Kadernota Integrale Veiligheid 2011 - 2015 Gemeente Heerlen ‘Hartslag voor heel Heerlen’ Heerlen, maart 2011
Afdeling Integrale Veiligheid - gemeente Heerlen
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Voorwoord burgemeester Veiligheid. Een basisvoorwaarde voor een stad die bruist en kansen biedt aan mensen. Alleen een veilige stad is een aantrekkelijke stad. Een stad die bewoners kan vasthouden,. bedrijven kan binden en bezoekers kan trekken. Als Heerlen weten we daar alles van. Lange tijd stond Heerlen er slecht voor waar het ging om veiligheid. Maar de afgelopen jaren zijn er forse stappen voorwaarts gezet. Met name de binnenstad is heroverd en teruggegeven kunnen worden aan bewoners, winkeliers, bedrijven en bezoekers. Heerlen heeft zijn hart weer terug. Dat is niet vanzelf gegaan. In het kader van de Operatie Hartslag hebben verschillende organisaties intensief samengewerkt. Samen stonden ze sterk genoeg. Er is opgetreden bij misstanden, overlast en misdaden. Er zijn maatregelen genomen om deze zaken te voorkomen. En er is zorg geboden aan de mensen die maatschappelijk dusdanig tussen wal en schip waren gevallen dat ze voor Heerlen, maar ook voor henzelf een probleem waren. We kunnen tevreden zijn over de successen van Operatie Hartslag. Maar we kunnen niet op onze lauweren rusten. Daarvoor is veiligheid te belangrijk. En bieden successen uit het verleden geen garantie voor de toekomst. We moeten blijven werken aan veiligheid. In het centrum van Heerlen. Maar zeker ook in de buurten. We willen Hartslag voor heel Heerlen. We willen veiligheid voor alle Heerlenaren, van alle leeftijden in alle buurten. Dat lukt alleen als we als gemeenten blijven samenwerken met onze belangrijkste partners. Daarbij horen natuurlijk onze bewoners en ondernemers. Samen met hen maken we de stad. En ook de veiligheid in de stad. Alleen zo kunnen we borgen wat we hebben bereikt en de noodzakelijke vervolgstappen zetten. Binnen deze algemene, strategische doelstellingen hebben we drie prioriteiten. We willen veilige buurten en wijken. Want we willen niet dat de veiligheid in het centrum ten koste gaat van de veiligheid in buurten. Daarom de komende jaren extra aandacht voor aanpak (drugs) overlast in buurten en oog voor onze jongeren in de buurten. Daarbij letten we niet alleen op het aspect van overlast. Integendeel onze tweede prioriteit is het veilig kunnen laten opgroeien van onze jeugd. Ten slotte zetten we in op een veilig centrum en veilig winkelen. Heerlen is een bruisende stad. Een stad met nieuwe energie. Om die energie te laten renderen is het belangrijk dat we bezoekers en ondernemers weten dat het in Heerlen veilig is. Veiligheid. Van enorm grote betekenis. We zullen er alles aan doen om de veiligheid te vergroten. Tegelijkertijd bestaat er geen risicoloze samenleving. Hoe goed ons best we ook doen. Hoe goed we ook samenwerken. Maar we kunnen de kansen op veiligheid wel vergroten. Daarbij is het belangrijk dat de gemeente een duidelijke koers vaart. Zeker in de tijd van de nationale politie is het belangrijk dat de gemeenteraad zich herkent in en uitspreekt over de nota. Alleen dan weten onze partners, zoals de politie, waaraan ze toe zijn. En alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat de nationale politie verankerd is en blijft in Heerlen Paul Depla burgemeester.
2
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
3
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Inhoudsopgave Voorwoord 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Strategische visie Inleiding Strategische doelstellingen Uitgangspunten Strategische partners Flankerende beleidsprocessen
5 5 6 7 8 8
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Veiligheid in Heerlen Veilige woon- en leefomgeving Bedrijvigheid en veiligheid Jeugd en veiligheid Fysieke veiligheid Integriteit en veiligheid
10 10 19 20 23 28
3. 3.1 3.2 3.3.
Prioriteiten Veilige en leefbare buurten Veilig opgroeien Veilig centrum: winkelen en uitgaan
31 31 33 36
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
Overige belangrijke veiligheidsthema’s Huiselijk geweld Veilige bedrijventerreinen Verkeersveiligheid Brandweerzorg Externe veiligheid Voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing Radicalisering en polarisatie Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
39 39 40 41 42 44 49 50 51 52
5.
Dwarsverbanden thema’s
53
6. 6.1 6.2 6.3
Organisatorische borging Integraal veiligheidsbeleid in de gemeentelijke organisatie Coördinatie en regievoering Beleidscyclus
54 54 55 55
7.
Financiële paragraaf
55
Bijlagen Begeleidingscommissie Lijst van afkortingen
56 57
4
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
1. 1.1
Strategische visie
Inleiding
Heerlen stond er in 2001-2002 niet goed voor als het ging om de veiligheid: met name in het centrum was er sprake van grote overlast van drugsgebruikers en drugscriminaliteit. Dit had een negatieve uitstraling op onze gemeente. Het veiligheidsgevoel van onze inwoners weerspiegelde dit: binnen de G27 scoorden we ver onder het gemiddelde. In de jaren daarna is er fors geïnvesteerd in de veiligheid, onder meer via Operatie Hartslag en de gebiedsgerichte aanpak van investeringsbuurten. De veiligheid en leefbaarheid van onze stad zijn er daardoor op vooruit gegaan: het centrum heeft zijn aantrekkingskracht herwonnen, de criminaliteit en overlast zijn afgenomen en onze investeringsbuurten komen er bovenop. Heerlen heeft zijn kloppende hart terug, kunnen we stellen - en dat is iets om trots op te zijn. Maar nu dienen zich nieuwe uitdagingen aan: het centrumgebied is ‘hersteld’, de zware problematiek is aangepakt - maar de aanpak van de buurten, de woongebieden, is nog volop in de uitvoering (Passart, Vrieheide-De Stack, Hoensbroek-De Dem, MSP, GMS). Daar gaan we verder mee in de komende tijd, waarbij we een brede focus voeren: de investeringsbuurten krijgen de extra aandacht die nodig is, maar uiteindelijk gaat het erom in alle buurten van Heerlen zodanige voorwaarden te scheppen dat alle inwoners, jong en oud, in alle buurten, zich veilig en vertrouwd voelen, graag in Heerlen wonen, zich kunnen en durven te ontplooien in onze gemeente. Dit doen we door onze succesvolle aanpak van het centrumgebied (Hartslag) verder uit te rollen en te borgen in onze buurten. Kloppend hart betekent leven - en dat willen we in heel Heerlen zien! Wij zullen daarvoor de benodigde voorwaarden scheppen, ons huiswerk zo goed mogelijk doen. Een van de opgaven daarin is natuurlijk ook datgene wat bereikt is, vasthouden - de goede resultaten in het centrum gaan we borgen en waar mogelijk verdiepen. Dit doen we door de aanpak en de voorkoming van overlast en criminaliteit op het vereiste peil te houden. En aan de andere kant zullen we in ditzelfde centrumgebied de huidige positieve impulsen blijven ondersteunen: voorzieningen als winkels, uitgaansgelegenheden en evenementen versterken onze hartslag, daar maken we ons sterk voor, waarbij we in het veiligheidsbeleid de uitdaging hebben om de veiligheidsvereisten te borgen via de juiste procedures en afspraken en samenwerking met onze partners. Die samenwerking met onze partners is in brede zin essentieel. We hebben het daarbij ook over de bewoners en ondernemers: bewoners kunnen heel effectief zijn als het gaat om preventie van onveiligheid. Maar dan zullen we hen wel moeten inspireren, hen zien te betrekken, en daarbij tegelijk ruimte laten voor eigen richtingeving. Uitdaging van formaat! - die we niet uit de weg gaan. Hart voor Heerlen betekent dus ook: de inwoners onderdeel laten zijn van die hartslag, hen de ruimte en inspiratie geven om de hartslag aan de gang houden. En de ondernemers kunnen net zo efficiënt zijn. Zij voeren hun bedrijf binnen onze gemeente, voor onze gemeente, met onze gemeente en de inwoners ervan. Zodoende hebben zij grote invloed op de veiligheid en leefbaarheid, op de kracht van ons kloppende hart. Ook hier geldt: voor ons de opgave hen daarbij te betrekken, de speelruimte te organiseren, het voorbeeld te geven. Als uitgangspunt in deze Kadernota geldt de strategische visie op veiligheid, gevolgd door strategische doelstellingen waaruit aan de hand van analyses een drietal prioriteiten zijn gesteld. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de overige niet prioritaire maar wel belangrijke veiligheidsthema’s besproken.
5
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
In schemavorm: Strategische Visie
Strategische Doelstellingen
Prioriteiten op basis van analyses
Overige veiligheidsvelden
1.2
Strategische doelstellingen
Op basis van de in paragraaf 1.1. geformuleerde strategische visie staan hieronder de volgende strategische doelstellingen. 1. Veiligheid en leefbaarheid voor alle Heerlenaren, van alle leeftijden en in alle buurten We gaan onze aanpak verbreden, de succesvolle Hartslagformule verder uitrollen en in alle buurten van Heerlen de voorwaarden scheppen voor zodanige veiligheid en leefbaarheid dat mensen zich veilig en vertrouwd voelen in Heerlen, er graag wonen, zich er kunnen en willen ontplooien. Dit betekent preventie en repressie van overlast en criminaliteit, borging van de fysieke en sociale kwaliteit, bewaken van het veiligheidsgevoel van onze inwoners, en extra zorg voor de individuen jong en oud - die dat behoeven. We pretenderen niet volledige veiligheid te kunnen realiseren - maar we kunnen de veiligheid wel beheersbaar houden, beheersbaar op een aanvaardbaar niveau. 2. In samenwerking met onze strategische partners - waaronder bewoners en ondernemers! De meest efficiënte weg naar borging van de veiligheid en leefbaarheid is samenwerking - met onze institutionele partners maar ook met bewoners en ondernemers. Bewoners zijn de meest betrokken en in diverse opzichten meest invloedrijke partij als het gaat om proactie en preventie - hen betrekken en inspireren betaalt zich veelvuldig terug. En dit geldt in dezelfde mate voor onze ondernemers, waaronder de ondernemers die zo van belang zijn voor de uitstraling van onze gemeente: winkeliers, horecaondernemers, evenementen- en toerismeondernemers. We ambiëren onze partners de komende tijd nog meer in hun kracht te zetten, ze hun eigen rol te laten onderkennen en aan te vatten. Via deze gerichte inzet op participatie en eigen verantwoordelijkheid zullen we onze veiligheidsaanpak extra ‘rendabel’ en duurzaam laten zijn. 3. Borging van datgene wat bereikt is Operatie Hartslag heeft veel betekend voor onze gemeente - die resultaten, in het bijzonder in het centrumgebied, gaan we borgen. We blijven alert op nieuwe aantastingen van de leefbaarheid en veiligheid, blijven de huidige aanpak op het juiste peil voeren en versterken daarnaast waar nodig de veiligheid van de ‘positieve’ kenmerken en gebeurtenissen in ons centrum (winkelen, uitgaan en evenementen). Zo houden we het hart van onze gemeente kloppend. We gaan daarbij volgens de volgende uitgangspunten te werk. 6
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
1.3
Uitgangspunten
Regievoering We blijven onze gemeentelijke regierol in veiligheid gestalte geven - én versterken waar nodig. Dit doen we door veiligheid goed te positioneren in onze organisatie (de huidige organisatie- verandering is daarop gericht), de afstemming en samenwerking tussen de partners solide te organiseren en coördineren en als gemeente naar buiten toe het goede voorbeeld te geven als betrouwbare, beschikbare en deskundige partner. Dit doen we zowel op stedelijk niveau als op buurtniveau. In de buurten zullen we de coördinatie- en samenwerkingsstructuur zodanig door- ontwikkelen dat we maximaal effectief kunnen zijn samen met onze partners en tegelijk voor de bewoners - strategisch partner bij uitstek - zichtbaar, bereikbaar en betrouwbaar zijn. Een dergelijke infrastructuur vormt mede de basis voor bewonersparticipatie. Planning en control We werken planmatig, via het uitvoeringsplan 2011-2015, zoveel mogelijk gekoppeld aan de operationele werkplannen van de in- en externe partners, in combinatie met consequente evaluatie en terugkoppeling. De beleidsvoering vindt gecontroleerd plaats: via het uitvoeringsplan meten we wat we bereiken en stellen tussentijds bij waar nodig. Integrale aanpak We werken integraal aan de veiligheid: samen met de partners, onder benutting van alle schakels van de veiligheidsketen, onder bewaking van dwarsverbanden tussen veiligheidsthema’s en met de passende reikwijdte: we richten ons op alle vijf gemeentelijke veiligheidsvelden - met elkaar het integrale veiligheidsterrein: 1 veilige woon- en leefomgeving 2 bedrijvigheid en veiligheid 3 jeugd en veiligheid 4 fysieke veiligheid 5 integriteit en veiligheid. De prioriteiten binnen dit brede spectrum staan in hoofdstuk 3 van deze nota beschreven, overige strategische thema’s in hoofdstuk 4. Inbedding in landelijke en regionale afspraken In de afgelopen jaren is onze aanpak van de veiligheid en leefbaarheid mede geïnspireerd en mogelijk gemaakt door landelijke en regionale afspraken en voorzieningen. In de komende tijd zal dit op onderdelen zeker het geval blijven. In onze aanpak geven we gestalte aan deze afspraken en beogen we met onze inbreng en ideeën ook in dit opzicht een betrouwbare en inspirerende partner zijn. Informatiegestuurd We baseren ons op actuele en hoogwaardige informatie: belangrijke informatiebronnen zijn en blijven de Parkstadmonitor, de Melddesk van de servicetelefoon (5604000), de politieregistratie, het shortlistonderzoek en de informatiesystemen en -afspraken op deelterreinen van veiligheid (waaronder jeugd, huiselijk geweld en veelplegers). Nieuwe instrumenten, zowel van de gemeente als van de partners, worden optimaal benut; een voorbeeld daarvan is de nieuwe wijkscan van de politie. Ook worden intergemeentelijke en landelijke gegevens benut; dit betreft informatie uit bijvoorbeeld de GSB-monitor en de Benchmark Sturen op Veiligheid. Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen
7
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
wordt systeeminformatie gekoppeld aan z.g. straatinformatie (bijvoorbeeld bevindingen/ervaringen van wijkagenten). De volgende partners zijn cruciaal ofwel van strategisch belang in onze aanpak!
1.4
Strategische partners
Bewoners Bewoners zijn zoals gezegd potentieel zeer effectief in de proactieve en preventieve schakels. Dan zullen we hen wel effectief moeten betrekken - hetgeen betekent inspireren en ruimte geven voor eigen initiatief en richtingeving aan de participatie. Gesprekspartners zijn de wijk- en buurtpanels, platforms en -stichtingen. Ondernemers Dit betreft zowel de ondernemers in de binnenstad - met name detailhandel, horeca en recreatieondernemers - als de bedrijven daarbuiten. In publiekprivate samenwerkingsverbanden kunnen wij hen begeleiden en versterken bij de aanpak van de veiligheid. Woningcorporaties Deze cruciale ‘leefbaarheidsactor’ is in Heerlen extra belangrijk: Heerlen kent een hoog percentage corporatiewoningen. In verschillende buurten, waaronder Passart, Vrieheide, MSP, is sprake van intensieve samenwerking met de woningcorporaties. Die zullen we vasthouden en versterken waar nodig. Politie en Openbaar Ministerie De veelzijdige en intensieve samenwerking met deze klassieke veiligheidspartners wordt in de komende jaren op het vereiste peil voortgezet. Brandweer, Veiligheidsregio De brandweer is cruciaal in zowel de proactieve en preventieve als de preparatieve en repressieve schakels van de veiligheidsketen. De integraliteit van onze aanpak wordt is mede afhankelijk van de integrale betrokkenheid van deze partners in fysieke veiligheid. We zullen de voorwaarden daarvoor bewaken en waar nodig verder realiseren. Onderwijs-, welzijns- en zorginstellingen Deze instellingen zijn onze partners in de proactieve, preventieve en curatieve schakels. We blijven alert om de effectieve inzet en benutting van dit voor de veiligheid essentiële instrumentarium te koppelen, waarbij we in het bijzonder ook aandacht hebben voor de synergie met repressieve instrumenten. Ander strategisch beleid dat belangrijke raakvlakken met dit integrale veiligheidsbeleid heeft, is het volgende.
1.5
Flankerende beleidsprocessen
Strategisch beleid van de gemeente: Nota handhaving bouw- en ruimtelijke regelgeving (2008) Kadernota programmatisch handhaven (2007) Stedelijk Kompas Heerlen (2008) Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast (2009) 8
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Nota Aanpak Huiselijk geweld (2009) Masterplan Hoensbroek (2009 - 2025) Conceptrapport aanpak jongerenoverlast maart 2011 (voorheen “Bengels in beeld). Integrale Centrumvisie (2005) Mobiliteitsprogramma (2009 - 2010) Milieuprogramma Toezicht en Handhaving Bedrijven (2009-2012) Meerjarig bestuurlijk Programma 2011 - 2014 Stadsvisie 2026
Strategisch beleid van onze partners: Strategisch beleid Politieregio Limburg-Zuid Strategisch beleid Brandweer Zuid-Limburg Visienota Jongerenwerk Alcander (2008) Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (2007)
9
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
2.
Veiligheid in Heerlen
Dit hoofdstuk bevat de belangrijkste uitkomsten van de integrale veiligheidsanalyse waarop deze kadernota is gebaseerd. In de paragrafen 2.1 t/m 2.5 wordt ingegaan op de bevindingen van de veiligheidsvelden, ‘veilige woon- en leefomgeving’, ‘bedrijvigheid en veiligheid’, ‘jeugd en veiligheid’, ‘fysieke veiligheid’ en ‘integriteit en veiligheid’. Ingegaan wordt telkens op de veiligheidsproblematiek, de huidige aanpak en de belangrijkste verbeterpunten daarin.
