MEDISCH OFFICIEEL O R G A A N V A N DE K O N I N K L I J K E
CONT
T
NEDERLANDSCI'IE MAATSCHAPPIJ T O T BEVORDERING DER GENEESKUNST
H o o f d r e d a c t e u r W. J. Royaards - Redactiesecretaris: J. J. van Nechelen - Bestuur : K. Vaandrager, Deventer, v o o r z i t t e r ;
Prof. Dr.
A. Kummer, Amsterdam, v i c e - v o o r z i t t e r ; Dr. C. de G r o o t , R o t t e r d a m , secretaris ; Dr. N. van der $toel, Voorschoten, penningmeester ;
A. Taminiau, Tilburg - Redactie en abonnementenadministratieKeizersgracht 327. Amsterdam, Tel. 242535.
13e L E D E N C O N G R E S DER M A A T S C H A P P I J V O O R G E N E E S K U N S T GEHOUDEN TE AMSTERDAM OP 12-13-14 OKTOBER 1961 Begunstigd door stralend najaarsweer heeft de Maatschappij voor Geneeskunst haar 13e ledencongres in Amsterdam gehouden. De belangstelling daarvoor was zo groot, dat - zoals de voorzitter der afdeling, ProJl Kloosterman in zijn welkomstwoord opmerkte -- het aantal artsen, dat in die dagen in Amsterdam aanwezig was, verdubbeld was en tijdelijk gestegen van tien tot twintig procent van het Nederlandse a rtsencorps. Het was geen wonder, dat de toeloop groot was! De voorbereiding van her congres, voor een groo! deel tot stand gekomen onder de bczielende leiding van de 2e voorzittcr van Eek, beloofde z6 veel goeds, dat de ..trek" naar Amsterdam niet behoefde te worden aangemoedigd. Zij. die aan deze ,,grote trek" hebben meegedaan, hebben daarvan geen spijt gehad en de stelling, die weleens verkondigd wordt, dat een ledencongres in een grotc stad altijd minder karts van slagen heeft dan dat in een provinciestad, is in haar algemeenheid door de Amsterdammers apert gelogenstraft! Openingszitting Het Koninklijk Instituut voor de Tropen gafdc ,,setting". die de openingszitting van het ledencongres der Maatschappij sinds jaren kenmerkt: plechtig, stijlvol, in tegenwoordigheid van vele officiEle gasten, waarbij Pro./i Dr. P. Muntendam ditmaal als vertegenwoordiger van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid aanwezig was. Onmiddellijk na de opening van het congres door voor-
INHOUD t6e
Jaargang
20
oktober
1961
No.
Het 13de Ledencongres der Maatschappij Rede van de voorzitter Stipendia voor wetenschappelijke werkers Rede van de afgetreden voorzitter . Bezoek aan. het bureau van de American Medical Association . Dr. H. J. Groenendijk: De orthopedische Schoenmaker
42
649 653 653 656 658 661
zitter Noome sprak de burgemeester van Amsterdam mr. G. van Hall de congressisten toe en lnemoreerde daarbij zijn persoonlijke - zij het indirecte-- relatie met de Maatschappij voor Geneeskunst door het felt, dat deze maatschappij thans haar zetel heeft in het door hem in zijn jeugd bewoonde huis aan de Keizersgracht. AIs gewoonlijk volgde op de toespraak van de burgemeester de rede van de afgetreden voorzitter en, na een muzikaal intermezzo, die van de huidige voorzitter. Her gcbruikelijke resum6, dat oud-voorzitter de Vries ditmaal gaf van de gebeurtenissen in het jaar 1960 was kort en krachtig; een voorbeeld, dat in de toekomst navolging verdient. Daardoor kreeg voorzitter Noome de gelegenheid de hog onvermoeide aandacht van zijn gehoor te vragen voor een onderwerp, dat hem na aan het hart ligt, namelijk .,Het vertrouwen in de huisarts". Beide redevoeringen kan men in dit hummer aantreffen. Het prachtig gespeelde muzikale intermezzo, waarbij mevrouw G. J. GriepKnipscheer en de collegae S. I. de Vries, .~!. .1t. llillman en Dr. R. Le Coultre een strijkkwartet van Schubert ten gehore brachten, droeg niet weinig bij tot her slagen van de plechtigheid. De ontwmgst door de afdeling Amsterdam, die na de openingszitting in hetzelfde gebouw werd gehouden, gaf talloze collegae de gelegenheid tot weerzien en tot hea'nieuwen van oude contacten. Het scheppen van dergelijke ontmoetingsmogelijkheden is een belangrijk onderdeel van een ledencongres en maakt het aan onze Maatschappij gemakkelijker de taak, voorzover die bestaat in her bevorderen van bet onderling contact tussen de leden, te vervullen. Galaconcert De avond bracht een galaconcert in her Concertgebouw. Daarbij is waar gemaakt, war in het programmaboekje was vermeld, dat dit een concert van bijzondere allure zou worden. Dat was te danken aan bet Concertgebouworkest onder leiding van Bernard Haitink, maar vooral ook aan Hans ltenkemans, in wie alle artsen de collega blijven voelen. Diens wccrgave van het Pianoconcert in C. gr. t. van Mozart was suNiem. Niet minder kon men echter na de pauze genielen van de door Henkemans gecomponeerde Partita en met namc gold dat voor hen. die de gelegenheid hadden gehad enkele weken tevoren met dit orkeststuk kennis te maken. 649
Vanzelfsprekend werd Henkemans op het podium geroepen en toen hij daarna weer naar zijn plaats in de zaal terugkeerde, was het een brede haag van enthousiaste toehoorders, die hem luid klappend hulde brachten. Velen zullen daarmee ook uiting hebben gegeven aan hun grote bewondering voor de man, die de schoonheid van her verleden zo kan reproduceren en hanteren en daarnaast tegelijkertijd in staat is de roepstem van de moderne tijd -- in bijna alle opzichten zo radicaal anders - klank en kleur te geven. Was het misschien ook een beetje jaloezie voor dit vennogen, waardoor wij artsen zo'n behoefte hadden onze collega-kunstbroeder warme hulde te betuigen ? In alle geva! is Henkemans in dit opzicht als kunstenaar voor ons een lichtend voorbeeld en is her een voorrecht hem op hoogtijdagen als het ledencongres in ons midden te mogen zien.
