4.6 Verbonden Partijen
Inleiding Deze paragraaf geeft een overzicht van rechtspersonen, waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft en waarin zij een financieel belang heeft. Deze rechtspersonen worden de verbonden partijen genoemd. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Financieel belang wil zeggen dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld. De gemeente kan deze middelen kwijt raken als de verbonden partij failliet gaat of als financiële problemen van de verbonden partij op de gemeente kunnen worden verhaald. Deze paragraaf is om twee redenen belangrijk voor de gemeenteraad: -
De verbonden partijen voeren vaak beleid uit dat de gemeente in principe zelf ook kan doen. De gemeente blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma‟s. Er blijft voor de gemeenteraad nog steeds een kaderstellende en controlerende taak over die programma‟s;
-
Het budgettaire beslag en de financiële risico‟s die de gemeente met de verbonden parijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen.
Beleid Het is aan de raad om de kaders en criteria te stellen voor het aangaan, sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht op verbonden partijen. Deze criteria zijn opgenomen in de nota Verbonden Partijen die op 14 december 2010 door de gemeenteraad van Spijkenisse is vastgesteld. Onderstaand worden u nog eens per verbonden partij de bijzonderheden gegeven gesplitst naar gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen. Gemeenschappelijke regelingen Van een gemeenschappelijke regeling is sprake wanneer het bestuur van twee of meer gemeenten (ook mogelijk gemeente en provincie) samen een regeling treffen ter behartiging van een of meer belangen van die gemeenten. Onderstaand wordt u op basis van de begrote cijfers over 2011, 2012 en 2013 een indruk gegeven van de respectievelijke bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen t.w. : Omschrijving gemeenschappelijke regeling
Rekening 2011
Begroting 2012 Begroting 2013 € 528.048 € 523.800
Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond
€ 422.983
Stadsregio Rotterdam
€ 346.337
€ 367.685
€ 397.685
Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg
€ 116.732
€ 113.832
€ 119.643
Recreatieschap Voorne-Putten en Rozenburg
€ 359.658
€ 370.519
€ 370.727
Koepelschap Buitenstedelijk Groen
€ 203.144
€ 211.245
€ 211.364
Sociaal Werkvoorzieningschap De Welplaat Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Z-H eilanden Openbare Gezondheidszorg RR (OGZRR)
€ 233.246 --€ 589.172
€281.469
€ 304.555
-n.n.b. € 629.736
-n.n.b. € 601.574
€ 75.291
€ 71.934
€ 69.709
Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond HALT Rotterdam Rijnmond
Hierna worden de belangrijkste gemeenschappelijke regelingen beschreven waarin de gemeente Spijkenisse participeert.
144 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond heeft de volgende missie in haar beleidsplan 2013-2017 geformuleerd: De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond staat voor 'samen sterk' in hulp- en zorgverlening en in risicoen crisisbeheersing. De VRR doet dit door een gezamenlijke inzet van hulpverleningsdiensten, burgers en bedrijfsleven. Door die inzet kan leed en schade bij incidenten worden voorkomen of beperkt. Deelnemende gemeenten aan de VRR zijn 19 gemeenten: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland (voorheen Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk), Maassluis, Middelharnis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Beleidspeerpunten De VRR heeft algemeen het speerpunt VRR in breder perspectief/VRR 2.0: “VRR in breder perspectief/VRR 2.0” omvat de invulling van de ombuigingstaakstelling zoals deze aan de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond door de gemeenten in 2009 is opgelegd. Een gedetailleerde beschrijving van deze invulling is te vinden in het document “VRR in breder perspectief” en bestaat uit een tweetal onderdelen; 1.
Bezuinigingen binnen de bedrijfsvoering. („scenario 1‟ uit het document “VRR in breder perspectief”) Deze bezuinigingen kunnen op korte termijn worden getroffen zonder dat deze te grote ingrepen in de dienstverlening van de VRR inhouden.
2. Ombuigingen en investeringen. („scenario 3‟ uit het document “VRR in breder perspectief”) Deze ingrepen in de dienstverlening van de VRR (m.n. de brandweer) zullen vanaf 2012 leiden tot aanzienlijke besparingen. De VRR heeft in haar beleidsplan voor de komende vier jaar (2013-2017) de volgende thema‟s centraal staan: (1)Risicobeheersing, (2)Hulp- en Zorgverlening, (3)Herstel uit een ontwrichte situatie en (4)Bedrijfsvoering. 1. Risicobeheersing Het eerste thema behelst risicobeheersing. Risicobeheersing is het beperken van risico‟s voordat een incident plaatsvindt. Binnen de VRR betekent dit het voorkomen, beperken en bestrijden van inbreuken op de veiligheid van de mens en zijn omgeving op het gebied van (geneeskundige) hulpverlening, brand, explosie, gevaarlijke stoffen, natuurgeweld en infrastructuur. Binnen risicobeheersing heeft de VRR twee hoofdprocessen: het zorgen voor een veilige omgeving (a) en het zorgen voor een veilige manier van leven, ofwel veilig gedrag (b). Burgers en bedrijven hebben ook een eigen verantwoordelijkheid in het voorkomen van incidenten. De trend is, aangemoedigd door de landelijke politiek, dat deze eigen verantwoordelijkheid steeds prominenter wordt. Een rode draad in het VRR-beleid is het meer en anders investeren in de voorkant van de veiligheidsketen. Voor risicobeheersing betekent dit: samen met burgers en bedrijfsleven hun zelfredzaamheid vergroten. Gezamenlijk met partners zal de VRR dit punt oppakken waarin er voor communicatie een nadrukkelijke rol is weggelegd.
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 145
a.
Veilige omgeving: Bij veilige omgeving gaat het om alles wat in de omgeving of inrichting onderhevig is aan risico‟s. Bijvoorbeeld het plaatsen van een bedrijf met risicovolle bedrijfsactiviteiten op een industrieterrein tot gevaarlijk vervoer over de weg. De VRR heeft expertise en een adviserende rol op het gebied van fysieke veiligheid. De volgende onderwerpen en projecten zijn bij “veilige omgeving” terug te vinden: i. Veilige gebiedsinrichting en infrastructurele projecten; ii. (Brand)Veilige gebouwen en objecten; iii. Advisering bij complexe gebouwen: Fire Safety Engineering; iv. Fysieke Veiligheid bij Evenementen; v.
b.
Industriële Veiligheid;
Veilig leven: Bij Veilig Leven gaat het om bewustwording van de risico‟s in de omgeving. Het gaat verder om het vergroten van de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven. Onderdelen daarvan zijn: i. Brandveilig leven en zelfredzaamheid; ii. Brandonderzoek; iii. Toezicht en Handhaving; iv. Risicocommunicatie.
2. Hulp- en Zorgverlening De operationele eenheden van brandweer en ambulance zijn dag en nacht verantwoordelijk voor hulp- en zorgverlening. Dit kan niet zonder ondersteuning vanuit de gemeenschappelijke meldkamer. In het geval van een calamiteit of crisis beschikt de VRR over het Regionaal Crisisplan en een monoen multidisciplinaire operationele piketorganisatie die samen met de operationele onderdelen van de VRR en partners zoals politie, Havenbedrijf en gemeenten, zorgt voor de bestrijding en afhandeling van de crisis. Ook is de VRR verantwoordelijk voor de communicatie met publiek en media in het eerste uur van een crisis. Hierbij worden de volgende uitgangspunten nagestreefd: a.
Operationele prestaties Onder de Hulp- en Zorgverlening valt het operationele gedeelte van de Veiligheidsregio. De ambulancezorg (publieke gedeelte), GHOR, Brandweer, gemeenschappelijke meldkamer, crisisbeheersingsorganisatie en crisiscommunicatie vormen de operationele uitvoeringsorganisaties onder de vlag van de VRR. Gekoppeld aan operationele prestaties wordt er een bereikbare en professionele hulpverlening verwacht. Dat betekent dus ook een bereikbare meldkamer en snelle inzet van de hulpdiensten (prio1 meldingen) binnen de gestelde (wettelijke) aanrijtijden. Bereikbaarheid en beschikbaarheid van de hulpdiensten is gekoppeld aan doelstellingen. Zo is de doelstelling om in 95% van de spoedritten van de ambulance binnen 15 minuten ter plaatse te zijn. Voor de dunbevolkte gebieden Goeree-Overflakkee en Voorne Putten vraagt dat extra inspanningen. Ook voor inzet op de Maasvlakte wordt er creativiteit gevraagd voor de inzet van bijvoorbeeld ambulancezorg.
b.