2.1
Veilige woon- en leefomgeving
Veiligheidsproblematiek De veiligheidsproblematiek op dit veiligheidsveld kan het beste aan de hand van vier kernindicatoren worden beschreven, te weten: ‘sociale kwaliteit van de woonomgeving’, ‘fysieke kwaliteit van de woonomgeving’, ‘objectieve veiligheid’ (veelvoorkomende criminaliteit) en ‘subjectieve veiligheid’ (veiligheidsgevoel). Tabel 2.1 Trendbeeld criminaliteit, overlast, slachtofferschap, etc. periode 2005-2009.
onderwerp
bron
perceptie buurtoverlast totaal (indicatorscore) bewonersoordeel kwaliteit woonomgeving (rapportcijfer) totaal meldingen overlast (per 1.000 inwoners) meldingen drugshandel (per 1.000 inwoners) perceptie overlast drugs (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt) verloedering (0 = komt niet voor; 10 = komt zeer vaak voor) totaal aantal incidenten/meldingen (per 1.000 inwoners) meldingen woninginbraak/ diefstal uit woning (per 1.000 inwoners) meldingen diefstal uit/vanaf motorvoertuigen (per 1.000 inwoners) meldingen diefstal fiets, bromfiets, snorfiets (per 1.000 inwoners) totaal meldingen geweld, lichamelijke integriteit (per 1.000 inwoners) totaal slachtofferschap geweld en bedreiging (% bewoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest) onveiligheidsgevoel (% bewoners dat zich wel eens onveilig voelt)
Parkstadmonitor Parkstadmonitor Politie Politie Parkstadmonitor
3,3 6,9
Parkstadmonitor Politie
5,0
2005
2006
2007
21
3,4 7,0 22
4 14
3 10
2008
3,2 7,0 20 4 10
251
5,1 269
255
Politie
6
6
7
Politie
10
10
11
Politie
9
6
10
25
25
Politie Parkstadmonitor
6
25 6
Parkstadmonitor
45
40
2009
5,0
6 41
De belangrijkste bevindingen op de genoemde onderwerpen zijn: T.a.v. ‘sociale kwaliteit woonomgeving’: - De drugsoverlast in het centrum van Heerlen is in de loop der jaren sterk teruggedrongen (operatie Hartslag); de verslaafden zijn er vrijwel uit het straatbeeld verdwenen; sprake is van een daling van plm. 700 ernstige overlast veroorzakende harddrugsverslaafden naar plm. 150, waarvan de meesten bekend zijn en begeleid/opgevangen worden; - De sociale kwaliteit stond in 2009 het meeste onder druk in de buurten Hoensbroek-De Dem, Vrieheide-De Stack en MSP; daarnaast zijn als prioritair aan te duiden: Heerlerheide-Passart, GMS, Heerlen-Centrum en Molenberg; - Een indicatie voor de sociale problematiek in de genoemde buurten is het aantal uitzettingen door corporaties: een van de Heerlense corporaties (bezit: 6.000 woningen) voert jaarlijks zo’n 60 a 70 uitzettingen uit - een hoog gemiddelde. - Gesprekspartners geven aan dat problematische bewonersgroepen in een ‘overlevingsmodus’/fase zitten, en dat het de uitdaging voor de gemeente is deze modus te doorbreken en deze
10
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
groepen te betrekken, te ‘activeren’. Daarbij wordt een parallel gesignaleerd met Rotterdam: door de mijnsluiting is het hart als het ware uit de stad gerukt - met alle sociale gevolgen vandien, die in bepaalde opzichten tot op de dag van vandaag voortduren. De naamgeving Operatie Hartslag sluit daar op aan: de aanpak van de drugsoverlast en -criminaliteit vanaf 2001-2002 was er mede op gericht de openbare ruimte terug te winnen, Heerlen weer een kloppend hart te bezorgen; dit is in belangrijke mate gelukt. T.a.v. ‘fysieke kwaliteit woonomgeving’: - De kwaliteit van de buurt wordt in 2009 het minst gunstig beoordeeld in de buurten HoensbroekDe Dem, Vrieheide-De Stack en MSP en daarnaast ook in de buurt Zeswegen-Nieuw Husken. - Verloedering doet zich volgens de bewoners het meeste voor in de buurten Hoensbroek-De Dem, Vrieheide-De Stack, Heerlerheide-Passart, GMS en MSP. Dit fenomeen doet zich ook voor in de buurten Nieuw Lotbroek, Heksenberg en Heerlerbaan -Centrum. - Een belangrijke factor in de komende jaren vormt demografische krimp van regio en gemeente. Deze krimp heeft sociale, economische en ruimtelijke gevolgen en kan ook de veiligheid en de fysieke leefomgeving beïnvloeden. In bepaalde (vergrijsde) buurten zullen bewoners en ondernemers vertrekken. Als gevolg van leegstand en een verminderde sociale controle neemt de kans op verloedering en vervuiling van de woonomgeving toe. Er kan een soort van ‘culture of poverty’ en/of een no-go area ontstaan. In dergelijke buurten is veelal sprake van een concentratie van lage inkomensgroepen, hoge werkloosheid, verpauperde woonomgeving, dalende vastgoedprijzen, relatief veel criminaliteit (o.a. woninginbraak, autokraak, brom- en fietsdiefstal, bedreiging, brandstichting, drugs- handel/hennepplantages). In sommige gebieden worden woningen tegen ‘dumpprijzen’ aangeboden. Het is niet ondenkbaar dat de betreffende woningen worden opgekocht door malafide huiseigenaren om vervolgens weer te door te verkopen/te verhuren aan criminelen ten behoeve van de hennepteelt en/of andere illegale activiteiten. Krimp kan verloedering en criminaliteit in de buurt in de hand werken. - Leegstand resulteert ook in langere meldingstijden van een calamiteit. Dit heeft een negatieve invloed op de fysieke veiligheid voor de personen die wel nog in het gebied wonen. T.a.v. ‘objectieve veiligheid/veelvoorkomende criminaliteit’: - In de periode 2006 - 2008 is sprake van toename van het aantal (bij de politie gemelde) incidenten van woninginbraak, diefstal uit/vanaf motorvoertuigen en diefstal (brom)fiets/scooter). De stijging is in verschillende buurten aan de orde. - Het aantal meldingen van drugshandel neemt toe in de periode 2006 - 2008, vooral in Hoensbroek-De Dem. In deze buurt neemt ook het aantal meldingen van drugsoverlast sterk toe in de periode 2006 - 2008. In Molenberg neemt de perceptie van drugsoverlast (Parkstadmonitor) relatief sterk toe in 2009 ten opzichte van 2007. Dit kan samenhangen met de komst van het nieuwe Domushuis in deze buurt en het verzet dat daartegen bestond onder bewoners: mogelijk dat bewoners daardoor extra alert zijn op drugsoverlast. In Hoensbroek-De Dem en MSP ervaren bewoners de meeste overlast van dealpanden. -
Daarnaast is op buurtniveau is in de veiligheidsanalyse nog het volgende geconstateerd: Hoensbroek-De Dem: opvallend is de omvang van de geregistreerde criminaliteit. Het centrum van Heerlen kent weliswaar meer incidenten per 1.000 inwoners maar Hoensbroek-De Dem ‘scoort’ daarna (veel) hoger dan de andere investeringsbuurten. De genoemde stijging op vermogensdelicten is ook nadrukkelijk aan de orde in HoensbroekDe Dem. Met name op de delicten diefstal uit/vanaf motorvoertuigen, en diefstal (brom) fiets/scooter kent Hoensbroek-De Dem meer incidenten dan de andere buurten. Daarnaast kent Hoensbroek-De Dem consequent een hoog aantal geweldsincidenten.
11
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Vrieheide-De Stack heeft wat betreft slachtofferschap vooral te maken met relatief veel woninginbraak (dit blijkt zowel uit de politieregistratie als uit de Parkstadmonitor). In Heerlerheide-Passart valt vooral de stijging van het aantal woninginbraken en van diefstal (brom)fiets/scooter op; mogelijke oorzaak: in 2008/2009 is versneld gestart met uithuizing van de flats aan de Laurierstraat (drie van de vier flats zijn in 2010 gesloopt). GMS scoort op de meeste indicatoren relatief laag (dus gunstig), behalve op het totaal aantal incidenten (dit kan duiden op een relatief hoge meldingsbereidheid) en op het aantal incidenten van mishandeling. MSP heeft te maken met een forse stijging van het aantal woninginbraken en diefstal (brom)fiets/scooter; het slachtofferschap van geweld en bedreiging is in 2009 het hoogste in MSP. Heerlen Centrum scoort op de meeste indicatoren het ongunstigst van alle buurten (te verklaren vanuit de centrumfunctie in diverse opzichten) maar trekt vooral de aandacht door de gunstige trend op veel indicatoren (met uitzondering van diefstal (brom)fiets/ scooter). Molenberg kent een opvallende stijging van het aantal incidenten diefstal uit/vanaf motorvoertuigen. Op de meeste andere indicatoren doet Molenberg het wat beter dan andere investeringsbuurten.
T.a.v. ‘subjectieve veiligheid/veiligheidsgevoel': - De positieve ontwikkeling ten aanzien van het onveiligheidsgevoel heeft zich na 2007 niet doorgezet. In 2009 is sprake van een minimale stijging (1%) ten opzichte van 2007 (van 40 naar 41 procent). Het onveiligheidsgevoel van de Heerlenaren (41%) ligt ruimschoots boven het landelijk gemiddelde (25%). Dit doet zich op buurtniveau voor in Hoensbroek-De Dem (54%), Vrieheide-De Stack (57%), Heerlerheide-Passart (52%) en MSP (56%). - Het meest onveilig voelen zich de inwoners van Vrieheide-De Stack en MSP. Benchmark Sturen op Veiligheid De uitkomsten van de landelijke Benchmark Sturen op Veiligheid - waaraan Heerlen in 2009 heeft deelgenomen - ondersteunen het beeld dat er op het veiligheidsveld ‘Veilige woon- en leefomgeving’ nog winst te behalen valt voor Heerlen: wat betreft het veiligheidsniveau scoort Heerlen onder het benchmarkgemiddelde op dit veiligheidsveld. Buurtniveau De bevindingen op buurtniveau staan in de onderstaande schema’s beknopt weergegeven. In tabel 2.2 is aangegeven hoe de 19 buurten van Heerlen scoren op belangrijke indicatoren voor veiligheid en leefbaarheid (grijze markering: ondergemiddelde score; zwarte markering: zeer ongunstige score). In tabel 2.3 zijn de conclusies op buurtniveau wat betreft belangrijkste problematiek en urgentie/mate van prioriteit van de buurt opgenomen.
12
buurt algemene kwaliteit van de buurt
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Tabel 2.2. drugsoverlast en daaraan gerelateerde verschijnselen geweldpleging criminaliteit jeugdoverlast crim. totaal subj. veilig heid
Onveiligheidsgevoel
Incidenten alle resultaatgebieden
Slachtofferschap totaal
Incidenten vernieling cq. zaakbeschadiging
Incidenten vandalisme/baldadigheid
Slachtofferschap vernieling
Frequentie inzet politie ivm project overlast jeugd
Incidenten overlast jeugd
Perceptie overlast jongeren
Incidenten diefstal van brom-, snor-, fietsen
Slachtofferschap autodelicten
Incidenten diefstal uit/vanaf motorvoertuigen
Slachtofferschap woninginbraak
Incidenten diefstal uit/inbraak in woning
Incidenten moord, doodslag
Slachtofferschap geweld
Incidenten lichamelijke integriteit
Incidenten mishandeling
Incidenten openlijk geweld (persoon)
Incidenten bezit overige wapens
Incidenten bezit vuurwapens
Perceptie dreiging
Perceptie dronken mensen
Perceptie op straat lastig gevallen worden
Incidenten overlast zwerver
Perceptie overlast dealpanden 07
Perceptie overlast straatprostitutie
Perceptie drugsoverlast
Incidenten drugshandel
Incidenten overlast drugs
Incidenten overlast gestoord persoon
Perceptie verloedering
Perceptie buurtoverlast
Incidenten overlast
Burengerucht (relatieproblemen)
Perceptie algemene kwaliteit woonomgeving
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
buurt
belangrijkste aantastingen van veiligheid en leefbaarheid
categorisering buurten naar aanleiding van uitkomsten * topprioriteit
1
Maria GewandenTerschuren
> drugsoverlast > vermogenscriminaliteit/slachtofferschap > jeugdoverlast
2
Mariarade
-
3
Hoensbroek-De Dem
> > > >
4
Nieuw-Lotbroek
> vermogenscriminaliteit/slachtofferschap > > > > > > >
5
Vrieheide-De Stack
6
Heerlerheide-Passart
7
Heksenberg
-
8
Rennemig-Beersdal Zeswegen-Nieuw Husken GrasbroekMusschemigSchandelen
-
9 10
sociale problematiek/geweldpleging drugsoverlast vermogenscriminaliteit/slachtofferschap jeugdoverlast
sociale problematiek/geweldpleging drugsoverlast vermogenscriminaliteit/slachtofferschap jeugdoverlast sociale problematiek/geweldpleging vermogenscriminaliteit/slachtofferschap jeugdoverlast
prioritair
aandachtsgebieden
●
● ● ● ●
-
●
> geweldpleging > relatief hoge meldingsbereidheid > > > > > > >
sociale problematiek/geweldpleging drugsoverlast vermogenscriminaliteit/slachtofferschap jeugdoverlast drugsoverlast geweldpleging vermogenscriminaliteit
●
11
MeezenbroekSchaesbergv.Palemig
12
Heerlen-Centrum
13
Eikenderveld
> vermogenscriminaliteit/slachtofferschap
●
14
Welten-Benzenrade
> vermogenscriminaliteit/slachtofferschap
●
15
Bekkerveld-Aarveld
-
16
Caumerveld-DouveWeien
-
17
Molenberg
> drugsoverlast
18
Heerlerbaan-Centrum
19
Heerlerbaan-Schil
●
●
Tabel 2.3
* De prioriteitsindeling is een gewogen gemiddelde van de tot 2009 bekende onderzoekscijfers over de in de kolom, “belangrijkste aantastingen van veiligheid en leefbaarheid”, genoemde categorieën.
14
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
De huidige aanpak Beleidskader ■ Meerjarig Bestuurlijk Programma 2011 - 2014 ■ Integrale Veiligheidsnota 2005 - 2009 ■ Begroting Programma Leefomgeving 2011 ■ Afdelingsplan Integrale Veiligheid 2011 ■ Trend analyse Hoensbroekse buurten 2010 Intensiveringen in de huidige aanpak op het veiligheidsveld ‘veilige woon- en leefomgeving‘ zijn: Veiligheidshuis district Heerlen ■ Voert de regie op de uitvoering van de persoonsgerichte aanpak van veelplegers, risico jongeren, huiselijk geweld, notoire overlastveroorzakers en ex-gedetineerden. ■ In 2009 is het Veiligheidshuis verder geborgd, als onderdeel van de organisatieontwikkeling van afdeling Openbare Orde en Veiligheid. Flexteam van de gemeente ■ Het Flexteam richtte zich in eerste instantie hoofdzakelijk op drugscriminaliteit (gebruikers-/dealpanden); nu is de focus verbreed: ook overlast/sociale problematiek (‘probleemhuishoudens’/vervuiling e.d.). ■ Werkt in het kader van de aanpak van drugscriminaliteit onder meer samen met het Doenteam en het Joint Hit Team, beide van de politie. Bureau Handhaving van de gemeente ■ Heerlen kent een volwassen, goed geoutilleerd Bureau Handhaving met zo’n 18 Boa’s, 40 toezichthouders en 42 toezichthouders vanuit het Leerbedrijf; Bureau Handhaving heeft daarnaast de beschikking over een meldkamer incl. beeldschermen voor het ‘uitkijken’ van camerabeelden (zo’n 180 beveiligingscamera’s). ■ De toezichthouders worden zowel in de openbare ruimte (in de buurten, vanuit de buurtteams) als voor gebouwenbewaking en andere projecten ingezet ■ In 2009 is het Bureau Handhaving op een nieuwe manier geborgd binnen de afdeling OOV, als onderdeel van de organisatieontwikkeling van afdeling OOV. Gebiedsgerichte aanpak onveiligheid en overlast in de investeringsbuurten ■ Heerlen-Centrum: voortzetting Hartslag Heerlen, focus op drugsoverlast en ‘veilig stappen’. e ■ Passart: 1 fase GGA 2008. Doorstart brede buurtaanpak 2009-2014 (aangemerkt als 40+ wijk door het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie). Focus ligt op een samenhangende ketenaanpak van sociale-, fysieke- en veiligheidsproblemen en borging van maatregelen/buurtaanpak. ■ Vrieheide-De Stack: focus op veiligheid, leefbaarheid indien daarvoor ruimte ontstaat; accenten zijn: aanpak overlastgevende panden vanuit het flexteam, aanpak veelplegers, hard kernjongeren en huiselijk geweld vanuit het Veiligheidshuis, toezicht en handhaving. ■ MSP: is een van de 40 aandachtswijken van VROM/WWI; maatregelen beschreven in WAP en Charter met het Rijk; uitgewerkt in Plan va Aanpak, uitvoering vanaf 2009; meerjarige aanpak (2008 2011). Speerpunten huiselijk geweld en jeugdoverlast; aandachtlocatie was ETOS-plein (jeugdoverlast). Onderdelen aanpak zijn: extra toezicht en handhaving jeugdoverlast; extra inzet ambulant jongerenwerk; aanpak overlastgevende jeugd vanuit Veiligheidshuis (samen met Alcander, bureau Handhaving, partners in het JPP); investering en aanpak en aanbod rond gevallen van huiselijk geweld.
