NOTA VERBONDEN PARTIJEN VERSIE tweede Collegevoorstel, na aanvullend overleg met Hans | 18 januari 2013
Inhoudsopgave 1. Doelstelling en reikwijdte, wettelijk kader .............................................................................................. 3 1.1 Doelstelling en reikwijdte ....................................................................................................................... 3 1.2 Verbonden partijen en het wettelijk kader ............................................................................................. 3 2. Verbonden partijen en het Sliedrechts regiemodel ................................................................................. 5 2.1 Invloed en risico’s bij verbonden partijen ............................................................................................... 5 2.2 Sturing als eigenaar en sturing als afnemer ............................................................................................ 5 2.3 Sliedrechts regiemodel............................................................................................................................ 6 3. Verbonden partijen in de begrotings- en verantwoordingscyclus ........................................................... 7 3.1 De cyclus van de gemeente Sliedrecht ................................................................................................... 7 3.2 De cycli van verbonden partijen.............................................................................................................. 7 3.3 Informatie over deelname in gemeenschappelijke regelingen ............................................................... 8 4. Nieuwe verbonden partijen en beëindiging deelname ............................................................................ 9 BIJLAGE: Overzicht verbonden partijen ..................................................................................................... 10 Publiekrechtelijke verbonden partijen ........................................................................................................ 10 Privaatrechtelijke verbonden partijen ........................................................................................................ 15
1. Doelstelling en reikwijdte, wettelijk kader De gemeente Sliedrecht laat veel taken door de eigen organisatie uitvoeren. In een toenemend aantal gevallen wordt echter gekozen voor samenwerking met bijvoorbeeld andere gemeenten in een nieuwe (uitvoerings)organisatie. De gemeente Sliedrecht heeft dan niet meer rechtstreeks zeggenschap over die organisatie, maar door middel van vertegenwoordigers in het bestuur en financiële bijdragen. In die gevallen is er sprake van een ‘verbonden partij’. verbonden partij:
een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de (…) gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft1
Dit hoofdstuk geeft aan welke ruimte de gemeenteraad, kaderstellend en controlerend heeft en op welke wijze daar in Sliedrecht invulling aan wordt gegeven. Vervolgens beschrijft het de aard van verbonden partijen en het kader aan wet- en regelgeving waarbinnen ze opereren.
1.1 Doelstelling en reikwijdte De gemeenteraad van Sliedrecht heeft in de Financiële Verordening uitgesproken dat het de kaderstelling voor de verbonden partijen wil regelen in een Nota verbonden partijen: Artikel 12 Nota verbonden partijen Het college neemt in een nota de kaders en richtlijnen op die voor het college van burgemeester en wethouders uitgangspunt moeten zijn bij aangaan en beheren van relaties met verbonden partijen. Het college biedt de nota en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota wordt ten minste één keer in de vier jaar geactualiseerd Dit betekent niet dat de Nota Verbonden partijen het enige moment is waarop de raad kan sturen, maar wel dat eens in de vier jaar de (procedurele) afspraken tussen college en raad worden vastgelegd. Deze nota beoogt dan ook niet vragen te beantwoorden over welke taken door de Drechtsteden moeten worden uitgevoerd of hoeveel subsidie aan de Stichting Bedrijvencentrum wordt gegeven. De nota beoogt ook niet een uitputtende beslisboom te scheppen voor toekomstige ontwikkelingen, maar juist een kader te bieden waarbinnen het college de komende vier jaar kan werken. Bijzondere, nieuwe ontwikkelingen zullen aan de raad voorgelegd worden. Daarnaast wordt in deze nota vastgelegd hoe de vertegenwoordigers in gemeenschappelijke regelingen optreden en op welke wijze daarover gerapporteerd wordt.
1.2 Verbonden partijen en het wettelijk kader Gemeenschappelijke regelingen, zoals die voor de Drechtsteden zijn de bekendste verbonden partijen – daar zijn de belangen het duidelijkst zichtbaar. Maar ook deelnemingen als aandeelhouder in bijvoorbeeld Eneco of de NV Oasen kennen zowel een bestuurlijk als een financieel belang. Een overzicht van de verbonden partijen is als bijlage bij deze nota opgenomen. Publiekrechtelijke verbonden partijen (Gemeenschappelijke regelingen) Bij publiekrechtelijke participaties gaat het om de deelname van de gemeente aan gemeenschappelijke regelingen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De Wgr is in essentie het wettelijk kader voor de -vrijwillige- samenwerking tussen gemeenten voor de uitvoering van lokale taken. Indien gemeenten kiezen om krachtens de Wgr samen te werken kan uit verschillende varianten worden gekozen, afhankelijk van de intensiteit van de samenwerking.
