Media, Informatie en Communicatie
De eurocrisis: behoefte aan verdieping
NAFS_11 Afstudeeropdracht
Eerste docent-begeleider: Garjan Sterk Tweede docent-begeleider: Jady Petovic
Laura Gremmee NV501D Nieuws en Media 11 september 2012
1
Voorwoord Dit afstudeeronderzoek is de afsluiting van mijn opleiding Media, Informatie en Communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam en de inkleuring van mijn afstudeerprofiel: Nieuws en Media. Ik heb dit journalistieke onderzoek uitgevoerd in opdracht van BNR Nieuwsradio. BNR is een jonge, commerciële nieuwszender op de Nederlandse radio. De zender is altijd bezig met veranderen en verbeteren en reflecteert vaak op de manier waarop ze het doen. Een lastig dossier van de afgelopen jaren, en nu nog steeds, is de eurocrisis. De berichtgeving hierover is eindeloos geweest. De crisis is onvoorspelbaar, complex en zeer traag. Er is nu nog niemand die kan voorspellen hoe het af gaat lopen. Door de grote hoeveelheid berichtgeving kreeg Meindert Schut, adjunct-hoofdredacteur bij BNR, onderbuikgevoelens. Hij was bang dat zijn luisteraars op een gegeven moment zouden afhaken door een overkill aan slecht nieuws. Hij vroeg zich af hoe hij de crisis begrijpelijk, interessant en aantrekkelijk kan maken om te blijven volgen. Die vraag legde hij bij mij neer. Ik heb gekeken naar hoe ik dit zou kunnen onderzoeken en kwam met een probleemstelling: ‘Op welke manier kan BNR Nieuwsradio het nieuws over de eurocrisis zo aantrekkelijk mogelijk maken door de doelgroep?’. Alle resultaten in dit onderzoek dragen bij aan het antwoord op deze probleemstelling. Ik heb de conclusies getrokken op basis van literatuuronderzoek, kwalitatieve interviews, een enquête en panelgesprekken. Tijdens het onderzoek heb ik alle steun gehad van BNR Nieuwsradio. De samenwerking is prettig verlopen. BNR was benieuwd naar mijn vorderingen en faciliteerde mij in alles waar ik naar vroeg. Ik mocht overal naar vragen en alles doen. Iedereen die ik heb gesproken heeft mij zeer open ontvangen en geholpen. Graag wil ik iedereen bedanken die mij heeft geholpen mijn afstudeerscriptie tot een succes te maken. In het bijzonder wil ik mijn dank uitspreken naar mijn studieloopbaanbegeleider Mariella Mulder en mijn docenten Garjan Sterk en Jady Petovic. Ook wil ik BNR’s adjuncthoofdredacteur Meindert Schut en business analist Ben van Vliet van de FD Mediagroep van harte danken voor al hun hulp bij dit onderzoek. Amsterdam, 11 september 2012. Laura Gremmee
2
Managementsamenvatting Naam student: Laura Gremmee Datum afstuderen: 30 september 2012 Afstudeerprofiel: Nieuws en Media Titel afstudeeropdracht: De eurocrisis: behoefte aan verdieping In opdracht van: BNR Nieuwsradio Samenvatting: De eurocrisis is de afgelopen jaren één van de belangrijkste nieuwsdossiers geweest voor BNR Nieuwsradio en dat is het nu nog steeds. Het is een dossier dat inhoudelijk erg bij BNR en de interesses van de doelgroep past en tegelijkertijd komt er zulk groot en spannend nieuws uit voort dat het elk medium heeft beheersd. De eurocrisis tekent zich door de lange duur en de onvoorspelbaarheid. Toen de eerste problemen rondom Griekenland naar buiten kwamen kon geen journalist of politicus inschatten dat de crisis zo lang zou duren en voor zoveel problemen zou zorgen. Die onvoorspelbaarheid en die traagheid hebben het erg lastig gemaakt voor journalisten om erover te berichten. Het nieuws kwam in golfbewegingen. Soms bleef het wekenlang stil en soms werd het nieuws van uur tot uur gevolgd omdat het zo spannend was. Het is voor te stellen dat het lastig is om dat uit te leggen aan de luisteraar. Vragen ontstaan, zoals: waarom duurt de crisis zo lang, waarom is het zo spannend, wat is er nu allemaal precies aan de hand? Het zijn vragen die de media zelf niet eens kunnen beantwoorden. BNR Nieuwsradio heeft ervoor gekozen om de eurocrisis op de voet te volgen. Van nature is BNR een radiozender met een beurstintje. Economisch nieuws is altijd sterk vertegenwoordigd op zender, dus is het ook logisch dat BNR veel heeft bericht over de eurocrisis. BNR heeft geprobeerd om het verhaal van alle kanten te vertellen. Politici maakten zich zorgen over hoge kosten en instabiliteit in de eurozone en beleggers zorgden voor paniekgolven op de beurzen. Deze problematiek is op allerlei manieren in kaart gebracht. Vanuit de Europese politiek, de Haagse politiek en vanuit het oogpunt van de internationale gemeenschap, in interviews met economen met verschillende meningen, met wetenschappers en met burgers. BNR is een zender met een positieve inslag. Daarom is het station naast alle spookverhalen ook op zoek gegaan naar verhalen over kansen, over successen en over andersdenkenden in deze crisis. De veelzijdigheid van de zender is deels te danken aan de intensieve berichtgeving. BNR maakt vers nieuws tussen 6 uur ’s ochtends en 7 uur ’s avonds en dan proberen de redacteuren toch steeds weer nieuwe invalshoeken te vinden. Alle journalisten die ik heb gesproken beamen hoe moeilijk het is geweest om steeds maar nieuwe invalshoeken te vinden en om niet te zwart te gaan denken. Er is veel kritiek geweest op de berichtgeving van media. De journalistiek zou de crisis extra hebben aangewakkerd en mogelijk zelfs hebben veroorzaakt door hun manier van berichtgeven. Het nieuws was paniekerig en soms hyperig. Op bepaalde momenten had het wat weg van een heksenjacht, zoals tijdens de hype rondom Griekenland. Ook bij Nederlandse media heeft het gevoel geleefd dat ze zich in Griekenland hadden misdragen, terwijl er in Nederland volgens de media niets aan die hand was. De europese toppen zijn ook behoorlijk gehyped door de internationale pers. Elke keer als er regeringsleiders bij elkaar kwamen, dan mondde dat uit in een teleurstelling. De media hadden op zo’n moment al dagenlang vooruit geblikt op de top en de verwachtingen behoorlijk opgepompt, zonder dat er al iets was besloten. Je zou de media naïef kunnen noemen, maar tegelijkertijd is het lastig inschatten of het nu verkregen inzicht destijds al mogelijk was. Maar dat de berichtgeving af en toe hyperig is geweest staat vast en dat heeft het begrip en de overzichtelijkheid van de eurocrisis alleen maar minder gemaakt. De eurocrisis is een constante worsteling en zorgt voor veel discussie op de redactievloer. Want hoe houd je het begrijpelijk, hoeveel moet je teruggrijpen op eerdere gebeurtenissen en hoe behoud je de spanningsboog bij de luisteraars? Wat nou als de luisteraars het helemaal zat zijn, al die negativiteit? Uit het onderzoek blijkt dat de meerderheid van de luisteraars van BNR zich wel eens crisismoe voelt. En een groot aandeel daarvan mijdt ook media omdat ze niet geconfronteerd willen worden met die berichtgeving. De spannende berichtgeving was altijd al negatief, maar op een gegeven moment hebben zowel de 3
spanning als het negatieve nieuws te maken met inflatie. Luisteraars ervaren de spanning en de betekenis van het slechte nieuws minder omdat ze er resistent voor worden. Zowel journalisten van BNR als journalisten van andere media hadden wel verwacht dat mensen crisismoe zijn, maar ze weten niet goed hoe ze ermee om moeten gaan. Uit de enquête onder luisteraars blijkt dat BNR het wel goed doet, maar dat neemt dus niet weg dat ze crisismoe worden. De hoofdvraag van dit onderzoek is ‘op welke manier kan BNR Nieuwsradio het nieuws over de eurocrisis zo aantrekkelijk mogelijk maken voor de doelgroep?’. En als de doelgroep crisismoe is dan is de berichtgeving blijkbaar niet aantrekkelijk genoeg. In twee paneldiscussies met luisteraars kwam naar voren dat er het een en ander mist in de berichtgeving. De doelgroep van BNR wil horen hoe het echt zit. Zij willen geen positiviteit en geen negativiteit; ze willen de realiteit. BNR gaat volgens de doelgroep niet diep genoeg in op de problemen. Te vaak gaat het over het nieuws van de dag, zonder dat het volledige verhaal wordt uitgediept. Dat je dat niet midden in een nieuwsuitzending doet, begrijpen de vaste luisteraars. Maar die achtergrond en verdieping worden gemist. Als er eens iemand wordt geïnterviewd die verantwoordelijkheid draagt of die er echt verstand van heeft dan duurt dat nooit lang genoeg. Als een deskundige begint uit te wijden dan wordt het pas echt interessant en juist dan kapt BNR diegene vaak af vanwege tijdgebrek. Ten minste, zo denkt de doelgroep erover. Feitelijk geven de luisteraars aan dat er behoefte is aan een programma waar dit allemaal in terugkomt. Een programma waar de beste economen en de verantwoordelijke politici aan tafel zitten en eens diep worden geïnterviewd. Dat mag best pittig zijn en je mag ze ook tegenover elkaar zetten. De panelleden geven aan dat ze dicussie verhelderend vinden, maar er moet wel de tijd voor genomen worden. Zo niet, dan is het slechts gekrakeel en het uiteenzetten van ieders mening, zonder dat er iets uit komt. De luisteraars hebben behoefte aan lange, constructieve gesprekken waarin precies wordt verteld hoe het zit. Ze willen dat er iets bestaat waarvan je weet: als je dat volgt dan snap je hoe de eurocrisis in elkaar zit, dan zie je alle verbanden en kan je het duiden. Uit de panels kwamen ideeën naar voren over hoe zo’n programma eruit zou moeten zien. Het moet een programma zijn dat de tijd neemt, het moet minimaal een half uur lang over één onderwerp gaan. Er moeten één, hooguit twee personen worden geïnterviewd. De presentator moet een meesterinterviewer zijn met veel economische kennis. In hoofdstuk 9 leest u hoe dit programma precies kan worden vormgegeven.
4
Management summary Name student: Laura Gremmee Date of graduation: September 30, 2012 Profile of graduation: Nieuws en Media Title of thesis: De eurocrisis: behoefte aan verdieping Commissioned by: BNR Nieuwsradio Summary: In recent years the euro crisis has been a very important issue for BNR Nieuwsradio. It still forms a large part of the news on BNR even though the crisis is not over. The euro crisis is interesting to BNR because it relates to the interests of the target group. Moreover, the news is so prevalent and threatening that it dominates each medium. The euro crisis is characterized by its long duration and unpredictability. When the first problems in Greece emerged, no journalist or politician could estimate how many problems would follow. Reporting on the crisis was difficult for reporters as it was very erratic, sometimes there was no news for weeks and at other times something new happened every hour. It is very hard to explain this to your listeners. Questions arise, for instance: why does the crisis takes so long? Why it is so unpredictable and threatening and what exactly is happening? Often, the media can’t even answer these questions for themselves. BNR Nieuwsradio has chosen to follow the euro crisis step by step. Economic news has always been present on BNR, because they have a focus on news about the stock market, so when the Euro crisis began it was natural BNR would report on it. BNR tries to tell the story from all possible angles. From politicians who were worried about high costs and instability in the euro zone to the traders who caused panic on the stock markets. Some Dutch politicians wanted to quit the euro and European citizens were concerned about their incomes. BNR made reports from Brussels and in other European countries interviewing politicians, economists, scientists and citizens about what was going on and how they looked upon the crisis. BNR is an optimistic radio station, so it tries to report more positive stories as well. For instance, they look for entrepreneurs who are doing great just because of the euro crisis or they search for economists with a completely different view. BNR Nieuwsradio is an up to date radio station delivering an almost constant flow of news every day. This forces BNR to provide new angles all the time making BNR a very versatile radio station, Most journalists would agree that it is difficult to find these new angles and to stay positive about the future of Europe. There has been much criticism on the coverage of the media. It is even said that journalists could have encouraged or even caused the crisis in Europe by panicky reports. The media created hypes about the European summits and Greece. The Dutch media often made you feel as if the Greeks had misbehaved, while depicting that the Netherlands where doing well. European summits always ended in deceptions, arguably because of the high expectations on the media. You could call the media naive, but they couldn’t predict how it would go. One thing is certain: the panic and the hypes didn’t make the euro crisis more understandable. You could imagine after a while the European citizens started to feel exhausted by the reporting. So did the listeners of BNR Nieuwsradio. My survey shows that the majority of the target group is sometimes sick of hearing any news about the euro crisis. They just don’t want to hear it anymore, because it is negative and there is no solution. More than a quarter of the target group turns off the radio or switches to another channel when they don’t want to be confronted with all the negative news. At the beginning of the crisis the news was very thrilling, but now the listeners don’t feel the excitement anymore. When you are confronted with breaking bad news every day you become immune to it. All the journalists I spoke to were expecting that people were growing tired of all the bad news. But they were unsure on what to do about it. My survey shows that even though listeners find that BNR is doing fine overall, the listeners still are tired of the reporting about the euro crisis. The main question I want to answer in this survey is how BNR can make its reporting about the euro crisis as appealing as possible for its target group. When their listeners don’t want to hear the news about the crisis, apparently the coverage isn’t attractive 5
enough. In two panel discussions with listeners I noticed that the listeners want to know what is really going on. They don’t want the coverage to be more positive or more negative; it has to be more realistic. The target group finds that BNR doesn’t report deeply enough about the problems. Often BNR just brings the news of the day, but they don’t cover the entire story. They understand that there is not enough time to explain the whole crisis in the news updates, but apparently they are missing something. Sometimes the target group hears an interesting economist, politician or scientist telling about the crisis, but it’s never long enough. The listeners want to understand the crisis fully and therefore they need information. Actually, the listeners know exactly what they want. They are asking for a special radio show about the euro crisis. In this program they want to hear the best economists and scientists and the most responsible politicians being questioned strictly. There can be hard talk and the listener would find it interesting if they have the time to discuss the crisis together. The target group needs these long and constructive conversations to be informed and to form an opinion about the crisis. In the panels they came up with ideas about what a program like that should sound like. They agreed that it has to be a show that is lengthy, time wise. It must take at least half an hour and there shouldn’t be more than one or two guests. The presenter must have a lot of economic knowledge and he or she must be a master in interviewing. In chapter 9 you’ll read more about the form of this show.
6
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Probleemstelling 1.3 Doelstelling 1.4 Opbouw van het rapport
9 9 9 9 9
2. Methoden en technieken 2.1 Onderzoeksontwerp 2.2 Operationalisatie 2.3 Analysemethode
11 11 12 14
3. BNR Nieuwsradio 3.1 Geschiedenis 3.2 Radioformat
15 15 16
4. Luisteraars 4.1 Het bereik van BNR 4.2 De doelgroep 4.3 Erik en Daphne
19 19 21 22
5. De eurocrisis 5.1 Aanloop 5.2 Eurocrisis 5.2.1 Griekenland 5.2.2 Eerse Eurotop 5.2.3 Noodfonds 5.2.4 Ierland en Portugal 5.2.5 Verhoging noodfonds 5.2.6 Mislukte top 5.2.7 Europese Centrale Bank 5.2.8 Onderpand 5.2.9 Referendum 5.2.10 Het is nog niet over 5.3 Berichtgeving media
23 23 23 23 24 24 25 25 26 26 26 27 27 28
6. BNR en de eurocrisis 6.1 Berichtgeving 6.2 Toon en vorm 6.3 Inhoud 6.4 Luisteraars 6.5 Crisismoe 6.6 Voorbeelden
31 31 31 31 33 33 34
7. Concurrenten van BNR 7.1 Het Financieele Dagblad 7.2 Z24 7.3 RTL Z 7.4 NOS 7.5 KRO’s Goedemorgen Nederland 7.6 De Volkskrant 7.7 Discussie 7.8 Positivo’s
36 36 37 38 38 39 40 42 42
8. Wat de luisteraar wil 8.1 Wat wel en wat niet 8.2 Hoeveel eurocrisis 8.3 Tone of voice 8.4 Diepgang
44 44 44 45 46
9. Aanbevelingen
48 7
9.1 Conclusie 9.2 Advies 9.3 Beroepsproduct
48 49 49
10. Evaluatie 10.1 Verloop onderzoek 10.2 Verantwoording onderzoek 10.3 Verantwoording beroepsproduct 10.4 Mogelijkheden voor vervolgonderzoek
51 51 51 53 54
Literatuurlijst
55
Bijlagen I: Deelvragen II: Vragenlijsten interviews III: Enquête IV: Topiclijst panelgesprekken V: Respondenten VI: Voorbeelden concurrerende media VII: Studiegegevens VIII: Audio-opnames IX: Draaiboek BNR Eurocrisis X: Afstudeerovereenkomst
8
1. Inleiding 1.1 Aanleiding Het commerciële radiostation BNR Nieuwsradio richt zich op zakelijke luisteraars en daarom is het voor BNR bij uitstek belangrijk om financieel-economisch nieuws te brengen. In 2009 raakte Europa in een crisis en BNR Nieuwsradio besteedde daar direct veel aandacht aan. De financiële crisis is voor BNR Nieuwsradio het belangrijkste nieuwsdossier, maar tegelijkertijd ook één van de lastigste. ´Ik denk dat alle media wel hebben geworsteld met de berichtgeving. De crisis werd steeds groter en zorgde vaak voor paniekgolven, overal ter wereld. Het is moeilijk om er als journalist grip op te krijgen, omdat je van tevoren niet kon inschatten hoe groot de crisis zou worden en hoelang het zou duren. Dat weet ik nu nog steeds niet.´, zegt hoofdredacteur Paul van Gessel. BNR is altijd op zoek naar redenen waarom de doelgroep de ene periode meer luistert dan de anderen. Het marktaandeel van BNR schommelt al jaren rond de 0,7 en 0,8 procent, terwijl het streven 1 procent is. ´In het najaar van 2011 had BNR Nieuwsradio nog een bereik van bijna 630.000 luisteraars en in de eerste maanden van 2012 is dat afgenomen naar 580.000´, aldus Paul van Gessel. ´Ik heb me wel eens afgevraagd of de teruggang van de luistercijfers begin 2011, ruim een jaar terug, te wijten was aan het overmatig veel over de crisis praten. Dat ze afhaken, op een gegeven moment is het teveel. Even klaar mee. Ik denk dat er misschien ook een causaal verband is tussen de aandacht dit jaar, begin 2012, voor de val van Friso en de Elfstedentocht ten opzichte van de crisis. Dat mensen behoefte hadden aan ander nieuws om zich over op te winden. Maar ik kan het niet keihard bewijzen.´ Van Gessel vindt het belangrijk om het nieuws over de eurocrisis te brengen en wil graag weten hoe ze de doelgroep vast kunnen houden. ´Ik hoop niet dat de luisteraars crisismoe zijn. Ik zou wel graag willen weten wat onze doelgroep van ons verlangt wat betreft het nieuws over de eurocrisis.´, aldus Van Gessel. Ik ga daarom voor BNR Nieuwsradio onderzoeken op welke manier ze het nieuws over de eurocrisis zo aantrekkelijk mogelijk kunnen maken voor de doelgroep. 1.2 Probleemstelling Om specifiek te maken wat ik precies wil onderzoeken, heb ik een probleemstelling geformuleerd. Om de probleemstelling te kunnen beantwoorden, verdeel ik mijn probleemstelling in meerdere deelvragen die in het onderzoek aan bod komen. Door deze deelvragen stapsgewijs te beantwoorden, kom ik tot mijn eindconclusie. De deelvragen zijn terug te vinden in bijlage I. Mijn probleemstelling: ‘Op welke manier kan BNR Nieuwsradio het nieuws over de eurocrisis zo aantrekkelijk mogelijk maken voor de doelgroep?’ 1.3 Doelstelling Het doel van dit onderzoek is inzicht krijgen in de manier waarop BNR Nieuwsradio het nieuws over de eurocrisis zo aantrekkelijk mogelijk kan maken voor de doelgroep, zodat het aantal luisteraars dat tot de doelgroep behoort stijgt. Daarvoor is het belangrijk te onderzoeken of de doelgroep inderdaad gevoelens van crisismoeheid heeft en hoe BNR Nieuwsradio daarmee om kan gaan. Het doel is om aanbevelingen te doen waarmee BNR het nieuws over de eurocrisis aantrekkelijker kan maken, zodat de zender zijn doelgroep beter bereikt. 1.4 Opbouw van het rapport Ín het rapport ga ik in op mijn deelvragen om zo tot het antwoord op mijn probleemstelling te komen. De deelvragen die onder mijn probleemstelling vallen staan in bijlage I. Daar is ook een schema te vinden waarin staat uitgelegd welke deelvragen in welke hoofdstukken worden beantwoord. In het eerstvolgende hoofdstuk leg ik verantwoording af over de door mij gebruikte methoden en technieken. Ik heb een onderzoeksontwerp uitgewerkt, waarin ik uitleg welke onderzoeksmethoden ik gebruik en waarom ik hier specifiek voor heb gekozen. Bij de operationalisatie ga ik in op de vragenlijsten voor de enquêtes en de topiclijsten voor kwalitatief onderzoek. Ik verklaar waarom mijn vragen bruikbaar, helder, zuiver, leesbaar, compleet, eenduidig en neutraal zijn. Ik ga in op de structuur van de vragenlijsten en op de volgorde van de vragen en topics. Ik leg ook verantwoording af over de gebruikte 9
analysmethoden, dus op welke manier ik de onderzoeksresultaten heb geanalyseerd. Het daadwerkelijke onderzoek staat uitgewerkt in de hoofdstukken die hierna volgen. In hoofdstuk 3 ga ik in op het radiostation BNR Nieuwsradio. Om meer te begrijpen van de organisatie geef ik de oorsprong en geschiedenis weer van de enige commerciële nieuwszender op de Nederlandse radio. Ook ga ik in op de formats die de zender gebruikt en de Amerikaanse manier van radio maken. Er heerst bij BNR een sterk geloof in de manier van radio maken, daar is heel goed over nagedacht en daar wordt niet van afgeweken. De luisteraars van BNR Nieuwsradio zijn terug te vinden in hoofdstuk 4. BNR is vergeleken met concurrent Radio 1 een kleine organisatie met weinig luisteraars. Maar BNR weet het commercieel toch te redden, doordat de zender zich op een heel specifieke doelgroep richt. Dat trekt adverteerders aan. Het is voor BNR belangrijker om de doelgroep goed te bereiken dan om veel luisteraars te trekken. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. Ik ga daarom ook uitgebreid in op het bereik van BNR, op de doelgroep en op de ijkpersonen Erik en Daphne. Ook ga ik in op de gemeenschap onder de luisteraars van BNR. Ik licht toe wat het belang is van een community en wat BNR er zelf aan doet om dit te bereiken. Hoofdstuk 5 staat in het teken van de eurocrisis. Ik probeer een beknopte beschrijving te geven van het ontstaan van de crisis en waar we nu zijn. Bovendien ga ik in op de berichtgeving van de eurocrisis door de journalistiek. Dit komt uitgebreider aan bod in hoofdstuk 7, maar in hoofdstuk 5 schets ik een algemeen beeld van de manier waarop media over de eurocrisis hebben bericht en hoe sommige onderwerpen zijn gehyped. In hoofdstuk 6 bekijk ik op welke manier BNR het nieuws over de crisis heeft gebracht. Ik wil inzicht krijgen in de keuzes die bij BNR gemaakt worden over het nieuws over de eurocrisis en hoe zij zelf vinden dat zij over de eurocrisis hebben bericht. Ook kijk ik hoe BNR omgaat met het sentiment in de samenleving en vermoedens van crisismoeheid. Hoofdstuk 7 gaat over dezelfde thema’s hoofdstuk 6, maar dan over de berichtgeving van concurrenten. Ik breng een aantal concurrenten van BNR in kaart die relevant zijn vanwege het financieel-economische nieuws dat zij brengen, vanwege de vergelijkbare doelgroep of vanwege de kijk op nieuws. Ook bij de concurrenten wil ik inzicht krijgen in de keuzes die daar gemaakt worden over het nieuws over de eurocrisis. Wat willen de luisteraars nu wèl? Dat komt aan bod in hoofdstuk 8. Ik ga in op de wensen van de luisteraars van BNR als het aankomt op de eurocrisis. Ik schets een beeld van wat ze wel en wat ze niet willen horen, hoeveel crisisnieuws ze willen, met welke tone of voice en in welke vorm het nieuws moet worden gebracht door BNR. Het antwoord op de probleemstelling staat in hoofdstuk 9. Daarin werk ik de conclusie uit en schrijf ik ook een advies voor BNR Nieuwsradio. Op basis daarvan maak ik mijn beroepsproduct: een programmaformat. In het laatste hoofdstuk evalueer ik mijn onderzoek. Ik ga na wat er is geslaagd en wat er minder goed is gegaan. Ik ga in op de validiteit, generaliseerbaarheid, betrouwbaarheid, relevantie en bruikbaarheid van mijn onderzoek. Hier leg ik verantwoording over af. Ook bekijk ik of er mogelijkheden zijn voor een verolgonderzoek.
10
2. Methoden en technieken 2.1 Onderzoeksontwerp Mijn deelvragen beantwoord ik door middel van verschillende onderzoeksmethoden. Die methoden zijn: deskresearch, diepte-interviews, enquêtes, panelgesprekken en een discussie. Deskresearch Met behulp van deskresearch vergaar ik bestaande informatie over: de geschiedenis en de manier van radio maken van BNR Nieuwsradio, de luisteraars en de doelgroep van BNR, de eurocrisis, de berichtgeving door media, de manier waarop BNR tot nu toe over de eurocrisis bericht heeft, hoe de concurrenten van BNR dat doen en over de wensen van de doelgroep. Door erachter te komen wat hier al over geschreven is, vergaar ik meer kennis en kan ik verbanden leggen. Ook is deskresearch noodzakelijk om de doelgroep en het begrip ‘eurocrisis’ voor mezelf af te bakenen. Ik ga op zoek naar alle relevante informatie door diepgaand literatuuronderzoek te doen, bijvoorbeeld in databanken als Lexis Nexis, Marketingdata, PICarta en de HBO Kennisbank, maar ook door berichtgeving van internationale media erop na te slaan. Fieldresearch Aanvullend op de deskresearch doe ik fieldresearch. Met dit tweede deel van het onderzoek vergaar ik informatie over de manier waarop BNR Nieuwsradio zelf bericht over de eurocrisis, hoe andere media daarover denken en hoe zij vinden dat zij het zelf hebben gedaan. Ik kan op deze manier de verschillende journalistieke aanpakken vergelijken en de afwegingen die daarbij worden gemaakt in kaart brengen. Ook kan ik via fieldresearch onderzoeken aan wat voor informatie over de eurocrisis de luisteraars van BNR behoefte hebben en in welke vorm BNR dat zo aantrekkelijk mogelijk kan maken. Ten slotte onderzoek ik of de luisteraars crisismoe worden en wat je daar als station eventueel aan kan doen. Om al deze resultaten uit mijn fieldresearch te halen, gebruik ik verschillende onderzoeksvormen. Ik houd kwalitatieve interviews met journalisten van andere media, ik houd een enquête onder luisteraars en laat deze luisteraars met elkaar in discussie gaan in panelgesprekken. Ook houd ik een kleine discussie op de radio tussen drie vooraanstaande journalisten. Interviews Met de kwalitatieve interviews vergaar ik meer informatie over de manier waarop media het nieuws over de eurocrisis nu brengen en welke afwegingen ze daarbij maken. Om een algemeen beeld te schetsen van de berichtgeving door de media interview ik een expert die alles weet van berichtgeving over crises en over hypes. Daarnaast interview ik personen die binnen BNR werkzaam zijn of bij een ander, concurrerend of vergelijkbaar medium. De personen die binnen BNR werkzaam zijn, vervullen allemaal een sleutelrol in het proces om nieuws te maken op de radio. Bijvoorbeeld: de hoofdredacteur, eindredacteur, economieredacteur, buitenlandcommentator, presentatrice of de correspondent in Brussel. Van elk ander medium interview ik één sleutelfiguur. Dat kan een hoofdredacteur zijn, maar ook een eindredacteur of chef van de economieredactie. De media waar ik langs ga zie ik als concurrenten of ze maken inhoudelijk vergelijkbare content. Ik let niet op de vorm waarin het medium het nieuws giet, want dan is het vergelijkingsmateriaal beperkt. Er zijn weinig nieuwszenders op de Nederlandse radio; de enige met BNR vergelijkbare zender is Radio 1. Ik ga langs bij de NOS, de financiële website Z24, het Financieele Dagblad, beurszender RTL Z, De Volkskrant en bij het radioprogramma Goedemorgen Nederland van de KRO. Discussie Als freelance redacteur bij BNR laat ik ook drie journalisten met elkaar discussiëren over de berichtgeving van media over de eurocrisis. Ik werk als freelancer regelmatig voor het radioprogramma BNR Paul van Liempt en daarin komt wekelijks een journalistenpanel langs dat discussieert over actualiteiten en alles wat opvalt in de media. Door dat zelf voor te bereiden krijg ik de kans om drie journalisten hierover met elkaar in discussie te laten gaan. Enquêtes De journalisten kunnen me veel vertellen, maar om er echt achter te komen wat de luisteraars willen, moet ik dat aan ze vragen. Dat doe ik met een enquête. De vragen in de 11
enquête zijn bijna allemaal gesloten, zodat de resultaten makkelijk meetbaar zijn. Toch heb ik ruimte open gelaten voor op- en aanmerkingen van respondenten. Zo geef ik de luisteraars de ruimte als ze nog iets kwijt willen. Als daar wat interessants uitkomt dan kan ik dan meenemen in panelgesprekken. Indien veel luisteraars min of meer dezelfde opmerkingen hebben dan kan dat een reden zijn om erop door te gaan in mijn onderzoek. De vragen zijn helder en eenvoudig geformuleerd. Ik heb erop gelet dat de gebruikte woorden en zinnen geen vraagtekens oproepen bij de luisteraars. De vragen zijn op maar één manier interpretabel. In de enquête zijn de meeste antwoordmogelijkheden geformuleerd met behulp van de Likertschaal. Het gaat hier om een vijfpuntsschaal, namelijk: helemaal eens, eens, neutraal, oneens, helemaal oneens. Met deze schaal geven respondenten aan in hoeverre ze het met een stelling eens zijn. Ik heb gekozen voor de vijfpuntsschaal omdat dat als voordeel heeft dat de antwoordmogelijkheden begrensd zijn. Daarnaast zijn de antwoordmogelijkheden overzichtelijker en begrijpelijker voor respondenten dan de antwoordmogelijkheden van een zevenpuntsschaal. De antwoorden gaan wel weer verder dan een driepuntsschaal. Bij de vijfpuntsschaal kunnen de respondenten nuance aanbrengen in de mate dat ze het met de stelling eens zijn, bijvoorbeeld: helemaal eens of eens. Respondenten vinden het vaak minder prettig om tussen uitersten te kiezen, zoals met een driepuntsschaal het geval is. (Online Enquête Weblog, 2011). Ik heb gekozen voor een oneven schaal, zodat respondenten ook aan kunnen geven dat zij ergens neutraal tegenover staan. Als zij dat niet kunnen dan dwing je ze tot een keuze en dat kan frustrerend werken. (Klanttevredenheid, 2008). Er zijn ook vragen in mijn enquête die niet via de Likertschaal beantwoord worden. Dat zijn vragen om erachter te komen wat voor persoon de enquête invult, bijvoorbeeld: geboortedatum, geslacht, beroep of opleidingsniveau. Deze vragen zijn te beantwoorden via opties in een lijst. De enquêtevragen worden verder verantwoord in paragraaf 2.2 en zijn terug te vinden in bijlage III. Panelgesprekken Op basis van de uitkomsten van de enquête houd ik panelgesprekken met luisteraars. Zij hebben de enquête al ingevuld en de uitkomst daarvan test ik onder deze luisteraars. Ik wil dieper met ze ingaan op de door hen gegeven antwoorden over de berichtgeving van BNR, de mate van crisismoeheid en de manier waarop BNR het nieuws zo aantrekkelijk mogelijk voor ze kan maken. Ik ga op zoek naar nieuwe ideeën en een consensus onder de doelgroep over bepaalde zaken. Dat kan ik gebruiken om mijn conclusie mee te onderbouwen. Voorwaarde is wel dat deze luisteraars tot de doelgroep van BNR Nieuwsradio behoren, want dat is de groep die de zender wil bereiken. Ik ga in ieder geval twee panelgesprekken houden. Het hangt ervan af hoeveel enquêtes er worden ingevuld en wanneer ik het gevoel heb dat de informatie die ik krijg verzadigd is. 2.2 Operationalisatie Steekproef Ik kies voor een aselecte steekproef, zodat elk lid van de doelgroep evenveel kans krijgt om deel te nemen. BNR richt zich op de doelgroep AB1. Die doelgroep bestaat uit 2,6 miljoen personen, maar daarvan zijn 1,2 miljoen personen ook echt geneigd om nieuws tot zich te nemen via de radio. (Kevin la Grand, Re: Doelgroep BNR). Dat heeft BNR zelf onderzocht en die groep van 1,2 miljoen personen is daarom hun daadwerkelijke doelgroep. Wat de doelgroep AB1 precies inhoudt is te lezen in hoofdstuk. Met de enquête ga ik in op de manier waarop BNR het nieuws over de eurocrisis nu brengt, waaronder de onderwerpkeuze, toon en vorm. Ook wil ik weten of de luisteraars wel eens crisismoe zijn. Ik heb mijn steekproef onder 334 luisteraars gehouden, waarvan er 147 tot de doelgroep behoren. Dat betekent dat mijn enquête niet voor 99% valide is. (Allesovermarktonderzoek.nl). Dat is pas het geval bij een steekproef onder 663 luisteraars die tot de doelgroep behoren. Ik heb bewust gekozen voor een iets kleinere groep en daarmee een iets minder valide enquête, omdat een steekproef onder meer dan zeshonderd luisteraars niet haalbaar is. Business analist Ben van Vliet van de FD Mediagroep verspreid vaker enquêtes onder luisteraars en vertelde mij van tevoren dat ik in mijn handjes mag knijpen als ik 200 luisteraars bereik. En dat zijn het totaal aantal geênqueteerden, dus die behoren dan niet vanzelfsprekend tot de doelgroep. Ik heb de doelgroep bereikt door de enquête drie weken op de homepage van bnr.nl te plaatsen, waardoor alle websitebezoekers ermee in aanraking komen. Ook heb ik 750 ‘Vrienden van BNR’, die tot een online community behoren, de enquête gemaild. BNR heeft de enquête verspreid via de social media Facebook, Twitter en Linkedin. Ik heb het ook verspreid via mijn eigen social 12
media en via e-mail en mijn website. Ik heb het intensief verspreid via Twitter, want ik ben een intensief twitteraar. Daardoor kreeg ik heel veel retweets. Dat betekent dat andere twitteraars mijn onderzoek aanhaalden. Zo werd ik geretweet door Humberto Tan, presentator bij BNR. Hij heeft ongeveer 80.000 volgers die, omdat ze hem volgen, waarschijnlijk bekend zijn met BNR, dus dan gaat de verspreiding snel. Enquête De vragen in de enquête heb ik zorgvuldig geformuleerd en getest op anderen, zodat ik zeker wist dat deze eenduidig, helder, zuiver en leesbaar waren. Ik ben nagegaan welke resultaten ik uit de enquête wilde halen en heb de vragen zo geformuleerd dat ik de juiste antwoorden krijg. De vragen zijn bruikbaar en compleet omdat ze antwoord geven op de onderzoeksvragen. Uit de enquête heb ik kunnen opmaken: of luisteraars het nieuws over de eurocrisis volgen en interessant vinden; - of ze het nieuws over de eurocrisis volgen; - wat ze inhoudelijk vinden van de berichtgeving van BNR; - wat ze van de hoeveelheid nieuws over de eurocrisis van BNR vinden; - wat ze vinden van de toon waarop BNR over de eurocrisis bericht; - of ze wel eens genoeg hebben van de berichtgeving door media; - en of ze daarom ook media mijden. In het bijzonder heb ik erop gelet dat de vragen neutraal zijn. Om die reden heb ik gebruik gemaakt van stellingen met daarin de antwoordmogelijkheden via de vijfpunts-likertschaal. Door stellingen te gebruiken voorkom ik dat ik te specifiek naar bepaalde antwoorden zoek in mijn vragen. Zo leg ik luisteraars geen woorden in de mond. Dankzij de vijfpuntslikertschaal kunnen respondenten ook antwoord geven en daar tegelijkertijd hun eigen nuance in aanbrengen. De vragen in de enquête beginnen met inhoudelijke vragen over het onderwerp. Dit heb ik gedaan zodat respondenten niet afhaken omdat ze eerst veel administratieve vragen moeten invullen met persoonlijke gegevens als leeftijd of beroep. Door met inhoudelijke vragen te beginnen trek ik gelijk de aandacht en houd ik de respondent erbij. De enquêtevragen zijn terug te vinden in bijlage III. Panelgesprekken De twee panelgesprekken heb ik op basis van de enquête gehouden. Een panelgesprek is door zijn kwalitatieve aard anders dan een enquête, maar ik heb de statistische resultaten wel gebruikt om voor te leggen aan de deelnemers. Ik heb gevraagd of de deelnemers zich herkenden in de resultaten en waarom en ik heb uitspraken uit de enquête voorgelegd aan de deelnemers. De resultaten heb ik proberen uit te diepen door veel naar het waarom te vragen bij de deelnemers. Waarom ze zo denken over de berichtgeving of de hoeveelheid nieuws, bijvoorbeeld. Ook heb ik samen met de deelnemers constructief gedacht over manieren waarop BNR zich zou kunnen verbeteren en over aspecten in de berichtgeving die de luisteraars nog missen. Op basis daarvan heb ik bruikbare resultaten gekregen voor mijn conclusie en beroepsproduct. De panelgesprekken zijn in audio opgenomen en dat is terug te vinden in bijlage VIII. De topics van de panelgesprekken staan in bijlage IV. Interviews De kwalitatieve interviews die ik heb gehouden waren variërend van aard. Een aantal interviews waren met belangrijke sleutelfiguren binnen de organisatie van BNR Nieuwsradio. Het ging hier bijvoorbeeld om de hoofdredacteur of de presentator of beurscommentator. Voor alle ‘interne’ interviews bij BNR heb ik dezelfde vragenlijst aangehouden, soms aangevuld met extra vragen die specifiek passend waren voor het takenpakket van de geïnterviewde binnen het bedrijf. Zo vroeg ik bij de hoofdredacteur meer naar de strategie en visie van BNR en bij de presentatrice meer naar praktische overwegingen als ze in de studio staat. Maar de meeste vragen waren hetzelfde en gingen over de visie van BNR, de doelgroep, de berichtgeving over de eurocrisis en over crisismoeheid. Doordat de vragen hetzelfde waren heb ik gelijkwaardige antwoorden teruggekregen van de geïnterviewden die ik vervolgens met elkaar kon vergelijken. Op die manier kon ik nagaan of er een eenduidig beeld is over de berichtgeving binnen BNR. Ook wist ik zeker dat ik geen vragen zou vergeten bij een interview. Bij de interviews bij andere media heb ik ook één lijn getrokken en alle media dezelfde vragen gesteld. Die vragen gingen over de visie van het medium, de doelgroep en het bereik, de manier van berichtgeven over de eurocrisis, hoe ze daar zelf op terugkijken en over crisismoeheid bij Nederlanders. Doordat ik dezelfde vragen stelde kon ik ook hier makkelijk antwoorden vergelijken en de media zo naast elkaar leggen. Door ze te vergelijken kom ik tot conclusies over de berichtgeving van andere media over de eurocrisis. Naast al deze interviews heb ik nog één interview gehouden dat er een beetje buitenviel, 13
namelijk met Peter Vasterman, universitair docent journalistiek. Van hem wilde ik een onafhankelijk beeld krijgen over de berichtgeving van Nederlandse media over de eurocrisis in het algemeen en wat hem daarin is opgevallen. De antwoorden waren nuttig omdat ik zo een onafhankelijke speler heb die echt een oordeel kan geven over de manier waarop media met de eurocrisis zijn omgegaan. Ik heb zijn antwoorden kunnen gebruiken om een beeld te schetsen over de berichtgeving, maar ook om de antwoorden van andere geïnteriewden te kunnen kaderen en duiden. Alle vragenlijsten van de interviews staan in bijlage II en de audio van de interviews zijn terug te vinden in bijlage VIII. Discussie In het programma BNR Paul van Liempt komt wekelijks een journalistenpanel langs. Dit wordt altijd door een redacteur voorbereid en soms wordt dat door mij gedaan. Toen er weer een grote eurotop naderde waar veel van verwacht werd, besloot ik de berichtgeving over dit soort toppen voor te leggen aan de journalisten. En dat zijn twee vliegen in één klap, want dat kon ik dan ook in mijn onderzoek verwerken. De discussie werd natuurlijk geleid door presentator Paul van Liempt, dus ik heb er geen volledige invloed op gehad. Maar de vragen en insteek zijn door mij voorbereid en ik heb de panelleden van tevoren voorgesproken en voorzien van informatie. Deelnemers waren Folkert Jensma, oudhoofdredacteur van NRC Handelsblad, John Hoogerwaard, journalist bij De Pers en Paul van Gessel, hoofdredacteur van BNR. Het was ergens jammer dat Paul van Gessel meedeed, omdat ik zijn standpunt op meerdere manieren al terug heb laten komen in het onderzoek. Maar een andere journalist belde af en daar viel hij voor in. Desalniettemin kan hij een waardevolle bijdrage leveren aan de discussie omdat BNR toch wel zeer veel nieuws brengt over de eurocrisis en nieuws maken voor radio anders werkt dan voor een krant. 2.3 Analysemethode Tijdens het onderzoek zijn een aantal technieken belangrijk. Theoretical Saduration betekent dat de onderzoeker doorgaat met onderzoeken tot hij geen informatie meer kan vergaren (Glaser & Strauss, 1967; Strauss & Corbin 1998). Dit is belangrijk bij de interviews en panelgesprekken. Je stopt met informatie vergaren als je de verzadiging, ook wel saduration, hebt bereikt. Theoretical Sampling (Corbin & Strauss, 1967) betekent dat wordt gekozen voor experts uit mijn vakgebied. Dit zijn in dit geval journalisten en experts op het gebied van crisisberichtgeving en nieuwsconsumptie. Deze keuze wordt onwillekeurig gemaakt.
