Nota verbonden partijen
Koalitieschaak, Arnold Schönberg, ca 1929
Gemeente Leiderdorp Datum: 25 oktober 2010 Auteur: Arnoud Nierop Afdeling: Beleid & Projecten Registratienr.: 2010I00919
Nota verbonden partijen
Inhoudsopgave 1
Leeswijzer
3
1.1 Aanleiding 1.2 Plaats van deze nota 1.3 Vraagstelling 1.4 Doelstelling
2
Spelregels Verbonden Partijen
5
2.1 Spelregels bij het aangaan van een Verbonden Partij 2.2 Spelregels bij het sturen, beheersen en verantwoorden van een Verbonden Partij
3
Verbonden Partijen
7
3.1 Definities 3.2 Verbonden partijen van Leiderdorp 3.3 Keuze voor samenwerking met verbonden partijen 3.3.1 Wettelijk kader 3.3.2 Besturingsfilosofie 3.3.3 Attitude: wel of niet deelnemen 3.4 Juridische vormen van verbonden partijen
4.
Veranderend denken over samenwerkende partijen
12
4.1 Verbonden Partijen en Het rekenkameronderzoek 4.2 Verbonden Partijen en bestuurskracht van Leiderdorp 4.3 De Regiegemeente, opdrachtgever/-nemer De rol van gemeente Leiderdorp 4.4 Sturing op verbonden partijen
Bijlagen
16
Bijlage 1 Overzicht verbonden partijen Bijlage 2 Afwegingskader bij het aangaan van Verbonden Partijen Bijlage 3 Set van basisvoorwaarden bij het aangaan van Verbonden Partij Bijlage 4 Governance elementen uit Rekenkamerrapport “in het kader van verder kijken”
2
1
Leeswijzer
1.1 Aanleiding Deze nota verbonden partijen Leiderdorp komt voort uit de behoefte van de raad om meer sturing te krijgen op verbonden partijen1. Hierin is de raad van Leiderdorp niet uniek, dit vraagstuk speelt in het hele openbare bestuur. Uitgangspunt voor Leiderdorp is dat zij een zelfstandige gemeente is. Waarbij zij constateert dat (regionale) samenwerking daarvoor noodzakelijk is. Voor de strategische taken wordt samengewerkt met Holland Rijnland. In het coalitie akkoord wordt aangegeven dat voor Leiderdorp voor uitvoerende taken kan samenwerken met omliggende gemeenten. Uit de bestuurskrachtmeting van Leiderdorp (december 2008) blijkt dat de zelfstandigheid van Leiderdorp de komende 10 -15 jaar niet ter discussie staat. Wel zal als gevolg van toenemende samenwerking een veelheid aan samenwerkingsverbanden ontstaan, met allemaal eigen doelstellingen, belangen en verplichtingen. Overzicht houden over de Leiderdorpse belangen en de realisatie daarvan wordt complex, met name voor de raadsleden die niet elke dag met de onderwerpen en samenwerkingsverbanden te maken hebben. Het aantal verbonden partijen waarin de gemeente participeert neemt naar verwachting de komende jaren verder toe. De reden daarvoor is dat de tendens dat de Rijksoverheid meer taken afstoot naar gemeenten wordt doorgezet. De herbezinning van Leiderdorp op haar kerntaken speelt daarbij ook een rol. Het rapport over de kerntakendiscussie Leiderdorp schetst vier scenario’s voor de toekomst, waarop Leiderdorp haar keuzes kan richten. Het gekozen scenario vormt de stip op de horizon, het doelscenario voor Leiderdorp. De omgeving van Leiderdorp verandert, de vraagstukken voor de gemeentelijke organisatie worden complexer en de beschikbare financiën zijn niet altijd voldoende om zelf de taken goed te kunnen uitvoeren. Samenwerking is dan een middel om de gemeentelijke taken uit te blijven voeren. Ook uitbesteden van taken is een middel. Daarbij moet gelet worden op welke rolopvatting past bij het gekozen middel om de gemeentelijke taak te realiseren. De afgelopen 2 jaar zijn een aantal voorstellen voor het treffen van gemeenschappelijke regelingen aan de raad voorgelegd. In februari 2010 heeft de gemeenteraad van Leiderdorp het college toestemming gegeven een Gemeenschappelijke Regeling te treffen met de Oude Rijnzone. In dezelfde vergadering heeft uw raad toestemming gegeven voor het aangaan van de gemeenschappelijke regeling voor de regionale brandweer per 1 juli 2010. Op 11 oktober 2010 is een besluit worden genomen over de gemeenschappelijke regeling voor het SSC (Shared Service Center/ Servicepunt71) Leidse Regio. In 2009 heeft de gemeenteraad besloten geen toestemming te geven een Gemeenschappelijke Regeling te treffen voor Belastingsamenwerking en de oprichting van een NV BOR Leidse Regio.
1.2 Plaats van deze nota De raad van Leiderdorp heeft in zijn notitie Sturen op Regionale Samenwerking (november 2007) zijn visie geformuleerd op samenwerken met andere publieke partijen. Uitgangspunt daarbij is dat bij strategische (beleids)onderwerpen op een zo groot mogelijke schaal wordt samengewerkt en dat bij uitvoering in beginsel wordt samengewerkt op de schaal van de Leidse Regio. In 2008 heeft de Rekenkamer van Leiderdorp een onderzoek gedaan naar de 1
Zie bijlage 1: Overzicht Verbonden Partijen
3
wijze hoe Leiderdorp omgaat met gemeenschappelijke regelingen. De uitkomsten uit dit onderzoek en de aanbevelingen van de Rekenkamer staan in het rapport In het kader van verder kijken (maart 2008). Met name de doelmatigheid en controle van de gemeenschappelijke regeling is in het rapport een punt van aandacht. Eind 2004 heeft minister Remkes van BZK de Tweede en de Eerste Kamer een notitie gestuurd met daarin een aantal instrumenten van gemeenteraden, gegeven de Wgr en de Wgr-plus, ter verbetering van de democratische legitimatie. (Notitie ‘democratische legitimatie intergemeentelijke samenwerkingsverbanden’, 13 oktober 2004) Omdat deze in de eerder genoemde rapporten zijn meegenomen wordt in deze nota verbonden partijen slechts volstaan met de vermelding van het bestaan van dit rapport.
