Kadernota Integrale Veiligheid 2012 2016 ‘Veiligheid in Balans’
Voorwoord Voor u ligt de kadernota Integrale Veiligheid 2012 - 2016 ‘Veiligheid in Balans’ van de gemeente Bergen op Zoom. De gemeente heeft veiligheid altijd al hoog in het vaandel staan. Ook in het collegeprogramma 2010 – 2014 is ‘veiligheid’ een belangrijk thema. Door de inzet van vele verschillende partners, projecten en activiteiten kunnen wij gelukkig zeggen dat de gemeente een relatief veilig woon-, leef- en verblijfklimaat kent. De komende jaren willen we dat ook graag zo houden en de veiligheid, daar waar mogelijk, vergroten. Dit door aan de ene kant projecten en activiteiten voort te zetten die hun effectiviteit hebben bewezen, zoals de buurtpreventieteams en de aanpak in het Veiligheidshuis. Aan de andere kant staat de gemeente niet stil en zal zij, samen met de partners, de komende jaren ook soms kiezen voor een nieuwe insteek en andere activiteiten ontwikkelen. Zo zal er veel inzet worden gepleegd om de informatiepositie omtrent de georganiseerde criminaliteit te versterken, maar ook op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en organisaties zal steeds vaker een beroep worden gedaan. Het versterken van de informatiepositie, het in gezamenlijkheid formuleren van een visie op het veiligheidsdomein, het vastleggen van afspraken en het intensief betrekken van de gemeenteraad bij het opstellen en contoleren van het veiligheidsbeleid zijn aanbevelingen die gedaan zijn door de rekenkamer West-Brabant naar aanleiding van hun onderzoek: Lokaal Veiligheidsbeleid in relatie tot de politie (25 maart 2011). De conclusies en aanbevelingen van dit rekenkameronderzoek zijn meegenomen bij het opstellen van deze kadernota. In deze kadernota vindt u de grote, strategische lijnen van het integrale veiligheidsbeleid van de gemeente Bergen op Zoom. Naast deze kadernota bestaan er diverse beleidsdocumenten die specifieker ingaan op een bepaald veiligheidsthema. Deze nota knoopt deze veiligheidsthema’s aan elkaar en zorgt voor meer samenhang en integraliteit. Veiligheidsvelden In deze kadernota komen zes veiligheidsvelden aan bod. Dit gaat van het realiseren van een ‘veilige woon- en leefomgeving’ tot ‘de aanpak van (sociale) calamiteiten’. De reden waarom wij voor deze velden gekozen hebben is ten eerste gebaseerd op een analyse van ons veiligheidsbeleid de afgelopen jaren. Ten tweede hebben wij ook gekeken naar de opbrengsten van ons veiligheidsbeleid. Ambities verwoord in de vorige kadernota Integrale Veiligheid 2006 – 2010, zoals de inzet van Courage, buurtpreventie, cameratoezicht, opzetten Veiligheidshuis en uitvoering geven aan ons veiligheidsbeleid door de inzet van handhaving, zijn gerealiseerd. Deze opbrengsten en verworvenheden zult u ook terug zien in deze nieuwe kadernota en komen ook terug in de uitwerking van de zes veiligheidsvelden. Tot slot heeft ook de VNG een aantal veiligheidsvelden benoemd als richtlijn voor het integraal gemeentelijk veiligheidsbeleid. Wij hebben expliciet gekozen om de twee velden ‘aanpak georganiseerde criminaliteit’ en ‘aanpak sociale calamiteiten’ toe te voegen aan de VNG richtlijnen, aangezien Bergen op Zoom hier de komende jaren flink op wil investeren. In deze kadernota wordt per veiligheidsveld concreet de ambities voor de komende vier jaar beschreven en er staat ook bij hoe we de ambities gaan realiseren. De veiligheidsvelden kunnen niet los van elkaar worden gezien, maar vullen elkaar aan. Balans In elk veiligheidsveld staat het creëren van een balans voorop. Een voorbeeld van ‘balans’ is preventief versus repressief optreden. Preventief om onveilige situaties, rampen en overlastsituaties te voorkómen, maar repressief daar waar dat nodig is. Een ander
2
voorbeeld is dat het veiligheidsbeleid zich zowel richt op de fysieke als de sociale veiligheid. Dit betekent niet dat de gemeente geen duidelijke keuzes maakt in haar veiligheidsbeleid. U zult zien dat bepaalde onderdelen meer prioriteit krijgen, dan andere onderdelen afhankelijk ook van de analyse en de opbrengsten van ons veiligheidsbeleid de afgelopen jaren. Wel streeft de gemeente naar een zo evenwichtig mogelijk veiligheidsbeleid, waarbij in sommige situaties preventie de voorkeur verdient, maar in andere situaties een duidelijk repressief optreden noodzakelijk is.
Veiligheidspartners Om de ambities die beschreven staan in deze kadernota daadwerkelijk te realiseren hebben, naast de gemeente, veel verschillende partners een rol. Het gaat hierbij om politie, brandweer, RIEC1, Veiligheidshuis, Stadlander, jongerenwerk, Openbaar Ministerie en andere gemeenten. Deze veiligheidspartners zijn ook intensief betrokken geweest bij de totstandkoming van deze kadernota. Een aantal interactieve bijeenkomsten heeft er plaatsgevonden, waarbij partners, vrijwilligers en de gemeenteraad, mee hebben kunnen denken en hun wensen op het gebied van ‘veiligheid’ kenbaar hebben kunnen maken. Uitvoeringsplannen Ook de komende jaren zullen deze partners mee blijven denken over het veiligheidsbeleid, aangezien naar aanleiding van deze kadernota er een aantal uitvoeringsplannen zullen verschijnen. In deze uitvoeringsplannen komen meetbare doelstellingen per veiligheidsveld. Daar waar nodig en relevant zal de link worden gelegd naar de verschillende wijken in de gemeente Bergen op Zoom. Als college zullen we een eerste uitvoeringsplan vaststellen in de zomer van 2012. Informeren gemeenteraad Als college zijn wij voornemens om de gemeenteraad drie keer per jaar te informeren over de voortgang van de uitvoering van de kadernota door middel van de concernberichten en het jaarverslag. Daarnaast zal één keer per jaar de gebiedsofficier van het Openbaar Ministerie, de clustercommandant en de teamchef (deels) aansluiten bij een commissie Burger en Bestuur. Zo krijgt de gemeenteraad de kans om in dialoog te gaan met de partners binnen het veiligheidsbeleid en kan afstemming plaatsvinden over de uitvoering van het beleid. Tot slot hopen wij dat deze kadernota u richting geeft bij de verdere uitvoering van het veiligheidsbeleid, zodat de gemeente Bergen op Zoom een veilig woon-, werk- en verblijfklimaat aan haar inwoners, bezoekers en organisaties kan blijven bieden. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Bergen op Zoom Maart 2012
1
RIEC staat voor Regionaal Informatie en Expertise Centrum.
3
Inhoudsopgave 1. Inleiding..................................................................................................8 1.1. Veiligheid in Bergen op Zoom....................................................................9 1.2. Leeswijzer..........................................................................................9 2. Bergen op Zoom: een veiligheidsbeleid in balans................................................10 2.1 Een introductie: de zes veiligheidsvelden.....................................................11 2.2 Uitwerking van de veiligheidsvelden: het drieluik...........................................12 2.3 Regierol gemeenten: aansturing politie ......................................................13 2.4. Profilering gemeente op het gebied van Veiligheid........................................14 3. Veilige Woon- en Leefomgeving.....................................................................16 3.1. Waar staan we nu................................................................................16 3.2. Ambities voor een Veilige Woon- en Leefomgeving........................................ 18 3.3. Hoe gaan we de ambities realiseren .........................................................19 4. Bedrijvigheid en Veiligheid.........................................................................23 4.1. Waar staan we nu ...............................................................................24 4.2. Ambities voor Bedrijvigheid en Veiligheid ...................................................25 4.3. Hoe gaan we de ambities realiseren..........................................................25 5. Jeugd en Veiligheid...................................................................................28 5.1 Waar staan we nu................................................................................28 5.2 Ambities voor Jeugd en Veiligheid.............................................................30 5.3 Hoe gaan we de ambities realiseren...........................................................30 6. (Bestuurlijke) aanpak georganiseerde criminaliteit ...........................................33 6.1. Waar staan we nu................................................................................33 6.2. Ambities voor de (bestuurlijke) aanpak georganiseerde criminaliteit ...................34 6.3. Hoe gaan we de ambities realiseren..........................................................34 7. Fysieke Veiligheid.....................................................................................35 7.1. Waar staan we nu ...............................................................................36 7.2. Ambities voor Fysieke Veiligheid..............................................................37 7.3. Hoe gaan we de ambities realiseren..........................................................37 8. Aanpak (sociale) calamiteiten.......................................................................39 8.1. Waar staan we nu................................................................................39 8.2. Ambities voor Aanpak (Sociale) Calamiteiten .............................................. 40 8.3. Hoe gaan we de ambities realiseren..........................................................40 9. Organisatorische- en financiële inbedding........................................................41 9.1 Beleidscyclus.......................................................................................41 9.2 Financiële paragraaf .............................................................................42 Bijlage 1 Afkortingen.....................................................................................44 Bijlage 2 Brondocumenten..............................................................................45 Bijlage 3 Landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen .........................................47
4
Samenvatting Inleiding Integraal Veiligheidsbeleid heeft in de gemeente Bergen op Zoom altijd al veel aandacht gehad. Dit is niet verwonderlijk, omdat ‘veiligheid’ nu eenmaal een belangrijke voorwaarde is voor het functioneren van de maatschappij. Voor het ontwikkelen van veiligheidsbeleid en de uitvoering ervan zijn, naast de gemeente, veel partners betrokken. In deze kadernota Veiligheid vindt u de ambities van de gemeente voor de komende jaren. Doel veiligheidsbeleid Bergen op Zoom Vanuit haar regierol, in samenwerking en afstemming met publieke en private partijen en burgers, objectieve en subjectieve veiligheid en veiligheidsrisico’s in Bergen op Zoom in beeld hebben. En de objectieve en subjectieve veiligheid daar waar mogelijk vergroten en optimaliseren. Hierbij wordt, naast dat veiligheid een kerntaak van de overheid is, een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers en ondernemers. Visie De gemeente streeft met haar veiligheidsbeleid naar het creëren van een balans. Afhankelijk van de analyse en de prioritering staat het bieden van evenwicht centraal. Zo steekt de gemeente in op preventie, maar ook repressie waar dat moet. Andere voorbeelden van het creëren van een balans zijn fysieke versus sociale veiligheid, lokaal versus landelijk, regionaal en districtelijk beleid en tot slot inzet professionals versus eigen verantwoordelijkheid van burgers en ondernemers. Veiligheidsvelden Bovenstaande balans loopt als rode draad door de zes veiligheidsvelden heen die centraal staan in deze nota. De reden waarom gekozen is voor deze velden is naar aanleiding van een analyse en de opbrengsten van het veiligheidsbeleid van de gemeente Bergen op Zoom de afgelopen jaren. Er is al veel gebeurd op het gebied van veiligheid, denk aan de inzet van de buurtpreventieteams, de oprichting van het Veiligheidshuis, de inzet van Courage en cameratoezicht en een gedegen crisisorganisatie. De komende jaren zal de gemeente deze opbrengsten verder inbedden in haar veiligheidsbeleid en insteken op ‘nieuw’ beleid wanneer het gaat om de aanpak georganiseerde criminaliteit en de aanpak van sociale calamiteiten. Hieronder staan de zes veiligheidsvelden benoemd en in grote lijnen de ambities die per veiligheidsveld zijn geformuleerd. 1.
Veilige woon- en leefomgeving veiligheidsgevoel behouden/ laten stijgen ten opzichte van 2011 in beeld brengen van de veiligheidsrisico’s bevorderen bewustwording Veilig Wonen doorontwikkeling van de nazorg van ex-gedetineerden verstevigen subregionale aanpak Veilige Publieke Taak verhogen verkeersveiligheid De ambities wilt de gemeente realiseren door het inzetten van bestaande instrumenten, zoals cameratoezicht, buurtpreventie en de aanpak van drugsoverlast en drugscriminaliteit. Daarnaast zal beschikbare informatie worden gebundeld en geanalyseerd. Tot slot wordt er ook een verkeersveiligheidsplan opgesteld. 2.
Bedrijvigheid en Veiligheid verdere invoering Parkmanagement (onaangekondigd) controleren bedrijven en horeca gelegenheden opstellen van calamiteitenplannen voor elk evenement verhogen van het veiligheidsbesef van culturele verenigingen
5
verhogen brandveiligheid kampeerterreinen De verdere invoering van Parkmanagement zal gestimuleerd worden door het geven van voorlichting en subsidie. Daarnaast worden er diverse informatiebijeenkomsten gepland voor bouwclubs in het kader van Vastenavend. Ook is er een kernteam evenementen die, samen met de organisator, verantwoordelijk is voor het opstellen van calamiteitenplannen. Tot slot wordt ook het Keurmerk Veilige Ondernemen verder gepromoot. 3.
Jeugd en Veiligheid waarborgen van de veiligheid van jeugdigen in publieke ruimten (zwembaden en scholen) inbedden Keurmerk Veilige School invoeren nieuwe drank- en horecawetgeving in beeld brengen van de risicojongeren en –groepen het voorkomen van jeugdoverlast en het actief anticiperen hierop het voorkomen en doorbreken van het drugscircuit in en rond de scholen. Binnen dit veiligheidsveld spelen ook de buurtpreventieteams en de inzet van camera’s een rol. Daarnaast zal vanuit de gemeente en de partners het Keurmerk Veilige School verder gepromoot. Ook worden de jeugdgroepen structureel in beeld gebracht en volgt er een actieplan per groep en/ of individuele jongere. 4.
Aanpak georganiseerde criminaliteit vergroten bestuurlijke weerbaarheid informatievoorziening en -positie van de gemeente vergroten integrale aanpak georganiseerde criminaliteit Om deze ambities te realiseren zal er een informatiesysteem worden ontwikkeld, zodat informatie aan elkaar kan worden gekoppeld. Ook zal er analysecapaciteit beschikbaar worden gesteld, zodat binnen de beschikbare informatie ook trends ontdekt kunnen worden. Tot slot zal de gemeente ook een bijdrage leveren aan integrale strafrechtelijke onderzoeken. 5.
Fysieke Veiligheid vergroten veiligheidsbewustzijn voorkomen van incidenten en calamiteiten toetsen constructieve- en brandveiligheid gebouwen terugdringen aantal ongewenste meldingen brandweer in kaart brengen kwetsbare objecten uitvoering geven aan beleidsplan Veiligheidsregio Deze ambities worden gerealiseerd door het borgen van de crisismanagementorganisatie, het geven van voorlichting en advies door de brandweer en het actualiseren van de risicokaart. 6.
Aanpak (sociale) calamiteiten voorbereid zijn op een sociale calamiteit versterken gemeentelijke en districtelijke crisisorganisatie Om bovenstaande ambities te realiseren zal de komende periode een (districtelijk) sociaal calamiteitenplan worden opgesteld. Ook de gemeentelijke en districtelijke crisisorganisatie zal verder worden getraind en opgeleid zodat zij voorbereid zijn op een sociale calamiteit. Tot slot zal ook de inzet en reactie op social media binnen dit veiligheidsveld verder worden uitgewerkt. Slot De gemeenteraad zal jaarlijks via de beleidscyclus geïnformeerd worden over de voortgang van de realisatie van de ambities. Het college zal de komende jaren een aantal
6
uitvoeringsplannen vaststellen. In deze uitvoeringsplannen komen meetbare doelstellingen per veiligheidsveld. Daar waar nodig en relevant zal de link worden gelegd naar de verschillende wijken in de gemeente Bergen op Zoom.
7
1. Inleiding Integraal Veiligheidsbeleid heeft in de gemeente Bergen op Zoom altijd al veel aandacht gehad. Dit is niet verwonderlijk, omdat ‘veiligheid’ nu eenmaal een belangrijke voorwaarde is voor het functioneren van de maatschappij. Het onderwerp ‘veiligheid’ is dan ook één van de belangrijkste kerntaken van de lokale overheid. De afgelopen jaren heeft de gemeente met de inzet van de buurtpreventie, de inzet van Courage, cameratoezicht en het Veiligheidshuis de ambities gerealiseerd die in de vorige kadernota Integrale Veiligheid stonden vermeld. De komende jaren is het zaak om deze veiligheidsaanpak te bestendigen en in te bedden in het structurele veiligheidsbeleid. Ook het huidige kabinet zet hoog in op veiligheid en geeft gemeenten hierbij een steeds grotere verantwoordelijkheid. Bij deze verantwoordelijkheid hoort een aantal verplichtingen, zoals het vierjaarlijks vaststellen van een integraal veiligheidsbeleid 2, het vormgeven van de regierol en het voorkómen en beheersen van incidenten en onveilige situaties. Actueel op dit moment is ook de invoering van de nieuwe politieregio’s. De gemeente Bergen op Zoom zal gaan vallen onder de politieregio Zuid-West-Nederland. Binnen deze politieregio vallen vier districten. Naar alle waarschijnlijkheid zal Bergen op Zoom, samen met de gemeenten Roosendaal, Moerdijk, Steenbergen, Halderberge, Woensdrecht, Tholen en Rucphen samen een district vormen. Binnen dit district zullen er vervolgens twee teams gaan bestaan. Bergen op Zoom valt onder het team Bergen op Zoom, Tholen, Steenbergen en Woensdrecht. De verwachting is dat minister Opstelten op korte termijn bovenstaande indeling definitief maakt. In bijlage 3 van deze kadernota vindt u meer informatie over de nieuwe politieregio’s. Het formuleren, uitvoeren en waarborgen van een integraal veiligheidsbeleid kan de gemeente niet alleen. In de uitvoering van haar veiligheidsbeleid zijn veel partners betrokken. Denk hierbij aan de politie, de brandweer en het Openbaar Ministerie. Maar ook de woningbouwcorporatie, het jeugd- en jongerenwerk, de milieudienst, de belastingdienst, inwoners en bedrijven, zijn partners die allen een bijdrage leveren aan het creëren van een veilig woon- en leefklimaat in de gemeente Bergen op Zoom. Tot slot geeft ook de gemeente uitvoering aan het veiligheidsbeleid, bijvoorbeeld door de inzet van BOA’s (Buitengewoon Opsporingsambtenaar). Binnen het hele veiligheidsveld, heeft de gemeente de regierol met als doel: de objectieve en subjectieve veiligheid en veiligheidsrisico’s in Bergen op Zoom in beeld hebben en te optimaliseren. En de objectieve en subjectieve veiligheid daar waar mogelijk te vergroten; het stimuleren en verder ontwikkelen van de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers en ondernemers; het in gezamenlijkheid uitvoeren van integraal veiligheidsbeleid. Dit laatste punt kan ook worden aangemerkt als ‘middel’, om de hierboven beschreven doelen te realiseren. Doel veiligheidsbeleid: dat zij vanuit haar regierol, in samenwerking en afstemming met publieke en private partijen en burgers, objectieve en subjectieve veiligheid en veiligheidsrisico’s in Bergen op Zoom in beeld heeft. En de objectieve en subjectieve veiligheid daar waar mogelijk vergroten en optimaliseren. Hierbij wordt, naast dat veiligheid een kerntaak van de overheid is, een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers en ondernemers.
2
Momenteel is er een wetswijziging in voorbereiding waarin het vaststellen van een integraal veiligheidsbeleid door de gemeenteraad één keer in de vier wettelijk verplicht wordt.