Vrijdag - dag der wetenschappelijke voordrachten De vele mogelijkheden tot gezellig samenzijn, die Amsterdam ook op de late avond nog aan de congressisten wist te bieden, hebben niet verhinderd, dat de volgende morgen te negen uur de artsen in grote getale bijeen waren om te luisteren naar wat enkele prominenten uit de hoofdstedelijke medische faculteiten te vertellen hadden. De bijeenkomst werd gehouden in het City Theater, dat een zeer adequate gelegenheid voor dit doel bleek te zijn. Prof. Dr. J. G. G. Borst sprak over ,,Noodzakelijk, overbo-
Tentoonstelling historische boekwerken Op de eerste morgen van het dertiende Ledencongres was men officieel bijeen in het gebouw van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde voor de opening van de tentoonstelling van historische boekwerken uit de bibliotheken van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst en van de vereniging ,,Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde". Voorzitter Noome heeft het Tijdschrift dank gezegd voor de gastvrijheid, en M. M. Hilfman, beherend redacteur van het tijdschrift en Dr. J. A. van Dongen, bibliothecaris der Maatschappij, voor hun voortreffelijke zorgen voor de inrichting van deze zeer bezienswaardige expositie. Prof. Knapper heeft namens het N.T.G. gereageerd met zeer vriendelijke woorden over de goede samenwerking tussen Tijdschrift en Maatschappij, waarvan deze congres-expositie het bewijs was. Voorzitter Noome heeft het betreurd, dat deze kostbare schatten uit de voor Europa representatieve medische boekerij van de Maatschappij zo weinig onder ogen komen, daar tegenover zal de bezoeker van deze boekenuitstalling het toch wel hebben gewaardeerd, dat zo kostbare incunabelen, als hier werden getoond, in het algemeen in de veiligheid van rust en beslotenheid geborgen blijven ats historische zeldzaamheden, die weer aan een volgende generatie kunnen worden overgedragen.
650
dig en schadelijk geneeskundig onderzoek", Prof Dr. I. Boerema over ,,Bewegende ompaling van de chirurgie'" en na de pauze Pros Dr. L. v. d. Horst over ,,Psychopathologie en leeftijdsdynamiek". Met grote belangstelling werd naar de sprekers geluisterd. De gelukkige omstandigheid, dat reeds deze week in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde de op het congres gehouden wetenschappelijke voordrachten worden gepubliceerd (met uitzondering van die van Prof. Borst, welke later volgt), geeft aUe Nederlandse artsen de mogelijkheid kennis te nemen van het gesprokene en maakt vermelding daarvan op deze plaats overbodig. Volstaan moge worden met te zeggen, dat alle voordrachten een sterk persoonlijk stempel droegen en mede daardoor uitermate boeiend waren om naar te luisteren. Internist, chirurg en psychiater getuigden ieder op zijn beurt en naar eigen aard van zijn visie op het door hem beoefende vak, dit plaatsende in het midden van onze tijd met alle moeilijkheden en mogelijkheden daaraan verbonden. De probleemstellingen en uitsprakcn door de sprekers gegeven, zullen niet nalaten indruk te maken op allen, die daarvan kennis nemen. Ze zijn ongetwijfeld een stimulans tot verder overdenken van onze taak als beoefenaren der hedendaagse geneeskunst, zoals die gesitueerd is in het geheel van de huidige wetenschap en van bet moderne maatschappelijk bestel. Geneeskunst, wetenschap en maatschappij en hun onderlinge samenhang kwamen wel heel duidelijk aan de orde bij de cri de coeur van Prof. Borst, dat bet doen van v661 en niet altijd n0odzakelijke - verrichtingen w~l, maar het geven van de soms veel meet noodzakelijke extra toewijding en tijd aan het onderzoek, ni~t gehonoreerd worden! Het was een monumentale ochtend, waar een ieder van genoot. De gezamenlijke lunch gaf de vele deelnemers wcer gelegenheid tot onderling contact, waarna des middags in een vijftal secties werd bijeengekomen. E6n daarvan bezichtigde het laboratorium van de Bloedtransfusiedienst en men kon aldaar kennis maken met dit prachtig instituut, waarmede iedere arts direct of indirect te maken heeft. De andere vier secties werden verdeeld over de collegezalen van het Wilhelmina Gasthuis. De onderwerpen waren ,,Duizeligheid", ,,Diagnostiek van acute exanthematische ziekten", ,,Beperking van de gevaren van de kanker-behandeling" en ,,De huisarts en de uitvoering van de sociale verzekeringswetten". Voor al deze secties was grote belangsteUing en de medewerkende en organiserende collegae verdienen grote dank voor al het gebodene. De sectie over ,,De huisarts en de uitvoering van de Sociale Verzekeringswetten" werd gehouden in de vorm van een forumbespreking en daarbij zijn een groot aantal interessante onderwerpen aan de orde gekomen. De discussie werd goed geleid en de sprekers zetten zich alle duidelijk in voor het geven van hun persoonlijke mening. Desalniettemin zullen weinigen de bijeenkomst bevredigd hebben verlaten. De oorzaak daarvan leek ons te liggen in de inzet van deze samenspraak tussen degeen, die de patient behandelt en hen, die de sociale verzekering moeten helpen uitv0eren, omdat vanaf het eerste moment der bijeenkomst de nadruk kwam te liggen op ,,wat de ander fout doet". Het geheel kreeg daardoor te reel her karakter van vet-
wijten over en weer met daarbij behorend ,,erweer. Her aangekondigde onderwerp: de huisarts en de uitvoering van de sociale verzekeringsweuen kwam eigenlijk nauwelijks aan bod. Toch kwamen in de loop van de bespreking tal van zeer belangrijke punten aan de orde en het was wel duidelijk, dat voor ~.1 deze punten grote belangstelling bestond, hetgeen een verheugend feit genoemd moot worden. Landheer die als discussieleider optrad, beiSindigde de bespreking, o.i. zeer terechl, met een aansporing tot verder overdenken van hetgeen aan de orde was geweest en legde de nadruk vooral op het feit, dat een juiste toepassing van de sociale verzekeringswetten de medewerking van de gehele artsenstand vraagt. De verantwoordelijkheid daarvoor berust zeker niet alleen bij de contro~erend geneeskundige: samenwerking en overleg in ruime mate is daarbij noodzakelijk.
