Nieuwsbrief CENTRUM GANSPOEL VZW GANSPOEL 2 3040 HULDENBERG
TEL: FAX :
02/686.00.40 02/688.07.13
Ganspoel THUISBEGELEIDINGSDIENST DIENST GEÏNTEGREERD ONDERWIJS NR .
54
In dit nummer: Vakantie en vrije tijd Speelwijzer Zelf een kleurenklok maken Andere jongeren, andere ouders? Publicaties Tevreden over thuisbegeleiding?
M E I
201 2
NR.
54
PAGINA
Voorwoord Dit is een lentenieuwsbrief met allerlei onderwerpen. Veel mensen, zowel ouders als begeleiders, hebben er aan meegeschreven en daar zijn we blij mee. Nu eindelijk de zon schijnt, komen bijdragen over vakantie en vrije tijd in de nieuwsbrief nog beter tot hun recht. Wie aan vakantie denkt, denkt ook aan uitstappen met het gezin. Was je ook geraakt door de berichten over pretparken die minder toegankelijk worden voor kinderen en volwassenen met een beperking? We horen graag je mening over deze zaak. Ben je ook altijd op zoek naar informatie? We stellen in deze brief de website van Centrum Ganspoel voor. Sinds kort vind je daar de Speelwijzer, een verzameling van speelgoedtips, die samengesteld is door medewerkers van thuisbegeleiding, met een grote inbreng van ouders van jonge kinderen – zie blz. 11). Ook leuk is de kleurenklok, die u zelf kunt maken (blz. 14). Drie boeken stellen we voor, waar je als ouders van een kind met een visuele beperking wat kan aan hebben (blz. 18). We krijgen graag commentaar van lezers. Zijn ouders tevreden over de thuisbegeleiding die ze krijgen? De ouders die op onze enquête geantwoord hebben in elk geval wel (zie blz. 22). En wij dus ook. In vorige nieuwsbrieven vond je telkens een bijdrage over de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen die slecht zien. De laatste bijdrage in deze reeks (blz. 15) gaat over jongeren die slecht zien en hun ouders. Onderzoek toont aan, hoe belangrijk die sociale ontwikkeling is voor een gelukkig leven als volwassene met een visuele beperking – misschien nog belangrijker dan goede hulpmiddelen! Dan moeten we in thuisbegeleiding en in GON-begeleiding ook vroeg aandacht besteden aan het bevorderen van goede sociale contacten van kinderen met een visuele beperking met andere kinderen, aan de ontwikkeling van zelfkennis en aan de opbouw van de motivatie om met je leven iets te doen. We moeten om te beginnen de teams van gewone scholen leren ondersteunen bij de opvang en begeleiding van kinderen met een beperking. En dan maar hopen dat de overheid deze inspanningen ook mee mogelijk maakt. Het is bijna juni en zomer. We wensen iedereen een lichte en feestelijke zomer waar je jong en blij van wordt, waarin je kan spelen en tot rust komen, waarin je elkaar vindt en waar je veel energie van krijgt . L.D.
2
NR.
54
PAGINA
Vakantie en vrije tijd Naar de dierentuin Normaal is de dierentuin saai als je niet goed kunt zien. Maar als je in een dierentuin bent waar je al je zintuigen kan gebruiken, kunt ruiken en voelen, en braille kunt lezen, dan wordt het een heel stuk leuker! Onlangs zijn wij in Diergaarde Blijdorp in Rotterdam (Nederland) geweest. In Blijdorp zijn er routes aangelegd speciaal voor mensen met een visuele handicap. Deze routes zijn via de website te downloaden of bij de kassa van het dierenpark af te halen. In deze beschrijvingen wordt precies aangegeven waar de braillebordjes geplaatst zijn. Op aanvraag zijn er ook rondleidingen door het park mogelijk. In de dierentuin zijn veel tastbeelden en is er veel te horen. Bij veel dieren zijn er informatiebordjes in braille geplaatst. De dieren zijn veelal van dichtbij te bekijken. Zeeleeuwen en pinguïns zwemmen langs het glas. Er is een aquarium waar je doorheen loopt, de vissen zwemmen langs je en over je heen. De tijgers en leeuwen kun je op nog geen 10 cm afstand ontmoeten (achter glas natuurlijk).
Het is mogelijk om bij ongeveer 90% van de dieren dichtbij te komen. In het dierenpark zijn ook veel objecten en dieren waaraan gevoeld kan worden. Er is onder andere een tijger op ware grootte om op te klimmen en aan te voelen, een kangoeroe om in te klimmen en aan te voelen, een schildpad om in te kruipen. In de dierentuin is er ook een grote speeltuin. Voor ons was een bezoek aan Blijdorp een zeer geslaagde dag en het zal zeker niet het laatste bezoek zijn. Helaas is het niet toegestaan om honden mee te nemen in het park. Er wordt ook geen uitzondering gemaakt voor blindengeleidehonden. Er wordt een speciale prijs gehanteerd voor de begeleider van een persoon met een handicap. Adres: Diergaarde Blijdorp, Blijdorplaan 8, 3041 JG, Rotterdam. Als je een abonnement hebt voor de zoo van Antwerpen, dan krijg je korting op het ticket voor Blijdorp. Samantha
3
NR.
54
PAGINA
Even op adem komen ...
… in Villa Rozerood
Deze kerstvakantie zijn wij met ons gezin naar Villa L'Escale in De Panne geweest. Dit is het tijdelijke verblijf van Villa Rozerood nadat een brand in september 2011 een groot gedeelte van de villa vernielde. De thuisbegeleidster had ons aangeraden om deze vakantie te boeken. We hadden er lang en met grote verwachtingen naar uitgekeken. Ook al was het een andere locatie dan De Panne, de unieke sfeer en warmte waren er helemaal. Ons gezin werd hartelijk ontvangen en we voelden ons direct thuis. Alle mensen, die bij Villa Rozerood betrokken zijn, zetten zich in met veel liefde en begrip. We hoorden van de vrijwilligers, dat zij dit niet als werken beschouwen. De zussen en broers krijgen ook voldoende aandacht omdat er een volledig team klaar staat om hen te animeren. Knutselen, spelen op het strand, … het is te veel om op te noemen.
Villa Rozerood is 1 van de 3 respijthuizen Vlaanderen en Brussel. Naast Villa Rozerood is dat Limmerik in Zandhoven en Villa Indigo In Evere. Die richten zich op langdurig zieke kinderen en jongeren (tot 18 jaar) of kinderen en jongeren met een zware handicap. De medewerkers van de respijthuizen nemen de taken van de mantelzorgers voor enkele dagen of weken over. Op die manier kunnen ouders of grootouders weer op krachten komen. Je bent zeker dat je kind de juiste zorgen krijgt: er is altijd een verpleegkundige aanwezig en er staat een heel team klaar om je kind in de watten te leggen. Niemand die opkijkt als een kind sondevoeding krijgt of in een rolstoel zit. In de 3 respijthuizen is plaats voor ongeveer 20 kinderen. Zij kunnen er elk jaar maximaal een maand verblijven. Alleen in Villa Rozenrood kunnen (groot-)ouders, broertjes en zusjes de hele periode mee intrekken. In Limmerik en Villa Indigo kan dat alleen in bepaalde omstandigheden. De kostprijs is democratisch. Ouders betalen voor hun kind alleen het remgeld; in de meeste gevallen is dat goed € 5,00 per dag. In Villa Rozenrood neemt het sociaal fonds van de vzw dat bedrag op zich. (Groot-)ouders, broers en zussen die mee in het respijthuis verblijven, betalen ongeveer € 30,00 per dag.
