MOC ’t Kabouterhuis Jaarplan 2013 Voorwoord Gelukkig, er komt een kentering in het denken over de markwerking in de zorg. Het schiet door. Van zorgen voor elkaar naar handel in zorg. Soms gaat het dan om winstmaximalisatie als ultiem doel in plaats van zorgmaximalisatie. Vaker omdat de systematiek waarop we het organiseren een eigen leven gaat leiden: bijvoorbeeld de noodzaak om een stevige algemene reserve op te bouwen omdat de bank anders geen lening meer verstrekt vanwege de aanwezigheid van marktrisico’s. Een lening voor iets heel gewoons zoals een grote schilderbeurt, een lek dak of om salarissen uit te kunnen betalen als financiers andere betalingsschema’s invoeren. MOC ’t Kabouterhuis heeft sinds dit jaar zijn huisvesting prettig op orde. Niet door veel te verdienen op zorg maar doordat er mensen en fondsen zijn die zorg hebben voor zorgverlenen. Ze maken het mogelijk dat wij ons vooral richten op kinderen. Onze huisvesting hebben we altijd al voor een belangrijk deel te danken aan de Amsterdamse bevolking. In de vijftiger en zestiger jaren met acties als ‘wordt een vriendje voor een tientje’. In de afgelopen jaren door fondsen als Stichting Tot Steun, het Amsterdams Fonds voor de Kunst, Fonds NutsOhra, het stimuleringsfonds bouw en nog heel veel anderen. Wij beheren die huisvesting en stellen deze ook weer maximaal beschikbaar voor andere zorgverleners voor ‘het jonge in zijn ontwikkeling bedreigde kind’. Dat kan bijvoorbeeld een fysiotherapeut zijn met een praktijk ten behoeve van autistische kinderen, speciaal onderwijs, de NSDSK of kinderopvang ZigZagzorg voor meervoudig gehandicapte kinderen. Dat beheren doen we niet op basis van marktwerking of om iets aan te verdienen maar op basis van zorgwerking: wat levert het meeste op voor het kind en gezin.
Thomas Overing, directeur-bestuurder
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 1 van 34
Inleiding Wie wij zijn en wat wij doen Medisch Orthopedagogisch Centrum 't Kabouterhuis is er voor jonge kinderen, van 0 tot 7 jaar, met ernstige problemen/achterstanden in hun ontwikkeling. Het gaat om complexe problemen zoals bijvoorbeeld combinaties van autisme, agressie, trauma(verwerking), angst, leerproblemen, spraak-taalstoornissen, eetstoornissen, syndromen. Dit is ingewikkelde problematiek. Het zijn dan ook kinderen die via een indicatie bij ons komen. MOC 't Kabouterhuis diagnosticeert, behandelt en begeleidt kinderen en helpt hun ouders weer op weg. Kinderen van deze leeftijd kunnen zelf niet goed vertellen wat er is, dus krijgt u bij ons een goede en zorgvuldige diagnose. Het gaat niet alleen om de behandeling van de kinderen, maar juist ook het begeleiding van de ouders en hun omgeving. Daarnaast geeft 't Kabouterhuis ook coaching on the job aan leidsters bijvoorbeeld op een kinderdagverblijf of leerkrachten in de onderbouw van de basisschool. En stellen daar ons vak in dienst van dat van hun. We kijken mee bij het toepassen van het pedagogisch handelen, signaleren van problemen, indien nodig, nemen van vervolgstappen in overleg met de leidster/juf en ouders. Om doorlopend te werken met de beste en meeste effectieve interventies werken wij waar mogelijk met ‘evidence based’ methodieken en leren uit de praktijk. Onderzoekers van de afdeling psychiatrie van de VU doen onderzoek naar onze behandeling, het effect daarvan en onze cliënten. Het doel is om op termijn deze cliënten (indien hier toestemming voor is gegeven) de rest van hun leven te volgen. Het kan te laat zijn.. maar nooit te vroeg!
Belang van vroeg signaleren en interveniëren Te-veel en te-weinig zijn lastige grenzen. Overmedicaliseren is een gevaar net als ondersignalering. Van de kinderen met een gedragsstoornis die niet wordt behandeld ontwikkelt 45% op volwassen leeftijd een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Met vroeg diagnosticeren en behandelen valt dus een wereld te winnen. Vroege herkenning geeft de mogelijkheid om de ontwikkeling gunstig te kunnen beïnvloeden en grote problemen op latere leeftijd te voorkomen. Wij delen de mening van professor Doreleijers, dat in Nederland de jeugdzorg veel te veel ‘verjustitialiseerd’ is. Kinderen zouden op jonge leeftijd, lang voor dat ze in aanraking zouden komen met justitie, moeten worden behandeld en begeleid, juist om verdergaande medicalisering en justitialisering van hen zelf en van de samenleving te voorkomen.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 2 van 34
Specialisme jonge kind vraagt om multidisciplinaire insteek Het aantal personen met diepgaande kennis en vaardigheden ten aanzien van diagnostiek en behandeling van hele jonge kinderen is klein. Bij deze doelgroep leeftijd is het een absolute noodzaak om multidisciplinair te werken. Een adequaat behandel team bestaat uit ongeveer 15 personen. Vertegenwoordigde disciplines betreffen: orthopedagogisch medewerkers, orthopedagogen, (GZ)psychologen, gezinsbegeleiders, systeembehandelaren, psychotherapeuten, kinderartsen, administratief medewerkers, kinderpsychiaters, kinderverpleegkundigen, logopedisten, kinderfysiotherapeuten. Binnen de SRA werken deze professionals (de zintuigelijke sector niet meegerekend) vooral bij VTO, Bascule, InGeest, Altra, Spirit en MOC. Bij elkaar zo’n 200fte specialist jonge kind in de directe zorg. Voor Amsterdam is dat ongeveer de helft.
Wij werken samen Onze kennis is zeldzaam, we houden hem niet voor ons. Wij werken in en vanuit netwerken. We bieden ons specialisme niet verkokerd aan. We zoeken de integratie. Alles is gericht op samen met en ten dienste van anderen. Waar nodig bouwen we zelf heel actief aan netwerken (Alert4you bijvoorbeeld of de sterrenmix); we zijn geen fuik. Wél een van de weinig plekken waar de echte kennis over jonge kinderen met ernstige problematiek te vinden is. Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 3 van 34
Binnen een stelsel dat bestaat uit generalisten en specialisten zijn voor een optimale samenwerking een aantal dingen van belang: De generalist bewaakt de voordeur van de specialist; De specialist is niet verkokerd; De specialist managet de uitgang van de specialist, maar samen verantwoordelijk voor soepele uitgang (ketenzorg). Voor de verbinding tussen generalist/erkende verwijzer en specialist zien wij een aantal routes: Cliënt gaat met verwijzing naar een inloop spreekuur bij de specialist; Specialist participeert waar nodig in casuïstiek overleg van de generalist, geeft advies en ‘haalt’ of ‘brengt’ een cliënt(systeem); Terug verwijzing gaat waar nodig gepaard met training & coaching van de generalist door de specialist; Idem bovengenoemde drie maar dan via internetportals o.i.d. Hoe wij werken Zorg op maat Bij ons staat het kind en het gezin centraal en dat betekent: zorg op maat. Elk kind is anders. Om die reden hebben we een gevarieerd aanbod. We hechten belang aan een goede diagnose. Bij jonge kinderen is het brein nog heel flexibel, hierdoor kunnen we met jonge kinderen nog meer bereiken dan met oudere kinderen of jong volwassenen. Kennis van het jonge kind is een specialisme op zich. Soms hangt het gedrag van een kind samen met iets lichamelijks. Jonge kinderen kunnen dit zelf nog niet aangeven. Vaak is er een grote verwevenheid van problematiek op psychologische, sociale en lichamelijke aspecten, daarom is het van belang om vanuit meerdere invalshoeken de problematiek te benaderen. Om die reden werken we multifocaal en met verschillende disciplines, allen vak deskundigen op ontwikkeling en gedrag van het jonge kind, onder één dak. Zoveel mogelijk in de leefomgeving van het kind, duurzaam organiseren van zorg Wij gaan uit van de eigen kracht van het gezin en de omgeving van het kind. Waar we thuis, op het kinderdagverblijf of op school kunnen behandelen, doen we dat. Hierbij worden de ouders en de omgeving (opa’s en oma’s, buren, leidster/ juf) zoveel mogelijk ingezet. We bieden voor een specifieke doelgroep hulp, voor wie specialistische vakkennis nodig is. Wel samen met de betrokkenen, een integraal zorgaanbod. De zorg mag niet verkokeren. Dit draagt ook bij aan het verminderen van de kosten. We streven naar een duurzaam zorgstelsel waar we met elkaar meer kinderen kunnen helpen.