15
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
■ Hoensbroek-De Dem: 2010: voortzetting huidige veiligheidsaanpak. Onderdelen zijn: aanpak aandachtslocatie is Akerstraat-Noord/Heisterberg (overlastgevende panden en bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit) en toezicht openbare ruimte (zie ook Masterplan Hoensbroek). ■ Maria Gewanden-Terschuren: voortzetting van de in 2010 gestarte integrale aanpak (subbuurt Maria Gewanden), door een landelijk interventieteam gericht op z.g. ‘verwonderadressen’. ■ De inzet op de buurten is probleemgericht en legt wat betreft de problematiek dan ook de juiste accenten. Wat nog ontbreekt is een effectieve onderliggende ‘infrastructuur’ voor de permanente inzet op/bewaking van leefbaarheid en veiligheid in alle buurten van Heerlen. Hierdoor kan eigenlijk niet goed ‘gas teruggenomen worden’. Buurtteams ■ Alle 19 buurten van Heerlen hebben een zgn. buurtteam: een interdisciplinair afstemmings- en samenwerkingsverband met als doelstelling ‘Schoon, Heel en Veilig. Partners zijn gemeentelijke diensten, politie, instellingen, corporaties, bewoners/buurtstichtingen; voorzitter van het buurtteam is de stadsdeelcoördinator van de afdeling Beheer en Onderhoud. ■ Gebiedsregisseurs organiseren primair de ‘bewonersstem’, zijn aanspreekpunt daarvoor. Daarnaast pakken zij buurtproblemen op die het buurtniveau overstijgen of die anderszins een specifieke aanpak vergen die vanuit het buurtteam niet gerealiseerd kan worden (de zgn. ‘hotspot-benadering’). Overlegstructuren ■ Rondom het thema veiligheid bestaan verschillende netwerken/overlegvormen waarin vertegenwoordigers van de afdeling Integrale Veiligheid, politie, welzijnswerk, ondernemers, bewonersorganisaties, brandweer ed. op structurele basis samenwerken aan het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Beheersoverleg AkerstraatNoord, Coffeeshop- overleg Heerlerbaan, Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) Heerlerbaan, Woonomgevingsploeg Passart, Casuïstiekoverleg Passart, Casuïstiekoverleg Vrieheide, Casuïstiekoverleg-sociaal wijkteam Carisven, Buurt Contact Commissie (BCC) Exodushuis, Voortgangsoverleg Zeswegen, Be- heerscommissie De Klomp, Klankbordgroep Veiligheid, Werkgroep Jeugdoverlast MSP, Werkgroep Jeugdoverlast Zeswegen, Werkgroep Jeugdoverlast Molenberg, KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen) Corio Center, KVO ’t Loon, Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU), Overleg Taxistandplaatsen. Bovenstaande opsomming heeft een informatief karakter en is niet als uitputtend bedoeld. Het schetst een beeld van de communicatie tussen Integrale Veiligheid en bewoners, ondernemers ed. over uiteenlopende veiligheidsthema’s. Stedelijk Kompas Heerlen ■ Beleidsplan maatschappelijke opvang 2008 - 2014. Kerndoel: voorkomen/verhelpen van dak- en thuisloosheid door het bieden van huisvesting, dagbesteding, inkomen en zorg. (Opvang)voorzieningen daklozen/verslaafden ■ Dag- en nachtopvang De Klomp ( 35 plekken); wordt beveiligd door het Bureau Handhaving. ■ Pension Mijnzicht, zorgboerderij De Heihof (dagbesteding), RIMO: Zorgpension De Hoeve (35 plekken), Zorgpension Amstenraderweg (13 plekken) en voorzieningen Mondriaan Zorggroep op locatie Kennedylaan etc. ■ Leger des Heils (DNO en Domushuizen). ■ Exodus. Handhavingsbeleid drugs en overige (woon- en buurt)overlast ■ In 2010 zijn door de burgemeester 31 sluitingsprocedures op grond van artikel 13b Opiumwet (o.a. handel in soft- en harddrugs vanuit panden) gevoerd, waarvan 13 binnen de basiseenheid politie 16
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Heerlen-Noord en 18 binnen de basiseenheid Heerlen-Centrum/Zuid. In 22 gevallen is sprake geweest van een feitelijke sluiting. ■ Als gevolg van overlast (art. 174a Gemeentewet) zijn in 2010 door de burgemeester een twintigtal zaken opgestart. ■ Op 1 september 2010 is de z.g. Voetbalwet (wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast) in werking getreden. Deze wet geeft de burgemeester en de officier van justitie de bevoegdheid om bij aanhoudende en ernstige overlast van groepen en individuen een gedragsaanwijzing op te leggen. Deze gedragsaanwijzingen kunnen bestaan uit een gebiedsverbod of en groepsverbod, eventueel gecombineerd met een meldingsplicht. Voor overlastgevende jongeren onder de 12 jaar kan een z.g. avondklok (20:00 - 06:00 uur) worden ingesteld. De WMBVEO is naast (jeugd)groepen ook toepasbaar op hooligans die bij voetbalwedstrijden of andere evenementen de openbare orde verstoren. In begin 2011 worden hiertoe door de afdeling Integrale Veiligheid beleidsregels opgesteld. Bovengenoemde handhavingsinstrumenten, inclusief camerabewaking, noodbevel, noodverordening en preventief fouilleren, worden ook in de komende periode op gepaste wijze ingezet om de overlast aan te pakken en de leefbaarheid in buurten te versterken. ‘Doenteam’ van de politie ■ Ingesteld om Hartslag te borgen c.q. te bewaken dat de drugsoverlast niet weer toeneemt; betreft team van 5 politiemensen (tevens bikers) die zich bovendien op drugsoverlast richten. Werkt nauw samen met Flexteam, Bureau Handhaving, DNO, DOMUS-huizen en VH van de gemeente. Focus ligt op de Heerlense binnenstad. ‘Joint Hit Team’ van de politie ■ Coördineert de aanpak vanuit de politie van (grensoverschrijdende) drugsgerelateerde criminaliteit. ■ Er zijn twee Joint Hit Teams in regio Limburg-Zuid, een die zich richt op Maastricht e.o. en een die zich richt op o.m. Kerkrade en Heerlen. ■ Werkt intensief samen met Flexteam van de gemeente Heerlen. Cameratoezicht ■ Heerlen beschikt in totaal over zo’n 186 statische- en 2 mobiele bewakingscamera’s; de camera’s zijn geïnstalleerd in het centrum, bij dag- en nachtopvang De Klomp, in de stadsdelen Hoensbroek en Heerlerheide. Cameratoezicht vindt ook plaats op de Heerlense bedrijventerreinen (ruim 180 bewakingscamera’s). De betreffende camera’s zijn gekoppeld aan de meldkamer van Bureau Handhaving. ■ Evaluatie cameratoezicht centrum (2008): toegenomen veiligheidsgevoel. Geen afname slachtofferschap criminaliteit, geweld en verbale agressie. Wel daling in bij politie gemelde incidenten, zoals afname overlast drugsverslaafden. In het uitgaansgebied dragen camera’s bij aan vroegsignalering van geweld. ■ Evaluatie cameratoezicht De Klomp (2008): toegenomen veiligheidsgevoel. Afname slachtofferschap criminaliteit, geweld en verbale agressie. Geen daling in bij politie gemelde incidenten/ misdrijven (met name geweldpleging); betreft echter camera-effect. Er wordt meer gesignaleerd; afname overlast drugsverslaafden. ■ Evaluatie cameratoezicht Hoensbroek/Heerlerheide (2008): toegenomen veiligheidsgevoel. Criminaliteit niet significant gedaald. Er is sprake van afname van overlast van drugsverslaafden. ■ Camera’s zijn effectief voor veiligheidsgevoel van de burger en de aanpak van drugsgerelateerde overlast (handel en gebruik van verdovende middelen) op straat en vanuit panden. Daarnaast hebben camera’s ook een belangrijke betekenis bij andere vormen van overlast en criminaliteit. Hierbij valt te denken aan jeugdoverlast, uitgaansoverlast, overlast bij evenementen, geweld op straat, winkeloverval e.d. Camera’s zijn een belangrijk hulpmiddel bij het opsporen van dader(s). 17
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
■ Medio 2011 wordt een visie document opgesteld over cameratoezicht. In welke mate resulteren (meer) camera’s in meer veiligheid? Voldoet het huidige cameratoezicht systeem - in technologisch opzicht - aan onze toekomstverwachtingen. Deze onderwerpen komen ondermeer aan de orde bij de strategische bezinning over de toekomst van cameratoezicht. In de visie worden diverse opties onderzocht en besproken teneinde cameratoezicht nog efficiënter en nog doelmatiger in te zetten. Wijkagenten/gebiedsgebonden politiezorg ■ De twee politiebasiseenheden binnen de gemeente beschikken in totaal over 21 wijkagenten. Hierdoor zijn een goede informatiepositie en wisselwerking met de 19 buurten/buurtorganisaties mogelijk. Aanpak huiselijk geweld ■ Beleidskader: Nota Aanpak Huiselijk geweld 2008/2009, Convenant aanpak huiselijk geweld (2004), Convenant Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling Zuid-Limburg (2009). ■ Maatregelen/interventies: Steunpunt Huiselijk Geweld, aanpak vanuit Veiligheidshuis, slachtoffer- en daderhulpverlening, vrouwenopvang incl. doorstroomhuizen, Wet tijdelijk huisverbod (sinds 1-1-2009 48 maal opgelegd en 36 maal verlengd), extra inzet op voorkoming recidive huiselijk geweld, alarmsysteem ‘Aware’ (persoonlijk alarmsysteem voor vrouwen die bijvoorbeeld gestalkt worden). Aandachtspunten/mogelijke verbeterpunten in de aanpak op dit veiligheidsveld die de veiligheidsanalyse aan het licht heeft gebracht, zijn: -
-
-
-
-
-
Doorontwikkeling van de infrastructuur op buurtniveau: nadrukkelijk kiezen voor een uniforme basis in elke buurt; aangevuld met eventuele ‘plus-aanpak’ in probleemcumulatiegebieden: vast palet van betrokken partijen, formats voor wijkactieplan en planning en control, borging status en slagkracht van de buurtteams in de beleidsvoering. Verzwaring van het preventieve aspect in de aanpak van het veld ‘veilige woon- en leefomgeving’. Om te beginnen via ‘kleine’ maar solide en betrouwbare aanwezigheid in alle buurten (ook indien er geen belangrijke veiligheids- en leefbaarheidsproblemen zijn). Borging van buurtteam ‘nieuwe stijl’ als schakelpunt tussen het preventieve repertoire enerzijds en het repressieve en interventierepertoire anderzijds. Zodoende de juiste ‘sfeer’ creëren, speelruimte als het ware, waarbinnen bewoners zich geroepen voelen ‘uit eigen beweging’ te participeren; dus: ‘verleiden’ en ‘prikkelen’, ruimte organiseren, verantwoordelijkheid geven (activeren; benutting van het sociaal vermogen). Reflectie op rol/positionering van het Veiligheidshuis en het Flexteam binnen de buurtleefbaarheidsbenadering; voor de hand ligt het dat de interventie-instrumenten mede beschikbaar zijn voor buurtteams en op hun verzoek kunnen worden ingezet door Veiligheidshuis/Flexteam (vooral in zogenaamde ‘plusbuurten’). Naast deze ‘buurtfunctie’ hebben Veiligheidshuis en Flexteam een stedelijke focus, bewaken en ontwikkelen zij de scherpte van de interventie-instrumenten. Regie over de beleidsvoering rond veiligheidsitems ligt bij ‘beleidsdeel’ van de afdeling Integrale Veiligheid; Reflectie op rol/positionering van Bureau Handhaving in de buurtleefbaarheidsbenadering. Toezicht in openbare ruimte vormt een vast en onmisbaar ingrediënt van de aanpak, zowel in ‘niet prioritaire’ als ‘plusbuurten’; vanwege de onvermijdelijke schaarste kan overwogen worden met een productenboek te werken; daarin staat het aanbod van het bureau zorgvuldig omschreven, inclusief randvoorwaarden, beperkingen en keuzes; aan de hand van een productenboek kunnen interne klanten hun wensen articuleren en daarover controleerbare afspraken maken. Heerlen beschikt naast de toezichthouders en bewakingscamera’s ook nog over 21 wijkagenten een niet te onderschatten toezichts potentieel. Voor een optimale benutting van/synergie tussen deze instrumenten is zicht op de wisselwerking nodig. Te overwegen valt een daarop gerichte 18
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
analyse uit te voeren; op basis van de uitkomsten daarvan kunnen stappen gezet worden in de verdere optimalisering van de toepassingsvorm en -omvang van de respectievelijke instrumenten (zoals bijvoorbeeld de procedures/protocollen rond de bewakingscamera’s).
2.2
Bedrijvigheid en veiligheid
Binnen dit veiligheidsveld kunnen vier deelthema’s onderscheiden worden, namelijk: veilig winkelgebied, veilige bedrijventerreinen, veilig uitgaan en veilige evenementen. Er is in het overzicht geen onderscheid gemaakt tussen de diverse bedrijventerreinen. Tabel 2.4. Overzicht meldingen bedrijfscriminaliteit, horecaoverlast en openlijk geweld.
onderwerp
bron
meldingen winkeldiefstal meldingen inbraak winkel meldingen inbraken/diefstal uit bedrijven en instellingen meldingen geluidsoverlast horeca meldingen openlijk geweld tegen personen
Politie Politie Politie Politie Politie
2005
2006
2007
2008
2009
302 18
258 33
384 35
354
630
662
464
312
56
48
20
66
49
58
45
De belangrijkste bevindingen ten aanzien van genoemde deelthema’s zijn: T.a.v. ‘veilig winkelgebied’: - Sprake is van een relatieve sterke toename van het aantal winkeldiefstallen (2007 t.o.v. 2008) Deze stijging doet zich hoofdzakelijk voor in Heerlen-Centrum. In het centrumgebied is ook sprake van een relatief sterke toename van het aantal inbraken in winkels in de periode 2006 - 2008. - Ook het aantal incidenten jeugdoverlast, baldadigheid e.d. neemt toe in het centrumgebied. - Mogelijke beleidsversterkingen zijn: Verkenning of een Keurmerk Veilig Ondernemen-Winkelgebied voor het gehele centrumgebied haalbaar is. De nu gerealiseerde of in ontwikkeling zijnde KVO’s zouden anders enclaves van veiligheid kunnen worden. Een grootschaliger aanpak biedt meer synergiemogelijkheden. Een omvattender aanpak lijkt ook nodig gezien toename enkele soorten delicten in centrumgebied (o.m. overlast en winkeldiefstal). Verkennen of een ‘integraal centrumkeurmerk’ (KVO-Binnenstad) wenselijk en haalbaar is voor Heerlen. De veiligheidseffecten van de diverse voorzieningen in het centrumgebied lopen in elkaar over. Een integrale benadering biedt mogelijk extra ‘schaalvoordeel’. Verkennen welke toezichtsmodaliteiten nu operationeel zijn in het Centrum (publiek en privaat toezicht, camera’s), welke wisselwerking daartussen is en welke synergie-/efficiencywinst er te behalen valt door deze wisselwerking op onderdelen bij te sturen. T.a.v. ‘veilige bedrijventerreinen’: - Afname bedrijfsinbraken op bedrijventerreinen. - Mogelijke beleidsversterkingen zijn: Verkennen wenselijkheid uitbreiding (mobiel)cameratoezicht. T.a.v. ‘veilig uitgaan’: - Uitgaansoverlast en -geweld zijn wat betreft aard en omvang redelijk stabiel in Heerlen-Centrum. Wel is een toename van het aantal gevallen van openlijk geweld. Deze stijging doet zich echter met name voor in Hoensbroek.
19
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
-
Cameratoezicht heeft een beperkt preventief effect op geweldsincidenten waarin alcohol en/of druggebruik in het spel is maar stelt politie en partners wel in staat tot vroegsignalering van geweldsincidenten.
-
Mogelijke beleidsversterkingen zijn: Doorontwikkeling van systematiek KVU/Horecaconvenant plus checklist. Is nu tamelijk statisch. Dit komt innovaties van maatregelen en de regie op nakoming van afspraken niet ten goede. Herinvoering portiersoverleg. Verkennen of, en zo ja: hoe de procedures rond het cameratoezicht nader toegesneden kunnen worden op toepassing op uitgaansavonden: de meerwaarde in het kader van ‘veilig stappen’ is nu evident. Nagaan welke toezichtsmodaliteiten (incl. cameratoezicht) er momenteel in gebruik zijn, welke nog niet en welke innovaties (inzet nieuwe toezichtsvormen, verbetering wisselwerking) er mogelijk zijn. Verkennen of een ‘integraal centrumkeurmerk’ (KVO-Binnenstad) wenselijk en haalbaar is voor Heerlen.
T.a.v. ‘veilige evenementen’: - Het aantal incidenten rond evenementen is beperkt en vertoont geen significante ontwikkeling. - Verbetering is mogelijk wat betreft proactie en preparatie. De vormgeving van de procedures is soms niet in overeenstemming met geformuleerde kwaliteitscriteria (bijvoorbeeld wat betreft doorlooptijden/tijdigheid). Ook worden voorhanden zijnde instrumenten voor de borging en toetsing van het veiligheidsaspect (zoals het Veiligheidsboek Evenementen) niet optimaal benut. Benchmark Sturen op Veiligheid De uitkomsten van de Benchmark Sturen op Veiligheid laten zien dat Heerlen het op dit veiligheidsveld (Bedrijvigheid en Veiligheid) relatief wat beter doet maar dat er ook op dit veiligheidsveld nog wel verbetering mogelijk is. De veiligheidsscore ligt onder het gemiddelde van de benchmark. Met name het aantal winkeldiefstallen en bedrijfsinbraken ligt relatief hoog in Heerlen.
2.3
Jeugd en veiligheid
Belangrijke thema’s binnen dit veiligheidsveld zijn overlastgevende jeugd, harde kern/individuele probleemjongeren, 12-minners, alcohol en drugs en veilig in en om de school. In de veiligheidsanalyse is uitgegaan van een driedeling: problematische jeugd (overlast, harde kern, 12-minners), alcohol en drugs en veilig in en om de school. Tabel 2.5. Overzicht meldingen jeugd etc. 200 6
2007
2008
200 9
2010
Politie Politie
11
11
11
11
9
20
24
22
20
18
Bureau Halt Politie Politie Parkstadmonitor
173 22 569
216 19 742
157 25 847
198 18 698
144 12 617
Onderwerp *
bron
meldingen overlast jeugd (per 1.000 inwoners) meldingen vernieling/zaakbeschadiging (per 1.000 inwoners) verwijzingen Halt aantal minderjarige verdachten 0-11 jaar aantal minderjarige verdachten 12-17 jaar perceptie overlast groepen jongeren (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt) regelmatig alcoholgebruik jongeren slachtofferschap criminaliteit onder jongeren
200 5
Parkstadmonitor Parkstadmonitor
20
23
18
17
54 35
49 31
44 31
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
De belangrijkste bevindingen ten aanzien van genoemde deelthema’s zijn: T.a.v. ‘problematische jeugdgroepen en individuele probleemjongeren’: - De door bewoners ervaren overlast van jeugd(groepen) daalde in de periode 2005-2007 vrij sterk (percentage bewoners dat vaak overlast ervaart daalde) van 23 naar 18. In 2009 is sprake van een kleine daling (van 18% naar 17%) ten opzichte van 2007. Het aantal bij de politie gemelde incidenten van overlast blijft gelijk in de periode 2006 – 2009 maar daalt in 2010. - Op buurtniveau steeg de ‘ervaren’ overlast van jongeren in 2009 met name in Vrieheide-De Stack en MSP. Deze buurten kennen in 2009 de hoogste ervaren overlast. Een sterke daling deed zich voor in Heerlerheide-Passart, Hoensbroek-De Dem en Molenberg. - Het aantal meldingen van vernieling is afgenomen in dezelfde periode. Ook het slachtofferschap van vernieling (enquêtegegevens) daalde zowel in 2009 als in 2010. - Aan de andere kant stijgt het aantal minderjarige verdachten (0-18 jaar) in de periode 2006-2008, nl. van 591 naar 872. In 2009 ziet men vervolgens een daling naar 716 en in 2010 daalt het aantal minderjarige verdachte (0-18 jaar) naar 629. Het aantal overlastgevende jeugdgroepen stijgt in de periode en was er in 2007 sprake van één criminele jeugdgroep (dit komt overigens niet meer voor in de inventarisatie van 2008 en 2009). - Accenten in de huidige aanpak zijn: Jeugdpreventie Platform (JPP). Een stedelijk coördinatieoverleg voor vroegsignalering en vroeg interventie van problematische jongeren, dat deel uitmaakt van de ketenaanpak van jongeren binnen het Veiligheidshuis. Veiligheidshuis district Heerlen. Voert regie op de uitvoering van de persoonsgerichte aanpak van veelplegers, notoire overlastveroorzakers, huiselijk geweld en ex-gedetineerden. Inventarisatie problematische jeugdgroepen. (zie conceptrapport aanpak jongerenoverlast). Visienota jongerenwerk Alcander (2008). Bevat de visie van Welzijn op het preventieve jongerenwerk. Doelgroep is alle 0-23-jarigen. Kerngroep is de 10 tot 18-jarigen. Gericht op preventief jongerenwerk door middel van activiteitenprogramma’s. -
Mogelijke beleidsversterkingen: Ontwikkeling beleidsvisie en toepassing van landelijke methodiek ‘Aanpak problematische jeugdgroepen’, zoals beschreven in het Heerlense conceptrapport aanpak jongerenoverlast. Op basis daarvan versterking regievoering. Koppeling regievoering jeugdoverlast aan integrale regie (beleidsvoering) jeugdbeleid. De regie op de jeugdoverlast ligt bij de afdeling Integrale Veiligheid. De integrale beleidsvoering ten aanzien van het jeugdbeleid ligt bij Welzijn. Door het (nog) ontbreken van een beschreven plan van aanpak ontbreekt zicht op de synergie van preventieve maatregelen aan de ene kant en interventies door de afdeling Integrale Veiligheid/Veiligheidshuis aan de andere kant. Aangezien bij de aanpak van/zorg voor probleemjeugd integraliteit essentieel is, is koppeling van de perspectieven en maatregelen vanuit de diverse schakels zeker van belang. Een nieuwe nota integraal jeugdbeleid is voorzien in 2011. Benutting van de dwarsverbanden met bredere buurtleefbaarheidsaanpak (zie ook hiervoor in hoofdstuk 1). Een goed functionerende buurtinfrastructuur heeft mede een preventief potentieel, zeker voor type 1- en 2-groepen (hinderlijk, overlastgevend). Dit effect lijkt zich in Passart te hebben voorgedaan, en zou in Vrieheide-De Stack en MSP ook kunnen gaan optreden. Een mogelijkheid is, zoals al aangeduid, dat overleg (in welke vorm ook) regulier onderdeel vormt van de eveneens reguliere buurtteam inzet op het item jeugd. Voortzetting van de overlastoverleggen op uitvoeringsniveau tussen de medewerkers van de betrokken organisaties. Reflectie op de relatie van de aanpak door de afdeling Integrale Veiligheid/Veiligheidshuis/ Politie en Openbaar Ministerie van type 2 en 3 groepen (overlastgevende en criminele) met de 21
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
bredere meersporen aanpak/beleidsvoering rond jeugd. Dit is echter een vanzelfsprekend onderdeel van methodiekontwikkeling ten aanzien van jeugdoverlast (zie hierboven). Benchmark Sturen op Veiligheid De uitkomsten van de Benchmark Sturen op Veiligheid ondersteunen het beeld dat er binnen het veiligheidsveld ‘Jeugd en Veiligheid’ verbetering mogelijk is. Met name wat betreft de jeugdcriminaliteit. De veiligheidsscore op dit veiligheidsveld ligt ver onder het gemiddelde van de benchmark, en dit komt voornamelijk door het relatief grote aantal minderjarige verdachten. Ook laat de benchmark zien dat de infrastructuur op dit veiligheidsveld zowel intern als extern verbetering behoeft.
