NOTULEN
RIS133197CV1_17-MRT-2006 Datum november 2005
Van de openbare vergadering van de COMMISSIE WELZIJN, DUURZAAMHEID EN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Datum en tijd woensdag 23 november 2005, 11.05 uur Plaats Raadzaal, Spui 70, Den Haag Aanwezig Mevrouw W.A. Vonk, CDA, voorzitter Mevrouw C.J.M. Van Nimwegen - Van Wieringen, PvdA Mevrouw H. Van Driel, SP Mevrouw M.D. De Jong, D66 Mevrouw B. Bozbey, GroenLinks Mevrouw J.M.J.F. Doll-Gras, CDA De heer R. Reijn, VVD De heer E. De Niet, ChristenUnie-SGP De heer M.F. Dufresne, Leefbaar Den Haag Afwezig met bericht van verhindering Mede aanwezigen Mevrouw J. Klijnsma, wethouder WVE De heer M. Smits, wethouder NGD De heer R. Gevers (verslag) NOTULEN 1.
Opening, mededelingen, vaststelling agenda.
De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. stelt de agenda vast. 2.
Regeling werkzaamheden.
a.
Ingekomen Post.
PAGE
1
Er zijn geen opmerkingen m.b.t. de ingekomen post. b.
Rondvraag.
De heer Dufresne (Leefbaar Den Haag) merkt op dat in het initiatiefvoorstel 'Boeren met beleid' dat door alle fracties is aangenomen staat dat fokken met konijnen en cavia's op de Haagse stadsboerderijen moet stoppen. Hij gaat er vanuit dat de wethouder dit punt heeft overgenomen en het fokken met konijnen en cavia's gestopt is. Klopt dat? vraagt, als het fokken met konijnen en cavia's gestopt is, wat er gebeurd met de mannelijke dieren die niet meer voor de fok nodig zijn. vraagt of de wethouder bereidt is de dieren die niet meer nodig zijn voor de fok af te staan aan dierenorganisaties die op zoek willen gaan naar een goede opvang (of blijven de dieren apart in hun hokje zitten zonder soortgenoot). vraagt of de wethouder bereidt is om een koe met een kalf, die straks al 18 maanden zonder problemen op de Nijkamphoeve samenwonen, en een koe met een kalf op de Woelige Stal, waarvoor bijna hetzelfde geldt, bij elkaar te laten of staat hij toe dat zij alsnog van elkaar worden gescheiden om het publiek op de nieuw te openen stadsboerderij in Wateringse Veld te gaan vermaken. Mevrouw Van Driel (SP) merkt op dat mensen hebben gesignaleerd dat er toch knuffelhoeken (voor cavia's) zijn zonder toezicht. Is het personeel van de stadsboerderijen duidelijk geïnformeerd over het initiatiefvoorstel 'Boeren met beleid' wat betreft de houding naar de dieren en de bezoekers toe? Wethouder Smits antwoordt dat het college op 22 maart jl. een reactie heeft gegeven op het initiatiefvoorstel 'Boeren met beleid'. Daarin staat gemeld, onder het kopje 'het verwerven van dieren', dat de aanbevelingen uit de evaluatie op onderdelen zijn geïmplementeerd. Voorts zal er op grond van de aanbevelingen op de stadsboerderijen selectief blijven worden gefokt. Uitgangspunt blijft dat er elk jaar jonge dieren worden geboren. Op 9 juli jl. is de raad akkoord gegaan met het antwoord van het college. meldt dat hij eind 2006 alle maatregelen van het initiatiefvoorstel 'Boeren met beleid' heeft doorgevoerd. Het solitair huisvesten van konijnen is dan vrijwel helemaal passé. Met de uitvoering hiervan is al een start gemaakt. merkt op dat als er overtollige dieren zijn de gemeente probeert de dieren onder te brengen bij eigen stadsboerderijen of bevriende stadsboerderijen elders in het land. Er zijn ook particulieren die belangstelling hebben. Die hebben een wachttijd van twee weken om goed te overdenken of ze met de dieren wel willen. Dat lukt tot op heden heel goed. antwoordt dat eind 2006 de maatregelen uit het initiatiefvoorstel 'Boeren met beleid' zijn doorgevoerd