Mytylschool De Trappenberg Peter van Sparrentak www.m3v.nl
Nieuwbouwconcept en revalidatiecentrum gericht op de toekomst Mytylschool De Trappenberg en het aangrenzende revalidatiecentrum in Huizen willen in de toekomst verhuizen naar een nieuwbouwlocatie in Hilversum. Het revalidatiecentrum is in januari 2007 gefuseerd met de Koepel Behandelcentra Chronische Zieken (KBCZ, voormalig Astmacentrum). Beide instellingen willen nauwer met elkaar samenwerken en hebben nu een verouderde huisvesting. Bovendien wil de Mytylschool een aantal onderwijsvernieuwingen doorvoeren. De school heeft M3V adviespartners gevraagd om een huisvestingsplan op te stellen.
Onderwijssituatie Mytylschool De Trappenberg biedt zowel Speciaal als Voortgezet Speciaal Onderwijs. In het Speciaal Onderwijs (SO) gelden voor lichamelijk gehandicapte of langdurig zieke leerlingen dezelfde kerndoelen als in het reguliere basisonderwijs. Voor de meervoudig gehandicapte leerlingen gelden de doelen voor het SO. Lichamelijk en meervoudig gehandicapte leerlingen zitten samen in groepen. Het onderwijs van het SO is in leeftijdsklassen opgebouwd en georganiseerd in een onderbouw (3 tot 7 jaar), een middenbouw (7 tot 9 jaar) en een bovenbouw (9 tot 13 jaar). Thematisch onderwijs speelt een belangrijke rol en er is extra aandacht voor het toepassen van het geleerde in de praktijk.
Ze krijgen de eerste vier jaar met hun basisgroep Algemeen Vormend Onderwijs (AVO) en praktijkgerichte activiteiten (kantoor, winkel, horeca). ’s Middags werken ze in vakgroepen, zoals techniek, creatieve vakken (’crea’) en groen. In leerjaar 5 en 6 werken de leerlingen in basisgroepen en doen ze praktijkervaring op in een van de werkgroepen als civiele dienst, technische dienst (groen en techniek), administratie en createam.
In het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) volgen de leerlingen de eerste twee leerjaren van het VMBO. Hierna kunnen ze het derde en vierde leerjaar van het VMBO volgen of het certificaatonderwijs van Mytylschool De Trappenberg. Daarnaast kunnen ze de overstap maken naar een reguliere VMBO-school of een andere school voor voortgezet speciaal onderwijs. Voor leerlingen met een meervoudige handicap is er een ander onderwijsprogramma, waarbij de nadruk ligt op bevordering van de sociaal/maatschappelijke redzaamheid.
Voor de meervoudig gehandicapte, laag functionerende leerlingen (MGlf) is het programma van de eerste zes jaar vergelijkbaar met het programma van de eerste vier jaar van de MG- leerlingen. Alleen ligt bij het AVO-deel de nadruk veel meer op het opdoen van zelfredzaamheid en basisvaardigheden. Vanaf het derde jaar kunnen alle leerlingen een interne of externe stage lopen. Voorbeelden van interne stages zijn: bevoorrading, verzorgen van planten, verzorgen van koffie en thee of receptiewerkzaamheden.
Zowel de leerlingen die de VMBO-beroepsvorming volgen als de MG-leerlingen kunnen certificaatonderwijs volgen voor assistent receptionist/telefonist of assistent secretariaat.
Scholen en bouwen aan de toekomst Basis Onderwijs nr. 2 - 2008
11
Tijdens de bijeenkomsten met de projectgroep huisvesting is gewerkt met de methode Designing Down. Dit is een stapsgewijze en interactieve methode om van een visie op het toekomstige onderwijs tot een nieuw huisvestingsconcept te komen.