8
In de kadernota Integrale Veiligheid 2012-2016 staan de ambities en prioriteiten van de gemeente en haar partners, op het gebied van veiligheid, voor de komende vier jaar benoemd. Op basis van deze kadernota zal het college van Burgemeester en Wethouders uitvoeringsplannen opstellen, met daarin meetbare doelstellingen per veiligheidsveld 3. Daar waar nodig en relevant zal de link worden gelegd naar de verschillende wijken in Bergen op Zoom.
1.1. Veiligheid in Bergen op Zoom In het collegeprogramma 2010-2014 staat verwoord dat mensen die in Bergen op Zoom wonen, werken of verblijven zich veilig moeten voelen. Niet alles kan voorkomen worden, immers 100% veiligheid bestaat niet, maar met een gezamenlijke aanpak kan er wel gestreefd worden naar een zo veilig mogelijk woon-, werk- en verblijfklimaat. In deze aanpak staat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, ondernemers, (professionele) partners en burgers centraal. Hierbij wordt rekening gehouden met ieders mogelijkheden. De veiligheidsaanpak in de gemeente Bergen op Zoom is een combinatie van preventief en repressief optreden. Niet alleen het bestrijden, maar ook het voorkómen van onveiligheid staat centraal. De aanpak is zoveel als mogelijk gericht op maatwerk. Dit kan in de praktijk betekenen dat in de ene wijk, of bij het ene bedrijventerrein meer inzet wordt gepleegd dan in een andere wijk of bij een ander bedrijventerrein. Doel college Burgemeester en Wethouders: het vergroten van het veiligheidsgevoel in de gemeente Bergen op Zoom, door in gezamenlijkheid op te treden. Het college wil bovenstaand doel bereiken door onder meer de inzet van de buurtpreventieteams, het doorzetten van Courage, het optimaliseren van de rampenbestrijding en het borgen van cameratoezicht. De komende jaren zal de gemeente Bergen op Zoom, naast een actieve regierol, ook actief anticiperen op en participeren in landelijke en regionale ontwikkelingen die zich voordoen op het terrein van veiligheid. Denk onder meer aan de vorming van de nationale politie, het ontwikkelen van de politie regio Zuid- West- Nederland (ZWN) en de doorontwikkeling van de veiligheidsregio. In bijlage 3 vindt u een overzicht van alle landelijke en regionale ontwikkelingen op het gebied van Veiligheid.
1.2. Leeswijzer Na deze inleiding volgt er een hoofdstuk waarin de visie van het veiligheidsbeleid van de gemeente Bergen op Zoom wordt beschreven. Tevens zullen in dit hoofdstuk de zes veiligheidsvelden van deze kadernota worden geïntroduceerd. Een aantal van deze veiligheidsvelden komt voort uit het kernbeleid van de VNG, dat in 2010 is opgesteld. De gemeente Bergen op Zoom heeft daarnaast nog de veiligheidsvelden ‘aanpak georganiseerde criminaliteit’ en ‘aanpak (sociale) calamiteiten’ toegevoegd. In de hoofdstukken 3 tot en met 8 worden deze veiligheidsvelden verder uitgewerkt. In hoofdstuk 9 wordt aandacht besteed aan de organisatorische borging van het veiligheidsbeleid. In dit laatste hoofdstuk wordt beschreven hoe de uitvoering van de kadernota Integrale Veiligheid verder gemonitord gaat worden en wat de beschikbare middelen zijn voor de komende jaren op het gebied van integrale veiligheid.
3
Daar waar mogelijk wordt in de uitvoeringsplannen ook een link gelegd met de gemeentepeiling.
9
2. Bergen op Zoom: een veiligheidsbeleid in balans In de inleiding van deze kadernota staat al aangegeven dat het veiligheidsbeleid van de gemeente Bergen op Zoom zich aan de ene kant richt op preventie: het voorkómen van overlast, onveilige situaties en calamiteiten en aan de andere kant op repressie: stevig optreden daar waar inwoners of bedrijven ongeoorloofd gedrag laten zien en snel en adequaat optreden bij incidenten en delicten. De gemeente Bergen op Zoom streeft dan ook naar een ‘balans’ in haar veiligheidsbeleid. Deze balans loopt als een rode draad door het veiligheidsbeleid. PersoonLokaal Landelijk Preventief Fysiek Objectief Professional
Balans GebiedDistrict
Delictgericht Regio
Repressief Sociaal Subjectief Vrijwilliger
Fysiek versus sociaal4 Zo richt de gemeente Bergen op Zoom zich zowel op de fysieke veiligheid -de veiligheid voor zover deze afhankelijk is van fysieke factoren die aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van branden, ongevallen en rampen- en de sociale veiligheid -veiligheid waar het gaat om de dreiging die uitgaat van ‘mensen’-. Hierbij gaat het om de aanpak van overlast en criminaliteit en het verhogen van het veiligheidsgevoel bij inwoners, ondernemers en bezoekers van onze gemeente. De sociale veiligheid in de publieke ruimte wordt beïnvloed door de objectieve en subjectieve veiligheid. Objectief versus subjectief Objectieve veiligheid heeft betrekking op het feitelijke aantal incidenten dat plaatsvindt in een bepaalde omgeving en de werkelijk (statistische) kans die burgers lopen om daarvan slachtoffer te worden. De objectieve veiligheid wordt doorgaans onderverdeeld in persoonsgerelateerde criminaliteit en overlast. Persoons-gerelateerde criminaliteit is criminaliteit waarvan burgers persoonlijk schade ondervinden of die de integriteit aantast. Met overlast wordt bedoeld overlast van rondhangende groepen jongeren, geluidsoverlast, wildplassen, onbeleefdheden, rondslingerend vuil, bedreigingen en scheldpartijen. Subjectieve veiligheid heeft betrekking op de veiligheidsbeleving ofwel de kans die burgers menen te hebben om slachtoffer te worden van een incident. Bij subjectieve veiligheid gaat het dus om de zorg die mensen hebben om misdaad en wangedrag. Persoonsgericht versus delict- en gebiedsgericht Een balans in het Veiligheidsbeleid is ook aanwezig door de aanpak te richten op een persoonsgerichte-, delictgerichte- en een gebiedsgerichte aanpak. Persoonsgericht richt zich op onder meer veelplegers en risicojeugd. De aanpak vindt onder meer plaats in het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom. Delictgericht bevat onder meer woninginbraken en overvallen. Politie heeft hierin een belangrijke rol, samen met het Midden- en Klein Bedrijf, ondernemers en burgers. Tot slot gaat gebiedsgericht over verloedering, leefbaarheid en overlast. Bij deze aanpak gaat het om een nauwe en intensieve samenwerking tussen bewoners, woningbouwcorporatie en het bedrijfsleven. 4
Voor de definitie van de fysieke en sociale veiligheid is gebruik gemaakt van de definitie die de provincies hanteren.
10
Lokaal versus districtelijk en regionaal De balans is ook terug te vinden door aan de ene kant lokaal sterk in te steken (duidelijke ambities voor Bergen op Zoom vastleggen voor de komende jaren) en daarnaast door onze energie te steken op het versterken van de districtelijke en regionale samenwerking. Districtelijk5 wordt er zowel ambtelijk als bestuurlijk intensief samengewerkt, onder meer op het gebied van de rampenbestrijding als op het gebied van het voorkómen van overvallen en straatroven. Eigen verantwoordelijkheid versus professionals Tot slot gaat het bij ‘balans’ in het veiligheidsbeleid ook om het creëren van een evenwicht tussen aan de ene kant de eigen verantwoordelijkheid van burgers en organisaties en aan de andere kant de inzet van professionals wanneer dat is vereist. Als voorbeeld: inwoners en ondernemers hebben zelf een verantwoordelijkheid in het voorkómen van brand, maar hebben daarnaast het recht op inzet van de brandweer wanneer zich een brand voordoet (zie ook hoofdstuk 7 ‘fysieke veiligheid’). Bovenstaande balans loopt ook door in de zes veiligheidsgebieden die in deze kadernota centraal staan.
2.1 Een introductie: de zes veiligheidsvelden Waarom deze veiligheidsvelden: 1. Analyse van de huidige veiligheidssituatie. Op basis van de informatie die beschikbaar is en toekomstige ontwikkelingen is voor deze zes veiligheidsvelden gekozen. 2. Opbrengsten en maatregelen van het veiligheidsbeleid de afgelopen jaren. De afgelopen jaren is er veel gebeurd op het gebied van veiligheid, denk bijvoorbeeld aan de buurtpreventieteams en de aanpak van drugscriminaliteit en -overlast. Dit beleid wil de gemeente de komende jaren verder voortzetten en daar waar nodig doorontwikkelen. 3. Format VNG. De VNG heeft ook een aantal veiligheidsvelden benoemd voor integraal gemeentelijk veiligheidsbeleid. Er is gekozen voor het deels overnemen van deze veiligheidsvelden. Daarnaast is de keus gemaakt om de komende jaren te investeren in de aanpak van georganiseerde criminaliteit en aanpak (sociale) calamiteiten. 4. Het bundelen van de input die is verkregen naar aanleiding van de diverse bijeenkomsten die zijn geweest ter voorbereiding op deze kadernota (bijeenkomsten met de raad, professionals en vrijwilligers). De veiligheidsvelden en bijbehorende thema’s van deze kadernota zijn: -
Veilige woon- en leefomgeving • Kwaliteit woonomgeving (inclusief onveiligheidsgevoelens) • Huiselijk Geweld • Tegengaan drugsoverlast • Verkeersveiligheid • Nazorg • Discriminatie • Aanpak van geweld tegen publieke functionarissen (Veilige Publieke Taak) 5
Het district Bergen op Zoom bestaat uit de gemeenten Roosendaal, Woensdrecht, Halderberge, Steenbergen en Moerdijk. In de loop van 2012 komen hier ook de gemeenten Rucphen en Tholen bij.
11
-
Bedrijvigheid en veiligheid • Evenementen (inclusief slecht weer alarm) • Bedrijventerreinen en winkels (inclusief cameratoezicht) • Uitgaan/ horeca (inclusief cameratoezicht en nieuwe drank- en horecawet) • Toerisme en onveiligheid (o.a. campings etc). Jeugd en veiligheid • Veiligheid voor jeugdigen in het publieke domein (op school, op de sportparken, etc). • Overlast jeugd en jeugdgroepen Aanpak georganiseerde criminaliteit • Vervlechten informatiestromen diverse afdelingen en partners (o.a. RIEC, Politie, Courage, Veiligheidshuis, Belastingdienst). • Bestuurlijke weerbaarheid : Regionaal Informatie en Expertise Centrum/ BIBOB6/ bestuurlijke integriteit
-
-
-
Fysieke veiligheid • (Brand)veiligheid gebouwen • Risico’s gevaarlijke stoffen (weg, spoor en water)/ externe veiligheid Aanpak (sociale) calamiteiten • Aanpak maatschappelijke onrust • Crisisbeheersing • Etnisch geweld
-
In deze kadernota worden de veiligheidsvelden verder uitgewerkt. Bij de uitwerking wordt het ‘drieluik’ gevolgd. Het drieluik is een methodiek die afkomstig is vanuit het project Courage7. De methodiek geeft een richtlijn voor de uitwerking van de veiligheidsvelden. Hieronder vindt u een toelichting op het drieluik.
2.2 Uitwerking van de veiligheidsvelden: het drieluik Drieluik: 1 .Informatiepositie 2. Handhavingsstrategie 3. Communicatiestrategie Het drieluik bestaat uit drie onderdelen: • Actuele informatiepositie (waar staan we nu en welke ambities heeft de gemeente de komende jaren?). Hierbij gaat het om de beschikbare informatie met betrekking tot een veiligheidsveld. Belangrijk is om informatie te bundelen en te analyseren. In de uitwerking van elk veiligheidsveld wordt aangegeven wat er op dat veiligheidsgebied de afgelopen jaren is gedaan en welke informatie beschikbaar is. Als gemeente willen we ernaar toe dat informatie steeds meer gebundeld en geanalyseerd wordt. Bijvoorbeeld het samenvoegen van informatie over criminele activiteiten en woninginbraken in de districtgemeenten. Door het koppelen van informatie kunnen trends worden gesignaleerd, ambities worden geformuleerd en kan er gericht (informatie gestuurd) worden gewerkt. • Handhavingsstrategie (hoe gaan we de ambities realiseren). Hierbij gaat het om activiteiten, projecten en middelen die worden ingezet om de ambities -die 6
BIBOB staat voor wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur.
7
Courage is een project van de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal die zich richt op de bestrijding van drugscriminaliteit en drugsoverlast.
12
•
voortvloeien uit een actuele informatiepositie- te realiseren. U kunt hierbij denken aan de inzet van buurtpreventie, de start van de integrale aanpak jaarwisseling of de inzet van camera’s. Communicatiestrategie. Als laatste onderdeel bestaat het drieluik uit de communicatiestrategie. Onder communicatiestrategie verstaan we in deze kadernota de partners die betrokken zijn bij een veiligheidsveld. De gemeente heeft partners, zoals politie, brandweer, woningbouwcorporatie, buurtpreventie, jongerenwerk, ondernemers en inwoners nodig om het veiligheidsbeleid te ontwikkelen en er uitvoering aan te geven. Bij de communicatiestrategie gaat het ook om de wijze waarop een boodschap wordt gecommuniceerd, door wie en naar wie. Alhoewel het soms lastig is om dit per veiligheidsveld te concretiseren kan, in de uitvoeringsplannen, hier concreter invulling aan worden gegeven. Aangezien daarin per gebied (veiligheids) acties worden benoemd.
De visie van de gemeente op communicatie is dat bij een (dreigende) crisis of calamiteit gecommuniceerd wordt naar de doelgroep die er (direct of indirect) bij betrokken is. Bij een (dreigende) crisis of calamiteit wordt er een omgevingsanalyse gemaakt, zodat duidelijk wordt naar wie er gecommuniceerd dient te worden. Immers, bij een brand in de binnenstad is de doelgroep en dus ook hetgeen gecommuniceerd wordt, anders dan wanneer zich een brand voordoet op het platteland. Tot slot geldt voor alle communicatie naar burgers en partners, dat de communicatie zoveel mogelijk in gezamenlijkheid gebeurt, dus gemeente, samen met politie, brandweer, jongerenwerk, etcetera. En dat de communicatie die op het gebied van veiligheid ‘uitgaat’, zo helder en duidelijk mogelijk is. Waarbij ook steeds meer gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden met betrekking tot social media. In de uitwerking van het veiligheidsveld ‘aanpak (sociale) calamiteiten’ in de uitvoeringsplannen zal gekeken worden hoe de inzet van social media middelen bij kunnen dragen aan het voorkomen en bestrijden van (sociale) calamiteiten. Naast de inzet van social media blijft ook het geven van (persoonlijke) voorlichting een belangrijk communicatiemiddel. In de hoofdstukken 3 tot en met 8 zal bovenstaande drieluik worden gebruikt voor de uitwerking van de veiligheidsvelden. Zoals is gezegd zal de uitwerking van de communicatiestrategie nadrukkelijker terugkomen in de uitvoeringsplannen.
2.3 Regierol gemeenten: aansturing politie Het hebben van een actueel, breed en samenhangend lokaal veiligheidsbeleid is belangrijk om zo de (lokale) sturing op veiligheid (en daarmee ook op de politie) te organiseren. Sturing op veiligheid gebeurt in samenwerking en afstemming met de politie, brandweer en het Openbaar Ministerie. De handelingen en bevoegdheden van de burgemeester zijn de afgelopen jaren flink toegenomen en zijn tegelijkertijd steeds meer in het brede veiligheidsbeleid ingebed. De burgemeester heeft het toezicht op openbare bijeenkomsten en op voor het publiek openstaande gebouwen, zoals horecagelegenheden. Ook kan de burgemeester noodbevelen geven en noodverordeningen vaststellen. Tot slot heeft de burgemeester ook het opperbevel bij brand en bij ongevallen. Regie De gemeente kent verschillende vormen van regie. Deze zijn afhankelijk van de context. Zo zal bij het optimaliseren van cameratoezicht meer sprake zijn van regie vanuit een opdrachtgeverschap richting het camerabedrijf. Bij de buurtpreventie is de regierol meer faciliterend van aard. Deze verschillende vormen van regie bijten elkaar niet, maar werken in sommige gevallen juist aanvullend op elkaar. Belangrijk is wel dat bij elk thema of project de vorm van regie helder is. De gemeente heeft ook een regierol richting de politieorganisatie. Deze organisatie maakt momenteel een enorme ontwikkeling door (zie
13
voor meer informatie bijlage 1). Inmiddels is aan de minister voorgesteld om ons huidige politiedistrict8 uit te breiden met Rucphen en Tholen. In het voorjaar van 2012 zal de minister hierover een besluit nemen. Het nieuw te vormen district 9 zal gaan bestaan uit twee teams, een team ‘Roosendaal’ en een team ‘Bergen’. Onder dit laatste team vallen de gemeenten Bergen op Zoom, Steenbergen, Woensdrecht en Tholen. Samenwerking Belangrijk is en blijft een goede en intensieve samenwerking tussen gemeente, politie, brandweer, Openbaar Ministerie en overige veiligheidspartners (Woningcorporatie, Belastingsdienst etc.) Vertrouwen in elkaar en het uitwisselen van verwachtingen en informatie is hierbij essentieel. In de (lokale) driehoek10 worden maandelijks de lopende zaken besproken en is afstemming mogelijk. In de toekomst zal de driehoek zich meer per ‘politieteam’ gaan organiseren. De verwachting is dat er een gezamenlijke driehoek komt met de gemeenten Bergen op Zoom, Woensdrecht, Steenbergen en Tholen. Dit neemt niet weg dat de burgemeester tweewekelijks het contact met de politie wil houden, vandaar dat de gemeente Bergen op Zoom weer een tweewekelijks veiligheidsoverleg wil organiseren, wanneer de driehoek meer op teamniveau wordt georganiseerd. Alhoewel intensief contact en structurele overleggen noodzakelijk zijn om regie te voeren, is dit niet voldoende. Sturing In navolging van het rapport ‘Sleuren of Sturen’ van prof. Dr. P.W. Tops (juli 2010) zal de gemeente Bergen op Zoom, in overleg met de driehoek, de lokale sturing op veiligheid en politie versterken door: 1. De politiezorg af te stemmen op lokale veiligheidsopgaven. De minister gaat over het aantal politiefunctionarissen en het is aan de politie zelf om invulling te geven aan ‘hoe’ politietaken worden uitgevoerd. Echter, de burgemeester kan, samen met de officier van Justitie, wel lokaal afspraken maken over de inzet van de politie. In deze kadernota worden de prioriteiten aangeven. Zo zal de komende jaren flink worden ingezet op de aanpak van de georganiseerde criminaliteit, maar ook het terugdringen van woninginbraken, overvallen en straatroven blijft een belangrijk aandachtspunt. 2. Districtelijk intensief met elkaar samen te werken. Veiligheidsplannen worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd en zowel ambtelijk als bestuurlijk is er intensief en structureel contact. Door districtelijk op te trekken en gezamenlijk afspraken te maken kan de politie ook gerichter worden ingezet en is de inzet minder versnipperd. 3. Bestuurlijke drukte zoveel mogelijk te beperken. De politie moet professioneel en op een efficiënte wijze zijn werk kunnen blijven doen. De gemeente kan hier aan bijdragen door effectief te vergaderen en door heldere afspraken te maken. 4. Tot slot zal er ook een periodiek overleg komen met de gemeenteraad en de deelnemers van de driehoek (zie ook hoofdstuk 9), zodat afstemming en betrokkenheid met de lokale politiek wordt verstevigd.