en de dieren zullen worden gehuisvest conform hun natuurlijke behoefte en leefomgeving. Op een aantal wordt hiermee al gewerkt zoals bijvoorbeeld bij het Waaijgat. In februari a.s. zal hij de raad informeren over het stappenplan en de consequenties voor de dieren. antwoordt dat de medewerkers zijn geïnformeerd. Het personeel heeft de relevante stukken rond de zomer nogmaals ontvangen (ze waren al een keer toegestuurd in het voorjaar). Het onderwerp staat ook maandelijks op het vakoverleg en in komt regelmatig terug in de mededelingenmemo die naar de medewerker s gaat. Een aantal beheerders zullen een rol spelen bij het uitwerken van het plan van aanpak. antwoordt dat er nu, meer dan voorheen, beperkte en speciale tijden zijn waarop de kinderen de cavia's uit de hokken mogen nemen en op schoot mogen nemen. De afspraak is dat er dan altijd toezicht is. Mevrouw Van Driel (SP) vraagt wat de wethouder precies bedoelt met de opmerking dat er selectief gefokt mag worden. Wethouder Smits antwoordt dat de afspraak is gemaakt dat uitsluitend word gefokt voor eigen behoefte. Als er toch meer dieren worden geboren dan aanvankelijk gepland (het is niet precies te plannen) dan is de route dat geprobeerd wordt de dieren onder te brengen op een andere stadsboerderij of bij particulieren.
PAGE
2
-
Mevrouw Van Driel (SP) heeft een andere interpretatie over de afspraak. Ze kijkt de notulen erop na en komt hier mogelijk later op terug.
Mevrouw Van Nimwegen (PvdA) wil graag inzicht in de afwikkeling van de projectsubsidie aan het Haags Milieucentrum. Idem voor de projectsubsidie aan OM Den Haag (motie vorige raadsvergadering). Welke werkwijze staat de wethouder voor wat betreft de afwerking van die motie? Dat kan wat haar betreft ook schriftelijk. hoort vanuit Zuid West dat er op 30 november a.s. een excursie wordt georganiseerd door Natuur en Milieu met als thema 'groen in en om de stad'. Ze vraagt welke andere partners hierbij betrokken zijn? Wat is de rol van de bewonersorganisaties hierin? Ze heeft gehoord dat het nogal eenzijdig komt vanuit Natuur en Milieu. Wethouder Smits antwoordt m.b.t. het Haags Milieucentrum dat op 2 december jl. een overleg heeft plaatsgevonden met het Haags Milieucentrum over de projectsubsidie. Dat was een heel constructief overleg. In dat overleg zijn afspraken gemaakt over het indienen van de projecten over het jaar 2005 (het lopende jaar). Het HMC heeft een viertal herziene projecten en een nieuw project ingediend bij de gemeente waardoor het HMC het restant aan subsidie (dat nog openstond) helemaal in kan vullen. Het college zal daar op 29 november a.s. een besluit over nemen. Wat betreft het jaar 2006 heeft hij 15 projectaanvragen gekregen. Die worden op dit moment bekeken en worden voorzien van een inhoudelijk advies. Hij hoopt in december 2005 daarover te kunnen beslissen. Mevrouw Van Nimwegen (PvdA) vraagt om dat dan schriftelijk ter kennisneming toe te sturen naar de commissieleden. Wethouder Smits zal dan een kort bericht sturen met de stand van zaken. antwoordt m.b.t. de motie rondom OM Den Haag dat het college zoekt naar financiering. De bedoeling is dat de projectenpot in beheer zal komen bij de Dienst Stadsbeheer. Hij hoopt op 7 december a.s. een eerste gesprek te hebben met de Stichting OM Ontwikkelingsbedrijf Den Haag over nadere afspraken omtrent de eventuele projecten die zij willen indienen voor het jaar 2006. Hij hoopt in januari volgend jaar te berichten op welke wijze het college de motie afdoet c.q. hoe de financiering wordt georganiseerd. antwoordt