visie - amibitie - doelstellingen
missie - amibitie - doelstellingen
product - output - resultaat organisatie
activiteiten
programma van eisen
ontwerp
gebouw
Er zijn een aantal ontwikkelingen op een rijtje gezet, die van belang zijn voor het toekomstige onderwijs. Belangrijke daarvan zijn: - een complexere problematiek van de leerlingen. Leerlingen met een lichte zorgbehoefte blijven langer in het reguliere onderwijs. Hierdoor verandert de leerlingenpopulatie van de Mytylschool: leerlingen hebben een steeds zwaardere zorgbehoefte. - v eranderende samenstelling van gezinnen, individualisering en werkende ouders. Door de veranderende samenstelling van het gezin en werkende ouders zijn leerlingen steeds op meer verschillende plekken gedurende de week. Door de individualisering vinden minder activiteiten plaats met het hele gezin. Er zijn minder echte rustpunten in het leven van de leerlingen. Kinderen wonen minder lang thuis en hun sociale contacten nemen af - de samenleving stelt steeds meer eisen. Doordat de samenleving hectischer wordt, zijn zelfstandigheid en zelfredzaamheid voor de leerlingen steeds belangrijker. Bedrijven stellen hogere eisen aan werknemers, maar er ontstaan ook nieuwe beroepen. In het speciaal onderwijs worden in de vervolgvoorzieningen voor dagbesteding steeds vaker werkbedrijfjes opgericht. Onderwijsambities Mytylschool De Trappenberg heeft een aantal ambities voor de toekomst: - gedifferentieerdere werkvormen, meer met kleine groepjes werken - variatie in groepsgrootten en groepssamenstellingen - praktijkgericht leren en praktijksimulaties
12
Scholen en bouwen aan de toekomst Basis Onderwijs nr. 2 - 2008
- d e mogelijkheid voor teamteaching. Hierbij is een groep leerkrachten integraal verantwoordelijk voor een aantal basisgroepen met leerlingen. - O m de relatie tussen de school en de omgeving te versterken, wil de school actief vorm en inhoud geven aan partnerschappen. Buiten de school zijn dat onder meer het kinderdagcentrum, scholen en diverse maatschappelijke instellingen. De school wil een aantal partners graag binnen de school hebben, zoals een kinderboerderij, een restaurant van en voor gehandicapten, kunstzinnige instellingen, een speel-o-theek voor gehandicapten, buitenschoolse opvang en een bibliotheek. Huisvestingsconcept In het huisvestingsconcept zijn een aantal aspecten van belang: a) eigen omgevingen voor het SO en het VSO. De school wil in de toekomst een nog duidelijkere scheiding tussen het SO en het VSO. Ze vindt het belangrijk dat leerlingen de overstap naar het VSO als een echte nieuwe stap ervaren. In het nieuwe gebouw moeten beide vormen van onderwijs een eigen omgeving krijgen. Daarnaast komen er een aantal gezamenlijke ruimten, zoals een aula, spreekkamers of sport/ bewegingsruimten. b) relatie met het revalidatiecentrum. De school wil in de nieuwe huisvesting een betere fysieke relatie met het revalidatiecentrum dan nu het geval is. Vooral voor leerlingen die veel therapieën krijgen en voor leerlingen die zichzelf moeilijk kunnen verplaatsen, is het belangrijk dat de revalidatie dichtbij het onderwijs plaats vindt. De school moet echter geen medisch karakter krijgen. Begin dit jaar heeft M3V Adviespartners een vooronderzoek gedaan naar de logistieke verbeterpunten tussen de school en het revalidatiecentrum. Hieruit kwam naar voren, dat de paramedische zorg bij voorkeur wordt gekoppeld aan de afdelingen van de school. Naast oefen/behandelruimten in of bij de school zullen de therapeuten en revalidatieartsen ook kantoorplekken nabij of in de school moeten krijgen. c) differentiatie in ruimten. De huidige school is grotendeels opgebouwd uit klaslokalen die aan gangen zijn gelegen. Daarnaast zijn er een aantal specifieke ruimten, zoals een kooklokaal, technieklokaal en een gymzaal. De nieuwe huisvesting moet een gedifferentieerder aanbod van ruimten krijgen, zodat een meer afwisselende leeromgeving ontstaat. d)functionele opslag van materialen en hulpmiddelen. In het huidige gebouw kunnen de leerlingen niet goed zelf bij de materialen komen. Het huisvestingsconcept van het Speciaal Onderwijs is in figuur 1 schematisch weergegeven. Dit figuur dient alleen ter verduidelijking en is geen realistische bouwschets. De groepsruimten worden allemaal even groot, waardoor ze flexibel te gebruiken zijn. Naast de groepsruimten komt er per bouw een gezamenlijke ruimte (a), die voor allerlei activiteiten