1
Besluit begroting en verantwoording, artikel 1b 3
De Wgr biedt de mogelijkheid aan gemeenten om op verschillende wijzen gemeenschappelijke regelingen 2 aan te gaan. Telkens is echter een raadsbesluit nodig , om de regeling vast te stellen of om het college of de burgemeester daartoe toestemming tegeven: 1. De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van twee of meer gemeenten kunnen afzonderlijk of tezamen, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die gemeenten. 2. de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters gaan niet over tot het treffen van een regeling dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. 3. Onder het treffen van een regeling wordt in dit artikel mede verstaan het wijzigen van, het toetreden tot en het uittreden uit een regeling. Een gemeenschappelijke regeling met eigen rechtspersoonlijkheid is een vorm van van verlengd lokaal bestuur. Met het begrip “verlengd lokaal bestuur" wordt tot uitdrukking gebracht dat samenwerkingsverbanden beleidsmatig en institutioneel zijn geworteld in de gemeenten en daaraan hun taakopdracht en hun (democratische) legitimatie ontlenen. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden moeten beschouwd worden als een functionele hulpstructuur met een van de gemeenten afgeleid karakter en uitdrukkelijk niet als een zelfstandige bestuurseenheid of bestuurslaag. Privaatrechtelijke verbonden partijen De Gemeentewet gaat ervan uit dat de overheid taken in eerste instantie zelf uitvoert. Pas wanneer er bijzondere redenen voor zijn mag het college van B&W besluiten als private partij deel te nemen in een samenwerkingsverband: Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. 3 Het college van B&W mag een dergelijk besluit niet eigenstandig nemen. Eerst dient de raad in de gelegenheid gesteld te worden om te reageren en de provincie moet het besluit goedkeuren: Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. Een dergelijk besluit behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten. De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. 4 Deelname in privaatrechtelijke organisaties is dus niet iets vanzelfsprekends. In een aantal gevallen is deelname historisch gegroeid – het bezit van aandelen in nutsbedrijven bijvoorbeeld. In andere gevallen is besloten tot deelname omdat het een betere manier was om beleidsdoelen te realiseren dan uitvoering door de eigen gemeentelijke organisatie. Publiek Private Samenwerking Een bijzondere vorm van samenwerking met andere partijen is de Publiek Private Samenwerking (PPS). Deze kan in verschillende vormen bestaan en wordt over het algemeen toegepast bij bouwprojecten, waarbij private partijen en de overheid elk hun eigen verantwoordelijkheden en/of middelen inbrengen. Beslispunt 1:
Samenwerking vindt in principe plaats in een gemeenschappelijke regeling. Privaatrechtelijke samenwerkingsvormen worden alleen aangegaan wanneer expliciet kan worden onderbouwd waarom dat de meest aangewezen vorm is.
2
Wet gemeenschappelijke regelingen, artikel 1 Gemeentewet, artikel 160, tweede lid 4 Gemeentewet, artikel 160, tweede en derde lid 3
4
2. Verbonden partijen en het Sliedrechts regiemodel 2.1 Invloed en risico’s bij verbonden partijen Uit de hierboven gebruikte definitie van verbonden partijen werd duidelijk dat er zowel een bestuurlijk als een financieel belang aanwezig is voor de gemeente. Deze kunnen naar aard en omvang echter verschillen. Bestuurlijk belang / invloed De wijze waarop sturing en controle op verbonden partijen plaatsvindt is afhankelijk van de aard en de omvang van de betreffende partij. Dat is zowel in de inhoud als in het proces herkenbaar. De ruimte voor inhoudelijke zeggenschap is groter wanneer de gemeente zelf een bestuurder levert of zelf de bijdrage vaststelt. Ook het aantal deelnemers naast Sliedrecht in de partij is hiervoor bepalend: binnen de Drechtsteden is de invloed op de inhoudelijke besluitvorming en de processen groter dan binnen de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid of in de aandeelhouders-vergadering van Eneco. Die beperkte ruimte is niet per definitie bezwaarlijk, maar noopt wel tot effectieve inrichting van de eigen processen. Te meer daar wijzigingen in gemeenschappelijke regelingen door alle partijen gelijkluidend moeten worden vastgesteld om in werking te kunnen treden. Financieel belang / risico Een verbonden partij voert een eigen financiële huishouding. Dat