T.a.v. ‘alcohol en drugs’: - Mogelijke beleidsversterkingen: Verdere uitwerking van de aanpak in het gezondheidsbeleid, met dwarsverbanden naar ander beleid (zoals integraal jeugdbeleid). In vervolg daarop: bewaken en eventueel verbeteren van de borging van de aanpak in de gemeentelijke organisatie. Reflectie op de dwarsverbanden met de aanpak/beleidsvoering rond Veilig Uitgaan (KVU/ Horecaconvenant). Aandachtspunten daarbij zijn onder meer de naleving door ondernemers van gemaakte afspraken over schenkgedrag, voorlichting over alcohol en druggebruik. Nagaan in welke opzichten intensivering van de voorlichting over alcohol en druggebruik op instellingen BO en VO wenselijk is, eventueel als onderdeel van de verdere uitrol van schoolveiligheidsplannen. Evaluatie Softdrugsbeleid. Algemeen geldt dat beleidsfocus voor dit item in de Heerlense situatie opportuun is. Een relatief grote groep bewoners geldt als sociaal kwetsbaar, en van alcohol- en druggerelateerde problematiek is bekend dat er een oorzakelijk verband met ‘gebruiken’ binnen het gezin kan zijn. T.a.v. ‘veilig in en om de school’: - Accenten in de huidige aanpak zijn: Handboek Veilig in en om de school (2007). Is stramien voor de afzonderlijke integrale veiligheidsarrangementen. Werd gesubsidieerd uit GSB-middelen. Als onderdeel van de Lokale Educatieve Agenda (LEA) wordt binnen de werkgroep: Veilig in en om school (VIOS) gewerkt aan schoolveiligheidsplannen met onderwijsbesturen, GGD (Halt en schoolslag) en cluster onderwijs en jeugdbeleid van de gemeente Heerlen . Integrale Veiligheidsarrangementen t/m 2009. Doelstelling MBP 2007: acht integrale veiligheidsarrangementen eind 2009: sociale weerbaarheid, verkeersveiligheid, pesten/cyberpesten, voorkoming overlast, alcohol en drugs, loverboys; voor BO en VO. Eind 2009 zijn 19 arrangementen met 14 scholen vastgesteld. Modelconvenant plus checklist Veilige basisschool 2009; opgesteld door Provincie Limburg. Convenantpartners zijn gemeente, scholen, politie en bureau Halt. Convenant Veiligheid op school krijgt voorrang voor VWO en MBO. -
Mogelijke beleidsversterkingen: Borging van de voortzetting/uitrol van veiligheidsarrangementen BO en VO, eventueel in afgeslankte vorm zoals geschematiseerd in het convenant Veilige Basisschool 2009. Voortzetting is onzeker door het aflopen (eind 2009) van de GSB III-termijn; argumenten waarom toch: o Onderwijsinstellingen, in het bijzonder instellingen in het VO, vormen knooppunten in de signalering en zorgverlening op diverse sociale, medische en veiligheidsaspecten bij opgroeiende kinderen. 22
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Heerlen kent een sociaal kwetsbare bevolking; vaak is sprake van intergenerationele problematiek. Als onderdeel van de aanscherping van de integrale regie/formulering van integraal jeugdbeleid: inbedding van de aanpak in integraal jeugdbeleid. Het gestructureerd investeren in het verhogen van het risicobewustzijn en daaruit voortvloeiende risicogewaarwording ten aanzien van brandveilig kleven en veilig deelnemen aan het verkeer.
o
2.4
Fysieke veiligheid
Binnen dit veiligheidsveld kunnen vier deelthema’s onderscheiden worden, namelijk: verkeersveiligheid, brandveiligheid, externe veiligheid (risico’s rond gevaarlijke stoffen) en voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing. De belangrijkste bevindingen ten aanzien van de genoemde deelthema’s zijn: T.a.v. ‘verkeersveiligheid’: - Doelstelling kadernota IVB 2005 - 2009: verdere afname van aantal verkeersslachtoffers. Deze doelstelling is gehaald. Het aantal ongevallen met letselschade is in de periode 2006 - 2008 met 10% afgenomen. De daling in het aantal ongevallen met enkel materiële schade wordt mede veroorzaakt door een minder goede registratie van dit type ongevallen. - Accenten huidige aanpak: Beleidskader: Verkeersveiligheidsplan (1997), Mobiliteitsprogramma 2009 - 2010 incl. Netwerkanalyse, Kadernota integrale veiligheid 2005 - 2009 (verkeersveiligheid vormt hierin een van de prioriteiten. Ingezet is op vermindering ongevallen, agressief verkeersgedrag en geluidsoverlast verkeer), Regionaal Verkeers- en Vervoersplan 2007 (RVVP). Inzet vanuit programma ruimtelijke ontwikkeling/Mobiliteit: ontwikkelen en uitvoeren van maatregelen voor verkeersveiligheid op basis van Mobiliteitsprogramma en het RVVP. Betreft o.m. VEBO en VEVO; voor woongebied worden maatregelen ontwikkeld vanuit concept ‘Duurzaam veilig’. Accenten politie-inzet i.c. Verkeershandhavingsteam Limburg-Zuid: verkeersveiligheid is een van de prioriteiten van het politiedistrict Heerlen. Doel is verhoging van zowel subjectieve als objectieve verkeersveiligheid en vermindering van agressief verkeersgedrag en verkeersoverlast. - Mogelijke beleidsversterkingen: Actualiseren verkeersveiligheidsplan. Hierin de diverse acties die m.n. vanuit RVVP en Mobiliteitsprogramma ten aanzien van verkeersveiligheid worden ondernomen, bundelen. Coherente visie op verkeersveiligheid in Verkeersveiligheidsplan opnemen. Bij ontwikkeling visie en maatregelen samenhang met aanpak rond de buurtleefbaarheidsaanpak (zie ook hoofdstuk 1 van deze rapportage) bewaken. Bewaken en waar nodig versterken van informatiepositie ten aanzien van hotspots van verkeersonveiligheid (zowel subjectief als objectief). Gestructureerd uitwisselen van deze informatie met de politie. T.a.v. ‘brandveiligheid’: - Proactie/preventie: Risicovolle objecten zijn geïnventariseerd. Binnen pro-actie zijn er risicovolle opjecten die risico’s genereren, maar ook objecten die risico’s kunnen ontvangen. Het is nuttig om beide zaken te inventariseren en er maatwerkbeleid voor op te stellen.
23
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
-
Verlening van gebruiksvergunningen is op orde (100% minus vergunningen in procedure). Heerlen kent al geruime tijd geen achterstanden in verleende gebruiksvergunningen of momenteel afhandeling gebruiksmeldingen. Met betrekking tot controles vergunningen. Objecten waar gebruiksvoorschriften goed blijken te worden nageleefd, worden minder frequent gecontroleerd. Dit levert bij goed naleefgedrag een vermindering van de controledruk op en bij slecht naleefgedrag een toename. Geschat wordt dat van gemiddeld een controle per gebruiksvergunning/melding per jaar dit kan stijgen naar gemiddeld een controle per 1,5 jaar. Naast de ‘gewone’ controles vindt op projectmatige basis controle plaats (zoals de Carnavalscontroles). Controles van horeca/nachthoreca en evenementen vinden integraal plaats, met deelname van (milieu)politie, Flexteam, brandweer en Bureau Toezicht en handhaving BWM van de afdeling Integrale Veiligheid. Deze integrale teams controleren regelmatig diverse horecabedrijven. Voorlichtingswerkzaamheden worden uitgevoerd conform het jaarlijks opgesteld voorlichtingsplan en richt zich op het vergroten van risicobewustzijn van doelgroepen. Met name in Keurmerk Veilig Ondernemen-trajecten is het mogelijk met op de betrokkenen gerichte voorlichting het risicobewustzijn te verhogen. Dit uit zich met name in een grotere bereidheid tot treffen van voorzieningen of doorvoeren van maatregelen. De brandweer wordt in het algemeen tijdig en voldoende betrokken bij ruimtelijke planvorming en milieuprocedures. Hierdoor kan de brandweer in principe gestalte geven aan proactieve taak. Advisering op de ruimtelijke planvorming kan uitgebreid worden door brandweeradviezen op bluswatervoorziening en bereikbaarheid binnen RO-plannen en op objectniveau uit te brengen. Dit advies heeft dan betrekking op alle ruimtelijke plannen.
Preparatie/repressie: De brandweer kent voor de gemeente Heerlen 202 aanvalsplannen, 5 multidisciplinaire coördinatieplannen (regionaal model voor LPG-tankstations) en twee rampbestrijdingsplannen (tevens LPG stations). Het voornemen bestaat om een Regionaal Plan LPG-stations op te stellen. Dekkingsgraad repressie in dag- en nachtsituatie is 99%; komt mede door relatief omvangrijke beschikbare beroepsformatie voor dag- en 24-uursdienst. Door landelijk gewijzigd beleid van waterleidingmaatschappijen is er sprake van een overgang van ‘vermaasd’- naar een eindnet; dit is goed voor de waterkwaliteit maar slecht voor de beschikbare capaciteit van bluswater. Met name voor deze regio en de gemeente Heerlen omdat er nauwelijks open water (alternatieven) beschikbaar zijn. De gemeente heeft inmiddels een goed beeld van de knelpunten, volgens de norm en richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR), en is gestart met een Traject Verbetering Bluswatervoorziening (met afdelingen IV en SPO). Veel inzet is gemoeid met automatische brandmeldingen (van de 1250 uitrukken zo’n 625). Het gaat daarbij echter slechts in plm. 5% van de meldingen daadwerkelijk om brand. Zo’n 2 maal per jaar is er sprake van ‘grote brand’. Bij ‘buitenbranden’ gaat het relatief vaak om brandstichting/vandalisme. Door de demografische krimp en daardoor toenemende leegstand verandert het risicoprofiel voor de brandweer; in leegstaande panden is het risico van brand groter; brandweer is hierover in bespreking met gemeenten, corporaties; opties zijn herbestemming en sloop. Opleiden en oefenen: wordt uitgevoerd conform jaarlijks vastgesteld jaarplan. Voor het jaarplan geldt als uitgangspunt de landelijke Leidraad Oefenen.
24
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Evaluatie van incidenten. Vanaf middelgrote incidenten wordt een evaluatie gemaakt, zowel van de effectiviteit van de repressieve inzet als de invloed van preventieve en preparatieve maatregelen. Mogelijke beleidsversterkingen: Nader analyseren welke uitdagingen toenemende leegstand impliceert en welke oplossingsrichtingen er zijn, mede in combinatie met de dilemma’s/uitdagingen die zich op de andere veiligheidsvelden voordoen (mogelijke herbestemming lege panden is bijvoorbeeld beschikbaar stellen voor participatiedoeleinden - veiligheidsveld 1/Veilige en leefbare buurten), kleinschalige evenementen, alternatieve werkplaatsen/ateliers, e.d., vanuit oogmerk van belang van sociale betrokkenheid/activering). NB: demografische krimp leidt tot perioden van leegstand van woningen, scholen en bedrijven. Leegstand betekent een verhoogd risico voor brand. Voor woningen zijn inmiddels ‘versnelde’ sloopprogramma’s, bedrijventerreinen zijn en worden opgeknapt; scholen zijn nog wat minder in beeld. Nader analyseren welke uitdagingen de afnemende bereidheid voor vrijwillige brandweer in combinatie met afnemend brandweerbudget door krimp. ‘Interactie’ is daarbij een belangrijk concept, zowel intern (personeel dat zowel preventieve als repressieve taken heeft) als extern (meer met parttimers werken, meer investeren in voorlichting). Nader analyseren tot welke dilemma’s de afspraken met contractgemeenten leiden c.q. welke taken daardoor onvoldoende gestalte krijgen, welke veiligheidsrisico’s dit impliceert en welke oplossingsrichtingen er zijn. Met voorrang de procedurele gevolgen van de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit borgen in de gemeentelijke organisatie (zodat de brandweer geen meerwerk heeft aan betreffende procedures). Borging van solide betrokkenheid van de brandweer bij borging van de veiligheid van evenementen (zowel in de vergunningfase als in de uitvoeringsfase). Nader analyseren wat de gevolgen zijn van de toename van kleinschalige zorgverlening aan individuele zorgbehoevenden. Enerzijds is het een goede ontwikkeling dat zorg op kleine schaal wordt aangeboden, anderzijds zie je een toename van minder en niet zelfredzame personen in ‘gewone’ woningen. Deze kunnen zich bij brand niet zelf redden met als gevolg een grotere kans op slachtoffers. Er wordt ook nog veel voor de doelgroep ouderen gebouwd zonder rekening te houden dat met een periode van 10 - 20 jaar deze groep voor een groot deel ook uit minder of niet zelfredzame personen bestaat.
-
T.a.v. ‘externe veiligheid’: - Beleid: Voor de Beleidsvisie Externe Veiligheid cf. BEVI (over de omgang met de referentiewaarde voor het groepsrisico en compenserende maatregelen bij veranderend groepsrisico) is in 2008 een provinciale blauwdruk beschikbaar gekomen. Deze wordt momenteel op onderdelen aangepast/gedetailleerd voor de Heerlense situatie. - Risico-inventarisatie en -analyse: De cf. het Registratiebesluit 2007 verplichte inventarisatie van risicovolle situaties heeft plaatsgevonden. Binnen de gemeentegrens zijn 30 BEVI-inrichtingen aanwezig. Voor 1 inrichting is vergunningverlening voor uitbreiding gaande. Hierdoor zal een nieuwe BRZO-inrichting ontstaan. - Vergunningverlening: De milieuvergunningen van de LPG-tankstations moeten procedureel nog worden aangepast. Overige vergunningen externe veiligheid zijn op orde en actueel. - Toezicht en handhaving: Het Bureau Toezicht en Handhaving BWM, dat de handhaving van EV-bedrijven programmeert en coördineert, maakt sinds 1 juli 2009 onderdeel uit de afdeling Integrale Veiligheid. 25
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
-
-
-
-
-
Voor de programmering van de handhaving werkt de gemeente met de bedrijfsindeling die begin jaren ‘90 is vastgesteld (vier categorieën milieubedrijven). Jaarlijks worden de werkzaamheden beschreven in zgn. ‘jaarschijven’ van het Milieuprogramma Toezicht en Handhaving Bedrijven. Naast de indeling in vier categorieën bedrijven is daarbij de zgn. ‘ploflijst’ van verhoogd risicobedrijven van belang. Bij de controle en handhaving van BRZO-bedrijven waarvoor de gemeente het bevoegd gezag is, werkt de gemeente samen met de provincie (provinciaal Inspectieprogramma BRZO 2007 - 2011).
Saneringen: Alle urgente saneringen zijn uitgevoerd, niet-urgente saneringen (2010) zijn in uitvoering. Doorvertaling EV in RO: Vindt nu nog niet structureel plaats. Beoogd wordt een vaste EV-paragraaf bij nieuwe ruimtelijke plannen. Daarnaast zal een plan van aanpak worden opgesteld voor het actueel houden van bestemmingsplannen voor wat betreft de EV-risico’s. Vervoer gevaarlijke stoffen: De ontwikkelingen inzake het Basisnet worden gevolgd door betrokken afdelingen. Wat betreft routering: de Rijksoverheid wil een aantal snelwegen aanwijzen waarover het vervoer van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk moet plaatsvinden. Risicocommunicatie: Risicocommunicatie met bewoners is in ontwikkeling. Er wordt gecommuniceerd via onder meer de risicokaart en een speciale site: www.heerlen-veiligheid.nl . De binnen de afdeling Integrale Veiligheid aanwezige communicatie-expertise wordt ingezet voor de risicocommunicatie. Organisatie/coördinatie en afstemming: Er is regelmatig afstemming over EV tussen de disciplines milieu/EV, RO en voorbereiding op rampenbestrijding/brandweer maar dit zou intensiever kunnen/beter geborgd kunnen worden. Door de brandweer wordt vooral gezocht naar de overlegmomenten die zich zo vroeg mogelijk in het planvormingsproces afspelen. Denk daarbij aan stadsontwikkeling, structuurvisie, etc. De integratie van Bureau Toezicht en Handhaving BWM in de afdeling Integrale Veiligheid (per 1 juli 2009) is uit oogpunt van borging van de integraliteit een goede stap, aangezien ook de gemeentelijke coördinatie rampenbestrijding bij de afdeling Integrale Veiligheid is ondergebracht. De Wet veiligheidsregio’s (Wvr) stuurt aan op een regionale gemeentelijke organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Dit proces verloopt moeizaam in Zuid-Limburg. Mogelijke beleidsversterkingen: Beleid. Conform BEVI/BEVB: formuleren vaststellen van de Beleidsvisie Externe Veiligheid en op die manier beleidsmatig borgen van de relatie tussen milieu, ruimtelijke ordening en voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing. In de nabije toekomst dient het BTEV ook gevolgd te worden. Risico-inventarisatie en -analyse. Uitvoering QRA’s van inrichtingen/risico’s ten aanzien waarvan dat wettelijk verplicht is maar momenteel nog niet gerealiseerd. Vergunningverlening. Vergunningen LPG-tankstations op orde brengen. Doorvertaling EV in RO: Consequente doorvertaling risico’s in ruimtelijke plannen. Vervoer gevaarlijke stoffen. Bijzondere aandacht voor de ‘EV-factor’ bij de ontwikkeling van het Maankwartier/stationsgebied. Risicocommunicatie. Verdere structurering/versterking van de risicocommunicatie met bewoners (gericht op het verhogen van het (brand)risicobewustzijn van de burger) Organisatie/coördinatie en afstemming. Verdere borging van de beleidsmatige en operationele afstemming over EV tussen de disciplines RO, milieu/externe veiligheid en rampenbestrijding 26
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
ofwel de afdelingen Stadsplanning (beleid t.a.v. EV en RO), Publiekszaken (vergunningverlening EV), brandweer en IV (controle en handhaving EV en coördinatie rampenbestrijding). T.a.v. ‘voorbereiding op rampenbestrijding’: - Rampen- en crisisorganisatie: Heerlen heeft de beschikking over een omvangrijke crisisorganisatie van zo’n 150 medewerkers. Er is een groot verloop van medewerkers. Investeren in kwaliteit is hierdoor lastig. Rol in de crisisorganisatie is nog niet opgenomen in de functieomschrijving van medewerkers. Er vindt (nog) geen expliciete sturing vanuit het management plaats. Er is sprake van een te grote vrijblijvendheid. A.g.v. de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) wordt de crisisorganisatie in Heerlen op onderdelen aangepast. Het gaat hier met name om de bezetting van het team bevolkingszorg (voorheen gemeentelijk managementteam) en de invoering van informatiemanagement. - Planvorming: Het gemeentelijk rampenbestrijdingsplan voldoet aan de vereisten. Plan en deelplannen zijn actueel. Verantwoordelijk voor de actualiteit van de deelplannen zijn de procesverantwoordelijken. Heerlen beschikt over twee rampenbestrijdingsplannen (RBP) en 5 multidisciplinaire coördinatieplannen (MCP), allen voor LPG-tankstations. Komende jaar is actualisatie noodzakelijk. Opleiding, training en oefening van GBT, GMT, procesmedewerkers: Heerlen kent 13 deelprocessen. Gemiddeld worden zo’n vijf processen per jaar beoefend. Heerlen is zelf verantwoordelijk voor het opleiden/trainen en oefenen (OTO) van de rampenorganisatie. Een regionale werkgroep OTO bestaande uit 4 AOV’ers (waaronder Heerlen) heeft een monodisciplinair opleidingsprogramma opgesteld. Voor alle gemeentelijke onderdelen binnen de rampenorganisatie kunnen gemeenten OTO-producten inkopen. Lokaal is nog geen OTO-plan opgesteld. In 2006 en 2007 zijn de leden van het GBT wel opgeleid, in 2008 niet. Wel oefening dat jaar met GBT. De brandweer Zuid-Limburg is verantwoordelijk voor het houden van multidisciplinaire oefeningen. Door een gebrek aan capaciteit worden te weinig oefeningen aangeboden. Voor de AOV’ers is een hard piket ingesteld (5 plaatsvervangers). De AOV-pool wordt ook ingezet in de gemeente Voerendaal. De AOV’er van Voerendaal is toegevoegd aan de AOV-pool Heerlen. Brunssum, Onderbanken, Nuth, Heeren en Voerendaal willen samen een AOV-pool formeren om in 2010 de continuïteit van de inzet van de AOV-ers te kunnen garanderen. Opleiding sleutelfunctionarissen. Alle sleutelfunctionarissen dienen de basiscursus rampenbestrijding (OCR) te hebben gevolgd. In 2008: 14, in 2009: 8. De coördinator rampenbestrijding houdt zelf in de gaten welke nieuwe medewerkers mogelijk een opleiding behoeven. - Mogelijke beleidsversterkingen: Borging van managementaandacht voor de rol van werknemers in de rampenbestrijdingsorganisatie. Nagaan of het huidig profiel van de procesverantwoordelijken voldoende effectief is, op welken punten versterking mogelijk is. Verdere borging van de afstemming tussen disciplines EV, RO en preparatie. Op 1-1-2010 is de Wet Veiligheidsregio’s in werking getreden. Dit maakt het investeren in een professionele regionale gemeentelijke crisisorganisatie, bijvoorbeeld door het inrichten van pools voor de diverse gemeentelijke processen (van kwantiteit naar kwaliteit) noodzakelijk. 27
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Benchmark Sturen op Veiligheid De uitkomsten van de Benchmark Sturen op Veiligheid - waaraan Heerlen in 2009 heeft deelgenomen - laten zien dat Heerlen het op het veiligheidsveld Fysieke Veiligheid goed doet: het veiligheidsniveau ligt boven het benchmarkgemiddelde. Vooral wat betreft de voorbereiding rampenbestrijding/crisisbeheersing en de brandweerzorg scoort Heerlen wat hoger dan de andere gemeenten.