14
3. BNR Nieuwsradio 3.1 Geschiedenis Het ontstaan en de geschiedenis van BNR Nieuwsradio baseer ik op informatie uit het boek Knerpend Grind van Michiel Bicker Caarten. Bicker Caarten was als eerste hoofdredacteur van BNR vanaf dag één bij de zender betrokken. Hij is jarenlang hoofdredacteur geweest en heeft vlak daarna, in 2008, een boek over de zender geschreven, waarin de levensloop van BNR uitgebreid aan bod komt. BNR Nieuwsradio is in 1998 begonnen als Business Nieuws 1395 AM. Ze namen de middengolf-freqeuentie, het kantoor, de studio’s, de apparaten en een groot aantal werknemers over van Talkradio, een commerciële praatzender met opiniemakers als Theo van Gogh, Jeroen Pauw en Beau van Erven Dorens. Michiel Bicker Caarten werd door investeerder Michiel Herter gevraagd als hoofdredacteur. Volgens Bicker Caarten (2008) was de overname niet makkelijk: ‘Terwijl Bas van Werven, die als adjunct-hoofdredacteur wist wat er zou komen, de laatste uitzending presenteerde, bracht directeur Hans Krouwels de werknemers het slechte nieuws. Een deel van de redactie werd direct naar huis gestuurd, een groter deel kon aan de slag bij Business Nieuws 1395 AM. Zakelijk een voortreffelijke beslissing, maar voor mij als nieuwe hoofdredacteur niet ideaal. Ik had drie dagen om een stel uit het lood geslagen algemene bureauredacteuren te veranderen in bruikbare journalisten met economische kennis. (...) De zender waar ze anderhalf jaar lang hun ziel en zaligheid in hadden gelegd, waar ze hadden gelachen, gehuild, geblowd en gezopen, de vrienden met wie ze alles hadden gedeeld, was in een klap weg. Talk Radio, het spraakmakende radiostation van intelligent Nederland, was dood. En daarvoor in ruil kwam een nieuwszender. Nee, het was niet eens een nieuwszender, een business-nieuwszender – saaier kon het niet. Ze zouden waarschijnlijk het liefst allemaal zijn weggelopen; maar de huur moet ook betaald. (...) Ik mocht al blij zijn als ze het met mij wilden proberen.’ (p. 12 en 14) Het was niet gemakkelijk voor het piepjonge station. Het budget was minimaal en het bereik op de middengolf duur en klein. Er waren in het begin weinig geschikte presentatoren en commentatoren. Michiel Bicker Caarten moest het station vanaf de grond af aan opbouwen. Langzaamaan verwierf de zender enige bekendheid, onder meer door eigen nieuws te maken en dat in persberichten naar andere media te sturen, zodat ze werden genoemd. Dat het budget krap is, maakte het soms lastig voor BNR. Zo werden rekeningen aleen betaald als de stekker echt uit de zender kon worden getrokken. Wat ook bijna gebeurde toen bleek dat ze kabelexploitant Nozema al acht maanden niet hadden betaald. Al vanaf 1994 was er een strijd gaande over de nieuwe verdeling van FM-frequenties. Het ministerie had erin toegestemd om meer frequentiekavels te veilen, aangezien er meer zenders zouden kunnen uitzenden dan tot dan toe het geval was. Maar het ministerie wilde niet dat de nieuwe commerciële stations de publieke omroep zouden overschaduwen en alle luisteraars zouden afpakken. Die strijd duurde jaren, mede door de besluiteloze politiek en de belangen van de commerciëlen die al een frequentie hadden. Business Nieuws AM 1395 wilde graag ook een FM-frequentie bemachtigen en pas in 2003 lukte dat en kregen ze de kavel voor nieuwszender. In de tussentijd had BNR wel al een groter bereik verworven dan ze hadden op de middengolf. In 1999 nam de zender namelijk het FM-pakket van JFK-radio over, een jazzstation. Daarop schrapten ze ‘1395 AM’, vernoemd naar de middengolf-frequentie, uit de naam en heette de zender voortaan Business Nieuws Radio. Ze mochten op deze FM-kavel nieuws uitzenden, zolang er maar maximaal 50 procent van de tijd daarmee werd gevuld en de andere helft met jazzmuziek. Dus zonden de ’s avonds, ‘nachts en in de weekenden muziek uit. Het FM-pakket had geen groot bereik, maar in 2001 werd de zendlocatie veranderd, waardoor ze al een veel beter bereik kregen. Zo kreeg BNR Nieuwsradio steeds een beetje meer bereik en bekendheid in Nederland met een volledige nieuwskavel in 2003 als kers op de taart. Willem Sijthoff zorgde er uiteindelijk voor dat BNR en Het Financieele Dagblad samengingen. Met zijn bedrijf HAL Investments probeerde hij Het Financieele Dagblad al eerder te overreden om een belang van 25 procent in BNR te nemen. Alleen durfden de directie en de commissarissen dat niet aan omdat de verdeling van de FMfrequenties nog onzeker was. Toen HAL Investments het dagblad overnam, lag er niets meer in de weg. In maart 2003 werd Business Nieuws Radio overgenomen door de FD Mediagroep, een nieuw bedrijf dat ook nu nog de eigenaar is van BNR en het Financieele 15
Dagblad. In 2004 veranderde Business Nieuws Radio zijn naam in BNR Nieuwsradio. Tegelijkertijd veranderde de formule: BNR ging 24 uur per dag nieuws uit zenden. 3.2 Radioformat Uit het boek Knerpend Grind (Bicker Caarten, 2008), van de oud-hoofdredacteur van BNR, blijkt dat de zender zich in eerste instantie vooral afzet tegen nieuwszender Radio 1: ‘Met Business Nieuws AM 1395 konden we een heel klein landje een heel klein beetje leefbaarder maken. Nederland zou eindelijk een tweede nieuwszender krijgen naast het vadsige, zelfgenoegzame, gedachteloos-linkse en politiekcorrecte Radio 1 – en ik ging dat leveren.’ (p. 15). Bicker Caarten (2008) begrijpt niets van de ‘staatszender’. Hij ergert zich vooral aan nutteloze reportages en ‘makkelijk’ plaatjes draaien: ‘En als ik dan weer eens genoeg had van Radio 1, met die eindeloze debatten over menopauze of asielzoekers, reportages met fluitende vogeltjes en knerpend grind, politiekcorrecte gesprekken vol voorspelbare meninkjes, dan was er geen ander alternatief dan BBC World Service. Hoe was het mogelijk dat een beschaafd, welvarend land maar één nieuwszender had? (...) In september 1998 is het ’s ochtends nog stil op Radio 1. Althans, de ‘staatszender’ draait plaatjes. Pas om zeven uur begint het Radio 1 Journaal. Wij beginnen een uur eerder. Een maand later wordt het aanvangstijdstip van Radio 1 verschoven naar zes uur. Wij doen veel beurs en al snel wordt de beursredactie van Radio uitgebreid. Imitatie is het mooiste compliment, denk ik dan maar. Gelukkig gaat Radio 1 stug door met het draaien van plaatjes, tussen de berichten door, zelfs in de ochtendspits. Met veertien jaar ervaring in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië begrijp ik daar niets van. Hoe kan Radio 1 nou muziek draaien op een nieuwszender? Is er soms niet genoeg nieuws? (p. 15) Niet alleen het plaatjes draaien ergert Michiel Bicker Caarten. Hij heeft ook niks met het zogenaamde mooie radio maken, de verklanking, zoals gebruikt op Radio 1: “Het Filiaal’ is een programma-onderdeel van het Radio 1 Journaal in de ochtend. Het wordt gekoesterd. Gewapend met een microfoon gaat een verslaggever naar de plaatsen waar het gebeurt. Nou ja, gebeurt? De keuze voor de plek is vaak onbegrijpelijk. Meestal is het een boerderij, waar de verslaggever dan minutenlang wezenloze gesprekken voert. Terwijl er een stortvloed van nieuws is staat de dure werknemer van Radio 1 met zijn dure apparatuur zijn tijd te verdoen met dure live-gesprekken over lammetjes. Of biggetjes. Ik ben ervan overtuigd dat dit alleen maar gebeurt omdat Radio 1 nou eenmaal reportagewagens heeft. ‘Why do dogs lick their balls? Because they can.’, leer ik mijn redactie. (…) De redactie wil graag mooie radio maken. Maar wat is dat, mooie radio? Nou ja, geluiden waardoor de luisteraar hoort waar de verslaggever is, zegt de redactie. Dat noemen ze in Hilversum verklanking, leer ik: omgevingsgeluiden opnemen, de goede fragmenten kiezen en die dan tussen, over en onder de stemmen monteren. Dat is een luxe die wij ons niet kunnen veroorloven. Ik heb daar noch de redacteuren voor, noch de tijd. Maar het komt me prima uit, want ik heb helemaal niets met die verklanking. Ik wil een nieuwszender maken in de Amerikaanse of Engelse traditie. Wij doen keihard nieuws. Wij maken radio voor mensen die ook nog wat anders te doen hebben. Mensen via de telefoon en niemand de deur uit, want dat is inefficiënt. Intussen ben ik zielsblij met ‘Het Filiaal’: laat Radio 1 maar lekker doorpruttelen.’ (p. 31 en 32) Michiel Bicker Caarten gelooft dus niet in verklanking. Hij wil keihard nieuws brengen, op een directe wijze, dus via de telefoon of in de studio. BNR richt zich op de personen die ook nog wat anders te doen hebben dan de hele dag radio luisteren en die snel op de hoogte gebracht willen worden. Hij wil een nieuwszender maken in Amerikaanse stijl, ‘naar het format van radiostation 1010WINS’, schrijft Bicker Caarten (2008): ‘Vanaf het moment dat Michiel Herter mij voor het eerst vertelde wat hij van plan was, wist ik exact wat er gedaan moest worden, en hoe. Omdat ik de voorafgaande vier jaar hetzelfde had gedaan bij CNBC Europe (non-stop live nieuws) en omdat ik in New York een trouwe luisteraar was van 1010WINS en CBS News 88, twee 24-uurs nieuwszenders op de middengolf.’ (p. 14) Business Nieuws AM 1395 had hetzelfde format als 1010WINS: blokken nieuws van 20 minuten, waarin je weer helemaal op de hoogte bent van het laatste nieuws. ‘You give us 20 minutes, we’ll give you the world.’ Bij Business Nieuws AM 1395 had in dit format ook extra 16
aandacht voor het financiële en economische nieuws. De slogan van Business Nieuws AM 1395 werd: ‘De financiële wereld in 20 minuten’. In 2004 veranderde de naam Business Nieuws Radio in BNR Nieuwsradio en daarmee werd ook het format veranderd. Geen blokken meer van 20 minuten, maar van 30 minuten, elk halfuur. Op elk heel en half uur het belangrijkste nieuws, weer en verkeer, daarna aandacht voor bijvoorbeeld belangrijk buitenlands nieuws, om kwart over en kwart voor het beursnieuws en in het laatste kwartier het iets minder belangrijke en het opmerkelijke nieuws. Tussendoor ook verkeersinformatie, jingles, promo’s en korte reclameblokken, tweemaal per half uur. Dit format geldt voor de nieuwsuitzendingen, maar tussendoor worden er ook andere soorten programma’s gemaakt. Doordeweeks ziet de programmering er nu zo uit (BNR, 2011): 0600-0930 uur BNR Humberto Tan, ochtendspits-uitzending 0930-1200 uur BNR Paul van Liempt, interviewprogramma met achtergronden 1200-1230 uur BNR Nieuwsupdate, nieuwshalfuurtje 1230-1400 uur BNR Zakendoen met... locatieprogramma met, door en voor ondernemers 1400-1430 uur BNR Nieuwsupdate, nieuwshalfuurtje 1430-1500 uur BNR Special, verschilt dagelijks, voorbeelden: BNR Mediazaken, BNR Europa, BNR Digitaal, BNR Bernard Hammelburg, BNR’s Nationale Autoshow 1500-1530 uur BNR Paul van Liempt, herhaling interview met de gast van de dag 1530-1600 uur BNR Nieuwsupdate, nieuwshalfuurtje 1600-1830 uur BNR Petra Grijzen of BNR Roelof Hemmen, avondspits-uitzending 1830-1900 uur BNR Nieuwsupdate, nieuwshalfuurtje 1900-2000 uur BNR Zakendoen met..., verkorte versie 2000-2030 uur BNR Special, verschilt dagelijks, voorbeelden: BNR Juridische Zaken, BNR Klantenshow, BNR Gezond, BNR Duurzaam, BNR Voorkennis 2030-2100 uur BNR Nieuwsupdate, herhaling laatste nieuwshalfuurtje 2100-2400 uur BNR Vandaag, compilatie van daguitzendingen Op vrijdag is er in plaats van een avondspits-uitzending de uitzending van The Friday Move, een uitzending die in het teken staat van het weekend, met een borrel, op locatie, met spraakmakende gasten, live muziek en humor. De programma’s zijn afgestemd op de behoeften van de luisteraars. In de ochtendspits wordt er hard nieuws gebracht, zodat iedereen onderweg naar zijn werk weer op de hoogte is. Daarna brengt Paul van Liempt iets meer achtergronden en interviews over spraakmakende onderwerpen en personen. Tussendoor wordt er aandacht besteed aan het nieuws door korte momenten voor telefoontjes. ’s Middags is er drie keer een nieuwsupdate van een half uur waar het belangrijkste nieuws van dat moment wordt gebracht. Zo kan de luisteraar overdag wel op de hoogte blijven. Tussendoor is er in de lunchpauze het programma Zakendoen met..., op locatie met gasten en onderwerpen uit het bedrijfsleven. Een special en een herhaling van Paul van Liempt zorgen voor wat achtergronden, midden op de middag. Daarna begint de avondspits en is de programmering weer vooral gericht op nieuws, maar net even anders dan in de ochtendspits. Waar ’s ochtends nog snel en vlot overal over wordt gepraat, is er nu iets meer tijd om het belangrijkste nieuws van de dag te bespreken. Dat gebeurt met veel studiogasten en sprekers en een selectie van het belangrijkste nieuws van de dag. Hoofdredacteur Paul van Gessel is tevreden over het veranderde format, maar zegt tegelijkertijd dat de zender nooit af is: ‘Het is nooit klaar. Stilstand is in de snel veranderende wereld een levensgevaarlijke tegenstander. Het consumptiegedrag van de mensen, de technologie, de marktomstandigheden: ze dwingen ons tot innoveren. Steeds maar weer. In de verandering vindt men zijn doel, zo wisten de oude Grieken al. Dus rust is er bij mij niet bij, rust is voor een bejaardenhuis. BNR moet in beweging blijven.’ (Nederlands Media Nieuws, 2011) De manier van radio maken is erg Amerikaans. Niet alleen het format van 1010WINS heeft BNR Nieuwsradio geïnspireerd, ook de manier van presenteren, de inhoudelijke keuzes en de combinatie van journalistiek en humor. Hoofdredacteur Paul van Gessel gaf zijn medewerkers met kerst een boek cadeau: Beyond Powerfull Radio van Valerie Geller. Dit is een succesvol boek over ‘powerfull’ radio maken dat door allerlei nieuwsstations ter wereld als handboek wordt gebruikt. Uit zo’n geschenk blijkt de ambitie van BNR en zijn hoofdredacteur. De Amerikaanse schrijfster vat haar boek zo samen: ‘De curse of our business is that it looks easy. Everyone can talk, so people believe they are experts, and that anyone can do it. That’s because the great talented broadcast 17
personalities and communicators make it look so effortless. But communicating powerfully in a way that will get, keep en grow audiences is not easy. It’s very hard work, requiring craft, skill, desire, experience, and training. If you have the desire to work, this book will give you the methods and professional standards that can help you succeed, wherever you are in your broadcast career, whatever your skill level, wether you broadcast on air, or online. (…) The three proven principles are: Tell the Truth, Make it Matter, and Never be Boring. (…) In Beyond Powerfull Radio you’ll find a wide array of proven techniques to make any subject come alive, with tools you can use to create compelling content no matter what the topic or how many times you’ve done it.’ (Geller, 2011, Introduction) Krachtige radio dat onderwerpen tot leven laat komen. Dat is precies wat BNR Nieuwsradio wil bereiken.
18
4. Luisteraars
Ldh in %
4.1 Het bereik van BNR Volgens de laatste cijfers (Paul van Gessel, Re: Slechte cijfers BNR) heeft BNR Nieuwsradio een marktaandeel van 0,7 0, procent in mei en juni 2012.. Het streven is 1,0 procent, dus daar zitten ze nog niet. Het marktaandeel aandeel van deze periode valt tegen: tegen in dezelfde periode vorig jaar bereikte BNR nog 75.000 luisteraars meer. Nu zijn dat er in totaal 531.000. Het marktaandeel houdt in: het percentage luisteraars van het totaal aantal luisteraars van alle stations in Nederland Ned (Fictoor en Kroeske, 2008, p. 231). In dezelfde periode is de luisterdichtheid ook toegenomen, zoals te zien in de grafiek hieronder. Vooral in de ochtendspits tussen 7 en 10 uur wordt er veel geluisterd. Om 9 uur is de absolute piek met ongeveer 47 procent. In de avondspits is er ook weer een opleving in de luisterdichtheid. Dat wijst erop dat veel mensen luisteren terwijl ze onderweg zijn, naar hun werk of naar huis. De luisterdichtheid luisterd geeft aan op welke tijden er het meest naar het station wordt geluisterd. Dat zegt wat over het luistergedrag. Het wordt aangegeven in een percentage van het totaal aantal personen in de doelgroep (Fictoor en Kroeske, 2008, p. 231). De gemeten doelgroep is in dit geval iedereen in Nederland boven de 10 jaar oud.
0,50 7
0,45 uur
9 uur
BNR Luisterdichtheid per uur, maandagmaandag vrijdag, 10+
11 uur
13 uur
15 uur
17 uur
19 uur
0,40 0,35 0,30 0,25 0,20
21 uur
23 1 uur uur Februari FebruariMaart 2011
JanuariJanuari Februari 2012 FebruariFebruari Maart 2012
0,15 0,10 0,05 0,00 (Bron: Tim van der Lijn, Re: Grafieken en tabellen over bereik BNR) BNR De luisterduur van BNR is in februari en maart toegenomen met 3 minuten naar in totaal 42 minuten, in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. jaar De luisterduur is het gemiddelde aantal minuten dat Nederlanders boven de 10 jaar naar een radiozender hebben geluisterd. Het Radiolog Luisteronderzoek (Radiofreak.nl) dat elke twee maanden wordt gehouden, hanteert een aantal doelgroepen die relevant zijn voor BNR, namelijk: AB1, Business tot business, ess, zware zakelijke beslissers en jonge connectors. AB1 wil zeggen dat de luisteraars tussen de 20 en 49 jaar zijn en een beroep hebben van een zeker niveau. In de tabel op de volgende bladzijde is te zien wanneer een beroepsniveau wel AB1 is en wanneer wanneer niet. De paars en blauw gevulde beroepsniveau’s vallen onder AB1:
19
(Bron: Tim van der Lijn, Re: Grafieken en tabellen over bereik BNR) Over het algemeen is te zien dat BNR Nieuwsradio de doelgroep behoorlijk bereikt. In de taartdiagrammen hieronder valt te lezen dat de meeste luisteraar in de leeftijdscategorie 20 tot 49 jaar vallen, hoger opgeleid zijn (HBO+) en ook een hoog beroepsniveau hebben.