2.4. Profilering gemeente op het gebied van Veiligheid De afgelopen jaren heeft de gemeente Bergen op Zoom laten zien dat zij op het gebied van veiligheid een belangrijke rol speelt in de districtelijke, regionale en zelfs landelijke 8
Op 1 januari 2012 bestaat het politiedistrict Bergen op Zoom uit de gemeenten: Bergen op Zoom, Roosendaal, Steenbergen, Woensdrecht, Halderberge en Moerdijk. 9
De komende periode wordt duidelijk welke naam dit nieuwe district gaat krijgen.
10
De lokale driehoek participeren naast de burgemeester, de teamchef van de politie, de gebiedsofficier van het Openbaar Ministerie en de clustercommandant van de brandweer. Momenteel komt de driehoek één keer per maand bij elkaar. Naast de lokale driehoek is er ook een districtelijke driehoek waarin de burgemeesters van dit district participeren.
14
netwerken. Met de inrichting van de buurtpreventie, de oprichting en invulling van het districtelijke Veiligheidshuis en de drugsaanpak van Courage heeft Bergen op Zoom zich op de kaart gezet. Deze profilering naar partijen binnen en buiten de gemeente wil de Bergen op Zoom de komende jaren ook voortzetten, onder meer om de landelijke, regionale en districtelijke contacten met allerlei partijen goed te onderhouden. Bovenstaande neemt niet weg dat de gemeente ook in staat moet zijn om voortdurend mee te bewegen met ontwikkelingen die zich voordoen in de samenleving, zoals de bezuinigingsoperatie waar veel instellingen mee worden geconfronteerd, de steeds digitaler wordende maatschappij en de nieuwe politieregio’s. De komende jaren wordt dan ook, samen met de districtgemeenten en andere partners van het Veiligheidshuis, heel nadrukkelijk gekeken naar de doorontwikkeling van het Veiligheidshuis. Waar willen we met het Veiligheidshuis naar toe, hoe kunnen we de samenwerking tussen zorg- en justitiepartners verder versterken en welke vorm van sturing of regie past het beste bij deze nieuwe ontwikkelingen, zijn vragen die de komende jaren beantwoord gaan worden. Hetzelfde geldt voor Courage. De organisatievorm van Courage zal de komende jaren worden ingebed in het bestaande veiligheidsbeleid. Immers, de opbrengsten en meerwaarde van Courage mogen niet komen te vervallen. De bestrijding van drugsoverlast en de aanpak van de georganiseerde criminaliteit zijn dan ook belangrijke thema’s binnen het veiligheidsbeleid de komende jaren. Hierbij staat ook het versterken van de informatiepositie centraal. Informatie van onder meer het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), Veiligheidshuis en Courage dient te worden gebundeld, gestroomlijnd en geanalyseerd, zodat trends zichtbaar worden. Het RIEC is een samenwerkingsverband tussen Gemeenten, Politiekorpsen, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, FIOD, Provincie, Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst en VROM. Door een verbeterde informatie uitwisseling tussen genoemde partners kan de georganiseerde criminaliteit vanuit meerdere disciplines (strafrecht, bestuursrecht, civiel- en fiscaalrecht) worden bestreden. De gemeente Bergen op Zoom neemt deel aan het RIEC en heeft een convenant met hen afgesloten, zodat informatie gedeeld mag worden.
15
3. Veilige Woon- en Leefomgeving Een veilige woon- en leefomgeving is een omgeving die niet alleen veilig is, maar die bovendien ook als veilig ervaren wordt. Een belangrijk doel binnen dit veiligheidsveld is een afname van woninginbraken, bedrijfsinbraken en voertuigcriminaliteit. Dit zijn zaken die vooral betrekking hebben op de objectieve, meetbare, veiligheid. Daarnaast is het van belang dat de inwoners van Bergen op Zoom zich ook daadwerkelijk veilig(er) voelen in hun woon- en leefomgeving, de zogenoemde subjectieve veiligheid. Dit wordt bereikt door een afname van de criminaliteit, maar ook door het schoon en heel houden van de omgeving. Naast een veiliger gevoel, bevordert dit ook de leefbaarheid in de wijken en buurten. De aanpak van drugsoverlast en vandalisme maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Het creëren en/ of behouden van een veilige woon- en leefomgeving is een taak waar de gemeente, naast haar publieke partners, ook private partijen en inwoners voor nodig heeft. Daarom is de betrokkenheid van private partijen, maar vooral ook inwoners van groot belang. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de buurtpreventie. De veilige woon- en leefomgeving is een breed veiligheidsveld dat raakvlakken vertoont met de overige vijf veiligheidsvelden.
3.1. Waar staan we nu In de afgelopen jaren is de gemeente al met haar partners en inwoners actief geweest om een veilige woon- en leefomgeving te bevorderen. Veel van het reeds ingezette beleid zal dus ook een belangrijk deel uitmaken van het beleid voor de komende jaren. Dit geldt ook voor de manier van werken. De samenwerking met partners en inwoners zal dan ook zoveel mogelijk gezocht worden op alle terreinen. Ook wordt zoveel mogelijk samengewerkt met andere gemeenten. Hieronder worden enkele voorbeelden van het ingezette beleid kort toegelicht. Buurtpreventie In de gemeente Bergen op Zoom zijn op dit moment ongeveer 600 vrijwilligers actief, verdeeld over twintig teams, voor de buurtpreventie. De teams bestaan uit buurtbewoners die zich actief inzetten voor het creëren en behouden van een veilige en leefbare buurt. Zij vormen de ogen en de oren van de gemeente en de politie. De buurtpreventieteams zijn dan ook zichtbaar aanwezig in de wijken. Hun activiteiten zorgen voor meer sociale controle en samenhang in de wijken en buurten. Er bestaat dan ook een nauwe samenwerking tussen de buurtpreventieteams, de politie en de Buitengewoon Opsporingsambtenaren van de gemeente. Het komt regelmatig voor dat vraagstukken integraal worden opgepakt. Ook de belastingdienst kan een partner zijn die betrokken is in deze situaties. Daar waar de buurtpreventieteams zichtbaar aanwezig zijn in de wijken en preventief te werk gaan, werkt de politie steeds meer probleemgericht. De politie is altijd bereikbaar en aanwezig en zichtbaar daar waar problemen en/ of risico’s zich voordoen. Cameratoezicht Op dit moment hangen er 29 camera’s 11 in de gemeente Bergen op Zoom in het kader van Openbare Orde en Veiligheid en kent de gemeente twee mobiele camera’s. De camera’s zijn een middel om de veiligheid in het publieke domein te beheersen, om de subjectieve en objectieve veiligheid te vergroten en ze worden ingezet om te handhaven. De camera’s helpen de politie dus in het uitvoeren van hun taken, met name tijdens de horecadiensten en bij evenementen. In 2012 zal naar verwachting een wijziging in de gemeentewet plaatsvinden, waardoor het mobiele cameratoezicht in de toekomst makkelijker kan worden ingezet. 11
De camera’s hangen op grond artikel 151c van de Gemeentewet.
16
Courage De gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal werken nauw samen in het project Courage om drugsoverlast en drugscriminaliteit tegen te gaan. De eerste slag rondom de met drugs verbonden overlast is grotendeels gewonnen. De tweede slag richt zich op de aanpak van de criminele infrastructuren. Bij het veiligheidsveld aanpak georganiseerde criminaliteit wordt dit verder uitgewerkt (hoofdstuk 6). Daarnaast is Courage gericht op het versterken en onderhouden van het vertrouwen bij de burger met het beleid dat reeds is ingezet. Dit vergt de komende jaren aanpak van de resterende drugsoverlast en criminaliteit. De organisatievorm van Courage zal de komende jaren worden herzien en verder worden ingebed in het bestaande veiligheidsbeleid. Bijzonder Opsporings Ambtenaren (BOA’s) Op het gebied van Veiligheid werken veel partners samen, denk hierbij onder meer aan politie, Openbaar Ministerie, buurtpreventieteams en het RIEC. Ook de gemeente geeft uitvoering aan het veiligheidsbeleid door het inzetten van de BOA’s en de Toezichthouders. De afgelopen jaren is er een steeds nauwere afstemming en samenwerking ontstaan tussen politie en gemeente. Deze afstemming komt tot uiting door een gezamenlijke inzet van bijvoorbeeld de bestuurlijke- en strafrechtelijke handhaving, de inzet tijdens de gemeentelijke controles en tijdens evenementen. De BOA’s voeren de controles uit, maar de politie is aanwezig om incidenten -zoals agressie en geweld- te voorkomen en op te treden wanneer deze incidenten zich onverhoopt toch voordoen. Alhoewel er een intensieve afstemming bestaat tussen politie en de gemeentelijke handhavers, hebben beide partners wel andere taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De politie richt zich expliciet op het terrein van ‘criminaliteit’ en ‘openbare orde en overlast’ en zijn ook toegerust om de taken op dit gebied uit te voeren. De gemeentelijke handhavers richten zich vooral op de ‘leefbaarheid’ en de ‘overlast’, werken in principe alleen en zijn onbewapend. In de toekomst zal de samenwerking tussen politie en de gemeentelijke handhavers verder worden geïntensiveerd, onder meer door de vorming van de nationale politie en de takendiscussie die zich binnen het politieapparaat voltrekt. Ook krijgen de BOA’s andere taken door wetswijzigingen. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe drank- en horecawet en de prostitutiewet. Samenwerking en afstemming tussen de gemeentelijke handhavers, politie, Openbaar Ministerie en andere partners is onmisbaar. Integrale aanpak hennepkwekerijen De gemeente Bergen op Zoom participeert in een pilot Integrale aanpak hennepkwekerijen. In deze pilot zijn alle gemeenten van het huidige politiedistrict, de politie, het Openbaar Ministerie en de andere partners vertegenwoordigd. De integrale aanpak kenmerkt zich door de toevoeging van de bestuurlijke aanpak (toepassen bestuursdwang). Hierdoor is het mogelijk om de feitelijke kosten van het ontruimen in rekening te brengen bij de overtreder. Bestuursdwang (toe te passen door de gemeente) is daarmee, aanvullend op de toepassing van het strafrecht een effectiever wapen in de strijd tegen de illegale hennepteelt, omdat de overtreder nog zwaarder getroffen wordt. Deze pilot zal de duur van één jaar hebben (tot en met eind 2012), inclusief een evaluatie moment. Uit de evaluatie zal blijken of deze aanpak succesvol is en kan worden gecontinueerd. Veiligheidshuis district Bergen op Zoom In het Veiligheidshuis wordt nauw samengewerkt tussen gemeenten, politie, zorg- en justitiepartners. De doelen van het Veiligheidshuis zijn het voorkómen van eerste delicten, het terugdringen van herhaling van het delict en adequate zorg voor het slachtoffer. In het Veiligheidshuis zijn diverse casus overleggen, voor diverse doelgroepen. Zoals jeugd, veelplegers en nazorgklanten.
17
Woninginbraken, Overvallen en Straatroven (WOS) WOS staat voor Woninginbraken, Overvallen en Straatroven. Deze drie zaken zijn de speerpunten van een samenwerkingsverband tussen de (nu nog) zes gemeenten in het district, de politie en het Openbaar Ministerie. Dit samenwerkingsverband had voorheen de naam Donkere Dagen Offensief. Op basis van actuele informatie wordt hier afgestemd welke acties de verschillende partners in gaan zetten om het aantal woninginbraken, overvallen en straatroven terug te dringen en de bewustwording te vergroten. Aanpak jaarwisseling Sinds een aantal jaren kent het district Bergen op Zoom een ‘integrale aanpak jaarwisseling’. Deze aanpak houdt in dat ver voor de jaarwisseling afspraken worden gemaakt met partners, zoals de politie, brandweer, de GHOR, gemeenten, buurpreventie en jongerenwerk, hoe de jaarwisseling zo rustig mogelijk kan verlopen. In een document wordt vastgelegd hoe de communicatielijnen lopen, hoe de briefing eruit ziet en hoe er wordt opgetreden tegen agressie en geweld tegen publieke functionarissen. De afgelopen jaren heeft deze integrale aanpak ertoe geleid dat er minder schade is gedurende de oud en nieuw periode en dat er adequater en sneller wordt gereageerd door de diverse partners wanneer overlast plaatsvindt.
3.2. Ambities voor een Veilige Woon- en Leefomgeving Ambitie Veilige Woon- en Leefomgeving: Het veiligheidsgevoel van de inwoners van de gemeente Bergen op Zoom in de aanstaande periode van vier jaar is gestegen of minstens gelijk gebleven ten opzichte van 201112. Om deze ambitie te bereiken worden alle bovengenoemde instrumenten van het veiligheidsbeleid ingezet. De context waarin problemen zich voordoen, is bepalend voor de instrumenten die ingezet worden. Naast deze hoofdambitie zijn er verschillende andere ambities die bijdragen aan het realiseren van de hoofdambitie op dit veiligheidsveld: 1. 2. 3. 4. 5.
Het in beeld brengen van de veiligheidsrisico’s op het gebied van de woon- en leefomgeving waardoor het mogelijk is om integraal en direct op eventuele risico’s te anticiperen. Het bevorderen van de bewustwording van de inwoners van de gemeente Bergen op Zoom als het gaat om Veilig Wonen. Een onderdeel hiervan is het promoten van het Keurmerk Veilig Wonen13. Het intensiveren van, en verder uitvoering geven aan, de aanpak van huiselijk geweld. De preventieve aanpak vanuit het Veiligheidshuis speelt hier een grote rol. Ook zal er verder uitvoering gegeven worden aan het tijdelijk huisverbod. Het doorontwikkelen van de nazorg vanuit het Veiligheidshuis. Hierbij wordt nadrukkelijk de link gelegd met de pilot BIJ (Bestuurlijke Informatie Justitiabelen). Het optimaliseren van het cameratoezicht in de gemeente Bergen op Zoom, door het flexibeler inzetten van cameratoezicht en waar nodig te verplaatsen of uit te breiden.14
12
Hiervoor wordt het rapportcijfer onveiligheidsgevoel in eigen buurt uit de Gemeentepeiling gehanteerd als maatstaf. Dit cijfer zegt veel over de woon- en leefomgeving. In 2011 zijn de cijfers als volgt (onveiligheidsgevoelens vaak 2,6/ soms 18,8/ zelden 4,5/ nooit 69,3 of weet niet 4,9). 13 Het Keurmerk Veilig Wonen is een veiligheidsinstrument dat aantoonbaar bijdraagt aan de sociale veiligheid in en rond woningen, wooncomplexen en in de wijken. 14
Op dit moment wordt door de minister gewerkt aan een wetswijziging waardoor cameratoezicht op basis van art. 151c gemeentewet ook tijdelijk en flexibel ingezet kan worden in een, door de burgemeester,
18
6.
Het verder intensiveren van de samenwerking met de betrokken externe partners en burgers. Hierdoor kan er integraal en in gezamenlijkheid gewerkt worden aan een veiligere woon- en leefomgeving. 7. Het komen tot een voortzetting van de opbrengsten en verworvenheden van het project Courage. 8. Het verstevigen van de subregionale aanpak van agressie en geweld tegen mensen met een publieke functie en tegen politiek ambtsdragers. 9. Het verhogen van de verkeersveiligheid middels het Brabants Verkeersveiligheidsplan 2012.
3.3. Hoe gaan we de ambities realiseren De ambities binnen het veiligheidsveld ‘veilige woon- en leefomgeving’ zijn breed van aard. Veel ambities zijn gericht op het voortzetten of uitbouwen van bestaand beleid. Hieronder vindt u per ambitie een toelichting hoe de gemeente, samen met haar veiligheidspartners, de ambities wil bereiken. 1. Beschikbare (veiligheids)informatie automatisch aan elkaar koppelen. Het in beeld brengen van de veiligheidsrisico’s is een onderdeel van het optimaliseren van de informatiepositie. Door een goede en actuele informatiepositie wordt het mogelijk om gegevens te analyseren en om ‘trends’ zichtbaar te maken. Het WOS (Woninginbraken, Overvallen en Straatroven) overleg is een voorbeeld om actuele gegevens met elkaar te bespreken, te delen en te analyseren. De komende jaren zal het WOS overleg in de gemeente dan ook worden voortgezet. Naast het in beeld brengen van de veiligheidsrisico’s zijn ook de gemeentepeiling en de politiecijfers belangrijke thermometers voor de objectieve en subjectieve veiligheid. Daarnaast komt er, via bijvoorbeeld klachten, veel informatie binnen bij politie en gemeente over de woon- en leefomgeving, maar ook over meldingen van discriminatie, belediging of het ongelijk behandelen van mensen. Ook deze signalen vormen belangrijke input voor het inzetten van de verschillende veiligheidsinstrumenten. In de aanstaande vier jaar wordt deze informatie zoveel mogelijk gebundeld, door (bestaande) registratiesystemen aan elkaar te koppelen. 2. Voorlichten van inwoners en ondernemers over het Keurmerk Veilig Wonen op informatiebijeenkomsten. De tweede ambitie is opgesteld omdat in de afgelopen jaren is gebleken het veiligheidsbewustzijn onder inwoners kan worden vergroot. Het eerder omschreven WOS overleg speelt hier een belangrijke rol. In dit overleg wordt immers de informatie over onder meer woninginbraken gedeeld tussen de betrokken partners. Door de informatie die hier gedeeld wordt, is het mogelijk om burgers heel gericht voor te lichten en bewust te maken van de dingen die zij zelf kunnen doen om veiliger te wonen en te leven15. Voorbeeld hiervan is dat de politie aangeeft dat er een forse stijging is van het aantal inbraken/ diefstallen met behulp van een babbeltruc of via de e-mail. De gemeente kan hier bijvoorbeeld op een informatiebijeenkomst aandacht aan besteden. De genoemde informatiebijeenkomst is een belangrijk middel, maar de komende jaren zal er ook gerichte informatie via de buurtpreventieteams verstrekt worden. 3. Bijdrage leveren aan het dagelijks overleg Huiselijk Geweld en het afgeven van tijdelijk huisverboden. Huiselijk geweld blijft een belangrijk aandachtspunt binnen de veilige woon- en leefomgeving en kan in alle soorten van huishoudens voorkomen (van jong tot oud). Onder Huiselijk Geweld valt eergerelateerd geweld, ouder- en kindmishandeling en huiselijke dwang. In de komende jaren zal de gemeente Breda de rol van aangewezen gebied. Daarnaast wordt continue gemonitord of de camera’s nog wel op de juiste plaats hangen en of er uitbreiding plaats moet vinden. 15
Deze bewustwording is van groot belang. Zo lang mensen bijvoorbeeld hun deuren en ramen niet afsluiten, kan de politie surveilleren wat zij wil, maar zal het aantal woninginbraken niet minder worden.
