Redactioneel onafhankelijk magazine van Saxion Hogescholen
TK E R T VER N E L TOR N DA A A R V I P K INS MIE N E E T ANNA W ME E I V R INTE
Nº 7 / MRT. 2005 / 2006
Onbegrepen ziektes
Ik wil wel, maar ik kan niet Veelzuiper versus non-alcoholic
Academie CII wakkergeschud
Motorcoureur geniet van Amerika
Werken en leren overal ter wereld
Inhoud Nº 7 / MRT. 2005 / 2006
Redactioneel onafhankelijk magazine van Saxion Hogescholen
Sax is een redactioneel onafhankelijke uitgave van Saxion Hogescholen met vestigingen in Enschede, Deventer en Apeldoorn. Het magazine verschijnt maandelijks en wordt gratis verspreid onder ca. 18.000 studenten en 1.700 medewerkers van Saxion Hogescholen. Sax verschijnt tevens in de vorm van een online nieuwsversie via de webpagina: www.sax.nu
3 Warming-up - Drinken met staatssecretaris 4 De maand - Academie wakkergeschud / Geachte redactie 5 De maand - Wat je zegt - Jongeren doof van MP3’s 7 Open en bloot - Op de bres voor onderdrukten 8 Annamiek van Dalen - Interview met een inspirator 10 Manfred Kamphuis: ‘Alleen op UT topsportgevoel’ 11 De topsporter - Motorcoureur Peter Politiek kiest voor plezier 12 THEMA - Onbegrepen ziektes 14 THEMA - Onbegrepen ziektes - ‘Gewoon werken met RSI’ 15 International - ‘Thanks to Holland for helping Afghanistan’ 16 Dag & Nacht - Veelzuiper versus non-alcoholic 18 Studeren en werken overal ter wereld 19 Het nut van een partnership 20 Onder de loep - Knappe koppen zijn blijvertjes 21 Saxservice
5 11 12
15 20
Waar is de kracht ls diva Gerard Joling ettelijke malen achter elkaar roept dat hij ‘er de kracht niet voor’ heeft, ligt de ene helft van Nederland in een deuk op de bank. De andere helft ergert zich blauw aan het gekakel en geklaag van hem en zijn poedelcompagnon en Joling kan rekenen op een totaal onbegrip van dat tweede kamp. Hetzelfde onbegrip van een grote buitenwacht geldt voor de Jolings op de werk- en studievloer (van Saxion): ze hebben er gewoonweg de kracht niet meer voor: een opeenstapeling van werkstress, privé-problemen en negatieve gevoelens doen ze de das om. Ze belanden bij de bedrijfsarts, doen er alles aan om te reïntegreren en zijn voor bepaalde of onbepaalde tijd uit de roulatie. En veel collega’s en studiegenoten doen alsof ze de Jolings heel goed begrijpen, maar ondertussen denken ze: kom op, stel je niet aan, je moet gewoon wat positiever in het leven staan. Studium Generale trachtte met lezingen licht in de duisternis van de onbegrepen ziektebeelden te scheppen, want we hebben
A
2
maart 2006
het hier niet over kattenpis: de ‘aanstelleritus’ vormt een aanzienlijk aandeel in de jaarlijkse euri’s die aan ziekteverzuim worden gespendeerd. Willen we het probleem bij de wortels aanpakken, dan lijkt begrip het sleutelwoord. Reden te meer voor Sax om daar een steentje aan bij te dragen. En voor de mensen die op het punt staan of stonden de kracht te verliezen, in dit nummer de nodige arbeids- en studievitaminen. Wat te denken van scheidend RvB-lid Annamiek van Dalen, voor velen een inspirator en voorbeeld, die in een lastige periode als enige vrouw in de RvB duidelijke resultaten heeft geboekt? En als je wel eens vergeet te relativeren, lees dan het interview met student/motorcoureur Peter Politiek: in 2000 zag hij na een ernstig ongeluk de dood in de ogen, een paar maanden later zat hij weer op de motor, en hij kiest nu vooral voor plezier. Mocht je je daar een tikje te lekker van gaan voelen, kun je je altijd nog laten ‘motiveren’ door de tantes van Talpa. Tim de Hullu
Warming-up Mark Rutte geeft rondje van de zaak
“Studeren moet weer een fulltime job worden. Studenten moeten echt bij de strot worden gegrepen. ” Staatssecretaris Mark Rutte van onderwijs was de afgelopen maand op bezoek in ‘het hol van de leeuw’ – studentensociëteit De Generaal van Saxion – waar hij goed was voor een gratis fustje bier. En enkele pittige uitspraken richting de verslaggever van Sax en de studenten van Saxion.
“Ik zou willen dat studeren weer gewoon een fulltime activiteit wordt”, benadrukt de voor de gelegenheid in spijkerbroek gestoken Mark Rutte nog eens. “Ik wil dat studenten echt warm worden gemaakt voor het vakgebied waarvoor ze gekozen hebben en ik zou willen dat ze daarnaast meer bestuurlijk werk gaan doen. Ook moeten studenten zich meer bewust zijn van de mogelijkheden om geld te lenen. Dat is nu vreselijk impopulair onder studenten, heb ik het idee. Terwijl er bij het IBG in Groningen toch prima leenvoorwaarden gelden voor studenten. Mocht je bijvoorbeeld na het afstuderen onverhoopt in de bijstand terecht komen, dan hoef je niks af te lossen. Het is een beetje een spel zonder nieten, dus ik snap niet wat het probleem is van studenten die niet lenen.” Die hebben gewoon geen zin om in een paar jaar een giga studieschuld op te bouwen. Ze verdienen hun euro´s liever nu, met bijbanen naast de studie. ”Ik weet niet hoe dat hier in de regio verloopt, maar over heel Nederland gezien zijn die bijbaantjes die studenten hebben zo langzamerhand een enorm probleem. Hbo’ers en studenten van universiteiten pikken bijvoorbeeld consequent stageplekken in van mbo’ers. Bijklussende studenten houden ook banen bezet en dat gaat ten koste van de werkgelegenheid van schoolverlaters die zijn aangewezen op banen in de zogenaamde ‘onder-
vraagt om creatieve, ondernemende denkers en doeners. Fanatiek studeren, bestuurlijk actief zijn, en dan ook nog eens tijd hebben om te feesten, het is volgens mij best te combineren. Ook onder het regime van de prestatiebeurs. Het is eigenlijk heel simpel. Dat heb ik bijvoorbeeld geleerd toen ik nog bij Unilever werkte. Lastige projecten kwamen daar altijd terecht bij mensen die het al hartstikke druk hadden. Want dat werkt het beste. Ook bij studenten. Mensen die in hun studie worden uitgedaagd en daardoor geïnspireerd raken, zijn bij uitstek degenen die ook veel vaker dan gemiddeld actief zijn met bestuurlijke activiteiten, met vrijwilligerswerk en bij de studentenvereniging. Iedere student gaat geregeld lekker stappen en plezier maken. Daar hoef ik weinig programma’s op te zetten. We moeten er vooral voor zorgen dat studenten dat ook blijven doen. Het is leuk en het hoort bij de stu-
kant van de arbeidsmarkt’. Begrijp me goed, ik ben er niet op tegen dat je als student ook een beetje werkt, dat is ook vormend. Maar als die bijbaan je zoveel tijd gaat kosten, dat je niet meer toekomt aan je studie, je studentenvereniging, of bestuurs- en vrijwilligerswerk, dan vind ik dat doodzonde. Temeer omdat studenten na het afstuderen veel meer geld kunnen verdienen. Leen dan nu wat meer, als je ook weet dat je dat geld straks volledig inkomensafhankelijk mag terug betalen. Haal alles uit je studententijd zou ik zeggen, en dat lukt volgens mij niet als je twintig uur in de week werkt bij de benzinepomp of in de horeca.” U vraagt nogal wat van studenten. Ondertussen hebben ze geen tijd en geld meer om de studentenverenigingen in het leven te houden. De efficiency lijkt de boventoon te voeren in het hoger onderwijs waar Rutte de scepter zwaait. ”Ik hamer er nog maar eens op. De studietijd is voor jongeren bij uitstek de tijd waarin je alles uit jezelf haalt. Niet alleen om er zelf beter van te worden, maar ook omdat onze Nederlandse kenniseconomie de studenten van nu straks keihard nodig heeft. Werkgevers zitten niet te wachten op afgestudeerden die alleen maar vakinhoudelijk wat in hun mars hebben, maar ook op jonge werknemers die zich tijdens hun studie sociaal, bestuurlijk en maatschappelijk hebben ontwikkeld. Onze maatschappij
maart 2006
3
dententijd. Maar het geeft toch te denken dat studenten die de zogenoemde zware studies doen – en dat zijn toch vaak de technische studies – over het algemeen erg actief zijn naast hun studie. Natuurlijk heb ik oog voor studenten die fulltime bestuurlijk actief zijn. Voor die zogenaamde ‘hysterische actievelingen’ is er in de nieuwe wet het zogenaamde profileringfonds gekomen, een potje dat er voor zorgt dat deze studenten die een flinke tijd niet kunnen studeren omdat ze bestuurlijk actief zijn, toch hun geld krijgen. Ik vind dat je van studenten best iets mag verwachten. In de regel gaan ze straks behoorlijk goede salarissen verdienen. Dus vind ik dat je nu van ze mag verwachten dat er in een redelijk tempo gestudeerd wordt. Dat is toch een redelijke eis die de samenleving aan studenten mag stellen?’ Reageren?
[email protected] Harry van Stratum
De maand Het was even schrikken voor de informaticaopleidingen in Enschede. Herfst vorig jaar werd duidelijk dat accreditatie (verplichte goedkeuring) van de opleidingen met een jaar is uitgesteld, omdat er onder meer onvoldoende inzicht was ‘in de kwaliteit van de huidige situatie van het personeel’. Inmiddels is er een interim-directeur, is er een zestal werkgroepen opgericht en is er een scherpe gesprekscyclus voor de ontwikkeling van docenten. Sax stak de thermometer er in. p het moment dat reeds 19 Saxion-opleidingen door de NVAO met voldoende tot goed waren beoordeeld, sloeg het uitstel van accreditatie van drie opleidingen tegelijk bij de Raad van Bestuur in als een bom. Bestuursvoorzitter Cor Boom: “Het kan toch niet zo zijn dat opleidingen voor een bedrijfstak die voor deze regio van zo’n groot belang is, niet worden goedgekeurd. Stel je voor: in vier jaar tijd moeten de opleidingen dan afgebouwd worden. Dat is niet motiverend voor studenten en al helemaal niet voor het personeel want dat zou ontslagen betekenen en schadelijk voor het imago van Saxion. Dus moest de onderste steen boven.” Toch was het uitstel geen gehele verrassing. In een studenttevredenheidsonderzoek van 2004 kwam naar voren dat studenten niet tevreden waren over de begeleiding van docenten. Docenten zouden problemen hebben met de uitvoering van hun nieuwe rol als tutor of studieloopbaanbegeleider, scoren te laag op het gebied van boeien en inspireren en missen actuele vakkennis. Opmerkelijk: uit gesprekken van Sax met studenten blijkt niet zo zeer dat de kwaliteit of begeleiding ter discussie staat, maar dat studenten denken dat de hoge werkdruk invloed heeft
O
op het specialisme van docenten. Rik Koster, eerstejaars Bedrijfskundige Informatica (BI) geeft een voorbeeld: “Een docent met als specialisme software geeft bijvoorbeeld hardwarevakken. Dan weten wij als studenten meer dan de docent zelf, die te weinig specifieke kennis heeft.” Docenten erkennen dat de werkdruk hoog is en dat er behoefte is aan extra mankracht. “Maar in zo’n dynamische en snel veranderende wereld als die van de ICT is het een illusie dat je als docent altijd meer weet dan de student”, vertelt docent BI Hans Engberts. “Het is wel belangrijk de student altijd aan antwoorden te helpen, dus goed te begeleiden.” Nu er met het uitstel van accreditatie druk op de ketel komt, neemt die werkdruk ook nog eens toe: regelmatig wordt er in de avonduren gewerkt. Daarom wordt er extra geld beschikbaar gemaakt om externen uit het bedrijfsleven in te huren, die in werkgroepen worden ingezet, maar ook in het onderwijs. Daarnaast zijn er net een paar nieuwe docenten aangetrokken en staan er nog een aantal vacatures open, al is het nu de economie aantrekt – met de ICT-sector voorop – niet gemakkelijk docenten te vinden. Velen zijn geneigd voor het grote geld van het bedrijfsleven te kiezen, boven
Academie wakker geschud
Wat je zegt
Ben je doof of zo?
Geachte redactie. Geachte redactie is een nieuwe rubriek van Sax. Wil je reageren op artikelen in Sax of heb je een mening over ontwikkelingen die je met de redactie van Sax – en andere lezers – wilt delen? Mail dan een brief naar
[email protected], met naam, toenaam en studie/functie.
Small Business In Sax 6 staat een interview dat Jan Medendorp gehouden heeft met Wilma van Ingen, directeur van de KvK. Zij geeft daarin aan het ondernemen en onderwijs zeer belangrijk te vinden, zelfs zo belangrijk dat er een hbo ondernemersopleiding in Arnhem moet komen, en dat de Raad van Bestuur gevraagd moet worden er ook één in Enschede kan starten. Kennelijk is noch bij haar, noch bij de interviewer bekend dat, al 10 jaar, Small Business & Retail Management (SB) ondernemers en ondernemende managers opleidt, en vanaf het begin op de eerste plaats in de landelijke ranking staat (Elsevier en HBO). Des te vreemder is het dat de interviewer al een paar jaar het jaarlijkse ondernemersdebat leidt dat door de
studievereniging van deze opleiding georganiseerd wordt. En dat Wilma van Ingen ook al eens discussieavond heeft bezocht en mede gesponsord in het theaterhotel in Almelo, dat georganiseerd werd door de Ladies Business Club, een initiatief van vrouwelijke SB-studenten, waarin zij zich zeer enthousiast toonde over de opleiding. Wat betreft de minoren draait SB op dit moment al voor de vierde keer een minor ‘ondernemen, je eigen zaak’. Bovendien staan er regelmatig stukken over onze (oud-) studenten in de regionale krant, waar de opleiding in genoemd wordt. Toch is het te begrijpen dat buitenstaanders niet precies op de hoogte zijn van alle opleidingen, want de namen veranderen nogal eens (hoewel Small Business nog steeds Small Business heet). Maar van de redactie
4
Uit recent audiologisch onderzoek blijkt dat het aantal jongeren dat aan ernstige gehoorschade leidt, snel toeneemt. Dit is vooral te wijten aan de loeiharde muziek die uit de MP3-spelers komt. De stelling: diepe oordopjes moeten uit de handel worden gehaald, leve de oude koptelefoon!
Eerstejaars PTP-student Jorinke Vos: “Het ligt niet aan de oordopjes. Bij sommigen in de trein bijvoorbeeld komt er meer geluid in de omgeving dan in de oren. Dus volgens mij ligt het aan de mp3-speler. Hij zal dan wel teveel kracht hebben. En hoe hard je ‘m zelf zet. De kwaliteit van oordopjes controleren? Zou ik geen gek idee vinden. Een auto wordt mij ook veilig aangeleverd, dus waarom oordopjes niet? Ik heb zelf een MP3-speler met redelijk dure oordopjes. ‘Flutdingen’
doen me pijn aan de oren.” Lector Carien Stephan (ergonomie) zegt stellig dat je helemaal geen oordopjes en koptelefoon moet gebruiken: “Geen van beide is een oplossing, de muziek op afstand luisteren is de enige remedie.” De lachende derde zijn volgens haar de audiologen, die steeds meer jongeren over de vloer krijgen en een goede toekomst tegemoet gaan… Tim Stevens, eerstejaars Facility Management: “Diepe oordopjes uit
van de Sax verwacht ik wel dat zij hun eigen hogeschool kennen, en ik had op zijn minst een redactioneel naschrift verwacht waarin gewezen wordt op het bestaan van SB. En daarin ben ik zeer teleurgesteld.