(Bron: FD Mediagroep, Tariefkaart Q3 2012) BNR heeft ijkpersonen bedacht die de doelgroep moeten vertegenwoordigen. De kerndoelgroep is AB1 en die groep wordt omschreven in de ijkpersonen Erik en Daphne. De zware zakelijke beslissers worden Jan-Willem en Annemarie genoemd en de jonge connectors heten Steve en Jill. Deze twee laatste groepen zijn niet de groepen waar BNR zich hoofdzakelijk op richt, omdat deze groepen commercieel te klein zijn om winst mee te behalen. Toch is het fijn als BNR deze groepen ook weet te bereiken. De doelgroep business to business overlapt de andere drie groepen behoorlijk, waardoor BNR daar geen ijkpersonen voor heeft bedacht. Meer informatie over de ijkpersonen is te lezen in paragraaf 4.3. In de grafiek hieronder is te zien hoe groot het marktaandeel van BNR is onder de specifieke doelgroepen die de zender wil bereiken: 20
(Bron: Tim van der Lijn, Re: Grafieken en tabellen over bereik BNR) Deze cijfers zijn uit maart en april 2012. Uit de grafiek valt op te maken dat BNR business to business en de jonge connectors ongeveer even goed bereikt met een marktaandeel van bijna 2,5 procent. Maar dat marktaandeel is de laatste maanden wel gedaald. Ook opvallend is dat BNR zijn kerndoelgroep AB1, ook wel Erik en Daphne, niet als allerbeste weet te bereiken. Het marktaandeel ligt wel hoger dan BNR’s gemiddelde marktaandeel, maar komt toch uit op ongeveer 2,4 procent, onder de jonge connectors en business to business. De zware zakelijke beslissers luisteren minder naar BNR, maar er zit weer een stijgende lijn in. Al met al is het marktaandeel van BNR onder de doelgroepen flink hoger dan het gemiddelde marktaandeel. Dat wijst erop dat de zender succesvol is in het bereiken van de doelgroepen. BNR’s hoofdredacteur Paul van Gessel vertelt dat de groei van de afgelopen periode vooral in doelgroep business-to-business zit. ‘Dat zijn de ‘decisionmakers’ en zij zijn voor ons zakelijk cruciaal, want dat is waar de adverteerders zich op richten. Ook zie je dat programma’s die wij speciaal voor deze doelgroep hebben gemaakt, BNR Paul van Liempt en BNR Zakendoen met..., het goed doen in deze b-to-b doelgroep. We weten onze doelgroep bovendien goed te bereiken in de avondspits, waar we tegenwoordig minder ‘snel’ nieuws brengen en meer gebruik maken van een talkshow-setting met studiogasten, pratend over de belangrijkste nieuwsonderwerpen van de dag.’, aldus Van Gessel. 4.2 De doelgroep De doelgroepen business-to-business, AB1, zware zakelijke beslissers en jonge connectors zijn dus belangrijk voor BNR. Maar wat is nu echt de doelgroep? De doelgroep is ambitieus, leergierig, heeft een goede baan. Er zijn in potentie 2,8 miljoen van deze personen. Maar daarvan zijn er maar 1,2 miljoen ook echt bereid om nieuws tot zich te nemen via de radio. Dit is de groep waar BNR zich op richt; de doelgroep (Kevin la Grand, Re: Doelgroep BNR). BNR richt zich heel specifiek op deze doelgroep. Dat is belangrijk omdat ze op basis van die doelgroep adverteerders aantrekken. Als adverteerders zich bijvoorbeeld richten op de zakelijke markt, dan willen ze alleen deze personen bereiken. Hoe beter BNR deze personen bereikt, hoe aantrekkelijker dat is voor de adverteerder. Het gaat hier dus om de kwaliteit van de doelgroep. BNR streeft er niet naar een algemene nieuwszender te zijn, zoals Radio 1. Juist omdat ze een commerciële omroep zijn, hebben ze geen publieke taak 21
en hoeven ze niet iedereen te bereiken. Ze brengen daarom selectief nieuws en richten zich alleen op de doelgroep. Alle mensen die daarnaast ook luisteren zijn mooi meegenomen, maar zakelijk onbelangrijk. Een adverteerder heeft er niets aan miljoenen mensen te bereiken die allemaal niet in zijn doelgroep vallen. Dat de aanpak werkt blijkt wel uit het feit dat ze zender nu al jaren bestaansrecht heeft met een relatief klein marktaandeel en naar eigen zeggen zelfs winstgevend is. De Nieuwe Reporter schrijft: ‘Terwijl andere zenders sterk fluctuerende publieksgroepen bereiken, komen de BNR Nieuwsradio- programma’s (in samenhang met Het Financieele Dagblad en de twee websites) voortdurend bij dezelfde hechte doelgroep terecht. Adverteerders vinden dat prachtig en betalen meer per commercial-seconde.’ (De Nieuwe Reporter, 2006). Op de website van BNR (bnr.nl) staat verwoord hoe BNR zichzelf en de doelgroep ziet: ‘Niets houdt je tegen! Je wilt het anders. Niet uit eigenwijsheid maar omdat je vindt dat het beter kan. En beter moet. Je hebt daar ook de goeie ideeën voor en de ambitie om ze te realiseren. Om daadwerkelijk het verschil te maken. Op een vernieuwende maar ook verbindende manier. Daar wil je alles voor geven. 24/7. Voor dit type mensen maakt BNR Nieuwsradio topjournalistiek.’ (Over BNR) 4.3 Erik en Daphne Om de doelgroep een gezicht te geven, heeft BNR ijkpersonen bedacht. Erik & Daphne zijn de belangrijkste ijkpersonen. Zij zijn de vertegenwoordiging van de kerndoelgroep AB1. Maar er zijn ook vier sub-ijkpersonen, die net even anders zijn dan Erik & Daphne, maar toch fijn om te bereiken. Dat zijn Jan-Willem & Annemarie en Steve & Jill. Erik en Daphne: Erik en Daphne zijn moderne, ambitieuze mensen met een positieve kijk op het leven. Ze willen op de hoogte zijn van actuele ontwikkelingen, willen bruikbare ideeën opdoen en kansrijke trends al vroeg spotten. Ze zijn erg bezig met hun carrière, werken in het midden of hoger kader en hopen ooit net als Jan-Willem en Annemarie te worden. Erik is een echte man en houdt van sport, auto’s en grote dingen. Grote dingen? Ja, als er nieuws is over de grootste brug ooit die wordt gebouwd of over de diepste tunnel, dan wil Erik dat weten. Daphne is geïnteresseerd in populair wetenschappelijk nieuws en trends rondom wonen en uitgaan. Allebei hebben ze weinig tijd om het allemaal bij te houden omdat ze naast een carrière ook een druk sociaal leven en een gezin hebben. Het stel is vernieuwend, positief ingesteld en vrij van dogma’s. Daarom hebben Erik en Daphe ook een hekel aan klaagradio en luisteren ze liever naar constructieve verhalen. (Kevin la Grand, Re: Doelgroep BNR en Annick van der Leeuw, Re: BNR geel) Jan-Willem en Annemarie: Ze hebben de touwtjes in handen, die Jan-Willem en Annemarie. Ze zijn de echte zakelijke beslissers, de topmannen en topvrouwen uit het bedrijfsleven. Deze twee zijn altijd druk met hun werk en kennen grote verantwoordelijkheid. Rustig op de zaterdagmorgen alle kranten doorspitten is er niet bij, maar het is van levensbelang dat Jan-Willem en Annemarie wel op de hoogte zijn. Ze moeten weten waar het over gaat als er iets belangrijks is geroepen in de politiek of als er weer een eurotop is. Niet alleen om mee te praten met hun netwerk, maar ook omdat het belangrijk is voor hun bedrijfsvoering als traditioneel bestuurder. Jan-Willem en Annemarie willen daarom kunnen vertrouwen op de nieuwsselectie van journalisten en ze willen dat snel tot zich kunnen nemen. Dit stel is altijd bezig met vooruitgang, is statusgevoelig en doelgericht. (Kevin la Grand, Re: Doelgroep BNR en Annick van der Leeuw, Re: BNR geel) Steve en Jill: Een Iphone? Dat is passé. Steve en Jill lopen als jonge honden altijd vooruit op de massa. Zij hebben de nieuwste producten, zitten op de nieuwste sociale media en creëeren hypes als ‘planking’ of het spelletje Wordfeud. Maar als die hype er eenmaal is dan zijn Steve en Jill allang met iets nieuws bezig. Steve en Jill hebben een bovengemiddelde interesse voor techniek en de digitale wereld. Erik en Daphne kijken erg op tegen Steve en Jill, want ze hebben ze nodig als inspirators. Dankzij Steve en Jill weten Erik en Daphne welke gadets ze moeten hebben, welke vakantiebestemming nu hip is en waar de beste sushi-bar zich bevindt. Steve en Jill zijn creatief, ondernemend en hebben ideeën over verbetering van de maatschappij. Ze zijn niet bang om over een grens heen te stappen om iets te bereiken. (Kevin la Grand, Re: Doelgroep BNR en Annick van der Leeuw, Re: BNR geel)
22
5. De eurocrisis In dit hoofdstuk is te lezen hoe de eurocrisis is ontstaan en hoe het verloop is tot en met dit moment. De eurocrisis is zeer complex en dat blijkt ook uit deze chronologische beschrijving. Uit het verloop van de crisis blijkt waarom het zo lastig is voor media om de crisis nauwgezet te volgen, inzicht te krijgen in de ontwikkelingen, duidelijk te krijgen wat de mogelijke gevolgen zijn en vooral om de spanningsboog te behouden bij de lezers, luisteraars en kijkers. 5.1 Aanloop De eurocrisis is een voortvloeisel uit de bankencrisis, ook wel de kredietcrisis genoemd. De kredietcrisis begon in het najaar van 2008, toen de Amerikaanse bank Lehman Brothers surceance van betaling aanvroeg. De oorzaken en oplossingen van de bankencrisis staat beknopt beschreven op de website van Rijksoverheid en daar is deze paragraaf op gebaseerd. (Rijksoverheid, 2012). Al vanaf 2007 bespeurden beleggers en economen dat er zaken niet goed gingen, maar voor het grote publiek kwam dit als een verrassing. Dit is het punt geweest waarop de alarmbellen wereldwijd gingen rinkelen. Lehman Brothers was een gerespecteerde, grote bank in de Verenigde Staten. Hoe zou Lehman zomaar kunnen omvallen? De Federal Reserve had sinds de internetcrisis en de aanslagen van 11 sepember de rente stapsgewijs verlaagd van 6 procent naar 1,75 procent. Dit deed de Amerikaanse centrale bank om de economie weer op gang te helpen, maar het had ook andere effecten. Banken en instellingen konden door de lage rente gemakkelijk risico’s nemen en maakten daar ook gebruik van. Ze verstrekten talloze risicovolle hypotheken en ondoorzichtige financiële producten aan de markt en aan particulieren. In 2007 begon de rente weer te stijgen, waardoor mensen hun hypotheeklasten niet meer konden betalen en zij gedwongen hun huis moesten verkopen. Het aanbod steeg enorm, waardoor de huizenprijzen voor het eerst in jaren daalden. Door de betalingsproblemen van de klanten kwamen de banken zelf ook in problemen, waardoor de beurskoersen van de banken daalden. De banken en verzekeraars hadden bovendien zelf problemen, omdat ze elkaar jarenlang risicovolle hypotheken hadden verkocht, verpakt als een nieuw financieel product. Hierdoor was het onduidelijk welke banken problemen hadden. De beurzen werden onrustig, waardoor banken met een te krappe buffer moeilijk aan extra kapitaal konden komen op de markt. Banken wilden elkaar ook niks meer uitlenen door onderling wantrouwen. Als de overheid niet had ingegrepen dan waren de wereldwijde geldstromen tussen banken onderling en tussen bedrijven en particulieren stil komen te vallen. De Verenigde Staten kwamen met een reddingsplan van 750 miljard dollar voor de Amerikaanse banken. Daarmee werden slechte leningen opgekocht en later kregen banken ook kapitaalinjecties van de staat. Maar alle banken staan internationaal met elkaar in verbinding, dus ook de Europese banken zaten in de problemen. Europese banken namen ook al jaren te grote risico’s, maar de Amerikaanse problemen wakkerden de crisis aan. In oktober 2008 kwamen de Europese leiders tot een gezamenlijk akkoord. Europese landen gaven hun eigen banken kapitaalinjecties en ze gaven garanties op bankleningen. De garantie op deposito’s (waaronder geld op betaalrekeningen en spaargeld) werd verhoogd naar 50.000 euro en in Nederland zelfs naar 100.000 euro. Banken die dreigden om te vallen, en daarmee het financiële stelsel te ontwrichten, werden door de staat genationaliseerd. In Nederland gebeurde dit bij Fortis/ABN AMRO. ING, Aegon en SNS kregen kapitaalinjecties van de Nederlandse overheid. Nadat de overheden hadden ingegrepen leek de rust langzaam terug te keren op de markten. Er was weer kapitaal beschikbaar en het consumentenvertrouwen steeg. Maar de crisis was nog niet over. (Rijksoverheid, 2012). 5.2 Eurocrisis Het ontstaan van de eurocrisis staat beschreven in het boek De Eurocrisis van Martin Visser. Martin Visser heeft dit boek geschreven als tussenstand, want de eurocrisis is nog niet afgelopen. Hij is nu vier jaar correspondent in Brussel voor het Financieele Dagblad. In zijn boek staat veel informatie die hij uit de eerste hand heeft van tobambtenaren en andere betrokkenen bij Europa. Daardoor kan hij een uitgebreider inzicht verschaffen in alles wat er in de achterkamertjes gebeurt. Andere journalisten en correspondenten hebben minder gemakkelijk toegang tot deze informatie. 5.2.1 Griekenland In het najaar van 2009 maakt Griekenland bekend dat het begrotingstekort van het land 23
twee keer zo hoog is als gedacht. Griekse ministers verbergen al jaren alle lijken in de kast en proberen een zo positief mogelijk beeld van de begroting te geven. Een beeld dat niet klopt. De nieuwe Griekse minister van Financiën kon het niet meer verhullen, zo schrijft Visser (2012): ‘Twee dagen voor de Griekse parlementsverkiezingen van 4 oktober waarschuwt de Nederlandse minister van Financiën Wouter Bos al dat sommige landen onrealistische bezuinigingsplannen in Brussel gepresenteerd hebben. Bos noemt Griekenland en Ierland als voorbeeld. Papaconstantinou weet dan ook al dat hij niet zo veel creativiteit en boekhoudtrucs nodig heeft om de overheidsbegroting er florissanter uit te laten zien. In politieke kring is namelijk allang bekend dat de cijfers niet kloppen. (...) Papaconstantinou laat onderzoeken hoe de overheidsfinanciën er werkelijk voorstaan. (...) Zonder precies te weten hoe hoog het tekort uitpakt, maakt Papaconstantinou een schatting. Hij denkt dat de begroting een gat heeft van ongeveer 10 procent, maar in interviews maakt hij de tegenvaller bewust iets groter. Zo zegt hij op 16 oktober in de Financial Times te rekenen op 12 procent. Hij hoopt dat het tekort later dan toch nog een beetje meevalt. (...) Uiteindelijk zal dit tekortcijfer oplopen tot bijna 16 procent.’ (p. 16 en 17) De fraude van Griekenland komt als een schok, zowel in de politiek als op de markt. De statistieken die Griekenland toegang hebben verschaft tot de euro blijken achteraf niet te kloppen. De fraude komt ook op een zeer ongelukkig moment, schrijft Visser (2012): ‘De recessie die de meeste economieën teisterde, werd bestreden met flinke overheidsinjecties. Daardoor staan bijna alle eurolanden er weinig florissant voor. De amper herstelde bankensector, de broze economie en de snel verslechterde overheidsfinanciën hebben beleggers heel voorzichtig gemaakt. Het ongelofelijke nieuws over grootschalige fraude doet die voorzichtigheid omslaan in onrust en gaandeweg in paniek.’ (p. 17 en 18) 5.2.2 Eerste eurotop Europese landen denken niet direct aan het steunen van Griekenland. De ministers van de eurolanden overwegen om een boete te geven, maar al snel blijkt dat dit weinig zin heeft. Griekenland moet ongekend veel gaan bezuinigigen en kan hier geen boete bij hebben. De omvang van de problemen is dan nog niet eens duidelijk. De eurolanden steggelen lang over een oplossing voor Griekenland. De kersverse EU-voorzitter Van Rompuy kondigt in frebruari 2010 een eurotop aan, waar de leiders tot overeenstemming moeten komen. Die top mislukte bijna, schrijft Martin Visser (2012): ‘Grote verwachtingen, maar Van Rompuy staat deze morgen met lege handen. Toppen beginnen doorgaans met nagenoeg uitonderhandelde teksten, maar de EU-voorzitter heeft op zijn eerste top nog niets. Een dag geleden belden de Franse president Nicolas Sarkozy en zijn Duitse collega Angela Merkel nog met elkaar. Ze hadden tot overeenstemming moeten komen over een gebaar naar de Grieken. Maar in dat gesprek blijkt dat Merkel helemaal niets wil.’ (p. 27) Uiteindelijk komen de regeringsleiders toch met een boodschap naar buiten, maar een oplossing is er nog niet. Met de compromistekst die vooral veel suggereert maar weinig concreets toezegt, heeft Van Rompuy tijd gekocht. En wat dat inhoudt? ‘Lidstaten van de eurozone zullen vastberaden en gecoördineerde actie ondernemen, indien nodig, om financiële stabiliteit van de eurozone als geheel te beschermen.’ (p. 31). Deze top is dan al tekenend voor het verdere verloop van de crisis. De Europese politiek komt alleen met fondsen over de brug als de nood echt aan de man is. Als de tijd niet dringt, proberen ze de markten tot bedaren te brengen via ‘management by speech’. In het gehele boek van Martin Visser komt dit terug. Het valt op dat er zeer veel partijen betrokken zijn bij beslissingen. Allemaal hebben ze andere belangen en standpunten. De regeringsleiders van de eurolanden moeten weliswaar de eurozone redden, maar tegelijkertijd aan de eurosceptische kiezers uitleggen waarom dat zoveel geld moet kosten. Ook de Europese Centrale Bank, de Europese Commissie, het IMF, andere EU-landen, de Verenigde Staten en de Duitse Bundestag hebben een grote rol in de onderhandelingen. Vaak, misschien wel altijd, wordt er na veel overleggen een compromis gesloten. Dat zijn dan tussenoplossingen, waarbij ze iedereen een beetje tegemoet komen. De markt merkt dat ook, het zijn steeds halve oplossingen of manieren om tijd te rekken. De ene eurotop volgt op de andere. 5.2.3 Noodfonds In mei 2010 bereiken de Europese ministers van financiën een akkoord over een noodfonds 24
tot 750 miljard euro voor noodlijdende landen. In juni bleek echter dat het noodfonds veel kleiner was dan gedacht doordat de randvoorwaarden die de politici aan het noodfonds hebben gesteld ervoor zorgen dat een groot deel van het geld opgaat aan kasreserves en buffers. Er blijft 250 miljard euro over. De regeringsleiders komen weer bij elkaar, maar ondanks de oproep van de ECB verhogen ze het noodfonds niet. Merkel en Sarkozy sluiten heimelijk een deal, waarin Merkel afziet van een strenger begrotingsdiscipline en waarin Sarkozy instemt met een bijdrage van de banken aan de noodleningen. Dat zorgt voor veel woede binnen de EU. Merkel en Sarkozy zijn de twee machtigste regeringsleiders, maar dat betekent niet dat ze dit met zijn tweeën mogen bekokstoven. Zowel Duitsland als Frankrijk laten standpunten varen, waardoor de landen waarmee ze samen streden buiten spel staan, schrijft Visser (2012): ‘De verklaring van Merkel en Sarkozy slaat in als een bom, zeker bij de meer conservatieve partijen zoals Nederland, Finland, Oostenrijk en de Europese Centrale Bank. Zij moeten met lede ogen toezien hoe het Zuid-Europese kamp nu ineens ruime meerderheid heeft door de support van Duitsland.’ (p. 88) De regeringsleiders zijn dus nog steeds compromissen aan het sluiten en botsen over elk onderwerp. Veel beslissingen worden in de achterkamertjes genomen. De belangrijkste spelers van het spel bereiken een overeenkomst en de overgebleven spelers hebben het nakijken. De deal van Merkel en Sarkozy wordt gezien als een politieke coupe. Het maakt de sfeer er niet beter op. 5.2.4 Ierland en Portugal Ondertussen heeft in december 2010 ook Ierland eindelijk om steun van het noodfonds gevraagd. Het ging al langer niet goed met de overheidsfinanciën, maar ‘premier Brian Cowen is ongekend impopulair en aarzelt dan ook om zich over te geven aan de tucht van de Amerikanen van het IMF’, schrijft Visser, p. 97 (2012). Uiteindelijk gaat Cowen toch overstag. De rente op de staatsobligaties stond ruim boven de 7 procent en door alle onzekerheid blijven de markten grillig en zenuwachtig. Cowen kon niet anders. Nu Ierland de steun van 67,5 miljard euro heeft geaccepteerd, wordt de druk op Portugal extra verhoogd. In elke vergadering wordt de Portugese minister gevraagd wanneer hij nu eens steun gaat aanvragen. Ook Portugal zit steeds meer in zwaar weer en dat wordt versterkt door de paniek op de beurzen. In april 2011 vraagt ook de Portugese regering om steun. Door de politieke aanpak van Griekenland hebben de markten het vertrouwen in de Europese politiek verloren. Om die reden worden de begrotingen en schulden van alle landen steeds meer onder de loep genomen en lijkt er steeds weer een ander land het slachtoffer. Maar de financiën zijn nooit echt op orde geweest. Toen de eurolanden overgingen op hun nieuwe munt is er om politieke redenen gekeken welk land bij de muntunie moest gaan horen. Te weinig is er gekeken naar de mate waarin de economiën gelijk zijn aan elkaar. De begrotingstekorten zijn wel bekeken, maar het totaal aan staatsschuld is over het hoofd gezien. Door de invoering van de euro dachten de markten onterecht dat alle landen gelijk waren aan elkaar en één economie zouden vormen. Daardoor kregen alle eurolanden dezelfde lage rente en konden de Zuid-Europese landen veel makkelijk geld lenen dan hiervoor ooit het geval is geweest. Zo konden ze de gaten in hun begrotingen vullen met geld uit leningen, terwijl hun staatsschuld opliep. 5.2.5 Verhoging noodfonds In februari 2011 kwamen de regeringsleiders weer bijeen om over het noodfonds te praten. Om de markten te kalmeren moest dat noodfonds veel groter worden dan die 250 miljard euro. Bovendien kwamen steeds meer landen in de problemen, dus moesten ze ook wat achter de hand hebben. De ministers van financiën worden het eens over een permanent noodfonds van 500 miljard euro. Door zijn permanente vorm gaat het hier ook echt om 500 miljard euro en niet om minder. Het vorige noodfonds had een tijdelijk karakter en had daarom meer buffers en kasreserves nodig. Het kapitaal wordt niet in één keer in het fonds gestort, maar in fasen. Het wordt een typisch Europees compromis, want Merkel wilde niet dat het in één keer gestort zou worden. Dat lag gevoelig en ze had te maken met deelstaatverkiezingen die ze door moest komen. In mei 2011 komen er berichten binnen dat de situatie in Griekenland onhoudbaar is. Er wordt in het geheim overlegd, maar uiteindelijk wachten de regeringsleiders de uitkomsten van de inspectie van het IMF af. Die wordt tussendoor afgebroken omdat de Griekse regering eerst nieuwe bezuinigingen moet aankondigen. De regeringsleiders weten dan al dat er opnieuw moet worden ingegrepen. In 25
juni wordt de inspectie in Athene afgerond en besluiten de ministers van Financiën dat alle eurolanden nu geld moeten storten in het permanenente noodfonds. Dat zou gaan om 440 miljard euro. Ook spreken de ministers van Financiën af dat de bijdrage van banken aan het noodfonds vrijwillig moet zijn, maar wel substantieel. Begin juli wordt de eerste tranche aan hulp van het permanente noodfonds aan de Grieken overgemaakt: 12 miljard euro. 5.2.6 Mislukte top Op 21 juli is er een crisistop in Brussel over de redding van Griekenland. Er wordt 109 miljard euro aan Griekenland geleend door de andere eurolanden en private bijdrage komt uit op 106 miljard euro. Ten minste zo lijkt het. Als je goed kijkt zie je dat de bijdrage van de banken weliswaar 106 miljard euro bedraagt, maar dat het neerkomt op bijvoorbeeld het inwisselen van Griekse staatsobligaties voor nieuwe staatsleningen. Op die manier is de Griekse regering verzekerd van een financiëring tot 2020. De staatsleningen die de beleggers en banken in ruil voor de obligaties terugkrijgen worden gegarandeerd. Maar de banken moeten wel een lagere rente en een lagere waarde accepteren. Na een ingewikkeld rekensommetje (Visser, p. 147) is te lezen dat de banken uiteindelijk niet 106 miljard euro maar 26,1 miljard euro verliezen. Ook de beleggers komen erachter dat deze deal niet klopt en weinig inhoudt. Het zorgt voor paniek op de financiële markten. De crisistop heeft ervoor gezorgd dat beleggers nog ongeruster zijn dan ervoor. 5.2.7 Europese Centrale Bank Tijdens deze eurocrisis overschrijdt de ECB haar eigen grenzen. Eerder kocht de centrale bank al staatsobligaties op van Griekenland, Ierland en Portugal. Op die manier konden de landen hun obligaties kwijt en zo toch nog aan een financiëring komen. Op de markt lag de obligatiehandel stil. Nu dreigt dat ook te gebeuren bij Spanje en Italië. De ECB is eigenlijk tegen het opkopen van staatsobligaties. Het is een tussenoplossing en de bankiers vinden het te makkelijk. Als de ECB dat doet dan geeft dat de Europese politici nog meer ruimte en tijd voordat ze echt met een oplossing moeten komen. Bovendien zadelt het de bank op met grote risico’s. Maar na de paniek na de top van 21 juli is de ECB de enige partij die nog in kan grijpen. De centrale bankiers overleggen meerdere keren, maar komen niet tot overeenstemming. Onder meer de Duitse en Nederlandse centrale bankiers passen ervoor om Berlusconi weer wat ruimte te geven, zonder dat er iets voor terug komt. Uiteindelijk kopen ze wel Iers en Portugees staatspapier op, maar nog geen Spaans en Italiaans papier. De president,Trichet, schrijft Berlusconi een brief waarin staat dat hij eerst moet bezuinigen en hervormen. Trichet heeft zelfs een lijst bijgevoegd van welke maatregelen hij moet gaan nemen. Het is uitzonderlijk dat de Europese Centrale Bank zich bemoeit met de politiek. De bank heeft zo het lot van Berlusconi in handen, schrijft Visser (2012): ‘Als hij in de dagen nadat de centrale bank begint met het opkopen van Italiaanse staatsobligaties een keer zijn bezuinigingsplannen af lijkt te zwakken, stopt de ECB onmiddelijk met de koop va de staatsleningen. Prompt schiet de Italiaanse rente omhoog en moet Berlusconi weer inbinden.’ (p. 151 en 152) 5.2.8 Onderpand Door de interventie van de ECB is even alle druk weggevallen voor de politiek om snel te handelen. De boel wordt weer opgeschud als blijkt dat Finland op de top van 21 juli heeft bedongen dat ze een onderpand zouden krijgen van de Griekse regering, in ruil voor staatssteun. In meerdere Europese landen, waaronder Nederland, ontploffen parlementariërs direct als ze het horen. Ze willen weten waarom hun regering dat niet ook heeft geregeld. Als Rutte in Nederland ter verantwoording wordt geroepen dan zegt hij dat Nederland ook een onderpand zal eisen als de Finnen dat krijgen. Uiteindelijk loopt het in Nederland met een sisser af. Ze zien in dat niet alle landen een onderpand kunnen krijgen, maar willen niet worden achtergesteld. Het kabinet zegt dat het onderpand slecht is, maar dat Nederland het ook claimt als Finland het krijgt. In Brussel wordt er verder onderhandeld over het onderpand met Finland. Ten slotte rolt er een heel ingewikkelde en dure regeling uit voor Finland, waardoor Nederland ervan overtuigd is dat ze dat toch niet willen. Eind oktober is het tot de Europese politici doorgedrongen dat er wat moet gebeuren. Ze moeten met een verbeterde versie van het akkoord van 21 juli komen. Bovendien concludeerde het IMF in augustus al dat Griekenland opnieuw enorme achterstanden heeft opgebouwd. Er is minder bezuinigd dan afgesproken en het land is nog steeds corrupt. Een serie aan toppen en subtoppen volgt, tussen topambtenaren, ministers van Financiën, ministers van Europa, alle EU-lidstaten en de eurolanden afzonderlijk. Op 26 oktober 2011 moeten de knopen worden doorgehakt. Er wordt besloten dat banken en verzekeraars nu echt gaan bijdragen 26
aan de Griekse schuldverlichting. De private schuld moet gehalveerd worden, ze moeten 50 procent afboeken. Het noodfonds wordt opgekrikt tot 1.000 miljard euro. 5.2.9 Referendum Drie dagen na het akkoord kondigt de Griekse premier Papandreou aan een referendum te willen houden over het noodfonds. Het zou neerkomen op een referendum over de euro, wel of niet. De eurolanden zijn laaiend dat Papandreou ze dit flikt nadat de eurolanden zoveel doen om Griekenland te helpen. De financiële markten zijn in paniek en de regeringsleiders oefenen grote druk uit op de Griekse premier. Uiteindelijk bindt de premier in, waardoor zijn regering in crisis is. Op 6 november is er een akkoord over een interim-regering tot aan de nieuwe verkiezingen. Ook in Italië rollen er koppen. Op 4 november maakte het IMF bekend dat ze Italië onder curatele stellen. Vier dagen later kondigt premier Berlusconi zijn vertrek aan. In Italië wordt snel hierna een zakenkabinet gevormd dat Italië door de crisis moet leiden. Eind november spreken Merkel en Sarkozy voor het eerst openlijk over een begrotingsunie. Er moeten strengere begrotingsregels komen in een nieuw pact. Alleen de Britten liggen dwars. Op 9 december besluiten de EU-leiders uiteindelijk dat het nieuwe pact er toch komt, dan maar zonder de Britten. Later zal blijken dat ook Tsjechië niet meedoet aan het nieuwe pact. Met het nieuwe pact hopen de EU-landen aan de financiële markten te laten zien dat het ze menens is. Maar de onrust is nog niet over. 5.2.10 Het is nog niet over Ierland lijkt langzaam weer op te krabbelen, maar het rommelt nog steeds in Griekenland, Spanje, Portugal en Italië. Er heerst in heel Europa paniek als de begrotingen voor 2013 voor 1 mei moeten worden ingeleverd. Veel landen zitten boven de 3 procent begrotingstekort, maar vinden toch dat ze niet alleen maar moeten snijden, maar ook moeten hervormen. Ze willen dan liever langer boven die 3 procent zitten dan dat ze het land naar eigen zeggen kapot bezuinigen. In Nederland viel het kabinet, omdat de partijen het niet eens konden worden over de bezuinigingen. Hier moest binnen één week een meerderheid worden gevonden in de Kamer dat instemt met een begroting. Nederland kwam uiteindelijk op het nippertje uit op die 3 procent begrotingstekort in 2013. Maar de discussie over bezuinigen of hervormen is losgebarsten. In Frankrijk heeft president Sarkozy de verkiezingen verloren van de socialistische Hollande, die alleen maar wil hervormen en investeren. In Griekenland onstaat protest tegen de bezuinigingen. Zij vinden het teveel en klagen dat andere landen wel kiezen voor hervormingen. Tijdens de verkiezingen in mei kwam een radicaal linkse partij als grootste uit de bus en het lukte die partij niet om een coalitie te smeden. Het is pro-Europa tegenover anti-Europa en verschillen worden uitvergroot. Snel kwamen er nieuwe verkiezingen, met een minder extreme uitslag tot gevolg. Maar het sentiment onder de Grieken blijft hetzelfde en wordt misschien wel erger. De Griekse staatsobligaties zakken steeds meer en de Griekse banken, die veel van het staatspapier bezitten, komen in problemen. Griekse burgers vertrouwen het niet meer en halen hun spaargeld weg. De Europese Centrale Bank steunt deze banken, maar wil niet langer gaten vullen die worden veroorzaakt door weggehaald spaargeld. De geruchten over een Grieks exit uit de euro klinken steeds luider. Spanje en Italië komen steeds meer in de problemen door de hoge rente op tienjaars leningen. De staatsobligaties worden tegen zulke hoge rentes, en dus zulke hoge kosten, op de markt verkocht dat het voor de landen bijna niet meer mogelijk is om kapitaal op te halen. En naast de hoge rente, zijn er ook steeds minder kopers van staatsobligaties actief. Daardoor wordt het steeds lastiger voor Spanje en Italië om aan geld te komen En zonder geld kunnen de landen ook geen lopende schulden en rekeningen betalen, laat staan investeren. Die tienjaarsleningen hebben zo’n hoge rente doordat het vertrouwen van de markt in de Spaanse en Italiaanse economiën extreem laag is. Er is geen vertrouwen dat de landen het geld zonder problemen terugbetalen. Vooral de rente van Spanje kwam soms gevaarlijk hoog uit. Al meerdere keren klom de rente boven de 6 procent en volgens economen is het boven dat percentage een onhoudbare situatie. De Spaanse banken hebben veel Spaanse staatsobligaties, maar die zijn flink in waarde gedaald, waardoor ze verlies lijden. Ook heeft de Spaanse bankensector te maken met de uiteengespatte vastgoedsector en de zeer hoge werkloosheid in het land. Meerdere banken zijn in problemen gekomen en hebben om kapitaalinjecties gevraagd. De ministers van Financiën van de eurolanden spraken af dat Spanje maximaal 100 miljard euro kan krijgen uit de Europese noodfondsen. De steun gaat niet naar de Spaanse overheid, maar naar een fonds voor de Spaanse banken. Dat verdeelt de financiële middelen over de noodlijdende banken. De Spaanse regering is echter wel volledig verantwoordelijk voor de financiële steun. Eind 27
juli 2012 ging de eerste tranche met 30 miljard euro aan steun richting Spanje. In ruil voor de steun moet Spanje hervormingen doorvoeren en bezuinigen. (Europa Nu, 2012) Eind juni werd tot nu toe de laatste grote eurotop gehouden. In deze top werd het masterplan van Van Rompuy, de voorzitter van de EU, besproken. Herman van Rompuy stelt daarin voor dat Brussel in de toekomst meer te zeggen moet hebben over de Europese banken en de budgetten van de eurolanden en dat er een Europese minister van Financiën komt. Ook wil de voorzitter dat het noodfonds ESM een achtervang wordt voor de bancaire sector. Het ESM moet ingezet worden als een bank failliet gaat of als spaarders hun geld terug moeten krijgen. Van Rompuy pleit voor een Europees garantiestelsel voor spaarders en voor een fonds waar banken uit kunnen putten als ze in de problemen zitten. Vooral op dat garantiestelsel en het fonds krijgt Van Rompuy veel kritiek tijdens de top. Nederland en Duitsland krijgen door de plannen het gevoel dat zij nog meer moeten inleveren om de ZuidEuropese landen te helpen. In het masterplan kaart Herman van Rompuy ook een bankenunie aan, maar deze plannen had hij nog niet erg uitgewerkt. Daardoor konden de lidstaten alleen instemmen met een concepttekst en kan het uiteindelijke plan nog verschillende kanten opgaan. Een laatste punt uit het plan was het uitgeven van eurobonds, in beperkte vorm. Een idee waar onder meer Duitsland fel tegen is. Over het algemeen zorgde het masterplan van Herman van Rompuy voor wisselende reacties, want de landen waren het niet met elkaar eens. Toch werd de uitkomst van de top goed ontvangen op de Europese beurzen. (BNR, juni 2012) De crisis in Europa is veel meer een politieke crisis of een landencrisis dan een economische. Doordat er niet goed is nagedacht over risico’s en gevolgen bij het oprichten van de muntunie en door traag en slap handelen ging de crisis van kwaad tot erger. De langzame politiek en de flauwe maatregelen leiden tot een viceuze cirkel, zoals staat samengevat in onderstaande afbeelding.
(Bron: Welingelichte Kringen, 2012) Volgens Visser (2012) wordt het tijd dat de politici duidelijkheid verschaffen over de euro: ‘De regeringen van de eurolanden moeten een simpele keus maken: voor of tegen de euro. En hebben ze die keus eenmaal gemaakt, dan moeten ze alle consequenties nemen die daarbij horen, ook de minder plezierige. Die keus moeten ze verdedigen in hun parlementen. Dus geen halve compromissen meer, geen tussentoppen, geen halfslachtige uitwerkingen van goede akkoorden. Geen mitsen, geen maren. Als dat allemaal te ver gaat, concludeert de buitenstaander maar één ding: deze politicus wil niet voluit voor de euro gaan.(...) Na een decennium van louter profijt van de euro is dit het moment van de waarheid. Natuurlijk, het europroject zit vol weeffouten en die vergen vooral grote aanpassingen van zwakke landen, Maar dat is een kwestie van lange adem. Eerst moet het 28
project gered worden. En daarvoor is heel wat meer inzet en moed nodig dan tot nu toe getoond.’ (p. 223 en 224) 5.3 Berichtgeving media Dat de media veel hebben bericht over de eurocrisis staat buiten kijf. Elke dag haalt deze crisis de voorpagina’s van onze kranten en de openingen van onze journaals. De crisis heeft invloed op alles en iedereen, dus het is logisch dat er veel aandacht aan wordt besteed. Bovendien is het meer dan eens zeer spannend geweest, bijvoorbeeld de momenten dat iedereen wachtte op de uitkomst van een top die de escalatie van de crisis moest tegenhouden. Er zijn tot nu toe twee onderwerpen geweest waar de media echt op zijn gedoken: Griekenland en de Europese toppen die de crisis moesten bezweren. In Griekenland werd het heel snel heel spannend en bleek de situatie elke opeenvolgende dag nog nijpender te zijn dan verwacht. Dat is ook te lezen in de chronologische samenvatting van de eurocrisis in paragraaf 5.2. Het ‘bedrog’ van Griekenland was zeker aan het begin van de eurocrisis reden om het land als schuldige aan te wijzen. Soms gingen de media hier ook in mee. Media hebben bericht over ‘luie Grieken’ die al op heel vroege leeftijd met pensioen gaan en daar ook nog tegen protesteren. Wie de feiten erop naslaat komt erachter dat het genuanceerder ligt. (Coolpolitics, 2012). Het staat vast dat de media in ieder geval veel hebben bericht over de situatie in Griekenland. Elk medium stuurde er een correspondent of verslaggever heen om de situatie daar waar te nemen. Het leek een beetje op ramptoerisme, verslag doen van een land dat boven de afgrond bungelt. Maar juist om die reden was de aandacht ook terecht. Er stond voor Griekenland en voor elke Europeaan erg veel op het spel. De uitgebreide aandacht voor de ‘toppen der toppen’ is BNR’s Europacorrespondent Stefan de Vries minder terecht: ‘Het is een hype, doordat bepaalde media een top behoorlijk oppompen, terwijl de uitkomsten er nog niet zijn. Ik probeer dat altijd te downplayen, want op zo’n top wordt niks besloten. Ze zetten er algemene richtlijnen uit en de invulling wordt gedaan door ministers en topambtenaren. Zo’n top en de hele crisis is pure hysterie.’ Universitair docent journalistiek Peter Vasterman is het met De Vries eens dat het hyperig is geweest: ‘Er werd telkens naar een soort climax toegewerkt die dan weer over ging. Ik had af en toe sterk de indruk dat je overal kon lezen dat de EU nu toch de definitieve maatregel moest nemen omdat het anders mis ging en dat werd dan eindeloos herhaald. Dat is een soort eenzijdige berichtgeving in een complexe situatie. Media doen dat omdat het makkelijk is. Herhalen dat er nu echt wat moet gebeuren, politici doen niks, enzovoorts. Daarmee geef je toch een simplistisch beeld. Af en toe was het hyperig, het was een echo in de media. Allemaal hadden ze dezelfde kreten: ‘nog meer geld, nog meer ingrijpen, als er nu niks gebeurt dan valt Europa uit elkaar’. Dat wordt een soort mantra. Af en toe kreeg je wel het gevoel van paniekzaaierij. Ik weet nog dat er een dag zou zijn dat Nederland zou worden afgewaardeerd door een kredietbeoordelaar. Daar werd dan naartoe gewerkt alsof het de dag des oordeels was, het werd een soort rampenverslaggeving.’ ‘Actiejournalistiek sluipt er snel in bij media’, zegt de hoofdredacteur van BNR Paul van Gessel (De Waan van de Dag, 2012). ‘Dat is gevaarlijk, want de crisis gaat over vertrouwen. Mensen moeten de complexe crisis kunnen en willen begrijpen om dat vertrouwen te krijgen, maar media zijn te makkelijk. Berlusconi wordt naar voren geschoven als het grote kwaad van Italië, maar als hij weg is dan is niet alles opgelost. De structuren moeten anders en daar hoor je weinig over. Media leggen de focus op politiek, terwijl het financiële spel veel belangrijker is.’ Vasterman legt uit waarom de media dan op deze manier berichten: ‘Het hoort bij het tempo van de media en de nieuwsselectie. Het is voor media veel lastiger om een hele ontwikkeling in kaart te brengen dan om het per dag te vertellen, want dat laatste past meer in het ritme van media. Tijdens de eurocrisis heb je gemerkt dat het al spannend is en als je het dan ook nog verpakt in het ritme van de media dan leest het als een soort thriller.’ Volgens financieel geograaf Ewald Engelen hebben journalisten niet genoeg kennis. ‘De afgelopen tien jaar is er in Nederland veel aandacht geweest voor onderwerpen rond de multiculturele samenleving, de islam, terrorisme en cultuur. Redacties hebben dan ook in die specialisaties geïnvesteerd en niet in economische redacties. Dat heeft ook alles te maken met de verdienmodellen van media. Economisch nieuws werd overal als saai beschouwd.’ (De Waan van de Dag, 2012) .BNR’s Paul van Gessel zegt in De Waan van de Dag: 29
‘Economie en Europa waren altijd dooddoeners, als het journaal het over Europa ging hebben dan werd er weggezapt. De media hebben de specialisten nu dus niet meer in huis.’ Het vele berichten van de media over de eurocrisis heeft een keerzijde. Media worden er soms van beschuldigd de crisis aan te wakkeren of te verergeren. De voormalige Spaanse premier Zapatero beschuldigde Engelstalige media in 2010 van het bewust ondermijnen van de Spaanse economie en de euro. De Spaanse inlichtingendiensten begonnen zelfs aan een onderzoek naar het bewust opstoken van de crisis door de media, daarbij aangestuurd door de markten. (Der Spiegel, 2010). Ook veel burgers denken dat de media de crisis alleen maar verergeren. Politiek verslaggever van RTL Nieuws Frits Wester heeft er aandacht aan besteed in een weblog, na aanhoudende vragen van kijkers. Zijn conclusie was dat de media veel invloed hebben, maar nieuws is nieuws. (Vraag het Frits, 2012). Op een faculteitslezing van de Faculteit der Sociale Wetenschappen aan de Vrije Universiteit gingen hoogleraren en deskundigen met studenten in debat over de stelling: ‘De media hebben de europese crisis gecreëerd’. De studenten waren het na het horen van de standpunten van de deskundigen eens dat de crisis niet door de media is gecreëerd, maar door de politiek. Maar iets genuanceerder: de studenten waren het er wel over eens dat de media de eurocrisis hebben geïntensiveerd. (VU, Faculteit der Sociale Wetenschappen, 2012) Oud-Robeco-topman Jaap van Duijn betoogt in een opiniërend artikel juist het tegenovergestelde. De media zijn volgens hem niet te negatief, maar te goedgelovig: ‘Zelf vind ik eerder het probleem van de journalistiek dat er te veel ‘goed’ nieuws wordt uitvergroot. De internetzeepbel spatte pas uiteen na jarenlange juichverhalen over de ‘nieuwe economie’. (...)Terug naar de hamvraag, maken de media de crisis erger? Ik denk dat in dit geval de media juist nog te traag en te terughoudend waren. President Nout Wellink waarschuwde al ruim een jaar geleden dat de problemen in de financiële sector onvermijdelijk onze reële economie zouden raken. Dat nieuws werd gebracht, maar niet bepaald overdreven. Minister Bos kwam drie kwartalen later nog gemakkelijk weg met zijn feestbegroting.’ (De Nieuwe Reporter, 2009) Peter Vasterman denkt niet dat je in kan schatten of de media de crisis veroorzaken: ‘Media veroorzaken de crisis denk ik niet, maar dat vind ik erg moeilijk te zeggen in deze keten van oorzaak en gevolg. Media hebben natuurlijk wel invloed, dat kan je niet ontkennen.’ Volgens Peter Vasterman was de aandacht van media voor de eurocrisis over het algemeen terecht. Niemand had kunnen voorspellen hoe de crisis zou lopen: ‘Ik denk dat veel media ervan uit gingen dat er redelijk snel een akkoord zou liggen om te komen tot oplossingen. Dat ging dus heel lang duren en dat kan je niet voorzien. Het is denk ik heel terecht dat media hier veel aandacht aan besteed hebben. De aandacht voor Griekenland was ook terecht, want het heeft sterk bijgedragen aan de crisissituatie.’ Vasterman benadrukt dat het lastig is voor media om de aandacht van de luisteraar, kijker of lezer vast te houden, omdat het zo’n langlopend dossier is. Dan is het logisch dat er pieken en dalen zijn in de aandacht voor de eurocrisis. ‘Je kunt moeilijk zo’n spanningsboog bij mensen vasthouden, mensen worden natuurlijk ook crisismoe. Mensen die crisismoe zijn willen volgens mij alleen maar de updates horen, of er nu echt iets anders is. Ze willen niet steeds het hele lange verhaal horen dat ze al kennen.’ Meer over crisismoeheid in hoofdstukken 6 en 7, waar BNR en concurrerende media vertellen hoe zij hier mee omgaan.
