Rijkswaterstaat Provincie Noord Holland Provincie Fryslan
Monument Afsluitdijk Visie op behoud en groei
Juli 2008
Het monument van Willem Dudok staat op de plek waar de Afsluitdijk gesloten werd.
Colofon : Dit rapport is opgesteld voor: Rijkswaterstaat Provincie Noord Holland Provincie Fryslan door : Boskalis bv ‘s-Gravenweg 399 - 405 Postbus 4234 3006 AEvRotterdam Tel. 010 – 2.888.777 West8 Landscape architecs & Urban design bv Schiehaven 13M Postbus 6230 3002 AE Rotterdam Tel. 010 - 485.5801 Witteveen+Bos bv Leeuwenbrug 8 Postbus 233 7400 AE Deventer Tel. 0570.69.79.47
Monument Afsluitdijk Visie op behoud en groei
Introductie Het Consortium Vraagstelling Drieluik Visie Samenvatting
Drieluik over behoud en groei
1
2
3
De Afsluitdijk als Monument
4 6 10 12
14 14
Overslagdijk
19
Flexibel groeimodel
21
Kunstwerken
21
Mobiliteit Ornament kwaliteit Afsluitdijk
23 24
Robuust Watersysteem Nederland
26
Waterbeheer
26
Systeemfouten
30
Verlengde IJssel
33
Zoetwaterreservoir
36
Ecologie
39
Makkummerzand
40
Meerwaarde van de Afsluitdijk
46
Blauwe energie
46
Watertechnologie als exportproduct
51
Haalbaarheid
Bijlage :
4
52
Financiele haalbaarheid
52
Vormgeving PPP en financieringsmogelijkheden
53
Beleidskader en omgeving
56
Plan van aanpak voor fase 2
60
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
Introductie
Het Consortium Boskalis, West8 en Witteveen+Bos zijn drie spelers op het gebied van water, infrastructuur, ruimte en milieu, zowel in Nederland als internationaal; Boskalis als uitvoerende partij in aanleg en onderhoud van grote waterbouwkundige projecten; West8 als visionair landschappelijk en stedenbouwkundig architect; Witteveen+Bos als ingenieursbureau en belangrijke pionier in multidisciplinaire projecten. De combinatie van deze drie velden van expertise geeft het consortium een complete mix van praktische en inhoudelijke kennis, innovatiekracht en visie - een ideale mix in de ontwikkeling van spraakmakende projecten die onze omgeving definiëren. De leden van het consortium hebben elkaar eerder gevonden in projecten zoals het Markeroog en het Wieringerrandmeer (Lago Wirense).
De Marktverkenning Afsluitdijk zoals deze door Rijkswaterstaat aangeboden is, geeft deelnemers bewegingsvrijheid in de beschouwing van de toekomst van dit prachtige waterstaatkundige monument. Rijkswaterstaat vraagt om innovatieve en vooral ook praktische kennis uit de markt om een realistische visie op de toekomst van de Asluitdijk te definiëren. Het consortium Boskalis, West8 en Witteveen+Bos voelt zich aangesproken. Wij hopen in dit project een toonaangevende rol te kunnen spelen en een steentje bij te dragen aan de toekomst.
Lago Wirense
In het plan Lago Wirense wordt een eeuwenoud eiland ‘vrijgelaten’ uit de polderstructuur en nieuw woon- en leefgebied ingericht. Het plan combineert de ontwikkeling van een nieuwe, kansrijke economie met waterrijke natuur. Het bovenstaande ontwerp is afkomstig uit de prijsvraag fase.
Vogelvlucht Lago Wirense Mei 2008
Markeroog
Mystieke Schalenreeks: Van Gracht tot Oceaan
Juryrapport EoWeijers : “Deze even betoverende als ogenschijnlijk controversiële inzending blijkt bij nadere bestudering een zeer compleet ambitieus toekomstperspectief voor de regio’s te bieden.” Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
Introductie
Vraagstelling De vraagsteller heeft een aantal belangrijke aspecten benoemd en toegelicht. De belangrijkste randvoorwaarden die gelden voor de marktverkenning zijn de termijnlengte van de visie, de technische randvoorwaarden en de financieel-economische randvoorwaarden. Daarnaast wordt van de consortia verwacht dat de getoonde visies verschillende aspecten weten te combineren waardoor meerwaardes ontstaan van: veiligheid; ecologie; recreatie; mobiliteit; en energie. In de vraagstelling klinkt ook de wens door concepten te onderzoeken die op stoelen op vormen van publiekprivate samenwerking. Uit dit alles blijkt dat men op zoek is naar innovaties, koppelingen, en meerwaardes. Ons consortium heeft de uitgangspunten van deze vraagstelling grondig onderzocht en meerdere opties voor uitwerking getest, en concludeert dat de veronderstelde meerwaardes ook daadwerkelijk te bereiken zijn!
Uit de vraagstelling volgt een synthese met een aantal duidelijke accenten: Monument In de door de vraagsteller geformuleerde opgave zijn de aspecten van veiligheid, ecologie, recreatie, e.d. goed benoemd, echter de zo noodzakelijke perceptie dat het hier een van de meest sprekende monumenten van de Nederlandse waterstaatkundige geschiedenis betreft willen wij duidelijk naar voren halen. De generatie van Lely heeft een huzarenstuk geleverd. Wij willen dan ook voorop stellen dat de transformaties van en aan de Afsluitdijk, gevoed moeten zijn door de inspiratie uit die geschiedenis. De Afsluitdijk is ons erfgoed, een van de iconen van onze cultuur! De erkenning van de geschiedkundige waardes betekent niet dat de dijk onaantastbaar is, integendeel: waterstaatkundige kunstwerken vragen voortdurend aanpassingen, herijking en vernieuwingen, maar deze zouden wel die unieke waarde van de Afsluitdijk kunnen ademen.
Meerwaardes De veronderstelde meerwaardes die op de Afsluitdijk zijn geprojecteerd kunnen makkelijk leiden tot een overtrokken beeld. In uitingen in diverse media wordt de Afsluitdijk als ontwikkellocatie voorgeschoteld. Wellicht gevoed door de ervaringen op Neeltje Jans zijn visioenen ontstaan van een stroomversnelling in ontwikkeling. Gegeven de ligging in de periferie, de primaire betekenis als zeewaterkering en de hierboven gestelde historische betekenis, komt ons consortium tot een genuanceerde conlusie: De afsluitdijk en de gevraagde nieuwe spuivoorziening moeten vooral als waterstaats kunstwerk gezien worden. Het gaat hier om grote investeringen, om een grote mate van complexiteit , en om primaire veiligheidsdoelstellingen. In de regel zou hier gestreefd moeten worden naar complexiteitsreduktie en uiterste kostenverantwoordelijkheid. Het Rijk heeft hierbij het voortouw, pragmatiek;
haalbaarheid;,normen; transparantie en faseerbaarheid zijn hier de kernbegrippen Voor de Kop van NoordHolland en de Poort naar Friesland zouden andere principes kunnen gelden. Hier liggen meerwaardes uitermate voor de hand. De gedroomde koppelingen moeten juist hier worden verwacht. Rijk, Provincies en Gemeentes kunnen hier met maatschappelijke partners
en marktpartijen unieke samenwerkingen vinden. De ligging en de schaal van deze projecten maakt het mogelijk veelsoortige business-cases te onwikkelen waarbij sociaal/ economische initiatieven in complexere processen en eigen exploitaties haalbaar zijn Faseerbaarheid Naar onze mening is het zeer belangrijk de opgave niet te zien als een vraag naar
een utopisch nieuw ontwerp voor de Afsluitdijk, maar juist te zien als een vraag naar een faseerbaar plan dat uitgaat van de gegeven situatie en dat zich ontrolt als een stappenplan. Zowel vanuit urgentie (geleidelijke zeespiegel stijging) als vanuit verantwoorde investeringsstrategie zijn getraptheid en fasering de sleutelbegrippen.
Poort van Friesland
Primaire zeewaterkering
Kop van Noord Holland
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
Introductie
Evolutionaire lijn Ten aanzien van de termijnlengte van de visie wordt een planperiode tot het jaar 2100 voorgesteld, met een doordijk naar de globale ontwikkeling tot 2200. De belangrijkste technische voorwaarden die de visie in deze periode definiëren zijn variabel. Het betreft de zeespiegelstijging en bodemdaling. Bodemdaling wordt geschat op 0,10m plaats per eeuw. Dit heeft geen invloed op het spuiverschil, omdat de bodem daalt ten opzichte van het NAP-peil, waaraan het peilbeheer van het IJsselmeer is gekoppeld. Zeespiegelstijging is waarschijnlijk niet constant en is een vrij onzekere variabele Op de lange termijn (2100 – 2200) wordt een versnelde zeespiegelstijging verwacht. Rijkswaterstaat hanteert voor aan veiligheid gerelateerde projecten het scenario W+.
Dit betekent: - tot 2050 een absolute zeespiegelstijging van 0,25m - tot 2100 een absolute zeespiegelstijging van 0,60m - tot 2300 wordt een absolute zeespiegelstijging
verwacht van +1 tot + 2,5m Onze visie kenmerkt zich door een getrapte ontwikkeling in de tijd. Wij hebben bovenstaande gegevens over zeespiegelstijging geïnterpoleerd naar een viertal momentopnames binnen de gestelde termijn voor de visie: - 2050, zeespiegel +0,25m - 2065, zeespiegel +0,35m - 2100, zeespiegel +0,60m - 2200, zeespiegel +1,50m
Het jaar 2065 is toegevoegd aan de tijdsbalk omdat het in de lijn der verwachting ligt dat de afsluitdijk in het jaar 2015 voor 50 jaar op orde moet zijn. De zeespiegelstijging is het sturend element in de vereiste aanpassing (en niet tijd). Daarom koppelen we de voorgestelde maatregelen in deze visie aan bovengenoemde zeespiegelstijging. De verschillende stappen in ontwikkeling worden in dit document telkens begeleid met het hiernaast afgebeelde icoon voor zeespiegelstijgen, als ankerpunt voor de plaats van de maatregel binnen het veranderende mileu.
Rembrandt van Rijn; De Nachtwacht De Afsluitdijk is net als De Nachtwacht icoon van de Nederlandse cultuur.