Deze vakantie geeft ademruimte aan het hele gezin. In een ontspannen sfeer kunnen we verdriet en zorgen vergeten. Een lach en een traan kunnen elkaar snel opvolgen, en zo hoort het ook. We moeten kunnen lachen, maar mogen ook de realiteit niet verliezen. Een mooie balans vind je bij de mensen van Villa Rozerood. Wij hebben onze volgende vakantie ook al geboekt. Dan zal het zomer zijn in het oorspronkelijke Villa Rozerood, omgeven door rust en mooie natuur. Mama van Lisa, Emma en Iris (+)
4
Wil je graag nog een woordje meer uitleg, dan kan je daarvoor op de respectievelijk websites terecht: www.limmerik.be, www.villarozenrood.be, www.villaindogo.be. G.V. (Bewerking van artikel in CM-Visie van 02-03-12)
NR.
54
PAGINA
Alek Alek is 5 jaar, woont in Wiekevorst, hij gaat naar school en zit in de tweede kleuterklas.
De Ponyhoef Alek houdt van pony's. Elke zaterdag gaat Alek naar De Ponyhoef. Als ze daar aankomen mag Alek helpen het paard borstelen en het zadel vastmaken. Alles gebeurt op zijn tempo en dat vindt hij superleuk. Dan gaan ze een rondje maken met het paard door het bos. Begeleidster Wendy maakt er steeds een heel leuk spel van met opdrachtjes. En na afloop mag Alek natuurlijk het paard belonen met een lekker snoepje. Alek vindt het heel leuk en tegelijkertijd ontwikkelt hij een beter evenwicht. Wendy is een juf in het buitengewoon onderwijs, dus ze weet perfect hoe ze met Alek moet omgaan en hem vertrouwd kan maken met de pony. Ze doet dat dan ook fantastisch. De Ponyhoef vzw wil kinderen spelenderwijs laten genieten van pony's. Het is de bedoeling dat men op een respectvolle manier leert omgaan met pony's. De Ponyhoef vzw Kegelstraat 12, 2580 Beerzel tel : 0497/22.81.77 E-mail :
[email protected] http://ponyhoef.weebly.com/index.html
VZW Marjan Samen met zijn ouders gaat Alek om de veertien dagen op zondagvoormiddag zwemmen in het zwembad van Duffel. Dat is niet dichtbij, maar ze vinden het de moeite om ernaartoe te rijden!. Van klein tot groot is er welkom, de begeleiders van VZW MARJAN gaan zelf mee in het water en doen spelletjes met Alek om hem te laten wennen aan het water, heel leuk! De vzw Marjan ondersteunt personen met een beperking en dit in de ruimst mogelijke zin. Meer info vind je op www.vzwmarian.be. Info over het zwembad, 'Zwem.Com', vind je op de website van de stad Duffel, of op het nummer 015/31. 25.70. V.V.S.
5
NR.
54
PAGINA
Audiodescriptie? De voorbije afleveringen van Witse kwamen dit jaar met een primeur: ze werden uitgezonden met audiodescriptie. Audiodescriptie of audiobeschrijving is de aanvullende commentaar tussen de dialogen van een film of televisieprogramma in, die de kijker vertelt wat er op het scherm gebeurt, zodat die de handeling kan volgen. Audiodescriptie is dus meer dan het voorlezen van dialogen. De audiovisuele versie van de film of televisiefictie wordt gereconstrueerd met behulp van een verteller, dialogen, geluiden, muziek, informatie over de reeks,…. Op die manier worden film en televisieprogramma’s toegankelijk voor blinden en slechtzienden. Vanaf dit jaar zal de VRT elk jaar één fictiereeks uitzenden met audiodescriptie (AD). C.V.
Disneyland voor Emma Twee jaar geleden ben ik bevallen van een tweeling. Jammer genoeg was één dochtertje doodgeboren, mijn ander dochtertje bleek gehandicapt te zijn door neurologische letsels. Ik heb nu dus nog twee levende dochters, één van 5 jaar en mijn zorgenkindje van 2 jaar. Emma is corticaal blind, ze heeft een verstandelijke en motorische beperking, krijgt sondevoeding, heeft gedurende 9 maanden epilepsie gehad en ze heeft een chronische nierinsufficiëntie. Maar ondanks alles is zij een echte levensgenieter zoals haar ouders. Hierbij wil ik alle ouders met meervoudig gehandicapte kinderen motiveren om te blijven genieten van het leven ondanks de zware medische zorgen en beperkingen.
6
NR.
54
PAGINA
Zelf heb ik al twee keer een vierdaags verblijf in Disneyland Parijs gehad samen met mijn echtgenoot en twee dochtertjes. Mits een goede organisatie zijn dergelijke uitstappen mogelijk en deze uitstappen geven het hele gezin de nodige dosis energie! In Disneyland Parijs kan je via de City Hall een 'Easy Access Card' verkrijgen waardoor men op een beperkt aantal attracties de wachttijd kan vermijden. Een snelle toegang, aangepaste liften, zeer behulpzaam personeel is kenmerkend voor deze attracties. Je voelt je meer dan welkom. Bij de mooie Disney-parades is een aparte locatie voorzien waar alle families waarbij er gezinsleden zijn met beperkingen, van het beste uitzicht kunnen genieten. Zo zijn er bij de parades Disney-figuren, die zusjes of broertjes uit deze publieke zone halen om tijdelijk deel te nemen aan de parade. Op die manier krijgen deze kinderen een onvergetelijke ervaring. Want de broertjes of zusjes van onze zorgenkindjes mogen ook niet vergeten worden! In de Disney-hotels kun je vlakbij de receptie een kamer boeken waardoor er bij eventuele medische problemen zeer snel gehandeld kan worden. Voor noodgevallen is er ook altijd een medisch team in Disneyland beschikbaar dat je kan begeleiden bij een transfer naar het plaatselijke ziekenhuis. Ons gezin heeft deze reis zeer positief ervaren en voor ons bewijst dit, dat je mits een goede planning van alle medicatie, voeding enz. toch ontspannen op vakantie kan vertrekken! Mama van Lisa, Emma en Iris(+)
Naar Plopsaland? Ooit kregen we enthousiaste verhalen van ouders over het onthaal van hun kind met een visuele beperking in Plopsaland. De toegang werd gemakkelijker gemaakt, het lange wachten aan attracties werd vermeden, enz. Daar waren de kinderen en hun ouders blij mee. Het was een schok om dit voorjaar te vernemen dat in sommige pretparken een groot deel van de attracties ontzegd worden aan mensen met een beperking. Het onderscheid dat daarbij gemaakt wordt tussen verschillende beperkingen is arbitrair, de manier waarop dit onderscheid gemaakt wordt is kwetsend en zonder meer onaanvaardbaar. Er is al veel protest geweest tegen deze gang van zaken. Als er maatregelen nodig zijn om de veiligheid in pretparken te garanderen, dan moeten die besproken worden met alle betrokkenen, niet in het minst met mensen met een beperking zelf en met de personen die hen kunnen vertegenwoordigen. Zo gaat dat in deze tijd van inspraak, inclusie, eigen verantwoordelijkheid. Op die manier moeten redelijke afspraken kunnen gemaakt worden, regels opgesteld. Die afspraken en regels moeten vervolgens op een goede manier gecommuniceerd worden. Pas dan kunnen we weer naar Plopsaland komen. L.D.