Op dc avond van dc dag der wetenschappelijke voordrachten, toen de organisatoren, medewerkers en congresbezoekers reeds voldaan konden zijn over hetgeen tot dan toe op representatief en wetenschappelijk gebied was geboden, bood her gemeentebestuur van Amsterdam een ontvangst aan in her Rijksmuseum. AIs elk jaar, is door velen dankbaar gebruik gemaakt van de mogelijkhdd de inspannmg met de ontspann)ng, dic hot mogeli.jk maakt onderlinge banden tussen de leden der Maatschappu te versterken, af te wisselen. Deze mogelijkheid was wel zeer ruim aanwezig op de in haar allure grootse ontvangst van het gemeentebestuur en dat hebben velen voorvoeld: het gelal der gasten liep naar de tweeduizend! Gecn wonder dat her College van B. en W. zicher toe had willen beperken de leidende personen uit de Maatschappij officieel op deze ontvangst te begroeten en
In een lijstje In zijn inleidend woo,d ter verwelkoming van de gasten heeft de voorziuer van de afdeling Amsterdam, Prof. Dr. G. J. Kloosterman, reeds doen uitkomen, dat van Eek, de voorzitter van de werkcommissie, in feite de man was, wiens organisatorische kwaliteiten men op de komende dagen zou kunnen testen. Op de slotzitting heeft voorzitter Noome voor zijn waarderende woorden aan her adres van van Eek zoveel bijval gekregen, dat daannee een cure lat,de werd verleend. Nadien hebben alle congresgangers nog kunnen constateren, dal van Eek op her slolfeesl in het Concertgebouw zoveel teugels en terdege in handen bleef houden, zich her en der spoedend om overal een vlot verloop te verzekeren, dat er misschien nog een magna tie in zou hebben gescholen, hadde men niet mocten vaststellen hoe hij zijn vrouw, na zulks weken lang reeds te hebben gedaan, ook dcze avond in eenzaamheid liet dwalen. Her magna cum laude ko,nt onder die omstandigheden mevrouw van F.ek toe.
Resultaten van Rally, Golf en Ruitersport Op de middag van de derde congresdag hebben sportieve krachtmetingen plaats gevonden: autorally, golf en ruitersport. Hieronder ,!olgen de uitslagen:
A utorally Klassementsproef: J. Kraak, Paterswolde. A-groep (sportrijders): lste prijs Dr. J. A. C. Schepel, Beverwijk; 2de prijs H. L. van Amerongen, Rotterdam. B-groep (toerrijders): lste prijs K. H. Noordhoff, Amsterdam; 2de prijs G. v. d. Brink, Amsterdam.
Go// Heren lste pros: K. Vaandrager, Deventer, 2de prijs C. J. M. Beukers, Gemert; 3de prijs Prof. W. H. Struben, Amsterdam; 4de prijs Dr. A. H. Garter, Haarlem. Dames: lste prijs: Mevrouw L. H. Struben-Maks, Amsterdam; 2de prijs Mevrouw C. Koch-Jolles, Amsterdam. Beste bruto score: Mevrouw C. KochJolles.
Ruitersport Puzzler#: lste prijs Dr. en Mevrouw H. J. Viersma-de Vos; 2de prijs mej. M. F. E. Hattinga Verschure, Amsterdam en mej. M. Kortman, Hazerswoude; 3de prijs Mevrouw F, J. PosthumaDekens en Dr. J. H. Kremer, Amsterdam. Het springconcours heeft wegens te geringe deelname geen doorgang gevonden.
de,<e honderdcn gasten aanstonds na hkm binnentreden de vrije loop wilden gunnen in de fraai verlichle, gemodermseerde rauseumzalen met hun kostbare schilderijenverzamelingen: her handjes drukken zou een etmaal hebben gevergd! Van de uitzonderlijke gelegenheid het museum eens op deze wijze, bij kunstlicht, voortreffelijk toegepast, te bewondcren, beeft men da~kbaar gebruik gemaakt en men heefI hel arlistieke evenement evenwel waarde toegekend als dat van deze door de stad Amsterdaln mogelijk gemaakte stijlvolle reunie op zo ongekend grote schaal. Een ontvangst van formaat, zowel door de omgeving, waarin zi.i werd gehouden als door de keur van buffetten, welke de gasten ten dienste stonden en waarbij her gemeentebestuur van Amsterdam en de direclie van hel Rijksmuseum zich door een brede alh, re van gastvrijheid hebben onderscheiden.
