Monument integrale visie in Balans op de Afsluitdijk
2
Monument in Balans
Managementsamenvatting
2
1
Inleiding
2
2
Kleur bekennen
3
2.1
Het DNA van de dijk
4
3
Visie op Kwaliteit
7
3.1
Wereldlandschap
7
3.2
Dijk & Halters
8
3.3
Mo(nu)menten op de dijk
13
4
Visie op Haalbaarheid
17
4.1
Technische haalbaarheid
17
4.2
Financiële haalbaarheid
18
4.3
Wet- en Regelgeving
21
4.4
Draagvlak: bestuurders en stakeholders
23
4.5
Publiek-private samenwerking
24
5
Bijlagen
27
5.1
Plan van Aanpak 2e fase
27
5.1.1
Inhoud, proces en procedure
27
5.1.2
Plan van aanpak:
30
5.2
Werkwijze
31
5.3
Multi-criteria analyses: verdieping haalbaarheid
33
5.4
Literatuur
42
Monument integrale visie in Balans op de Afsluitdijk
Monument in Balans
Inhoud
3
Managementsamenvatting In de visie die voor u ligt hebben wij gezocht naar balans én deze ook gevonden. Met behoud van de karakteristieke architectonische en landschappelijke waarden van de dijk, ligt er een visie die van de dijk een icoon voor de toekomst kan maken. Een landmark op zich. Door op voorhand kleur te bekennen en de kwaliteiten die we willen behouden centraal te stellen, zijn we tot een visie gekomen waarin - met behoud van het goede uit het verledenruimte is voor vernieuwing en verbetering.
Kleur bekennen Wij kiezen er voor om van de dijk geen kerstboom te willen maken. Maar we kiezen er ook voor om de huidige dijk niet heilig te verklaren. We willen van de kwaliteit van de dijk én de halters versterken. We zijn op zoek gegaan naar die elementen die de kwaliteit van de dijk bepalen. Door het DNA van de dijk te bepalen. Binnen die kwaliteiten is gezocht naar oplossingen.
Monument in Balans
Het DNA van de dijk
4
1. 2.
de dijk als wereldlandschap; De Afsluitdijk kan niet los gezien worden van de Werelderfgoedstatus voor het waddengebied. Nu al is de Afsluitdijk een toeristische trekpleister. Wij gaan op zoek naar mogelijkheden om de dijk als Wereldlandschap neer te zetten. dam tussen twee landschappen; De dijk is een dam. Een verbinding tussen twee landschappen. De dijk zelf is geen landschap en moet dat ook niet worden. Het is een functioneel object. Wonen, verblijfsrecreatie en natuur kunnen een bijdrage leveren aan het versterken van de leefbaarheid en de landschappelijke kwaliteit in de halters. Op deze manier gaat de dijk niet concurreren met de halters, maar leidt een impuls op de dijk tot een impuls in de halters.
3. 4. 5. 6.
dijk blijft waterscheiding; De harde scheiding tussen zout en zoet vinden we niet langer gewenst. We gaan op zoek naar kansen om de natuur te versterken. Toch kiezen wij ervoor de dijk dé waterscheiding te laten blijven. Die identiteit is immers cruciaal voor de cultuurhistorische waarde van de dijk. Binnen dat uitgangspunt gaan we op zoek naar eigentijdse oplossingen voor zowel de natuur als het weg- en waterverkeer. rechtheid, weidsheid, ritme en contrast; In het gebied tussen de sluizen staat bij ons rechtheid, weidsheid en het ritme van de dijk centraal. Het contrast tussen zout en zoet, tussen een natuurlijk en een gemaakt landschap bepaald mede de kwaliteit van de dijk. We kiezen er voor de rechtheid, weidsheid, schaal en contrast niet te doorbreken, maar juist te versterken. icoon van maakbaarheid én duurzaamheid; De dijk is voor ons een icoon van het maakbaarheidsdenken. Om van dit icoon uit het verleden een icoon van de toekomst te maken kunnen we een element aan deze traditie toevoegen: duurzaamheid. Door te laten zien dat een harde scheiding tussen zoet en zoet in de 21e eeuw niet meer gewenst is. En door duurzame energie als functie van de 21e eeuw toe te voegen aan de dijk. beleefmo(nu)menten op de dijk; We proberen doelgroepen te scheiden en zoeken naar elementen die de beleving van de kernwaarden kan versterken. Wij vinden het belangrijk dat deze doelgroepen de dijk optimaal en in hun eigen tempo kunnen beleven.
Om te komen tot een visie op kwaliteit en een visiekaart mét kwaliteit kijken we met u op drie schaalniveaus naar de Afsluitdijk. 1. Wereldlandschap We willen van de Kop van Noord-Holland weer een eilandenlandschap maken. Voor bezoekers van de Afsluitdijk moet duidelijk worden dat zij bij het startpunt van het waddengebied zijn aangekomen. De dijk zelf moet weer een landmark worden. Het ietwat sleetse uiterlijk van de dijk moet opgeknapt worden. Belangrijk is de dijk haar huidige karakter niet verliest. Dat doen we door de dijk sober te houden. Maar het ‘houden zoals het is’ is zeker niet voldoende om van de dijk tot wereldlandschap te maken. We moeten laten zien dat er inmiddels nieuwe inzichten zijn, bijvoorbeeld op het gebied van de strikte scheiding tussen zoet en zout. Duurzaamheid, kimaatbestendigheid en het zoeken naar nieuwe energiebronnen behoren tot de belangrijkste opgaven van de 21e eeuw. We kunnen de werelderfgoedtoeristen en het buitenlandse bedrijfsleven laten zien hoe Nederland hier mee omgaat. Door een Eiland van Energie en een plint van de 21e eeuw toe te voegen bijvoorbeeld. 2. De dijk & de halters De dijk en de halters kunnen en moeten elkaar meer gaan versterken. We kiezen voor een sober en stoer profiel van de dijk en een ambitieus programma in de halters door de verloren gegane landschappen in de halters te herstellen. Wij zien twee goede mogelijkheden voor het toekomstige profiel van de dijk: het plaatsen van een verticale wand of het verhogen en verbreden van de dijk door toevoeging van een plint van de 21e eeuw.
Voor het halter Noord-Holland kiezen we een profiel van nat en droog, een eilandenlandschap. Wieringen krijgt al een impuls door de aanleg van het randmeer, waardoor Wieringen weer iets van haar verloren identiteit terug krijgt. Een goede verbinding (staande mast route) tussen Randmeer en het IJsselmeer ontbreekt echter. Wij zien kansen om de aandacht voor de Afsluitdijk te benutten om ook voor Wieringen een duurzame infrastructurele oplossing te kiezen. Een aquaduct bij de kruising van de A7 met het toekomstige Wieringerrandmeer is voor de kortere termijn een technisch haalbare oplossing. Hiermee kan de A7 op Wieringen op maaiveldhoogte worden gebracht waarmee de relatie van Den Oever met het IJsselmeer sterk verbetert. Aan de wadzijde kan Wieringen zich richten op kleinschalige recreatieve ontwikkelingen, bijvoorbeeld door een wandelroute langs een zich ontwikkelend estuarien landschap (De Unesco Dykrûte). Het behouden van de dynamiek in dit gebied staat centraal, maar experimenten voor kwelderontwikkeling of het verder vergroten van de natuurlijke dynamiek zijn welkom. Zoals bijvoorbeeld de Razende Bol. Een natuur-fenomeen dat prima past op de scheidslijn van natuurlijk en gemaakt, het waddenlandschap en het innovatieve ‘landschap’ van de dijk. Voor Friesland kiezen we een natuurlijk en recreatief profiel.Door het creëren van een zoet-zoutovergang tussen Makkum en Harlingen. Een nieuw landschap met grote potenties. Een bezienswaardigheid, passend in de traditie van Friesland. Hier verdwenen en kwamen landschappen. Ook het estuariene landschap verdween, maar kan weer terugkomen. Aan de Waddenkant kan door geleide- of strekdammen kwelderontwikkeling gestimuleerd en zout zoet overgangen gecreëerd worden. Aan de IJsselmeerkant kan in de ondiepe baai tussen Kornwerderzand en Makkum een brakwaterzone gecreëerd worden om de ecologische waarden te herstellen.
Monument in Balans
Visie op Kwaliteit
5
In de traditie van verdwenen en herstelde landschappen kan ook een aantal drooggemalen meren tussen Makkum en Workum hersteld worden. Een kans om zoetwaterbuffers in de Friese boezem te ontwikkelen en een uniek woon- en recreatielandschap te creëren. Door het herstel van de meren, krijgen ook de dorpen aan deze meren een sociaal economische impuls. Met het herstel van de meren worden tevens opgaven op het gebied van waterretentie en bescherming van het veenweidegebied ingevuld.
Monument in Balans
3. Mo(nu)menten aan de dijk We voegen geen nieuwe momenten aan de dijk toe. Het ritme blijft Den Oever, het Monument, Breezanddijk, Kornwerderzand en ten slotte Zurich. Wij kiezen ervoor de kerende hoogte van de kunstwerken in de Afsluitdijk met inbegrip van de voorhavendijken op hoogte te brengen door constructieve aanpassingen, inclusief het aanbrengen van steunconstructies en het vervangen van de sluisdeuren. De al geplande spui in de knik wordt toegevoegd en bij Kornwerderzand wordt de sluis vervangen door een naviduct.
6
Door het strategisch toevoegen van rode opgaven kan ook aan deze zijde de relatie tussen Den Oever en het IJsselmeer versterkt worden en de ruimtelijke kwaliteit verbeterd worden. Wij denken dan aan een Poort van Holland in de driehoek tussen de N99 en de A7. De voorgestelde infrastructurele ingrepen bij Den Oever creëren ruimte voor een dergelijke rode impuls. Breezanddijk vormt een unieke plek op de dijk. Dit is het eiland in de zee, het middelpunt van de dijk. Breezandijk moet een plek worden voor alle gebruikersgroepen op de dijk: snelverkeer, recreatie verkeer, wandelaars en fietsers én het watersportpubliek. Een Duurzaamheidscentrum met internationale allure waarin duurzame energie centraal staat, en dat ook vanaf het water bereikbaar is. In de parkachtige omgeving van het Duurzaam-
heidscentrum kunnen diverse vormen van duurzame energieopwekking in proefopstellingen zichtbaar worden gemaakt aan het publiek. De eerste jaren zal het eiland in het teken staan van innovatie. Als de innovaties zich bewezen hebben kan het Innovatie-eiland zichzelf omvormen tot Energie-eiland. De nieuwe spuisluis in de knik voorbij Kornwerderzand zit al in de pijplijn en zal worden voorzien van een vispassage. Door deze nieuwe sluis ontstaat de mogelijkheid om in het bestaande complex een vispassage te realiseren. De effectiviteit van de vispassage wordt vergroot door de ontwikkeling van een stabiele brakwaterzone in het buitendijkse gebied tussen Krimswerd en Makkum. Door de vispassage uit te rusten met een glazen wand kan de attractiewaarde van het sluiscomplex - naast het kazematmuseum - verder verhoogd worden. Wij stellen voor bij Kornwerderzand een naviduct te realiseren. Een naviduct is een relatief dure oplossing, maar heeft als groot voordeel dat het de economische ontwikkeling van bijvoorbeeld de scheepvaartindustrie bij Makkum kan stimuleren, door de schutcapaciteit te verruimen voor diepstekende jachten. Door een naviduct en een nieuwe spuisluis blijft het beschermde dorpsgezicht van Kornwerderzand in tact. We stellen voor Zurich een intensieve opknapbeurt voor.De windmolens die nu verspreid in het landschap staan moeten de lijnen in het landschap gaan versterken. Door passende woningbouw kan de zichtbaarheid van Zurich versterkt worden.In Zurich zou verder ingespeeld kunnen worden op de surfers en dagrecreanten die in de oksel tussen kust en Afsluitdijk een plek vinden. En bijvoorbeeld luxueuze paalwoningen ten noorden van de dijk, met uitzicht op de Waddenzee. Door de al bestaande slowroutes wordt een verbinding gelegd met de Poort van Fryslân. Een uniek gebouw dat op de plek van het huidige restaurant kan komen en waarin de Friese cultuur centraal staat.
Visie op Haalbaarheid
Uitgangspunt voor de financiële haalbaarheid is dat de ontwikkeling van de dijk een bijdrage moet leveren aan de opgaven in de halters. Ontwikkelingen op de dijk mogen dus niet gaan concurreren met mogelijke ontwikkelingen in de halters. De basisfunctionaliteit is een publieke zaak. Evenals de natuurkwaliteit van het Waddengebied en het IJsselmeer. Zelfs de leefbaarheid en landschappelijke kwaliteit in de halters zijn grotendeels een publieke opgave. Ons uitgangspunt bij het ontwikkelen van de visie is dan ook niet financiële verevening geweest. Wij hebben gezocht naar een visie die optimaal voldoet aan de opgaven die er liggen; op de dijk en in de halters. Daarnaast hebben we gezocht naar private initiatieven die daaraan, ook financieel, een bijdrage kunnen leveren. Het IJsselmeer en de Waddenzee zijn, met recht, de best beschermde natuurgebieden van Nederland. Vanuit wet- en regelgeving zoals Natura 2000,de Kaderrichtlijnwater en de Vogel- en Habitatrichtlijn
gelden strikte voorwaarden voor ontwikkeling. Onze visie is er niet op gericht de ruimte in de wet te zoeken. In lijn met de doelstellingen van deze wetten en regels willen we de natuurwaarden in zowel het IJsselmeer als de Waddenzee een impuls geven. Zo sluit het herstellen van het estuariene landschap aan bij de doelen uit de Kaderrichtlijnwater en de PKB-Waddenzee.Voor het beoordelen van de haalbaarheid van de oplossingsrichtingen zijn zo veel mogelijk de genoemde afwegingskaders gerespecteerd en als input gebruikt. In onze visie hebben we gekozen voor balans. Wij verwachten dan ook dat er voor de verschillende maatschappelijke organisaties winst zit in onze visie. Een visie in balans betekent echter ook dat we niet alle ambities en belangen vanuit de maatschappelijke organisaties hebben kunnen verwezenlijken. We realiseren ons ook dat onze visie voor bestuurders wellicht niet ‘gedurfd’ genoeg is. We hebben echter bewust gekozen voor de ‘nuchtere’ insteek. Door een realistische en haalbare visie neer te leggen, bieden we een goede opening voor het gesprek met bestuurders en maatschappelijke stakeholders in de tweede fase. Geen luchtfietserij meer, maar kleur bekennen! Om de verkende mogelijkheden echt goed op waarde te kunnen schatten stellen wij voor om in de tweede fase naast inhoudelijke ‘open eindjes’ vooral procedureel en procesmatig in te zoomen. Op deze manier brengen we de driehoek inhoud-proces-procedure weer in balans. Uit deze eerste fase concluderen wij dat er vooral publieke opgaven liggen rondom de Afsluitdijk. In het vervolgproces dient er daarom sprake zijn van een sterke publieke regie.
Monument in Balans
De visie die wij u geschetst hebben is technisch haalbaar. Door de gekozen insteek, waarbij de functionaliteit van de dijk voorop staat en de dijk sober en doelmatig gehouden is, hebben wij gekozen voor ‘proven technology’-oplossingen. De verticale wand, het naviduct bij Kornwederzand en het aquaduct bij het Wieringerrandmeer zijn hier voorbeelden van. Voor de overige kunstwerken wordt gekozen voor renovatie en versterking.Op het gebied van duurzame energie kiezen wij voor experimenten op de dijk. Breezanddijk kan het Innovatie-eiland worden waarop verschillende nieuwe vormen van duurzame energie in proefopstellingen getest worden.
