Met OP-Zuid op volle kracht vooruit!
informatie voor potentiële subsidieaanvragers
Operationeel Programma voor Zuid-Nederland
Deze folder is een uitgave van Stimulus Programmamanagement. Dit programmamanagement coördineert de uitvoering van het Operationeel Programma voor Zuid-Nederland dat steun ontvangt uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Met deze folder geven we u een snelle inkijk in doel en inhoud van OP-Zuid en de (subsidie-)mogelijkheden voor (potentiële) projectuitvoerders.
Van productie-economie naar kenniseconomie Door de toegenomen mondiale concurrentie, de steeds grotere snelheid in de vernieuwing van technologieën, de zorg voor het milieu en de vergrijzing van de bevolking staat Europa voor de uitdaging om de omslag te maken van een productie-economie naar een kenniseconomie. Met kenniseconomie wordt bedoeld dat een belangrijk deel van de economische groei voortkomt uit (technische) kennis.
OP-Zuid H
et Operationeel Programma voor Zuid-Nederland (verder “OP-Zuid” genoemd) is een Europees economisch stimuleringsprogramma voor de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Voor de periode 2007-2013 heeft de Europese Unie 186 miljoen euro voor OP-Zuid gereserveerd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het fonds dat ondermeer het bevorderen van regionaal concurrentievermogen en regionale werkgelegenheid steunt. Deze Europese middelen worden als cofinanciering (subsidie) ingezet voor projecten die bijdragen aan de ontwikkeling van de Zuid-Nederlandse economie tot een dynamische kenniseconomie. Omdat voor de realisatie van OP-Zuid ook publieke en private cofinanciering moet worden ingezet, zal de totale investeringsimpuls aan Zuid-Nederland neerkomen op circa 460 miljoen euro.
Duurzame kenniseconomie
Europa wil in 2010 de meest dynamische en concurrerende kenniseconomie van de wereld zijn, die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang. Dat is kortweg de strategie die de Europese leiders hebben vastgesteld om de Europese economie te moderniseren. Voor de uitwerking van die strategie is een aantal economische, sociale en ecologische doelstellingen geformuleerd. Om die doelstellingen ook financieel te onderbouwen, is besloten hier zoveel mogelijk Europese middelen voor aan te wenden. Zo staan ook de middelen uit het EFRO voor OP-Zuid geheel in het teken van de ontwikkeling van Zuid-Nederland tot een duurzame kenniseconomie.
Met OP-Zuid op volle kracht vooruit!
Operationeel Programma voor Zuid-Nederland
Inzetten op sterke punten Binnen Nederland is afgesproken dat de EFRO-middelen in de periode 2007-2013 vooral zullen worden ingezet om het onderscheidend vermogen van de verschillende regio’s verder uit te bouwen
V
oor Zuid-Nederland is vastgesteld dat de regio veel toptechnologie, kennis en R&D in huis heeft. Daarmee heeft de regio de potentie zich, zowel binnen als buiten Nederland, te profileren als een kennisintensieve (top-)technologische regio, met een onderscheid naar sterke sectoren in Zuidwest- en Zuidoost-Nederland.
Doelstellingen OP-Zuid
De kansen voor Zuidwest-Nederland (Zeeland en het westelijk deel van Noord-Brabant) liggen vooral in procestechnologie, logistiek en kusttoerisme. De sterktes van Zuidoost-Nederland (het oostelijk deel van NoordBrabant en Limburg) liggen vooral in hightech-systemen, -apparaten en -materialen, food en nutrition, medische technologie en life sciences.
De hoofddoelstelling is in een aantal subdoelstellingen onderverdeeld: • het verhogen van het economische rendement van de kenniseconomie; • het bevorderen dat meer bedrijven innoveren, in het bijzonder het MKB; • het bewerkstelligen van meer ondernemerschap door attitudeverandering; • het faciliteren van starters, spin-offs en doorgroeiers; • het creëren van uitstekende randvoorwaarden voor ondernemingen in en buiten de steden; • het vergroten van werkgelegenheid, in het bijzonder in de steden.