1.3 Vraagstelling Hoe houdt Leiderdorp sturing op haar verbonden partijen?
1.4 Doelstelling De doelstelling van deze nota is om Leiderdorp een handvat te bieden bij de besluitvorming bij het aangaan van een samenwerkingsrelatie. Daarnaast wil deze nota een handvat bieden hoe Leiderdorp sturing en controle kan hebben op haar (toekomstige) verbonden partij.
4
2
Spelregels Verbonden Partijen
In het rapport van de Rekenkamer zijn vier aanbevelingen gedaan om het proces van sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden beter vorm te geven (paragraaf 4.1). Daarnaast heeft de rekenkamer geconcludeerd dat de Notitie Sturen op Regionale 2 3 Samenwerking (de paprikanotitie) en het Leiderdorps regiomodel ☺ bouwstenen zijn voor deze nota verbonden partijen. Op basis van het wettelijk kader, de beschreven ontwikkelingen en visie van Leiderdorp op verbonden partijen zijn de volgende spelregels opgesteld die gehanteerd kunnen worden bij het aangaan, sturen, beheersen en verantwoorden van en toezicht houden op Verbonden Partijen. In de hoofdstuk 3 wordt een verdere uitwerking gegeven aan de definitie en werking van de verbonden partijen. In hoofdstuk 4 wordt een schets gegeven van het veranderend denken over samenwerking. Beide hoofdstukken zijn te beschouwen als achtergrondinformatie en een nadere uitwerking van onderstaande spelregels. 2.1 Spelregels bij het aangaan van een Verbonden Partij Een besluit tot het aangaan van een Verbonden Partij voor een nieuwe activiteit kan op verschillende momenten aan de orde zijn. Zo kan de vraag naar voren komen naar aanleiding van nieuwe wetgeving of uit praktische overwegingen. Spelregel 1 Het aangaan van een Verbonden Partij gaat op basis van een afwegingskader4 Spelregel 2 Bij het aangaan van een Verbonden Partij geldt de Paprika notitie (samenwerking op strategisch en tactisch niveau) als leidend principe Spelregel 3 Bij het aangaan van een Verbonden Partij is een set van basisvoorwaarden5 onderdeel van de besluitvorming. 2.2 Spelregels bij het sturen, beheersen en verantwoorden van een Verbonden Partij Door het sturen en beheersen van een Verbonden Partij heeft Leiderdorp de mogelijkheid om zijn doelstellingen via de Verbonden Partij te realiseren, te evalueren en bij te sturen. Spelregel 4 Het Leiderdorps regiomodel ☺ wordt als leidend principe gehanteerd bij gemeenschappelijke regelingen. Dit model is, naast een wijze van werken, vooral een organisatorische inrichting,
2
De Paprikanotitie geeft een visie op regionale samenwerking met het doel dat raad en college grip houden op (de ontwikkeling van) deze samenwerkingsverbanden. De hoofdlijn van deze visie is: kies voor twee schaalniveaus. Eén voor strategie, dat zo groot mogelijk kan zijn. Eén voor uitvoering op de schaal van de Leidse agglomeratie. De visie bevat een model van uitvoeringsorganisatie, een model voor betere raadscontrole en een duiding van de nieuwe identiteit van de regiegemeente pur sang. 3 Dit model is, naast een wijze van werken, vooral een organisatorische inrichting, die ertoe dient dat invloed uitoefening, sturing, toezicht houden en verantwoording afleggen zo goed mogelijk kan plaatsvinden. Het Leiderdorps Regio Model☺ wordt tot op heden ingezet voor de sturing en grip op de gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland. 4 Zie bijlage 2 5 Zie bijlage 3
5
die ertoe dient dat invloed uitoefening, sturing, toezicht houden en verantwoording afleggen zo goed mogelijk kan plaatsvinden. Spelregel 5 Elke Verbonden Partij heeft een verantwoordelijk collegelid en een ambtelijk adviseur: de accountmanager. De accountmanager draagt zorg voor regionale en interne ambtelijke afstemming. De coördinerend wethouder regio en de regiocoördinator vervullen het centrale punt. De spelregel 6 De begrotingen (mogelijkheid tot geven van zienswijze) en jaarrekeningen (ter kennisname) van de gemeenschappelijke regelingen worden geagendeerd voor de gemeenteraad
6
3 Verbonden Partijen 3.1 Definities Voor een goed begrip van verbonden partijen gebruikt deze nota de definities zoals deze zijn opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Deze zijn hierna gegeven. a - Verbonden partij: Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon waarin de gemeente Leiderdorp een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Een verbonden partij vereist dus de combinatie van een bestuurlijk én een financieel belang. Partijen waarbij de gemeente alleen een financieel risico loopt, worden daar waar nodig opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Partijen waarmee een bestuurlijk belang gediend is en waaraan geen juridisch afdwingbare financiële verplichtingen zijn verbonden, maken deel uit van een programma. b - Financieel belang: Een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. De financiële relatie komt voort uit het verstrekken van kapitaal in de vorm van risicodragend kapitaal, een lening of garantstelling. Een stichting of vereniging die jaarlijks een subsidie krijgt is géén verbonden partij. Deze partijen worden eventueel wel opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen, als de gemeente een financieel risico loopt doordat de gemeente een (wettelijke) taak aan een dergelijke partij heeft uitbesteed (bv OBSG, SCC, Activite). c - Bestuurlijk belang: Zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. In het kader van verbonden partijen is die zeggenschap beperkt tot een vertegenwoordiging in het bestuur of tot stemrecht. d - Deelneming: Een participatie in een besloten of naamloze vennootschap waarin de gemeente aandelen heeft. Deelnemingen zijn bij definitie beperkt tot NV’s en BV’s. Deelnemingen maken deel uit van de verbonden partijen omdat altijd sprake is van een financieel belang door het bezit van aandelen en een bestuurlijk belang als gevolg van het aan de aandelen verbonden stemrecht.