S/uitings-ittin~. De sluitingszittmg van her congres op za(erdagmorgen in de gla:zen zaal van bet R.A.l.-gebouw gaf wcer op geheel an@re wijze een beeld van de mtensieve belangstelling. welke er voor het Maatschappij-leven beslaat. Wie te hall" lien deze zaal betrad woeg zich af. of de organisatoren zich niet hadden overschat met het kiezen van deze ruinue en daarmee her zeker de dui;,end aanzienlijk te boven gaande 651
aantal zitplaatsen. Maar kort na tien uur - het academisch kwartiertje wordt altijd in acht genomen - bleek deze enorme zaal vrijwel geheel gevuld en men heeft een uur lang aandachtig geluisterd naar de doorwrochte studie, welke Prof. Dr. M. A. Beek bood in zijn rede over ,,Ziekte en genezing in bijbels licht" De voorzitter der Maatschappij heeft daarna het officiEle gedeelte van dit dertiende Ledencongres gesloten en dank gebracht aan allen, die tot het welslagen daarvan hadden bijgedragen. Niemand zal her hem euvel hebben geduid dat hij met het aanduiden van groeperingen moest volstaan: organisatoren in het algemeen, sprekers op de wetenschappelijke dag, het gemeentebestuur van Amsterdam, de redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, enz. enz.~ en zich tot het noemen van enkele namen beperkte. Dat toen vooreerst van Eek werd genoemd, bleek, gehoord het applaus, datter instemming v a n ' s voorzitters woorden, voor deze promotor en motor van het congres opklonk, volkomen gerechtvaardigd. Evenzeer onderstreepte men de waardering, welke de voorzitter richtte tot mevrouw Westerveld-Brandon, mej. Huiskens, mevrouw PrakkenBukers en enkele anderen, die zich zeer bijzondere inspanning voor de organisatie van dit congres hebben gegeven. *** De zaterdagmiddag - het weer bleef her congres voortdurend begunstigen -- bleek nieuwe voldoening te kunnen toevoegen aan die, welke de deelnemers reeds hadden vergaard. De belangstelling voor de bezichtiging van de staduitbreiding van Amsterdam werd nog aanzienlijk overtroffen door het getal deelnemers aan de rondvaarten ruim vierhonderd gasten hebben de hoofdstad op her water leren kennen, niet volgens de gebruikelijke toeristentrips, maar ditmaal door boottochten, waarbij men vooral ongekende indrukken kon opdoen van de omvangrijke economische constellatie, die een wereldhavenbedrijf is. De deetnemers aan de autorally doorkruisten intussen de omgeving van Amsterdam, de ruiters puzzelden hun rit in her Amsterdamse B o s e n de golfers troffen elkaar te Duivendrecht. In de aula van her Stedelijk Museum kon Dr. C. de Groot, de onverminderd enthousiaste leider van Non Semper Curantes met voldoening constateren, dat hij daar vele bekende gezichten temidden van her langzamerhand ,,vaste publiek" voor de muziekmiddagen weer terug zag. Her speet hem te moeten zeggen, d a t e r meer muziekcapaciteit voorhanden was gebleken dan in een programma, wilde dat een redelijke lengte niet overschrijden, bijeen gebracht kon worden; maar een volgend jaar hoopt men dan weer plaats te kunnen inruimen voor degenen, die nu helaas niet van hun muzikale begaafdheid konden doen blijken. Dat de jury - Adolphe Pot, Paul Niessing en Jacques de Monchy - een moeilijke keuze had uit de musici, die de toets voor een optreden konden doorstaan, zal op de kwaliteit van deze middag ongetwijfeld zijn invloed hebben gehad. Zij was van hoog gehalte en de muziekliefhebbers hebben genoten, met bewondering en respect luisterend naar hun uitvoerende eollegae. De Nijmegenaren H. H. R. Dik en H. A. Swemle speelden de sonate voor fluit en piano van Blavet en Prof. Dr. H. A. Snellen uit Leiden verklankte daarna op de vleugel opus 116 no 4 tot en met 7 van Joh. 652
Pincet en P e n s e e l De tentoonstelling Pincer en Penseel, op de eerste congresdag's morgens te elf uur door de voorzitter der Maatschappij geopend, was ingericht in de Stadskredietbank voor Roerende Zaken ,,Bank van Lening" - te Amsterdam en wellicht ook elders kortweg aangeduid als ,,Ome Jan". In dit oude historische gebouw was, dank zij de volle medewerking van haar directie, een zaal uitstekend ingericht om daar de honderddertig ingezonden werken te exposeren. Men miste Dr. Melchior, die zijn activiteiten voor Pincet en Penseel noodgedwongen uit handen heeft moeten geven enkele weken geleden. De vele gasten, die de opening bijwoonden, hebben van harte er mee ingestemd hem bewijzen te doen toekomen van de teleurstelling over zijn afwezigheid en goede wensen voor een spoedig algeheel herstel. Geenszins ten onrechte is er bewondering uitgesproken voor de wijze, waarop collega Polderman Melchior's taak heeft overgenomen en ten einde gebracht, maar Polderman heeft die lof alleen aanvaard als intermediair om haar, veelgespreid, over te dragen aan en te verdelen onder collegae en andere medewerkers, die hebben geploeterd - met ook daarbij alle steun van de directie van de Stadskredietbank - om Pincet en Penseel op tijd ingericht te krijgen. Er is gezegd, dat ieder naar zijn zeer persoonlijke smaak het hier getoonde werk zou apprecieren. Maar ook nu weer was er die grootste gemene deler, dat het verkwikkend is te zien hoezeer de kunst vele collegae gelegenheid biedt tot een artistieke ontspanning, die de moeite waard is de resultaten daarvan anderen ter aanschouwing te bieden. En dat Pincet en Penseel, evenals de muziek tijdens een congres, een aspect biedt, dat men op de jaarlijkse Maatschappij-manifestatie niet zou willen missen.