gebruikt kan worden. Hier kunnen speel/werkhoekjes komen voor de jongste kinderen en leer/ontdekhoeken voor de oudere kinderen. Het wordt dan ook makkelijker om bepaalde vormen van teamteaching uit te voeren. Centraal is per bouw een aantal ruimten opgenomen (b), zoals een ruimte voor de afdelingsleider, eventueel ruimten voor therapeuten en verzorgingsruimten. Verder komt er een snoezelruimte en een eigen speellokaal. Het huisvestingsconcept van het VSO Voor het VSO is een combinatie nodig van: ruimten voor algemene AVO-activiteiten, ruimten voor drama, muziek en creaactiviteiten, ruimten voor het oefenen van praktijkactiviteiten en praktijkplekken/bedrijfjes. Omdat de activiteiten elkaar steeds afwisselen, wil het VSO praktijkruimten waar mogelijk ook gebruiken voor algemene activiteiten. Het moet in ieder geval mogelijk zijn om met de elf groepen tegelijkertijd een algemene activiteit te houden. Gezamenlijk zijn een kook- en een techniekruimte nodig. Verder komen er in het VSO de volgende bedrijfjes: - technische dienst - civiele dienst - groen - horeca - winkel - administratie De twee MGlf-groepen hebben elk een ervaringsruimte nodig. Verder moeten er voor het VMBO twee algemene ruimten komen (zie figuur 1). Het concept is schematisch als volgt uitgewerkt: Aan de buitenrand, waar bezoekers komen, liggen de bedrijfjes van het VSO. Deze moeten een duidelijke relatie krijgen met de omgeving. Dit kan in de vorm van een balie in elk bedrijf. Als men kiest voor een centrale bedrijvenbalie, kan het door middel van een transparante gevel waardoor de activiteiten van buitenaf goed zichtbaar zijn. Centraal zijn een aantal ruimten (b) opgenomen, zoals verzorgingsruimten en magazijnen. De ruimten voor de afdelingsleider, zorgprofessional, orthopedagoog en stagecoördinator (c) bevinden zich tussen de onderwijsruimten in. Het totale concept is te zien in figuur 1. Het SO en het VSO hebben beide een eigen omgeving en ingang. Beide gebouwdelen zijn met elkaar verbonden door een aantal gemeenschappelijke ruimten. In de centrale ruimte management/staf is één gemeenschappelijke personeelsruimte opgenomen. Alle ruimten in het midden kunnen voor diverse activiteiten gekoppeld worden met de aula/theaterruimte. Omdat oriëntatie binnen de school voor leerlingen zeer belangrijk is, is gekozen voor een logische groepering van ruimten. Met dit huisvestingsconcept in handen, zal nu een technisch programma van eisen en een exploitatieplan moeten worden gemaakt.
Scholen en bouwen aan de toekomst Basis Onderwijs nr. 2 - 2008
13
“Bij nieuwbouw moet je niet denken vanuit de huidige situatie, maar moet je rekening houden met hoe het onderwijs er in de toekomst uit zal zien.“
14
Scholen en bouwen aan de toekomst Basis Onderwijs nr. 2 - 2008
a c a a a a a c
a
c
b
a
a
a
a
c
b b b a
a
Schema 4 - Totale huisvestigingsconcept SO en VSO
De beoogde locatie voor de nieuwbouw is het terrein De Monnikenberg in Hilversum. Hierover voert men nog overleg met de gemeente. Elly Dumond, directeur van Mytylschool De Trappenberg, is goed te spreken over het plan van M3V Adviespartners. “Ze hebben vooral duidelijk gemaakt dat je bij nieuwbouw niet moet denken vanuit de huidige situatie, maar rekening moet houden met hoe het onderwijs er over tien jaar uit zal zien. Ook Jan Reitsma, directeur/bestuurder van de overkoepelende onderwijsstichting De Kleine Prins, is tevreden. “Het werken van bovenaf en van onderaf, in de projectgroep met docenten en personeel, heeft goede dingen opgeleverd. Daarnaast heeft M3V begin dit jaar nog een onderzoek gedaan naar hoe de paramedische zorg vanuit het revalidatiecentrum en het onderwijs beter bij elkaar kunnen komen. Tijdens de workshops zijn de mensen gestimuleerd om hun visie op het onderwijs te geven, wat tot een verscherping van het beleid heeft geleid.”«
Ontwerpvoorbeeld groepsruimten en gezamenlijke bouwruimten
Scholen en bouwen aan de toekomst Basis Onderwijs nr. 2 - 2008
15