoolbestuur voor S(Ba)O is verantwoordelijk voor het bieden van een passend onderwijsarrangement na de afgifte van een toelaatbaarheidsbeschikking.
Opdracht: Een adequaat model voor het bepalen de speciale ondersteuning en de eventuele toelaatbaarheid voor leerlingen tot het speciaal onderwijs vergt nadere uitwerking. De stuurgroep stelt voor een werkgroep van inhoudelijk specialisten in te richten die de stuurgroep voorstellen doet om te komen tot een gedragen model voor het beoordelen van toelaatbaarheid tot speciale onderwijs. De wetswijziging en eventuele AMVB’s27 zijn de leidraad. De hierboven geformuleerde uitgangspunten vormen de opdracht voor de werkgroep. De werkgroep geeft de stuurgroep ook een advies over de
25 26 27
Referentiekader passend onderwijs Referentiekader passend onderwijs hoofdstuk uitwerking PO Algemene Maatregel van Bestuur
21
kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de commissie die zorg draagt voor de uitvoering van het beoordelen van de toelaatbaarheid.
6.5.
Tijdpad aanvraag toelaatbaarheidsbeschikking en plaatsing speciaal onderwijs
Zie opdracht 6.4
6.6.
Bezwaar
Het samenwerkingsverband organiseert, al dan niet samen met andere samenwerkingsverbanden, de mogelijkheid bezwaar te kunnen indienen en voldoet daarmee aan het wettelijk kader. Deze mogelijkheid wordt opgenomen in het statuut en reglement van het samenwerkingsverband. Deze commissie kent geen beroepsmogelijkheid. Beroep kan ingediend worden bij de arrondissementsrechtbank. 6.7.
Procedure toelaatbaarheidsbeschikking speciaal basisonderwijs
Het beoordelen of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal basisonderwijs is een wettelijk taak voor het samenwerkingsverband. In Fryslân wordt de keuze gemaakt om dit decentraal te organiseren. De opdracht wordt neergelegd bij de bevoegde gezagen van de SBO’s. Zij krijgen de opdracht om dit, in samenspraak met schoolbesturen in de eigen regio, te organiseren.
Zie opdracht 6.4 6.7.1. Mogelijke toelaatbaarheidsbeschikking SBO en criteria28 Het wettelijk kader en het referentiekader Passend Onderwijs is hierbij leidend. De wijze waarop dit georganiseerd is wordt beschreven. In het huidige toezichtkader is in elk geval opgenomen dat beschreven moet zijn: 1.
De procedures voor onderzoek van leerlingen in verband met plaatsing op een SBO.
2.
De procedure die gehanteerd wordt bij plaatsing op het SBO.
3.
Het tijdpad waaruit blijkt wat de duur van de besluitvorming door de ingestelde commissie is.
6.7.2. Relatie met toelaatbaarheidsbeschikking speciaal onderwijs Op basis van het schoolondersteuningsprofiel wordt duidelijk wat een SO school of SBO school kan bieden. Op basis hiervan maakt een schoolbestuur de keuze om een leerling aan te melden voor mogelijke toelaatbaarheidsbeschikking SBO of voor toelaatbaarheidsbeschikking SO. Een mogelijke inhoudelijke opdracht voor de werkgroep toelaatbaarheidsbeschikking is om te beschrijven hoe afstemming ontstaat tussen toelaatbaarheidsbeschikking SBO en toelaatbaarheidsbeschikking SO, om te voorkomen dat leerlingen tussen wal en schip geraken. Hiermee komt het sa28
De eisen die gesteld worden aan het zogenaamde deskundigenadvies, die via AMvB bekend wordt gemaakt, zijn hierbij leidend.
22
menwerkingsverband tegemoet aan de wettelijke verplichting dat het samenwerkingsverband een dekkend aanbod van ondersteuningsvoorzieningen heeft. 6.7.3. Bezwaar Het samenwerkingsverband organiseert, al dan niet samen met andere samenwerkingsverbanden, de mogelijkheid om bezwaar te kunnen indienen en voldoet daarmee aan het wettelijk kader. Deze mogelijkheid wordt opgenomen in het statuut en reglement van het samenwerkingsverband. Deze commissie kent geen beroepsmogelijkheid. Beroep kan ingediend worden bij de arrondissementsrechtbank
6.8.