Vraagstelling & concept :
Veiligheid Ecologie Recreatie Mobiliteit Energie
Monument + Haalbaarheid & Faseerbaarheid
Consortium Monument Afsluitdijk
Uitgangspunt voor ons Uitgangspunt voor ons plan is: de Afsluitdijk moet op een manier worden ‘verduurzaamd’, die recht doet aan de historische integriteit van deze icoon. Naar onze mening kan een dergelijke visie op de Afsluitdijk niet los staan van een visie op de ontwikkeling van het IJsselmeer en de Wadden op lange termijn. Voor het bepalen van de gewenste oplossingen voor de primaire functies van de Afsluitdijk, moet vooruit worden gekeken naar de lange termijn om ‘geen-spijt’ maatregelen Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
te genereren. Dan is een visie op het systeemniveau van het IJsselmeer en de Waddenzee onontbeerlijk, waarbij rekening moet worden gehouden met ontwikkelingen als zeespiegelstijging en bodemdaling. Deze visie moet ook een perspectief omvatten voor de gewenste
ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en ecologie. Zowel in de Kop van NoordHolland als voor de Poort van Friesland zijn de belangrijkste meerwaardes en PPS-en voorzien.
Tijdens de bouw van de Afsluitdijk waren er al kunstenaars betrokken bij het Monument. Filmmaker Ivens en Aquaralist Mastenbroek maakten prachtige verslagen. Juli 2008
Drieluik
Marktverkenning Afsluitdijk Visie Onze visie vindt zijn kracht in drie hoofdthema’s: 1) De Afsluitdijk als primaire waterkering binnen een perceptie als monument van de waterstaat. 2)
De verandering aan de Afsluitdijk als aanleiding voor het herstel van een duurzame zoet-zout gradient functionerend binnen een robuust watersysteem van Nederland.
3)
Innovatie in watertechnologie en mogelijke andere projecten als belangrijke spin-off.
Deze thema’s zijn in een drieluik gepresenteerd.
10
Luik 1 :
De Afsluitdijk als primaire waterkering binnen een perceptie als monument van de waterstaat. De waarde van de afsluitdijk als monument hangt samen met zijn functie als waterkerende dijk. Zwaartepunt ligt bij het herstel van de unieke balans van het oorspronkelijke ontwerp. Onderdelen van de ornamentiek van de Afsluitdijk zoals het Dudokmonument; het beeld van Lely en de vangrails vragen om een herijking. Gekozen is voor een stapsgewijs met de zeespiegel meegroeiende dijk, en daarmee een spreiding in tijd van investeringen.
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Luik 2 :
De verandering aan de Afsluitdijk als aanleiding voor het herstel van een duurzame zoet-zout gradient functionerend binnen het groterewatersysteem van Nederland Water is een van de belangrijkste ordenende principes voor ruimte, milieu en infrastructuur in Nederland. De Afsluitdijk is een component die beschouwd moet worden als onderdeel van het grotere geheel. De Afsluitdijk heeft een belangrijke relatie met de waterhuishouding van het huidig en toekomstig Nederland. De gekozen strategie voor de waterhuishouding is net als voor het aspect veiligheid een serie maatregelen of stappen in de tijd, meegroeiend met de stijging van de zeespiegel. De voorgestelde stappen zijn een resultante van onze lange termijn visie, waarbij de IJssel als rivier terug in het systeem gebracht zou kunnen worden. Het consortium ziet dit als een zeer veel belovend principe en als een duurzame vorm van afvoer van water op de lange termijn. Daarnaast
zien we het ook als een kans om natuurlijke dynamiek een plaats terug te geven, door het creëren van een natuurlijke zoet-zout gradiënt.
Luik 3 :
Innovatie in watertechnologie en mogelijke andere projecten als belangrijke spin-off. Er zijn een aantal locatiespecifieke kansen voor innovatie. De scheiding zoet-zout en het getijdeverschil biedt een uitgelezen mogelijkheid voor het vestigen van een innovatiecentrum voor zoetzout milieu, osmose-energie, ontzilting en waterzuivering. Een proefcentrale voor electriciteit uit osmose is hierbij een zeer wenselijke stap. Nederland heeft veel te bieden op het gebied van water en deltatechnologie als export product, en er wordt veel gedaan om dat imago te versterken.
Juli 2008
11
Samenvatting voor publicatiedoeleinden Het consortium Boskalis, West8 en Witteveen+Bos heeft wederom de krachten gebundeld in een toonaangevend project: een integrale visie te presenteren voor de Afsluitdijk tot 2100. Dit consortium heeft eerder samengewerkt in projecten zoals het Markeroog en het Wieringerrand-meer (Lago Wirense). De combinatie van een ervaren uitvoerende partij, multidisciplinair ingenieursbureau en visionair landschapsarchitect levert een mix van praktische en inhoudelijke kennis, innovatiekracht en visie - een ideale mix in de ontwikkeling van spraakmakende projecten. De fascinatie van de leden van het consortium voor het verleden van de afsluitdijk en de oorspronkelijke visie van ir. Lely, vormen de basis voor een visie die mooi is in eenvoud. Uitgangspunt voor het plan is dat de Afsluitdijk wordt ‘verduurzaamd’ op een manier die recht doet aan de historische integriteit van deze icoon. De visie op de Afsluitdijk kan niet los staan van een visie op de ontwikkeling van het 12
IJsselmeer en de Wadden op lange termijn. De functie van de afsluitdijk is daarom beschouwd in een breder kader als element binnen een groter systeem. Daarmee komt een breder scala van oplossingsrichtingen aan bod en kunnen interessante koppelingen worden gemaakt. De kern van de visie ligt bij de discrete aanpassing van de afsluitdijk, parallel aan een ontwikkeling op lange termijn waarin de IJssel op natuurlijke wijze terug in het systeem wordt gebracht. De afsluitdijk wordt met beperkte ‘geen spijt’ maatregelen in etappes versterkt, al naar gelang de snelheid van de zeespiegelstijging. Ondertussen wordt het natuur-eiland Makkummerzand aangelegd in het IJsselmeer, ten westen van de Friese kust, die de IJssel met de waddenzee zal verbinden. Deze stap is essentieel om de spui-functie van de afsluitdijk op lange termijn veilig te stellen, en geeft een geweldige ecologische impuls aan de omgeving. Tenslotte wordt gebruik gemaakt van de unieke
combinatie van getij en zoet en zout water om “blauwe energie” te ontwikkelen. Deze drie thema’s – de dijk als monument, het robuuste watersysteem, en de ontwikkeling van nieuwe vormen van energie – vormen de rode draad in de visie, en zijn gepresenteerd als een drieluik. De luiken zijn verbonden en completeren elkaar.
Makkummerzand / Kornwerderdiep
Luik 1
Luik 2
Luik 3
De Afsluitdijk als monument De waarde van de afsluitdijk als monument hangt samen met zijn functie als waterkerende dijk. Zwaartepunt ligt bij het herstel van de unieke balans van het oorspronkelijke ontwerp. Gekozen is voor een stapsgewijs met de zeespiegel meegroeiende dijk, en daarmee een spreiding in tijd van investeringen. Bij verbreding van de dijk worden de mobiliteitsaspecten opnieuw bekeken om voldoende ruimte te creeren voor de capaciteitsbehoefte van dan.
Robuust Watersysteem Nederland Water is een van de belangrijkste ordenende principes van ruimte, milieu en infrastructuur in Nederland. De Afsluitdijk is een component die beschouwd moet worden als onderdeel van het grotere geheel. De Afsluitdijk heeft een belangrijke relatie met de waterhuishouding van het huidig en toekomstig Nederland. De gekozen strategie voor de waterhuishouding is net als voor het aspect veiligheid een serie maatregelen of stappen in de tijd, meegroeiend met de stijging van de zeespiegel. De voorgestelde stappen zijn een resultante van onze lange termijn visie, waarbij een natuureiland ten westen van de Friese kust aangelegd is en de IJssel als rivier terug in het systeem gebracht is. Het consortium ziet dit als de meest natuurlijke en duurzame vorm van afvoer van water op de lange termijn. Daarnaast zien we het ook als een kans om natuurlijke dy-namiek terug te brengen, door het creëren van een natuurlijke zoetzout gradiënt en een grote ecologische impuls aan het gebied te leveren.
Er zijn een aantal locatiespecifieke kansen voor innovatie. De scheiding zoetzout en het getijdeverschil biedt een uitgelezen mogelijkheid voor de winning van energie door middel van osmose. De ontwikkeling van blauwe energie is duurzaam en in potentie een sterk exportproduct. Nederland heeft veel te bieden op het gebied van water als export product, en er wordt veel gedaan om dat imago te versterken. Voorgesteld wordt een innovatiecentrum op te zetten rondom de overgang van zoet naar zout water om daarmee duurzame technologie te ontwikkelen voor over 510 jaar. Zwaartepunt ligt bij duurzame energie en schoon-waterproductie. Een vergelijkbare overgang komt op meer locaties in de wereld voor. Kennisontwikkeling gevolgd door bouw van demonstratie-installaties kan ons op dit gebied tot een belangrijke speler in de wereld maken.
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
13
1
De Afsluitdijk als primaire waterkering binnen een perceptie als monument van de Waterstaat. Zeespiegelstijging iconen :
Zeespiegelstijging Ten aanzien van de zichtperiode van de visie wordt een planperiode tot het jaar 2100 voorgesteld, met een doorkijk naar de globale ontwikkeling tot 2200. De belangrijkste technische voorwaarden die de visie in deze periode definiëren zijn variabel. Het betreft de zeespiegelstijging en bodemdaling. De zeespiegelstijging is niet constant en is een vrij onzekere variabele. Op de lange termijn (2100 – 2200) wordt zelfs een versnelde zeespiegelstijging verwacht. Als veiligheidscriterium hanteert Rijkswaterstaat het zogenaamde W+ scenario. Dit betekent: - - -
tot 2050 een absolute zeespiegelstijging van 0,25m tot 2100 een absolute zeespiegelstijging van 0,60m tot 2200 wordt een absolute zeespiegelstijging verwacht van +1 tot + 2,5m
Onze visie kenmerkt zich door een getrapte ontwikkeling in de tijd. Wij hebben bovenstaande gegevens over zeespiegelstijging geïnterpoleerd naar een viertal momentopnames binnen de gestelde termijn voor de visie: - - - -
~2050, zeespiegel +0,25m ~2065, zeespiegel +0,35m ~2100, zeespiegel +0,60m ~2200, zeespiegel +1,50m
Het jaar 2065 is toegevoegd aan de tijdsbalk omdat het in de lijn der verwachting ligt dat de Afsluitdijk in het jaar 2015 voor 50 jaar op orde moet zijn. De zeespiegelstijging is het sturend element in de vereiste aanpassing, en niet tijd. Daarom koppelen we de voorgestelde maatregelen in deze visie aan bovengenoemde zeespiegelstijging. De verschillende stappen in ontwikkeling worden in dit document telkens begeleid met het hiernaast afgebeelde icoon voor zeespiegelstijgen, als ankerpunt voor de plaats van de maatregel binnen het veranderende mileu. 14
De Afsluitdijk als Monument (maar moet wel veilig zijn ... )
Ideaal profiel Afsluitdijk na transformatie fase 1
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
15
Ir. C Lely
-- De Afsluitdijk is een monument maar moet wel veilig -- De geplande investering is toekomst gericht en een -- De dijk is goed ontworpen en wij continueren het werk -- De visie is adaptief op het gebied van de klimaats 16
Inleiding
De Afsluitdijk wordt door velen ervaren als een prachtig monument en er is recent een duidelijke roep om de dijk ook officieel als monument te erkennen. De waarde van de Afsluitdijk hangt samen met zijn functie als waterkerende dijk. Als waterkerende dijk voldoet de dijk echter niet meer aan de veiligheidsnorm, en moet dus versterkt worden. Het robuuste karakter en de balans in het oorspronkelijke ontwerp geldt daarbij als streefbeeld voor de versterking op lange termijn.