30
6. BNR en de eurocrisis De eurocrisis is voor BNR Nieuwsradio misschien wel het belangrijkste dossier van de afgelopen paar jaar. Eén van de hoofdpijlers van BNR is economie, waardoor het logisch is dat de zender aandacht besteedt aan de eurocrisis. Maar daarnaast was het ook ontzettend spannend om te volgen en was de politieke invalshoek net zo interessant. In dit hoofdstuk leest u hoe BNR heeft bericht over de eurocrisis en hoe zij hier zelf op terugkijken. 6.1 Berichtgeving Het feit dat BNR Nieuwsradio veel aandacht heeft besteed aan de eurocrisis wordt door de hele redactie gezien als terecht. Dat komt omdat één van de speerpunten van BNR economie is. Hoofdredacteur Paul van Gessel vindt dat volstrekt logisch: ‘Wij focussen ons op de economische mens, want de economie is de basis van ons bestaan, dat wist Karl Marx ons al te vertellen. Alles is economie: je baan, je huishoudboekje, je huis, je beroep... We hebben niet teveel aandacht aan de eurocrisis besteed, de aandacht was terecht.’ ‘De eurocrisis is de basis van de berichtgeving van BNR, de afkorting van onze naam staat nog steeds voor Business Nieuws Radio’, zegt ook eindredacteur Arjan Meesterburrie. Chef redactie Connie de Jonge noemt BNR pro-Europa: ‘Het is belangrijk voor BNR om aandacht te besteden aan de eurocrisis. BNR is kritisch, maar we zijn internationaal georiënteerd en we zijn pro-Europa. Los van de crisis zouden we ook veel met Europa doen, want we zijn geen navelstaarders.’ Bernard Hammelburg: ‘Je ontkomt er bijna niet aan, omdat het iedereen raakt. Nieuws wordt groter naarmate het dichter bij je komt. Eén van de grootste drama’s in de moderne tijd, Darfur, zie je wegebben, want we hebben er minder mee te maken. De eurocrisis is recht in je mik, het gaat over jou en mij.’ ‘De crisis is voor BNR ‘the big thing’, ik denk dat we daar ook de komende decennia nog wel mee bezig zijn’, zegt beurscommentator Rob Jansen. 6.2 Toon en vorm Bij crisisberichtgeving over een langdurig dossier is het belangrijk om de luisteraar erbij te houden en daarbij te letten op de toon en vorm waarin het nieuws steeds weer gebracht wordt. Presentatrice Petra Grijzen zegt dat ze altijd goed nadenkt over de manier waarop ze het nieuws over de eurocrisis brengt: ‘Ik hoop dat mijn toon vrolijk is, je moet ook even een kwinkslag kunnen maken. Ook al is het allemaal ‘doom en gloom’, er moet ook een sprankeling in zitten. Het is allemaal onderdeel van de sfeer die je wil neerzetten. Ik wil urgentie uitstralen, dat mensen denken: als ik iets wil weten dan moet ik naar BNR luisteren.’ Paul van Gessel vertelt dat BNR zich altijd heel bewust is van de toon waarop ze het nieuws brengen: ‘We brengen geen positief en negatief nieuws, maar we brengen feiten. In je toon moet je erop letten dat je niet te positief of negatief wordt. Cynisme vind ik echt heel slecht, daar moeten we geen tekenen van vertonen. Je moet het gewoon vertellen zoals het is.’ Schut waakt ervoor om grote woorden te gebruiken bij het nieuws. ‘In een beginsituatie van groot nieuws, zoals de val van het kabinet, is alles heel spannend. Dan merk je dat iedereen weet dat dit heel slecht nieuws is en dat toch iedereen het wil weten. Op een gegeven moment is die spanning voorbij en is er inflatie. Voorbeeld: de vele toppen der toppen in Europa. Na drie toppen der toppen ga je het gewoon weer een top noemen, omdat de luisteraar je anders ook niet meer serieus neemt. Als het echt erg is mag je zakelijk zijn en lachen mag altijd op de zender, wat er ook gebeurt.’ Daar is Meesterburrie het mee eens: ‘We hoeven geen roze bril op te zetten, maar je moet altijd relativeren en je gaat op zoek naar oplossingen of constructieve meedenkers. We zullen nooit blijven hangen in: ‘het is kut, blijft kut en zal altijd kut blijven.’ Connie de Jonge: ‘Ik vind flauwekul op zijn tijd ook heel belangrijk. Je moet even kunnen lachen, voor de balans, anders is het niet om door te komen. Ik zit af en toe echt keihard te lachen in de auto.’ FD-correspondent Martin Visser is ook regelmatig op BNR te horen: ‘Wat ik probeer is het enthousiast of met humor te vertellen. Daar ben ik me van bewust, dat je heel anders naar de radio luistert dan dat je de krant leest. Op de radio hoor je een persoon die jou het verhaal vertelt en dat is heel persoonlijk.’ 6.3 Inhoud Eindredacteur Arjan Meesterburrie maakt dagelijks inhoudelijke keuzes. Hij wijst erop dat je goed moet letten op wat je wel en wat je niet brengt. ‘Je moet kijken of het mensen raakt, of de markt erop reageert, of het gevolgen heeft. Weer zomaar weer een meninkje is niet interessant. Je moet je afvragen: wat gaan we nú vertellen over de eurocrisis, en dat gebruiken als kapstok voor het grote verhaal. Houd het concreet, dan verzuip je niet in de 31
grote chaos van de crisis.’ Van Gessel benadrukt dat BNR op zoek gaat naar het andere, positieve verhaal: ‘We gaan ook op zoek naar dat verhaal van de winnaar. Dat kan je naïef noemen, jammer dan. De economie bestaat uit winnaars en verliezers. De puinhopen kunnen nog zo groot zijn, het is de ideale biotoop voor nieuwe bloempjes om te gaan groeien. Ik denk dat de BNR-luisteraars dat ook willen horen.’ Meindert Schut denkt dat de luisteraars willen horen hoe het echt is. ‘Je merkt wel wat van de recessie, maar je moet alles in perspectief plaatsen. Je moet er wel voor waken dat je niet teveel in de positiviteitsmodus gaat zitten. Als er slechte cijfers over de economie zijn dan moet je eerst even stil staan bij die cijfers en daarna pas kijken naar het andere verhaal. Die balans is heel belangrijk.’ Als je de hele dag aan het wachten bent op een uitkomst van een eurotop dan is het best lastig om een verhaal neer te zetten. Tegelijkertijd wil je er wel aandacht aan besteden. Arjan Meesterburrie legt uit wat hij dan doet: ‘Een dichte deur is inhoudelijk niet interessant. Je kan wel vooruitblikken met economen en politici en vragen waarom deze top belangrijk is, waar de markt op zit te wachten, wat een belangrijke politieke partij wil dat er minimaal uit komt, enzovoorts. Dan maak je het concreet: wat is er nu voor jullie van belang of wat moet er gebeuren zodat de rente niet verder oploopt. Dan is het bijna geen vooruitblikken meer, maar ga je er heel goed inhoudelijk op in. Ik denk wel dat we soms zijn doorgeslagen met de toppen’, zegt eindredacteur Meesterburrie. ‘Er waren soms nieuwsluwe periodes, terwijl we wel allemaal uitkeken naar de nieuwe top. Dan ga je heel veel vooruitblikken, maar als er niks te melden is, dan is dat soms teveel. Ook hebben we wel eens een uur een gast in de studio, bijvoorbeeld een econoom, terwijl er weinig nieuws is. Dan ga je op zoek naar nieuws over de eurocrisis en dat kan soms ook minder relevant zijn.’ Petra Grijzen is bang dat BNR juist wel eens zaken heeft gemist. ‘We hebben natuurlijk alles op het moment zelf verslagen. We hebben de crisis niet zien aankomen. Ik vraag me af of we meer voorop hadden moeten lopen, of er geen alarmbellen hadden moeten rinkelen. Ik denk dat we er afgelopen jaar bovenop zaten, maar tegelijkertijd vroeg ik me af of we niks misten. Er gebeurde zoveel tegelijk, ik heb vaak het gevoel gehad dat we dingen misschien over het hoofd zagen. Wat er precies aan de hand was, was niet altijd even grijpbaar.’ Bij de berichtgeving over zo’n groot, complex dossier is het van belang dat de luisteraars nog wel begrijpen waar het over gaat. Bernard Hammelburg: ‘Het is de taak van de journalist om iets te demystificeren. Heel veel dingen schijnen heel ingewikkeld te zijn, maar als je er de goede analisten en commentatoren bij haalt die de Nederlandse taal goed beheersen, dan blijkt het helemaal niet ingewikkeld te zijn. De crisis is een dankbaar onderwerp omdat je het juist zo dichtbij kan houden.’ Stefan de Vries vindt dat BNR het aardig heeft gedaan: ‘Ik denk dat we meer dingen hadden kunnen doen, zoals meer reisjes maken en meer naar de frontlinie. Maar al met al hebben we het best goed gedaan, denk ik. Soms hadden we wel politici of deskundigen in de uitzending die zelfgenoegzame geluiden lieten horen. Toen heerste die Nederlandse arrogantie nog, alsof hier alles goed gaat. Dat valt BNR misschien wel te verwijten.’ FDcorrespondent Martin Visser heeft in tegenstelling tot Stefan de Vries Brussel als vaste verblijfplaats. Hij heeft kritiek op BNR vanwege deze keuze: Wat ik heel raar vind, dat heb ik vaak aangekaart, is dat zij hier niet zelf een verslaggever op hebben gezet. Ze hebben Stefan de Vries, maar hij komt vooral over voor toppen en voor zijn Europashow één keer in de week, want hij woont in Parijs. Inhoudelijk gezien begrijp ik niet dat ze dit doen. Ik vind het een gemiste kans voor BNR.’ Meindert Schut denkt dat BNR beter over de eurocrisis heeft bericht dan andere media: ‘We hebben veel kennis in huis en om ons heen. Daarom zijn wij denk ik gezaghebbend en toonaangevend op dit onderwerp in vergelijking met andere media.’ Meesterburrie ziet net als Meindert Schut dat BNR het soms beter heeft gedaan dan andere media: ‘Bij die eurotoppen gaan we bewust om met wat we uitzenden. Stap één is een akkoord goed doorgronden en nagaan wat er nu echt is afgesproken. Zo hebben we al ’s ochtends een keer kunnen concluderen dat het feitelijk een flinterdun akkoord is, terwijl de regeringsleiders het vol trots presenteerden. Andere media kwamen er pas in de loop van de volgende dagen achter dat er eigenlijk niks was afgesproken.’ FD-correspondent Martin Visser heeft ook complimenten voor BNR: ‘Ik had wel de indruk dat ze inhoudelijk goed in het dossier zitten. Dat vind ik verbazingwekkend, want ik heb het gevoel dat er ongelofelijk veel stagiairs of jonge mensen zijn die er maar kort rondlopen. Maar die stellen dan toch geen domme vragen, dat viel erg mee. Met de redactionele voorbereiding werd serieus omgegaan, ze weten wat er speelt. En ze hadden prima gasten. Dus wat ik ervan mee krijg is dat het inhoudelijk goed en relevant is.’ Toch ziet Schut ook ruimte voor verbetering. ‘Wat 32
er beter kan is nog vaker de beste mensen aan het woord laten. We mogen soms kritischer zijn over welke partijen we op zender laten spreken als het bijvoorbeeld aankomt op bepaalde politieke partijen of vakbonden.’ Bernard Hammelburg: ‘Het probleem is dat niemand kan beoordelen wie gelijk heeft. Als je een economenpanel hebt, dan zitten daar de besten van de besten en ze zijn het nooit met elkaar eens. Het is onze taak om te demystificeren en om te zeggen: laat je niks wijsmaken. En dat kunnen we knettergoed. 6.4 Luisteraars Rob Jansen: ‘Ik weet wel ongeveer wat voor mensen de luisteraars zijn en ik ken het profiel. Maar het is niet zo dat ik daar constant mee bezig ben. Ik ben in zekere zin onderdeel van de doelgroep, ik luisterde ook al voordat ik hier kwam werken. Dus als dingen mij raken dan ga ik ervan uit dat anderen dat ook raakt.’ ‘Onze luisteraars, dat zijn Erik en Daphne, onze ijkpersonen’, zegt Meindert Schut. ‘Ze hebben behoefte aan informatie om op de hoogte te blijven. Ze zijn niet alleen bezig met hun eigen leventje en hun familie, maar ze denken mondialer, aan het land, Europa, de wereld. Ze lezen niet alleen Nederlands nieuws, maar bezoeken bijvoorbeeld ook sites van Engelse en Amerikaanse kranten. Onze doelgroep is ook bovenmatig geïnteresseerd in de economie en de politiek.’ Hoofdredacteur Van Gessel ziet zijn luisteraars als ondernemende mensen. ‘Onze luisteraar is hoogstwaarschijnlijk niet werkloos en als dat wel zo is dan gaan ze niet naar het uitzendbureau. Ze denken na, ontplooien zelf initiatief en vinden andere manieren. Daar zitten onze luisteraars. Ze klagen niet zo snel, maar kijken over de horizon heen. Ze denken: als dit het niet is, wat is het dan wel?’ ‘Tijdens het presenteren denk ik ook wel eens aan mijn doelgroep’, zegt Petra Grijzen. ‘Wij willen ons onderscheiden van Radio 1, door een ander publiek te bedienen. Dus onze doelgroep is heel belangrijk. Als we teveel zeuren en klagen dan denk ik dat mensen afhaken. Onze luisteraars zijn ondernemende mensen, nieuwsgierig, geïnteresseerd in nieuwe invalshoeken. Ik heb die houding ook, wij hebben een andere grondhouding dan andere mensen.’ ‘Het zijn ook wel levensgenieters’, aldus Connie de Jonge. ‘Ze werken heel hard en willen daar ook wel voor betaald willen, maar soms vinden ze ook dat een verzetje verdienen. Bijvoorbeeld heel hedonistische dingen als dure auto’s, maar ook lekker eten.’ 6.5 Crisismoe Paul van Gessel vermoedt dat luisteraars op een gegeven moment crisismoe worden. ‘Ik heb me wel eens afgevraagd of de teruggang van de luistercijfers begin 2011, ruim een jaar terug, te wijten was aan het overmatig veel over de crisis praten. Dat ze afhaken, op een gegeven moment is het teveel. Even klaar mee.’ Adjunct-hoofdredacteur Meindert Schut is het met hem eens. ‘Je ziet het deels aan de cijfers, vooral in december. Dat is altijd een lastige maand, je ziet altijd een verschuiving naar de nostalgieradio: kerstmuziek, Serieus Request en de Top 2000. Ik denk dat het dit jaar extra hard is aangekomen door de crisis, dat er nog meer hang naar nostalgie is gekomen door al dat slechte nieuws. Het is een grote vraag of in zo’n langslepend economisch conflict elke stap wel interessant genoeg gevonden wordt. Je doet het nooit helemaal precies goed, er zullen altijd mensen zijn die het teveel of te weinig vinden. Als je in het midden zit, doe je het heel goed, denk ik. Doordat wij dit domein erg willen claimen, dat we er ook vol op zijn gedoken. Dan kan het wel eens zo zijn dat je denkt: weer die eurocrisis, daar heb ik geen zin in. Daar kan ik me wel iets bij voorstellen.’ Arjan Meesterburrie denkt wel dat luisteraars crisismoe zijn. ‘Maar ik denk niet dat het te zien is aan de luistercijfers van december-januari. Er waren in januari bijvoorbeeld weinig files, dat telt ook. Maar ik denk dat luisteraars moe worden van termen als somber en crisis. Daarom is het zo belangrijk om bezig te blijven met hoe we uit de crisis gaan komen.’ Adjunct-hoofdredacteur Schut: ‘Waar ik het ook aan zie dat ze crisismoe zijn is dat alle media enorm insprongen op twee nieuwsfeiten: Friso en de Elfstedentocht. Je moest eens zien wat een hits we hadden op dit soort nieuws op de site. Mensen waren aan ander nieuws toe, ze doken hier op. Dat zegt mijn gevoel.’ Paul van Gessel: ‘Ik denk dat er wel een causaal verband zit tussen de aandacht dit jaar voor de val van Friso en de Elfstedentocht ten opzicht van de crisis. Maar ik kan het niet keihard bewijzen.’ Volgens Connie de Jonge zijn luisteraars wel crisismoe, maar ligt dat niet hoofdzakelijk aan de berichtgeving van de media: ‘Mensen raken hun baan kwijt, raken hun huis niet kwijt, kunnen juist geen huis kopen, jongeren kunnen geen baan vinden. Het komt best dichtbij. Het speelt wel mee dat media er ook veel over berichten, maar ik denk dat het crisisgevoel toeneemt naarmate het dichterbij komt.’ Stefan de Vries gelooft ook in de crisismoeheid van luisteraars: ‘Als ik bijvoorbeeld Kees de Kort hoor dan denk ik: haal die man toch van de zender. Het is steeds hetzelfde, negatieve riedeltje. Daar worden luisteraars van BNR crisismoe van.’ 33
Bernard Hammelburg gelooft niet echt dat BNR-luisteraars crisismoe zijn, omdat ze de behoefte hebben om bijgepraat te worden: ‘De luisteraar heeft behoefte aan de nieuwsselectie van de journalist, naar eer en geweten. Dat wil hij horen als hij de radio aanzet. Dat is het vertrouwen dat ze ons schenken. Op het moment dat je de radio aanzet, moet je het gevoel hebben dat de presentatrice zegt: kom maar bij mij op schoot, ik ga even tegen je praten en in een uurtje praat ik jou helemaal bij.’ Petra Grijzen gaat af op haar eigen gevoel en die van de redacteuren. ‘Als je denkt dat we het al een beetje gehad hebben of als je het onderwerp zat bent dan moet je dat ook niet doen. Is mijn gevoel representatief voor de luisteraar? Ik ga er dan maar van uit van wel, ik ga af op mijn gevoel. Er zijn nog steeds ontwikkelingen, het is nog niet opgelost, dus we gaan erop door.’ ‘We hebben wel heel veel aandacht besteed aan de eurocrisis’, zegt Connie de Jonge. ‘Ik denk dat de luisteraar er soms wel een beetje gek van wordt. Je hoort bijvoorbeeld de beursanalist ’s ochtends hetzelfde vertellen als de beursanalist ’s middags. Ik denk dat luisteraars soms wel denken: ‘alweer!’. Maar aan de andere kant: niet elke luisteraar luistert zo vaak als wij, dus dan vallen dubbelingen ook niet zo op.’ Rob Jansen zou wel eens feedback willen krijgen van luisteraars: ‘Ik zou wel willen weten wat men vindt van de economie in totaal. Dat is nog iets anders dan te willen weten wat luisteraars willen horen, want dat is heel verschillend. Je hebt beleggers die echt alle standen willen horen en je hebt mensen die dat echt totale onzin vinden.’ 6.6 Voorbeelden Hieronder een voorbeeld van een bericht, zoals BNR dat heeft plaatst op de website. Hierin komt naar voren dat de toon vlot en een beetje scherp is. Soms zoekt BNR bewust het randje op, zoals met de kop, om de lezers of luisteraars te prikkelen. De berichten moeten niet te lang zijn, maar wel inhoudelijk correct en volledig.
Duitse toppoliticus: Griekenland raus! Door Arjan Meesterburrie 26 juli 2012 12:07 | bnr.nl De Duitse CSU-politicus Markus Söder vindt dat Griekenland uit de eurozone moet vertrekken: "De eurozone moet geen medelijden hebben met zwakke landen." Söder is minister van Financiën van de deelstaat Beieren namens regeringspartij CSU en gebruikt stevige woorden in zijn pleidooi voor een Grieks vertrek uit de eurozone: "Aan het einde zal een Grieks vertrek onvermijdelijk zijn. Er is geen alternatief. Griekenland kan of wil niet de noodzakelijke hervormingen doorvoeren. We moeten van Griekenland een duidelijk voorbeeld maken. Wie de hervormingen niet doorvoert, moet uit de euro. Anders is de eurozone niets meer dan een grote gemeenschap van schuldenverdeling.'' Geen medelijden Volgens de Beierse minister is een Grieks vertrek in het belang van de eurozone zelf: "De eurozone is alleen stabiel als die uit sterke partners bestaat en geen medelijden heeft met zwakke landen. De oplossing is daarom niet de Grieken meer geld te geven, maar dat Griekenland uit de euro treedt.'' Volgens Citigroup is de kans op een Griekse exit in de komende anderhalf jaar 90 procent. Griekenland presenteert vandaag nog een pakket aan bezuinigingsmaatregelen dat de komende twee jaar 11,5 miljard euro moet opleveren. Onder anderen gepensioneerden gaan inleveren. Op de radio zijn er verschillende vormen waarin BNR over de eurocrisis bericht. In de ochtendspits wordt er snel en vluchtig bericht over al het nieuws. De luisteraar is dan net wakker en wil onderweg naar het werk worden bijgepraat over alles wat er is gebeurd. Een gemiddeld item over de eurocrisis duurt dan een minuut of vier en bevat vaak een interview met één betrokkene of deskundige aan de telefoon. In programma’s als Paul van Liempt en Zakendoen Met... is meer ruimte voor achtergronden, maar minder voor het directe nieuws 34
van de dag. ’s Middags komt dat aan bod in nieuwshalfuurtjes die tussendoor worden uitgezonden, de nieuwsupdates genoemd. Hier wordt het nieuws op net zo’n snelle wijze gebracht als in de ochtendspits. In de avondspits is er wel meer tijd om over het nieuws van de dag te praten en het uit te diepen. Er zijn dan vaak studiogasten die over onderwerpen meepraten en er wordt langer gepraat over het belangrijkste nieuws van de dag. De eurocrisis brengt vaak van dat belangrijke nieuws voort en dan wordt er snel tien minuten tot een kwartier over gepraat met meerdere sprekers. Als de Finse minister zegt dat ze zich klaar maken op het uiteenvallen van de euro dan zoekt BNR daar sprekers bij. In dit geval werd aan Paul de Grauwe, hoogleraar internationale economie, gevraagd hoe onrustwekkend de uitspraken zijn. En aan Ronald Plasterk werd gevraagd hoe hij de politieke uitlatingen van een ander EU-land ziet en of ook hij zich zorgen maakt (BNR, Finland maakt zich klaar voor einde euro). Zowel in de ochtend- als de avondspits is er ruimte voor onderwerpen over de eurocrisis met een andere, positieve invalshoek. Bijvoorbeeld een verhaal over kansen voor ondernemers in de crisis. Humberto Tan had in de ochtendspits een verhaal over duurzaam ondernemen en dat dat juist geld oplevert tijdens de recessie. Sprekers die hij daarover aan de telefoon had waren Willem Lageweg, directeur van MVO Nederland, en Annemieke Roobeek, hoogleraar Strategie en Transformatiemanagement aan Nyenrode Business Universiteit. Beide gingen in op de manieren waarop je duurzaam en verantwoord kan ondernemen en toch geld kan verdienen (BNR, Duurzaam ondernemen levert geld op). Wat ook de hele dag terugkomt zijn audio’s: kant en klare verhalen met quotes erin van sprekers, alles aan elkaar gesproken door een redacteur. Vaak hebben deze audio’s een grappige of sarcastische ondertoon om die glimlach op het gezicht van de luisteraar te toveren. Een voorbeeld is de audio van John van Schagen over het rentebesluit van de Europese Centrale Bank. Voorzitter Draghi heeft al meerdere keren hoge verwachtingen gewekt die hij niet na kwam. Op de ochtend dat er weer veel verwacht wordt van de bank, op zijn minst een beetje actie, heeft John van Schagen een verhaal gemaakt over hoe Draghi de verwachtingen beter kan managen. Hij spreek met Henk van der Leest, een interim-manager en gespecialiseerd in verwachtingsmanagement. En om te weten wat er nu echt verwacht wordt spreekt hij ook met econoom Sylvester Eijffinger. Beide verhalen monteert hij door elkaar, praat hij aan elkaar en kleedt hij aan met humor en geluid, bijvoorbeeld met het Feyenoord-liedje: ‘Geen woorden maar daden’ (BNR, ‘Draghi moet verwachtingen beter managen’).
35
7. Concurrenten van BNR In onderstaande paragrafen staan de concurrenten van BNR Nieuwsradio uitgesplitst. Per concurrent staat uitgelegd wat voor bedrijf of medium het is en waarom het een concurrent is van BNR. Ook is per concurrent een analyse te lezen over de manier van berichtgeven over de eurocrisis.
7.1 Het Financieele Dagblad Het Financieele Dagblad is een krant die al ruim tweehonderd jaar bestaat, opgericht in 1796. Het FD is onderdeel van de FD Mediagroep, waar ook BNR Nieuwsradio bij hoort. Daardoor werken BNR en het Financieele Dagblad geregeld samen op een aantal punten. De twee organisaties adverteren bij elkaar en geven op elkaars media uitleg over de inhoud van de krant of de programmering op de radio. Ook krijgen ze elkaars scoops voordat het gepubliceerd wordt en schuiven journalisten van het FD wel eens aan in de studio van BNR. Een enkele keer schrijft een redacteur van BNR ook mee aan een artikel van het Financieele Dagblad. (Over FD) Zowel de krant als de website zijn herkenbaar door de kleur van het roze krantenpapier, typerend voor zakelijke kranten. De belangrijkste onderwerpen worden uitgelicht in grote artikelen en kleiner nieuws staat kort beschreven. Op de website van het Financieele Dagblad kan je pas al deze artikelen lezen als je een abonnement hebt op de krant. Zonder abonnement moet je het doen met headlines en ingekorte berichten. (Over FD) Zakenkrant Van oudsher is het een zakenkrant dat zich richt op zakenmensen, professionals en personen die leidend zijn in het bedrijf of de organisatie waar zij werken. Vanwege die doelgroep is het Financieele Dagblad een concurrent van BNR. De krant heeft een financieel-economische focus. Het FD beschrijft zichzelf zo: ‘Inmiddels is het aanbod uitgebreid met onder meer boeken, magazines, internet en evenementen. Hiermee is Het Financieele Dagblad uitgegroeid tot dé nieuws- en inspiratiebron die op elk moment van de dag financieel-economische betekenis geeft aan ontwikkelingen in de wereld van ondernemende mensen in Nederland, zowel zakelijk als privé.’ (Over FD) FD en BNR Chef politiek en economie Han Dirk Hekking denkt dat de doelgroepen van het FD en BNR toch van elkaar verschillen. ‘BNR heeft vaak algemenere onderwerpen. Zij zouden zomaar aan een algemene politieke discussie kunnen doen en wij niet.. Ze zijn erg op het nieuws van het allerlaatste moment gericht. Op de radio moet je steeds verversen, ik denk dat BNR daarom toch meer algemeen nieuws oppakt dan wij doen.’ Eurocrisis Het Financieele Dagblad heeft al sinds eind jaren tachtig twee correspondenten in Brussel. Daarmee zaten ze tijdens de crisis in een riante positie, want niet elk medium heeft de luxe van twee correspondenten op één plaats. Han Dirk Hekking was één van de correspondenten, inmiddels opgevolgd door Ulko Jonker. De andere correspondent is Martin Visser en hij heeft zich helemaal op de eurocrisis gestort. Door de financieeleconomische focus is de eurocrisis vanzelfsprekend een belangrijk dossier voor de krant. Dat het FD al jaren veel aandacht had voor Europa weegt ook mee. Dankzij de vergaande interesse en de beschikbare correspondenten kon het dagblad gedetailleerd verslag doen van de crisis. De kwaliteitskrant behandelt elk aspect van de crisis, zowel economisch als politiek. Hekking, denkt dat ze toonaangevend zijn in de berichtgeving over de eurocrisis: ‘Het FD heeft de eurocrisis scherp verslagen. We hebben alle aspecten van de eurocrisis behandeld, zoveel mogelijk in detail. Wij zijn niet alleen maar bij een topje waar knopen worden doorgehakt, maar we graven naar wat het noodfonds werkelijk in petto heeft.’ Een voorbeeld van een artikel uit het FD over de eurocrisis staat in bijlage VII. 36
Crisismoe Han Dirk Hekking: ‘Ik denk dat de Nederlanders op een gegeven moment crisismoe worden. Als je steeds maar leest dat er nog geen besluit is genomen of dat er geen sluitende oplossing is... Maar je kunt niet zeggen: we hebben nu al zoveel gedaan, laat maar. Het risico daarvan is dat je iets mist en dat je er minder goed in zit. Ik denk dat mensen ook van ons verwachten dat we er gewoon over blijven berichten. Nieuws is nieuws. Wij kiezen er wel voor om andere invalshoeken te kiezen, wat positiever of oplossingsgericht te berichten. Bijvoorbeeld bij verwachte slechte cijfers over de huizenmarkt drie mensen in de krant plaatsen die hun huizen in no time hebben verkocht. Maar ja, dat kan je niet elke keer doen, ik weet nu al dat de volgende NVM-kwartaalcijfers ook niet goed zijn. Je kan er niet omheen. Je gaat op zoek naar een variatie op het thema.’ FD-correspondent Martin Visser merkte vooral begin 2012 dat er crisismoeheid heerste: ‘In januari was het een stuk rustiger. Ik denk dat alle media even minderden omdat ze bang waren dat mensen afhaakten. In zo’n rustige periode ga ik ook niks aandragen, want het leeft niet. Ik ga niet zitten leuren. Het was wel even afkicken, na er twee jaar lang mee bezig zijn. Dan denk je: waar is nou ineens de crisis gebleven, hoe kan dit?’ 7.2 Z24 Z24 is een website voor ondernemers en de office middle class. Z24 is de snelst groeiende businesssite van Nederland en is op dit moment groter dan de websites van BNR of RTL Z. Samen met buitenlandse zustersites is het de grootste zakenkrant van Europa. De website is ontstaan als dochter van E24, een Zweedse businesssite. Het behoorde in eerste instantie tot de FD Mediagroep, maar sinds 2010 staat Z24 op eigen benen. (Welkom bij Z24, 2011). Ondernemers Z24 brengt nieuws, analyses, achtergrond en tips voor ondernemers en de office middle class. De berichtgeving gaat over economie, beleggen, geld en ondernemen. Naast het harde en serieuze nieuws is er ook ruimte voor humor en vermaak. Je leest er opmerkelijke nieuwtjes, meestal met een economisch tintje. (Welkom bij Z24, 2011). Z24 en BNR De doelgroep vertoont veel overlap met die van BNR, wat Z24 tot een concurrent maakt. Hoofdredacteur Arend van den Berg: ‘Internet is medogenloos, maar net zo medogenloos als de autoradio, daar ben je ook met één druk op de knop bij Radio 1. De doelgroep van BNR heeft veel overlap met die van Z24, maar ik zie bnr.nl niet als echte concurrent. Ze brengen misdaad, sport, politiek en ook nog wat economie en wij brengen alleen economie. Wij zijn ook ongeveer 2 tot 3 keer zo groot als bnr.nl. BNR focust op radio maken.’ Eurocrisis De eurocrisis is een belangrijk onderwerp voor Z24 omdat zij berichten over economie en beurzen en daar heeft de crisis alles mee te maken. De lezers van Z24 beleggen misschien zelf ook of hebben een hypotheek bij de bank. Om die reden heeft Z24 de afgelopen jaren uitgebreid bericht over de eurocrisis. Politiek nieuws over de crisis wordt niet gebracht. Als de politiek het bijvoorbeeld eens is over een noodfonds dan wordt dat nieuws vertaald naar een artikel over de gevolgen voor ondernemers in Nederland. Van den Berg legt uit waarom Z24 dat doet: Onze kerndoelstelling is economisch nieuws dichtbij te brengen. We houden ons bijna niet bezig met luchtballonnen, wandelgangen of institutionele informatie. Het heeft geen zin om het nieuws 5 minuten eerder te brengen dan het ANP. Waar wij het onderscheid in zoeken is de economische duiding en achtergrond bij het nieuws. Een voorbeeld van een artikel van Z24 over de eurocrisis is te vinden in bijlage VII. Crisismoe Arend van den Berg ziet nog geen verband tussen het aantal websitebezoekers en de eurocrisis: ‘Ik denk wel dat mensen op een gegeven moment hun buik vol hebben van slecht nieuws. Maar we proberen mensen ook inspiratie te brengen en voorbeelden van hoe het wel kan. Het glas is bij ons halfvol. Ik zie geen golfbewegingen in bezoekers in tijden dat de economie goed draait tegenover slecht, maar we zijn een groeiende website, dus dat is lastig inschatten. We hebben wel piekdagen gehad toen Lehman Brothers omviel en op 37
grote eurocrisis-momenten. momenten. Mensen reageren op het nu, daar zijn ze in geïnteresseerd.’ 7.3 RTL Z RTL Z is een financieel-economisch economisch nieuwszender nieuws op RTL 7. RTL Z richt zich op mannen in de zogeheten AB1-doelgroep. Net als bij het FD en Z24 is ook hier overlap met hun doelgroep en die van BNR. Dat maakt ze tot een concurrent. RTL Z zendt overdag ieder uur nieuws uit. De programmering begint met RTL Z Voorbeurs, voordat rdat de AEX opent, en eindigt met de sluiting van de Amsterdamse. De hele dag door is er (beurs) nieuws te zien en dit wordt eenmaal per uur ververst. ververst Tussendoor heeft RTL Z eigen programma’s, zoals De Kijker aan Z, Ruttes Rapport of Over Geld Ge Gesproken. Naast de tv-programmering programmering heeft RTL Z ook een eigen nieuwssite binnenin RTL.nl en heeft RTL Z nieuws op teletekst. (Adverteren op RTL Z) Zakelijk RTL Z bericht op een zakelijke manier. De journaals worden een gangbare manier gepresenteerd: een en presentator die van een autocue het nieuws presenteert en naar reportages toe praat. Er zit altijd een tweede presentator naast die het financieelfinancieel economische nieuws presenteert. Voor een update van de beurzen schakelen ze over naar een beurscommentator die bij de Amsterdamse beurs NYSE/Euronext staat. De toon is altijd zakelijk, maar ook vlot, snel en duidelijk. RTL Z en BNR Eindredacteur Durk Veenstra: ‘BNR zie ik niet echt als concurrent. Ze zijn n breder dan wij. Het financiële nieuws is weggestopt. Ik proef dat de zender noodgedwongen breder moet zijn. Dat is de commerciële realiteit van Nederland. Wat mij betreft mogen ze veel meer en veel serieuzer economisch nieuws brengen. Tot die dag zijn ze voor mij geen concurrent.’ Eurocrisis RTL Z heeft uitgebreid bericht over de eurocrisis. Door hun financieel-economische financieel economische focus en de updates van de beurzen zijn ze er dagelijks mee bezig. RTL Z heeft voornamelijk feiten en nieuws gebracht. Ze gaan uit van een zekere kennis bij de kijker van het het onderwerp en gingen in op de details van het pas binnengekomen nieuws. Analyses en achtergronden worden soms gebracht in de programma’s naast het nieuws.. Ook is er meer ruimte voor achtergrond in het algemenere RTL Nieuws, elke avond om half 8. Durk Veenstra: stra: ‘Onze uitzendingen kunnen niet volledig zijn. TV betekent altijd keuzes maken, niet alles kan mee. Maar ik denk wel dat we hebben verteld wat het belangrijkste is. Als kijkers ons regelmatig volgen dan hebben ze een aardig beeld van hoe het eraan toegaat. toegaat. We zijn erg beperkt omdat we dagnieuws brengen, breng waardoor we veel meer op het kleine stapje focussen. focussen We hebben in de snelheid bij tv vaak weinig tijd om na te denken over de toon waarop je iets vertelt. We zijn wel altijd voorzichtig met termen die we bijvoorbeeld geven aan de situatie op de beurs. Je kan niet elke week een catastrofe hebben op de beurs, dan zijn die termen aan inflatie onderhevig.’ Een voorbeeld van een bericht van de website van RTL Z over de eurocrisis staat in bijlage VII. Crisismoe Veenstra: ‘Ik denk dat de kijker wel moe is, we willen uit die crisis. Maar als ik me hier druk over maak dan kan ik wel stoppen want we zijn nog jaren met de crisis bezig. Wat belangrijk is, is goede informatie over de crisis. Mijn opdracht is het nieuws ni brengen zoals als het is. Is dat crisisnieuws, so be it. Er zijn collega’s die echt denken dat kijkers of lezers echt crisismoe zijn, net als zijzelf, en die doen iets als de pagina #Watnoucrisis starten op de site met positief nieuws. Het is wel een beetje beetje naïef, maar dat geeft toch niks? Welke kijker is er niet naïef, wil niet zijn kop in het zand steken? Nou, daarvoor kunnen ze ook naar ons kijken. Ik denk ook dat mensen eerder crisismoe worden door de eigen situatie en dat wordt dan versterkt door de media.’ 7.4 NOS NOS is voornamelijk op de radio een concurrent van BNR Nieuwsradio. NOS vult daar de ochtendspits, radiobulletins, sportprogramma’s en maakt het avondprogramma Met Het H Oog Op 38