Onze dagelijkse praktijk Bij jonge kinderen zien problemen er nog relatief onschuldig uit. Dat wil zeggen ten opzichte van volwassenen, niet ten opzichte van andere kinderen van dezelfde leeftijd. Let op, de problematiek groeit met het kindje mee! “onze baby huilde continu, we wisten ons geen raad meer. Er kwam iemand bij ons thuis die video opnames maakte en goed naar ons luisterde. Wij voelden Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 4 van 34
ons gerustgesteld en het huilen werd steeds minder. Wij konden weer genieten van ons kind” “Maja was altijd snel boos en driftig. Er kwam iemand thuis om Maja te observeren en te kijken hoe wij ouders op Maja reageerden. We hebben training gehad om op een positievere manier met haar om te gaan. Maja’s boze buien namen snel af. Nu is het nog steeds een pittig meisje, maar wel rustiger en we durven weer met haar bij anderen op bezoek te gaan” Mehmet uitte zich vaak door te slaan of bijten. De juf kon het niet aan en de kinderen in zijn klas waren bang voor hem. Als moeder wist ik me geen raad meer en zo kwam Mehmet via Bureau Jeugdzorg bij het STOP 4-7 programma. Hij leerde beter met andere kinderen samen te spelen. De ouders van Mehmet kregen samen met de andere ouders van de groep adviezen en er kwam ook een trainer bij Mehmet op school voor de juf. Ik ben trots op hoe Mehmet speelt met andere kinderen en hoor steeds vaker leuke dingen over hem i.p.v. alleen maar klachten. Stukje geschiedenis 1945: In verband met door kinderartsen geconstateerde problematiek bij jonge kinderen aan het einde van WOII, wordt een MKD in Zuid geopend. Feestelijk door prinses Juliana. Zeer spoedig gevolgd door een vestiging in Amsterdam Geuzeveld, een wijk waar toen op sociale gronden behoefte was aan zo’n voorziening. Jaren ‘70: MKD’s worden landelijk gefinancierd vanuit de AWBZ. Vestiging Zuid en West krijgen nieuwbouw. Dit met behulp van gelden van Amsterdammers, vanuit de actie ‘wordt een vriendje voor een tientje’. 1993: Naast de medische component wordt ook het belang van de sociale component gezien bij zorg voor jonge kinderen. Wet jeugdhulpverlening gaat van kracht. MKD’s gefinancierd vanuit de Jeugdhulpverlening. Jaren ’90: De Haarlemmermeer groeit naar een grootstedelijke afmeting. Steeds meer kinderen uit die regio komen naar de vesting in West. Op verzoek van Hoofddorp opent ’t Kabouterhuis een vestiging in Hoofddorp. 2002: Er is al jaren een grote hulpvraag uit Amsterdam Noord. Met actieve inzet vanuit het stadsdeel start daar eindelijk een hulpaanbod vanuit een vestiging in de buurt aan het Koopvaardersplantsoen. Eén noodgebouw, samen met onderwijs en kinderopvang. 2005: Wet op de Jeugdzorg wordt van kracht. Om de psychiatrische hulp die cliënten ook krijgen beter te kunnen verbinden met de overige zorg van MOC wordt mede op initiatief van het zorgkantoor GGZ erkenning aangevraagd en verkregen. 2007: In verband met toename aantal aanmeldingen van kinderen uit Zuidoost met ernstige trauma’s en gedragsproblemen wordt wanneer dit financieel mogelijk is een deel van de zorg verplaatst naar Amsterdam Zuidoost. HKZ gecertificeerd voor Jeugdzorg en Jeugd GGZ (in 2010 met toevoeging van onderzoek en ontwikkeling). 2011: Ouders uit de regio Amstelveen klagen in Hoofddorp over lange reistijden voor hun kinderen, er opent een vestiging in Amstelveen. De Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 5 van 34
vestiging in Zuid en West zijn vernieuwbouwd door middel van subsidie uit het rijk en diverse fondsen. Elk jaar doen we meer programma’s voor gezinnen met jonge kinderen. 2500 2000 1500
Programma´s Jeugd LVB
1000
Programma´s Jeugd GGZ
500
Programma´s Jeugd& opvoedhulp jaartal 2011
jaartal 2010
jaartal 2009
jaartal 2008
jaartal 2007
jaartal 2006
jaartal 2005
jaartal 2004
jaartal 2003
jaartal 2002
0
Gemiddelde kostprijs per unieke cliënt & aantal unieke cliënten 18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0
1200 1000 800 600 400
jaartal 2006 jaartal 2007 jaartal 2008 jaartal 2009 jaartal 2010 jaartal 2011
200
Gemaakt door Gemaakt op
0
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 6 van 34
Kader jaarplan Het strategisch kader van dit jaarplan komt voort uit het Regionale Uitvoeringsprogramma (RUP) van de Stadsregio, het strategisch meerjarendocument van MOC ’t Kabouterhuis, de noodzaak tot het professionaliseren van de relatie Jeugdzorg-Kinderopvang, de ontwikkelingen naar ‘passend onderwijs’ in 2013, de diverse documenten die zijn opgesteld in het kader van de aankomende Transitie naar de gemeentes in 2014 en bovenal uit de dialoog met gemeentebestuurders, Kinderopvang directies en beleidsambtenaren in de transitiebijeenkomsten van de Stadsregio, Amstel- en Meerlanden, de deelgemeentes van Amsterdam en Zaanstreek/Waterland. Dit jaarplan 2013 bevat in de onderstaande hoofdstukken1 concrete werkdoelen. Deze zijn voor de verschillende regio’s en stafafdelingen nader uitgewerkt in SMART geformuleerde werkdoelen. Deze zijn niet toegevoegd in het externe jaarplan. Tijdens de interne kwartaalbesprekingen worden deze doelen geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Net als in 2012 zullen in 2013 de processen een belangrijke rol spelen: het innoveren van zorgprogramma’s, het meten van de effectiviteit van de zorgprogramma’s, het vinden van samenwerkingen en de verbinding maken met het voorveld. MOC ’t Kabouterhuis wordt gefinancierd door de stadsregio Amsterdam, de gemeentes in de Stadsregio, het zorgkantoor en de zorgverzekeraars, algemeen vertegenwoordigd door Agis/Achmea. Met ingang van 2013-2014 gaat gefaseerd de hele financiering over naar de gemeente. Dit wordt transitie jeugdzorg genoemd. Deze transitie is feitelijk in 2012 begonnen en betekent nu al dat de gemeenten mede besluit en mede financiert. De Stadsregio Amsterdam vraagt een offerte in samenhang met die voor gemeentes en Agis/Achmea als zorgkantoor en vertegenwoordiger van alle zorgverzekeraars. Onze offerte bestaat uit een aantal delen: 1. Jaarplan 2013 in tekst waarin externe en interne ontwikkelingen zijn vertaald in doelen om de gewenste resultaten te halen; 2. Bijlagen Alert4you; 3. De formulierenset van de Stadsregio voor de reguliere offerte 2013; 4. De formulierenset van de gemeenten voor de offerte 2013; 5. De formulierenset van Agis/Achmea met de afspraken AWBZ 2013; 6. De formulierenset van Agis/Achmea voor de offerte GGZ voor 2013; 7. De multifocale formulieren 2013.
1
De hoofdstukindeling is volgens de aandachtsgebieden van het INK-model. MOC ’t Kabouterhuis hanteert het INK-model als organisatie-ontwikkelingsmodel. Zie verder www.ink.nl
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 7 van 34
Hoofdstuk 1 Leiderschap Een modaal verdienende Nederlander is nu ongeveer een kwart van zijn/haar bruto inkomen kwijt aan zorgkosten. Als we op de huidige weg blijven wordt dat de helft in 2020. Dat wil niemand. Prevalentieonderzoek naar de aanwezigheid van ernstige psychosociale problematiek bij (jonge) kinderen wijst erop dat meer dan 10% van de Nederlandse kinderen met deze ernstige problematiek kampt. Voor kinderen van onder de zes is hiervoor in de praktijk nog steeds relatief weinig aandacht. Het beleid in onze regio is er weliswaar op gericht om prioriteit te geven aan deze doelgroep echter de praktijk is weerbarstig. Nog steeds gaat naar kinderen van boven de twaalf gemiddeld twee tot drie maal zoveel zorg als naar kinderen onder de zes. Belangrijke argumenten bij deze keuze: ‘daar heb je nog geen last van’ of ‘het gaat wel over’. Samengevat: doorgaan met het huidige zorgsysteem is te duur, stoppen met zorgverlenen is niet sociaal. DE oplossing voor dit dilemma hebben we als Nederlandse samenleving met z’n allen nog niet gevonden. Een belangrijk deel van de oplossing wordt momenteel gezocht in een perspectiefshift. Zonder de bestaande problematiek te ontkennen verandert de focus. Van focus op ziekte en probleemgedrag naar focus op gezondheid, eigen verantwoordelijkheid en oplossingsgerichtheid. Wij dragen er nog één aan. Die van kiezen. Kiezen voor erkennen van maatschappelijke en persoonlijke problematiek waar die bestaat, zo vroeg mogelijk ingrijpen en eerlijk verdelen van de beschikbare professionele zorg. De bijdrage die wij daarbij als organisatie kunnen leveren is substantieel: Veel meer kinderen helpen met steeds minder geld De multidisciplinaire deskundigheid ten aanzien van diagnostiek en behandeling van jonge kinderen die de samenleving nodig heeft verzamelen en beschikbaar stellen De hoogst mogelijke kwaliteit Competentie vergrotend, Systemisch georiënteerd en Oplossingsgericht Ouders en professionele opvoeders maximaal faciliteren door overdracht van kennis, vaardigheden en effectieve methodieken Onze zorgprogramma’s herinrichten van: hoe lossen wij het probleem voor u op, naar: hoe faciliteren wij zodanig dat u het zelf kunt. Vanaf 1945 is onze insteek zo goed mogelijk en zoveel mogelijk jonge kinderen helpen. We gaan voor kindmaximalisatie niet voor winstmaximalisatie. Bovenstaande was in 2012 hét onderwerp waarop we intern en extern invloed wilden uitoefenen. Het blijft in 2013 onze prioriteit. We verwachten daarin een toenemend actieve rol van alle MOC medewerkers in het meedenken met betrekking tot dit en ander organisatiebeleid. En niet alleen meedenken, ook meeluisteren naar ouders en partners in zorg en opvoeden. Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 8 van 34
De veranderingen in de jeugdzorg kunnen alleen in goede samenwerking met het voorveld. Kinderdagverblijven, scholen en wij als Jeugdzorg moeten hun deskundigheid verbinden, omdat dit de enige manier is om samen de maatschappelijke problematiek het hoofd te bieden. Dit betekent voor professionals van ’t Kabouterhuis ook een attitude wijziging in de zin van minder de zorg over te nemen, maar meer samen te doen met andere beroepsopvoeders. Om die reden krijgen coaching, training en advies een belangrijke rol in onze functie-uitoefening. De jeugdzorg zal in de komende jaren meer kinderen/gezinnen gaan bedienen met minder geld. Dat vraagt van de jeugdzorg de middelen slim en effectief in te zetten. Het bundelen van krachten van verschillende organisaties kan zo’n slimme manier zijn. ‘t Kabouterhuis wil daarom de mogelijkheden verkennen om samen met anderen meer te doen met minder geld. We willen partners waarmee een flexibel aanbod neergezet kan worden voor jonge kinderen, dat aansluit bij de vragen van zowel cliënten als financiers. Aansluiting in de regio’s, op gemeentelijk en stadsdeel niveau vinden we heel belangrijk. Dit zou moeten bepalen welk aanbod waar en met welke partner wordt neergezet. We doen dit bij de cliënt thuis, op de kinderopvang, ambulant en in verschillende vormen van dagbehandeling in een gebouw van ‘t Kabouterhuis. We herontwerpen al onze zorgprogramma’s, waarbij we het aanbod van bijvoorbeeld de kinderopvang, Altra daghulp, andere specialistische hulp en de dagbehandeling van ‘t Kabouterhuis bundelen. We streven naar een (virtueel) kindercentrum waar ouders zowel gespecialiseerde hulp kunnen krijgen als ontwikkelingsstimulering. Tevens moet de mogelijk voor andere organisaties open blijven om aan te haken. Werkdoelen 2013 1. ’t Kabouterhuis sluit actief aan bij de initiatieven vanuit de gemeenten met betrekking tot de transitie jeugdzorg. Regionaal is regelmatig overleg van managers van ‘t Kabouterhuis met bestuurders en beleidsmedewerkers. In alle stadsdelen en gemeenten is duidelijk hoe de aansluiting tussen het specialistische Kabouterhuis en de generalistische zorgteams verloopt. Jonge kinderen, die zorg nodig hebben krijgen dat ook. Bovenstaande principes ten aan zien van samenwerken worden hierin meegenomen. Stedelijk faciliteert ‘t Kabouterhuis het directieoverleg KinderopvangJeugdzorg. 2. MOC ’t Kabouterhuis denkt actief mee in het transitieproces waaronder een nieuwe afrekensystematiek met nacalculatie op basis van geleverde uren zorg. De systematiek van tijdsregistratie op zorgsoort en cliënt is bij ons gemeengoed. Het moet voor zover we declareren bij AWBZ of Zorgverzekeraar al jaren. We vinden het zelf in deze tijd ook gewoon om een fatsoenlijke ‘kassabon’ uit te kunnen draaien. Dat wil iedereen ook van de fietsenmaker of de bakker, dus logisch om het ook bij zorgverlening te doen. Daarnaast maakt het interne benchmarking mogelijk en verbetert het zorgplanning en faciliteert het werken als een professionele organisatie tegenover een losse verzameling van professionals. Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 9 van 34
We bevelen het aan bij de gemeente en bij de Stadsregio. 3. MOC ’t Kabouterhuis is in dialoog met netwerkpartners en financiers op basis van een klant-leveranciersrelatie. Bij de ontwikkeling en de uitvoering van zorg(trajecten) zijn, daar waar dat nodig is en ze voor handen zijn, aantoonbaar andere zorgaanbieders ingeschakeld. MOC ’t Kabouterhuis werkt met hen samen op basis van een wederzijdse klant-leveranciersrelatie. Dit betekent, dat ook hun waardering voor deze relatie wordt onderzocht 4. Krachtig leiderschap is noodzakelijk tijdens de interne en externe transitie. Het management is in staat coachend leiding te geven. Hier is extra aandacht, training, opleiding & intervisie voor. Bij de interne transitie kiezen we (zoals meer instellingen in deze tijd) voor resultaat gerichte coaching met maximale autonomie bij de professionals. ‘Autonomie’ daarbij niet te verwarren met ‘eigen houtje’. Er is en blijft bij ons werk voortdurend sprake van teamspel. Daar zit ook de meerwaarde van de organisatie. 11 goede voetballers zijn nog geen winning team. De medewerkers van ’t Kabouterhuis vormen momenteel overal ‘winning teams’ maar moeten hun spel veranderen (andere programma’s), er zijn ook andere rollen voor allerlei partijen die meedoen (de ouders en de professionele opvoeders doen veel meer, wat heet zij zijn nu de echte spelers) en zien hun speelveld ook veranderd (ze kwamen al bij de ouders thuis maar komen nu ook meer op school en in de kinderopvang). Dat is veel tegelijk. Dat vraagt om stevige aandacht. De resultaatgerichte coach neemt het niet van hen over, maar spiegelt wel en houdt voortdurend teamdoelen onder de aandacht. Het vraagt om een andere leiderschapsstijl, coachen betekent niet bemoeien en toch letten op medewerkers en teams. De leidinggevende coach vraagt zich bij elk werkoverleg en individueel gesprek af of activiteiten naar het gewenste vooraf afgesproken resultaat leiden: een winning team nieuwe stijl. 5.