zijn stevig ‘fundament voor de groei’ ‘in de geest van Lely’ verandering en mobiliteit Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Een traditionele dijkverzwaring volgens de huidige richtlijnen betekent dat de dijk voor het jaar 2100 (bij een zeespiegelstijging van +0.60m) naar verwachting circa 7m. moet worden verhoogd. Dit is een ophoging die ook een forse verbreding van de dijk vereist. Als alternatief voor een dergelijke ophoging kan gedacht worden aan een overslagdijk. Dat wil zeggen: bij een superstorm mogen golven voor een deel over de kruin van de dijk slaan. Een traditionele zeedijk Juli 2008
17
Recente proeven met een dijk in Bergambacht hebben uitgewezen dat gras veel sterker is dan gedacht.
Zeespiegelstijging :
Actie :
beperkte ophoging binnentalud en sterk gras (overslagdijk)
dijk met sterk gras voldoet nog net
ruimschoots verbreden dijk en ophogen binnentalud
stapsgewijs uitbouwen en ophogen aan binnentalud
18
wordt vaak ontworpen op een maximaal overslagdebiet van 1 l/m/s bij een overschreidingsfrequentie van 1/10.000 jaar. In deze visie is gekozen voor een groter overslagdebiet en wordt het binnentalud versterkt. De huidige VTV norm biedt ruimte voor toetsing op een groter overslagdebiet, mits aan gestelde voorwaarden wordt voldaan. De dijk blijft dus een veilige waterkering die de aanval van een superstorm kan weerstaan, alleen moet de dijk op zo’n moment vanwege de grote overslag tijdelijk voor verkeer gesloten worden.
sterk is en niet beschadigd wordt door de overslag. Recente proeven met een dijk in Bergambacht en Delfzijl hebben uitgewezen dat gras veel sterker is dan gedacht. Zonder zichtbare schade liet Rijkswaterstaat daar 50 keer zoveel water over de dijk lopen dan is toegestaan. Ons voorstel is om dit onderzoek uit te breiden zodat meer kennis wordt vergaard over de werkelijke sterkte van gras.
Gras wordt gezien als de ideale bekleding voor het binnentalud. Door het binnentalud niet af te dekken met een steenbekleding kunnen daar makkelijker toekomstige dijkversterkingen/verhogingen worden aangebracht en kan de dijk flexibel blijven meegroeien met de zee. Grote onzekerheden over toekomstige klimaatontwikkelingen worden op een realistische manier meegenomen in een stapsgewijze opeenvolging van ‘geen-spijt’maatregelen.
Overslagdijk
Hiernaast is een flexibel groeimodel voor de dijk gevisualiseerd. Interessant gegeven is dat voor een overslagdijk een relatief beperkte eerste stap voldoende kan zijn voor de komende 50 jaar: een kruinophoging van slechts 1,5m resulteert in een overslagdebiet van 50 l/ m/s tijdens maatgevende omstandigheden. Belangrijk daarbij is dat het talud aan de binnenzijde voldoende Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Het gras met de schapen op de dijk zijn een belangrijk beeldkenmerk van de Afsluitdijk
Juli 2008
19
Flexibel Groeimodel in relatie tot de zeespiegelstijging :
Afsluitdijk volgens Monument profiel
Een zeespiegelstijging van +25cm kan worden opgevangen door een kleine opzet van het talud.
Bij een zeespiegelstijging van 60cm is een nieuw breed fundament nodig, ontworpen in de ‘geest van Lely’.
20
Flexibel groeimodel
Op langere termijn zal de basis van de dijk verbreed moeten worden. Dit betreft een volgende stap in het voorgestelde groeipatroon van de dijk. Op het moment dat deze verbreding noodzakelijk is, zal meer bekend zijn over klimaatsverandering en zeespiegelstijging en kan mobiliteit opnieuw beschouwd worden. Op basis van die gegevens kan besloten worden wat de breedte van de basis van de dijk zou moeten worden, om op lange termijn (tot 2200) flexibel en stapsgewijs op uit te kunnen bouwen. Volgens het KNMI-‘06 scenario wordt tot 2200 een absolute zeespiegelstijging verwacht van +1 tot + 2,5m. De bandbreedte van de getallen geeft aan dat de onzekerheid van de voorspelling relatief hoog is. Dit is reden te meer om de grote investering in vebreding van de dijk uit te stellen tot ruwweg 2065 (+0.35), en op dat moment te kijken welke breedte van de dijk wenselijk is om inpassing van Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
versterkingen en veranderde mobiliteitsvraag op lange termijn te faciliteren. Als om redenen van mobiliteit de dijk eerder dient te worden verbreed kan dat samen gaan met de veiligheid in het flexibele groeimodel.
Kunstwerken
De waterkeringsveiligheid van de aanwezige kunstwerken moet eveneens worden verbeterd. Deze kunstwerken zijn medebepalend voor het karakter van de Afsluitdijk en het dorpsgezicht van Kornwerderzand. Voor de verbeteringen van de waterveiligheid zullen oplossingen worden gezocht die het uiterlijk van de kunstwerken zoveel mogelijk ongemoeid laten (bijvoorbeeld stormvloeddeuren in of voor het buitenhoofd van de huidige deuren).
Juli 2008
21
Wachten op de Afsluitdijk terwijl de scheepvaart passeert door de sluis.
Omrijdoplossing met ruime bochtstralen voor een goede doorstroming in het verkeer.
22
Mobiliteit Wegverkeer De A7 is een belangrijke wegverbinding tussen het noordwesten en het noordoosten van Nederland met een verkeersintensiteit van zo’n 15.000 voertuigen per dag. In de vakantieperiode bestaat er een knelpunt tussen het wegverkeer en het kruisende scheepvaartverkeer bij Kornwerderzand en Den Oever. Door de veelvuldig openstaande sluizen ontstaan files met een lengte van enkele kilometers. Deze knelpunten worden evenwel door ons als relatief beperkt gezien en kunnen worden opgelost met een parallelle omrijdoplossing over de sluizen. De omvang van het probleem rechtvaardigt niet de bouw van aquaducten. Op de langere termijn is het denkbaar dat de mobiliteitsvraag op de as Amsterdam-Afsluitdijk-NoordDuitsland een zodanige groei doormaakt, dat de Afsluitdijk daar een essentiële rol in moet vervullen. Zoals hierboven genoemd zal bij de verbreding van de dijk (+/- jaar 2065) mobiliteitsaspecten opnieuw bekeken moeten worden om Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
bij verbreding van de dijk voldoende ruimte te hebben voor de mobiliteitsbehoefte van dan (bijvoorbeeld spoorverbinding). Scheepvaart Het IJsselmeer wordt veel gebruikt voor recreatievaart en daarnaast zijn er enkele scheepvaartroutes door het IJsselmeer voornamelijk voor beroepsvaart (onder andere AmsterdamLemmer en AmsterdamHarlingen). Passage van de Afsluitdijk is mogelijk door de schutsluizen bij Den Oever en Kornwerderzand. Renovatie van de bestaande schutsluizen wordt gezien als de beste optie binnen de integrale visie op de Afsluitdijk. In het tweede deel van deze visie wordt duidelijk hoe bestaande vaarroutes gehandhaafd kunnen blijven via het Makummerdiep (zie luik 2). Beroepsvaart behoudt bij de aanleg van het eiland Makkummerzand de bestaande ontslutingsopties. Er is immers een open verbinding tussen Kornwerderzand met de IJssel. Op het moment dat de IJssel aangesloten wordt op de Waddenzee (bij zeespiegelsteiging van +0,35 in +/- jaar 2065),
vervalt de huidige verbinding vanaf het Ketelmeer met het IJsselmeer. Er zal onderzocht moeten worden of op dat moment een extra sluis vereist is. De vaarroute vanaf de IJssel naar zee via de sluis bij Kornwerderzand blijft bestaan. Recreatie en toerisme De Afsluitdijk heeft een toeristische functie: het Monument trekt jaarlijks vele bezoekers. Verder bevindt zich een camping bij Breezanddijk. Aan de Friese kant bevindt zich tussen de Afsluitdijk en de Noordwaard een populaire surfplek. Een uitbreiding van de mogelijkheden voor recreatie en toerisme op de Afsluitdijk maakt geen deel uit van onze visie. Op basis van een inventarisatie in het veld denken wij dat er eer te behalen is in het herstel van de aanwezige monumenten. In het derde deel van het drieluik van deze visie wordt een innovatiecentrum besproken. Dit kan voor toerisme tot een interessant object gemaakt worden, waar techniek op een speelse manier onder de aandacht gebracht wordt.
