Nieuwe Aanbestedingswet
Marktdag Zwolle, 10 maart 2016 Mr D.E. van Werven, Bouwend Nederland 1
evaluatie en implementatie wijziging Aw 2012 als gevolg van: • evaluatie Aw 2012 en • implementatie Richtlijnen uit 2014
2
evaluatie • uitkomsten onderzoeken: zie brief minister EZ aan Kamer d.d. 8 juli 2015 – toegang MKB lijkt niet relevant verbeterd – wet zelf voldoet, dus niet wijzigen – enige wijziging: verlenging uiterste termijn voor verstrekken inlichtingen van 6 naar 10 dagen voor de inschrijving – aandacht voor juiste toepassing door vergroting deskundigheid aanbesteder / beter aanbesteden 3
evaluatie • bevindingen BNL: – hogere kosten bij aanbieden met EMVI – veel minder klachten oven disproportionaliteit eisen en criteria – samenvoegen van opdrachten nog problematisch (1.5 Aw)
4
implementatie • doel van de nieuwe richtlijnen o.a. vereenvoudiging regelgeving • weinig van terecht gekomen • meer details, meer nieuwe onderwerpen • NB Aw 2012 was tijd vooruit: proportionaliteitsbeginsel, grenzen aan omzeteis
5
implementatie nieuwe richtlijnen bieden nogal wat keuzes aan Lidstaten: zie de inventarisatie van PIANOo d.d december 2015 • voorbeeld 1: geen bepalingen rechtstreekse betaling onderaannemers – Bij werken wel: plicht tot het vertrekken van informatie omtrent onderaannemers aan aanbesteder na gunning en ten laatste bij aanvang uitvoering, voor zover alsdan bekend
• voorbeeld 2: geen aparte regime aanbesteden door lagere overheden (uitzondering 2.74a) 6
stand van zaken • omzetting RLen in NL recht moet voor 18 april 2016 een feit zijn: wordt krap. • consulatie 2015 • indiening wet 29 oktober 2015 • plenaire behandeling gisteren 9 maart jl. • wordt gewerkt aan nieuw ARW en aan bijstelling van de Gids Proportionaliteit
7
wetsontwerp • veel nieuwe onderwerpen. • uitbreiding uitsluitingsgronden (zowel de verplichte als de facultatieve) • marktconsultatie • inbesteding • belangenconflicten • nieuw gunningscriterium: “Laagste kosten, berekend op basis van kosteneffectiviteit”
8
keurmerken • vragen naar keurmerken toegestaan, maar keurmerkeisen moeten betrekking hebben op de criteria die verband houden met de opdracht • andere bewijsmiddelen die aantonen dat aan de eisen van het keurmerk wordt voldaan, moeten worden aanvaard
9
elektronisch aanbesteden • vanaf 1 juli 2017 volledig elektronische communicatie uitwisseling tussen aanbesteder en gegadigden/inschrijvers, dus inclusief aanmelding als gegadigde en inschrijving
10
UEA ipv uniforme eigen verklaring • Nederlandse uniforme eigen verklaring, vervangen door het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (2.84) • precieze opzet? • lastenverzwaring?
11
vraagtechnieken • innovatiepartnerschap (2.126b) – Wat is het precies? Overheidsopdracht gericht op ontwikkeling en aanschaf van een innovatief werk of product of innovatieve dienst welke nog niet op de markt beschikbaar is. – Opzet a la de onderhandelingsprocedure.
12
vraagtechnieken • mededingingsprocedure met onderhandeling = oude onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking (2.30 en 2.126) • concurrentiegerichte dialoog (2.28 en 2.110) (In NL behoorlijk wat ervaring mee, in vele andere EU landen eigenlijk niet) • nauwelijks meer beperkingen aan toepassing dialoog, reeds mogelijk wanneer gevraagd wordt een innovatieve oplossing (2.28, lid 1 sub a 2) 13
vraagtechnieken • onderhandelingsprocedure en dialoog hebben identiek toepassingsgebied – vreemd genoeg, mede omdat hun opzet verschilt • onderhandeling: eerst aanbieding, waarna onderhandeling (2.31) • dialoog: eerst dialoog oplossingen, daarna aanbieding (2.29)
14
vraagtechnieken • onderhandelingsprocedure zonder aankondiging is gebleven (2.32) – was keuzemogelijkheid – nog steeds alleen in bepaalde gevallen toepasbaar
• NB: veiling niet meer toegestaan bij werken en diensten “die intellectuele prestaties tot voorwerp van de opdracht hebben” (2.117, lid 2) 15
NOP bij decentrale a.d. • bij niet openbare procedure door decentrale aanbestedende diensten, bekorting inschrijvingstermijn met instemming van alle geselecteerde gegadigden. • bij geen overeenstemming geldt standaardtermijn van 40 dagen.