7
3.2 Verbonden partijen van Leiderdorp Leiderdorp neemt deel aan 11 verbonden partijen6. Ø Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Ø Samenwerking Sociale Dienst Leiden-Leiderdorp Ø Gemeenschappelijke vuilophaaldienst Leiden eo, Gevulei Ø Milieudienst West Holland Ø Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4 Ø Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Ø Regionale Brandweer en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (RBW/GHOR) (Veiligheidsregio) Ø Oasen Ø Bank Nederlandse Gemeenten Ø Alliander Ø Nuon7 De laatste vier verbonden partijen zijn NV’s, de eerste zeven zijn Gemeenschappelijke regelingen. In bijlage 1 worden de verbonden partijen nader beschreven.
3.3 Keuze voor samenwerking met verbonden partijen 3.3.1 Wettelijk kader Samenwerking met verbonden partijen kan de gemeente doen vanuit twee wetten. De Wet gemeenschappelijke regeling en de Gemeentewet. De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is een Nederlandse wet, waarin samenwerkingsverbanden worden geregeld tussen openbare lichamen zoals gemeenten, provincies en waterschappen. De huidige wet dateert van 20 december 1984. Deze wet is sinds die tijd de belangrijkste grondslag voor samenwerking tussen gemeenten, provincies en waterschappen. In de Gemeentewet (art.160 leden 1 sub e, 2 en 3) is bepaald dat: 1. het college bevoegd is tot privaatrechtelijke rechtshandelingen te besluiten en deze uit te voeren; 2. het college slechts besluit tot oprichting van en participatie in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen. 3. een besluit als bedoeld in het tweede lid de goedkeuring behoeft van gedeputeerde staten. Die goedkeuring kan slecht worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Verbonden partijen zijn primair de verantwoordelijkheid van het college; de raad toetst en controleert. Het college voert immers het door de raad vastgestelde beleid uit en bepaalt dus hoe de doelen worden gerealiseerd. Participatie in een verbonden partij is één van de vele manieren waarop een gemeente een publiek belang kan realiseren. Het uitoefenen van de rechten als aandeelhouder zijn privaatrechtelijke handelingen, die overigens wel als middel tot het bereiken van een publiekrechtelijk doel kunnen worden ingezet
6 7
Stand van zaken 1-1-2010, bron jaarverslag Leiderdorp 2009 Deel van aandelen is verkocht, rest volgt in tranches. Tot die tijd nog wel financieel en bestuurlijk belang
8
Het is de gemeente die bepaalt dat activiteiten als publieke taak worden aangemerkt en moeten worden behartigd door de gemeente of dat deze taak vanuit wet- en regelgeving is ontstaan. Uiteraard moet de gemeente de bepaling van de publieke taak in redelijkheid kunnen motiveren. Dit is een politieke keuze en daarom bij uitstek een zaak voor de raad. Bij besluiten tot het deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen is de goedkeuring vereist van Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland (de toezichthouder). GS beoordeelt of een bijzonder daartoe aangewezen belang is om de voor het behartigen van het publieke belang een privaatrechtelijke rechtspersoon op te richten of daaraan deel te nemen. Toetsingscriteria die de provincie hanteert zijn: q De mogelijkheid van democratische controle en beïnvloeding; q De openbaarheid van besluitvorming, controle en verantwoording; q De controle van toekenning van rechten en verplichtingen; q Het verdelen van de taken en verantwoordelijkheden tussen de overheid en de privaatrechtelijke rechtspersoon; q Een mogelijkheid om vergaande versnippering van de overheidstaak over verschillende privaatrechtelijke rechtspersonen te voorkomen; q Financiële risico’s en juridische houdbaarheid (niet in strijd met het recht).
3.3.2 Besturingsfilosofie Het aangaan van samenwerkingsverbanden is een middel om doelen te realiseren. Of en in hoeverre van dit middel gebruik gemaakt wordt is een keuze die samenhangt met een besturingsfilosofie en politieke keuzes. Aspecten die in dat verband een rol spelen zijn: q Is de democratische legitimatie direct en de controle en beïnvloeding gewaarborgd; q Welke wijze van sturing draagt het meest bij aan de realisatie van de gestelde doelen; q Zijn de taken en verantwoordelijkheden effectief en doelmatig verdeeld; q Zijn de (financiële) risico’s inzichtelijk en beheersbaar. In ‘gemeenteland’ heeft zich in de afgelopen jaren een verschuiving voorgedaan van een uitvoerende overheid naar een meer sturende overheid. Ook in Leiderdorp zet deze trend zich naar verwachting de komende jaren voort. De realisatie van de gestelde doelen kan waar mogelijk worden overgelaten aan publieke of private partijen8. De gemeente staat diverse instrumenten ter beschikking om die regierol in te vullen. Denk aan verordeningen, subsidierelaties, uitbesteding, financiering, garantstelling, participeren in gemeenschappelijke regelingen, bestuurlijke vertegenwoordiging, bestuurs- en samenwerkingsovereenkomsten bovenlokale projecten (W4) etc. Ook bij samenwerkingsverbanden is dit de te volgen benadering. De overheid dus vooral in de regieen minder in de directierol. In Leiderdorp krijgt de regionale samenwerking steeds meer vorm op de schaal van en binnen de gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland. Het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten wordt op diverse beleidsterreinen opgepakt. Een tweede ontwikkeling is de opschaling van bestaande gemeenschappelijke regelingen naar de schaal van de ‘veiligheidsregio’ Hollands-Midden. Daarnaast zijn landelijk ook de overheidsgedomineerde N.V. en B.V. steeds meer in opkomst. Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen publiekrechtelijke organisaties waarbij de zeggenschap over de N.V. of B.V. volledig bij overheden ligt. De mate van beïnvloeding, al dan niet via de Raad van Commissarissen, speelt bij deze deelnemingen een rol van betekenis, omdat juist in de aanloopfase sturing moet worden gegeven aan de ontwikkelingen.
8
Onder private partijen worden in deze nota alle niet-publieke partijen bedoeld.