Doelmatigheid is expliciet een onderdeel van evaluatieprocessen. ‘t Kabouterhuis meet methodisch en systematisch de effectiviteit van de hulpverlening. Dit geldt voor het individuele zorgtraject van een cliënt, voor het zorgtraject als geheel en voor de hulpverlening van ’t Kabouterhuis in het groot. De aldus verkregen gegevens zijn beschikbaar voor de medewerkers in de vorm van prestatie-indicatoren en andere managementinformatie.
6. Het management is continue in dialoog met medewerkers over de uitkomsten van de Prestatie-indicatoren c.q. managementinfo Managers van ‘t Kabouterhuis sturen de professionals coachend aan, daarbij gebruik makend van de hiervoor genoemde prestatie-indicatoren en managementinformatie; die dienen als informatiebron en als sturingsmiddel, zowel voor management als voor medewerkers. ‘t Kabouterhuis is een resultaatgerichte organisatie waar aan de hand van uitkomsten voortdurend wordt bijgestuurd en ontwikkeld. Er is een managementinformatiesysteem dat resultaten met doelstellingen verbindt. Het management koppelt resultaten en de analyse en ieders bijdrage daaraan terug aan de medewerkers. Er is door het management zicht op Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 10 van 34
sterke en zwakke punten in de organisatie. De kerncompetenties worden systematisch versterkt en uitgewerkt. 7. Oplossingsgericht werken is geïmplementeerd in de organisatie, zowel in de hulpverlening als in de onderlinge attitude. De basismethodieken van ’t Kabouterhuis, Competentie Vergrotende Werken en Systeemgericht werken worden aangevuld met oplossingsgericht werken. Deze manier van werken is gericht op het in eigen kracht zetten van gezinnen. Bovendien sluit het goed aan bij een coachende houding naar leidsters en leerkrachten in het voorveld en bij een coachende stijl van leidinggeven.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 11 van 34
Hoofdstuk 2 Strategie en Beleid Positionering Het mooie van de transitie jeugdzorg van provinciaal naar gemeente is dat de gemeente de doelgroep in beeld heeft. Hoe ziet de doelgroep eruit en wat heeft deze nodig. ‘t Kabouterhuis doet ook onderzoek naar de doelgroep en past haar deskundigheid hierop aan. Het is belangrijk om te doen wat nodig is, zorg op maat, aansluitend op de hulpvraag. ’t Kabouterhuis kiest de positie van specialist achter de generalist. Het jonge kind is een specialisme op zich. ’t Kabouterhuis heeft binnen de regio het grootste aantal fte’s onder 1 dak aan specialisten op het gebied van het jonge kind. Dat is iets om te koesteren en van belang om te zorgen dat deze kennis doorontwikkeld en gedeeld wordt. Door samen te werken met generalisten en aan te sluiten bij de beroepsopvoeders kan deze kennis doelmatig ingezet worden. Als organisatie heb je een verantwoordelijkheid om je doelgroep te bedienen. Daarbij zoek je naar manieren van organiseren die aansluit bij wat de doelgroep wil. Het beleid is om daarin keuzes te maken zodat je met minder middelen zoveel mogelijk kinderen en gezinnen weer op weg kunt helpen. Snel signaleren en de verbinding maken Door samenwerking met anderen kan je problematiek bij jonge kinderen sneller signaleren en makkelijker werken aan een doelmatige passende oplossing. Snel signaleren en indien nodig een specialist erbij halen, maar doorverwijzing naar gespecialiseerde jeugdzorg mag geen fuik zijn. Kind en gezin moeten niet langer dan nodig gespecialiseerde hulp krijgen. Het is een uitdaging om kind en gezin zo snel mogelijk weer te laten functioneren in de thuissituatie en op de gewone kinderopvang of op school. ‘t Kabouterhuis werkt op verschillende manieren samen met de kinderopvang, via het programma Alert4you, waarbij de nadruk ligt op de verbinding maken tussen kinderopvangorganisaties en de gespecialiseerde jeugdzorg. Maar ook met (speciaal) onderwijs heeft ’t Kabouterhuis een intensieve samenwerkingsvorm. Daarnaast werkt ’t Kabouterhuis samen met Jeugdzorginstellingen zoals Altra met betrekking tot de daghulp en Spirit rondom gezinsbegeleiding en de MKD’s in Zaanstreek-Waterland. De relatie met de cliënt De manier waarop een hulpverlener met de cliënt omgaat hangt samen met de motivatie van de cliënt. Binnen het oplossingsgericht werken worden 3 of 4 typen relaties met een cliënt onderscheiden: de bezoeker, de klager en de klant. Voor de hulpverlener is het de kunst om een bezoeker of klager uit te nodigen klant te worden. Oplossingsgericht werken is daarnaast sterk gericht op het versterken van de autonomie van cliënten. Het referentiekader van de cliënt is bepalend voor de manier waarop oplossingen worden vormgegeven. De cliënt is de expert over zijn eigen leven. De oplossingsgerichte hulpverlener richt zich vanaf het eerste moment op wat er moet gebeuren zodat de cliënt zonder hulpverlening verder kan. Hoe korter hoe beter.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 12 van 34
werkdoelen 2013 1.
Kennis en vaardigheden van onze professionals zijn optimaal toegankelijk voor de eerstelijns voorzieningen. Eerstelijns voorzieningen kennen ’t Kabouterhuis en weten wie ze kunnen benaderen voor consult, training of coaching. Medewerkers zijn snel beschikbaar voor hulpvragen vanuit de eerstelijns voorzieningen. Bijvoorbeeld via een programma als Alert4you maar ook door middel van casuïstiek overleg; een inloop spreekuur, publicaties en e-health.
2.
‘t Kabouterhuis heeft samenwerkingsverbanden met netwerkpartners. In deze tijd is het niet passend om op eigen houtje te functioneren. Alleen niet verkokerd opereren is een optie. Al onze zorgprogramma’s zijn op zich slechts een deel van de complete behandeling van een kind en gezin. Al onze programma’s maken deel uit van een groter plan. Wij leveren een bijdrage aan de uitvoering van die behandeling, waar dat vanuit onze positie optimaal is. Samen met anderen werken we altijd aan 1 kind 1 plan. In 2012 is veel energie gaan zitten in het meedenken rondom een functioneel ontwerp en het ombuigen van zorgprogramma’s in de organisatie. In 2013 worden de samenwerkingen met Altra en Spirit weer geïntensiveerd. Generalisten van Altra en Spirit participeren in de Samen Doen teams.
3.
Er is beleid op accountmanagement, marketing, zorg in- en verkoop.
4.
De uitkomsten van Prestatie-Indicatoren zijn besproken met de cliëntenra(a)d(en). Feedback vanuit de cliëntenraden wordt teruggekoppeld aan medewerkers. Notulen van de cliëntenraden staan op intranet en worden teruggekoppeld in het MT en de Raad van Toezicht vergadering. Beleid wordt zo nodig bijgesteld.
5.
Empowerment en coaching van beroepsopvoeders en coachen in eigen kracht van gezinnen is onderdeel van het behandelbeleid van MOC ’t Kabouterhuis.
6.
