paq
HEEZE-LEENDE
Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018
Gemeente Heeze-Leende
Vastgesteld op 2 maart 2015
1
Voorwoord
Deze nota bevat de doelen en prioriteiten die alle veiligheidspartners, zoals politie en openbaar ministerie, hebben voor het veiligheidsbeleid van de gemeente Heeze-Leende in de periode 2015 tot en met 2018, en de inzet van gemeente en partners om die doelen te bereiken. De samenwerking tussen alle veiligheidspartners is niet nieuw. Al jaren wordt samengewerkt en gestuurd op de
gezamenlijke doelen en prioriteiten. Lokaal maatwerk draagt bij aan het vergroten van de veiligheid én de gevoelens van veiligheid in de gemeente. De integrale aanpak van de afgelopen jaren werpt steeds meer zijn vruchten af. De cijfers van 2013 laten zien dat de veiligheidssituatie in Heeze-Leende weer verder verbeterd is. Het is bekend dat een groot en divers aantal factoren, zoals de inrichting van de openbare ruimte, berichtgeving in de media en onzekerheid over de eigen baan of levensomstandigheden in het veiligheidsgevoel meeweegt. Maar ook de rol van de overheid is van belang bij het vergroten van het gevoel van veiligheid. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid in staat is problemen zoveel mogelijk te voorkomen en ze doeltreffend en effectief op te lossen. Naast de aanpak van onze prioriteiten, vind de gemeente Heeze-Leende het daarom van belang het vertrouwen van onze inwoners en het gevoel van veiligheid te vergroten. Samen zetten we dit onderwerp de komende jaren daarom hoog op de agenda.
Veiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, daar kunnen wij als gemeente niet alleen voor zorgen. We hebben daarbij de hulp nodig van alle relevante partners op het gebied van veiligheid. Naast de politie en het Openbaar Ministerie zijn dat onder meer de inwoners, ondernemers, brandweer, woningcorporaties en maatschappelijke- en gezondheidsinstellingen.
2
Inhoudsopgave Voorwoord
1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Methode 1.3 Opzet
2. Ontwikkelingen 2.1 Veiligheidshuizen Oost-Brabant
2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid 2.3 ZSM 2.4 Samenwerking bij Toezicht en Handhaving in de openbare ruimte 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit
2.6 Veiligheidsfonds 2.7 Nazorg ex-gedetineerden
2.8 Eigen verantwoordelijkheid 2.9 Ontwikkelingen binnen de Brandweer 3. Strategisch kader
3.1 Strategische doelstelling 3.2 Uitgangspunten 3.3 Strategische partners 3.4 Flankerende beleidsprocessen
4. Veiligheidsanalyse 4.1 Veilige woon- en leefomgeving 4.1.1 Conclusies
4.2 Bedrijvigheid en veiligheid 4.2.1 Conclusies
4.3 Jeugd en veiligheid 4.3.1 Conclusies
4.4 Fysieke veiligheid 4.4.1 Conclusies
4.5 Integriteit en veiligheid 4.5.1 Conclusies 5. Prioriteiten 6. Nadere uitwerking veiligheidsthema's 6.1 Veilige woon-en leefomgeving 6.1.1 Sociale kwaliteit
6.1.2 Fysieke kwaliteit 6.1.3 Objectieve veiligheid 6.1.4 Subjectieve veiligheid 6.2 Bedrijvigheid en veiligheid 6.2.1 Veilig winkelgebied 6.2.2 Veilige bedrijventerreinen 6.2.3 Veilig uitgaan 6.2.4 Veilige evenementen
6.3 Jeugd en veiligheid 6.3.1 Jeugdoverlast 6.3.2 Jeugd, alcohol en drugs 6.3.3 Veilig in en om de school
6.4 Fysieke veiligheid 6.4.1 Verkeersveiligheid 6.4.2 Brandveiligheid 6.4.3 Externe veiligheid 6.4.4 Rampenbestrijding en crisisbeheersing
6.5 integriteit en veiligheid 6.5.1 Polarisatie en radicalisering 6.5.2 Georganiseerde criminaliteit
2 5 5 5 6 7 7 7 8 8 9 9 10 10 10 11 11 11 12 12 13 13 13 14 14 14 14 14 14 15 15 16 18 18 18 19 19 20 20 20 21 21 22 23 23 23 24 24 24 25 25 25 26 26 26
3
6.5.3 Veilige publieke taak 6.5.4 Ambtelijke en bestuurlijke integriteit 7. Organisatie en coördinatie
7.1 Positie van veiligheid in de gemeentelijke organisatie 7.2 Interne en externe afstemming
7.3 Politiek-bestuurlijke inbedding 7.4 Planning en control rond veiligheid 7.5 Communicatie 7.6 Financiën
27 27 29 29 29 29 30 30 32
4
1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de aanleiding, de methode en de opzet van dit veiligheidsbeleid. 1.1 Aanleiding Veiligheid is één van de belangrijkste aandachtsvelden van de overheid, zowel op landelijk, provinciaal als lokaal niveau. Maar het begrip 'veiligheid' is tevens een containerbegrip dat tal van definities en
invullingen kent. Vanuit allerlei beleidsterreinen zijn er maatschappelijke partners actief op het gebied van veiligheid. Zij hebben ieder hun eigen kennis en ervaring op dit terrein. Dit grote aantal maatschappelijke partners en de initiatieven die zij nemen, brengt het risico van een versnipperde aanpak met zich mee. Om dit voorkomen is het noodzakelijk dat de gemeente deze verschillende
initiatieven bundelt tot één gecoördineerde en gestroomlijnde aanpak; zij is de regisseur. Inmiddels lopen deze (bijna) af en is actualisatie hiervan noodzakelijk, gezien de hoeveelheid nieuwe wet- en regelgeving die in de afgelopen periode in werking is getreden. In een eerder stadium hebben de gemeenten Heeze-Leende, Cranendonck en Valkenswaard (A2 gemeenten) al besloten om steviger samen te werken op gebied van integrale veiligheid. Daarnaast hebben ook de gemeenten Son en Breugel, Geldrop-Mierlo en Nuenen gezamenlijk de Dienst Dommelvallei, waar onder andere
samenwerking op het gebied van integrale veiligheid centraal staat. Binnen het basisteam Dommelstroom (nieuwe gebiedsindeling als gevolg van de Nationale Politie, bestaande uit de 6 voornoemde gemeenten) is dus ook behoefte aan vergaande samenwerking op het gebied van integrale veiligheid. Samenwerking tussen de zes gemeenten vond tot nu toe vooral plaats op driehoeksniveau en de voorafgaande ambtelijke voorbereidingen. 1.2 Methode
Veiligheid kent tal van definities en invullingen. Veiligheidsbeleid kan zich daarom richten op een breed scala aan onderwerpen zoals jongerenoverlast, overlast tussen bewoners, onveiligheidsgevoelens van ouderen maar ook op de brandveiligheid van gebouwen, de risico's van overstromingen en het transport van gevaarlijke stoffen. Ook georganiseerde criminaliteit en terrorisme vallen binnen het
gemeentelijke veiligheidsbeleid, net als de veiligheid op bedrijventerreinen, in winkelcentra en bij evenementen.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft een methode ontwikkeld, het Kernbeleid Veiligheid. Deze methode wordt door veel gemeenten gehanteerd en geldt als uitgangspunt voor vele diverse landelijke actoren, zoals het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en wordt ook
gebruikt door de Nationale Politie. De methode Kernbeleid Veiligheid is eerder in 2003, 2006 en 2010 beschreven. Er ligt nu een nieuwe editie (2014), waarin de ontwikkelingen sinds 2010 zijn verwerkt. Een belangrijke ontwikkeling is vanzelfsprekend de implementatie van de Nationale Politie. Daarnaast zijn er twee nieuwe veiligheidsthema's toegevoegd, te weten 'Veilige Publieke Taak' en 'Informatieveiligheid'. De
veiligheidsvelden zijn onderverdeeld in veiligheidsthema's en is als volgt ingedeeld: • Veilige woon- en leefomgeving
o Sociale kwaliteit o Fysieke kwaliteit o Objectieve veiligheid/veel voorkomende criminaliteit o Subjectieve veiligheid/veiligheidsgevoel • Bedrijvigheid en veiligheid o Veilig winkelgebied o Veilige bedrijventerreinen o Veilig uitgaan o Veilige evenementen
o Veilig toerisme • Jeugd en veiligheid o Jeugdoverlast
o Jeugdcriminaliteit/individuele probleemjongeren o Jeugd, alcohol en drugs
5
o Veiligheid in en om de school • Fysieke veiligheid o Verkeersveiligheid o Brandveiligheid o Externe veiligheid o Rampenbestrijding en crisisbeheersing • Integriteit en veiligheid o Polarisatie en radicalisering o Georganiseerde criminaliteit
o Veilige publieke taak o Informatieveiligheid o Ambtelijke en bestuurlijke integriteit 1.3 Opzet
De opbouw van deze Kadernota is als volgt: hoofdstuk 2 bevat een globale beschrijving van de belangrijkste ontwikkelingen binnen het veiligheidsdomein. Hoofdstuk 3 bevat vervolgens het strategische kader, waarin de strategische doelstelling, de uitgangspunten, de strategische partners en flankerende beleidsprocessen worden beschreven. In hoofdstuk 4 wordt een beschrijving gegeven van de uitkomst van de veiligheidsanalyse van de gemeente Heeze-Leende over de periode 2010-2013. In
hoofdstuk 5 worden daarna de prioriteiten geschetst voor de periode 2015 - 2018 en de wijze waarop richting gegeven zal worden aan de aanpak van deze prioriteiten. De gestelde prioriteiten zullen vanzelfsprekend in de komende beleidsperiode met voorrang aangepakt worden. Dit betekent niet dat er aan de overige veiligheidsthema's niets gedaan wordt. Wat er, bij benadering, wordt gedaan staat in
hoofdstuk 6 waar de veiligheidsthema's worden uitgelicht en wat de doelstellingen zijn. In hoofdstuk 7 wordt stilgestaan bij de ambtelijke en bestuurlijke coördinatie van het beleid.
6
2. Ontwikkelingen In deze Kadernota wordt vooral ingezoomd op de huidige situatie die geanalyseerd wordt en resulteert in een aantal prioriteiten. Maar gemeenten, Openbaar Ministerie, politie en tal van andere maatschappelijke partners werken op meer terreinen integraal samen én investeren daar ook ruimschoots in. De belangrijkste ontwikkelingen/onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan de orde.