OP-Zuid is daarom vooral gericht op het verder versterken van deze sterke sectoren. Dat wil echter niet zeggen dat alleen projecten in deze sectoren voor subsidie uit OP-Zuid in aanmerking komen. Ook projecten uit andere sectoren en/of aanverwante activiteiten die bijdragen aan het versterken van de sterke sectoren en/of de kenniseconomie kunnen voor EFRO-subsidie in aanmerking komen.
Hoofddoelstelling: Zuid-Nederland profileert zich, binnen Nederland en Europa, als een toptechnologische regio met een koploperspositie op het vlak van innovatie en economische dynamiek. Een aantrekkelijk woon-, werken leefklimaat is daarvoor een randvoorwaarde.
Van kennis naar kunde naar kassa! Door het toepassen van kennis is innovatie mogelijk. In de zin van kenniseconomie is innovatie het omzetten van kennis en kunde in succesvolle nieuwe producten en diensten, nieuwe processen en organisaties. “Van kennis naar kunde naar kassa” is hier de gevleugelde kreet.
Met OP-Zuid op volle kracht vooruit!
Prioriteiten en subsidiedoelgroepen Om de doelstellingen van OP-Zuid te realiseren, zijn drie prioriteiten vastgesteld. Binnen deze prioriteiten kan voor passende projecten EFRO-subsidie worden aangevraagd.
Prioriteit 1 Kenniseconomie, ondernemerschap en innovatie
Bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid
Prioriteit 2 Attractieve regio’s
In het kader van een kenniseconomie zijn bedrijven en kennisinstellingen de belangrijkste bron voor innovatie. Voor de overheid is vooral een stimulerende en faciliterende rol weggelegd.
Prioriteit 3 Stedelijke dimensie Doelgroepen
Naar de aard van de prioriteiten wordt verwacht dat in prioriteit 1 projecten zullen worden ingediend vanuit zowel de private als de publieke sector. Projecten in prioriteit 2 zullen met name uit de hoek van overheden, publieke instanties en interstedelijke netwerken (ook private organisaties) komen. Projecten voor prioriteit 3 hebben altijd betrekking op de negen GSB-steden (Grotestedenbeleid) in Zuid-Nederland en zullen in belangrijke mate door die gemeenten worden geïnitieerd.
Prioriteit
Onderdeel
Reservering deel EFRO-budget
Prioriteit 1
50%
Prioriteit 2
Kenniseconomie, ondernemerschap en innovatie Attractieve regio’s
Prioriteit 3
Stedelijke dimensie
21%
Technische bijstand
4%
25%
EFRO-subsidie
EFRO-middelen worden altijd aangevraagd als een laatste, aanvullende en noodzakelijke (co-)financiering. Voordat een subsidieaanvraag wordt ingediend, moet(en) dus eerst de eigen financiering en/of co-financiering (publiek en/of privaat) geregeld zijn.
Doelgroepen
Bedrijven (primair het MKB), kennis- en onderwijsinstellingen (MBO t/m WO), (semi-)overheden. Vooral lokale/regionale/provinciale (semi-)overheden en intergemeentelijke netwerken, alsook private partijen. De negen GSB-gemeenten in Zuid-Nederland: Breda, Tilburg, ’s-Hertogenbosch, Eindhoven, Helmond, Sittard-Venlo, Geleen, Heerlen, Maastricht. Uit dit budget wordt de uitvoering van OP-Zuid bekostigd.
Operationeel Programma voor Zuid-Nederland
Prioriteit 1
Kenniseconomie, ondernemerschap en innovatie
Hoofddoelstelling van prioriteit 1 is het versterken van de innovativiteit van de Zuid-Nederlandse economie in brede zin en het verder versterken en uitbouwen van de positie van Zuid-Nederland als toptechnologische regio.
Innovatie goed voor omzet en werkgelegenheid Innovatie helpt bedrijven om flexibel in te spelen op de snelle veranderingen. Innoverende bedrijven groeien 50 procent sneller dan hun passieve collega’s en gaan daarnaast langer mee. Innovatie is daarom goed voor omzet en werkgelegenheid.