7
NR.
54
PAGINA
Fietsen Floris (jongetje van 5 jaar met coördinatieproblemen) rijdt op een b’Twin fietsje. Dat is een kinderfietsje met stevige, extra grote zijwieltjes. Die geven stabiliteit zodat hij niet scheef gaat hangen. De ouders kochten deze fiets bij Decatlon. Website: www.btwincycle.com, doorklikken via Bikes naar Children’s bikes. Bij Emma en Noor gaan ze voor de Follow Me aanhangfiets/ tandem systeem. Hierbij wordt de eigen fiets van de kleuter via een systeem (zie illustratie) aan de volwassen fiets geklikt. Dit systeem biedt meer stabiliteit dan de klassieke aanhangfietsjes, het kind kan niet scheef gaan hangen. Ook handig wanneer je kind al een eindje kan fietsen, maar nog niet te lang: je kan het fietsje altijd aanklikken. Website: www.folloma-tandem.nl. Op de website kan je op een plattegrond zien, waar er verdelers van dit systeem zijn (in België en Nederland). C.V.
Wii-spel voor kinderen met een visuele handicap Op ontdekkingstocht in een onderaardse tempel? Zoeken naar mysterieuze schatten uit de Egyptische oudheid? Dat kan met “De Ontdekker en het Mysterie van de Diamanten Scarabee”. Dit is het eerste Wii-spel gemaakt voor en door slechtziende, blinde en goedziende kinderen. Op gelijkwaardig niveau kunnen zij samen spelen op de Nintendo Wii. Het spel is bedoeld voor kinderen van zeven tot twaalf jaar. Archeoloog Ben, De Ontdekker In de game speel je de archeoloog Ben, die op zoek is naar de Tempel van de Diamanten Scarabee. Eenmaal in de tempel beland, ontmoet hij Tiri, een betoverde Egyptische prinses. In een doolhof van onderaardse gangen zoeken ze naar schatten uit het oude Egypte en gaan ze verschillende uitdagingen aan. De Bewaker leidt ze stap voor stap naar de uitgang. Het spel wordt gespeeld op een Balance Board, een standaard Wii-accessoire. Hiermee kun je je door het doolhof bewegen, schatten vinden en uitdagingen aangaan. Zo moet je in het spel op verschillende plekken mummies ontwijken die het op jou gemunt hebben. Geen gemakkelijke opgave! Aangezien dit het eerste spel ter wereld is dat voor slechtziende, blinde en goedziende kinderen samen is ontwikkeld, is het spel in het Nederlands en Engels te spelen. Het Wii-spel bestellen De Ontdekker is sinds januari 2012 beschikbaar, je kan het bestellen via www.visio.org/wii-spel. C.V. (Bron: Visio)
De Ontdekker en het Mysterie van de Diamanten Scarabee
8
NR.
54
PAGINA
Het geluidshuis presenteert … heerlijke hoorspelen! Heb je al gehoord van de hoorspelen van Het Geluidshuis? In verschillende gezinnen zijn deze hoorspelen al gekend en ‘grijsgedraaid’. Het geluidshuis heeft een aantal klassieke verhalen, zoals ‘de Wilde Zwanen’, ‘De Bremer Stadsmuzikanten’, ‘De reisgenoot’, en nog een paar andere. Er zijn er intussen zes in heerlijke hoorspelen gegoten. Ze werden ingesproken door bekende Vlaamse auteurs, zoals Warre Borgmans, Wim Helsen, Gène Bervoets, Peter Van den Eede, … De hoorspelen zijn doorspekt met grappige geluidjes, leuke typetjes, woordspelletjes, en toffe liedjes. Op de website www.heerlijkhoorspel.be kan je alle titels bekijken en fragmenten beluisteren. Voor kinderen vanaf ongeveer halfweg de lagere school. C.V.
Speelgoed Op www.spelletjesgigant.nl vind je veel aangepast speelgoed. Kijk maar eens op de website, onder low vision spellen voor slechtzienden en blinden. Je vindt er een ruime keuze aan betaalbare aangepaste gezelschapspelen. Speelkaarten, dobbelstenen, mens erger je niet en veel meer! Het veelgespeelde Pim Pam Pet heeft nu een versie 'speed and sound', wat het toegankelijk maakt voor kinderen met een visuele beperking. Voor kinderen vanaf ongeveer 8 jaar. Bij Rob kregen we de volgende tip: wie over het magnetische spelbord van het gezelschapsspel Othello beschikt, kan op die manier vier op een rij aanleren aan zijn kind. Vier op een rij is erg toegankelijk voor blinde kinderen, maar niet altijd makkelijk om aan te leren. Door het eerst op een plat vlak aan te leren, lukt het vlotter. C.V.
QUAPS: het sprekende ei
Bij Liam brachten de paasklokken dit jaar sprekende eieren! Bij Blokker vond moeder QUAPS, elektronische eieren die elk iets anders zeggen, zoals bijvoorbeeld ‘hier ben ik’, of ‘ik ben verstopt’. Liam ging enthousiast op zoek, en bij elk sprekend eitje vond hij ook chocolade eieren. Uiteraard kunnen deze leuke sprekende eitjes ook doorheen het jaar voor veel plezier zorgen, bijvoorbeeld om verstoppertje te spelen, of een parcours uit te stippelen, op schattenjacht te gaan en zo verder. C.V.
9
NR.
54
PAGINA
G-werking Koninklijke Leuvense Zwemclub De KLZC is een grote zwemclub uit het Leuvense met verschillende afdelingen. Een van deze afdelingen is de G(ehandicapten)-werking. De G-werking is een afdeling waar we les geven aan kinderen en jongeren met een mentale beperking, lichte motorische beperking en/of visuele beperking. Deze lessen gaan door op vrijdag van 19 tot 20 uur en zaterdag van 15 tot 17 uur. Afhankelijk van de mogelijkheden van het kind wordt het onderverdeeld bij de lesgevers.