16
percelen (2.10) • a.d. kan combinaties van percelen maken • a.d. kan maximum stellen aan aantal percelen waarop kan worden ingeschreven • daarover steeds informatie in de aankondiging
17
duurzaamheid en sociale overwegingen • daarvoor ruimte in geschiktheidseisen, gunningscriteria en contractuele voorwaarden • eisen en criteria en voorwaarden moeten verband houden met het voorwerp van de opdracht – geschiktheidseisen: 1.16 – gunningscriteria: 1.16 en 2.115 – contractuele voorwaarden: 1.16 en 2.80 18
duurzaamheid en sociale overwegingen • aanbesteder moet aan inschrijvers verzoeken te bevestigen dat zij bij het opstellen van hun inschrijving hebben voldaan aan nationale en internationale verplichtingen op het gebied van milieu-, sociaal- en arbeidsrecht. • aanbesteder kan bepalen dat een inschrijver die deze verplichtingen heeft geschonden, zal worden uitgesloten. 19
EMVI • nieuw: als overkoepelend gunningcriterium • 3 vormen van emvi: (2.114) – beste-prijs kwaliteitverhouding (is onze oude emvi) – laagste kosten, berekend op basis van kosteneffectiviteit, zoals de levenscycluskosten, bedoeld in artikel 2.115a (nieuw criterium) – laagste prijs
20
EMVI • beste-prijs kwaliteitverhouding (is onze oude emvi) – Uitwerking conform huidige regeling
• nieuw criterium: Laagste kosten, berekend op basis van kosteneffectiviteit, zoals de levenscycluskosten, bedoeld in artikel 2.115a – kosten aanbesteder en andere gebruikers ivm verwerving, gebruikskosten, onderhoudskosten en kosten volgend uit het einde van de levenscyclus – kosten toegerekend aan externe milieueffecten, verband houdend met het product gedurende de levenscyclus, mits geldswaarde kan worden bepaald en gecontroleerd – aanbesteder vermeldt: welke gegevens inschrijver vertrekt en de methode waarmee de levenscycluskosten worden bepaald – methode moet aan strengen vereisten voldoen: 2.115a, lid 3
21
EMVI
• laagste prijs – Keuze hiervoor moet worden gemotiveerd (2.114, lid 3)
• NB: bij concurrentiegerichte dialoog: gunning alleen op basis van emvi op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding (2.29 en 2.110)
22
onderscheid geschiktheidseisen en gunningscriteria • geschiktheidseisen = inschrijver • gunningscriteria = inschrijving • maar vervaging, want aspect van beste prijskwaliteitverhouding kan zijn: de organisatie, de kwalificatie en de ervaring van het personeel voor de uitvoering van de opdracht, wanner de kwaliteit van dat personeel een aanzienlijke invloed kan hebben op het niveau van de uitvoering van de opdracht. 23
past performance • uitsluitingsgrond • “de inschrijver of gegadigde heeft blijk gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift van een eerdere overheidsopdracht (…) en dit heeft geleid tot vroegtijdige beëindiging van die eerdere opdracht, tot schadevergoeding of tot andere vergelijkbare sancties” 24
integriteit (1.10b) • aanbesteder neemt passende maatregelen om fraude, bevoordeling, corruptie en belangenconflicten tijdens een aanbestedingsprocedure doeltreffend te voorkomen, te onderkennen en op te lossen – Van een belangenconflicten is sprake wanneer een personeelslid van aanbesteder, betrokken bij procedure of met invloed op resultaat van procedure belang heeft bij de uitkomst van de procedure 25
wijzigingen in de uitvoering (2.163) • geen aanbesteding nodig indien: • de wijziging was voorzien in de oorspronkelijke opdracht door middel van duidelijke clausules die omvang en aard van de mogelijke wijziging of opties omschreven (NB: een algemene wijzigingsbevoegdheid is onvoldoende), dan wel • het gaat om noodzaak geworden werken die niet in de oorspronkelijke opdracht waren opgenomen en waarbij een verandering van aannemer om economische of technische redenen niet mogelijk is en zou leiden tot aanzienlijk ongemak of aanzienlijke kostenstijging voor opdrachtgever, • mits in beide gevallen de prijsverhoging niet meer is dan 50% van de oorspronkelijke waarde van de opdracht.
26
wijzigingen in de uitvoering (2.163) • evenmin een aanbesteding nodig indien sprake is van onvoorziene omstandigheden en: • de behoefte aan wijziging door opdrachtgever niet te voorzien was en • de wijziging geen verandering brengt in algemene aard van de opdracht en • de waarde van de wijziging niet hoger is dan 50% van de waarde van de oorspronkelijke opdracht.
• opdracht kan overigens worden gewijzigd zonder nieuwe aanbestedingsprocedure indien bedrag van de wijziging: • lager dan 15% van de waarde van de aanvankelijke opdracht en • Het bedrag van de wijziging ligt beneden het drempelbedrag van thans € 5.186.000 (art. 72, lid 2) 27