Morgen. Het is de enige andere nieuwszender op de ether en dat maakt ze een concurrent. Daarnaast maakt de NOS ook tv-journaals, het tv-programma Nieuwsuur, sportprogramma’s en verslagen op tv. De NOS heeft een eigen nieuwswebsite en voorziet Teletekst van nieuws. De NOS heeft als algemene publieke omroep geen doelgroep. De NOS is er voor iedereen en moet ook iedereen proberen te bereiken. Met de journaals, sportprogramma’s en bulletins probeert de NOS iedereen te bedienen. Met programma’s als Met Het Oog Op Morgen en Nieuwsuur bedient de NOS de iets kritischere, hoogopgeleide Nederlanders. Iedereen bereiken De NOS probeert iedereen te bereiken door duidelijke taal te gebruiken en complexe dossiers helder uit te leggen. De tv-journaals probeert de NOS in de huigige vorm dichter naar de mensen toe te halen. Presentatoren staan en lopen en maken een praatje met verslaggevers en commentatoren. Op de radio mag er ook gelachen worden door de presentatoren en is de setting wat losser dan op tv. Daarnaast maken ze een afweging tussen binnenlands en buitenlands nieuws en zwaar en licht nieuws. Zo brengen ze voor ieder wat wils. Maar hun voornaamste taak is het brengen van nieuws, dus als er groot nieuws is dan kunnen ze daar niet omheen. Eurocrisis Een groot dossier waar de NOS niet omheen kan is de eurocrisis. De NOS heeft verslag gedaan van de publieke momenten, zoals eurotoppen en ontmoetingen van Merkel en Sarkozy. Ook heeft de NOS met behulp van correspondenten veel reportages gemaakt in landen in Europa. Natuurlijk in Griekenland, Italië en Spanje, maar bijvoorbeeld ook in Duitsland en Frankrijk. De NOS besteedt ook aandacht aan de crisis in Nederland en de gevolgen hier. Een programma als Met Het Oog Op Morgen wordt gebruikt om hier dieper op in te gaan. Hoofdredacteur Marcel Gelauff geeft aan dat het complex is om over de eurocrisis te berichten: ‘Het is heel abstract, maar tegelijkertijd raakt het ons dagelijks doen en laten. Het gaat om je inkomen, politieke verhoudingen, het functioneren van Europa, de stijl van politiek. Om heel veel tegelijk. Wat ook complex is is dat het een onderwerp is dat steeds maar doorgaat. Dus je hebt snel in de uitzending een element van herhaling. Het onderwerp heeft natuurlijk heel erg met beeldvorming te maken en met politieke lading. Het heeft niet één waarheid, het heeft vele waarheden.’ Een voorbeeld van een bericht van de website van NOS staat in bijlage VI. Crisismoe Hoofdredacteur Gelauff: ‘Ik denk dat crisismoeheid komt in golfbewegingen. Door de val van het kabinet komt het bijvoorbeeld weer op de agenda, want nu gaat het ineens over concrete maatregelen. Of het het gesprek van de dag is, hangt af van de actualiteit. We discussiëren erover of het toegevoegde waarde heeft om het te brengen. Onderbuikgevoelens spelen er ook, maar dat kan niet betekenen dat je er geen aandacht aan besteedt omdat je dat niet wil voeden. Dat is geen criterium, we laten de wereld zien hoe het is.’ 7.5 KRO’s Goedemorgen Nederland Goedemorgen Nederland is een radioprogramma dat elke werkdag tussen 09.30 en 10.30 uur wordt uitgezonden op Radio 1. Het is een productie van de omroep KRO met als presentator Sven Kockelmann. Het programma haakt in op actualiteiten en achtergronden. In het programma komen verschillende radiovormen aan bod, waaronder gesprekken in de studio, aan de vork, reportages, series, columns en verslag. Het programma behandelt algemeen nieuws en schuwt in principe geen onderwerpen. Waarden van de KRO, zoals normen en waarden en solidariteit, klinken erin door. Luisteraars Eindredacteur Fred Sengers vindt het lastig om de doelgroep van het programma te benoemen. Hij denkt dat luisteraars eerder afstemmen op een zender dan op een specifiek programma of omroep: ‘De omroepen verschillen minder in doelgroep dan de zenders. Er zijn wel uitersten, zoals BNN of MAX, maar het is niet zo dat daar alleen maar jongeren of ouderen 39
naar luisteren. De KRO is al minder uitgesproken en heeft verder gewoon te maken met de doelgroep van Radio 1. Onze luisteraars zijn wat ouder, hoogopgeleid, eerder ruraal dan stedelijk en echte thuisluisteraars, ze luisteren nauwelijks onderweg. Goedemorgen Nederland en BNR Eindredacteur Sengers ziet BNR niet als concurrent: ‘Ik wil niet onaardig doen, maar ze zijn gewoon te klein om een serieuze concurrent te zijn. Ze zijn wel de enige praatradio tegenover ons, maar dat is niet het voornaamste waar je mee concurreert. Je concurreert bijvoorbeeld ook met de bezigheden van mensen: boodschappen doen of de hond uitlaten. Je concurreert niet alleen met de concurrent die precies hetzelfde als jij doet. Er zijn meer mensen die tijdens ons programma de hond uitlaten dan mensen die naar BNR luisteren.’ Eurocrisis Fred Sengers heeft het idee dat Goedemorgen Nederland goed en uitgebreid heeft bericht over de eurocrisis: ‘Toen ik bij de omroep kwam, wilde ik ons financieel-economisch versterken, dat was een witte vlek. Een paar weken later viel Lehman Brothers om en kwam de aandacht vanzelf. De grote uitdaging is het om het steeds begrijpelijk te houden, het wordt al snel gecompliceerd. Het voordeel wat we hebben is dat moeilijke onderwerpen als pensioen inmiddels dichtbij de luisteraar staan, juist vanwege die crisis.’ De eindredacteur probeert mensen voor onderwerpen te interesseren door te letten op balans en de uitstraling: ‘Als je veel zware onderwerpen over de crisis hebt dan zijn die lichte onderwerpen des te belangrijker. Dat die luisteraar met een knipoog de uitzending uit gaat. Onze uitstraling is positief door onze mix en omdat er gelachen mag worden, ook bij serieuze onderwerpen. We hebben presentatoren die er humor in kunnen brengen en een kwinkslag kunnen maken, die het ook kunnen relativeren.’ Tegelijkertijd probeert Sengers het ook begrijpelijk te houden: ‘We hebben ook thema-uitzendingen gemaakt over bijvoorbeeld belastingen, pensioenen of uitleg van de financiële crisis. Dat zijn wel dingen waar je probeert iets extra’s te geven en meer uit te leggen. Het mooie, maar ook het moeilijke aan ons vak is dat we heel erg gefixeerd zijn op nieuws, steeds nieuwe brokjes informatie geven. Soms moet je even een stap terug doen en de losse elementjes met elkaar in verband brengen. Wij zijn ook altijd panisch om iets voor de tweede keer te vertellen, terwijl je er niet van uit kan gaan dat mensen elke dag luisteren.’ Een voorbeeld van een bericht van de website van Goedemorgen Nederland staat in bijlage VI. Crisismoe Sengers geeft aan dat hij eigenlijk weinig inzicht heeft in wat de luisteraar wil horen: ‘Je praat wel eens met luisteraars en houdt kwalitatief onderzoek, maar verder heb je alleen je kwantitatieve cijfers. Door die achterlijke dagjesboekmethode zijn wij blinden die door een donkere kamer tasten en hebben wij geen idee wat luisteraars eigenlijk willen.’ Maar zijn gevoel zegt hem dat zijn luisteraars niet crisismoe zijn: ‘Crisismoe... Ja, je kunt ook wel regenmoe worden, maar daar verander je niks mee. Ook denk ik dat de gemiddelde Radio 1-luisteraar meer interesse heeft voor economie, nieuws en politiek. Je moet oppassen dat je je programmering er helemaal mee dicht pleistert. Maar uiteindelijk zijn we door het publiek ingehuurd om het nieuws te vertellen. Dat niet doen is geen optie.’ 7.6 De Volkskrant De Volkskrant is één van Nederlands grootste kranten en heeft nu ongeveer 250.000 abonnees. Van oorsprong was de krant rooms-katholiek, maar nu is de krant iets linkser georiënteerd. De krant brengt dagelijks het belangrijkste nieuws uit het binnenland, buitenland, politiek, economie, kunst, cultuur en sport. Daarbij verschijnen verschillende bijlagen waarin langere verhalen staan, bijvoorbeeld over cultuur of onderwijs. (Over de Volkskrant) Lezers De krant is van oorsprong rooms-katholiek, maar richt zich sinds de verzuiling op de meer hoogopgeleide Nederlanders die politiek gezien links van het midden denken en doen. De abonnees van de krant dalen al jaren, net als bij bijna elke andere krant in Nederland. Toch heeft de Volkskrant in totaal ongeveer 700.000 tot 800.000 lezers per dag, ook online. ‘Bij een zaterdagkrant kan dit oplopen tot een miljoen lezers’, aldus chef redactie economie 40
Xander van Uffelen. ‘De lezers zijn hoger opgeleid, HBO of WO, en ze zijn redelijk vermogend. Ze zijn geïnteresseerd in maatschappelijke onderwerpen, politiek en economie.’ Van Uffelen: ‘We weten uit ervaring dat onze lezers goed bijgepraat willen worden, uitgelegd willen worden hoe het zit. Dus we doen veel met tabellen, grafieken, dingen in kaart brengen en uitlegverhalen. Ze willen heel graag beeldende verhalen, dus reportages, persoonlijke consequenties of persoonlijke verhalen. En een derde dat heel belangrijk is, is de eigen portemonnee. Er leeft toch vrees bij de mensen: ‘wat betekent deze crisis, wat gaat het kosten, hoe zit het met mijn hypotheek?’. Dat soort vragen proberen we te beantwoorden.’ Eurocrisis Economie is een vaste pijler van de Volkskrant die elke dag terugkomt in de krant. De Volkskrant kon daarom ook niet om de eurocrisis heen. Xander van Uffelen blikt tevreden terug op de berichtgeving hierover tot nu toe. ‘Het sterke van de krant is dat we redelijk snel overzicht en helderheid kunnen verschaffen. We zijn wat minder goed in exclusief nieuws of het snelste het nieuws brengen. Maar we zijn er goed in om, als het nieuws er eenmaal is, het in verschillende journalistieke vormen uit te leggen en van allerlei kanten te belichten. Natuurlijk vind ik het jammer dat we niet zelf het grootste nieuws brengen, maar dat heeft deels te maken met bezetting en deels met de positie van Nederland.’ Van Uffelen heeft tijdens de crisis ook wel wat geleerd: ‘Deze crisis is wel een heel trage crisis en dat is echt nieuw. Hoe je daarmee om moet gaan en de spanningsboog moet bewaren is dus ook nieuw. Van die langlopende sages, dat komt nooit voor. De crisis gaat in golfbewegingen. Als het weer oplaait dan kan je er weer aandacht aan besteden, dan komt er weer een toestroom aan informatie van kredietbeoordelaars, de EU, economen, mensen die wat roepen of vinden. Tussendoor kan je het beter even laten liggen.’ Wat Van Uffelen ook heeft geleerd is zijn informatie kritisch te beoordelen: ‘Wat ik merk is dat veel Nederlandse media heel erg kijken naar wat de Angelsaksische media brengen. Ze brengen het nieuws vaak snel, maar soms is het onjuist. Gedurende de crisis ben ik mijn oordeel steeds meer gaan baseren op informatie van onze correspondenten. Ze zijn beter geïnformeerd dan (internationale) persbureau’s en ze weten informatie ook beter te interpreteren.’ Een voorbeeld van een bericht van de website van De Volkskrant staat in bijlage VI. De Volkskrant en BNR De Volkskrant maakt net als BNR vooral algemeen nieuws en beide media hebben een relatief grote economieredactie. BNR legt misschien nog meer de nadruk op economie, maar bij de Volkskrant is het ook een wezenlijk deel van de berichtgeving. Echt concurrenten kan je beide media niet noemen, want ze brengen het nieuws in een heel andere vorm. Maar het zijn beide nieuwsorganisaties die uitgebreid verslag hebben gedaan van de eurocrisis voor een hoger opgeleid publiek die niet alleen maar voor economisch nieuws de krant lezen of naar het station luisteren. Xander van Uffelen geeft aan regelmatig te luisteren: ‘Als ik in de auto zit luister ik bijna altijd wel BNR. BNR is als nieuwszender heel goed, ze zijn heel sterk in snel duiden, met interviewtjes. Dat doen ze goed: nieuws plus reacties. Uitleg-radio en reportages zijn toch moeilijker. Voor uitleg is ook vaak de vorm moeilijk te vinden. Dat kan in debatprogramma’s, maar dan wordt het ook vaak wellesnietes, dan kom je in meningen terecht. Radio is misschien toch minder geschikt om uit te leggen. En het geld, kijk, de NOS heeft natuurlijk veel meer geld om mensen naar andere landen te sturen voor reportages. BNR heeft dat gewoon niet.’ Crisismoe Volgens Xander van Uffelen bestaat crisismoeheid wel degelijk: ‘Ik weet wel zeker dat mensen crisismoe zijn. Ik houd daar rekening mee door toch niet elke dag te berichten, terug te grijpen op basisvragen en door de verwondering erin te houden. Tegelijkertijd heb ik niet de illusie dat lezers al onze eurocrisis-kopij lezen. Als het vooraan in de krant staat dan geef je de boodschap: ‘oké jongens dit is belangrijk. Lees het nou even, dan ben je weer bij.’ Maar achteraan de krant is het minder urgent. Je brengt dus een balans aan. Ook kijken we naar de balans door wat lichtere stukken naast zwaardere stukken te plaatsen.’ Hij gelooft niet dat media de crisismoeheid helemaal beïnvloeden: ‘Media hebben wel een invloed op somberheid van mensen, maar het is natuurlijk een kip-ei-discussie. Het slechte nieuws is er eerder, maar wij brengen het. Media versterken het nieuws wel en hebben soms de neiging om de negatieve kanten benadrukken. Dat los je vooral op met nuance.’ Die nuance probeert de Volkskrant ook te brengen om mensen met anti-Europese gevoelens beter te informeren: ‘We proberen verslag te doen van het anti-Europese sentiment en in kaart te brengen waar de onmin vandaan komt. Mijn beeld is dat het eenzijdig kankeren op één groep komt doordat die mensen niet goed geïnformeerd zijn. Het is ook moeilijk om na te 41
gaan wat de gevolgen zijn van teruggaan naar de gulden. Je kan gevoelsmatig wel wat zeggen, maar het blijft kiezen tussen kwade opties en dat probeer je duidelijk te maken. Dat er geen ultieme oplossing is die pijnloos is.’ 7.7 Discussie In het radioprogramma BNR Paul van Liempt heb ik drie journalisten met elkaar laten dicussiëren in het journalistenpanel over de berichtgeving van de eurocrisis en de op dat moment naderende eurotop. John Hoogerwaard, journalist bij De Pers: ‘Steeds weer zie je dat media meegaan in een jubelstemming op de beurzen en dat dat dan na een paar dagen weer inzakt, als blijkt dat de uitkomst van de top toch niet zo goed is. Journalisten moeten proberen daar minder in mee te gaan.’ Folkert Jensma, oud-hoofdredacteur NRC Handelsblad: ‘Media moeten in het nu staan en geen verwachtingen wekken over wat er misschien wel of misschien niet komen gaat. Dat kunnen valse verwachtingen zijn. Je moet vertellen wat er nu bekend is’ BNR’s hoofdredacteur Paul van Gessel vindt dat journalisten ook erg moeten oppassen met de manier waarop ze de top omschrijven. ‘Wij hebben ons zelf ook bezondigd aan de term ‘top der toppen’, in het najaar van 2011, toen het echt erg spannend was. Maar dit moet je natuurlijk niet doen. Je hebt toppen gehad die al historisch genoemd werden voordat ze begonnen waren. Het is belangrijk dat media dat relativeren en zo min mogelijk bijvoegelijke naamwoorden gebruiken.’ ‘Kies je woorden met zorg. Je moet wel gelezen worden, maar dat gaat niet boven geschreeuw.’, zegt Folkert Jensma. ‘Bijvoegelijke naamwoorden zijn een zwaktebod en ook helemaal niet nodig tijdens deze crisis. De journalistiek kan rustig twee stapjes terugdoen, want het is al spannend van zichzelf. De aandacht is al gevestigd.’ ‘Het is gewoon zo moeilijk, want je hebt geen glazen bol’, zegt John Hoogerwaard. ‘Ik durf niet te voorspellen wat er morgen of overmorgen weer gaat gebeuren.’ 7.8 Positivo’s De traditionele media berichten over het algemeen vaak over slecht nieuws. Uit mediaonderzoek blijkt dat een negatief bericht zeventien keer zo vaak voorkomt dan een positief bericht. Een verklaring kan zijn dat mensen media gebruiken om gevaren in de directe omgeving te monitoren. Maar er is ook een theorie dat mensen media graag gebruiken als referentiekader, met daarin slecht en goed nieuws. Mensen zouden het geruststellend vinden dat er naast het slechte nieuws ook nog goed nieuws is en de wereld dus nog gewoon doordraait. Maar het lijkt erop dat mensen slecht nieuws interessanter vinden om te horen en daar spelen media graag op in. (Mediapsychologie, 2011) Er zijn ook media die echt rekening houden met crisismoeheid of mensen die simpelweg het slechte nieuws zat zijn. Deze zogenaamde positivo’s willen weer een beetje vrolijkheid brengen in onze levens. Toch zijn goed-nieuws-media vaak geen lang leven beschoren en zijn mensen die tegen slecht nieuws protesteren vaak niet erg succesvol. (Mediapsychologie, 2011) In paragraaf 7.3 over RTL Z werd #Watnoucrisis al genoemd door eindredacteur Durk Veenstra. #Watnoucrisis is een webpagina binnen de website van RTL en dient als kanaal voor al het positieve nieuws. Het is bedacht door een aantal redacteuren van RTL Z die het idee hadden dat kijkers net als zijzelf crisismoe zijn. De webpagina biedt nieuws voor iedereen die toe is aan een opsteker of zijn hoofd in het zand wil steken. (RTL Z). Toch komt de berichtgeving van #Watnoucrisis een beetje gezocht en dwangmatig over. Er worden alleen maar positieve berichten over de economie geplaatst, bijvoorbeeld over een bedrijf dat flink groeit of over de huizenmarkt die aantrekt. Maar als je de gehele pagina bekijkt, dan wordt er nergens erkend dat er tegelijkertijd veel slecht nieuws is. De nuance lijkt te ontbreken en dat kan de bedoeling zijn, maar het is om die reden lastig om het nieuws serieus te nemen. Ook tekenend is dat er gemiddeld één á twee berichten per dag op de webpagina worden geplaatst en dat betekent dat er dus niet zoveel positief nieuws te vinden is. Een ander initiatief is Crisismoe.nl. Deze site startte met ongeveer hetzelfde idee als #Watnoucrisis: positief en leuk nieuws brengen. Daarnaast wilde de website tips geven over hoe je de crisis door kan komen, met bijvoorbeeld manieren om te besparen of bij te verdienen en aanbiedingen. Crisismoe is nog steeds actief op Twitter, maar de website heeft het niet gered en de domeinnaam staat nu alweer te koop voor de volgende die het wil 42
proberen. (Crisismoe.nl) Journalist Bas Mesters is ook een website begonnen met positief nieuws, maar dat is niet per se een tegenhanger van de eurocrisis. Hij is correspondent in Italië en het viel hem op dat er op alle correspondenten wereldwijd alleen beroep wordt gedaan als er iets ergs gebeurt. Zelden kunnen de correspondenten de mooie verhalen vertellen over de landen waarin ze verblijven. Op de website One11.nl roept hij correspondenten op om daar alle opvallende, hoopgevende en mooie verhalen op te plaatsen. (One11). Zijn poging is behoorlijk geslaagd. Zo is er een verhaal over een Chinese man die dicht bij een brug woont waar vaak springers zijn, mensen die zelfmoord plegen. De man gaat er dagelijks heen om zelfmoordplegers van de brug af te plukken en met ze te praten, zodat ze weer rechtsomkeert maken. (One11, Remko Tanis). Het is een positief verhaal met een dubbele lading, waaruit blijkt dat de Chineze mensen helemaal niet zo gelukkig zijn. Het is mooi omdat het negatieve aspect niet geschuwd wordt, maar het desondanks een hoopvol verhaal is. Maar toch is One11 ook geen website waar echt nieuws wordt gebracht. Het zijn eerder mooie verhalen die ook zo in een tijdschrift zouden kunnen staan. De conclusie is dat het moeilijk is om positief nieuws te brengen, omdat het snel dwangmatig of gezocht lijkt. En als het slaagt dan voldoet het al snel niet meer aan de definitie van nieuws. Waarschijnlijk heeft bijna elk nieuwsmedium in de afgelopen jaren wel een redactievergadering gehad waarin het idee voor een platform met alleen maar goed nieuws werd geopperd. Maar er zijn nauwelijks serieuze initiatieven te vinden.
43
8. Wat de luisteraar wil 8.1 Wat wel en wat niet De doelgroep staat positief tegenover het soms negatieve nieuws over de eurocrisis. Geen enkele respondent geeft aan ongeïnteresseerd te zijn, laat staan ‘heel erg ongeïnteresseerd’. Het grootste gedeelte (49 procent) vindt de eurocrisis interessant en 46 procent is zelfs heel erg geïnteresseerd in de berichtgeving over de crisis. De doelgroep heeft het nieuws rond de crisis ook goed gevolgd. Bijna 58 procent zegt van zichzelf dat hij de berichtgeving goed heeft gevolgd, en 34 procent heeft het naar eigen zeggen voldoende gevolgd. Geen enkele respondent heeft het slecht gevolgd. Voor de resultaten uit de enquête, zie bijlage III. De deelnemers aan het eerste panelgesprek zijn over het algemeen heel positief over BNR’s berichtgeving over de eurocrisis. Toch hebben ze enkele kritiekpuntjes. De respondenten missen een stukje achtergrond en historie bij het actuele nieuws over de eurocrisis. Zij hebben het gevoel dat er te weinig wordt ingezoomd op het grotere verhaal. Ook zouden ze het prettig vinden om een stukje historie te horen, bijvoorbeeld over eerdere crises en hoe dat is aangepakt. Jeroen Roobeek: ‘Je zou zaken in historische context moeten plaatsen, want dan geef je mensen een gevoel van wat er aan de hand is, dan kunnen ze het plaatsen.’ Ook het tweede panel vindt dat BNR over het algemeen goed heeft bericht over de eurocrisis. Wel vinden ze dat er soms ten onrechte nieuws wordt gemaakt van bepaalde gebeurtenissen in de crisis. Erik van der Baan: ‘Ze kunnen niks beslissen op zo’n eurotop dus de aandacht is onterecht. Het is dansen naar de pijpen van de financiële markten.’ Volkert Zaal geeft aan dat hij de spannende berichtgeving rondom de toppen helemaal niet meer zo spannend vindt: ‘Ík ben op een gegeven moment resistent geworden voor de berichtgeving.’ Rob van der Steen denkt dat het wel interessant gemaakt kan worden, als je er maar op een andere manier over bericht. ‘Het is wel interessant om scenario’s te schetsen van de mogelijkheden en uitkomsten.’ Journalisten zijn altijd gewend om van dag tot dag te berichten. Maar daardoor mist er soms essentiële informatie. Ton Siebelink: ‘Ik ben ook wel eens op zoek naar het totaalbeeld, dat mis ik dan in de informatiestroom.’ ‘Wat ik soms mis in het nieuws is de samenvatting terug van wat er allemaal gebeurd is’, zegt Volkert Zaal. Ook mist hij vaak het perspectief. ‘Een antwoord op de vraag ‘waar gaat het heen?’ Als dat er niet is zet ik vaak muziek aan.’ Volkert Zaal: ‘Ik mis ook wel eens het geluid van de normale burgers en het effect van de crisis op hen. Daarboven beslissen ze het, maar zet ze nou eens tegenover elkaar. Begrijpen die mensen die daarboven zitten en geen centje pijn voelen wat de gevolgen zijn van wat ze doen? Laat de burgers maar uitleggen wat ze merken van de crisis, of ze onzeker zijn over hun baan...’ Rob van der Steen: ‘Of kijk naast de burgers ook naar bedrijven, want wat doen die nu? Ik wil wel horen hoe een bedrijf in Spanje op dit moment probeert overeind te blijven. De grote discussie’s kennen we denk ik al.’ Eric Bleeker: ‘Wat ik mis in de media is dat het lijkt alsof er maar een oplossing is: geld erin pompen. Er is heel weinig aandacht voor de andere mogelijkheid, namelijk er gewoon mee stoppen.’ 8.2 Hoeveel eurocrisis De mate waarop BNR Nieuwsradio over de eurocrisis bericht is volgens de doelgroep precies goed. Hier is 70 procent het mee eens. Bijna 11 procent vindt dat BNR te veel bericht over de crisis, maar daar staat tegenover dat 11,6 procent vindt dat de zender hier juist te weinig nieuws over brengt. Over het algemeen geeft de meerderheid van de doelgroep, ruim 59 procent, in de enquête aan wel eens genoeg te hebben van het nieuws over de eurocrisis. Van deze 59 procent mijdt ook weer meer dan de helft wel eens media omdat diegene genoeg heeft van het crisisnieuws. In totaal mijdt 31 procent van de doelgroep soms media omdat het over de eurocrisis gaat. Maar het grootste gedeelte van de respondenten geeft wel aan dagelijks naar BNR te luisteren. Van de doelgroep luistert 81 procent dagelijks naar BNR. Ruim 14 procent luistert wekelijks. Er blijft minder dan 5 procent over die aangeeft één keer in de maand of minder te luisteren. Dus ook al geeft de doelgroep aan dat ze media soms mijdt vanwege het nieuws over de eurocrisis, het overgrote deel van de respondenten luistert vaak naar BNR 44
Nieuwsradio en geeft ook aan dat de hoeveelheid berichtgeving op BNR precies goed is. Zie voor de precieze resultaten uit de enquête bijlage III. De deelnemers van het eerste panelgesprek vinden de hoeveelheid nieuws over de eurocrisis goed. Drie op de vier luisteraars geven aan dat ze nooit teveel kunnen horen over de crisis. Toch worden sommige panelleden wel eens crisismoe. Gerard Loderus vindt dat het teveel is als we belanden in een gesprek over het feit dat er geen oplossing is: ‘Ik vind de crisisberichtgeving soms vreselijk vermoeiend, want de meningen spreken elkaar vaak tegen.’ Daar kan hij wel crisismoe van worden. Maar andere panelleden zijn dat niet met hem eens. Rob van der Veer: ‘Zolang er nieuws is over de eurocrisis wil ik dat horen.’ Micha Linssen: ‘Ik denk dat niemand echt crisismoe is, maar ik werd wel een beetje moe van de verslaggeving over Griekenland en de toppen der toppen. Er wordt soms nieuws van gemaakt, dan wordt het uitgemolken.’ Volkert Zaal van het tweede panel wordt wel eens crisismoe, maar dat heeft niks met de hoeveelheid of met de berichtgeving zelf te maken. ‘Ik word moe van het feit dat er maar niks geleerd wordt van de crisis, steeds dezelfde fouten... Er zou soms wel meer aandacht mogen zijn voor zaken in de wereld die ook gebeuren en niet met geld te maken hebben. We zijn wel erg navelstaarderig.’ Tijdens het eerste panelgesprek zijn drie van de vier luisteraars het erover eens dat er teveel herhaald wordt op BNR. Ze herkennen zich in elkaar dat ze in de namiddag en na 19.00 uur ’s avonds niet meer luisteren vanwege de vele herhalingen. Respondent Jeroen Roobeek: ‘De kleine stukjes die herhaald worden zijn niet zo erg, maar als je precies hetzelfde interview of programma hoort dan is dat minder. Als ik een grote herhaling hoor dan haak ik af.’ Het irriteert de drie panelleden mateloos, zegt ook Rob van der Veer: ‘Ik vind het vervelend om de programma’s twee keer te horen, dan neem je je luisteraars niet serieus.’ Het vierde panellid Gerard Loderus zit ook veel in de auto, maar herkent de irritatie om herhalingen niet. Hij hoort zelden herhalingen. Het tweede panel hoort ook regelmatig herhalingen op BNR, maar dat stoort ze niet. Rob van der Steen: ‘Ik vind het niet meer dan logisch dat een zender als BNR herhaalt, er is toch niet de hele dag nieuws? Als je tv kijkt dan zie je na een uur alweer dat ze precies hetzelfde uitzenden, dus BNR valt best mee.’ ‘En vroeger waren de herhalingen veel erger’, zegt Eric Bleeker. 8.3 Tone of voice Actueel is het woord wat het best bij de berichtgeving van BNR past. In de enquête reageren de respondenten het positiefste op deze stelling. Verder wordt BNR’s berichtgeving ook diepgaand, objectief, veelzijdig en volledig gevonden. Al deze punten worden bovengemiddeld beoordeeld. Dat blijkt ook uit het eerste panel: ‘Ik vind BNR genoeg objectief omdat zij mensen aan het woord laten zonder dat er een presentator tussen zit die er een eigen verhaal van maakt dat niet klopt.’, aldus Gerard Loderus. Zie ook de resultaten in bijlage III. BNR is er altijd op gericht om een positieve toon te hebben. Dat doen zij door te letten op nuance, woordkeuze, onderwerpkeuze en de manier van interviewen. Toch blijkt uit de enquête dat de meeste leden van de doelgroep BNR niet erg optimistisch van toon vinden. Ook vinden de respondenten niet dat BNR’s toon zeurderig, cynisch of oppervlakkig is. Wel vinden ze dat de zender een scherpe toon heeft. Zie de grafiek hieronder, op basis van de resultaten uit de enquête, te lezen in bijlage III:
5,00 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00
4,05 3,57
3,30
3,46
3,28
3,49
2,88 2,54 2,13
2,21 Series1
45
Ondanks die bovengemiddelde beoordeling voor BNR’s scherpte, mag het nog scherper en kritischer. Dat blijkt uit het eerste panelgesprek. ‘BNR moet meer goede presentatoren hebben die echt doorvragen.’, vindt Rob van der Veer. Volgens Gerard Loderus mag de selectie ook kritischer: ‘BNR gaat teveel mee met het sentiment, tweets worden bijvoorbeeld gebracht als nieuws, terwijl ik dat soms betwijfel.’ Micha Linssen vindt BNR niet altijd objectief. ‘Ik vind dat er soms suggestieve vragen worden gesteld. Bij sommige onderwerpen moet je dat niet doen, want je laat horen wat jouw mening is. Ik hoor soms van die vragen als ‘Breekt de pleuris dan echt uit?’ en dat is toch zoeken naar sensatie.’ Een positieve of optimistische toon vinden de respondenten niet erg belangrijk. Rob van der Veer: ‘Je mag er best een leuke twist aan geven maar het moet wel realistisch blijven.’ Ze vinden dat de toon realistisch moet zijn en dat negativiteit of positiviteit geen uitgangspunt mag zijn. De respondenten kunnen het wel waarderen als er constructief en oplossingsgericht wordt gedacht. Maar dat is volgens de deelnemers niet hetzelfde als optimistisch of positief zijn. Ook doelbewust op zoek gaan naar positief nieuws vinden zij niet altijd geslaagd, zegt Gerard Loderus. ‘Ik kan me er wel iets bij voorstellen dat je op zoek gaat naar het andere verhaal, maar dan moet het wel echt uniek zijn. Je moet het niet doen omdat het moet.’ Daar is Jeroen Roobeek het niet mee eens. ‘Bewust op zoek gaan naar positief nieuws vind ik slecht. Het moet niet gedwongen voelen.’ Volkert Zaal van het tweede panel wordt weer wel blij van een positieve insteek: ‘Ik zou ook graag die mensen in de studio willen horen die zeggen: crisis? Fantastisch!’ Rob van der Steen vindt dat BNR soms juist iets negatief overkomt. ‘Ik mis wel eens de nuance, het is niet alleen maar kommer en kwel. Ik vind het jammer dat BNR ook meedoet aan de vele aandacht rondom een top alsof het daar allemaal moet gaan gebeuren. BNR moet meer realistisch zijn, want het wordt erg snel hyperig.’ Eric Bleeker is het niet met Rob van der Steen eens. “Ik vind BNR Nieuwsradio niet somber, juist wel realistisch.’ Dat BNR zijn best doet om positief te zijn merkt Rob van der Steen ook. ‘Soms is het juist weer iets teveel ‘gebbetje’. Ik vind het nu wel minder, driekwart jaar terug was het erger. Soms heb je het idee dat ze met zijn drieën erg veel lol hebben in de studio. Vast leuk, maar vaak past het niet bij de onderwerpen.’ 8.4 Diepgang Diepgang is in de enquête met een keurige voldoende beoordeeld, maar tijdens de panelgesprekken bleek dat hier de meeste verbeterpunten zitten. De respondenten zijn het allemaal met elkaar eens: BNR’s berichtgeving is goed, maar er is behoefte aan nog meer diepgang als het gaat om ingewikkelde dossiers als de eurocrisis. Alle vier de panelleden vinden dat de gesprekken wel meer uitgediept mogen worden. Vaak is er te weinig tijd om in te gaan op een onderwerp of om de achtergrond van het nieuws te duiden. Ze horen te vaak dat deskundigen die iets interessants vertellen worden afgekapt omdat de reclame uitgezonden moet worden. Ook komen ze in zijn geheel te kort aan het woord, met name als ze in discussie moeten met anderen. Micha Linssen: ‘Als je wilt dat mensen niet crisismoe worden dan moet je mensen langer aan het woord laten. In een paar minuten kan ik er zelf niks van maken. Als ik iemand langer hoor dan kan ik mee gaan in zijn gedachten. Je voelt soms wel wat positiefs in een gesprek, maar dat wordt dan niet uitgewerkt.’ Rob van der Veer denkt dat er voldoende ruimte is bij BNR om soms dieper op onderwerpen in te gaan: ‘Je moet verderop in de ochtend en in de middag meer de diepte in gaan over onderwerpen. Dat gebeurt nu niet goed genoeg.’ Te vaak wordt er niet diep genoeg op materie ingegaan, worden er belangrijke vragen niet gesteld of wordt er oeverloos gediscussieerd, zonder dat het ergens heen gaat. Het ergste vinden ze het als er politici, bestuurders of echte deskundigen zijn en dat er niet goed genoeg wordt doorgevraagd. Te vaak horen ze dat dit soort personen wegkomen met beweringen. Waar de panelleden zich helemaal aan ergeren zijn politici die gewoon met antwoorden weg komen die niet kloppen. ‘Zet eens een politicus tegenover een econoom en laat ze met elkaar discussiëren’, zegt Gerard Loderus. Micha Linssen heeft vaak het idee dat er alleen maar statement de ether in worden geslingerd, zonder achtergronden. ‘Geef die achtergronden daarbij. Het zou mooi zijn als je die economen als Sylvester Eijffinger een uur voor de microfoon zet met een ander ertegenover. En dan kijken of ze echt gelijk hebben. Dan moeten ze wel dieper op hun antwoorden ingaan.’ Het tweede panel vindt ook dat er wel eens uitgebreider geïnterviewd mag worden. Volkert Zaal: ‘Er mag wel eens wat 46
vaker iemand gegrild worden, zoals bij Hardtalk van de BBC. Dat is netjes, maar ze vragen de hemd van het lijf.’ Erik van der Baan: ‘Er mag wel wat meer doorgevraagd worden, vooral bij de topfiguren.’ Inhoudelijk kan BNR meer uitleggen en ingaan op onderwerpen. Een voorbeeld: ‘De Libor-gate wordt niet goed uitgediept en uitgelegd op de radio. Hooguit over die topman, of hij wel of niet opstapt, maar er wordt inhoudelijk niet op ingegaan.’, aldus Gerard Loderus. De economen die door BNR worden uitgenodigd zijn te gekleurd, volgens Jeroen Roobeek: ‘Ik zou wel meer economen willen horen die niet van de Keynesiaanse school zijn, zodat je verschillende geluiden hoort. Nu hoor ik altijd hetzelfde, niet alleen op BNR maar in alle media.’ Dat is Eric Bleeker van het tweede panel met hem eens. ‘De economen die worden uitgenodigd zijn allemaal Keynesianen die allemaal vinden dat er meer geld in gestopt moet worden om een niet werkend systeem draaiend te houden. Een ander geluid zou ik verfrissend vinden.’ Alle deelnemers van panel twee storen zich eraan dat er soms te makkelijk onjuist wordt bericht over andere Europese landen in problemen. Erik van der Baan: ‘Vaak worden zaken over één kam geschoren, bijvoorbeeld Italie, Spanje, Portugal en Griekenland. Terwijl de problemen erg verschillend zijn in deze landen. De economiën zijn onvergelijkbaar.’ ‘Het is niet knoflook tegen de rest’, zegt Volkert Zaal, ‘als ik naar BNR luister dan krijg ik het gevoel dat alles erg met elkaar samen hangt en dat is niet zo.’ Panel één vindt dat de presentatoren die op BNR te horen zijn niet allemaal genoeg economisch onderlegd zijn. Rob van der Veer: ‘BNR kan vooruitgang boeken op economische kennis, want de presentatoren weten toch te weinig van economie en vragen niet door.’ Alle vier de deelnemers roemen Bernard Hammelburg omdat hij in zijn programma over buitenlandse politiek wel die diepgang kan brengen. Bernard Hammelburg weet heel veel, kiest een groot onderwerp uit om helemaal te belichten en praat een half uur met één persoon over het onderwerp, zodat diegene uitgebreid aan het woord komt. Ze vinden het fijn dat hij ondanks zijn enorme kennis geen overheersende mening heeft en dat hij zo vloeiend en prettig presenteert. Precies zo’n presentator zou BNR ook kunnen gebruiken op het economische vlak om daar een achtergrondprogramma mee te maken, zeggen de respondenten. Micha Linssen: ‘Ik vind dat Bernard Hammelburg heel ver komt in een interview van een half uur, ik vind het altijd jammer dat het stopt, maar het programma gaat diep genoeg op een onderwerp in. Hij kan heel goed interviewen en heeft enorm veel kennis en deskundigheid.’ De deelnemers van het tweede panelgesprek herkennen zich in wat het eerste panel vindt. Ook zij kunnen het programma van Bernard Hammelburg erg waarderen, omdat het diepgaande informatie geeft over belangrijke onderwerpen. Ook is het een rustpunt tussen alle flitsende nieuwsprogramma’s. Het tweede panel heeft ook meer behoefte aan diepgang als het gaat om de berichtgeving over de eurocrisis. De deelnemers willen dat er dieper in wordt gegaan op nieuwsfeiten en gebeurtenissen die er toe doen en dat er minder aandacht wordt besteed aan het oplepelen van beursnieuws. Eric Bleeker: ‘Ik vind het idee van een economische Bernard Hammelburg erg goed, maar het is wel lastig want Hammelburg is uniek. De meesten zijn niet zo goed.’ Erik van der Baan: ‘Er zijn twee dingen belangrijk: kennis en de juiste vragen stellen.’ Ook Rob van der Steen denkt dat het lastig wordt. ‘Buitenlandpolitiek gaat vaak meer over feiten en economie gaat vaak meer over meningen, ze zijn het nooit eens. Dus dan is het lastig zoeken naar het ware verhaal.’ Op basis van de twee panels kan ik concluderen dat er bij de doelgroep een behoefte is aan meer diepgang en scherpte over de eurocrisis. De interviews en onderwerpen over de eurocrisis gaan de luisteraars vaak niet diep genoeg, ze hebben regelmatig honger naar meer. Beide panels kunnen de vorm, stijl en inhoud van een programma als BNR Bernard Hammelburg waarderen en zien dat als een geschikte vorm om dieper in te gaan op de eurocrisis.