Brahms. Grote bewondering vooral ging uit naar mevrouw J. A. Noske Fabius, aan de vleugel begeleid door haar collega G. van Dolder, in haar acht liederen van Alderbert von Chamisso -- Frauenliebe und Leben - getoonzet door R. Schumann. De weinig traditionele keuze vond voor de pauze haar bekroning in de sonate voor cello en piano (opus 119) van Prokofieff. Collega Oey, ook door de voortreffelijke begeleider G. van Dolder aan de vleugel gesteund, volbracht dit zeer hoge eisen stellende concert op zowel muzikaal als technisch bijzondere knappe wijze en daarmee werd aangetoond, dat de afstand tussen amateurisme en professionalisme in sommige gevallen niet veel meer is dan een materifile. Onder her toucher van W. J. de Graaf, die de derde sonatine van Orthell speelde, scheen de vleugel in de acoustisch voor deze speeltrant niet ideale aula wel wat hard, wat prozaisch, maar de mildheid keerde terug met de drie liederen voor bariton van Henri Duparc. Broekstra uit Rotterdam - door F. Hengeveld aan de piano begeleid zong de dichtregels van Baudelaire, de Bonni6res en de Lisle
met een muzikante ingetogenheid, die grote bewondering verdiende en het kwartet, dat zich op de openingszitting reeds had doen horen, hoorde men hier andermaal, nu met de uitvoering van het strijkkwartet opus 20 no 2 van Haydn. Een allerminst ecnvoudige partituur en daarmee een niet geringe opgave voor de uitvoerenden, die, adequaat aan de vertolking die zij op de eerste congresdag van Schubert hadden gegeven, dit kwartet ten gehore brachten. Een welgekozen sluitstuk voor deze lniddag van verhoogde kwaliteit, waarmee het ,,vaste publiek'" zich zeer ingcnomen toonde, alsook de ,,eerste bezoekers", die hier alle aanleiding hebben gevonden om de Groot het volgcnd jaar bij zijn altijd prettig beknopte inleidingen tot deze middag voor een nog grotere schare bekende gezichten te plaatsen.
Onder alle inspanningen en ontspanningen bleek de gang naar het Concertgebouw op zaterdagavond allerminst een verlragende working te hebben ondervonden. Toen te negen uur de cerste dansmuziek werd rondgestuwd in de door Metten Koornstra opgewekt vcrsierde zalen, bleek de dansvloer al dadelijk goed gevuld. Er stroolnden voor tienen reeds ongevecr vijftienhonderd gasten binnen en gezelligheid en sfeer heerste ovcral. En bleef hecrsen tot vroeg in de lnorgen, omdat er zoveel variaties werden geboden, dat de tijd vloog. Of bij een achtergrondmuziekje in een bar, of
VAN
BREEMEN
- STIPENDIA
VOOR
Het Bestuur van de Stichting Rheumatiekfonds Dr. Jan van Breemen heeft besloten stipendia beschikbaar te stellen voor wetenschappelijke werkers. Het doel van deze stipendia is het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de rheumatologie in de ruimste zin te bevorderen. Van de stipendiaten wordt verwacht dat zij na afloop van de stipendiumperiode in Nederland werkzaam zullen zijn op gebieden, die voor de vcrdcre ontwikkeling van de kennis omtrent oorzaak en ontstaanswijze der rheumatische aandoeningen van belang kunnen zijn. Voor de toekenning van dit ,,van Breemen"-stipendium komen in aanmcrking jonge academici, die reeds enige ervaring in wetenschappelijk onderzoek hebben opgcdaan in de zogcnaamde basisvakken, zoals biologic, biochemic, biophysica, cytologie, bacteriologic, immunologic, pathologische anatomic etc. De duur van het stipendium is in principe 66n jaar, doch indien zulks naar het oordeel van bet Bestuur gewenst wordt geacht, kan verlenging met een tweede jaar plaatsvinden. De stipendiaat zal in staat worden gesteld wetenschappelijk onderzoek te verrichten in con daarvoor in aanmerking komend instituut in het buitenland, waarbij het bedrag van bet stipendium op grond van de levensstandaard in het betreffcnde land wordt vastgesteld. De reiskosten van de stipendiaat en eventueel zijn gezin cn andere bijkomende kos-
romantisch meegevoerd in de zaal, waarin Bela Bup met de zijnen de toehoorders met de sentimenten van de Hongaarse poesta overlaadden, dan wel aan het rad van avontuur of bij schiettent ten bchoeve van hot studentcnsanatorium - en in de kleine zaal, waar het voor dit congres speciaal gevormde artsencabaret onder lciding van Jan de Clcr voor een amusant half uurtje zorgde, waarna de toeschouwers nog werden verrast met het optreden van de kampioen goochelaar Fred Kaps. De lcden van het artsencabaret hebben een compliment verdiend, want zij zijn, ten behoeve van het welslagen van deze feestelijkc slotavond, tot twee uur in touw geweest om drie voorstellingen, steeds ten overstaan van ongeveer vijfhonderd toeschouwers, achter elkaar te geven. Zij hebben, terecht, na be6indiging van de muziek in de grote zaal, een half uurtje extra gekregcn in de bar onder het podium om op eigen feest-verhaal te komen! Toen te twee uur de derde en laatste voorstelling van het cabaret ten einde was kwamen de bezoekers van die voorstelling weer met nieuwe moed over de podiumtrappen afgedaald naar de grote zaal, waar de dansvloer weer overbevolkt raakte, l-let ging naar ieders wens, ieders tew'edenheld, icders wenselijkheid, tot en met het onmisbare Amsterdamse broodje en kippeboutje. Toen de deuren van het Concertgebouw wij hebben dat niet afgewacht - sloten, was iedereen een welgcslaagd congres rijker, velen ook de maskers, die de zaal hadden versierd en al te uitdagend souvenirjagers hadden aangeblikt.