m.b.t. de excursie op 30 november a.s. dat dat in principe valt onder de portefeuille van wethouder Stolte. Hij heeft navraag gedaan wie betrokken is bij de organisatie en dat zijn naast de gemeente, de stichting recreatie (van het kennis- en informatiecentrum) en het kei (kenniscentrum stedelijke vernieuwing en corporatief). De bijeenkomst heeft het karakter van een werkconferentie. Hij heeft een folder die over de bijeenkomst gaat voor wie geïnteresseerd is. Hij zal de vraag van mevrouw Van Nimwegen doorgeleiden naar wethouder Stolte. Mevrouw Van Nimwegen (PvdA) vindt het belangrijk om ook de bewonersorganisaties en andere actieve organisaties in de buurt uit te nodigen. De heer Dufresne (Leefbaar Den Haag) vraagt m.b.t. het GDO c.q. de Woongroep Buitenzorg hoe het staat met de naamswijziging die men heeft doorgevoerd. Wordt de continuïteit gegarandeerd (ondanks de naamswijziging)? heeft gehoord dat bewonersorganisaties een soort accountantsverklaring moeten indienen bij de gemeente. Hij hoopt dat dat niet te ingewikkeld en bewerkelijk gaat worden voor de bewonersorganisaties. Aangezien BOOG BTW vrij mag opereren mogen ook de bewonersorganisaties BTW vrij opereren wat hem betreft.
-
Wethouder Klijnsma antwoordt dat ze contact laat opnemen met groepswonen voor ouderen om te kijken wat de gevolgen zijn
PAGE
3
-
van de naamswijziging van de Woongroep Buitenzorg die zich nu presenteert als Woongroep Weltevreden. Zij denkt niet dat een naamswijziging tot grote repercussies zal leiden. Zij neemt kennis van de brief van Woongroep Buitenzorg. antwoordt m.b.t. de accountantsverklaringen voor stichtingen met sociaal cultureel vrijwilligerswerk dat er veel stringentere bepalingen zijn in de wetgeving wat betreft de rechtmatigheid van jaarrekeningen en begrotingen. Op die basis moet iedere stichting die meer dan € 25.000,- aan omzet heeft aan subsidiemiddelen een accountantsverklaring overleggen aan het eind van het jaar. Ze realiseert zich dat dat voor kleine stichtingen een enorme opgave is. Samen met Hof is ze doende om te kijken in hoeverre de stichtingen daarop kunnen worden ondersteund. De gemeente kan niet afwijken van haar eigen kaderverordening en de wetgeving daaromtrent.
Mevrouw Van Nimwegen (PvdA) merkt op dat de stichting mantelzorg 1 jaar bestaat. Mede naar aanleiding van een recent werkbezoek verzoekt ze, mede namens andere raadsleden die aanwezig zijn, om begin volgend jaar een evaluatie van de stichting mantelzorg uit te brengen. Van belang daarbij is aandacht te besteden aan de zorgketen. Hoe sterk zijn de schakels? Wethouder Klijnsma zegt dat graag toe (een evaluatie van de stichting mantelzorg). Ze denkt dat het mogelijk is dat voor de raadsverkiezingen toe te sturen. Ze zal dat entameren samen met de stichting mantelzorg. Mevrouw Van Driel (SP) vraagt naar de kosten van het openhouden van de Kronkel. merkt op dat in het blad Breed het woord junk weer voorkomt (i.p.v. verslaafde). De wethouder had beloofd dat dat niet meer voor zou komen in de stukken. Wethouder Klijnsma antwoordt m.b.t. de term junk dat ze heeft gezegd dat ze het zelf nooit meer zou hanteren. Daar waar ze kan, als er vanuit het college stukken naar buiten gaan, zal ze zorgen dat het woord junk daar niet in voorkomt. Ze kan het niet voor de hele wereld op zich nemen dat men het woord junk niet meer gebruikt. antwoordt dat de openstelling van de Kronkel aan huisvestingslasten € 75.000,-, aan variabele huisvesting € 50.000,- en aan beheer € 80.000,-. Dat is zo'n € 200.000,- op jaarbasis. c.