7
1. Inleiding
Monument in Balans
De Afsluitdijk. Een icoon van de Nederlandse waterstaatkundige geschiedenis. Een voorbeeld voor de wijze waarop Nederland al eeuwen de strijd aan gaat met het water. Een voorbeeld ook van de ‘maakbaarheid’ van het landschap. Een technisch hoogstandje. Een omvangrijk en ingewikkeld project. Nu 75-jaar later zoeken Rijk en provincies naar een integrale visie op de Afsluitdijk. De Afsluitdijk opnieuw als project, maar nadrukkelijk óók als proces. De betrokkenheid van de maatschappij bij dit type projecten is groter geworden. We zoeken integrale oplossingen en publiek-private samenwerking. Door deze aanpak kunnen we van de Afsluitdijk opnieuw een icoon maken. Niet alleen als voorbeeld van Neerlands kunnen op waterstaatkundig gebied, maar ook als voorbeeld voor een nieuwe Nederlandse planningstraditie, waarin publiek, privaat en particuliere partijen elkaar weten te vinden en versterken.
8
In deze integrale visie zoeken we allereerst naar realistische en haalbare oplossingen voor de veiligheid en klimaatbestendigheid van de dijk. Haalbaarheid is in deze tijd van gebiedsontwikkeling en publiek-private samenwerking meer dan een kwestie van rekenen en tekenen. Het is een kwestie van een gedeeld beeld over hetgeen moet, hetgeen kan en hetgeen we willen met de dijk. We zoeken naar een koppeling van maatregelen op het gebied van veilig waterbeheer met andere maatschappelijke vraagstukken als energiewinning, recreatie en natuurontwikkeling. En we kijken
daarbij verder dan de dijk alleen. Ook in de halters van de dijk liggen opgaven en vooral kansen om tot een kwaliteitsimpuls te komen. Naast technisch haalbare oplossingen zoeken we dus ook naar draagvlak en ruimtelijke kwaliteit. Een zoektocht naar balans. Balans tussen de verschillende ruimtevragers. Balans tussen de cultuurhistorische waarde van de dijk en innovatieve nieuwe plannen. In de visie die voor u ligt hebben wij balans gevonden. Met behoud van de karakteristieke architectonische en landschappelijke waarden van de dijk, ligt er een visie die van de dijk een icoon voor de toekomst kan maken. Een landmark op zich. Door op voorhand kleur te bekennen en de kwaliteiten die we willen behouden centraal te stellen, zijn we tot een visie gekomen waarin - met behoud van het goede uit het verleden- ruimte is voor vernieuwing en verbetering.
2. Kleur bekennen
Wij kiezen er voor om van de dijk geen kerstboom te willen maken. Maar wij kiezen er ook voor om de huidige dijk niet heilig te verklaren. Er liggen opgaven voor de dijk. We willen van de kwaliteit van de dijk en de halters versterken. Niet alleen op het gebied van veiligheid en klimaatbestendigheid, maar óók op het gebied van ruimtelijke kwaliteit.
Wij zijn op zoek gegaan naar die elementen die de kwaliteit van de dijk bepalen. Door het DNA van de dijk te bepalen. En op basis van die analyse ‘kleur te bekennen’. Het DNA van de dijk bevat de kernkwaliteiten van de dijk waarlangs we naar oplossingen zoeken voor de veiligheid, klimaatbestendigheid, waterhuishouding en andere opgaven en ambities voor de dijk én de halters. Met dit ruimtelijk kader ‘beperken’ we ons zelf in de kansen en oplossingen die mogelijk zijn. Maar door de beperking zorgen we voor balans tussen de kwaliteiten uit het verleden en de kwaliteiten voor de toekomst; en komen wij tot een monument in balans..
Urgentieverklaring Voor een gebiedsontwikkeling is een aanleiding nodig. Een urgentie. Natuurlijk is er het vraagstuk van de klimaatverandering en de waterspiegelstijging. Echter door Rijkswaterstaat is al aangegeven dat de al geplande extra spui in de dijk en de verhoging van de waterkerende functie van de dijk, tot 2050 de veiligheid gegarandeerd kan worden. De basisfunctionaliteit is daarmee eigenlijk tot 2050 al gegarandeerd. Maar: de dijk is sleets. Een monument uit het verleden. Al lang geen voorbeeld meer van Neerlands kunnen. De leefbaarheid in de halters van de dijk staat op het spel. Boerderijen staan leeg en raken vervallen, landschappelijke kwaliteit is verdwenen en de verrommeling slaat toe. De grootste urgentie is echter dat de dijk in trek is. In trek bij ontwikkelaars, uitvinders, het Kabinet. Het is dus de hoogste tijd dat we met elkaar de kwaliteiten van de dijk en de halters erkennen en veilig stellen. Dat we onze plannen met de dijk in het teken stellen van het herstel van ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid.
Monument in Balans
De dijk is een uniek monument van de Nederlandse waterstaatkundige geschiedenis. Naast de Chinese muur is de Afsluitdijk het enige bouwwerk dat vanaf de maan zichtbaar is. De Afsluitdijk trekt dan ook bezoekers vanuit de hele wereld. De roep om de dijk te houden zoals hij is wordt sterker. Hoe meer innovatieve plannen er zijn voor de dijk, hoe ‘mooier’ de huidige dijk in de ogen van sommige mensen wordt. Maar we moeten reeël zijn: de dijk is sleets geworden. De beleving van de openheid, weidsheid en de maakbaarheid zijn nog steeds prachtig, maar met name de mo(nu)menten op de dijk zijn verouderd en weinig aantrekkelijk voor recreanten. Ook is de relatie tussen dijk en achterland verslapt. Zurich is vanaf de dijk nauwelijks zichtbaar en ook Den Oever wordt grotendeels aan het zicht onttrokken.
9
2.1 Het DNA van de dijk 1. De dijk als wereldlandschap
Monument in Balans
De Afsluitdijk is méér dan een waterstaatkundig kunstwerk dat het achterland beschermt tegen de zee. En het is méér dan een verbindingsweg tussen Noord-Holland en Friesland. De Afsluitdijk is een icoon voor Neerlands kunnen van de vorige eeuw. Een icoon van het maakbaarheidsdenken en de strijd tegen het water. De Afsluitdijk vormt de poort naar Friesland, maar ook het begin van het Waddengebied. Nu Wieringen weer een eiland wordt, wordt deze binding met het waddengebied alleen maar groter en kan de kop van Noord-Holland haar verloren landschappelijke identiteit herstellen.
10
de taal van het verleden
Voor het Waddengebied is de Werelderfgoedstatus aangevraagd. De Afsluitdijk kan daar niet los van worden gezien. Nu al is de Afsluitdijk een toeristische trekpleister. Wij gaan op zoek naar mogelijkheden om de dijk als Wereldlandschap neer te zetten.
3. De dijk als waterscheiding
4. Rechtheid, weidsheid, ritme en contrast
De dijk is een dam. Een verbinding tussen twee landschappen. De dijk zelf is geen landschap en zou dat ook niet moeten worden. Het is een functioneel object. Wonen, natuur, verblijfsrecreatie en bijvoorbeeld kunst zijn functioneel niet aan de dijk gebonden en zouden in onze visie dan ook geen plek op de dijk moeten krijgen. We willen immers van de dijk geen kerstboom maken. Wonen, verblijfsrecreatie en natuur horen thuis in landschappen. Door ze in de halters een plek te geven, kunnen ze een bijdrage leveren aan het versterken van de leefbaarheid en de landschappelijke kwaliteit in de halters. Ook voor de functie duurzame energie kijken we kritisch naar de functionele betrokkenheid bij de dijk en zoeken wij ook naar mogelijkheden in de halters. Op deze manier gaat de dijk niet concurreren met de halters, maar leidt een impuls op de dijk tot een impuls in de halters. De verbinding tussen dijk en halters kan verstevigd worden. Op de koppen van de dijk zien wij kansen voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en het sterker neerzetten van de dijk als onderdeel van een landschap van duinen, dammen en dijken.
De dijk is aangelegd in een tijd dat bescherming tegen de zee voorop stond. De harde scheiding tussen zee en achterland gaf een veilig gevoel. Natuurlijk is de veiligheid nog steeds van groot belang. Naast veiligheid hebben echter mobiliteit en natuurlijke waarden aan belang gewonnen. De harde scheiding tussen zout en zoet vinden we niet langer gewenst. De natuurlijke waarden van zowel de Waddenzee als het IJsselmeer staan onder druk. Een zachtere zoet-zoutovergang kan deze natuurlijke kwaliteit een impuls geven. Maar onze ambitie ligt hoger; wij willen de natuur aan zowel de Waddenkant als aan de IJsselmeerkant een flinke impuls geven. Wij gaan dus op zoek naar meer kansen om de natuur te versterken. Ook het weg- en het scheepvaartverkeer verlangen nieuwe oplossingen; de waterscheidende functie zorgt voor oponthoud. Toch kiezen wij ervoor de dijk dé waterscheiding te laten blijven. Die identiteit is immers cruciaal voor de cultuurhistorische waarde van de dijk. Binnen dat uitgangspunt gaan we op zoek naar eigentijdse oplossingen voor zowel de natuur als het weg- en scheepvaartverkeer.
De beleving van de dijk begint pas echt na Kornwerderzand, na de knik. In het gebied tussen de sluizen staat bij ons rechtheid, weidsheid en het ritme van de dijk centraal. Hoewel de beleving van deze kernwaarden verschillend is, vinden wij het uniek dat er nog een dergelijk saai, recht, leeg stuk Nederland is. Het ritme van de dijk wordt bepaald door de vaste ijkpunten op de dijk: Kornwederzand, Breezanddijk, het Monument en de sluizen bij Den Oever. Deze momenten van afleiding ‘helpen’ je door de reis over de dijk. Dit moeten we koesteren. Het contrast tussen zout en zoet, tussen een natuurlijk en een gemaakt landschap bepaalt mede de kwaliteit van de dijk. Dit contrast zou verder versterkt kunnen worden, door bijvoorbeeld aan de buitenkant van de dijk natuurlijke processen leidend te laten zijn, maar aan de binnenkant juist te kiezen voor nieuw, gemaakt en innovatief. Wij gaan op zoek naar elementen in het ontwerp van de dijk die de beleving van het contrast versterken. Wij kiezen er voor de rechtheid, weidsheid, schaal en contrast niet te doorbreken, maar juist te versterken. De huidige mo(nu)menten op de dijk blijven het ritme op de dijk bepalen. Deze mo(nu)menten moeten voor alle gebruikersgroepen van de dijk beleefmomenten worden.
Monument in Balans
2. De dijk: dam tussen twee landschappen
11
Monument in Balans 12
5. Icoon van maakbaarheid én duurzaamheid
6. Beleefmonumenten op de dijk
De Afsluitdijk stamt uit een tijd van maakbaarheidsdenken. Zee werd land, zout werd zoet en de techniek stond voor niets. Inmiddels zijn we sinds de jaren ‘90 van de vorige eeuw steeds meer op zoek naar natuurlijke processen en het meebewegen met die natuur. Technische ingrepen worden als steeds minder houdbaar en duurzaam ervaren. De dijk is voor ons een icoon van het maakbaarheidsdenken. Een gedenkteken uit de vorige eeuw. Om van dit icoon uit het verleden een icoon van de toekomst te maken kunnen we een element aan deze traditie toevoegen: duurzaamheid. Door te laten zien dat een harde scheiding tussen zoet en zoet in de 21e eeuw niet meer gewenst is. En door duurzame energie als functie van de 21e eeuw toe te voegen aan de dijk. De maakbaarheidsgedachte is echter ook in de 21e eeuw nog niet verdwenen. Hoewel we het in het natuurbeleid hebben over natuurlijke processen, bestaat de praktijk van de natuurbescherming uit het ‘aanleggen’ van natuur. Ook dat is typisch Nederlands. Niets om ons voor te schamen, maar iets om trots op te zijn, om uit te dragen. Vooral in het - toch-al-niet-meer-natuurlijke - IJsselmeer zoeken we kansen voor ecological engineering, gecombineerd met het geven van informatie daarover aan buitenlandse gasten. Maar ook aan de Waddenkant zoeken wij naar kansen voor ingrepen in de natuur, die natuurlijke processen op gang kunnen brengen. Maakbaarheid en duurzaamheid gaan zo hand in hand.
Wij onderscheiden 4 gebruikersgroepen, waarbij 3 groepen zich oost-west of west-oost over de dijk verplaatsen en 1 groep zoutzoet of zoet-zout. 1. functioneel verkeer; 2. sportief verkeer; 3. recreatief verkeer; 4. waterverkeer (beroeps en sport) Wij vinden het belangrijk dat deze doelgroepen de dijk optimaal en in hun eigen tempo kunnen beleven, zonder elkaar daarbij te storen. Die storing vermindert immers ook de beleving van de rechtheid, de weidsheid, het ritme en het contrast. Bij het beleven van de dijk zijn Kornwerderzand, Breezanddijk en het Monument drie belangrijke ijkpunten. Zij bepalen het ritme van de dijk. Bij het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit en belevingsmogelijkheden houden wij vast aan de drie historische ijkpunten op de dijk en de plekken waar de dijk ‘aan land komt’: Zurich en Den Oever. Wij proberen doelgroepen te scheiden en zoeken naar elementen die de beleving van de kernwaarden kan versterken.
13
Monument in Balans
14
Monument in Balans
3. Visie op Kwaliteit
3.1 Wereldlandschap We willen de Afsluitdijk een onderdeel laten zijn van het wereldlandschap van de Wadden. De Waddenzee staat al op de nominatie van Unesco als Werelderfgoed en is nu ook voorgedragen als ‘natuurlijk wereldwonder’. De Afsluitdijk is voor watersporters al wel de poort naar het Waddengebied, maar past qua uitstraling en ruimtelijke inpassing nog niet in dit wereldlandschap. Door de aanleg van het Wieringerrandmeer wordt Wieringen weer een eiland. En daarmee ook het ‘eerste’ waddeneiland in de reeks van Nederland tot Denemarken. We willen van de Kop van Noord-Holland weer een eilandenlandschap maken. Voor bezoekers van de Afsluitdijk moet duidelijk worden dat zij bij het startpunt van het Waddengebied zijn aangekomen. Bijvoorbeeld door een informatiecentrum voor de Wadden én de Afsluitdijk te combineren. Op het niveau van de dijken en de halters gaan wij dieper in op het programma voor de halter Wieringen.