Onzinnige bijdrage Sax nummer 6, item “Dag & Nacht”: ‘Carnivoor’ interviewt ‘vegetariër’ en vice versa. Waarschijnlijk moet het ‘omnivoor’ zijn en niet ‘carnivoor’ (tenzij Joska Hissink tot de grote katachtigen behoort en niet tot de (mens-aapachtigen). Daarbij een, uit
Inge Kwast, docent Small Business
maart 2006
De maand de aantrekkelijkere arbeidsvoorwaarden in het onderwijs. Het valt Cor Boom op dat er door docenten niet gesproken wordt over uren maken, niet over negatieve werkdruk. “Als je het druk hebt op de academie, heb je het leuk druk met elkaar. Dat is heel anders dan dat je op een eilandje werkt en elke dag met chagrijn naar je werk gaat.” En daar heeft Boom de kern te pakken van de problematiek bij CII: voorheen liet de communicatie te wensen over, was er geen wijgevoel. Met wisselingen in het management, de nieuwe interim-directeur Ton Diepeveen en de koers die is ingezet, is verandering zichtbaar. Elke twee weken wordt het personeel met de ‘InterimNieuwsbrief’ op de hoogte gebracht van ontwikkelingen, de zes werkgroepen (Student centraal, 1Academie, 1-Onderwijsvisie, Interactie, Regioverankering en Accreditatie) zijn bemand met tweederde van alle medewerkers en studenten worden actief betrokken bij verbetering van de academie.” Ook Rik Koster en studiegenoot Edwin Spil zien effecten van de nieuwe wind: “Niet zozeer in het onderwijs, wel in de fysieke omgeving. Zo wordt er geïnvesteerd in technische aspecten, als draadloos internet en nieuwe systemen.” Student Mart Slot: “Vanuit de werkgroep Student centraal is studenten gevraagd om mee te denken over verbeteringen. De respons van studenten is goed: velen vinden het nuttig.” Volgens docenten en studenten wordt de sfeer op de academie steeds beter. In het docentenkorps bestaat
de handel halen? Onzin. Je zet ‘m zelf zo hard als je wilt en ik denk dat het aan de MP3-speler zelf ligt.
Kwaliteitscontrole vind ik overbodig, je bent zelf verantwoordelijk.” (JH en RS)
Natuurgeneeskundig/Orthomoleculair standpunt, onzinnige redactionele bijdrage. ‘Gesteund’ door discutabele/ gekleurde internetsites en één enkele serieuze/onafhankelijke site, wordt gesteld dat vegetariërs gezonder zouden eten dan omnivoren. De aangehaalde voor- en nadelen van wel of geen
vlees eten zijn duidelijk en onweerlegbaar maar dat is niet waar het om gaat. Mensen zijn omnivoor, omdat we een aantal essentiële stoffen niet zelf aanmaken. Het voedingscentrum stelt: om gezond te eten is een evenwichtige voeding essentieel. Maar een evenwichtige voeding samenstellen is niet
maart 2006
eenvoudig en vraagt veel kennis en ervaring (en brengt hoge kosten mee). Zo weten we dat ijzer alleen opgenomen wordt bij gelijktijdig aanbod van de synergisten Cobalt, Fosfor, Zink, Mangaan en Koper. Vandaar ook dat de goedkope ‘staaltabletten’ bij bloedarmoede weinig effectief zijn en hooguit voor donkere/zwarte ontlasting zorgen (= ijzer dat we niet opnemen). Om vitamine B-complex effectief op te nemen is gelijktijdig aanbod van Vitamine C, Zink, Chroom en Fluor nodig. Zelfs deze twee uitermate belangrijke bestanddelen van vlees zijn al niet eenvoudig aan te vullen. Daarnaast is bekend dat eiwitten (noodzakelijke voedingsstoffen) uit verschillende bronnen NIET gecombineerd mogen worden. Combinatie van soja en noten (veel voorkomend in vegetarische/veganistische maaltijden) is dus uit den boze en levert nutteloze, hooguit dikmakende, voeding op. Vleesvervangers dan? Helemaal fout! Elke zichzelf respecterende vegetariër zou de neus moeten ophalen voor deze uit soja, noten of melkvetten samengestelde tofu-karbonades, quorn-schnitzels en ander namaak-vlees die vlees absoluut niet vervangen en hooguit de schijn wek-
5
wel huiverigheid over de strengere gesprekscycli die nu zijn begonnen. Functioneringsgesprekken en taakdoelstellingsgesprekken waren er in het verleden wel, maar beoordelingsgesprekken nauwelijks. En nu moet iedereen daar wel aan. Een recent uitgevoerde studentevaluatie, waarin onder meer om een oordeel over docenten werd gevraagd – zal als basis dienen. In een eerder bericht op Sax.nu vertelde Aletta Bijsterveld, manager Innovatie van CII, zelfs dat er een kans is dat docenten moeten vertrekken, wanneer er geen zicht is op ontwikkelingsverbetering. Interim-directeur Diepeveen nuanceert die uitspraak: “Iedereen is er van overtuigd dat het goed is het kwaliteitsniveau van de academie te verbeteren. Een goede gesprekscyclus draagt daar aan bij. We gaan van het positieve uit: investeren in de kwaliteit van ons huidige personeel. Als maatstaf hebben we de competentielijst van de bachelor of ICT gebruikt, zodat we gemakkelijk kunnen beoordelen of kennis en competenties van medewerkers aan de huidige eisen voldoen.” Het was weliswaar even schrikken voor alle betrokkenen, maar het lijkt erop dat de academie op koers is naar alsnog een accreditatie voor de drie ICTopleidingen. Zowel managers, docenten als studenten zijn daarvan overtuigd. De deadline voor een dossieroverdracht aan de accreditatieorganisatie ligt op 14 november van dit jaar. Daarna wordt duidelijk of de spoedoperatie leidt tot een langer leven. (TdH)
ken toch vlees te eten. Voedingssupplementen? Mogelijk, maar bepalen welke je moet gebruiken, is minder eenvoudig. Het aanbod is groot maar de samenstelling varieert nogal en een overdosering ligt op de loer. Niet bij de wateroplosbare vitaminen, die plas je wel uit bij overschot. Wel bij vetoplosbare vitaminen (die vergiftigingsverschijnselen kunnen veroorzaken: niet te onderscheiden van de verschijnselen bij tekort) en bij mineralen die bij overschot nier-/blaassteentjes en gruis kunnen veroorzaken. Het redactioneel commentaar is misschien leuk maar had beter gekopt kunnen zijn: “Vegetariërs kunnen gezonder eten: op basis van veel (voedings-)kennis en tegen hoge kosten.” Helaas: die kennis ontbreekt doorgaans en het te investeren geld is (zeker bij studenten) ook niet beschikbaar. Dat de inhoud informatiever had kunnen zijn, is wel duidelijk. Nico Smits Natuurgeneeskundige en medewerker Kwaliteitszorg Onderwijs, HBS De redactie behoudt het recht brieven te weigeren of in tekorten.
WASAUTOMATENVERHUUR “TWENTE” HUURPRIJZEN v/a € 10 p/mnd
SPECIAAL VOOR STUDENTEN
VOOR INLICHTINGEN BEL:
053 - 434 02 22
Open en bloot
gemarteld en vermoord. De Iraanse regering, waarvan in feite de hoogste en machtigste leider de fundamentalist Ayatollah Ali Khamenei is, zet deze onderdrukking nog steeds voort. Priscilla: “Leden van de Bahá’igemeenschap mogen geen hoger onderwijs volgen en ze mogen ook geen ambtelijke functies bekleden.” Een geloofsgroep die streeft naar universele rechtvaardigheid, ongeacht persoon of religie, wordt het mikpunt van haat en het slachtoffer van rechteloosheid.
In de serie Open en bloot gaan we op zoek naar de mens achter de student en/of medewerker. Deze keer: oud-Saxion-studente Priscilla Thung en bedrijfsarts Jakob Pilon zijn leden van de Bahá’i-gemeenschap en strijden tegen onderdrukking van de Bahá’is in Iran. e Bahá’i-gemeenschap bestaat wereldwijd uit ongeveer zes miljoen leden, waarvan er circa 1.500 in Nederland woonachtig zijn. Volgens Priscilla Thung is het een geloof dat zijn oorsprong in 1844 vond, toen de aankondiger en medestichter van het geloof, Báb (‘de poort’), de wereld verkondigde dat er nieuwe manifestaties zouden gaan volgen, namelijk Baha’u Iláh, de profeet, eveneens één van de stichters van het geloof. Bahá’i-leden streven naar het in hun ogen allerhoogste en het allerbelangrijkste op aarde, namelijk: eenheid in verscheidenheid. Volgens Jakob Pilon zijn de Bahá’is gericht op het overbruggen en verkleinen van kloven. De Bahá’is geloven dat er maar één God is, en dat zowel jood, moslim, christen als Bahá’i in dezelfde God geloven, maar hem alleen anders noemen: “De kracht en schoonheid van religie moet juist zijn dat men elkaar weet te vinden en te accepteren. Op het moment dat geloof de bron wordt van ellende en onrust,
D
dan kan er beter geen godsdienst meer zijn.” Want de zuivere en enige intentie van godsdienst is volgens de Bahá’is om de mensen op aarde te verenigen. Ironisch is dat een geloofsgroep die het centraal gezag altijd zegt te willen respecteren en te streven naar stabiliteit en vrede, in de bakermat, het oude Perzië (het huidige Iran), op hardhandige manier het leven zuur wordt gemaakt. Recent nog is een Bahá’i-lid na 10 jaar gevangenschap onder dubieuze omstandigheden in een Iraanse gevangenis overleden. Er zijn verder genoeg gevallen bekend van plundering, intimidatie, marteling en moord. De onderdrukking van de Bahá’i-gemeenschap heeft volgens Jakob door het Iraanse regime in de moderne tijd een forse impuls gekregen in 1979, toen Ayatollah Ali Khameini de macht greep en begon met een massale onderdrukking en intimidatiecampagne van andersgelovigen. Tweehonderd leden werden
Priscilla onderstreept dat de Bahá’is niet zielig willen zijn: “Wij komen niet
Geen hoger onderwijs voor Bahá’is in Iran alleen voor de gevaarlijke situatie voor de eigen geloofsgenoten op, maar ook voor alle andere mensen in Iran die worden onderdrukt en gemarteld.” Ook christenen en joden hebben volgens Jakob en Priscilla niet echt recht op godsdienstvrijheid, al worden deze religies wel officieel erkend. De
Aldus Steven -Column De burger als consument
Laatst kwam ik erachter dat een goede vriend van mij CDA had gestemd. Dat was even schrikken, zoals je begrijpt. CDA, en hij schaamde zich er niet voor. Toen hij begon te brabbelen over normen en waarden heb ik maar gauw een biertje uit zijn koelkast gepikt. Dat maakte het wat draaglijker. och had Balkenende met dat normen- en waardendebat wel degelijk een punt. “Burgers gedragen zich als consument van de samenleving”, stelde de morele autoriteit des vaderlands bij zijn aantreden. Jammer alleen dat onze geliefde leider bleef steken in
T
wordt de schijn gewekt dat ze zelf problemen op de agenda kunnen zetten. Voor de ontzuiling, de ontworteling van burgers uit een ideologisch kader, hebben we een zelfzuchtige burger teruggekregen.
gemoraliseer over fatsoen. Over plantjes die je niet uit de grond mag trekken, papiertjes die je niet op straat mag gooien en collega’s die je niet mag pesten. Op dat laatste punt schijnt de moraalridder een ervaringsdeskundige te zijn, als lijdend voorwerp welteverstaan. Dus hij wist waarover hij sprak, wat niet altijd het geval is.
De hoogte van de energierekening, de hypotheekrenteaftrek, zorgpremies en de afschaffing van het prepensioen. Zodra burgers het in de buidel voelen, gaan ze de barricades op. Maar voor echt wezenlijke zaken, zoals milieu en mensenrechten, vind je ze niet op het Museumplein. Simpelweg omdat er geen direct voordeel uit te behalen valt, of gewoon omdat het dan opeens een ‘ver-van-mijn-bed-show’ heet.
Maar het gedelibereer over een publiek moraal heeft niet geleid tot een heropgevoede burger. Het paradijs der beschaving blijft uit. In de tussentijd heeft de regering zelfs het consumentschap bevorderd. Overheden benaderen burgers in toenemende mate als klanten. Ze kunnen hun eigen energiemaatschappij en zorgverzekering uitkiezen en in de lokale politiek
maart 2006
Bahá’i-leden in andere landen stellen deze zaak aan de kaak door de publiciteit op te zoeken. Ook is de geloofsgroep vertegenwoordigd in een organisatie die is aangesloten bij de Verenigde Naties, waar jaarlijks door een commissie rapport wordt uitgebracht over de situatie van de Bahá’i in Iran. Verder wordt geprobeerd om de academische wereld te bewegen om protestbrieven te schrijven of te ondertekenen die naar bijvoorbeeld UNESCO of Kofi Annan kunnen worden opgestuurd. Daarnaast zijn er plannen om onderwijsminister Van der Hoeven te strikken voor het versturen van een protestbrief naar haar Iraanse
Wil de regering nog enig publiek
7
collega van onderwijs en wordt gedacht aan het organiseren van protestbriefacties en een jaarlijks terugkerend symposium. Jakob: “Het is in feite een plicht van ieder mens om voor werkelijk onderdrukten op te komen in andere landen en dat doen wij dan ook.” Robin Slot
Steven de Jong, student Milieutechnologie Saxion Deventer,
[email protected].
moraal ontlokken, dan zou ze de volgende vraag aan de burgers voor moeten voorleggen. Moeten we u beschouwen als een consument van de BV Nederland of als aandeelhouder van een samenleving die valt of staat met de inbreng van individuen? De bewustwording die van zo’n vraag uitgaat, kan dan misschien leiden tot meer directe democratie. Alleen vooralsnog ziet het er naar uit dat Nederlanders zich in een referendumsysteem net zo onverantwoordelijk zullen gedragen als in Californië. Daar stemmen ze voor betere wegen en tegelijkertijd voor verlaging van de wegenbelasting. Aldaar gaat het individueel belang boven het collectief belang, zelfs als de overheid erdoor failliet gaat.
Interview Afscheid van een inspirator met haar op de tanden
‘Ik verlangde best eens terug naar de Pabo’ VNO-NCW voor vrouwen in topfuncties, is heel duidelijk gekeken naar mijn profiel en wat ik nog miste om het compleet te maken. Daaruit bleek dat ik een duidelijke softe kant heb in mijn cv, en een mindere harde kant. Ik heb besloten om die harde kant met een studie te ontwikkelen, heb daar uitgebreid over nagedacht, en vervolgens in goed overleg met de Raad van Toezicht deze MBA-studie opgepakt. Toen wist ik ook dat ik niet jaren meer bij Saxion rond zou lopen. Dit is een fase in mijn leven waarin ik toe ben aan een nieuwe uitdaging. Daar krijg ik de kans ook voor. Ik ben gescheiden, heb twee kinderen van 18 en 16 en bijna over een jaar gaat ook de jongste het huis uit, wat voor mij meer mogelijkheden biedt. Ik vind dat iedereen kritisch zou moeten kijken naar waar je staat, wat je wil en wat je nog te leren hebt. In het begin van mijn bestuursfunctie heb ik daar geen tijd voor genomen.”