2.5
Integriteit en veiligheid
Belangrijke items binnen dit veiligheidsveld zijn radicalisering en polarisatie, georganiseerde criminaliteit c.q. de bestuurlijke preventie daarvan en ambtelijke en bestuurlijke integriteit. De belangrijkste bevindingen ten aanzien van deze deelthema’s zijn: T.a.v. ‘radicalisering en polarisatie’: - In bepaalde buurten van Heerlen staan de leefbaarheid en veiligheid onder druk. Dit kan gevolgen hebben voor de tolerantie tussen bevolkingsgroepen. Beschikbare gegevens wijzen er niet op dat dit in zorgwekkende mate het geval is. - Wel is zichtbaar dat er - min of meer equivalent aan autochtone bewoners - groepen allochtone bewoners zijn die zich, onder meer uit teleurstelling, passief en/of teruggetrokken opstellen; daarbij speelt een rol dat kansrijke (allochtone) bewoners zich elders vestigen. Een gevolg van deze meer teruggetrokken opstelling kan zijn dat religie, eventueel in orthodoxe vorm, een belangrijkere rol gaat spelen. - Gevallen van discriminatie (onder meer in de horeca) kunnen de voedingsbodem daarnaast nog versterken. - In theorie is radicalistische activiteit in de zin van voorbereiding van terrorisme, ook in Heerlen zeker mogelijk (zgn. ‘cellen’). deze activiteit is slecht zichtbaar. Ook zijn in theorie dwarsverbanden mogelijk tussen vormen van georganiseerde criminaliteit en radicalisme/voorbereiding terrorisme. Beschikbare gegevens wijzen hier niet op. - Wel zijn er in de afgelopen jaren een aantal relatief kleine zaken geweest (betrof pogingen tot ronselen). - De AIVD (Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst) stelt dat de problematiek van de huidige moslimradicalisme in Nederland ‘niet mag worden overschat, net zo min als onderschat’. - Volgens het VNG hebben Nederlandse gemeenten meer te kampen met rechts-radicalisme dan met islamitische radicalisering. Uit het onderzoek blijkt tevens dat gemeenten over het algemeen maar een beperkt zicht hebben op de problematiek van radicalisering. -
-
Accenten huidige aanpak: Signalen van radicalisering die bij de gemeente binnenkomen, worden bij het Veiligheidshuis gedeponeerd en vervolgens doorgegeven aan politie (regionale inlichtingendienst) en/of AIVD; dit is enkele malen in de praktijk zo toegepast. Medewerkers Alcander informeren eveneens het Veiligheidshuis bij signalen. Het Centrum voor Diversiteit opereert aan de ‘voorkant’ (preventie) door zelforganisaties te ondersteunen en activiteiten te organiseren. Mogelijke beleidsversterkingen: Borging van de alertheid op dit onderwerp, bijv. via planvorming. Formeel beleggen van dit onderwerp bij iemand binnen de afdeling Integrale Veiligheid.
T.a.v. ‘bestuurlijke preventie van georganiseerde criminaliteit’: - Accenten huidige aanpak:
28
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
BIBOB. Beleidslijn is vastgesteld. In 2008 zijn 24 BIBOB-procedures uitgevoerd, waarbij 2 aanvragen zijn geweigerd na een advies van het Landelijk Bureau BIBOB. Twee vergunningen zijn onder voorwaarden verleend na een advies van het LBB. Drie aanvragen zijn buiten behandeling gelaten. Project Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit. Wordt uitgevoerd door het Flexteam, in samenwerking met politie, OM, RIEC en andere partners. Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast. Beleidsregels bij artikel 13b Opiumwet: naast horeca kunnen nu ook woningen van waaruit gedeald wordt, gesloten worden door de burgemeester. In 2010 zijn 31 sluitingsprocedures op grond van artikel 13b gevoerd. In 22 gevallen heeft dit geleid tot een definitieve sluiting. Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC). Ondersteunt bij ‘huiswerk’ in het kader van BIBOB (open bronnenonderzoek plus check bij andere gemeenten) en bij vormgeving integrale bestuurlijke aanpak door een gemeente. Geeft daarnaast impulsen voor regionale borging bestuurlijke aanpak, onder meer door analyse ‘beleidslijnen BIBOB’ plus ontwikkeling criteria voor toepassing BIBOB (ook tegen achtergrond van opgave vermindering lastendruk). Mogelijke beleidsversterkingen: Blijven inzetten op de aanpak van drugscriminaliteit. Bewaken en waar nodig en mogelijk versterken van de integraliteit van de aanpak. Verheldering inzetbaarheid van interventies van Veiligheidshuis en Flexteam als instrumenten binnen bredere (buurt)aanpak. Explicitering criteria BIBOB-toets.
-
t.a.v. ‘ambtelijke en bestuurlijke integriteit’: - In 2007 was sprake van relatief veel in procedure genomen ambtelijke integriteitschendingen, namelijk 4 (tegenover 1 in 2006, 0 in 2008 en 3 in 2009). Echter, niet is vast te stellen dat het item integriteit c.q. schending van integriteit in Heerlen een grotere rol speelt dan in andere gemeenten. - In 2008 is een intensief en omvattend intern traject voor de borging van de ambtelijke integriteit van start gegaan. Onderdelen daarvan waren: actualiseren en vaststellen ambtelijke gedragscode, formuleren en vaststellen klachtenprocedure ongewenste omgangsvormen, idem klokkenluidersregeling (Heerlen is aangesloten bij het landelijk meldpunt voor klokkenluiders), aanwijzing in- en externe vertrouwenspersonen. - De gemeente Heerlen maakt sinds 2008 deel uit van de regionale werkgroep integriteit ZuidLimburg. De regionale werkgroep integriteit Zuid-Limburg (samenwerkingsverband van 19 Limburgse gemeenten) heeft in 2010 de Integriteitsprijs Philip Brouwer van het Binnenlands Bestuur gewonnen. - In 2009 werd de ambtseed ingevoerd. - In 2010 is, naar aanleiding van de z.g. JaJo (Janssen de Jong) bouwfraudeaffaire, het inkoopbeleid gewijzigd/aangescherpt (analyse integriteit aannemer). In dat jaar werd eveneens de integriteitstoets (risico-inventarisatie integriteit) voor wethouders ingevoerd. - In de gedragscodes voor burgemeester, wethouders en ambtenaren zijn onder andere regels opgenomen over het aannemen van giften, geschenken en/of uitnodigingen. - Politieke partijen moeten hun giften openbaar maken (Wet subsidiering politieke partijen). - Vanaf 2011 moeten alle gemeenten, provincies en ministeries schendingen van integriteit registreren. Hiervoor is de ‘Registratie integriteitschendingen openbaar bestuur en politie’ opgesteld. - Mogelijke beleidsversterking: invoering integriteitstoets voor bestuurders (leden van de raad, wethouders en burgemeester).
29
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Benchmark Sturen op Veiligheid De uitkomsten van de Benchmark Sturen op Veiligheid laten zien dat er op het veiligheidsveld Integriteit en Veiligheid winst te behalen valt voor Heerlen, en dan met name wat betreft de externe integriteit (georganiseerde criminaliteit). Deze niet zo gunstige score wordt veroorzaakt door de scores op meldingen drugshandel en het aantal BIBOB-onderzoeken. Feit is dat Heerlen op dit item per definitie met een achterstand begint door de ligging van de gemeente in grensgebied. De drugscriminaliteit is daardoor omvangrijker dan elders.
30
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
3.
Prioriteiten
Op basis van de veiligheidsanalyse zijn drie prioriteiten geselecteerd, namelijk: ‘Veilige en leefbare buurten’, ‘Veilig opgroeien’ en ‘Veilig centrum:winkelen en uitgaan’. In dit hoofdstuk worden de hoofdlijnen van onze aanpak van deze prioriteiten beschreven. Ingegaan wordt op de zwaartepunten in de aanpak, de belangrijkste partners, de gerelateerde programma’s van de programmabegroting en de doelstellingen die we per prioriteit hebben geformuleerd. Deze aanpak wordt nader uitgewerkt in het Uitvoeringsplan integrale veiligheid 2011 - 2015.
3.1
Veilige en leefbare buurten
Beschrijving thema Essentie van dit thema is de borging van de sociale en fysieke veiligheid van de buurten. Het gaat daarbij om de voorkoming en aanpak van overlast, verloedering en criminaliteit en het vasthouden en waar nodig verbeteren van het veiligheidsgevoel van de buurtbewoners. Onveiligheid in de buurt is nooit volledig uit te bannen, maar het beheersbaar houden ervan, op een aanvaardbaar niveau, is wel mogelijk. Door dat te doen, ontstaat een stabiele, veilige alledaagse woonomgeving waarin bewoners (jong en oud) zich kunnen ontplooien en waarin binding met de buurt vooral een positief karakter heeft. Een dergelijke veilige en leefbare buurt heeft mede een preventieve werking op vormen van overlast, criminaliteit en op de veiligheidsbeleving van bewoners. In de buurtaanpak wordt ook aandacht besteedt aan senioren in relatie tot veilig wonen. In het kader van de landelijke pilot woningovervallen zijn diverse woningen van senioren (60 of ouder) in Heerlen bezocht door het politiepreventieteam (Politiekeurmerk Veilig Wonen). De betreffende senioren werden geïnformeerd over de kwetsbare plekken in hun woning. Daarnaast werden technische voorzieningen in de woning aangebracht (kierstandhouder, deurspion) om het risico op woningoverval te verminderen. Hoofdlijnen van de aanpak 2011 - 2015 Om de veiligheid en leefbaarheid van onze buurten op een goed peil te houden, zetten we in de komende tijd vooral in op: ● Versterking van de coördinatie en regievoering op stadsdeel- en buurtniveau. Er zal in alle 19 buurten een op maatwerk gerichte aanpak van de daar voorkomende problematiek rond veiligheid en leefbaarheid gerealiseerd worden. Dit doen we vooral door de huidige infrastructuur (buurtteams, buurtactieplannen) door te ontwikkelen. Daarbij maken we gebruik van de lessen van Operatie Hartslag en van de aanpak in Passart. Essentie is een infrastructuur te creëren voor alle buurten van Heerlen: continu aanwezig, zichtbaar en bereikbaar voor bewoners. In buurten waar dat nodig is, zal een ‘hotspotaanpak’ gevolgd worden. De beoogde buurtinfrastructuur staat onder regie van een stadsdeelcoördinator van de afdeling Beheer en Onderhoud. Het buurtteam legt de verbinding tussen sociale en fysieke factoren. ‘Schoon, Heel en Veilig’ vormt daarbij een belangrijk motto. De focus van buurtteams ten aanzien van sociale veiligheid en criminaliteit ligt op preventie. De buurtteams zijn echter ook schakelpunt tussen dit preventieve repertoire aan de ene kant en het repressieve en interventierepertoire (Veiligheidshuis, Flexteam) aan de andere kant. Deze instrumenten worden mede op verzoek van de buurtteams ingezet. Ter optimalisering van de beleidsinformatie voor de buurtteams worden waar nodig de buurtprofielen op basis van de Parkstadmonitor nader uitgesplitst op sub-buurtniveau (bijvoorbeeld in het geval van Passart en Vrieheide).
31
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
● Versterking van de bewonersparticipatie. Cruciale partner op het niveau van de buurten zijn de bewoners. Uitdaging is bewoners actiever te betrekken bij de aanpak/borging van de leefbaarheid van de buurt. Dit vereist een ‘luisterend oor’ voor de ideeën van bewoners daarover - de gemeente zet primair het speelveld uit en de bewoners kiezen het spelpatroon. Consensus over te bereiken doelen en randvoorwaarden vormen daarbij het vertrekpunt. De lessen van de aanpak in onder meer Passart worden zoveel mogelijk benut. ● Investeren in sociale en fysieke kwaliteit. Een van de randvoorwaarden is een basisniveau wat betreft sociale en fysieke kwaliteit. De gemeente blijft daarbij haar regierol gestalte geven en de samenwerking met de instellingen en corporaties van de benodigde impulsen voorzien. Gestuurd wordt op gemaakte afspraken: de gemeente creëert randvoorwaarden, instellingen leveren prestaties op het beoogde niveau. De samenwerking met corporaties wordt op aspecten waar nodig versterkt. In buurten die dat behoeven, wordt een geïntensiveerde aanpak gevolgd (met name in Hoensbroek-De Dem, Maria Gewanden, Vrieheide-De Stack en MSP en daarnaast ook in Heerlerheide-Passart, GMS en Heerlen-Centrum). In het centrum worden de resultaten van Operatie Hartslag geborgd door een gecontroleerde voortzetting van de maatregelen. De Domushuizen en de dag- en nachtopvang blijven een belangrijk speerpunt in de aanpak en voorkoming van drugsoverlast. ● Aanpak van drugsgerelateerde overlast en specifieke criminaliteitsfenomenen. Verschijnselen als woninginbraak, voertuigcriminaliteit, (brom)fietsen- en scooterdiefstal, drugsgerelateerde overlast (drugspanden, straathandel, drugsgebruik, drugsrunners) alsook de illegale (thuis) hennepteelt worden van de passende aanpak voorzien. Het Veiligheidshuis coördineert de persoonsgerichte aanpak van veelplegers en stelselmatige overlastplegers. Het Flexteam coördineert de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit (waaronder drugscriminaliteit en -overlast) en voert de BIBOB-procedure uit. In buurten waar criminaliteit zich het meeste manifesteert, wordt een geïntensiveerde aanpak gevolgd; het betreft met name de bovengenoemde buurten. Om gerichter op verschuivingen en ontwikkelingen in criminaliteit te kunnen inzetten, zullen daderanalyses uitgevoerd gaan worden. ● Aanpak van problematische jeugdgroepen. Problematische jeugdgroepen, die het dagelijkse woon- en leefgenot in een buurt verzieken, bewoners bedreigen, lastigvallen, pesten, etc. kunnen rekenen op een ketenaanpak van het Veiligheidshuis. Daar waar mogelijk zal de Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast worden toegepast. ● Toezicht en handhaving. Het toezicht in de openbare ruimte blijft tenminste op het peil waarop het nu staat. De inzet van de toezichthouders die Heerlen rijk is, vindt mede onder regie van de buurtteams plaats. De buurtteams hebben wat betreft de inzet in woongebied het primaat. Het cameratoezicht in woongebied blijft operationeel op de plekken waar dit nodig is. De inzet van de wijkagenten blijft onverminderd cruciaal en heeft prioritaire status in de planning van de politiewerkzaamheden. Het toezicht in de buurten vormt, in de lijn van het bovenbeschreven motto ten aanzien van het ‘buurtteam nieuwe stijl’, een essentieel instrument voor de borging van de bereikbaarheid en beschikbaarheid voor de buurtbewoners.
32
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Partners in de aanpak - Gemeentelijke afdelingen: Buurtgericht Werken, Beheer en Onderhoud, Welzijn, Integrale Veiligheid en Stadsplanning. In het uitvoeringsplan integrale veiligheid 2011-2015 wordt nader gepreciseerd welke afdeling ‘trekker’ is per bovengenoemd deelthema. - Politie. - Openbaar Ministerie. - Veiligheidshuis/JPP. - Zorg- en welzijnsinstellingen: Alcander, Instellingen Maatschappelijke opvang. - Woningcorporaties. - Bewoners: buurtplatforms, -panels en -stichtingen. - Brandweer Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Economische stimulering. - Programma Sociale infrastructuur. - Programma Leefomgeving. - Programma Ruimtelijke ontwikkeling. Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: De randvoorwaarden creëren en borgen voor veiligheid en leefbaarheid in al onze buurten, mede door de reeds geboekte resultaten (onder meer Operatie Hartslag en de aanpak van Passart) vast te houden en uit te rollen naar alle buurten; we willen een klimaat in onze buurten dat onze inwoners het benodigde vertrouwen geeft voor participatie en ontplooiing in onze gemeente.
3.2
Veilig opgroeien
Beschrijving thema Jeugd kan slachtoffer van onveiligheid zijn - thuis, op school, bij het uitgaan, in de openbare ruimte en dader van onveiligheid - overlast, criminaliteit. Jeugd is bij uitstek een ‘dankbare’ doelgroep in de zin dat zoveel partijen zoveel beïnvloedingsmogelijkheden hebben. En dit stelt tegelijk hoge eisen aan de coördinatie van de aanpak: effectieve wisselwerking van de rollen van ouders, omwonenden, onderwijs- en welzijnsinstellingen en de actoren in de justitiële keten vraagt om een integrale visie vertaalt in een integrale aanpak. Die visie en aanpak dienen geënt te zijn op alle schakels van de veiligheidsketen. Juist aspecten van jeugd en veiligheid - zie ook de betrokken actoren! - laten zich goed aanvatten door combinaties van proactie, preventie, curatie en repressie. De gemeente heeft het voortouw bij het bewaken van deze integraliteit en kan in de aanpak gebruik maken van instrumenten zoals het Veiligheidshuis, Centrum voor Jeugd en Gezin, Brede School, welzijnsinstellingen, etc. Te onderscheiden deelthema’s binnen het thema Jeugd en Veiligheid zijn ‘Problematische jeugd, alcohol en drugs en Veilig in en om de school’. Hoofdlijnen van de aanpak 2011-2015 Binnen het cluster Jeugd en Onderwijs wordt gewerkt vanuit een integrale visie op jeugdbeleid. Deze wordt in 2011 gedeeld, beschreven en verder doorontwikkeld. De veiligheidsaspecten rond jeugd zullen onderdeel uitmaken van dit nieuwe jeugdbeleid. De overall-regie ten aanzien van jeugd ligt van nature bij de discipline onderwijs en jeugdbeleid. Ook kunnen andere disciplines faciliterend zijn voor de interne regisserende afdeling. In het nieuwe jeugdbeleid zal ook hierover de te volgen koers worden geformuleerd. Voor de hand ligt het dat de afdeling Integrale Veiligheid regisserend dan wel faciliterend is ten aanzien van de deelthema’s ‘problematische jeugdgroepen’, ‘individuele
33
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
probleemjongeren’, ‘jeugd, alcohol en drugs’ en ‘veilig in en om de school’. Dit zijn tevens de belangrijkste deelthema’s binnen het veiligheidsveld Jeugd en Veiligheid.