De dijk zelf moet weer een landmark worden. Het ietwat sleetse uiterlijk van de dijk moet opgeknapt worden. Een huisstijl voor de dijk kan daarbij behulpzaam zijn. Eénduidig materiaalgebruik, een herkenbaar beeldmerk en een samenhangende voorlichting over het verleden en de toekomst van de dijk. Belangrijk is dat de dijk zijn huidige karakter niet verliest. De openheid, weidsheid, het ritme van de dijk en het contrast tussen zoet en zout en tussen het gemaakte en het natuurlijke landschap van respectievelijk het IJsselmeer en de Waddenzee moeten beleefbaar blijven. Dat doen we door de dijk sober te houden. Er worden geen nieuwe beleefmomenten toegevoegd en we kiezen niet voor grootschalige kwelderontwikkeling aan de Waddenzeezijde van de dijk. Het unieke waterscheidende karakter, het contrast en de openheid zou daarmee te veel verloren gaan. Maar het ‘houden zoals het is’ is zeker niet voldoende om de dijk een wereldlandschap te maken. We moeten laten zien dat de tijd niet stil heeft gestaan. Dat Nederland zich sinds Lely verder heeft ontwikkeld. Dat er inmiddels nieuwe inzichten zijn, bijvoorbeeld op het gebied van de strikte scheiding tussen zoet en zout. Duurzaamheid, klimaatbestendigheid en het zoeken naar nieuwe energiebronnen behoren tot de belangrijkste opgaven van de 21e eeuw. We kunnen de werelderfgoedtoeristen en het buitenlandse bedrijfsleven laten zien hoe Nederland hier mee omgaat. Door een Eiland van Energie en een plint van de 21e eeuw toe te voegen bijvoorbeeld. Op het eiland kan geëxperimenteerd worden met nieuwe vormen van duurzame energie. Bewezen technologieën kunnen vervolgens op de plint van de 21e eeuw een plek krijgen.
De keuze voor veiligheid die 75 jaar geleden werd gemaakt heeft geleid tot een enorme achteruitgang van natuurwaarden. Het estuariene karakter van het IJsselmeer is verdwenen. Inmiddels hebben we manieren gevonden om de veiligheid te garanderen, maar ook de natuurwaarden te versterken. Een kans die we willen benutten door het estuariene landschap terug te brengen. De dijk wordt op die manier niet de plek waar de natuurwaarden eindigen, maar juist de plek waar de natuur een impuls krijgt: een waardig onderdeel van het waddengebied als wereldlandschap en natuurlijk wereldwonder. In de programma’s voor de halters wordt de beoogde natuurimpuls verder uitgewerkt.
Monument in Balans
Om te komen tot een visie op kwaliteit en een visiekaart mét kwaliteit kijken wij met u op vier schaalniveaus naar de Afsluitdijk. We beginnen op het hoogste schaalniveau, het Waddengebied als wereldlandschap en dalen af via het niveau van de dijk en zijn halters naar het niveau van de mo(nu)menten op de dijk, waar wij specifieker ingaan op de gekozen oplossingen voor Den Oever en Zurich en de kunstwerken op de dijk. De 6 uitgangspunten uit het ruimtelijk kader zijn op de verschillende schaalniveaus concreet vertaald in toekomstbeelden.
15
3.2 Dijk & Halters De dijk en de halters kunnen en moeten elkaar meer gaan versterken. De dijk blijft de autonome verbinding tussen de twee landschappen. We kiezen voor een sober en stoer profiel van de dijk en een ambitieus programma in de halters door de verloren gegane landschappen in de halters te herstellen. Eerst beschrijven we de functies van de dijk en het profiel van de dijk. Daarna de programma’s voor de beide halters. Op het schaalniveau van de mo(nu)menten op de dijk wordt nader ingezoomd op de koppen van de dijk bij Zurich en Den Oever.
Een functionele dijk De dijk blijft een functioneel object. De functies beschermen en verbinden uit het verleden staan voorop. Voor de 21e eeuw wordt daar een nieuwe functie aan toegevoegd: duurzaamheid. Door tussen Kornwerderzand en Zurich op termijn een stabiele zoetzoutovergang te creëren en door duurzame vormen van energie een plek te geven op de dijk en in de halters.
Monument in Balans
Duurzame energie
16
Wij blijven er echter voor waken dat de dijk geen kerstboom wordt. Alleen de vormen van duurzame energie die zichzelf al bewezen hebben of op termijn als zeer kansrijk gezien worden komen in aanmerking. Voor de dijk zelf geven wij de voorkeur aan vormen van duurzame energieopwekking die afhankelijk zijn van de unieke omstandigheden op de dijk, zoals een osmosecentrale. Op het Eiland van Energie bij Breezanddijk kan een proefopstelling geplaatst worden. Als het experiment slaagt en er een kostenreductie voor membranen gerealiseerd kan worden, is een grootschalige toepassing over 10 - 15 jaar mogelijk. De centrale kan modulair worden opgebouwd door middel van containers met membranen. Concentratie van de containers op één locatie heeft voordelen ten aanzien van de kosten voor kabels en leidingen en onderhoud.
Ook stromingsturbines zijn technisch haalbaar, maar de kosten zijn hoog en het rendement laag door het kleine hoogteverschil en de geringe bedrijfstijd. Bovendien vermindert de plaatsing van turbines in de spuikokers de spuicapaciteit door extra weerstand en kunnen de turbines een negatief effect hebben op de mortaliteit van vissen als er geen visgeleidingssysteem wordt toegevoegd. Wij zijn van mening dat de Afsluitdijk daarom niet de meest geschikte plek is voor toepassing van stromingsturbines. De techniek van zonne-energie is rijp, maar duur. De Afsluitdijk is een geschikte locatie voor grootschalige toepassing (ca. 170.000 stuks). Een kansrijke locatie is de kruin van de dijk, in combinatie met de prefab elementen, als gekozen wordt voor versterking van de dijk door een verticale wand. Ook de plint van de 21e eeuw aan de IJsselmeerkant, is een goede locatie voor zonnepanelen. Een grootschalige toepassing van zonnepanelen is echter pas rendabel als de zonnecellen aanzienlijk goedkoper geproduceerd kunnen worden.
Om de waterkerende functie van de Afsluitdijk tegen de zeespiegelrijzing te versterken wordt op de kruin ervan een constructie van betonnen elementen (hoogte ca. 1,5 m) in een landschappelijk inpasbare vorm (beton, staal, combinatie van beide of kunststof) voorgesteld, die grondmechanisch zonder problemen kan worden uitgevoerd.
Het profiel van de dijk Wij zien twee goede mogelijkheden voor het toekomstige profiel van de dijk: het plaatsen van een verticale wand of het verhogen en verbreden van de dijk door toevoeging van een plint van de 21e eeuw.
1. verticale wand Om ons te beschermen tegen de zeespiegelstijging en toenemende golfoploop kunnen we de dijk gaan ophogen met een kerende constructie, die landschappelijk wordt ingepast en mogelijkheden biedt voor het combineren van functies, zoals het plaatsen van zonnepanelen of een buitendijks fietspad met zicht op het Wad. Kiezen voor zo’n constructie staat andere oplossingen in de toekomst niet in de weg, zoals verdere ophoging of zelfs snelle vervoersopties op de kruin van de dijk. Voordeel van deze optie zijn de geringe kosten, onder andere doordat de snelweg niet verplaatst hoeft te worden. Door de kerende constructie wordt oploop van golven sterk verminderd, waardoor met een hoogte van minder dan 2,5 meter kan worden gewerkt.
Aandachtpunten: • erosiegevoeligheid van de overgangsconstructies met het huidig dijklichaam (ditzelfde geldt voor eventu ele onderloopsheid) • afhankelijk van de stabiliteit van de constructie moet de constructie worden vastgezet op een frame • bij een diepe verankering letten op dynamische belasting (trillingen in dijklichaam) door de golf klap/golfoploop tegen de constructie. Technisch haalbaar omdat: • een zelfstandige constructie geen invloed heeft op de stabiliteit van het dijklichaam • de vorm van de constructie naar keuze is en landschappelijk inpasbaarheid (prefab) gemaakt kan worden • er functiecombinaties van kabels & leidingen (in koker), fiets-/voetpad en zonnepanelen mogelijk is • het eenvoudig te inspecteren is (zichtbaar/bereik baar) • het onderhoudsarm is (voorbehandeling van prefab elementen) • prefab sterk kostenbesparend is • het een robuuste oplossing betreft.
Monument in Balans
Windenergie op de dijk is mogelijk, maar functioneel niet gebonden aan de dijk. Ook dragen windmolens niet bij aan het versterken van de kernkwaliteiten van de dijk; openheid, weidsheid, ritme en contrast. Windenergie in de Noordzee heeft daarom onze voorkeur. Echter ook in de halters is op kleinere schaal plaats voor windmolens; langs het Balgzandkanaal bijvoorbeeld en langs de dijk naar Harlingen. Wij kiezen daarbij voor lineaire opstellingen die de structuren van het landschap versterken.
17
Halter Noord-Holland
Monument in Balans
2. verhogen en verbreden= versnellen en vertragen Als voor de optie van verhogen en verbreden wordt gekozen, kan op de langere termijn toegewerkt worden naar het toevoegen van een plint van de 21e eeuw. Eén aan de IJsselmeerkant en bijvoorbeeld één aan de Waddenkant. De plint aan de IJsselmeerkant staat in het teken van duurzame innovaties en mag een ‘gemaakt’ uiterlijk hebben. De plint aan de Waddenzeezijde kan een natuurlijke plint door kwelderontwikkeling zijn.
18
De plinten dragen bij aan de veiligheid en klimaatbestendigheid van de dijk, maar ook aan het scheiden van verkeersstromen op de dijk. Een plint aan de IJsselmeerzijde leent zich voor de internationale toeristen en dagjesmensen, die de dijk optimaal willen beleven. Zij kunnen via de plint van oriëntatiepunt naar oriëntatiepunt gaan, waarbij de verschillende thema’s die samenhangen met de dijk voorbij komen: duurzaamheid, energie, klimaatverandering, waterstaatkundige geschiedenis, ecologie en wadbeleving. Het fietspad buitendijks leent zich voor de sportieve recreant, voor wie de dijk een sportieve uitdaging is. Een strijd tegen de wind en de eentonigheid. Aan de Waddenkant kunnen weerhuisjes worden toegevoegd, waardoor voor de sportieve recreanten een aangenaam ritme ontstaat. Door om de 5 a 6 kilometer een weerhuisje te plaatsen, waar men even kan stoppen en kijken, wordt de dijk behapbaar gemaakt. Op de plint van de 21e eeuw is een ruimtereservering mogelijk voor snel OV of toekomstige vormen van duurzame energie. Het huidige aantal reizigers en de tijdswinst die er te boeken is tot nog toe onvoldoende reden voor het opnemen van een trein of snelle bus in onze visie. In de loop van de eeuw kan hier verandering in gekomen zijn.
Aan de flanken van de dijk wordt de reis door de verschillende belevingsmomenten vertraagd. Midden op de dijk wordt de reis versneld, doordat het langzame verkeer naar de plinten is verschoven. Ook de ongelijkvloerse weg-waterkruisingen dragen bij aan een snellere reis. Versnellen in het midden dus, en vertragen aan de flanken. De slowroutes worden doorgezet in de halters. In Wieringen langs het Balgzand richting Den Helder en in Friesland wordt aangesloten op de al bestaande routestructuren rondom Zurich.
Voor het halter Noord-Holland kiezen we een profiel van nat en droog, een eilandenlandschap. Het voormalige eiland Wieringen, de droogmakerijen, de Amstelmeersdijk als voorloper van de Afsluitdijk zijn belangrijke elementen in dit landschap die meehelpen het verhaal van duinen, dijken en dammen te vertellen. Wieringen krijgt al een impuls door de aanleg van het randmeer, waardoor Wieringen weer iets van haar verloren identiteit terug krijgt. Een goede verbinding (staande mast route) tussen Randmeer en het IJsselmeer ontbreekt echter. Wij zien kansen om de aandacht voor de Afsluitdijk te benutten om ook voor Wieringen een duurzame infrastructurele oplossing te kiezen.
Een naviduct bij de kruising van de A7 met het toekomstige Wieringerrandmeer is voor de kortere termijn een technisch haalbare oplossing. Hiermee kan de A7 op Wieringen op maaiveldhoogte worden gebracht waarmee de relatie van Den Oever met het IJsselmeer sterk verbetert. Dit deel van Wieringen komt daardoor beschikbaar voor gebiedsontwikkeling. Op langere termijn kan een tunnel aansluitend op de onderdoorgang van de A7 naar de Afsluitdijk oplossing bieden, waarbij de bestaande route als afslagen en binnenstedelijke en dus langzame route blijven bestaan. De N99 kan ontlast worden via andere routes van en naar Den Helder. Ook het inrichten van de weg als langzame Eiland-Avenue biedt kansen op een betere beleving. Aan de wadzijde kan Wieringen zich richten op kleinschalige recreatieve ontwikkelingen, bijvoorbeeld door een wandelroute langs een zich ontwikkelend estuarien landschap (De Unesco Dykrûte). De groei en aanwas van kwelders zal moeilijk blijven door de natuurlijke omstandigheden en alleen door menselijk ingrepen kunnen worden bevorderd. In de buurt van het Amsteldiep ligt een potentiële locatie voor de natuurlijke groei en aanwas van kwelders.
Balgzand bestaat uit een smalle strook kwelder met aangrenzend een groot slik- en zandplatengebied. Dit gebied heeft nu al hoge natuurwaarden als rustgebied voor een zeehondenkolonie en hoogwatervluchtplaats voor vogels (eenden, steltlopers, kluut, visdief en zwarte sterns). Het behouden van de dynamiek in dit gebied staat centraal, maar experimenten voor kwelderontwikkeling of het verder vergroten van de natuurlijke dynamiek in combinatie met veiligheid zijn welkom. Zoals bijvoorbeeld de Razende Bol. Door een geringe kustmorfologische ingreep, het graven van een geul in de noordelijke uitloper van de zandplaat, ontstaat er een eiland dat door dynamische processen van wind, water , erosie en zandafzettingen geleidelijk naar het eiland Texel toegroeit. Een wandelende zandplaat dat voor een blijvende kustbescherming kan zorgen. Door deze ingreep worden de dure en kunstmatige zandsuppleties op de zuidkust van Texel overbodig. De aanwezige natuurlijke dynamiek wordt met dit ontwerp benut en vergroot. Een natuur-fenomeen dat prima past op de scheidslijn van natuurlijk en gemaakt, het waddenlandschap en het innovatieve ‘landschap’ van de dijk. Langs het Balgzandkanaal zien wij mogelijkheden voor windenergie. De rechtheid van het kanaal leent zich voor een lineaire opstelling van windmolens.
Halter Friesland
Voor Friesland kiezen we een natuurlijk en recreatief profiel. Een estuarien landschap van ongekende kwaliteit. Een nieuw landschap met grote potenties. Een bezienswaardigheid, passend in de traditie van Friesland. Hier verdwenen en kwamen landschappen. De terpen bijvoorbeeld; zij verdwenen grotendeels, maar komen inmiddels weer terug. De meren werden drooggemalen, maar worden (in gedachten) inmiddels opnieuw aangelegd. Ook het estuariene landschap verdween, maar kan weer terugkomen. In onze visie gaan we daarbij uit van een combinatie van functies: stabiele zout zoet overgangen, visintrek en verbetering spuibeheer.
Monument in Balans
Wieringen moet geen doorgangsplaats blijven, maar verblijfsplaats worden. De grootste obstakels daarbij zijn de A7 en de N99. Beide wegen dragen niet bij aan de zichtbaarheid en de identiteit van Wieringen. In tegendeel. De Rijksstraatweg N99, ooit levensader, is steeds meer een barrière tussen de twee delen van het eiland. De A7 raakt ter plaatse van Den Oever het eiland en maakt een optimale relatie met het IJsselmeer onmogelijk. Ook de eiland-beleving wordt hierdoor beperkt. Bovendien vormt de kruising van wegverkeer met het scheepvaartverkeer een belemmering.