Inrichting werkzaamheden t.b.v. het Samenwerkingsverband
De startnotitie “Passend Onderwijs in Fryslân” gaat uit van een minimale –wettelijke- taakstelling voor het samenwerkingsverband. Dit houdt in dat schoolbesturen zoveel mogelijk in de gelegenheid worden gesteld om uitvoering te geven aan Passend Onderwijs. Het basis ondersteuningsprofiel is een kerntaak en wordt school bestuurlijk geregeld. Het extra ondersteuningsprofiel wordt eveneens schoolbestuurlijk vastgesteld. Omdat de eventuele toeleiding naar het speciaal basisonderwijs een zaak is van samenwerkende schoolbesturen in de regio rondom de SBO voorziening, is het verstandig het extra ondersteuningsprofiel in ieder geval regionaal af te stemmen. Resteert de toeleiding naar het Speciaal Onderwijs cluster 3 en 4. Dit is provinciaal geregeld op basis van onderlinge solidariteit. Elk kind dat recht heeft op onderwijs op een cluster 3 of 4 school kan daar terecht. De bekostiging is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de schoolbesturen voor primair en speciaal onderwijs in Fryslân. 6.8.1. Uitvoering ondersteuningsplan Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor het opstellen van het ondersteuningsplan. De uitvoering van het ondersteuningsplan ligt op inhoud grotendeels bij de schoolbesturen. Zij hebben de verantwoordelijkheid Passend Onderwijs waar te maken. Op het niveau van het samenwerkingsverband ligt de uitvoeringsverantwoordelijkheid voor Passend Onderwijs minder op inhoud en meer op –strategisch- overleg met ketenpartners (gemeenten en
zorginstellingen),
control
van
de
ondersteuningsmiddelen,
verantwoording
naar
OCW/DUO/Inspectie en toelaatbaarheidsbeschikking van leerlingen SO 3 en 4. 6.8.2. Inrichting commissie voor toelaatbaarheidsbeschikking De inhoudelijke uitwerking van de toelaatbaarheidsbeschikking voor cluster 3 en 4 is als opdracht geformuleerd in 6.4. Los daarvan is in de startnotitie “Passend Onderwijs in Fryslân” vastgelegd dat een commissie die toelaatbaarheidsbeschikkingen afgeeft in elk geval transparant, toetsbaar en onafhankelijk zijn werk uitvoert. De inrichting van bovenstaande commissie is onderdeel van de opdracht voor de werkgroep toelaatbaarheidsbeschikking. (zie 6.4)
23
6.8.3. Bestuur, toezicht en dagelijkse leiding Alle besturen voor primair en speciaal onderwijs in Fryslân moeten aansluiten bij een samenwerkingsverband. In de statuten is opgenomen om welke bevoegde gezagen het gaat. Besturen voor speciaal onderwijs buiten Fryslân, met leerlingen afkomstig van de aangesloten schoolbesturen, hebben het recht op ‘opting in’. Het bestuur voor speciaal onderwijs kan zich aanmelden als lid. Het samenwerkingsverband heeft acceptatieplicht. Door de keuze voor een minimale taakstelling en de daaruit voortvloeiende conclusie dat een stichting de beste bestuursvorm is, gelden de regels van de stichtingsvorm voor de aansluiting. Dit houdt in: a.
Dat schoolbesturen zijn aangesloten bij de stichting
b.
Dat in een aparte aansluitovereenkomst de relatie tussen stichting een schoolbestuur is geregeld.