Voorbereiden op hulp en zorgverlening Een goede voorbereiding is het halve werk luidt het gezegde. Dit geldt zeker voor de operationele hulpdiensten. Voldoen aan de wettelijke voorschriften voor de geoefendheid en vakbekwaamheid is een vereiste. Het multidisciplinair oefenen hoort daar ook bij. Naast het oefenen is planvorming en een goede bereikbaarheid van locaties belangrijk. Daarnaast is bijvoorbeeld voldoende bluswatervoorziening voor de brandweer onmisbaar. In samenwerking met de gemeenten zullen de “witte vlekken” aangepakt worden.
146 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
3. Herstel uit een ontwrichte situatie De verantwoordelijkheid voor het herstellen van de samenleving na een incident of crisis ligt primair bij de gemeenten, proces Nafase. Op een aantal gebieden levert de VRR hierin ook een bijdrage. Binnen de eigen organisatie is eveneens sprake van herstel na een incident, dit kan zowel betrekking hebben op het personeel als op het materieel. Het houden van evaluaties na elk incident is tevens een onderdeel van het herstel. Het leren van gebeurtenissen in het verleden geven aandachtspunten voor de toekomst. 4. Bedrijfsvoering a.
Informatiemanagement Informatiemanagement is tweeledig; aan de ene kant is het in stand houden van de informatievoorziening tussen de partners die betrokken zijn bij de uitvoering van de taken van de veiligheidsregio. Aan de andere kant is het operationeel informatievoorziening bij rampen en incidenten.
b.
Kwaliteitszorg en kennismanagement Het bereiken van een optimaal niveau van veiligheid en zorg tegen aanvaarbare kosten vergt bepaalde inspanningen van de veiligheidsregio. Ze zal dan ook de nodige veranderingen aanbrengen waarbij kwaliteits- en kennismanagement een integraal onderdeel is van het werk.
c.
Bedrijfsvoering Op korte termijn wil de VRR de bedrijfsvoering op orde brengen. Mede n.a.v. de aanbevelingen die zijn gedaan door het bureau Berenschot worden er veranderingen doorgevoerd.
d.
HRM De organisatiedoelstellingen zijn leidend voor de doelstellingen op het gebied van Human Resources Management (HRM). Het HRM-beleid is gericht op de medewerker en diens ontwikkeling, waarbij vakmanschap centraal staat. Om dat doel te bereiken moet er altijd voldoende gekwalificeerd personeel zijn met competenties die aansluiten bij de functie en de VRR.
e.
Interne producten en diensten Het facilitair bedrijf van de VRR is flexibel en werkt meer adviserend en regisserend dan uitvoerend. Als de markt facilitaire diensten en producten beter en goedkoper kan leveren, maakt de VRR daarvan gebruik, zoals via de landelijke aanbestedingen die mogelijk worden via het Instituut Fysieke Veiligheid.
Financieel kader Het begrotingskader is opgebouwd vanuit de bestuurlijke opdracht om uit te gaan van de bijdragen 2012 met een correctie op accres van 0,9% en de bezuinigingstaakstellingen uit “VRR in breder perspectief”. De bezuinigingstaakstellingen zijn op te delen in: - 3e tranche van de ombuigingen in het kader van “VRR in breder perspectief”; - 1,5% op de Brede Doeluitkering (BDUR); - 1,5% op de kosten ambulancevervoer en meldkamer ambulance. Ten aanzien van de 3e tranche van de ombuigingstaakstelling gemeenten hebben de in 2013 genoemde bezuinigingen vooral betrekking op de sluiting van de kazernes Laanslootseweg en Pottumstraat (-€ 1,5 mln.) en zal het onderdeel „Opleiden en oefenen‟ een extra impuls krijgen (+€ 200.000). Het overige deel wordt bezuinigd binnen de bedrijfsvoering (-€ 200.000). De verdeling van de algemene kosten alsmede de specifieke kosten die gemaakt worden ten behoeve van meerdere deelnemende gemeenten, geschiedt naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere gemeente per 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. De bedragen zijn gebaseerd op een Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 147
inwonertal van 73.182. De algemene gemeentelijke bijdrage voor de VRR is voor 2013 begroot op € 4.152.618. Stadsregio Rotterdam Doel: Het behartigen van belangen met een regionaal karakter om een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling in het gebied van de regio Rotterdam te bevorderen. Aan het bestuur van de regeling zijn daartoe sturings-, ordenings-, integratie- en - in voorkomende gevallen ook - uitvoeringstaken opgedragen betreffende de volgende taakvelden: ruimtelijke ordening en grondbeleid; wonen, stedelijke vernieuwing en daaraan gerelateerd sociaal beleid; verkeer en vervoer; economische ontwikkeling; milieu; groen & water en jeugdzorg. Betrokkenen: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan de IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Bestuurlijk belang: In het algemeen bestuur zitten namens de gemeente Spijkenisse twee leden (twee collegeleden). Eén van deze collegeleden zit ook in het dagelijks bestuur van de Stadsregio. De leden van het college van B&W nemen namens Spijkenisse deel aan de portefeuillehoudersoverleggen. Verder wordt er ambtelijk deelgenomen aan ambtelijke werkgroepen van de Stadsregio voor de verschillende taakvelden. Financieel belang: Het grootste deel van de begroting van de Stadsregio betreft rijksbijdragen voor regionale taken, zoals openbaar vervoer, infrastructuur etc. De bijdragen van de deelnemende gemeenten is gerelateerd aan het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten. De gemeente betaalt € 4,78 per inwoner, met als peildatum 1 januari. Voor 2012 was dit een bedrag van € 338.520. Ontwikkelingen: De Stadsregio wordt geconfronteerd met een aanzienlijke korting op de BDU. Voor de periode 2012 tot en met 2021 is dit een korting van in totaal € 732 miljoen (incl. overige mutaties BDU). Betreffende de toekomst van de Stadsregio is in het regeerakkoord 2010 opgenomen dat het kabinet met voorstellen komt tot afschaffing van de WGR+. De toekomst van de Stadsregio‟s staan onder druk. Er wordt gezocht naar nieuwe samenwerkingsvormen; de Stadsregio „s Rotterdam & Haaglanden hebben besloten de samenwerking te intensiveren door het vormen van een Metropoolregio. De samenwerking binnen de Metropoolregio is gericht op: 1. verbetering van de bereikbaarheid 2. stimulering van de kansrijke economieën 3. versteviging van de economische potentie van de Greenport 4. stimulering van onderwijs en innovatie 5. een afgestemd aanbod aan voorzieningen op het gebied van wonen, cultuur, sport en evenementen 6. ontwikkeling van Hof van Delfland als het „Central Park‟ van de regio 7. het tot stand brengen van een Metropoolpas voor inwoners van de Metropoolregio De bovenstaande 7 pijlers worden uitgewerkt door een kernteam. Eerste prioriteit is de verbetering van de bereikbaarheid.