Waar proberen wij aan te werken? • Naast watergewenning leren de kinderen de basisbeginselen van schoolslag en crawl. • De zwemles koppelen we aan algemeen lichaamsbesef en we proberen alles op een attractieve wijze bij te brengen. • De club voorziet een begeleider per twee kinderen en heeft verschillende hulpmiddelen ter beschikking.
Regelmatig vindt er overleg plaats tussen de ouders en begeleiders van de kinderen om naast de evolutie van het kind een eventuele doorstroming naar andere groepen van de zwemschool te bespreken. Op de website kan je een kijkje nemen: www.klzc.be. Contactgegevens: Ilse Vande Casteele G-coördinator tel.: 0472/80.32.22 V.V.S. en I.VD.C.
10
NR.
54
PAGINA
11
Speelwijzer
SPELEN … Genieten, ontdekken, verwonderd zijn… Allemaal leuke ervaringen die maken dat kinderen zich kunnen ontwikkelen en openstaan voor het leven. Ze doen dit niet alleen, maar ook samen met mama of papa, broer of zus, oma of opa, kinderverzorg(er)ster of opvoed(er)ster. Samen met iemand die je graag ziet op verkenning gaan is een fijne beleving. De kinderen die we volgen in thuisbegeleiding hebben soms moeite om zelf op ontdekking te gaan. Het gewone speelgoed slaat niet altijd vanzelf aan. Ouders vinden het soms moeilijk om te weten welk speelgoed ze hun kind het best kunnen aanbieden en op welke manier. In thuisbegeleiding trachten we ouders hierbij te helpen.
SPEELWIJZER Om alle ervaringen en adviezen eens op een rijtje te zetten, hebben we een speelwijzer samengesteld. Het moet gezegd dat heel wat gezinnen ons hierbij inspireerden. We bedanken iedereen die hieraan heeft meegewerkt. Voor wie is de speelwijzer bedoeld? Voor iedereen die met jonge slechtziende baby’s en jonge kinderen in contact komt en de vraag heeft welk spelmateriaal er bestaat en waar het te vinden is. De speelwijzer is ingedeeld in 6 hoofdstukken. De delen ’wat zie ik?’ en ‘speelmatten’ zijn klaar. Aan de andere delen ‘Wat hoor ik daar?’’ Wat ruik ik daar?’ en’ Waar gaan we naartoe?‘ wordt nog gewerkt, die werken we nog verder uit.
Waar vind je de speelwijzer? Sinds kort staat die op de website van Ganspoel http://www.ganspoel.be/watwedoen/nieuwsbrief/documents/Speelwijzer-maart2012.pdf
We wensen iedereen veel speelplezier toe. Als er nieuwe ideetjes ontstaan bij het doorbladeren van deze brochure is het opzet geslaagd! Hier volgen al enkele voorbeelden, bij wijze van kennismaking. V.V.S.
NR.
54
PAGINA
12
NR.
54
PAGINA
13
NR.
54
PAGINA
14
Zelf een kleurenklok maken De kleurenklok is een hulpmiddel om kinderen met autisme zelfstandig te laten werken. Tijd is voor hen een moeilijk begrip omdat het zo abstract is. Met de kleurenklok kan je erg concreet werken. Je hoeft nog geen cijfers te kennen en je moet dus niet kunnen ‘kloklezen’. De klok heeft slechts één wijzer en je kan het kind bijvoorbeeld de opdracht geven om door te werken aan zijn taak zolang de wijzer in het groene vak is. We denken dat zo’n klok ook nuttig kan zijn voor andere kinderen. Het is vrij eenvoudig om zelf een kleurenklok te maken.
Wat heb je nodig? - een eenvoudige klok die open kan - gekleurd papier - schaar, lat, potlood, lijm Hoe ga je te werk? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Haal de batterij(en) uit de klok zodat deze stilstaat. Open de klok. Haal de wijzers er één voor één voorzichtig af. Hou enkel de minutenwijzer bij, de seconden- en uurwijzer heb je niet nodig. Haal (indien mogelijk) de cijferplaat uit de klok. We maken nu een nieuwe achtergrond voor de klok. Indien de cijferplaat uit de klok van karton is, kan je deze gebruiken om het ontwerp van de kleurenklok op te tekenen. Zo niet moet je met een passer de straal van de klok opmeten en zelf een schijf uit karton of stevig papier maken. In dit voorbeeld maken we een onderverdeling 5, 10, 15, 30 minuten. Je kan ook zelf een andere verdeling kiezen. Kies verschillende kleuren voor de stukken tijd, bijvoorbeeld rood voor 5 minuten, geel voor 10 minuten, enz. Teken de vorm op het papier. Knip de stukken uit en kleef ze op de schijf. Voorzie in het midden een gaatje voor de wijzeras. Leg de schijf in de klok en bevestig voorzichtig de minutenwijzer. Zorg ervoor dat de minutenwijzer de kleurenschijf niet raakt. Plaats de batterij(en) in de klok om te testen of deze naar behoren werkt. Sluit de klok.
Bron: http://www.ictwijs.eu/index.cfm?ee=8|388 (daar zijn ook foto's te vinden) V.V.S.
NR.
54
PAGINA
15
Andere jongeren, andere ouders? Over de sociaal-emotionele ontwikkeling en de opvoeding van jongeren die slecht zien
Volwassen worden Tussen 12 en 20 jaar verandert er veel bij kinderen. Jongeren worden lichamelijk volwassen. Ze denken en gedragen zich meer en meer als volwassenen. Van de jongere en jongvolwassene (of adolescent) wordt verwacht dat hij een eigen identiteit ontwikkelt, zich los maakt van zijn ouders en zich voorbereidt om zijn plaats in de maatschappij in te nemen. Weten wat je wil - daarbij horen een studie- en beroepskeuze. Jongeren worden verliefd, ontdekken hun seksualiteit en beleven die in intieme relaties, ze bereiden zich op die manier ook voor op een volwassen liefdesrelatie. In deze jaren zijn er doorgaans sterke banden met leeftijdsgenoten, terwijl de invloed van volwassenen (ouders en leerkrachten) wat meer naar de achtergrond gedrongen kan worden.
De leeftijdsgroep is belangrijk, en in die groep zijn vrienden bijzonder belangrijk. Jongeren richten zich naar de groep waar ze (willen) bij horen. Dat wil zeggen: je neemt de normen over van die groep, je wil er uit zien zoals de leden van die groep, je deelt hun interesses, je gebruikt een gemeenschappelijke taal, vaak met subtiele verbale codes (woorden en uitdrukkingen) en non-verbale signalen (bepaalde gebaren, een speciale handdruk, …). Jongeren experimenteren volop met sociale rollen, oefenen nieuw gedrag en sociale vaardigheden. Het afkijken van wat de andere doet, speelt daarbij een grote rol. Oogcontact, het uitwisselen van een blik van goed- of afkeuring, geeft aan een jongere snel de feedback die hij nodig heeft.
NR.