9
3.3.3 Attitude: wel of niet deelnemen Deze nota verbonden partijen bevat geen eensluidend antwoord op de vraag of deelgenomen kan worden aan een samenwerking. De ervaring leert dat elk geval een specifieke afweging vraagt. Centraal daarbij staat telkens het antwoord op de vraag: is dit de geëigende vorm om de doelstellingen van de gemeente te realiseren? Het voorgaande laat onverlet dat er wel een benaderingswijze kan worden bepaald ten aanzien van de verschillende samenwerkingsvormen. Een attitude die richting geeft bij de afweging wel of niet deel te nemen aan een samenwerking met een partij. De paprikanotitie is richtinggevend in de schaalgrootte van de samenwerking. Hiervoor werd al een onderscheid gemaakt tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke samenwerkingsvormen. Bij het beantwoorden van de vraag of aan een samenwerking moet worden deelgenomen speelt dit onderscheid een belangrijke rol.
3.4 Juridische vormen van verbonden partijen In de vorige paragrafen werd ingegaan op de bestuurbaarheid, het wettelijk kader en de keuze om deel te nemen aan een verbonden partij. In deze paragraaf worden de rechtsvormen van verbonden partijen beschreven. A. Op basis van het Burgerlijk Wetboek (BW) en Wetboek van Koophandel (WvK) Naamloze vennootschap (N.V.) (art. 2:64 e.v. BW) Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (B.V.) (art. 2:175 e.v. (BW) Commanditaire Vennootschap (C.V.) (art. 19 e.v. WvK) Vereniging (art. 2:26 e.v. BW) Stichting (art 2:285 e.v. BW) B. Op basis van de Gemeentewet (Gemw) en Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Gemeenschappelijke Regeling waarbij een openbaar lichaam is ingesteld. Het openbaar lichaam is rechtspersoon (art. 8 lid 1 Wgr) Een aantal rechtsvormen kunnen of worden in principe niet aangemerkt als verbonden partij, te weten: Publiekrechtelijk 9 q Bestuurscommissie ex art. 83 en 84 Gemw. Dergelijke commissies oefenen bevoegdheden uit die het college, de raad of de burgemeester hebben overgedragen. De bevoegdheid voor de vaststelling van begroting en jaarrekening kan niet worden overgedragen (Gemw. art. 156). De bestuurscommissie bezit geen rechtspersoonlijkheid maar is onderdeel van de gemeente. De exploitatierekening en balans worden via consolidatie betrokken in de verantwoording van de gemeente zelf. q De gemeenschappelijke regeling waarbij in plaats van een openbaar lichaam een gemeenschappelijk orgaan is ingesteld (art. 8 lid 2 Wgr). Deze regeling bezit geen rechtspersoonlijkheid en kan dus niet als verbonden partij worden aangemerkt. Deze variant van de gemeenschappelijke regeling wordt gebruikt voor het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten tussen gemeente onderling.
9
In Leiderdorp is in 2007 de bestuurscommissie voor openbaar onderwijs omgezet in een stichtingsvorm.
10
Privaatrechtelijk VOF (vennootschap onder firma) (art. 16 e.v. WvK): Accent ligt uitdrukkelijk op de persoonlijke hoedanigheden van de vennoten; q Maatschap (ar. 7A: 1655 BW): Kent geen afgescheiden vermogen en wordt alleen gebruikt door natuurlijke personen; q Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen (art. 2:53 e.v. BW): Deze vormen zijn in principe juridisch wel mogelijk maar komen in de overheidspraktijk al weinig voor, omdat in de regel publiekrechtelijke alternatieven voorhanden zijn die de voorkeur genieten. q
Publiek-Private-Samenwerking (PPS) PPS-constructies worden niet als een verbonden partij aangemerkt, in het geval de gemeente en een private partij, uitsluitend op basis van overeenkomst, een project, waarbij ook een publiek belang aan de orde is, uitvoeren. Deze wordt wel opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen, als de gemeente een financieel risico loopt. In het geval de gemeente op grond van de PPS-constructie besluit een vennootschap en/of privaatrechtelijk rechtspersoon, zoals een CV, NV of een BV, op te richten of daaraan deel te nemen dan wordt die partij wél aangemerkt als verbonden partij.
11
4. Veranderend denken over samenwerkende partijen Het rekenkameronderzoek uit 2007 concludeerde dat Leiderdorp in de voorfase van het aangaan van samenwerkingsverbanden te weinig stilstaat bij het doel en de gewenste resultaten. Maar gedurende de samenwerking houdt Leiderdorp goed sturing. Dat beeld wordt bevestigd in de bestuurskrachtmeting Leiderdorp. De komende jaren lijkt de rol van de gemeenten te veranderen als gevolg van Rijks- en provinciaal beleid, waarbij meer taken naar de gemeenten worden overgezet. Dat vraagt om een andere manier van denken over samenwerking met daarbij mogelijk ook een andere rol en sturing. In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens een korte toelichting gegeven bij het rekenkamerrapport, de bestuurskrachtmeting Leiderdorp, de veranderende rol van de lokale overheid en de wijze hoe sturing kan worden gegeven aan partijen waarmee Leiderdorp samenwerkt of gaat samenwerken.
4.1 Verbonden Partijen en Het rekenkameronderzoek Het rekenkameronderzoek naar regionale samenwerkingsrelaties van Leiderdorp was gericht op de wijze waarop de gemeente Leiderdorp omgaat met gemeenschappelijke regelingen. Het rekenkamerrapport constateert dat de Paprikanotitie en het Leiderdorps Regio Model☺ een bouwsteen vormen van de op te stellen nota verbonden partijen. Het goed sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden, zorgt voor grip op de verbonden partijen en voorkomt verrassingen. Deze vier elementen (het zogenaamde governance-raamwerk) zijn dan ook als invalshoeken in het onderzoek gehanteerd en vormen de basis voor de aanbevelingen die de rekenkamer Leiderdorp doet. § Ten eerste beveelt de rekenkamer in haar rapport aan om een besliskader op te stellen ten aanzien van de vorm van samenwerking. Aspecten hierbij zijn de verschillende rollen als klant/opdrachtgever, eigenaar/bestuurder, maar ook de te ontvangen diensten en producten, financiële bijdrage, tijdigheid en kwaliteit van informatievoorziening, tussentijdse rapportages, jaarrekeningen, risico’s en uittredingsbepalingen. Daarnaast dient ook rekening gehouden te worden met de costs of good governance, ofwel waar een pure klantrelatie gewenst is, volstaat een dienstverleningsovereenkomst. Bestuurlijke participatie zou dan extra kosten met zich meebrengen. § Ten tweede beveelt het rapport een nota verbonden partijen aan, waarbij zij een format voor de paragraaf verbonden partijen meegeeft als voorbeeld. § Ten derde beveelt het rapport een wederzijdse evaluatie aan tussen de verbonden partijen en de gemeente Leiderdorp. Dit vergroot het wederzijdse beeld op belangen en gezichtsvelden van zowel de raadsleden als samenwerkingsorganen en vergroot de betrokkenheid van raadsleden. § Vervolgens beveelt zij een strategische risicoanalyse aan voor verbonden partijen, zodat de gemeente op tijd kan anticiperen en samenwerkingsrelaties beheersbaar kan houden. Als laatste beveelt zij aan om de werking van toekomstige samenwerkingsrelaties te borgen door vooraf doelstellingen te expliciteren, zodat de raad hierop kan toetsen en een periodieke heroverweging kan maken op de samenwerkingsvorm en/of samenwerking. Uittreden is niet altijd kosteloos en vrijblijvend. Bij de periodieke toetsing zijn de kosten van uittreding onderdeel van de heroverweging.