betekent dat overschrijdingen of verliezen gedekt moeten worden. Dan kan de gemeente financieel bijspringen, waardoor de kosten oplopen, of een (private) verbonden partij failliet laten gaan, waardoor de gemeente ingelegde bedragen kwijt is. Het komt natuurlijk ook voor dat er winst wordt gemaakt in de verbonden partij, dan heeft de gemeente daar voordeel van, bijvoorbeeld door dividenduitkeringen. Financiële risico’s kunnen worden afgedekt door het treffen van voorzieningen of worden beperkt door actief te sturen. De omvang van het risico en de kans dat het risico zich daadwerkelijk voordoet zijn bepalend voor de keuzes die daarin gemaakt worden. Het is overigens van belang te constateren dat de combinatie van risico en invloed niet direct bepalend is voor de keuze om deel te nemen in een verbonden partij. Wanneer een hoog risico ook bestaat bij uitvoering door de gemeente zelf hoeft dat geen bezwaar te zijn voor overdracht. Het belang zit in de wijze waarop met risico’s en invloed wordt omgegaan: Worden risico’s voldoende onderkend (en afgedekt) in de begroting van de verbonden partij of de gemeentelijke begroting? Wordt de bestuurlijke invloed op de juiste wijze ingezet om de belangen van Sliedrecht te beschermen? En welke rol heeft de raad daarin? In de gemeentelijke programmabegroting worden gesignaleerde risico’s bij de verbonden partijen benoemd en waar nodig worden risico’s afgedekt in het weerstandvermogen of met voorzieningen. Beslispunt 2:
Beslispunt 3:
De gemeente maakt gebruik van de beschikbare mogelijkheden om zeggenschap uit te oefenen in verbonden partijen: door deel te nemen aan stemmingen en door het voordragen van bestuurders. De gemeente waakt ervoor dat risico’s in verhouding blijven staan tot de risico’s die de gemeente bij zelfstandige uitvoering zou lopen en dekt risico’s af binnen de verbonden partij of in de eigen begroting.
2.2 Sturing als eigenaar en sturing als afnemer Het beheer van verbonden partijen heeft over het algemeen twee aspecten: de gemeente is (gedeeld) eigenaar van de organisatie en de gemeente is afnemer van diensten of producten. De gemeente als eigenaar Een samenwerking wordt aangegaan omdat verwacht wordt dat een bepaald beleidsdoel van de gemeente beter of efficiënter door een verbonden partij kan worden gerealiseerd. Voor de uitvoering wordt dan
5
echter een partij gecreëerd waar de gemeente mede-eigenaar van is. Dat betekent een verantwoordelijkheid voor het aansturen en beheren van die partij. Het is dus een afgeleide verantwoordelijkheid, maar wel één die nadrukkelijk geborgd dient te worden. Overschrijdingen, tekorten of faillissementen komen immers mede voor rekening van Sliedrecht. Daarbij staan beginselen van behoorlijk bestuur voorop die passen bij de betreffende partij en die zijn vastgelegd in 5 bijvoorbeeld de Nederlandse code voor goed openbaar bestuur of de Corporate governance code (de ‘code Tabaksblat’). De belangen in het eigenaarschap zullen overigens over het algemeen voor alle deelnemende partijen gelijk zijn, daarin verschillen ze nadrukkelijk van de belangen als afnemer. De gemeente als afnemer De beleidsdoelen van Sliedrecht worden als het goed is bereikt door de prestaties van de verbonden partijen. De verbonden partij werkt echter aan de beleidsdoelen van meerdere organisaties en hebben daarom over het algemeen zelf ruimte om te formuleren hoe ze binnen hun doelstelling opereren. Het is dus aan de gemeente om te bezien of de diensten die de verbonden partij levert voldoen aan het criterium ‘beter en/of efficiënter’ dan zelf doen. Beslispunt 4: Beslispunt 5:
Bij deelname aan verbonden partijen wordt expliciet aangegeven aan welke beleidsprogramma’s en –doelstellingen de partij bijdraagt. De wijze waarop de verbonden partij die doelstellingen realiseert en de wijze waarop de bedrijfsvoering wordt ingericht is primair een aangelegenheid van de verbonden partij en de bestuurders daarvan. De gemeente toetst wel of de betreffende partij zich houdt aan beginselen van behoorlijk bestuur.
2.3 Sliedrechts regiemodel De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het besluit over ‘de toekomst van Sliedrecht’ de hoofdlijnen vastgesteld voor het werken volgens het regiemodel. De keuzes die daarbij werden gemaakt voor de eigen organisatie gelden evenzeer voor de sturing op verbonden partijen: Het college bestuurt en beheert de (…) samenwerkingsverbanden met inachtneming van bovengenoemde besluiten.