2.1 Veiligheidshuizen Oost-Brabant Het Veiligheidshuis is een netwerksamenwerking tussen straf-, zorg- en (andere) gemeentelijke partners, waarin zij onder gemeentelijke regie komen tot een ketenoverstijgende aanpak van complexe persoons-, systeem- en gebiedsgerichte problematiek om ernstige overlast en criminaliteit te bestrijden. Wanneer reguliere inzet van partners binnen de eigen keten niet meer werkt, kan een beroep worden gedaan op deze netwerksamenwerking. Het onderscheidend vermogen en de meerwaarde van het Veiligheidshuis ten opzichte van bestaande, reguliere werkwijzen is groter, wanneer de capaciteit van de partners binnen het Veiligheidshuis wordt besteed aan complexe casuïstiek, waarvoor ketenoverstijgende samenwerking een voorwaarde is voor
een goede oplossing. Deze focus betekent dat reguliere casuïstiek (zoals bijvoorbeeld huiselijk geweld) niet thuishoort in het Veiligheidshuis. Hieronder verstaan we casuïstiek die binnen één keten, of binnen bestaande reguliere samenwerkingsverbanden, effectief kan worden aangepakt en casuïstiek waarvoor al een bewezen effectieve (standaard) aanpak bekend is. Het Veiligheidshuis neemt dan ook geen casuïstiek of verantwoordelijkheden over van bestaande partners, maar verbindt de partners in een ketenoverstijgende aanpak. De 41 gemeenten in de eenheid Oost-Brabant kiezen voor één samenwerkingsvorm, één wijze van aansturing en één wijze van procesregie en informatievoorzienig, binnen de vier bestaande Veiligheidshuizen. Het streven is de verbinding tussen straf en zorg rondom complexe problematiek op eenzelfde wijze in te richten.
2.2 Verbinding tussen zorg en veiligheid In de jeugdzorg verandert de komende jaren veel. Gemeenten krijgen vanaf 2015 de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor de preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en
ouders. Dit wordt geregeld in de Jeugdwet. De Jeugdwet vervangt niet alleen de huidige Wet op de jeugdzorg, maar ook verschillende andere onderdelen van de jeugdzorg die nu nog vallen onder de
Zorgverzekeringswet (geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking). Het gaat om alle onderdelen die onder de verzamelnaam jeugdzorg vallen: provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg,
jeugdbescherming (voogdij en gezinsvoogdij), jeugdreclassering, jeugd-geestelijke gezondheidszorg en Jeugd (licht) verstandelijk gehandicapten hulp. Momenteel worden de taken van jeugdbescherming, jeugdreclassering en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) door Bureau Jeugdzorg uitgevoerd. De nieuwe Jeugdwet maakt het echter mogelijk dat ook andere partijen dan de huidige Bureaus Jeugdzorg deze taken kunnen uitvoeren. Met de decentralisatie wordt meer doelmatigheid
voor de jeugdhulp beoogd. Dit maakt meer integrale hulp in geval van meervoudige problematiek beter mogelijk: één gezin, één plan, één regisseur. Deze ontwikkeling maakt dat gemeenten hard werken aan het opzetten en inrichten van Basisteams Jeugd en Gezin, in nauwe samenwerking met of als
onderdeel van een sociaal (wijk)team aan de slag gaan om integrale hulp te bieden. Er ligt een direct verband tussen het zorgdomein en veiligheidsdomein. Het veiligheidsdomein richt zich al lang niet meer alleen op incidenten, maar richt zich op een brede en meer samenhangende aanpak. De traditionele aanpak van openbare orde is aangevuld en ingebed in een veel breder vormgegeven
veiligheidsbeleid waar met name zorg, maar bijvoorbeeld ook onderwijs belangrijke beleidsvelden zijn. Er wordt bij de analyse van casuïstiek integraal naar het individu of het gezin/huishouden gekeken, waarbij meestal al sprake is van inzet van hulpverlening, ofwel jeugdhulp ingezet dient te worden.
Het Veiligheidshuis kan als koppelvlak worden gebruikt tussen de zorg- en veiligheidsketen. Dat past bij de keuze die gemaakt is voor de schaal van het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK). Gemeenten beschikken daarmee over een krachtige infrastructuur om op gelijke schaal de afstemming tussen gemeente, zorg, OM en politie te organiseren.
Hierbij is een sterke koppeling tussen de twee instanties Veiligheidshuis en AMHK van belang, omdat een deel van de meldingen kindermishandeling bij de politie binnenkomt en een ander deel bij het
7
AMHK. Dat dwingt beide organisaties om goede afspraken te maken hoe men vanaf het begin van een melding, waar die ook binnenkomt, meteen samen optrekt. Maar er zijn meer operationele vraagstukken.
Hoewel de visies op de Veiligheidshuizen en de Transitie Jeugdzorg op elkaar aansluiten is bijvoorbeeld een vraagstuk hoe je als gemeente het gedwongen kader organiseert en hoe je vervolgens verbindingen legt tussen de sociale wijkteams en het Veiligheidshuis? Met andere woorden: hoe zet je het kind en gezin centraal bij het op en afschalen tussen vrijwillige en gedwongen hulpverlening? Daarnaast zitten de hulpverleners op de uitvoering, ook wel de casusregie. Het Veiligheidshuis voert procesregie en is het informatieknooppunt voor de complexe casuïstiek. Hoe
kunnen we als gemeente de opgebouwde expertise van het Veiligheidshuis inzetten? Ook zijn er meer instellingen die voorheen in de 2e of 3e lijn functioneerden, die meer opschuiven naar
de preventieve kant. De Raad voor de Kinderbescherming zit bij het Openbaar Ministerie aan tafel rondom de strafafdoening ZSM (zo Spoedig, Selectief, Slim, Samen en simpel mogelijk). Het risico is dat zaken richting het strafrecht getrokken worden, terwijl dit wellicht ook in de hulpverlening opgepakt kan worden. Hoe zorg je er als gemeente voor dat zaken niet onnodig in het gedwongen kader of
strafrecht getrokken worden? En hoe voorkom je dat zaken te lang in de hulpverlening blijven, terwijl een gedwongen kader mogelijk uitkomst zou kunnen bieden? De VNG heeft in een van haar ledenbrieven een aantal thema's benoemd die er gezamenlijk toe kunnen leiden dat een hechte verbinding tussen het veiligheids- en zorgdomein tot stand komt, kan
worden uitgebouwd of versterkt. Hier zullen de beleidsmedewerkers Openbare Orde en Veiligheid nadrukkelijk mee aan de slag gaan in de komende periode en zij zullen daarbij nadrukkelijk de samenwerking gaan zoeken met de beleidsmedewerkers Jeugd.
2.3 ZSM Politie, OM en ketenpartners pakken met ZSM (Zo Spoedig, Selectief, Slim, Samen en Simpel mogelijk) misdrijven op daadkrachtige wijze aan. In de ZSM-werkwijze beslissen zij na aanhouding van de verdachte zo Samen, Snel, Slim, Selectief, Simpel en Samenlevingsgericht mogelijk over het
afdoeningstraject. Waar mogelijk wordt direct een afdoeningsbeslissing genomen en zo snel mogelijk ten uitvoer gelegd. Het gaat hierbij om betekenisvolle interventies, waarbij verdachten een passende
reactie krijgen, recht wordt gedaan aan de positie van het slachtoffer. De buurt merkt tegelijkertijd hoe snel daders worden gecorrigeerd. Door een verbinding te leggen tussen ZSM en de zorgkant wordt ook
de benodigde koppeling gemaakt met interventies die zijn gelegen in de zorg en het sociaal domein. Zo wordt corrigerend optreden aangevuld met het bieden van perspectief door middel van zorg en
ondersteuning in de belangrijkste leefgebieden. 2.4 Samenwerking bij toezicht en handhaving in de openbare ruimte Veel veiligheidsproblemen hebben een lokaal karakter. De gemeenten, het Openbaar Ministerie en de
politie hebben een gezamenlijk belang om toezicht en handhaving in de openbare ruimte zo goed mogelijk te organiseren en duidelijkheid te scheppen voor de burger, en voor elkaar. Samenwerking
tussen partijen biedt kansen om de effectiviteit en de efficiency in toezicht en handhaving te verbeteren door de gezamenlijk beschikbare (schaarse) capaciteit zo goed mogelijk in te zetten ten behoeve van leefbaarheid en veiligheid. De VNG en de politie hebben uitgangspunten benoemd voorde operationele regie op de buitengewone opsporingsambtenaren (boa's) en de dagelijkse samenwerking tussen politie en boa's. Deze uitgangspunten zullen als kader worden gehanteerd voor de samenwerking binnen de eenheid OostBrabant.
De uitgangspunten zijn: • Veiligheid/leefbaarheid is een gedeelde verantwoordelijkheid van politie en gemeenten. • Strategisch niveau (gemeenteraad via het integraal veiligheidsbeleid, B&W en burgemeester via jaarlijks uitvoeringsprogramma) bepaalt de prioriteiten en thema's inzake leefbaarheid en veiligheid. De driehoek maakt afspraken over aanpak en inzet. Vervolgens vindt vertaling in handhavingsarrangementen en uitvoering van operationele regie plaats.
• Operationele regie behelst regie op de samenwerking tussen politie en boa's bij de dagelijkse uitvoering van de handhaving.