19
Monument in Balans
Er wordt bij het waterbeheer gekozen voor oplossingen die gericht zijn op een herstel van oorspronkelijk aanwezige estuariene karakteristieken van het watersysteem om de ecologische en landschappelijke condities te verbeteren. Door het spuibeheer aan te passen kunnen verontdieping en kwelderontwikkeling aan de buitenzijde van de dijk plaatsvinden, maar kan ook uitgespoelde zoetwatervis weer terug keren (visvriendelijk spuibeheer).
20
Stabiele zout zoet overgangen in combinatie met vispassages verbeteren de vismigratie (paling, spiering, zeeforel, e.d.). Momenteel zijn dergelijke overgangen in de Afsluitdijk nagenoeg allemaal nog ‘harde’ overgangen, waardoor naar zee trekkende vis geen tijd krijgt om zich aan te passen aan de veranderde omstandigheden. Bovendien zijn sommige vissoorten (fint, elft) juist afhankelijk van estuariene overgangszones en zolang deze niet voorhanden zijn, zullen de populaties zich niet herstellen. Stabiele zout zoet overgangen langs de Afsluitdijk zijn dus noodzakelijk voor de trekvis en zullen uiteindelijk bijdragen aan een verbetering van de ecologische verbindingen tussen het stroomgebied van de Rijn en de Waddenzee. Vandaar dat alle spuisluizen op termijn dienen te worden gekoppeld aan een vispassage. De uitstroom van de spuisluis (zoet) fungeert daarbij als lokstroom voor de terugkerende zoetwatervis en de trekvis via de vispassage. Bij Kornwerderzand wordt de meeste trekvis gevonden, doordat de vloedstroom in die richting het grootst is. Een brakwaterzone in combinatie met een vispassage bij Kornwerderzand is dan ook de eerste optie om te worden uitgevoerd (samen met de geplande vispassage bij ES2). Behalve dat de Afsluitdijk een barrière vormt voor trekvis, gaan er via de spuisluizen tonnen zoetwatervis verloren omdat terugkeer naar het IJsselmeer niet mogelijk is. Voor de korte termijn is aangepast spuibeheer de enige mogelijkheid om de zoetwatervis weer de kans te bieden om terug te keren naar het IJsselmeer. Op het moment dat de waterstanden aan beide zijden van de spui op dezelfde hoogte staan - en de stroomsnelheid aanzienlijk is verminderd - is terugkeer van zoetwatervis mogelijk. Passief getijdentransport heeft baat bij dynamische zout zoet overgangen.
De ontwikkeling van een brakwaterzone bij Makkum sluit aan bij de reeds bestaande braksituatie in dit deel van het IJsselmeer en kan door een strekdam (kern van secundaire grondstoffen en stortsteen naar keuze) stabieler worden gemaakt. Een soortgelijke voorziening van stroomgeleidingsdammen tussen de Afsluitdijk en Harlingen kan de beschikbare uitstroom (uit spuisluis en de dan ingerichte vispassage) dusdanig richten dat een uitgebaggerde ‘Boontjes’ op diepte blijft. Met de verwijdering van het slib - dat kan worden gebruikt voor kwelderontwikkeling aan de kust - verdwijnt ook een deel van de verontreinigingen waarmee de basis van de voedselpiramide wordt versterkt en een begin kan worden gemaakt met ecologisch herstel. Met de stijging van de zeespiegel stijgt ook het zoutbezwaar in Nederland. Zilte teelten kunnen economisch perspectief bieden in die gebieden met een zeer hoog zoutbezwaar. Naast vis- en schelp- en schaaldieren zijn er steeds meer initiatieven rondom kweek van zilte groenten als zeewier, zeeaster en zeekraal. Ook de verbouw van brakminnende soorten als suikerbieten en lemna (eendekroos) bieden perspectief. In samenhang met het estuariene landschap kan de teelt van zilte gewassen in de kustgebieden met een groot zoutbezwaar worden bevorderd.
Onderzoek moet uitwijzen of de aanleg van strek- of leidammen langs de Friese kust de stroom (snelheid en richting)dusdanig kan wijzigen dat dit de bevaarbaarheid van de Boontjes kan bevorderen. Het uitdiepen van deze vaargeul lijkt technisch en economisch haalbaar. Terwijl enerzijds kwelderontwikkeling wordt gestimuleerd kan tegelijkertijd op de onderhoudskosten van de vaargeul worden bespaard. Een goed voorbeeld van win-win. In de traditie van verdwenen en herstelde landschappen kan ook een aantal drooggemalen meren tussen Makkum en Workum hersteld worden. Een kans om zoetwaterbuffers in de Friese boezem te ontwikkelen en een uniek woon- en recreatielandschap te creëren. Door de drie drooggemalen meren, het Makkumermeer, het Parragaastermeer en het Workumermeer, in ere te herstellen wordt een unieke recreatieve vaarverbinding gerealiseerd tussen het Waddengebied, het IJsselmeer en de Friese Meren. Makkum ontwikkelt zich als watersportpoort van waaruit straks alle drie deze watersportgebieden gemakkelijk te bereiken zijn. Makkum als meetingpoint van de Friese watersport: de plek waar Waddenzeilers, IJsselmeerzeilers en Friese Meren-gangers elkaar treffen. Door het herstel van de meren, krijgen ook de dorpen aan deze meren een sociaal economische impuls. In deze dorpen is het met de leefbaarheid zorgelijk gesteld. Er zijn geen ‘complete’ dorpen meer, afgezien van de regiokernen. De opbouw van de economie is verouderd in het gebied en leegloop ligt op de loer. En dat terwijl dit gebied prachtig gelegen is ten opzichte van de verbinding met Noord-Holland en door de A7 redelijk goed ontsloten wordt. Door selectief rode opgaven toe te voegen aan de dorpen, kan de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaarheid en de economische structuur van het gebied versterkt worden. Met het herstel van de meren worden tevens opgaven op het gebied van waterretentie en bescherming van het veenweidegebied ingevuld.
Wij kiezen ervoor, naast de kerende constructie in de dijk zelf, de hoogte van de kunstwerken in de Afsluitdijk met inbegrip van de voorhavendijken op hoogte te brengen door constructieve aanpassingen, inclusief het aanbrengen van steunconstructies en het vervangen van de sluisdeuren. Renovatie van de complexen is technisch geen probleem en gemakkelijk aan te passen aan het huidige karakter, indien de verhoging in dezelfde materialen wordt uitgevoerd. De al geplande spui in de knik wordt toegevoegd en bij Kornwerderzand wordt de sluis vervangen door een naviduct. We voegen geen nieuwe momenten aan de dijk toe. Het ritme blijft Den Oever, het Monument, Breezanddijk, Kornwerderzand en ten slotte Zurich.
Kop Den Oever
beeld door aan te sluiten bij de specifieke bouwstijl van Wieringen, maar ook door toevoeging van een architectonisch hoogstandje. Wij denken dan aan een Poort van Holland in de driehoek tussen de N99 en de A7. De voorgestelde infrastructurele ingrepen bij Den Oever creëren ruimte voor een dergelijke rode impuls. Het Monument Het Monument op de dijk is een belangrijk herkenningspunt en tussenbestemming voor de reis op de dijk. Met name bij buitenlandse toeristen is het monument in trek als fotomoment. De dijk zelf is een landmark, maar het monument fungeert ook als landmark. Hier is een kwaliteitsimpuls noodzakelijk, maar met behoud van het goede uit het verleden. Een duidelijke huisstijl voor de dijk die oud en nieuw met elkaar verbind is hier van essentieel belang. Vernieuwing van de horeca, de souvenierwinkel en de buitenruimte moeten binnen deze huisstijl ingevuld worden.
Den Oever wordt nu aan het zicht ontnomen door een dienstgebouw van Rijkswaterstaat. En dat terwijl de haven van Den Oever met haar vissersboten en visrestaurantjes enorm bijdraagt aan de maritieme sfeer van het gebied en glimp geeft van het verleden, toen Den Oever nog een eiland was en leefde van de zee. Door het strategisch toevoegen van rode opgaven kan ook aan deze zijde de relatie tussen Den Oever en het IJsselmeer versterkt worden en de ruimtelijke kwaliteit verbeterd worden. Bijvoor-
Monument in Balans
3.3 Mo(nu)menten op de dijk
21
Monument in Balans
Breezanddijk
22
Breezanddijk vormt een unieke plek op de dijk. Dit is het eiland in de zee, het middelpunt van de dijk. De plek is nu bestemd voor een specifieke, kleine doelgroep: de campinggasten. Wij zien mogelijkheden voor een kwaliteitsimpuls. Breezanddijk moet een plek worden voor alle gebruikersgroepen op de dijk: snelverkeer, recreatie verkeer, wandelaars en fietsers én het watersportpubliek. Een slechtweervoorziening voor zowel de Afsluitdijk-recreanten als de watersporters. Het middelpunt voor een rondje Afsluitdijk. Een mooie bestemming voor een tochtje met de watertaxi vanaf Harlingen of Den Helder. Een Eiland van Energie. Een Duurzaamheidscentrum met internationale allure waarin duurzame energie centraal staat, en dat ook vanaf het water bereikbaar is. Deze ontwikkeling start met de bouw van een expo/belevingscentrum op de huidige strekdammen van de Breezanddijk en de plaatsing van een proefopstelling voor een osmosecentrale aan de IJsselmeerzijde op Breezanddijk. Een osmosecentrale is modulair op te bouwen. Op dit moment zijn de membranen duur en functioneren ze nog niet altijd optimaal. De membranen zijn alleen toepasbaar bij voldoende potentiaalverschil (een scherpe zoetzoutgradient). De techniek van de osmosecentrale verkeert dus
nog in de Research&Developement-fase, maar heeft potentie om snel uit te groeien tot een leading technology voor Nederland. In de parkachtige omgeving van het Duurzaamheidscentrum kunnen diverse vormen van duurzame energieopwekking in proefopstellingen op aansprekende wijze zichtbaar worden gemaakt aan het publiek.
Kornwerderzand
De eerste jaren zal het eiland in het teken staan van innovatie. Nieuwe vormen van duurzame energie kunnen hier in proefopstellingen uitgeprobeerd worden. Als de innovaties zich bewezen hebben kan het Innovatie-eiland zichzelf omvormen tot Energieeiland. Het Duurzaamheidscentrum kan daarbij ook als startpunt gaan fungeren voor de plint van de 21e eeuw. Een ruimtereservering voor duurzame energie of andere voorzieningen in de toekomst die binnen onze visie passen. In en rond Kornwerderzand zijn mogelijkheden om meer spuicapaciteit te genereren, de kruising weg-waterverkeer te verbeteren, de natuurwaarden te verhogen en de ruimtelijke kwaliteit van de plek te vergroten. De nieuwe spuisluis in de knik voorbij Kornwerderzand zit al in de pijplijn en zal worden voorzien van een vispassage. Door deze nieuwe schutsluis ontstaat de mogelijkheid om in het bestaande complex een vispassage te realiseren. Op deze manier blijft de sluis functioneel, blijft het beschermde dorpsgezicht bij Kornwerderzand behouden en kan er een stevige impuls voor de natuurwaarden gerealiseerd worden. De effectiviteit van de vispassage wordt vergroot door de ontwikkeling van een stabiele brakwaterzone in het buitendijkse gebied tussen Kimswerd en Makkum, in het kader van het herstel van het estuariene landschap. Vanwege de omvang van het huidige schutcomplex is het realiseren van een vispassage met vistrappen hier veel makkelijker dan in de bestaande spuisluis. Door de voor- en buitenhaven is voldoende
Bij Kornwerderzand ligt ook een opgave ten aanzien van de kruising weg- en scheepvaartverkeer. Het voornaamste oponthoud op de dijk is bij deze kruising. Wij denken dan ook dat hier een belangrijke opgave ligt; het realiseren van een ongelijkvloerse kruising draagt meer bij aan de snelheid van een verbinding tussen Friesland en Noord-Holland dan een trein of superbus zou kunnen. Wij stellen daarom voor bij Kornwerderzand een naviduct te realiseren. Een naviduct met stormvloedkerende werking draagt bij aan de toekomstige veiligheid en basisfunctionaliteit van de dijk. De huidige schutsluizen scoren onvoldoende op veiligheid. Een alternatief hiervoor zou een keersluis aan de Waddenzeezijde kunnen zijn. Dit biedt echter geen oplossing voor het knelpunt in de kruising van het weg-en scheepvaartverkeer. Een naviduct is een relatief dure oplossing, maar heeft als groot voordeel dat het de economische ontwikkeling van bijvoorbeeld de scheepvaartindustrie bij Makkum kan stimuleren, door de schutcapaciteit te verruimen voor diepstekende jachten. Dit betekent ook een impuls voor Harlingen. Een naviduct heeft verder als voordeel dat het een prachtig voorbeeld is van de waterstaatkundige hoogstandjes waartoe Nederland in staat is. Bij de vormgeving van het naviduct kan de ‘poort van Fryslân’-gedachte betrokken worden. Het
laat zien hoe belangrijk de watersport voor Fryslân is. De meest geschikte locatie voor een naviduct dient in verband met de morfologie van het gebied en het daaraan gekoppelde onderhoud van de vaargeulen nader te worden onderzocht. Door een naviduct en een nieuwe spuisluis blijft het beschermde dorpsgezicht van Kornwerderzand in tact. De oude sluis krijgt een nieuwe functie, waardoor het een belevingsmoment blijft op de dijk voor alle doelgroepen; het autoverkeer herkent Kornwerderzand als vast oriëntatiepunt, de wandelaars en fietsers hebben een attractie die in het teken staat van de natuur en voor de buitenlandse toeristen is de vispassage een bewijs van duurzaamheid en vernieuwende oplossingen. Op termijn kan gekeken worden of de huizen bij Kornwerderzand een andere bestemming kunnen krijgen, zonder dat het beschermde dorpsgezicht wordt aangetast. Gedacht kan worden aan een informatiepunt, VVVgebouw of horeca-voorziening.
Zurich Zurich levert nu een rommelig en zelfs enigszins verpauperd beeld. Net als bij het Monument is ook hier een kwaliteitsimpuls noodzakelijk. De windmolens verstoren het oude terpenlandschap. Het dorp verstopt zich achter de dijk en het restaurant met de parkeerplaats vormen zeker geen visitekaartje voor Fryslân. We stellen een intensieve opknapbeurt voor, zodat Zurich een warm welkom wordt in het Friese land. De windmolens die nu verspreid in het landschap staan moeten de lijnen in het landschap gaan versterken. Bijvoorbeeld langs de N31 naar Harlingen. Door passende woningbouw kan de zichtbaarheid van Zurich versterkt worden. Tegelijkertijd krijgt Zurich een leefbaarheidsimpuls door de nieuwe bewoners die deze woningbouw zal trekken. Wij zien mogelijkheden voor ‘alternatieve’ recreatie rondom Zurich. In Makkum is de ‘gewone’ recreatie goed vertegenwoordigd. In Zurich zou ingespeeld kunnen worden op de surfers en dagrecreanten die in de oksel tussen kust en Afsluitdijk een plek vinden. En bijvoorbeeld luxueuze paalwoningen ten noorden van de dijk, met uitzicht op de Waddenzee. Door de al bestaande slowroutes wordt een verbinding gelegd met de Poort van Fryslân. Een uniek gebouw dat op de plek van het huidige restaurant kan komen en waarin de Friese cultuur centraal staat.