Juli 2008
23
Ornamentale kwaliteit Afsluitdijk Ten tijde van de bouw werd de Afsluitdijk gevierd met een monumentale uitkijktoren getekend door de architect Dudoc. Het werd de bezoekers mogelijk gemaakt gelijktijdig over de Waddenzee, de dijk en het IJsselmeer te kijken. Bezoekers waren geimponeerd door de oneindige lijn in het water. In het winkeltje onderin de toren kon de bezoeker souveniers kopen. Buitenlandse bezoekers en bussen met schoolreisjes deden dit punt aan. De Afsluitdijk was deel van het repertoir. Het Monument ademde de euforie van de Zuiderzeewerken. 22 jaar na voltooiing van de werken (op zijn honderdse geboortedag) werd Cornelis Lely geëerd met een bronzen standbeeld aan de westelijke entree naar de dijk. Het beeld van Marie Andriessen, dat de ingenieur toont in een robuuste pose met regenmantel, werd door koningin Juliana onthuld. Gezien door de bril van de eigentijdse bezoeker heeft het Monument niet aan kracht ingeboet. Altijd zijn er mensen die het wonder van 24
de Afsluitdijk hier op zich laten inwerken, de benen strekken en even hun hoofd er laten afwaaien. Het is niet zo dat de enorme durf en de inspanning die geleverd werden voor de realisatie van dit wereldwonder zondermeer aan mensen bekend is. Daarvoor is het te lang geleden. Ons consortium stelt voor het Monument te vervolmaken met een grote off-size Dudokiaanse vlaggenmast met de Nederlandse driekleur, zodat het karakter van ”Monument” duidelijker wordt. De vrolijke primaire kleuren steken mooi af tegen het grijze landschap of de blauwe lucht. Met dit kleine detail veranderd de status van de plek enorm. Bij het Monument ontbreekt het aan busparkeerplaatsen wat groepsbezoeken niet bevordert. Wij zouden graag de toegankelijkheid van het Monument voor gezelschappen willen verbeteren. Een tweede voorstel zou het terugplaatsen van het standbeeld van Lely zijn op de oorspronkelijke plaats. De vierkante taps toelopende sokkel zou iets verlengd
moeten worden zodat het beeld zich beter verhoudt met de hard voorbij razende automobilist. Wie studie maakt van de vroegere beelden van de Afsluitdijk, ziet hoe het profiel van groene bermen domineerde. De vroege automobilist had de illusie dóór het water te rijden. Door de positie van de vangrails direct langs het asfalt is de huidige automobulist deze oorspronkelijke sensatie kwijt. Ons consortium zou willen onderzoeken of de noodzakelijke transformatie van de Afsluitdijk als nuttig bij-effect de bermsituatie naar het IJsslmeer en naar de dijk zou kunnen benaderen, zonder gebruik van vangrails (de vangrails in de middenberm lijkt onvermijdelijk).
De vangrails geven een dominant ‘Le Mans‘ gevoel aan het rijden over de dijk, een ontwerpstudie zal aan kunnen tonen of het mogelijk is meer ontspannen profiel te maken waarin veiligheid en beleving samen gaan met de overtocht.
Lely heet u welkom op de Afsluitdijk: “zijn jas duwt nog steeds de wind.“
Arc de Triomph Referentie vlag
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
25
2 Inleiding Bij de formulering van deze visie is de plaats van de Afsluitdijk beschouwd aan de hand van zijn functies voor kwantitatief en kwalitatief waterbeheer. De titel voor dit thema luidt “Robuust Watersysteem Nederland”, om duidelijk aan te geven dat de Afsluitdijk beschouwd is als element binnen het grotere geheel.
Waterbeheer
Bij kwantitatief waterbeheer gaat het in de eerste plaats om het spuien van water dat aangevoerd wordt naar het IJsselmeer door de IJssel. Met het stijgen van de zeespiegel is de spuicapaciteit geleidelijk aan
26
De verandering aan de Afsluitdijk als aanleiding voor het herstel van een duurzame zoet-zout gradient functionerend binnen een robuust watersysteem van Nederland.
afgenomen. Het IJsselmeer heeft een winterstreefpeil van NAP- 0,40m. Bij laagwater op de Waddenzee zijn de buitenwaterstanden bij de spuisluizen in Den Oever en Kornwerderzand NAP – 0,90m. Het spuiverschil is daardoor nu maximaal 0,50m bij laagwater. Bij de verwachte absolute zeespiegelstijging van 0,25m tot 2050, zal dit spuiverschil teruglopen naar 0,25m. De spuicapaciteit mag niet teruglopen om dit peilbeheer constant te kunnen houden. Dit betekent, dat in 2050 de spuicapaciteit verdubbeld moet zijn. De vraag hoe na die tijd het water geloosd kan worden
is nog niet overtuigend beantwoord. De aanleg van een ‘superpompstation’ of het opzetten van het IJsselmeerpeil (en daarmee het ophogen van alle dijken rondom het IJsselmeer) zijn ideen die spuicapaciteit op korte termijn veilig kunnen stellen, maar tegen een hoge prijs. Als verder in de tijd vooruit gekeken wordt (doorkijk naar het jaar 2200) blijken dit kwetsbare en kapitaalintesieve oplossingen. In deze visie wordt een oplossing gepresenteerd, die niet alleen duurzaam en robuust is, maar ook financieel interessant.
Robuust Watersysteem Nederland
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
27
De spuisluis spuit naast water vooral vis.
Rijkswaterstaat doet samen met Witteveen+Bos onderzoek naar de vismigratie ten behoeve van de toekomstige nieuwe spuisluizen in de Afsluitdijk. De eerst resultaten tonen aan dat er per getij 70.000 kilo vis met het water wordt meegespuit.
Er leven ongeveer 10.000 - 12.000 broedparen Aalscholvers in het IJsselmeergebied. De 70ton vis per tij is genoeg voer voor 140.000 volwassen Aalscholvers.
We spuien dus 5 keer zoveel vis als het voer van alle Aalscholvers.
28
Bij de beschouwing van kwalitatief waterbeheer wordt vastgesteld dat het IJsselmeer in de huidige situatie ecologisch gezien relatief ‘dood’ is. Natuurlijke overgangen, zoals van droog naar nat, van land naar water, van zoet naar zout zijn een essentieel kenmerk van ondiepe kustzeeën zoals de oorspronkelijke Zuiderzee-Waddenzee. Deze overgangen geven het systeem haar kenmerkende grote verscheidenheid aan milieuomstandigheden en dynamiek. Veel organismen houden van deze karakteristieke dynamische levensomstandigheden en brengen er hun gehele levenscyclus door. Andere organismen gebruiken het milieu als overgangsgebied op hun migratieroute van zout naar zoet of omgekeerd. Voor het Waddengebied is de aanwezigheid van zoetzout overgangen essentieel te noemen. Met de aanleg van de Afsluitdijk werd een harde ecologische scheiding geïntroduceerd Een scheiding tussen zoet en zout die niet overbrugbaar is voor vissen. Bij een gemiddelde spuislag, wordt 70 ton aan vissen gespuid, die onmiddellijk sterven in het zoute water. Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
In deze visie wordt een oplossing gepresenteerd die deze harde scheiding tot natuurlijke overgang maakt, en de natuurlijke dynamiek terug in het systeem brengt. Tegelijkertijd dekt het de spuifunctie die bij het kwantitatief waterbeheer hoort. Het IJsselmeer heeft weinig oevers, beschutting, en natuurlijke diepten die waardevol zijn voor de natuur. De kern van onze visie - het terugbrengen van de IJssel als natuurlijk element in het systeem - biedt in dit opzicht een zee van kansen. De Waddenzee kan profiteren van een terugkeer van natuurlijke estuarine dynamiek, en tegelijkertijd profiteren de Friese oevers
en het IJsselmeer van de ecologische verrijking. Bij de uiteindelijke aansluiting van de IJssel met de Waddenzee wordt een deel van het IJsselmeer afgesloten, en valt daarmee terug in dezelfde compartimentering als in de huidige situatie (met wellicht een beperkte doorspoeling via een wateraflaat vanuit de IJssel). Zolang het IJsselmeer een functie als zoetwateropslag heeft,kan de zoet-zout dynamiek niet tot dat deel van het IJsselmeer worden toegelaten. De verrijking in natuurlijke oevers (westzijde Makummerzand) en ‘natuurlijke’ diepten, vormen echter wel een ecologische verbetering in vergelijking met de huidige situatie.
Net als het Markermeer is het IJsselmeer een arm waterbekken. In de studie Markeroog zijn voor ecologische verrijking vooroevers ontworpen. Juli 2008
29
Ingeslopen systeemfouten De aanleg van de Afsluitdijk heeft grote gevolgen gehad voor het natuurlijk systeem, zogenaamde systeemfouten. Er zijn systeemfouten opgetreden zowel op ecologisch als morfologisch vlak. De door menselijk ingrijpen ontstane systeemfouten nemen wij in beschouwing en trachten deze waar mogelijk te herstellen. De ecologische systeemfout en een mogelijk herstel wordt verder in luik 2 beschreven, blijft over de morfologische systeemfout. Het sediment probleem is ontstaan door het menselijk ingrijpen in de getijdenstromingen. Voor de aanleg van de Afsluitdijk vormden de Zuiderzee en de Waddenzee samen één getijde systeem. Bij het ontwerp van de Afsluitdijk is ernaar gestreefd om het tracé te kiezen langs de lijn die de overgang vormt tussen beide onderdelen van het getijsysteem. Dit is het zogenaamde wantij. Met handmatige getijberekeningen is de keuze voor het tracé bepaald. Achteraf gezien kan men stellen dat dit in grote 30
lijnen gelukt is. Alleen door onnauwkeurigheden van de berekeningen is er toch een afwijking ontstaan tussen het dijktracé en de lijn van het wantij. Effectief heeft dit een vergroting van de komberging van de Waddenzee veroorzaakt. In combinatie met een opslingering van het getij heeft dit geleid tot een toename van de getijvolumes. Dit betekent ook een toename van het sediment transport in het Zeegat van Texel naar de westelijke Waddenzee. Het extra sediment heeft zich in belangrijke mate af gezet in de oude stroomgeulen langs de Afsluitdijk, die na de afsluiting hun stroomvoerende functie verloren. Dit fenomeen is gunstig voor de toekomstige stabiliteit van en rondom de Afsluitdijk. Vanwege de grotere getijvolumes zijn de geulen in het Zeegat van Texel juist veel dieper geworden. De grotere sedimentimport heeft in de buitendelta van het Marsdiep geleid tot een sterke afname van de zandinhoud. Dit proces gaat tot vandaag de dag met een vrijwel constante snelheid
door. Naar verwachting zal de Noorderhaaks en de Razende Bol hierdoor op termijn (ca 50 jaar) verdwenen zijn. In oostelijke richting nabij de westkust van Friesland heeft eveneens een forse erosie plaatsgevonden, waarbij voor de spuisluis van Kornerwerzand een diepe geul is ontstaan. Met een (gedeeltelijk) open Afsluitdijk worden de natuurlijke processen in de ondiepe kustzee van de Waddenzee en de processen die in gang gezet zijn met de aanleg van de dijk opnieuw gewijzigd. Hoe de voorgestelde plannen hierop ingrijpen is niet op voorhand te zeggen. De gevolgen hiervan voor de waterbeweging en de sedimentbeweging op de korte en op de lange termijn moeten onderwerp zijn van een gedetailleerde studie. Hierbij moet men zich realiseren dat de samenhang in de morfodynamische processen zich uitstrekt tot het buitengebied van het Marsdiep en de aanliggende kusten van Noord-Holland en Texel.