8
Informatie-uitwisseling vindt wederzijds plaats voor zover dit voor de taakuitvoering benodigd is. Een en
ander binnen de kaders van de wet en het Besluit politiegegevens die hier voldoende mogelijkheden voor bieden. Om misstanden in het buitengebied aan te pakken, werkt de provincie Noord-Brabant samen met onder andere gemeenten, waterschappen en natuurverenigingen. Bij de aanpak van onder andere stroperij, illegale houseparty's, storten van afval en motorcrossers in natuurgebieden werkt de provincie samen met 40 gemeenten, waterschappen, politie, de nieuwe Voedsel- en Waren Autoriteit, Brabants Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Maar ook omwonenden en recreanten kunnen een grote rol hierin spelen. 2.5 Aanpak georganiseerde criminaliteit
De georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is in geheel Nederland, en ook in de gemeenten van de eenheid Oost-Brabant, een ernstig maatschappelijk probleem. Het zorgt niet alleen voor veel
onveiligheid en overlast bij de bevolking maar ook voor minder zichtbare, sluipende ontwrichting van de samenleving. Hierbij gaat het om het tegengaan van de vermenging van de onderwereld in de
bovenwereld. Voorbeelden hiervan zijn crimineel vermogen dat op een ogenschijnlijk legale wijze wordt geïnvesteerd, faciliteerders die onbewust en soms bewust meewerken met criminele samenwerkingsverbanden en zo gelegenheid bieden. De komende jaren is er speciale aandacht voor de aanpak van de criminele samenwerkingsverbanden achter de drugs gerelateerde criminaliteit. Zowel hennepteelt en -handel als de weer opbloeiende productie van synthetische drugs - blijkens de toenemende afvaldumpingen - vinden plaats in georganiseerde, criminele samenwerkingsverbanden. Deze vorm van criminaliteit kan ontaarden in fors geweld, bedreigingen en afpersing. Bovendien worden illegale inkomsten witgewassen door geld te investeren in de legale economie. Ook de zogenaamde faciliteerders krijgen daarom aandacht.
Daarnaast ligt de focus op mensenhandel. Uitbuiting vormt hier de kern en dit kan zowel prostitutie, maar bijvoorbeeld ook in de horeca of agrarische sector zijn. Naast de aangetaste rechtsorde zijn ook
de mensenrechten hierbij in het geding. Vervolgens worden de Outlaw Motorcycle Gangs extra onder de loep genomen. Dit zijn de motorclubs die zich niet aan regels en wetten houden zoals die voor een ieder gelden. Bedreiging, geweld en afpersing zijn zaken waaraan ze zich schuldig maken. Tenslotte is het van belang om als gemeenten samen met andere overheidsorganisaties integrale handhavingsacties te blijven organiseren rondom vrijplaatsen.
Bij (zware) milieucriminaliteit gaat het meestal om illegale activiteiten gepleegd binnen de context van een legale markt. Hier is dus bij uitstek sprake van ondermijning: het vertrouwen in de legale markt wordt ondermijnd. Een verschijningsvorm van ondermijnende criminaliteit die ook in de eenheid Oost Brabant relatief veel voorkomt.
De aanpak van (zware) milieucriminaliteit is een landelijke en (in sommige gemeenten) ook een lokale prioriteit. Onder regie van het Functioneel Parket houden speciale politieteams, (bestuurlijk) toezichthouders, gemeentelijke diensten en de Bijzondere Opsporingsdiensten zich hiermee bezig. Door de complexiteit van de materie en de veelheid van betrokken actoren - met verschillende verantwoordelijkheden - is vaak sprake van een gefragmenteerde aanpak, waarbij de lokaal verantwoordelijke driehoek vaak niet of onvoldoende in positie is. Een betere verankering van de
landelijke sturing en het lokaal bevoegde gezag is daarom noodzakelijk. 2.6 Veiligheidsfonds Eind 2012 hebben alle burgemeesters in het veiligheidsoverleg Oost-Brabant (het overleg tussen de 41 burgemeesters in de eenheid Oost-Brabant met de politie en het Openbaar Ministerie) besloten de samenwerking op het gebied van Integrale Veiligheid te verbeteren en te intensiveren. Voor de beleidsperiode 2015-2018 zijn de thema's geweld, woninginbraken, overlast gevende- en criminele jeugdgroepen en ondermijnende criminaliteit benoemd als de terreinen waarop de gemeenten in de eenheid Oost-Brabant willen samenwerken.
Om de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten voor het terugdringen van criminaliteit in de regio tot uitdrukking te brengen, heeft het Veiligheidsoverleg in 2013 besloten tot de vorming van een Veiligheidsfonds Oost-Brabant. De gemeenten van de voormalige regio Brabant Zuidoost, namen al
9
deel aan dit fonds. Uitgangspunten voor het Veiligheidsfonds Oost-Brabant zijn: Aile gemeenten betalen jaarlijks € 0,25 per inwoner. De financiële bijdrage aan het Veiligheidsfonds geldt voorlopig tot en met 2015. Medio 2015 vindt een evaluatie plaats over de werking van het Veiligheidsfonds en worden afspraken voor 2016 en verder gemaakt.
De sturing van het Veiligheidsfonds is belegd bij de bestuurlijke regiegroep. De uitvoering wordt aangestuurd door de twee coördinerende gemeentesecretarissen. De gemeente Eindhoven beheert het Integraal Veiligheidsfonds (i.v.m. regioburgemeester). Het budget is bestemd voor uitgaven om uitwerking te geven aan de strategische onderwerpen (hiervoor worden bestuurlijke werkgroepen
ingesteld met per thema een bestuurlijke trekker) en worden niet gebruikt voor deelname aan RIEC en Veiligheidshuis. Twee keer per jaar wordt het Veiligheidsoverleg Oost-Brabant geïnformeerd over de stand van zaken. 2.7 Nazorg ex-gedetineerden Per jaar keren ruim dertigduizend ex-gedetineerde burgers terug in de maatschappij. Veel van hen
vallen na hun detentie terug in strafbaar gedrag. Herhalingscriminaliteit is een belangrijke bron van overlast en onveiligheid. Het brengt ook hoge kosten met zich mee voor burgers, overheden en
maatschappelijke instellingen. Het ministerie van Veiligheid en Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben afspraken rondom de nazorg in juli 2009 vastgelegd in het Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-)gedetineerde burgers. Dit samenwerkingsmodel is in
2010 landelijk ingevoerd en in 2011 op diverse punten geactualiseerd. Bij de nazorg aan exgedetineerden zijn betrokken: gemeenten, penitentiaire inrichtingen, het ministerie van Justitie,
Veiligheidshuizen, UVW, CWI en maatschappelijke organisaties, zoals woningcorporaties en zorginstellingen.
2.8 Eigen verantwoordelijkheid Het besef is groeiende dat burgers en bedrijven meer kunnen betekenen voor de eigen veiligheid en die van de omgeving. De groeiende behoefte voor eigen verantwoordelijkheid wordt de laatste jaren steeds meer gestimuleerd door de overheid. Deze trend zet zich de komende jaren voort en kan een rol betekenen tegen diefstal, inbraak, verloedering en voor het verbeteren van de leefbaarheid. 2.9 Ontwikkelingen binnen de Brandweer
Per 1 januari 2014 is de uitvoering van de brandweerzorg verplicht geregionaliseerd op basis van de Wet op de veiligheidsregio's. Hiermee zijn de gemeentelijke brandweren in het hele land opgeheven.
Voor onze regio zijn alle brandweertaken (Basiszorg brandweer) ondergebracht in de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (VR BZO). Belangrijke regio-brede beleidsmatige pijlers zijn de (nog vast te stellen) plannen: regionaal beleidsplan 2015-2018 en de toekomstvisie brandweerzorg. Centrale vraag in het kader van de toekomstvisie is hoe de brandweerzorg er in de toekomst uit zou moeten zien. Met andere woorden,
hoe ziet het gewenste veiligheidsniveau er over enkele jaren uit? Welk takenpakket van de brandweer sluit daar bij aan? En wat is de omvang van VRBZO-begroting die hierbij hoort? De horizon voor de visie en uitwerking is 2018, maar de weg daar naartoe dient al in 2015 merkbaar te worden ingeslagen. In de uitwerking van de toekomstvisie wordt gekeken naar het gehele domein van brandweerzorg. De
veranderingen die hieruit voortvloeien betreffen dus zowel risicobeheersing als incidentbestrijding en zowel beroeps als vrijwilligers. Maar ook bedrijfsvoering, management en beheer komen aan bod.
10
3. Strategisch kader
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de strategische doelstelling en de uitgangspunten van het veiligheidsbeleid. 3.1 Strategische doelstelling Het integraal veiligheidsbeleid heeft als doel om leefbare dorpskernen te ontwikkelen of verder te ontwikkelen, waarin alle bewoners en bezoekers veilig zijn en zich veilig voelen en bereid zijn de veiligheid samen met anderen te bevorderen, waarbij de toezichthoudende en handhavende rol van
de gemeente en betrokken partners ter bewaking van die veiligheid actief wordt ingevuld. Het hoofddoel van het gemeentelijke integrale veiligheidsbeleid is: Zowel een objectieve ais een subjectieve (sociaal) veilige woon-, leef-, werk- en uitgaansomgeving bieden aan de inwoners van de gemeente Heeze-Leende.
In samenwerking met de andere gemeenten binnen basisteam Dommelstroom is ook, op
driehoeksniveau, een strategische doelstelling ontwikkeld namelijk: Het bevorderen van vitale leefbare gemeenten, waarin alle bewoners en bezoekers veilig zijn en zich veilig voelen, veilig wonen, werken en recreëren en bereid zijn de veiligheid samen met andere te bevorderen, waarbij toezichthoudende en handhavende rol van de gemeente en de betrokken partners ter bewaking van die
veiligheid actief wordt ingevuld. Om dit te realiseren wordt er gewerkt vanuit de zes veiligheidsvelden uit de Handleiding Kernbeieid Veiligheid, van de VNG. 3.2 Uitgangspunten De uitgangspunten voor het Integraal Veiligheidsbeleid zijn: • Veiligheid integraal meenemen in alle beleidsvelden/ afdelingen binnen de gemeente. • Op basis van de Kademota Integrale Veiligheid een jaarlijks Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid opstellen. • Afstemming van beleid op landelijk-, regionaal- en lokaalniveau.
Daarnaast is er een aantal kritische succesfactoren opgenomen in het Regionaal Veiligheidsplan 2015 - 2018, die ook op deze Kadernota van toepassing zijn:
• Een integrale en college-brede aanpak van het veiligheidsbeleid vergt een gemeentelijke organisatie die daarop is ingesteld. • "Veiligheid" is geïdentificeerd als een managementthema; de verantwoordelijkheid voor lijn- en
programmasturing is in het gemeentelijk directieteam/managementteam belegd. • Er is (lokaal of intergemeentelijk) voldoende aandacht, kennis en regievermogen georganiseerd om de gemeentelijke veiligheidstaken integraal aan te pakken en om een bijdrage te leveren aan de gemeenschappelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit, ondermijning en overlast.