’t Kabouterhuis gebruikt evidence based methodieken.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 13 van 34
Hoofdstuk 3 Management van Medewerkers Hoe neemt ’t Kabouterhuis haar medewerkers mee in de transitie. Medewerkers zijn in toenemende mate outreachend gaan werken. De verbinding met de kinderopvang en het onderwijs is geïntensiveerd. Hierdoor kunnen kinderen sneller gesignaleerd worden maar ook makkelijker weer een plek krijgen op de opvang of in de klas. Deze op en neer beweging heeft veel aspecten in de aansturing van professionals. Hierbij ligt de focus op het versterken van zelfstandige teams aangezien hier de kracht ligt van een flexibele organisatie. ’t Kabouterhuis werkt in 2013 aan het zo goed mogelijk neer zetten van de zelfstandige teams en het faciliteren van de medewerkers hierin. Uitgaan van de zelfstandigheid van de medewerkers, leggen we de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie, zodat de teams flexibeler kunnen werken. Ondersteunende diensten zoals die van P&O en het bedrijfsbureau faciliteren de teams. Daarnaast wordt er in 2013 hard gewerkt om de administratieve lasten te verlichten door zoveel mogelijk te digitaliseren. Het nieuwe werken wordt ingevoerd om meer flexibiliteit te creëren in de werkvormen. Flexibiliteit vraagt om andere competenties van medewerkers. Middels scholing, intervisie en coachingstrajecten ondersteunen we medewerkers hierin. Transparantie is een speerpunt; alle medewerkers weten waar ’t Kabouterhuis voor staat, wat de kernwaarden zijn, hoe procedures lopen en op welke wijze zijzelf de regie kunnen pakken en dit ook naar buiten toe uitdragen en presenteren. Medewerkers krijgen feedback op de gemaakte prestatie afspraken. Innovatief denken wordt gestimuleerd. De clientenpopulatie bij ’t Kabouterhuis is qua diversiteit een afspiegeling van de Amsterdamse samenleving. ’t Kabouterhuis streeft naar vergelijkbare afspiegeling met betrekking tot haar medewerkers. Minimaal 20% van de medewerkers heeft een divers culturele achtergrond, wat bijdraagt aan het toekomststreven van 30%. Van nieuw aangenomen personeel moet 50% een divers culturele achtergrond hebben. Culturele sensitiviteit blijft een aandachtspunt voor medewerkers. Klanten van diverse culturen moeten zich gehoord en geholpen voelen. ‘t Kabouterhuis blijft investeren in het aannemen van stagiaires en nieuw medewerkers van divers culturele achtergronden. Medewerkers gaan oplossingsgericht te werk om de eigen kracht van de klant te stimuleren. Omdat een steeds groter deel van de financiering niet gegarandeerd is en de vormen van zorg onderhevig zijn aan grote veranderingen, wordt er veel gevraagd van de flexibiliteit van medewerkers. Tijdelijke contracten worden de komende jaren niet meer omgezet in een vast contract en soms ook niet meer verlengt om zo vacature ruimte te creëren voor medewerkers met een vast contract. Sommige functies worden aangepast en medewerkers verhuizen mogelijk van standplaats of afdeling. Een aantal functies worden opgeheven. Het streven is om de betreffende medewerkers een vervangende functie aan te bieden waarbij de mogelijkheid wordt geboden een bijscholingstraject te volgen. Om dit proces in goede banen te leiden wordt begin 2013 een sociaal plan ingevoerd. Indien de formatie moet krimpen of functiegroep moet worden opgeheven zal dit sociaal plan in werking treden. Binnen het sociaal plan is mobiliteit van medewerkers een belangrijk doel. Net als dat wij van mening zijn Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 14 van 34
dat de cliënt vanuit eigen kracht al veel zelf kan bereiken zijn wij ook van mening dat medewerkers vanuit hun eigen kracht tot staat zijn hun eigen loopbaan te beheren en niet volledig afhankelijk zijn van de werkgelegenheid van de organisatie en sector. ’t Kabouterhuis haar medewerkers om onderling met elkaar in gesprek gaan over hun eigen talenten en loopbaanmogelijkheden om zo de ogen te openen naar wat er nog meer voor mogelijkheden zijn op de arbeidsmarkt. Hierbij hopen we een steentje bij te dragen om de mobiliteit binnen de gehele sector te bevorderen. Er bestaat een reële kans dat we in 2013 minder financiële middelen zullen ontvangen dan we hebben begroot. Dat betekent dat we in 2013 zullen moeten over gaan tot een groot aantal extra gedwongen ontslagen. Er ontstaat dan een heikele situatie. Bij dit concept jaarplan zit een aanbiedingsbrief waarin de risico’s daarvan worden beschreven. Komt dit financiële perspectief pas in 2014 dan zal 2013 gebruikt worden om te komen tot een verantwoorde personeelskrimp. Ook dan zullen er fors extra kosten zijn, maar dat kunnen we, zoals het er nu naar uit ziet, managen. Gelden gaan dan naar de zorg en niet naar afvloeiingsregelingen. werkdoelen 2013 1.
Er wordt gemanaged op flexibele inzet van personeel.
2.
Met medewerkers wordt 4 x per jaar feedback van cliënten besproken.
3.
Op medewerker niveau worden afspraken gemaakt over de productie. Medewerkers hebben inzicht in eigen productie en resultaten Prestatieindicatoren.
4.
Het beleid ‘Het nieuwe werken’ is onderdeel van de organisatie.
5.
Er is bij alle organisatieveranderingen een communicatieplan m.b.t. communicatie medewerkers. Uit het Medewerkers Tevredenheids Onderzoek (MTO) is gekomen dat er verbeteringen moeten komen in de communicatie top-down en bottom-up. Er komt een communicatieplan om dit te verbeteren.
6.
Het management coacht actief op het eigen maken van het zelfsturingsconcept.
7.
Focus op diversiteit wordt bij de uitvoering van het Personeelsbeleid getoetst. 50% van het nieuw aangenomen personeel heeft een divers culturele achtergrond Bij de werving en selectie van nieuwe medewerkers, is de focus op medewerker met een divers culturele achtergrond. Resultaten worden besproken in de P&C gesprekken en zo nodig bijgestuurd.
8.
Focus op mobiliteit. In de tijden die voor ons liggen, zal door bezuinigingen veel energie gaan naar het afscheid nemen van zittende collega’s. We steken er energie in om medewerkers nieuwe wegen te laten vinden in hun loopbaan.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 15 van 34
Hoofdstuk 4 Management van Middelen ’t Kabouterhuis past haar organisatie aan op de nieuwe werkwijzen en bereidt zich voor op de transitie. Dit betekent onder meer op het gebied van middelen: - Huisvesting: bijvoorbeeld door het creëren van flexibele werkplekken en ketenpartners die gebruik kunnen maken van onze huisvesting; - ICT: bijvoorbeeld door naar interactieve communicatiemiddelen te zoeken, na te denken over veilige informatie-uitwisseling met ketenpartners; - Financiën: bijvoorbeeld door aan te sluiten in gesprek met SRA en gemeenten om een nieuwe methodiek te ontwikkelen met betrekking tot het offreren en afrekenen van de geleverde zorg. Voorgesteld is om op geleverde uren af te rekenen. Sterrenmix De sterrenmix is een concept, waarbij verschillende organisaties die werken met jonge kinderen, zoals de kinderopvang, Altra daghulp, andere specialistische hulp en de deeltijdbehandeling van ’t Kabouterhuis onder 1 dak te vinden zijn. Zo bundelen we krachten in een kindercentrum, waar ouders zowel gespecialiseerde hulp kunnen krijgen als ontwikkelingsstimulering als kinderopvang. werkdoelen 2013 1.
Het financieel meerjarenbeleid is aangepast op basis van de ontwikkelingen met betrekking tot de transitie.
2.
De bedrijfsvoering is aangepast zodat de organisatie om kan gaan met een wisselende financiering. Een steeds groter percentage van de begroting bestaat uit incidenteel geld. Dit vereist een aanpassing van de structuur van ‘t Kabouterhuis. Verkenningen zijn gedaan voor een flexibele schil medewerkers per team. Er wordt sterker gestuurd op de middelen.
3.
In 2013 ontwikkeld het MOC meerjarenbeleid op het gebied van ICT (Dashboard / portal).
4.
Intranet en internet voorzieningen zijn interactief en aansluiting bij sociale media is gefaciliteerd. Er komt een inlogmogelijkheid op de website voor cliënten om gerichter informatie te delen. Intranet wordt gebruiksvriendelijk gemaakt. Er wordt geëxperimenteerd met het gebruik van andere sociale media.
5.
Samenhang en validiteit van gegevens in het managementinformatiesysteem is gewaarborgd door een scherpe monitoring en IC. (registratie)
6.
Gebouwen zijn multifunctioneel ingericht toegespitst op de wensen van de klant. (w.o. Sterrenmix).
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 16 van 34
Hoofdstuk 5 Management van Processen In 2013 en volgende jaren zal zichtbaar worden, dat het MOC zijn expertise inzet ten diensten van meer kinderen, maar dat werk moet doen met relatief minder middelen. De zorgvraag van het cliëntsysteem staat steeds scherper en steeds meer centraal. De zorgprocessen zullen daar niet alleen optimaal op zijn ingericht. Zij zullen, net als de organisatie zelf, onderworpen zijn aan een continu proces van innoveren. Om de zorgvraag te beantwoorden en de hulpverleningsdoelen optimaal te realiseren, wordt er zoveel mogelijk laagdrempelig en in de context van het kind hulp geboden. Om aan te sluiten op het voorveld en om kind en gezin op maat te bieden wat nodig is, worden de zorgprocessen flexibel gemaakt. Het MOC groepeert de hulpverlening rond het cliëntsysteem met een minimum aan arbeidsdeling maar zonder de meerwaarde van multidisciplinair werken te verliezen: er wordt gewerkt in zelfsturende teams, waarin de professionals zelf verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de inhoud van hun werk en zij zelf de aansluiting met de context van het kind en het cliëntsysteem kunnen maken. Logistiek en planning zijn belangrijke thema’s, doelmatigheid staat hierbij voortdurend centraal. Resultaten worden gemeten en teruggekoppeld en besproken op verschillende niveaus en in verschillende geledingen van de organisatie: de individuele cliëntsystemen, medewerkers, teamcoaches, managers, directie, bestuur en de medezeggenschapsorganen als OR en cliëntenraad. 2013 staat in het teken van het optimaliseren van de zorglogistiek, de herinrichting van het cliëntregistratiesysteem en het actualiseren van opleidingsaanbod om het oplossingsgericht werken te integreren. werkdoelen 2013 1.
Zorg wordt geboden in de vorm van zorgtrajecten. Een traject bestaat mogelijk uit een mix van zorgvormen. De duur van een zorgtraject is maximaal 300 uur. Om de realisatie van de hulpverleningsdoelen te optimaliseren kunnen de nodige zorgvormen zowel intern als extern (bij netwerkpartners) worden betrokken. De Eigen Kracht Centrale is hierbij ook een netwerkpartner en de Eigen Kracht Conferentie een vanuit de zorgvisie van ’t Kabouterhuis vanzelfsprekend inzetbare manier om tot een zorgplan te komen.
2.
Zorg wordt geboden door zelfstandige, zelfsturende teams. De werkwijze die in 2012 in een leeromgeving in ’t Kabouterhuis Amsterdam Zuid werd ontwikkeld wordt in 2013 over de alle Kabouterhuis-vestigingen verspreid.
3.
Focus op Veiligheid Zicht op veiligheid en het systematisch melden van onveiligheid zijn onderdeel van het werkproces. Het veiligheidsbeleid en de implementatie en uitwerking ervan worden geëvalueerd en waar nodig verder ontwikkeld in 2013.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 17 van 34
4.
Systematisch systemisch werken Systemisch werken maakt onderdeel uit van het behandelproces. Medewerkers van teams worden begeleid door een systeemtherapeut in het systemisch werken en er wordt op consultatieve basis samengewerkt met een systeemtherapeut die meekijkt met een aantal casussen en supervisie geeft. Systeemtherapie is integraal onderdeel van het aanbod van het MOC; hierin wordt samenwerking gezocht met de volwassenpsychiatrie.