Binnen deze prioriteit ligt veel aandacht bij onderzoek en ontwikkeling (R&D), creativiteit en ondernemerschap omdat deze aspecten de voedingsbodem zijn voor innovatie en dynamiek. Om het (MKB-)bedrijfsleven eenvoudig toegang te geven tot het programma, worden binnen deze prioriteit enkele concrete regelingen ontwikkeld voor (individuele) bedrijven. Maar ook andere projecten vanuit de private sector zijn in deze prioriteit welkom. Naast specifieke activiteiten gericht op innovatieve producten, diensten en technologieën komen ook meer generieke projecten, gericht op het versterken van sectoren, samenwerking en ondernemerschap, voor subsidie in aanmerking. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen zijn in hoofdlijnen:
• Het stimuleren van marktgerichte samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen om het innovatieproces te intensiveren en te optimaliseren. Hieronder valt ook het versterken van de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven.
• Het organiseren van clusters van bedrijven en kennisinstellingen rondom combinaties van product, markt en technologie en door het vormen van toegesneden netwerken op het snijvlak van technologiegebieden en toepassingen. • Het intensiveren van de R&D-capaciteit. Hier wordt met name ingezet op het stimuleren van publieke investeringen in R&D, het vergroten van de innovatiekracht van het MKB en het betrekken van het MKB bij onderzoek en ontwikkeling. • Het ondersteunen van starters (tot vijf jaar na oprichting) en (snel) groeiende bedrijven. Hiertoe behoren onder meer instrumenten voor het verschaffen van risicokapitaal, seed capital, specifieke faciliteiten en ondersteuning voor technostarters, begeleiding bij bedrijfsopvolging. • Het stimuleren van innovatie door o.a. het opstellen van bedrijfsgerichte regelingen en het toepassen van enabling technologies (bv. ICT, embedded systems en industrial design). • Bedrijfsgerichte activiteiten voor de aansluiting van het arbeidsaanbod op de arbeidsvraag.
Met OP-Zuid op volle kracht vooruit!
Prioriteit 2
De hoofddoelstelling van prioriteit 2 is het versterken van het vestigingsklimaat van Zuid-Nederland aansluitend op de strategische lijnen uit de regionale innovatieagenda’s.
Attractieve regio’s
Binnen deze prioriteit komen niet alle aspecten van het vestigingsklimaat in aanmerking. De aandacht gaat vooral uit naar bereikbaarheid (van personen en goederen), de kwaliteit van bedrijfslocaties, woon- en leefklimaat en de externe veiligheid. Daarbij wordt beoogd dat 90% van de EFRO-middelen voor deze prioriteit neerslaat in de economische kernzones en de stedelijke netwerken zoals benoemd in de nota Ruimte van het Ministerie van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Activiteiten die binnen deze prioriteit gesubsidieerd kunnen worden, dragen direct of indirect bij aan een veilig en aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat, bijvoorbeeld:
• Het verbeteren van de kwaliteit van bestaande bedrijventerreinen door hetgeen wat reeds aanwezig is anders en/of beter (innovatief) aan te wenden. • H et ontwikkelen van topmilieus en broedplaatsen voor de ‘creative class’ buiten de GSB-steden. • Het investeren in groen, cultuur en natuur voorzover dat de attractiviteit van de regio verhoogt in de zin van toeristische ontwikkeling en/of aantrekkelijk vestigingsklimaat. • A ctiviteiten ter verbetering van de milieukwaliteit, in het bijzonder de luchtkwaliteit.
• Het ontwikkelen en implementeren van innovatieve vervoersconcepten voor passagiers en goederen. • Het implementeren van innovatieve ICT-concepten voor de bereikbaarheid van de regio, aantrekkelijk leef- en vestigingsklimaat of het toerisme. • Het ontwikkelen en uitvoeren van instrumenten die de fysieke uitbreiding van toeristische bedrijvigheid mogelijk maken. • Regiopromotie en branding, zowel gericht op toerisme als op bedrijfsvestiging.