6
In die besluiten, en de onderbouwing daarvoor, heeft de raad onder meer uitgesproken dat gezamenlijke uitvoering van overheidstaken aan de orde is wanneer problematiek een regionaal schaalniveau heeft en in samenhang moet worden aangepakt. Tegelijkertijd kan worden gekozen voor uitvoering via de markt wanneer dit langdurig betere kwaliteit of efficiency oplevert. Uitvoering via de markt kan plaatsvinden via aanbesteding of bijvoorbeeld door subsidies. Deze instrumenten geven de gemeente maximale invloed en sturingsmogelijkheid, maar zijn niet voor alle taken geschikt of leiden tot hoge kosten of risico’s. Het is daarom een alternatieve keuze. Wanneer op die wijze voldoende zekerheid voor continuïteit of kwaliteit kan worden gegarandeerd kan worden, worden de opties afgewogen. Beslispunt 6: Beslispunt 7:
5 6
De gemeente kiest voor samenwerking met andere overheidspartijen wanneer daarmee kwaliteits- of efficiencywinst geboekt kan worden. Bij de keuze voor (uitbreiding van) samenwerking wordt ook overwogen of uitvoering via uitbesteding in de markt eenzelfde of beter resultaat kan opleveren.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2009 Raadsbesluit ‘De toekomst van Sliedrecht’, d.d. 21 februari 2012 6
3. Verbonden partijen in de begrotings- en verantwoordingscyclus De gemeenteraad heeft slechts een gedeeltelijke invloed op de keuzes die verbonden partijen maken. Het is dus van belang om de mogelijkheden die er wel zijn goed te benutten. De wetgever heeft dan ook bepaalde eisen gesteld om gemeenten te verplichten hun deelname in verbonden partijen inzichtelijk te maken en te verantwoorden.
3.1 De cyclus van de gemeente Sliedrecht De wetgever stelt in het Besluit begroting en verantwoording (BBV) een aantal eisen aan de wijze waarop gemeenten hun financiële cyclus inrichten en welke informatie ze daarbij presenteren. Zo moet in de begroting elk jaar een paragraaf over verbonden partijen worden opgenomen: De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste: a. de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; b. de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen. 7 In de jaarlijkse verantwoording van de gemeentefinanciën moet daarnaast inzicht gegeven worden in de financiële positie van verbonden partijen en de ontwikkelingen daarin: In de lijst van verbonden partijen wordt ten minste de volgende informatie verstrekt over verbonden partijen: a. de naam en de vestigingsplaats; b. het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; c. de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente onderscheidenlijk provincie in de verbonden partij heeft; d. het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; e. het resultaat van de verbonden partij.8 Deze formele eisen vormen het basisniveau waaraan de financiële jaarstukken moeten voldoen. Eén keer in de vier jaar komt daarbij een Nota verbonden partijen, zoals deze, waarin het beleid uitgebreider wordt weergegeven. Het college heeft daarenboven een actieve informatieplicht wanneer zich, buiten de geijkte momenten majeure ontwikkelingen voordoen bij verbonden partijen. Wanneer in de loop van het jaar grote veranderingen in de financiële situatie plaatsvinden of in de wijze waarop een verbonden partij het openbaar belang dient wordt de raad daarover op dat moment geïnformeerd en zo nodig geadviseerd een besluit te nemen. Beslispunt 8:
Het college informeert de raad bij de financiële stukken op de wettelijke verplichte wijze en daarenboven wanneer zich majeure ontwikkelingen voordoen.
3.2 De cycli van verbonden partijen De raad heeft al eerder aangegeven hoe met zienswijzen op besluiten van gemeenschappelijke regelingen, die door de raad zijn aangegaan, moet worden omgegaan: Het college van B&W stelt standaard voor ieder ontwerpbesluit van een ander orgaan, waarop een zienswijze wordt gevraagd, ten behoeve van de opiniërende bijeenkomst en/of raadsvergadering een conceptzienswijze op. Aan de Raad wordt voorgelegd in te stemmen met de conceptzienswijze. De Raad verstrekt, d.m.v. instemming van de conceptzienswijze, het College opdracht om de zienswijze namens de Raad naar het betreffende orgaan te zenden. 9
7
Besluit Begroting en Verantwoording, artikel 15 Idem, artikel 69 9 Cf. besluit Groot-Presidium 2 september 2009 en 24 januari 2012 8
7
Het college zal de zienswijzen opstellen aan de hand van de uitgangspunten die in hoofdstuk 2 verwoord zijn. Die vormen het kader voor beoordeling van de prestaties van de betreffende regeling. Beslispunt 9:
Het college ondersteunt de raad bij het indienen van een zienswijze op die ontwerpbesluiten waarop die wordt gevraagd door gemeenschappelijke regelingen van de raad.