Vaststelling advieslijst.
De voorzitter vraagt wie voor of tegen het raadsvoorstel reservering middelen nachtopvang is en wie een stemvoorbehoud maakt. constateert dat de PvdA, D66, Leefbaar Den Haag en ChristenUnie-SGP voor het raadsvoorstel zijn en dat de VVD, het CDA, GroenLinks en de SP hun stem voorbehouden. d.
Agendering volgende vergadering.
Mevrouw De Jong (D66) vraagt om te kijken of de bespreking van de MER richtlijnen Trekvliettracé kan worden verschoven naar een andere datum dan 1 december a.s. vraagt of het mogelijk is voor de verkiezingen in 2006 een werkbespreking te organiseren aangaande de gezondheidsrisico's betreffende het gebruik van cannabis. De voorzitter constateert dat een meerderheid van de commissie dit verzoek steunt en zal een datum zoeken voor de werkbespreking m.b.t. de gezondheidsrisico's betreffende het gebruik van cannabis.
PAGE
4
Mevrouw Van Driel (SP) wil de bespreking van de evaluatie van de gebruikersruimte zo snel mogelijk opnemen in de termijnplanning. De voorzitter wijst erop dat nog geen evaluatie is ontvangen. Wethouder Klijnsma ligt toe dat er volgende week een brief naar de commissie wordt gestuurd over de gang van zaken rondom de gebruikersruimten. De voorzitter zal het stuk over de gebruikersruimten, zodra dit is ontvangen, op de termijnagenda plaatsen. 3.
Beantwoording motie criteria voorzieningen voor harddruggebruikers.
Er is één inspreker, te weten mevrouw P. Van Ieperen (namens omwonenden van het Zieken). De (inspreek)tekst is aan het verslag gehecht. Mevrouw Doll-Gras (CDA) vindt het stuk bestaan uit een samenraapsel van vakjargon en woorden die iedere keer op een ander manier worden gepresenteerd. Het is steeds meer van hetzelfde en het is steeds niet wat ze wil. wijst op de juridische knelpunten. Het college stelt dat het formuleren van een leidraad zoals een gedetailleerde checklist (die bestuurlijk en juridisch geen ruimte biedt voor maatwerk wat betreft de voorziening en de locatie) niet wenselijk is. Dat kan het college wel vinden maar dat betekent niet dat het onmogelijk is. Zij vindt dat moet worden nagegaan of het mogelijk is een checklist te maken. stelt voor dat de wethouder een juridisch onderzoek laat uitvoeren om te kijken wat de grenzen zijn waaraan omgevingscriteria wel of niet aan moeten voldoen. De burger krijgt zo duidelijkheid wat de juridische grenzen betreft. Dat betekent ook dat de gemeente in rechtszaken mogelijk sterker staat. stelt voor, wat betreft de omgevingskenmerken, ook te kijken naar de omgevingskenmerken die gelden voor koffieshops. Daar staan exacte zaken in zoals een afstand van 250 meter tot een ander verkooppunt, een afstand van 250 meter tot een basisschool, etc. Het lijkt haar goed om te zoeken naar dit soort externe criteria. pleit voor een goed beheer- en communicatieplan. Als voorbeeld noemt ze de gemeente Amsterdam waar al sinds 1992 een duidelijke procedure is voor de vestiging van omstreden voorzieningen waarin een heel stappenplan zit. Als zo'n voorziening wordt geplaatst is er een hele checklist die men moet volgen. Het geeft een duidelijk houvast. Ook als er juridische procedures komen kan op die manier worden aangetoond dat de gemeente een goed systeem heeft. is niet tevreden met de afdoening van deze motie. Er moet een duidelijke checklist en een duidelijk stappenplan komen. Daarin moet duidelijk staan wie op welk moment actie moet nemen, wanneer de gemeente aan zet is en wanneer en op welke wijze de bewoners worden geïnformeerd c.q. betrokken. De heer Reijn (VVD) volgt in grote lijnen het betoog van het CDA. vindt het allemaal tamelijk vrijblijvend. vindt dat goed moet worden g ekeken naar de juridische haken en ogen. Mogelijk dat aanknopingspunten kunnen worden gevonden bij de APV. wil dat de raad meer aangrijpingspunten c.q. beslismomenten heeft als het gaat om het plaatsen van dergelijke voorzieningen. De rol en de bevoegdheid van de raad moet duidelijk zijn in deze. volgt het pleidooi van het CDA voor externe criteria. Mevrouw De Jong (D66) is niet tevreden over de afdoening van de motie over 'voorzieningen voor harddruggebruikers' door het