Het samenwerkingsverband voldoet aan de code goed bestuur. De stuurgroep komt, wanneer duidelijk is hoe de organisatie van het samenwerkingsverband eruit moet zien, met een voorstel op welke wijze bestuur en toezicht van elkaar gescheiden zijn. 6.8.4. Verdeling financiën en controlfunctie Na aftrek kosten van leerlingen met een speciaal ondersteuningsprofiel en de organisatiekosten van het samenwerkingsverband, ontvangen de aangesloten schoolbesturen ondersteuningsmiddelen op basis van het ‘schoolmodel’. Dit houdt in dat het aantal ongewogen basisschoolleerlingen per schoolbestuur het ondersteuningsbudget bepaalt. Van dit ondersteuningsbudget betaalt het schoolbestuur gedurende het verblijf in elk geval elke leerlingen die verwezen is naar het SBO. Geld volgt hierbij dus de leerling. Deze verdeelsystematiek gaat volgens het principe ‘leerlingmodel’. Uit de voorlopige cijfers, die aangeleverd zijn door OCW, blijkt dat het samenwerkingsverband Fryslân over een ondersteuningsbudget beschikt van € 15 miljoen. Indien de 2% regeling hierbij opgeteld wordt, gaat het om ongeveer € 25 miljoen. Bovenstaande maakt duidelijk dat transparantie over besluitvorming en toewijzing van middelen essentieel is. Het maakt ook duidelijk dat de kwaliteit van de bedrijfsvoering van het samenwerkingsverband optimaal moet zijn. Hoewel minimaal ingericht, worden er hoge eisen gesteld aan de directievoering en de controlfunctie. De wijze van inrichting is passend bij de besturingsfilosofie en inhoudelijk een punt voor nader overleg. 6.8.5. Opstellen jaarrekening en inhoudelijke verantwoording Het samenwerkingsverband heeft de wettelijke verplichting zich via jaarrekening en bestuursverslag te verantwoorden. Niet alle wettelijke taken worden centraal georganiseerd. De schoolbesturen hebben de verplichting zich te verantwoorden naar het samenwerkingsverband. Het gaat hierbij voornamelijk om de wijze waarop de extra onderwijsondersteuning heeft plaatsgevonden.
24
Ondersteuningsmiddelen vanuit het samenwerkingsverband, die zijn ingezet binnen het eigen schoolbestuur, worden via de schoolbestuurlijke jaarrekening verantwoord. 6.8.6. Overzicht kosten en werkzaamheden t.b.v. het samenwerkingsverband Deze paragraaf staat in relatie tot 6.8.4 en hoofdstuk 7. De komende periode zal OCW de cijfers van 2011 verstrekken aan de samenwerkingsverbanden. Er wordt een werkgroep financiën ingesteld die, op basis van de cijfers 2011 een concept meerjarenbegroting maakt. Op basis van de meerjarenbegroting, en de adviezen van de werkgroep financiën, kan de stuurgroep voorstellen doen naar de aangesloten schoolbesturen over de inrichting en organisatie van het samenwerkingsverband.
25
7.
Partners in de keten
Het samenwerkingsverband heeft de wettelijke taak om Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) te voeren met de betrokken gemeenten. De gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor de eerstelijnszorg, maar krijgen in de komende jaren te maken met decentralisatie van de jeugdzorg. 7.1.
De relatie met de gemeenten in Fryslân
Veel samenwerkingsverbanden hebben straks te maken met meerdere gemeenten. In Fryslân geldt dit zeker. Formeel gezien moet over het ondersteuningsplan met alle gemeenten in Fryslân OOGO gevoerd worden. De PO raad heeft als sectororganisatie hierop een aanbod gedaan om mee te denken met de stuurgroep om te bekijken op welke wijze de aansluiting tussen het onderwijs en de gemeenten het beste kan worden vormgegeven. De stuurgroep maakt gebruik van dit aanbod. 7.2.
De relatie met ketenpartners, Jeugdzorg en CJG
Ieder schoolbestuur heeft, ook nu al, te maken met ketenpartners. Op lokaal niveau is de samenwerking tussen het onderwijs en de CJG’s geregeld. Het samenwerkingsverband hanteert het uitgangspunt dat alles wat op decentraal niveau goed geregeld kan worden, ook op dat niveau zijn uitwerking moet hebben. Op provinciaal niveau gaat het dan om kaderstellende afspraken te maken met de ketenpartners, zodat elk schoolbestuur in Fryslân kan profiteren van de ketenpartners.
26
8.