Innovatie voor welvaart en welzijn Innovatie is van toenemend belang voor welvaart en welzijn in onze moderne economie. Voldoende innovatiekracht is nodig om blijvend een sterke positie op de wereldmarkt in te nemen. Meer innovatievermogen is evenzeer nodig om belangrijke vraagstukken op sociaal en milieugebied aan te pakken.
Operationeel Programma voor Zuid-Nederland
Prioriteit 3
Stedelijke dimensie
De hoofddoelstelling van prioriteit 3 is het leveren van een bijdrage aan een veilige en aantrekkelijke woon- en werkomgeving voor alle inwoners van de negen GSB-steden in Zuid-Nederland.
OP-Zuid getuigt ook financieel van inzet op kenniseconomie en innovatie In OP-Zuid gaat 50% van het budget naar de eerste prioriteit Kenniseconomie, ondernemerschap en innovatie. 25% gaat naar de randvoorwaardelijke prioriteit Attractieve regio’s. 21% is gereserveerd voor de aanpak van grotestedenproblematiek in de negen middelgrote gemeenten in Zuid-Nederland. De resterende 4% is bedoeld voor de organisatie en uitvoering van het OP-Zuid.
Deze prioriteit richt zich, naast het stimuleren van de participatie van en leefbaarheid voor de stedelijke bewoners, ook op het stimuleren van economische activiteiten binnen de stad en binnen wijken. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen zijn onder meer:
• Het stimuleren van de combinatie wonen en werken in wijken, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van innovatieve ICT-concepten, nieuwe vormen van huisvesting, broedplaatsmilieus. • Het creëren van stedelijke topmilieus, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van kennisinfrastructuur, (cultuur-) historische ‘eigenheid’, cultureel voorzieningenpakket. • Het verbeteren van de kwaliteit van werklocaties door bijvoorbeeld de herontwikkeling van bedrijfsgebouwen, het opzetten van parkmanagement, investeringen in de openbare ruimte.
De GSB-steden in Zuid-Nederland zijn: Breda, Tilburg, ’s-Hertogenbosch, Eindhoven, Helmond, Venlo, Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht.
• Het vergroten van de participatie van burgers door nieuwe woon-zorgconcepten en/of ICT-concepten, bijvoorbeeld om de interactie tussen burgers onderling en tussen burgers en overheid te vergroten of het wijk-, stad- en regiogevoel te bevorderen door educatie- en informatieprojecten. • Het investeren in de transformatie van binnen stedelijke gebieden met een economische meerwaarde. • Het verbeteren van de attractiviteit en/of veiligheid van de openbare ruimte door fysieke maatregelen (in ruimte en/of groen) en/of de gezamenlijke ontwikkeling van methoden voor de aanpak van stedelijke problemen. • Het ontwikkelen en implementeren van stedelijke vervoerssystemen voor passagiers en goederen (bijvoorbeeld stadsdistributie, light-rail). Voor deze prioriteit komen alleen concrete projecten in aanmerking die betrekking hebben op de negen GSB-steden.
Met OP-Zuid op volle kracht vooruit!
Organisatie OP-Zuid
Comité van Toezicht
Voor het toezicht op de correcte uitvoering van OP-Zuid is een Comité van Toezicht (CvT) ingesteld. Dit staat onder voorzitterschap van de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. De provincie Noord-Brabant is aangewezen als beheersautoriteit voor OP-Zuid en draagt als zodanig de eindverantwoordelijkheid over de inhoudelijke en financiële uitvoering van het programma. Stuurgroepen
Voor de toewijzing van EFRO-subsidie uit OP-Zuid aan projecten zijn er drie Stuurgroepen: • Stuurgroep Zuidwest-Nederland: voor projecten in de prioriteiten 1 en 2 in Zuidwest-Nederland; • Stuurgroep Zuidoost-Nederland: voor projecten in de prioriteiten 1 en 2 in Zuidoost-Nederland; • Stuurgroep Steden: voor projecten in prioriteit 3 in de negen GSB-steden. Programmamanagement
De dagelijkse coördinatie van OP-Zuid ligt bij Stimulus Programmamanagement in Eindhoven. Deze organisatie voert ook het secretariaat voor het CvT en de Stuurgroepen. Steunpunten
Als eerste aanspreekpunt voor (potentiële) projectindieners zijn in alle drie de provincies van OP-Zuid Steunpunten opgericht. In Limburg en Zeeland zijn deze in het provinciehuis ondergebracht, respectievelijk in Maastricht en Middelburg. In Noord-Brabant fungeert Stimulus Programmamanagement in Eindhoven tevens als Steunpunt voor (mogelijke) subsidieaanvragers.