19
centrumgemeente blijven vervullen. In het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom vindt er dagelijks een casusoverleg Huiselijk Geweld plaats. Met de betrokken partners wordt er continue gezocht naar verbeteringen in de bestaande aanpak. Het tijdelijk huisverbod is een middel dat in het verleden effectief is gebleken. Daarom zal dit middel, samen met het preventief huisverbod, waar mogelijk, meer ingezet gaan worden in de komende vier jaar. De gemeente zal intensief contact opbouwen en onderhouden met het Steunpunt Huiselijk Geweld, zodat zij actiever gebruik gaan maken van de wet Tijdelijk Huisverbod. 4. Bijdrage blijven leveren aan het casusoverleg nazorg en dit koppelen aan de BIJ en COSA. Sinds de zomer van 2010 kent het Veiligheidshuis Bergen op Zoom een districtelijk nazorg overleg. Bij dit overleg sluiten zorg- en justitiepartners aan. Tijdens het overleg worden mensen besproken die in detentie zitten en op korte termijn vrij komen. Per individu wordt bekeken wat er geregeld moet worden en welke (hulpverlenings)trajecten er in gang moeten worden gezet. In 2011 zijn er voor de gemeente Bergen op Zoom 132 casussen besproken (bron jaarverslag Veiligheidshuis 2011). De gemeente Bergen op Zoom is centrum gemeente voor de nazorg, dit betekent dat onze gemeente de middelen vanuit het Rijk krijgt (in 2012 en 2013 via een decentralisatie uitkering). De komende jaren zal de nazorg verder worden doorontwikkeld, met name op het gebied van huisvesting: afspraken maken met de woningbouwcorporatie over het huisvesten van ex-gedetineerden en een intensievere samenwerking met de intergemeentelijke sociale dienst. Daarnaast zal er een duidelijke link worden gelegd tussen de districtelijke nazorg en het BIJ (Bestuurlijke Informatie Justitiabelen). Wanneer zedendelinquenten terugkeren in de maatschappij worden gemeenten hierover geïnformeerd. Gemeenten zijn hierdoor, onder meer door informatie vanuit het Openbaar Ministerie, beter voorbereid op de terugkeer van een zedendelinquent in een wijk of buurt. Tot slot zal in dit kader vanuit de Reclassering Nederland ook gestart worden met het COSA project. COSA staat voor ‘Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid’. COSA is een methode om zedendaders veilig te laten terugkeren in de maatschappij. Vrijwilligers vormen samen een cirkel rondom een terugkerende zedendader, zodat deze begeleidt terug kan keren in de samenleving. 5. Het optimaliseren van (verplaatsbaar) cameratoezicht in de gemeente. Door de wetswijzigingen die op dit moment in de maak zijn, wordt het in de toekomst mogelijk gemaakt om actief met tijdelijk en verplaatsbaar cameratoezicht aan de slag te gaan. Het is dan mogelijk om in een overlastsituatie voor een vooraf bepaalde periode cameratoezicht in te zetten. Daarnaast wordt de komende jaren actief met de politie overlegd over de juiste locaties voor de vaste camera’s. Dit kan er toe leiden dat bepaalde camera’s worden verplaatst en/ of dat het aantal camera’s wordt uitgebreid. Door deze genoemde aanpassingen wordt er voor gezorgd dat het cameratoezicht zo goed mogelijk aansluit op de problematiek op straat. 6. Uitbreiden van het aantal buurtpreventieteams en deelname aan burgernet promoten. De zesde ambitie draagt bij aan het realiseren van de andere ambities. Het gaat dan met name om de manier waarop er gewerkt wordt tussen de veiligheidspartners. Dit geldt dus ook voor de andere veiligheidsvelden. Omdat het betrekken van burgers bij veiligheid heel duidelijk naar voren komt bij de buurtpreventie, is deze ambitie onder dit veiligheidsveld gezet. In de afgelopen jaren is er al nauw samengewerkt met andere gemeenten, de veiligheidspartners en de burgers. In de aanstaande jaren wordt er naar gestreefd om deze samenwerking verder te intensiveren en zo nog meer resultaten te behalen. Een onderdeel van deze ambitie is het uitbreiden van het aantal buurtpreventieteams, maar ook het actiever betrekken van de buurtpreventie bij veiligheid. Zo kunnen buurtpreventieteams ook voorlichting over brandveiligheid verzorgen (zie ook hoofdstuk 7 ‘fysieke veiligheid’). Een volgend punt dat van belang is, is de
20
meldingsbereidheid van inwoners. Meldingen vanuit de burgers leveren essentiële informatie op voor het inzetten van handhavingsinstrumenten. Meldingsbereid kan worden vergroot door voorlichting te geven door onder meer de politie, maar ook door melders actief op de hoogte te houden van de voortgang van een melding of het uiteindelijke resultaat van de melding. Tot slot is ook burgernet 16 een middel voor de politie en gemeente om in te zetten. Door burgernet, waar de gemeente Bergen op Zoom ook aan deelneemt, worden inwoners gevraagd om verdachten, voertuigen of vermiste personen sneller op te sporen. De komende jaren zal er, vanuit de politie en de gemeente (afdeling voorlichting), campagne worden gevoerd om zoveel mogelijk inwoners ‘lid’ te maken van burgernet. Burgernet is de opvolger van SMS-alert. 7. Voortzetten van de Courage aanpak. De zevende ambitie is de voortzetting van (de werkzaamheden van) Courage en de inbedding van de organisatievorm Courage en de opbrengsten van het project in het bestaande veiligheidsbeleid. De aanpak van drugsoverlast, maar ook de persoonsgerichte aanpak van henneptelers, dealers en runners zal gecontinueerd worden. Daarnaast zal Courage de komende periode zich toeleggen op de internationale communicatie over het coffeeshopbeleid 17. De verdere inbedding van de opbrengsten van Courage in bestaand beleid wordt beschreven in hoofdstuk 6 (aanpak georganiseerde criminaliteit). 8. Districtelijk uitbreiden van het aantal deelnemers aan ‘join the club Veilige Publieke Taak’. In 2011 is in de regio Midden- West-Brabant een regionaal projectleider Veilige Publieke Taak aangesteld. Het doel van de Veilige Publieke Taak is om agressie en geweld in de publieke sector te verlagen, het bieden van een goede ondersteuning aan slachtoffers en een gerichte daderaanpak. In 2012 zal er in elk district van de nieuwe politieregio een VPT platform opgericht worden, waarbij de burgemeesters de spil zijn. De gemeente Bergen op Zoom heeft samen met de gemeente Roosendaal hierin het voortouw genomen en reeds zo`n ‘Join the club VPT overeenkomst’ opgesteld. Deze overeenkomst is half december 2011 ondertekend door de gemeenten en door een aantal grote werkgevers in de publieke sector. In deze overeenkomst staan afspraken hoe de gezamenlijke communicatie verloopt wanneer een incident heeft plaatsgevonden. Ook afspraken over het doen van aangifte staan in deze overeenkomst beschreven. De komende jaren zal de gemeente Bergen op Zoom, samen met de gemeente Roosendaal, werkgevers actief benaderen om ook deel te nemen aan ‘join the club’. Daarnaast zal jaarlijks een bestuurlijk overleg worden gepland met de werkgevers om te monitoren of en hoe de afspraken die zijn vastgelegd in de overeenkomst worden nagekomen. Tot slot heeft de gemeente Bergen op Zoom als werkgever ook een verantwoordelijkheid om ook haar eigen medewerkers te trainen en te beschermen tegen agressie en geweld. Hetzelfde geldt ook voor de politiek ambtsdragers, waar een gemeente mee te maken heeft. De komende jaren zal ook aan de medewerkers van de gemeente Bergen op Zoom en aan de politiek ambtsdragers training en/ of advies worden gegeven over hoe om te gaan met agressie en geweld. 9. Opstellen van een verkeersveiligheidsplan. Middels het Brabants Verkeersveiligheidsmanifest streven alle Brabantse gemeenten en de politie, Veilig Verkeer Nederland, Rijkswaterstaat en provincie naar nul verkeersslachtoffers. Op 13 november 2011 is dit Brabants Verkeersveiligheidsmanifest ondertekend. Dat vraagt om een nieuwe aanpak verkeersveiligheid: meer innovatieve ideeën, meer samenwerking met ondernemers en onderwijs én gedeelde verantwoordelijkheid. Met de focus op de risisogroepen fietsers, 16
Burgernet is een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woonen werkomgeving te bevorderen. Voorheen was burgernet bekend onder de naam ‘SMS-alert’. In tegenstelling tot SMS-alert wordt het mogelijk om vanuit de gemeente (dus lokaal) te communiceren. 17
Courage heeft hiervoor een subsidie binnen gehaald van EUR 250.000,-- (voor het jaar 2012).
21
jonge bestuurders en ouderen. Want zij vormen 75% van de verkeersslachtoffers. Ook komt er speciaal aandacht voor snelheid en ongevallen met één voertuig. Om dit beleid vorm te geven zal de gemeente Bergen op Zoom medio 2012 een verkeersveiligheidsplan opstellen waarin een concreet maatregelenpakket zal worden opgenomen om de verkeersveiligheid verder te verhogen. Dit verkeersveiligheidsplan zal een verdere uitwerking zijn van het Brabants Verkeersveiligheidsplan 2012. Tot slot Het belangrijkste doel op dit veiligheidsveld is dat wijken en buurten veilig zijn en blijven, maar bovendien ook dat dit zo door de inwoners ervaren wordt. Om dit te bereiken wordt bestaand beleid voortgezet en waar mogelijk geïntensiveerd. Buurtpreventie, cameratoezicht, Courage, Veiligheidshuis en WOS zijn hier de belangrijkste voorbeelden van. Op al deze vormen van beleid wordt altijd nadrukkelijk de samenwerking gezocht met publieke en private partners en bovendien met de burger. Dit is ook van groot belang voor het versterken van de informatiepositie van de gemeente.
22
4. Bedrijvigheid en Veiligheid Bedrijvigheid kan een aanleiding vormen voor (gevoelens van) onveiligheid. Het bevorderen van veiligheid in de openbare ruimte, zoals in winkelcentra, uitgaansgebieden, recreatieterreinen en evenementen, vereist dan ook een structurele en intensieve samenwerking met zowel de ondernemers, gemeente, politie, brandweer als andere veiligheidspartners. Dit veiligheidsveld gaat dan ook expliciet over de openbare veiligheid op drie terreinen, namelijk het creëren van een veilige werk-, recreatie- en uitgaansomgeving. De werkomgeving omvat het gebied waarin mensen werken. Binnen deze omgeving is vooral de ARBO wetgeving18 van belang. Ondanks strenge (landelijke) wet- en regelgeving vinden er nog geregeld arbeidsongevallen plaats. Vandaar dat het belangrijk is om te blijven investeren, te controleren en te communiceren in en over een veilige werkomgeving. Hierbij geldt een gedeelde verantwoordelijkheid; zowel werkgever, werknemer als gemeente hebben hierin een rol. Als het gaat om de recreatieomgeving wordt in deze kadernota een onderscheid gemaakt in dagrecreatie; gebieden en locaties waar mensen voor een dag naartoe gaan en verblijfsrecreatie; gebieden waar mensen voor een langere tijd verblijven. Voorbeelden van dagrecreatie zijn de Bergen op Zoomse Heide en de Binnenschelde. Bij verblijfsrecreatie gaat het vooral om commerciële bedrijven, zoals kampeerterreinen en hotels. Belangrijk bij beide vormen van recreëren is dat mensen dit veilig kunnen doen. Hierbij geldt ook een gedeelde verantwoordelijkheid. De gemeente dient zorg te dragen dat er in de openlucht veilig gerecreëerd kan worden, de eigenaar van de recreatiegelegenheid dient zorg te dragen voor de veiligheid op zijn terrein en in zijn accommodatie. Tot slot valt onder dit veiligheidsveld ook het creëren en borgen van een veilige uitgaansomgeving. Het draait hierbij voornamelijk om het uitgaansleven en de daarbij horende horeca, zoals kroegen, restaurants en leisurebedrijven 19. Ondernemers zijn ook hier zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van en in hun onderneming, gemeente is mede verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Alhoewel de gemeente Bergen op Zoom binnen het veiligheidsveld ‘bedrijvigheid en veiligheid’, zich vooral richt op het creëren van een veilige werk-, recreatie, en uitgaansomgeving is er ook een aantal deelonderwerpen die onder dit veiligheidsveld vallen. Het gaat hierbij om: (Grootschalige) evenementen die in Bergen op Zoom plaatsvinden. Denk onder meer aan evenementen in de openbare ruimte, zoals de Vastenavend en het TROS muziekfeest en evenementen binnen bedrijven. Voor de meeste evenementen wordt door de gemeente een vergunning verleend op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Het komt wel eens voor dat er bepaalde evenementen worden georganiseerd waarvoor geen wettelijk kader is, maar waarbij er wel de noodzaak is de veiligheidsmaatregelen aan te scherpen. Denk bijvoorbeeld aan de jaarlijkse dweilavond. Bedrijventerreinen en winkels. Met het introduceren van Parkmanagement 20 en het Keurmerk Veilig Ondernemen (zie ook hieronder) heeft de gemeente beleid ontwikkeld om de kwaliteit en veiligheid op bedrijventerreinen of in winkelcentra te verbeteren. 18
De ARBO-wet is er om een veilige werkomgeving te waarborgen en ook om te kunnen handhaven, wanneer er sprake is van een werkomgeving die niet veilig is volgens de wetgeving. 19 Leisurebedrijven zijn verzamelplaatsen voor allerlei soorten uitgaansgelegenheden. U kunt hierbij denken aan een gebouw waarin zowel een bioscoop, discotheek en restaurant zijn gevestigd. 20 Parkmanagement bevordert de samenwerking tussen bedrijven om zo collectief het bedrijventerrein veiliger te maken. Bedrijvenvereniging TNP, bedrijfsbelangenvereniging Lage Meren Meilust e.o. en Ondernemersvereniging Oude Molen richten zich onder meer op collectieve beveiliging, bewegwijzering en beheer en onderhoud van de openbare ruimte om de veiligheid op deze bedrijventerreinen te vergroten.
23
De hierboven genoemde gebieden kunnen niet apart van elkaar worden gezien, aangezien zij allen bijdragen aan het creëren van een veilige leefomgeving. De afgelopen jaren is er al veel geïnvesteerd binnen het veiligheidsveld bedrijvigheid en veiligheid. Hieronder volgt een overzicht.
4.1. Waar staan we nu De afgelopen jaren heeft de gemeente Bergen op Zoom, samen met ondernemers, politie, brandweer en andere veiligheidspartners, interventies gepleegd om een veilige werk-, recreatie- en uitgaansomgeving te creëren. Voorbeelden hiervan zijn camera’s die zijn opgehangen in bekende uitgaansgebieden, zoals rond de Grote Markt en de Boulevard. Parkmanagement Op de bedrijventerreinen Theodorushaven, Noordland, de Poort, Lage Meren Meilust e.o. en Oude Molen zijn drie verenigingen opgericht ter uitvoering van Parkmanagement, te weten Bedrijvenvereniging Theodorushaven, Noordland, de Poort (TNP), Bedrijfsbelangenvereniging Lage Meren Meilust e.o.(LMM) en Ondernemersvereniging Oude Molen (OVOM). Deze verenigingen trachten via een integrale aanpak de kwaliteit van de bedrijventerreinen op lange termijn te handhaven of te verbeteren, onder meer door bewegwijzering, collectieve beveiliging en beheer en het onderhoud van de openbare ruimte en het Keurmerk Veilig Ondernemen. De deelname aan de bedrijfsverenigingen (dus parkmanagement) is als verkoopvoorwaarde opgenomen in de gemeentelijke verkooptransacties. Op deze wijze wordt er zorg gedragen dat nieuwe bedrijven ook gelijk deelnemen aan parkmanagement. Bi-Zone centrum Bergen op Zoom 2011 In 2011 is de verordening ‘Bi-zone centrum Bergen op Zoom 2011’ vastgesteld. Op basis van deze verordening zijn er twee zones in het centrum aangewezen. Binnen deze zones dragen de winkels, bedrijven en de horeca een bepaald bedrag af aan de stichting Bi-Zone. Wettelijk is bepaald dat een gedeelte van de bijdrage gebruikt dient te worden voor het vergroten van het veiligheidsgevoel bij de bedrijven die zijn gelegen in de twee zones en om de gebieden veiliger te maken. Een onderdeel hiervan is het Keurmerk Veilig Ondernemen. Om te komen tot dit keurmerk is onlangs een convenant ondertekend tussen het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, Politie, Brandweer, Stichting Bizone, Ondernemersvereniging Sterck en de gemeente. Dit is een certificeringregeling die zich richt op samenwerking. De deelnemende partijen kunnen een certificaat behalen, wanneer zij kunnen bewijzen effectieve maatregelen te hebben genomen om de veiligheid in hun winkelcentrum of op het bedrijventerrein structureel op een hoger niveau te brengen. Ondernemingsvereniging ‘Sterck’ Daarnaast is er in de kern Bergen op Zoom sinds 2008 de ondernemersvereniging ‘Sterck’. Sterck staat voor Stad en Regio Commerciële Kring aanwezig. Deze vereniging vertegenwoordigt en behartigt de belangen van de ondernemers (klein- en grootwinkelbedrijf en horeca) die gevestigd zijn in de binnenstad van Bergen op Zoom (ook degene die niet gevestigd zijn in de twee vastgestelde Bi-zone’s). Sterck krijgt ondersteuning vanuit de Kamer van Koophandel, Koninklijke Horeca Nederland en Middenen Klein Bedrijf Nederland. Sterck heeft zich geprofileerd als gesprekspartner met de gemeente als het gaat om algemene belangenbehartiging in zaken als parkeerbeleid, wegwerkzaamheden en het beheer van de openbare ruimte in de binnenstad. Daarnaast zijn door of onder verantwoording van Sterck de afgelopen jaren diverse evenementen georganiseerd om de stad als koopcentrum te promoten. Bijvoorbeeld de Krabbenfoor.
24
Koninklijke Horeca Nederland/ Veilig Uitgaan Naast deze partner is ook de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Bergen op Zoom (KHN) een sinds jaar en dag een belangenbehartiger van haar leden (horeca). Deze behartiging gaat verder dan die van Sterck, omdat zij de belangen van de horeca binnen de gehele gemeente behartigen. Ook het in 2002 gesloten convenant Veilig Uitgaan is onder andere in samenwerking met de KHN opgesteld (zij zijn nu aan het onderzoeken of de wens er is het kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan in te voeren). Tevens verzorgen zij jaarlijks diverse cursussen voor haar leden in het kader van preventie en bedrijfshulpverlening, maar ook hoe om te gaan met criminaliteit en agressie in en buiten hun bedrijf.
4.2. Ambities voor Bedrijvigheid en Veiligheid De afgelopen jaren is er al veel in gang gezet om de veiligheid van de werk-, recreatie-, en uitgaansomgeving te verhogen. De ambities voor de komende jaren zijn er dan ook op gericht om deze interventies voort te zetten en te vergroten. Daarnaast volgt hieronder ook nog een aantal nieuwe ambities. 1. Het verder laten ontwikkelen van Parkmanagement op de bestaande bedrijventerreinen en gelijk invoeren ervan op mogelijke nieuwe bedrijventerreinen in de gemeente Bergen op Zoom eind 2015. 2. Het verhogen van de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers bij het creëren van een veilige werk-, recreatie- en uitgaansomgeving en de participatiegraad van de reeds op de bedrijventerreinen gevestigde ondernemers te vergroten. Dit zal op de bestaande bedrijventerreinen worden gedaan door de reeds deelnemende bedrijven te laten aantonen dat er een efficiency slag kan worden behaald door het gemeenschappelijk aanpakken van problemen die iedereen aangaat. 3. Eén keer per jaar een onaangekondigde integrale gebiedsgerichte bedrijfscontrole organiseren, doot onder meer de inzet van BOA’s. 4. Drie keer per jaar gericht controleren van alle horeca bedrijven in Bergen op Zoom, uitgevoerd door een Horeca Controleur. 5. Het hebben van een calamiteitenplan voor elk evenement. Hierbij geldt: hoe groter het evenement hoe uitgebreider en verfijnder het calamiteitenplan moet zijn. Het weeralarm dient hierin ook een plek te krijgen. 6. Het verhogen van het veiligheidsbesef bij besturen van culturele verenigingen en bij de deelnemers van deze verenigingen. 7. De brandveiligheid van kampeerterreinen binnen de gemeente Bergen op Zoom is eind 2012 op orde. In de jaren daarna wordt via structureel toezicht op de brandveiligheid (door inzet van de BOA’) ervoor gezorgd dat deze brandveiligheid op orde blijft.