54
Opgroeien als je slecht ziet Zelfstandig worden is een zaak van praktische vaardigheden, van eigen ideeën en van eigen beslissingen. Welke kleren doe ik aan, hoe organiseer ik mijn schoolwerk, wat doe ik in mijn vrije tijd, hoe richt ik mijn kamer in, met wie ga ik om, … Een visuele beperking brengt hoe dan ook vaak afhankelijkheid met zich mee – bijvoorbeeld op vlak van mobiliteit, aanpassingen, enz. Die afhankelijkheid kan in contrast staan met de verwachtingen die in de maatschappij gelden. De beroepskeuze en de voorbereiding op een job zijn voor veel jongeren met een visuele beperking een moeilijke opgave. Als het er echt op aan komt, vallen een aantal beroepsmogelijkheden weg. Dat kan een nieuwe en harde confrontatie zijn met je beperking. Bij lichamelijk volwassen worden hoort het verlangen om aantrekkelijk gevonden te worden. En de onzekerheid daarover. Voor een jongere met een beperking is het extra spannend. Een vriendje of vriendinnetje hebben kan een groot verschil maken voor het gevoel geaccepteerd te zijn, mee te tellen en niet te moeten onder doen voor anderen. Visuele informatie met betrekking tot seksualiteit en relatievorming is voor een ernstig slechtziende jongere minder toegankelijk. Wie slecht ziet, neemt minder of niet terloops waar hoe mensen met elkaar omgaan en wat ze met elkaar uitwisselen: hoe begroet je elkaar, hoe ga je te werk om iemands aandacht te krijgen en vast te houden, hoe weet je dat de ander ‘jou wel ziet zitten’, …? Succes ervaren bevordert een positief zelfbeeld. De gevolgen van de visuele beperking maken het moeilijker om een positief maar realistisch beeld van jezelf en je mogelijkheden te ontwikkelen. Jongeren met een visuele beperking kijken minder in de spiegel. Ze zien hun eigen gedrag ook minder weerspiegeld in de reacties van de anderen. Het komt vaak voor dat ze zichzelf onderschatten of overschatten. Jongeren met een visuele beperking hebben meer tijd nodig voor alles wat moet: schoolse opdrachten, je zaken beredderen, je verplaatsen… Ze hebben daardoor minder tijd vrij voor gewone contacten met anderen. Ze doen soms l
PAGINA
16
minder levenservaring op dan hun goed ziende leeftijdgenoten. Dit brengt kwetsbaarheid in de sociale omgang met zich mee. Soms hebben ouders en begeleiders moeite met het vinden van het evenwicht tussen beschermen en loslaten. We zien dat jongeren met een visuele beperking ook wel extra zorg vragen. Dat maakt dat jongeren soms te weinig kansen krijgen om te experimenteren in sociale contacten met leeftijdsgenoten – weg van de veilige omgeving van het gezin.
Hoe helpen ouders hun slechtziende jongere? Als ouders op de hoogte zijn van wat er leeft bij leeftijdsgenoten van hun zoon of dochter, kunnen ze beter helpen inspelen op de behoefte van de jongere om zich aan te passen (bijvoorbeeld op vlak van mode) en om zich te conformeren aan de leeftijdsgroep. Het is goed als ouders sociale contacten in het kader van vrije tijd helpen mogelijk maken voor hun slechtziende zoon of dochter. Hoe ruimer het netwerk waartoe de jongere en het gezin behoort, hoe meer kansen de jongere heeft om te oefenen in sociaal contact. Ouders die zelf veel belang hechten aan een hecht en ruim sociaal netwerk, stimuleren dit ook wel. Contacten met leeftijdsgenoten die ook slechtziend zijn of contacten met slechtziende volwassenen kunnen veel steun en onderling begrip opleveren en helpen tegen eenzaamheid en het gevoel ‘de enige te zijn met dit probleem’. Jongeren en jongvolwassenen kunnen elkaar goede raad geven, zo leer je van elkaar hoe situaties aan te pakken. Ook hebben ze een modelfunctie voor elkaar: “ wat hij kan, wil ik ook”. Als je je kan spiegelen aan iemand met een visuele beperking, die voor zichzelf toch oplossingen gevonden heeft voor een aantal moeilijkheden, dan kan dat helpen om je visuele beperking te accepteren als iets dat bij jezelf als persoon hoort maar je niet helemaal bepaalt. Ouders kunnen hun slechtziende jongere stimuleren en helpen bij de keuze van studie en beroep en daarbij samen met de jongere streven naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid. K.V.H.
NR.
54
Het verhaal van Nele Toen ik drie maanden was, ontdekten mijn ouders dat er iets mis was met mijn ogen. Cataract, dat zijn troebele ooglenzen. Die troebelheid hebben ze met een operatie weggenomen. Daarna heb ik glaucoom gekregen. Mijn ogen zijn te klein en er is iets met mijn oogzenuwen. Daardoor vermindert mijn gezichtsveld. Ik heb al verschillende operaties gehad. Nu is mijn situatie stabiel. Mensen vragen mij altijd: wat kan je zien? Maar als je nooit goed hebt kunnen kijken, kan je dat moeilijk uitleggen. Ik weet niet wat goed zien is. Wat anderen op tien meter afstand scherp in de gaten kunnen houden, zie ik pas op een meter afstand. Daar komt het ongeveer op neer. Als kind had ik het vooral moeilijk met al die operaties. Maar ik vergeleek mij nog niet met de anderen. Ik stond niet stil bij wat zij wel konden en ik niet. Ik vond het wel jammer dat ik zo weinig kinderen uit mijn buurt kende. Ik ging ver van huis naar school en had daar mijn vrienden. Ik was jaloers op mijn broer omdat hij met zijn vrienden uit de buurt kon spelen, terwijl ik thuis zat. Ik ben een poosje bij de scouts geweest. Maar ik ben een stille, ik babbel niet veel uit mezelf. Dus echte vrienden had ik er niet. Ik vond de activiteiten ook een beetje te ruig voor mij. Waarom ik? Dat gevoel overvalt mij wel eens. Ik ben niet echt kwaad omdat ik slecht zie, het is eerder een verdriet dat op de achtergrond zit. Als ik in zo’n bui ben, begin ik mijn moeder uit te vragen. Dan moet ze van naaldje tot draadje vertellen over wat er vroeger allemaal gebeurd is. Met mijn moeder kan ik goed praten omdat zij het zelf ook allemaal van dichtbij heeft meegemaakt. Wat ik het meest mis, is zelfstandigheid. Jongeren van mijn leeftijd kunnen er alleen met de trein op uit trekken en dat kan ik nog niet. Ik kan wel weggaan, maar dan met mijn moeder. Onlangs mocht ik voor de eerste keer alleen het openbaar vervoer gebruiken. Mijn moeder was ongelooflijk bezorgd.