PAGE
5
-
-
college. constateert dat voor het college de beschikbaarheid van een pand, met de juiste bestemming, in ongeveer de juiste buurt bepalend is voor de aanwijzing van een voorziening voor harddruggebruikers. Dat is ongeveer het scenario wat is gevolgd bij het Van der Vennepark. D66 vindt dat geen goede werkwijze. D66 pleit voor een lange termijn visie waarbij stadsbreed wordt gekeken naar een geschikte locatie. Zo'n locatie zou niet midden in een woonwijk bij een school moeten worden geplaatst. sluit zich aan bij de opmerkingen van het CDA en de VVD. Het is wat D66 betreft nog lang niet voldoende. merkt op, m.b.t. de optie waarvoor is gekozen in Amsterdam, dat een duidelijk beeld moet worden geschetst naar buiten toe (naar de bewoners) hoe de gemeente omgaat met de keuze van een locatie voor een voorziening voor harddruggebruikers. Deze visie mist ze node.
Mevrouw Van Driel (SP) sluit zich in grote mate aan bij de opmerkingen van D66. wijst op een uizending van Dokwerk (van gisterenavond) over een woonvoorziening voor oudere verslaafden in Rotterdam. Het gaat dan om kleine voorzieningen voor zo'n zeven mensen. Het gaat vaak ook om de grote van een voorziening. is voorstander van een stadsbrede visie. Het probleem moet meer gespreid worden over de stad. De gemeente moet niet alleen kijken naar de buurten met overlast maar ook naar andere delen van de stad. Ze wijst hierbij op de aanpak in Utrecht. De voorzieningen zijn in Utrecht verspreid over de hele stad. vindt dat de gemeente ontzettend achterloopt bij het realiseren van dit soort voorzieningen. vindt dat eerst moet worden gekeken naar welke plekken geschikt zijn. De keuze voor een bepaalde locatie moet niet alleen afhankelijk worden gemaakt van een bestemmingsplan. vindt dat in alle gevallen eerst overleg nodig is met de omwonenden. Ze vindt het erg jammer hoe het is gelopen in de Stationsbuurt. denkt dat de gemeente veel beter met de burgers kan communiceren als er een duidelijke visie ligt voor de hele stad. Ze vindt het niet goed dat nu elke keer een besluit wordt genomen voor een bepaalde locatie en dat daarna de mensen hierover worden geïnformeerd. De heer Dufresne (Leefbaar Den Haag) vindt het opvallend dat deze motie niet wordt gesteund door de PvdA. vraagt of de wethouder kan aangeven wat de reden was van het college om deze motie af te raden. Mevrouw Bozbey (GroenLinks) heeft de motie ondertekend omdat niet duidelijk is wat precies de rolverdeling is van de raad, het college en diverse particuliere instellingen. De rollen en verantwoordelijkheden van de diverse actoren moeten duidelijk zijn. vraagt op welk tijdstip de raad wordt betrokken bij het keuzeproces voor een locatie voor harddruggebruikers. De raad is wel het eerste aanspreekpunt voor de burgers in de stad. Ze vindt het krom dat de raad pas ac hteraf geïnformeerd wordt als het college al een besluit heeft genomen. De heer De Niet (ChristenUnie-SGP) merkt op dat de fractie ChristenUnie-SGP de motie destijds niet heeft (mee) getekend omdat men moeite had met de locatiecriteria. merkt op dat de wethouder stelt dat een gedetailleerde checklist niet wenselijk is vanuit juridisch en bestuurlijk oogpunt. Hij deelt de mening van mevrouw Doll-Gras om een onderzoek in te stellen naar de grenzen van wat juridisch en bestuurlijk haalbaar is. vindt de beantwoording door de wethouder te vrijblijvend. Helderheid is het meest noodzakelijk. vindt de communicatie in de buurt erg belangrijk. Daar wil hij wel een checklist van zien. Op basis van zo'n checklist kan een goed communicatieplan worden vastgesteld.