4.3. Hoe gaan we de ambities realiseren Hieronder vindt u per ambitie een uitwerking over hoe we de ambitie willen realiseren. 1. Stimuleren van parkmanagement door het geven van subsidie en voorlichting. In totaal kent Bergen op Zoom drie bedrijventerreinen. De gemeente stimuleert het introduceren van parkmanagement door het geven van gemeentelijke bijdrage. Met deze subsidie worden bedrijven extra gestimuleerd en geactiveerd om parkmanagement in te voeren (in totaal is er een gemeentelijke bijdrage van € 50.000,00 beschikbaar. Dit bedrag wordt jaarlijkse verdeeld over de bedrijventerreinen). Bergen op Zoom onderzoekt ook de mogelijkheden van kentekenregistratie. Speciale camera’s kunnen alle passerende kentekens lezen. Deze kentekens kunnen, in de toekomst, gekoppeld worden met een database gestolen voertuigen. Daarnaast wordt zo inzichtelijk welke auto’s bijvoorbeeld een bedrijventerrein opkomen en weer weggaan. Zodra de wet-
25
en regelgeving dit toelaat zal Bergen op Zoom, in samenspraak met het bedrijfsleven, kijken hoe kentekenregistratie in de gemeente Bergen op Zoom kan worden toegepast. 2. Promoten van het Keurmerk Veilig Ondernemen. Voor het verhogen van de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers is het keurmerk Veilig Ondernemen van belang. Door dit keurmerk kan worden nagegaan welke ondernemers een groter verantwoordelijkheidsgevoel hebben dan andere. Het keurmerk an sich is gericht op werknemers, maar de ondernemer moet hierin het initiatief nemen. Wanneer een ondernemer dit keurmerk heeft, is hun eigen verantwoordelijkheid gestegen. 3. Structureel inplannen van de jaarlijkse (onaangekondigde) controle. Door één keer per jaar een bedrijfscontrole uit te voeren wordt gecheckt of een bedrijf zich aan alle regels houdt. Bij de integrale controle zijn diverse partners betrokken. Gemeente kan uiteindelijk handhavend optreden, wanneer blijkt dat dit noodzakelijk is. Aan deze ambitie is ook het keurmerk Veilig Ondernemen gekoppeld. Wanneer een bedrijf dit keurmerk in bezit heeft dient de veiligheid binnen het bedrijf op orde te zijn. Het aantal keurmerken kan als maatstaf dienen voor deze ambitie. 4. Structureel inplannen van de driejaarlijkse horecacontroles. Door gerichte controles uit te voeren bij horecagelegenheden kan structureel worden bekeken of horeca gelegenheden voldoen aan de hiervoor geldende wet- en regelgeving. De komende vier jaar wordt er één waarschuwing gegeven wanneer een horeca instelling niet voldoet aan (alle) wet- en regelgeving. Mocht bij een volgende controle blijken dat de horeca instelling alsnog niet voldoet aan (alle) wet- en regelgeving dan zal er gehandhaafd worden. 5. In gezamenlijkheid opstellen van calamiteitenplannen en structurele deelname in kernteam evenementen. Handhaving op het gebied van calamiteitenplannen is vaak achteraf. Pas wanneer zich een calamiteit heeft voorgedaan wordt er gekeken of het calamiteitenplan is nageleefd. De ambitie is om dit te veranderen in preventief handelen. Vóór elk evenement dient er een calamiteitenplan aanwezig te zijn. Het opstellen van deze plannen dient te gebeuren door de organisator van het evenement in samenspraak met politie, brandweer en gemeente. In deze plannen wordt ook vastgelegd wie, wanneer, waar verantwoordelijk voor is. De komende jaren zal ook het weeralarm een prominentere plek krijgen in het calamiteitenplan. Daarnaast zal de komende jaren ook vaker geoefend worden met het uitvoeren van de calamiteitenplannen, zie hiervoor ook hoofdstuk 7 en 8 waarin een nadere toelichting wordt gegeven over de crisismanagementorganisatie van Bergen op Zoom. 6. Organiseren van informatiebijeenkomsten voor leden van bouwclubs. De komende jaren zullen er informatiebijeenkomsten worden georganiseerd voor leden van bouwclubs door de gemeente in samenwerking met de brandweer en RMD. Tijdens deze bijeenkomsten wordt voorlichting gegeven over de gevaren en risico’s die aanwezig zijn bij het bouwen van ‘vastenavend’ wagens. Daarnaast wordt bekeken of er mogelijkheden zijn om vanuit de gemeente meer controles uit te voeren, bijvoorbeeld op basis van de ARBOwetgeving. 7. Geven van voorlichting en voeren van structurele controles op kampeerterreinen. Het project brandveiligheid kampeerterreinen wordt in 2012 afgerond doordat alle kampeerterreinen aan het eind van dat jaar beschikken over een vergunning ‘brandveilig gebruik’. Indien noodzakelijk zal er een handhavingstraject worden gestart. In de periode daarna ligt de focus op het geven van voorlichting en advies en het uitvoeren van gerichte controles.
26
Tot slot Ook binnen dit veiligheidsveld komt het ‘evenwicht’ aan bod. Een evenwicht door aan de ene kant handhavend op te treden, wanneer ondernemingen niet voldoen aan de geldende wet- en regelgeving en aan de andere kant preventief optreden, door de bewustwording en eigen verantwoordelijkheid van ondernemers te vergroten en door de invoering van het keurmerk ‘Veilig Ondernemen’. In dit hoofdstuk is expliciet ingegaan op het vergroten van een veilige werk-, recreatie- en uitgaansomgeving. Echter, ondernemers zelf kunnen ook met onveiligheid worden geconfronteerd. Denk bijvoorbeeld aan overvallen en diefstal waar zij mee worden geconfronteerd. In hoofdstuk 3 (veilige woon- en leefomgeving) is hier meer informatie over te vinden.
27
5. Jeugd en Veiligheid Veel zaken aangaande Jeugd en Veiligheid hebben direct betrekking op het veiligheidsveld ‘Veilige Woon- en Leefomgeving’. De jeugd maakt immers deel uit van diezelfde omgeving. De jeugd21 is belangrijk voor de gemeente Bergen op Zoom. Daarom is er ondanks de raakvlakken tussen deze veiligheidsvelden toch voor gekozen om binnen deze kadernota een apart veiligheidsveld Jeugd en Veiligheid op te nemen. Hier wordt onder andere stilgestaan bij de veiligheid in en om de school, maar ook in het gezin en de publieke ruimte22. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de overlast die door jeugd en jeugdgroepen veroorzaakt wordt.
5.1 Waar staan we nu Veilige omgeving Gemeente en partners hebben een belangrijke verantwoordelijk in het creëren van een veilige omgeving voor jongeren. In het jeugdbeleid van de gemeente Bergen op Zoom wordt steeds aangegeven dat het met het grootste deel van de jeugdigen (80%) gelukkig goed gaat, met 15% is soms iets aan de hand en 5% bevindt zich (met regelmaat) op het verkeerde pad. Het doel is dan ook het behouden en verhogen van die 80% van de jeugdigen waar het goed mee gaat. Om dit te bereiken is het belangrijk dat er tijdig wordt gesignaleerd en dat er intensief contact is en blijft met de jeugdigen en hun ouders. Het jongeren-, en straathoekwerk heeft hierin een rol, maar ook de buurtpreventieteams, de wijkagent, het Centrum voor Jeugd en Gezin, de scholen en andere verenigingen waar jeugdigen naartoe gaan. Door deze preventieve insteek, kan jeugdoverlast deels worden voorkomen, maar kunnen ook zorgsignalen bij jeugdigen tijdig worden gesignaleerd en opgepakt. Een voorbeeld van een preventief middel is het Keurmerk Veilige School, waarbij het gaat om de veiligheid in en rond de school. Eind 2010 is het handelingsprotocol ‘Veilige School’ opgesteld. In dit handelingsprotocol, welke ondertekend is door de schooldirecties van het voortgezet onderwijs, de gemeente, politie en Openbaar Ministerie, staan afspraken hoe om te gaan met veiligheid in en om de school per onderwerp. Onderwerpen zijn onder meer drugsgebruik en drugsbezit, wapenbezit, alcoholgebruik en (digitaal) pesten. Eén van de afspraken is dat scholen in de toekomst geen alcohol meer gaan schenken op schoolfeesten. De scholen die handelen conform de afspraken van het handelingsprotocol krijgen een keurmerk uitgereikt, welke door middel van monitoring jaarlijks kan worden verlengd. Het monitoren van de afspraken gebeurt door een afvaardiging van de scholen, gemeente en politie. Het Veilig Honk project, waarbij scholieren op weg naar school bij verschillende adressen terecht kunnen wanneer zij met een kapotte band of iets dergelijks geconfronteerd worden, is ook een voorbeeld van een project dat bijdraagt aan de veiligheid van jongeren. Het creëren van veiligheid voor alle jongeren is een gedeelde verantwoordelijk voor ouders, scholen, politie, gemeente, etcetera. Belangrijk is het borgen van de veiligheid in de publieke ruimte. Het gaat hierbij dus ook om de veiligheid bij sportparken of zwembaden. Met bovenstaande interventies wordt er al veel op dit gebied gedaan, de komende jaren heeft de gemeente de ambitie om de veiligheid nog beter te borgen en 21
In totaal kent Bergen op Zoom ongeveer 17.800 kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 - 23 jaar oud (bron onderzoek en statistiek gemeente Bergen op Zoom). 22 Hier zijn met name de uitgaansgelegenheden van belang, zie hiervoor ook de veiligheidsvelden Bedrijvigheid en Veiligheid en Veilige Woon- en Leefomgeving.
28
overlast te voorkomen. Bij overlast maakt de gemeente onderscheid in een persoons- en groepsgerichte/ gebiedsgerichte aanpak. Persoonsgerichte aanpak Onder persoonsgericht vallen de activiteiten die gericht zijn op individuele jongeren. Hieronder valt de aanpak in het Veiligheidshuis, waarbij in verschillende casusoverleggen jongeren uit het district worden besproken. De casusoverleggen zijn ingericht naar doelgroep. Zo is er het HulpverleningsCasusOverleg (HCO), waarin jongeren worden besproken waar zorgsignalen over zijn. In het casus overleg Huiselijk Geweld worden kinderen en jongeren besproken die binnen het gezin geconfronteerd zijn met agressie en geweld. In het JustitieelCasusOverleg (JCO) worden jongeren besproken die een delict hebben gepleegd, of verdacht worden van een delict. Tot slot is er nog het Harde Kern Jeugd overleg. Een overleg waarin jongeren worden besproken die behoren tot de Harde Kern van ‘veelplegers’. Bij elk casusoverleg sluiten zorg- en veiligheidspartners aan. Ook de gemeente is in een aantal van deze overleggen vertegenwoordigd, soms door het leveren van een voorzitter, soms door deelname aan de casusoverleggen door de leerplichtambtenaar. Een persoonsgerichte aanpak is ook terug te vinden in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Alhoewel in het CJG geen justitiepartners aansluiten, is het CJG wel de plek waar eerste signalen binnenkomen van jongeren die in de toekomst over de schreef (dreigen te) gaan. Of broertjes en zusjes zijn bekend in het CJG van jongeren die al over de schreef zijn gegaan. De ouders van de jongere kunnen vanuit het CJG begeleid worden om weer een stabiele thuissituatie te creëren. Begeleiding van deze jongeren vindt vooral plaats in het Veiligheidshuis. Er is dan ook een intensieve samenwerking tussen beide organisaties. Groepsgerichte/ gebiedsgerichte aanpak Onder een gebiedsgerichte aanpak vallen alle activiteiten die gericht zijn op het tegengaan van verloedering en overlast en het vergroten van de leefbaarheid. Een inmiddels bekende aanpak is de zogenaamde Beke Methodiek (of Shortlist Methodiek). Middels deze methodiek worden problematische jeugdgroepen ingedeeld in hinderlijkeoverlastgevende- en criminele jeugdgroepen. De gemeente kent op dit moment geen criminele groepen, wel heeft de gemeente een aantal hinderlijke- en overlastgevende groepen. Deze groepen zijn wisselend van samenstelling en niet altijd locatie gebonden. Op basis van de inventarisatie, wat voornamelijk gedaan wordt door het jongerenwerk en de politie, wordt er een specifieke aanpak per groep, of wanneer nodig per locatie, ontwikkeld. Soms wordt overlast op een bepaalde locatie veroorzaakt door (veel) verschillende jongeren, die niet echt als groep te omschrijven zijn. In dat geval is het noodzakelijk om met een gebiedsgerichte aanpak te werken. Er kan ook preventief worden opgetreden, door de inzet van jongerenwerk en/ of buurtpreventie of door het toepassen van het burgemeestersmodel. Ouders van jongeren die zijn gesignaleerd in een groep, worden door middel van een brief door de burgemeester aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Wanneer blijkt dat dit geen effect heeft, dus wanneer een jongere nog steeds bij een groep wordt gesignaleerd en hinderlijk of overlastgevend gedrag laat zien, worden ouders uitgenodigd om op gesprek te komen in het Veiligheidshuis. Naast preventief optreden, treedt politie en Openbaar Ministerie ook repressief op richting een groep wanneer hier noodzaak toe is. Wat hierbij ook belangrijk is dat niet alleen naar groepen wordt gekeken, maar ook naar de inwoners die overlast van groepen jongeren ervaren. Het blijft zo dat groepen jongeren gevoelens van onveiligheid kunnen oproepen, ook wanneer er feitelijk niet veel overlast door de jongeren wordt veroorzaakt. Onder meer door de buurtpreventieteams en het opbouwwerk worden ook bewoners aangesproken op hun gedrag. Het blijkt dat wanneer ouderen en jongeren elkaar kennen en met elkaar in gesprek gaan, dat groepen jongeren ook minder als overlastgevend worden ervaren en dat er meer wederzijds
29
respect ontstaat. De afgelopen jaren heeft de gemeente, onder meer door de inzet van het jongeren- en straathoekwerk, getracht om op bepaalde locaties ouderen en jongeren met elkaar in contact te brengen. Soms heeft dit tot gevolg dat de overlastmeldingen ten aanzien van jongeren zijn afgenomen.
5.2 Ambities voor Jeugd en Veiligheid De gemeente Bergen op Zoom wil de volgende ambities voor Jeugd en Veiligheid realiseren in de komende vier jaar: 1.
Het waarborgen van de veiligheid van jeugd (en andere gebruikers) in publieke ruimten zoals sportcomplexen, zwembaden en scholen. 2. Het inbedden van het Keurmerk Veilige School in alle Bergse onderwijsinstellingen (primair- en voortgezet Onderwijs en het MBO). 3. Het voldoen aan de regels die de nieuwe drank- en horecawetgeving met zich meebrengen. 4. Het in beeld (blijven) brengen van risicojongeren en -groepen via de Beke Methodiek. 5. Het voorkómen van jeugdoverlast en daar waar overlast zich voordoet hier actief op anticiperen. 6. Het voorkomen en doorbreken van het drugscircuit in en rond de scholen.
5.3 Hoe gaan we de ambities realiseren Hieronder vindt u per ambitie een uitwerking over hoe we de ambitie willen realiseren. 1. Het verstevigen van de signalerende rol van partners, het inzetten van cameratoezicht en het promoten van het keurmerk Veilige School. De eerste ambitie gaat over de veiligheid in publieke ruimten, zoals sportcomplexen, scholen, maar ook bijvoorbeeld uitgaansgelegenheden. Uiteraard gaat het ook om de veiligheid van de andere gebruikers van deze publieke ruimten. Om de eerste ambitie te bereiken wordt gebruik gemaakt van bestaand beleid zoals cameratoezicht 23 en Keurmerk Veilige School (zie ook de ambitie hieronder). Daarnaast dient de integrale aanpak tussen jongerenwerk, buurtpreventie, Centrum voor Jeugd en Gezin, wijkagent en verenigingen verder te worden voortgezet, zodat signalen tijdig worden gesignaleerd. De eigenaren of beheerders van publieke ruimten zijn en blijven verantwoordelijk voor het waarborgen van de veiligheid in een gebouw. De gemeente, maar ook bijvoorbeeld de (arbeids)inspectie, hebben hierin wel een controlerende en signalerende rol. 2. Jaarlijks monitoren van het keurmerk en het geven van voorlichting aan onderwijsinstellingen. De tweede ambitie is het inbedden van Keurmerk Veilige School. Dit inbedden gebeurt enerzijds door het geven van voorlichting aan de besturen/ directeuren van onderwijsinstellingen over de nut en noodzaak van het Keurmerk. Anderzijds dient de monitorgroep, bestaande uit een afvaardiging van de scholen, gemeente en politie, een advies aan te leveren aan het college waarin staat hoe de scholen het Keurmerk ‘naleven’ en welke scholen al dan niet in aanmerking komen voor het Keurmerk. Naast de monitorgroep, welke zes keer per jaar bij elkaar komt, vindt er ook jaarlijks een bestuurlijk overleg plaats. In dit bestuurlijk overleg sluiten de besturen aan van de onderwijsinstellingen, de politie en de verantwoordelijk portefeuillehouders. Het doel van dit bestuurlijk overleg is enerzijds het onder de aandacht brengen en houden van hetgeen is afgesproken in het kader van de Veilige School. Anderzijds is dit bestuurlijk 23
Zie veiligheidsveld Veilige Woon- en Leefomgeving (hoofdstuk 3).