12
4.2 Verbonden Partijen en bestuurskracht van Leiderdorp Één van de onderwerpen in de opdracht voor de bestuurskrachtmeting was te onderzoeken hoe de bestuurskracht van Leiderdorp in de regio te duiden was. In de bestuurskrachtmeting van Leiderdorp constateert het onderzoeksbureau Van Naem en Partners dat het Leiderdorps Regio Model☺ een duidelijke sturing geeft binnen Leiderdorp op het samenwerkingsverband Holland Rijnland10. Leiderdorp weet wat zij wil bereiken op beleidsvelden in dit samenwerkingsverband (wonen, groen, verkeer en vervoer) en is proactief op deze velden en weet resultaten te halen. Daarbij vraagt de onderzoeker zich wel af of de inwoners van Leiderdorp de inzet van Leiderdorp in de samenwerking in de regio kennen. De politiek van Leiderdorp, zo constateert zij, is kritisch ten aanzien van de prijskwaliteit verhouding van de regionale samenwerking en heeft het gevoel dat concrete resultaten uitblijven. Overall gezien krijgt de bestuurskracht van Leiderdorp op het Veld 1.3 De gemeente als participant op strategisch niveau een voldoende.
4.3 De Regiegemeente, opdrachtgever/-nemer Een focus op de kerntaken van de gemeente kan vragen om het afstoten en/of overdragen van taken. Gemeente Leiderdorp heeft hierover nog een keuze te maken. Het overdragen van taken kan aan een gemeenschappelijke regeling of aan een private partij, waarmee een overeenkomst wordt gesloten. Een term in dit verband is de gemeente als regiegemeente. Amersfoort startte in 1997 met de ontwikkeling van de gemeente als regiegemeente. Leidend daarbij was de vraag welke taken echt alleen door de publieke overheid gedaan moesten worden. Deze taken voert Amersfoort zelf uit. Taken die echt zonder overheidsbemoeienis uitgevoerd konden worden werden verzelfstandigd. De taken die onder toezicht van de publieke overheid uitgevoerd konden worden, werden onder gebracht in N.V.’s. B.V.’s of gemeenschappelijke regelingen. Bij deze vormen opereert de gemeente als regisseur. De gemeente is opdrachtgever voor de uitvoering van (publieke) taken. De andere partij fungeert als opdrachtnemer. De relatie wordt vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (dvo). De gemeente plaatst met name uitvoeringstaken uit en zorgt voor een “contramal” in eigen huis om het opdrachtgeverschap vorm te geven.
De rol van gemeente Leiderdorp De ontwikkelgemeente Leiderdorp vormt zich in enkele jaren om naar een beheergemeente. Leiderdorp is de komende 10-15 jaar een zelfstandige gemeente, waar groene ruimte en rust een tegenhanger vormen van de drukke stad Leiden. Zoals al eerder aangegeven worden de vraagstukken voor de gemeente complexer, de omgeving verandert. De financiële ruimte om taken uit te voeren wordt minder. In onze gemeente loopt op dit moment de discussie over kerntaken, die mogelijk leidt tot het afstoten of op afstand zetten van (publieke) taken. De meetlat waarlangs de opgaven worden gelegd leiden tot keuzes van zelf doen, samenwerken en uitbesteden. Daarmee kan de rol van de lokale overheid veranderen. Dit proces wordt versterkt door de afstoting van taken door de rijksoverheid en de provincie Zuid-Holland naar de gemeente. Samenwerken en uitbesteden zal steeds meer de sleutel zijn tot het kunnen blijven uitvoeren van de gemeentelijke taak onder gemeentelijke (eind)verantwoordelijkheid. Daarmee wordt de gemeente veel meer een regisseur dan een directievoerder.
10
Veld 1.3 De gemeente als participant op strategisch niveau, pg 53 e.v. rapport bestuurskracht Leiderdorp
13
De snelheid waarmee en de mate waarin Leiderdorp als regisseur optreedt, op welke gebieden en de invulling van de rol- en taakverdeling van opdrachtgever en opdrachtnemer krijgt in de komende jaren vorm. Deze rol- en taakverdeling speelt niet alleen in toekomstige samenwerking, maar ook bij bestaande samenwerkingsverbanden een rol. Binnen de achterblijvende organisatie is een contramal nodig, die als opdrachtgever fungeert en de gemaakte afspraken bewaakt en toetst. Dit laatste gebeurt door met iedere verbonden partij cq gemeenschappelijke regeling een DienstverleningsOvereenkomst (dvo) te sluiten.