PAGE
6
-
wil dat de raad vooraf wordt geïnformeerd zodat de raad in het communicatietraject invloed kan uitoefenen. merkt op dat als de raad voorstander is van een begeleidingscommissie dat geen verzoek is maar een voorwaarde.
Mevrouw Van Nimwegen (PvdA) merkt op dat de PvdA deze motie niet heeft gesteund omdat volgens de PvdA al eerder in de raad over dit onderwerp was gesproken. kan in grote lijnen instemmen met het voorliggende stuk. Ze vindt wel dat het iets puntiger en duidelijker kan worden neergeschreven. vindt ook dat er een checklist moet komen. Die checklist heeft een meerwaarde voor mensen en instellingen in de stad die hierbij betrokken zijn. sluit zich aan bij de opmerking van mevrouw Bozbey dat meer duidelijkheid moet komen over de initiatiefnemer en de rol van de gemeente. Ze vindt dat in alle gevallen de gemeente op enigerlei wijze de regisseur is bij dit soort processen. Ze vindt dat de gemeente vanuit die regierol aan zet is ook wat betreft de communicatie van anderen. Als voorbeeld noemt ze de gang van zaken rondom de Tasmanstraat. sluit zich ook aan bij de opmerkingen die zijn gemaakt over de rol van de raad. De verantwoordelijkheid van het college en de rol van de raad moeten worden verhelderd. is geen voorstander om wat betreft de omgevingskenmerken aan te sluiten bij het koffieshopbeleid. Het koffieshopbeleid is wat haar betreft een heel andere discussie. Mevrouw Doll-Gras (CDA) vindt dat de omgevingscriteria die gelden voor het koffieshopbeleid het minste zouden moeten zijn bij dit soort voorzieningen. Mevrouw Van Nimwegen (PvdA) antwoordt dat het hier gaat om een zorgvoorziening. Zo'n zorgvoorziening kan niet worden vergeleken met het koffieshopbeleid. Mevrouw Doll-Gras (CDA) vindt dat zo'n voorziening niet bij een kinderspeelplaats zou moeten komen. Dat staat ook in de omgevingscriteria van het koffieshopbeleid. Mevrouw Van Nimwegen (PvdA) beklemtoont dat het gaat om een zorgvoorziening waar goede begeleiding aanwezig is vanuit Parnassia. Er zijn duidelijke afspraken over de aanlooproutes en over de openbare ruimte. Druk op de openbare ruimte moet worden voorkomen. De heer Reijn (VVD) merkt op dat een aantal criteria voor veel (alle) voorzieningen toepasbaar zijn. Daarnaast zou men de criteria kunnen toespitsen per voorziening. Wethouder Klijnsma antwoordt dat er eigenlijk al een checklist is. Die checklist staat nu opgeschreven in de woorden in de tekst. Ze vindt het de moeite waard om dit stuk te vertalen in een waslijstje, een checklist, waarin staat wie wat doet, wanneer en op welk moment. Daarin moet ze dan nog helderder aangeven wat de rol is van de raad, de omwonenden, de aanbieder en het college. De politie is natuurlijk ook een hele belangrijke actor. Mevrouw De Jong (D66) vindt dat de wethouder nu blijkbaar uitgaat van de vooronderstelling dat de raad al akkoord gaat met de geschetste aanpak. Wethouder Klijnsma antwoordt dat dat niet zo is. Ze constateert dat D66 een langere termijn visie wil zien voor al dit soort voorzieningen. Ze merkt op dat het college aan de voorkant van deze raadsperiode heeft afgesproken dat, wat betreft de voorzieningen voor harddruggebruikers, een aantal zaken moeten worden aangepakt. Er
PAGE
7
-
-
-
-
-
-
-