De IJssel is afgedamd voor onze veiligheid maar het levert grote problemen op in het watersysteem op het gebied van ecologie en morfologie. In de herziening van de Afsluitdijk en in de visie voor het toekomstig robuust watersysteem kunnen deze systeemfouten deels worden hersteld.
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
31
lange termijn opties (2100-2200)
32
Om het water uit de IJssel te kunnen spuien op de Waddenzee moeten we alle dijken verhogen, ...
... of we leggen een nieuwe vrijliggende kortere dijk in het IJsselmeer waardoor we de IJssel natuurlijk kunnen laten afwateren. De ecologische verrijking is enorm.
Als de verlengde IJssel niet wordt aangelegd moet er een gemaal worden gebouwd om al het water uit de IJssel af te voeren naar de Waddenzee.
Financiëel en ecologisch is op lange termijn de verlengde IJssel de beste oplossing voor ons watersysteem.
Verlengde IJssel Onze visie op de Afsluitdijk karakteriseert zich op de lange termijn (2100-2200) door een ‘verlengde IJssel’, dat wil zeggen, een IJssel die niet in het IJsselmeer maar in de Waddenzee uitmondt. Voor een goed begrip van de gekozen oplossing wordt eerst de ‘eindsituatie’ (eindsituatie binnen de termijn van deze visie) gepresenteerd. In deze ‘eindsituatie’ is de IJssel verbonden met de wadden door de aanleg van een aanéénschakeling van platen en dijken langs de Friese zijde van het IJsselmeer. De IJssel vormt daar dus een brede rivier die losgekoppeld is van het IJsselmeer. Het deel van de Afsluitdijk tussen de zandplaat en Friesland krijgt in de uiteindelijke situatie de functie van een stormvloedkering. In principe is er dan een open verbinding met de Waddenzee waarin er niet meer sprake is van spuiwerken die alleen water richting zee lozen, maar een doorlaatwerk, waarin water in beide richtingen kan stromen. In het laatste deel van de IJssel zal zich een getijderegime instellen met een geleidelijke overgang van Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
zoet naar zout. De stappen in de ontwikkeling tot deze ‘eindsituatie’ is als volgt: +0,25 Op korte termijn wordt een langgerekt smal eiland aangelegd dat parallel aan de West-Friese kust ligt: het Makkummerzand. Hierdoor ontstaat een waterbekken (Het Kornwerderdiep) tussen dit eiland en de Friese IJsselmeerkust: het Kornwerderdiep. Het Makummerdiep sluit aan op het bestaande spuimiddel en toekomstige ES2 in de Afsluitdijk. De spuisluis Kornwerderzand of ES2 kan uitgerust worden met een ‘retouroptie’. Aan het eind van elke spuiperiode of bij hoogwater wordt een hoeveelheid zout water binnengelaten, waarmee de brakwaterzone gevoed en in stand gehouden wordt. De hoeveelheid in te laten water dient daarbij afgestemd te worden op de hoeveelheid gespuid water (en op de hoeveelheid brak water die door een osmosecentrale aan het brakwatergebied geleverd kan worden). Door aanvoer vanuit de IJssel is de gemiddelde stromingsrichting
in het Makummerdiep richting het spuiwerk. Het water in het meer zal dus in het noorden het meest zout zijn. Het regime van inlaat van zeewater moet zodanig beperkt zijn dat het water in het zuiden van het Makummerdiep zoet blijft. Tot een zeespiegelstijging van +0,25 (+/- jaar 2050) kan het bestaande peilbeheer worden voortgezet. Voor de breedte van de brakwaterzone wordt ca. 5 km aangehouden. De lengte in deze eerste fase is vanaf Kornwerderzand tot aan Stavoren ca 20 km. Bij een gemiddelde diepte van 2m ontstaat er een volume van ca 200 miljoen m3. De verhouding van het maximale spuivolume (ca 50 miljoen m3 via de bestaande en de nieuwe sluizen bij Kornwerderzand) en het totale volume van de brakwaterzone bedraagt ongeveer een factor 4. Deze verhouding is een belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van een stabiele zoetzoutgradiënt.
Juli 2008
33
+ 0.00m
kleine kruinverhoging van 1.50 meter + sterk gras aanleg van Nieuw Kornwerdersluis + 0.25m
aanleg Makkummerzand
+ 0.35m
rek uit het IJsselmeer halen aanleg nieuw fundament Afsluitdijk + 0.60m
verlengde IJssel
+ 1.50m
kruinhoogte Afsluitdijk verhogen
34
+0,35 De verbinding van het Makkummerzand met de huidige monding van de IJssel bij het Ketelmeer zal gestart moeten worden bij een zeespiegelstijging van meer dan +0,25 is (+/- jaar 2050). Tot +0,35 (+/- jaar 2065) kan de ‘rek’ uit het IJsselmeer gehaald worden. Het IJsselmeerpeil wordt verhoogd voor zover dit mogelijk is zonder ophoging van dijken rond het IJsselmeer. Op het moment dat de IJssel verbonden is met de Waddenzee kan dat IJsselmeerpeil gehandhaafd blijven. De dijken rond het IJsselmeer hoeven niet verder opgehoogd te worden. Voor zover in bovenstroomse delen van de IJssel een stuwing optreed bij extreme afvoeren zal dijkophoging noodzakelijk zijn. Het ontstaan van stuwkrommen is echter beperkt door de grote breedte (5km) van de verlenging van de IJssel en kan wellicht verder beperkt worden door inpassing van een overlaat richting het IJsselmeer. Bij extreme afvoer kan het (zoete) water daarmee deels naar het IJsselmeer afgelaten worden. Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Een andere mogelijkheid is het verlengen van de IJssel door de Noordoostpolder: het vergeten Randmeer. De Noordoostpolder wordt hiermee weer omringd door water. Deze mogelijkheid is een verdere verrijking van ecologie en natuur. +0,60 en hoger Op het moment dat de IJssel verbonden is met de Waddenzee (vanaf +0,35), kan het peil in het IJsselmeer gehandhaafd blijven, of naar wens verlaagd of verhoogd worden, mits een beperkte spuicapaciteit bij den Oever gehandhaafd blijft. Het peilbeheer van het gecompartimenteerde IJsselmeer kan in deze fase optimaal worden afgestemd op de zoetwatervoorziening en de waterhuishouding van het direct omringende gebied. Hier zal nog een optimalisatie moeten worden bestudeerd. Bij hogere zeespiegelstijging (+0.60m en hoger) blijft de situatie gelijk. De opening in de Afsluitdijk kan verder vergroot worden voor een optimale inlaat van het tij en uitlaat van water van de rivier.
Juli 2008
35
Zoetwatervoorziening aanzienlijk deel langs de Friese oevers geleid kunnen worden. Op verschillende punten kan zoet water afgelaten worden naar een km brede vooroever of zoetwater kwelder, die een buffer vormt tussen het brakke water en de polder. Aan de IJsselmeerkant van deze zone zal zich vervolgens de zoet zout gradient instellen die voor de natuur interessant is.
De zoetwatervoorraad in het IJsselmeer wordt via twee inlaten bij Andijk gebruikt als basis voor de productie van 97 miljoen m3 drinkwater per jaar en voor zoetwatervoorziening van de landbouw. Het IJsselmeerwater is voor ruim 1 miljoen mensen in de provincie Noord-Holland dé drinkwaterbron. Voor de kwaliteit van het drinkwater is het chloridegehalte van het IJsselmeerwater van groot belang. Toenemende verzilting is op dit moment ook een belangrijk aandachtspunt in het noorden van Nederland. Op het moment 36
dat een brakwaterzone geïntroduceerd wordt voor de Friese oever langs het IJsselmeer zal de hoeveelheid zoutwater kwel waarschijnlijk toenemen. De inlaat van zoutwater is controleerbaar - de retouroptie is optioneel, de spuisluis kan altijd volledig dicht blijven bij het keren van het tij - maar in het licht van natuurlijke dynamiek is het streven naar een zoet-zout gradiënt. Verzilting en het wegvallen van een zoetwaterinlaat moeten voorkomen worden. Als oplossing voor deze problemen zou het zoete water van de IJssel voor een
Een laatste punt van aandacht is de open verbinding van de brakwaterzone met het IJsselmeer. Tot aan de aansluiting van de IJssel met de wadden bij +0,35 (+/- jaar 2065) zal de brakwaterzone in open verbinding staan met het IJsselmeer. Zolang er een regelmatige en continue aanvoer van rivierwater is zal een netto stroomrichting van het brakwaterfront richting spuiwerk te handhaven zijn. In droge maanden is er slechts beperkte afvoer vanuit de IJssel en zal er niet of nauwelijks gespuid worden. Het gevaar is dan dat het brakwaterfront niet meer beheersbaar is en zich binnen het brakwatermeer te ver in zuidelijke richting verplaatst. In een dergelijke situatie zou een doorspoelmogelijkheid beschikbaar moeten zijn. Wellicht kan het IJsselmeerpeil een aantal cm hoger opgezet worden, zodat dit als doorspoelwater gebruikt kan worden Belangrijker is echter in de eerste jaren na aanleg van het Makkummerzand de retouroptie gedoseerd en gecontroleerd toe te passen, in combinatie met Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
zoutmetingen langs het Makkummerzand en de Friese oever.
worden. Vooralsnog wordt uitgegaan van een diffuus en ongelaagd brakwaterfront.
Het nut van een (onder water gelegen) zoutwater drempel in het zuidelijke deel van het meer moet nader onderzocht Friesland houdt garantie zoetwaterinname.
zoetwaterinlaat
verste punt zoutwatertong
zoetwaterinlaat
Zoutwaterdrempel
Juli 2008
37
Als compensatie voor de aanleg van IJburg werd de Hoeckelingsdam gebouwd. De ecologie is te vergelijken met de gewenste ecologie langs de IJsselmeerkant van het Makkummerzand.