3.3 Informatie over deelname in gemeenschappelijke regelingen De Wet gemeenschappelijke regelingen verplicht gemeenten een register bij te houden van regelingen: Burgemeester en wethouders houden een register bij van de regelingen waaraan hun gemeente deelneemt. 10 In het register moet worden opgenomen welke deelnemers en welke bevoegdheden een regeling heeft, onder welk juridisch kader de regeling functioneert en ook wat het adres en vestigingsplaats is van de regeling. In Sliedrecht wordt deze informatie in de begroting, in de paragraaf Verbonden Partijen weergegeven, waarmee die paragraaf ook het vigerende register is. Daarnaast verplicht de wet de gemeente om nieuwe gemeenschappelijke regelingen en wijzigingen ‘op de gebruikelijke wijze’ te publiceren. In het memorie van toelichting bij de wetswijziging die op dit moment in voorbereiding is wordt dat verder gespecificeerd: De besluiten tot het treffen van een regeling dienen op grond van artikel 3:42, tweede lid, van de Awb bekend gemaakt te worden. Het ligt voor de hand dat tegelijkertijd de inhoud van de regeling, die zelf geen besluit is, bekend wordt gemaakt. 11
10 11
Wet gemeenschappelijke regelingen, artikel 27, eerste lid Memorie van toelichting Wgr, 29-3-2012 8
4. Nieuwe verbonden partijen en beëindiging deelname In hoofdstuk 1 is al aangegeven welke kaders de wet stelt voor het deelnemen door een gemeente aan gemeenschappelijke regelingen of privaatrechtelijke partijen. Vervolgens is ook aangegeven welke consequenties worden verbonden aan het raadsbesluit over de Toekomst van Sliedrecht: dit betekent dat kwaliteitswinst en/of efficiencywinst aanleiding zijn voor het via de markt of gezamenlijk met andere overheden uitvoeren van taken. In de huidige situatie is dat vooral een kader voor het beoordelen van de prestaties van partijen waarin Sliedrecht op dit moment deelneemt. Dezelfde overwegingen zullen echter gelden wanneer de keuze voorligt om taken in een nieuw samenwerkingsverband onder te brengen. Wanneer de raad de het bevoegd gezag is voor het aangaan van een gemeenschappelijke regeling zal het college de raad eerst door middel van een startnotitie in de gelegenheid stellen om overwegingen mee te geven bij de uitwerking van een voorstel. Datzelfde geldt wanneer het college overweegt voor te stellen de deelname in een verbonden partij te beëindigen. Wanneer het bevoegdheden van het college betreft zal het college zorg dragen voor een adequate informatievoorziening en besluitvorming. Elke overeenkomst, dus ook die tot het instellen van een verbonden partij, behoort heldere voorwaarden te bevatten over het beëindigen daarvan: bijvoorbeeld door een omschrijving van de voorwaarden waaronder uittreding kan plaatsvinden of door procesmatige bepalingen over de te nemen stappen en geschilbeslechting. Beslispunt 10:
Beslispunt 11:
Bij toe- en uittreding in gemeenschappelijke regelingen van de raad wordt de raad door middel van een startnotitie in staat gesteld om overwegingen mee te geven alvorens een definitief voorstel wordt voorbereid. Bij elke verbonden partij moet een duidelijke uittredingsregeling worden opgenomen, zodat telkens een heldere afweging over voortzetting van deelname kan worden gemaakt. Waar dat nog niet het geval is gaan we ons daarvoor, bij herziening van de statuten of regeling, inzetten.
9
BIJLAGE: Overzicht verbonden partijen In deze bijlage worden de verschillende verbonden partijen van de gemeente Sliedrecht omschreven. Daarbij wordt ook beschreven op welke wijze het beleid ten aanzien van de betreffende partijen wordt vormgegeven.