Monument in Balans
lengte beschikbaar om het hoogteverschil tussen IJsselmeer en Waddenzee via bekkens te nivelleren. De uitstroom van de spuisluis in de Waddenzee fungeert als lokstroom en vormt hierdoor een goede combinatie met de vispassage in de oude schutsluis. Door de vispassage uit te rusten met een glazen wand kan de attractiewaarde van het sluiscomplex - naast het kazematmuseum verder verhoogd worden; de vistrek kan zo actief gevolgd worden. Mogelijk passeren hier ook zeehonden; zij zijn al gesignaleerd in het IJsselmeer, bij de Steile Bank.
23
24
Monument in Balans
4. Visie op Haalbaarheid 4.1 Technische haalbaarheid
De keuze voor proven technology wil niet zeggen dat er geen verdiepingsvragen voor de 2e fase meer zijn. De precieze hoogte van de verticale wand dient bijvoorbeeld nog nader uitgewerkt te worden. Onze berekeningen nu gaan uit van een minimale extra hoogte van 1.70 meter om tot 2100 de veiligheid te kunnen garanderen. Maar ook de precieze locatie van het naviduct bij Kornwerderzand moet nog verder uitgewerkt worden. In de huidige tekeningen is het naviduct landwaarts van de sluizen bij Kornwerderzand geplaatst. Of deze plek qua diepgang en afstand tot het beschermde dorpsgezicht van Kornwerderzand ook haalbaar is, moet nader worden uitgezocht. Wellicht is een locatie tussen Kornwerderzand en de nieuwe spuisluis in de knik kansrijker.
Monument in Balans
Voor het bepalen van de technische haalbaarheid hebben wij de volgende criteria gehanteerd: • is de voorgestelde oplossing technisch gezien realistisch en haalbaar (nu of in de toekomst)? • draagt de oplossing effectief bij aan de basisfunctionali teit (veiligheid, peilbeheer IJsselmeer, watervoorziening IJsselmeer, mobiliteit)? • is de oplossingsrichting inpasbaar met andere functies (functiecombinatie)? • en grijpt de oplossing aan op natuurlijke processen (hydromorfologie en ecologie)?
De visie die wij u geschetst hebben is technisch haalbaar. Door de gekozen insteek, waarbij de functionaliteit van de dijk voorop staat en de dijk sober en doelmatig gehouden is, hebben wij gekozen voor ‘proven technology’-oplossingen. De verticale constructie, het naviduct bij Kornwederzand en het naviduct bij het Wieringerrandmeer zijn hier voorbeelden van. Voor de overige kunstwerken wordt gekozen voor renovatie en versterking.
25
Op het gebied van duurzame energie kiezen wij voor experimenten op de dijk. Breezanddijk kan het Innovatie-eiland worden waarop verschillende nieuwe vormen van duurzame energie in proefopstellingen getest worden. Deze proefopstellingen zijn tegelijkertijd door het publiek van het Duurzaamheidscentrum te bekijken. Zodra de technieken zich bewezen hebben, bijvoorbeeld de osmose-centrale, kan het eiland het Energie-eiland worden en kan het hele eiland energieneutraal geëxploiteerd worden. Op de plint van de 21e eeuw is ook ruimte voor duurzame vormen van energieopwekking zoals zonnecollectoren. In de bijlagen zijn multicriteria-analyses opgenomen over deelonderwerpen uit onze visie.
4.2 Financiële haalbaarheid Uitgangspunt voor de haalbaarheidsvraag is dat de ontwikkeling van de dijk een bijdrage moet leveren aan de opgaven in de halters. Ontwikkelingen op de dijk mogen dus niet gaan concurreren met mogelijke ontwikkelingen in de halters. De basisfunctionaliteit is een publieke zaak. Evenals de natuurkwaliteit van het Waddengebied en het IJsselmeer. Zelfs de leefbaarheid en landschappelijke kwaliteit in de halters zijn grotendeels een publieke opgave. Ons uitgangspunt bij het ontwikkelen van de visie is dan ook niet financiële verevening geweest. Wij hebben gezocht naar een visie die optimaal voldoet aan de opgaven die er liggen; op de dijk en in de halters. Daarnaast hebben we gezocht naar private initiatieven die daaraan, ook financieel, een bijdrage kunnen leveren.
Monument in Balans
Onze visie op financiële haalbaarheid bestaat uit de volgende peilers: 1. Reken je niet rijk: de beschikbare (rijks)middelen zijn uit gangspunt en dienen efficiënt ingezet te worden voor de ba sisfunctionaliteit; 2. Inverdieneffecten inzetten voor hogere ambities in de halters (katalysator-geld); 3. Maak gebruik van de tijdfactor.
26
1. Efficiënt inzetten rijksmiddelen In de businesscase van een integrale ontwikkeling van de Afsluitdijk wordt meer dan een miljard euro publieke investering gedaan. Hiertegenover staan maximaal enkele miljoenen ontwikkelinkomsten. Het primaat van de integrale ontwikkeling ligt dan ook bij publieke partijen. De grootste winst kan in onze ogen worden bereikt door te focussen op kostenefficiency. De prikkel voor de markt ligt in de mogelijkheid zich door een effectieve oplossing te onderscheiden van de ander. De marktpartijen zijn zeer goed in staat om binnen randvoorwaarden tot efficiënte oplossingen te komen en willen zich daar ook garant voor stellen. Een goede definitie van de basisfunctionaliteit geeft de ruimte aan de markt om met die innovatieve oplossingen te komen. Omdat kostenefficiency over meerdere jaren moet worden gemeten is het meenemen van een Meerjarig onderhoudstermijn naar onze mening kansrijk.
Ter aanvulling van het rijksbudget zien wij op de schaal van de dijk en de halters mogelijkheden voor: * Zandwinning in het IJsselmeer. Door zandwinning in het IJsselmeer te verbinden met het project Afsluitdijk (func tioneel vanwege zandbehoefte en kwaliteitverbetering (door slibvang van zandwinputten) kan het dieper gelegen indu striezand worden aangewend als inverdiencomponent; * Uitgifte van concessies voor privaat gebruik (Breezanddijk). Innovatieve gedachte op dit punt is het verstrekken van een concessie voor winning van energie op de Afsluitdijk (vgl. UMTS masten). Grote energiespelers zullen zeer geïnteres seerd zijn in een dergelijke unieke duurzaamheidslocatie, met alle exposure van dien.
Functies
Inschatting kosten (mln. Euro)
Visie
Waterkeren vlgns. normfrequentie 1/10.000 per jaar
100-150
esthetisch verantwoorde waterkerende constructie
Veiligheid huidige complexen
200
renoveren en ophogen van kunstwerken
Peilbeheer IJsselmeer
250
Spuicomplex ES2
Verbetering migratie (trek)vis
15-20
Vispassage Kornwerderzand
Doorstroming Afsluitdijk
200-250
Naviduct Kornwerderzand
Doorstroming A7 Wieringerrandmeer
100
Naviduct Wieringerrandmeer
Totaal
865-1.070
Basis:
Extra:
Methetbeschikbarebudgetvoorbasisfunctionaliteitinhetachterhoofd hebben we een maximaal programma (maximaal haalbare doelen op rijksniveau) ingezet. De tabel toont een overzicht van dit programma. •
Kosten veiligheid huidige complexen zijn opgebouwd uit renovatie bestaande spuisluizen en schutsluizen en omvatten eveneens de verbetering van (een deel van)
de steenbekleding op het buitentalud.
•
Het ontwerp van een vispassage wordt bepaald door het hoogteverschil dat overwonnen moet worden en het debiet dat door de passage moet stromen.
•
Naviduct Wieringerrandmeer inclusief ontsluitingsweg erlangs (over A7).
Monument in Balans
Toelichting
27
Fondsen en subsidies Wij denken dat er vanuit het Friese Merenproject een bijdrage geleverd zou kunnen worden aan het herstel van een vaarverbinding tussen Makkum en Workum. Ook de realisatie van een naviduct zou deels vanuit dit programma gefinancierd kunnen worden.
Monument in Balans
Voor de natuurprojecten aan de Waddenzijde zien wij mogelijkheden in het Waddenfonds. De projecten maken onderdeel uit van een integraal plan, zijn robuust en dragen bij aan het vergroten van de natuurwaarden in het Waddengebied. Daarnaast dienen de projecten niet alleen de natuur, maar ook de recreatie en veiligheid van respectievelijk de Friese en Texelse kustlijn.
28
Het Europees Fondsvoor Regionale Ontwikkeling (EFRO) kan ingezet worden om structurele problemen in bijvoorbeeld werkgelegenheid tegen te gaan. Het gaat om bijvoorbeeld om de omvorming van agrarische bedrijven naar recreatieve ondernemingen (zie ‘Objective II’ van EFRO, ‘decline in traditional activities in rural areas’). Hiernaast heeft EFRO in Noord-Nederland als doel de economische structuren van de noordelijke regio te versterken en met elkaar te verbinden en een corridor tot stand te brengen die de regio met de economische centra in West-Nederland, Noord-Duitsland en Scandinavië verbindt.
LIFE heeft als doel: bijdragen aan de ontwikkeling van innoverende technieken en methoden op milieugebied en aan de verdere ontwikkeling van het milieubeleid van de Europese Unie. Om deze doelstelling te bereiken, worden demonstratieprojecten ondersteund. LIFE bestaat uit verschillende programma’s waarvan ‘LIFE Nature’ en ‘LIFE Biodiversity’ goede aanknopingspunten bieden. Het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) biedt subsidiemogelijkheden op het gebied van; recreatie (hoogwaardige recreatieve routes), infrastuctuur, werkgelegenheid en natuur. Voor integrale gebiedsgerichte projecten (gebiedsontwikkeling) biedt het ILG kansen. ‘Groen’ ondernemersschap wordt door het ILG gestimuleerd. Recreatief medegebruik (van natuur) en (natuur)educatie maar ook grootschaligere gebiedsontwikkelingsprojecten (vaak in combinatie met natuurontwikkeling) kunnen in aanmerking komen voor gelden uit het ILG. Voor met name ontwikkelingen in de halters biedt het ILG goede aanknopingspunten.
2. Gebiedsontwikkeling in de halters
Binnen de gebiedsontwikkeling als geheel, de dijk en de halters, ontstaan wel mogelijkheden voor verevening tussen projecten die geld opbrengen (ontwikkellocaties voor recreatie, energie, wonen, werken) en projecten waarvoor geld benodigd is (infrastructuur, natuur, cultuurhistorie). In de beide halters moet daarom toegewerkt worden naar een integraal programma, waarin publiek, privaat en particuliere partijen tot overeenstemming komen over de opgaven en oplossingen. Door innovatief om te gaan met maatregelen voor basisfunctionaliteit ontstaat financiële ruimte om ook impulsen te geven voor andere doelen en ambities. Dit budget kan dienen als katalysator.
3. Tijdsfactor: Slim omgaan kosten en baten Op het niveau van een gebiedsexploitatie kan financiering ook worden gevonden door investeringen later te doen. De rentewinst die hierdoor ontstaat kan worden ingezet ten behoeve van uitgaven in het project. Zeker bij grote bedragen zoals voor de Afsluitdijk aan de orde zijn, kan op deze manier een completer programma worden gerealiseerd. Tot 2020 kan gefaseerd geïnvesteerd worden in de waterkerende functie van de dijk, de renovatie van de kunstwerken, de beide naviducten en de vispassage in de oude sluis. Tegelijkertijd kan in de beide halters een gebiedsontwikkelingsproces gestart worden met een eigen dynamiek en doorlooptijd.
4.3 Wet- en Regelgeving Het IJsselmeer en de Waddenzee zijn, met recht, zeer goed beschermde natuurgebieden. Vanuit Natura 2000, de Kaderrichtlijnwater en de Vogel- en Habitatrichtlijn gelden strikte voorwaarden voor ontwikkeling. Onze visie is er niet op gericht de ruimte in de wet te zoeken. In lijn met de doelstellingen van deze wetten en regels willen we de natuurwaarden in zowel het IJsselmeer als de Waddenzee een impuls geven. Zo sluit het herstellen van het estuariene landschap aan bij de doelen uit de Kaderrichtlijnwater en de PKB-Waddenzee. Voor het beoordelen van de haalbaarheid van de oplossingsrichtingen zijn zo veel mogelijk de genoemde afwegingskaders gerespecteerd en als input gebruikt. Toch blijven er minimale risico’s bestaan. Vogel- en Habitatrichtlijn/Natuurbeschermingswet Een gecoördineerde aanpak van betrokken organisaties is van belang omdat ingrepen, zoals herstel van kwelders en de aanleg van harde structuren in het water (zoals strekdammen e.d.) een groot risico lopen om op Europese natuurwetgeving te stranden. Volgens de VHR mag een ingreep in een gebied alleen worden toegelaten indien dit geen vermindering tot gevolg heeft van habitat dat hier deel van uitmaakt. Indien de ingreep een hoger maatschappelijk of economisch doel dient, kan de ingreep worden toegelaten indien de gevolgen van de ingreep elders kunnen worden gecompenseerd met het realiseren van nieuwe natuur of het verbeteren van gedegradeerde natuur buiten het VHR gebied. Kansen voor natuurontwikkeling in het Waddengebied - o.a. versterking van de dynamische processen - zijn er ook door compensatie van de negatieve effecten van projecten van elders (bunde-
ling ook financieel), maar ook misschien wel door de reikwijdte van een begrip als veiligheid (criterium ‘groot openbaar belang’ bij habitattoets Natuurbeschermingswet) breder te interpreteren. Door veiligheid te combineren met natuurfuncties liggen mogelijk kansen voor eco-engineering in het verschiet. In het overleg met de stakeholders zal dit thema zeker aan de orde worden gesteld. Natura 2000 Een probleem dat we zeker niet in de 2e fase kunnen oplossen, maar misschien wel hoger op de politieke agenda kunnen krijgen heeft betrekking op het verbeteren van natuurwaarden anders dan waarvoor binnen N2000 doelen zijn gesteld. Bepaalde ingrepen, zoals het aanleggen van strekdammen in de Waddenzee, leveren conflicten op met de Natuurbeschermingswet. In tegenstelling tot de EHS is er op grond van de Nota Ruimte binnen de N2000 gebieden nog geen saldering van natuurwaarden mogelijk. Dit probleem dient met betrokken stakeholders (ook Brussel) op termijn te worden opgelost om nieuwe kwaliteitsimpulsen te kunnen leveren. De verwachting is dat dit principe geen stand kan houden gezien de huidige maatschappelijke discussie. Steeds vaker en luider klinkt de kritiek dat we alleen nog maar ‘vogeltjes tellen’ en de ecologische condities uit het oog verliezen. We blijven nationaal verantwoordelijk voor de instandhouding van soorten (m.n. trekvogels), maar dienen dit in te vullen door internationale afstemming en verbetering van de ecologische condities (waterkwaliteit en omgevingscondities als kwelders, zout zoet overgangen, dynamiek, e.d.) in N2000 gebieden. De soorten volgen dan vanzelf, zie bijvoorbeeld de Oostvaardersplassen, al zijn het niet in alle gevallen de beoogde doelsoorten.
Monument in Balans
De financiering van de programma’s in de halters zal verder moeten komen uit: * Aanvullend provinciaal en gemeentelijk budget voor eigen doelen en ambities (Friese merenproject, Fryske Fiersich ten); * Beschikbare fondsen voor co-financiering (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, l’Instrument Financier pour l’Environnement (LIFE), Investeringsbudget Landelijk Ge bied, Waddenfonds, Energie Onderzoek Subsidie); * Beperkte inkomsten uit ontwikkeling van woningbouw en re creatie. De visie biedt goede mogelijkheden voor kwaliteits verbeteringen in de halters, die inkomsten genereren. De om vang van deze ontwikkelwinsten zal echter beperkt zijn, zeker op schaalniveau van het gehele Afsluitdijkproject.