30
overleg ook het platform waar informatie uitgewisseld kan worden tussen gemeente, politie en onderwijsbesturen. 3. Beleid ontwikkelen ten aanzien van de nieuwe drank- en horecawetgeving. Op korte termijn komt er nieuwe drank- en horecawetgeving op de gemeenten af. Om hier aan te voldoen zal de gemeente nieuw beleid op dit onderwerp moeten opstellen en uitvoeren. De belangrijkste onderdelen hiervan zullen zijn hoe de gemeente omgaat met de aan haar toebedeelde rol in het kader van de handhaving van de leeftijdsgrenzen, het terugdringen van het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren en het tegengaan van alcoholmisbruik. Hiervoor geeft de nieuwe wet de gemeente de mogelijkheid om via een verordening nadere gemeentelijke regelgeving op te stellen. Naast deze verordening dient er ook een actievere rol te worden genomen in het geven van voorlichting aan jongeren en de gevolgen van overmatig alcoholgebruik. 4. Het koppelen van de Beke cijfers aan het veiligheidsbeeld (BIM). Om de vierde ambitie te bereiken zal het beleid dat op dit moment gevoerd wordt, worden doorgezet. Om te komen tot een zinvolle invulling van de Beke-Methodiek is goede communicatie en juiste informatie uitwisseling tussen politie, Veiligheidshuis en gemeente van groot belang. De cijfers over de jeugdgroepen worden in de toekomst opgenomen in de BIM rapportage. Deze rapportage dient de actuele cijfers weer te geven, de trends zichtbaar te maken en het geeft de linken weer met andere veiligheidsonderwerpen. Deze rapportage kan worden gebruikt als bespreekstuk voor de diverse overleggen. 5. Het preventief en actief anticiperen op jeugdoverlast. De vijfde ambitie geeft aan dat er een belangrijke opdracht ligt voor de gemeente en haar partners op preventief gebied. Door tijdig signalen op te vangen in het Hulpverlenings Casus Overleg kan vaak al veel (jeugd) problematiek voorkomen worden. Ook de buurtpreventie kan hier een belangrijke signalerende rol spelen. Doordat het voor de jeugd bovendien mogelijk is om een maatschappelijke stage bij de buurtpreventie te lopen, is hier sprake een extra preventieve werking. Soms is Jeugdoverlast eenvoudigweg niet te voorkomen. Wanneer dit het geval is, zal de gemeente samen met haar partners zo goed mogelijk op deze problematiek moeten participeren. Dit kan gedaan worden door een gerichte aanpak via de Beke-Methodiek op te stellen voor een specifieke groep. Naast de Beke-Methodiek kan ook cameratoezicht een belangrijk instrument zijn om jeugdoverlast tegen te gaan. Eén van de ambities van Veilige Woon- en Leefomgeving is het optimaliseren van cameratoezicht. Een belangrijk onderdeel hiervan is het anticiperen op nieuwe wetgeving rondom tijdelijk en verplaatsbaar cameratoezicht. 24 Op dit moment wordt er door de minister een wetswijziging voorbereid waardoor tijdelijk en verplaatsbaar cameratoezicht onder het zelfde regime als vast cameratoezicht mogelijk wordt. Wanneer de nieuwe wetgeving van kracht is, wordt het mogelijk om een gebied aan te wijzen waarin verplaatsbare camera’s, eenvoudig en snel (zonder procedures) verplaats kunnen worden. Op deze manier kan cameratoezicht voor bepaalde tijd flexibel worden ingezet, waardoor het een geschikt instrument wordt om jeugdoverlast tegen te gaan. Wanneer deze wetswijziging heeft plaatsgevonden, zal deze nieuwe vorm van cameratoezicht zo snel mogelijk worden ingebed in het Bergse Veiligheidsbeleid 25. Tot slot Het onderdeel Jeugd en Veiligheid binnen deze kadernota raakt het jeugdbeleid van de gemeente Bergen op Zoom. Duidelijk is dat een groot gedeelte van de Bergse Jeugd het 24
Tijdens het schrijven van deze Kadernota is het aanpassen van de wetgeving rondom cameratoezicht nog niet voltooid. 25
De voorlopige uitkomsten van de evaluatie cameratoezicht, geven aan dat, met name buiten het centrum, er een belangrijke rol kan liggen voor flexibel cameratoezicht in de bestrijding van jeugd/-en drugsoverlast.
31
goed doet. Vandaar dat in deze kadernota ook de nadruk wordt gelegd op het bieden van een veilige omgeving aan alle jeugdigen in Bergen op Zoom. Daarnaast zal de gemeente samen met haar partners, ook aandacht moeten hebben voor hinderlijke en overlastgevende jeugd. Door in te zoomen op een persoonsgerichte en gebiedsgerichte aanpak is hier aandacht voor. Ook de Beke methodiek speelt hierbij een rol. In het bovenstaande komt ook het ‘evenwicht’ weer aan bod: beleid en acties inzetten op alle jeugdigen, maar daarnaast ook een specifieke en integrale aanpak voor jongeren die overlast en irritatie bij inwoners van Bergen op Zoom veroorzaken.
32
6.(Bestuurlijke) aanpak georganiseerde criminaliteit Georganiseerde criminaliteit is misschien een Veiligheidsveld dat niet direct in een kadernota Integrale Veiligheid wordt verwacht. Toch is het van groot belang dat er op deze plaats aandacht wordt geschonken aan dit veiligheidsveld. De georganiseerde criminaliteit kenmerkt zich door samenwerking en logistiek, streven naar criminele winst en het niet primair belang stellen in legale bedrijfsuitvoering. Het netwerk van georganiseerde criminaliteit dat zich onder de oppervlakte bevindt, houdt zich in de eerste plaats bezig met ernstige delicten, zoals mensenhandel, drugshandel en afpersing. In de tweede plaats hebben deze netwerken grote invloed op veelkomende soorten criminaliteit die in de samenleving plaatsvinden. Voorbeelden zijn woninginbraken, winkeldiefstal, zakkenrollen, hennepteelt, maar bijvoorbeeld ook de problematiek die nu speelt rondom de motorclubs. Georganiseerde criminaliteit houdt zich dus bezig met ernstige delicten die direct en indirect invloed hebben op de objectieve en subjectieve veiligheid binnen de gemeente. Daarnaast is georganiseerde criminaliteit een directe bedreiging voor de rechtstaat wanneer er verwevenheid tussen de onder- en bovenwereld plaatsvindt. Er is sprake van verwevenheid zodra crimineel geld wordt witgewassen in bijvoorbeeld vastgoed. Vaak worden criminele netwerken (onbedoeld) niets in de weggelegd door (lokale) overheden, doordat overheden vergunningen, uitkeringen en/ of subsidies verstrekken. De bestuurlijke aanpak kenmerkt zich door integraal de bewegingsruimte voor deze vormen van criminaliteit in te perken en te voorkomen. Er wordt gebruik gemaakt van de drieluikmethode (zie ook paragraaf 2.2.). Dat wil zeggen dat er op basis van een goede informatiepositie de juiste handhavingstappen worden gezet, ondersteund door een goede communicatiestrategie. Voor de volledigheid is het nog goed om op te merken dat de werkzaamheden van Courage in deze kadernota zijn gesplitst in: • Het bestrijden van drugsoverlast en overlast door het telen van hennep (zie ook hoofdstuk 3 ‘Veilige Woon- en Leefomgeving’, integrale aanpak hennepkwekerijen). • De aanpak van georganiseerde criminaliteit (waaronder drugscriminaliteit). Het bestrijden van met name de overlast door het telen van hennep en de handel in drugs valt met onder het veiligheidsveld Veilige Woon- en Leefomgeving. Het bestrijden van de georganiseerde criminaliteit (waaronder drugscriminaliteit) wordt onder dit veiligheidsveld besproken. Courage zal zich in de komende periode steeds meer bezig gaan houden met de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Deze doorontwikkeling is een onderdeel van de inbedding van Courage in de gemeentelijke organisatie, zodat de expertise met betrekking tot de drugsaanpak en de aanpak van georganiseerde criminaliteit behouden blijft. Vanaf medio 2012 zal er gestart worden met het project Vastgoed en Criminaliteit. Doel van dit project is het bij elkaar brengen en analyseren van informatie, zodat voorkomen kan worden dat er vanuit de gemeente (bewust/ onbewust) faciliterend wordt opgetreden richting criminele personen.
6.1. Waar staan we nu De gemeente Bergen op Zoom is in het verleden vaker geconfronteerd met vormen van georganiseerde criminaliteit. Door diverse casussen kreeg de gemeente, in samenwerking met Courage, inzichtelijk wat essentieel is om tot een goede bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit te komen. Een belangrijk onderdeel voor de aanpak is de informatiepositie. Deze is op dit moment nog niet toereikend om alle gegevens, die vanuit de gemeente, politie, Veiligheidshuis, Belastingdienst en Courage beschikbaar zijn, integraal te bundelen. Eén van de
33
speerpunten is dat de bestuurlijke informatiepositie in de toekomst wel goed gebundeld kan worden zodat er voldoende inzicht en kennis ontstaat van aanwezige criminele structuren. In de komende periode zal dan ook prioriteit gegeven moeten worden aan informatie- en analysecapaciteit ten behoeve van de bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Binnen Courage zal een informatieanalist per 1 januari 2013 beschikbaar zijn. Binnen de gemeente en bij haar partners is enorm veel informatie voor handen die gebruikt kan worden om de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit te ondersteunen. Daarom is het van belang dat deze informatie zoveel als (wettelijk) mogelijk wordt gekoppeld en gestroomlijnd.
6.2. Ambities voor criminaliteit
de
(bestuurlijke)
aanpak
georganiseerde
Het doel van de gemeente is de bewegingsruimte voor georganiseerde criminaliteit in te perken, het actief optreden wanneer de gemeente en haar partners signalen ontvangen over mogelijke georganiseerde criminaliteit en ervoor te zorgen dat de omstandigheden voor daders niet gunstig zijn. Dit kan zowel pro-actief, preventief en/ of repressief. Het doel komt overeen met de primaire doelstelling, zoals opgenomen in het collegeprogramma 2010 – 2014, om de criminaliteit (onder andere drugscriminaliteit) en de verwevenheid tussen onder- en bovenwereld aan te pakken. Dit is ook een aanbeveling vanuit de Drugsscan 201126. Om dit doel te bereiken, zijn voor deze kadernota drie ambities opgesteld: 1.
2. 3.
Over vier jaar is de bestuurlijke informatiepositie en bestuurlijke integriteit zoveel mogelijk op orde waardoor de gemeente Bergen op Zoom bestuurlijk weerbaar is. Deze bestuurlijke weerbaarheid zal worden getoetst door middel van een quickscan in samenwerking met het RIEC. In de komende vier jaar is er een integrale (bestuurlijke) aanpak georganiseerde criminaliteit opgezet en geborgd in het reguliere veiligheidsbeleid. Deze richt zich op personen, organisaties en delictvormen. In de komende vier jaar is de informatievoorziening zodanig op orde dat er nog actiever geparticipeerd kan worden in integrale strafrechtelijke onderzoeken.
6.3. Hoe gaan we de ambities realiseren 1. Ontwikkelen informatiepositie. Om de informatiepositie van de gemeente Bergen op Zoom op orde te krijgen, wordt een informatiesysteem ontwikkeld waarin alle gemeentelijke informatie gebundeld wordt met inachtneming van de geldende privacywetgeving. Er wordt een barrièremodel ontwikkeld waarbij gebruik gemaakt wordt van natuurlijke momenten waarbij contact plaatsvindt tussen onder- en bovenwereld (bijvoorbeeld op het moment dat een vergunning of uitkering aangevraagd wordt). Het barrièremodel omvat procedures die opgenomen zijn in de richtlijnen die gelden bij een aanvraag en de verwerking van bijvoorbeeld een vergunning of uitkering. Hierdoor ontstaat in de toekomst een faciliterend ontmoedigingsbeleid. Bij beschikkingsprocedures gaat de gemeente kritisch te werk en maakt hierbij gebruik van de gegevens beschikbaar vanuit het
26
Drugsscan opgesteld door dr. Balthazar Beke en dr. Edward van der Torre in opdracht van de gemeente Bergen op Zoom om de gevolgen van het nieuwe cannabisbeleid inzichtelijk te maken.
34
nieuwe informatiesysteem en voortkomende vanuit de wet Bibob 27. Dit vraagt awareness en dus een andere mentaliteit van alle medewerkers. 2. Analysecapaciteit beschikbaar stellen. In de komende vier jaar wordt de informatievoorziening zodanig op orde gebracht dat het mogelijk wordt door een gedegen analyse meer inzicht te krijgen in de criminele omgeving. Vanuit het opgebouwde inzicht kunnen integrale keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. Financiering hiervan geschiedt vanuit de middelen bestemd voor Courage en Algemene criminaliteitsbestrijding. Per 1 januari 2013 heeft Courage de beschikking over een informatieanalist, ten behoeve van de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal. 3. Aandragen van mogelijke integrale strafrechtelijke onderzoeken. Vanuit de verbeterde informatiepositie en de uitbreiding van analysecapaciteit wordt het mogelijk efficiënter om integrale strafrechtelijke onderzoeken te initiëren danwel om eraan te participeren. De hiervoor benodigde informatie kan sneller worden geleverd en gedeeld met de in- en externe partners (bijvoorbeeld aan het RIEC). Tot slot Om tot een bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit en een integere weerbare gemeente te kunnen komen is een goede informatiepositie cruciaal. De focus voor de komende jaren richt zich in de eerste periode dan ook voornamelijk op verbetering van deze informatiepositie waardoor gemeentelijke informatie op eenvoudige, overzichtelijke wijze beschikbaar komt voor interne en externe partners.
7. Fysieke Veiligheid Fysieke veiligheid is een belangrijk veld binnen het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente Bergen op Zoom. Het gaat hier over de fysieke omgeving van mensen. Immers, in de eigen woonomgeving, bij het betreden van het publieke domein en gebouwen en bij het deelnemen aan het verkeer doen risico’s op incidenten en rampen zich voor. Daarnaast kent de gemeente Bergen op Zoom een geografische ligging die ook risico’s met zich meebrengt, zoals de ligging aan het water tussen de havens Antwerpen en Rotterdam en het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, water en de weg. Binnen dit veld kunt u dan ook denken aan de thema’s brandbestrijding, crisisbeheersing, de constructieve veiligheid van gebouwen, maar ook aan natuurrampen en rampen die zich voordoen met het gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen (externe veiligheid). Een voortdurende alertheid op en aandacht voor het vóórkomen van incidenten en rampen en het goed optreden tijdens een ramp, zodat het aantal slachtoffers en de schade kan worden beperkt, heeft in Bergen op Zoom een hoge prioriteit. Maatregelen en instrumenten die worden ingezet in het voorkomen van en goed optreden tijdens een calamiteit richten zich aan de ene kant op de houding en het gedrag van mensen en anderzijds op maatregelen in de fysieke omgeving om de veiligheid te vergroten. Het gaat hierbij onder meer om het verhogen van het veiligheidsbewustzijn bij gebouweigenaren en gebruikers en het kunnen inzetten van een goed opgeleid ‘crisisteam’ wanneer een incident zich voordoet. Binnen dit veld gelden veel (wettelijke) voorschriften en regels, zoals het gemeentelijk Handhavingsbeleid (vastgesteld in 2011) en de Wet Veiligheidsregio’s (in werking getreden 27
De Wet BIBOB, staat voor Bevordering Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur. Deze wet biedt bestuursorganen de mogelijkheid gebruik te maken van een extra intrekkings- of weigeringsgrond bij het verlenen van vergunningen, bijvoorbeeld wanneer het gevaar bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt voor, of bij het plegen van strafbare feiten.
35
in 2010). De Wet Veiligheidsregio’s regelt de organisatie van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, de rampenbestrijding en crisisbeheersing. De wetten en regels zeggen iets over de kwaliteit waar bijvoorbeeld een gebouw aan moet voldoen en wanneer er gehandhaafd kan worden. Tot slot, in dit hoofdstuk wordt expliciet ingegaan op de fysieke veiligheid, maar fysieke veiligheid kan niet los worden gezien van de sociale veiligheid. Fysieke kenmerken van een wijk, zoals panden die voor langere tijd leeg staan, doen iets met de veiligheidsbeleving van mensen. Ook bij dit veld gaat het dus om het creëren van een ‘evenwicht’: fysieke veiligheid op orde brengen en houden om de sociale veiligheid en veiligheidsbeleving te vergroten.
7.1. Waar staan we nu De afgelopen jaren heeft de gemeente Bergen op Zoom, samen met haar partners en andere (regio-/ districts) gemeenten flink geïnvesteerd in het vergroten van de fysieke veiligheid. Er bestaat een intensieve samenwerking met de Veiligheidsregio 28, 98% (per 1-12012) van de medewerkers die een rol heeft in de ‘crisisorganisatie’ is opgeleid, de bluswatercapaciteit in de gemeente is in kaart gebracht (2010), de risicokaart is actueel met betrekking tot een weergave van gevaarlijke bedrijven en het gemeentelijk Handhavingsbeleid is in 2011 door de Gemeenteraad vastgesteld. Het bovenstaande neemt niet weg dat het district Bergen op Zoom de afgelopen jaren een aantal incidenten heeft meegemaakt. Denk onder meer aan de brand bij Chemie Pack in Moerdijk (januari 2011) en de brand op de Kalmthoutse Heide (mei 2011), waar de gemeente Bergen op Zoom ondersteuning heeft verleend. Ook in de toekomst moet Bergen op Zoom altijd berekend zijn op een calamiteit in de gemeente dan wel in de regio. Met het vaststellen van het beleidsplan ‘Verbinden en Versterken 2011 - 2015’ door het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (juli 2011) zijn afspraken gemaakt over het bestrijden van incidenten en rampen en het beheersen van risico’s voor de komende jaren.
Prioriteiten beleidsplan: • het op basisniveau hebben en houden van de primaire processen bij operationele diensten; • het inzetten op risicobeheersing, met een accent op risicocommunicatie en de aanpak van BRZO-bedrijven29; • informatiemanagement/- voorziening met betrekking tot veiligheidsrisico’s op orde brengen en houden; • het ontwikkelen en inzetten van eigentijdse instrumenten en technieken op het gebied van crisiscommunicatie.
28
De Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant richt zich op het bestrijden van incidenten en rampen alsook het beheersen van risico’s en crises. Dit doet zij, naast de 26 gemeenten, met politie, brandweer, GHOR en de gemeenschappelijke meldkamer. 29
BRZO staat voor Besluit Risico's Zware Ongevallen. Dat is regelgeving over de preventie en beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Het toezicht op deze bedrijven ligt bij gemeenten en provincies. BRZO bedrijven in Bergen op Zoom, zijn op dit moment Nuplex Resins BV, Sabic Innovative Plastics, Crealis, Mepavex en TNO Heimolen.
36
Bergen op Zoom zal nu en in de toekomst een bijdrage leveren in het uitvoeren van hetgeen is afgesproken in het beleidsplan van de Veiligheidsregio. Daarnaast blijft het belangrijk om de informatie met betrekking tot de fysieke veiligheid in kaart te hebben en te houden. De komende jaren zal dit steeds meer in gezamenlijkheid met de districtsgemeenten worden opgepakt. Tot slot, de afgelopen maanden is er hard gewerkt aan het nieuwe bouwbesluit voor de brandweer, deze gaat op 1 april 2012 van kracht. Dit nieuwe bouwbesluit houdt in dat bouwtechnische eisen leesbaarder, eenvoudiger en eenduidiger worden. Ook zijn er nieuwe en aangepaste eisen, zoals op het gebied van brandveiligheid. Daarbij gaat het onder andere om verruiming van de maximale brandcompartimentsgrootte, de systematiek van veilig vluchten is ingrijpend gewijzigd en het aantal verplichte doormeldingen van brandmeldinstallaties is fors gereduceerd.
7.2. Ambities voor Fysieke Veiligheid Met betrekking tot de fysieke veiligheid wil de gemeente Bergen op Zoom de volgende ambities realiseren: 1. Het zoveel mogelijk vóórkomen van incidenten en calamiteiten in de gemeente Bergen op Zoom en bij een calamiteit goed optreden zodat de gevolgen van de calamiteit beperkt blijven. Dit zowel binnen de gemeentegrenzen als in het district. 2. Het vergroten van het veiligheidsbewustzijn en de eigen verantwoordelijkheid van mensen op het gebied van (brand) veiligheid. 3. Het toetsen van de constructieve- en brandveiligheid van gebouwen gedurende het vergunningentraject en er topprioriteit aan geven, waarbij de wet- en regelgeving op deze aspecten nauwgezet en strikt gevolgd worden. 4. Het terugdringen van het aantal ongewenste meldingen en uitrukken van de brandweer. 5. Het in kaart brengen van de kwetsbare objecten (ziekenhuizen, scholen, zwembaden, etc.) en overige ramptypen in het kader van de risicokaart. 6. Uitvoering geven aan het beleidsplan van de Veiligheidsregio, samen met de partners van de Veiligheidsregio en overige partners, zoals de waterschappen en de provincie.