148 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
Streekarchief Voorne-Putten Rozenburg. Doel De gemeenschappelijke regeling is het resultaat van de wens om het culturele erfgoed op deskundige wijze te doen beheren. Op grond van art. 12 van de Archiefwet 1995 en de gemeenschappelijke regeling Streekarchief VPR 1999 is Spijkenisse verplicht de voor blijvende bewaring in aanmerking komende archieven over te dragen. Hoofdtaak van het Steekarchief is het in stand houden, veilig stellen en ter beschikking stellen van het culturele erfgoed zoals dat in de vorm van archieven wordt overgeleverd. Daarnaast verwerft het Streekarchief archieven van bedrijven, verenigingen, families en particulieren. Het Streekarchief wil functioneren als regionaal historisch informatiecentrum met educatieve en wetenschappelijke taken. Betrokkenen Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis, deelgemeente Rotterdam-Rozenburg, Spijkenisse, Westvoorne en waterschap Hollandse Delta. De deelgemeente zal uit de regeling treden nadat overeenstemming is bereikt over de door de gemeente Rotterdam te betalen afkoopsom. Bestuurlijk belang Elke deelnemer aan de regeling is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur onder voorzitterschap van de burgemeester van Brielle. De burgemeester zit namens de gemeente Spijkenisse in het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat uit de vertegenwoordigers van Brielle, Hellevoetsluis en het waterschap Hollandse Delta. Financieel belang Het Streekarchief kent een bijzondere financiële verdeelsleutel vastgesteld in 1995 bij de omvorming van streekarchivariaat naar Streekarchief en de nieuwbouw van de archiefbewaarplaats. Vanwege de vele meters oud stadsarchief van het vroegere bestuurscentrum betaalt Brielle per inwoner € 4,83 tegen € 1,55 (begroting 2012) voor de andere gemeenten. Ook het waterschap betaalt een afwijkend hoger bedrag. Spijkenisse draagt € 112.232 bij aan de begroting 2012 (= 29 %). Omdat de begroting 2013 nog niet is vastgesteld is het exacte bedrag niet bekend. Bij de behandeling van de Kadernota 2007 is besloten het Streekarchief jaarlijks € 7.000 extra toe te kennen vanwege het grote belang van voortgaande digitalisering van de collecties door het toegankelijk maken van overheidsarchieven via de website. Ontwikkelingen De archiefbewaarplaats bij het Streekarchief wordt in 2013 uitgebreid om de vanaf 2010 verplicht over te brengen overheidsarchieven uit de periode 1980-1989 en later te kunnen onderbrengen. De gemeente Brielle wil de sinds 1995 niet meer gestegen huur marktconform doorberekenen aan het Streekarchief. Omdat na de uitbreiding ook meer oppervlakte gehuurd wordt zal de huur flink stijgen. De gemeente wil daarnaast af van de extra hoge bijdrage aan de regeling en even veel per inwoner betalen als de andere gemeenten. Met de gemeente Rotterdam wordt onderhandeld over de afkoopsom ter compensatie voor het uittreden van de deelgemeente Rozenburg. Het waterschap wil eveneens uit de regeling treden en streeft naar een dienstverleningsovereenkomst. De gemeenschappelijke regeling en de financiële verdeelsleutel zullen door deze ontwikkelingen ingrijpend aangepast moeten worden wat voor de overblijvende leden een hogere bijdrage tot gevolg heeft.
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 149
Recreatieschap Voorne-Putten, Rozenburg Doel: De gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Voorne-Putten en Rozenburg is getroffen in het kader van de concrete belangen van een goede ontwikkeling en het beheer van de recreatiegebieden op VPR. Betrokkenen: Deelnemers aan het Recreatieschap VPR: Provincie Zuid-Holland, Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis, Rotterdam, Spijkenisse, Westvoorne. Overige betrokkenen: Groen Service Zuid-Holland (GZH) als ambtelijke dienst van de provincie Zuid-Holland ter ondersteuning van het Recreatieschap VPR. Bestuurlijk belang: Elke deelnemende gemeente heeft een afgevaardigde in het algemeen bestuur van het schap, evenals de provincie. Daarnaast heeft Spijkenisse zitting in het dagelijks bestuur. De gemeente wordt vertegenwoordigd door de portefeuillehouder jeugd, sport, recreatie, onderwijs, welzijn en cultuur . Financieel belang: De raming voor de gemeente Spijkenisse betreft voor 2013 een bedrag van € 405.533. Ontwikkelingen: Naast de reguliere activiteiten - toezicht, beheer en onderhoud van de recreatiegebieden op VPR – worden in 2013 naar verwachting de gevolgen zichtbaar van de heroverweging van de taken van de provincie met betrekking tot recreatiegebieden en het voornemen GZH te verzelfstandigen. De ombuigingen in het kader van de bezuinigingen worden ook in 2013 doorgezet. Koepelschap Buitenstedelijk Groen Doel: Het Koepelschap Buitenstedelijk Groen heeft tot doel om op basis van rijks-, provinciaal- en gemeentelijk programma/beleid in onderlinge samenhang een evenwichtige ontwikkeling en instandhouding van het buitenstedelijk groen als geheel in het gebied en in verhouding tot zijn omgeving, te bevorderen. Onderdeel daarvan is het verevenen van de financiële bijdragen die de deelnemers daaraan doen. Betrokkenen: Deelnemers aan het Koepelschap Buitenstedelijk Groen: Provincie Zuid-Holland en de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Heerjansdam, Hellevoetsluis, Hendrik-Ido-Ambacht, Krimpen a/d IJssel, Maassluis, Nederlek, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne, Zwijndrecht. Bestuurlijk Belang: Elke deelnemende gemeente heeft een afgevaardigde in het algemeen bestuur, evenals de provincie. Voor Spijkenisse is dit de portefeuillehouder jeugd, sport, recreatie, onderwijs, welzijn en cultuur. Financieel belang: Het Koepelschap is onder meer een zogenaamd vereveningsfonds: de kosten van de 6 natuur- en recreatieschappen in het werkingsgebied worden verdeeld over de 18 deelnemende gemeenten en de provincie Zuid-Holland. Dit geschiedt naar draagkracht op basis van de Rijnmondintegratieplan verdeelsleutel (naar rato van het aantal inwoners). Voor 2013 is een bijdrage van de gemeente Spijkenisse geraamd van € 230.403.
150 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
Ontwikkelingen: Het Koepelschap Buitenstedelijk Groen blijft zich inzetten om gemeenten die nog niet deelnemen aan de regeling, te overtuigen alsnog te participeren en (financieel) bij te dragen. Voorts heeft de provincie in het Hoofdlijnenakkoord enkele richtinggevende uitspraken gedaan over de rol en inzet van de provincie bij het aanleggen, inrichten en beheren van recreatiegebieden. Zo heeft de provincie onder meer de wens om de ambtelijke ondersteuningsorganisatie van het Koepelschap, Groenservice Zuid-Holland (GZH) te verzelfstandigen. Deze ontwikkelingen leiden mogelijk tot wijzigingen in de manier waarop met (nieuwe) recreatiegebieden wordt omgegaan en kan gevolgen hebben voor de gemeenschappelijke regeling Koepelschap Buitenstedelijk Groen. Sociaal Werkvoorzieningsschap De Welplaat Doel: Voorzien in aangepaste werkgelegenheid gericht op het behouden dan wel bevorderen van de arbeidsbekwaamheid met het oog op het kunnen gaan verrichten van arbeid onder normale omstandigheden; burgers die vallen onder andere sociale wetgeving te werk te stellen in een van de door het werkvoorzieningsschap beheerde werkverbanden ten behoeve van begeleiding naar een zo regulier mogelijke baan op de arbeidsmarkt; uitvoering van taken uit de Wet die door de deelnemende gemeenten bij haar zijn belegd. Betrokkenen: Spijkenisse, Westvoorne, Brielle, Hellevoetsluis, Bernisse. Bestuurlijk belang: Het openbaar lichaam kent een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Zowel het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur bestaat uit 5 leden van het algemeen bestuur (de 5 wethouders). De wethouder van Spijkenisse is voorzitter. Er vindt ook periodiek regionaal ambtelijk overleg plaats. Financieel belang: De bijdrage van de gemeenten in het begrote exploitatieresultaat van de Welplaat, wordt naar rato van het aantal Wsw-werknemers berekend. Het aandeel van de gemeente Spijkenisse in het totale exploitatieresultaat is circa 63 procent. De gemeente Spijkenisse begroot de bijdrage voor 2013 op € 177.589. Op dit budget rust een taakstellende bezuiniging van € 100.000. In de