Publiekrechtelijke verbonden partijen Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden Vestigingsplaats, adres Deelnemers Type organisatie Doel van de deelname
Overgedragen bevoegdheden
Bestuurlijke relatie (invloed)
Rol van de gemeenteraad
Financiële relatie
Dordrecht, Noordendijk 250 Dordrecht, Zwijndrecht, Papendrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Sliedrecht, Alblasserdam Gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam (Wgr, art 8.1) Drechtsteden heeft tot doel, binnen de kaders van de regeling, draagvlak te creëren voor een evenwichtige ontwikkeling van het gebied. Om dit doel te realiseren voert de gemeenschappelijke regeling op een aantal gespecificeerde terreinen taken uit op grond van de regeling en daarnaast taken die door de gemeenten daartoe met een besluit worden overgedragen en de Drechtraad die taken ook aanvaardt. Een uitputtend overzicht is opgenomen in Hoofdstuk 4 van de gemeenschappelijke regeling. Gemeenschappelijke regelingen worden, zoals in paragraaf in deze nota beschreven, gezien als verlengd lokaal bestuur. Niettemin heeft de Drechtraad besloten dat bij de samenwerking in de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden de verhoudingen tussen het algemeen bestuur (de Drechtraad) en het dagelijks bestuur (het Drechtstedenbestuur) zoveel mogelijk en voor zover de wet dat toestond, volgens de dualistische principes vormgegeven moest worden. Aan die wens is invulling gegeven door de bevoegdheden die de Gemeentewet (artikel 160) aan het college toekent, door de Drechtraad in een delegatiebesluit te laten delegeren aan het Drechtstedenbestuur. Daarmee is in de praktijk de dualistische bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenteraad en het college zoveel mogelijk benaderd. Dit betekent enerzijds dat de eigenstandige rol van de Sliedrechtse gemeenteraad in de praktijk beperkt is (en de controlerende taak ten opzichte van het college ook). Feitelijk blijven de vertegenwoordigers in de Drechtraad echter vertegenwoordigers van het gemeentebestuur, die daar waken over het Sliedrechts belang. De regeling Drechtsteden voert taken uit die anders door de gemeenten, elk voor zich, zouden moeten worden uitgevoerd. De bijdrage wordt op een aantal verschillende parameters gebaseerd en bedraagt in 2013 ca. €12 miljoen
10
Gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtwerk Vestigingsplaats, adres Deelnemers Type organisatie Doel van de deelname
Overgedragen bevoegdheden Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Dordrecht, Noordendijk 250 Dordrecht, Zwijndrecht, Papendrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Sliedrecht, Alblasserdam Gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam (Wgr, art 8.1) Mensen met een beperking zijn door de Sociale werkvoorziening via begeleiding en aangepast werk zo goed mogelijk bij de samenleving betrokken (hoofdstuk 2.6, doelstelling 3.3 van de programmabegroting) Het uitvoeren van wettelijke verplichtingen en activiteiten in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening Het college draagt uit zijn midden een algemeen bestuurslid voor. De regeling ontvangt jaarlijks een bijdrage van de gemeente, in 2013 ter hoogte van ca. €2,9 miljoen.
Gemeenschappelijke regeling Logopedische Dienst Kring Sliedrecht Vestigingsplaats, adres Deelnemers Type organisatie Doel van de deelname
Overgedragen bevoegdheden Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Veerweg 5b, Papendrecht Alblasserdam, Giessenlanden, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Papendrecht, Sliedrecht, Zederik Gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam (Wgr, art 8.1) De instelling en instandhouding van een logopedische dienst die preventieve zorg en behandeling op logopedisch gebied verleent aan de daarvoor in aanmerking komende leerlingen van de aangewezen basisscholen. nvt De gemeente Sliedrecht wordt door een wethouder vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur De regeling ontvangt jaarlijks een bijdrage van de gemeente, in 2013 ter hoogte van ca. €56.240.
Gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch Vestigingsplaats, adres Deelnemers Type organisatie Doel van de deelname
Overgedragen bevoegdheden
Brabantlaan 1, ‘s -Hertogenbosch De provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland en de gemeenten Dordrecht, Drimmelen, Sliedrecht en Werkendam Gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam (Wgr, art 8.1) Gemeenschappelijke belangen en taken van het openbaar lichaam zijn: a. het beschermen en ontwikkelen van natuurwaarden; b. het bewaren en ontwikkelen van het landschappelijk karakter; c. de zorg voor en ontwikkeling van de recreatie. Ter uitvoering van de omschreven belangen en taken heeft het openbaar lichaam alle bevoegdheden van regeling en bestuur binnen de grenzen van artikel 54 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en binnen de grenzen van het rechtsgebied. 2. Het openbaar lichaam heeft in ieder geval de bevoegdheid tot: a. het opmaken en vaststellen van beleids- en inrichtingsplannen; b. het op basis van beleids- en inrichtingsplannen ontwerpen en ter aanvaarding aan partijen aanbieden van werk- en investeringsplannen met bijbehorende kostenbegrotingen;
11
Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
c. het voeren van overleg met betrekking tot maatregelen op het gebied van het milieu, openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, gezondheid en rust; d. het adviseren over en meewerken aan de uitvoering van bestemmingsplannen van de deelnemende gemeenten en andere regelingen aangaande de ruimtelijke ordening waarbij het rechtsgebied is betrokken; e. het verlenen van medewerking, waaronder subsidiering, bij de uitvoering van werken aangaande natuurbescherming, landschapsbewaring en zorg voor recreatie; het verwerven van de eigendom van, of van andere zakelijke of persoonlijke rechten op daarvoor in aanmerking komende, van belang zijnde gronden, wateren en opstallen, voor zover dit voor de verwezenlijking van zijn doelstelling noodzakelijk moet worden geacht; g. het onderhouden en exploiteren van tot stand gebrachte of overgenomen werken en inrichtingen, verworven eigendommen en goederen; h. het verkrijgen van financiële middelen uit overheidsbijdragen of anderszins; i. het aangaan van geldleningen; j. het vaststellen van al dan niet door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven verordeningen binnen het rechtsgebied; k. zorg te dragen voor de bestuurlijke handhaving, bedoeld onder j; l. het vaststellen van verordeningen tot het heffen van belastingen, als bedoeld in artikelen 222c en 223 van de Provinciewet binnen het rechtsgebied. De gemeenteraad van Sliedrecht benoemt één lid van het Algemeen Bestuur De regeling ontvangt jaarlijks een bijdrage van de gemeente, in 2013 ter hoogte van ca. €145.000.