• De veiligheidsorganisatie van de gemeente is op adequaat niveau uitgerust en veiligheid is op een gezaghebbende wijze gepositioneerd. • De driehoek wordt vanuit de gemeente(n) voldoende ondersteund; op alle gewenste niveaus
zijn er voldoende ambtelijke contacten met politie en het OM. • De gemeente doet actief mee aan intergemeentelijke samenwerking op het gebied van
integrale veiligheid. • Er is georganiseerd dat binnen de gemeente kritische beoordeling van voorstellen op het
gebied van veiligheid plaatsvindt en dat veiligheid onderdeel uitmaakt van de integrale afweging.
• Het gemeentelijk integriteitsbeleid wordt regelmatig geactualiseerd; bestuurders en ambtenaren zijn weerbaar tegen druk en beschermd tegen bedreiging.
11
3.3 Strategische partners
De verantwoordelijkheid voor een veilige en leefbare samenleving ligt niet uitsluitend bij de gemeentelijke overheid. Ook de politie en Openbaar Ministerie en een groot aantal maatschappelijke organisaties hebben hierin verantwoordelijkheid. Uiteraard is de burger zelf hier ook verantwoordelijk voor. De gemeente voert wel de regie in het veiligheidsbeleid. Indicatief, niet limitatief zijn de partners onder andere: Raad van de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, Stichting Halt Oost- Brabant, Ondernemersverenigingen, dorpsraden, Algemeen Maatschappelijk Werk, Scholen, Sportverenigingen, Horeca, Woningbouwvereniging WoCom, Novadic-Kentron enzovoorts. Naast externe partners zijn er ook tal van interne strategische partners. Hierbij kan gedacht worden aan teams die verantwoordelijk zijn voor vergunningen, toezicht, handhaving, burgerzaken, jeugdbeleid, WMO, verkeer, enzovoorts. Feitelijk heeft veiligheid met vrijwel ieder beleidsveld een raakvlak. Niet voor niets wordt vaak gesteld dat veiligheid als een saté-pen door de gehele organisatie prikt. 3.4 Flankerende beleidsprocessen
Zoals uit de strategische partners blijkt, zijn er tal van flankerende interne beleidsprocessen te benoemen. Zonder hierbij uitputtend te zijn kan gedacht worden aan bijvoorbeeld het Jeugd- en jongerenbeleid, het Integraal Horecabeleid, het Evenementenbeleid, het Prostitutiebeleid, de nuloptie coffeeshops, het beleid Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur (BIBOB), Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan, het WMO-beleid enzovoorts.
12
4. Veiligheidsanalyse In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de huidige veiligheidssituatie (cijfermatig) van de vijf veiligheidsvelden en -thema's en de huidige (beleidsmatige)aanpak van het afgelopen jaar. Volstaan wordt met een korte samenvatting per veiligheidsthema van de uitgebreide rapportage Veiligheidsanalyse 2014, welke onlosmakelijk verbonden is met nota. De analyse is gebaseerd op de volgende bronnen:
• Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2011-2014; • Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2014; • Veiligheidsmonitor 2013; • Politiegegevens van eenheid Oost Brabant; • GGD-Jeugdmonitor; • Brandweergegevens. 4.1 Veilige woon- en leefomgeving
Dit veiligheidsveld heeft betrekking op de alledaagse woon- en leefomgeving van bewoners ofwel de veiligheid en leefbaarheid in de wijk, buurt, straat, tussen buren. Waarbij het exclusief om de sociale veiligheid gaat: criminaliteit, overlast en verloedering. Voorzover er fysieke aspecten aan de orde zijn,
hebben die een oorzakelijke relatie met de sociale veiligheid - denk aan verlichting, zichtlijnen, beschoeiing van groenstroken, e.d. In de analyse van dit veiligheidsveld speelt zowel de objectieve als subjectieve veiligheid een rol. Meer precies onderscheiden we vier kernindicatoren ofwel veiligheidsthema's: sociale kwaliteit (woonoverlast, overlast verslaafden e.d.), fysieke kwaliteit (vernieling, graffiti, zwerfvuil, e.d.), objectieve veiligheid ofwel veelvoorkomende criminaliteit (onder
meer woninginbraak, fietsendiefstal en geweldsdelicten) en subjectieve veiligheid ofwel het veiligheidsgevoel van burgers. Essentieel aan dit veiligheidsveld is dat het zowel de veiligheid als de leefbaarheid van de buurt betreft, waarbij leefbaarheid vooral betrekking heeft op de sociale en fysieke kwaliteit en veiligheid op de twee andere kernindicatoren.
4.1.1 Conclusie • Drugsoverlast is relatief gezien sterk toegenomen. • Incidenten woonoverlast zijn na jaren van daling weer sterk toegenomen maar t.o.v. 2010 nog
wel gedaald • Beleidsregel Wet Damocles is pas vastgesteld op 1 februari 2012 • Op belangrijke indicatoren ten aanzien van fysieke en sociale kwaliteit komt de gemeente Heeze-Leende ais geheel verhoudingsgewijs positief uit de bus in vergelijking met andere gemeenten in de regio. • Aantal vernielingen blijft constant.
• Op belangrijke indicatoren ten aanzien objectieve veiligheid komt de gemeente Heeze-Leende als geheel verhoudingsgewijs positief uit de bus; het aantal bij de politie bekende incidenten en aangiften van bijv. woonoverlast, drugsoverlast, vernieling en geweld is van een 'gemiddeld' tot 'laag' niveau, in vergelijking met andere gemeenten in de regio.
• Aantal woninginbraken blijft redelijk constant terwijl landelijk een flinke stijging waarneembaar is.
• Incidenten ruzie/vechtpartij zijn sterk toegenomen.
• Aantal meldingen huiselijk geweld is iets toegenomen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de invoering per 1 juli 2013 met de Wet Meidcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling • Diefstal van motorvoertuigen en brom-, snor- en fietsen is sterk gedaald.
• Op belangrijke indicatoren ten aanzien subjectieve veiligheid komt de gemeente HeezeLeende als geheel verhoudingsgewijs positief uit de bus; het aantal bij de politie bekende incidenten en aangiften van bijv. woonoverlast, drugsoverlast, vernieling en geweld is van een 'laag' niveau, in vergelijking met andere gemeenten in de regio. • Mensen voelen zich veiliger in hun buurt en op straat t.o.v. 2010;
13
4.2 Bedrijvigheid en veiligheid Binnen dit veiligheidsveld vallen aantastingen van de veiligheid rond recreatieve en economische voorzieningen zoals winkelcentra, bedrijventerreinen en uitgaansmogelijkheden. Veiligheidsthema's
binnen dit veld zijn Veilig winkelgebied, Veilige bedrijventerreinen, Veilig uitgaan, Veilige evenementen en Veilig toerisme. Het gaat hierbij nadrukkelijk om de sociale veiligheid rond genoemde vormen van bedrijvigheid: delicten als winkeldiefstal, bedrijfsinbraak en uitgaansgeweld. En dus niet bijvoorbeeld om de fysieke (externe) veiligheid rond inrichtingen met gevaarlijke stoffen op bedrijventerreinen. Enkele opvallende ontwikkelingen in de aanpak binnen dit veiligheidsveld in de afgelopen jaren zijn de doorontwikkeling van de risicobeheersing rond grootschalige evenementen, de aanpak van uitgaansgeweld en de groeiende inzet van cameratoezicht. 4.2.1 Conclusie • Winkeldiefstal is relatief toegenomen, echter nog zeer laag. • Incidenten overlast horeca vinden vooral plaats op de routes van en naar
uitgaansgelegenheden; • Wanneer leegstaande horecapanden weer in gebruik worden genomen is een duidelijke
stijging van het aantal incidenten waarneembaar • Evenementen leveren vrijwel geen meldingen van incidenten op;
4.3 Jeugd en veiligheid Binnen dit veiligheidsveld vallen de gebruikelijke veiligheidsthema's in relatie tot jeugd: 'overlastgevende jeugd', 'criminele jeugd/individuele probleemjongeren', 'jeugd, alcohol en drugs' en
'veilig in en om de school'. Opvallende ontwikkelingen in de aanpak binnen dit veld zijn de transitie van de veiligheidshuizen, de doorontwikkeling van de aanpak van problematische jeugdgroepen en de toenemende inzet van onder meer straatcoaches en jeugd-BOA's. 4.3.1 Conclusies
• Incidenten vandalisme/baldadigheid zijn sterk toegenomen
4.4 Fysieke veiligheid Binnen dit veiligheidsveld vallen de 'echte' fysieke veiligheidsthema's: verkeersveiligheid, brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het gaat hier vaak om de 'echte' fysieke veiligheidsthema's omdat het hier exclusief draait om de fysieke veiligheidsrisico's en niet om sociale veiligheid. Bij het eerste veiligheidsveld zagen we dat daar ook fysieke aspecten in zitten maar dat die slechts relevant zijn vanwege het oorzakelijke verband met sociale veiligheid. Belangrijke ontwikkelingen in de aanpak binnen dit veiligheidsveld in de afgelopen tijd zijn onder meer de regionalisering van de brandweer (geen lokale korpsen meer), de implementatie van de Regionale
Uitvoeringsdiensten (RUD's) en de implementatie van de kolom Bevolkingszorg van de Crisisbeheersingsorganisatie. 4.4.1 Conclusies
• Incidenten vandalisme/baldadigheid zijn sterk toegenomen • Rijden onder invloed is sterk afgenomen
• Verkeersproblemen nemen duidelijk af • Door de gerichte inzet op het terugdringen van het aantal loze meldingen is duidelijk te zien dat dit in 2013 zijn vruchten heeft afgeworpen. • De veiligheidsrisico's zijn goed in kaart gebracht • Planvorming is actueel en wordt bijgehouden • Opleidingen en oefeningen worden deels door Veiligheidsregio Brabant Zuidoost en deels gemeentelijk uitgevoerd
14
• Het aantal deelprocesoefeningen per jaar is objectief gezien voldoende • Tevens zijn de deelplannen lokaal toegespitst en actueel
4.5 Integriteit en veiligheid Dit veiligheidsveld omvat verschijnselen die een inbreuk vormen op onze maatschappelijke integriteit c.q. op belangrijke regels en andere afspraken in het kader van de veiligheid en stabiliteit van onze samenleving. Deze verschijnselen hebben potentieel dan ook een omvangrijk veiligheidseffect - ze kunnen in meest extreme vorm fundamenteel ontwrichtend werken. Thema's binnen dit veiligheidsveld
zijn radicalisering en polarisatie, georganiseerde criminaliteit, Veilige Publieke Taak, informatieveiligheid en ambtelijke en bestuurlijke integriteit. Belangrijke nieuwe accenten in de aanpak op dit veiligheidsveld zijn de verruiming van de Wet BIBOB, het nieuwe landelijke coffeeshopbeleid, de aanpak rond veilige publieke taakuitoefening en het groeiend bewustzijn van het belang van informatieveiligheid 4.5.1 Conclusies
• Aantal incidenten geweld of bedreigingen tegen ambtenaren blijft laag. • Incidenten drugsoverlast zijn toegenomen
• Beleidsregel Damocles is vastgesteld op 1 februari 2012
15
5. Prioriteiten
In dit hoofdstuk wordt het voorstel gedaan tot het stellen van prioriteiten naar aanleiding van de veiligheidsanalyse, evenals de wijze waarop deze aangepakt worden. Elke prioriteit is volgens eenzelfde stramien uitgewerkt. Per prioriteit zijn de beoogde effecten beschreven en de accenten qua maatregelen en instrumenten. Deze aspecten zijn allen slechts op hoofdlijnen uitgewerkt. Accenten qua maatregelen en instrumenten zijn indicatief, niet limitatief. Een nadere operationalisering geschiedt in de uitvoeringsprogramma's, die in het verlengde van deze beleidsnota zullen worden opgesteld.