begroting van De Welplaat voor 2013 wordt uitgegaan van een hogere financiële bijdrage van Spijkenisse dan door Spijkenisse begroot. De Welplaat is in de begroting echter uitgegaan van een bezuiniging op het Wsw-budget die alsnog niet zal doorgaan. De begroting zal dan ook worden gewijzigd, waarbij het begrote tekort zal afnemen. Er is nog geen zicht op het dan verwachte exploitatieresultaat. Indien een exploitatietekort wordt gerealiseerd, is de gemeente hiervoor verantwoordelijk. Dit ongeacht de hoogte van het tekort. Ontwikkelingen: Per 1-1-2013 zou de Wet werken naar vermogen (Wwnv) ingevoerd. De invoering van de wet zou gepaard gaan met een meerjarige bezuiniging op het Wsw-budget een daling van de Wsw-doelgroep als gevolg van verscherping van de indicatiestelling. Om op deze ontwikkelingen te anticiperen is door de regiogemeenten en De Welplaat, een herstructureringsplan opgesteld. De bezuiniging op het Wsw-budget en de aanscherping van de indicatiestelling zullen als gevolg van het controversieel verklaren van de Wwnv geen doorgang vinden. Hierdoor is de noodzaak tot herstructurering deels vervallen. In het herstructureringsplan zijn ook maatregelen opgenomen om het aantal Wsw-medewerkers dat gedetacheerd werkt of deelneemt aan de werkvorm Werken Op Locatie (WOL) te vergroten. Deze werkvormen hebben een hogere toegevoegde waarde. Vergroting van het aantal detacheringen en WOL heeft daarmee een positief effect op de begroting van De Welplaat. Het Algemeen Bestuur heeft daarom Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 151
besloten over te gaan tot uitvoering van een deel van het herstructureringsplan. Dit zal in 2013 de eerste effecten laten zien. Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond Doel: De DCMR is ingesteld met het oog op de zorg voor het milieu in het bij de samenwerking betrokken gebied. De DCMR draagt onder andere zorg voor de uitvoering van de wettelijke taken in het kader van de Wet Milieubeheer. Tevens adviseert en ondersteunt de DCMR de verschillende gemeenten ten aanzien van complexe en specialistische milieuvraagstukken. Betrokkenen: De provincie Zuid-Holland en de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Bestuurlijk belang: Het algemeen bestuur bestaat uit 19 leden. De Provincie is vertegenwoordigd door 3 leden. De gemeente Rotterdam is vertegenwoordigd door 2 leden. De overige gemeenten zijn per gemeente met 1 lid vertegenwoordigd. Namens de gemeente Spijkenisse heeft de wethouder ruimtelijke ontwikkeling en milieu, verkeer en vervoer, sociale zaken, werkgelegenheid, economische zaken en (stads)regionale zaken zitting in het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat uit 6 leden, te weten de voorzitter, de vice-voorzitter en vier andere leden. De voorzitter en één lid voor financiële aangelegenheden wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen op bindende voordracht van gedeputeerde staten van Zuid-Holland. De vice-voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen op bindende voordracht van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De drie andere leden komen uit de deelregio‟s van de regiogemeenten. Naar aanleiding van een evaluatie is besloten om voor iedere deelregio een lid in het dagelijks bestuur te plaatsen zodat de binding tussen de DCMR en de regiogemeenten versterkt wordt. Voor Voorne-Putten neemt de portefeuillehouder milieu van Hellevoetsluis zitting in het dagelijks bestuur van de DCMR. Op bestuurlijk niveau vindt 2x per jaar overleg plaats tussen de gemeente Spijkenisse en de DCMR. In dit overleg tussen o.a. de wethouder milieu en een DB-lid van de DCMR worden onderwerpen, die van bestuurlijk belang zijn, afgestemd. Naast actuele ontwikkelingen wordt de voortgang van de uit te voeren werkzaamheden besproken. Financieel belang: De financiering van de DCMR door de gemeente vindt plaats op basis van programmafinanciering. Jaarlijks wordt in overleg met de gemeente een werkplan opgesteld, waarin de taken en werkzaamheden van de DCMR zijn beschreven. Overeenkomstig de indexeringsbrief die voor 2013 door alle participanten is vastgesteld wordt in de begroting 2013 rekening gehouden met een indexering van -0,1%. Het begrote werkplan budget voor de gemeente Spijkenisse komt hiermee op € 601.574. Ontwikkelingen: Bezuiniging De rijksbezuinigingen die worden doorgevoerd op de gemeentelijke begrotingen hebben een doorwerking op de begroting van de DCMR. Vanuit de besturen van de participanten heeft de DCMR de opdracht gekregen om tot 2015 een korting van 10% door te voeren op de gemeentelijke bijdragen. In 2011 is een bezuiniging van 5% gerealiseerd, in 2012 een besparing van 3% en voor 2013 en 2014 wordt ingezet op 1% korting per jaar. Het bezuinigingspercentage van 1% is verrekend in het genoemde indexeringscijfer van -0,1%. 152 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
De DCMR ligt dus op koers om de opgedragen bezuiniging van 10% voor 2015 te realiseren. Vorming RUD‟s Tussen het IPO, het Rijk en de VNG is in 2009 een “package deal” gesloten over de vorming van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD‟s). Het rijk heeft ingezet op de vorming van robuuste uitvoeringsdiensten om de versnippering van taken te verminderen en daarmee de kwaliteit te verhogen en om informatie-uitwisseling te verbeteren. De streefdatum voor het operationeel zijn van deze uitvoeringsdiensten is januari 2013. De algemene verwachting is echter dat deze datum niet gehaald zal worden. De DCMR heeft door middel van een wijziging van de gemeenschappelijke regeling in 2011 (19 e wijziging) reeds voorgesorteerd op de ontwikkelingen rondom de RUD‟s. De nieuwe gemeenschappelijk regeling biedt de mogelijkheid om een breder pakket aan taken over te dragen aan de DCMR. Spijkenisse heeft in gezamenlijkheid met de andere gemeenten op Voorne-Putten aangegeven dat zij niet de wens hebben om het huidige milieutaken pakket van de DCMR uit te breiden met andere taken. De provincie Zuid-Holland heeft wel gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid door een aantal van haar uitvoeringstaken per januari 2011 over te dragen aan de DCMR. Teven zullen naar verwachting vanaf 1 januari 2013 alle milieutaken voor de gemeenten op Goeree Overflakkee door de DCMR worden uitgevoerd. Deze datum hangt samen met de beoogde herindelingdatum van de gemeenten op Goeree Overflakkee. Tenslotte is de DCMR ook aangewezen als één van de gespecialiseerde RUD‟s voor BRZO-taken (BRZO heeft betrekking op bedrijven met grote veiligheidsrisico‟s). In Nederland zijn een beperkt aantal RUD‟s voor deze taken aangewezen om voldoende expertise te kunnen waarborgen. Voor de DCMR betekent dit dat zij vanaf 1 januari 2013 de verantwoordelijkheid zal krijgen voor alle BRZO-taken van de provincies Zuid-Holland en Zeeland. Het zal duidelijk zijn dat al deze veranderingen een grote inspanning van de DCMR vragen om de nieuwe taken adequaat vorm te geven. Aan de andere kant betekent de uitbreiding van taken ook nieuwe kansen voor de DCMR op het gebied van inkomsten en specialisatie. Financiële gevolgen Ten aanzien van de financiële gevolgen van de oprichting van de RUD‟s zijn er nog veel onzekere factoren. De VNG heeft berekend dat voor de oprichting van de RUD‟s extra investeringen nodig zijn en aan de andere kant is vanuit het rijk op voorhand aangegeven dat er geen extra middelen beschikbaar zijn. Daarnaast zijn er nog geen afspraken ten aanzien van de geplande wijziging van het bevoegd gezag van provincie naar gemeenten van een aantal bedrijfstakken. Het zou logisch zijn indien de middelen die de provincie nu uitgeeft voor het toezicht op deze bedrijven dan ook over gaat naar de gemeenten. Deze toezegging is er echter nog niet. Op dit moment is daarom nog niet aan te geven of de RUD-vorming financiële consequenties zal hebben voor de gemeenten. Openbare Gezondheidszorg Rotterdam Rijnmond (OGZRR) Doel: Het openbaar lichaam OGZRR stelt zich ten doel: -
het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de bevolking of van specifieke groepen daarbinnen in het rechtsgebied van het lichaam;
-
het voorkomen en het vroegtijdig opsporen van ziekten onder de bevolking;
-
alles wat met het bovenstaande in de ruimste zin verband houdt.