zou decentraal methadon moeten worden verstrekt. De heroïneverstrekking zou moeten worden gecontinueerd. Er zouden gebruikersruimten moeten komen in wijken waar de overlast groot is. Er zou, dat is er later bijgekomen, een 24 uurs opvangvoorziening komen voor harddrugverslaafden. De decentrale methadonverstrekking is gerealiseerd in wijken waar de meeste methadoncliënten wonen. De gebruikersruimten zijn gerealiseerd in wijken waar de overlast groot is. De heroïneverstrekking is gecontinueerd op een plek (omdat het een stedelijke voorziening is) die niet onmiddellijk in de binnenstad ligt maar daarbuiten. Mevrouw Van Driel (SP) merkt op dat er tot nu toe maar een gebruikersruimte is gerealiseerd. Er zouden er toch drie komen? Wethouder Klijnsma antwoordt dat er gebruikersruimten zouden worden gerealiseerd. In eerste instantie is men uitgegaan van drie en er zijn er nu twee gerealiseerd. Mevrouw Van Driel (SP) vraagt of de gebruikersruimte aan het Van der Vennepark al gerealiseerd is. Wethouder Klijnsma antwoordt met ja. vervolgt haar betoog. Mevrouw De Jong (D66) wil een stadsbrede visie zien. Ze wil weten wat de problemen nu zijn en in de toekomst kunnen zijn. Ze wil weten hoeveel harddruggebruikers er zijn en hoeveel dat er kunnen worden. Ze wil weten waar de harddruggebruikers zitten en hoe de harddruggebruikers het beste kunnen worden gespreid. Ze wil een duidelijk plan zien voor de komende 10 jaar wat vervolgens met de stad kan worden besproken. Op die manier kan een breed draagvlak worden verkregen. Wethouder Klijnsma merkt op dat aan de voorkant van elke collegeperiode moet worden gekeken wat men wil doen. Wat betreft de verslavingszorg is dat goed gedaan door te kijken naar de voorzieningen waarvan men dacht dat de stad die nodig zou hebben. Die voorzieningen zijn ook gerealiseerd. Natuurlijk is het belangrijk om daar draagvlak voor de creëren. Daar is ze ook druk mee doende geweest. merkt op dat veel in de commissie en de raad is gewisseld over de aanpak van het college en de manier waarop de (aan de voorkant gemaakte) afspraken zijn gerealiseerd. denkt dat het goed is dat om de vier jaar aan de voorkant van een collegeperiode wordt gekeken wat nodig is in de stad en dat daar afspraken over worden gemaakt. beklemtoont dat het moeilijk is om de hele buurt mee te krijgen zodra een locatie wordt genoemd. Er is veel draagvlak voor opvangvoorzieningen voor harddruggebruikers maar zodra een concrete locatie wordt genoemd wordt het gewoon moeilijker. zegt toe dat ze op een rij zal zetten wie aan zet is, wanneer, etc. De heer Reijn (VVD) beklemtoont dat hij dit heel belangrijk vindt. De wethouder heeft hier zelf ook veel baat bij. Hij wil daarom ook een duidelijk juridische toetsing van wat de raad nu wel en niet kan doen. Wethouder Klijnsma zegt nogmaals toe dat ze komt met een lijst waarin staat wie, wanneer aan zet is en welke bevoegdheden het college en de raad heeft in deze. vindt dat een koffieshop niet te vergelijken is met een gebruikersruimte voor harddruggebruikers. De criteria van het koffieshopbeleid kunnen niet een op een worden toegepast bij het beleid rondom gebruikersruimten. antwoordt dat zowel DSO als ook externe juristen zeer ordentelijk een juridische toets hebben uitgevoerd. Keer op keer wordt stringent meegegeven door de juristen dat niet alles helemaal dichtgetimmerd moet worden want dan kan geen enkele voorzieningen meer worden gerealiseerd. De juridische toets heeft dus wel plaatsgevonden. Mevrouw Doll-Gras (CDA)
PAGE
8
-
-
-
-
-
-
-
4.