38
Ecologie Op dit moment ontbreken geleidelijke zoet-zout overgangen geheel in het Waddengebied. Dit doet zich het sterkst voelen bij de overgang IJsselmeerWaddenzee. Hier stromen grote hoeveelheden zoet water bij laag water de Waddenzee in, niet geleidelijk via een brak overgangsgebied, maar haarscherp via de Afsluitdijk, zoet aan de ene kant en zout aan de andere kant. Lopend onderzoek van Rijkswaterstaat in de spuisluis van Kornwerderzand laat zien hoe negatief dit uitpakt voor de visstand van het IJsselmeer: grote hoeveelheden zoetwatervissen laten zich nietsvermoedend met het zoete water naar de Waddenzee stromen. Daar aangekomen wordt het gebied snel zout en slaagt vrijwel geen enkele vis er in levend terug te keren naar het IJsselmeer. In de wintermaanden blijken zo tientallen tonnen zoetwatervis per dag te sterven. Een betere illustratie van de ecologisch zeer nadelige gevolgen van het ontbreken Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
van een zoet-zout overgang bestaat er naar onze mening niet! De Waddenraad (rapport: ‘Het Tij Geleerd’, Esturariene overgangen) is van mening dat het IJsselmeer de beste potenties heeft voor herstel van een waardevolle estuariene overgang. Zij pleit voor een integrale aanpak, waarbij de geplande uitbreiding van de spuicapaciteit, de noodzakelijke aanpassing van de Afsluitdijk en de mogelijkheden van energiewinning hand in hand gaan met herstel van een zoet-zout overgang.
en zoet water (en zich oriënteren op de lokstromen van de spuisluizen) en alleen dan kunnen de grote hoeveelheden zoetwatervissen op tijd voor het zoute water gewaarschuwd worden, doordat ze eerst een brak gebied tegenkomen. Dit alleen al levert een grote meerwaarde op voor de ecologie.
Een optimaal functionerende brakwaterzone zal een leefgebied vormen voor brakwaterorganismen en een overgangsgebied zijn voor mariene en zoetwaterorganismen. Cruciaal hierbij is dat het geen geïsoleerd brakwatergebied is, maar een dynamisch gebied dat in de spuistroming ligt. Alleen dan kan het optimaal functioneren als overgangsgebied voor organismen die migreren tussen zout Juli 2008
39
Makkummerzand Naast de functie van het eiland Makkummerzand als waterscheidend element heeft het eiland een bestemming als ecologisch gebied. De oevers van het geprojecteerde eiland hebben een flauw talud. Daardoor ontstaat een gradiënt van nat naar droog waar veel soorten flora en fauna een geschikt biotoop vinden. Het IJsselmeer heeft momenteel veelal verharde oevers. De realisatie van het eiland zal bijdragen aan de mogelijkheden voor soorten die gebruik maken van oevers, zoals amfibieën en vissen, watervogels, insecten en kleine zoogdieren. Daarbij biedt het eiland, mits de recreatiedruk zich tot enkele delen van het eiland beperkt (of bepaalde gevoelige perioden voor bepaalde soorten uitsluit), broed- en ruiplekken voor vele soorten watervogels. Het ontstaan van een brakwaterzone aan de oostzijde van het eiland is ecologisch gezien interessant. Soorten flora en fauna van brakwatersystemen kunnen dit systeem koloniseren en daarmeebijdraagt aan een vergroting van 40
de biodiversiteit van het IJsselmeer. Alleen de aanleg van het eiland Makkummerzand zorgt al voor een immense ecologische impuls en verrijking van natuur in het gebied. Door de aanleg van het eiland zal de waterstuwing door wind afnemen, dit resulteert in de eerste fase (tot +0,35 in +/- 2065) in een verlaagde dynamiek langs de Friese oevers “achter” het eiland. De verlaagde dynamiek heeft als gevolg dat hoogwaterstanden minder zullen optreden. De oeverzone wordt tijdelijk droger en dit kan nadelige gevolgen hebben voor beschermde soorten. De noordse woelmuis en visdief zijn bijvoorbeeld beide afhankelijk zijn van het regelmatig inunderen van hun (broed)biotoop. In de uiteindelijke situatie waarin de IJssel verbonden is met de Waddenzee, wordt dit echter goedgemaakt. Dan kan door middel van het spuiwerk een dynamisch peilbeheer ingevoerd worden. Getijdenbeweging kan dan opnieuw in het gebied geïntroduceerd worden.
Het eiland zou uiteraard ook tot een aantrekkelijk recreatiegebied kunnen worden ontwikkeld, met een jachthavens, recreatiewoningen en wellicht zelfs een havenstadje. In deze visie zien wij daarvan af, en hebben wij het zwaartepunt bewust bij een ecologische bestemming gelegd. Als het eiland Makkummerzand als natuurgebied ingericht wordt, kan dit wellicht als compensatie gelden voor een uitbreiding van recreatieve bestemmingen aan de Friese kant van het IJsselmeer. Eén element zou echter bij uitstek op het eiland geplaatst kunnen worden, op het noordelijke punt waar het eiland aantakt op de Afsluitdijk en waar zoet en zout water naast elkaar voorkomen. Dit element is in onze visie een osmosecentrale en onderdeel van het innovatiecentrum. Dit onderdeel wordt toegelicht in het volgende en laatste deel van het drieluik.
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
41
Lago Wirense
42
Makkummerzand
Kornwerderdiep
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
43
Ecologie van het eiland
44
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
45
3 Inleiding De Afsluitdijk is een bijzondere locatie met volop zon, wind en waterstromen, die prachtige kansen biedt voor opwekking van duurzame energie. In de uitgevoerde Verkenning voor de Afsluitdijk en in het verslag van de Expertmeeting wordt een groot aantal mogelijkheden van duurzame energie opwekking genoemd: zonne-energie, osmose, stromingsturbines, windenergie, valmeer, road-energy (warmtekoudeopslag), bio-offshore, plug-in hybride voertuigen, smart grid (gelijkstroom kabelnet), ringleidingen voor CO2 en H2. Veel vormen van duurzame energie zijn inpasbaar, maar slechts 46
Innovatie in watertechnologie en mogelijke andere projecten als belangrijke spin-off.
een aantal hebben een locatiespecifieke relatie met de Afsluitdijk.
Blauwe energie
Osmose is een vorm van duurzame energie die bij uitstek een specifieke relatie heeft met de Afsluitdijk. De aanwezigheid van zoet en zout water aan weerszijden van de Afsluitdijk en het aanwezige getijdeverschil bieden een mooie kans om deze technologie verder te ontwikkelen. De techniek om elektriciteit te winnen met osmose wordt ook wel “blauwe energie” genoemd. De technologie is op dit moment op laboratoriumschaal operationeel. Als deze technologie ontwikkeld kan
worden tot een betaalbare en duurzame vorm van energie kan dit een prachtig export product worden, waarin Nederland voorloopt op de concurrentie. Verder onderzoek en innovatie zijn daarbij essentieel. Op basis van informatie uit de dialoogsessies mag worden uitgegaan van een zoetwaterdebiet van 200 m3/s, met uitzondering van periodes van droogte, waarin niet gespuid wordt vanuit het IJsselmeer. Dit betekent, dat een vermogen van 200 MW realiseerbaar is, mits de techniek voldoende is opgeschaald. In droge zomers zal de osmosecentrale tijdelijk stil liggen.
Meerwaarde van de Afsluitdijk
Voorbeeld van een Osmose centrale. Zoet water wordt via een membraam langs zout water geleid en dat genereert energie. Een brak wateruitstroom is het gevolg van het energie opwekkende proces. Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
47
Andere energie In deze visie is bewust gekozen om de mogelijkheden voor windenergie en zonneenergie niet verder uit te werken. Dit zijn modules die inpasbaar zijn, maar niet specifiek aan de visie op de Afsluitdijk gekoppeld zijn. Het Makkummerzand zou idealitair een ecologische bestemming moeten krijgen. In dat licht pleiten wij ervoor geen windmolens te plaatsen. In de uiteindelijke situatie waarin het getij tot het Kornwerderdiep wordt toegelaten, kunnen getijde-turbines wellicht in de spuikokers worden geinstalleerd. Dit ter ondersteuning van de focus op deze locatie op blauwe energie. Water en innovatie Er wordt veel onderzoek gedaan in Nederland naar andere mogelijkheden in watertechnologie. Naast de osmose-pilot zou ruimte voor ander watertechnologisch onderzoek geboden kunnen worden. Wetsus (Leeuwarden) richt zich bijvoorbeeld naast blauwe energie ook op ontzilting. De 48
ontzilting van zout water naar zoet water met osmotische membramen is niet nieuw, maar nog wel steeds in ontwikkeling. In steden waar de nood voor drinkwater hoog is (denk aan Midden-Oosten, Afrika) blijkt ontzilting van zeewater steeds vaker een economisch haalbare vorm van drinkwaterproductie. Dit komt door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van omgekeerde osmose waardoor de investeringskosten dalen. Onderzoek rond het thema “zout water” kan wellicht gecombineerd worden in een innovatiecentrum.
Blauwe energie in de vorm van getijde-turbines in de spuikokers van de spuimiddelen.
1) Renovatie bestaande sluizen
2) Nieuwe Kornwerdersluis = [ES]2 (met water retour optie)
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
49
Makkummerzand
Kornwerderdiep
Omrijdoplossing
50
Innovatiecentrum Osmose energie Brakwater ecologie
Nieuw Kornwerdersluis
Watertechnologie als exportproduct
Voorgesteld wordt een innovatiecentrum op te zetten rondom de overgang van zoet naar zout water om daarmee duurzame technologie te ontwikkelen voor over 5-10 jaar. Zwaartepunt ligt bij duurzame energie en schoon waterproductie. Een vergelijkbare overgang komt op meer locaties in de wereld voor. Kennisontwikkeling gevolgd door bouw van demonstratie-installaties kan ons op dit gebied tot een key-player in de wereld maken.
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
51
HAALBAARHEID Financiele haalbaarheid
De kracht van onze visie zit in de gefaseerde aanpak in de tijd. In 2010 wordt het profiel van de Afsluitdijk beperkt aangepast om de veiligheid tot 2065 te garanderen. Tegelijkertijd wordt het eiland Makkummerzand gefaseerd aangelegd, waarmee een grote verrijking van ecologie en natuur wordt behaald. Aansluitend worden in 2020 de omrijdroutes bij Den Oever en Kornwerderzand aangelegd. Pas in 2060 is het nodig de volgende aanpassing van de Afsluitdijk uit te voeren. Deze verhoging en verbreding wordt in 5 jaar uitgevoerd. Rond 2060 zal tevens de IJssel verlengd worden. Het nul-alternatief houdt in het ophogen van alle IJsselmeer ringdijken met bijkomende werken (ophogen bruggen, havens etc). Eerste ramingen tonen aan dat deze kosten veel hoger liggen dan het aanleggen van de rivierdijk om de IJssel vanaf het Ketelmeer te verbinden met het eiland Makkummerzand. Voor deze rivierdijk is een eerste kostenraming gemaakt. De kosten van het nul-alternatief zitten niet in de scope van deze marktverkenning, de overheid zal hier apart geld voor moeten reserveren. In onze visie wordt deze over52
heidsreservering aangewend voor de aanleg van de verlengde IJssel. Uitgangspunt voor de financiele haalbaarheid is het budget van € 750 mln per 2010, dat jaarlijks geindexeerd wordt met 3%. Verder is voor het eiland Makkummerzand gerekend met een bijdrage uit het Waddenfonds van € 50 mln.