5.
Het cliëntregistratiesysteem Care 4 is aangepast aan het geactualiseerde zorgaanbod. Het cliëntregistratiesysteem met daarin het productgebouw (Care 4) is door middel van een projectstructuur vervlochten in bovenstaande processen.
6.
Alle primaire processen en kritische ondersteunende processen zijn geëvalueerd en bijgesteld. De vernieuwing van de zorgorganisatie, de actualisering van het zorgaanbod en de sturing op intensieve coproductie in voorveld en in het zorgnetwerk, maken een verregaande optimalisering van de zorgverleningsprocessen noodzakelijk.
7.
Registratie en verantwoording. De innovatie van de werkwijze, het flexibiliseren van het zorgtraject, het werken met en in het voorveld en in zorgnetwerken en alle ontwikkelingen met betrekking tot de financiering maken het noodzakelijk dat registraties die dienen als informatie waarop intern wordt gestuurd en waarover extern verantwoording wordt afgelegd volledig sluitend en representatief, kortom: op orde zijn.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 18 van 34
Hoofdstuk 6 Resultaten vanuit Klanten en Partners Cliënten willen geholpen worden. Snel en doelmatig. Een toenemend percentage uit de cliëntendoelgroep weet zelf de weg te vinden naar de juiste hulp. Informatie aanreiken via internet en/ of e-health kan dan al voldoende hulp bieden. Indien ze er dan niet uitkomen weten ze de weg naar eventuele extra hulp te vinden. Het is van belang om deze groep cliënten te voorzien van juiste informatie via de digitale weg. Niet elke klant is het zelfde. Een groot deel van de cliëntendoelgroep vindt niet zelf de weg tot hulp. Het is van belang om deze groep te zien en te kunnen begeleiden naar hulp. Het is van belang dat het systeem zo georganiseerd is dat we dit samen kunnen doen. Dat wil zeggen alle betrokkenen in het veld rondom gezinnen met jonge kinderen. Helaas heeft toch een aantal gezinnen een (Voorlopige)Onder Toezicht Stelling. BJAA is dan richtinggevend. Ook voor deze gezinnen geldt dat ze het in principe uiteindelijk zelf, zonder hulp van anderen, (leren) doen. Het waar nodig betrekken en goed informeren van de generalisten is een belangrijk deel van de uitvoering van zorg. Laten we daarbij uitkijken voor een generalist in de rol van portier. Dat gaat ten kost van 1e lijns zorg vanwege het simpele rekensommetje dat als de generalisten alle cliënten van de gespecialiseerde Jeugdzorg ook altijd eerst ziet, we met elkaar dubbel werk georganiseerd hebben. Zie ook H9 waarin we dieper ingaan op netwerken en samenwerking met het onderwijs en de kinderopvang. werkdoelen 2013 1.
Er komt, in samenwerking met andere spelers in het veld, een elektronisch platform voor cliënten, verwijzers/ partners. Door middel van een portal krijgt de cliënt meer toegang tot eigen dossier, wordt de zorg transparanter en kan de verwijzer/ partner co-behandelaar zijn.
2.
MOC ’t Kabouterhuis is een netwerkgerichte organisatie met een duidelijke rol in het netwerk. In Stadsregioverband wordt voortdurend samenwerking gezocht met keten- en netwerkpartners. Samen met hen wordt transitie Jeugdzorg vorm gegeven. In regioverband onderneemt het Kabouterhuis (en de medewerkers van het Kabouterhuis) met aandacht voor regionale en lokale specifieke kenmerken van de daar bestaande zorgnetwerken, steeds in het belang van de doelgroep.
3.
Voor- (kinderopvang, voorscholen) en naveld (scholen) maken onderdeel uit van zorgprogrammering. MOC ‘t Kabouterhuis actualiseert haar gehele zorgaanbod. Hierbij worden ook programma’s ontwikkeld in samenwerking en/of wederzijdse afstemming met ketenpartners, volwassen GGZ en
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 19 van 34
bijvoorbeeld voorscholen. ’t Kabouterhuis betrekt haar hulpverlening, ook op interventieniveau op voorveld en na-veld. Dit impliceert een: a. Nieuwe definitie van multifocale zorg. De samenwerkingsverbanden zijn immers breder dan voorheen. Naast een multifocaal aanbod van jeugd & opvoedhulp; jeugd-GGZ en Jeugd LVG, is er ook intensieve samenwerking met KDV’s, scholen, voor- en naschoolse opvang en ketenpartners. 4.
Voor de Prestatie-Indicatoren doelrealisatie en cliënttevredenheid wordt een responspercentage van 90% gerealiseerd. Deze informatie, waaruit de sturingsinformatie wordt geboden aan de medewerkers, moet maximaal valide zijn.
5.
Netwerkpartner is ook cliënt Zie werkdoel 3 bij leiderschap.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 20 van 34
Hoofdstuk 7 Resultaten vanuit perspectief van de Medewerkers Zoals in hoofdstuk 3 ‘management van medewerkers’ al wordt beschreven zal de focus vanuit perspectief van medewerkers liggen op het vergroten van de zelfstandigheid van de medewerkers. Van de medewerkers wordt verwacht dat zij in staat zijn flexibel te opereren, intensief samen werken zowel binnen de organisatie als buiten de organisatie waarbij ze als ambassadeur van ’t Kabouterhuis kunnen optreden. Daarnaast zijn zij in staat om op resultaten te sturen, innovatief en proactief te denken en elkaar in dit proces te betrekken. Medewerkers gaan in 2013 probleemoplossend te werk zowel naar cliënt toe als naar de organisatie toe en zijn ze in staat om cultureel sensitief te denken in het belang van de cliënt en collega’s. Dit betekent dat medewerkers meer in ‘the lead’ komen. Zij zijn regisseur van hun handelen, binnen gestelde kaders en met een verantwoording naar de organisatie. Medewerkers zijn geactiveerd en gefaciliteerd om mee te denken over de transitie en daaruit volgend organisatiebeleid. Feedback in functioneringsgesprekken van medewerkers naar het lijnmanagement en naar elkaar speelt een belangrijke rol. werkdoelen 2013 1.
Met iedere medewerker zijn individuele productieafspraken gemaakt en de medewerker ontvangt feedback hierop.
2.
Medewerkers zijn georiënteerd op de doelen vanuit het perspectief van de cliënt.
3.
Medewerkers werken samen in een regionaal netwerk.
4.
De medewerkers hebben een vraaggerichte attitude naar cliënten en ketenpartners (dit blijkt door uitkomsten cliënttevredenheidsonderzoek, de wensen van ouders zijn zichtbaar).
5.
50% van de nieuwe medewerkers heeft een divers culturele achtergrond.
6.
Cliëntbejegening. Er is extra aandacht voor dialooggericht werken vanuit een competentie vergrotende , oplossingsgerichte en systemische benadering. Medewerkers zijn geschoold in CVW en oplossingsgerichte methodiek. M.b.v. een systeemtherapeut door supervisie en advies wordt dit mede verder vorm gegeven in de praktijk.
7.
Medewerkers hebben zicht op kosten van hun eigen behandelproces.
8.
Medewerkers maken deel uit van een zelfstandig team.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 21 van 34
Hoofdstuk 8 Resultaten vanuit perspectief van de Maatschappij Er wordt aangesloten bij de Transitie van de Jeugdzorg. Vanuit zowel het primaire, secundaire als het tertiaire proces van de organisatie. Doelgroep in beeld, vroegsignalering en samenwerken Net als dat de gemeente inzicht wil hebben in problematiek van de burgers in haar gemeente, wil ’t Kabouterhuis ook zicht hebben op de reikwijdte en ernst van de problematiek van de doelgroep. Het is van belang om te weten of er kinderen met bepaalde problematiek tussen wal en schip vallen. Alleen samen ben je sterk genoeg om de hele doelgroep te kunnen bedienen. Samen met ouders, familie, buren, kinderopvang, onderwijs en de jeugdzorg in brede zin (generalisten en specialisten). Bij vroegsignalering is er sprake van stepped-care. Niet als afschuifsysteem naar de gespecialiseerde zorg maar door samen te werken in een netwerk. Met ieder in zijn eigen rol. Problemen hoeven niet altijd van de kinderopvang via de eerste lijn naar de tweedelijns zorg. Door adviezen en coaching-on-thejob van groepsleidsters op een kinderdagverblijf vanuit ’t Kabouterhuis kan de kinderopvang zelf problemen bij de ouders terug leggen. Ouder zijn, betekend een onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid voor je kind en de opvoeding van je kind. Hoe eerder je problemen signaleert, hoe sneller je kunt starten met een gerichte aanpak om het probleem te verhelpen en hoe korter de ondersteuning van het kind en de ouders meestal hoeft te zijn. Dat is fijn voor het kind en zijn omgeving en scheelt vaak op latere leeftijd een flinke investering in tijd en geld. Vroege interventies leveren bewezen maatschappelijk rendement op. Het kind kan nu en later de wereld veel positiever tegemoet treden. De samenleving wordt later minder schade berokkend. Er zijn later minder zorgkosten en er is minder maatschappelijke overlast. Zorgkosten Het is een maatschappelijk belang dat er kritisch gekeken wordt naar de zorgkosten. Daarin moeten keuzes gemaakt worden. Overmedicalisering is een gevaar en moet kritisch naar gekeken worden, maar ondersignalering is tevens een gevaar en kan de maatschappij ook veel geld gaan kosten. Marktwerking in de zorg heeft zijn grenzen en perverse prikkels moeten verdwijnen. ’t Kabouterhuis heeft hier een duidelijke mening over en zal het maatschappelijk debat over deze onderwerpen niet uit de weg gaan. Cliëntenparticipatie ‘t Kabouterhuis betrekt cliënten bij de ontwikkeling van de organisatie door middel van cliëntenparticipatie en door medezeggenschap in de vorm van een cliëntenraad. Cliënten krijgen de mogelijkheid hun ervaringsdeskundigheid in te zetten in het belang van de doelgroep van ‘t Kabouterhuis. Kennisuitbreiding Door systematisch onderzoek te doen bij de clienten van ’t Kabouterhuis willen we bijdragen aan de kennis over het jonge kind en zijn problematiek. Ook dit doen we in samenwerking. ’t Kabouterhuis maakt deel uit van het NEJA en heeft een langdurige samenwerkingsrelatie met het VUmc, afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie om gezamenlijk te komen tot wetenschappelijk onderzoek. Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 22 van 34
werkdoelen 2013 1.
MOC ’t Kabouterhuis levert middels empowerment en coaching van beroepsopvoeders en stimuleren van eigen kracht van gezinnen (o.a. Alert4You) een zichtbare bijdrage aan de samenleving.
2.
MOC ’t Kabouterhuis staat bij de generalisten bekend als expertisecentrum voor het jonge kind.
3.