4.4 Sturing op verbonden partijen De rijksoverheid en de provincie zien de gemeenten steeds meer als eerste overheid en delen hen ook meer taken toe. Leiderdorp ziet samenwerking als een belangrijk onderdeel van haar zelfstandigheid. Samenwerken vraagt om het loslaten van taken en/of bevoegdheden. Maar naast dit loslaten wil Leiderdorp ook meer grip houden op de samenwerking. Een paradox? Dat zou zo kunnen zijn. Waar het bij verbonden partijen om gaat is bestuurbaarheid van de verbonden partij. Wij verstaan in deze nota onder de term bestuurbaarheid die activiteiten die het college en de raad grip geven op de samenwerking, namelijk invloed hebben op samenwerking als raad en college, verantwoording kunnen afleggen over gevoerde beleid, toezicht houden, kaders stellen en bijsturen. Ook gaat het om de mogelijkheid tot integrale beleidsvorming. Governance is het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden van een organisatie gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van doelstellingen, alsmede het daarover op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeven van belanghebbenden. (Ministerie van Financiën, Handleiding Government Governance; 2000)
De paprikanotitie geeft richting aan de wijze van samenwerken op strategisch en uitvoerend niveau. Het rekenkamerrapport “In het kader van verder kijken” geeft op ieder veld van governance (Sturen, Beheersen, Verantwoorden en Toezicht houden) een aantal criteria waarop zij haar onderzoek heeft gebaseerd11. Deze criteria zijn goed toe te passen voor de beoordeling van het aangaan van een samenwerking met een verbonden partij c.q. gemeenschappelijke regeling. Bij de tussentijdse evaluatie kunnen deze criteria als richtlijn dienen om de werking in de praktijk te beoordelen. Daarnaast kan het principe van het Leiderdorps Regio Model☺ ook worden toegepast op de andere gemeenschappelijke regelingen waarin Leiderdorp deelneemt. Dat verbetert de politiek-bestuurlijke legitimatie en daardoor neemt de transparantie en integraliteit toe. Hierdoor ontstaat er meer sturing op het totaal van samenwerkingsverbanden.
11
Zie voor nadere toelichting bijlage 4
14
De paragraaf “Verbonden Partijen” bevat als onderdeel van de begroting de visie op deze partijen in relatie tot de realisatie van doelstellingen die zijn opgenomen in het programmadeel. De lijst “Verbonden partijen” omvat overeenkomstig het bepaalde in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) ten minste: 1.1 De naam en de vestigingsplaats. 1.2 Het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd. 1.3 De omvang van het belang resp. recente veranderingen die zich hebben voorgedaan in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft. 1.4 Het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het eind van het begrotingsjaar. 1.5 Het resultaat van de jaarrekening van de verbonden partij. De paragraaf “Verbonden Partijen” bevat daarnaast conform de gemeentelijke verordening 212 (raadsbesluit december 2009) tenminste: § Het financieel belang van de gemeente § De zeggenschap van de gemeente § Het publiek belang dat wordt gediend met de deelname.
15
Bijlage 1: Overzicht verbonden partijen Leiderdorp12 (Bedragen x € 1.000) Naam (programma) Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland (10) Vestigingsplaats Rechtsvorm Doelstelling en
Leiden Gemeenschappelijke regeling Het vaststellen van gemeenschappelijk beleid over zaken waarvan het belang niet beperkt blijft tot de afzonderlijke gemeenten.
Activiteiten
Het bevorderen van de coördinatie en afstemming tussen gemeenten door het voeren van overleg en het gezamenlijk uitvoeren van onderzoek. Het behartigen van de belangen van de regio richting het rijk en de provincie en in overlegstructuren. Het uitvoeren van gemeentelijke taken die aan het samenwerkingsorgaan zijn overgedragen en het verlenen van diensten. De taken van Holland Rijnland hebben betrekking op de beleidsvelden Ruimte, Economische zaken, Sociale Agenda en Verkeer en Vervoer.
Financieel belang gemeente
Bestuurlijk belang gemeente Kerncijfers verbonden partij
Overige informatie
Jaarlijks wordt een begroting opgesteld. De bijdrage van de gemeente betreft een bijdrage per inwoner. 2008: € 331.153 (€ 12,56 per inwoner) jaarrekening 2009: € 446.802 (€ 16,88 per inwoner) jaarrekening 2010: € 491.120 (€ 18,54 per inwoner) begroting In het Algemeen Bestuur is de gemeente vertegenwoordigd met twee raadsleden en één collegelid. Tevens heeft het collegelid zitting in het DB. x € 1.000,1-1-2008 31-12-2008 Eigen vermogen Vreemd vermogen (incl.voorzieningen) Jaarresultaat Primaathouder: Beleid en Projecten Website: www.hollandrijnland.net
799 30.676
911 41.327 675
Naam (programma)
Samenwerking Sociale Dienst Leiden-Leiderdorp (3)
Vestigingsplaats Rechtsvorm Activiteiten Financieel belang gemeente Bestuurlijk belang gemeente Kerncijfers verbonden partij Overige informatie
Leiden Gemeenschappelijke regeling Uitvoering van de taken van de Sociale dienst De lasten en baten worden in de jaarrekening van de gemeente geconsolideerd.
Naam (programma)
Gemeenschappelijke vuilophaaldienst Leiden eo, Gevulei (7)
Vestigingsplaats Rechtsvorm Activiteiten
Leiden Gemeenschappelijke regeling Verwerken van afval, in bijzonder Restafval, Grofvuil, GFT-afval, KCA en de PA-20 containers. Bevorderen van hergebruik goederen door middel van het kringloopbedrijf en recycling. Jaarlijks wordt een begroting opgesteld.