Gemeenschappelijke regeling Publieke gezondheid en Jeugd Vestigingsplaats, adres Deelnemers
Type organisatie Doel van de deelname
Overgedragen bevoegdheden
Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Dordrecht, Noordendijk 250 Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-IdoAmbacht, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, OudBeijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht Gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam (Wgr, art 8.1) Het samenwerkingsverband heeft tot taak een bijdrage te leveren aan het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten door het bepalen van de hoofdlijnen van gewenste ontwikkelingen ter zake van de taakvelden: publieke gezondheid, en onderwijs. De taken en bevoegdheden zijn in hoofdstuk 4 van de gemeenschappelijke regeling opgenomen en hebben o.a. betrekking op het uitvoeren van wettelijke taken als regionale gezondheidsdienst (GGD) en als bevoegd gezag als bedoeld in de leerplichtwet De gemeente Sliedrecht wordt door een wethouder vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur De regeling ontvangt jaarlijks een bijdrage van de gemeente, in 2013 ter hoogte van ca. €522.000, opgebouwd op basis van zes parameters.
12
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Vestigingsplaats, adres Deelnemers
Type organisatie Doel van de deelname
Overgedragen bevoegdheden
Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Dordrecht, Noordendijk 250 Alblasserdam, Binnenmaas, Comstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, H-I-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Nieuw Lekkerland, Oud Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik, Zwijndrecht Gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam Het openbaar lichaam heeft tot doel: a. de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing, de geneeskundige hulpverlening (bij ongevallen en rampen), met behoud van lokale verankering, bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau binnen het samenwerkingsgebied te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding; b. een platform voor samenwerking te zijn voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners dan wel organisaties en andere openbare lichamen. 1. Het openbaar lichaam draagt zorg voor de uitvoering van: a. de overgedragen taken en bevoegdheden zoals genoemd in artikel 10 van de wet. b. overige taken die bij of krachtens wet aan het openbaar lichaam worden opgedragen. 2. Het openbaar lichaam draagt voorts zorg voor het uitvoeren van: a. taken die in het kader van de doelstelling van belang zijn en waarvan de uitvoering door de gemeente, na besluitvorming in het algemeen bestuur, aan het openbaar lichaam wordt opgedragen; b. taken zoals genoemd in het vigerende beleidsplan (artikel 14 van de wet) van het openbaar lichaam. De burgemeester is lid van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio De regeling ontvangt jaarlijks een bijdrage van de gemeente, in 2013 ter hoogte van ca. €243.000.
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Vestigingsplaats, adres Deelnemers
Type organisatie Doel van de deelname
Overgedragen bevoegdheden Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Dordrecht, Noordendijk 250 Alblasserdam, Binnenmaas, Comstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, H-I-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Nieuw Lekkerland, Oud Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik, Zwijndrecht en de provincie Zuid-Holland Gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam De regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de deelnemers bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten. In artikel 4 van de gemeenschappelijke regeling zijn de bevoegdheden uitputten opgenomen. Het college draagt uit zijn midden een algemeen bestuurslid voor. De regeling ontvangt jaarlijks een bijdrage van de gemeente, in 2013 ter hoogte van ca. €390.000. Deze bestaat uit een inwonerbijdrage en een gedeelte voor uitvoering van wettelijke taken.
13
Gemeenschappelijke regeling Gevudo/HVC Afvalcentrale Vestigingsplaats, adres Deelnemers
Type organisatie Doel van de deelname
Overgedragen bevoegdheden Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Dordrecht, Baanhoekweg 40 Alblasserdam, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giesssendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Papendrecht, Sliedrecht, Zederik en Zwijndrecht. Gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam Formeel doel van de regeling is de samenwerking ter behartiging van de belangen van het op milieuhygiënisch verantwoorde wijze verwerken van huishoudelijke afvalstoffen en andere categorieën van afvalstoffen afkomstig uit de Drechtsteden, Alblasserwaard en Vijfheerenlanden en de Hoeksche Waard. Waar de regeling in het verleden daadwerkelijk actief was in het verzamelen en verwerken van huishoudelijk afval wordt het doel thans feitelijk uitsluitend verwezenlijkt door het verwerven, beheren en vervreemden van aandelen in het kapitaal van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (“HVC”) en het partij zijn bij overeenkomsten tussen aandeelhouders van HVC. Het beheren van de aandelen van de deelnemende gemeenten in de HVC . Elke gemeenteraad vaardigt één collegelid af in het algemeen bestuur. De regeling beheert de aandelen waaruit dividendinkomsten voortvloeien.