Voor het nieuwe spuicomplex (ES2) dat bij Kornwerderzand geplaatst wordt is aangenomen dat de gereserveerde € 250 mln door de overheid voldoet. Het spuicomplex is om deze reden niet in het financiele model opgenomen. In onderstaande tabel zijn de elementen uit onze visie weergegeven met start- en opleverdatum alsmede geraamde kosten, prijspeil 2008. De grafiek geeft het verloop van het budget weer in tijd.
1400 Mln
1200 Mln
1000 Mln
800 Mln
750 Mln
600 Mln
350 Mln
400 Mln
200 Mln
2010
2020
2030
2023 Eerste fase Makkummerzand Omrijdoplossingen
2040
2050
2060
2070
2059 Start Tweede fase Verbreding Afsluitdijk
2010
Onze gefaseerde aanpak leidt, afgezien van de verlengde IJssel, tot de realisatie van bovengenoemde elementen binnen het beschikbare budget van € 750 mln met een bijdrage uit het Waddenfonds van € 50 mln.
Vormgeving Publiek Privaat Proces en Financierings mogelijkheden
Visie op samenwerking Samenwerking is hot! Bij vlagen wordt een beeld geschetst dat door samenwerking het onmogelijke mogelijk wordt. Samenwerking als toverwoord… Deze combinatie heeft als geen ander ervaring met publiek private samenwerking. Van Alliantie tot PPS, van bouwteam tot bouwclaim. Maar deze combinatie heeft ook een duidelijke, realistische en wellicht kritische visie op samenwerking. Deze visie is gebaseerd op het uitgangspunt dat iedere samenwerking evenwichtig en krachtig moet zijn, en een meerwaarde moet geven voor elke partij die participeert. Vooral willen we er voor waken dat een gekozen samenwerkingsvorm of –vormen gaat leiden tot teleurstellingen. De succesvolle ingrediënten hiertoe kunnen wij inbrengen vanuit nationale projecten (denk aan: A59, Wieringerandmeer, N11, Grensmaas, etc.) en internationale projecten (zoals: PFI Pevensey Bay, Melbourne Alliance, Rebuilding Vilufushi Maldives, etc.). Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Integraliteit: één plan, één samenwerking…?: een schakelbaar proces
van een toekomst robuuste visie voor de Afsluitdijk op masterplanniveau gedacht wordt vanuit een integrale visie. Het gaat erom (op termijn) deze masterplanvisie gerealiseerd te hebben, want slechts dan kan er sprake zijn van maximale synergie. Maar…, voor de ontwikkeling, uitvoering en mogelijke exploitatie van een aantal van bovengenoemde elementen is een integrale samenwerking tussen publiek en privaat voor het geheel niet nodig, zelfs onverstandig. Voor de verschillende elementen wil je graag kunnen schakelen in tijd, geld en kwaliteit.
Onze visie op het proces van samenwerking, gericht op de Afsluitdijk, kent een aantal elementen: 1. De Afsluitdijk als waterkering 2. Het water- en verkeersknooppunt bij Den Oever 3. De brakke lagune inclusief zandlichaam/eiland 4. Het spuisluizencomplex Kornwerderzand 5. De osmosecentrale
De elementen zijn onafhankelijke bouwstenen en kunnen individueel worden toegepast. Iedere bouwsteen kent eigen actoren, verantwoordelijken, risico’s en geldstromen. De ideale rolverdeling, risicoverdeling, eigendomsverdeling en dus de contractvorm, is daarmee voor iedere bouwsteen anders. Ons plan bestaat uit 5 deelplannen binnen één integrale visie. Dit stelt direct ook één belangrijke randvoorwaarde, namelijk op masterplanniveau hele duidelijke centrale regie door de belangrijkste publieke partij: Rijkswaterstaat.
De Afsluitdijk, wellicht de meest markante ruimtelijke lijn van Nederland, zichtbaar van uit de ruimte, scheidslijn tussen zout en zoet, verbinding tussen oost en west. Een icoon. Veel betrokken partijen, veel stakeholders, meerdere initiatiefnemers, meerdere ideeen. De eerste vraag die rijst is de noodzaak voor een integrale, allesomvattende samenwerking. Wij menen dat dat niet het geval is, sterker, dat een dergelijke samenwerking een bedreiging voor het project kan zijn.
Mede vanuit cultureel en maatschappelijke waarden kan het niet anders zijn dan dat er bij het ontwikkelen
Juli 2008
53
Er kunnen verschillende overwegingen zijn voor de overheid om een samenwerking aan te gaan met een of meer marktpartijen voor een bepaald project. A: Een belangrijke reden tot het aangaan van een publiek - private samenwerking, is voorfinanciering. Dit vindt bijvoorbeeld plaats bij infrastructuur projecten. De private partij draagt zorg voor de uitvoering en stelt geld (in feite een ‘lening’) beschikbaar. De overheid lost op een later moment haar verplichtingen af c.q. de voorfinanciering wordt middels het genereren van inkomsten (bijv. tolheffing) afgelost. B: Een andere reden om een publiek – private samenwerking aan te gaan, is gelegen in het simpele feit dat de betreffende private partij beschikt over specifieke kennis en ervaring (bijv. mbt techniek en/of markt (vraag – aanbod, afzetprijzen etc), veelal in combinatie met financieringsmogelijkheden en het kunnen beïnvloeden en dus willen dragen van risico’s. Voor de deelplannen 1, 2 en 4 zijn wij van mening dat samenwerking publiek – privaat (A, zie boven) niet voor de hand ligt, anders dan alleen voorfinanciering. 54
Aangezien het Rijk reeds voldoende budget heeft geoormerkt voor deze deelplannen, stellen wij vast dat onze visie in deze wordt onderschreven. Wij zijn wel van mening dat het het onderzoeken waard is in hoeverre PFI-constructies bij kunnen dragen aan deze deelplannen.
een zandlichaam op te spuiten. Dit zandlichaam zal zich naar verwachting ontwikkelen tot een eiland met een hoge natuurwaarde. De kosten worden in hoge mate bepaald door de aanleg van het zandlichaam. Wat het genereren van opbrengsten betreft, zien wij twee verschillende mogelijkheden.
De deelplannen 3 en 5, de brakke lagune incl. het eiland en de osmose centrale, komen volgens ons in aanmerking voor een publiek – private interactie, waarbij wij de osmosecentrale zien als een privaat initiatief (meest voor de hand liggend een energieconcern, mogelijk met publieke deelneming). N.B.: Een belangrijke financiële prikkel in ons masterplan is, dat de brakke lagune incl. het eiland (deelplan 3) worden gefinancierd uit het reeds beschikbare budget (zie kostenraming). De eventuele commerciële ontwikkeling en exploitatie is een privaat initiatief.
Op het zandlichaam worden hoogwaardige recreatieen verblijfsvoorzieningen aangelegd, afgestemd op het karakter van het nieuwe eiland. Deze voorzieningen worden privaat gefinancierd door het consortium dat het zandlichaam opspuit. De opbrengsten genereren ‘hard geld’ dat terug vloeit naar het consortium.
In deze fase van de marktconsultatie leggen wij in ons samenwerkingsvoorstel de focus op het deelplan “brakke lagune”. Om de brakke lagune te kunnen realiseren, is het noodzakelijk
Op het zandlichaam worden géén recreatie- en verblijfsvoorzieningen aangelegd. Het eiland blijft 100% hoogwaardige natuur. Het hoogwaardige natuureiland kan als compensatie worden ingezet voor tal van kleine projecten in de regio waar natuurcompensatie verplicht gesteld is/wordt. Door de vermeden kosten (immers aankoop van gebieden en aanleg van natuur is niet noodzakelijk) om te buigen naar het nieuwe
eiland, worden opbrengsten gegenereerd. In het vervolg van de prijsvraag stellen wij voor een business case te ontwikkelen die middels een maatschappelijke kosten en baten analyse (MKBA) inzicht geeft in de kosten van aanleg en de opbrengsten (‘exploitatie’) van de brakke lagune. In deze business case worden de twee
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
opbrengstscenario’s nader uitgewerkt.
Voor de Risicoverdeling in het algemeen geldt:
Gelijkwaardige partners voor de separate onderdelen; schakelbaar in het proces met het oog op haalbaar/ schaalbaar/betaalbaar en fasering is tenslotte belangrijk om het risicoprofiel te reduceren.
Juli 2008
55
4. BELEIDSKADER EN OMGEVING
4.1. Vigerend beleid Het belangrijkste beleidsstuk dat van toepassing is op de ontwikkeling van de Afsluitdijk is de PKB Derde Nota Waddenzee [Lit. i.]. In de PKB beschrijft het rijk het integrale beleid op het gebied van natuurbescherming, ruimtelijke ordening, milieu en water in onderlinge samenhang. De hoofddoelstelling van de PKB Waddenzee is: duurzame bescherming van de Waddenzee, ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en behoud van het unieke open landschap. In de PKB is aangegeven, dat activiteiten moeten worden afgewogen met de afwegingskaders van de natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en Faunawet, het afwegingskader voor landschappelijke kwaliteit uit de PKB en voor de monumentenwet en de Kaderrichtlijn Water. In Afbeelding 6.15. zijn de grenzen van PKB afgebeeld alsmede de natuurbeschermingsgebieden. De grens van het PKB-gebied is de buitenteen van de Afsluitdijk. Afbeelding 6.15. Vigerend natuurbeleid Waddenzee (bron: [Lit. .]) 56
Overig vigerend beleid (bijv: Natura 2000) zijn minder kritisch in het kader van deze visie, en vallen daarmee buiten de scope van dit rapport. Met onze lange termijn visie Verlengde IJssel spelen wij in op het beleidsvoornemen tot realisatie van een meer geleidelijke en beter passeerbare overgang tussen zoet en zout water. De harde barrière van de huidige Afsluitdijk wordt ermee geslecht. Met onze visie geven we tevens invulling aan de beleidsdoelen vanuit de Kaderrichtlijn Water die erop gericht zijn stroomgebieden natuurlijker en meer als een geheel te laten functioneren Proces onder de nieuwe WRO
Het nadenken over een toekomst robuuste Afsluitdijk resulteert in een integraal plan waarbij één plus één drie wordt. De kenmerken van het plan zijn de veelomvattendheid en het groot oplossend vermogen. Een robuuste Afsluitdijk is van nationaal belang. Dit betekent dat niet alleen de rijksoverheid aan zet is, maar dat ook lagere overheden en private partijen hierin hun verantwoording dienen te nemen. Er is sprake van meerdere diverse actoren waarvan wordt
verwacht dat zij, dan wel vanuit hun publiek taak dan wel vanuit hun private taak, meewerken aan de uitvoering van het plan. In combinatie met de veelomvattenheid en de complexe oplossingsrichting is het de overweging waard te komen tot een zogenaamde raamwet Afsluitdijk. Dit naar analogie van de raamwet Zuiderzeewet (van kracht geworden in 1918). De Zuiderzeewet gaf op hoofdlijnen aan wat er moest gebeuren en wanneer. Met een raamwet wordt een duidelijk kader gegeven waarbinnen de beoogde planontwikkeling plaats kan vinden, betrokken partijen wordt houvast geboden en de afstemming tussen de verschillende bevoegde gezagen wordt geregeld. Op deze wijze wordt voorkomen dat een project van nationaal belang verzandt in een wirwar van procedures met elk zijn eigen participatiemogelijkheden.