Veiligheid is niet alleen uit te drukken in objectieve cijfers zoals het feitelijke aantal woninginbraken, het aantal fietsendiefstallen enzovoorts, het is vooral ook een beleving, een gevoel. Het is daarom ook niet
zo dat er een 'één op één' relatie is tussen de objectief geregistreerde criminaliteit en de subjectief beleefde onveiligheid. De beleving van veiligheid wordt door veel meer factoren bepaald dan alleen criminaliteit, zoals de persoon die het ervaart, incidenten, de situatie waarin men zich bevindt en
natuurlijk de maatschappij. Op basis van de verzamelde objectieve gegevens en het oordeel van de burger over de ervaren
problemen (subjectieve gegevens) kunnen de prioriteiten voor de periode 2015 - 2018 vastgesteld worden. De onderstaande prioriteiten worden in hoofdstuk 6 nader uitgewerkt bij de behandeling van alle veiligheidsthema's. Eerst volgen de thema's waarbij gekozen is om samen te werken met de andere gemeenten binnen het basisteam Dommelstroom, waarna in volgorde van Kernbeleid
Veiligheid, in de volgende paragraaf de gemeentelijke prioriteiten aan bod komen. 5.1 Prioriteiten Basisteam Dommelstroom
• Woninginbraken (Basisteam Dommelstroom Prioriteit) De afgelopen jaren is het aantal woninginbraken relatief constant. Desondanks heeft bijna iedere gemeente nog te maken met veel woninginbraken. Doorgaans weegt de buit niet op
tegen de enorme impact die dit misdrijf heeft op de slachtoffers. Hun veiligheidsgevoel is fundamenteel aangetast.
• Geweld (Basisteam Dommelstroom Prioriteit) Geweld, in allerlei vormen, komt nog steeds te veel voor: in onze buurten en wijken, in
uitgaansgelegenheden, in thuissituaties en in het Openbaar Vervoer. Wij willen en zullen geweld niet tolereren.
• Georganiseerde criminaliteit (Basisteam Dommelstroom Prioriteit) De georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is in geheel Nederland een ernstig maatschappelijk probleem. Het zorgt niet alleen voor veel onveiligheid en (drugs)overlast bij de bevolking maar ook voor minder zichtbare, sluipende ontwrichting van de samenleving. Hierbij gaat het om het tegengaan van de vermenging van de onderwereld in de bovenwereld. 5.2 Prioriteiten Gemeente Heeze-Leende
Veiiigheidsveld
Veiligheidsthema Prioriteit
Veilige woon- en leefomgeving Veilige woon- en leefomgeving Veilige woon- en leefomgeving
Jeugd en Veiligheid
Woninginbraak 1 Verloedering en kwaliteit woonomgeving 1 Huiselijk geweld 1 Alcohol en drugs 1
Jeugd en Veiligheid
Overlastgevende jeugdgroepen 1
Fysieke en externe veiligheid Integriteit en Veiligheid Integriteit en Veiligheid
Verkeersveiligheid 1 Integriteit van het lokale bestuur 1 Georganiseerde criminaliteit 1 Voertuiger
Veilige woon- en leefomgeving Veilige woon- en leefomgeving
5ld oc
16
Uitgaan en overlast
Veiligheid In en om de school Veilige woon- en leefomgeving Veilige woon- en leefomgeving
Fysieke en externe veiligheid Integriteit en Veiligheid Fysieke en externe veiligheid Fysieke en externe veiligheid Bedrijvigheid en veiligheid Bedrijvigheid en veiligheid
Overlast tussen bewoners
Onveiligheidsgevoelens Rampenbestrijding en crisisbeheersing Radicalisering en terrorisme
Brandveiligheid Externe Veiligheid Grootschalige evenementen Bedrijventerreinen en winkelcentra
6.
Nadere uitwerking veiligheidsthema's
Naast de gezamenlijke, basisteambrede prioriteiten blijven ook andere veiligheidsthema's belangrijk. In dit hoofdstuk worden de relevante veiligheidsthema's verder uitgewerkt, inclusief dus de prioriteiten, genoemd in het vorige hoofdstuk. 6.1 Veilige woon- en leefomgeving 6.1.1 Sociale kwaliteit De sociale kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft betrekking op de 'intermenselijke relaties' in een buurt: tussen bewoners en eventueel andere aanwezige personen. Belangrijke aspecten van de
sociale kwaliteit zijn betrokkenheid van bewoners bij de buurt, de kwaliteit van sociale netwerken, de mate van informele sociale controle, e.d. De sociale kwaliteit kan onder druk komen te staan door verschijnselen als woonoverlast, burengerucht, multiprobleemgezinnen/-huishoudens, overlast gerelateerd aan illegale bewoning, drank- en drugsoverlast, overlast van prostitutie en overlast van zwervers.
Doelstelling(en): In 2018 bedraagt het rapportcijfer voor de woonomgeving in de eigen buurt 7,9 (2013: 7,9) Het aantal incidenten woonoverlast/burengerucht en relatieproblemen daalt met 10% naar
100 in 2018 - Aantal incidenten drugsoverlast per 1000 inwoners met 10% terugbrengen tot 14 in 2018 Aanpak: Inzet Signaleringsoverleg Casus op Maat
Inzetten buurtbemiddeling (mediation) in gevallen waarbij dit wenselijk is. Woonoverlast in samenwerking met externe partners zoals WOCOM, politie en jongerenwerk aanpakken (locatie- en persoongerichte aanpak).
Voorlichting in media ( De Parel van Brabant, kabelkrant en op de website) geven over het gevaar van hennepkwekerijen in woonhuizen, buurtbemiddeling en voorschriften zoals die
in de Algemene Plaatselijke Verordening zijn opgenomen. Aanschrijven/handhavend optreden tegen overtreders van voorschriften die m.b.t. dit onderwerp zijn opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Samenwerkende veiligheidspartners:
politie - GGzE
Zuidzorg
Paladijn Lumensgroep Lunetzorg
MEE Brabant Gemeente
WoCom Brandweer Kosten t.l.v.:
4.140.2000 Toezichthouder APV/DHW 4.002.0010 Rechtskundige en deskundige adviezen (mediation)
18
6.1.2 fysieke kwaliteit De fysieke kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft betrekking op fysieke kenmerken van de woonomgeving: in het bijzonder de inrichting, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Het
gaat bij dit thema om de vraag: hoe staat de openbare ruimte erbij? Hoe prettig is het wonen in de buurt gegeven die fysieke kwaliteit? Aspecten zijn dan onderhoud van groen, aanpak zwerfvuil, verlichting van achterpaden e.d.. Inbreuk op de fysieke kwaliteit maken onder meer vernielingen, graffiti, zwerfvuil en andere tekenen van verloedering.
Doelstelling(en): Op belangrijke indicatoren ten aanzien van fysieke en sociale kwaliteit komt de gemeente Heeze-Leende als geheel verhoudingsgewijs positief uit de bus in vergelijking met andere gemeenten in de regio. Huidige trend in cijfers continueren.
Aanpak: Woonoverlast in samenwerking met externe partners zoals WOCOM, politie en jongerenwerk aanpakken (locatie- en persoongerichte aanpak).
Voorlichting in media ( De Parel van Brabant, kabelkrant en op de website) geven over het gevaar van hennepkwekerijen in woonhuizen, buurtbemiddeling en voorschriften zoals die
in de Algemene Plaatselijke Verordening zijn opgenomen. Aanschrijven/handhavend optreden tegen overtreders van voorschriften die m.b.t. dit onderwerp zijn opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Aanpak jeugdoverlast volgens protocol 'Jeugd In Beeld'.
Verwijderen graffiti op gemeentelijke eigendommen. Hondenpoepbeleid toepassen. Samenwerkende veiligheidspartners: Dorpsraden
politie Lumensgroep Gemeente Brandweer Kosten t.l.v.:
- 4.140.2000 Toezichthouder APV/DHW
6.1.3 objectieve veiligheid Bij dit thema gaat om de diverse, veelvoorkomende vormen van criminaliteit in de buurt, wijk,
gemeente. Soorten criminaliteit die in elk geval bepalend zijn en uitgewerkt dienen te worden in de analyse, zijn woninginbraak, overvallen, voertuigcriminaliteit en geweld (waaronder huiselijk geweld).
Van belang is de (eventuele) relatie met minder zichtbare vormen van criminaliteit (georganiseerde criminaliteit). Doelstelling(en): In 2018 bedraagt het aantal woninginbraken per 1.000 inwoners maximaal 4,4 - Aangezien
het hier een gezamenlijke prioriteit betreft geldt dit cijfer voor het gehele basisteam Dommelstroom.
Het aantal incidenten ruzie/vechtpartijen daalt met 10% tot 40 in 2018 In 2018 bedraagt het aantal incidenten mishandelingen maximaal 3,0 Aanpak: Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) over vergroten aangifte- en meidgedrag, inbraakpreventie, SMS-alert en het gebruik van vakantiekaarten.