MOC ’t Kabouterhuis biedt oplossingen voor problemen voor gezinnen met jonge kinderen binnen maatschappelijk acceptabele financiële kaders.
4.
Alle communicatiemiddelen zijn qua vorm en inhoud georiënteerd op de doelgroep. Informatie moet in begrijpelijke taal voor iedereen toegankelijk zijn.
5.
’t Kabouterhuis is in staat om met alle divers culturele achtergronden te communiceren.
6.
De multifunctionaliteit van de gebouwen zijn optimaal ingericht op de klant (Sterrenmix, ontwikkeling van BSO).
7.
Onderzoekresultaten zijn gepubliceerd.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 23 van 34
Hoofdstuk 9 Resultaten vanuit Financieel en Bestuurlijk perspectief Netwerkbehandeling Behandelingen van jonge kinderen met complexe problematiek zijn alleen multidisciplinair en multifocaal mogelijk. MOC werkt sinds haar oprichting dan ook veel en intensief samen. Intern en extern. Daarbij was in het verleden bij de uitvoering van ons aandeel in de klus de focus wel wat erg naar binnen. Dat gold niet alleen voor ons. Zo werkte je. Zo werkten computers ook: standalone. Mede door de ICT ontwikkelingen zijn we allemaal veel meer en makkelijker met elkaar verbonden. Dat maakt het ook voor kennisintensieve dienstverlening mogelijk om meer te delen, uit te wisselen en gezamenlijk te behandelen. Een paar jaar geleden maakten we dat zichtbaar met een organogram van onze samenwerking dat uit bolletjes bestond. Een samenwerking tussen allerlei partijen die in de loop der jaren steeds meer vertaald wordt in gezamenlijke zorgprogramma’s. We maken nu een grote slag hiermee bij de organisatieontwikkelingen ten aanzien van de omvorming van onze dagbehandelingen. Naast kwalitatief is er met kinderen die bij ons komen ook kwantitatief erg veel aan de hand. Wil je met een behandeling effect sorteren dan moet er heel veel gebeuren. Langdurig en intensief. Dat ‘langdurig en intensief’ gaan wij niet meer doen. Het is maatschappelijk niet aanvaardbaar want de benodigde zorgkosten kunnen we gezamenlijk niet meer opbrengen en de verantwoordelijkheid schuift teveel weg van ouders en gewone professionele opvoeders (onderwijs, kinderopvang). Wie dan wel? We nemen het niet over van de (professionele) opvoeders, zij blijven verantwoordelijk. We zetten al onze multidisciplinaire expertise in en beperken ons zoveel mogelijk tot diagnostiek en advies met een stukje behandeling in de thuissituatie of op de kinderopvang/school. Waar het echt nodig is, behandelen we kinderen op onze groepen. Waar even mogelijk dragen we dat behandelen over aan ouders en professionele opvoeders. We gooien het niet over de schutting maar coachen en trainen ze op wat nodig is voor het specifieke kind. Dat betekent een forse verandering van de kwantiteit en de vorm van de dagbehandeling van ’t Kabouterhuis. We gaan van anderhalf dagbehandeling naar ongeveer een half jaar. Van de focus op wat kunnen wij doen naar dubbelfocus op wat is van ons nodig en hoe kunnen we anderen de goede dingen voor dit kind laten doen. Behalve bovenstaande doen gaan we het ook heel veel uitleggen. Wij kunnen dit namelijk niet op ons zelf bewerkstelligen. Alleen samen met ouders, verzorgers, opvoeders, schoolbesturen, kinderopvangorganisaties en beleidsmakers MOC en (Speciaal) Onderwijs, ontwikkeling 2013 Wanneer kinderen in de leerplichtige leeftijd deeltijdbehandeling krijgen is er altijd de mogelijkheid van speciaal onderwijs. ‘t Kabouterhuis werkt sinds jaar en dag samen met de PWS. In alle vestigingen van ‘t Kabouterhuis zijn klasjes. Om het principe ‘één kind, één plan’ goed vorm te geven wordt door ‘t Kabouterhuis en de PWS samen voortdurend geëxperimenteerd met vormen waarin dit beter kan. In 2011 hebben we dit grootschalig gedaan in de vorm van de ‘behandelklas’: De PWS en ‘t Kabouterhuis deelden naast één plan ook fysiek één ruimte. In Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 24 van 34
de praktijk kwam de nadruk meer op de overlap in plaats van op het elkaar versterken en aanvullen. We hebben er wel heel veel van geleerd. Het was zeker geen verspilde energie of tijd. Feitelijk hebben we elkaar beter leren kennen dan ooit te voren. De intensiviteit en diepgang van de samenwerking is fors toegenomen. In 2012 zijn we fysiek weer uitelkaar gegaan. Eén kind, één plan staat op een hoger niveau dan in de jaren ervoor. De focus is verlegd naar waar vullen we elkaar aan. Ook werken we als Kabouterhuis, zowel in ambulante behandelingen als in deeltijdbehandelingen bij een toenemend aantal kinderen samen met het gewoon onderwijs in plaats van met het speciaal. Dit omdat ouders dat willen, omdat sommige (onderwijzers van) gewone scholen met bijzonder ingewikkelde kinderen kunnen omgaan, omdat het beter kan zijn voor een specifiek kind. In de samenwerking met de PWS betekent dit, dat er geen 100% overlap meer is bij schoolgaande kinderen, dat er ruimte is voor de school om kinderen soms langer te houden, dat PWS en ‘t Kabouterhuis meer aanvullend aan elkaar zijn, dat PWS meer de brug wordt naar het gewoon basis onderwijs, dat kinderen niet alleen via ‘t Kabouterhuis maar ook via PWS binnen kunnen komen. MOC-behandeling en Kinderopvang Hele jonge kinderen hebben naast hun behandeling geen kinderopvangplicht. Er is geen plaats bekostigde vorm van kinderopvang naast behandeling in de jeugdzorg. SMI vervult hier geen rol. Er is gewoon vrijheid voor ouders in het wel dan niet gebruik maken van kinderopvang of, in toenemende mate, de VVE. Voordat de kinderopvang zo’n vlucht maakte als de afgelopen jaren had het toenmalige MKD ook echt een thuisvervangende zorgfunctie. Dat is al een poos niet meer zo. Wel is er nog verschil in de professionaliteit van de relatie tussen kinderopvang en Jeugdzorg. Die is nog lang niet zo goed ontwikkeld als die van Onderwijs en Jeugdzorg. Er is weinig verkeer over en weer. Met Alert4you wordt een stap gezet waarin vooral aandacht is voor de bewegingsrichting van de kinderopvang naar de Jeugdzorg. Tweerichtingsverkeer is optimaler. Vanuit Jeugdzorg hebben we de Kinderopvang (of de VVE) hard nodig! De VVE en de Kinderopvang kunnen op een zelfde manier als het onderwijs een belangrijk deel van wat wij als Jeugdzorg vroeger in onze dagbehandelingen deden overnemen MITS wij ze daartoe equiperen. Het gaat dan om het aanreiken van kennis en vaardigheden uit ons gebied: de orthopedagogie. Het gaat niet om kennis en vaardigheden op hun eigen territorium: de pedagogie. Dat is hun eigen verantwoordelijkheid. Dat aanreiken doen we graag, want dan is er kwantitatief meer zorg dan wij ooit hebben (of zullen) kunnen leveren. Ook hier geldt echter dat er een categorie kindertjes is waar (een bepaalde periode) meer nodig is. Analoog aan Speciaal Onderwijs zou er een vorm van Speciale Kinderopvang moeten zijn. Die is er al voor kinderen met een meervoudige handicap. ZigZagzorg is een belangrijke leverancier van dergelijke gespecialiseerde Kinderopvang. Met deze doelgroep zitten ze ook al bij ons in huis. ZigZagzorg is momenteel samen met ons bezig om experimentele groepen op te zetten die geschikt zijn voor hele jonge kinderen met een ontwikkelings- en/of een gedragsstoornis. We starten de pilot begin 2013. Eén in Amsterdam Zuid en één in Amsterdam West. Want daar kunnen we als MOC intern ruimte maken. Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 25 van 34
Financieringssystematiek De systematiek van tijdsregistratie op zorgsoort en cliënt is bij ons gemeengoed. Het moet voor zover we declareren bij AWBZ of Zorgverzekeraar al jaren. We vinden het zelf in deze tijd ook gewoon om een fatsoenlijke ‘kassabon’ uit te kunnen draaien. Dat wil iedereen ook van de fietsenmaker of de bakker, dus logisch om het ook bij zorgverlening te doen. Daarnaast maakt het interne benchmarking mogelijk en verbetert het zorgplanning en faciliteert het werken als een professionele organisatie tegenover een losse verzameling van professionals. We bevelen het aan bij de gemeente en bij de Stadsregio. werkdoelen 2013 1.
In het kader van de transitie is de productmix aangepast en daarmee de productofferte, met het resultaat: aantoonbaar meer cliënten behandelen voor minder geld.
2.
Iedere regio heeft aantoonbare banden met de regionale bestuur zichtbaar in agenda-afspraken, notulen, jaarverslag, P&C gesprekken etc.
3.
Er wordt aantoonbaar gestuurd op de uitkomsten uit de voor- en nameting.
4.
De uitkomsten van interne controles (AO / IC) zijn aantoonbaar in de P&C cyclus.
5.
De organisatie is in staat om om te gaan met groei- en krimp scenario’s.
6.