47
9. Aanbevelingen 9.1 Conclusie BNR Nieuwsradio heeft tot nu toe veel bericht over de eurocrisis en heeft dat op een bewuste manier gedaan. Steeds heeft de zender gezocht naar nieuwe invalshoeken, oplossingen en constructieve denkers. Dat blijkt uit de interne interviews bij BNR en uit de waardering van de luisteraars. Maar toch bleek het een lastig dossier om over te berichten. Iedere journalist vindt het moeilijk om in te schatten of ze het goed doen. Dat hebben alle journalisten van BNR en van de andere media ook aangegeven in de interviews. De complexiteit van de eurocrisis is zo groot dat er veel momenten zijn geweest waarop journalisten niet zeker wisten of ze iets misten in de brei aan informatie en geruchten. Het is ook erg onvoorspelbaar geweest, waardoor journalisten het nieuws op een directe manier hebben gebracht, steeds met de golven van de crisis mee. Door de onvoorspelbaarheid en de snelle opeenvolging van het nieuws hebben media geen tijd gehad om na te denken over een strategie of visie over de berichtgeving. Daardoor kreeg je bijvoorbeeld hyperige berichtgeving en paniek, ook onder de journalisten zelf, als het nieuws zo hard ging dat het door hun vingers heen dreigde te glippen. Er is door economen, politici en experts veel geklaagd over de manier waarop media hebben bericht. Terecht ook, volgens hype-expert Peter Vasterman, want het leek soms wel rampenverslaggeving. Vrijwel alle media hebben niet van te voren nagedacht over wat ze wel en wat ze niet brengen. Gaandeweg is dit wel gegroeid. Media kregen ervaring met de paniekgolven op de beurzen en de hetze rondom toppen. Ze weten nu dat ze niet elke keer hoeven te berichten over de Spaanse rente, want morgen is het misschien weer anders. Wat de media echt niet weten is hoe de lezers, kijkers, luisteraars het nieuws over de eurocrisis hebben ervaren. Onder sommige Nederlanders heerst er een anti-Europees sentiment en veel Nederlanders maken zich zorgen over de economie en hun eigen portemonnee. Maar wat doet dat met het mediagedrag van de Nederlander? De meeste journalisten denken dat Nederlanders crisismoe worden. Misschien wel door die overkill aan negatief nieuws en misschien mijden mensen soms zelfs wel media om het niet te hoeven horen. Wat opvalt is dat alle media ongeveer op dezelfde manier hebben bericht over de eurocrisis. Ze weten ook nu nog niet aan wat voor soort berichtgeving er eigenlijk behoefte is bij de eigen doelgroep en gaan af op hun eigen gevoel. Voor de doelgroep van BNR geldt dat de meesten zich wel eens crisismoe voelen. Bijna 60 procent van de doelgroep heeft wel eens genoeg van het nieuws over de eurocrisis. En bijna de helft daarvan, in totaal 31 procent, mijdt ook daadwerkelijk media omdat ze het even niet meer willen horen. De redenen daarvoor lopen uiteen van een negatieve toon, mismoedigheid omdat er toch geen oplossing is tot aan eigen zorgen waaraan ze door de berichtgeving herinnerd worden. Kort gezegd: crisismoeheid heeft te maken met een gevoel van uitzichtloosheid. Toch vindt BNR’s doelgroep wel dat de zender het redelijk doet. Maar uit de panelgesprekken kwam naar voren dat ze toch het één en ander missen in de berichtgeving. BNR Nieuwsradio hoeft niet minder te berichten over de eurocrisis. Ook al worden sommige panelleden wel eens crisismoe; dat is niet te wijten aan de hoeveelheid van de berichtgeving. Het nieuws is belangrijk, dus het moet gebracht worden. Ze vinden het wel vervelend als het nieuws op een negatieve of juist positieve manier gebracht wordt. Het nieuws moet realistisch zijn. Op zoek gaan naar een positieve invalshoek bij een nieuwsverhaal kunnen ze alleen waarderen als het werkelijk om een bijzonder en inspirerend verhaal gaat. Het moet nooit het echte nieuws vervangen, het is een aanvulling op het realistische nieuws. Waar je de panelleden mee wegjaagt is overdreven veel aandacht besteden aan een eurotop of persconferentie, vooral als dat om vooruitblikken gaat. Liever zien de luisteraars dat de mogelijke scenario’s uiteen worden gezet en dat de toon wat minder sensatiebelust is. Wat de panelleden opvalt is dat er bij BNR en zeker onder presentatoren niet altijd genoeg economische kennis is. Dat is vervelend als er een belangrijke econoom of een verantwoordelijk politicus aan tafel zit die eens stevig geïnterviewd moet worden. BNR zou meer moeten investeren in economische kennis. Die kennis is onderdeel van groter geheel: BNR’s berichtgeving over de eurocrisis is niet scherp genoeg en gaat niet diep genoeg.
48
De reden dat de panelleden wel eens afhaken is omdat er in de snelheid van het nieuws niet diep genoeg in wordt gegaan op de eurocrisis. Ze begrijpen dat dat niet anders kan in een nieuwsprogramma, maar ze vinden dat een complex en geladen onderwerp als de eurocrisis meer aandacht verdient. Bovendien is dit bij uitstek een onderwerp waarvan je wil dat iedereen dit begrijpt en kan volgen, omdat het zo belangrijk is. Het is ook een groot dossier, waar je heel lang over door kan praten en wat veel mensen ontzettend fascineert. Als je alle facetten van de crisis goed in perspectief zou kunnen plaatsen, met goede sprekers, een goede interviewer, interessante invalshoeken en diepgaande gesprekken... Dan zouden de luisteraars wel blijven hangen. De verantwoording van dit onderzoek en de conclusies die eruit zijn gekomen zijn te lezen in paragraaf 10.1 en 10.2 9.2 Advies Omdat er in de bestaande programma’s weinig ruimte is om diep in te gaan op nieuws rondom de eurocrisis beveel ik aan dat BNR Nieuwsradio een programma gaat maken om aan de behoefte van de doelgroep te voldoen. Er is al een speciaal programma over Europa, BNR Europa genaamd, maar dit gaat over allerlei zaken die zich afspelen in Europa. De interviews zijn in dat programma ook niet veel langer dan in de avondspits. Het is natuurlijk een optie dat het format van het programma wordt veranderd, in plaats van dat er een nieuw programma komt. Een programma over de eurocrisis zou er volgens de luisteraars hoe dan ook zo uitzien: Het programma heeft een presentator die enorm veel economische kennis heeft, die kritisch en goed kan interviewen en die een langere tijd op de radio vloeiend kan vullen. De presentator moet met zijn of haar economische kennis wel onafhankelijk en zo objectief mogelijk zijn. In elke aflevering wordt er gekozen voor één thema of invalshoek over de eurocrisis. Het zou bijvoorbeeld een hele uitzending kunnen gaan over de rol van de Europese banken of over de Portugese economie. Bij dit onderwerp moeten niet teveel sprekers worden gezocht, anders wordt het een gekrakeel van meningen. De luisteraars kunnen het ook niet waarderen als er twee personen tegenover elkaar worden gezet, alleen maar omdat hun meningen compleet verschillen. Die komen er toch niet uit, dus dat is niet constructief. Liever zijn er één of meerdere personen te gast die juist op dit specifieke onderwerp veel kennis en recht van spreken hebben. Het is aan de presentator om ze eens flink aan de tand te voelen. Hij moet ze echt kritisch interviewen, vooral als er een bewindspersoon of politicus aan tafel zit. Het belangrijkste is dat er een keer aandacht wordt besteed aan een onderwerp waar geen ruimte voor is in het directe nieuws, maar wat wel de interesse wekt van iedereen die de eurocrisis volgt. De luisteraars moeten er wijzer van worden. 9.3 Beroepsproduct Op basis van mijn advies heb ik een programmaformat gemaakt waarin alle aanbevelingen zijn verwerkt. Alle conclusies uit mijn onderzoek zijn hierin meegenomen. De naam van het programma is BNR Eurocrisis. Dat klinkt erg simpel, maar dit is geheel naar de huisstijl van BNR. Alle programma’s bij BNR beginnen met de naam van de zender, gevolgd door één woord of naam dat vertelt wat je gaat horen. De presentator van BNR Eurocrisis wordt Rob Jansen. Hij is nu al aardig wat jaren beurscommentator bij BNR en schuift ook vaak aan met het laatste economische nieuws of om een presentator bij te staan in economisch getinte interviews. Hij maakt ook wekelijks een column, inhakend op het economische nieuws. Rob Jansen heeft een mooie radiostem, kan goed interviewen, is scherp, op de hoogte van alles rond de eurocrisis en hij heeft een economische achtergrond. Rob Jansen werkt als vaste kracht voor BNR en dat is een voordeel omdat dat zijn objectivteit benadrukt. De meeste panelleden kennen Rob Jansen ook en denken dat hij zeer geschikt is als presentator van BNR Eurocrisis. Format Elke uitzending van BNR Eurocrisis duurt een half uur. Een half uur is voldoende om een onderwerp uit te diepen. De show moet ook niet te lang duren, omdat er dan wel eens luisteraars af kunnen haken. Het format is verder aardig gelijk aan een ander programma op BNR: BNR Hammelburg. Dit programma is rondom presentator Bernard Hammelburg gebouwd en gaat over buitenlandse politiek. Net als in BNR Hammelburg wordt er een halfuur lang gepraat over één onderwerp. Daarvoor worden er één of twee studiogasten 49
uitgenodigd die bij Rob Jansen aanschuiven. Deze gasten zijn heel deskundig, zoals een econoom of wetenschapper, of ze zijn verantwoordelijk voor beleid, zoals een politicus of bankier. Het moeten spraakmakende en intelligente personen zijn die het goed doen op de radio. In BNR Eurocrisis is ook regelmatig een discussie te horen tussen twee studiogasten. De presentator let erop dat het een constructieve, inhoudelijke discussie wordt en geen gekrakeel van meningen. In BNR Eurocrisis is geen ruimte voor telefoontjes, reportages of audio. Dat gaat allemaal af van de tijd dat er echt gepraat kan worden over het onderwerp. Het programma moet natuurlijk wel inhaken op actualiteiten, dus elke aflevering wordt begonnen met het samen doornemen van het nieuws over de eurocrisis op dat moment. Dat hoeft maar enkele minuten te duren. Daarna wordt er de rest van het half uur gepraat over één onderwerp. Deze onderwerpen brengen verdieping over Europa en de economie. BNR Eurocrisis gaat in op ingewikkelde dossiers, brengt niet alleen meningen maar ook uitleg, geeft altijd het perspectief en vergelijkt gebeurtenissen met het verleden. Om de inhoudelijke kwaliteit van het programma te waarborgen is het belangrijk dat de redactie en voorbereiding altijd door dezelfde redacteur worden gedaan. Deze redacteur heeft een economische achtergrond of veel economische kennis. De redacteur overlegt altijd alle inhoudelijke keuzes met presentator Rob Jansen. BNR Eurocrisis in het kort: - 30 minuten - Eén onderwerp - Eén of twee studiogasten - Een scherpe, kundige presentator Natuurlijk wordt het programma wel in een BNR-jasje gegoten met jingles, vormgeving en de stijl van BNR. In bijlage IX staat een voorbeeld van een draaiboek van BNR Eurocrisis. Dit is een draaiboek in dezelfde stijl als ze bij BNR ook gemaakt worden. De verantwoording van het beroepsproduct is te lezen in paragraaf 10.3.
50
10. Evaluatie 10.1 Verloop onderzoek Het onderzoek is naar mijn idee goed verlopen. Ik heb alle onderdelen die ik in de scriptie wilde hebben erin kunnen verwerken. De interviews met medewerkers binnen BNR zijn erg goed verlopen en ik kon iedereen spreken. De interviews met sleutelfiguren binnen concurrerende media gingen ook voorspoedig. Ik ben tevreden dat ik bij vooraanstaande media naar binnen ben gekomen en dat ik daar mocht praten met personen die verantwoordelijk zijn voor het product. Een aantal interviewverzoeken zijn niet doorgegaan. Dat gaat om verzoeken voor het Belgische Radio 1, voor BBC Radio en voor NRC Handelsblad. Het is jammer dat dit niet is doorgegaan. Vooral het Belgische Radio 1 en BBC Radio waren relevant geweest. Zo had ik de berichtgeving van nationale en internationale media over de eurocrisis kunnen vergelijken. Hier zou eventueel vervolgonderzoek naar gedaan kunnen worden. Mijn enquête had meer respondenten dan ze bij BNR hadden verwacht, maar het waren er nog steeds niet genoeg om de resultaten generaliseerbaar te noemen. Ik heb er zeer veel aan gedaan om dat wel voor elkaar te krijgen. Ik heb het op alle mogelijke manieren verspreid en via social media laten versturen door BNR zelf en door de presentatoren met veel volgers, zoals Humberto Tan. Om mijn resultaten te toetsen wilde ik panelgesprekken met respondenten organiseren. Ik heb twee panels gehouden en ik ben zeer tevreden met het resultaat. De panels waren nuttig en hebben veel betekend voor mijn uiteindelijke conclusies. Al met al kijk ik tevreden terug op de enquêten en panelgesprekken. De resultaten zijn onmisbaar voor het onderzoek. In mijn deskresearch heb ik geprobeerd zo diep mogelijk te zoeken naar informatie in zowel Nederlandse als internationale bronnen. In ben tevreden over de informatie die ik heb gevonden en de waarde van mijn bronnen. De deskresearch zorgt er samen met de interviews, de enquête en de panels voor dat het onderzoek één geheel is. Voor mijn gevoel heb ik alle informatie op tafel gelegd, de informatie is verzadigd. Ik heb langer over mijn scriptie gedaan dan ik aanvankelijk van plan was. Ik wilde het netjes voor de zomer afronden, ook al wist ik dat dit een erg krappe deadline was. Uiteindelijk heb ik meer tijd nodig gehad om het onderzoek goed af te kunnen ronden. Dat is voor mij een goede keuze geweest. Ik heb het nu niet hoeven afraffelen en ik heb alles goed kunnen uitwerken. Ik had die extra maanden ook nodig om alle informatie op een rij te zetten en om richting te geven aan het onderzoek. 10.2 Verantwoording onderzoek In dit hoofdstuk ga ik in op de validiteit, generaliseerbaarheid, betrouwbaarheid, relevantie en de bruikbaarheid van dit onderzoek. Ik licht toe of mijn onderzoek aan deze vijf criteria voldoet en waarom. Validiteit Een valide onderzoek meet de juiste resultaten. Het gaat er dus om dat je meet wat je meten wilt. (Wat is onderzoek, hoofdstuk 5, 2009). Zo moet blijken op welke manier de doelgroep van BNR het nieuws over de eurocrisis zo aantrekkelijk mogelijk vindt. Een valide antwoord op die vraag bereik je door de variabelen onder de respondenten zoveel mogelijk te verspreiden. De variabelen die daarbij belangrijk zijn: -
Leeftijd van de respondenten Geslacht van de respondenten Beroepsniveau van de respondenten
Van de geënquêteerden is 85 procent man en 15 procent vrouw. Het blijkt lastig te zijn om vrouwen te bereiken. BNR richt zich zoveel mogelijk op mannen en vrouwen, maar in de praktijk worden mannen makkelijker bereikt. Dat geldt zowel voor het bereik van de doelgroep in het algemeen als het bereik van luisteraars die willen deelnemen aan onderzoek. BNR ervaart dit zelf ook altijd en weet niet hoe zij vrouwen beter kunnen bereiken. Aan de panelgesprekken deden geen vrouwen mee. Er zijn zelfs geen vrouwen uit mijn enquête die hebben aangegeven dat ze deel willen nemen aan een panelgesprek.
51
Uit de enquête blijkt wel dat mijn respondenten van alle leeftijden zijn. De leeftijd van de respondenten die in de doelgroep vallen (25 tot 50 jaar) is ook zeer verspreid. Het beroepsniveau van de respondenten uit de steekproef is vaak hoger opgeleid (HBO+) of ze zijn ondernemer. BNR richt zich op hoger opgeleiden, dus is het logisch dat er meer hoger opgeleiden zijn die deelnemen aan het onderzoek. Bij 40 procent van de respondenten is de hoogst gevolgde opleiding hoger opgeleid. Veel respondenten hebben dus een hoger opgeleide baan zonder de opleiding die erbij hoort. Als ik kijk naar de hoogst genoten opleiding dan is het verschil tussen hoog en laag opgeleid 40 om 60 procent. Landelijk was in 2010 28 procent van de mensen tussen de 15 en 64 jaar hoger opgeleid en dat percentage stijgt jaarlijks(CBS, 2011). Dat zit dus redelijk in de buurt. Daaruit maak ik op dat de spreiding tussen de beroepsniveau’s voldoende is. Er is een verschil tussen de gewenste doelgroep en de doelgroep die daadwerkelijk door BNR wordt bereikt. Ik kan mij voorstellen dat er op basis van dit onderzoek een vervolgonderzoek komt naar het feit dat er bijna alleen maar mannen reageren op verzoeken in het kader van onderzoek. Het zou kunnen betekenen dat BNR vrouwen helemaal niet zo goed bereikt en dat ze daarom ook nauwelijks deelnemen aan onderzoeken. Het is veelbetekenend dat BNR dit ook als een bekend probleem ervaart. Doordat ik veel meer mannen dan vrouwen heb als respondenten zijn mijn steekproef en panels niet compleet valide te noemen. Wel heb ik genoeg variatie in leeftijd en beroepsniveau in mijn onderzoek. Mijn onderzoek is zo valide mogelijk. Generaliseerbaarheid De enquête is niet helemaal generaliseerbaar, omdat de enquête niet representatief is voor de hele doelgroep. Maar ik kan de enquête wel gebruiken om een beeld te krijgen van wat de doelgroep vindt van BNR’s berichtgeving over de eurocrisis. Bovendien heb ik een aantal luisteraars uitgenodigd voor panelgesprekken. Ik heb de uitslag van de enquête getoetst op mijn panels om zo dieper op de enquête in te gaan en tot kwalitatieve resultaten te komen. Dat de enquête niet zo grootschalig is, is voor BNR ook niet erg. De zender wil niet per se veel luisteraars bereiken, maar wil zo goed mogelijk de eigen doelgroep bereiken. Kwaliteit gaat bij BNR Nieuwsradio boven kwantiteit. Het is voor BNR belangrijker om goede, kwalitatieve informatie te hebben van de doelgroep dan om een precieze, generaliseerbare enquête te hebben, terwijl er vragen blijven liggen. Dankzij de twee panelgesprekken zijn de resultaten uit de enquête helemaal uitgediept en kan ik de uitkomsten kwalitatief duiden. (Wat is onderzoek, hoofdstuk 5, 2009). Betrouwbaarheid Om de betrouwbaarheid te vergroten zijn de uitslagen van de enquête getoetst op panels met luisteraars die tot de doelgroep behoren. Zo konden de resultaten worden geduid en juist worden geïnterpreteerd. De panels vormen daardoor toegevoegde waarde voor de betrouwbaarheid. De kwalitatieve interviews zijn een aanvulling op de deskresearch in het onderzoek. Door op basis van de deskresearch personen te interviewen krijg ik een betrouwbaar beeld van de waarde en waarheid van de informatie. De panelgesprekken en de kwalitatieve interviews zijn opgenomen met een audio recorder. Zo kunnen de meningen en discussies later worden teruggeluisterd en kan de inhoud worden geanalyseerd. Ik heb op intensieve wijze kwalitatieve interviews gehouden, deskreseach gedaan en de resultaten uit de enquête op panels getoetst. Daardoor bevat het onderzoek weinig toevallige fouten. Bij herhaling van dit onderzoek zal deze waarschijnlijk tot dezelfde uitslag leiden. Daarom is dit onderzoek betrouwbaar te noemen. (Wat is onderzoek, hoofdstuk 5, 2009). Relevantie De relevantie van het onderzoek is voor BNR hoog. In het onderzoek wordt BNR Nieuwsradio vergeleken met andere media en is er onderzoek gedaan onder de luisteraars in de doelgroep van BNR. BNR heeft dankzij het onderzoek inzicht gekregen in hun eigen berichtgeving over de eurocrisis en wat de doelgroep daarvan vindt. Dankzij de interviews, enquête en panelgesprekken zijn er conclusies uit het onderzoek gekomen waar BNR mee aan de slag kan. Behalve voor de opdrachtgever zelf is het onderzoek ook relevant voor andere media en media-onderzoekers. Het geeft inzicht in de keuzes van media en de behoeften van nieuwsconsumenten bij zo’n groot en complex dossier als de eurocrisis. Het onderzoek brengt in kaart hoe Nederlandse media de eurocrisis hebben verslagen en wat de media daar lastig in vonden. Ook hebben nieuwsconsumenten zich uitgesproken over de behoefte aan nieuws over de eurocrisis, de manier waarop ze het nieuws aantrekkelijk 52
genoeg is om tot zich te nemen en over de eventuele crisismoeheid en waar dat door wordt veroorzaakt. Voor andere journalisten is deze informatie interessant omdat ook zij worstelen met de manier waarop ze berichten over de eurocrisis en hoe dat valt bij het publiek. Voor media-onderzoekers is dit interessant omdat het ingaat op de informatiebehoefte van het publiek bij grote economische crises. Daar is niet eerder onderzoek naar gedaan en daar zou verdergaand onderzoek naar gedaan kunnen worden, zie paragraaf 10.4. (Wat is onderzoek, hoofdstuk 5, 2009). Bruikbaarheid Het onderzoek is gedaan in opdracht van BNR Nieuwsradio en de resultaten zijn zeker bruikbaar voor BNR. Het advies is al in de vorm van een format gegoten als beroepsproduct, waardoor BNR daarnaar kan kijken en het mogelijk zelfs kan uitvoeren. BNR kan de informatie uit het onderzoek gebruiken om zich bewust te zijn van de wensen van luisteraars tijdens het maken van radio en tegelijkertijd zijn de conclusies praktisch door te voeren op de zender. De resultaten zijn hoe dan ook toe te passen in de praktijk. (Wat is onderzoek, hoofdstuk 5, 2009). 10.3 Verantwoording beroepsproduct Op basis van de resultaten en conclusies uit het onderzoek heb ik een programmaformat gemaakt voor BNR Nieuwsradio. Hierin zijn alle aanbevelingen verwerkt. Voor dit format heb ik een aantal keuzes gemaakt die ik in deze paragraaf verantwoord. Een apart programma: ik heb gekozen om op basis van mijn conclusies een apart programma te bedenken, omdat dat het beste past bij de wensen van de doelgroep. De doelgroep heeft behoefte aan meer tijd, diepgang, scherpte en andere invalshoeken als het gaat om de eurocrisis. Een voorbeeld: lange gesprekken van minimaal een half uur over de eurocrisis. Als ik de programma’s die nu bestaan beschouw, dan zie ik niet hoe dit erin zou passen. Het is natuurlijk altijd mogelijk om een programma ‘te verbouwen’ tot het format dat ik nu heb gemaakt. Dat zou bijvoorbeeld met BNR Europa kunnen. Maar in het format van BNR Europa is op dit moment geen ruimte om alle wensen van de luisteraars te vervullen. Naam programma: ik heb gekozen voor de naam BNR Eurocrisis omdat dat helemaal in de huisstijl van BNR past. Alle programmanamen van BNR beginnen met de naam van de zender, gevolgd door een woord dat omschrijft waar het programma over gaat, of, indien een nieuwsprogramma, met de naam van de presentator, zodat je weet wie het nieuwsprogramma presenteert. Het is een simpele formule die wel erg duidelijk is. Hierdoor blijven luisteraars misschien ook wel eerder luisteren als ze het programma niet kennen dan wanneer het een naam zou hebben die luisteraars niet direct kunnen plaatsen. Presentator: ik heb gekozen voor Rob Jansen omdat ik van hem weet dat hij dit goed zou kunnen presenteren. Hij heeft veel ervaring met presenteren en interviewen op de radio. Hij werkt al een paar jaar voor BNR, waardoor hij de zender en gang van zaken goed kent. Hij heeft een brede economische achtergrond en is pas later de journalistiek ingestapt, waardoor hij beter dan de gemiddelde journalist begrijpt hoe de economie werkt. Als vaste beurscommentator bij BNR houdt hij alles bij en is hij op de hoogte van elke ontwikkeling. Bovendien is hij onafhankelijk, objectief, kritisch en scherp en komt hij sympathiek over op de radio. Een andere presentator is natuurlijk altijd mogelijk. Eén of twee studiogasten: er komen niet meer dan één of twee sprekers aan bod in BNR Eurocrisis. Daarmee heb je de ruimte en tijd om met die sprekers in te gaan op een onderwerp, zonder dat er van alles tussendoor moet of dat je iedereen zijn beetje aandacht moet geven. Soms is er in het format van BNR Eurocrisis ook ruimte voor twee studiogasten. De luisteraars vinden namelijk dat iedereen maar een mening over de oplossing van de eurocrisis heeft, maar dat het niet duidelijk wordt wie er nou gelijk heeft. Het is prettig als er ruimte is voor inhoudelijke discussie, vinden de luisteraars. Meer dan twee studiogasten moeten het echter niet worden, omdat dat teveel sprekers zijn om in één half uur voldoende aan het woord te laten. Er moeten ook niet elke week twee sprekers zijn, want dan wordt het een discussieprogramma, in plaats van een achtergrondprogramma. Eén onderwerp: in BNR Eurocrisis is geen ruimte voor telefoontjes, reportages of audio. Dat gaat allemaal af van de tijd dat er echt gepraat kan worden over het onderwerp. Om diep in te kunnen gaan op een onderwerp is het echt noodzakelijk dat er keuzes worden gemaakt in een programma, hoe interessant of veelzijdig de studiogast ook is. Nieuws doornemen: ook al is er eigenlijk alleen ruimte voor één onderwerp, toch neemt Rob Jansen altijd even het nieuws door met zijn studiogast. Dit is belangrijk omdat het de actualiteit van het programma vergroot. Je maakt duidelijk dat je als zender al het nieuws over de eurocrisis volgt, ook al ga je het het komende halfuur over een ander onderwerp 53
over de crisis hebben dan nu in het nieuws is. Ook maak je de start van het programma iets luchtiger en gevarieerder. Het is een manier om het ijs te breken met je studiogast. De luisteraar kan op deze manier de studiogast en zijn opvattingen in het kort even leren kennen. Na het nieuws kan je makkelijker overgaan op zwaardere kost. Het nieuws doornemen moet vlot zijn en niet teveel tijd in beslag nemen. Drie à vier minuten is lang genoeg om drie nieuwsonderwerpen die aan de eurocrisis gerelateerd zijn door te nemen. 10.4 Mogelijkheden voor vervolgonderzoek Omdat het voor mij lastig was om voldoende respondenten bij elkaar te krijgen, legde ik aan de deelnemers van de panelgesprekken voor waarom dat is. De deelnemers van het eerste panel denken dat er niet echt een community is onder vaste luisteraars van BNR. Een aantal van de respondenten zijn een paar jaar terug ‘Vriend van BNR’ geworden om zo de zender te steunen. Maar daar hebben ze nooit iets voor teruggezien en dat vinden ze toch wel jammer. Maar erg belangrijk vinden ze een gemeenschap ook niet. BNR is een nieuwszender en die zet je aan als je op de hoogte wilt zijn. Misschien is de inhoud ook wel ongeschikt om een grote hoeveelheid fans mee te vergaren. Het is ook niet heel erg nodig of logisch, zeggen de respondenten. Ze vinden wel dat BNR best vaker luisteraars om hun mening kan vragen over de zender om zo de kwaliteit te verhogen. Het tweede panel vindt de gemeenschap onder luisteraars ook niet erg belangrijk. Dat verwachten zij niet van een nieuwszender. Het enige dat zij willen is dat zij nieuws kunnen consumeren dat ze aanspreekt. Ze kunnen het daarom wel waarderen als BNR ze betrekt bij het inhoudelijk verbeteren van de zender. Daar willen ze graag hun steentje aan bijdragen. Ik kan in dit onderzoek niet inschatten of een gebrek aan een luistergemeenschap de reden is dat de doelgroep zo moeilijk te bereiken is voor BNR. Daar zou vervolgonderzoek naar gedaan kunnen worden. Ook zou er vervolgonderzoek gedaan kunnen worden naar het feit dat ik bijna alleen maar mannen heb kunnen bereiken in mijn onderzoek. Daar werd ik van tevoren al voor gewaarschuwd door BNR zelf. Ook in eigen onderzoeken heeft BNR moeite om vrouwen te bereiken, terwijl de zender zich niet specifiek op mannen richt. BNR wil zowel mannen als vrouwen bereiken. Maar er is een verschil tussen de gewenste doelgroep en de doelgroep die daadwerkelijk door BNR wordt bereikt. Het zou kunnen betekenen dat BNR vrouwen helemaal niet zo goed bereikt en dat ze daarom ook nauwelijks deelnemen aan onderzoeken. Een derde mogelijkheid voor vervolgonderzoek is de rol van de media in crises als deze eurocrisis. Er is veel kritiek op de berichtgeving van media over de eurocrisis, zie ook paragraaf 5.3. Media hebben soms de neiging om het negatieve nieuws eruit te lichten. Bovendien is er ook vooral negatief nieuws, waardoor dat de boventoon voert. Door negatieve berichtgeving kunnen media er wel voor zorgen dat consumenten de put in worden gepraat en minder vertrouwen krijgen in de economie. En dat zorgt voor minder aankopen en een zwakkere economie, Een mogelijkheid voor vervolgonderzoek is nagaan of de media de eurocrisis hebben versterkt door hun berichtgeving.
54
Literatuurlijst •
Alles over marktonderzoek. (2012). Steekproefcalculator. Geraadpleegd op: 11 april 2012, van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/steekproefalgemeen/steekproefcalculator
•
Berg, A. van den. [Persoonlijk interview]. 8 mei 2012.
•
Bicker Caarten, M. (2008). Knerpend Grind. Amsterdam: Balans.