In februari werd officieel bekend wat al langer in het geruchtencircuit rondging: Annamiek van Dalen vertrekt na dit studiejaar bij Saxion, waar ze in de jaren zeventig de Pabo volgde en sinds 1986 werkzaam is. Als docent op de AMA, directeur APO en sinds 2002 lid van de Raad van Bestuur. Ze vindt het wel mooi geweest in het onderwijs en kiest voor een andere branche. En als je Van Dalen zo hoort, wordt het waarschijnlijk een topfunctie binnen de gezondheidszorg. Een interview over haar positie tussen twee mannen, slapeloze nachten en het ‘Deventer bloed’. Je volgt sinds een jaar een internationale MBA-studie, deels door Saxion gefinancierd. Wist je toen al dat je Saxion zou verlaten? “Ik vind dat voor elke functie geldt
GMRRRRRRRR
Heb je veel druk gevoeld van medewerkers? “Zeker, maar ook van het regionale bedrijfsleven. Ik heb er voor gekozen het Deventer gezicht van Saxion te zijn. Dan word je bijvoorbeeld persoonlijk aangekeken op de manier waarop de fusie tot stand komt, lang niet altijd terecht. Kijk, Enschede was veel groter en dus veel verder in de administratieve organisatie, die was veel meer geprofessionaliseerd,
Een kijkje achter de schermen
GMRRRRRRRR is een column van leden van de Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad, op persoonlijke titel geschreven. Deel 5: Renate Fortuin, studente Milieutechnologie anaf maart 2005 heb ik in het Dagelijks Bestuur gezeten van de GMR. Op dat moment was ik al twee jaar lid van de Raad en leek het me een mooie aanvulling om dit erbij te doen. Allereerst heb je natuurlijk een voorstelling van de werkzaamheden van het DB. Terwijl het vorige DB zich
V
dat je je na vijf jaar je moet afvragen of die nog bij je past en of jij nog bij de organisatie past. De houdbaarheid van bestuurders dreigt minder te worden. Tijdens een opleiding van
Hoezo? “In november 2001 werd bekend dat ik en Wim Boomkamp de nieuwe leden van de Raad van Bestuur werden en al in december kwam de fraudezaak aan het licht. Ik viel dus met de neus in de boter. Ik was nog niet eens benoemd! Dat hele proces heeft enorm veel energie gekost. Ja, het was leerzaam, maar je wenst het niemand toe. Minimaal vijftig à zestig uur per week in de running, slapeloze nachten. We waren als Raad heel erg op elkaar aangewezen. Pas bij het verschijnen van het rapport van de Commissie Hendrix was de druk van de ketel en konden we de blik weer vooruit richten. Ik denk dat we met allerlei maatregelen op het gebied
van controle de zaak goed hebben aangepakt: door onder meer fusie en groei was die controle nog niet voldoende vormgegeven. Er moest bedrijfsmatiger gewerkt worden en een aantal mensen vond dat niet prettig. Ik werd er op aangesproken en natuurlijk raakt het je dan. En je weet van alles, over het politieonderzoek, over de valsheid in geschrifte, maar je kunt gewoon geen openheid geven. En dat is lastig, zeker als je bedenkt dat je zelf vroeger onderdeel bent geweest van de publieke opinie. Ik heb de groei van Hogeschool IJselland meegemaakt, de ruimte voor initiatieven, het saamhorigheidsgevoel, de sfeer. En dan blijkt die ruimhartige opvattingen toch tegen je te hebben gewerkt. En als je juist op dat gebied moet ingrijpen, dat je de organisatie moet verzakelijken, stuit je op onbegrip van mensen die dachten dat vroeger toch op rolletjes liep. Ik heb me werkelijk niet kunnen voorstellen hoe zwaar die periode zou zijn. Kon er nachten niet van slapen, heftige tijden. Die periode is ook heel jammer voor Saxion, maar ik ben blij dat er nu een kentering is gekomen en dat de contacten met het ministerie van OC en W en de regio weer goed zijn.”
met haar taken bezighield, vroeg ik mij af waaruit deze precies bestonden. Ik wist dat ze agenda overleg voeren met de Raad van Bestuur, dat ze overleg plegen met de Academie Raden, dat ze vergaderingen voorbereiden, dat ze extra vergaderingen inlassen wanneer nodig en dat ze procesmatige aanbevelingen doen aan de GMR. Wat dit precies mocht inhouden wist ik pas op het moment dat ik me er zelf mee ging bezighouden. Ik kreeg meteen het gevoel dat ik meer betrokken was met
8
de Raad. Het is ook zo dat je nu elke week een taak hebt om uit te voeren. Ik raakte hierdoor nog meer gedreven in mijn werkzaamheden als GMR lid. Het idee dat ik beter in de stof zat was al snel aanwezig aangezien je er meer tijd in stopt. Dankzij mijn mede DBleden heb ik een hoop geleerd over de procesmatige kant van een vergadercyclus. De DB-overleggen vinden plaats in een gezelschap van 5 personen waardoor het een ander soort type overleg is. In de GMR vergadering vindt
maart 2006
overleg namelijk plaats met 24 personen. Hierdoor heeft het individu in het DB-overleg een sterkere rol ten opzichte van een GMR-overlegvergadering. Lid zijn van het DB is in mijn ogen ‘een kijkje achter de schermen nemen’. Er komt een hoop bij kijken om de vergadercyclus goed te laten verlopen en ik ben blij dat ik hier deel uit heb mogen maken om het voor elkaar te krijgen. Niet alleen ben ik blij dat ik dit heb mogen meemaken, maar ook omdat ik dit altijd met veel plezier gedaan heb.
Interview met ruimte voor specialisten. Zo hebben we nu specialisten voor arbo en juridische zaken. Dan voelen mensen het als een overname. Vergeten wordt dan dat gekozen wordt voor de beste aanpak. Neem de herinrichting van het gebouw in Deventer, het flexconcept: dat gaan we ook in Enschede invoeren, wordt het huisvestingsmodel van Saxion. Ik vind dat we nu eens definitief afscheid moeten nemen van dat bloedgroepdenken.”
“Jazeker. De herclustering van de academies en de manier waarop dat is gegaan, is toch een mooi resultaat. Maar ik moet zeggen: het was toch anders dan in mijn vorige functie. Als directeur van een academie sta je zelf voor de troepen en in de RvB ben je één van de drie. Natuurlijk doe je ook dingen zelf, zoals het onderhandelingen met vakbonden.” Je vak is communicatie, daar heb je in lesgegeven en je bent manager communicatie geweest bij de Stichting Leerplan Ontwikkeling. Wil je weer zo’n functie? “Nee, dat past niet in mijn ontwikkeling. Maar ik vind het nog steeds een prachtig vak. Het lastige van communicatie is alleen dat iedereen er verstand van denkt te hebben. Het huidige communicatiebeleid van Saxion vind ik goed afgewogen, waarbij op basis van middelen en gedegen onderzoek keuzes worden gemaakt. En dan toch hoor je mensen roepen dat ze het gevoel hebben dat we ons te weinig in Deventer profileren. Wat gewoon niet waar is, want daar moeten we juist communiceren om meer marktaandeel te halen.”
Vind je in dat licht, dat er nieuw Deventer bloed in de RvB moet komen? “Niet dus. De Raad van Bestuur is er voor de hele hogeschool. Wel belangrijk is dat mijn opvolger of wie dan ook investeert in netwerken in de regio Stedendriehoek. Maar dat geldt ook voor directeuren van academies.”
Over communicatie gesproken, wat vind je van Sax? “Ik vind het blad de laatste tijd duidelijk verbeterd. In het begin was het oppervlakkig met veel algemene verhalen, maar Sax wordt prikkelender en ik vind het erg leuk om over verschillende opinies binnen Saxion te lezen. Ik weet dat het ontzettend moeilijk is om twee verschillende doelgroepen – studenten en medewerkers – met één blad te bereiken. Persoonlijk zou ik zeggen: een apart blad voor studenten en een blad voor medewerkers.”
Een vrouw? “Vrouwen in het management, vind ik heel belangrijk. Kijk naar het management van Saxion: er zijn slechts twee vrouwelijke directeuren! Een scheve verhouding. Het werkt verfrissend in een old boys network.” Hoe was het als vrouw tussen de mannen in de RvB? “In een Raad van Bestuur ben je op elkaar aangewezen. Dat is soms heel eenzaam met z’n drieën.”
Je gooit toch geen oude schoenen weg voor je nieuwe hebt? “Dan ben je risicomijdend en zo steek ik niet in elkaar. Ik ga in elk geval voor een directiefunctie binnen een grote organisatie en ik heb een voorkeur voor de gezondheidszorg. Die branche vind ik vergelijkbaar met het onderwijs, waar mensen het belangrijkste product zijn. Ik heb al wel ideeën, maar heb nog geen beslissing genomen.” Door anderen word je een goede gesprekspartner genoemd. Is informeel contact je sterke kant? “Ik heb zelf in de Hogeschoolraad gezeten en kan dus goed inschatten wat de belangen zijn van bijvoorbeeld de GMR, van de partij aan de andere kant van de tafel. Dat leidt tot goede resultaten. Stille diplomatie is ongelooflijk belangrijk. Open en eerlijk zijn en altijd komen tot een compromis. Stel: we waren als Raad van Bestuur in de discussie over de functieordening niet bereid geweest tot een compromis, dat had een enorme negatieve energie teweeggebracht, waar we nog steeds last van zouden hebben. Dat onderhandelen hoop ik ook in mijn nieuwe functie volop te kunnen doen.” Tim de Hullu
Anderen over Van Dalen en haar vertrek
Kwam het tot botsingen? “Botsingen en hevige discussies zijn er altijd. Je kunt niet altijd dezelfde opvattingen hebben.”
Krista Nijssen, voorzitter Dienstenraad: “Jammer dat er een vrouw vertrekt. Op zo’n niveau was ze toch een voorbeeld voor veel andere vrouwen binnen de organisatie. Het glazen plafond was weg. Als voorzitter van de Dienstenraad heb ik regelmatig met Annamiek te maken gehad. We hebben haar manier van werken altijd erg gewaardeerd. Haar betrokkenheid bij medezeggenschap is groot. Moet er nieuw Deventer bloed door de aderen van Saxion stromen? Ik denk dat Saxion gebaat is bij nieuw vrouwelijk bloed dat bij voorkeur niet uit Enschede of Deventer komt.” Maeike Woudstra, onderwijsmanager organisatie APO: “Annamiek ging als directeur APO voortvarend te werk en heeft vol enthousiasme allerlei vernieuwingen ingevoerd. Ze had zowel inhoudelijke kennis als kennis van besturen.’ Het zou mooi zijn als de expertise van Annamiek in Deventer een plek zou krijgen in de rugzak van haar opvolger.” Jan Auwke Diepenhorst, directeur APO: “Ik heb Annamiek als directeur van de APO opgevolgd. Ze heeft veel aandacht besteed aan de voorbereiding van de visitatie die vijf maanden na haar vertrek plaatsvond. Dat was behoorlijk goed: de Pabo Deventer is destijds zeer positief beoordeeld.” Taco Graafsma, voorzitter GMR: “Ik vind het jammer dat Annamiek vertrekt, omdat ze een plezierige gesprekspartner is. Zeker in het kader van functieordening, wat toch een lastig en gevoelig onderwerp is, lukte het met name met Annamiek om het overleg inhoudelijk en constructief te houden.”
Heb je plezierig samengewerkt met de andere leden van de RvB? “In de Raad van Bestuur is het heel anders werken dan als directeur van opleidingen, waar je direct met een grote groep collega’s werkt. Zingen in het koor, als op de Pabo, dat is er binnen de Raad van Bestuur niet bij. Wat ik heel leuk vond, was het netwerken naar buiten toe.” Heb je het gevoel dat je zelf resultaten hebt geboekt, dat je je ei kwijt kon?
maart 2006
Je gaat na dit studiejaar met studieverlof, je studie duurt nog een jaar, wat is je nieuwe baan? “Dat is nog niet bekend. Eerst maar eens de studie afmaken, die is belastend genoeg. Om de vier weken ben ik naar Londen. Daarnaast moet er ruimte blijven om rustig te kijken welke baan me het beste past.”
9
Interview
Manfred Kamphuis, manusje van alles voor topsporters
‘Het echte
topsportgevoel heerst alleen op de UT’ Als Twentse sporters zouden presteren tijdens de Olympische Spelen in 2008, is dat min of meer toeval. Dat blijkt uit dit interview met Manfred Kamphuis (36), manager van Sport Support Twente, het vroegere Olympisch Steunpunt. De tijd voor Peking 2008 is tekort, Kamphuis richt zich helemaal op 2012. Voor die tijd wil hij een perfect regionaal netwerk opgetuigd hebben met de universiteit en de fonkelnieuwe Randstad Topsport Academie in Deventer als centrum. “Ik tref het echte topsportgevoel helaas alleen aan op de universiteit.” amphuis is geen voormalig topsporter, hij fietste op hoog niveau, maar miste de juiste mentaliteit voor de top. Hij belandde bij de Rabobank als facilitair medewerker, maar had het niet naar zijn zin. De conclusie dat de vroegere Steunpuntvoorzitter Gerrit Grotenhuis (tevens Rabo-directeur in Enschede) hem aan het baantje hielp, bestrijdt Kamphuis met enige felheid. “Ik heb heel netjes een trainingstraject gevolgd via een jobcenter bij de Rabobank. Mijn interesse ging uit naar de afdeling sponsoring bij de bank, maar daar is veel gesaneerd.” In januari 2004 kwam Kamphuis terecht bij Sport Support Twente als faciliteitenmanager. Zijn opdracht zit in de naam van de functie verwerkt. In het bestuur maakte Gerrit Grotenhuis plaats voor de gewezen F16-piloot Wim Nieuwland. “Ik heb veel ambities om het regionale sporttalent te ondersteunen. Mijnheer Groten-huis zei dat hij niet de tijd had om op dezelfde fanatieke wijze mee te werken.”
K
Moniek Kleinsman Kamphuis werkt 36 uur in de week voor het steunpunt, daarnaast is er een bestuur met onder anderen vertegenwoordigers van de UT, Saxion, het ROC en de LOOT-school. “Ik doe op dit moment alles zelf, inclusief het secretariaat, de commerciële zaken en natuurlijk de contacten met de sporters.” Waar vroeger het Steunpunt uitsluitend de talenten begeleidde, staan nu meer dan 300 echte en potentiële topsporters (van wie 90 verbonden aan Saxion) op de lijst van Kamphuis, inclu-
sief dus de wereldtoppers als Marleen Veldhuis en Gert Jan Bruggink. Maar die hebben hun zaakjes toch prima voor elkaar? Die kennen Kamphuis wellicht niet eens. “Soms kan ik wat kleine dingen regelen.” Kamphuis is op eigen kosten naar de Olympische Spelen in Turijn geweest en hij heeft daar veel contact gehad met oudSaxion-studente Moniek Kleinsman die een slecht toernooi achter de rug heeft. “Moniek heeft niet altijd de goede mensen om zich heen, ik wil haar daarbij helpen.” Structuren Kamphuis heeft het steeds over structuren en netwerken opbouwen in de komende jaren. “We willen een opleidingsstructuur opzetten, samen met de bonden en de verenigingen. Bij de verenigingen begint het allemaal, maar die beheersen ook niet alle facetten om een talent op te leiden. Wij kunnen dan helpen bij problemen.” Alles voor de ontwikkeling van het talent. “Zoals krachttraining, medische en paramedische zaken, financiële ondersteuning.” Daarvoor heeft het NOC*NSF onlangs twee mille beschikbaar gesteld. Twee mille, daar doe je op dat vlak niet veel mee, beseft Kamphuis. Dus wordt steun van het bedrijfsleven ingeschakeld. “Sporters hebben financiële hulp nodig, maar dan moet je wel een goed plan maken. Bedrijven die sponsoren kunnen een reisje winnen, dat vind ik een beetje kort door de bocht.” Kamphuis ziet meer in afspraken waarin de sporter een tegenprestatie levert zoals een lezing voor het bedrijf of een clinic.