Zicht op bijstellen van de productie
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 26 van 34
Bijlage 1 kort toelichting zorgprogramma’s Diagnostiek & Advies Meekijken op kdv / school Diagnostisch onderzoek Psychodiagnostiek en/ of medisch onderzoek wordt ingezet bij jonge kinderen waarbij een ontwikkelingsachterstand is geconstateerd. De achterstand kan enkel een rijpingsachterstand zijn, maar het is ook mogelijk dat deze voortkomt uit een ontwikkelingsstoornis, een verstandelijke handicap of belemmerende psychosociale factoren. Uitzoekmodule Als aanvulling op de basisdiagnostiek van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (of loket Vroeghulp in Hoofddorp) levert MOC ‘t Kabouterhuis specialistische diagnostiek. Doel hiervan is om een goed en volledig beeld te krijgen van de problematiek van het kind en gezin ten behoeve van een goede indicatiestelling. Er kunnen vermoedens van een verstandelijke handicap of psychiatrische stoornis zijn. Observatiegroep Tijdens een plaatsing op de observatiegroep wordt een beeld gevormd over aard en oorzaak van de ontwikkelingsachterstand. Er is een vermoeden van een verstandelijke handicap of psychiatrische problematiek. Er wordt advies gegeven over de setting waarin het kind het beste behandeld en begeleid kan worden. Training en coaching Alert4You Alert4you staat voor signaleren van opvallend gedrag bij jonge kinderen en daar actie op ondernemen door kennis over te dragen aan professionele opvoeders binnen de kinderopvang. 't Kabouterhuis ondersteunt pedagogisch medewerkers binnen de kinderopvang door middel van het opvallende gedrag zichtbaar en bespreekbaar te maken met ouders door middel van coaching on the job. We nemen het niet over maar staan naast de pedagogisch werkers. Medewerkers zijn zo in staat in de praktijk te leren om vroeg te signaleren en te reageren bij problemen met jonge kinderen. Sociale Vaardigheidstraining in het (special) basisonderwijs Om optimaal te functioneren in een volledige onderwijssituatie hebben sommige onderbouw kinderen nog begeleiding nodig gericht op vermindering van gedragsproblemen en versterking van sociaal emotionele vaardigheden. Stop 4-7 (groepstraining gericht op kind, ouders en leerkracht) Een trainingsprogramma voor kinderen tussen de 4 en 7 jaar die thuis en/of op school gedragsproblemen vertonen. De kinderen krijgen gedurende 10 weken 1 dag per week een training met als doel dat ze zich beter gaan gedragen thuis en op school. Daarnaast krijgen de ouders ook 10 weken 2 uur per week een training en worden thuis bezocht. Ook de leerkracht van het kind wordt begeleid en getraind.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 27 van 34
Ambulante hulp Licht ambulante hulp
Hulp aan gezinnen met een huilbaby Korte intensieve ambulante hulp voor ouders met een huilbaby. De ouders krijgen hulp in de thuissituatie gericht op positieve interactie tussen ouder(s) en kind en het tot rust brengen van de baby. Als er geen medische indicatie is voor behandeling van de baby, kan dit programma van intensieve ambulante hulp gedurende 8 weken ouders en kind verder helpen. Triple P, een opvoedtraining Positief Opvoeden biedt effectieve informatie, tips en hulp bij dagelijkse opvoedvragen. Bij 't Kabouterhuis wordt niveau 4 en 5 aangeboden. Kijk ook voor meer informatie op www.positiefopvoeden.nl, óók voor online advies. Okido, kindgerichte hulp op de kinderopvang De ambulante hulp Okido is gericht op kinderen binnen de kinderopvang of voorschool, die zich problematisch ontwikkelen en/ of gedragsproblemen tonen in de groep. De hulpvraag komt vaak in eerste instantie van de leidsters in de kinderopvang. Samen met ouders formuleren zij de hulpvraag. De hulp wordt aangeboden in de vorm van begeleiding voor de leidsters van het kind en is gericht op een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van het kind in de opvangsituatie. Hulp aan kind, leidster en ouders in de kinderopvang / of leerkracht op school De contextgerichte hulp is gericht op kinderen binnen de kinderopvang en in de onderbouw van de basisschool, die zich problematisch ontwikkelen en/ of gedragsproblemen tonen in de groep. De hulpvraag komt vaak in eerste instantie van de leidsters in de kinderopvang/ leerkrachten binnen het onderwijs. Samen met ouders formuleren zij de hulpvraag. De hulp wordt aangeboden in de vorm van begeleiding voor de leidsters/leerkrachten van het kind en gezinsbegeleiding voor de ouders. Belangrijk is ook de mediërende rol naar school en ouders: beiden moeten zich bewust worden van het feit dat ze gezamenlijk aan dezelfde doelen werken (namelijk de gedragsproblemen van het kind verminderen) en dat ze elkaar daarbij nodig hebben. Pedagogische Gezinsbegeleiding (AWBZ) De hulpverlening vindt thuis plaats en richt zich op gezinnen met jonge kinderen, bij wie zich een verstandelijke handicap, ontwikkelingsachterstand of ontwikkelingsstoornis voordoet, vaak in combinatie met gedragsproblemen. De ouders hebben pedagogische hulpvragen. Samen met ouders wordt gezocht naar antwoord op deze (hulp)vragen. De kinderen verblijven in het eigen gezin en/ of gaan naar een dagverblijf of school. De hulp kan ook worden ingezet als er bij de ouder(s) sprake is van een verstandelijke handicap. Kinderen met een autisme spectrum stoornis hebben ook veel baat bij dit aanbod. Ambulante gezinsbehandeling De hulpverlening vindt thuis plaats en richt zich op gezinnen met jonge kinderen bij wie zich complexe ontwikkelings- en / of ernstige gedragsproblemen voordoen. De ouders krijgen inzicht in de problematiek van het kind. Ze worden geholpen om in de gezinssituatie het kind te stimuleren in zijn ontwikkeling en leren de gedragsproblemen te hanteren. De kinderen verblijven in het eigen gezin en/ of gaan naar kinderopvang of school. Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 28 van 34
Deeltijdbehandeling 2 dagen behandelgroep in combinatie met dagopvang en hulp thuis De dagbehandeling biedt gerichte diagnostiek en ontwikkelingsstimulering van het kind op grond van de hulpvraag van de ouders. Daarnaast worden de ouders en de leid(st)er van de dagopvang of peuterspeelzaal ondersteund bij het afstemmen op de specifieke begeleidingsbehoeften van het kind, waarbij toegewerkt wordt naar een adequater mee-functioneren van het kind in het gezin en op de dagopvang/peuterspeelzaal. 2 dagen behandelgroep in combinatie met onderwijs en hulp thuis Deeltijdbehandeling en diagnostiek voor kinderen in de onderbouw van het basisonderwijs met ontwikkelingsproblematiek, waardoor ze thuis en/of op school moeilijk of zorgelijk gedrag vertonen. Het aanbod kan gecombineerd worden met 2 dagen onderwijs op de Prof. Waterinkschool (cluster 4) op dezelfde locatie, of met 2,5 dagen onderwijs op een basisschool in de regio. Het programma is gericht op observatie, diagnostiek en behandeling van het kind, begeleiding van de ouders en samenwerking en afstemming met de leerkracht van de school. 1 dag behandelgroep in combinatie met onderwijs en hulp thuis Het programma is gericht op vermindering van gedragsproblemen en versterking van sociaal/emotionele vaardigheden, waarbij het hoofddoel is de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van het kind in een groepssituatie te vergroten en het kind vaardigheden te leren op het gebied van omgaan met kinderen en volwassenen, zodat het kind adequater kan mee-functioneren in het gezin en op school.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 29 van 34
Bijlage 2 Alert4you Aanvraag continuering financiering Alert4you De door MOC ’t Kabouterhuis in 2012 ontwikkelde activiteiten in het kader van Alert4you en de business-case waarop de financiering is gebaseerd2 lopen door in 2013. Op basis van de in 2012 bereikte resultaten3 en in gang gezette ontwikkelingen breidt het MOC zijn activiteiten uit en verbetert het de kwaliteit van de samenwerkingsrelatie, de verbinding, die op deze wijze tot stand komt tussen jeugd&opvoedhulp en het “voorveld”. 1. Inleiding Alert4you als leer- en ontwikkelgemeenschap hanteert een aantal leidende principes:
Bied extra opvoedexpertise voor de kinderopvangpraktijk Doe dat samen en op de werkvloer: zo dicht mogelijk op de dagelijkse realiteit Hulp moet onder handbereik zijn, medewerkers van kinderopvangorganisaties moeten weten wie ze kunnen aanspreken en dat ook makkelijk kunnen doen Doe wat werkt Ontwikkel partnerschap met ouders/opvoeders Onderbouw en stimuleer een positief jeugdbeleid in de gemeente
Deze leidende principes passen goed bij de zorgvisie van MOC ’t Kabouterhuis: de focus op het vergroten van de competenties van ouders en opvoeders, het bieden van hulp zo dicht mogelijk bij de dagelijkse leefwereld van het jonge kind, in zijn maatschappelijke context, systemisch, oplossingsgericht, doen wat nodig, verantwoord en voldoende is. Het MOC hecht aan het benadrukken van het (wetenschappelijk onderbouwde) belang van vroege signalering en vroege interventie als preventie van ernstige problematiek op latere leeftijd, problematiek die op die leeftijd dan vaak minder goed te behandelen is, een hoge en kostbare zorgconsumptie met zich mee brengt en tot grote maatschappelijke schade leidt. Gegevens die aantonen dat er bij 20 - 70% van de kinderen in voorscholen (in Amsterdam)4 sprake is van ernstige tot zeer ernstige problematiek die niet is gesignaleerd, zijn verontrustend. 2. Wat is er in 2012 gebeurd? Alert4you, ontwikkeling, belang en uitgangspunt ‘Door samenwerking met anderen zien we veel eerder wat een kind nodig heeft’ Alert4you zoekt de verbinding tussen kinderopvang en jeugdzorg met als doel expertise te delen en er zo vroeg mogelijk bij te zijn als er zorgen zijn om een jong kind. Het doel is op tijd te signaleren en alert te reageren bij kinderen die opvallen in de kinderopvang. Hoe eerder je problemen signaleert, hoe sneller 2
Zie de bijlage Voor zover op dit moment bekend (november 2012) 4 VVE, Bijeenkomst over zorgkinderen in de voorschool 31-10-2012, i.a.v. Anita Schreurs; Helen Velders; Raymonde Broerse; Harvey Sandriman; Fatima van Heuvelen (voorschool); Inez Zuiderveld (OKC); Marjan Sluys (MOC); Sytske Tjeerdema ( DMO); Antje Dijk (Oost). 3
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 30 van 34