Comité van Toezicht Stuurgroep Zuidwest-Nederland
Stuurgroep Zuidoost-Nederland
Stuurgroep Steden
Stimulus Programmamanagement
Steunpunt Zeeland
Steunpunt Noord-Brabant
Steunpunt Limburg
Het Operationeel Programma voor Zuid-Nederland
10
Stappenplan subsidie aanvragen 1. Lees deze folder aandachtig door en kijk op www.op-zuid.nl. 2. Informeer bij het Steunpunt in uw provincie (zie achterzijde) of uw project past binnen de kaders, doelstellingen en subsidievoorwaarden van OP-Zuid. 3. Vul, na een eerste positief oordeel van het Steunpunt, het officiële subsidieaanvraagformulier in (te downloaden van www.op-zuid.nl) en stuur dit samen met de verplichte bijlagen op naar Stimulus Programmamanagement. 4. U krijgt binnen drie weken schriftelijk bericht over de ontvankelijkheid van uw aanvraag. Als dit positief is, ontvangt u ook meteen een uitnodiging voor een gesprek met een programmamanager en een financieel adviseur van Stimulus Programmamanagement. 5. In het gesprek met Stimulus Programmamanagement wordt nader ingegaan op de inhoud van uw project, de inpasbaarheid in OP-Zuid en de voorwaarden die aan subsidieverstrekking zijn verbonden.
6. Na het gesprek met Stimulus Programmamanagement, dient u binnen 6 maanden een definitieve subsidieaanvraag in bij Stimulus Programmamanagement. 7. Als uw definitieve aanvraag aan alle vereisten voldoet, ontvangt u van Stimulus Programmamanagement een ontvangstbevestiging met de startdatum voor subsidiabele kosten. Deze is gelieerd aan de ontvangst van het eerste ontvankelijk verklaarde aanvraagformulier (stap 4). Dit wil echter nog niet zeggen dat het project is goedgekeurd; vooralsnog zijn gemaakte kosten geheel voor eigen rekening en risico! 8. Stimulus Programmamanagement stelt, met betrekking tot de toewijzing van EFRO-subsidie aan uw project, een inhoudelijk en financieel advies op voor de betreffende Stuurgroep (Zuidwest-Nederland, Zuidoost-Nederland en Steden) 9. De Stuurgroep brengt uiterlijk dertien weken na ontvangst van de definitieve aanvraag (stap 7) een zwaarwegend advies uit over de subsidieverstrekking aan uw project en legt dit voor aan Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Noord-Brabant (beheersautoriteit van OP-Zuid). 10. U ontvangt binnen veertien dagen na de beslissing van de Stuurgroep een beschikking van GS over de toegekende subsidie of een gemotiveerd besluit tot afwijzing.
11. Gedurende de uitvoering van uw project houdt u een aparte, deugdelijke, inhoudelijke en financiële projectadministratie bij. 12. In de uitvoering van uw project voldoet u aan de subsidievoorwaarden die bij de subsidieverstrekking horen, zoals bijvoorbeeld aanbestedingsregels en communicatievoorwaarden. 13. U levert twee keer per jaar een voortgangsrapportage aan, die ook de basis is voor het uitkeren van voorschotten, en geeft medewerking aan eventuele (tussentijdse) controles.
Met OP-Zuid op volle kracht vooruit!
Toetsingscriteria Voor de toewijzing van EFRO-subsidie is een uitgebreid toetsingskader opgesteld. U kunt dit vinden op www.op-zuid.nl en/of opvragen bij Stimulus Programmamanagement en de provinciale Steunpunten.