7.3. Hoe gaan we de ambities realiseren Hieronder volgt per ambitie een toelichting over hoe we de komende jaren de ambitie willen realiseren. 1. Het borgen van een goed werkende crisismanagementorganisatie. Binnen de gemeente Bergen op Zoom vinden er regelmatig trainingen en oefeningen plaats, zodat de interne organisatie goed voorbereid is op een eventuele ramp. De komende jaren zal de crisismanagementorganisatie zich (nog) meer gaan richten op de regio, waarbij het voorstel is om de piketregeling zoals die nu is georganiseerd voor de gemeenten Bergen op Zoom en Woensdrecht zal worden uitgebreid met andere gemeenten in het district. 2. Het geven van voorlichting en advies door de brandweer. Inwoners van de gemeente Bergen op Zoom moeten zich bewust zijn van hun eigen rol en verantwoordelijkheid als het aankomt op voorbereiding op rampen en crises. Dat gaat van het zelf aanschaffen van een noodpakket tot het treffen van preventieve maatregelen om een brand te voorkomen. De gemeente en andere partners, zoals de brandweer, hebben in het vergroten van het verantwoordelijkheidsbesef een nadrukkelijke rol. Het gaat hierbij om het geven van voorlichting, advisering en het houden van toezicht conform het vastgestelde Handhavingsbeleid, om een gedragsverandering bij mensen op het gebied van (brand)veiligheid te bewerkstelligen. De brandweer is inmiddels het project gestart ‘de Brandweer over morgen’, waarbij het doel is dat de brandweer de komende jaren veel
37
efficiënter gaat uitrukken en dat zij burgers en bedrijven meer gaan betrekken bij het voorkomen van brand. Hierbij is een persoonlijke benadering van belang. In Bergen op Zoom zal de brandweer voorlichting gaan geven na een relevante brand in de wijk of buurt waar de brand heeft plaatsgevonden. De voorlichting richt zich op de brandveiligheid en over de manier waarop de brandweer de brand heeft aangepakt. Door incidentgestuurd te werken worden juist die mensen bereikt, die met een goede voorlichting brand en brandgevaarlijke situaties in de toekomst kunnen voorkomen, waardoor ook het aantal uitrukken en ongewenste meldingen zal dalen. Ook de buurtpreventieteams kunnen een rol vervullen in het geven van voorlichting en het langsgaan bij huizen om te kijken of zij inbraak/ brand ‘proof’ zijn. Het gaat hierbij om de zogenaamde ‘home safety checks’. 3. Het structureel inbedden van een constructieve- en brandveiligheidstoets gedurende een vergunningentraject. Deze toets vindt bij elk vergunningentraject plaats. De komende jaren zal hier ook topprioriteit aan worden gegeven. Dit betekent dat wanneer blijkt dat een gebouw niet aan alle eisen voldoet het vergunningen traject niet verder wordt voortgezet, totdat de aanvrager wel aan alle eisen voldoet. 4. Het geven van voorlichting en advies. Door in te steken op preventie, voorlichting en advies, zal in de toekomst, zo is de verwachting, er minder brandgevaarlijke situaties ontstaan, waardoor ook de brandweer minder vaak hoeft uit te rukken. Helaas is het zo dat er nog veel ongewenste meldingen binnenkomen, bijvoorbeeld doordat brandalarmopvolging automatisch is doorgeschakeld naar de brandweer. In de praktijk gebeurt het nu al dat de brandweer bijvoorbeeld een tweede telefoontje pleegt nadat een automatische melding is binnengekomen, om te kijken of de melding serieus is. Zo voorkomt de brandweer ook dat zij uitrukken voor een ongewenste melding. Bij regelmatig ongewenste meldingen bij dezelfde onderneming worden handhavende maatregelen (daar waar dat juridisch mogelijk is) overwogen. 5. Samen met de Veiligheidsregio de risicokaart actualiseren. De brandweer zal de komende jaren haar materiële en personele inzet afstemmen op de risico’s die zich voordoen in de gemeente Bergen op Zoom. Een actuele risicokaart is hierbij van essentieel belang. Dit is één van de inzichten die is opgedaan na evaluatie van de brand bij Chemie Pack. Het actualiseren van de risicokaart is een taak voor de gemeente. In 2012 zal deze actualisatie plaatsvinden. 6. Uitvoering van het beleidsplan ‘Verbinden en versterken’ van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant zal gebeuren door de Veiligheidsregio, dit in samenwerking met alle betrokken partners, waaronder de gemeente. Tot slot Fysieke veiligheid in Bergen op Zoom is en blijft essentieel om inwoners en bedrijven een veilig woon- en leefklimaat te kunnen bieden. De ambities voor de komende jaren zijn vooral gericht op het verder uitbouwen en doorontwikkelen van hetgeen de gemeente en partners de afgelopen jaren al in gang hebben gezet. Belangrijk hierbij is dat naast het hebben van een goed geoliede crisismanagementorganisatie ook steeds meer aandacht wordt besteed aan het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven in het voorkomen van calamiteiten. In het volgende hoofdstuk wordt specifieker ingegaan op het veiligheidsveld ‘sociale calamiteiten’. Een ‘nieuw’ veiligheidsveld waar ook een belangrijke rol en taak voor de gemeente in is weggelegd.
38
8. Aanpak (sociale) calamiteiten De gemeente Bergen op Zoom kent al vele jaren een rampenplan. In dit plan staat gedetailleerd beschreven wat te doen bij een fysieke ramp, welk proces er opgestart dient te worden en wie, wanneer, welke verantwoordelijkheid heeft. Dit rampenplan treedt in werking wanneer zich bijvoorbeeld een brand voordoet, of wanneer er ergens een ontploffing heeft voorgedaan. Naast fysieke rampen kan de gemeente ook worden geconfronteerd met sociale calamiteiten. Een sociale calamiteit is (de dreiging van) een incident dat kan leiden tot grote maatschappelijke onrust waardoor er sprake kan zijn van een ernstige aantasting van de openbare orde en veiligheid. Een draaiboek voor het voorkómen en bestrijden van sociale calamiteiten kent Bergen op Zoom nog niet. In 2012 dient het draaiboek ‘aanpak sociale calamiteiten’ te worden vastgesteld. In dit draaiboek komt te staan hoe sociale calamiteiten voorkómen kunnen worden en wat te doen wanneer maatschappelijke onrust (dreigt) te ontstaan. Maatschappelijke onrust kan bijvoorbeeld ontstaan door een rel of vechtpartij, een familiedrama of zinloos geweld. Recente voorbeelden zijn de jongeren rellen in Londen, de zedenzaak bij kinderdagverblijf ‘t Hofnarretje of wanneer een zedendelinquent terugkeert in de maatschappij. Maatschappelijke onrust gaat soms ook met etnisch geweld gepaard. Om escalaties te voorkómen is het van belang dat signalen ten aanzien van maatschappelijke onrust tijdig worden gesignaleerd en dat er adequaat op wordt geanticipeerd.
8.1. Waar staan we nu Ten aanzien van de aanpak van calamiteiten kent de gemeente Bergen op Zoom een up to date rampenplan. In november 2011 is in de Veiligheidsregio het regionaal crisisplan vastgesteld. Dit plan vervangt het gemeentelijk rampenplan. In 2012 zal dit plan van kracht worden. Crisisbeheersing Binnen de gemeentelijke organisatie zijn de medewerkers die een rol hebben in de gemeentelijke crisisbeheersing opgeleid. Ook de Veiligheidsregio (onderdeel gemeenten) kent een organisatieplan. In dit organisatieplan staat hoe de gemeenten zich dienen voor te bereiden op een crisis of calamiteit. Voorbeelden van calamiteiten zijn het uitbreken van een infectieziekte, het kantelen van een trein met giftige stoffen aan boord of een grote brand die zich voordoet in een flatgebouw of bij een bedrijf. In dit licht is ook het beleidsplan van de Veiligheidsregio, welke in juli 2011 is vastgesteld, van belang (zie hiervoor ook hoofdstuk 7 ‘fysieke veiligheid’). De Veiligheidsregio is aan zet wanneer multidisciplinaire zaken zich voordoen op het gebied van crisisbeheersing en wanneer meerdere gemeenten betrokken zijn. De gemeente is één van de partners van de Veiligheidsregio, maar is en blijft zelf ook verantwoordelijk voor het voorkomen en goed optreden wanneer aan (sociale) calamiteit zich voordoet. Sociaal calamiteitenplan Zoals is gezegd kent de gemeente Bergen op Zoom nog geen sociaal calamiteitenplan. Dit neemt niet weg dat, onder meer door recente gebeurtenissen elders in het land en in het buitenland, wel aandacht is voor de aanpak van sociale calamiteiten. Zo is er een eerste inventarisatie gemaakt van organisaties die een rol kunnen spelen wanneer een sociale calamiteit zich voordoet (denk bijvoorbeeld aan welzijn- en zorgorganisaties). Daarnaast hebben ook landelijke organisaties, zoals FORUM, en andere gemeenten (zoals de gemeente Weert) sociale calamiteiten plannen ontwikkeld. Deze plannen kunnen als voorbeeld worden gebruikt voor het Bergse (of districtelijke) sociaal calamiteitenplan. Tot slot is sinds 2011 ook het BIJ (Bestuurlijke Informatie Justitiabelen) project in Bergen op Zoom
39
ingevoerd (zie ook hoofdstuk 3 veilige woon- en leefomgeving). De gemeente wordt geïnformeerd wanneer een zedendelinquent terugkeert in de maatschappij, zodat er maatregelen getroffen kunnen worden.
8.2. Ambities voor Aanpak (Sociale) Calamiteiten 1. 2. 3. 4.
Het schrijven en uitvoering geven aan een (districtelijk) sociaal calamiteitenplan. Het verder versterken de van gemeentelijke en districtelijke crisisorganisatie (zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau) in samenwerking met de Veiligheidsregio. Het inzetten en anticiperen op berichtgeving via social media. Uitvoering geven aan het beleidsplan van de Veiligheidsregio, samen met de partners van de Veiligheidsregio en overige partners, zoals de waterschappen en de provincie (zie ook veiligheidsveld ‘fysieke veiligheid’).
8.3. Hoe gaan we de ambities realiseren Belangrijk bij dit veiligheidsveld is dat er niet alleen reactief (achteraf) wordt gereageerd op sociale onrust en calamiteiten, maar dat er ook preventief (vooraf) wordt opgetreden. Samenwerking tussen instanties en instellingen mag niet afhankelijk zijn van toevalligheden en moet niet pas tijdens een calamiteit tot stand komen, maar dient vooraf geregeld en vastgelegd te zijn. 1. Vaststellen van een sociaal calamiteitenplan in 2012. Hierin wordt vastgelegd welke effectieve maatregelen genomen kunnen worden om escalatie te voorkomen (preventie), dan wel effectief opgetreden kan worden als zich calamiteiten voordoen. In 2011 is een eerste aanzet gemaakt tot dit sociaal calamiteitenplan. In de loop van 2012 zal dit plan ter vaststelling worden aangeboden aan het college van Burgemeester en Wethouders. Voor de uitvoering van het calamiteitenplan zal ook expliciet gekeken worden naar de rol van sommige organisaties, bijvoorbeeld een welzijn-/ zorgorganisaties. Dit calamiteitenplan kan tot gevolg hebben dat er nadere afspraken met de welzijn-/ zorgorganisaties worden gemaakt. In 2012 dient er uitvoering te worden gegeven aan het sociaal calamiteitenplan door bijvoorbeeld ook de mensen in de (gemeentelijke) crisisorganisatie op te leiden en te trainen, zodat zij weten wat te doen bij een sociale calamiteit. 2. Het structureel trainen en opleiden van het gemeentelijk crisisteam en het houden van oefeningen. Er zal één rampenteam worden gecreëerd, welke ingezet kan worden voor rampenbestrijding en bij (sociale) calamiteiten. De gemeente Bergen op Zoom ziet het bestrijden en goed optreden bij (sociale) calamiteiten als onderdeel van haar reguliere crisisorganisatie. 3. Inzet social media De gemeente gaat social media actief gebruiken om informatie over (sociale) calamiteiten aan de bewoners te verspreiden en om informatie van bewoners te verzamelen. 4. Uitvoering van het beleidsplan ‘Verbinden en versterken’ van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant zal gebeuren door de Veiligheidsregio, dit in samenwerking met alle betrokken partners, waaronder de gemeente. Tot slot Het veiligheidsveld aanpak van (sociale) calamiteiten sluit nauw aan op het veiligheidsveld ‘fysieke veiligheid’. Bij beide velden is de inzet van het rampenteam van essentieel belang. Belangrijk verschil tussen beide velden is dat bij een sociale calamiteit de
40
maatschappelijke impact vaak groter is dan bij een ‘fysieke’ calamiteit. Dit neemt niet weg dat ‘individueel’ leed bij beide calamiteiten erg groot kan zijn. Voor de gemeente is het van groot belang om tijdig maatschappelijke onrust te signaleren en te herkennen en om afspraken te maken met die organisaties die de maatschappelijke onrust kunnen bestrijden of keren. Na het behandelen van alle zes de veiligheidsvelden is duidelijk geworden dat de gemeente Bergen op Zoom hoge ambities heeft op elk van de zes velden. Veel activiteiten en interventies zijn al in gang gezet. Het is nu zaak om de komende jaren de opbrengsten van de afgelopen jaren te borgen, maar ook om een slag te maken in het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van burgers en ondernemers ten aanzien van veiligheid. De gedeelde verantwoordelijk van politie, brandweer, Openbaar Ministerie, gemeente, burgers, ondernemers en andere veiligheidspartners is een doorlopend thema binnen de zes velden. De velden kunnen dan ook niet los van elkaar worden gezien. Immers, elk veld hangt met een ander veld samen. Zo doet een incident of jeugdoverlast ook iets met de woon- en leefomgeving. De balans vinden en het creëren van evenwicht in het veiligheidsbeleid is dan ook de uitdaging voor de komende jaren. Evenwicht in het verdelen van de aandacht, elk veld heeft aandacht nodig. Als evenwicht in de manier van optreden, zowel preventief als repressief.
9. Organisatorische- en financiële inbedding Zoals u heeft kunnen lezen bestaat het integrale veiligheidsbeleid uit vele verschillende facetten. Niet alleen extern zijn er veel verschillende partners betrokken, maar ook intern leveren veel afdelingen een bijdrage aan het realiseren van de ambities van het veiligheidsbeleid. Dit gaat van het ontwikkelen van beleid, tot het daadwerkelijk uitvoering geven aan het veiligheidsbeleid. Bijvoorbeeld via de gemeentelijke handhavers. De coördinatie van het gemeentelijk veiligheidsbeleid ligt bij de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening, cluster Veiligheid. Deze coördinatiefunctie houdt in dat er op wordt toegezien dat hetgeen beschreven staat in de kadernota daadwerkelijk tot uitvoering wordt gebracht de komende jaren. Daarnaast betekent de coördinatiefunctie ook dat er een integrale afstemming plaatsvindt voordat een onderwerp richting bestuur en gemeenteraad wordt doorgeleid. Elke afdeling an sich blijft verantwoordelijk voor haar eigen facet binnen het veiligheidsbeleid.
9.1 Beleidscyclus De ambities voor de komende jaren zijn hoog. Om ervoor te zorgen dat de ambities ook daadwerkelijk allemaal worden gerealiseerd blijft een nadrukkelijke sturing noodzakelijk. Zoals eerder is aangegeven zullen de ambities van deze kadernota verder worden geconcretiseerd in de verschillende uitvoeringsplannen die zullen verschijnen naar veiligheidsveld en daar waar mogelijk geconcretiseerd naar gebied/ wijk. Deze uitvoeringsplannen zullen worden vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders. De invulling van de uitvoeringsplannen gebeurd onder regie van de gemeente, maar in nadrukkelijke samenwerking met de verschillende professionele partners en vrijwilligers in de wijken. Met de concernberichten en het jaarverslag zal de gemeenteraad drie keer per jaar worden geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de kadernota. Daarnaast zal één keer per jaar de gebiedsofficier van het Openbaar Ministerie, de brandweercommandant en de teamchef (deels) aansluiten bij een commissie Burger en Bestuur. Zo krijgt de gemeenteraad de kans om in dialoog te gaan met de partners binnen het veiligheidsbeleid en kan afstemming plaatsvinden over de uitvoering van het beleid. Tijdens deze
41
commissievergadering zal zo veel mogelijk worden ingespeeld op de actualiteit en/ of zal er een veiligheidsveld uit deze kadernota worden uitgelicht. Naast het informeren van de politiek, blijft ook het informeren van het college over de voortgang van de kadernota van belang. Dit zal gebeuren via de tweewekelijkse portefeuillehoudersoverleggen en via de vierjaarlijkse monitoren die vanuit de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening verschijnen.
9.2 Financiële paragraaf Voor deze kadernota is programma 2 ‘Openbare Orde en Veiligheid’ van belang. Binnen dit programma vallen de producten ‘brandweer’, ‘rampenbestrijding’ en ‘openbare orde en politie’. Binnen programma 2 zijn, in de meerjarenbegroting 2012 – 2015, de volgende bedragen (in euro’s) opgenomen: 2012 2013 2014 2015
5.890.674 6.042.750 5.903.653 5.503.435
Het bedrag binnen programma 2 in 2013 is hoger dan de andere jaren, doordat in dat jaar de realisatie van de nieuwe brandweerkazerne is voorzien. Vanaf 2015 is een lager bedrag beschikbaar binnen programma 2, doordat in dat jaar de taakstelling op de Veiligheidsregio van kracht wordt. Budgettair neutraal De komende jaren zullen de ambities zoals beschreven in deze kadernota, budgettair neutraal worden uitgevoerd, of er wordt gezocht naar extra middelen in de vorm van subsidie. Een voorbeeld hiervan is de subsidie (totaal € 250.000,--) die het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft toegekend aan Courage voor de internationale communicatie over het coffeeshopbeleid. Ook de komende jaren zal intensief gezocht worden naar subsidiemogelijkheden.
Geldstromen De middelen die beschikbaar zijn binnen programma 2, zijn afkomstig van: 1. 2. 3.
De algemene uitkering Bedragen gekoppeld aan centrum gemeente functie (bijvoorbeeld voor het organiseren van de nazorg na detentie) Andere gemeenten (bijdrage gemeente Roosendaal aan Courage en de bijdrage van de districtgemeenten aan coördinatiefuncties in het Veiligheidshuis).