Overkoepelend: Opstellen integraal jeugdbeleid, met daarin ook aandacht voor de Jeugd en Veiligheidthema’s; de afdeling Integrale Veiligheid ondersteunt de afdeling Welzijn bij het formuleren van de (dwarsverbanden met) Jeugd en Veiligheidthema’s. Aanwijzen trekkers bij IV ten aanzien van de Jeugd en Veiligheidthema’s - het betreft de deelthema’s ‘voorkoming en aanpak jeugdoverlast’, ‘zorg voor probleemjongeren’, ‘jeugd, alcohol en drugs’ (regie preventiemaatregelen welzijn) en ‘veilig in en om de school’. Algemeen: bewaken en waar nodig versterken van de integraliteit van preventieve, curatieve en repressieve maatregelen ten aanzien van zowel groepen als individuele jongeren. Dit wordt mede beoogd met de huidige ontwikkeling van de integrale visie daarop (integraal jeugdbeleid). Deelthema ‘voorkoming en aanpak jeugdoverlast’: Ontwikkelen, vaststellen en implementeren standaard aanpak van problematische jeugdgroepen. Zowel wat betreft de inhoudelijke methodiek (welke actie past bij welke overlast) als wat betreft de coördinerende rol van het JPP (Jeugdpreventie Platform) rondom de keten- aanpak van problematische jeugdgroepen, alsook de rolverdeling en ‘routing’ binnen de gemeentelijke organisatie en in verhouding tot de uitvoeringsorganisaties (bijvoorbeeld Alcander, politie). Nader bepalen of een ketenregisseur jeugdoverlast meerwaarde heeft en welke vorm en inbedding dan het beste passen. Aansluitend implementatie. Borging passende rol en positionering van de buurtteams in de standaardaanpak jeugdoverlast. Algemener: borging van de dwarsverbanden met de inzet van de buurtteams. Deze hebben immers potentieel belangrijke preventieve mogelijkheden ten aanzien van jeugdoverlast. Borging en waar nodig versterking van de informatiepositie ten aanzien van overlastgevende jeugd. Eventueel opnemen als vast agendapunt in het reguliere overleg van het buurtteam. Bewaken dat de aanpak van jeugdoverlast en de inzet van het stedelijke preventieve en curatieve instrumentarium goed op elkaar aansluiten in de gevallen waarin dat nodig is (i.e.: tijdige doorverwijzing naar de stedelijke netwerken). Belangrijke aspecten dienaangaande zijn de kwaliteit en benutting van informatiesystemen, de inzet van de ambulante jongerenwerker en de wijkagent alsmede het functioneren van de eventuele regisseur jeugdoverlast. Deelthema ‘zorg voor individuele probleemjongeren’: Voortzetting integrale persoonsgerichte aanpak (PGA) minderjarige veelplegers/individuele probleemjongeren door het Veiligheidshuis. Intensiveren van de relatie tussen het Veiligheidshuis en het Centrum voor Jeugd en Gezin bij zorgverlening aan individuele probleemjongeren. In vervolg op de ontwikkeling van de standaardaanpak problematische jeugdgroepen. Nagaan welke afbakening van doelgroepen van het Veiligheidshuis opportuun is en welke rol het Veiligheidshuis kan hebben ten aanzien van overlastgevende jeugd. Bewaken dat de ketensturing door het Veiligheidshuis ten aanzien van individuele probleemjongeren op het huidige, vereiste niveau wordt voortgezet. Deelthema ‘jeugd, alcohol en drugs’: Verdere visievorming en beleidsmatige uitwerking van dit deelthema, inclusief dwarsverbanden met jeugdgezondheidszorg, Centrum voor Jeugd en Gezin, de aanpak rond ‘Veilig uitgaan’, de aanpak rond ‘Veilige en leefbare buurten’ (prioriteit 1), de aanpak van drugscriminaliteit (onderdeel
34
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
van prioriteit 1 en thema 4.8) en de implementatie van de nieuwe Drank- en Horecawet (overdracht toezicht van Voedsel en Waren Autoriteit naar gemeenten). Op peil houden/brengen van voorlichting over alcohol- en drugsgebruik binnen instellingen van het basis- en voortgezet onderwijs, eventueel als onderdeel van de schoolveiligheidsplannen, en bij horeca en evenementen. Monitoren van de ontwikkelingen in Limburg-Zuid ten aanzien van de aanpak van softdrugshandel en -overlast, in relatie tot de effectiviteit van het huidige gemeentelijke coffeeshopbeleid. Operationeel benutten van de dwarsverbanden met de bredere buurtleefbaarheidsaanpak (prioriteit 1). Een robuuste buurtinfrastructuur kan ook in dit verband een belangrijke preventieve en signalerende meerwaarde hebben (en als schakelpunt voor persoonsgerichte interventies functioneren). Zowel in de regionale gezondheidsnota als in de lokale doorvertaling ‘Een gezonde kijk op Heerlen’, wordt specifiek aandacht besteed aan alcoholmatiging (buitenevenementen en feesttenten).
Deelthema ‘veilig in en om de school’: Voortzetting van de ondersteuning van instellingen basis- en voortgezet onderwijs bij aanpak en signalering ten aanzien van diverse veiligheidsaspecten (onder meer om preventie van criminaliteit, signalering huiselijk geweld, voorlichting over alcohol en drugs, algemeen normbesef, overlast rond scholen en verkeersveiligheid). De aanpak wordt vervat in integrale veiligheidsarrangementen en/of schoolveiligheidsplannen. Voortzetting van de ondersteuning heeft effecten op tal van maatschappelijke en veiligheidsterreinen en is dan ook zonder twijfel van strategisch belang. Dit betekent concreet: inhoud blijven geven aan het convenant Veilige Basisschool 2009 en het convenant Veiligheid op school krijgt voorrang en de daarvoor benodigde middelen en capaciteit vrijmaken/reserveren (NB: de precieze vorm en voorwaarden van de ondersteuning worden nader omschreven in de jaarlijkse uitvoeringsplannen van deze kadernota) Partners in de aanpak - Gemeentelijke afdelingen: Welzijn, Integrale Veiligheid/Veiligheidshuis/JPP, Buurtgericht Werken. - Politie. - Openbaar Ministerie. - Zorg- en welzijnsinstellingen: Alcander, Jeugdzorg, Instellingen Maatschappelijke opvang. - Jeugdgezondheidszorg 0-19. - Scholen/schoolbesturen. - Halt Limburg-Zuid. - Peuterspeelzalen, kinderopvangorganisaties. - Buurtorganisaties. Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Economische stimulering. - Programma Sociale infrastructuur. - Programma Leefomgeving. Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: Bewaken en waar nodig versterken van de randvoorwaarden voor veilig opgroeien - thuis, buiten, op school, bij het stappen. Dit vraagt om alertheid op de effectiviteit van onze instrumenten, de positionering daarvan in de gemeentelijke organisatie en de synergie van diverse instrumenten binnen
35
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
de veiligheidsketen. We gaan de regie hierop versterken en borgen, en hebben als focuspunten daarbij problematische jeugd, alcohol en drugs en ‘veilig in en om de school’.
3.3
Veilig centrum: winkelen en uitgaan
Beschrijving thema Economische bedrijvigheid is essentieel voor een stad: het brengt welvaart, dynamiek, variëteit binnen de gemeente en vergroot daarmee de aantrekkelijkheid voor inwoners en bezoekers. In het bijzonder detailhandel, horeca en evenementen brengen gemeenten veel profijt. De stad staat ermee op de kaart en kan zich onderscheiden voor diverse doelgroepen - met alle economische en cultureelmaatschappelijke spinn off van dien. Deze vormen van bedrijvigheid zijn dus bevorderlijk voor de leefbaarheid en de veiligheid. Er is meer welvaart in de gemeente, inwoners kunnen, behalve wonen, ook werken en recreëren in hun woonplaats en de atmosfeer in stad heeft een positieve ‘grondtoon’. Het centrum van de gemeente is podium van cultuur en ontspanning. Aan de andere kant kan winkelen uitgaansgebied ook met de keerzijde geconfronteerd worden: overlast en winkeldiefstal, overmatig alcoholgebruik en misschien geweld, onveiligheidsgevoel bij bewoners, bezoekers en ondernemers. Gemeenten hebben ook hierin een duidelijke regierol: door de krachten te bundelen met ondernemers, politie en justitie en daarnaast de eigen gemeentelijke proactieve en preventieve rol solide gestalte te geven, kunnen de positieve gevolgen van winkelen, uitgaan en toerisme de boventoon blijven voeren. Hoofdlijnen van de aanpak 2011 - 2015 Heerlen onderscheidt zich zeker op bovengenoemde soorten bedrijvigheid. We kennen een rijk aanbod van winkel- en uitgaansvoorzieningen en zijn jaarlijks gastheer van onderhand een groot aantal publieksevenementen. We profileren ons ook op deze kernkwaliteit, en zien daar de effecten van, met een groeiende populariteit en bezoekersstroom naar onze gemeente. Ons stadscentrum heeft zogezegd een metamorfose ondergaan, van een te mijden plek met veel drugsoverlast nog niet zo heel lang geleden tot een florerende place to be, anno 2011. Voor onze inwoners heeft deze metamorfose ook zeker positieve effecten, zowel in economische zin als wat betreft de leefbaarheid en sfeer in de stad. We zullen ons in de komende jaren inspannen om dit positieve profiel met zijn mooie effecten verder vorm te geven en te laten uitkristalliseren, en daarbij tegelijk de randvoorwaarden voor beheersing van mogelijke negatieve veiligheidseffecten, te versterken en te borgen. Accenten daarbij vormen de winkel- en uitgaansvoorzieningen en onze evenementenagenda. Ten aanzien van deze vormen van bedrijvigheid zullen we onze beleidsuitgangspunten, instrumentering, procedures en handhaving daarvan kritisch analyseren en verder aanscherpen waar nodig. We zetten in op verdere borging van de samenwerking met onze partners en zullen de regievoering waar nodig versterken. We zetten daarbij integraal in door samen te werken met onze partners en alle schakels van de veiligheidsketen te benutten - maar ook door mogelijke dwarsverbanden in de aanpak te exploreren en eventueel concreet gestalte te geven. Zo zullen we onder meer nagaan of een integraal binnenstadsconvenant (Convenant Veilige Binnenstad) tot de mogelijkheden behoort waarbij bij de uitwerking ook aandacht dient te zijn voor de ouderen.
36
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Accenten voor de respectievelijke soorten bedrijvigheid zijn: ● Met betrekking tot het winkelgebied: -
-
Oriëntatie op de mogelijkheden van een KVO-W (Keurmerk Veilig Ondernemen voor Winkelgebieden) voor de gehele binnenstad. Blijven inzetten op en waar nodig versterken van de onderlinge samenhang en integraliteit van huidige en nieuwe veiligheidsmaatregelen (lijfelijk en cameratoezicht, fysieke maatregelen zoals verlichting en afsluiting), voorlichting aan ondernemers, maatregelen binnen bedrijfspanden. Onderhouden en waar nodig versterken van de informatiepositie over de veiligheid in het winkelgebied door cijfermatige analyses daarvan en regelmatige evaluatie en uitwisseling daarover in overleggen met ondernemers en/of in het kader van het centrummanagement.
● Met betrekking tot het uitgaansgebied: -
-
Doorontwikkeling en benutting van het horecaconvenant voor de regie over veilig stappen: dit betekent dat de afspraken actueel dienen te zijn en gemonitord worden in de horecaoverleggen. Oog hebben en houden voor de in Heerlen best ‘passende’ instrumenten in het kader van Veilig uitgaan, en eventuele nieuwe benodigde instrumenten doorvoeren; het gaat daarbij onder meer de wisselwerking tussen diverse vormen van toezicht (waaronder cameratoezicht) en de mogelijke (her)introductie van portiersoverleg.
● Met betrekking tot de evenementen: -
-
-
-
Verdere borging van de veiligheid rond evenementen door blijvende aandacht daarvoor in het evenementenbeleid en benutting van de voorhanden instrumenten (zoals het Veiligheidsboek Evenementen) bij de beleidsuitvoering waaronder vergunningprocedures en preparatie. Blijven inzetten op consequente handhaving van gemaakte afspraken en vastgestelde veiligheidsregels rond evenementen. Nadere oriëntatie op de exploratie van de meerwaarde van publieksevenementen voor de inwoners van Heerlen uit de oogpunten van participatie, lokale economie maar ook herbestemming/benutting van leegstaande panden. Bewaken dat de verdeling van de lusten en lasten van evenementen (zowel preventief als repressief) voor diverse partijen (waaronder organisator en de gemeente) met elkaar in balans zijn. Oriëntatie op de effectiviteit van en mogelijke verbeterpunten in de regionale afstemming rond grootschalige evenementen, onder meer vanuit het perspectief van beschikbaarheid van de operationele diensten (regionale evenementenkalender?).
Partners in de aanpak - gemeentelijke afdelingen: Publiekszaken, Stadsplanning, Integrale Veiligheid. - Politie. - Openbaar Ministerie. - brandweer Zuid-Limburg. - GHOR. - ondernemers: winkeliers, horeca, evenementenmakers.
37
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Economische stimulering. - Programma Sociale infrastructuur. - Programma Leefomgeving. - Programma Bestuur en Dienstverlening. Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: Zodanige randvoorwaarden creëren en/of in stand houden dat onze ondernemers in de binnenstad via positieve impulsen hun bijdrage kunnen blijven leveren aan de veiligheid en leefbaarheid van Heerlen/ voor de Heerlenaren, waarbij tegelijk de mogelijke negatieve veiligheidseffecten van deze vormen van bedrijvigheid minimaal en beheersbaar blijven.
38
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
4.
Overige belangrijke veiligheidsthema's
Naast de in hoofdstuk 3 genoemde prioritaire thema’s onderscheiden we een reeks van andere belangrijke veiligheidsthema’s voor de periode 2011 - 2015. Ook op deze thema’s zetten we intensief in. In het uitvoeringsplan integrale veiligheid wordt de aanpak op de thema’s verder uitgewerkt en bij tussenevaluaties van worden de resultaten op deze thema’s meegenomen. Het gaat om de volgende veiligheidsthema’s: - binnen het veiligheidsveld ‘veilige woon- en leefomgeving’: o huiselijk geweld - binnen het veiligheidsveld ‘bedrijvigheid en veiligheid’: o veilige bedrijventerreinen - binnen het veiligheidsveld ‘fysieke veiligheid’: o verkeersveiligheid o brandweerzorg o externe veiligheid o voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing - binnen het veiligheidsveld ‘integriteit en veiligheid’: o radicalisering en polarisatie o bestuurlijke preventie georganiseerde criminaliteit o ambtelijke en bestuurlijke integriteit
4.1
Huiselijk geweld
Beschrijving thema Onveiligheid kan zich in de openbare ruimte voordoen maar ook ‘binnenshuis’ ofwel in de relationele sfeer. Het gaat daarbij om geestelijk en/of fysiek geweld tussen partners, jegens of van kinderen binnen het gezin en/of andere familieleden en huisgenoten. Dit ‘huiselijk geweld’ kan grote gevolgen hebben, op korte en lange termijn, voor slachtoffers en getuigen. De gemeente heeft een belangrijke rol in de voorkoming en aanpak van huiselijk geweld. Instrumenten zijn de Wmo, de regierol van de gemeente en de Wet tijdelijk huisverbod. Het huidige beleidskader voor de aanpak van huiselijk geweld van Heerlen kent als zwaartepunten: Nota Aanpak Huiselijk geweld 2008/2009. Convenant aanpak huiselijk geweld (2004). Convenant Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling Zuid-Limburg (2009). De belangrijkste maatregelen/interventies zijn nu: Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Systeemgerichte aanpak middels procesmanagers vanuit Districtelijk Veiligheidshuis. Projectplan RAK (Regionale Aanpak Kindermishandeling) Dader- en slachtofferhulpverlening en hulpverlening aan kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. Vrouwenopvang incl. doorstroomhuizen. Wet tijdelijk huisverbod; tussen 1-1-2009 en 31.12.2010 48x opgelegd. Extra inzet op voorkoming recidive huiselijk geweld via het districtelijk Veiligheidshuis. Alarmsysteem ‘Aware’; persoonlijk alarmsysteem voor vrouwen/mannen die bijvoorbeeld gestalkt. worden; gestart in 2009.
39
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Hoofdlijnen van de aanpak 2011 - 2015: Voortzetting aanpak huiselijk geweld en samenwerking daarbij met de partners conform vastgestelde procedures. Dit betekent dat het protocol en de convenanten gevolgd blijven worden en dat Heerlen haar bijdrage blijft leveren aan het steunpunt huiselijk geweld (SHG). Ook wordt ingezet op verhoging van de aangiftebereidheid/verkleining van het ‘dark number’ (meldingen die niet tot een aangifte leiden). Bijzondere aandacht voor de preventieve kant van de aanpak. Intensivering daarvan op aspecten waarop dat nodig is (een voorbeeld van een preventieve maatregel is het project AWARE). Positionering van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) in de aanpak. Aandacht voor de dwarsverbanden met de aanpak rond de veiligheidsprioriteit ‘Veilige en leefbare buurten’ (zie paragraaf 3.1 van deze nota). Toepassing Wet tijdelijk huisverbod. Bewaken van evt. knelpunten en oplossen daar- van. In dat kader aandacht voor verbeterpunten rond het risicotaxatieformulier (de verwerking daarvan door de politie kost relatief veel tijd; hierdoor lijken soms ’kansen gemist te worden’) en hulpaanbod op maat voor slachtoffers en daders. Invoering huisverbod online heeft op 1 augustus 2010 plaatsgevonden. Beleidsmatige borging van de samenhang/synergie van de diverse preventieve en repressieve accenten. Partners in de aanpak - gemeente - politie Limburg-Zuid/politiedistrict Heerlen - Openbaar Ministerie - Veiligheidshuis - Provincie - RAK coördinator, werkzaam bij de gemeente Heerlen voor de 8 Parkstad gemeenten - Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) - GGD-ZL - Bureau Slachtofferhulp - Alcander Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Sociale infrastructuur - Programma Leefomgeving Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: vroegtijdige signalering en aanpak van huiselijk geweld; in het bijzonder: verkleining van de kans op herhaling (recidive).
4.2
Veilige bedrijventerreinen
Beschrijving thema Onveiligheid op bedrijventerreinen kent sociale en fysieke aspecten: inbraak, diefstal, vernieling, onveiligheidsgevoel en aan de andere kant inrichting en onderhoud, verkeersveiligheid en brandveiligheid (externe veiligheid ofwel beheersing van risico’s rond gevaarlijke stoffen wordt behandeld in paragraaf 4.5 van deze nota).
40
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Hoofdlijnen van de aanpak 2011 - 2015 Bij ontwikkeling en beheer van bedrijventerreinen consequent aandacht hebben voor de veiligheid op bedrijventerreinen. Belangrijke aspecten zijn onder andere fysieke ontsluiting/bereikbaarheid, verlichting, zichtlijnen en (collectief) cameratoezicht. Daarbij werken conform de uitgangspunten van het Keurmerk Veilig Ondernemen-Bedrijventerreinen (KVO-B). Verkennen wenselijkheid en draagvlaak voor KVO-Bedrijventerreinen. Eventueel consultatie van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), landelijk kenniscentrum voor veiligheidsinstrumenten van ministeries en VNG, in dat kader. Partners in de aanpak - gemeente - politiedistrict Heerlen - brandweer Zuid-Limburg - ondernemersverenigingen - bedrijventerreinmanagement Parkstad Limburg Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Economische stimulering - Programma Leefomgeving - Programma Ruimtelijke ontwikkeling - Programma Bestuur en Dienstverlening Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: consolideren van de dalende trend van sociale onveiligheid op de bedrijventerreinen en daarnaast waarborgen creëren voor fysieke veiligheid.