Bij iedere omgevingsvergunning activiteit bouwen voorlichting geven over inbraakpreventie. Bij iedere woninginbraak de woningen in de directe omgeving per brief informeren.
19
Samenwerkende veiligheidspartners:
politie - OM
Gemeente
WoCom Kosten t.l.v.: -
6.1.4 subjectieve veiligheid Hier gaat het om het 'veiligheidsgevoel' van bewoners (hoe vaak voelt men zich onveilig, in hoeverre mijdt men bepaalde plekken in de gemeente e.d.) en om het veiligheidsgevoel van bewoners op bepaalde plekken binnen de gemeente (station, winkelgebied, uitgaansgebied e.d.).
Doelstelling(en): In 2018 bedraagt het rapportcijfer veiligheidsgevoel minimaal een 7,5 Het percentage "soms onveilig in eigen buurt" daalt met 10% van 12 naar 10.
Aanpak: In media aandacht voor veiligheidssuccessen Actieve communicatie over veiligheidsitems
Over de hele linie aanpakken van veiligheid Samenwerkende veiligheidspartners:
politie - OM
Gemeente Brandweer Kosten t.l.v.: -
6.2 Bedrijvigheid en veiligheid 6.2.1 veilig winkelgebied In winkelgebied kunnen zich verschillende vormen van onveiligheid voordoen. Het gaat bijvoorbeeld om winkeldiefstal, zakkenrollerij en overvallen maar ook om jongerenoverlast, vernielingen, fietsen en bromfietsen in voetgangersgebied en de mate van brandveiligheid van de winkelpanden. Daarnaast kunnen zwerfvuil en andere tekenen van verloedering tot subjectieve onveiligheid leiden.
Doelstelling(en): Incidenten winkeldiefstal per 1.000 inwoners terugbrengen met 10% naar 8 in 2018 Aanpak: Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven inzake voorkoming van overvallen.
Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven inzake voorkoming winkeldiefstal. Structureel overleg met winkeliers- en ondernemersverenigingen.
20
Samenwerkende veiligheidspartners:
politie - OM
Winkeliers- en ondernemersverenigingen Gemeente Kosten tl.v.: -
6.2.2 veilige bedrijventerreinen
Onveiligheid op bedrijventerreinen kent zowel sociale als fysieke aspecten: bedrijfsinbraak, diefstal, overvallen en vernieling aan de ene kant en aan de andere kant inrichting en onderhoud van de
terreinen, verkeersveiligheid en brandveiligheid. Ook kunnen zich illegale bewoning en drugsdelicten als hennepplantages voordoen (NB: 'externe veiligheid' ofwel veiligheid rond inrichtingen waarin gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt, is onderdeel van veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid). Doelstelling(en): Het aantal incidenten diefstal/inbraak in bedrijven en kantoren per 1.000 inwoners handhaven.
Aanpak: Mogelijkheden tot camerabewaking bekijken op bedrijventerreinen/gemeentebreed Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven inzake voorkoming van overvallen.
Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven inzake voorkoming winkeldiefstal. Structureel overleg met ondernemersverenigingen Samenwerkende veiligheidspartners: Ondernemersvereniging
Politie Gemeente Kosten tl.v.: -
6.2.3 veilig uitgaan
Uitgaansvoorzieningen hebben enerzijds een positief effect op de veiligheid: het culturele en sociale klimaat varen er wel bij. Ook zijn er economische voordelen. Maar er kunnen zich ook veiligheidsproblemen rond uitgaansvoorzieningen voordoen, zoals geweld, overlast en vernielingen
(eventueel vernielingen rond de zgn. (s)looproutes) Doelstelling(en): Aantal incidenten overlast horeca met 10% terugbrengen tot 14 in 2018. Aanpak: Toepassen Preventie en Handhavingsplan (horeca). Toepassen Brabants Alcohol- en Horecasanctiebeleid. Toepassen Evenementenbeleid. Structureel overleg met horecaondernemers.
Toepassen Digitale Evenementenkalender (DIGIMAK).
21
Aanschrijven/handhavend optreden tegen overtreders van voorschriften die m.b.t. dit onderwerp zijn opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening en de nieuwe Drank¬ en Horecawet.
Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven over gevolgen van alcohol- en drugsmisbruik.
Door voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) aangiftebereidheid vergroten. Samenwerkende veiligheidspartners:
Koninklijke Horeca Nederland Horecavereniging Heeze-Leende
Politie - OM Gemeente Jongerenwerker Kosten t.l.v.:
-4.140.2000 Toezichthouder APV/DHW
6.2.4 veilige evenementen Evenementen, zeker de grootschalige, kunnen behoorlijke veiligheidsrisico's opleveren. Het is aan de organisator voorwaarden voor de veiligheid te realiseren en aan de gemeenten om de juiste voorwaarden te stellen en die te handhaven. De risico's zijn vooral gelegen in geweld, overlast, vernieling, brandveiligheid en crisisbeheersing. Daarnaast er mogelijke dwarsverbanden met externe
veiligheid (evenementenlocaties nabij EV-inrichtingen?) en aanpak georganiseerde criminaliteit (uitbreiding BIBOB-beleidslijn met evenementen?) Doelstelling(en): Het lage aantal incidenten overlast evenementen handhaven
Aanpak: Toepassen Digitale Evenementenkalender (DIGIMAK). Toepassen Evenementenbeleid. Ontwikkelen en toepassen Preventie en Handhavingsplan (horeca). Het controleren van het naleven van vergunningsvoorschriften van evenementen uit de B-
categorie (middelgroot) en alle evenementen uit de C-categorie (groot). Het, in samenwerking met de Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR), in kaart brengen van de gezondheidsrisico's die grote evenementen met zich meebrengen.
Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven over controle op naleving van vergunningsvoorschriften evenementen.
Controle op brandveiligheid (tijdelijke gebruiksvergunningen) Samenwerkende veiligheidspartners:
Veiligheidsregio BZO Politie Omgevingsdienst Zuidoost Brabant Gemeente Brandweer Kosten tl.v.:
- 4.140.2000 Toezichthouder APV/DHW
22
6.3 Jeugd en veiligheid 6.3.1 jeugdoverlast Dit thema heeft betrekking op overlast van jongeren, vaak in groepsverband. Het kan gaan om 'mildere' vormen van overlast (zgn. acceptabele en hinderlijke jeugdgroepen) maar ook om zwaardere vormen ('echte' overlastgevende groepen). Het uit zich bijvoorbeeld door geluidsoverlast, intimiderend aanwezig zijn, zwerfvuil achterlaten en soms ook om vernielingen en andere vormen van kleine
criminaliteit. Kenmerkend voor de zogenaamde hinderlijke groepen is dat ze in principe goed aanspreekbaar/corrigeerbaar zijn door de omgeving. Bij zgn. overlastgevende groepen is er meer
'eigen systeem' (hiërarchie) in de groepen en zijn ze lastiger te corrigeren. Ook is er veelal (lichte) criminaliteit in het spel. Doelstelling(en): Incidenten baldadigheid/vandalisme terugbrengen met 10% naar 20 in 2018. Aanpak: Ongeoorloofd schoolverzuim tegengaan door inzet leerplichtambtenaar. Jongerenoverlast aanpakken conform protocol 'Jeugd in Beeld'. I nzet jongerenwerker Samenwerkende veiligheidspartners:
Paladijn Politie - HALT - JPP Centrum Jeugd en Gezin + Gemeente Kosten tl.v.:
4.140.2000 Toezichthouder APV/DHW 4.140.2010 Veiligheidshuis 6.3.2 jeugd, alcohol en drugs
Verschijnselen die binnen dit thema vallen zijn de overlast van alcohol- en drugsgebruik in de openbare ruimte en bijvoorbeeld in het uitgaansgebiedZ-gelegenheden. Het drank- en drugsgebruik kan in verband staan met geweld, vernielingen, geluidsoverlast. De beheersing daarvan is een
belangrijke opgave van de gemeente. Een ander onveiligheidsaspect speelt daarbij ook een belangrijke rol: de gezondheidsrisico's van (overmatig) alcohol- en drugsgebruik.
Doelstelling(en): Terugdringen alcoholgebruik jeugdigen; Aanpak: Toepassen Preventie en Handhavingsplan (horeca). Toepassen Brabants Alcohol- en Horecasanctiebeleid. Toepassen Evenementenbeleid. Structureel overleg met horecaondernemers.
Toepassen Digitale Evenementenkalender (DIGIMAK). Aanschrijven/handhavend optreden tegen overtreders van voorschriften die m.b.t. dit onderwerp zijn opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening.
Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven over gevolgen van alcohol- en drugsgebruik. Participeren in het SRE project 'Laatje niet flessen'.
23
Voorlichting door jongerenwerk en Novadic/Kentron over alcohol- en drugsgebruik
Samenwerkende veiligheidspartners:
politie Lumensgroep Novadic-Kentron - GGD
Paladijn Horecavereniging Heeze-Leende Gemeente
6.3.3 Veilig in en om de school
Jeugd kan dader zijn en slachtoffer van onveiligheid; thuis, in de buurt, bij het stappen maar ook op school. Mogelijke veiligheidsproblemen op en rond scholen zijn pesten, geweldpleging, diefstal, overlast (voor omwonenden), vernielingen en verkeersonveiligheid.
Doelstelling(en): Vergroten veiligheidsgevoel op de basisscholen Aanpak: Voorlichting in de media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven over schoolveiligheid Voorlichting in de media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven vuurwerkpreventie, alcohol- en drugspreventie en maatregelen tegen discriminatie en Samenwerkende veiligheidspartners: Schoolbesturen
Politie Gemeente
Paladijn Brandweer Kosten t.l.v.: -
6.4 Fysieke veiligheid
6.4.1 Verkeersveiligheid
Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied
e.d.). Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Onderscheiden kunnen worden objectieve verkeersveiligheid, subjectieve verkeersveiligheid en verkeers- en parkeeroverlast.
Doelstelling(en): Huidige cijfers handhaven Aanpak: Uitvoering geven aan het Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan.
Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven over correct rijgedrag met als doel de slachtofferkans verder te verminderen (dragen gordel, geen
24
losliggende spullen in auto, kinderzitjes en telefoneren in de auto).
Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven over fietsverlichting.
Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven om mensen bewust te maken van de gevolgen van alcohol in verkeer.' Aanschrijven/handhavend optreden tegen overtreders van voorschriften die m.b.t. dit
onderwerp zijn opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening en de wegsleepregeling.
Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven inzake verkeers- en parkeeroverlast Samenwerkende veiligheidspartners:
Politie Gemeente Kosten t.l.v.:
- 4.140.2000 Toezichthouder APV/DHW
6.4.2 Brandveiligheid
Dit thema heeft enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid van bepaalde soorten gebouwen (zoals woongebouwen en gebouwen met horecabestemming) en anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie. Om de brandveiligheid te borgen zien gemeente en brandweer toe op proactie en preventie en geeft zij voorlichting aan doelgroepen. Daarnaast prepareert de brandweer zich op de bestrijding (repressie) van branden.
Doelstelling(en): het aantal loze meldingen in 2018 is maximaal 40 Aanpak: Uitvoeren (toezicht en handhaving) Gebruiksbesluit conform afgesproken procedure (werkafspraken). Toepassen controleplan voor gebruiksvergunningen en - meldingen.
Voorlichting in media (De Parel van Brabant, kabelkrant en website) geven inzake brandveiligheid. Samenwerkende veiligheidspartners:
Veiligheidsregio Brabant Zuidoost Gemeente Brandweer Kosten tl.v.: -
6.4.3 Rampenbestrijding en crisisbeheersin Bij dit thema staan mogelijke rampen en crises centraal. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de bevolkingszorg, brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening,
maar zijn wettelijk verplicht dit te laten uitvoeren door de veiligheidsregio, met uitzondering van de bevolkingszorg (gemeentelijke processen). Deze wordt door de gemeente zelf op peil gebracht en gehouden.
Doelstelling(en): Een integrale aanpak van rampenbestrijding en crisisbeheersing gericht op het bestrijden en beperken van mogelijke effecten bij een calamiteit.
25
Aanpak: Borging gemeentelijke voorbereiding crisisbeheersing Actieve deelname aan regionale uitvoering beleidsplan
Gezamenlijk oefenen en opleiden Uitbouwen gemeentelijk deel crisisbeheersingsorganisatie Betrokkenheid bij planvorming Uitbouw slagkracht regionale crisisbeheersingsorganisatie Samenwerkende veiligheidspartners:
Veiligheidsregio Brabant Zuidoost Gemeente
Politie - OM
Geneeskundige Hulpverlening Organisatie in de Regio (GHOR) Kosten t.l.v.:
4.120.7010 Opleiding rampenbestrijding 4.120.7020 Uitgaven in het kader van oefeningen
6.5 Integriteit en veiligheid 6.5.1 Polarisatie en radicalisering
Bij dit thema gaat het om ideologische groepen/stromingen in de samenleving die dermate zijn geradicaliseerd, dat zij een bedreiging vormen of kunnen gaan vormen voor de veiligheid. Sprake kan zijn van dreigend geweld. Deze groepen vergroten de polarisatie in de samenleving, zetten het sociaal weefsel onder druk. Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechts¬ extremisme, islamradicalisme, dierenrechtenradicalisme, asielrechtenradicalisme, links-extremisme.
Doelstelling(en): Herkennen van signalen van radicalisering en polarisatie en hoe daarmee om te gaan. Voorkomen van uitval van jongeren door sociale- en identeitsproblemen
Aanpak: Monitoren meldingen discriminatie bij het Meldpunt Discriminatie Direct verwijderen racistische uitingen (bijvoorbeeld graffiti) Bij terrorisme alertheid betrechten en volgen van externe berichtgeving. Samenwerkende veiligheidspartners:
Politie -
OM
Kosten t.l.v.:
- 4.140.2015 Anti discriminatievoorziening
6.5.2 Georganiseerde criminaliteit
Bij dit thema gaat het om vormen van georganiseerde criminaliteit die zich manifesteren in gemeenten en die in bepaalde mate gebruik (misbruik) maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen (waaronder vergunningen en aanbestedingen). Sprake kan zijn van verwevenheid van onder- en bovenwereld en van 'witwassen'. Misdaadbranches die het betreft zijn bijvoorbeeld drugshandel, vastgoedfraude, mensenhandel.
Doelstelling(en): Het creëren van een ongunstig klimaat voor het bedrijven van criminele activiteiten. Anders gezegd: op basis van integrale samenwerking tussen de ketenpartners
26
bewerkstelligen dat de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit zodanig wordt aangepakt, dat de ondermijnende invloed op de samenleving wordt weggenomen. Voorkomen dat criminelen door de overheid worden gefaciliteerd. Voorkomen dat er vermenging onderwereld-bovenwereld ontstaat.
Doorbreken van economische machtsposities die zijn opgebouwd met kapitaal dat met criminele activiteiten is verdiend.
Aanpak: Versterken c.q. uitbreiden huidig Bibob-beleid Privacyproof maken gemeente
Integrale aanpak casuïstiek Deelname aan het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) Uitvoeren Damoclesbeleid Uitvoering geven aan het, door de Bestuurlijke Werkgroep Mensenhandel op te stellen Uitvoeringsprogramma Aanpak Mensenhandel
Inzet van het Prostitutie Controleteam (PCT) Dadergerichte aanpak drugsdealers Ondersteuning van en deelname aan Veiligheidshuis.
Voorlichting in media ( De Parel van Brabant, kabelkrant en op de website) geven over het gevaar van hennepkwekerijen in woningen.
Voortzetten nuloptiebeleid met betrekking tot coffeeshops. Uitvoeren convenant vrijplaatsen. Samenwerkende veiligheidspartners:
Politie - OM
- RIEC
Belastingdienst Vreemdelingenpolitie Veiligheidshuis Kosten t.l.v.:
- 4.140.2020 RIEC
4.140.2010 Veiligheidshuis 6.5.3 Veilige publieke taak Werknemers met een publieke taak krijgen met regelmaat te maken met agressie en geweld tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Dat geldt voor gemeenten, maar ook voor de organisaties met een publieke taak in uw gemeente. Agressie en geweld kunnen niet alleen grote persoonlijke gevolgen hebben voor medewerkers en politieke ambtsdragers, ook de goede uitoefening van de taak kan in het gedrang komen.
Doelstelling(en): Het verminderen van het aantal voorvallen agressie en geweld tegen werknemers met
een publieke taak en politieke ambtsdragers Aanpak: Deelnemen aan het landelijk programma Veilige Publieke Taak Stimuleren van werknemers om elk voorval van agressie en geweld te melden Trainen van werknemers in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld Registreren gevallen agressie en geweld Toepassen protocol Agressie en Geweld Bevorderen van het (laten) doen van aangifte van strafbare feiten Verhalen van schade op de dader Verlenen van nazorg aan werknemers die slachtoffer zijn van agressie en geweld Regionale en lokale samenwerking tussen werkgevers met een publieke taak, politie en
Openbaar Ministerie Gemeente Heeze-Leende heeft een Agressieprotocol.
27
Samenwerkende veiligheidspartners:
Politie - OM Gemeente
6.5.4: Ambtelijke en bestuurlijke integriteit Hier gaat het om de meest interne vorm van interne integriteit: ambtelijke en bestuurlijke integriteit. Schending daarvan kan het gevolg zijn van belangenverstrengeling, maar ook van 'niet-intentionele' verrommeling van procedures. In dit laatste geval ontstaat de integriteitschending min of meer 'per ongeluk'. Integriteitschendingen kunnen de lokale veiligheid in gevaar brengen doordat daardoor
bijvoorbeeld fysiek gevaarlijke situaties ontstaan of in stand blijven (vergunning voor onveilige gebouwen of bedrijfsvoering), criminele groepen extra bewegingsruimte krijgen (geen BIBOBprocedure toegepast) en ambtenaren of bestuurders kwetsbaar worden voor verdere aantastingen van hun integriteit.
Doelstelling(en): Voorkomen dat de integriteit van bestuurders en medewerkers wordt aangetast Adequaat kunnen inspelen op aantasting integriteit bestuurders en medewerkers
Aanpak: Hanteren gedragscode 'bestuurlijke integriteit'. Hanteren gedragscode 'ambtelijke integriteit'. Voorlichting geven via intranet. Samenwerkende veiligheidspartners:
politie - OM Gemeente Kosten tl.v.: -
28
7. Organisatie en coördinatie In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke voorzieningen getroffen moeten worden om de uitvoering van
het Integraal Veiligheidsbeleid zo integraal mogelijk te laten verlopen. Het gaat specifiek om voorwaarden met betrekking tot de verankering van veiligheid binnen de verschillende afdelingen, de interne en externe afstemming op het gebied van veiligheid, de politiek- bestuurlijke inbedding en de communicatie.
7.1 Positie van veiligheid in de gemeentelijke organisatie De centrale borging van het veiligheidsbeleid geschiedt via de Coördinator integrale veiligheid. Deze ziet erop toe dat de verschillende beleidsontwikkelaars participeren, projecten invulling krijgen en dat de beleidsvoering aan de gang blijft. Hij is aanspreekpunt voor de portefeuillehouder en belast met het verkrijgen en analyseren van relevante informatie en het vertalen van de informatie in beleid. De
Coördinator is de aanjager van de diverse projecten in de gemeente die gericht zijn op veiligheid en leefbaarheid. Tenslotte is hij beleidsmatig verantwoordelijk voor de openbare orde, rampenbestrijding en crisisbeheersing, horecabeleid en integrale, sociale en externe veiligheid.
Dankzij een goede organisatorische borging blijft de integrale beleidsvoering in stand. Bijzonder aan het veiligheidsbeleid is het hoge facetgehalte. Een veelheid van partijen, afdelingen en gerelateerde beleidsprocessen is hier aan de orde. Dit stelt hoge eisen aan de inbedding en afstemming van het
beleid. Juist bij veiligheidsbeleid is een doordachte bestuurlijke en organisatorische borging nodig. 7.2 Interne en externe afstemming Afstemming is van groot belang, men dient elkaar te ontmoeten, elkaar aan te spreken en van elkaar te leren. Door gezamenlijk met interne- en externe partners te werken aan de invulling van dit
Integraal Veiligheidsbeleid is een groot gedeelte van deze afstemming gerealiseerd. Na de vaststelling van deze Kadernota door de gemeenteraad zal in samenwerking met deze zelfde in- en externe partners invulling en uitvoering gegeven gaan worden aan het jaarlijkse uitvoeringsprogramma. Door deze manier van samenwerking en afstemming is de integraiiteit en uitvoerbaarheid van de Kadernota en het uitvoeringsprogramma gewaarborgd.