PAGINA
17
We hebben die trip tot in de puntjes voorbereid. Eerst met z’n tweeën naar het station van Mechelen, goed kijken op welk spoor ik moest zijn en wanneer de trein kwam. Want wat er op die bordjes staat, kan ik niet lezen. Ik ben nu op internaat. We hebben hier verschillende vriendengroepjes, kliekjes die samenklitten. We babbelen onder elkaar helemaal niet zoveel over slechtziendheid. Wel over gewone dingen: de school, de leerkrachten, muziek. En we zijn ook bezig met ons uiterlijk, hoor. Ik vind het best belangrijk hoe ik eruitzie en welke kleren ik draag. Ik vind het niet prettig wanneer andere mensen naar mij kijken. Ik probeer zo normaal mogelijk te doen, maar soms zien ze blijkbaar toch iets aan mijn blik. Dat vind ik heel vervelend, want omdat ik zo slecht zie, merk ik het niet op. Ik kan dus niet eens vies terugkijken. Ik herinner mij nog een keer in de McDonalds. Toen ik bestelde, was de mevrouw aan de kassa overdreven vriendelijk. Ze deed kei-kinderachtig, terwijl ik toch al vijftien ben. Maar mijn nicht, die erbij was, vertelde dat ze gezien had dat er iets mis is met mijn ogen. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik heb een vriend. Hij ziet nog iets minder dan ik. Het was geen liefde op het eerste gezicht. Nee, liefde na het tweede gesprek (giechelt). Ik werd verliefd op zijn manier van doen, op wat hij te vertellen had. Het uiterlijk speelt wel mee, hoor, bij degenen die nog zien. Later wil ik alleen gaan wonen en ik wil een job. Gewoon zoals alle anderen. Slechtziend zijn is natuurlijk een beperking. Ik zal nooit fotograaf of architect of piloot kunnen worden. Ik heb minder keuze, maar er blijft nog veel over. Misschien wil ik ook kinderen. Ik zal wel eerst laten onderzoeken of mijn slechtziendheid erfelijk is. Mijn ogen zullen nooit meer verbeteren. Ze blijven zoals ze zijn of kunnen nog achteruitgaan. Vroeger had ik angst om volledig blind te worden. Maar het gaat nu al drie jaar goed. Ik vind het erg om slecht te zien, maar ik heb het al mijn hele leven en ik moet er ook mee verder leven. Nele
NR.
54
PAGINA
18
Publicaties FanTASTisch
Koninklijke Visio, 2010
“FanTASTisch, een inspiratiebron voor ouders van blinde kinderen” is geschreven door onze Nederlandse collega’s van Visio. We vonden het een boeiend boek over blinde kinderen, hun ontwikkeling en hoe je die kan stimuleren. Het boek is eenvoudig geschreven en praktisch van opzet. Je hoeft het niet onmiddellijk van bij het begin tot het einde te lezen, je kan het af en toe raadplegen en er telkens iets nieuws in vinden.
Het eerste deel gaat over de tast als zintuig; over hoe deze tastontwikkeling bij kinderen tot stand komt. De tast heeft bij baby’s eerst vooral een beschermende functie. Later wordt de tast gebruikt om te verkennen en te onderzoeken. Bij de verdere uitwerking in het boek gaat veel aandacht naar de taststrategieën. Hoe moet een kind tasten om zich een voorstelling te leren maken van de wereld rondom? De auteurs bespreken de tast als sequentieel waarnemingskanaal. Dat wil zeggen: de informatie komt niet ineens, maar beetje bij beetje. Dat is heel anders dan bij het kijken. Er is dan ook concentratie nodig om alle informatie, die al tastend opgenomen wordt, te kunnen begrijpen. De vele voorbeelden in het theoretisch deel van het boek maken allerlei begrippen rond tasten duidelijk. Onder het hoofdstuk “Een voorstelling van de omgeving vormen” vonden we dit: “Neem bijvoorbeeld het woord “zwemmen”. Als je zelf zwemt, is je lichaam onder water en je hoofd boven water, maar vissen zwemmen helemaal onder water. Als eendjes zwemmen, drijven ze eigenlijk op het water. Maar toch noemen we dit zwemmen. En ook al drijft een varend schip ook op het water, dat noemen we geen zwemmen, maar varen. Als een schip zinkt, zwemt het dan? Wat is het verschil tussen drijven en zinken? …” blz. 27 En in het hoofdstuk “Invloeden van de tastontwikkeling van blinde kinderen” laat het voorbeeld van de appel zien hoeveel verschillende ervaringen je kunt opdoen aan de hand van één eenvoudig begrip.
“Vaak krijgen jonge kinderen een appel geschild en in partjes gesneden aangeboden op een bordje. Hierdoor leren ze dat die stukjes “appel” heten. Maar hoeveel meer leer je van een appel als je ook de hele appel hebt gevoeld en misschien zelfs de boom waaraan ze groeien. Door meerdere soorten appels te bekijken, ontdek je bovendien dat ze per ras een iets andere schil hebben – de ene is veel gladder dan de andere- en dat ze verschillend ruiken. Het zelf schillen van een appel geeft weer nieuwe informatie over de schil en de vorm. En als je een appel doormidden snijdt, ontdek je dat hij dan heel anders aanvoelt en bovendien wordt dan het klokhuis zichtbaar. Het is leuk om te ontdekken dat er in de appel kleine pitjes zitten” blz. 49.
NR.
54
PAGINA
19
Het praktische deel (deel 2) omvat ideeën, materialen en activiteiten om de tastontwikkeling van de kinderen te stimuleren. Daarbij komt de samenhang aan bod tussen “tasten en waarnemen”, “tasten en bewegen” en tasten en begrijpen”, en verder gaat het over “praktische vaardigheden”. Daarbij is er telkens een besprekingvan de verschillende leeftijdscategorieën: baby, peuter/kleuter, lagere schoolkind en puber. Enkele voorbeelden: “Er zijn allerlei variaties op de zandbak te bedenken: Een bak met ongekookte rijst of macaroni met voorwerpen erin zoals een lepeltje, een grote kraal of een playmobilpoppetje Een bak met papiersnippers of verpakkingsmateriaal met allerlei voorwerpjes ertussen Een bak met bladeren waarin u eikels of dennenappels hebt verstopt Een doos met kralen met doppen ertussen Een grabbelton met cadeautjes …” blz. 92 Voor een groter schoolkind: hoe leer ik mijn schooltas inpakken? “In het dagelijks leven zal een schoolkind regelmatig een tas mee moeten nemen: een schooltas, een laptoptas, gymtas, logeertas. Hij zal zijn spullen makkelijker kunnen terugvinden als hij weet wat er in de tas zit en waar. U kunt met uw kind bespreken wat hij mee moet nemen en welke tas dan handig is. Bij het inpakken van de tas moet hij met een aantal dingen rekening houden: in welke volgorde moet het in de tas, wat hoort bij elkaar en op welke manier past het in de tas. Als een boek rechtop staat, kan de tas misschien niet meer dicht. Een banaan kan beter niet tussen de boeken. Eerst gaat u samen inpakken en later doet uw kind het zelf …”blz. 109 Deel 3 bevat vier interviews met ouders over de ervaringen in hun gezin. Het zijn gezinnen met kinderen in verschillende leeftijdsfasen. Ook al gaan de interviews over Nederlandse situaties, toch geven deze ouders vaak bruikbare praktische informatie over allerlei dagdagelijkse situaties en gebeurtenissen . Het boek eindigt met tips en informatie. Hier vind je nuttige websites en alle handige tips op een rij. Voor adressen in Vlaanderen helpt de thuisbegeleidster je graag verder. T.V. en K.V.M.