Om u een snelle indruk te geven, staan hieronder de belangrijkste criteria:
• Het project draagt bij aan het realiseren van de doelstellingen van OP-Zuid én de specifieke doelstelling van de prioriteit. • Het project betreft nieuwe en/of additionele activiteiten van de projectuitvoerder. • De uitvoering van het project en/of het beoogde effect vindt plaats: - Prioriteit 1, in de provincies Zeeland, Noord-Brabant, Limburg. - Prioriteit 2, in vooral (90%) de economische kernzones en de stedelijke netwerken van Zuid-Nederland zoals benoemd in het toetsingskader. Alleen voor toeristische projecten in de provincie Zeeland geldt deze afbakening niet. Voor de overige gebieden is 10% van het budget beschikbaar. - Prioriteit 3, het stedelijke grondgebied van de negen zuidelijke GSB-steden: Breda, Tilburg, ’s-Hertogenbosch, Helmond, Eindhoven, Venlo, Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht. • Het project levert “value for money”, oftewel de kosten/batenverhouding is gunstig en het project draagt in voldoende mate bij aan de doelstellingen van OP-Zuid. • De EFRO-bijdrage is noodzakelijk om de financiering rond te krijgen; de overige financiering is al gegarandeerd met cofinancieringverklaringen. • Het project moet een zodanige financiële omvang hebben dat de gevraagde EFRO-bijdrage minimaal E 50.000,is. Alleen binnen de bedrijfsgerichte regelingen in prioriteit 1 kan ook voor financieel kleinere projecten subsidie worden aangevraagd. • Het project voldoet aan de Europese, nationale en regionale wet- en regelgeving (zoals staatssteun, aanbestedingsbeleid, vergunningen) en voert een deugdelijke administratie.
11
Uitgesloten Een aantal bedrijfssectoren is per definitie uitgesloten voor subsidie van OP-Zuid. Dit betreft (onderdelen van) landbouw, jacht, visserij, bosbouw, delfstoffen, gas, water, electriciteit, bouw, banken, verzekeringen en enkele branches in de industrie. Daarnaast zijn de volgende soorten projecten uitgesloten: • aanleg van basisinfrastructuur, tenzij dit basisinfrastructuur is voor de ontsluiting van een infrastructuurproject dat met steun van OP-Zuid tot stand komt; • aanleg van ICT-basisinfrastructuur (bijvoorbeeld glasvezel); • aanleg van fietspaden, tenzij deze onderdeel vormen van een toeristisch plan; • natuurontwikkeling, tenzij dit een impuls is voor het vestigingsklimaat of toerisme; • gemeenschapshuizen, tenzij ze onderdeel zijn van een cultuurhistorisch plan; • haalbaarheidsstudies, tenzij er zicht is op concrete uitvoering; • reguliere woningverbetering en woningbouw; • reguliere sportvoorzieningen; • regulier onderwijs; • reguliere voorzieningen in het kader van gezondheid en welzijn; • evenementen.
Voor meer informatie kunt u onze website bezoeken: www.op-zuid.nl en/of contact opnemen met het Steunpunt van OP-Zuid in uw provincie.
Limburg
Noord-Brabant
Zeeland
Provincie Limburg Limburglaan 10 6229 GA Randwyck-Maastricht Postbus 5700 6202 MA Maastricht T 043 389 73 06 F 043 389 71 07 E
[email protected]
Stimulus Programmamanagement Gebouw De Vierlander Fellenoord 27 5612 AA Eindhoven Postbus 585 5600 AN Eindhoven T 040 237 01 00 F 040 237 59 05 E
[email protected]
Provincie Zeeland Abdij 6 4331 BK Middelburg Postbus 6001 4330 LA Middelburg T 0118 63 14 24 F 0118 63 86 36 E
[email protected]
Gebouw Vierlander, Fellenoord 27 Postbus 585, 5600 AN Eindhoven T 040 237 01 00 F 040 237 59 05 E
[email protected] www.stimulus.nl Vormgeving en productie: Phasis Communication Works, Eindhoven Deze brochure is een uitgave van Stimulus Programmamanagement. Aan de brochure kunnen geen rechten worden ontleend