7.3 Politiek-bestuurlijke inbedding Binnen het college heeft de burgemeester het primaat op het gebied van openbare orde en veiligheid (portefeuillehouder). Naast de wettelijke taken die de burgemeester op gebied van openbare orde heeft, vervult hij ook een bredere taakuitvoering ten aanzien van Veiligheid, zodat er sprake is van een complete veiligheidsportefeuille. Daarnaast is er sprake van een integrale verantwoordelijkheid van het gehele college. Veel onderwerpen van deze kadernota maken onderdeel uit van andere
beleidsterreinen. Dit maakt het college gezamenlijk verantwoordelijk voor het Integraal Veiligheidsbeleid, kortom collegiaal bestuur. Alle afspraken aangaande Integrale Veiligheid liggen vast in deze beleidsnota. De uitwerking hiervan vindt jaarlijks plaats door middel van het opstellen en uitvoeren van een uitvoeringsprogramma, welke in opdracht van het college door de coördinator IV in samenwerking met de in- en externe partners wordt opgesteld. Het college zal de gemeenteraad jaarlijks informeren over de voortgang van het uitvoeringsprogramma. Naast deze evaluatie zal het college tevens het nieuwe uitvoeringsprogramma vaststellen.
29
7.4 Planning en control rond veiligheid De planning- en controlcyclus rondom Integrale Veiligheid ziet er als volgt uit: 1. Om de vier jaar vaststellen van de Kadernota Integrale Veiligheid 2. Vaststellen jaarlijks uitvoeringsprogramma door het college 3. De gemeenteraad in kennis stellen van het uitvoeringsprogramma 4. Uitvoering van het uitvoeringsprogramma
5. Jaarlijkse evaluatie van de Kadernota Integrale Veiligheid 6. Toewerken naar een nieuw jaarlijks uitvoeringsprogramma
7.5 Communicatie Een integrale aanpak van veiligheid vereist een goede communicatie. Communicatie is belangrijk
omdat de mogelijke effecten van het veiligheidsbeleid tot uiting komen in de veiligheidsbeleving van de inwoners van de gemeente. De uitgangspunten van de communicatie over veiligheid door de
gemeente zijn: ¦ Reële invalshoek; ¦ Integrale aanpak;
¦ Gedeelde verantwoordelijkheid; ¦ Herhaling van de "kernboodschap"; ¦ Bij concreet zichtbare investeringen: altijd communicatie. De reële invalshoek van communicatie over het IVB is: Heeze-Leende is een veilige gemeente. Uit
zowel de objectieve cijfers als het onderzoek Leefbaarheid & Veiligheid blijkt dat Heeze-Leende een veilige gemeente is om in te leven, te wonen, te werken en uit te gaan. Hierop mogen we trots zijn. Dat Heeze-Leende een veilige gemeente is, dient dan ook uitgedragen te worden richting burgers via de media (De Parel, website, kabelkrant, etc.). Heeze-Leende is een veilige gemeente. Dit is mede te danken aan de integrale aanpak en de beleidsen procesmatige benadering van het IVB. Communicatie maakt daarvan deel uit. Dat geldt ook voor het communiceren over de uitvoering van concrete veiligheidsmaatregelen en de positieve resultaten daarvan. Deze maatregelen moeten uiteindelijk bijdragen aan het veiliger maken van Heeze-Leende. De communicatie over de beleidsmatige aanpak van het IVB en de uitvoering van de maatregelen moet herkenbaar zijn voor de inwoners. Dit kan bevorderd worden door de volgende herkenbare en
terugkerende beeldmerken voor de Veiligheidsvelden te gebruiken:
Fysieke en Externe veiligheid HEEZE-
Bedrijvigheid en veiligheid LEENDE HEEZE-LEENDE
30
Veiligheid is onderdeel van veel beleidsvelden. Het is dus belangrijk om bij bepaalde beslissingen gemeentebreed over de consequenties voor veiligheid na te denken. Vooral bij het verlenen van vergunningen en het maken van beleid.
Ook andere partners, zoals de politie, Stichting Paladijn en Wocom, leveren een belangrijke bijdrage aan een veilig Heeze-Leende. Dat betekent dat we de interne en externe communicatie moeten
afstemmen met de betrokken partijen. Daarbij besteden we aandacht aan de rol en bijdrage van externe partijen. Deze partijen doen dat ook in hun berichtgeving. Hierbij wordt de communicatie vooral gericht op de samenwerking en programmatische aanpak van lokale speerpunten en maatregelen.
De nuchtere invalshoek en de integrale werkwijze zijn terug te vinden in de vaste kernboodschap waarmee we communiceren over veiligheid. Door steeds te kiezen voor een enkele hoofdlijn, wordt
duidelijk dat de verschillende beleidsactiviteiten bijdragen aan één doel: een veilige gemeente. De vaste kernboodschap is: ¦ Heeze-Leende is een veilige gemeente; ¦ Samenwerking werkt; ¦ Burgers, bedrijven en organisaties hebben ieder eigen verantwoordelijkheden.
Als we zichtbaar investeren in veiligheid en leefbaarheid (bijvoorbeeld door het creëren van een beveiligde fietsenstalling) dan wordt hierover per definitie gecommuniceerd. Bij deze zichtbare investeringen maken we met onze kernboodschap duidelijk dat ze tot stand zijn gekomen in overleg en samenwerking met burgers en externe partijen.
De specifieke communicatiedoelstellingen sluiten aan bij de algemene veiligheidsdoelstelling van deze kadernota: ¦ Inwoners, bedrijven, media en externe partners voldoende informeren over veiligheidszaken (de
feiten); ¦ Door middel van informatie en participatie inwoners, bedrijven, media en externe partners
stimuleren tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid in veiligheid; ¦ De perceptie dat Heeze-Leende een veilige gemeente is, bevorderen (de beeldvorming). Bewoners, bedrijven, media en externe partners worden voldoende geïnformeerd over concrete veiligheidszaken. We geven informatie over het bredere veiligheidsbeleid en over de verdeling van verantwoordelijkheden tussen gemeente, politie, brandweer, burgers, bedrijven en instellingen en informeren de inwoners over veiligheidsrisico's in de eigen woonomgeving. Voor de informatietaak
zetten we verschillende middelen in zoals de gemeentegids, de gemeentelijke website en lokale media zoals het Eindhovens Dagblad en de Parel van Brabant. De gemeenteraad wordt op de hoogte gehouden door de raadsinformatiebrief. Het is voor burgers, bedrijven en organisaties in Heeze-Leende mogelijk om bij de gemeente en politie aan de bel te trekken wanneer men een onveilige situatie signaleert of ervaart. Maar ook op een actievere manier willen we burgers en bedrijven betrekken bij veiligheid. Van algemene en passieve informatie naar specifieke en actieve informatie. Er wordt aandacht besteed aan het sluiten van een convenant, maar ook aan de resultaten van de integrale aanpak van de overlast van hangjongeren. Bekendheid en betrokkenheid vormen een eerste stap op weg naar beter gevoel van veiligheid. Of
burgers zich veilig voelen wordt grotendeels bepaald door perceptie. Duidelijk zijn over veiligheidsrisico's is in dit verband een eerste vereiste. Echter, alleen het benoemen van risico's werkt het gevoel van onveiligheid in de hand. Zodra er een context wordt geboden en een handelingsperspectief, dan wordt het risico een stuk hanteerbaarder. Een voorbeeld hiervan is de 'Denk vooruit campagne' van de rijksoverheid voor het geval dat de sirene gaat: burgers kunnen zichzelf op een eventuele crisis voorbereiden. Een tweede factor die de perceptie van veiligheid bevordert, is (snel) reageren wanneer er daadwerkelijk iets gebeurt. Vandaar de opkomstnormen bij politie, ambulancezorg en brandweer. Maar voor de gemeente geldt hetzelfde: gemelde graffiti moet
binnen de toegezegde termijn worden verwijderd. Ook is het belangrijk niet alleen de positieve zaken te melden, maar ook eerlijk te zijn over zaken die anders of minder goed verlopen dan gepland. Dat draagt bij aan de beleving dat de gemeente een betrouwbare afzender van informatie is. Voor
communicatie betekent dit ook dat we goede resultaten op het gebied van veiligheid stelselmatig moeten communiceren en dat we moeten laten zien dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt.
31
7.6 Financiën
Er is voor gekozen de gelden voor veiligheid waar mogelijk te integreren in de diverse beleidsvelden (bijvoorbeeld verkeersveiligheid, brandweer, etc.). Daardoor is het moeilijk de totaalgelden voor
veiligheid in beeld te brengen. De ingezette aanpak van het IVB wordt gecontinueerd om een veilig Heeze-Leende te handhaven en te verbeteren. Dit belang wordt ook landelijk erkend. Binnen
veiligheid en rampenbestrijding worden de volgende financiën structureel uitgegeven:
Tabel 'Budqetomschriivinq IVB 2015'
Toezichthouder APV/DHW
€ 30.000
Regionale bijdrage veiligheidsprojecten
€ 14.300
Rampenbestrijding en crisisbeheersing
€
5.500
Onderzoek Leefbaarheid &Veiligheid**
€
—
Veiligheidshuis Brabant Zuid-Oost
€ 5.000
Anti discriminatievoorziening
€ 1.000
Regionaal Informatie en Expertise Centrum
€ 8.300
Totaal
€ 64.100
** Het onderzoek L&V wordt 1 keer per 4 jaar uitgevoerd , laatste keer was in 2014. In de
begroting 2018 is geen rekening gehouden met middelen voor dit onderzoek. De kosten voor dit onderzoek zullen worden meegenomen in de Kadernota 2016, jaarschijf 2018.
Voor het Integraal Veiligheidsbeleid van de gemeente Heeze-Leende geldt het uitgangspunt dat er bij de uitvoering van de beoogde maatregelen en activiteiten zoveel als mogelijk budgettair neutraal wordt gewerkt. Veel van de uit te voeren maatregelen en activiteiten horen namelijk bij reguliere werkzaamheden en zijn verspreid over meerdere posten.
32