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 153
In het kader van de gemeenschappelijke regeling OGZRR is het college van de gemeente Rotterdam verantwoordelijk voor de organisatie en het beheer van de GGD Rotterdam Rijnmond (GGD RR) als uitvoerende organisatie. Betrokkenen: Het rechtsgebied van de OGZRR omvat het grondgebied van Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Bestuurlijk belang: Per gemeente wordt één lid en één plaatsvervangend lid aangewezen voor het algemeen bestuur (AB) van de OGZRR. Het AB heeft de bevoegdheid op voorstel van het dagelijks bestuur over de omvang en inhoud van het basistakenpakket en de tarieven hieraan gekoppeld te besluiten (regiobegroting OGZRR). Verder behoren alle andere bevoegdheden in het kader van de gemeenschappelijke regeling OGZRR, die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen, aan het AB. Overlegstructuren OGZRR: Als overlegvorm in de OGZRR wordt naast het AB en het DB eens per 2 maanden een portefeuillehoudersoverleg jeugd(gezondheids)zorg gehouden. Dit zogenoemde Pho JZ vindt direct volgend op het AB plaats. Hierbij is gekozen om tussen deze twee overleggen tijd te reserveren voor een gezamenlijk gedeelte, dat “het platform” wordt genoemd. De onderwerpenverdeling binnen de overleggen is dat in het AB met name onderwerpen op het gebied van volksgezondheid, sociaal beleid en zorg worden besproken. In het Pho JZ met name onderwerpen op het gebied van jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg en in het platform zaken die op het snijvlak liggen van deze twee overlegvormen. De agenda van het AB (en de overige genoemde overlegvormen) wordt voorbereid door een ambtelijke agendacommissie. Na de agendacommissie vindt voorafgaand aan het AB nog een ambtelijk kernteam plaats waarin naast de voorbereiding van de bestuurlijke overleggen ruimte is voor afstemming over overige gemeenschappelijke (regionale) zaken. Financieel belang: Conform de brief van de gemeentesecretarissen, alsmede een extra opgelegde bezuinigingstaakstelling, heeft de GGD RR voor het basistakenpakket in 2013 een korting weten te realiseren van 0,10 % ten opzichte van de begroting 2012. Dit door de eerder aangekondigde afbouw en samenvoeging van een tweetal producten. De inwonersbijdrage ten behoeve van de uitvoer van de basistaken OGZRR is voor Spijkenisse in 2013 € 5,85. Voor wat betreft de plustaken (niet zijnde basistaken) is de gemeente door het wegvallen van de afnamegarantie vrij om waar zij dat wil op basis van huidige afwegingen en beleid nieuwe keuzes in het pakket te maken. De offertes voor de plustaken worden ieder jaar eind augustus/ begin september aangeboden. Stichting CJG Rijnmond Doel: -
Kinderen kunnen gezond en veilig opgroeien.
-
Uitvoering geven aan het wettelijk basistakenpakket en maatwerk op het gebied van de jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen binnen de lokale centra voor jeugd en gezin.
Betrokkenen: Alle gemeenten die deelnemen in de gemeenschappelijke regeling openbare gezondheidszorg Rotterdam Rijnmond (OGZ RR), exclusief de gemeente Capelle aan de Ijssel voor de jeugdgezondheidszorg 0-4. 154 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
Bestuurlijk belang: Stichting CJG Rijnmond is in de gemeenschappelijke regeling openbare gezondheidszorg Rotterdam Rijnmond (OGZ RR) aangewezen als exclusief uitvoerder van het wettelijke basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg 0-19 voor de deelnemende gemeenten, exclusief de gemeente Capelle aan de Ijssel voor de jeugdgezondheidszorg 0-4. Naast een raad van toezicht is een Raad voor het Publiek belang ingesteld. De Raad voor Publiek belang bestaat uit één bestuurlijk vertegenwoordiger per betrokken gemeente. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad voor het Publiek belang zijn vastgelegd in de statuten van stichting CJG Rijnmond. Financieel belang: In 2013 zal stichting CJG Rijnmond het wettelijk basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg 0-19 (JGZ 0-19) uitvoeren. De regiobegroting 2013 wordt naar alle waarschijnlijkheid in september 2012 vastgesteld. De basis voor de begroting is een op PXQ gebaseerde afrekeningsystematiek. De prijs is gebaseerd op een integrale trajectprijs per jeugdige 0-19. In 2012 bedraagt de trajectprijs €76,30. Als realisatienorm is voorgesteld dat een gemiddelde realisatie van 95% een volledige aanspraak op de subsidie voor de basistaken geeft. Een lagere realisatie leidt tot het naar rato neerwaarts bijstellen van de subsidie. Naast de basistaken bestaat de totale begroting uit een aanvraag voor de uitvoering van het elektronisch kinddossier, maatwerk en decentrale huisvestingskosten. In 2012 zijn ten opzichte van 2011 een aantal wijzigingen in het maatwerk pakket doorgevoerd. Deze hebben te maken met beleidsontwikkelingen in het kader van de samenhang zorg-onderwijs, opvoed en opgroeiondersteuning en zorgcoördinatie. De integrale uitvoering zou leiden tot en efficiency in de uitvoering. De behaalde efficiency in 2012, ten opzichte van het vergelijkbare pakket in 2011, is 3%. Echter door de nieuwe ontwikkelingen heeft dit geen financieel effect in de uitvoering. De totale aanvraag voor 2012 bedroeg € 1.977.351. Er is in totaal een subsidie verleend van € 1.922.292. Ontwikkelingen: -
In 2013 zal in Spijkenisse gestart worden met de implementatie van KIEN. Dit leidt tot een verschuiving in het takenpakket. KIEN is geen bezuinigingsoperatie, maar betreft een verschuiving binnen de bestaande activiteiten om de effectiviteit van de zorg te vergroten. CJG Rijnmond is niet de enige aanbieder waar het opvoed- en opgroeiondersteuning betreft. In het kader van de samenhang is het van belang dat ook andere CJG partners bij KIEN betrokken zijn.
-
In 2012 wordt in de regio Rotterdam een nieuw systeem voor zorgcoördinatie geïmplementeerd. Aan de regiogemeenten is gevraagd om te bekijken of zij hierop aan willen sluiten.
-
In 2012 zal gestart worden met de (her)ontwikkeling van de CJG locatie in het gezondheidscentrum aan de lenteakker. Naar verwachting is de vernieuwde locatie in 2013 operationeel.
-
In de regio Rotterdam wordt een risicotaxatiemodel geïmplementeerd. Gedurende 2012 zullen de effecten hiervan geëvalueerd worden en zal stichting CJG Rijnmond met een voorstel komen voor implementatie in de regio.