WETENSCHAPPELIJKE
WERKERS
ten zullen eveneens voor rekening van het Dr. Jan van Brcemenfonds komcn. Candidaten kunnen zich zelf aanmelden bij de secretaris van de Stichting Rheumatiekfonds Dr. Jan van Breemen, waarna hun de benodigde formulieren worden toegezonden. Aanvragen dienen uiterlijk 1 december 1961 te worden ingcdiend; de beslissing omtrent een toekenning geschiedt in het voorjaar, zodat candidaten, die een stipendium toegewezen krijgen, hun werkzaamheden in het kader van het stipendium voor of na de academische zomervacantie kunncn aanvangen. M.C.
M A A T S C H A P P IJ-AG E N D A 4 november Ledenvergadering L.H.V. 18 november Ledenvergadering L.A.D. 25 november Ledencongres 1961 N.H.G. 9 december Ledenvergadering L.S.V. 16 december Alg. Vergadering Mij.
653
HET VERTROUWEN
I N DE H U l S A R T S
Rede van de voorzitter van de Kon. Ned. MO'. t.b.d. Geneeskunst, G. J. Noome, gehouden ter opening van het 13de Ledencongres der Maatschapp O"op donderdag 12 oktober 1961 in de grote aula van het Koninklijk Instituut voor de Tropen.
Het is een voorrecht aan de voorzitter verleend, op de opening van het Congres een onderwerp ter eigen keuze te behandelen; en een nog groter voorrecht over dit onderwerp zijn eigen gedachten naar voren te brengen. Ik heb gemeend hiervoor te moeten kiezen: ,,Her vertrouwen in de huisarts", 66n der hoekstenen+ waarop het gehele gebouw van het medisch werk van de huisarts berust, een onderwerp dus, waar arts en patient dagelijks mee worden geconfronteerd. De inperking van het onderwerp tot de huisarts was vanzelfsprekend, daar ik door mijn scholing slechts op dit punt enig recht van spreken heb en ook omdat het bij de andere groepen artsen zo geheel anders ligt. Even vanzelfsprekend is het, dat het mij in deze korte tijd slechts mogelijk is 6nkele gedachten hierover te ontwikkelen. Welaan dan: Het vertrouwen in de huisarts. Hoe ontstaat dit vertrouwen ? De mens geeft bij ziekte m66t dit zelfs doen een deel van zijn zelfstandigheid prijs en vraagt hulp aan zijn arts. Dit doet hij en moet hij doen, omdat hij niet in staat is zichzelf te genezen. Voorzover wij in de grijze oudheid teruggaan, is dit zo geweest, zodat wij kunnen stellen, dat reeds vroeg deze binding arts-patiEnt heeft bestaan. Dit prijsgeven van zelfstandigheid, juist op het gebied van zijn bestaanszekerheid - bij deze bedreiging van zijn leven - doet de patient afhankelijk zijn van zijn medemens, die opgeleid is tot arts, dus tot hulp bieden bij ziekte. Deze afhankelijkheid enerzijds, en de daarbij behorende toewijding anderzijds, eist als het ware vanzelfsprekend vertrouwen, waaruit even vanzelfsprekend voortkomt d e gedachte, dat de patient recht heeft die arts te kiezen, waarin hij vertrouwen kan hebben en heeft. Even vanzelfsprekend is het, dat, wanneer het vertrouwen teloor gaat, de patient hieruit de consequentie moet kunnen trekken, namelijk door dit mede te delen aan zijn arts en een andere te kiezen. Deze binding tussen patient en arts heeft dus altijd bestaan, een binding, die tot voor ongeveer vijftig jaar bijna ongedeeld was, want men ging naar zijn geneesheer voor aUe medische hulp, welke men behoefde. Hierna is, doordat de arts het gehele medische terrein niet meer kon beheersen, de specialisatie opgetreden, waarbij dus in toenemende mate de patient specialistisch advies en behandeling kan krijgen. Daarmee werd het tweegesprek doorbroken, waarbij echter de huisarts de centrale figuur bleef in het gezin, die over alle medische problemen adviseerde, een situatie, die tot heden bleef bestaan. Her vertrouwen van de individuele pati/Snt is primair het vertrouwen, dat de Nederlandse patient in de Nederlandse arts in het algemeen stelt. De patient heeft zich een mening over de Nederlandse arts gevormd. Deze mening is opgebouwd uit hetgeen hij over het werk van de arts leest en hoort, over de wetenschappelijke vorderingen van de arts, zijn prestaties, over datgene, wat de patient hoort van fami654
lie eta bekenden. Bovendien wordt hij beinvloed door romans eta films, waarin iedere arts zich opoffert, zijn patiEnten ,,door" heeft en grote, reddende operaties doet. Uit al deze gedachten kristalliseert zich het meerdere of mindere vertrouwen, dat hij in de Nederlandse arts heeft. Daar deze gedachten mede worden gevormd door her medisch kunnen, ligt het voor de hand te verondersteUen,
G. J. Noome, voorzitter der Maatschappi/ dat het vertrouwen in hot algemeen in het kunnen van de arts, na een dieptepunt omstreeks 1850, geleidelijk gestegen is, en wel daarom, omdat het kunnen van de arts vooruitging. Dit dieptepunt was voor een deel de oorzaak van en de stoot tot de wet van 1865, regelende de uitoefening der Geneeskunst. Dat ook de Overheid grote waarde hecht aan het vertrouwen, dat men in her algemeen in de Nederlandse arts stelt, blijkt wel uit de Medische Tuchtwet van 1928. Hier staat toch, dat een geneeskundige zich schuldig kan maken aan ,,handelingen, die her vertrouwen in de stand der geneeskundigen ondermijnen" en hiervoor kan worden gestraft. Hier spreekt de Overheid mijns inziens impliciet uit, dat vertrouwen inhaerent is aan en noodzakelijk is voor her medisch werk en bovendien dat de ene arts door z(jn handelingen het vertrouwen van patiEnten in een andere arts schade kan toebrengen. De beoordeling hiervan heeft de Overheid in handen gelegd van geneeskundigen onder leiding van een jurist, omdat het alleen geneeskundigen mogelijk is een uitspraak te doen of hun collega bet vertrouwen in de stand der geneeskundigen ondermijnd heeft. Als ik hier over de arts spreek, kan men niet - zoals ik al even aanroerde -- aan de specialisatie voorbijgaan, die in het medische vak is opgetreden en die nog niet ten einde
s 9 o.