je kunt starten met een gerichte aanpak om het probleem te verhelpen en hoe korter de ondersteuning van het kind en de ouders meestal hoeft te zijn. Dat is fijn voor het kind en zijn omgeving en scheelt vaak op latere leeftijd een flinke investering in tijd en geld. Landelijk zijn er pilots gedraaid. Zo zijn MOC ’t Kabouterhuis en kinderopvang Partou een pilot gestart in Amsterdam. In Amsterdam lag de nadruk in de pilot met name op het ontwikkelen en invoeren van het Groeibericht - een vragenlijst bij de overgang van een kind van baby naar peuter - en training van de pedagogisch medewerkers, gericht op het volgen en stimuleren van de ontwikkeling van het kind op het kinderdagverblijf. De pilot startte in 2009 op twee locaties van Partou, in de loop van de tijd werd dit aantal uitgebreid naar 39 locaties. In 2011 heeft de Stadsregio aan het MOC gevraagd om de pilot uit te rollen over de hele stad en in 2012 met 200 kinderopvanglocaties contact te leggen over Alert4you. Deze laagdrempelige aanpak bij kinderen die opvallen blijkt te werken. Door de aanpak op het kinderdagverblijf en door de ouders er bij te blijven betrekken ontstaat het gesprek. Waar nodig kan extra hulp vlot worden ingezet. Wat houdt het Alert4you programma nu in? Ten eerste draait het om het maken van de verbinding tussen de kinderopvang en de gespecialiseerde jeugdzorg. 1. Contact organiseren tussen kinderopvang en jeugdzorg. Bij elkaar over de vloer komen, wederzijds kennis maken, persoonlijk contact leggen en vertrouwen opbouwen, zodat de kinderopvangmedewerkers de jeugdzorg snel weten te vinden en in te schakelen. Ten tweede gaat het om het versterken van vertrouwen van de pedagogisch medewerker om van onderbuik gevoel tot vroegsignalering te komen en daadwerkelijk actie te ondernemen wanneer dit nodig is, door middel van coaching on the job. 2. Coaching on the job Indien de kinderopvang het nodig vindt komt een MOC medewerker langs om psycho-educatie te bieden door met praktische voorbeelden te illustreren over hoe je naar kinderen kan kijken en hoe je kan verwoorden wat je ziet. Aan de hand van casuïstiek, filmbeelden en gesprekken worden pedagogisch medewerkers gecoacht in het kijken en het zich inleven in kinderen die opvallen om op deze wijze meer inzicht en verdieping te krijgen. Door middel van praktische handvaten worden de pedagogisch medewerkers gecoacht om de uitdaging met een gedragsmoeilijk kind aan te gaan om zo te laten zien dat ze meer kunnen bereiken met een kind dan ze zelf voor mogelijk hielden. Op deze wijze wordt het zelfvertrouwen van de medewerker vergroot en kan een mogelijk negatieve spiraal tussen medewerker en kind doorbroken worden. Als er meer aan de hand is kan het Kabouterhuis, de pedagogisch medewerker van de kinderopvang coachen bij het gesprek met de ouders. Het verkennen van de eigen kracht, het formuleren van een hulpvraag en het zoeken naar verdere hulp voor kind en gezin staat centraal. Ten slotte kan er laagdrempelig even meegekeken worden door een specialist wanneer een pedagogisch medewerker er niet uit komt of denk dat er meer aan de hand kan zijn. Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 31 van 34
3. Diagnostiek/even meekijken. Indien er meer met een kind aan de hand is en ouders en pedagogisch medewerkers hebben een vraag naar meer specialistische diagnostiek rondom het kind kan er via de MOC medewerker een mogelijkheid zijn om zo licht mogelijke specialistische contact in te schakelen. Wanneer de PM en de ouders zijn overeengekomen dat extra expertise gewenst is voor het kind dan kan het MOC de specialist mee laten kijken (bijvoorbeeld een kinderarts, logopedist, fysiotherapeut, psychiater, systeemtherapeut). Zij zoeken dan uit wat er eventueel aan de hand zou zijn en zullen in gesprek met ouders en PM een plan van aanpak maken. Hoe wordt Alert4you nu ingezet en hoe willen we het in de toekomst inzetten? Door de ervaring die we aan het opbouwen zijn kunnen we relatief steeds meer doen met dezelfde middelen. In de beginfase zit er relatief veel energie in het contact leggen met de kinderopvang en de relatie opbouwen. Eerste trainingen worden gegeven en waar nodig wordt er coaching gedaan of even specifiek bij een kind meegekeken door een specialist. De verwachting is dat er in de toekomst minder energie gaat zitten in het maken van de verbinding, omdat deze al gemaakt is. In 2012 hebben we met ruim 200 kinderopvanglocaties contact gelegd. Op een groot deel van deze locaties is ook een training gedaan, gecoacht en incidenteel even meegekeken door een behandelaar. Aantal KDV locaties: stand 1 november 2012: 215 KDV locaties contact gelegd. Aantal interventies: Activiteiten stand 1 november 2012: ca. 400 interventies Wat leverde Alert4you nog meer op? De eerste resultaten vanuit Alert4you worden vanuit verschillende kanalen getoetst. Vanuit de Haarlemmermeer is een eerste evaluatie beschreven5. In Amsterdam zijn er enquêtes uitgezet bij een groot aantal kinderopvanglocaties, deze worden nu6 verwerkt. Daarnaast is het NJI onderzoek aan het doen naar de effectiviteit. Deze resultaten worden eind 2012 bekend. Wanneer is Alert4you geslaagd? Wanneer er continuïteit is in de professionele verbinding tussen Kinderopvang en Jeugdzorg Als meer kinderen met minder geld worden bereikt door de Jeugdzorg Als er rond casuïstiek wordt samengewerkt door Jeugdzorg en Kinderopvang Als we er vroeg bij zijn Als de kinderopvangmedewerkers vaardigheden leren en oefenen met betrekking tot het bespreekbaar maken van wat ze zien met ouders
5
Zie bijlage November 2012 Gemaakt door Gemaakt op 6
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 32 van 34
Als kinderen waarbij iets gesignaleerd is een deel van zijn zorg kan krijgen op de plek (Kinderopvang) waar het verblijft Als door Jeugdzorg wordt aangesloten bij eigen kracht ouders / systeem / context Als de context niet blijft hangen in onmacht maar over gaat tot actie ten behoeve van het kind dat opvalt Als leidsters doorpakken Als Kinderopvang, Jeugdzorg, en eerste lijn samen alert zijn
Alert4you is niet eigendom van ’t Kabouterhuis, het is een visie om verbinding te leggen tussen kinderopvang en Jeugdzorg. Kabouterhuis medewerkers blijken geschikt om deze verbinding te maken. De orthopedagogisch medewerker heeft ervaring met vele verschillende gedragsmoeilijke kinderen in complexe situaties, zowel individueel als in groepen. Zij beschikken over Praktische Pedagogische ervaringen en kunnen Pedagogisch Medewerkers inzichten geven in het omgaan met ingewikkelde kinderen door samen te observeren, interpreteren van gedrag, contact maken over het kind en het zoeken naar mogelijkheden om het kind in beeld te krijgen. Samen ontdekken waar de zorgen zijn en hoe deze te vertalen zijn naar concreet handelen en hoe leidsters deze ontdekkingen over kunnen brengen naar de ouders. MOC is de gespecialiseerde jeugdzorgaanbieder die in Amstelland & de Meerlanden en Amsterdam de behandelingen biedt voor jonge kinderen. In Zaanstreek Waterland is dat Spirit en die biedt dan ook Alert4you in Zaanstreek Waterland. Alert4you is iets wat we samen moeten oppakken om het te laten slagen, een investering die loont. Je kan te laat zijn, maar nooit te vroeg! 3. Wat zijn onze plannen voor 2013? Onze visie is dat we komende tijd energie stoppen in zoveel mogelijk kinderopvanglocaties, VVE’s, gastoudergezinnen en zelfs illegale opvang in beeld te krijgen en bekend te maken met Alert4you. Wij richten ons 600 kinderopvanglocaties, VVE’s, gastoudergezinnen etc. om contact te leggen en hen bekend te maken met Alert4you. We verwachten dat circa 1/3 veel gebruik gaat maken van training en coaching, 1/3 af en toe gebruik zal maken van training coaching en 1/3 geen beroep zal doen op training en coaching. We kunnen in 2013 circa 700 interventies inzetten in de zin van trainingen/ coaching on the job en diagnostiek waar nodig. Door zorgvuldig registreren van het contact met de kinderopvanglocaties krijgen we zicht op wie geïnteresseerd zijn in deze samenwerkingsvorm en wie niet wil meewerken aan Alert4you. Komende tijd gaan we zoveel mogelijk aansluiten bij de cursus ‘kinderen die opvallen’ van SO&T en de zorgcoördinatoren in de kinderopvangorganisaties. Alert4you is een verbindingsprogramma. Wanneer er meer zorg nodig is zijn daar programma’s voor, van laagdrempelig tot gespecialiseerde jeugdzorg. De verbinding tussen de kinderopvang en gespecialiseerde jeugdzorg is tevens essentieel om kinderen vanuit gespecialiseerde jeugdzorg weer een plek in de kinderopvang te kunnen geven. In de visie van het MOC brengen we kennis en expertise, rusten toe, empoweren, ontmedicaliseren, maar bouwen ook aan ons zorgnetwerk: kinderen hoeven minder of minder snel of vaak weg uit hun maatschappelijke context en kunnen daar in voorkomende gevallen ook eerder naar terug of naar toe (KDV, scholen), omdat de expertise (o.m. om hen en anderen veiligheid te bieden) ook daar aanwezig is en de handelingsverlegenheid minder. Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 33 van 34
2013 wordt ook het jaar waarin MOC ’t Kabouterhuis anticipeert op het waarschijnlijk vervallen van duwbudgetten in 2014. Ook werkt het aan het invoegen van door de activiteiten t.d.v. Alert4you ontwikkelde expertise in proeftuinen en in een positief jeugdbeleid van de gemeent(en), als onderdeel van een geolied zorgnetwerk ten bate van de doelgroep van MOC ’t Kabouterhuis. In 2013 en 2014 zou Alert4you onderdeel moeten worden van een samenwerkingsverband voor kinderen van 0-4 die aansluit op de wijkteams. Wellicht dat het Okido samenwerkingsverband uitgebreid kan worden met Alert[4]you vanuit het MOC, het VTO, MEE en de kinderopvangorganisaties. Okido zou dan als voordeur voor Alert4you kunnen dienen in de zin van consultatie op indicatie. 4. Financiering MOC ’t Kabouterhuis legt het volgende financieringsverzoek voor: Aanvraag
Budget
Offerte
Ombouw binnen het structurele SRA budget (conform 2012)
150.000
SRA (structureel)
Uitvoering interventies Alert4you vanuit het stuurbudget (conform 2012)
200.000
SRA (stuurbudget)
Uitvoering interventies Alert4you vanuit het stuurbudget: extra vanwege uitbreiding aantal kdv
100.000
SRA (stuurbudget)
Duwbudget ten behoeve van uitbreiding aantal kdv vanuit de omliggende gemeenten (deze gemeenten betaalden in 2012 niet mee)
100.000
Gemeenten A&M (WMO)
Duwbudget ten behoeve van uitbreiding aantal kdv in de gemeente Amsterdam tot een dekkend aanbod (600 locaties) (bedrag is conform 2012)
300.000
Amsterdam (WMO)
Preventiebudget GGZ voor ‘even meekijken’ inzet vanuit GGZ bij Alert[4]you (conform 2012)
50.000
GGZ (preventie)
Totaal Euro
900.000
Aangezien er vanuit DMO budget (gemeente Amsterdam) in 2012 ook contact is gelegd met kinderopvanglocaties in de Haarlemmermeer en Amstelveen lijkt het ons reëel dat er voor 2013 vanuit deze twee gemeenten een stuk duwbudget gaat om de relaties met de kinderopvangorganisaties daar te onderhouden en uit te breiden. Een deel is ‘duwbudget’ het kost veel tijd om de basis te leggen, een werkrelatie, basis kennis en vaardigheden, uitleggen van hulpmiddelen als groeibericht, etc. Het andere deel is meer structureel van aard en gaat om onderhouden van de verbinding en snel kunnen inschieten op coaching vragen. Dit deel bestaat deels uit ombouw structurele subsidie MOC. Meer kinderen helpen met minder geld is hier een belangrijk werk doel samen met vroeg erbij. Vergeleken met de middelen die naar oudere kinderen en volwassenen gaan met dezelfde problematiek is het een klein budget en levert het meer op.
Gemaakt door Gemaakt op
T. Overing & M. Blom 14-11-2012 8:58
Pagina 34 van 34