-
In het kader van de decentralisatie jeugdzorg wordt intensief samengewerkt met gemeenten en ketenpartners. CJG Rijnmond is een belangrijke ketenpartner en betrokkenheid bij de ontwikkelingen is gewenst. Hierbij is ook de inzet en deskundigheid van uitvoerende professionals nodig. Er wordt naar gestreefd dat deze inzet niet ten koste gaat van de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg. Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 155
HALT Rotterdam Rijnmond Doel: Deze gemeenschappelijke regeling is ingesteld met als doel middels haar werkzaamheden, die hun basis vinden in artikel 77e e.v. van het wetboek van strafrecht, bij te dragen aan het verminderen van veel voorkomende jeugdcriminaliteit door een lik-op-stuk reactie te geven op een gepleegd misdrijf of een begane overtreding. Betrokkenen: Rotterdam, Lansingerland, Capelle a/d IJssel, Krimpen a/d IJssel, Schiedam, Albrandswaard, Barendrecht, Ridderkerk, Bernisse, Brielle, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Middelharnis, Oostflakkee, Rozenburg, Spijkenisse, Westvoorne, Maassluis en Vlaardingen. Bestuurlijk belang: Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, vice voorzitter en zes andere leden. Het dagelijks bestuur wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen. De gemeenten Bernisse, Brielle, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Middelharnis, Oostflakkee, Rozenburg, Spijkenisse en Westvoorne wijzen één lid van het dagelijks bestuur aan. Financieel belang: In 2012 zal voor de begroting nog worden uitgegaan van een ongewijzigde systematiek van bekostiging. Aan kosten levert dit een bedrag op van € 246.789, daartegenover staan inkomsten van HALT Rotterdam-Rijnmond en de bijdragen van de gemeenten op Voorne-Putten Rozenburg en Goeree Overflakkee. Per saldo is de bijdrage van de gemeente Spijkenisse € 65.012. Ontwikkelingen: Tijdens de vergadering van 19 september 2011 is er door het algemeen bestuur van Halt Rotterdam Rijnmond ingestemd met de lijn om te streven naar één landelijke Halt uitvoeringsorganisatie met 10 regionale uitvoeringseenheden. Deze eenheden zouden de schaal moeten hebben die gelijk is aan de nieuwe arrondissementsgrenzen. In de vergadering van het bestuurlijk platform voor Halt Nederland is op 4 oktober 2011 ingestemd met deze lijn en is besloten om de herstructurering van de gehele sector op deze wijze vorm te gaan geven. Het streven is er nu op gericht om per 1 januari 2013 van start te gaan met de nieuwe Halt Nederland organisatie. Er is voor deze sanering en herinrichting van Halt een jaar uitgetrokken. In de tussentijd kunnen de regionale Halt organisaties niet aansluiten bij Halt Nederland. Dit laatste besluit betekent dat Halt Rotterdam Rijnmond nog één jaar door moet zoals nu georganiseerd, maar uiterlijk per 1 januari 2013 opgaat in de nieuw te vormen landelijke Halt organisatie. D.d. 20 december 2011 is een convenant ondertekend tussen het bestuur van Halt Nederland met de lokale Halt besturen over de transitieperiode van 1 januari 2012 tot 1 januari 2013, waarin zij zich verplichten mee te werken en alles te doen wat nuttig en nodig is om de Halt Organisatie in juridische, organisatorische en economische zin per 1 januari 2013 over te dragen aan de gemeenschappelijke organisatie. 2012 zal voor de regio Rotterdam Rijnmond in het teken staan van harmoniseren van de werkprocessen, teambuilding en leren meer ambulant te werken. In verband met de eenduidige centrale aansturing is er per 2 januari 2012 een nieuwe locatiemanager Halt aangesteld. Aansluiting bij Halt Nederland als lokale uitvoeringsorganisatie komt de eenduidige uitvoering ten goede. De Haltafdoening is al een landelijk voorgeschreven proces wat geborgd is door een gecertificeerd kwaliteitszorgsysteem. Voor de preventieactiviteiten, die lokaal gefinancierd worden, dient aansluiting bij lokale partners gewaarborgd te zijn. Die lokale aansluiting bij de ketenpartners kan en zal geborgd worden door (fysiek) aan te sluiten bij het veiligheidshuis.
156 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
Gemeenschappelijke regeling Volwasseneneducatie Rijnmond Doel: In 1992 is het Openbaar Lichaam Volwasseneneducatie Rijnmond (OLIVER) in het leven geroepen. In dit lichaam hebben de portefeuillehouders „Volwasseneneducatie‟ van de 19 Rijnmond-gemeenten zitting. Het OLIVER koopt Voortgezet Volwassenen Onderwijs (VAVO) in voor de deelnemende gemeenten. Het beoogd effect van de gemeenschappelijke regeling is het in stand houden van een compleet regionaal aanbod voor volwassenen van 18 jaar en ouder op het gebied van VAVO. In de loop van de jaren is het OLIVER uitgegroeid tot een opiniërend, beleidsvoorbereidend en bepalend orgaan op het gebied volwasseneneducatie. Ook aan volwasseneneducatie gerelateerde onderwerpen worden in het OLIVER besproken. Betrokkenen: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland (ISGO), Goedereede (ISGO), Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Middelharnis (ISGO), Oostflakkee (ISGO), Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Bestuurlijk Belang: Het algemeen bestuur van het OLIVER wordt gevormd door de collegeleden (portefeuillehouders volwasseneneducatie) van de 19 betrokken gemeenten. De wethouder van de gemeente Rotterdam is voorzitter van het OLIVER. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en vier, uit het algemeen bestuur gekozen, bestuurders. De bestuurders worden ondersteund door een regionaal ambtelijk vooroverleg; het Regionaal Overleg Volwassenen Educatie Rijnmond (ROVER). In de gemeenschappelijke regeling zijn alle afspraken over het algemeen en dagelijks bestuur vastgelegd. Financieel belang: In het kader van de gemeenschappelijke regeling wordt jaarlijks op regionaal niveau vanuit OLIVER met het VAVO Rijnmond college (VRC), voor alle deelnemende gemeenten contracten afgesloten voor wat betreft het VAVO. Hierdoor kan schaalvoordeel behaald worden. Op basis van een verdeelsleutel dragen de gemeenten jaarlijks een deel van hun WEB-gelden bij. De gemeenten ontvangen geoormerkte middelen Rijksbijdrage Educatie voor volwasseneneducatie, te besteden bij een regionaal opleidingscentrum (ROC). Het budget dat ingezet wordt voor de inkoop van VAVO betreft een deel van de educatiemiddelen uit het Participatiebudget. Deze middelen zijn geoormerkt voor educatie tot 1 januari 2013. In 2012 is voor de gemeente Spijkenisse een bedrag van € 195.250 gereserveerd voor VAVO. De uitvoeringskosten van het OLIVER zijn geregeld in artikel 17 van de gemeenschappelijke regeling en gerelateerd aan het inwoneraantal en bedragen € 0,01 per inwoner. Voor de gemeente Spijkenisse zijn deze kosten afgerond ongeveer € 750 per jaar. Ontwikkelingen: Op 11 september 2012 wordt de wetswijziging op de WEB, als hamerstuk, in de Eerste Kamercommissie behandeld. Onderdeel van deze wetswijziging is het centraliseren van het VAVO. Dit houdt in dat het VAVO per 1 januari 2013 onder directe verantwoordelijkheid van het Rijk valt. Mocht de wetswijziging worden aangenomen dan zal de gemeenschappelijke regeling beëindigd worden. Mocht de wetswijziging niet worden doorgevoerd dan zal de gemeenschappelijke regeling voortgezet worden voor het schooljaar 2012-2013. Samenwerking Werk, Inkomen en Zorg Doel: In het kader van de intergemeentelijke samenwerking op Voorne Putten is deze gemeenschappelijke regeling door Spijkenisse aangegaan met Brielle en Bernisse ter uitvoering van de aan de gemeenten opgedragen taken op het gebied van werk, inkomen en zorg.
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 157
Betrokkenen: Centrumgemeente (lees gemeente Spijkenisse) voert op basis van de gemeenschappelijke regeling met nadere uitwerking in een dienstverlenings-overeenkomst (dvo) voor de gemeenten Brielle en Bernisse de wettelijke taken uit op het gebied van werk, participatie, inkomen en zorg. Bestuurlijk belang : Deze gemeenschappelijke regeling wordt aangemerkt als een lichte vorm van samenwerking, waarbij het college van Spijkenisse (centrumgemeente) door de colleges van Brielle en Bernisse wordt gemandateerd om op basis van in de dienstverlenings-overeenkomst omschreven afspraken, de wettelijke taken uit te voeren. Er is dus geen direct bestuurlijk belang. Financieel belang: De taken zoals beschreven in de GR worden uitgevoerd door de centrumgemeente. De daarvoor in de afzonderlijke begrotingen van Brielle en Bernisse opgenomen gelden worden maandelijks overgeheveld naar de centrumgemeente. De centrumgemeente legt over de bedrijfsvoering verantwoording af. Aan het eind van ieder kalenderjaar vindt de jaarlijkse eindafrekening plaats. Over de kosten van bedrijfsvoering wordt voorafgaand door de centrumgemeente een (geactualiseerde) kostenbegroting opgesteld. Na instemming door de betrokken gemeenten worden de kosten volgens overeengekomen bedragen en tijdstippen met elkaar verrekend. Inwerkingtreding en duur van de samenwerking: Deze gemeenschappelijke regeling is in werking getreden op 1-1-2012 en kent een looptijd van in ieder geval 5 jaar met een stilzwijgende verlenging van telkens een jaar. Er geldt in alle gevallen een opzegtermijn van twee jaar. Over toe- en uittreding zijn met de colleges van de huidige gemeenten afspraken gemaakt. Ontwikkelingen: Geen Overige gemeenschappelijke regelingen Hierbij kan gedacht worden aan stichtingen en verenigingen waarin de gemeente een zetel in het bestuur heeft en waarbij er sprake is van financieel belang. Met het oog op de behartiging van het publieke belang is de gemeente Spijkenisse in het bezit van een deel van de aandelen van een aantal vennootschappen. Hierna volgt een overzicht van de vennootschappen. Eneco Doel: Op betrouwbare, veilige en maatschappelijke verantwoorde wijze leveren van energie en daaraan gerelateerde producten aan particuliere en zakelijke klanten. Betrokkenen: De aandeelhouders van de structuurvennootschap Eneco Holding N.V. zijn een groot aantal gemeenten in Zuid-Holland, Friesland, Noord-Brabant en Noord-Holland. De gemeente Spijkenisse bezit circa 1,75% (87.085 stuks) van de aandelen Eneco. Rotterdam heeft ruim 30 procent en Dordrecht ongeveer 9% van de aandelen Eneco in bezit. Bestuurlijk Belang: Het aandeelhouderschap in Eneco wordt vertegenwoordigd door de wethouder financiën, centrumplan, economische zaken en overheidsbedrijven.