Financieel belang gemeente
Bestuurlijk belang gemeente Kerncijfers verbonden partij
Overige informatie
12
n.v.t. Primaathouder: Beleid en Projecten
De bijdrage van de gemeente betreft een bijdrage naar rato van het aantal aangeleverde en verwerkte tonnages vuil. De bijdrage van de gemeente Leiderdorp was in 2009: € 1.103.153,In het Algemeen Bestuur is de gemeente vertegenwoordigd met een raadslid en een wethouder. De wethouder milieu neemt tevens plaats in het Dagelijks Bestuur. x € 1.000,Eigen vermogen Vreemd vermogen Jaarresultaat Primaathouder: Afdeling Gemeentewerken
1-1-2008 31-12-2008 950 858 2.889 2.690 239
Bron: jaarverslag 2009 Gemeente Leiderdorp
16
Naam (programma)
Milieudienst West Holland (8)
Vestigingsplaats Rechtsvorm Activiteiten
Leiden Gemeenschappelijke regeling Uitvoering van de wettelijke taken zoals de vergunningverlening en handhaving van de Wet milieubeheer en de Wet bodembescherming (m.n. bouwstoffenbesluit), en advisering van de deelnemende gemeenten bij de uitvoering van hun taken, zoals ruimtelijke planvorming en verkeersbeleid. Financieel belang gemeente Jaarlijks wordt een begroting en Milieuprogramma opgesteld. De bijdrage van de gemeente betreft een bijdrage voor het aantal besteedde uren en een aantal specifieke posten. 2008: € 412.083 (6.184 uur) jaarrekening 2009: € 448.506 (6.118 uur) jaarrekening 2010: € 511.165 (6.450 uur) Bestuurlijk belang De gemeente is in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd met een raadslid en een gemeente wethouder (portefeuillehouder Milieu). Kerncijfers verbonden partij x € 1.000,1-1-2008 31-12-2008 Eigen vermogen 343 327 Vreemd vermogen 1.797 3.038 5 Jaarresultaat Overige informatie Primaathouder: Beleid en Projecten Website: www.mdwh.nl
Naam (programma)
Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4 (10)
Vestigingsplaats Rechtsvorm Activiteiten
Rotterdam Gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam (Wgr, art.94,95) Doel van de regeling is het bevorderen van deskundige en gelijke behandeling van verzoeken om schadevergoeding die verband houden met de aanleg van de HSL-Zuid en de veranderingen aan de A4.
Financieel belang gemeente
-
Bestuurlijk belang gemeente Kerncijfers verbonden partij Overige informatie
De gemeente is in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd door een collegelid. Dit collegelid is per april 2005 tevens lid van het Dagelijks Bestuur. n.v.t. Primaathouder: Afdeling Beleid en Projecten
Naam (programma)
Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg (1-2)
Vestigingsplaats Rechtsvorm Activiteiten
Leiden Gemeenschappelijke regeling Uitvoering van Wet Collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv).
Financieel belang gemeente
In opdracht van de veiligheidsregio zorg dragen voor geneeskundige hulpverlening. Jaarlijks wordt een begroting opgesteld. Bijdrage aan het RDOG in 2011 € 454.755 Bijdrage aan het RDOG in 2010 € 459.997
Bestuurlijk belang gemeente Kerncijfers verbonden partij
Overige informatie
De gemeente is vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur door een wethouder. x € 1.000,1-1-2008 31-12-2008 Eigen vermogen 3. 305 3.500 Vreemd vermogen 19.093 20.078 Jaarresultaat -306 Primaathouder: Beleid en Projecten Website: www.rdoghm.nl
17
Naam (programma)
Regionale Brandweer en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (RBW/GHOR) (Veiligheidsregio) (11)
Vestigingsplaats Rechtsvorm Activiteiten
Leiden Gemeenschappelijke regeling met Openbaar Lichaam Uitvoering geven aan hetgeen is bepaald in de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Uitvoering geven aan hetgeen is bepaald in Brandweerwet
Financieel belang gemeente
Jaarlijks wordt een begroting opgesteld. De bijdrage van de gemeente betreft voor 2009 € 236.991.
Bestuurlijk belang gemeente
Kerncijfers verbonden partij
Overige informatie
De gemeente is vertegenwoordigd in het Dagelijks- en Algemeen Bestuur door de burgemeester. Alle burgemeester van de deelnemende gemeenten (35) vormen het Veiligheidsbestuur van de regio voor politie, brandweer en GHOR. x € 1.000,1-1-2008 31-12-2008 Eigen vermogen 2.536 3.407 Vreemd vermogen 14.201 15.836 Jaarresultaat 1.204 Met de totstandkoming van deze gemeenschappelijke regeling zijn de regelingen Regionale Brandweer, CPA en GHOR opgeheven. Primaathouder: Concernzaken, Brandweer Website: www.vrhm.nl
Naam (programma)
Oasen (13)
Vestigingsplaats Rechtsvorm Doelstelling en
Gouda Naamloze Vennootschap Tot de kernactiviteiten behoren duurzaam verzorgen van winning, productie en levering van topkwaliteit (drink)water aan particulieren en bedrijven.
Activiteiten Financieel belang gemeente
De gemeente heeft 25 aandelen in Oasen naar rato van het aantal inwoners. Wijziging vindt alleen plaats bij sterke fluctuaties van dit aantal inwoners. Bestuurlijk belang gemeente De gemeente heeft in de Algemene Aandeelhoudersvergadering stemrecht middels de aandelen. Doel is het volgen van de continuïteit van de waterlevering en de tariefsontwikkeling. Kerncijfers verbonden partij x € 1.000,1-1-2008 31-12-2008 Eigen vermogen 60.314 63.666 Vreemd vermogen 115.002 113.259 Jaarresultaat 3.352 Overige informatie Primaathouder: Concernzaken Website: www.oasen.nl
Naam (programma)
Bank Nederlandse Gemeenten (13)
Vestigingsplaats Rechtsvorm Activiteiten
Den Haag Naamloze Vennootschap De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Financieel belang gemeente De gemeente heeft 97.968 aandelen in de BNG. Ontvangen dividend over 2007: € 1.051.197 Ontvangen dividend over 2008: € 139.115 Ontvangen dividend over 2009: € 243.940 Bestuurlijk belang gemeente De gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen. Kerncijfers verbonden partij
Overige informatie
x € 1.000,Eigen vermogen Vreemd vermogen Jaarresultaat Primaathouder: Concernzaken Website: www.bng.nl
1-1-2008 31-12-2008 2.053.000 1.979.000 90.549.000 99.386.000 158.000
18
Naam (programma)
Alliander (13)
Vestigingsplaats Rechtsvorm Activiteiten
Amsterdam Naamloze Vennootschap Alliander is het Netwerkbedrijf van het voormalige Nuon. Dit is actief in de distributie van elektriciteit, gas en warmte en daarmee samenhangende producten en diensten.