10
Geen budget Behalve voor zijn salaris heeft het Steunpunt zelf geen budget, reden voor Kamphuis om onlangs de suggestie te doen aan alle Twentse gemeenten om een dubbeltje per inwoner te storten. Hij werd net niet weggehoond. Maar geld, dat is vaak van cruciaal belang bij de ontwikkeling van de aanstormende talenten. “Veruit de meeste vragen die ik krijg, gaan over financiële hulp. Maar als je in een gesprek doorvraagt, blijkt dat de meeste sporters onvoldoende kennis hebben van de mogelijkheden. Als ze een status hebben, dan kunnen ze tegen gereduceerd tarief krachttrainen. Ze weten ook niet dat Sport Support Twente korte lijntjes heeft met de medisch en paramedische wereld. En indien mogelijk spreek ik mijn netwerk aan, zo heb ik een B-sporter onlangs geholpen bij het vinden van een baan.” Kamphuis is zeer tevreden over het topsportklimaat op de UT. “Het is werkelijk een genot om de trainingen te zien op de sintelbaan en in het sportcentrum. Op de UT werken onder anderen twee goede roeitrainers en een waterpolotrainer.” Jaap Heerze, hoofd Sport en Cultuur van Saxion zit ook in het bestuur van Sport Support Twente en reageert als door een adder gebeten: “Dat het echte topsportgevoel alleen op de UT aanwezig zou zijn, wordt waarschijnlijk ingegeven door het feit dat Kamphuis een kantoorruimte op de UT heeft en dus uitkijkt op de sintelbaan en de sporthal en daar studenten ziet sporten. Gelet op de Topsportregeling, zoals wij die bij Saxion kennen kan ik stellen, dat er meer topsporters bij ons dan bij de UT studeren.” Randstad Topsport Academie Volgend studiejaar wordt “dankzij de lobby van Sport Support Twente door Saxion en Randstad een Randstad Topsport Academie opgericht in
maart 2006
Deventer in samenwerking van Sport Support Twente.” Heerze: “De Randstad Topsport Academie kent alleen de studie Commerciële Eco-nomie, die via de Academie MIM speciaal aan de door NOC*NSF geselecteerde topsporters wordt aangeboden.” Voor Kamphuis is het een hemel in de topsporthel in het oosten des lands. Bovendien denkt hij daarmee zijn regio uit te breiden. “De collega in Zwolle doet toch niets in Deventer en er bestaat al een relatie met het ROC Aventus in Deventer.” In de gedachten van Kamphuis gaan alle Saxion-topsporters hun studie volgen in Deventer, waar ze studie en sport het beste kunnen combineren. “Randstad samen met Saxion betekent dus ook dat een goede combinatie kan ontstaan met het bedrijfsleven voor de sporters die klaar zijn met hun studie.” Heerze: “Een concentratie van alle studerende topsporters in Deventer lijkt niet zinvol. Zelden kun je van de topsporters per studierichting een speciale groep vormen. Getalsmatig ligt dat moeilijk. Nu zie je dat de 90 topsporters verspreid over al onze studierichtingen en studiejaren zitten.” Het bestuur van het Sport Support Twente zegt met enige vertwijfeling kennis te hebben genomen van de standpunten van Kamphuis. Heerze: “Manfred Kamphuis is een zeer gedreven man. Dat hij al vooruit kijkt naar de Olympische Spelen van 2012 onderstreept nog eens zijn ambities. Maar uiteraard zal Nederland eerst bij de spelen in 2008 moeten trachten haar positie te handhaven. En vanuit het bestuur van Sport Support Twente werken we daar natuurlijk ook naar toe. Want ook in Bejing zullen er oostelijke sporters aan de start komen en willen we scoren! Zo pragmatisch en fanatiek zijn we in het bestuur dan ook wel weer.” Jan Medendorp
De topsporter
Student/motorcoureur Peter Politiek geniet van het leven in Amerika
‘Ik ben blij dat ik hier nog sta’ fouten maken. Ik trok het slecht dat de jongens die ik altijd relatief makkelijk voor kon blijven, nu voor me zaten. Na een ongelofelijke EK race op Assen, crashte ik in de volgende race hard en besloot ik een punt achter m’n motorsportcarrière te zetten. Na een maand of twee begon het toch weer zo te kriebelen dat ik koos voor het raceteam van mijn vader, die in de Supermono en de Classics om de titel strijdt. Het karakter van die motoren is een stuk vriendelijker, zodat ze je niet meteen uit het zadel gooien als je een foutje maakt. Ik heb me nog nooit zoveel vermaakt op de motor. De laatste twee seizoenen heb ik, onbewust, de tijd genomen om m’n snelheid, souplesse en zelfvertrouwen terug te krijgen, die ik voor m’n ongeluk had. De ambitie voor de 250cc
Een ernstig motorongeluk leek een abrupt einde te maken aan de sportcarriere van Peter Politiek, derdejaars IBMS. Na een wekenlange coma herstelde Peter verrassend snel en zat hij na een paar maanden weer op de motor. Hij wilde te graag net zo goed zijn als vroeger, maakte fouten, crashte een paar keer pijnlijk en besloot te stoppen. Maar na ‘maar liefst’ twee maanden pakte hij zijn passie toch weer op. Maar nu op een andere manier. Peter kiest voor plezier en vertoeft bewust een jaarlang voor zijn studie in Amerika, terwijl hij maar weinig op de motor kan zitten... Een monoloog. De snelheid en de grens opzoeken zijn voor mij de ultieme sensaties van motorsport. De topsnelheden op de rechte stukken, alsmaar de grens opzoeken en het gevaar, laten je adrenaline supersnel door je aderen vloeien. Om succesvol in de motorsport te zijn, moet je willen winnen. Motorsport kun je absoluut een verslaving noemen, de hele race-experience is overweldigend. Het is moeilijk om er (helemaal) los van te komen.
“
Deelname aan de TT Assen in 2002 is mijn absolute hoogtepunt. Dat jaar ging alles van een leien dakje: ik kon als 17-jarige met een wildcard in de 250cc aan de TT deelnemen en kwam ook nog eens als beste Nederlander over de finish. Ik stootte definitief door in de Nederlandse wegracetop. De eerstvolgende race na de TT was helemaal opzienbarend: in de regen had ik op de eindstreep meer dan 20 seconden voorsprong op de tweede man. Van een leien dakje dus, tot m’n ongeluk daar een plotseling einde aan maakte… We besloten een EK-wedstrijd op het circuit van het Tsjechische Most te rijden. Die racedag werd de zwartste van mijn leven. Om onverklaarbare redenen ben ik met rond de 180km/h de baan uitgevlogen. Most heeft op dat punt van de baan geen grindbakken, dus reed ik in een hoek van ongeveer 45 graden op een vangrail om vervolgens over de motor gegooid te worden en met diezelfde snelheid, face-down, op een lager gelegen stuk asfalt te landen. Mijn redding was een aanwezige ambulance met een dokter die me onmiddellijk kunstmatig beademde. Bij de crash was mijn lichaam zo erg toegetakeld (onder
meer schedelbasisfractuur, botten in handen en benen gebroken, ingedrukte borstkas, organen die plotseling stopte met werken) dat de doctoren besloten om me kunstmatig in coma te houden. Na zes weken in Tsjechië, werd ik overgevlogen naar het Sophia Ziekenhuis in Zwolle. Hier werd mijn verdoving elke dag verminderd, zodat ik langzaam elke dag iets langer wakker werd. Na vijf weken in Zwolle heb ik gerevalideerd
‘Nu is studie absoluut belangrijker’ heb ik echter absoluut niet meer, maar ik plan wel om in het seizoen 2007 in de topklasses van de Nederlandse en Europese wegrace mee te doen.
in Het Roessingh in Enschede. Dit ging verrassend snel en na drie weken intern, kon ik al naar huis. Uiteindelijk heb ik relatief weinig aan het ongeluk overgehouden: door het ongeluk is mijn korte termijngeheugen erg slecht geworden, kan ik een stuk slechter tegen alcohol en is m’n zicht een stuk minder.
Of mijn ongeluk mijn studie heeft beïnvloed? Ik heb het eerste kwartiel van Technische Bedrijfskunde moeten missen, maar ik heb dankzij m’n ongeluk wel uitgevonden dat ik plezier wil hebben in alles wat ik doe. Dus besloot ik al snel met deze studie te stoppen en ben bij mijn huidige studie gekomen. Bij IBMS moet je verplicht het derde jaar naar het buitenland voor studie en stage. De opties die Saxion aanbood vond ik allemaal vrij suf en ik kreeg de mogelijkheid om zelf op zoek te gaan naar iets moois. Dit vond ik in New York: het Manhattan Institute of Management, een kleine Business School die studenten uit Europa een semester of twee studie aanbiedt in New York. Ik wist toen ik met deze studie begon dat ik het derde jaar in het buitenland zou zitten. Het was moeilijk
Ik wist niks meer van het ongeluk en ik heb nooit pijn gehad. Het was alsof ik de dag ervoor nog op de motor zat. Verder heb ik bij de paardensport altijd geleerd dat als je van je paard valt, je er meteen weer op moet stappen, omdat je anders je zelfvertrouwen kwijtraakt. Mijn ongeluk was op 28 juli, begin oktober was ik weer thuis en in de laatste week van december van 2002 reed ik m’n eerste meters op een racemotor. Het gevoel was meteen terug. De tests gingen zo verbazingwekkend goed dat ik op hetzelfde niveau kon doorgaan. Ik wilde echter te graag bewijzen dat ik die snelheid nog had. Ik werd veel te overmoedig werd en ging
maart 2006
11
om midden in een seizoen m’n koffers te pakken en alles ineens achter te laten, maar de motorsport is niet meer heilig voor me. Dit is belangrijker en ik ben superblij dat ik hier nu zit! Het ongeluk heeft mij als persoon en hoe ik tegen het leven aan kijk zeker veranderd. Ik krijg van vrienden te horen dat ik een stuk socialer ben geworden. Ook is het racen lang niet zo belangrijk als dat het vroeger was. Ik geniet er elke race weer van dat ik puur voor m’n plezier rijd en jongens versla die het idee hebben dat ze een professional gaan worden. Alhoewel ik op de motor en in het leven sinds m’n ongeluk minder risico’s neem, doe ik tegenwoordig veel sneller aan spontane ideeën of acties mee. Je leeft tenslotte maar een keer, en ik ben blij dat ik hier nog sta. Wat ik belangrijker vind, studie of sport? Absoluut de studie! Sinds m’n ongeluk heb ik geen behoefte meer om met racen m’n geld te verdienen. Ik beleef er nog steeds veel plezier aan en ik doe nog op hoog niveau mee, maar er zijn veel belangrijkere dingen in het leven!” Tim de Hullu
Thema - Onbegrepen ziektes
Ik wil wel, maa Dat de aanduiding ‘onbegrepen ziektes’ voor zaken als CVS, RSI of een burnout wel erg letterlijk moet worden genomen, blijkt uit de terughoudendheid van ervaringsdeskundigen binnen Saxion om hun verhaal aan Sax te vertellen. Zelfs niet zonder naam en toenaam. Of ze zitten er nog middenin, of ze worden door er weer over te praten weer het verleden in gesleept. Ook speelt de angst mee dat studiegenoten, collega’s of leidinggevenden hun verhaal kunnen herleiden. Sax deed toch een poging om binnen de Saxion-muren naar verhalen en het hoe en waarom te speuren. lle instellingen voor hoger en wetenschappelijk onderwijs beschikken over een zogenoemde Toolkit Verzuimregistratie- en analyse van het Arboservicepunt. Met het gestandaardiseerde registratiesysteem kan op een effectieve manier inzicht worden verkregen in de organisatiebrede verzuimcijfers en de verschillen die eventueel bestaan bestaan met andere organisaties binnen dezelfde sector. Volgens bedrijfsarts Pilon is het aantal medewerkers binnen Saxion dat aan RSI, CVS of een burnout lijdt, noemenswaardig, maar komt het in verhouding niet veel vaker voor dan bij andere organisaties waar hij bedrijfsarts voor is. Hij geeft aan dat maar weinig medewerkers er over willen spreken.
A
Bij studenten is het niet veel anders. Ook hier wordt er terughoudend gereageerd. Studentenpsycholoog Saskia Vlieger erkent dat zij de nodige
studenten over de vloer krijgt, die aan bijvoorbeeld een burnout leiden, maar dat men hier bijna nooit over wenst te spreken met andere mensen, laat staan in het kader van een interview. Volgens Saskia is er nog wel een wezenlijk verschil tussen het hebben van een burnout of het overspannen zijn. Het een kan wel resulteren in het ander, maar bij een burnout moet er volgens haar meer aan themagerelateerde zaken worden gedacht: “Iemand die een burnout heeft, kan wel plezier hebben op andere gebieden van het leven, maar o wee als de studie weer begint…” Een burnout wordt veroorzaakt door chronische stress, die, als het maar lang en intensief genoeg aanhoudt, kan leiden tot overspannenheid. In dat geval is men permanent van de kaart. Het internet lijkt mensen een uitlaatklap te bieden om op een veronderstelde veilige manier hun verhaal te doen. Op de site burnin.nl wordt er
Burnout: uitputting, cynisme en onbekwaamheid Burnout, één op de tien heeft er last van. De Amerikaanse psychotherapeut Christina Maslach introduceerde de term begin jaren ‘70. Burnout verdeelt ze onder in drie samenhangende factoren. Uitputting, cynisme en verminderde persoonlijke bekwaamheid. Op 7 maart hield psychotherapeut Carien Karsten een lezing over het onderwerp op uitnodiging van Studium Generale. Haar boek ‘Omgaan met
burnout’ (2004) leidt ze alsvolgt in: “Van de ene dag op de andere verander je van een enthousiaste en gewaardeerde werker in een geestelijk wrak:
cynisch, lusteloos en zonder perspectief.” Met cynisch wordt bedoeld dat men afstand neemt van het werk en collega’s. Persoonlijke onbekwaamheid, de term van Maslach, zou zich uiten in het gevoel dat men minder goed presteert dan in het verleden het geval was. Karstens boek maakt duidelijk dat bepaalde arbeidsomstandigheden onge-
merkt tot chronische stress en daardoor tot uitputting kunnen leiden. In ‘Omgaan met burnout’ laat ze ervaringsdeskundigen aan het woord, tekenend hierbij is de volgende passage: “Ik foeterde en mopperde maar. Liep boos over de afdeling te klagen over de directeur en de werkdruk. Zo kende ik mezelf niet. Ik was veranderd van een supergestructureerd, hardwerkend mens in een chaoot. Ik had het gevoel dat er niets meer uit mijn handen kwam. Ik was niet meer effectief. Ik vergaloppeerde me, investeerde veel te veel in situaties en in mensen.” (SdJ)
Stress en RSI kosten jaarlijks 6 miljard Stress en RSI door het werk kosten de samenleving jaarlijks naar schatting 6 miljard euro. Ieder jaar meldt 2 tot 4 procent van de werknemers zich ziek vanwege stress op het werk. 15 procent krijgt door het werk klachten aan arm, nek of schouder die tot beperkingen leiden. Dat staat in een rapport van onderzoeksbureau TNO dat staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De bewindsman gaat ervan uit dat de cijfers de werkgevers en werknemers aansporen tot een effectieve aanpak van de problemen. “Het onderzoek maakt duidelijk dat men daar ook financieel veel
baat bij heeft.” TNO deed in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken onderzoek naar gezondheidsschade en kosten van stress en RSI. Werkdruk Jaarlijks melden 150.000 tot 300.000 werknemers zich ziek wegens stress. Die kan worden veroorzaakt door een
12
te hoge werkdruk, maar bijvoorbeeld ook door agressief gedrag van klanten, pesterijen van collega’s of eentonig werk. De onderzoekers schatten dat een op de zeven WAO’ers door stress op het werk arbeidsongeschikt is geworden. Dat kost jaarlijks 1,7 miljard euro aan uitkeringen. De totale kosten van stress voor ondernemers en overheid worden geschat op 4 miljard euro per jaar. Ziekteverzuim Ieder jaar gaan 340.000 tot 675.000 werknemers naar de dokter met klach-
maart 2006
ten aan arm, nek of schouder die veroorzaakt worden door het werk. De gezondheidsklachten kosten volgens TNO jaarlijks 2 miljard. De grootste kostenposten zijn ziekteverzuim (bijna 1 miljard) en verminderde arbeidsproductiviteit (800 miljoen). Volgens TNO kan bestrijding van stressfactoren vooral in de industrie, gezondheidszorg, handel, overheid en de sector vervoer en communicatie besparingen opleveren. Als het gaat om RSI dan is de top vijf gezondheidszorg, industrie, onderwijs, bouw en handel. (HvS)
Thema - Onbegrepen ziektes
ar ik kan niet… derde van de werknemers die aan RSI lijdt, de werkplek is aangepast. Voor herstelbevordering is thuis blijven zeer belangrijk, maar veel werknemers proberen gewoon door te werken.
bijvoorbeeld ingegaan op de achtergronden van een burnout en worden allerlei tips en adviezen gegeven om met hevige stress te leren omgaan. Ook vertellen mensen hun verhaal. Zo ook ‘Theo’, een 55-jarige man die ‘opeens’ helemaal inklapt op het werk en zich ‘ontgoocheld, gedesillusioneerd, en voor het leven beschadigd’ zegt te voelen, wanneer hij merkt dat hij de doelen die hij zich ooit had gesteld, niet heeft weten te bereiken. Een heftige omschrijving, die nog heftiger zal zijn als je het echt hebt moeten ervaren. Ook CVS en RSI zijn echter nog niet van hun ‘taboe’ op de werkvloer af. Alhoewel bijna elk bedrijf wel een RSI-preventieprogramma heeft opgezet, en er veel discussie over lijkt te zijn, houden de ‘slachtoffers’ zich maar liever helemaal stil.
Degenen die aan een burnout leiden, worden in het onderzoek impliciet geclassificeerd als ‘mentaal minder sterk’. De oorzaak van een burnout is immers altijd een vorm van chronische stress, voortkomend uit vaak een combinatie van psychologische en sociale factoren. De gevolgen zijn hier echter weer fysiek. Geest en lichaam werken immers samen, een oude maar nog steeds functionele wijsheid uit de oosterse medische filosofie. Minister Hoogervorst gaf onlangs echter nog aan dit inzicht te ontberen door bijvoorbeeld te weigeren CVS als officiële ziekte te erkennen, waardoor deze groep ook aanspraak zou kunnen maken op bepaalde zorgvergoedingen. Dit, terwijl medici het er onderhand wel over eens zijn dat CVS evenmin met ‘iets tussen de oren’ te maken heeft.