158 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
Financieel belang: Winst Over 2009 bedroeg de winst € 177 miljoen, over 2010 € 144 miljoen en over 2011 € 204 miljoen. Dit betekent een stijging van het resultaat van € 63 miljoen. Aan de stijging hebben alle bedrijfsonderdelen bijgedragen. Door de grote externe onzekerheden, wordt er geen resultaatverwachting voor 2012 uitgesproken. Dividendbeleid Vanaf 2006 is het dividendbeleid van Eneco gewijzigd waarbij voortaan 50 in plaats van 40 procent van de behaalde nettowinst aan de aandeelhouders kan worden uitgekeerd. Over de boekjaren 2005 tot en met 2007 is een verhoogd percentage van 55 van de behaalde nettowinst uitgekeerd. Over 2008 tot en met 2010 is 50 procent van de winst uitgekeerd als dividend. Ontwikkelingen: Splitsingswet Eneco heeft er voor gekozen om de activiteiten productie/handel/levering, netbeheer en infra onder te brengen in aparte bedrijven. Deze herinrichting is afgerond in 2008 met drie kernbedrijven. Dit zijn Eneco (energie), Stedin (netbeheer) en Joulz (infra). De drie bedrijven functioneren zelfstandig en vanuit een eigen missie. De holding is omgevormd tot een kleine financieel-strategische holding. De Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON), in de volksmond de splitsingswet genoemd, is een wet die in aanvulling op de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet nadere regels geeft over onafhankelijk netbeheer. De wet is op 21 november 2006 aangenomen. De wet bevat drie hoofdelementen, te weten: - de overdracht van het beheer van de hoogspanningsnetten met een spanningsniveau 110-150 kV aan TenneT; - de creatie van zogenaamde 'vette netbeheerders' die tevens over de economische eigendom van het net beschikken en - de invoering van het groepsverbod. De eerste twee elementen zijn per 16 januari 2007 inwerking getreden. Hetzelfde geldt voor het vereiste dat de netbeheerder over de economische eigendom van de infrastructuur moet beschikken. Het groepsverbod is op 1 juli 2008 in werking getreden. Tot 1 januari 2011 hebben de geïntegreerde energiebedrijven (energiebedrijven met zowel netbeheer als productie, handel en levering) de tijd om zich te splitsen. In 2008 heeft Stedin de WON geïmplementeerd voor zover die betrekking heeft op de vette netbeheerder. Per 1 juli 2008 is de juridische en economische eigendom van de netten overgedragen. Door het huidige aandelenbezit te splitsen in aandelenbezit van het distributiebedrijf en het netbeheer zouden overheden het aandelenbezit in de commerciële sfeer (distributiebedrijf) kunnen verkopen. Als aandeelhouder van Eneco worden de ontwikkelingen door Spijkenisse op de voet gevolgd. Splitsing van het bedrijf De splitsingwet gaat uit van een solvabiliteit van 40 procent. De solvabiliteit van het netwerkbedrijf, na fictieve splitsing, zou per 31 december 2008 zijn uitgekomen op 40 procent. Inmiddels is duidelijk dat in relatie tot de uitkomsten van de jaarrekening 2010 bij splitsing de solvabiliteit van het netwerkbedrijf zou uitkomen op 44 procent. De minister heeft echter met nadere een solvabiliteitseis gesteld van 50 procent na splitsing. Dit percentage is eind 2011 gehaald. Gerechtelijke procedure tegen de splitsingswet Op 22 juni 2010 is uitspraak gedaan in de door Eneco, Essent en Delta aangespannen juridische procedure tegen de invoering van de splitsingwet. De rechter heeft de energiebedrijven in het gelijk gesteld. De rechtbank geeft aan dat de door de overheid opgelegde splitsing in strijd is met het Europees recht. De splitsing, zoals die door Nederland is opgelegd gaat veel verder dan de andere Europese Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 159
partners. De splitsing van Eneco en Delta is daarna direct stopgezet. Essent is al gesplist. De splitsing van de bedrijven kost veel geld. De energiebedrijven zullen hiervoor een claim bij de Staat neerleggen. De Staat is tegen de uitspraak in cassatie gegaan. Op 24 februari 2012 nam de Hoge Raad een beslissing inzake de cassatie die de Nederlandse Staat instelde tegen de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag over de Splitsingswet. De Hoge Raad stelt vragen over de verenigbaarheid van de Splitsingswet met het Europees recht en die moeten eerst worden beantwoord door het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. De behandeling van de zaken in cassatie is opgeschort totdat het Europese Hof de vragen heeft beantwoord. Dit betekent dat de huidige status quo naar alle waarschijnlijkheid nog enkele jaren van kracht zal zijn. Dividendverwachting 2012 (uitkering 2013) Ondanks het brede vertrouwen in de ontwikkelingen van het bedrijf wordt, gezien de grote externe onzekerheden, geen resultaatverwachting uitgesproken voor 2012. Gemeenschappelijk Bezit Evides Doel: Op betrouwbare, veilige en maatschappelijke verantwoorde wijze leveren van drink- en industrieel- water en daaraan gerelateerde producten aan particuliere en zakelijke klanten. Betrokkenen: De aandeelhouders van de structuurvennootschap Evides Holding N.V. zijn een groot aantal gemeenten in de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en de provincie en gemeenten in Zeeland. De gemeente Spijkenisse bezit circa 3,6 procent van de aandelen Gemeentelijk Bezit Evides (GBE), die op haar beurt 50 procent bezit in de N.V. Evides. De overige 50 procent van N.V. Evides is in handen van de andere fusiepartner N.V. Delta, het moederbedrijf van Delta waterbedrijf B.V. Bestuurlijk Belang: Het aandeelhouderschap in Evides wordt vertegenwoordigd door de wethouder financiën, centrumplan, economische zaken en overheidsbedrijven. Financieel belang: Evides keert bij normale bedrijfsvoering jaarlijks aan aandeelhouders per boekjaar een interim- en slotdividend uit. De winst bedroeg in 2011 € 70,5 miljoen. Conform de verwachting is dat een forse stijging t.o.v. 2010. Het aan Spijkenisse uitgekeerde dividend over 2011 was € 708.231. Voor het jaar 2012 is geen winstverwachting uitgesproken. Ontwikkelingen: Het waterbedrijf N.V. Evides heeft in een Algemene Vergadering van Aandeelhouders (A.V.A.) aangegeven het beste en goedkoopste waterbedrijf van Nederland te willen zijn. De afgelopen jaren is daarbij het tarief gelijk gebleven door geen prijsindexatie toe te passen. In 2009 werd zelfs een tariefsverlaging van 5 procent doorgevoerd om de solvabiliteit niet verder te laten oplopen. Om aan het door Evides ingestelde plafond op grond van de Waterwet van 36 procent solvabiliteit te voldoen zullen in de komende jaren mogelijk weer prijsaanpassingen van tarieven naar boven aan de orde zijn. In de voorbije jaren tot en met 2011 zijn de prijsaanpassingen niet doorgevoerd. Het in 2009 ingestelde solvabiliteitsplafond is aan wijziging toe. Het solvabiliteitsplafond wordt op termijn stapsgewijs verhoogd naar 38 procent tot eind 2013 na winstbestemming. BNG De gemeente Spijkenisse bezit 7.020 aandelen B van nominaal € 2,50 in de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten. Deze deelneming wordt niet actief gevolgd. De bank is trots op haar triple A rating hetgeen 160 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