Financieel belang gemeente De gemeente heeft aandelen in Alliander Bestuurlijk belang gemeente De gemeente heeft in de Algemene Aandeelhoudersvergadering stemrecht middels de aandelen Verwacht dividend over 2009: € 237.944 Kerncijfers verbonden partij x € 1.000,1-1-2008 31-12-2008 Eigen vermogen 2.628.000 1.704.000 Vreemd vermogen 2.988.000 4.192.000 Jaarresultaat 284.000 Overige informatie Primaathouder: Concernzaken Website: www.alliander.nl In 2009 is Nuon verkocht aan het Zweedse Vattenfall. De gemeente blijft wel aandeelhouder in het Netwerkbedrijf Alliander.
19
Bijlage 2 Afwegingskader bij het aangaan van Verbonden Partijen
20
Bijlage 3 Set van basisvoorwaarden bij het aangaan van Verbonden Partij In deze set van basisvoorwaarden krijgt de aansturing, het beheer en het toezicht vorm en inhoud. Daarbij dient minimaal aandacht te worden gegeven aan: § Duidelijkheid van de doelstelling en taakomschrijving en de meetbaarheid van prestaties van de verbonden partij in een dienstverleningsovereenkomst. § Financiële, maar ook maatschappelijke risico’s en de wijze waarop de risico’s worden beheerd en beheerst. Een risicoanalyse zal hiervoor de basis moeten zijn. § De sturingsvisie (het geheel van regels en afspraken over de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen bestuursorganen, waaronder de bestuurlijke verhoudingen, vertegenwoordiging, benoeming bestuurders, functiescheiding) § De wijze waarop de publieke belangen zijn geborgd en op welke wijze de democratische controle plaatsvindt (bekostigingsvoorwaarden, vaststellen tarieven/heffingen, goedkeuring begroting, goedkeuren/vaststellen van regelingen van het uitvoeringsorgaan) § De wijze van verantwoording (informatieplicht, controlerechten, verplichtingen tot het indienen van verantwoordingsinformatie)en de bevoegdheden om zo nodig in te grijpen (aanwijzingen, richtlijnen) § De wijze (inhoud en tijdstippen) waarop er wordt geëvalueerd inclusief doorlichtingen op effectiviteit en efficiency.
21
Bijlage 4 Governance elementen uit Rekenkamerrapport “in het kader van verder kijken”
Sturen, Beheersen, Verantwoorden en Toezicht houden Sturen Sturen vanuit de opdrachtgeversrol bestaat uit alle activiteiten waarbij de gemeente Leiderdorp richting geeft aan een verbonden partij. De kracht van sturing ligt in het op tijd -vooraf- maken en vastleggen van output-afspraken (doelstellingen, het ‘wat’). De sturingsrelatie wordt onderzocht op het ontwerp en de werking van de sturingscriteria, zoals vastgelegde afspraken en doelen, afspraken over informatie, etc Criteria Score
Resultaatgebied Sturen
Beheersen Beheersen bestaat uit een stelsel van maatregelen en procedures (het ‘hoe’). Hierdoor ontstaat de zekerheid dat de verbonden partij de beleidsdoelstellingen en de in het (uitvoerings)contract vastgelegde afspraken realiseert. De centrale vraag in dit resultaatgebied is of de gemeente Leiderdorp kan bijsturen wanneer werkelijkheid en planning uit elkaar gaan lopen. De beheersingsrelaties worden onderzocht aan de hand van de beheersingscriteria zoals risicomanagement(systematiek) en beïnvloedingsmogelijkheden p
Resultaatgebied Beheersen
Verantwoorden Verantwoorden heeft betrekking op de activiteiten die verbonden partijen met publiek geld uitvoeren. Over deze gedelegeerde taken en bevoegdheden moet informatie worden verstrekt. Op basis hiervan kan de raad nagaan (toezicht houden) in hoeverre taken conform de afspraken zijn uitgevoerd en wat de financiële situatie is van de verbonden partij. De verantwoording bestaat uit twee aspecten: de rechtmatigheid van de bestedingen en de effectiviteit en efficiëntie. De rechtmatigheid kan worden getoetst op basis van het jaarverslag (inclusief accountantsverklaring) en bij eindafrekening van het contract. 22
Instrumenten voor verantwoording over effectiviteit en efficiëntie zijn het periodiek volgen of benchmarken van afspraken; een periodieke externe audit van de kwaliteit van diensten, de organisatie en het kostenniveau en certificering van werkprocessen: wordt de kwaliteit duurzaam geleverd? Uit het oogpunt van transparantie is het van belang om afspraken over tijdigheid, volledigheid, getrouwheid, onderlinge vergelijkbaarheid en relevantie van informatie te maken. De verantwoordingsrelatie wordt onderzocht aan de hand van de criteria, zoals het nakomen van aanvullende voorschriften rond inhoud van verslaglegging en afspraken over frequentie van informatievoorziening aan externe belanghebbenden. Zo kunnen er geen procedurele verrassingen ontstaan over de kwaliteit en kwantiteit van de informatie en wordt transparantie geborgd
Resultaatgebied Verantwoorden
Dit deelproces van Governance raakt met name de integriteit van en het vertrouwen in de organisatie: onder andere de mate waarin men onaangenaam wordt verrast, openheid, het nakomen van afspraken en continuïteit van beleidslijnen. Toezicht houden Voor alle partijen is het van belang dat de continuïteit van de verbonden partij wordt gewaarborgd. Vanuit de rol van eigenaar richt de raad zich als toezichthouder daarom niet alleen op marginale toetsing van kwaliteit en inhoudelijke risico’s, maar ook en vooral op de balanspositie van de verbonden partij, dus op het financiële vlak. Daarnaast behoort de organisatorisch-bestuurlijke doelstelling, zoals de reden van samenwerking en de juridische indicatoren en de naleving van de statuten, getoetst te worden door de toezichthouder. De toezichtrelatie wordt onderzocht aan de hand van de toezichtcriteria: bij de invulling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de toezichthouder is het goed om in de statuten mogelijkheden in te bouwen voor het treffen van corrigerende maatregelen (zie figuur 4). Mogelijkheden tot ingrijpen zijn aanwijzingen, correctiemaatregelen en sancties, ontslag van bestuurders, inlichtingen, inzagebevoegdheid en controlerechten, goedkeuring van jaarrekeningen en begrotingen en controlebevoegdheden.
Resultaatgebied Toezicht
23