Een gedetailleerde beschouwing van het juridische kader en de toepassing van de raamwet valt buiten de huidige scope. Wellicht moet ook over de grenzen gekeken worden: een inventarisatie van de grenzen van het Rijn-zout verdrag bijvoorbeeld is van belang als de retourstroom geïmplementeerd wordt en het ingelaten zoute water vervolgens gespuid wordt. 4.2. Effecten op de omgeving
Op basis van onze visie op de gewenste ontwikkeling rondom de Afsluitdijk zal de ingreep op korte termijn bestaan uit: het aanleggen van het eiland Makkumeroog, het realiseren van omrijoplossingen bij de schutsluizen van Kornwerderzand en Den Oever, het faciliteren van een osmosecentrale aan de noordzijde op het eiland Makkumeroog en een zonneenergiecentrale van Zurich tot Kornwerderzand op het binnentalud. Op de lange termijn bestaat de ingreep uit het verlengen van de IJssel en ter plaatse van de Afsluitdijk het bouwen van een stormvloedkering. De verlenging van de IJssel betekent, dat er aan de zuidzijde van het Makkummerzand een scheidingsdam moet worden aangelegd naar de kop van het Ketelmeer. Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
De effecten op de omgeving kunnen in hoofdzaak worden samengevat in en aantal aspecten: hydrologie, morfologie en ecologie. Daarnaast zijn er effecten vanuit deze ingreep op de gebruiksfuncties in het gebied: scheepvaart, visserij, havens, recreatie, landbouw- en drinkwatervoorziening en militaire activiteiten. Op de korte termijn zal het belangrijkste effect aan de Waddenzeezijde zijn, dat door de aanleg van de brakwaterzone langs de Friese kust er bij het spuien geen zoet, maar brakwater zal worden gespuid. Dit betekent dat het spuien van ‘zoetwaterbellen’ op de Waddenzee fors wordt gereduceerd. Dit betekent minder zoetwaterschokken en een grotere stabiliteit in de zoutzoet gradienten. Dat is gunstig voor de bodemfauna in het gebied. Aan de Waddenzeezijde is het belangrijk om door ontwerp en vormgeving van de spuimiddelen hinderlijke dwarsstromingen in de Waddengeulen te vermijden Vanwege het brakke binnenwater zullen er veel minder zoetwatervissen uitspoelen dan voorheen. Dit is gunstig voor de visstand op het IJsselmeer. Door de aanleg van het eiland met de flauwe oevers, zal de dynamiek aan
de westzijde toenemen. Aan de oostzijde betekent de aanleg van het eiland het ontstaan van een luwte (minder grote strijklengte en dus minder scheefstelling van de meerspiegel en minder golfoploop. Aan de IJsselmeerzijde
veroorzaakt de aanleg van het eiland en de brakwaterzone met een open verbinding naar het IJsselmeer twee efecten. De inlaat van zoet water vanuit het IJsselmeer bij Makkum is alleen mogelijk door het aanleggen van een syphon naar het zoete IJsselmeer achter het Makkumeroog. Het gecontroleerd inlaten van zout water aan de noordkant van de brakwaterzone zal goed gemonitord moeten worden en door de vormgeveing van de brakwaterzone zodanig beheerst moeten worden, dat de kans op een toename van de zoutbelasting op de rest van het IJsselmeer minimaal is. De zoetwaterbufferfunctie van het IJsselmeer voor drinkwatervoorziening en landbouwwateraanvoer zal moeten zijn gegarandeerd. Indien uit nadere ontwerpanalyses blijkt dat dit toch niet voldoende kan worden gegarandeerd, zal een inlaatmiddel vanuit het IJsselmeer naar de brakwaterzone moeten Juli 2008
57
58
worden overwogen. De passeerbaarheid voor vis zal dan moeten worden geregeld met aanvullende vistrappen. Door de aanleg van het eiland Makkumeroog ontstaat een smallere corridor voor de scheepvaart langs de kust van Friesland en een barriere voor de toegang naar het IJsselmeer. Tegelijkertijd neemt de gebruikswaarde voor recreatie toe doordat de brakwaterzone voor kleinere schepen veilig bevaarbaar is. Het eiland met aanlegmogelijkheden leidt tot een vergroting van de recreatiemogelijkheden. Ook ontstaat een langere oeverlengte wat ook een positief effect heeft voor de recreatie mogelijkheden. De hierboven geschetste effecten op korte termijn zullen nader onderzocht moeten worden in combinatie met onderzoek naar de effecten op langere termijn. 4.3. Stakeholders en draagvlak
gebied vertegenwoordigen: scheepvaart, visserij, havens, recreatie, landbouw- en drinkwatervoorziening en militaire activiteiten. De discussie over de visie wordt gedomineerd door de belangenvertegenwoordigers vanuit de ecologie van Waddenzee en IJsselmeer, de scheepvaartrecreatiesector en de belangen bij de zoetwaterfunctie. Vanuit de ecologie is er een groot belang bij een geleidelijke overgang tussen zoet en zout en bij voorkeur het verwijderen van de barrieres. Vanuit partijen met belangen bij de zoetwaterfunctie is er juist veel druk om de barrieres in stand te houden om daarmee te garanderen dat het zoete water als voorraad in stand wordt gehouden. De scheiding op lange termijn van de afvoerfunctie van het IJsselmeer en de bufferfunctie van het IJsselmeer leidt tot een situatie waarin beide belangen optimaal gediend kunnen worden.
De actoren zijn in de verkenningen beschreven. Daarnaar wordt kortheidshalve verwezen. Voor het draagvlak van de visie voor de Afsluitdijk met het gebied van de Waddenzee en het IJsselmeer zijn de partijen van belang die de gebruiksfuncties in het Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
59
Plan van Aanpak voor Fase 2 In de afgelopen weken is een integrale visie ontwikkeld voor de Afsluitdijk, in het bredere geheel van het IJsselmeer en de Waddenzee. Er is in dit rapport een robuuste invulling gegeven aan de basisfunctionaliteit en ambities. Voor de volgende fase is het doel de opgestelde visie nader uit te werken en een verdiepingsslag te maken.
Werkwijze
De procesaanpak voor fase 2 is hieronder in een aantal stappen samengevat.
Doorkijk beoogde werkwijze fase 2
De beoogde werkwijze voor fase 2 van de marktconsultatie is op dit moment globaal aan te geven in een aantal stappen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Uitwerking visualisering en interatieve ontwikkeling van het ontwerp; Evaluatie, input en inventarisatie bruikbare componenten; Publiek-private dialoog (o.a. draagvlakverkenning); Detaillering kostenraming; Uitvoeren MKBA op hoofdlijnen; Opstellen business-case; Effectanalyse op basis van expert-judgement (met name voor hydrologie, morfologie en ecologie); Procedureontwerp; Publiek-private dialoog; Verdiepingsslag in uitwerking en onderbouwing van het concept (optimalisatie) en onderzoek van de haalbaarheid.
Resultaat fase 2 (afhankelijk van de gewenste verdiepingsslagen vanuit het publieke team): verdere uitwerking van de visualisering, detailschetsen van het ontwerp, uitwerking van een aantal ontwerpvragen, detaillering kostenraming, MKBA op hoofdlijnen, procedure-ontwerp, draagvlakverkenning en PPS strategie.
Expert-pool
De korte doorlooptijd van fase 2 vereist een interactieve en meer op expert-judgement gebaseerde aanpak. Sommige berekeningen cq onderbouwingen moeten voor een groot deel op basis van ervaring en ‘expert judgement’ getoetst worden. Dit vereist de inzet van zwaargewichten - experts in het veld. Om deze experts te prikkelen en ideeën te checken is een selecte groep van experts benaderd buiten het Consortium (expert-pool) met ofwel bijzondere gebiedskennis, ofwel bijzondere culturele, politieke, ecologische of anderszins relevante kennis, die zich aan het consortium willen binden.
60
Deze expert-pool wordt uitgenodigd te reageren op de tussentijdse resultaten en speelt een adviserende rol bij specifieke vakgerelateerde aspecten om ideeën te onderzoeken op technische, financiële en juridische haalbaarheid. Afhankelijk van de gewenste verdiepingsslagen wordt met een aantal nader te bepalen experts een interview gehouden.
Planning en teamsamenstelling
Projectmatige werkwijze De korte doorlooptijd vereist een belangrijke mate van discipline om doelen en beoogde producten in het oog te houden middels een projectmatige werkwijze én een duidelijke regisseursrol binnen het private team. Dit betekent dat er gestreefd wordt om voor de verschillende deelactiviteiten concrete doelen en producten te benoemen, en de rol en verantwoordelijkheden van deelnemers duidelijk vast te leggen. Gelet op de beperkte omvang van het project zullen een aantal keuzes en effectbepalingen op expert-judgement zijn gebaseerd. Deelnemende partijen Aan het proces van de marktverkenning Afsluitdijk nemen de volgende partijen deel: - RWS / Provincies - het projectteam van publieke zijde; - Consortium - het projectteam van private zijde - Expert-pool - externe publiek-private input - Private Markt - evt. potentiële investeerders - Overige actoren - belangrijke stakeholders
Boskalis - West8 - Witteveen+Bos
Juli 2008
61
I ♥ Afsluitdijk