42
BIJLAGEN
43
Bijlage 1 Afkortingen APV ARBO
Algemene Plaatselijke Verordening Arbeidsomstandigheden
B5 Tilburg BIBOB Bestuur BIJ BIM BOA BRZO BZK
Brabantse gemeenten Breda, Den Bosch, Eindhoven, Helmond en
COSA CJG
Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid Centrum voor Jeugd en Gezin
FIOD FORUM
Fiscale Inlichtingen- en OpsporingsDienst Instituut voor multiculturele vraagstukken
GHOR
Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio
HCO
HulpverleningsCasusOverleg
JCO
JustitieelCasusOverleg
KHN
Koninklijke Horeca Nederland
MBO MBVEO
Middelbaar BeroepsOnderwijs Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast
RIEC RMD RUD
Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Regionale Milieudienst West-Brabant Regionale UitvoeringsDienst
SIW
Sterk in Welzijn
VNG VPT VROM
Vereniging Nederlandse Gemeenten Veilige Publieke Taak Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
WOS
Woninginbraken, Overvallen en Straatroven
De Wet Bevordering IntegriteitsBeoordelingen door het Openbaar Bestuurlijke Informatie Justitiabelen Bestuurlijke Informatie Toezicht en Handhaving Buitengewoon OpsporingsAmbtenaar Besluit Risico’s en Zware Ongevallen Binnenlandse Zaken en Koninkrijsrelaties
44
Bijlage 2 Brondocumenten Zoals in de kadernota staat aangegeven is voor het formuleren van de ambities per veiligheidsveld , daar waar dat mogelijk was, gebruik gemaakt van een aantal brondocumenten. Deze brondocumenten geven informatie over het huidige veiligheidsbeleid van de gemeente Bergen op Zoom. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste brondocumenten die zijn gebruikt: 1. Veiligheidsbeeld (voormalig BIM rapport) In dit document geeft de politie de trends aan op verschillende onderwerpen, zoals overvallen, woninginbraken, etcetera. In dit veiligheidsbeeld staan de cijfers voor de gemeente Bergen op Zoom, maar ook voor de andere gemeenten in dit district. 2. Gemeentepeiling De Gemeentepeiling bevat steeds enkele vaste onderwerpen en onderwerpen die bij gelegenheid in de vragenlijst worden opgenomen. Tot de vaste onderwerpen behoren woon- en leefomgeving en de gemeentelijke dienstverlening. Voor deze kadernota is gekeken naar de cijfers van de gemeentepeiling uit 2009 en, daar waar mogelijk, naar de voorlopige cijfers van de gemeentepeiling over het jaar 2011. 3. Veiligheidsindex De veiligheidsindex laat cijfers zien van de gemeente Bergen op Zoom op het gebied van Veiligheid. De cijfers vanuit de veiligheidsindex zijn destijds, daar waar mogelijk ook gekoppeld aan de cijfers die vanuit de gemeentepeiling beschikbaar kwamen. 4. Cijfers veiligheidshuis (PIX systeem) Sinds 2010 is het PIX systeem ingevoerd in het Veiligheidshuis Bergen op Zoom. Het PIX systeem is een registratiesysteem waarin alle casussen die in het Veiligheidshuis worden besproken in worden geregistreerd. Op basis van parameters is informatie voor de gemeenten beschikbaar per casusoverleg/ doelgroep. Voorbeelden van parameters zijn bijvoorbeeld het aantal ex gedetineerden per gemeenten, de soorten van zorgvragen die worden besproken in het HulpverleningsCasusOverleg, het aantal meldingen huiselijk geweld, etcetera. 5. Wijkveiligheidsplannen Een aantal wijken in Bergen op Zoom kent een eigen wijkveiligheidsplan. Alhoewel deze plannen in de toekomst op zullen gaan in de uitvoeringsplannen die verschijnen naar aanleiding van deze kadernota, geven de huidige wijkveiligheidsplannen een beeld van de prioriteiten per wijk. Ook deze informatie is, daar waar relevant, gebruikt voor het formuleren van een aantal ambities in deze kadernota. 6. Drugsscan In deze scan worden diverse aspecten belicht, zoals drugstoerisme, drugsoverlast en drugscriminaliteit. Deze scan geeft een duidelijk overzicht van de resultaten van het ingezette drugsbeleid. Voor deze drugsscan worden bewoners en professionals benaderd. 7. Nota Integraal handhavingsbeleid Deze Nota is in werking getreden op 23 mei 2011 en bevat onder meer de gemeentelijke visie op handhaving, de beleidsdoelstellingen, het beschikbare instrumentarium en het beleidskader. In deze nota zijn de handhavingsprioriteiten vastgesteld in de vorm van een
45
risicomatrix. Op basis van het in de Nota vastgestelde beleidskader wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma handhaving opgesteld.
46
Bijlage 3 Landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen 1. Landelijke ontwikkelingen Ook landelijk staat het onderwerp veiligheid hoog op de agenda. Het kabinet stelt hoge ambities op het gebied van veiligheid: het moet veiliger worden in de openbare ruimte door het daadkrachtig aanpakken van overlast, agressie, geweld en criminaliteit. Daarnaast heeft het kabinet aangegeven dat er een wijziging komt in de toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, onder meer door de reorganisatie van de politie en door veiligheid landelijk onder de verantwoordelijkheid van één ministerie te laten vallen. Tot slot zal er ook op het gebied van veiligheid het nodige worden bezuinigd, zowel op landelijk als lokaal niveau. Hieronder vindt u de belangrijkste landelijke ontwikkelingen op het gebied van veiligheid op een rij: Wetgeving Binnen het onderwerp veiligheid bestaat er heel wat wet- en regelgeving waar de gemeente zich aan dient te houden. Zo is er onder meer de Wet BIBOB (Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur). Deze Wet biedt bestuursorganen de mogelijkheid gebruik te maken van een extra intrekkings- of weigeringsgrond bij het verlenen van vergunningen, bijvoorbeeld wanneer het gevaar bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt voor, of bij het plegen van strafbare feiten. De gemeente Bergen op Zoom beoogt door toepassing van de Wet BIBOB en de bijbehorende vooronderzoeken te voorkomen, dat zij onbedoeld criminele activiteiten faciliteert waardoor de veiligheid, de leefbaarheid, de rechtsorde en/ of de bestuurlijke slagkracht worden aangepast. Op 1 september 2010 is de Wet MBVEO (Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast) in werking getreden. Aanleiding was dat men in Nederland al lange tijd onaanvaardbare vormen van overlast ondervindt in wijken, bij evenementen, maar ook rondom wedstrijden in het betaald voetbal. Het gaat hierbij om ernstig overlastgevend gedrag dat bij voortduring gepleegd wordt en maatschappelijk onaanvaardbaar is. Door deze wet hebben de burgemeester en de officier van justitie nieuwe bevoegdheden gekregen, waardoor sneller opgetreden kan worden tegen ernstige (herhaaldelijke) overlastplegers in de openbare ruimte. Instrumenten hierbij zijn onder meer: het opleggen van een gebieds-, groeps- of contactverbod, een meldplicht of een begeleidingsplicht. Ook ligt er momenteel een wetsvoorstel klaar ter bespreking in de Tweede Kamer met als titel: versteviging regierol gemeenten ten aanzien van het lokaal veiligheidsbeleid. Met dit wetsvoorstel wil het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) de regierol van de gemeenten op het terrein van de lokale veiligheid verstevigen, door de gemeenteraad te verplichten om een integraal veiligheidsplan vast te laten stellen en door een specifieke rol (zorgplicht) aan de burgemeester toe te kennen, waardoor de gezagspositie van de burgemeester wordt versterkt. Tot slot is de nieuwe Politiewet in voorbereiding. Met deze wet wordt toegewerkt naar de vorming van een nationale politie. De ambities van het kabinet Begin 2011 heeft de ministerraad ingestemd met de ambities van het kabinet op het terrein van de nationale veiligheid. Deze ambities zijn gebaseerd op de uitkomsten van de Nationale Risicobeoordeling 201030. Het kabinet wil de komende jaren extra inzetten op de 30
Nationale Risicobeoordeling 2010: in dit rapport wordt systematisch in kaart gebracht hoe mogelijke dreigingen worden beoordeeld op kans en impact, inclusief een advies waar extra inzet op moet plaatsvinden. Dit heeft betrekking op alle dreigingen (all hazard) voor de nationale veiligheid. Medio 2010 is de derde nationale risicobeoordeling aangeboden aan de 2 e kamer.
47
thema’s: verschuiving van de (economische) internationale machtsverhoudingen, de geopolitieke31 invloed op energie-, grondstof- en voedselzekerheid en cybersecurity. Daarnaast vindt het kabinet dat blijvende aandacht nodig is voor natuurlijke dreigingen zoals pandemieën en de aanpak van terroristische dreigingen. Een aantal van deze ambities is landelijk dan wel internationaal gericht, maar een aantal van deze ambities speelt ook op lokaal niveau een rol (bijvoorbeeld cybersecurity en de uitbraak van pandemieën). Nationale politie Per 1 juli 2012 kent Nederland een nationale politie. Tot en met eind 2011 was de politie in Nederland georganiseerd in 26 korpsen, elk met een eigen korpschef. Die korpsen zijn inmiddels opgeheven. Er bestaat nu één nationale politie, bestaand uit tien regionale eenheden. Het streven is dat de nationale politie een aantal voordelen met zich meebrengt: • De politie kan meer als een eenheid gaan werken, omdat iedereen onder één nationale korpschef valt. • De politie kan meer tijd gaan besteden aan straat- en recherchewerk. • Agenten zijn meer bezig met hun vak, omdat ze minder tijd kwijt zijn aan papierwerk. • Er komt minder bureaucratie, bijvoorbeeld doordat het doen van een (digitale) aangifte makkelijker wordt. • De verschillende onderdelen van de politie kunnen beter en sneller samenwerken (vooral waar het gaat om automatisering). • De ict, huisvesting, inkoop en personeel en organisatie kunnen centraal geregeld worden. Daardoor worden de kosten van de bedrijfsvoering (de overhead) lager. Naast de voordelen blijft een aandachtspunt dat de burgemeester voldoende moet kunnen blijven sturen op de politie. Bergen op Zoom valt onder de regionale eenheid: Zuid- WestBrabant. Bestuursakkoord 2011 – 2015: decentralisatie van taken Een krachtige, kleine en dienstverlenende overheid is het motto van het bestuursakkoord 2011 - 2015. De Rijksoverheid geeft meer taken aan gemeenten, provincies en waterschappen. Gemeenten en provincies krijgen zo meer te zeggen over onderwerpen die dicht bij hun inwoners staan, zoals Jeugdzorg en Openbaar Vervoer. Maar het bestuursakkoord schrijft ook het één en ander over veiligheid: • Het Rijk is verantwoordelijk voor afwegingen over het gebruik van de diepe ondergrond, zoals CO2-opslag en de opslag van kernafval. Het Rijk betrekt bij zijn afwegingen over ondergronds gebruik de lokale overheden gegeven hun verantwoordelijkheden inzake de (regionale) ruimtelijke inpassing. • De verantwoordelijkheid van het Rijk voor normen ten aanzien van veiligheid en gezondheid, waterveiligheid (primaire keringen), waterkwaliteit (hoofdwatersysteem) en defensieterreinen verandert niet ten opzichte van de voorgaande jaren. • In het kader van de wettelijke regierol van gemeenten voor de lokale veiligheid, worden gemeenten bevorderd om bij het uitbesteden van wettelijke taken zoals jongerenwerk en verslavingszorg te vragen dat de partijen maatregelen nemen om agressie en geweld tegen hun werknemers tegen te gaan. Dit in het kader van het landelijk programma Veilige Publieke Taak, welke loopt tot 1 januari 2014. 2. Regionale ontwikkelingen Naast landelijke ontwikkelingen, staat ook de regio West-Brabant niet stil. Er is een aantal regionale ontwikkelingen dat in het kader van deze kadernota relevant is om te melden. 31
Geopolitieke invloed: het streven om politieke doelen te bereiken op basis van geografisch gefundeerde argumenten.
48
Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is volop in ontwikkeling. De Veiligheidsregio is er voor het bestrijden van incidenten en rampen alsook het beheersen van risico’s en crises. De voorzitter van de Veiligheidsregio Midden- en West Brabant is de heer Noordanus, tevens burgemeester van Tilburg. Bergen op Zoom is één van de 26 gemeenten die aangesloten zijn bij de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Naast operationele hulpdiensten als politie, brandweer en de GHOR hebben ook gemeenten een belangrijke rol bij de bestrijding van rampen. Zo is de gemeente ‘procesverantwoordelijke’ voor het verlenen van snelle en adequate zorg voor de gedupeerden van een ramp. Elke gemeente, zo ook Bergen op Zoom, treft de nodige voorbereidingen zodat tijdens een ramp of incident er accuraat en effectief opgetreden kan worden. Deze voorbereidingen op het gebied van crisisbeheersing zijn in volle gang en zullen de komende jaren verder worden uitgebreid (zie hoofdstuk 7 en 8 voor meer informatie over de veiligheidsregio). De uitkomsten van de onderzoeken naar de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk zullen ook gevolgen hebben voor de gemeentelijke crisisbeheersing in Bergen op Zoom.
Politieregio Zuid- West-Brabant Met de nieuwe regionale politie eenheid Zuid– West-Brabant ontstaat er een veel nauwere en nadrukkelijkere samenwerking met Zeeland. Door de invoering van de nationale politie verandert het gezag over de politie niet. De burgemeester en de officier van Justitie blijven lokaal afspraken maken over de inzet van de politie. In deze kadernota zijn in hoofdstuk 2 de kaders geschetst over de manier waarop de burgemeester de politie aanstuurt, dit ook in het licht van de gewijzigde regierol van gemeenten op het gebied van veiligheid. Regionale UitvoeringsDienst (RUD) Taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving worden vanaf 2013 uitgevoerd in regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s). Hierin werken experts op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving, afkomstig van gemeenten, milieudiensten en provincie nauw samen om burgers en bedrijven in Brabant goed en snel van dienst te zijn. Het gaat hierbij vooral om complexe en bovenlokale vraagstukken. Minder complexe en lokale aangelegenheden blijven bij de gemeenten. De samenwerking in de RUD’s moet leiden tot minder regels, snellere procedures, meer kwaliteit en een betere dienstverlening. Momenteel wordt er Brabant-breed hard gewerkt aan de oprichting van de RUD’s. B5 aanpak criminaliteit Voor het bestrijden van de georganiseerde misdaad hebben steden in Brabant, de provincie Noord-Brabant en de minister van Veiligheid en Justitie de handen ineen geslagen. In de bestuurlijke- en justitiële aanpak van de georganiseerde misdaad in Brabant is vanaf eind 2010 flink geïntensiveerd. Hiervoor is een speciale Taskforce ingesteld. Daarin werken gemeenten, het Openbaar Ministerie, Politie en Belastingdienst samen over de grenzen van de eigen organisatie heen. Deze Taskforce coördineert alle maatregelen om de georganiseerde misdaad in Brabant terug te dringen: criminele bendes die achter de wietteelt- en handel zitten worden opgerold, onderliggende criminele structuren worden afgebroken en crimineel vermogen wordt afgepakt. De aanpak is gestart als een programma voor drie jaar (2011 – 2013) en zal leiden tot een structurele basis voor een gezamenlijke aanpak binnen de gehele zuidelijke regio. Het samenwerkingsverband omvat nu de vijf grote steden in Brabant (de zogenaamde B5), drie regionale politiekorpsen, de nationale recherche, de Koninklijke Marechaussee, twee
49
arrondissementen van het Openbaar Ministerie en twee regio’s van de Belastingdienst. Verder zijn de twee Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC) in Brabant betrokken. Deze centra ondersteunen en adviseren de gemeenten bij de bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad en hebben een cruciale rol in de gegevensuitwisseling tussen de partners. Uiteindelijk zullen alle Brabantse steden deel gaan uitmaken van de samenwerking (zie voor meer informatie hoofdstuk 6). 3. Lokale ontwikkelingen De afgelopen jaren heeft de gemeente Bergen op Zoom, in samenwerking met de ketenpartners, flink geïnvesteerd in het vergroten van de veiligheid in de gemeente. Ook de districtelijke samenwerking met de gemeenten Roosendaal, Woensdrecht, Halderberge, Moerdijk en Steenbergen heeft de afgelopen jaren prioriteit gekregen. Inmiddels is duidelijk dat ook de gemeenten Tholen en Rucphen zullen worden toegevoegd aan ‘ons’ district. Hieronder volgt nog een aantal lokale ontwikkelingen dat in het licht van deze kadernota relevant is. Collegeprogramma In het collegeprogramma staat aangegeven dat Veiligheid in Bergen op Zoom een hoge prioriteit krijgt: mensen die in Bergen op Zoom wonen, werken of verblijven moeten zich veilig voelen. Het doel is om Bergen op Zoom zo veilig mogelijk te maken en te houden. De komende jaren zijn de inspanningen erop gericht om het veiligheidsgevoel in Bergen op Zoom te vergroten. In het collegeprogramma zijn de volgende ambities ten aanzien van veiligheid geformuleerd: • 80% van de inwoners/ respondenten scoort in de gemeentepeiling minimaal een voldoende ten aanzien van het veiligheidsgevoel; • In 2014 zijn de zes bestaande wijkveiligheidsplannen vervangen door nieuwe plannen; • In 2014 zijn in alle wijken van Bergen op Zoom buurtpreventieteams actief. Alle leden van buurtpreventieteams beschikken over een persoonlijke uitrusting en zijn voldoende gefaciliteerd door middel van gevolgde trainingen en cursussen; • In 2014 is het aantal camera’s voor toezicht uitgebreid; • Het aantal gevallen van zakkenrollerij en winkeldiefstal is in 2014 met 25 % teruggedrongen ten opzichte van 2010; • De objectieve veiligheid is in 2014 gestegen met 5% ten opzichte van 2008; • Het project Courage, gericht op een proactieve aanpak tegen drugsoverlast en drugscriminaliteit in Bergen op Zoom en Roosendaal, wordt voortgezet tot 1 januari 2014; • De gemeente Bergen op Zoom blijft deelnemen aan het Veiligheidshuis; • De gemeentelijke organisatie is voorbereid op incidenten, crises en rampen. Er dient een geactualiseerd plan Crisismanagement te zijn en actuele rampbestrijdingsplannen voor de bedrijven met de grootste risico’s. Ook alle personen die een taak hebben binnen de gemeentelijke rampenbestrijding zijn voldoende geoefend en opgeleid. Daarnaast vraagt de gemeente aan de burgers dat zij zich zo goed mogelijk voorbereiden op een eventuele ramp.
50
Colofon Opdrachtgever:
Gemeenteraad
Bestuurlijk opdrachtnemer: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, namens deze: de heer H. Polman, burgemeester en portefeuillehouder Openbare orde en Veiligheid en de heer T. Linssen, wethouder Sociale Veiligheid. Ambtelijk opdrachtnemer: de heer S. Verstraten, afdelingsmanager Maatschappelijke Dienstverlening. Stuurgroep: politie MWB
de heer P. Havelaar, teamchef en vervangend districtchef
Projectgroep:
mevrouw E. de Milliano, projectleider (gemeente) mevrouw K. Kusters, projectsecretaris (gemeente) mevrouw T. van As, teammanager Beleid (gemeente) de heer J. Spinder, Openbare Orde en Veiligheid (gemeente) de heer J. Bogers, Openbare Orde en Veiligheid (gemeente) de heer J. Labruyere, Openbare Orde en Veiligheid (gemeente) mevrouw M. de Kreek, stagiaire Openbare Orde en Veiligheid
(gemeente) (gemeente) (gemeente) (gemeente)
MWB MWB
de heer N. Bruinincx, clustercommandant brandweer MWB mevrouw K. Tax, gebiedsofficier Openbaar Ministerie de heer H. Polman, burgemeester
mevrouw H. van Blitterswijk, teammanager handhaving mevrouw C. van Wijngaarden, teammanager Toerisme de heer M. Ruyssenaars, evenementen en bijzondere wetten mevrouw Y. Goossens, wijkmanager (gemeente) mevrouw L. Maas, communicatie adviseur (gemeente) de heer L. Bakx, sociale zaken (gemeente) de heer G. de Heij, verkeer (gemeente) de heer B. van der Hoeven, projectleider Courage de heer T. Filthaut, adviseur Stadlander de heer J. van de Kerkhof, adviseur Stadlander de heer B. Dückers, manager Veiligheidshuis Bergen op Zoom de heer B. Meurs, operationeel chef politie MWB de heer N. Koolen, sectorhoofd incidentbestrijding brandweer mevrouw H. Sijbring, sectorhoofd risicobeheersing brandweer de heer K. Nieuwenhuyzen, adviseur RIEC mevrouw N. Baecke-Verstraeten, Beleidsadviseur Openbaar
Ministerie
51
Naast bovengenoemde personen is de kadernota ‘Veiligheid in Balans’ tot stand gekomen op basis van de bereidwillige medewerking van een groot aantal externe partners betrokken bij het veiligheidsbeleid van de gemeente Bergen op Zoom. Zoals een afvaardiging van de buurtpreventieteams, parkmanagement Theodorushaven, Noordland, de Poort (TNP), SIW, HCO coördinator en de wijktafels.
52