29
Monument in Balans 30
Wet op de Ruimtelijke Ordening Voor de gewenste ontwikkeling van de Afsluitdijk biedt de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 van kracht is geworden diverse kansen. Het Rijk de heeft onder de Wro nieuwe mogelijkheden om het rijksbelang te waarborgen. Allereerst zal zij in rijksstructuurvisies nationale belangen in het ruimtelijke beleid moeten aangeven. Dit heeft tot gevolg dat de beleidsuitspraken van het Rijk niet meer rechtstreeks hoeven door te werken in provinciale en gemeentelijke plannen. Deze belangen zullen in het bestuurlijk overleg met provincies en gemeenten behartigd moeten worden. De verschillende voor de Afsluitdijk relevante PKB’s (o.a. Waddenzee, Structuurschema’s Verkeer en Vervoer en Groene Ruimte, Elektriciteitsvoorziening) hebben per 1 juli 2008 de status van rijksstructuurvisie gekregen. De Wro biedt de mogelijkheid om de nog te maken keuzes voor de Afsluitdijk te laten doorwerken in lager beleid. Dit kan door de ontwikkeling van de Afsluitdijk als een nationaal belang te benoemen en op te nemen in een rijksstructuurvisie. Het gehele integrale project kan mogelijk zelfs als nationaal belang aangewezen worden, waardoor de betekenis van diverse toepasselijke PKB’s/structuurvisies voor de Afsluitdijk en omgeving aangepast wordt. Door de Afsluitdijk als nationaal belang vervolgens ook op te nemen in de AMvB Ruimte kan gegarandeerd worden dat het project juridisch doorwerkt in provinciale en gemeentelijk ruimtelijke plannen, zodat geen ontwikkelingen kunnen plaatsvinden die in de weg staan van de ontwikkeling van de Afsluitdijk c.a. of deze bemoeilijken.
Ook zien wij mogelijkheden voor het opstellen van een rijksinpassingsplan (=rijksbestemmingsplan) voor het gehele project, wat zowel kostbare proceduretijd als plankosten bespaart ten opzichte van afzonderlijke gemeentelijke bestemmingsplannen. Verder kan een zorgvuldige screening van toepasselijke wet- en regelgeving aan de start van het proces voorkomen dat later vertraging wordt opgelopen. In de tweede fase wordt daarom geïnventariseerd wat de mogelijke bestaande belemmeringen in beleid en regelgeving zijn voor het project, en volgt een advies over de te nemen acties om deze op te heffen. Op voorhand kan gedacht worden aan FFW, Natuurbeschermingswet, Wet luchtkwaliteit, Tracéwet, Milieueffectrapportage, Monumentenwet. Ook de toepasselijkheid van Europese regelgeving wordt nader onderzocht (aanbesteding, Kaderrichtlijn Water). De Grondexploitatiewet, onderdeel van de Wro, biedt waarschijnlijk goede mogelijkheden om kosten en baten van de ontwikkelingen op en om de dijk en op de halters (en mogelijk in een nog ruimer plangebied) te verrekenen, en om ontwikkelingen te bespoedigen op gronden die niet in eigendom zijn bij het Rijk. Al met al biedt de Wet ruimtelijke ordening goede kansen om de ontwikkeling van de Afsluitdijk en (ruime) omgeving voortvarend aan te pakken en bovendien kosten te verevenen met betrokken (markt)partijen. Een goede integrale juridische voorbereiding op alle betrokken deelaspecten levert daarbij een zinvolle bijdrage aan de voortgang van het proces.
In onze visie hebben we gekozen voor balans. Balans tussen kwaliteiten uit het verleden en kansen voor de toekomst. Balans tussen de hardere opgaven rond veiligheid en infrastructuur en opgaven op het gebied van natuur en landschap. Dit heeft geleidt tot een visie in balans. Wij verwachten dan ook dat er voor de verschillende maatschappelijke organisaties winst zit in onze visie. Een visie in balans
betekent echter ook dat we niet alle ambities en belangen vanuit de maatschappelijke organisaties hebben kunnen verwezenlijken. We realiseren ons ook dat onze visie voor bestuurders wellicht niet ‘gedurfd’ genoeg is. We hebben echter bewust gekozen voor de ‘nuchtere’ insteek. Door een realistische en haalbare visie neer te leggen, bieden we een goede opening voor het gesprek met bestuurders en maatschappelijke stakeholders in de tweede fase. Geen luchtfietserij meer, maar kleur bekennen! Onderstaande tabel geeft onze inschatting weer van de effecten
Veiligheid
++
RWS, waterschappen, hulpdiensten
Waterbeheer
+
RWS, Waterschappen, LTO,
Cultuur en landschap
0/+
Waddenvereniging, NM, Prov. Landschappen, RACM
Ecologie
+
Waddenvereniging, NM, Prov. Landschappen, Visserij, Mosselvissers
Mobiliteit
+
ANWB, regio's, scheepvaart, de zeilvaart, Stichting WIJ, Havenbedrijf
Recreatie
0/+
Ondernemers, HISWA, RECRON, ANWB
Duurzame energie
+
Energieleveranciers, bedrijvigheid, overheden
Regionale econ. groei
+
KvK, Ondernemersverenigingen, Plaatselijke belangen, Westergozone, NW8,
op stakeholders. In de 2e fase willen we deze inschatting graag toetsen aan de werkelijkheid door het gesprek aan te gaan met het maatschappelijke middenveld. De programma’s in de halters die wij in deze visie hebben neergezet zijn een voorzet voor een goede discussie tussen publieke en particuliere partijen over de werkelijke urgenties, ambities en belangen in de beide halters. In ons plan van aanpak voor de 2e fase komen wij hier op terug.
Monument in Balans
4.4 Draagvlak: bestuurders en stakeholders
31
4.5 Publiek-private samenwerking Inhoud, proces en procedure
Monument in Balans
De uitvraag ‘Marktverkenning’ benoemd weliswaar de belangrijkste aandachtspunten voor een gebiedsontwikkeling, maar desondanks ligt de nadruk van de uitvraag op inhoud: maak een haalbaar en betaalbaar plan voor de integrale ontwikkeling.
32
Juist voor de Afsluitdijk, op de grens tussen Waddenzee en IJsselmeer zijn proces en procedures essentieel. Bijna iedere Nederlander heeft een mening en gevoel bij deze gebieden en de waarden waarvoor ze staan. Het maatschappelijk veld en de regio zijn zeer goed georganiseerd en de wettelijke bescherming van deze gebieden is stevig en complex. De uitkomsten uit fase 1 zijn waardevol wanneer de bandbreedte van reële mogelijkheden dient te worden verkend. Maar ook gevaarlijk omdat het verkokering en denken in eindoplossingen in de hand zou kunnen werken. Om de verkende mogelijkheden echt goed op waarde te kunnen schatten stellen wij voor om in de tweede fase naast inhoudelijke ‘open eindjes’ vooral procedureel en procesmatig in te zoomen. Op deze manier brengen we de driehoek inhoud-proces-procedure weer in balans. In ons plan van aanpak voor de 2e fase gaan wij hier dieper op in.
Gebiedsontwikkeling is ook een samenspel tussen publiek, privaat en particuliere partijen. Uit deze eerste fase concluderen wij dat er vooral publieke opgaven liggen rondom de Afsluitdijk. In het vervolgproces dient er daarom sprake zijn van een sterke publieke regie. Gedacht wordt aan een ‘verbindingsman’; een persoon met gezag die het proces vorm kan geven, belangen met elkaar weet te verbinden en als gesprekspartner kan fungeren voor zowel publieke, private als particuliere partijen. Wij denken daarbij bijvoorbeeld aan de heer Nijpels of een andere gezagsdrager met gebiedskennis.
In deze visie hebben wij een aanpak geschetst. Wij hebben laten zien dat het op voorhand kleur bekennen en het bepalen van de ruimtelijke kwaliteit behulpzaam kan zijn om tot een monument in balans te komen. Aangezien de opgaven die voorleggen voornamelijk in het publieke domein liggen, ligt het voor de hand dat in de 2e fase van deze verkenning de publieke partijen kleur bekennen. Tot nu toe is gekozen voor een open verkenning, waarbij de publieke partijen zo min mogelijk randvoorwaarden hebben gesteld. Dit zal naar alle verwachting leiden tot 8 kleurrijke visiekaarten, met daarop zeer verschillende oplossingen voor de geschetste opgaven en ambities. Door deze aanpak hebben de publieke partijen een goed beeld kunnen verkrijgen van de verschillende mogelijkheden.
Het kabinet kan in december 2008 drie statements afgeven: 1. Het kabinet bekent kleur! 2. Het kabinet start een proces voor gebiedsontwikkeling! 3. Het kabinet benut het momentum voor een eerste stap! 1. Kleur bekennen Wat is de bandbreedte waarbinnen naar oplossingen kan worden gezocht? Welke kwaliteit heeft de dijk die absoluut behouden moeten blijven? Mogen ontwikkelingen op de dijk ten koste gaan van de halters? Welke vrijheid hebben private partijen in het zoeken naar kostenefficiënte oplossingen voor de veiligheid? Welke ruimte is er voor zoet-zoutgradienten en kunnen nieuwe meren de zoetwatercapaciteit van het IJsselmeer opvangen? Wij gaan er vanuit dat onze visie en die van de andere consortia voldoende aanknopingspunten bieden om die keuzes te kunnen maken. Om kleur te bekennen. 2. Proces starten Door een startverklaring op te stellen aan het eind van de 2e fase kan de verkennende fase van start gaan. Wij denken dat het goed zou zijn om voor centrale regie te kiezen, maar de programmatische invulling van de halters als aparte gebiedsontwikkelingstrajecten te beschouwen. Hier liggen immers vooral kansen voor de decentrale overheden, de particuliere partijen én op kleine schaal private investeringen. Op deze manier wordt de samenhang tussen dijk en halters behouden, maar wordt tevens optimaal gebruik gemaakt van de kennis en kunde van private en particuliere partijen bij het zoeken naar lokale oplossingen. Door kostenefficiënt te werken rondom de basisfunctionaliteit kan katalysatorgeld verkregen worden voor de gebiedsontwikkeling in de halters.
3. Momentum benutten In de participatieve verkenning en in deze marktverkenning zijn vele innovatieve en goede ideeën geopperd voor de dijk en haar omgeving. De dijk leeft! Kleur bekennen en een proces starten is misschien niet voldoende om dat gevoel vast te houden. Een symbolische eerste stap kan helpen om de (publieke, private en particuliere) aandacht voor de Afsluitdijk vast te houden. Een eerste stap kan zijn de proefopstelling voor de osmose-centrale, of bijvoorbeeld de extra spuisluis in de knik. Simpel beginnen kan ook. Door een huisstijl te ontwikkelen voor de dijk, die een wereldlandschap waardig is.
Monument in Balans
Publiek, privaat en particulier
33
34
Monument in Balans
5. Bijlagen Wij zijn van mening dat de integrale ontwikkeling van de Afsluitdijk benaderd dient te worden als een gebiedsontwikkeling die het gehele gebied van de Afsluitdijk en haar omgeving beslaat (Halters, Waddenzee, IJsselmeer). Om tot daadwerkelijke realisatie van een ambitieus en innovatief plan te komen is medewerking van een groot aantal stakeholders vereist. Daarnaast dienen echt urgente problemen op diverse schaal- en bestuursniveaus te worden gestroomlijnd (van Waddenlandschap tot lokale schaal). Dit alles in een complexe omgeving met specifieke beschermingsregimes.
5.1.1 Inhoud, proces en procedure In fase 1 is vooral naar inhoudelijke zaken gekeken, resulterend in met name inhoudelijke visies voor een integrale ontwikkeling, die zich uitspreken over haalbaarheid en betaalbaarheid. Zeer waardevol wanneer de bandbreedte van reële mogelijkheden dient te worden verkend. Maar ook gevaarlijk omdat het verkokering en denken in eindoplossingen in de hand zou kunnen werken. Om de verkende mogelijkheden echt goed op waarde te kunnen schatten stellen wij voor om in de tweede fase naast inhoudelijke ‘open eindjes’ vooral procedureel en procesmatig in te zoomen. Op deze manier brengen we de driehoek inhoud-proces-procedure weer in balans. Hieronder worden deze drie sporen nader besproken. Er dient te worden opgemerkt dat de driehoek op verschillende punten nauw met elkaar samenhangt. Inhoud Op inhoudelijk gebied wordt fase 2 gebruikt om enkele aannames en deskundigenoordelen nader te toetsen. Verschillende openstaande vragen dienen verder te worden uitgediept. Nadere uit-
werkingsvragen moeten worden vastgesteld. Verschillende aannames die in fase 1 gemaakt zijn dienen goed te worden getoetst en nader te worden onderzocht. Hiertoe dient het ‘expert panel’ mogelijk worden versterkt . Daarnaast houden wij er rekening mee dat juist uit het proces of procedurespoor onderdelen uit de visie kunnen worden aangepast. Op de hoofdlijnen uit de visie( ruimtelijk kader ) willen we blijven sturen, maar op het vlak van uitwerkingen /deeloplossingen is aanscherping of bijsturing mogelijk. De volgende vragen worden in de 2e fase opgepakt voor een nadere uitwerking: * Uitwerken kerende constructie op onderdelen stabiliteit, dynamische belasting, overgangsconstructie en ontwerp * Ontwerp zout zoet stabiele gradiënten in combinatie met vispassages op onderdelen strekdammen en kwelderontwik keling op grond van modellen ter bepaling van hydromor fologische effecten * Integrale juridische voorbereiding op alle betrokken deelas pecten (beleid- en regelgeving, nationaal en Europees), m.n. Natura 2000 * Fondsen en subsidies * Haalbaarheid stromingsturbines in spuisluis * Keuze voor verhoging kunstwerken of keersluis * Locatiekeuze naviduct bij Kornwerderzand Samengevat zijn concrete acties op inhoud: * Vaststellen nadere uitwerkingsvragen. * Uitbreiden expert panel indien gewenst. * Beantwoorden openstaande vragen.
Proces Om vast te stellen óf het project ontwikkeling Afsluitdijk als gebiedsontwikkeling kan worden opgepakt is het van belang om vast te stellen of er urgente ruimtelijke vraagstukken bestaan die in samenhang kunnen worden aangepakt. Hiertoe is het van belang om een met alle belanghebbenden een proces op gang brengen waarin ‘moeten’, ‘kunnen’ en ‘willen’ centraal staan. Voor ‘moeten’ is het zaak om vast te stellen welke urgenties er (naast de basisfunctionaliteit) op rijks, provinciaal en lokaal niveau bestaan. Voor de halters denken wij bijvoorbeeld aan leefbaarheid, economisch belang van bijvoorbeeld jachtbouw in Makkum, recreatie etc. Het ambitiedocument is in dit kader een belangrijke start. Vervolgens is het nodig vast te stellen welke ambities samenvallen met urgente vraagstukken. Het aspect ‘willen’ is hier namelijk nauw mee verbonden. Zodra een belang groot genoeg is en genoeg urgent zal echt commitment bestaan om het vraagstuk actief op te lossen en er dus ook mensen en middelen voor in te zetten. Tenslotte gaat het aspect ‘kunnen’ vooral over kansen en dilemma’s. Op dit vlak zijn de 8 marktverkenningen zeer waardevol, zij laten zien welke reële perspectieven er bestaan. Wij stellen voor om in fase 2 concreet met belanghebbenden in gesprek te gaan over bovenstaande. Met publieke partijen willen we concreet de moeten-kunnen-willen analyse uitvoeren. We gaan in gesprek met publieke partijen op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau. Hiervoor benaderen we alle betrokken gemeenten, provincies en diverse ministeries. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan het moeten-kunnen-willen. De urgenties worden in beeld gebracht en commitment wordt gecreëerd.