4.3
Verkeersveiligheid
Beschrijving thema Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied e.d.). Deze veiligheid wordt beïnvloed door onder meer fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Onderscheiden kunnen worden objectieve verkeersveiligheid, subjectieve verkeersveiligheid en verkeers- en parkeeroverlast. Hoofdlijnen van de aanpak 2011 - 2015 Wat betreft beleidsontwikkeling: toetsing, eventueel aanscherping en borging van de huidige aanpak binnen het kader van het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (RVVP). Hoofdlijnen van het beleid zijn: duurzaam veilig (categorisering en inrichting wegen), verkeerseducatie en handhaving snelheid. Specifiek aandacht voor: Actualiseren verkeersveiligheidsplan. Hierin de diverse acties die m.n. vanuit RVVP en Mobiliteitsprogramma ten aanzien van verkeersveiligheid worden ondernomen, bundelen; coherente visie op verkeersveiligheid in Verkeersveiligheidsplan opnemen. Bij ontwikkeling visie en maatregelen samenhang met aanpak rond de buurtleefbaarheidsaanpak bewaken. Bewaken en waar nodig versterken van informatiepositie ten aanzien van hotspots van verkeersonveiligheid (zowel subjectief als objectief). Gestructureerd uitwisselen van deze informatie met de politie. 41
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Oriëntatie en eventueel actie nemen op wenselijkheid van Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP, specificatie van RVVP). Ondersteunen en bewaken van de uitvoering van de vastgestelde convenanten (‘Convenant handhaving subjectieve verkeersonveiligheid Limburg-Zuid’ en ‘Convenant verkeersveiligheid Limburg plus Speerpuntenprogramma’).
Partners in de aanpak - gemeente - politiedistrict Heerlen - politieregio Limburg-Zuid - brandweer Zuid-Limburg - ondernemersverenigingen - buurtorganisaties - provincie - onderwijsinstellingen (BO en VO) Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Economische stimulering - Programma Leefomgeving - Programma Ruimtelijke ontwikkeling Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: het verder verbeteren van de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid in Heerlen, vooral in woongebied, voor alle burgers en specifiek voor scholieren.
4.4
Brandweerzorg
Beschrijving thema Dit thema heeft enerzijds betrekking op de brandveiligheid van bepaalde soorten gebouwen (zoals woongebouwen, gebouwen met horecabestemming, instellingen, andere bedrijven) en anderzijds op voorwaarden voor effectieve repressie. Om de brandveiligheid te borgen ziet de brandweer toe op preventie (gebruiksvergunningen en controles) en geeft voorlichting aan doelgroepen. Voor de repressie prepareert de brandweer zich op de bestrijding van incidenten en calamiteiten. Hoofdlijnen van de aanpak 2011 - 2015 Wat betreft proactie en preventie: Actueel houden van de inventarisatie van risicovolle objecten. De verlening van gebruiksvergunningen op het huidige adequate peil houden (100% minus vergunningen in procedure). Heerlen kent al geruime tijd geen achterstanden in verleende gebruiksvergunningen. Voortzetting van de projectmatige controles (zoals de Carnavalscontroles) naast de gewone controles. Met voorrang de procedurele gevolgen van de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit borgen in de gemeentelijke organisatie (zodat de brandweer geen meerwerk heeft aan betreffende procedures). Voortzetting van de integrale controles van horeca/nachthoreca en evenementen. Borging van solide betrokkenheid van de brandweer bij borging van de veiligheid van evenementen (zowel in de vergunningfase als in de uitvoeringsfase). Blijven inzetten op brandveiligheidsbewustzijn van doelgroepen via voorlichting. De voorlichting geschiedt conform het jaarlijkse voorlichtingsplan. Met name in Keurmerk Veilig 42
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Ondernemen trajecten is het mogelijk met op de betrokkenen gerichte voorlichting het risicobewustzijn te verhogen. Dit vertaalt zich in een grotere bereidheid tot het treffen van voorzieningen of doorvoeren van maatregelen. Vasthouden en waar nodig verbeteren van de huidige integrale afstemming met RO en milieu. De brandweer wordt in het algemeen tijdig en voldoende betrokken bij ruimtelijke planvorming en milieuprocedures. Hierdoor kan de brandweer goed gestalte geven aan proactieve taak. De brandweer geeft (waar mogelijk) op basis van scenario’s adviezen. Hierdoor wordt er een maatwerkaanpak verkregen waaruit besluiten worden genomen en maatregelen geformuleerd.
Wat betreft preparatie en repressie: Actueel houden van de aanvals-, coördinatie- en rampbestrijdingsplannen. De brandweer kent voor de gemeente Heerlen 202 aanvalsplannen, 5 multidisciplinaire coördinatieplannen en twee rampbestrijdingsplannen. Consolideren van de huidige dekkingsgraad van de repressieve brandweerzorg (in dag- en nachtsituatie 99%). Uitvoering van het Traject Verbetering Bluswatervoorziening (met afdelingen Integrale Veiligheid en SPO). Door landelijk gewijzigd beleid van waterleidingmaatschappijen is er sprake van een overgang van ‘vermaasd’- naar een eindnet. Dit is goed voor de waterkwaliteit maar slecht voor de beschikbare capaciteit van bluswater. Vooral in deze regio en de gemeente Heerlen omdat er nauwelijks open water (alternatieven) beschikbaar zijn. De gemeente heeft inmiddels een goed beeld van de knelpunten (norm NVBR richtlijn) en is gestart met een Traject Verbetering Bluswatervoorziening (met afdelingen Integrale Veiligheid en SPO). Voortzetten van de huidige intensiteit en kwaliteit van opleiding en oefening; wordt uitgevoerd conform het jaarlijks vastgesteld opleidings- en oefenplan. Voor het jaarplan geldt als uitgangspunt de landelijke Leidraad Oefenen. En: nader analyseren van: De uitdagingen die toenemende leegstand impliceert en de oplossingsrichtingen die er zijn, mede in combinatie met de dilemma’s/uitdagingen die zich op de andere veiligheidsvelden voordoen (mogelijke herbestemming lege panden is bijvoorbeeld beschikbaar stellen voor participatiedoeleinden - veiligheidsveld 1/Veilige en leefbare buurten), kleinschalige evenementen, alternatieve werkplaatsen/ateliers, e.d., vanuit oogmerk van belang van sociale betrokkenheid/activering). Demografische krimp leidt tot perioden van leegstand van woningen, scholen en bedrijven. Leegstand betekent een verhoogd risico voor brand. Voor woningen zijn inmiddels ‘versnelde’ sloopprogramma’s, bedrijventerreinen zijn en worden opgeknapt. Scholen zijn nog wat minder in beeld. De uitdagingen die de afnemende bereidheid voor vrijwillige brandweer in combinatie met afnemend brandweerbudget door krimp betekenen: ‘interactie’ is daarbij een belangrijk concept, zowel intern (personeel dat zowel preventieve als repressieve taken heeft) als extern (meer met parttimers werken, meer investeren in voorlichting). De gevolgen van de toename van kleinschalige zorgverlening aan individuele zorgbehoevenden: enerzijds is het een goede ontwikkeling dat zorg op kleine schaal wordt aangeboden, anderzijds zie je een toename van minder en niet zelfredzame personen in ‘gewone’ woningen; deze kunnen zich bij brand niet zelf redden met als gevolg een grotere kans op slachtoffers. Er wordt ook nog veel voor de doelgroep ouderen gebouwd zonder rekening te houden dat met een periode van 10 - 20 jaar deze groep voor een groot deel ook uit minder of niet zelfredzame personen bestaat.
43
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Partners in de aanpak - Gemeente(telijke crisisorganisatie) - brandweer Zuid-Limburg - Veiligheidsregio Zuid-Limburg - ondernemersverenigingen - provincie - woningcorporaties - schoolbesturen/stichtingen Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Economische stimulering - Programma Leefomgeving - Programma Ruimtelijke ontwikkeling - Programma Bestuur en Dienstverlening Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: beheersing van de fysieke veiligheidsrisico’s via proactie en preventie en minimalisering van de negatieve gevolgen van feitelijke incidenten (repressie).
4.5
Externe veiligheid
Om de risico’s rondom gevaarlijke stoffen in de hand te houden is er in Nederland een wettelijk kader binnen het omgevingsrecht van kracht, gebaseerd op Europese richtlijnen. De bedoeling is enerzijds het risico dat zich een ramp voltrekt zo klein mogelijk te maken en anderzijds er voor te zorgen dat het aantal slachtoffers zo klein mogelijk is als zo’n ramp zich voltrekt. Het wettelijke kader bevat regels voor de bestaande situatie en voor de planvorming, zowel aan de kant van de risicobronnen (bedrijven en transportvormen) als aan de kant van gebruikers van de ruimte (ruimtelijke ordening). Aanwezigheid risicobronnen Binnen de gemeente Heerlen vinden diverse risicovolle activiteiten plaats. De verplichte inventarisatie van risicovolle situaties conform het Registratiebesluit 2007 heeft plaatsgevonden. Het betreffen LPGtankstations, PGS15 inrichtingen, een PBZO-inrichting (Scott), transport van gevaarlijke stoffen over de weg en over het spoor. Ten westen van de A76 (gemeente Voerendaal) ligt een aardgastransportleiding, in de zuidwest punt van de gemeente en aan de noordoost zijde bij de Brunssumseheide. Rondom Heerlen liggen enkele luchthavens. Deze hebben geen invloed op de externe veiligheid binnen de gemeente. In onderstaande kaart zijn de risicovolle activiteiten weergegeven.
44
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Afbeelding. Risicobronnen gemeente Heerlen, provinciale risicokaart 2010.
In het zuiden van Heerlen ligt een industrieterrein (De Beitel) waar zich een concentratie van risicovolle inrichtingen (inclusief een PBZO-inrichting) bevindt. De overige risicovolle inrichtingen liggen verspreid in de gemeente en zijn met name LPG-tankstations en een enkele buisleiding. Het transport van gevaarlijke stoffen vindt voornamelijk plaats over de A76 en de N281. Alle urgente saneringen zijn uitgevoerd. Met uitzondering van twee inrichtingen (LPG-tankstations) zijn alle inrichtingen voorzien van een adequate milieuvergunning. Huidige aanpak Om uitvoering te geven aan de wettelijke regels is vanaf 2002 voor gemeente Heerlen een ambtelijke werkgroep GRIS actief. Anno 2010 is een digitaal informatiesysteem (Argus, professionele risicokaart) over de aanwezigheid van risicobronnen ontwikkeld en in gebruik. Er is geïnvesteerd in de kennisopbouw bij WM-vergunningverleners op het gebied van externe veiligheid. In 2004 is een routering voor transport over de weg vastgesteld, waarvan enkel kan worden afgeweken als een ontheffing wordt verleend door de gemeente. In 2005 heeft de gemeenteraad besloten om de oriëntatiewaarde van het groepsrisico te hanteren als grenswaarde voor planontwikkeling langs de spoorzone (bij wet is de oriëntatiewaarde een richtwaarde). De laatste jaren is de samenwerking tussen vergunningverleners en RO-medewerkers met brandweer, afdeling integrale veiligheid, andere
45
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
gemeenten en de provincie geïntensiveerd met het doel werkprocessen te optimaliseren en kennis te delen. Gemeente Heerlen is een van de Limburgse Centrumgemeenten die ondersteuning verlenen aan buurgemeenten op het gebied van externe veiligheid en werkt mee aan de ontwikkeling van beleidsinstrumenten in het kader van het provinciale programma ‘Veiligheid maken we samen’. Verdeling van taken Vergunningverlening in het kader van Wet milieubeheer en toetsen van ruimtelijke plannen wordt uitgevoerd door afdeling Publiekszaken. Toezicht en handhaving is ondergebracht bij afdeling Integrale Veiligheid. Opstellen van beleid, toetsen van ruimtelijke plannen en het opstellen van bestemmingsplannen is ondergebracht bij afdeling Stadsplanning. Daarnaast heeft de brandweer een belangrijke adviestaak in de afhandeling van toestemmingen. Voor risicocommunicatie is de afdeling Communicatie aanspreekpunt. Op dit gebied voert Heerlen alleen datgene uit wat wettelijk noodzakelijk is. Een regionale werkgroep Communicatie richt zich meer op crisiscommunicatie. Er is regelmatig afstemming over EV tussen de diverse disciplines. Ontwikkelingen De Wet veiligheidsregio’s (Wvr) stuurt aan op een regionale gemeentelijke organisatie van rampenbestrijding. Dit proces verloopt moeizaam in Zuid-Limburg. Al enkele jaren wordt gewerkt aan de landelijke invoering van een Basisnet voor vervoer van gevaarlijke stoffen. In de spoorzone kan dat consequenties hebben voor mogelijkheden binnen ruimtelijke plannen. In de provincie Limburg is door een aantal gemeenten waaronder Heerlen gewerkt aan een blauwdruk voor een gemeentelijk beleidsvisie voor externe veiligheid (Gezamenlijke beleidsvisie externe veiligheid). Deze bevat handvatten voor het formuleren van een beleidsvisie externe veiligheid en het invullen van beleidsruimte van het wettelijk kader. Visie Externe veiligheid De gezamenlijke beleidsvisie externe veiligheid formuleert een gezamenlijke ambitie van Limburgse overheden en geeft ook aan hoe gemeenten en provincie bij besluiten over situaties met een extern veiligheidsrisico met hun beleidsvrijheid zouden kunnen omgaan. Ook worden over specifieke onderwerpen zogenaamde bouwstenen aangereikt die als basis kunnen dienen voor de uitwerking van specifiek gemeentelijk beleid op dit onderwerp. Uiteindelijk is de bedoeling dat de uitgangspunten van deze beleidsvisie doorwerken in provinciale en gemeentelijke structuurvisies en beleidsplannen en in concrete besluiten op het gebied van milieu, ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, economie en rampenbestrijding. De gemeente Heerlen is van mening dat de GBEV-L als kader voor het gemeentelijk EV-beleid moet gelden. Het uiteindelijk doel van deze beleidsvisie is een goede afweging te bevorderen van externe veiligheidsrisico’s, mede in het licht van andere belangen, zodat Limburg veiliger wordt. Ambities GBEV-L De ambities van de beleidsvisie ten aanzien van risico’s in het algemeen zijn als volgt omschreven: -6 ten aanzien van het plaatsgebonden risico wordt minimaal het beschermingsniveau van 10 bereikt en gehandhaafd; potentiële externe veiligheidrisico’s worden vroegtijdig onderkend; het bevoegd gezag overweegt altijd of risico’s kunnen worden voorkomen of verkleind, ook als het risico gering is; het bevoegd gezag moet maatwerk leveren. Met het oog hierop geldt voor het groepsrisico geen grenswaarde.
46
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
In de GBEV-L zijn ambities per Bouwsteen benoemd. De bouwstenen betreffen de volgende onderwerpen: 1. Gebiedsgericht Beleid 2. Routering 3. Lpg Tankstations 4. ‘Kleine Bouwprojecten’ 5. Buisleidingen 6. Risicocommunicatie. De Bouwstenen kunnen in het EV-beleid van Heerlen waar relevant worden uitgewerkt en toegespitst op de Heerlense situatie. Knelpunten Het wettelijk kader laat nog beleidsruimte toe waardoor het nemen van RO-besluiten waarbij EV is gemoeid niet eenvoudig is en leidt tot lange procedures. De gemeente Heerlen heeft met uitzondering van het besluit in 2005 voor de spoorzone geen ambitie vastgelegd over hoe veilig de stad moet zijn en welke consequenties we daarvoor willen nemen. Steeds moeten we ons afvragen hoe groot het risico is en hoe groot het maatschappelijke belang van de ontwikkeling. Daarnaast is het besluit voor de spoorzone door een recente ontwikkeling in de rekenregels knellend geworden zonder dat er sprake is van een toegenomen risico. De afstemming over EV tussen de disciplines milieu/EV, RO en voorbereiding op rampenbestrijding/ brandweer is nog niet voldoende ontwikkeld. Structurele borging is in ontwikkeling. De kwaliteit van doorvertaling van EV in de RO-plannen varieert in de bestemmingsplannen. Beleidsversterkingen Beleid. Opstellen van het gemeentelijk beleidsplan Externe Veiligheid (met behulp van gezamenlijke beleidsvisie Externe Veiligheid) en op die manier beleidsmatig borgen van de relatie tussen milieu, ruimtelijke ordening en voorbereiding op rampenbestrijding. Risicocommunicatie. Verdere structurering/versterking van de risicocommunicatie met bewoners. Organisatie/coördinatie en afstemming. Verdere borging van de beleidsmatige en operationele afstemming over EV tussen de disciplines RO, milieu/externe veiligheid en rampenbestrijding ofwel de afdelingen Stadsplanning (beleid t.a.v. EV en RO), Publiekszaken (vergunningverlening EV) en IV (controle en handhaving EV en coördinatie rampenbestrijding). Beschrijving thema Kern van de aanpak van de externe veiligheid is beheersing van de ‘naar buiten gerichte’ (= externe) veiligheidsrisico’s van gevaarlijke stoffen binnen bedrijven en bij vervoer. Beheersing van deze risico’s geschiedt via implementatie van milieu- en RO-wetgeving, risicocommunicatie en voorbereiding op rampenbestrijding. Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: beheersing van de risico’s rond gevaarlijke stoffen door procedures correct uit te voeren en organisatorische randvoorwaarden te realiseren (o.m. adequate informatiepositie, interne coördinatie en afstemming).
47
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Hoofdlijnen van de aanpak 2011 - 2015 Beleid: Formuleren en vaststellen van het gemeentelijk beleidsplan Externe Veiligheid en op die manier beleidsmatig borgen van de relatie tussen milieu, ruimtelijke ordening en voorbereiding op rampen/ bestrijding en crisisbeheersing. Benutting van de provinciale blauwdruk voor de beleidsvisie. Toezicht en handhaving: Bewaken dat de uitvoering (cf. de prioriteitstelling op basis van de risicoanalyse) van toezicht en handhaving van EV-bedrijven de juiste prioritering in de programma’s krijgt . Vervoer gevaarlijke stoffen: Ontwikkelingen binnen het Basisnet blijven volgen en doorvertalen in gemeentelijk beleid. Mogelijkheden bekijken van actualisatie van routeringsverordening en nota vervoer gevaarlijke stoffen. Risicocommunicatie: Verdere structurering/versterking van de risicocommunicatie met bewoners; oriëntatie op effectieve instrumenten daarvoor. Organisatie/coördinatie en afstemming: Verdere borging van de beleidsmatige en operationele afstemming over EV tussen de disciplines RO, milieu/externe veiligheid en rampenbestrijding ofwel de afdelingen Stadsplanning (beleid t.a.v. EV en RO), Publiekszaken (vergunningverlening EV) en Integrale Veiligheid (controle en handhaving EV en coördinatie rampenbestrijding). Beleidsmatige afstemming tussen genoemde disciplines/afdelingen is in elk geval aan de orde vanwege het formuleren van het gemeentelijk beleidsplan externe veiligheid (zie hierboven); hierin heeft de afdeling Stadsplanning het voortouw. Dit traject zou ook kunnen worden ingezet voor verdere borging van de afstemming (ook in de ‘beheers’-/uitvoeringsfase dus). Borging EV-expertise binnen de ontwerpfase op RO-gebied. Dit voorkomt dat externe veiligheidsrisico’s veronachtzaamd worden, met mogelijke dilemma’s/ financiële schade in een later stadium. Borging van de uitwisseling van risicodata tussen EV-partners. Opnemen van deze uitwisseling en benutting data in werkprocessen/procesbeschrijvingen van de gemeentelijke organisatie. Partners in de aanpak gemeente brandweer Zuid-Limburg ondernemers provincie Relevante programma’s van de programmabegroting Programma Economische stimulering Programma Leefomgeving Programma Ruimtelijke ontwikkeling
48
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
4.6
Voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing
Beschrijving thema Gemeente en operationele diensten prepareren zich op de bestrijding van rampen en crises via o.m. planvorming, opleiding, training en oefening; het betreft activiteiten binnen de schakel ‘preparatie’ van de veiligheidsketen. Hoofdlijnen van de aanpak 2011 - 2015 We zetten in op het op het wettelijk vereiste peil houden en waar nodig brengen van de pijlers van onze voorbereiding op rampenbestrijding. De kwaliteitseisen en normen uit de nieuwe Wet Veiligheidsregio’s (per 1-10-2010) vormen hiervoor het kader. De nadruk zal de komende jaren liggen op het inrichten van een professionele, efficiënte gemeentelijke crisisorganisatie door samenwerking op regionaal niveau. M.b.t. de crisisorganisatie: Borging van managementaandacht voor de rol van individuele werknemers in de rampenbestrijdingsorganisatie. Dit kan via integratie van die taak in het functieprofiel en behandeling ervan in functioneringsgesprekken. Eventueel: kapitalisering van de met opleiden en oefenen gemoeide tijd. De lokale crisisorganisatie wordt aangepast aan de structuur conform het referentiekader regionaal crisisplan. Nagaan of het huidig profiel van de procesverantwoordelijken voldoende effectief is, op welke punten versterking mogelijk is. Dit kan gelegen zijn in instelling piket, ‘brede’ procesverantwoordelijkheid (namelijk ook voor tijdig opleiden procesdeelnemers) en opvoering frequentie GMT-oefeningen. Verdere borging van de afstemming tussen disciplines EV, RO en preparatie, bijvoorbeeld door intensivering periodiek overleg (zie ook hiervoor bij thema 4.3). Met het oog op de Wet Veiligheidsregio’s investeren in een professionele regionale gemeentelijke crisisorganisatie. Hiertoe is in mei 2010 op regionaal niveau het visiedocument ‘De Oranje Kolom Samen sterk en slagvaardig’ opgesteld. Hieruit voortvloeiend zijn voor de onder- delen ‘gemeentelijke processen’, ‘planvorming’, ‘Opleiden/Trainen/Oefenen’ regionale werkgroepen samengesteld om met voorstellen te komen voor een nadere uitwerking. Diverse medewerkers van gemeente Heerlen zijn vertegenwoordigd in deze werkgroepen. M.b.t. planvorming: Planvorming komt als gevolg van de Wet Veiligheidsregio’s steeds meer op regionaal niveau te liggen. o Het gemeentelijk rampenplan komt te vervallen en wordt opgenomen in één regionaal crisisplan (uiterlijk per 1-1-2011). o De gemeentelijke processen worden op regionaal niveau opnieuw beschreven door de werkgroepen die hiervoor zijn ingesteld. o Heerlen beschikt over twee rampbestrijdingsplannen (RBP) en 5 multidisciplinaire coördinatieplannen (MCP), allen voor LPG-tankstations. Het voornemen bestaat op alle individuele LPGplannen in één centraal plan op te nemen. De brandweer Zuid-Limburg is hierin leading. M.b.t. opleiding en oefening van GBT, GMT, procesmedewerkers: Blijven inzetten op adequate en voldoende opleidingen en oefeningen o Opleiding sleutelfunctionarissen. Alle sleutelfunctionarissen dienen de basiscursus rampenbestrijding (OCR) te hebben gevolgd. In 2008: 14, in 2009: 8. De coördinator rampen-
49
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
o
o
bestrijding houdt zelf in de gaten welke nieuwe medewerkers mogelijk een opleiding behoeven. Voor het oefenen, opleiden en trainen van de monodisciplinaire crisisorganisatie is een regionale werkgroep geformeerd die de coördinatie hiervan op zich gaat nemen. Er zal een oefenplan worden opgesteld. De Veiligheidsregio organiseert multidisciplinaire oefeningen (GBT/RBT, ROT, COPI).