Uit zeer recent onderzoek van het Coronel Instituut blijkt echter dat mensen met RSI zich absoluut niet aanstellen; het heeft een duidelijk fysieke oorzaak. Erkend wordt wel dat er psychosociale gevolgen aan de ziekte zijn verbonden. RSI-patiënten zouden gemiddeld 37% van de kwaliteit van leven inleveren. Meer dan de helft slikt vaak pijnstillers. Uit dit onderzoek blijkt verder dat bij slechts een
Binnen de muren van Saxion blijkt er niet altijd optimaal begrip te zijn voor de situatie van ernstig ziek
geworden medewerkers. Interesse ebt soms snel weer weg, laat staan dat er rekening gehouden wordt met het inplannen van werkzaamheden. Een medewerker die opeens ernstig ziek was geworden, herinnert zich bijvoorbeeld de verwarring bij terugkomst toen de hele manier van werken veranderd bleek te zijn en zijn functie daarmee ook totaal op de schop ging. Er werd geen rekening gehouden met beperkingen; bij terugkeer werd er een waslijst gepresenteerd van zaken die door zijn afwezigheid simpelweg waren blijven liggen. De begeleiding vanuit de organisatie viel volgens hem daarnaast ook tegen: van een professionele aanpak om reïntegratie te bespoedigen, bleek geen sprake. Daarentegen kreeg hij het gevoel dat men hem liever kwijt dan rijk was. Een probleem was ook het grote aantal wisselingen tussen begeleiders, waardoor er nooit een vast aanspreekpunt was voor langere tijd. Zieken worden op deze manier dubbel slachtoffer door het algemeen heersende onbegrip, en de daaraan gerelateerde onwetendheid en desinteresse. Robin Slot
CVS: het chronisch vermoeidheidssyndroom patiënt wenst een diagnoselabel, aldus de psychiater. Aan de hand van voorbeelden maakt Van Houdenhove duidelijk dat bij CVS ook psychosociale factoren meespelen. Bijvoorbeeld een posttraumatische ervaring, een moeilijke zwangerschap of een levenshouding van ‘telkens maar willen zorgen voor anderen’. Opmerkelijk is dat 80 procent van de CVS-patiënten vrouwen zijn. Dat wijst volgens Van Houdenhove op sociale en hormonale factoren.
Dertigduizend mensen hebben er last van. Maar net als RSI en burnout, wordt het maar moeilijk als zelfstandig ziektebeeld erkend. We hebben het over CVS, ofwel het chronisch vermoeidheidssyndroom. Professor Boudewijn van Houdenhove liet in een lezing van Studium Generale zijn licht schijnen over de onbegrepen ziekte. Hij legde uit dat het bij CVS in hoofdzaak gaat om een klinisch vastgestelde, onverklaarbare, voortdurende of steeds weerkerende vermoeidheid of uitputting die zes maanden of langer duurt. De ver-
moeidheidsklachten gaan gepaard met pijn, slaap- en concentratieklachten. Bij mensen die aan deze syndromen lijden, wordt meestal geen lichamelijke verklaring gevonden. Ondanks de nevel waarin CVS gehuld is, zegt Van Houdenhove het etiket CVS ‘wel nuttig’ te vinden. De
In januari 2005 schreef Van Houdenhove mee aan een advies van de Gezondheidsraad. Daarin stelde de raad dat totale rust de klachten uiteindelijk in stand houdt. “CVS-patiënten moeten het advies krijgen te doen wat ze nog kunnen, zo nodig na aanpassing van werk(tijden) in overleg met de bedrijfsarts.” De spreuk ‘rust roest’ is de rode draad in het advies. (JH, SdJ)
RSI: het symptoom kent de oorzaak niet ten dan ook op de beweeglijkheid van hun lichaamsweefsels, en kijkt op de tweede plaats pas naar houdingscorrectie. Zo bleken de nek- en schouderklachten van één van zijn patiënten verband te houden met een fietsongelukje van 40 jaar geleden. Ook let hij op iemands eet- en leefstijl. “Als je op een avond anderhalve liter koffie drinkt, vraag je om problemen.”
RSI, voluit Repetive Strain Injury, is een aandoening waar 3,2 miljoen werkenden volgens TNO Arbeid last van hebben. Het betreft niet alleen maar beeldschermwerkers. Ook lassers, musici en mensen achter de lopende band hebben er last van. En kappers, maar liefst 49 procent. RSI is dus meer dan een ‘muisarm’. “Het is absoluut geen beeldschermklacht”, verduidelijkte osteopaat Jules de Kort op Saxion Hogescholen in Deventer tijdens een lezing georganiseerd door Studium Generale. De alternatief genezer spreekt liever van
CANS (Complaints of Arm, Neck and Shoulder). “RSI als zodanig bestaat niet, maar is te beschouwen als compensatieverlies.” Compensatieverlies treedt volgens hem op als het lichaam niet in staat blijkt zichzelf te herstellen. De Kort onderzoekt zijn patiën-
maart 2006
TNO-onderzoeker Kiem Thé, de
13
andere spreker op de bijeenkomst, gelooft ook niet dat het alleen aan de stoeltjes en tafeltjes ligt. In verwijzing naar het onderzoek van haar collega Swenneke van den Heuvel wijst ze op de psychosociale oorzaken: hoge taakeisen, weinig steun van de collega’s, overmatige betrokkenheid bij het werk, weinig pauzes nemen. “Deze factoren kunnen een volledig zelfstandige rol spelen in de ontwikkeling van RSI.” (SdJ)
Thema - Onbegrepen ziektes Lector ergonomie:
‘Blijf met RSI vooral gewoon doorwerken’ Lector ir. Carien Stephan (Design for All, Productergonomie) is de aangewezen persoon binnen Saxion Hogescholen om meer te vertellen over de achtergronden en preventiemogelijkheden van RSI. Stephan heeft namelijk niet alleen de nodige expertise als ergonoom op dit vlak, maar heeft ook tot drie maal toe aan den lijve ervaren hoe RSI eigenlijk voelt. olgens haar is het benoemen van RSI terug te voeren op de digitalisering van de samenleving, want vroeger bestonden deze klachten ook al wel, maar werden ze alleen niet als RSI herkend en bestempeld. Veel beroepsgroepen werken tegenwoordig intensief op de computer en de muis doet een sterk beroep op de fijne motoriek van de gebruiker. Men maakt constant klikbewegingen, maar de hele arm beweegt in feite mee. Daar ontstaat op een gegeven moment buitenproportionele druk op de arm door, waardoor men RSI kan krijgen.
V
Volgens haar zijn er ergonomisch verantwoorde oplossingen om de kans op RSI terug te dringen op de werkplek wanneer dit veroorzaakt wordt door een frequent computergebruik. Stephan: “Als reactie op het risico van overbelasting zijn veel schermen hoger geplaatst, waardoor mensen nu heel recht naar voren op hun scherm kijken, maar dit sluit niet aan op de menselijke anatomie. Een ontspannen
houding is namelijk dat men het hoofd iets geknikt heeft. Dit kan RSI dus juist versterken of in de hand werken.” Daarnaast is het volgens haar ook wenselijk het scherm op een goed afgestemde hoogte en afstand te plaatsen door het toenemend aantal vergrijzende medewerkers met een leesbril. Zelf heeft ze overigens een speciale stoel aangeschaft met extra brede armleuningen, waardoor ze haar arm zo weinig mogelijk hoeft te bewegen. Verbazingwekkend zegt ze het te vinden dat de twee beroepsgroepen die misschien nog wel het meest worden belast, de cameramensen en de musici, bijna nooit over RSI klagen, terwijl als je de arbo-wetgeving eens zeer strikt hier op zou toepassen, er bijna geen musicus of cameraman overblijft. Betekent dit dan volgens haar dat medewerkers in het onderwijs die aan RSI lijden zich aanstellen? Stephan: “Absoluut niet, je weet namelijk nooit hoe het precies voor
een ander voelt, en ik weet daarnaast ook uit eigen ervaring hoe ontzettend pijnlijk het is.” Ze onderstreept tot slot dat RSI-patiënten niet thuis moeten blijven zitten: “Je moet je hand en arm wel blijven bewegen, om de doorbloeding op gang te houden. De natuurlijke reactie is om pijn te verminderen door zo weinig mogelijk actief te zijn, maar dit werkt dus niet.” Daarnaast heeft volgens haar de
hedendaagse huisarts nog steeds te weinig kennis van RSI, waardoor zij mensen naar fysiotherapeuten doorverwijzen die hier onvoldoende expertise in hebben: “Achttien jaar terug had ik de eerste keer RSI, toen had het nog geen naam en werd je met een kluitje het riet ingestuurd door de artsen. Toen ben ik op eigen initiatief naar een chiropractor gegaan. En dat werkte fantastisch: na wat ‘breekwerk’ was ik van de RSI af!” Robin Slot
Info van het Decanaat
Voel je je bedreigd, gepest of lastig gevallen? Blijf er niet mee rondlopen, laat je horen! Ongewenst gedrag. Het komt vaker voor dan je denkt. Het zou ook jou kunnen overkomen. Op straat, tijdens een feestje maar ook op school. Ook als het glashelder is dat je “slachtoffer” bent, en je er niet om hebt gevraagd, lastig gevallen te worden, kan het zijn dat je geplaagd wordt door gevoelens van schuld of twijfel. ‘Heb ik iets fout gedaan dat mij dit overkomt.’ ngewenst gedrag kan veel vormen aannemen. Je krijgt een mailtje van een onbekende dat onprettig van toon is, je wordt lastig gevallen op een feestje of er staat een docent steeds net iets te dicht naast je. Niet in alle gevallen is het onmiddellijk duidelijk wat er gebeurt. Jij voelt je rot. Maar bedoelt de ander het ook echt zo? Is het misschien je eigen schuld? Slachtoffers van een misdrijf hebben heel vaak aanvankelijk een schuldgevoel of twijfelen er aan of ze het hadden kunnen voorkomen. Ook als je twijfelt maar je hebt er last van, praat er over. Dat geldt zeker als het je het leven zuur maakt, als je motivatie voor de studie er onder lijdt of je begint je onrustig te voelen op straat of op school, doe er iets aan! Praat er in elk geval over! Vertrouwenspersonen Soms is het genoeg er met een vriend(in) over te pra-
O
ten, maar niet altijd is dat voldoende. Soms is het prettig je vragen aan iemand voor te leggen die je niet goed kent. Bij de vertrouwenspersonen kun je met je verhaal terecht. Deze hebben een onafhankelijke positie, doen niets buiten jou om en zijn gebonden aan de wet op de privacy: jouw verhaal komt niet naar buiten behalve als jij dat wilt. Vertrouwenspersonen zijn er speciaal om jou bij te staan en je te ondersteunen. Je bent er welkom, ook als je twijfelt of het misschien allemaal tussen je oren zit, of wanneer je er over wilt praten om het te verwerken. Je kunt eventueel eerst mailen of bellen met een van de vertrouwenspersonen. De klachtenregeling Het kan een goed idee zijn om een klacht in te dienen. Saxion Hogescholen wil graag dat je je op school veilig voelt en heeft een klachtenregeling ongewenst gedrag vastgesteld. Jij helpt, als je een klacht indient niet alleen jezelf, maar ook anderen. De vertrouwenspersoon zal samen met jou bekijken hoe er een eind komt aan de ongewenste situatie. Als je een klacht indient, wordt jouw klacht bekeken door een klachtencommissie die uit deskundigen bestaat. Je kunt altijd met de vertrouwenspersoon overleggen
14
maart 2006
of het in jouw geval goed is een klacht in te dienen. Het is mogelijk dat de klachtencommissie besluit dat een sanctie aan de orde is. Zo kan degene die ongewenst gedrag vertoont geschorst worden. Meer lezen In de folder “Een veilig werk- en leefklimaat is ons een zorg.” staat precies beschreven wat je kunt doen als je te maken krijgt met ongewenst gedrag. Bij de Onderwijsbalies en het Studenten Service Centrum (beneden in de hal op beide Saxion locaties) kan je de folder vinden. Ook de vertrouwenspersonen hebben de folder voor je beschikbaar. Een afspraak maken. Studenten die worden geconfronteerd met ongewenst gedrag kunnen een afspraak maken met de vertrouwenspersonen. In Deventer zijn dat de studentenpsychologen, in Enschede zijn dit de studentendecanen. Via intranet kun je zien wie de studentendecanen en de studentenpsychologen zijn en wat ze je te bieden hebben. Je kunt op beide locaties de afspraak maken via het Studenten Service Centrum. Locatie Deventer tel. 0570-603007 of via e-mail:
[email protected] Locatie Enschede tel. 053-4871199 of via e-mail:
[email protected]
INTERNATIONAL There are about 400 international students and more than 1000 German students studying at Saxion. Some of them are here for a year, others stay longer. We would like to know their stories: who are they and why are they here? At the same time we would like to give them an opportunity to get to know us a little better. That’s why Sax every month will include an international page.
EVENTS • On Wednesday 16 March, at Aspen Valley in Enschede, you can enjoy the final of the ‘band competition’. Different
Thanks to Holland for helping Afghanistan
bands from Enschede and other cities play different kind of trends. • In Deventer, Het Burgerweeshuis Pop podium organizes a “Salsa Grande” night on Sunday 19 March. The DJ will play salsa, merengue, soukous en kaseko. The party starts at 20:30 and the cost of the entry is 5.00 euros. • In the week of the 21st of March, the Filmhuis “De Keizer” in Deventer presents the film “Kebab Connection”. A German comedy about a Turkish guy who wants to play the first German Kunfu film ever. • Every Monday around noon (12:35) at the Vrijfhof of the Twente University you can enjoy of a nice lunch mixed with a little bit of culture. On 27 March you can enjoy: ‘Atinuke: Her stories’. It is a story, told by a girl called Atinuke (born in Nigeria and living in the UK) about her heritage and family roots in Catholic, Jewish, Protestant, African Animist and Voodoo culture. Her stories are both modern and traditional. • The Sport & Cultuur Enschede offers you every month a premier film in the cinema Alhambra. Tickets are 2.50 euros. For information of the films go to: http://www.saxion.nl/extra/cultuur/ensch ede/film
This time for Sax International I got a chance to talk to my old class mate Zohra Alikouzay (22). Those who have met her know she has a charismatic and friendly personality. Behind her kindness there is an impressive story. Moving to Holland “My family and I moved to the Netherlands during the war in Afghanistan. My father was the first of us who left the country and came to this side of the world. He was a journalist in Afghanistan and there were too many limitations for him to practise his profession. Before the Taliban regime he also used to work
language and got used to living here without any problems. I have learned the language, went to school and now I am studying Commercial Economics and International Management.” 100% Afghan “I have lived in Holland now for 7 years and I am very grateful to this country and its people. They gave us
destruction of the Taliban regime, a new horizon has opened; new schools are being built, education is available for women again, the law is changing and we even have elections! In any case, changes take time and reconstruction does not happen overnight. We don’t just need a country being rebuilt but we also need a change in the minds of the people and in the way they go about things. We have also received humanitarian aid from other countries; an example of this is Holland, which has sent soldiers to help build schools, hospitals
‘A new horizon has opened’ for the government and for that reasons he left the country and emigrated to Holland as a refugee. The rest of the family, including me, joined him one year later. I was 15 years old when I arrived.” The Dutch experience “In general Dutch people were really kind to us. They understood our situation and they cared about us very much. However, during the first year my whole family was homesick; we missed our family, friends and our traditions. We also did not know the language and we did not know many people. Holland has its own customs that seemed weird to us in the beginning. For instance: calling someone before we go and visit the person seems rude to us. We call the doctor for an appointment; friends do not need an invitation. At the beginning it was hard, but later we learned the
maart 2006
15
an opportunity to start a new life here. However, I feel myself 100% Afghan. In my family we try to keep our culture alive and therefore I keep myself busy finding out information about Afghanistan. At home we speak our native language and we listen to Afghan music. This way, I don’t break my connection with my country and my people. We also tell my little brother and sister about Afghanistan and its customs. For them it’s more difficult to have an idea of the country, since they came to Holland at a very young age.” Changes and going back “Going back to Afghanistan depends on the situation in the country. I have thought many times about going back to Afghanistan. The situation being what it is now, I would rather wait. It is obvious that the country is going through a big change. With the
and provide security. Thanks to that aid, Kabul is becoming a little safer. Because of this situation, my parents had an opportunity to visit the country last year for the first time. They were extremely happy to be able to see their families and country after so many years.” My plans “I would like to finish my studies. Later, I would like to be able to work in an organization that allows me to help women and children in my country. I want to make sure that their human rights are respected. Children should go to school instead of having to work. Women should have more rights than they currently have. I really believe that with the help and support of the international community and the Afghan people, the country will change. It is just a matter of time.” Alexandra Contreras Ochoa.