Monument in Balans
5.1 Plan van Aanpak 2e fase
35
Daarnaast willen we het maatschappelijk veld en private partijen actief betrekken in een oriënterende dialoogsessie. Tijdens die sessie kunnen partijen worden geïnformeerd en geconsulteerd over de gewenste ontwikkelingen. Tijdens deze stakeholdersmeeting zijn ook de publieke partijen vertegenwoordigd om te participeren in een open discussie over de urgente vraagstukken die er liggen omtrent de Afsluitdijk. Het doel is om op deze wijze belangrijke stakeholders te kunnen identificeren en belangen te inventariseren.
Monument in Balans
Hierop kan het ruimtelijke kader zoals in de voorliggende visie kunnen worden aangepast. Het gaat om een herijking van het kader aan de hand van de uitkomsten van de hierboven beschreven procesmatige stappen. Deze procesmatige fase kan tenslotte worden afgesloten met het vastleggen van ‘het commitment’ en het ruimtelijke kader doormiddel van een concept-startverklaring.
36
Samengevat zijn concrete acties op proces: * Inventariseren ‘moeten-willen-kunnen’ bij publieke partijen (ambtelijk + bestuurlijk) * Dialoog maatschappelijk veld * Herijken ruimtelijk kader * Doorvertalen naar visie/plan * Opstellen concept startverklaring Procedure Op de Afsluitdijk zelf en haar omgeving zijn een groot aantal wettelijke bepalingen van toepassing. Ontwikkelingen op en rond de Afsluitdijk zullen rekening moeten houden met deze vaak stringente bepalingen om jarenlange (bezwaar)procedures te voorkomen, juist ook omdat het maatschappelijk veld goed georganiseerd en complex is. In de onze visie (fase 1) hebben we
getracht hiermee rekening te houden door beschermde waarden te respecteren. Fase 2 willen we daarnaast benutten om enkele cruciale juridische vraagstukken concreet te toetsen. Er dient inzicht te worden verkregen in mogelijke consequenties van weten regelgeving. Hierdoor worden de juridische risico’s in beeld gebracht. Deze risico’s zijn mede bepalend voor de te bepalen procedurele aanpak van het project. Deze procedureel-juridische aspecten worden mede ingebracht bij de moeten-kunnen-willen analyse (zoals hierboven onder ‘proces’ besproken). De betrokken (publieke) partijen worden op deze wijze volledig geïnformeerd. Juridische aspecten (/risico’s) maken een belangrijk deel uit van het ‘kunnnen’. Samengevat zijn concrete acties op procedure: * Vaststellen juridische aspecten voor nader onderzoek * Inbrengen in procesmatige spoor (‘kunnen’) * Rapportage opstellen (beschikbaar voor alle consortia)
Monument in Balans
5.1.2 Plan van aanpak:
37
Leden van het deskundigenpanel waren:
Monument in Balans
Frans Evers Wim de Ridder Dirk Jan de Rouwe Ton Baas George Verberg Nynke Rixt Jukema Pieter Jansse Pieter Witzenburg
38
expert gebiedsontwikkeling futuroloog en econoom bouwbedrijf Dijkstra-Draisma oud-gedeputeerde Verkeer & Milieu Provincie Fryslân voorzitter Energy Delta Institute architect CE Delft TCN property & projects
5.2 Werkwijze Centraal in onze werkwijze voor deze 1e fase stonden het ruimtelijk kader, ‘de zeef’ en het deskundigenpanel. Ruimtelijk kader Al in het plan van aanpak voor de 1e fase hebben wij kleur bekend. Door op voorhand aan te geven dat de architectonische en landschappelijke kwaliteiten van de dijk voor ons leidend zouden zijn en we van de Afsluitdijk geen kerstboom wilden maken. Gedurende de eerste weken van fase 1 hebben we de globale kwaliteiten van de dijk nader uitgewerkt en benoemd. Door het DNA van de dijk te bepalen en op de verschillende schaalniveaus naar de dijk te kijken, hebben we een ruimtelijk kader op kunnen stellen waarin de belangrijkste kwaliteiten van de dijk benoemd zijn en vertaald zijn in ambities naar de toekomst. Wat willen we behouden, maar vooral ook wat kunnen we versterken. De zeef Het ruimtelijke kader heeft als de 1e zeef gefungeerd voor alle ideeën en kansen uit de participatieve voorverkenning. We hebben kritisch gekeken welke ideeën een bijdrage zouden kunnen leveren aan het versterken van de kwaliteiten en welke ideeën ‘strijdig’ waren met ons ruimtelijk kader. Ongeveer de helft van de ideeën is niet door de 1e zeef heengekomen. De 2e zeef was een haalbaarheidszeef. We hebben gekeken welk van de overgebleven ideeën bij zou dragen aan een opgave of ambitie en welke ideeën technisch, financieel of qua regelgeving haalbaar waren.
De overgebleven ideeën hebben we een plek op de dijk of in de halters gegeven en per locatie zijn we op zoek gegaan naar een samenhangend ontwerp. Het deskundigenpanel Het deskundigenpanel hebben we in aanvulling op de publiekprivate dialoog gebruikt om ons van kritische feedback en input te voorzien. De deskundigen hebben in twee bijeenkomsten hun reactie gegeven op de 1e zeef (het ruimtelijk kader en de visie op hoofdlijnen) en de 2e zeef (de haalbaarheid). De tweede bijeenkomst met het deskundigenpanel viel samen met de publiek-private dialoog. Het resultaat was een ‘echte’ publiek-private dialoog, met belangrijke input voor onze visie.
39
Monument in Balans
5.3 Multi-criteria analyses: verdieping haalbaarheid Beoordeling basisfunctionaliteit op grond van MCA Een van de basisfunctionaliteiten van de Afsluitdijk is veiligheid. De opgave waar Rijkswaterstaat voor staat is dat de primaire kering voldoet aan de eisen van de Wet op de Waterkering. De normfrequentie waaraan het nieuwe profiel van de dijk moet voldoen is 1/10.000 per jaar (hydraulische randvoorwaarden). Dijkprofiel Het standaardprofiel van de dijk voldoet op het onderdeel hoogte niet meer aan deze veiligheidstoetsingen en ook een deel van de steenbekleding scoort onvoldoende. De stabiliteit is voldoende (tijdens ontwerp nieuwe check op stabiliteit).
Om de primaire kering te laten voldoen aan de veiligheidseisen kan de Afsluitdijk verhoogd worden tot NAP + 10 m (waarbij dan ook verbreed moet worden), kunnen er maatregelen genomen worden in de vooroever om golven te dempen, kan er verbreed worden om de golfoploop dusdanig te reduceren dat het achterland veilig is of kan de oplossing gevonden worden in een combinatie. Een achttal alternatieven zijn op basis van deze opties (hoger+breder, golfoploop reductie of combi) door Oranjewoud op basis van expert judgement naar voren gebracht en ten opzichte van elkaar beoordeeld op de criteria technische en financiële haalbaarheid, robuustheid, ecologie, innovatie en landschap:
1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8)
Dijkverbetering die bestaat uit een dijkverhoging en een verbreding van de dijk aan de binnenzijde met ca. 20 meter (plint 21e eeuw). Een berm aan de wadzijde als golfbreker. Hoogte op maatgevende waterstand (ca. 5m +NAP). Golfbreker op een afstand van 50 tot 200 meter aan de wadzijde van de dijk. Twee varianten: standaard (3a) en drijvende golfbreker (3b). Verflauwing taludhelling van de dijk aan de wadzijde in combinatie met verruwing van het oppervlak ervan. Kwelderontwikkeling tegen de Afsluitdijk in combinatie met strekdammen aan wadzijde. Eco-engineering: ontwikkelen van duinen door het ophogen van de zandplaten in de Waddenzee. Kerende constructie op de kruin. Overslagbestendige dijk
Monument in Balans
Samenvatting beoordeling alternatieven
40
technisch
financieel
robuust
ecologie
innovatie
landschap
1. Verhoging/verbreding
++
+
++
0
0
++
2. Berm wadzijde (ca. 5m + NAP)
++
0/+
++
0
0
+
3a. Standaard golfbreker
+
++
+
++
0
-
3b. Drijvende golfbreker
+
+
+
0
++
0/-
4. Flauwer talud / verruwing
0/+
-
0/+
0/+
0
++
5. Kwelders
0
0/+
++
++
+
0/+
6. Eco-engineering: duinen
0/+
++
++
0/+
+
-
7. Kerende constructie
++
++
++
0
++
0/+
8. Overslagbestendige dijk
++
++
+
-
0
+
Ad 3a) Golfbreker van bijvoorbeeld stortsteen met zandkern op korte afstand gelegen vóór Afsluitdijk. Doel golfbreker: verlagen golfbelasting op Afsluitdijk. Combinatie met ophoging zal nodig zijn om tot normfrequentie te komen, wel lager dan NAP +10 m. Golfbreker over gehele lengte. Golfbreker dient een hoogte te hebben rond MHW.
Voordelen: innovatie, misschien enige ecologische meerwaarde (bijv. in combi met zoutwateragricultuur / mosselstrengen), technisch haalbaar, financieel haalbaar Nadelen: beleving landschap verslechtert, maar minder dan bij 3a, mogelijke consequenties scheepvaart
Ad 2) Berm aan wadzijde, hoogte op MHW (meest effectief om golven te reduceren). Combinatie met ophoging blijft noodzakelijk om te voldoen aan 1:10.000; wel lager dan NAP +10 m.
Voordelen: plint past in visie, technisch en robuust Nadelen: geen ecologische ontwikkelingen (mosselen en andere macrobenthos), dijk is landschappelijk gezien iets minder fraai, vermoedelijk iets duurder dan 1.
Altijd hoogte van circa 1 meter zichtbaar. Zie plaatje: stukken golfbreker, licht overlappend, met opening voor doorstroming.
Voordelen: veel mogelijkheden voor ecologische ontwikkeling, technisch haalbaar, robuust, financieel haalbaar. Nadelen: beleving landschap verslechtert nogal, hoogte golfbreker zorgt ervoor dat hij meestal meters boven water staat, eventuele consequenties voor scheepvaart. Ad 3b) Drijvende golfbreker op korte afstand van Afsluitdijk. Doel: verlagen golfbelasting op Afsluitdijk. Combinatie met ophoging zal nodig zijn voor normfrequentie, wel lager dan NAP +10 m. Over gehele lengte Afsluitdijk. Golfbreker wordt met tuien verankerd aan bodem vanwege landschappelijke aspecten.
Ad 4) De consequentie van de uitvoering van een minder steil talud in combinatie met verruwing zal vanwege de te verwachten extra kosten door geringe effectiviteit van de maatregel financieel negatief scoren ten opzichte van de andere alternatieven. Verruwing van het buitentalud van de dijk betekent dat de huidige steenbekleding moet worden aangepast. Daarom niet verder uitgewerkt. Ad 5) Kwelders tegen Afsluitdijk in combinatie met strekdammen aan wadzijde. Op deze manier wordt een natuurlijke oeververdediging geïntroduceerd (aanzanding). In eerste instantie heeft deze oplossing niet veel effect op de veiligheid en zal er ook moeten worden opgehoogd (misschien niet direct tot NAP +10 m, omdat deze hoogte is berekend op de toekomst (en dan kunnen kwelders/natuurontwikkeling wel enig positief effect hebben). Effect op veiligheid begint pas na vele decennia te ontstaan (wel robuust dus naar de toekomst).
Monument in Balans
Overwegingen/uitgangspunten ad 1) Bij een verhoging/verbreding zijn we uitgegaan van een binnenwaartse dijkverbetering. De huidige steenbekleding aan het buitentalud, voorzover het voldoet aan de toetsingseisen, kan bij een binnenwaartse verbetering blijven liggen, hetgeen de continuïteit van de werkzaamheden (werken in stormseizoen) garandeert en een multifunctionele strook creëert aan de IJsselmeerzijde. Dit maakt verplaatsing van het fietspad naar IJsselmeerzijde mogelijk (verruiming van de belevingswaarde van dit meer). Voordelen: plint 21e eeuw past in visie, landschappelijk fraai, technisch en robuust goede oplossing. Nadelen: geen ecologische meerwaarde.
41
Voordelen: ecologische meerwaarde (m.n. KRW), duurzaam, robuust. Nadelen: geringe effectiviteit op korte termijn, duurdere oplossing vanwege het feit dat er moet worden opgehoogd, landschappelijk effect (lengte).
Monument in Balans
Ad 6) Aanleg duingebieden op huidige wadplaten op ruime afstand van Afsluitdijk. Dit zorgt voor een reductie van de golfbelasting. Combinatie met ophoging zal nodig zijn, wel lager dan NAP +10 m. Duinen kunnen niet over de volledige lengte worden doorgezet vanwege scheepvaartgeul, een gedeelte van de Afsluitdijk blijft dus blootgesteld aan golfaanval. Dit deel moet wel tot +10 m worden opgehoogd. Voordelen: lichte ecologische vooruitgang, technisch haalbaar, vrij goedkope oplossing (indien niet teveel hoeft te worden opgehoogd), robuust Nadelen: effectiviteit wellicht matig, landschappelijk niet fraai, bij geringe omvang risicovol.
42
Ad 7) Kerende constructie: keermuur (beton of ander materiaal) op kruin dijklichaam. Vanwege landschappelijke effecten afwerken met bijvoorbeeld grond of multifunctioneel inpassen. Duurzaam vanwege gebruik gerecyclede grondstoffen. Voordelen: innovatief, financieel haalbaar, duurzaam, technisch haalbaar, effectief, redelijk robuust. Mogelijkheden om duurzame energie voorzieningen, zoals zonnepanelen, op de constructie aan te brengen of een fietspad. Nadelen: plint 21e eeuw niet meer nodig, past minder in visie, geen ecologische meerwaarde.
Ad 8) Overslagbestendige dijk. In dit geval wordt niet opgehoogd, maar wordt golfoverslag geaccepteerd. Over de gehele lengte moet echter wel bekleding op het binnentalud worden aangebracht. Voordelen: geringe kosten, technisch eenvoudig te realiseren Nadelen: groen aan binnenzijde talud wordt verwijderd: ecologische achteruitgang, geen plint (dus past niet in visie), bij maatgevende omstandigheden onbruikbare Afsluitdijk. Conclusie: Uit deze globale verkenning van kansrijke oplossingsrichtingen op grond van expert judgement komt naar voren dat alle alternatieven technisch en financieel haalbaar zijn. Alle alternatieven scoren positief op het criterium robuustheid en staan dientengevolge niet haaks op de toekomstige ontwikkelingen. Ecologisch gezien leveren een standaard uitvoering van de golfbreker in de vorm van een breed profiel van stortsteen (biotoop voor macrobenthos) en kwelders (o.a. paaigebied voor vissen, herstel estuarien landschap) een positieve impuls aan de natuurwaarden in de Waddenzee. Duinvorming in de Waddenzee (rustgebied voor zeehonden en wadvogels, pioniervegetatie) wordt vanuit ecologisch perspectief matig beoordeeld. Innovatieve alternatieven die duurzaam en innovatief eruit springen zijn de drijvende golfbrekers en de kerende constructie. Kwelders en de ontwikkeling van duinen worden als dynamisch kustbeheer eveneens positief beoordeeld.