Partners in de aanpak - Gemeente(n) - brandweer Zuid-Limburg - GHOR - Politie Limburg-Zuid - Waterschappen - Provincie - Defensie Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Leefomgeving - Programma Ruimtelijke ontwikkeling - Programma Bestuur en Dienstverlening Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: een zodanige voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing effectueren dat de negatieve gevolgen van rampen en zware calamiteiten of incidenten geminimaliseerd worden.
4.7
Radicalisering en polarisatie
Beschrijving thema Bepaalde groepen/stromingen in de samenleving, die zich verenigen op ideologische grondslag, kunnen dermate radicaliseren dat zij een bedreiging voor de samenleving vormen. Sprake kan zijn van dreigend geweld. Deze groepen vergroten de polarisatie in de samenleving, zetten het sociaal weefsel onder druk. Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechts-extremisme, islamradicalisme, dierenrechtenradicalisme, links-extremisme. De gemeente heeft een belangrijke rol in de voorkoming en signalering van dergelijke vormen van radicalisering. Hoofdlijnen van de aanpak 2011 - 2015 Borging van de alertheid op dit onderwerp door het consequent te laten terugkeren in de jaarlijkse uitvoeringsplannen Integrale Veiligheid en in andere relevante nota’s/plannen van bijvoorbeeld jeugd en welzijn, afdeling Publiekszaken (vergunningverlening), Buurtgericht Werken. Het onderwerp wordt formeel belegd bij de afdeling Integrale Veiligheid/Veiligheidshuis. Voortzetting en waar nodig verbreding/intensivering van activiteiten gericht op het voorkomen van isolement van en verwijdering tussen bevolkingsgroepen. Partners in de aanpak - gemeente - politiedistrict Heerlen - Openbaar Ministerie - Alcander - onderwijsinstellingen (BO en VO) 50
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Economische stimulering - Programma Sociale infrastructuur - Programma Leefomgeving - Programma Bestuur en Dienstverlening Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: vormen van radicalisering die een veiligheidsrisico betekenen voor de samenleving, zo veel mogelijk voorkomen en waar zij zich toch aandienen, gericht aanpakken.
4.8
Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit
Beschrijving thema Georganiseerde criminaliteit kenmerkt zich door samenwerking en logistiek (‘systeem’), streven naar criminele winst en het niet primair belang stellen in legale bedrijfsuitoefening. Vormen van georganiseerde criminaliteit zijn productie van en handel in drugs, mensensmokkel/-handel, internetcriminaliteit en wapenhandel. Gemeenten kunnen de bewegingsruimte voor deze vormen van criminaliteit inperken door bij beschikkingsprocedures kritisch te werk te gaan (BIBOB) en/of een integrale bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit vorm te geven. Drugscriminaliteit is nog steeds een relevant veiligheidsprobleem in Heerlen. Dit heeft te maken met een aantal specifieke kenmerken van de gemeente. Accenten die de aandacht trekken zijn nu: - verslavingsproblematiek van prostituees - de ‘verjonging’ van drugsrunners - tekenen van verplaatsing van drugscriminaliteit en - overlast naar buurten waar minder intensief (camera)toezicht is; - toename incidenten in de laatste jaren van vermogencriminaliteit. Verweving onderwereld/bovenwereld. De feitelijke omvang van deze verweving is op basis van beschikbare gegevens niet goed te bepalen. Branches waarbinnen dit in het algemeen aan de orde zou kunnen zijn, betreffen de gebruikelijke BIBOB-accenten horeca, seksinrichtingen, speelautomaten. Gezien het robuuste uitgaans- en toerismeprofiel van Heerlen kunnen deze ongewenste verschijnselen ook in Heerlen aan de orde zijn. Overigens is het, bezien vanuit het gemeentelijk veiligheidsbeleid, niet per se nodig een scherp beeld van de aanwezige georganiseerde criminaliteit te hebben. De essentie van het bestuurlijk repertoire is beheersing van risico’s via kritische beschikkingsprocedures (cf. BIBOB), in combinatie met borging van de ambtelijke en bestuurlijke integriteit. Sprake is aldus van een preventief accent. Hoofdlijnen in de aanpak 2011 - 2015 Blijven inzetten op de aanpak van drugscriminaliteit; bewaken en waar nodig en mogelijk versterken van de integraliteit van de aanpak. Aandachtspunt daarbij is synergie van interventies aan ‘slachtofferzijde’ (door Veiligheidshuis/Hartslag: aanpak van en zorg voor veelplegers, notoire overlastgevende verslaafden) en aan ‘daderzijde’ ofwel jegens de criminele groepen - actoren aan daderzijde zijn met name Flexteam, Doenteam en RIEC. Integraliteit van de aanpak aan ‘slachtofferzijde’ en ‘daderzijde’ is in het bijzonder nodig vanwege accenten in de problematiek zoals verslaafde prostituees en (zeer) jeugdige drugsrunners. Verheldering inzetbaarheid van interventies van Veiligheidshuis en Flexteam als instrumenten binnen bredere (buurt)aanpak. De interventies dienen ook op verzoek van de buurtteams te 51
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
kunnen worden uitgevoerd; een mogelijkheid is een productenboek te ontwikkelen, equivalent aan de dito mogelijkheid voor het Bureau Handhaving. Explicitering van de criteria voor toepassing van de (lichte) BIBOB-toets. Dit kan ook uniformering betreffen, ofwel: altijd de BIBOB-toets bij vergunningverlening/revisies binnen de branches zoals benoemd in de BIBOB-beleidslijn.
Partners in de aanpak - gemeente - politiedistrict Heerlen - RIEC - Openbaar Ministerie - belastingdienst Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Economische stimulering - Programma Leefomgeving - Programma Bestuur en Dienstverlening Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: voorkomen dat de georganiseerde criminaliteit misbruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening. het bestuurlijke instrumentarium inzetten om de bewegingsruimte voor georganiseerde criminaliteit in Heerlen te minimaliseren.
4.9
Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
Beschrijving thema Aspecten van ambtelijke en bestuurlijke integriteit zijn het voorkomen van verweving van particulier en publiek belang, kritische distantie ten opzichte van begunstigden van gemeentelijke beschikkingen (vergunningen, subsidies, aanbestedingen), transparante gemeentelijke procedures en het consequent gestalte geven aan algemene, rechtsstatelijke principes zoals gelijke behandeling. Schending van integriteit kan optreden op waar keuzemogelijkheden en dilemma’s bestaan, diffuusheid heerst. Het lokaal bestuur voorkomt dit door processen te standaardiseren, controle- mechanismen in te bouwen, de interne coördinatie te optimaliseren - in het algemeen: transparantie te bevorderen. Daarnaast kunnen speciale integriteitsvoorzieningen getroffen worden zoals een gedragscode en klokkenluidersregeling en de aanwijzing van vertrouwenspersonen. Ten slotte kan de awareness (bewustzijn, alertheid) verder vergroot worden door integriteit een ‘gewoon’ agendapunt te laten zijn in werkoverleg, functioneringsgesprekken, e.d. In 2007 was sprake van een viertal in procedure genomen ambtelijke integriteitschendingen in Heerlen. Niet is vast te stellen dat het item integriteit in Heerlen een grotere rol speelt dan in andere, wat betreft omvang en economisch profiel vergelijkbare Nederlandse steden. Traject borging integriteit Vanaf 2008 heeft de gemeente Heerlen een intensief en veelomvattend intern traject voor de borging van de ambtelijke integriteit doorgevoerd. Onderdelen waren: het actualiseren en vaststellen van de ambtelijke gedragscode. formuleren en vaststellen klachtenprocedure ongewenste omgangsvormen. idem klokkenluidersregeling. aanwijzing vertrouwenspersonen. 52
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
aanscherping/wijziging aanbestedingsbeleid (analyse integriteit aannemer). invoeren van de ambtseed/ambtsbelofte deelname regionale werkgroep integriteit Zuid-Limburg
Hoofdlijnen van de aanpak 2011 - 2015 Onze belangrijkste aandachtspunten in de komende jaren op dit onderwerp zijn: Bewaken van de balans tussen enerzijds bewustzijn van het belang van integriteit en anderzijds de vanzelfsprekendheid van integer handelen. Dit kan onder meer via borging van het item integriteit in ‘gewone’ procedures en processen zoals werkoverleg, functionerings- en beoordelingsgesprekken, e.d. Deze alertheid en borging zijn in het bijzonder van belang bij organisatie onderdelen die belast zijn met rechtstreekse dienstverlening aan ondernemers en bewoners zoals bij vergunningverlening, aanbestedingen, subsidies, toezicht en handhaving. Nagaan of, en zo ja: op welke wijze/in welke vorm een gestandaardiseerde analyse van ‘nevenfuncties versus integriteit’ van taakveldambtenaren dient te worden ingevoerd. Het onderdeel bestuurlijke integriteit heeft voldoende gestalte gekregen in het traject vanaf 2008. Inventariseren welke accenten/aanvullende voorzieningen eventueel nog nodig zijn. Naleving gedragscodes voor burgemeester, wethouders en ambtenaren mbt o.a. het aannemen van giften, geschenken en/of uitnodigingen. Politieke partijen moeten hun giften openbaar maken (Wet subsidiering politieke partijen). Vanaf 2011 moeten alle gemeenten, provincies en ministeries schendingen van integriteit registreren. Hiervoor is de “Registratie integriteitsschendingen openbaar bestuur en politie” opgesteld. Mogelijke beleidsversterking: invoeren van integriteitstoets voor bestuurders (leden van de raad, wethouders en burgemeester). Partners in de aanpak - gemeente Relevante programma’s van de programmabegroting - Programma Bestuur en Dienstverlening Doelstelling 2015 De algemene doelstelling op dit thema luidt: voorkomen dat bestuurders, raadsleden en ambtenaren met het gemeentelijk belang strijdige (privé)belangen laten prevaleren.
5.
Dwarsverbanden thema’s
Essentieel voor integrale aanpak van de veiligheid zijn de dwarsverbanden tussen de diverse veiligheidsthema’s. De aanpak op verschillende thema’s kan elkaar versterken - en dient elkaar in elk geval niet in de weg te zitten. In de behandeling hiervoor van de thema’s is reeds verwezen naar belangrijke dwarsverbanden. In het schema hieronder zijn de dwarsverbanden nog eens op een rij gezet. Dit overzicht vormt mede de ‘onderlegger’ van het uitvoeringsplan integrale veiligheid.
53
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Tabel 2.6 Dwarsverbanden veiligheidsthema’s.
overige strategische thema’s
6.
externe veiligheid
●
●
●
●
●
●
veilig opgroeien
●
Veilig centrum: winkelen en uitgaan
●
●
huiselijk geweld
●
● ●
veilige bedrijventerreinen verkeersveiligheid
●
brandweerzorg externe veiligheid
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit
●
ambtelijke en bestuurlijke integriteit
●
● ●
●
voorbereiding op rampenbestrijding radicalisering en polarisatie
●
bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit ambtelijke en bestuurlijke integriteit
brandweerzorg
●
radicalisering en polarisatie
verkeersveiligheid
●
voorbereiding op rampenbestrijding
huiselijk geweld
●
veilige bedrijventerreinen
Veilig centrum: winkelen en uitgaan
veilige en leefbare buurten
overige strategische thema’s
veilig opgroeien
prioriteiten
veilige en leefbare buurten
prioriteiten
●
●
● ●
● ●
● ●
● ●
●
●
●
● ●
Organisatorische borging
Essentieel voor de doorvoering van het integrale veiligheidsbeleid is solide organisatorische borging van de coördinatie en regievoering over het beleid, de positionering, de planvorming en coördinatie, de bestuurlijke coördinatie en de planning en control cyclus.
6.1
Integraal veiligheidsbeleid in de gemeentelijke organisatie
Het aspect veiligheid speelt in vrijwel de gehele gemeentelijke organisatie wel een rol: elke afdeling heeft bepaalde raakvlakken met veiligheid. De centrale coördinatie echter en de ambtelijke verantwoordelijkheid daarvoor, zijn op een plek verankerd, te weten de afdeling Integrale Veiligheid. De ambtelijke coördinatie van de aanpak van specifieke items ligt soms bij de afdeling Integrale Veiligheid, maar vaker op andere plekken in de organisatie. In het uitvoeringsplan integrale veiligheid 2011-2015 zal per veiligheidsitem (zowel de prioriteiten als de hoofdstuk 4-items) gespecificeerd worden welke afdeling trekker is.
54
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Coördinatie en regievoering integraal veiligheidsbeleid De coördinatie en regievoering van het integraal veiligheidsbeleid is gepositioneerd bij de afdeling Integrale Veiligheid. opstellen en evalueren van het uitvoeringsplan integrale veiligheid 2011 - 2015. borging van de doorvertaling van het uitvoeringsplan in werkplannen van de interne en externe partners. voorbereiden en voorzitten van coördinatieoverleg i.v.m. trekkersrol. input leveren voor en deelnemen aan periodiek bestuurlijk overleg inzake integrale veiligheid. NB: naast deze integrale coördinatietaken kan de afdeling Integrale Veiligheid ook ‘trekker’ zijn van specifieke items (hoofdstuk 3 of 4) binnen het IVB.
6.2
Coördinatie en regievoering
De coördinatie en regievoering over het veiligheidsbeleid ligt bij de afdeling Integrale Veiligheid. De afdeling Integrale Veiligheid bewaakt de voortgang van de uitvoering van het beleid en vertaalt knelpunten in oplossingsrichtingen en aandachtspunten. Het bestuur wordt zo vaak als nodig (minimaal 2 maal per jaar) via de reguliere B&W vergaderingen en/of raadscommissie LO, via themabijeenkomsten, digitale informatiebrieven etc. geïnformeerd, over de voortgang van de in de Kadernota genoemde thema’s. In de lokale driehoek vindt bestuurlijke afstemming plaats met politie en Openbaar Ministerie.
6.3
Beleidscyclus
Deze kadernota wordt doorvertaald in het uitvoeringsplan integrale veiligheid 2011 - 2015. Het uitvoeringsplan kent een vaste opzet en heeft wat betreft de volgorde van de veiligheidsitems dezelfde opbouw als deze kadernota. Het uitvoeringsplan vormt tevens de basis van de voortgangsbewaking. Eind 2012/begin 2013 vindt een tussenevaluatie plaats van het uitvoeringsplan. Medio 2015 volgt een effect- en procesevaluatie van kadernota en het uitvoeringsplan.
7.
Financiële paragraaf
De met de uitvoering van de uit deze kadernota voortvloeiende maatregelen en projecten gemoeide kosten worden vooralsnog gefinancierd uit reguliere budgetten. Het uitvoeringsplan is vooral initiërend en verbindend van aard en kent vooralsnog geen budgettaire consequenties.
55
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Begeleidingscommissie Karel Arzt, hoofd afdeling Integrale Veiligheid Rob Conemans, bureauhoofd Beleid en Bedrijfsvoering, afdeling Integrale Veiligheid Dick Teunissen, onderzoeker/adviseur, afdeling Integrale Veiligheid Jasper van Gaalen, onderzoeker/adviseur BMC Hans Thuis, bureauhoofd BuurtGerichtWerken, afdeling Communicatie/BGW Roger Hameleers, hoofd Servicebureau, afdeling Beheer en Onderhoud Marjo Lamers, bureauhoofd Onderwijs en Jeugdbeleid, afdeling Welzijn Rob Hutschemaekers, districtschef regiopolitie Limburg-Zuid, district Heerlen Roel Kraaij, manager Veiligheidshuis district Heerlen, afdeling Integrale Veiligheid
56
Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015: ‘Hartslag voor heel Heerlen’
Lijst van afkortingen
Bevi BIBOB BOT Btev BRZO CCV CJV Copi EV GBT GHOR GMT GRIS GVVP IVB JPP KVO-B KVO-W NVBR PBZO QRA RAAK RBT Revi RIEC ROT RVVP SHG VWA VEBO VEVO Wabo Wm Wmo WRO Wrzo
Besluit externe veiligheid inrichtingen. Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur Bedrijfsopvangteam Besluit transportroutes externe veiligheid Besluit Risico’s Zware Ongevallen Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid Centrum Jeugd en Gezin Commando plaats incident Externe Veiligheid Gemeentelijk beleidsteam Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeentelijk managementteam Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Integraal Veiligheidsbeleid Jeugd Preventie Platform (onderdeel van het Veiligheidshuis) Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen Keurmerk Veilig Ondernemen Winkelgebieden Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Preventiebeleid Zware Ongevallen Quantitative risk assessment (risico-analyse) Regionale Aanpak Kindermishandeling Regionaal bijstandsteam Regeling externe veiligheid inrichtingen Regionaal Informatie en Expertise Centrum Regionaal operationeel team Regionaal Verkeers- en Vervoersplan Steunpunt huiselijk geweld Voedsel en Waren Autoriteit Verkeerseducatie basisonderwijs Verkeerseducatie voortgezet onderwijs Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet milieubeheer Wet maatschappelijke ondersteuning Wet op de Ruimtelijke Ordening Wet rampen en zware ongevallen
57