14
Privaatrechtelijke verbonden partijen Bank Nederlandse Gemeenten N.V. Vestigingsplaats, adres Deelnemers
Type organisatie Doel van de deelname
Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Koninginnegracht 2, Den Haag Aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, elf provincies en een hoogheemraadschap. Naamloze Vennootschap BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten voor maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De gemeente heeft stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders De gemeente is houder van 31.200 aandelen
Oasen N.V. Vestigingsplaats, adres Deelnemers Type organisatie Doel van de deelname Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Nieuwe Gouwe O.Z. 3, Gouda Ca. 30 gemeenten zijn aandeelhouder Naamloze Vennootschap Oasen heeft als doel een duurzame en doelmatige drinkwatervoorziening binnen het verzorgingsgebied. De gemeente heeft stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders De gemeente is houder van 24 van de 748 aandelen
Eneco N.V. Vestigingsplaats, adres Deelnemers Type organisatie Doel van de deelname Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Marten Meesweg 5, Rotterdam Ca. zestig Nederlandse gemeenten zijn de aandeelhouders Naamloze Vennootschap Het op veilige en betrouwbare wijze leveren van energie. De gemeente heeft stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders De gemeente is houder van 0,57% van de aandelen
ROM-D Vestigingsplaats, adres Deelnemers
Type organisatie
Noordendijk 350, Dordrecht Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht, de Provincie Zuid-Holland, de BNG en het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR). De ROM-D is een publiek-privaat samenwerkingsverband en bestaat uit drie onderdelen: ROM-D Holding: de gemeenten van de Drechtsteden bundelen hun aandelenbelang in ROM-D Beheer en ROM-D Capital. Vanuit de Holding wordt de regionale promotie en acquisitie aangestuurd. ROM-D Beheer: naast de gemeenten nemen in de ROM-D Beheer ook private partijen als BNG Gebiedsontwikkelling en het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam deel.
15
Doel van de deelname Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
ROM-D Capital: Publiek kapitaal is ondergebracht in ROM-D Capital. Het kapitaal wordt gebruikt om de projecten die vanuit de ROM-D worden ontwikkeld van eigen vermogen te voorzien. Naast de gemeenten van de Drechtsteden neemt ook de Provincie Zuid-Holland deel aan ROM-D Capital. Overige publieke organen kunnen eveneens risicodragend kapitaal onderbrengen. Dankzij deze constructie kunnen winsten uit deelnemingen in winstgevende ontwikkelingen worden gebruikt om verliezen uit deelnemingen in herontwikkelingsprojecten te verevenen. Doel van de ROM-D is het versterken en uitbouwen van de regionale economie van de Drechtsteden. De gemeente heeft stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders De gemeente is als aandeelhouder en voor ontwikkeling van projecten financieel met ROM-D verbonden. Voor Noordoevers participeert Sliedrecht in de risico’s, het Plaatje is ingebracht en zal door ROM-D ontwikkeld worden.
Stichting Bedrijvencentrum Sliedrecht Vestigingsplaats, adres Deelnemers Type organisatie Doel van de deelname Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Prisma 100, Sliedrecht Stichting Ondersteuning geven aan startende ondernemers en daarmee het lokale ondernemingsklimaat verbeteren. De gemeente Sliedrecht is vertegenwoordigd door de wethouder Economische Zaken, die in het bestuur benoemd is. De gemeente staat garant voor de hypothecaire lening die voor de bouw van het Bedrijvencentrum is aangegaan. Daarop wordt jaarlijks afgelost, waardoor het risico afneemt.
MerwedeLingelijn B.V. Vestigingsplaats, adres Deelnemers Type organisatie Doel van de deelname
Bestuurlijke relatie (invloed) Financiële relatie
Stadhuisplein 1, Gorinchem Dordrecht, Sliedrecht, Hardixnveld-Giessendam, Gorinchem, Giessenlanden, Leerdam, Geldermalsen. Besloten Vennootschap De BV MerwedeLingeLijn is opgericht voor de aanleg van de MerwedeLingeLijn tussen Dordrecht,en Geldermalsen. Zij is nu verantwoordelijk voor het beheer van deze lijn. De gemeente wordt door een wethouder in de BV vertegenwoordigd De inrichting is via een samenwerkingsovereenkomst geregeld – de risico’s die daaruit voortvloeien zijn in de programmabegroting opgenomen.
16