Dag & Nacht is een serie waarin studenten of medewerkers van Saxion met precies tegenovergestelde leefpatronen, muzieksmaken, levensbeschouwingen, banen, et cetera, naast elkaar worden gezet. Deel 7: ‘veelzuiper’ tegenover niet-drinker.
Een bittere smaak Mischa Germeraad, communicatieadviseur bij de Dienst Interne en Externe Betrekkingen, neemt tijdens het interview een kopje thee. Dat lijkt heel normaal, gezien het tijdstip van de dag. Maar ook ’s avonds en op feestjes drinkt hij liever een non-alcoholisch drankje dan een koud biertje of een exotisch gemixte cocktail. Nooit dronken van een kruk vallen en altijd de bob zijn, vindt hij helemaal niet erg. Om gelijk met de deur in huis te vallen: waarom drink je niet? “Een alcoholisch drankje heeft voor mij geen toegevoegde waarde. Als ik de alcohol proef in bijvoorbeeld wijn of bier, vind ik het niet lekker. Alcohol vind ik een bittere smaak hebben. En als ik de alcohol niet proef, zoals bij Breezers, neem ik veel liever een ander zoet drankje, zonder alcohol.” Wat voor ‘ander zoet drankje’ bedoel je dan? “Bijvoorbeeld Dubbel Frisss. Dat komt aardig, een beetje, in de richting van
een gezellig feestje te hebben. Ze zeggen dat je van alcohol losser en gezelliger wordt, maar zonder ben ik al prettig gestoord genoeg. En daarbij is het véél leuker om nuchter alle dronken mensen te zien, wat een hilariteit.” Heb je nog nooit alcohol gedronken? “Dat wel, maar ik vind het gewoon niet lekker. Ik heb het heus wel geprobeerd, vooral in mijn studententijd, maar het stond me echt niet aan. Met Oud & Nieuw proost ik traditioneel met een glaasje champagne, neem één slokje en geef dan gauw mijn glas weg. Ze zeggen
‘Ik ben al prettig gestoord genoeg’ Breezers en het is minder duur. Het enige nadeel is dat mijn vrienden een glaasje bier sneller op hebben dan ik mijn Dubbel Frisss, dat drink je niet zo snel door. Op een gegeven moment lig ik dan achter met rondjes geven, dat lijkt zo krenterig. Maar ik doe het niet met opzet, ik geef graag biertjes weg en bestel dan voor mij een Spa blauw.” Carnaval is net achter de rug, hét drinkfestijn. Hoe vier jij zo’n feest? “Net als alle anderen, maar dan zonder alcohol. Ik heb geen biertje nodig om
dat je het moet leren drinken, maar ik ben er nooit echt aan begonnen. Misschien komt dat later nog wel.” En wat versta jij onder later? “Als ik oud en grijs ben, haha. Bij ons in de familie zitten echte wijnkenners en die houden wel van een goed glaasje wijn. Mijn ouders hebben daar nooit zo aan meegedaan. Maar sinds kort hebben ze een wijnrek aangeschaft, dus wie weet. Het is nooit te laat om iets te leren.” Kim Olijslager
Alcohol is in feite een gelega tudenten zijn over het algemeen stevige drinkers. Uit cijfers van onder meer het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie blijkt dat veel drinken onder studenten vaak een norm is. Sterker nog, studenten stralen zelfs een zekere trots uit dat ze ‘grootgebruikers’ van alcohol zijn. Vooral het mannelijke deel van de studenten, en leden van studentenverenigingen weten hem over het algemeen goed te raken. Niet zelden is een gemiddeld ‘verenigingsbeest’ goed voor
S
minimaal twintig glazen per week, tegen een gemiddelde voor alle studenten van elf glazen. Naarmate het einde van de studie in zicht komt, minderen studenten hun drankconsumptie. Uit onderzoek van ondermeer het Centrum voor Verslavingsonderzoek blijkt dat 35 procent van de mannen en 13 procent van de vrouwen uit de studentenpopulatie meer dan twintig glazen per week drinkt, waarmee zij zich in de gevarenzone begeven. “Verantwoord drinken gaat niet alleen om ‘maat houden’ en ‘nee durven zeg-
16
gen’, maar zeker ook over kennis omtrent alcohol”, maken ze bij Tactus, het voormalige Centrum voor Alcohol en Drugs (CAD), duidelijk. “Studenten drinken veel, maar minstens zo erg is dat de kennis omtrent alcohol vaak slecht is. Ze kijken alleen maar naar de effecten op korte termijn: alcohol is lekker en geeft een gevoel van ontspanning. Dat drankgebruik op lange termijn desastreuze gevolgen kan hebben, daar willen studenten liever niks van weten.” Alcohol blijkt voor studenten, net als bij
maart 2006
een groot deel van de natie, hét roesmiddel bij uitstek. In feite is alcohol een gelegaliseerde harddrug in onze samenleving waarmee we graag met een dubbele moraal omgaan. Zo krijgt de minister van Volksgezondheid bij alles en iedereen de handen op elkaar wanneer hij met wetgeving en campagnes de strijd aanbindt tegen alcoholmisbruik. Tegelijkertijd lokken kroegbazen studenten zonder blikken of blozen met happy hours en No Stufi Nights waar je je voor een tientje kunt aftanken tot aan je kruin.
Dag & Nacht is een serie waarin studenten of medewerkers van Saxion met precies tegenovergestelde leefpatronen, muzieksmaken, levensbeschouwingen, banen, et cetera, naast elkaar worden gezet. Deel 7: ‘veelzuiper’ tegenover niet-drinker.
Veel drinken, nu kan het nog Je hebt zuipers en je hebt veelzuipers. Volgens de vrienden van Maarten Pieper, eerstejaarsstudent Bedrijfskundige Informatica, valt hij in de tweede categorie, al nuanceert hij dat zelf. Hij heeft een moyenne van pak ‘m beet 25 biertjes per week. “Nu kan het nog.” Nuchter? “Jazeker. Vorige week niet. Donderdags weer wezen stappen…” Rare dingen gedaan? “Valt mee, maar het was wel erg gezellig…” En dan de volgende dag weer in de collegebanken? “Nee. Doorgaans heb ik vrijdags vrij, dus dat komt prima uit.” Nooit de behoefte om te stoppen met drinken, na weer een hele dag koppijn? “Dat vind ik wel zo’n cliché. Je weet toch wel dat je de volgende keer weer gaat drinken.” Wanneer was je voor het eerst dronken? “Op m’n veertiende, bij een feestje van een vriend. Na het feestje de stad in en goed dronken geworden. Hoe ik me voelde? Ja, licht in de kop, draaierig. En de weg naar huis was een lastige. En het gevoel van de volgende ochtend kan ik in drie letters omschrijven…” Hoeveel drink je? “Wanneer ik niet ga stappen, drink ik ’s avonds wel eens een biertje. Wanneer ik uitga, drink ik twintig tot 25 biertjes op een avond. En ik ga doorgaans één keer per week uit, vaak op donderdag. Betekent niet dat ik elke keer bij het uitgaan drink, wanneer we buiten Enschede gaan stappen, ben ik wel eens de bob.” Waarom donderdags stappen? “Dan is het bier veel goedkoper. Waar je
aliseerde harddrug Het ‘lekkere’ van alcoholische dranken zit ‘m niet alleen in de smaak. Alcohol ontremt, maakt praten gemakkelijker en doet de stemming stijgen. Dus gebruiken heel veel mensen drank als sociaal smeermiddel. Maar als je dat effect eenmaal kent, dan kun je alcohol ook gericht inzetten om dingen te vergeten, om even van een bepaalde druk verlost te zijn, om er bij te horen, of om een gebrek aan sociale vaardigheden te compenseren. Je pakt de problemen dan niet meer bij de wortel aan, maar je zet daar de alcohol voor
in. De problemen los je er in ieder geval niet mee op. Integendeel zelfs, ze worden er meestal alleen maar groter van. En wat veel erger is, je krijgt er nog een autonoom probleem bij: een alcoholprobleem. Hoeveel is te veel? Hoeveel glazen alcohol kun je nu zonder problemen per dag of per week drinken? Hoewel mensen onderling in gewicht en grootte verschillen, waardoor de een wat meer kan verdragen dan de ander, zijn er
maart 2006
wel vuistregels die je kunt gebruiken. Als je de volgende hoeveelheden aanhoudt mag je er van uitgaan dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor je gezondheid. Voor mannen geldt: drink gemiddeld niet meer dan 2 à 3 glazen per dag. (Eenmaal per week 15 glazen drinken is ongezond). Vrouwen hebben minder lichaamsvocht dan mannen, waardoor zij minder alcohol kunnen verdragen. Voor hen geldt daarom: drink gemiddeld niet meer dan 1 à 2 glazen per dag. Voor mannen en vrouwen geldt: drink tenminste twee dagen per
17
normaliter 1,80 euro betaalt voor een biertje, is de prijs op donderdag 1 euro.” Het Enschedese Aspen Valley introduceert de No Stufi Night. Goed initiatief? “Onbeperkt drinken voor tien euro, prima initiatief! En een perfect moment: net voordat je je nieuwe studiefinanciering weer binnen hebt. Ze moeten het alleen wel op slimme dagen houden. Op een dinsdag, wanneer veel studenten de volgende dag weer naar school moeten, lijkt me niet verstandig. Donderdags lijkt beter.” Enschedese horecabazen zijn minder enthousiast. Het zou drankmisbruik veroorzaken. “Ammehoela. Ze zijn er gewoon tegen, omdat het voor hen concurrentie is. Of het drankmisbruik teweegbrengt? Denk het niet. Ik drink er niet meer om, het scheelt alleen in de portemonnee. Er wordt overal over gedramd tegenwoordig.” Heb je vrienden die geen druppel drinken? “Nee. Ik snap de motivatie van niet-drinkers niet. Dat ze het niet lusten? Kan. Maar ik kan me niet voorstellen dat je uit gezondheidsoverwegingen een glas laat staan. In mijn ogen hoeft het helemaal niet slecht te zijn. Het is overigens niet zo dat ik dit drinkgedrag mijn hele leven door ga zetten. Ik heb nu weinig verplichtingen, maar als ik een vaste baan heb ga ik zeker minderen. Ook in het weekend zal ik het dan kalm aan doen, aangezien ik de maandag erop vast moet werken. En uitgaan zonder alcohol kan ook heel leuk zijn.” Tim de Hullu
week geen alcohol. Helemaal geen alcohol? Jazeker, dat kan ook. Een kleine twintig procent van de bevolking boven de 12 jaar onthoudt zich van alcohol. Zij laten borrels, bier en breezers links liggen en zakken liever door met cola light, een krat bronwater of een sapje-on-therocks… Harry van Stratum Links: www.drinktest.nl www.alcoholinfo.nl www.dekaterkomtlater.nl www.alcoholdebaas.nl www.angob.nl mineraalwater.startpagina.nl www.frisdrank.nl
Achtergrond
Werk en studie niet langer locatiegebonden
Je hebt het vast eens meegemaakt. Bijvoorbeeld op vakantie. Je raakt in gesprek met een tot dan toe volkomen vreemde en binnen een half uur blijkt dat jullie dezelfde persoon of zelfs personen kennen. Dat schept een band.
T
meest verwachtten dat die ‘dichtbij’ de geadresseerde zou zijn.
‘Six Degrees of Separation’ Voor eenzame mensen moet dat een aangename opluchting zijn. Wie helemaal een gat in de lucht wil springen moet het ‘Small World’-onderzoek van de psycholoog Stanley Milgram (19331984) bestuderen. Milgram zegt ontdekt te hebben dat ieder mens op aarde met elk ander mens is verbonden door een keten van hoogstens zes mensen. Zijn theorie heet ‘Six Degrees of Separation’ en stamt uit 1967. Hoe Milgram tot zijn bevinding kwam? Hij schreef op een envelop het adres van een persoon, gaf deze aan een aantal onbekenden en gaf ze de opdracht de brief aan de geadresseerde te geven. Wanneer ze de geadresseerde niet kenden, wat natuurlijk het meest waarschijnlijk is, kregen ze de opdracht de brief door te geven of sturen naar de kennis van wie ze het
Menselijke bijenkorven Hoe leuk de wetenswaardigheid van Milgram ook mag zijn, in de praktijk heb je er bar weinig aan. Je weet immers niet wie je via wie allemaal kent. Alhoewel? Daar lijkt verandering in te komen. Zo maakt de profielensite Hyves.nl (afgeleid van het Engelse woord voor bijenkorven) het enveloppenexperiment van Milgram voor iedereen zichtbaar en traceerbaar, althans voor diegene die zich bij de site aanmeldt. Naast het zichtbaar maken van je netwerk, stimuleert Hyves ook dat je je kennissenkring onderhoudt en uitbreidt. Hyves heeft momenteel rond de 1,2 miljoen gebruikers, waarvan 500.000 Nederlands. Ieder individu binnen deze enorme groep ‘kent’ elkaar via drie stappen. En omdat iedereen een persoonlijk profiel heeft – met foto’s en gegevens als opleiding, hobby’s, leeftijd en werk – kan men op zoek gaan naar zakenpartners, oude klasgenootjes, mensen die ergens heel veel van afweten, discussiepartners en natuur-
och is er weinig bijzonders aan. Wie tot vervelens toe winkelend publiek lastig valt met de vraag ‘Ken jij die, en die?’, zal tot de ontdekking komen dat hij via enkele tussenpersonen eigenlijk een geweldige ‘kennissenkring’ heeft.
lijk ook een nieuwe date. Hyves is een grabbelton van netwerken waarin mensen voortdurend kennis, informatie en ideeën uitwisselen. Kennisconcentratie Een ander internetsociety-fenomeen is de gratis online encyclopedie Wikipedia. Deze informatiebron geeft net als Hyves de netwerksamenleving handen en voeten. Maar anders dan de profielensite – waar personen zelf informatie uit willekeurige andere personen moeten trekken – probeert Wikipedia de beste informatie uit de menigte te filteren en te concentreren in feitelijke artikelen. Wikipedia is een dynamische encyclopedie: iedereen kan niet alleen artikelen toevoegen (dagelijks gebeurt dat 1700 keer), maar ook aanpassen. Cynici die stelden dat Wikipedia ten onder zal gaan aan anarchie en vandalisme hebben totnogtoe ongelijk gekregen. Het wetenschappelijke tijdschrift Nature stelde onlangs vast dat Wikipedia vrijwel even betrouwbaar is als de Encyclopædia Britannica. Maar daarnaast is het ook actueler en uitgebreider. Als er zich een belangrijke gebeurtenis in de actualiteit voordoet, staat het enkele uren erna als feit geregistreerd in de Wikipedia Encyclopedie. Het aantal artikelen in de Engelstalige versie passeerde 2 maart 2006 de 1 miljoen. Wikipedia bestaat nu al in meer dan 200 talen, en nog een keur aan dialecten; waaronder ook het Limburgs en Fries. Globalisering van het individu Wat is hier aan de hand? De globalisering van het individu, meent de New York Times-columnist Tomas Friedman. In zijn boek ‘The World is Flat The Globalized World in the Twentyfirst Century’ betoogt hij dat we ons langzaam bevrijden van het kapita-
18
maart 2006
listisch globalisme van multinationals en overheden. Volgens hem zit er een volgorde in globalisering: eerst landen, dan bedrijven en als allerlaatst komen de individuen aan de beurt. Waar vroeger de internationale handelsroutes alleen bereden konden worden door vertegenwoordigers van regeringen en bedrijven, hebben burgers aller landen nu de mogelijkheid om via internet zelf hun diensten aan te bieden. Recent werd bijvoorbeeld bekendgemaakt dat voor 724.000 mensen in de VS Ebay (Amerikaanse versie van Marktplaats.nl) de belangrijkste inkomstenbron is. Dat zijn geen werknemers, maar volledig zelfstandige burgers die opereren op een niet-geografisch gebonden vrije markt. Saxion verkent de weg Saxion Hogescholen lijkt deze weg al aan het verkennen te zijn. Monique Perik van International Office legt uit dat er zogenaamde ‘3+1’ constructies zijn. “Chinese studenten volgen in hun thuisland de eerste drie jaren van de opleiding en komen voor het laatste jaar naar Saxion.” Haar collega Hannie Schipper meldt: “Sinds het jaar dat SARS heerste, heb ik regelmatig op verzoek van International Office webcam interviews met aanstaande studenten per Yahoo Messenger. Het is een check op hun Engelse spreekvaardigheid.” Ook is het mogelijk om per webcam af te studeren, zo bewees onlangs de Nederlandse studente Leonie Hurkx vanuit Singapore. Via videoconferencing sprak ze haar publiek via een groot scherm toe. “Wie iets tegen haar wil zeggen, richt zich tot een camera voor in de zaal. Leonie klinkt helder en duidelijk. Al blijft het lastig om haar te begroeten, zonder haar een hand te geven”, aldus een medewerker van Saxion die het colloquium bijwoonde. Steven de Jong
Achtergrond
Sinds de jaren negentig zijn onderwijsinstellingen steeds meer naar buiten gaan kijken en gingen ze samenwerkingsverbanden met bedrijfsleven, overheid en non-profitinstellingen aan. Sceptici binnen de onderwijsmuren spreken wel eens van een gevaarlijke samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, want het kan toch niet zo zijn dat de commercie zich met het curriculum gaat bemoeien en een stevige vinger in de pap krijgt? In Sax antwoord op de vraag: hoe ver gaan de partnerships van Saxion en wat betekenen ze voor student en medewerker?