NR.
54
PAGINA
20
Begeleiding van slechtziende kleuters in de gewone kleuterschool Leo Delaet, SEN, 2012, uitgeverij Garant Wat is zien eigenlijk? Wat kan er fout gaan in het oog, wat zijn dan de gevolgen voor het kijken ? En voor de ontwikkeling van kinderen, in het bijzonder van kleuters? Hoe kunnen we het kijkgedrag van kinderen begrijpen en beschrijven? En wat kunnen we doen om de ontwikkeling van kleuters, die slecht zien, op alle vlakken te ondersteunen?
In dit boek brengen we inzichten en ervaringen samen van de teams die al meer dan dertig jaar vanuit Ganspoel werken in het geïntegreerd onderwijs en de thuisbegeleiding. Het boek is geschreven voor de begeleiders van kleuters in gewone kleuterscholen en voor alle andere geïnteresseerden. Je vindt er een aantal begeleidingsprincipes in terug. Het is toch vooral een praktisch boek met veel ideeën voor aanpassingen, die het mogelijk maken dat slechtziende kleuters plezier beleven aan spelen en leren op school, samen met andere kinderen. In de dagelijkse begeleiding moeten we rekening houden met het ‘verlies aan informatie’ dat samengaat met slecht zien. Het wordt daardoor wat moeilijker om de wereld te leren kennen en begrijpen. We hebben veel aandacht voor ‘risicodomeinen in de ontwikkeling’, zoals de motorische ontwikkeling, de ontwikkeling van zelfstandigheid en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kleuters worden zich geleidelijk meer bewust van hun visuele beperking. De begeleiding speelt daar op in. In 12 hoofdstukjes wordt het begeleidingsprogramma uitgewerkt. Daarin komen onder andere deze onderwerpen aan bod. Hoe begeleid je een jonge slechtziende kleuter die voor het eerst naar school gaat? Hoe leren we slechtziende kleuters bouwen en puzzelen en knutselen? Wat zijn goede boeken voor kleuters die slecht zien? En gezelschapsspelen? Hoe werken we in bewegingslessen? Er is een hoofdstuk over slechtziende kleuters die ook een verstandelijke of motorische beperking hebben. In de begeleiding hechten we altijd veel belang aan de samenwerking met ouders.
‘Begeleiding van slechtziende kleuters in de gewone school’ is te koop in de boekhandel. Je kan het ook bestellen bij de thuisbegeleidingsdienst en de dienst geïntegreerd onderwijs van Ganspoel. L.D.
NR.
54
PAGINA
Weet je wat ik heb? CVI
21
Centrum Ganspoel, 2010, uitgeverij ACCO
Een doeboek voor kinderen en jongeren met visuele perceptiestoornissen Dit is een boek voor en over kinderen en jongeren met CVI. Zij hebben problemen om goed te kijken, en de oorzaak daarvan ligt in de hersenen. Boeken zijn eigenlijk niet zo hun ding. Om dit boek voor hen toegankelijk en bruikbaar te maken, hebben we beroep gedaan op de ervaring van de jongeren zelf en van hun ouders en begeleiders.
Voor twee leeftijdsgroepen (van 8 tot 12 jaar en van 12 tot 20 jaar) is er een apart deel in het boek met een begrijpelijke uitleg over CVI en een reeks voorbeelden van dagelijkse situaties, die moeilijk kunnen zijn als je CVI hebt. We geven ook mogelijke oplossingen. De problemen en de oplossingen komen uit het echte leven van kinderen en jongeren. Het gaat dus voor jonge kinderen over moeilijkheden met buiten spelen en leren op school, met je weg vinden in een minder gekende omgeving, met het terugvinden in huis van je speelgoed en je schoenen, met TV kijken en een gezelschapsspel spelen. Grotere kinderen hebben het moeilijk met zelfstandige verplaatsingen met de fiets of met de bus; maar ook met winkelen in een drukke omgeving, met voetballen, zelfstandigheid thuis en op restaurant, en met het gebruik van internet. Wel goed om te weten: kinderen en jongeren kunnen zelf vaak heel goed aangeven wat er moeilijk is, maar ook hoe ze geholpen kunnen worden. Daar leren wij dan weer van. Het doe-gedeelte van het boek bestaat uit invulbladen. Die zijn ook terug te vinden op een aparte ondersteunende website. Bij het boek hoort een code, die toegang geeft tot de website. De kinderen en jongeren kunnen met de invulbladen aan de slag om hun eigen CVI-paspoort samen te stellen. Ze noteren daarin wat CVI voor hen is en wat hen helpt. Ze kunnen het paspoort gebruiken om zichzelf voor te stellen aan anderen: een broer of zus, opa of oma, een vriend of vriendin, iemand in hun omgeving, een leerkracht, een therapeut, een begeleider van een vrijetijdsactiviteit, enz. Allemaal mensen, die willen weten wat CVI is en vooral ook hoe ze kunnen helpen. Als ouder kan je je kind helpen om het paspoort te maken.
Thuisbegeleiders en GON-begeleiders kunnen dat ook. De eerste ervaringen met het doeboek zijn positief. Jongeren geven aan dat het boek voor hen leesbaar, interessant èn nuttig is. Toen we het boek voorstelden op een buitenlandse conferentie, was er ook daar veel interesse voor deze manier van werken. Het CVI-doeboek is in Ganspoel te koop op de dienst thuisbegeleiding voor 22 euro (+ verzendkosten). Je kan het natuurlijk ook vinden in de boekhandel. L.D.
NR.
54
PAGINA
22
Tevreden over thuisbegeleiding?
Eind vorig jaar (2011) deden we een schriftelijke bevraging om de tevredenheid over thuisbegeleiding te toetsen in gezinnen waar de begeleiding afgesloten werd. De vragen gingen over drie onderwerpen. 1 Concrete organisatie van de thuisbegeleiding: kennismaking, frequentie, duur, bereikbaarheid van begeleiders, … 2 Bereiken we wat we willen bereiken? We vroegen ouders of ze akkoord gingen met volgende uitspraken: − Thuisbegeleiding heeft ons geholpen om meer inzicht te krijgen in de beperkingen èn de mogelijkheden van ons kind. − Thuisbegeleiding helpt ouders bij praktische vragen over de verzorging (bij jongere kinderen) en de opvoeding van kinderen en jongeren. − Thuisbegeleiding helpt om je kind nieuwe dingen aan te leren. − Door thuisbegeleiding krijg je als ouders meer inzicht in wat er buiten het gezin aan ondersteuning voor jouw kind mogelijk is. − Thuisbegeleiding helpt om met vertrouwen en optimisme aan de toekomst van je kind te denken. 3 De beperkte duur van thuisbegeleiding. Nu wordt thuisbegeleiding in de regel afgesloten op het einde van de kleuterperiode (soms verlengd tot 7 jaar). Er kan dan wel opnieuw thuisbegeleiding opgestart worden door een andere begeleider. Telkens vroegen we naar de mate van tevredenheid en naar suggesties voor verbetering.