Op golfbrekers en duinen na, zij verstoren de weidsheid en openheid van de Waddenzee (PKB), scoren alle overige alternatieven in mindere of meerdere mate positief op het criterium landschap. Ook kerende constructies scoren landschappelijk niet echt positief, maar kunnen gemakkelijk worden ingepast. De 3 beste alternatieven op basis van de MCA zijn: * kerende constructie * verhoging/verbreding (plint 21e eeuw) * kwelders voor dijk in combinatie met geringe verhoging Beoordeling Wieringerrandmeer in combinatie met doorstroming Afsluitdijk bij Den Oever op grond van MCA Evenals bij Kornwerderzand ligt ook bij Den Oever een knelpunt wat betreft doorstroming van het wegverkeer door de kruising met het scheepvaartverkeer. Met de komst van het Wieringerrandmeer komt er een recreatieroute naar het Amstelmeer en verder via het Balgzandkanaal (via Kooysluis en Koopvaarderssluis) en Noord-Hollandskanaal naar Den Helder. Met de komst van het randmeer ontstaat er een tweede knelpunt wat betreft doorstroming van het verkeer door de kruising van de A7 met het randmeer. Om de doorstromingsproblematiek integraal aan te pakken en te verbeteren zijn er 4 alternatieven: 1. Eén naviduct en renovatie sluiscomplex Den Oever tot delta hoogte of conserveren van het sluiscomplex in combinatie met een keersluis. 2. Twee naviducten (Afsluitdijk en Wieringerrandmeer) 3. Brug op palen vanaf A7 die ten oosten van huidige sluiscom plex aantakt op de Afsluitdijk 4. Tunnel vanaf de A7 langs de noordkant van het Robbenoord bos en in S-vorm (rond bestaande sluiscomplex) ten oosten van huidige sluiscomplex aantakt op de Afsluitdijk
Een MCA levert de volgende beoordeling op: technisch
financieel
robuust
innovatie
landschap/ cultuurhistorisch
1. Naviduct + renovatie/keersluis
+
++
++
++
+
2. Twee naviducten
+
+
++
++
0
3. Brug
++
+
++
+
0/-
4. Tunnel
++
0
+
0
++
Uitgangspunten In het eerste alternatief dienen diepstekende schepen via het nieuwe, verdiepte naviduct bij Kornwerderzand te worden afgewikkeld. Kosten tunnel worden geraamd op ca. 400 - 500 mln. Euro, afhankelijk van de eisen die RWS stelt aan de tunnel (in verband met veiligheid). Omdat het eiland Wieringen vanaf de A7 bereikbaar zal moeten blijven, moet er in geval van een tunnel minstens een schutsluis bij + allerlei aansluitingen.
Kosten naviduct Wieringerrandmeer worden geraamd op ca. 100 mln. Euro. Een tunnel/brug biedt mogelijkheden voor gebiedsontwikkeling aan de IJsselmeerzijde van Wieringen (win-win situatie). Tunnelbouw via afzinkmethode. Door het aanleggen van een tunnel/brug kan de A7 op Wieringen verwijderd worden, hetgeen de landschappelijke/ruimtelijke kwaliteit ten goede komt.
Monument in Balans
De keuze voor de eerste oplossing lijkt er als beste uit te komen. Kosten bijkomende kosten tunnel (aansluiting wegen op Wieringen) niet meegenomen.
43
Monument in Balans
Beoordeling (quick scan) alternatieven duurzame energie:
44
Conclusie: de alternatieven die vallen onder de categorieën ‘leuk voor later; mogelijk kansrijk, maar nog verdere R&D nodig’ en ‘bewezen technologie, toepassing bij Afsluitdijk vergt nader onderzoek’ zijn meegenomen in de visie.
Nederlandse beleid energie Recent heeft het ministerie van Economische zaken het Energierapport 2008 uitgebracht met daarin de visie van de Nederlandse Rijksoverheid over energie en duurzame energie. Kernpunten in de visie die relevant voor De Afsluitdijk kunnen zijn: - Nederland ontwikkelen als gas-hub voor Noord-West Europa - Versterken van capaciteit van het elektriciteitsnet - Aanleggen van een CO2 infrastructuur om CO2 op te gaan slaan in lege gasvelden (met name ook in Friesland) - Plaatsen van Windmolens met name off shore in de Noord zee - Toepassen van biomassa in de elektriciteitssector De visie van de regio, Energy Valley In de regio Friesland, Groningen, Drenthe en Noord Holland wordt op het gebied van energie ontwikkelingen samenwerkt onder de vlag Energy Valley. Speerpunten van deze organisatie zijn: - Schoon fossiel (= CO2 opslag) - Biomassa (groen gas, eemshaven) - Duurzame mobiliteit (aardgas en biobrandstoffen) - Decentrale energie (smart power centrale, HRE-ketel, Blue energy, PV) - Energiekennis - Olie en gasindustrie (De gas-hub van Gasunie etc) - Elektriciteit (met name extra centrales in de Eemshaven)
Europese ontwikkelingen Ook in Europa is een sterke wens om meer duurzame energie toe te passen. Biomassa, geothermie, waterkracht, wind en zonneenergie. Voor Noord Europa vooral wind en biomassa. Voor midden Europa veel waterkracht en voor Zuid Europa zijn met name zonne-spiegelcentrales interessant. Ook zet Europa sterk in op biotransportbrandstoffen. Deze liggen echter vanuit maatschappelijke organisaties nu sterk onder vuur. Voor de ontwikkeling van de Afsluitdijk lijken een aantal aspecten relevant: - infrastructuur voor gas, CO2 en elektriciteit - wind energie - PV - Blue Energy Ook belangrijk is te constateren dat Europees, Nationaal en Europees geen wens uitgesproken wordt voor energie opslag in spaarbekkens. Variatie van elektriciteitsvraag wordt opgevangen met meer uitwisseling en variatie in productie door fossiele energiecentrales. Elk aspect wordt hieronder verder besproken: Infrastructuur voor Gas, CO2 en elektriciteit Herontwikkeling is het moment om eventueel nieuwe infrastructuur voor elektriciteit mee te nemen. Voor Gas is traditioneel de lijn Assen-Rotterdam de hoofdas van het gas transport gezien de industrie in Rijnmond en het grote Slochtergasveld. Gasunie sluit hier met grote project richting Eemshaven naar het Noorden op aan. Aanleg van een extra gastransportbuis langs de Waddenzee
lijkt nu niet voor hand te liggen. Aanbevolen wordt om dit punt in het vervolg af te stemmen met Gasunie. CO2 distributie en opslag in lege gasvelden wordt in de plannen van rijk en regio als zeer kansrijk gezien. Vooral in Friesland komen een aantal oude gasvelden de komende jaren beschikbaar. In de plannen van Gasunie zullen deze gevuld worden met CO2 uit de regio Eemshaven waar een aantal grote energieprojecten zijn voorzien. In diverse plannen is voorzien om dit toekomstige Noord Nederlandse CO2 net aan te sluiten op afnemers in Duitsland en zuidelijker in Nederland. Transport via de Afsluitdijk is daarbij nu niet voorzien. Aanbevolen wordt om dit punt in het vervolg af te stemmen met Gasunie. De toename van het elektriciteitsverbruik en de wens om elektriciteit over langere afstanden te transporteren leidt tot de vraag naar meer transportcapaciteit in Europa. Vooralsnog lijken er geen plannen om meer elektriciteitstransport over de Afsluitdijk te leiden. Aanbevolen wordt om in het vervolg hier met Tennet in gesprek te gaan. Wind energie Wind energie is een voor Nederland relatief kosteneffectieve manier om duurzame energie te produceren. Wind op zee kost aan overheidsbijdrage 60€/ton CO2 reductie. Wind op land op gunstige locaties 47 €/ton CO2 (ter vergelijk energiebesparing in de industrie kosten tussen de 10 en 30 euro per ton CO2 en biotransportbrandstoffen rond de 400). Het grootste potentieel voor Nederland ligt in het bouwen van windmolens offshore. Van het potentieel van 6000 MW zal in deze kabinetsperiode slechts enkele honderden MW worden benut. Wind in de Noordzee wordt maatschappelijk breed gesteund. Ook door natuur en milieuorganisaties.
Monument in Balans
Aansluiting bij Nederlands en EU energiebeleid Hoge energieprijzen en het klimaatprobleem zijn belangrijke aanjagers voor een intensief debat over energie en klimaatbeleid in Nederland en Europa. Het is zaak om daar bij de herontwikkeling van de Afsluitdijk goed bij aan te sluiten.
45
Het plaatsen van windmolens op de Waddenzee zou tussen de 200 en 400 MW aan capaciteit kunnen opleveren. Eerdere plannen om windmolens te plaatsen op de Afsluitdijk zijn steeds gestrand. Vogelsterfte, aantasting van het landschap en verstoring van natuur zijn belangrijk argumenten tegen het plannen van windmolens op de Waddenzee. De Waddenzee is een belangrijk Nederlands natuurgebied. Het kabinet heeft in de Derde nota Waddenzee ook vastgelegd dat aan bij de Afsluitdijk aan de Waddenzee geen windmolens mogen komen.
Monument in Balans
Gezien de nog zeer grote mogelijkheden om windmolens in de Noordzee te bouwen en maatschappelijk steun daarvoor lijkt het ons wijs om de uitbreiding van het Nederlandse windmolen arsenaal vooralsnog in de Noordzee te plannen. Zodra dit potentieel is uitgeput (misschien 2020-2025) zou kunnen worden heroverwogen. Wellicht dat we dan anders tegen windmolens aankijken of dat windmolens dan meer aangepast zijn aan de eisen van landschaparchitecten. Deze redenatie loopt redelijk parallel met de discussie over gaswinning. Ook gaswinning onder/naast de Waddenzee is pas aangevat nadat eerst andere gasvelden gebruikt zijn en met bijzondere voorwaarden.
46
Wij stellen wel voor om op de koppen van de Afsluitdijk windmolens toe te passen. Dit door een aantal nieuwe te plaatsen maar vooral ook verouderde molens te vervangen door moderne molens die veel meer energie opleveren.
PV, zonne-energie Photovoltaische zonne-energie (PV) is een nog relatieve dure manier om energie te produceren (circa 500 € meer kosten per ton CO2 reductie). Het toepassen van zonneboilers in Nederland is efficiënter maar is afhankelijk van de locale warmte vraag. Omdat er bij de Afsluitdijk een relatief kleine warmte vraag aanwezig is dit laatste geen optie. PV is wel een heel zichtbare manier van energie produceren. Ook is voor de ontwikkeling van de techniek het nuttig dat er meer ervaring wordt opgedane met toepassing op allerlei plaatsen. Het toepassen op een vochtige zoute plek is daar een van. Wij stellen daarom voor om het toepassen van PV langs te dijk te proberen in te passen door middel van een 1 a 2 meter hoge strook van PV panelen over een behoorlijk deel van de dijk. De precieze plaatsing van panelen zal op een speelse manier door de landschapsarchitect worden gedaan zodat de panelen niet detoneren in de omgeving. Het precieze aantal zonnepanelen zal later op basis van budget worden bepaald. Ook is het mogelijk een start te maken en deze na prijsdaling van de panelen evt later aan te vullen.
Blue Energy Uit het mengen van zoet en zout water is via osmose een flinke hoeveelheid energie te winnen. Eerdere studies van KEMA en Volker Stevin schatten de capaciteit langs de Afsluitdijk op maximaal 200 MWe in. Deze techniek wordt ontwikkeld door een aantal Nederlandse bedrijven en instituten (oa Kema en Wetsus). In principe is deze toepasbaar in vele Delta gebieden. Een goed draaiende blue energy centrale kan daarom een belangrijk exportproduct worden. De blue energy centrale geeft tegelijkertijd ook spuicapaciteit. Dit moet gezien worden als extra omdat bij storing deze capaciteit uitgeschakeld moet kunnen worden. De blue energy centrale kan het best op redelijke afstand van andere spuicapaciteit worden geplaatst om een redelijke natuurlijke stroming te hebben van zoet naar zout water. Bij klein verval kan de centrale ook draaien met pompen. Het Energie-eiland Het energie eiland midden op de dijk is de plek voor de Blue Energy centrale, de onderzoeksfaciliteiten hiervoor en de tentoonstellingsruimte over de nieuwe technieken op de dijk.
Colofon
MER ES2 Nota ruimte PKB Derde Nota Waddenzee Deodatus F., 2008. Verkenning natuurontwikkeling kustgebied Kornwerderzand - Harlingen, Altenburg & Wymenga Ecologisch Onderzoek, Veenwouden. Wanningen H., Herk J. van, 2007. Van zee, naar IJsselmeergebied en verder. Verbetering vismigratie in en rond het IJsselmeergebied. LINKit consult, Amsterdam. InnovatieNetwerk Groene ruimte en Agrocluster, Zilte perspectieven. Comcoast, 2007. Effectiveness of Comcoast measures. Janssen G.M., 2000. Herstel van estuariene gradiënten in het waddengebied. RIKZ/2000.021 Essink K., Vlas J.de, 2000. Visie kwlderontwikkeling in het NoordHollands deel van de Waddenzee. RIKZ/2000.054 Oost A.P., Kleine Punts P.A.H., 2004. Autonome morfologische ontwikkeling westelijke Waddenzee. RIKZ/2004.021 Lenselink G., Gerits R., 2000. Kansen voor herstel van zout-zoet overgangen in Nederland. RIZA/2000.032. Palmboom & van den Bout, 2007. Het Schorrenplan. Masterplan en beeldkwaliteitsplan Wieringerrandmeer. Strootman Landschapsarchitecten. Ministerie van Economische Zaken, 2008. Energierapport 2008.
Henri Deelstra: Bauke Tuinstra: Bart Klaver: Els van der Laan: Pieter Jansse: Anne-Wil Lucas: Alexander Lont: Ben Fit: Martijn Gerkes: Terry Albronda: Geert Roovers: Lex Runia: Jan van Belle: Martijn Korthorst: Klaas Pascha: Werner Spekkink: Jan Hendrik de With: Marijke Visser: Pieter Jeroen Bart: Joost de Nooijer: Marian Braakensiek: Ron van Vliet:
projectmanager architect secretaris landschapsarchitect adviseur Duurzame energie adviseur Structuurvisies adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling adviseur Klimaat, Ecologie en Waterbeheer adviseur Economische haalbaarheid adviseur Mobiliteit adviseur Waterkeringen adviseur Wetgeving en Procedures adviseur Ecologie adviseur Ecologie adviseur Kunstwerken adviseur Kunstwerken adviseur Technische Waterbouw adviseur Cultuurhistorie en Monumenten adviseur Dijken en Veiligheid adviseur Hydromorfologie adviseur Wet en Regelgeving adviseur PPS en Contracten
Monument in Balans
5.4 Literatuur
47
Grafisch ontwerp: Advies- en ingenieursbureau Oranjewoud, afdeling PR & Communicatie