•
BNR. (13 oktober 2011). BNR vernieuwt. Geraadpleegd op: 19 april 2012, van: http://www.bnr.nl/overbnr/240365-1109/bnr-vernieuwt
•
BNR. (z.j.). Programma’s. Geraadpleegd op: 23 april 2012, van: http://www.bnr.nl/programma/
•
BNR Archief. (3 juli 2012). BNR Paul van Liempt: journalistenpanel. Geraadpleegd op: 10 juli 2012, van: http://www.bnr.nl/?player=archief&fragment=201207031116001200
•
BNR, Arjan Meesterburrie. (26 juli 2012). Duitse toppoliticus: Griekenland raus! Geraadpleegd op: 26 juli 2012, van: http://www.bnr.nl/topic/schuldencrisis/5479841207/duitse-toppoliticus-griekenland-raus
•
BNR, Arjan Meesterburrie. (17 augustus 2012). Finland maakt zich klaar voor einde euro. Geraadpleegd op: 6 september 2012, van: http://www.bnr.nl/topic/schuldencrisis/426559-1208/voorbereiden-op-uiteenvalleneurozone
•
BNR, Maurice Driessens. (2 december 2011). Over BNR. Geraadpleegd op: 19 april 2012, van: http://www.bnr.nl/overbnr/2011/02/21/over-bnr
•
BNR, Melvin Captein. (5 september 2012). ‘Draghi moet verwachtingen beter managen’. Geraadpleegd op: 6 september 2012, van: http://www.bnr.nl/topic/schuldencrisis/927714-1209/draghi-moet-verwachtingenbeter-managen
•
BNR, Thijs Baas. (29 juni 2012). Wisselende reacties op masterplan Van Rompuy. Geraadpleegd op: 29 augustus 2012, van: http://www.bnr.nl/topic/schuldencrisis/557854-1206/wisselende-reacties-opmasterplan-van-rompuy
•
BNR, webredactie. (21 augustus 2012). Duurzaam ondernemen levert geld op. Geraadpleegd op: 6 september 2012, van: http://www.bnr.nl/topic/beurs/8868611201/duurzaam-ondernemen-levert-geld-op
•
Baan, E. van der, E. Bleeker, T. Siebelink, R. van der Steen & V. Zaal. [Panelgesprek]. 1 augustus 2012.
•
CBS. (6 december 2011). Jaarboek Onderwijs in cijfers 2011. Geraadpleegd op: 16 augustus 2012, van: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/FC6D3388-0F9E-4129-8F2B53022BA3F774/0/2011f162pub.pdf
•
Crisismoe, helpt je de crisis door. (z.j.). Waarom crisismoe. Geraadpleegd op: 23 april 2012, van: http://www.crisismoe.nl/ 55
•
Coolpolitics, Iris Visser. (30 januari 2012). Luie berichtgeving over Grieken. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://www.coolpolitics.nl/wetenschap/luie-berichtgeving-over-grieken/
•
De Nieuwe Reporter, Jaap van Duijn. (18 februari 2009). De media zijn niet te negatief maar te goedgelovig. Geraadpleegd op: 23 maart 2012, van: http://www.denieuwereporter.nl/2009/02/de-media-zijn-niet-te-negatief-maar-tegoedgelovig/
•
De Nieuwe Reporter, Theo van Stegeren. (12 maart 2006). FD Mediagroep: profiel van een crossmediale voorloper. Geraadpleegd op: 19 april 2012, van: http://www.denieuwereporter.nl/2006/03/fd-mediagroep-profiel-van-eencrossmediale-voorloper/
•
De Waan van de Dag. (11 november 2011). Paul van Gessel (BNR) en financieel geograaf Ewald Engelen over de kwaliteit van de berichtgeving over de eurocrisis. Geraadpleegd op: 19 april 2012, van: http://www.uitzending.net/gemist/76678/Nederland-2/De_Waan_van_de_Dag.html
•
Der Spiegel. (15 februari 2010). A media plot against Madrid? Spanish Intelligence reportedly probing ‘attacks on economy’. Geraadpleegd op: 13 augustus 2012, van: http://www.spiegel.de/international/europe/a-media-plot-against-madrid-spanishintelligence-reportedly-probing-attacks-on-economy-a-677904.html
•
Europa Nu (z.j.). Begrotingstekort Spanje. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://www.europa-nu.nl/id/virk9y3gmztj/begrotingstekort_spanje#p2
•
FD (z.j.). Over FD. Geraadpleegd op: 24 mei 2012, van: http://fd.nl/service/overfdmg/2011/05/19/over-fd1
•
FD, Ulko Jonker. (25 juli 2012). Fundament onder euro brokkelt verder af. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://fd.nl/economie-politiek/5696801207/fundament-onder-euro-brokkelt-verder-af
•
FD Mediagroep. (z.j.). Tariefkaart 2012 Q2 Luisteraarprofiel. Geraadpleegd op: 19 april 2012, van: http://www.fdmg.nl/incoming/316928-1203/bnr-nieuwsradiotariefkaart-2012-q2/BINARY/BNR+Nieuwsradio+Tariefkaart+2012+Q2
•
Fictoor, J. en S. Kroeske. (2008). Radiomanagement. Den Haag: Boom Onderwijs
•
FU, Faculteit Sociale Wetenschap (17 februari 2012). Hebben de media de Europese Crisis gecreëerd? Geraadpleegd op: 14 juni 2012, van: http://www.fsw.vu.nl/nl/nieuws-agenda/nieuws/2012/faculteitslezing-media.asp
•
Gessel, P. van. [Persoonlijk interview]. 3 mei 2012.
•
Gessel, P. van. (
[email protected], 7 augustus 2012). Re: Slechte cijfers BNR
•
Gelauff, M. [Telefonisch interview]. 22 mei 2012.
•
Geller, V. (2011). Beyond Powerful Radio. Waltham, Massachusetts: Focal Press/Elsevier.
•
Goedemorgen Nederland. (4 juni 2012). SP Europarlementariër Dennis de Jong over Europees masterplan. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: 56
http://goedemorgennederland.kro.nl/seizoenen/2012-06/afleveringen/04-062012/fragmenten/sp_europarlementarier_dennis_de_jong_over_europees_masterp lan •
Grand, K. la. (
[email protected], 16 augustus 2012). Re: Merkkader BNR
•
Grand, K. la. (
[email protected], 4 april 2012). Re: Doelgroep BNR
•
Grijzen, P. [Persoonlijk interview]. 3 mei 2012.
•
Hammelburg, B. [Persoonlijk interview]. 3 mei 2012.
•
Hekking, H.D. [Persoonlijk interview]. 10 mei 2012.
•
Jansen, R. [Persoonlijk interview]. 4 mei 2012.
•
Jonge, C. de. [Persoonlijk interview]. 4 mei 2012.
•
Klanttevredenheid (8 januari 2008). Schaalgebruik in tevredenheidsonderzoek. Geraadpleegd op: 15 juni 2012, van: http://www.klanttevredenheid.nl/item_c0_Schaalgebruik-intevredenheidsonderzoek_80.html
•
Kwalon. (2011). Theoretical Sampling en Saduration. Geraadpleegd op: 15 mei 2012, van: http://www.metamedicavumc.nl/pdfs/boerKWALON2011001008.pdf
•
Leeuw, A. van der. (
[email protected], 16 augustus 2012). Re: BNR geel
•
Lijn, T. van der. (
[email protected], 30 mei 2012). Re: Grafieken en tabellen over bereik BNR
•
Linssen, M., G. Loderus, J. Roobeek & R. van der Veer. [Panelgesprek]. 19 juli 2012
•
Mediapsychologie. (15 maart 2011). Slecht nieuws is lekker. Geraadpleegd op: 23 maart 2012, van: http://mediapsychologie.nl/2011/03/15/mediapsychologie-slechtnieuws-is-lekker/
•
Meesterburrie, A. [Persoonlijk interview]. 27 april 2012.
•
MIC Schrijfgids. (2010). Geraadpleegd op: 23 maart 2012, van: https://intra.mim.hva.nl/schrijfgids/
•
Nederlands Media Nieuws, Bas Vlugt. (5 december 2011). Paul van Gessel over BNR Nieuwsradio. Geraadpleegd op: 19 april 2012, van: http://www.nederlandsmedianieuws.nl/Media-Nieuws/paul-van-gessel-over-bnrnieuwsradio.html
•
NOS. (26 juli 2012). Grieken korten 117 miljard extra. Geraadpleegd op: 26 juli 2012, van: http://nos.nl/artikel/399082-grieken-korten-117-miljard-extra.html
•
NOS (z.j.). Over NOS, onze programma’s. Geraadpleegd op: 24 mei 2012, van: http://over.nos.nl/programma-s/onze-programma-s 57
•
NRC (25 juli 2012). Onhoudbare rente op Spaanse staatsobligaties blijft stijgen. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://www.nrc.nl/nieuws/2012/07/25/rente-spaanse-staatsobligaties-blijft-stijgen/
•
One11. (z.j.). One11, een journalistiek nieuwjaarscadeau voor Nederland. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://www.one11.nl/index.php?go=home.showPages&pagenr=200
•
One11. (z.j.). Scooteren tegen suïcide. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://www.one11.nl/index.php?go=one11.bijdrage&pagenr=194&bijdrageID=3
•
Online Enquête Weblog (24 mei 2011). Online enquêtes: welke Likertschaal kan je het beste gebruiken? Geraadpleegd op: 15 juni 2012, van: http://weblog.netq.nl/online-enquete-maken/online-enquetes-en-likertschalenwelke-kun-je-het-beste-gebruiken/
•
Radiofreak. (z.j.). Luistercijferdossier. Geraadpleegd op: 25 april 2012, van: http://www.radiofreak.nl/luistercijfers/vergelijk/?page=vergelijk&Doelgroep=1&type= Luistertijd&Periode_1=1202&Periode_2=1201
•
Rijksoverheid (z.j.). Ontstaan kredietcrisis. Geraadpleegd op: 16 mei 2012, van: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kredietcrisis/ontstaan-kredietcrisis
•
RTL Nieuws, Vraag het Frits Wester. (18 januari 2012). Verergeren media de crisis? Geraadpleegd op: 23 maart 2012, van: http://blogs.rtlnieuws.nl/vraaghetfritswester/247-verergeren-de-media-de-crisis.html
•
RTL. (z.j.). Adverteren op RTL Z. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://www.rtl.nl/service/rtlnederland/adverteren/televisie/rtlz/
•
RTL Z. (26 juli 2012). Duitse toppoliticus uit Beieren: Grieken uit euro. Geraadpleegd op: 26 juli 2012, van: http://www.rtl.nl/components/financien/rtlz/nieuws/2012/30/duitsetoppoliticus_grieken-uit-euro.xml
•
RTL Z. (z.j.). Wat nou crisis. Geraadpleegd op: 23 april 2012, van: http://www.rtl.nl/financien/rtlz/watnoucrisis/index.xml
•
Schut, M. [Persoonlijk interview]. 26 april 2012.
•
Sengers, F. [Persoonlijk interview]. 4 juni 2012.
•
Uffelen, X. van. [Persoonlijk interview]. 7 juni 2012.
•
Vasterman, P. [Telefonisch interview]. 22 augustus 2012.
•
Verhoeven, N. (maart 2009). Wat is onderzoek?. Den Haag: Boom Lemma.
•
Veenstra, D. [Persoonlijk interview]. 21 mei 2012.
•
Visser, M. (2012). De Eurocrisis. Amsterdam: Atlas Contact Business.
58
•
Visser, M. [Telefonisch interview]. 8 mei 2012.
•
Volkskrant. (26 augustus 2012). Over de Volkskrant, direct link naar Wikipedia. Geraadpleegd op: 6 september 2012, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/De_Volkskrant
•
Volkskrant. (26 juli 2012). Hoe Griekenland 11,5 miljard in twee jaar wil gaan besparen. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2668/Buitenland/article/detail/3292029/2012/07/26/H oe-Griekenland-11-5-miljard-in-twee-jaar-wil-gaan-besparen.dhtml
•
Welingelichte Kringen, Gerard Driehuis. (11 juni 2012). Zo werkt de Eurocrisis (kortst mogelijke samenvatting). Geraadpleegd op: 14 augustus 2012, van: http://www.welingelichtekringen.nl/economie/39003/zo-werkt-de-eurocrisis-kortstmogelijke-samenvatting.html
•
Z24, Jeroen de Boer. (19 augustus 2011). Euro weg? Zo’n puinhoop kan het worden. Geraadpleegd op: 15 augustus 2012, van: http://www.z24.nl/analyse/artikel_233333.z24/Euro_weg__Zo_n_puinhoop_kan_he t_worden.html
•
Z24. (1 maart 2011). Welkom bij Z24. Geraadpleegd op: 24 mei 2012, van: http://www.z24.nl/overz24/artikel_5015.z24/Welkom_bij_Z24.html
59
Bijlage l: Deelvragen Deelvraag 1: Wat is BNR Nieuwsradio? - Wat is de geschiedenis van de zender? - Wat voor radio maakt BNR Nieuwsradio? Deelvraag 2: Wie zijn de luisteraars van BNR Nieuwsradio? - Hoeveel luisteraars heeft BNR Nieuwsradio? - Wat is de doelgroep van BNR Nieuwsradio? - Wie zijn de ijkpersonen van BNR Nieuwsradio? - Op welke manier betrekt BNR zijn luisteraars bij de zender? Deelvraag 3: Wat is de eurocrisis? - Hoe is het ontstaan? - Hoe hebben de media over het algemeen over de eurocrisis bericht? Deelvraag 4: Hoe brengt BNR Nieuwsradio het nieuws over de eurocrisis? - Welke afwegingen worden daarbij gemaakt? - Wat kan er volgens BNR zelf beter? - Waar hebben de luisteraars volgens BNR behoefte aan als het gaat om nieuws over de eurocrisis? Deelvraag 5: Wie zijn de concurrenten van BNR Nieuwsradio? - Op welke manier zijn de concurrenten te vergelijken met BNR? - Hoe brengen concurrenten van BNR Nieuwsradio het nieuws over de eurocrisis? - Welke afwegingen maken zij daarbij? - Waar hebben de luisteraars, lezers of kijkers van de concurrenten, volgens henzelf, behoefte aan als het gaat om nieuws over de eurocrisis? Deelvraag 6: Wat willen de luisteraars over de eurocrisis horen? - Wat voor nieuws willen de luisteraars over de eurocrisis horen? - Hoeveel nieuws over de eurocrisis willen de luisteraars horen? - Hoe moet het nieuws over de eurocrisis door BNR Nieuwsradio worden gebracht?
60
Bijlage II: Vragenlijsten interviews Aan de interne medewerkers van BNR heb ik allemaal onderstaande vragen gesteld in de interviews. Doordat ik ze dezelfde vragen heb gesteld kan ik de antwoorden vergelijken. Zo kan ik zien of de ideeën van de medewerkers over de doelen van het bedrijf overeen komen. Het gaat hier om Paul van Gessel, Meindert Schut, Connie de Jonge, Arjan Meesterburrie, Petra Grijzen, Rob Jansen, Bernard Hammelburg, Stefan de Vries en, deels, Martin Visser. -
Wat is de doelgroep van BNR en wat is het doel? Wat wil de doelgroep horen, waar heeft de luisteraar behoefte aan? Hoe heeft BNR bericht over de eurocrisis? Was de berichtgeving voldoende en volledig? Hoe heeft BNR het gedaan in vergelijking met andere media? Hoe belangrijk is het dossier van de eurocrisis voor BNR? Waarom vindt BNR het belangrijk om veel te berichten over de eurocrisis? Nieuws over de eurocrisis is overal; wat brengt BNR wel en wat niet? Hoe komen die inhoudelijke keuzes tot stand? In welke vorm wordt het nieuws over de eurocrisis gebracht? Met welke tone of voice? Wat is bij BNR de verhouding tussen goed en slecht nieuws? In hoeverre houd je daar rekening mee? Hoe bericht je over zo’n complex dossier als de eurocrisis, hoe houd je het prikkelend en begrijpelijk? Je kon van tevoren niet voorspellen hoelang de crisis zou duren; hoe behoud je de spanningsboog? Houd je wel eens rekening met de optie dat luisteraars crisismoe zijn? Op wat voor manier houd je daar rekening mee, of: waarom niet? Denk je dat luisteraars ook echt crisismoe zijn? Waarom en hoe komt dat? Hoe houd je daar eventueel rekening mee? Hoe ga je om met het sentiment en onderbuikgevoelens over de eurocrisis in de samenleving? Hoe weet je of jij zelf en of de zender het goed doet? Hoe is het contact en de aansturing vanuit de hoofdredactie? Is er ruimte voor verbetering bij BNR en waar zit hem dat dan in?
Aan de medewerkers van concurrerende media heb ik onderstaande vragen gesteld in de interviews. Ik heb ze allemaal dezelfde vragen gesteld, zodat ik de antwoorden gemakkelijk met elkaar kan vergelijken. Het gaat hier om Han Dirk Hekking en, deels, Martin Visser van Het Financieele Dagblad, Arend van den Berg van Z24, Durk Veenstra van RTL Z, Marcel Gellauf van NOS, Xander van Uffelen van de Volkskrant en Fred Sengers van KRO’s Goedemorgen Nederland. -
Hoe vindt u dat berichtgeving over de eurocrisis is geweest? Hoe vindt u dat andere media het hebben gedaan? Hoe heeft BNR het in uw ogen gedaan? Wat is uw doelgroep? Waar heeft uw doelgroep behoefte aan? Heeft u aan de informatiebehoefte van uw doelgroep voldaan als het over de eurocrisis gaat? Hoe belangrijk is het dossier eurocrisis voor u/uw medium? Waarom vindt u dit (niet) zo belangrijk? Hoeveel aandacht heeft u eraan besteed? Heeft u er te weinig, voldoende of teveel aandacht aan besteed? Op welke manier besteedt u aandacht aan de eurocrisis? In welke vorm en met welke toon? Wat zijn uw selectiecriteria, welk nieuws over de eurocrisis gaat mee en welk nieuws niet? Hoe bericht u over zo’n complex dossier als de eurocrisis, hoe houdt u het prikkelend en begrijpelijk? U kon van tevoren niet voorspellen hoelang de crisis zou duren; hoe behoudt u de 61
-
spanningsboog? Houdt u er rekening mee dat sommige Nederlanders misschien crisismoe zijn? Gelooft u dat ook? Zo ja: waardoor dan, zo nee: waarom niet? Probeert u hiermee rekening te houden, en zo ja: hoe? Hoe gaat u om met het sentiment en onderbuikgevoelens over de eurocrisis in de samenleving? Had u in uw berichtgeving over de eurocrisis iets beter kunnen doen?
Aan Peter Vasterman, universitair docent journalistiek, heb ik de volgende vragen gesteld: -
Hebben de media tijdens de eurocrisis hypes gecreëerd? Kan je het wel een hype noemen als het echt heel spannend is, hypes gaan vaak over minder belangrijke zaken waar bovenmatig veel aandacht voor is? Was de aandacht voor Griekenland terecht? Was de aandacht voor de Europese toppen terecht? Hoe hebben de media volgens u bericht over de eurocrisis? Te veel, te weinig, objectief, veelzijdig, begrijpelijk, negatief...? Moeten media iets positiever zijn? Denkt u dat mensen crisismoe worden van de berichtgeving? Sommigen zeggen dat media de crisis veroorzaken of verergeren, hoe denkt u daarover?
62
Bijlage III: Enquête In deze bijlage vindt u de vragen zoals ze gesteld zijn in de enquête en daaronder tabellen met daarin de resultaten uit de enquête. 1. Hoe vaak luistert u naar BNR? [dagelijks] [wekelijks] [ongeveer 1 keer per maand] [ongeveer 1 keer in de drie maanden] [ongeveer 1 keer per jaar] [nooit] 2. In hoeverre bent u geïnteresseerd in het nieuws over de eurocrisis? [heel erg geïnteresseerd] [geïnteresseerd] [neutraal] [ongeïnteresseerd] [heel erg ongeïnteresseerd] 3. Hoe goed heeft u het nieuws over de eurocrisis gevolgd? [goed] [voldoende] [neutraal] [onvoldoende] [slecht] 4. Wat vindt u van de hoeveelheid nieuws hierover op BNR? [te weinig] [precies goed] [te veel] [geen mening] 5. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? Ik vind de toon waarop BNR het nieuws over de euro brengt zeurderig [helemaal mee eens] [eens] [neutraal] [oneens] [helemaal mee oneens] Ik vind de toon waarop BNR het nieuws over de euro brengt cynisch [helemaal mee eens] [eens] [neutraal] [oneens] [helemaal mee oneens] Ik vind de toon waarop BNR het nieuws over de euro brengt scherp [helemaal mee eens] [eens] [neutraal] [oneens] [helemaal mee oneens] Ik vind de toon waarop BNR het nieuws over de euro brengt optimistisch [helemaal mee eens] [eens] [neutraal] [oneens] [helemaal mee oneens] Ik vind de toon waarop BNR het nieuws over de euro brengt oppervlakkig [helemaal mee eens] [eens] [neutraal] [oneens] [helemaal mee oneens] 6. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? Ik vind de berichtgeving van BNR Nieuwsradio over de eurocrisis veelzijdig [helemaal mee eens] [eens] [neutraal] [oneens] [helemaal mee oneens] Ik vind de berichtgeving van BNR Nieuwsradio over de eurocrisis diepgaand [helemaal mee eens] [eens] [neutraal] [oneens] [helemaal mee oneens] Ik vind de berichtgeving van BNR Nieuwsradio over de eurocrisis volledig [helemaal mee eens] [eens] [neutraal] [oneens] [helemaal mee oneens] Ik vind de berichtgeving van BNR Nieuwsradio over de eurocrisis actueel [helemaal mee eens] [eens] [neutraal] [oneens] [helemaal mee oneens] Ik vind de berichtgeving van BNR Nieuwsradio over de eurocrisis objectief [helemaal mee eens] [eens] [neutraal] [oneens] [helemaal mee oneens] 7. Heeft u wel eens genoeg van het nieuws over de eurocrisis? [ja] [nee] [weet niet/n.v.t.] 8. Kunt u aangeven waarom u wel of niet genoeg heeft van nieuws over de eurocrisis? [open antwoord-mogelijkheid] 9. Vermijdt u wel eens media omdat het gaat over de eurocrisis? [ja] [nee] [weet niet/n.v.t.] 10. Heeft u nog suggesties/opmerkingen wat betreft de berichtgeving over de eurocrisis? [open antwoord-mogelijkheid] 11. Wat is uw geslacht [man] [vrouw] 12. Wat is uw geboortejaar? [1900 – 2012] 13. Wat is uw hoogst gevolgde opleiding? 63
[geen onderwijs/basisonderwijs] [LBO/VBO/VBMO] [MAVO onderbouw HAVO/VWO, MULO, VMBO theorie] [MBO] [HAVO en VWO bovenbouw/ HBO en WO propedeuse] [HBO/WO bachelor of kandidaats] [WO-doctoraal of master] 14. In welke branche bent u werkzaam? [automotive] [beurzen en congressen] [bouw] [charitatief/ non-profit] [energie] [facility management/beveiliging] [financiële dienstverlening algemene bank, beleggen, verzekeringen of overig] [handelsmaatschappij] [HR] [industrie] [informatietechnologie/ICT] [media] [onderwijs] [overheid] [transport/personenvervoer] [PR en reclame] [horeca en recreatie] [retail] [tele- en datacommunicatie] [zakelijke dienstverlening accountants, advies, onderozoek en overig] [zorg] [andere branche] [niet werkzaam] 15. Wat is uw beroepsniveau? [eigenaar bedrijf met 10+ leidinggeven] [eigenaar bedrijf met 9- leidinggeven] [boer/tuinder] [vrij beroep] [hoger niveau HBO+ leidinggevend] [hoger niveau HBO+ niet leidinggevend] [middelbaar niveau MBO leidinggevend] [middelbaar niveau MBO niet leidinggevend] [lager niveau] [VUT/gepensioneerd] [werkloos, arbeidsongeschikt, bijstand] [student, overig] 16. Welke functie bekleedt u momenteel? [commissaris] [DGA] [(mede)-eigenaar] [algemeen directeur] [financieel directeur] [commercieel directeur] [lid directe] [maneger marketing communicatie] [manager sales] [manager ict] [manager financiële afdeling] [manager overige afdeling] [hoofd beleidsafdeling] [berijfsleider] [consultant of adviseur] [controller] [projectleider] [beleidsmedewerker] [accountantmanager] [medewerker sales] [medewerker marketing communicatie] [medewerker ict] [medewerker financiële afdeling] [medewerker overig] [zzp’er of freelancer] [student of stagiair] [gepensioneerd of rentenier] [niet werkzaam] [wil niet zeggen] [andere functie] 17. Hoeveel werknemers zijn er werkzaam bij het bedrijf waar u werkt? [1] [2-4] [5-9] [10-19] [20-49] [50-99] [100-199] [200-499] [500-749] [750-999] [1000+] 18. Hoeveel uur per weer werkt u? [minder dan 5 uur per week] [5-14 uur per week] [15-24 uur per week] [25-34 uur per week] [35-44 uur per week] [45 uur per week en meer] [weet ik niet] [niet werkzaam] 19. Wat is uw huidige bruto jaarsalaris? [0-15.000 euro] [15.000-20.000 euro] [20.000-25.000 euro] [25.000-30.000 euro] [30.00040.000 euro] [40.000-50.000 euro] [50.000-60.000 euro] [60.000-75.000 euro] [75.000100.000 euro] [100.000-125.000 euro] [125.000-150.000 euro] [150.000 euro en meer] [doe ik liever geen uitspraken over] 20. Zou u uw antwoorden toe willen lichten in een mogelijk telefonisch interview of panelgesprek? [ja] [nee] 21. Vul uw contactgegevens in (naam en e-mailadres) als u kans wil maken op het boek De Eurocrisis van Martin Visser en/of bereid bent om uw antwoorden toe te lichten in een mogelijk telefonisch interview of panelgesprek? [open antwoord-mogelijkheid] Resultaten: De tabellen hieronder zijn resultaten die specifiek van de doelgroep zijn, dus niet van de gehele steekproef. Het gaat hier dus om de 147 personen die de enquête hebben ingevuld en tot de doelgroep behoren. De resultaten van de gehele steekproef heb ik grotendeels weggelaten omdat deze minder relevant zijn voor het onderzoek. De laatste tabel is wel gebaseerd op de gehele steekproef, als bewijs van het aantal personen die hebben deelgenomen aan de enquête. Dit is een kruistabel waarin staat hoeveel mensen wel eens genoeg hebben van het nieuws over de eurocrisis (horizontaal) en hoeveel mensen om die reden wel eens media mijden (verticaal). Uit de tabel is te lezen hoeveel personen wel eens genoeg hebben van de eurocrisis EN ook daarom media mijden. 64
Doelgroep
N
Minimum Maximum
Std. Deviati on
Mean
VERMIJDEN Weet niet / Ja Nee n.v.t. GENOEG Ja 46 40 1 Nee 2 52 1 Weet niet / n.v.t. 0 4 1 Total 48 96 3 Tabel met de reactie van de doelgroep op de stellingen. Bij Mean staat het gemiddelde. 1,00
Total 87 55 5 147
ST_Zeurderig
147
1
4
2,13
,854
ST_Cynisch ST_Scherp
147 147
1 1
4 5
2,54 3,57
,924 ,860
ST_Optimistisch
147
1
5
2,88
,848
ST_Oppervlakkig
147
1
5
2,21
,885
SB_Veelzijdig
147
1
5
3,30
,910
SB_Diepgaand
147
1
5
3,46
,870
SB_Volledig
147
1
5
3,28
,850
SB_Actueel
147
1
5
4,05
,743
SB_Objectief
147
1
5
3,49
,855
Valid N (listwise)
147
Op basis hiervan is de staafdiagram gemaakt, zoals te zien in paragraaf 8.3. Uit deze tabel valt te lezen hoe vaak de doelgroep naar BNR luistert.
Valid
dagelijks wekelijks ongeveer 1 keer per maand ongeveer 1 keer in de drie maanden nooit Total
Valid Cumulative Frequency Percent Percent Percent 119 81,0 81,0 81,0 21
14,3
14,3
95,2
2
1,4
1,4
96,6
1
,7
,7
97,3 100,0
4
2,7
2,7
147
100,0
100,0
Een tabel waarin staat in welke mate de doelgroep is geïnteresseerd in de eurocrisis:
Valid
heel erg geïnteresseerd geïnteresseerd neutraal Total
Valid Cumulative Frequency Percent Percent Percent 68 46,3 46,3 46,3 72
49,0
49,0
95,2
7
4,8
4,8
100,0
147
100,0
100,0
En hoe goed de respondenten uit de doelgroep het nieuws over de eurocrisis hebben gevolgd:
65
Valid
Frequency 85
Percent 57,8
Valid Percent 57,8
Cumulative Percent 57,8
voldoende
51
34,7
34,7
92,5
neutraal
10
6,8
6,8
99,3
1
,7
,7
100,0
147
100,0
100,0
goed
onvoldoende Total
De mening van de doelgroep over de hoeveelheid nieuws over de eurocrisis op BNR is af te lezen aan deze tabel:
Valid
te weinig precies goed
Valid Cumulative Frequency Percent Percent Percent 17 11,6 11,6 11,6 103
70,1
70,1
81,6
te veel
16
10,9
10,9
92,5
geen mening
11
7,5
7,5
100,0
147
100,0
100,0
Total
En dan hieronder een aantal tabellen met informatie over de leeftijd, het geslacht en het beroepsniveau van de doelgroep.
Geslacht Valid
Man Vrouw Total
Opleiding Valid
MAVO, onderbouw, HAVO/VWO, MULO, VMBO-theorie MBO HAVO en VWO bovenbouw / WO en HBO propedeuse HBO / WO-bachelor of kandidaats WO-doctoraal of master Total
Beroepsniveau Valid
Eigenaar bedrijf 10+ leidinggeven Eigenaar bedrijf 9leidinggeven Boer / tuinder
Valid Cumulative Frequency Percent Percent Percent 133 90,5 90,5 90,5 14
9,5
9,5
147
100,0
100,0
Valid Frequency Percent Percent 1 ,7 ,7
100,0
Cumulative Percent ,7
10
6,8
6,8
7,5
19
12,9
12,9
20,4
59
40,1
40,1
60,5
58
39,5
39,5
100,0
147
100,0
100,0
Valid Cumulative Frequency Percent Percent Percent 18 12,2 12,2 12,2 27
18,4
18,4
30,6
2
1,4
1,4
32,0 66
Vrij beroep (Arts, advocaat, notaris, etc.)
10
6,8
6,8
38,8
Hoger niveau (HBO+) leidinggevend
34
23,1
23,1
61,9
Hoger niveau (HBO+) - niet leidinggevend
51
34,7
34,7
96,6
Middelbaar niveau (MBO) leidinggevend
2
1,4
1,4
98,0
Middelbaar niveau (MBO) niet leidinggevend
2
1,4
1,4
99,3
Student, overig
1
,7
,7
100,0
147
100,0
100,0
Total
Werknemers in bedrijf Valid
Geen 1
8
5,4
5,4
13,6
2-4
15
10,2
10,2
23,8
5-9
11
7,5
7,5
31,3
10 - 19
9
6,1
6,1
37,4
20 - 49
16
10,9
10,9
48,3
50 - 99
6
4,1
4,1
52,4
100 - 199
7
4,8
4,8
57,1
200 - 499
17
11,6
11,6
68,7
500 - 749
3
2,0
2,0
70,7
750 - 999
1
,7
,7
71,4 100,0
1000 + Total
Uren werk per week Valid
25 - 34 uur per week
42
28,6
28,6
147
100,0
100,0
Valid Cumulative Frequency Percent Percent Percent 9 6,1 6,1 6,1
35 - 44 uur per week
75
51,0
51,0
57,1
45 uur per week en meer
62
42,2
42,2
99,3
1
,7
,7
100,0
147
100,0
100,0
Weet ik niet Total
Inkomen Valid
Valid Cumulative Frequency Percent Percent Percent 12 8,2 8,2 8,2
€0 - €15.000
Valid Cumulative Frequency Percent Percent Percent 4 2,7 2,7 2,7
€20.000 - €25.000
1
,7
,7
3,4
€25.000 - €30.000
4
2,7
2,7
6,1
€30.000 - €40.000
8
5,4
5,4
11,6
€40.000 - €50.000
14
9,5
9,5
21,1
€50.000 - €60.000
15
10,2
10,2
31,3
€60.000 - €75.000
26
17,7
17,7
49,0
67
€75.000 - €100.000
25
17,0
17,0
66,0
€100.000 - €125.000
8
5,4
5,4
71,4
€125.000 - €150.000
4
2,7
2,7
74,1
€150.000 +
3
2,0
2,0
76,2
35
23,8
23,8
100,0
147
100,0
100,0
Doe ik liever geen uitspraken over. Total
Leeftijd per respondent van de doelgroep: 63 42 60 57 50 31 42 65 24 58 61 66 51 73 54 44 54 38 53 47 80 52 58 64 42 57 46 57 47 35 55 38 64 25 35 48 39 44 61 39 26 67 44 71 59 49 79 42 50 40 42 24 60 48 52 48
40 40 44 43 48
42 54 70 63 51
59 68 47 47 31
45 46 33 33 68
56 48 64 50 47
In deze tabel is te zien hoeveel mensen er in totaal aan de enquête hebben deelgenomen:
dagelijks
Frequency 263
Percent 78,7
Valid Percent 78,7
Cumulative Percent 78,7
wekelijks
43
12,9
12,9
91,6
ongeveer 1 keer per maand ongeveer 1 keer in de drie maanden ongeveer 1 keer per jaar nooit
10
3,0
3,0
94,6
3
,9
,9
95,5
1
,3
,3
95,8
14
4,2
4,2
100,0
334
100,0
100,0
Luisteren naar BNR Valid
Total
68
Bijlage IV: Topiclijsten panelgesprekken Onderstaande topics heb ik gebruikt als leidraad in mijn panelgesprekken. Ik heb alle topics behandeld in beide panels, waardoor ik de meningen hierover goed kan vergelijken. Bij het laatste topic heb ik uitspraken uit de enquêtes aan de respondenten voorgelegd. In de enquête was ruimte om nog iets te melden of een suggestie of aanbeveling te doen. Daar kwamen soms interessante meningen en ideeën uit die ik aan de respondenten wilde voorleggen. Ik heb de uitspraken gebruikt als stellingen waar ze het mee eens of oneens kunnen zijn. BNR -
Waarom BNR In vergelijking met andere media Hoe vaak luisteren Welke programma’s
Community - Wel of niet - Behoefte - In welke vorm Crisismoeheid - Wel of niet - Oorzaken - Gevolgen - Mijden van media - Crisismoe & BNR Berichtgeving eurocrisis BNR - Goed of slecht - Volledigheid - Kwaliteit - Diepgang - Hoeveelheid - Toon en vorm - In vergelijking met andere media Verbeteringen - Behoefte aan positiviteit - Wat er mist - Inhoudelijk - Toon en vorm Uitspraken uit enquêtes - Voorleggen - Eens of oneens - Waarom
69
Bijlage V: Respondenten Deze respondenten hebben mij te woord gestaan voor een kwalitatief interview of hebben deelgenomen aan een panelgesprek. In deze bijlage stel ik ze kort voor en leg ik zo nodig uit waarom ik voor deze persoon heb gekozen. Paul van Gessel
Paul van Gessel is de hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio. Hij is uiteindelijk verantwoordelijk voor alle keuzes die er bij BNR worden gemaakt als het neerkomt op vorm en inhoud. Hij is nauw betrokken bij het station en discussieert altijd met zijn eindredacteuren en redacteuren over de afwegingen die er in het journalistieke proces worden gemaakt. Als hoofdredacteur heeft hij tegelijkertijd toch iets meer afstand van de redactievloer, waardoor hij de grote lijnen in de gaten kan houden. Ik heb Paul van Gessel geïnterviewd. Meindert Schut
Connie de Jonge
Connie de Jonge is sinds een jaar chef redactie bij BNR. Daarvoor was ze eindredacteur en die rol vervult ze nu af en toe nog steeds. Ze houdt zich bezig met de contacten met personeel, sollicitaties, maar ook met de inhoud. Als je iemand zoekt om mee te sparren over een onderwerp, dan is zij je vrouw. Ze heeft jarenlange ervaring als eindredacteur, voorheen onder meer bij RTL Nieuws. Als er op één dag tien redactievergaderingen zijn dan woont zij ze allemaal bij. Ik heb Connie de Jonge geïnterviewd. Arjan Meesterburrie
Meindert Schut is adjunct-hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio en is daarom samen met de hoofdredacteur verantwoordelijk voor de koers van het station. Hij kan uitleggen waarom BNR bepaalde afwegingen maakt en hoe hij denkt dat BNR het heeft gedaan. Voordat hij deze functie bekleedde was hij eindredacteur en hij presenteert wekelijks nog steeds BNR’s Nationale Autoshow. Daardoor weet hij heel goed wat er op de redactievloer speelt. Ik heb Meindert Schut geïnterviewd.