Resultaten We kregen een klein aantal ingevulde vragenlijsten terug. Daardoor zijn de antwoorden niet zomaar te veralgemenen. Moeten we volgende keer onze vragenlijsten via mail bezorgen? Al de ingevulde vragenlijsten waren wel op naam, geen enkele werd anoniem terugbezorgd. 1 Concrete organisatie van de thuisbegeleiding De aanmelding en de eerste contacten met medewerkers verliepen vlot en correct. Er werd vanaf het begin veel informatie gegeven en dat wordt gewaardeerd. Twee keer wordt gewezen op het belang van ruimere bekendmaking van thuisbegeleiding. De verplichte inschrijving op een centrale wachtlijst en de aanvraag van begeleiding bij het VAPH was voor sommige ouders confronterend. In één vragenlijst vraagt men een hogere frequentie van begeleidingen in de beginfase. 2 Worden de doelstellingen van de begeleiding bereikt ? Volgens de ouders, die de vragenlijst beantwoord hebben, worden de doelstellingen van de begeleiding bereikt: de beoordeling van de thuisbegeleiding is voor alle aspecten positief tot zeer positief. We krijgen geen suggesties voor inhoudelijke verbetering, één ouder wijst erop dat informatiedoorstroming bij overdracht vanuit een andere dienst beter had kunnen zijn. Ouders zeggen zeer dankbaar te zijn voor de hulp, die ze gekregen hebben.
NR.
54
3 Hoe denken ouders over de verplichte beëindiging? De gangbare praktijk wat betreft het beëindigen van de begeleiding op basis van leeftijd was niet door alle ouders even goed gekend. De meeste ouders hebben begrip voor deze regeling, maar een aantal ouders betreuren wel dat de begeleiding moest beëindigd worden. Als de beëindiging of overgang naar een andere begeleidster in de gezinnen besproken en voorbereid werd, vinden de ouders dat OK. Eén ouder geeft aan, dat ze de mededeling van de beeindiging te laat kreeg. Na de beëindiging kunnen ouders vaak terecht bij de GON-begeleiding of in de school van hun kind; ook daarover zijn ze tevreden. Ouders kennen ondertussen ook de weg op internet of hebben contacten met andere ouders. Soms valt het zelf moeten zoeken naar informatie niet mee, ze vinden het jammer dat ze van een aantal zaken niet meer automatisch op de hoogte gehouden worden. Als er een overgang is naar een andere leeftijdsgroep (en een andere begeleider), hebben ouders graag dat dit meteen een vaste persoon is. Voor één kind lukte dit door omstandigheden niet.
PAGINA
23
Ouders weten dat ze na de beëindiging nog opnieuw beroep kunnen doen op thuisbegeleiding. Sommige ouders geven aan, dat ze dat zeker zullen doen als het nodig is. Besluiten (onder voorbehoud omwille van het kleine aantal antwoorden): − aan de concrete organisatie en het gewone verloop van intake en begeleiding moeten we op basis van deze bevraging niets veranderen; − het is belangrijk om ouders volledig en op tijd te informeren over de praktijk en de redenen voor beëindiging van de begeleiding – met name over de beëindiging op basis van leeftijd; − het is belangrijk om de beëindiging of de overgang naar een ander team/een andere begeleidster goed voor te bereiden; − we blijven bij overgang en verandering van begeleidster streven naar continuïteit in de begeleiding; − ouders zijn voldoende op de hoogte van de mogelijkheden van heraanmelding. L.D.
Tevreden over de nieuwsbrief? Staat er in deze nieuwsbrief iets waar u het niet mee eens bent? Dat u storend vond of kwetsend? Dan hebben we graag dat u het ons laat weten. En zullen we recht zetten wat we kunnen.
De nieuwsbrief via e-mail ontvangen? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] met de mededeling: ‘wij willen graag de nieuwsbrief via e-mail ontvangen’. Vergeet zeker niet de naam van je kind of je eigen naam voluit te vermelden! Het volgende nummer komt dan op die manier zelfs wat sneller bij je thuis.
NR.
54
PAGINA
Altijd op zoek naar informatie? Kijk dan ook eens op de website van Ganspoel www.ganspoel.be Je vindt er o.a. deze informatie: Op vrijdag 16 november 2012 vindt in Centrum Ganspoel (Huldenberg) van 10u tot 16u een ‘doedag technologie’ plaats. Je kan er kennismaken met allerlei technologische hulpmiddelen (hardware en software) voor kinderen met visueel-meervoudige beperkingen. Er zijn workshops, er wordt uitleg gegeven in kleine groepjes en je kan zelf dingen uitproberen. Toegang is gratis. In de toekomst zal de website regelmatig vernieuwd worden, daardoor wordt een bezoek nog interessanter.
Nieuwe regeling voor terugbetaling van incontinentiemateriaal (VAPH) Vanaf 1 januari 2013 zullen alle vergoedingen voor aankopen van incontinentiemateriaal via een forfaitair systeem verlopen. Personen, die nog tussenkomsten ontvangen via het oude systeem, moeten een nieuwe aanvraag doen. Om te voorkomen dat personen met een handicap een deel van de forfaitaire vergoeding mislopen, is het belangrijk dat deze aanvragen voor eind september 2012 ingediend worden. Om over te schakelen naar het systeem van forfaitaire vergoeding moet een aanvraag ingediend worden bij het VAPH. Hiervoor moet een attest ingevuld worden door de behandelende geneesheer. Personen die nog geen tussenkomst krijgen voor incontinentiemateriaal moeten via een multidisciplinair team een verslag laten opmaken. Ook personen die sinds 1 januari 2002 geen aanvraag meer gedaan hebben voor hulpmiddelen of aanpassingen moeten een aanvraag indienen via het MDT.
De nieuwsbrief is een viermaandelijkse uitgave van de diensten
Centrum Ganspoel vzw THUISBEGELEIDINDIENST DIENST GEÏNTEGREERD ONDERWIJS Ganspoel 2 3040 Huldenberg tel: 02/686.00.40 fax: 02/688.07.13 e-mail:
[email protected]
THUISBEGELEIDING en GEÏNTEGREERD ONDERWIJS van Centrum Ganspoel met deze keer bijdragen van Samantha, mama van Lisa, Emma en Iris (+), Greet Vissenaekens, Vicky Van Schil, Cathérine Vandebeken, Leo Delaet, Ilse Vande Casteele, Karen Van Hemelrijck, Nele, Tiene Vanreybrouck en Katrien Van Maele. Lay-out en secretariaat: Marcia Caekelberghs
24