~
v, oQB
Trouwe vrienden heeft alleen het werkelijk goede. De Duitse geneeskrachtige baden hebben ze sedert 2.000 jaar De moderne vakantiewijze is tegenwoordig de door de arts geleide kuur in Duitsland, het klassieke ku u roordenland. Tweehonderd Duitse badplaatsen en kuuroorden van de AIpen tot de zeekust houden voor hun vrienden de hoogste levenswaarden in stand: gezondheid en energie. DE
KUUR
SCHENKT
NIEUWE
LEVENSJAREN
Het gehele jaar staan Uw patienten alle kuurinrichtingen in Duitse badplaatsen ter beschikking. Inlichtingen voor Uw werkzaamheid in de praktijk geven : DUITS REIS-INFORMATIEBUREAU
te Amsterdam
Spui 24, telefoon 241293 en DEUTSCHER BADERVERBAND
e.V., Bonn, Poppelsdorfer Allee 27
Voor de behandeling van perifere en cerebrale circulatiestoornissen
CDMPLAMIN" 2 Ba. . . . . Zah. . . . .~inch. Heal.Wschr. Nr 52 (1958) Thiesen u. F'*scher: Die HedizlnlscheNr 31/32 (1959)
++++~. . . .
ur ~ l l
Zahnow: 4e let. Congr. v- Hart- ee Vaatziekten (1959) Schreiber: Mediz. Klinik No. 13 (1960) Kessens: Medlz. Welt No. 47 (1960) Genchoff: Hediz. Welt No. 47 (1960) Voss: Zschr. |. Haut-u. Geschl. krankh. No. 304 (1960) Kapperc: .,Der akute ArteTitmverschluss d~r Extremititen". Ui[g. Hans Huber, Bern, 1960 Frank u. Ha.e: Mediz. Welt No 3. (1961)
Geen vasodilatator, doch: verhogJng der doorbloeding met 400-600 % door verbetering tier hartprestatie (cardiac output) bij gelijktijdige vermindering der perifere weerstand. Activer|ng der fibrlnolyse Hogere Oz-util|satie. Eenvoudige medlcatle zonder schadelijke nevenverschijnselen.
Falk u. Lerche: Mediz. Honatschr. No. ! (1961) Joos: Congres d. Dultse Internistenvereniging, Wiesbaden, April 1961 Kaulbach: Heal. Klin. No. 16 (1961) Sander~nk en Gerver~man: H.T.v.G. I05 U 31 In druk: Kleinhans: Kappert; Fischbacher; 5torck
Literatuur en monsters o~ aanvraag.
WULFING'S CHEMISCHE PRODUCTEN N.V. - AMSTERDAM
Enkele indicaties" Endangiitis obliterans. Perifere vaatsclerose. Claudicatio intermittens. Diabetische angiopathieEn, diabet, gangreen. Perifere embolieEn, retinaembolieEn. Longembolie~n. Apoplexie. Toestand na hartinfarct. Cerebrale doorbloedingsstoornissen van arteriosclerotische of spistische aard.