Arjan Meesterburrie is de langst zittende eindredacteur bij BNR Nieuwsradio. Hij is tijdens zijn diensten verantwoordelijk voor alles wat er op dat moment op de radio te horen is. Meestal is hij eindredacteur in de ochtend- of de avondspits. Samen met zijn team van redacteuren beslist hij welke onderwerpen er de uitzending ingaan, welke invalshoeken we daarbij kiezen, in wat voor vorm we het willen horen, met welke sprekers. Ook kijkt hij alle radioteksten en interview-opzetjes na 70
voordat ze de studio ingaan. Ik heb Arjan Meesterburrie geïnterviewd.
Stefan de Vries
Petra Grijzen
Petra Grijzen is presentatrice bij BNR Nieuwsradio. Ze presenteert afwisselend met Roelof Hemmen de avondspits en ook nieuwsupdates. Eerder was ze redacteur en verslaggever bij BNR. Ze ging weg om presentatrice te worden bij WNL, in de ochtendspits op tv en in de avondspits op de radio. Maar ze miste BNR en nu is ze weer terug. Ze is een kritische, vrolijke en alerte presentatrice die altijd nauw betrokken is bij het redactieproces en ook de tijd vindt om zelf redactiewerk te doen. Ik heb Petra Grijzen geïnterviewd. Rob Jansen
Rob Jansen is beurscommentator bij BNR Nieuwsradio. Hij werkt er nu ongeveer zes jaar en is de commentator in de avondspits die aanschuift met beursnieuws. Ook geeft hij zijn visie op het nieuws bij grote economische gebeurtenissen. Meerdere keren per week maakt Rob een audiocolumn over het economische nieuws. Hij is ervaren in zijn studiopresentatie. Ik heb Rob Jansen geïnterviewd.
Stefan de Vries is de Europacorrespondent van BNR Nieuwsradio. Hij woont in Parijs en reist meerdere keren per week naar Brussel voor verslaggeving van Europees nieuws en voor zijn wekelijkse programma BNR Europa. Hij staat bekend om zijn kritische blik op nieuws over de eurocrisis en tegelijkertijd om zijn geloof dat we er wel weer uitkomen. Hij is goed ingevoerd in de Europese politiek en is daar de afgelopen jaren dan ook vaak over op de radio geweest. Ik heb Stefan de Vries telefonisch geïnterviewd. Bernard Hammelburg
Bernard Hammelburg is buitenlandcommentator bij BNR Nieuwsradio. Hij is de vaste commentator bij nieuws over politieke verhoudingen tussen landen, nieuws over Amerika, China of Rusland, burgeroorlogen of de ontwikkelingen in het Midden-Oosten. Ook heeft hij één keer in de week zijn programma BNR Bernard Hammelburg over de internationale politiek en heeft hij ongeveer wekelijks een audiocolumn op de zender. Het politieke gedeelte van de eurocrisis heeft hij met interesse gevolgd en hij kan veel vertellen over de veranderende verhoudingen binnen Europa. Ik heb Bernard Hammelburg geïnterviewd.
71
Martin Visser
Martin Visser is correspondent in Brussel voor het Financieele Dagblad. Tijdens de eurocrisis is hij heel vaak te horen geweest op BNR als europa-specialist. Het Financieele Dagblad bericht minutieus over alle details over de crisis, waardoor Martin Visser er als geen andere journalist in zit. Hij heeft begin 2012 een boek uitgebracht: ‘De Eurocrisis’. Dat schetst een beeld van het langslepende dossier en het politieke spel. Ook werkt hij niet echt voor BNR, waardoor hij van een zekere afstand heeft meegekregen hoe BNR over de eurocrisis heeft bericht. Martin Visser is nuchter, scherp en intelligent. Ik heb Martin Visser geïnterviewd.
Arend van den Berg
Arend van den Berg is oprichter en hoofdredacteur van Z24. Z24 is een website voor met nieuws en analyses over economie, beurzen en ondernemers. Het is de grootste website in Nederland voor ondernemers. Arend van den Berg kan vertellen op welke manier Z24 over de eurocrisis heeft bericht, welke afwegingen daarbij zijn gemaakt en hoe hij denkt dat ze het hebben gedaan in vergelijking met concurrenten. Ik heb Arend van den Berg geïnterviewd. Durk Veenstra
Han Dirk Hekking
Han Dirk Hekking is coördinator economie en politiek bij het Financieele Dagblad. Vanaf 2006 tot 2011 was hij correspondent in Brussel, samen met Martin Visser. Nu gaat hij over de inhoud in de krant op politiek-economisch gebied. Hij kan vertellen hoe hij denkt dat het Financieele Dagblad heeft bericht over de eurocrisis, waarom ze hebben gekozen voor de manier waarop ze het hebben gedaan en hoe hij denkt dat andere media het hebben gedaan. Ik heb Han Dirk Hekking geïnterviewd.
Durk Veenstra is beurscommentator en eindredacteur bij RTL Z. Als eindredacteur is hij verantwoordelijk voor de invulling van de uitzending en de afstemming met de website van RTL Z. Zo nu en dan is hij ook beurscommentator en doet hij verslag vanaf de Amsterdamse beurs NYSE/Euronext. Hij kan vertellen hoe RTL Z verslag heeft gedaan van de eurocrisis en wat voor keuzes ze hebben gemaakt. Ik heb Durk Veenstra geïnterviewd.
72
Marcel Gelauff
Marcel Gelauff is de hoofdredacteur van de omroep NOS. Hij is verantwoordelijk voor de invulling van de tv-journaals, radioprogrammering in de ochtendspits, radiobulletins, sportprogramma’s op radio en tv, programma’s als Nieuwsuur en Met het oog op morgen en voor de invulling van de website en teletekst. Gelauff kan vertellen hoe de NOS over de eurocrisis heeft bericht en welke afwegingen daarbij zijn gemaakt en of hij gelooft in crisismoeheid. Ik heb Marcel Gelauff telefonisch geïnterviewd. Fred Sengers
Xander van Uffelen
Xander van Uffelen is chef redactie economie bij de Volkskrant. Hij heeft de leiding over de deelredactie die de economiepagina’s en economieberichten schrijft. Hij is verantwoordelijk voor alle keuzes rondom artikelen over de eurocrisis. Xander heeft de crisis in zijn geheel meegemaakt bij de Volkskrant en kan daarom ook goed terugblikken op de berichtgeving van de krant. Hij kan mij uitleggen waarom de Volkskrant bepaalde keuzes heeft gemaakt, welk publiek zij aanspreken, of hij gelooft in crisismoeheid en hoe hij vindt dat de media over de crisis hebben bericht. Ik heb Xander van Uffelen geïnterviewd. Peter Vasterman
Fred Sengers is de eindredacteur van Goedemorgen Nederland, een dagelijks actualiteitenprogramma op Radio 1 van de KRO, tussen 09.30 en 10.30 uur. Sengers heeft de verantwoordelijkheid ver het gehele programma en is dus degene die staat voor de afwegingen die worden gemaakt. Op het moment dat Goedemorgen Nederland nieuwsradio maakt, is BNR de enige concurrerende zender op de ether die hetzelfde doet. Daardoor kan je de invulling goed vergelijken. Ik heb Fred Sengers geïnterviewd.
Peter Vasterman is universitair docent journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is de specialist in Nederland als het gaat om media-hypes. Daarom kan hij mij goed vertellen wat hij vindt van de manier van berichtgeven door media tijdens de eurocrisis en of dat wel of niet te typeren was als een hype, zo nu en dan. Ook heb ik hem gevraagd of media soms sensatie zoeken in hun berichtgeving. Ik heb Peter Vasterman telefonisch geïnterviewd. 73
Respondenten uit panelgesprek: Onderstaande respondenten zijn luisteraars die tot de doelgroep van BNR behoren en hebben deelgenomen aan één van de twee kwalitatieve panelgesprekken met de luisteraars. Jeroen Roobeek: is 46 jaar, woont in Hoorn, is vrijgezel en heeft twee kinderen. Hij is it-er en wordt ingehuurd om hypotheeksystemen operationeel te houden, dus wettelijke wijzigingen te verwerken in de systemen. Hij zit veel in de auto en luistert dan altijd. Hij heeft zich behoorlijk in de kredietcrisis verdiept dankzij zijn werk en vindt dat BNR het beste over de crisis bericht. Jeroen nam deel aan het eerste panelgesprek. Micha Linssen: is 40 jaar, woont samen in Utrecht en heeft één kind van 7 weken. Hij werkt als regiomanager bij een schoenenbedrijf en reist dagelijks heen en weer tussen 30 vestigingen. Daardoor zit hij veel op de weg. Hij luistert eigenlijk altijd, als hij niet luistert dan zet hij muziek aan. Micha nam deel aan het eerste panelgesprek. Gerard Loderus: is 43 jaar, getrouwd, twee kinderen van 15 en 11, woont in oosten van het land, contractmanager bij Cofely, verantwoordelijk voor strategisch onderhoud gebouwen en installaties. Luistert vanaf 10 uur ’s ochtends naar BNR, en vanaf dan de hele dag. Gerard nam deel aan het eerste panelgesprek. Rob van der Veer: is 46 jaar, getrouwd en heeft twee kinderen van 11 en 13. Rob is ondernemer en heeft een it-bedrijf waarin hij verantwoordelijk is voor sales en marketing. Daarvoor reist hij regelmatig door hele land en dan luistert hij veel naar BNR. Hij begint elke ochtend met de tweets van Humberto Tan en luistert graag naar de ochtendspits, de programmering aan het begin van de middag en de avondspits. Rob nam deel aan het eerste panelgesprek. Erik van der Baan: is 52 jaar, woont in Amsterdam, is getrouwd en is inkoper bij Tata Steel. Hij luistert zo nu en dan naar BNR, voornamelijk als hij in de auto zit, van en naar zijn werk. Erik nam deel aan het tweede panelgesprek. Eric Bleeker: werkt bij een internationaal ICT-bedrijf in Amsterdam en luistert zeer veel naar BNR. Eric Bleeker nam deel aan het tweede panelgesprek Volkert Zaal: woont in Rijswijk, werkt als onderwijsadviseur in Den Haag. Volkert luistert vooral ’s ochends naar BNR en ook tussen de middag als hij op weg is naar klanten. Rob van der Steen: is partner bij een consultancybureau dat MKB’ers helpt met herstructureren en herfinancieren. Rob luistert naar eigen zeggen permanent naar BNR. Ton Siebelink: Ton werkt bij software-leverancier SAP Nederland en maakt voor zijn werk veel kilometers. In de auto luistert hij altijd naar BNR
74
Bijlage VI: Voorbeelden concurrerende media In deze bijlage staan voorbeelden van berichten over de eurocrisis van concurrenten. De voorbeelden zijn exemplarisch voor de analyse van de concurrenten in hoofdstuk 7. Het zijn allemaal geschreven berichten, zodat toon, vorm en inhoud goed vergelijkbaar zijn.
Het Financieele Dagblad:
Fundament onder euro brokkelt verder af Ulko Jonker woensdag 25 juli 2012, 04:22 update: woensdag 25 juli 2012, 14:06
Is een ontrafeling van de eurozone nog te voorkomen, nu ook Spanje platzak is? Vijf antwoorden op de vraag waarom het niet lukt de Europese schuldencrisis te bezweren. Zelfs de sterkste schouders van de eurozone zijn niet in staat de klappen op te vangen die nu dreigen, zegt kredietbeoordelaar Moody’s. Frankrijk en Duitsland zien de crisis harder doorbijten in vraag en omzetten. En zonder economische groei leidt het doormodderscenario van de eurozone tot grotere schokken en een uitzichtloze afmatting van politici en beleggers. Onrustige kiezers keren zich af van Europa en de buitenwereld wordt tot wanhoop gedreven. Vijf antwoorden op de vraag waarom het niet lukt de Europese schuldencrisis te bezweren. 1- Markten zijn blind en politici hebben oogkleppen Spaanse politici snappen niet dat de beloning uitblijft voor hun inspanningen om banken weer gezond te maken, zwaar te bezuinigen en te hervormen. Maar de betere vraag is: waarom duurde het nog zo lang voordat markten het risico gingen beprijzen dat ze liepen met de financiering van een zeepbel? De bouwhausse leverde belastinggeld en miljoenen banen op maar schiep een illusie van voorspoed. En nu is de Spaanse staat blut, zei schatkistbewaarder Cristóbal Montoro vorige week. Ook de Europese leiders staken collectief hun kop in het zand. Onder aanvoering van langeafstandswandelaar Angela Merkel zetten ze te kleine stapjes. Noodfondsen leverden nooit de ‘big bazooka’ op die de markten ervan overtuigde dat Europa de crisis met groot materieel te lijf ging. De brand woedde door, de economie kwam in het politieke drijfzand tot stilstand. 2 - Democratieën zijn geen bedrijven Griekenland ging op het hoogtepunt van de crisis naar de stembus. Nu regeert een wankele coalitie die de hete adem van de kiezer nog in haar nek voelt en beloften doet die ze niet kan waarmaken. De crisis duurt nu ruim vijf jaar in Griekenland, dat is afgemat en de veerkracht mist om dieper te 75
gaan. Het land is afhankelijk geworden van de andere eurolanden, die de rol van de markten moesten overnemen om meer discipline af te dwingen. Daar is het geduld van de publieke opinie ook op. Landen en volkeren staan daardoor in de eurozone tegenover elkaar, zonder een bestuursmechanisme om in de crisis slagvaardig te kunnen optreden. Zo’n mechanisme, een Europese Raad van Bestuur zonder veto’s van nationale parlementen, is voor de Europese democratieën een brug te ver. 3 - Markten hebben geen geduld Beleggers kijken vaak meer naar elkaar dan naar hun belegging. Dat geldt voor beleggers in de brede zin van het woord, dus ook voor pensioenfondsen, verzekeraars en banken, die samen de financiële markten voeden waar het overvloedige Europese spaargeld wordt rondgepompt. Die houding is bij staatsobligaties wel zo slim, want als je de laatste bent die ze nog wil hebben ben je je geld kwijt. Dan is de uitgever ervan failliet. De psychologie van de markt leidde de eerste tien jaar van de euro tot de misallocatie van krediet aan ‘risicoloze’ landen als Griekenland en is nu doorgeslagen naar wantrouwen dat zichzelf versterkt. De ban van de euro, de zekerheid over het voortbestaan van de Europese munt, is gebroken. 4 - Geen euro-Fed De euro is ‘one size fits all’. Er is geen centrale bank die de risico’s voor beleggers reduceert door als ‘lender of last resort’ voor overheden op te treden, zoals de Amerikaanse Federal Reserve of de Bank of England. Als zij Amerikaanse of Britse obligaties kopen en geld bijdrukken, helpen ze hun eigen hoofdsteden. Dat levert misschien wat inflatiegevaar op, maar vooral ook zekerheid. Die biedt de Europese Centrale Bank niet. Zelfs de schijn dat ze dat doet, zoals in de vorige zomercrisis toen de ECB Spaanse en Italiaanse obligaties kocht, levert in Frankfurt al hommeles en slaande deuren op. 5 - De euro is politiek In een interview met Le Monde zei ECB-president Mario Draghi dit weekend dat analisten met scenario’s voor een explosie van de eurozone, ‘onderschatten hoeveel politiek kapitaal onze leiders in deze unie hebben geïnvesteerd, net als de steun van de Europese burgers. De euro is onomkeerbaar.’ Maar als politiek kapitaal en burgerzin nog het enige fundament van de euro zijn, lijkt het terecht dat de Italiaan nog geen vakantie heeft gepland. ‘Eén ding is zeker: ik ga niet naar Polynesië. Dat is te ver.’
Z24: Euro weg? Zo'n puinhoop kan het worden 17-08-2011 | Gepubliceerd 07:06 19-08-2011 | Laatst bijgewerkt 11:05 Jeroen de Boer Eurosceptici presenteren een eventueel vertrek van Nederland en Duitsland uit de euro als een serieuze optie. Toch moet je dan ernstig rekening houden met een financieel 76
Armageddon. Het ongenoegen over aarzelende pogingen om de eurocrisis te bezweren, spatte afgelopen woensdag van de voorpagina van De Telegraaf: Meer macht EU over ons geld. Méér euro Duidelijk is dat er achter de schermen, ook door het Nederlandse kabinet, hard wordt nagedacht over twee zaken: een dwingende manier om via een Europees mechanisme begrotingsdiscipline af te dwingen. Plat gezegd: landen die er een potje van maken, kunnen een inval van eurocraten op het nationale ministerie van Financiën verwachten. Tweede element is om, over niet al te lange tijd, te komen tot gezamenlijke uitgifte van eurostaatsleningen. Die zouden ervoor zorgen dat individuele eurolanden niet tegen elkaar kunnen worden uitgespeeld op financiële markten. Veel gehoord tegenargument is dat eurobonds de druk weg nemen voor zwakke eurolanden om zuinig om te gaan met de staatsfinanciën. Maar daar valt wel iets aan te doen. Technisch zijn eurobonds best zo vorm te geven, dat bijvoorbeeld Nederland en Duitsland een lagere rente zouden betalen dan Italië en Spanje (zie het artikel: Euro-obligaties, we zijn er bijna). Echt openlijk praten over een nieuwe structuur voor de eurozone durven regeringsleiders voorlopig niet, zo bleek ook woensdagmiddag uit opmerkingen van premier Rutte. Gevolg is wel dat het alternatief van eurosceptici als een min of meer volwaardige optie blijft rondzingen: weg met de euro. Ga je echter na, wat hierbij mogelijke scenario's zijn, dan blijkt al gauw dat er immense financiële risico's spelen. Zet-ze-eruit Stel bijvoorbeeld dat Mark Rutte en Angela Merkel genoeg van de Grieken, Spanjaarden en Italianen krijgen en de koppen bij elkaar steken. De meest overzichtelijke optie zou zijn om zwakke eurolanden uit de eurogroep te zetten. De risico's zouden aanzienlijk zijn, maar nog enigszins te overzien. De gezamenlijke beleggingen van de Nederlandse financiële sector in bijvoorbeeld Italië, Spanje, Portugal, Ierland en Griekenland bedragen, volgens cijfers van De Nederlandsche Bank, ruim 150 miljard euro. Zie deze grafiek (1). Deze beleggingen van Nederlandse banken en pensioenfondsen zijn kwetsbaar voor forse afwaarderingen. Ex-eurolanden zouden na het vertrek uit de eurogroep vrijwel zeker een economische dip te verwerken krijgen. De zekerheid van terugbetaling van nog uitstaande euroleningen van Italië en Spanje, zou onder druk komen te staan. Handelsdip Daarnaast zijn er de handelsrelaties (zie deze grafiek (2) voor de Nederlandse exportcijfers). De piigs-landen zouden zonder euro nieuwe munten krijgen die fors in waarde zouden dalen ten opzichte van de afgeslankte euro. Voor Nederland vertegenwoordigden deze landen afgelopen jaar een exportwaarde van ongeveer 38 miljard euro, circa 10 procent van het totaal. Een supereuro zou onze export naar de ex-eurolanden duurder maken. Op dat vlak zou een terugval optreden. Omgekeerd zouden importen goedkoper worden, wat de inflatie in Nederland zou drukken. Let wel: cruciaal in dit hypothetische spel is de rol van Frankrijk en België. Samen zijn deze twee landen goed voor liefst twintig procent van de Nederlandse export. Als Frankrijk en België ook buiten het Duits-Nederlandse kamp zouden vallen, komt de klap van een muntsplitsing voor de Nederlandse export drie keer zo hard aan. 77
Ruzie Groot probleem met het zet-ze-uit-de-euro scenario is dat de Spanjaarden en Italianen zich waarschijnlijk niet vrijwillig de deur laten wijzen. De kneusjes zouden nieuwe, goedkopere munten moeten optuigen, maar met de erfenis van torenhoge staatsschulden in euro's, is geen aantrekkelijk perspectief. Realistischer is het, zeker als je bedenkt dat het opbreken van de euro in een ruzie-achtige, chaotische sfeer zou verlopen, dat Duitsland en Nederland noodgedwongen een sterke, nieuwe munt zouden invoeren. Deuro Op het eerst gezicht klinkt dit niet onaantrekkelijk. De nieuwe Duits-Nederlandse deuro zou ongetwijfeld in waarde stijgen ten opzichte van de achterblijvende euro en andere nationale munten die bij de onttakeling van de eurozone zouden herrijzen. De handelsrisico's op de korte termijn - reken op een flinke recessie - zouden vergelijkbaar zijn me het zet-ze-eruit scenario. Maar de Nederlandse staat zou één groot voordeel hebben. De bestaande overheidsschuld van het rijk en de gemeenten - een bedrag van bijna 400 miljard euro voor Nederland - zou in flink afgewaardeerde euro's genoteerd zijn. Die schuld valt met nieuwe, keiharde deuro's makkelijk af te lossen. Helaas zou het daarbij niet blijven. Pensioenbom Andere bezitters van eurobeleggingen zouden in een exitscenario immense verliezen lijden. Mooie illustratie vormt pensioenfonds ABP, nummer één in Nederland met 2,8 miljoen klanten. Het ABP, zo blijkt uit het jaarverslag, had eind vorig jaar voor 107 miljard euro belegd in euro-effecten (onder meer obligaties en aandelen), ongeveer 45 procent van het totale belegde vermogen. De aankondiging van een nieuwe 'deuro' door Duitsland en Nederland zou de waarde van ABP's eurovermogen doen imploderen. Tegelijk zouden Nederlandse pensioengerechtigden eisen dat toekomstige pensioenuitkeringen in harde, nieuwe deuro's worden voldaan. Een schier ondoenlijke opgave. De Nederlandse staat zou moeten bijspringen om omvallende pensioenfondsen op te vangen. Voor de goede orde: het totale vermogen van Nederlandse pensioenfondsen lag, volgens cijfers van de Nederlandsche Bank, eind maart dit jaar op 788 miljard euro. Als je ervan uitgaat dat pakweg 40 procent daarvan in eurowaarden zit, heb je het over een risicovol bedrag van zo'n 315 miljard euro. Ofwel viervijfde van de huidige overheidsschuld. Bankschok En daarmee zijn we er niet. De abrupte komst van de deuro, zou de balans van Nederlandse banken overhoop halen. Want niet alleen wat banken in Italiaanse en Spaanse euroschulden hebben belegd, zou op de tocht staan, ook Nederlandse en Duitse staatschuld, gedenomineerd in afgedankte euro's, zou fors in waarde dalen voor banken die dat papier in bezit hebben. Pluspuntje voor banken zou zijn dat ze zelf ook veel schuld hebben uitstaan in euro's, die minder waard zou worden. Waar het per saldo op neer komt, is dat er een grote valutaschok zou optreden voor onder meer ING en Rabobank. Samen hebben deze twee banken een balanstotaal van bijna 2.000 miljard euro, ruim drie keer de omvang van de Nederlandse economie. Mocht het plussen en minnen van eurobezittingen en -schulden even verkeerd uitpakken, dan zou de rekening naar de Nederlandse staat gaan, ofwel de belastingbetaler. We weten sinds 2008 immers: ING en Rabobank mogen niet omvallen. 78
Tijdsdruk Bovengeschetste opties voor een euro-exit zijn niet bedoeld om te verdoezelen dat er ook aan de huidige steunoperaties voor Griekenland, Portugal en Ierland serieuze risico's kleven. Als Spanje en Italië daar bij komen, nemen die risico's alleen maar toe. Maar er is wel een cruciaal verschil: de tijd. Het recente getouwtrek rond de staatsschulden van zwakke eurolanden oogt niet fraai. Maar het gaat om problemen die over de tijd kunnen worden uitgesmeerd. Als je het over bedragen van honderden miljarden hebt, is dat niet onbelangrijk. Griekenland kreeg bijvoorbeeld bij de jongste steunoperatie van 21 juli 109 miljard euro van andere eurolanden toegezegd. Dat is een groot bedrag. Alleen zal het niet op slag verdwijnen. Al is het maar omdat het niet in één keer wordt uitgekeerd. De Grieken staan onder permanente druk, ook van het Internationaal Monetair Fonds, om te bezuinigen en de economie te hervormen. Het is nog te vroeg om te concluderen dat sterke eurolanden niets terugkrijgen, en dat het geld in een bodemloze put verdwijnt. Hoe dan ook gaat het om een proces dat jaren in beslag neemt. Afrekenmoment Het opbreken van de eurozone zou een totaal ander karakter hebben. Dan komt het wel degelijk aan op een schokmoment, waarbij een waardeverandering van duizenden miljarden op het spel staat. Als zo'n operatie niet uiterst strak wordt gecoördineerd, krijgt de wereldeconomie een klap waarbij de val van zakenbank Lehman Brothers in 2008 kinderspel is. Bij dit alles lijkt de prijs voor het overleven van de eurozone - dwingende begrotingsdiscipline op Europees niveau en eventueel de introductie van euro-obligaties een stuk beter te overzien. De suggestie dat het opbreken van de eurozone 'even' pijn doet, maar voor Nederland op de 'lange termijn' beter is, gaat voorbij aan de aard en omvang van de hierboven geschetste obstakels. Uiteraard houd ik me aanbevolen voor alternatieve, pijnloze exit-scenario's (graag wel inclusief de redding van onze banken, pensioenfondsen, spaartegoeden, hypotheken en woningwaarden). Maar de lange termijn waarop Nederland zou profiteren van een euroloos bestaan, zou er wel eens een kunnen zijn, waar econoom John Maynard Keynes weinig mee op had. In the long run we are all dead.
RTL Z:
Duitse toppoliticus uit Beieren: Grieken uit euro Thu, 26 Jul 2012 11:55:17 +0200( LAATSTE UPDATE: Thu, 26 Jul 2012 12:06:18 GMT ) De minister van Financiën van de Duitse deelstaat Beieren, Markus Söder, heeft in krachtige bewoordingen gepleit voor een Grieks vertrek uit de eurozone. Het uittreden van Griekenland is onvermijdelijk, zei de politicus van de regeringspartij CSU donderdag in de Duitse media. ,,Aan het einde zal een Grieks vertrek onvermijdelijk zijn. Er is geen alternatief. Griekenland kan of wil niet de noodzakelijke hervormingen doorvoeren. We moeten van Griekenland een duidelijk voorbeeld maken. Wie de hervormingen niet doorvoert, moet uit de euro. Anders is de eurozone niets meer dan een grote gemeenschap van schuldenverdeling'', aldus Söder. 79
Volgens de Beierse minister is een Grieks vertrek in het belang van de eurozone zelf. ,,De eurozone is alleen stabiel als die uit sterke partners bestaat en geen medelijden heeft met zwakke landen. De oplossing is daarom niet de Grieken meer geld te geven, maar dat Griekenland uit de euro treedt.''
NOS:
Grieken korten 11,7 miljard extra Toegevoegd: donderdag 26 jul 2012, 11:21 De Griekse regering heeft een akkoord bereikt over extra bezuinigingen van 11,7 miljard euro. Dat heeft het ministerie van Financiën in Athene bekendgemaakt. De komende twee jaar wordt onder meer gekort op de pensioenen en de gezondheidszorg. Zo komt er een eigen bijdrage voor doktersbezoeken en moeten Grieken die jaarlijks voor meer dan 1500 euro zorgkosten hebben 15 procent van de kosten van een ziekenhuisverblijf betalen. Het akkoord wordt later vandaag voorgelegd aan de leiders van de regeringspartijen. Als die ook akkoord gaan, moeten het IMF, de Europese Centrale Bank en de EU de nieuwe bezuinigingen goedkeuren. De extra bezuinigingen waren een eis van de Europese Unie. Die wil dat Griekenland nog meer snijdt in de uitgaven. De socialistische leider Venizelos, die tot begin dit jaar minister van Financiën was, zei vorige week nog dat Griekenland "bijna onmogelijk" aan de Europese eis kon voldoen.
Goedemorgen Nederland: SP europarlementarier Dennis de Jong over Europees masterplan Fragment uit Uitzending GMNL 4 juni 2012 Achter de schermen wordt door de Europese regeringsleiders gewerkt aan een groot reddingsplan voor de Euro, dat eind deze maand op tafel moet liggen. Kern van het plan: opnieuw meer bevoegdheden naar Brussel en er zou voor een deel van Europa andere regels gaan gelden. Dennis de Jong, Europarlementariër van de SP. Klik hier om te luisteren
De Volkskrant: Hoe Griekenland 11,5 miljard in twee jaar wil gaan besparen Bewerkt door: Redactie − 26/07/12, 09:17 − bron: ANP/DPA Griekenland presenteert vandaag een pakket aan bezuinigingsmaatregelen dat de komende 2 jaar 11,5 miljard euro moet opleveren. Dat meldden Griekse media. Onder anderen gepensioneerden gaan inleveren, aldus de plannen waarmee Athene het land weer op koers denkt te brengen. Griekenland presenteert de plannen donderdag aan de waarnemers van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Unie (EU), de zogenoemde trojka. In de plannen mogen pensioenen niet meer hoger zijn dan 2200 euro per maand. Verder gaan de eigen bijdragen in de gezondheidszorg omhoog. De vergoeding van artsenbezoek 80
wordt maximaal 1500 euro per jaar. Daarna betaalt iedereen 10 euro per bezoek. Mensen die in een ziekenhuis belanden, moeten 15 procent van de kosten zelf betalen. Griekenland hoopt met de maatregelen Europese geldschieters tevreden te stemmen en zo nieuwe steunbijdragen veilig te stellen. Vanavond is er een ontmoeting tussen de voorzitter van de Europese Commissie, Jose Manuel Barroso, en de Griekse minister-president Antonis Samaras. Vrijdag treft Samaras de trojka.
81
Bijlage VII: Studiegegevens
82
Bijlage VIII: Audio-opnames
83
Bijlage IX: Draaiboek BNR Eurocrisis DRAAIBOEK 00.00 - 00.30 00.02 - Introductie gast 00.03 - Belangrijk eurocrisis nieuws volgens Rob Jansen 00.06 - Gesprek met gast 00.15 - RECLAME 00.17 - Vervolg gesprek met gast 00.29 - Weer, verkeer en headlines 00.02 UUROPENER, introductie gast Eindelijk, de Europese Centrale Bank gaat zonder limiet staatsobligaties opkopen, om zo de rentes van de noodlijdende eurolanden te drukken. Opluchting alom op de markten, maar gaat de ECB hier niet over zijn eigen grenzen heen? Ik praat erover met Lex Hoogduin, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en de voormalige directeur van de Nederlandsche Bank. Welkom! 00.03 bedje Rob Jansen- nieuwtjes Maar eerst nemen we samen het nieuws door, - De Portugese economie is dit tweede kwartaal gekrompen met 1,2 procent. De vele bezuinigingen werpen dus nog niet hun vruchten af. Had u dit zien aankomen? Wanneer zal het tij keren voor Portugal? - Frankrijk dan, president Hollande wil 10 miljard gaan bezuinigen in 2013... Nou bezuinigen zelfs wij meer, een KLEINER land dat er BETER voor staat... Is 10 miljard niet te weinig? - En nog enkele dagen voor de verkiezingen loopt Samsom steeds meer in op Rutte in de peilingen. Als het gaat om het oplossen van de eurocrisis, in wie heeft u meer vertrouwen?
84
00.06 Jingle/ tussenkleuntje Gesprek Het opkoopplan van de ECB heeft voor een ontlading gezorgd op de markten. Ja, ze gaan opkopen, en ja, ze leggen de verantwoordelijkheid voor het verdere verloop van de crisis neer bij politici. Lex Hoogduin, 1. Is de ontlading terecht? 2. De verwachtingen waren hooggespannen... Heeft u zelf, als directeur van de Nederlansche Bank, wel eens zo’n spannende situatie meegemaakt? 3. Hoe was dat? 4. Heeft Draghi alle verwachtingen vervuld? 5. Draghi benadrukt dat de ECB binnen het mandaat opereert... Even voor de duidelijkheid, hoe steekt dat instituut eigenlijk in elkaar? 6. En wat houdt dat mandaat precies in? 7. Wanneer en door wie is vastgesteld wat de taken zijn van de ECB? 8. Heeft u daar destijds nog invloed op gehad? 9. Is het al eens voorgekomen, in deze uitzonderlijke crisis, dat de ECB eigenlijk buiten zijn boekje opereerde? [ja bijvoorbeeld met italiaanse crisis, berlusconi werd gewoon opgebeld met de voorwaarden voordat er obligaties werden opgekocht, puur politiek van de 85
president van de ecb] 10. Overschrijdt Draghi met dit opkoopplan zijn eigen grenzen? [ja] Straks: meer over die bevoegdheden van de ECB die nu wel heel ver worden uitgerekt. Want is dat eigenlijk wel zo erg? 00.15 reclame X 00.17 Vervolg gesprek De ECB is toch wel een tikje ver gegaan in dat opkoopplan. Zo was het voorheen zo dat ze bij het opkopen van staatsobligaties wel de eerste schuldeiser waren... En, u raadt het al, nu dus niet meer. Lex Hoogduin, hoogleraar economie aan de UvA en ouddirecteur van DNB... 1. De ECB is niet meer de eerste schuldeiser in de rij. Wat voor gevolgen kan dat hebben voor de bank? 2. Lopen ze daar extra risico’s door? [zeker, geld minder snel terug of helemaal kwijt[
3. De ECB is eerder ook al een opkoopprogramma gestart. Heeft deze nieuwe wending ook gevolgen voor dat vorige programma? 4. Als een euroland nu failliet gaat, moet de ECB dan schuldsanering accepteren? [ja]
86
5. Maar schuld kwijtschelden... Dat komt dus neer op geld weggeven? [ja]
6. Hoe kunnen ze dan eisen stellen aan de noodlijdende eurolanden, als die toch weten dat ze niet de eerste schuldeiser zijn, en ze dus gewoon de schuldsanering ingaan? [ook eigenlijk niet taak ecb om eisen te stellen]
7. Bovendien, volgens het Verdrag van de Europese Unie is het verboden voor de ECB om geld weg te geven of uit te lenen aan eurolanden... Wat zegt uw bankiershart u nu, als u dit hoort? [voel me er beetje ongemakkelijk bij]
8. Maar waarom heeft de ECB dan toch besloten om dit te doen? [Als de ECB obligaties uit markt haalde zagen de zittende obligatiehouders de spoeling dunner worden. Het rentedrukkende effect had daardoor minder effect.] 9. Onder analisten leefde nog een tijdje het idee dat de ECB renteplafonds in zou stellen. Als de rente van een land daarboven zou komen dan zou de bank automatisch obligaties opkopen. Dit gaan ze nu in ieder geval nog niet doen, maar is dit een goed idee? 10. De ECB, dat bent u met mij eens, heeft nu een grote stap gezet. Ligt de bal nu bij de regeringsleiders? 11. Wat moeten zij nu doen om de eurocrisis te bezweren? 87
12. De Europese politiek is traag, zullen zij wel op tijd zijn? 00.29 Einde gesprek, afronding Hartelijk dank voor uw komst naar de studio, Lex Hoogduin, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en de voormalige directeur van de Nederlandsche Bank!
88