betekent, dat aandeelhouders zich heel veilig kunnen voelen. Voor het overige genereert deze deelneming een jaarlijks rendement van ongeveer € 15.000. DataLand Doel: Verkoop aan derden van vastgoed- en geo-informatie op basis van een intergemeentelijke samenwerking. Deze deelneming werd in 2003 een feit, toen na afronding van de besluitvorming definitief werd overgegaan om te gaan deelnemen in het aandelenkapitaal van de Stichting Administratiekantoor DataLand in casu DataLand B.V. De vermelde stichting is opgericht door de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten en geeft certificaten uit aan geïnteresseerde gemeenten tegen een overeengekomen prijs per certificaat. Als tegenprestatie voor het participeren in certificaten DataLand B.V. wordt de gemeente verzocht tweemaal per jaar haar gebouwengegevens uit het gemeentelijk bestand te leveren. Onze gemeente bezit in totaal 31.305 certificaten van aandelen van nominaal € 0,10 per certificaat. Als participant in DataLand B.V. heeft onze gemeente op de certificaathoudervergadering de mogelijkheid haar wensen kenbaar te maken. Met de deelname in DataLand B.V. wordt beoogd goed aan te sluiten bij de actuele ontwikkelingen van overheidsloket, e-government, de toegankelijkheid van overheidsinformatie, de transparante en betrouwbare overheid evenals de stroomlijning van basisgegevens. Verder is deelname niet anders te zien dan een vorm van samenwerking tussen gemeenten ter behartiging van het openbaar belang. Dankzij de samenwerking met inmiddels 395 deelnemende gemeenten, vele afnemers en andere betrokkenen bij de overheidsinformatievoorziening is DataLand uitgegroeid tot het landelijke informatieknooppunt voor vastgoed- & geo-gerelateerde gemeentelijke gegevens. Financieel belang: Het jaarresultaat van DataLand bedroeg in 2011 € 238.248. Bij DataLand is in de afgelopen jaren een negatief eigen vermogen ontstaan door de geaccumuleerde verliezen. Na verwerking van het resultaat ten gunste van de reserves, bedraagt het eigen vermogen per 31-12-2011 € 144.893 (positief). Ontwikkelingen: N.v.t. N.V. Reinis Doel: De vennootschap heeft ten doel: - ten algemene nutte werkzaam te zijn op het gebied van de verwijdering van afval binnen met name het grondgebied van de gemeente Spijkenisse en de daarop aansluitende regio; - het reinigen van de openbare ruimte, evenals de buitenruimte bij bedrijven; - te voorzien in de behoeften aan andere diensten of het verrichten van ondersteunende activiteiten op het gebied van afvalinzameling; - het verlenen van facilitaire diensten, daaronder uitdrukkelijk begrepen het verlenen van diensten aan derden; - en voorts al wat met het vorenstaande verband houdt of daartoe dienstig is, alles op te nemen in de ruimste zin van het woord. Betrokkenen: Gemeente Spijkenisse.
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 161
Bestuurlijk belang: Het aandeelhouderschap in N.V. Reinis wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (kortweg A.V.A.) vertegenwoordigd door de wethouder financiën, centrumplan, economische zaken en overheidsbedrijven en de wethouder beheer openbare ruimte, wonen en wijkveiligheid. Financieel belang: Het volgestorte en geplaatste aandelenkapitaal bedraagt € 1,8 miljoen, wat door de gemeente Spijkenisse bij het opstarten ter beschikking werd gesteld. Aan het eind van het jaar vindt de vaststelling van de jaarrekening in de A.V.A. plaats. Een eventueel voordelig resultaat kan statutair worden aangewend voor: - het delgen van verliezen uit voorafgaande jaren; - in stand houden van reserves, die krachtens die wet moeten worden aangehouden; - hetgeen hierna resteert, kan worden toegevoegd aan de algemene reserve van de vennootschap; - eventueel kan worden besloten aan de aandeelhouder(s) een uitkering ten laste van het resultaat te doen. Ontwikkelingen: De verzelfstandiging van de afdeling Stadsreiniging in de N.V. Reinis bleek er mede op gericht een (meer) klantgerichte en slagvaardige organisatie na te streven, die in staat zou zijn sneller en beter op de maatschappelijke ontwikkelingen te kunnen inspelen. Tegelijkertijd zou een meer kansrijke onderneming ontstaan. Elementen Spijkenisse B.V. Doel: In augustus 2011 is Elementen Spijkenisse B.V. opgericht. Elementen Spijkenisse B.V. is opgericht voor de aankoop en exploitatie van de 105 appartementen in de tweede toren “Rokade” genaamd. De 105 appartementen zullen in eerste aanleg direct worden verkocht of verhuurd. Binnen een periode van 20 jaar zullen de huur appartementen worden verkocht. Betrokkenen: De gemeente bezit alle aandelen in de besloten vennootschap. Het gestorte aandelenkapitaal van de vennootschap bedraagt € 500.000. Bestuurlijk belang Het aandeelhouderschap in Elementen Spijkenisse B.V. wordt vertegenwoordigd door de wethouders -Financiën, centrumplan, economische zaken en overheidsbedrijven. -Zorg, volksgezondheid, grondzaken, accommodatiebeheer, inburgering en integratie, automatisering, klantgerichtheid, en -Ruimtelijke ontwikkeling en milieu, verkeer en vervoer, sociale zaken, werkgelegenheid, economische zaken, middenstandsaangelegenheden, (stads)regionale zaken. Financieel belang Het gestorte aandelenkapitaal bedraagt € 0,5 miljoen, wat door de gemeente Spijkenisse bij de oprichting ter beschikking werd gesteld. Daarnaast is agio gestort van € 2.500.000. Aan het eind van het jaar vindt de vaststelling van de jaarrekening in de A.V.A. plaats. Ontwikkelingen Medio 2011 is gestart met de verdere verkoop of verhuur. De bezettingsgraad bedraagt ruim 95%.
162 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
Vennootschappen algemeen Het is duidelijk dat de gemeente Spijkenisse als aandeelhouder van Eneco, Gemeenschappelijk Bezit Evides (GBE), N.V. Reinis en Elementen Spijkenisse B.V. probeert haar invloed uit te oefenen door haar stem uit te brengen in de vergadering van aandeelhouders. Tegelijkertijd wordt een dergelijke vergadering in bovenstaande gevallen gebruikt om de laatste ontwikkelingen in geval van fusie/overname te kunnen volgen om daar een mening over te kunnen vormen. Vermeldenswaard is dat de deelnemingen in bovenvermelde bedrijven zijn ontstaan uit een historische regionale band toen de bedrijven nog in een beginstadium verkeerden. Inmiddels hebben we het door de jarenlange groei van deze bedrijven over aanmerkelijk grotere bedrijven, die ook (in omvang) de regio zijn ontgroeid. Met de gestage groei van deze bedrijven nam ook het rendement toe van deze deelnemingen. Vanuit dit oogpunt zou het dan ook nog maar de vraag kunnen zijn of de mogelijkheid van afstoten van belang (voor zover toegestaan) een reële optie zou zijn. Echter de grootschaligheid van de bedrijven brengt ondertussen ook grote mogelijke risico‟s met zich mee, waar de aandeelhouder mee kan worden geconfronteerd. Het mogelijk afstoten van het belang in dergelijke bedrijven is bij gemeenten en provincies inmiddels in een groeiende belangstelling gekomen, mede omdat er ook bij afstoten van het belang een eenmalige boekwinst kan worden gerealiseerd. Uiteraard is dat alles een goede studie waard en zal een beslissing daartoe slechts dan worden genomen als uit de daarbij behorende condities / voorwaarden een gunstige keuze voor Spijkenisse kan worden gemaakt. Overige samenwerkingsverbanden Dit zijn met name stichtingen waar sprake is van zowel een bestuurlijk als een financieel belang.
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 163