Concept (meerjaren)begroting SWV Passend Onderwijs in Fryslân
Naast een werkgroep toelaatbaarheidsbeschikking, die een advies formuleert over de speciale onderwijsondersteuning en de kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de commissie die toelaatbaarheidsbeschikkingen afgeeft, richt de stuurgroep ook een werkgroep financiën in. Deze werkgroep bestaat uit financieel specialisten uit het werkveld. De werkgroep krijgt de opdracht mee om een advies te formuleren aan de stuurgroep over: a.
de wijze waarop de meerjarenbegroting gemaakt zou moeten worden (model)
b.
hoe de middelen op transparante wijze worden verdeeld (techniek, betaalritmes)
c.
hoe de controlcyclus wordt vormgegeven
d.
hoe de bedrijfsvoering ingericht kan worden
e.
de eerste begroting van het samenwerkingsverband
27
9.
Verklarende woordenlijst en afkortingen
PO
Primair Onderwijs
SBO
Speciaal basisonderwijs
SO
Speciaal Onderwijs
OCW
Het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen
WPO
Wet op het primair onderwijs
WEC
Wet op de expertisecentra
BDOF
Bovenschool Directie Orgaan Fryslân, koepel van openbare schoolbesturen
CBO
Coöperatie voor Christelijk Basisonderwijs, koepel voor Christelijke schoolbesturen
Noorderbasis
Schoolbestuur voor Gereformeerd primair onderwijs
Bisschop Möller Stichting
Schoolbestuur voor Katholiek onderwijs in Fryslân
Renn4
Schoolbestuur en expertisecentrum voor cluster 4 (gedrag)
Cluster 3
Schoolbesturen en expertisecentrum voor leerlingen cluster 3: verstandelijk, lichamelijk en meervoudig gehandicapte leerlingen. Op dit moment nog verenigd in REC Fryslân
Referentiekader
Het geheel van werkwijzen en afspraken waarnaar schoolbesturen zich richten bij de vormgeving van de Zorgplicht Passend Onderwijs
OOGO
Op Overeenstemming Gericht Overleg
REC
Regionaal expertisecentrum van cluster 3 of 4
WSNS
Weer Samen Naar School
Ondersteuningsprofiel
Hierin staat beschreven op welke wijze de school –minimaal- basiszorg aanbiedt en wat de specifieke ondersteuningsmogelijkheden van de school zijn. Onderscheiden worden drie profielen: a.
Basis ondersteuning: preventieve en licht curatieve interventies die binnen de basisschool, waar nodig met inzet van expertise van andere scholen en soms met inzet van ketenpartners, zonder toelaatbaarheidsbeschikking planmatig worden uitgevoerd.
b.
Extra ondersteuning: een ondersteuning of kwaliteitsarrangement waarbij op veronderstelde specifieke langdurige onderwijsbehoeften van leerlingen een zorgvuldige analyse en han-
28
delingsgerichte diagnose plaatsvindt en (met behulp van derden) een passend onderwijs arrangement wordt aangeboden bij voorkeur op de basisschool en mogelijk op de speciale basisschool. c.
Speciale ondersteuning: een structureel of tijdelijk onderwijsarrangement
gelegitimeerd
door
toelaatbaarheidsbeschikking,
passend bij de speciale onderwijsbehoefte van leerlingen, welke thuisnabij wordt aangeboden door de speciale school of een basisschool die het speciale ondersteuningsprofiel voert WMS
Wet op de medezeggenschap op scholen
(G)MR
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
Ondersteuningsplan
Hierin staat beschreven op welke wijze het samenwerkingsverband de wettelijke taken georganiseerd heeft en hoe de middelen worden verdeeld.
Ondersteuningsplanraad
Een nieuw in te richten orgaan met als enige taak om uitvoering te geven aan het instemmingsrecht op het ondersteuningsplan
ZMLK, LZ, LG, MG
Zeer Moeilijk Lerende Kinderen, Langdurig zieken, Lichamelijk gehandicapten, Meervoudig gehandicapten
DUO
Dienst Uitvoering Onderwijs
AMVB
Algemene Maatregel van Bestuur
AWB
Algemene Wet Bestuursrecht
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
29