Hoe ver gaat samenwerking Saxion bedrijfsleven?
Partners in… kennisuitwisseling owel Hogeschool Enschede als Hogeschool IJselland werkte voor de fusie al geruime tijd samen met externe partijen, alleen werd het in Enschede formeler benoemd en vastgelegd in de vorm van partnerships. “Dergelijke samenwerkingsverbanden passen in wat er toen speelde: in de tijd dat een hogeschool vooral naar buiten keek”, vertelt Rob Admiraal, als hoofd van de dienst Interne en Externe Betrekkingen verantwoordelijk voor de Saxionbrede samenwerkingverbanden. Geen overbodige luxe, aangezien onlangs uit onderzoek bleek dat de relaties die Saxion heeft, een grote rol speelt in studiekeuze. Admiraal: “Het was het idee om overeenkomsten aan te gaan die uitstijgen boven de manier waarop al werd samengewerkt, bijvoorbeeld op het gebied van stages en gastcolleges. Zowel Saxion als de partner moet iets brengen, zodat de samenwerking in evenwicht is. Sponsoring dekt de lading dan ook niet. Dat evenwicht kan zitten in kennis, een financiële component, maar ook in status.” Volgens Admiraal passen de partnership bij de ontwikkeling van een kennisinstelling waarbij alles draait om kenniscirculatie. “We kunnen de kennis van een partner gebruiken in onze organisatie en vice versa.”
kelijk voor de bank, die nu dichter dan ooit bij het vuur komt te zitten. Ook voor studenten – als ze tenminste ABN-klant zijn – erg aantrekkelijk. Daarbij wordt de bankshop ook een leerplek: hij wordt bemand met studenten van uiteenlopende opleidingen. Die shop komt waarschijnlijk in één van de ruimten waar je tegenaan kijkt als je de draaideur doorloopt: Kennistransfer en Sport & Cultuur schuiven een plekje op en de bankshop komt op de plek waar Sport en Cultuur nu zit. Over details kan ABNdirecteur Jaap Spoorenberg nog niet veel kwijt, omdat momenteel nog over de invulling wordt gesproken. Over de meerwaarde van het partner-ship voor ABN zegt Spoorenberg: “ABN AMRO wil graag huisbankier zijn voor haar klanten , dus ook voor de studenten , alumni, en de medewerkers van de Saxion en natuurlijk voor de Saxion Hogescholen zelf. Ook wil de ABN AMRO vanuit haar maatschappelijke betrokkenheid bijdragen aan de issues die spelen in de samenleving. Hierbij is gekozen voor de thema’s onderwijs en ondernemerschap. Met het lectoraat en ons netwerk met een grote diversiteit aan klanten kunnen wij toegevoegde waarde geven voor de studenten die ondernemer willen worden.”
Het verst ontwikkelde partnership is onlangs hernieuwd: dat met ABN AMRO. In het verleden betaalde ABN AMRO een bedrag en kreeg zij in ruil faciliteiten: kon de bank zich bijvoorbeeld manifesteren op open dagen of tijdens de introductieweek. Het nieuwe contract gaat verder: ABN AMRO financiert het nieuwe lectoraat Startende ondernemers, terwijl ABN AMRO de mogelijkheid krijgt om een bankshop te openen in de centrale hal van Saxion Enschede. Naar verwachting komt de shop er nog dit voorjaar. De bankshop is uiteraard erg aantrek-
Volgens Spoorenberg kent betrokkenheid van ABN bij het onderwijs haar grenzen. “ABN AMRO wil vooral kennis beschikbaar stellen aan Saxion en doet dit al bijvoorbeeld met gastcolleges, excursies en stageplaatsen. Met het partnership kan de kennisuitwisseling geïntensiveerd en uitgebreid worden. Op geen enkele wijze willen wij invloed hebben op de invulling van het onderwijsprogramma, wij willen alleen kennis ten dienste stellen aan het onderwijs.” Volgens Rob Admiraal is dit een veelgehoord geluid. In contracten, die op bestuursniveau worden gete-
Z
maart 2006
kend en ten grondslag liggen aan de partnerships, staat ook opgenomen dat er geen beïnvloeding kan zijn. “Maar bedrijven beginnen er niet eens over of zeggen nadrukkelijk geen invloed te willen op het onderwijs. Het beeld dat sommigen hebben over invloed van bedrijven op het onderwijs, is dus volkomen vertekend.” Betekent niet dat een partner niet ervaringen terug kan koppelen of tips kan geven. Admiraal: “Stel: een partner onderzoekt de kwaliteit van afstudeerders en het blijkt dat de kwaliteit van sommige competenties onder de maat is. Dan moet zo’n partner dat juist wel aangeven, we zijn er per slot van rekening per gratie van de arbeidsmarkt.” Uiteraard zijn er naast de tien partnerships tal van andere samenwerkingsverbanden per academie. Alleen al de academie AGZ kan er zo een stuk of twintig – regionaal, nationaal en internationaal – uit de mouw schudden. Het verschil met de Saxion-brede partnerships, is dat deze samenwerkingsverbanden specifiek voor één academie zijn, terwijl bij partnerships meerdere academies kunnen profiteren. Gehoord in de wandelgangen: je ziet zo weinig terug van de partnerships. AGZ-directeur Frans Pol bestrijdt dat en benoemt de voordelen voor student en medewerker: “Meer beweging en interactie tussen Saxion Hogescholen en bedrijven en Instellingen is erg aantrekkelijk voor medewerkers van beiden omdat dit een extra impuls geeft aan de kennisontwikkeling en kennis-
circulatie. Ontmoeting met meerdere professionals en meer uitdaging. Het houdt de medewerkers scherper en meer gespitst op diverse innovatieve ontwikkelingen. En studenten worden direct betrokken bij projecten die in samenwerking met de praktijk worden gestart. Leren wordt spannender, leuker en realistischer.” Partnerships zijn niet vanzelfsprekend. Er ligt een contract voor bepaalde tijd onder en het is aan beide partijen of ze de inhoud nog van die aard vinden om het een partnership te noemen. Wat betreft het voorgenomen partnership met Menzis bijvoorbeeld, vindt Admiraal dat er nog wel wat mag gebeuren. Daarnaast zoekt Saxion naar nieuwe partnerships, al gaat dat nog niet gemakkelijk. Admiraal: “En het duurt vaak lang voordat partnerships beklonken zijn. Kijk naar ABN AMRO: dat heeft een half jaar geduurd, terwijl we al een convenant hadden. Zoiets gaat via veel schijven en er zijn veel belangen mee gemoeid. Het is best lastig om met goede partners goede afspraken te maken. Je zoekt beide naar een meerwaarde. Een aantal keren hebben we een partnership moeten afketsen, bijvoorbeeld omdat een partij slechts studenten wilden ronselen en de relatie dus niet in balans was.” Wat Saxion betreft kunnen in minimaal vier branches nieuwe partnerships worden afgesloten. Admiraal: “We denken bijvoorbeeld aan de welzijnssector, de echte industrie en de designbranche.”
De partnerships op rij ABN Amro Carint Deventer Ziekenhuis Gemeente Enschede Kienhuis Hoving
19
Medisch Spectrum Twente Nibra PriceWaterhouseCoopers Thales
Onder de Loep - Analyse
Hogescholen zijn op zoek naar professionele verdieping. Docenten en vooral studenten moeten aan de slag met toegepast wetenschappelijk onderzoek, ooit het exclusieve domein van universiteiten. Spin in het web van onderzoek en kenniskringen zijn de lectoren, van wie er inmiddels achttien binnen Saxion actief zijn. In de serie ‘Onder de Loep’ gaat Sax op zoek naar lectoren en hun studenten die zich samen storten op ‘de wetenschap’. Deel 5: een analyse van ruim twee jaar lectoren op Saxion.
“Het gaat goed met de lectoren op hogescholen”, jubelde de HBO-raad een tijdje geleden. “De onderzoeksfunctie laat hier en daar nog te wensen over, maar lectoren vervullen vandaag de dag een spilfunctie in de omslag van de hogeschool naar kennisinstituut.” Aldus de optimistische rapportage van de Stichting Kennisontwikkeling (SKO) ruim een half jaar geleden. In januari had er een nieuwe rapportage moeten liggen. Maar de resultaten van die tussentijdse evaluatie worden tot nu toe zorgvuldig achter de gesloten deuren van de HBO-raad besproken. Hapert de machine? Moeten er conclusies ‘opgeleukt’ worden? Via de HBO-raad komen we er niet achter. Dus neemt Sax deze maand zelf het wel en wee van de eigen ‘knappe koppen’ onder de loep. Een analyse van de wapenfeiten en de struikelblokken in ruim twee jaar lectoraten binnen Saxion. axion Hogescholen heeft inmiddels achttien lectoren in dienst, die in een publiciteitscampagne richting de buitenwereld vrijmoedig gepresenteerd worden als de ‘knappe koppen van Saxion’. Zij zetten de deur van de hogeschool open naar onder meer het bedrijfsleven, en dat werd na jarenlang moeizaam modderen met ‘loketten’ in het kader van ‘de derde geldstroom’, de hoogste tijd. Met kennis is geld te verdienen en hbo-instellingen - dus ook Saxion - willen zich transformeren van onderwijsinstellingen naar kennisinstituten waarin dit ook kan. In die strategie
S
past een eigen onderzoekstaak in het hbo. Lectoren hebben de opdracht de wisselwerking tussen het beroepsonderwijs en de beroepspraktijk te stimuleren. In de kring waarvan lectoren de spil zijn, opereren daarnaast docenten, studenten, werkgevers en andere kennisinstituten. Dit hele spektakel kost het ministerie van OCW jaarlijks zo’n 50 miljoen euro, maar dan heb je ook wat: ruim 350.000 hbo-studenten worden tegenwoordig door ruim tweehonderd ‘hbo-hoogleraren’ aan de hand genomen in de wereld van het toegepaste - maar daarom niet minder wetenschappelijke - onderzoek.
De ‘hbo-professors’ Bij Saxion Hogescholen werken nu 18 lectoren: dhr. W. Schoonman en dhr. G.J.J.M. Straetmans (Assesment), dhr. W.Gilijamse (Duurzame Energie), dhr. T.J.N.M. de Bruijn (Duurzame Ontwikkeling van de Leefomgeving), dhr. M.Nota (Facility Management), dhr. F.G.J. Oosterveld (Fysiotherapie en Paramedische Beroepen), mevr. K.M.M. van Beurden en mevr. C.A. Stephan (Industrial Design), dhr. R. van Asselt (Instroommanagement & Aansluiting), dhr. P.C. van der Sijde (Kennisinnovatief Ondernemerschap), dhr. M. Molag en dhr. W.K.F. Rodenhuis (Risicobeheersing), dhr. H. van Leeuwen en dhr. T.F. de Ridder (Software Engineering), dhr. M.J. van Riemsdijk (Strategisch Human Resource Management), mevr. J. Notter en mevr. G.A. HolsbrinkEngels (Gezondheid en Welzijn), Dhr. M. Scheffer (Fashion & Textile Management).
20
Een individueel lectoraat bestaat uit een lector met een parttime aanstelling, omringd door een kenniskring van een aantal docenten (voor gemiddeld een dag in de week vrij gemaakt) en een aantal externe leden. Lectoraten doen praktijkrelevant onderzoek, geven impulsen aan curriculumvernieuwing, stimuleren en begeleiden praktijkgerichte afstudeeronderzoeken, en dragen bij aan de verdere professionalisering van docenten. Dat is tenminste de bedoeling. Maar in de dagelijkse praktijk blijken er veel struikelblokken te zijn voor de knappe koppen van Saxion. Zo is Saxion, net als andere hogescholen, onbevangen en soms ondoordacht als een bok op de haverkist gesprongen, toen er ingeschreven kon worden op lectoraten. Dat heeft in de beginperiode hier en daar een miskleun opgeleverd, waardoor sommige lectoren even snel verdwenen als ze gekomen waren. Voorbeelden daarvan zijn ondermeer drs. Ed van der Wiel en drs. Gert-Jan Hospers, die korte tijd het lectoraat Strategisch Management bemanden, maar ‘in goed overleg’ al rap hun biezen pakten. Nu Saxion zich strategisch wil concentreren op de aandachtsgebieden Veiligheid, Duurzaamheid, Gezondheidszorg & Technologie, Design & Ontwerp en Ondernemerschap lijken er meer lectoren binnen Saxion actief te zijn die zich in deze setting een vreemde eend in de bijt zullen voelen. Het grootste probleem dat lectoren blijken te hebben is echter een tijdsprobleem. Zoals gezegd hebben de meeste lectoren een parttime aanstelling en in twee dagen tijd kun je zelfs van een knappe kop niet verwachten dat hij of zij diverse ballen
maart 2006
tegelijkertijd in de lucht kan houden. Een effect daarvan is bijvoorbeeld, dat veel studenten binnen Saxion nog maar weinig van ‘hun’ lector hebben vernomen. Hier en daar zijn er nieuwe modules in het curriculum gekomen, en een enkele student ziet tegenwoordig niet een docent maar een lector als begeleider van het afstudeeronderzoek op het toneel verschijnen. Vanwege tijdsgebrek lopen ook lectoren en docenten de deur nog niet plat bij elkaar. Een aantal lectoren klaagt bovendien over een schrijnend gebrek aan docenten binnen de opleiding, waardoor het proces van kenniscirculatie waarin studenten én docenten een cruciale rol spelen, onder druk komt te staan. Ondertussen staan bedrijven en instellingen driftig, maar vaak tevergeefs, te wapperen met hun kennisvouchers, waarmee ze onderzoeksopdrachten kunnen laten uitvoeren door de lectoren en hun kenniskringen. Systematisch onderzoek staat om al deze redenen binnen Saxion nog in de kinderschoenen. Bovendien blijkt een goede structurele samenwerking tussen het midden- en kleinbedrijf (mkb) met veel lectoraten nog lastig. Het zijn de kinderziektes in een proces waarin het hbo met ‘iets nieuws’ is begonnen en hoog heeft ingezet. Dus worden er ruime budgetten ingezet en komen er steeds meer professionals uit de beroepspraktijk naar Saxion om onderzoek te stimuleren, studenten te begeleiden, docenten te professionaliseren en kenniscirculatie tot stand te brengen. Lectoraten moeten domweg een succes worden, zo is besloten. En daarmee zijn ‘de knappe koppen’ blijvertjes in het hbo. Harry van Stratum
Saxservice diepunten, leerrechten op, bindend advies, geldkraan IBG dicht, beurs terugbetalen en meer van die shit.” “Dan maar geen Bc. Roderick Zwetslooth” zuchtte hij en wierp een verveelde blik op de klok. Half twaalf. Nog een uur voor de lunch. Weer dezelfde gezonde orthomoleculaire hap van vlees noch vis, met de nodige vitaminen en ijzersupplementen en natuurlijk de synergisten cobalt, fosfor, zink, mangaan en koper die daarbij geslikt moeten worden. En als toetje het onvermijdelijke bakje vol felgekleurde pilletjes van de witjassen van ‘Dr. Smith’. Hij kreunde wanhopig en graaide naar de ab van de tv en zapte van schaars geklede Breezahdushies die op MTV met hun aarsgewijen logge rappers stonden op te geilen, naar CNN waar je aan de verspreid liggende lichaamsdelen in Bagdad kon opmaken dat de sjiieten ‘naar behoren’ wraak hadden genomen op de soennieten die hun moskee in de hens hadden gestoken. Dan maar naar het RTL-journaal waar ene Jozias – van nota bene Rodericks favoriete partij – als vleesgeworden arrogantie stond te tetteren dat de smadelijke verkiezingsnederlaag niets te maken had met het chaosbeleid van Hans de boekhouder op Volksgezondheid of aan de meedogenloze cipier Rita, die maar bleef ontkennen dat in Nederland zelfs jongeren door haar beleid als hoererende en stelende ratten op straat moeten zien te
Walstraat 9 Studentensoap met in de hoofdrol Fred Pels, Danny van de Welle, Katja Schurink, Tamara Tukkers, Diane Dikmoet, Roderick Zwetslooth, Babs Brinkgreeve, Jelle Mouthaan en Heidi Pechstein, negen Saxion-studenten en bewoners van een sloopwaardig studentenhuis aan de Walstraat.