ziet niets terug van die juridische toetsingen terwijl ze erg belangrijk zijn. Ze wil een onderzoek zien wat wel en niet mogelijk is. Wethouder Klijnsma denkt dat op het gebied van de ruimtelijke ordening de zaken helder zijn. Daar is de raad prima van op de hoogte. Wat betreft andere criteria pleit ze ervoor (in navolging van de juristen) om die criteria niet al te stringent op te schrijven. Stel dat wordt opgeschreven dat binnen 500 meter van een school geen voorziening voor verslaafden mag worden gerealiseerd. Dan kunnen heel veel voorzieningen nu worden gesloten. Dat is toch niet de bedoeling. merkt op dat alle rechtspraken waarnaar wordt verwezen zijn gestoeld op het ruimtelijke ordeningsrecht. Zowel rondom het Van der Vennepark als rondom het Zieken is de gemeente tot op heden altijd in het gelijk gesteld tot op het punt van de zevendaagse openstelling op basis van het overgangsrecht. Daarvan heeft ze tegen DSO gezegd dat ze de koninklijke weg wil volgen en dat het hele bestemmingsplan onder handen moet worden genomen. antwoordt dat het aanwijzen van een plek in de stad de bevoegdheid is van het college maar dat de gemeenteraad altijd kan praten over zo'n besluit. De raad kan daar dus altijd op terugkomen, hetzij bij motie of bij amendement. Dat kan de raad en dat doet de raad ook. De heer Reijn (VVD) vindt dat de raad in een eerder traject moet worden geïnformeerd. Wethouder Klijnsma wil in de chronologische checklist meenemen wanneer het college de raad informeert over de overwegingen van het college om voor een bepaalde locatie te kiezen. Mevrouw Van Driel (SP) merkt op dat de burgers er weer als allerlaatste bij worden betrokken. Wethouder Klijnsma antwoordt dat op enig moment de knoop moet worden doorgehakt en dat het college nu eenmaal de verantwoordelijkheid heeft om dat te doen. constateert dat de heer De Niet het belangrijk vindt om ook de communicatiemomenten mee te nemen in de checklist. antwoordt dat de gemeente in principe altijd regisseur is. Formeel is dat misschien niet zo maar materieel komt het daar wel op neer. De gemeente is dus ook aan zet als het gaat om communicatietrajecten. Ze heeft met de betrokken instellingen (o.a. Parnassia, de opvanginstellingen en RIBW) ook duidelijk de afspraak gemaakt dat als er gecommuniceerd moet worden dat gebeurd in nauwe samenspraak met de gemeente. vat samen dat ze de vertaling van de afdoening van de motie in tweede instantie in een lijst zal vervatten. Mevrouw Doll-Gras (VVD) wil dat de wethouder aan die lijst wel toevoegt wat vandaag is gewisseld. Ze wil o.a. een nulmeting en een beheersplan zien. Sluiting.
De voorzitter sluit de vergadering om 12.45 uur. Aldus vastgesteld in de vergadering op 25 januari 2006
de secretaris
de voorzitter
R. Gevers
mw . W.A. Vonk
PAGE
9
TOEZEGGINGEN Wethouder Klijnsma zegt een evaluatie toe van de stichting mantelzorg. zegt toe een checklist te maken m.b.t. de plaatsing van voorzieningen voor harddruggebruikers. Hierin komt te staan wie, wanneer aan zet is en welke bevoegdheden het college en de raad heeft in deze. Wethouder Smits stuurt bericht over de stand van zaken m.b.t. de projectsubsidie aan het Haags Milieucentrum.
PAGE
11