Antidepressiva “Je bent stapelgek, weet je dat wel! Hartstikke gestoord.” Jelle Mouthaan staarde Roderick Zwetslooth fel aan. “Je gaat je goeie, gezonde lijf toch niet verpesten met troep! Gebruik je verstand een beetje, lullo.” Roderick grinnikte. “Horen wie het zegt”, zei hij vals en wees terloops op het gifgroene kapsel van zijn huisgenoot, waarin de eerste uitgroei al zichtbaar werd. Jelle werd vuurrood. Hij had spijt als haren op zijn hoofd van zijn nieuwe look. Babs Brinkgreeve had hem in zijn gezicht uitgelachen toen hij het kwam showen. Ze had hem zelfs haar eigen flesje haarverf gegeven om de schade te beperken. Hij slikte dapper. “Ik meen het Roderick”, zei hij nog eens. “Je hoereert met je lichaam.” Roderick staarde duf voor zich uit, terwijl
hij aan die scène terugdacht. Misschien had Jelle wel een beetje gelijk gehad, dacht hij nu. Maar ja, hij had geld nodig en dus zat hij nu hier: bij Smith Clinical Pharmalogy. De advertentie van Smith die hij had gelezen in het kleurige kerstnummer van Sax was hem meteen opgevallen. “Gezocht: gezonde jonge mannen voor een onderzoek van een nieuw geneesmiddel voor de behandeling van depressies en slaapstoornissen.” Vijf dagen chillen in een lab, een DNA-onderzoekje en vangen maar! 775 keiharde euri exclusief een vette reiskostenvergoeding. Dat kwam goed van pas nu hij deze maand te horen had gekregen dat ie definitief kon fluiten naar een hbo-diploma van Saxion. Het getetter van de mentor dreunde nog steeds na in zijn hoofd. “Eeuwige student, te weinig stu-
overleven. Nee, hij peinsde er niet over om op te zouten, de ultieme zuurgraad van de poldersamenleving was nog niet bereikt en het zoet zou nog wel komen, bazelde de nitwit. Roderick had zich nog nooit zo kloten gevoeld als nu. De wereld was totaal verrot, Saxion had hem uitgekost, het wilde maar geen lente worden en hij miste de geur van verschraald bier in de sociëteit en zijn vrienden van het dispuut. Lekker doorharken in De Geus, happy-hours in Aspen Valley en natuurlijk de one-night stands met de nymfomane chicks die hij daar als ouderejaars student in de blacklights op de dansvloer voor het uitzoeken had. “Die prozac van jullie is ruk”, klaagde hij tegen de laborant die hem na het eten een thermometer in zijn mond kwam drukken en aan een monitor snoerde. Die liet zoals elke dag uitsluitend verdacht strakke rechte lijnen zien en monotone piepjes horen. “Ik heb het helemaal gehad hier, ik droom van tunnels, touwen, treinen en torenflats en nu hoor ik ook nog eens het requiem van Mozart spelen”. “Dat is uw gsm, meneer Zwetslooth”, antwoordde de farmaceut droogjes. Roderick checkte het sms’je dat binnenkwam: ‘Zweth, vanavond Hap aan de Tap, sudoku en bierestafette. CU@obelix. “Jullie bekijken het hier maar.” Hij rukte zich los van de op zijn lichaam vastgeplakte sensoren en rende de deur uit.
Saxofonie I.s.m. PLATO, www.platomania.nl
RICHARD ASHCROFT Keys To The World “Als we allemaal de vogelgriep overleven, wordt 2006 een goed jaar!” Aldus Richard Ashcroft bij de release van zijn derde soloalbum Keys To The World. In de jaren ’90 was Ashcroft zanger van The Verve. Dit was een van de meest populaire bands van het laatste decennium. Hits als Bitter Sweet Symphony, The Drugs Don’t Work en Lucky Man zijn onvergetelijk. Na een paar jaar stilte komt Ashcroft nu met zijn beste soloalbum tot nu toe. Met zoals gebruikelijk zijn prachtige stem en een goed oor voor pakkende melodieën. Keys To The World had zo een nieuw album van The Verve kunnen zijn en dat is een groot compliment. Dit wil echter niet zeggen dat Ashcroft stil is blijven staan. Is dit album een aanrader? Absoluut! Vond je Urban Hymns van The Verve een goed album? Dan vind je Keys To The World geweldig!
DANKO JONES Sleep Is The Enemy Om een 40-urige werkweek te compenseren, adviseren wetenschappers zo’n 50 tot 60 uur slaap per week. Die boodschap is niet aan Danko Jones besteed. Sterker nog, hij beweert geen tukkie meer gedaan te hebben sinds de kleuterschool. Al tien jaar is hij bezig de wereld de boodschap van rock ’n roll over te brengen. En er is geen tijd te verliezen. Sleep Is The Enemy is de vierde plaat van Jones. Tekstueel gaat hij verder waar ie gebleven was. Het gaat altijd over die ene drug waaraan hij verslaafd is, vrouwen. Hij weet wel dat ze slecht voor hem zijn, maar hij kan ook niet zonder ze. Muzikaal is er wel het een en ander veranderd. Er is nog meer ruimte voor de soul gekomen en er worden hier en daar zelfs harmonieën gezongen. Maar denk nou niet dat Danko Jones soft is geworden. Die tomeloze energie wordt nog steeds vertaald in een sneltrein aan superstrakke riffs. De ‘vijand slaap’ wordt op veilige afstand gehouden.
maart 2006
CHARLIE DEE Where Girls Come From De jonge Rotterdamse zangeres Charlie Dee won in 2005 in Paradiso de finale van de Grote Prijs Van Nederland SingerSongwriters. Publiek en jury waren laaiend enthousiast. Ze luistert naar artiesten als Carole King en Joni Mitchell en op dit debuut is te horen, dat ze haar invloeden heeft verwerkt in de muziek. Hier is een groot talent aan het werk en iemand die een grote ster zou kunnen en moeten worden. Ze beschikt over een aangename stem waarmee ze haar eigen composities, zowel rockend als rustig, kan vertolken. Waar zou ze zijn over een jaar? Geen idee, maar het debuutalbum ‘Where Do Girls Come From’ dat in januari van dit jaar het levenslicht zag, is het definitieve bewijs dat Nederland een zangeres met internationale allure rijker is. Met haar on-Nederlandse stemgeluid laat ze haar publiek in vervoering achter, ook in het Burgerweeshuis in Deventer waar Charlie Dee op 17 maart op het podium stond.
21
OPGEZWOLLE - Eigen Wereld Het lijkt er sterk op dat Delic, Rico en Sticks totaal geen druk hebben gevoeld bij het maken van hun derde album, terwijl de verwachtingen toch hooggespannen waren. Na het underground succes van debuut Spuugdingen op de mic en de landelijke schouderklopjes die Vloeistof opleverden, mocht er toch het een en ander worden verwacht. Maar creaties en inspiratie zijn in de hoofden van dit drietal zo zeldzaam als ijs op Antarctica. ‘Eigen Wereld’ overstijgt niet alleen de verwachtingen, maar ook het genre. Vanwege de lange duur (bijna zeventig minuten), maar vooral vanwege nummers als Park en Passievrucht/Bosmuis. Is het in eerstgenoemde een gastoptreden van volkszanger Bert Vrielink dat verrast, in Passievrucht/Bosmuis is het vooral de compositie die afwijkt van de hiphopstandaard. Vette, inventieve beats van Delic, doordachte lyrics van Sticks en Rico, die nu weer humoristisch en dan weer serieus zijn. Een ding is zeker na Eigen Wereld: Opgezwolle is here to stay!
Saxservice
Deeveedee van de maand Het Schnitzelparadijs ordip is een Marokkaanse jongen die in een groot restaurant wat geld bijverdient als afwashulp. Hij komt in contact met de aantrekkelijke Agnes, het nichtje van de eigenaar en tevens de beoogde overnamekandidaat van het restaurant. Nordip raakt helemaal hoteldebotel van deze jongedame, alleen hun cultuurverschillen staan een hechte relatie in de weg. Na ‘Shouf, Shouf Habibi’ opnieuw een
N
hilarische Nederlandse komedie, die de relatie tussen Nederlanders en Marokkanen met een geweldige knipoog blootlegt. Het verhaal in deze ‘Romeo en Julia’ is dun en feitelijk is de film slechts een staccato opeenvolging van bijna losstaande sketches die bij elkaar worden gehouden door een voor de hand liggende romance. Daar staat tegenover dat regisseur Martin Koolhoven scoort met een
AGENDA Enschede • Op dinsdag 14 maart vindt in Aspen valley de “Bartenders, the student edition” plaats waar de sporthelden van Ludica hun kwaliteiten achter de bar laten zien. De dresscode is Girls in white en Men in black. Bierprijs 1euro. Het begint vanaf 21:00 uur.
25 Maart de “x-it phoenix alternative danceparty”. De entree is 1.50 euro en de party begint om 23:59 uur. • Op zaterdag 8 April om 20:00 uur, presenteert het Muziek Centrum: “The Beatles Story part 1”. The Beatles Revival uit Praag draaien oude hits van de groep waar je heerlijk op mee kan zingen.
• Voor gothic lovers is er op vrijdag 17 maart om 22:00 uur “Gothic crush” in Atak. De entree is 3 euro.
Deventer • Het Burgerweeshuis presenteert op zondag 26 Maart om 20:00 uur: “Tango Danscafe”. Een hele avond met tango muziek.
• Voor alternative dance fans is er op
• Zaterdag 1 april kun je ’s avonds
spontane aanpak vol vlot lopende dialogen zonder belastende en belerende pretenties als het gaat om multiculti verschillen. Regie: Martin Koolhoven, Cast: Monir Valtyn, Tygo Gernandt, Mimoun Oaïssa, Yahya Gaier, Bracha van Doesburg. Speelduur: 80 minuten. Genre: komedie. Release dvd: 1/2006.
van blues genieten dankzij de gitarist Albert Lee. De entree is 10 euro. De show begint om 20:30. • Filmhuis De Keizer draait in maart verschillende internationale films: The three burials (Amerikaans), Kebab Connection (Duits), Pride & Prejudice (Groot Britannie), Magonia (Nederland/Georgie). Voor meer internationale films: www.filmhuisdekeizer.nl. Apeldoorn • Op 15 maart om 20:15 uur , in de Popzaal presenteert Gigant Podium & Filmtheater “Gigant Comedy Cafe”, de kosten zijn 5 euro.
COLOFON Sax is een redactioneel onafhankelijke uitgave van Saxion Hogescholen met vestigingen in Enschede, Deventer en Apeldoorn. Het magazine verschijnt maandelijks en wordt gratis verspreid onder ca. 18.000 studenten en 1.700 medewerkers van Saxion Hogescholen. Het magazine Sax verschijnt tevens in de vorm van een online nieuwsversie via de webpagina: www.sax.nu Redactiesecretariaat Enschede: Tromplaan 28 Forum kamer F1.79 Postbus 70.000 7500 KB Enschede 053 4871635 Redactiesecretariaat Deventer: Handelskade 75 Kamer A5.19 Postbus 501, 7400 AM Deventer 0570 603048 Contact abonnementen/toezending:
[email protected] E-mail redactie:
[email protected] Tel. redactie: 053 487 16 35, 0570 603 003 en 06 25 371 693 Hoofdredactie: Tim de Hullu Advies: Harry van Stratum
Door de maag -
Ham-aspergerolletjes in kaassaus Ingrediënten 450 gram asperges (uit een blik), 6 plakken York-ham, 25 gram boter, 25 gram bloem, 3 dl melk, 1 el dijonmosterd, 75 gr geraspte cheddar kaas, 75 gram geraspte gruyere kaas, nootmuskaat, peper en zout. Verwarm de oven voor op 180 graden. Bereiding Smelt de boter in een grote pan. Strooi de bloem erbij en laat het 1 minuut op het fornuis staan. Neem de pan van het vuur en klop de melk er beetje bij beetje doorheen. Zet vervolgens de pan weer op het vuur en roer het mengsel tot dat de saus glad en dikker wordt (ongeveer 6 minuten). Neem de pan van het vuur en roer de mosterd, cheddar kaas en gruyere kaas door de saus. Voeg wat nootmuskaat, peper en zout toe. Verdeel de asperges over de plakken ham. Rol de ham op en leg de rolletjes in een grote ovenschaal. Schenk de kaassaus er overheen. Zet de ovenschaal 20 minuten in de oven
Redactie: Steven de Jong, Harry van Stratum, Mariska van der Meer, Robin Slot, Kim Olijslager, Alexandra Contreras Ochoa, Joska Hissink Eindredactie: Tim de Hullu, Hannie Schipper, Harry van Stratum Sax is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) Cartoons: Reid, Geleijnse en Van Tol (Fokke en Sukke), Roel Venderbosch (Jacques) Fotografie: Toma Tudor en Auke Pluim Conceptontwikkeling: DeFirma, Enschede DTP en Drukwerk: Salland de Lange, Deventer Advertenties: Bureau van Vliet BV Postbus 20 2040 AA Zandvoort 023 5714745 Inzending van kopij aan Sax houdt in dat de auteur akkoord gaat met eventuele inkorting of journalistieke bewerking door de redactie van de kopij. Anonieme bijdragen worden geweigerd. Artikelen en illustraties in deze uitgave mogen slechts met toestemming van de redactie door derden worden gereproduceerd. Deadline aanleveren copy Sax nr. 8: uiterlijk vrijdag 24 maart Verschijningsdatum: dinsdag 11 april
22
maart 2006
ALLES IN EEN PAN De nieuwste kooksensatie van 2006
Ideaal voor studenten 40 cm grote electrische Alles in een Pan
All in one Pan
Roerbakken, braden, grillen en als barbecue. Wil je meehelpen aan het verkoopsucces bel naar 0252-682779 of email:
[email protected]
ALL IN ONE PAN
Vakantiewerk? Kom naar de Open Dag op zaterdag 18 maart! Ben je minimaal 16 jaar en op zoek naar een
Tussen 10.00 en 14.00 uur in: Almelo, Zeearend 2; Canisiushof 1 (De Hofkamp)
goedbetaalde vakantiebaan in de (thuis)zorg? Kom
• Nijverdal, Grotestraat 42 • Rijssen, Haarstraat 83 • Tubbergen, De Eendracht 23-25
dan op 18 maart naar de Open Dag van Thuiszorg
• Vroomshoop, Koningin Beatrixlaan 21 • Wierden, Rijssensestraat 7.
Noord West Twente, meld je aan en ontvang een
Tussen 10.00 en 15.00 uur in: Vriezenveen,
leuk verrassingspakket als je aan de slag gaat.
Koningsweg 34 (Gezondheidscentrum Weemelanden). Meer informatie? Ga naar www.tnwt.nl of bel 0900-0678 (lokaal tarief).
Voel je beter
EEN PURE MANNENZAAK
DE NIEUWSTE COLLECTIE
PAKKEN
V.A.
>
WWW.JACHENSEN.NL
V.A.
V.A.
V.A.
MODE Cheque
TEGEN INLEVERING VAN DEZE MODECHEQUE
V.A.
135,95 249, 249,95 199,95 299,95
SPECIAAL VOOR SAX LEZERS
V.A.
135,BIJ AANKOOP VAN EEN
KOSTUUM
25,MET SHIRT & STROPDAS
KONTANTE KORTING! • UITGEZONDERD MIX&MATCH PAKKEN EN GELEGENHEIDSKLEDING • MAX. 1 BON PER KLANT • GELDIG T/M 1 APRIL 2006
JAC HENSEN AMERSFOORT LANGESTRAAT 114
•
ALMELO GROTESTRAAT 39-41
•
DEN HAAG BOEKHORSTSTRAAT 49
•
DEVENTER LANGE BISSCHOPSTR. 11-15 • DOETINCHEM HEEZENSTRAAT 39
••
EDE ARNHEMSEWEG 4 ENSCHEDE DE HEURNE 4B HENGELO BRINK 174 ZEIST SLOTLAAN 235
•• • • ••
ZUTPHEN BEUKERSTRAAT 29 ••
A LT I J D 1 0 T O T 4 0 % G O E D K O P E R
KOOP AVOND • DO •• VR ZONDAG ALTIJD GESLOTEN