~JG O
O
MET 2 TABLETTEN ANGITRIT LEO
EEN VOLLEDIGE DAG- EN N A C H T PROFYLAXE V A N A N G I N A PECTORIS ** Triaethanolamine trinitaat, het werkzame bestanddeel van A n g i t r i t Leo, k o m t na orale toediening - dank zij bet 'sustained release' principe - zeer geleidelijk vrij, waardoor een werkingsduur van 12 uur per tablet w o r d t verkregen. W o r d t in bi)zondere gevallen voor deze indicatie op aanvrage voor ziekenfondsverzekerden toegestaan,
handelsvorm: i:abletten a 10 mg triaethanolamine trinitaat bifosfaat flacons met 25 en 100 stuks
Leo Pharmaceutical Products n.v. Emmen - telefoon (05910) 2231 dochteronderneming van Leo Pharmaceutical Products Kopenhagen
is. Wanneer ik dus spreek van het vertrouwen in de Nederlandse arts, bedoel ik daarmee de combinatie van huisarts en specialist en moeten wij ons afvragen of hiermede bet vertrouwen in de Nederlandse huisarts gedaald is; iets, dat een deel van de huisartsen gedurende een bepaalde periode inderdaad geloofden. Zij hebben voortdurend nieuwe specialismen zien ontstaan; enerzijds aanvaardend, dat de specialistische kennis en mogelijkheden groter werden en anderzijds ziende, dat de patient, dit wetende, gebruik wilde maken van deze mogelijkheden, kreeg de huisarts het gevoel, dat hij gebied prijs moest geven, kreeg insufficientiegevoelens in zijn werk en voelde zich gefrusteerd. Mede in vetband daarmede hadden een aantal huisartsen her gevoel, dat het vert,ouwen in hen verminderde. Wat die gevoelens betreft, is er na de oorlog een zekere renaissance bij de huisarts ontstaan, enerzijds omdat de speeialismen een eigen plaats hebben gevonden, anderzijds omdat de huisarts er zich van bewust is geworden, dat hij desondanks een geheel eigen taak heeft. De huisarts, zich bezinnende op deze nieuwe toestand, en deze aanvaardende, tracht weer diepte, inhoud en enthousiasme aan eigen werk le geven, ttij beset'l, d a t e r nieuwe gebieden van diagnostische en therapet, tisehe mogelijkheden zijn ontslaan door de samenwerking met specialisten. Hij weet ook, dat hij deze verantwoordelijkheid voor de patient op gelukkige wijze kan delen. ttet is niet overbodig dit alles naar voren te brengen, wanl het is ook mogelijk, zoals in een enkel land her geval is, een ander systeem te volgen, waarbij de patient geen huisarts heeft en door een groep specialisten wordt geholpen. In Nederland echter heeft men een consequent gebouw opgetrokken, berustend op her fundament van een huisarts, die de eentrale medische raadgever is in her gezin. Hij is de vertrouwensman: een constructie, die mijns inziens in Nederland door de patient ook als juist wordt aangevoeld; hij heeft vertrouwen in zijn huisarts. Als wij zien. dat deze gehele oniwikkeling zich in een mensenleeftijd heeft voltrokken, waarbij bovendien vail de huisarts werd geeisi, dat hij voldeed aan de groeiende behoeften op sociaal-medisch, sociaal en psychologisch terrein, terwijl zijn opleiding hem hiervoor ook nu nog slechts in beperkte mate kan vormen, is her niet le verwonderen, dat hij lang niet op ieder ierrein race heeft kunnen komen. Ja, men kan zich zelfs verwonderen, dat hij niet meet le kort schiet. Ziet men de ontwikkeling van na de oorlog, dan vah her op, dat op praktisch ieder terrein de behoefte ontstaat naar betere coOrdinering van de vele facetten van hel leven: ziet men de mens slechts in zijn onderdelen, dan ontbreekt her levende: men moet hem b[ijven zien als 66n geheel. Geschiedt dit niet, dan dreigt bet gevaar, dat de verschillende adviezen elkander gaan doorkruisen. Ligt her dan niet voor de hand, op medisch gebied als co6rdinerende figuur diegene te nemen, die hier reeds aanwezig is, namelijk de huisarts? Wij zien dan ook, dat bij alle kritiek en zelfkritiek de huisarts juist de laatste vijftien jaar tastenderwijze tracht aan deze taak te voldoen; wij zien verder, dat sores van buiten af wordt gepoogd hem di~ plaals te verschaffen, maar dan zal her ook noodzakelijk zijn hem met het oog op deze plaats een opleiding te geven, die hiermede rekening houdt.
Heeft de patient in het algemeen vertrouwen in de huisarts ? lk heb bet reeds uitgesproken, dat dit, mijns inziens, het geval is. Trachten wij het vertrouwen in de huisarts nu verder te bezien, dan is het algemene vertrouwen de basis, waarop de huisarts wordt benaderd en zal her individuele vertrouwen nog moeten worden geboren. De patient moet ervan op aan kunnen, dat de arts kundig is. ,,Vanzelfsprekend!'" zal men zeggen. Toch is dat voor hem niet altijd eenvoudig: hij kan dat immers niet weten en met zijn lekenoog kan hij bet niet onderscheiden. Wij kennen allen de voorzichtige, kundige arts met zijn desondanks t6ch kleine praktijk, omdat hij de indruk wekt, dat hij twijfelt. Toch zal de patient moeten beginnen met een keuze te doen. En dan na een aantal ontmoetingen en gesprekken groeit bet vertrouwen. Als dit aanwezig is, is her dan altijd gelijk en even groot? Neen trainers: her vertrouwen, dat bij lichte ziekte aanwezig was, kan bij ernstiger ziekte worden doorbroken, doordat de twijfel en angst te groot wordt. Ook kan her worden doorbroken, doordat de arts de situatie psychologisch niet beheerst. Dit houdt dan ook in. dat, hoeveel vertrouwen ook aanwezig is, dit iedere keer opnieuw moel worden veroverd, dit iedere keer in de balans ligt, dit iedere keer wordt gewogen. Met recht gewogen, men zo kunnen stellen, dat bij alle ontmoetingen tussen huisarts en patient de lwijfel, de angst aan de 6ne zijde van de weegschaal liggen en her vertrouwen aan de andere zijde. En dat bij iedere ontmoeting de schalen anders liggen, beYnvloed door ernst en duur der ziekte, her optreden van de huisarts, zijn onderzoek, zijn benaderen van de patient, enz. enz. Wel kan men enerzijds stellen, dat her vertrouwen groeit naarmate men samen meer heefi doorgemaakl zondel" dat dit vertrouwen werd geschokt, waardoor de patient leert door ervaring vertrouwen te hebben. Toch kan dit iedere keer nog doorbroken worden: het is, hoe schoon de bloem ook is, een tere plant, die gemakkelijk verdort. Wij moeten zeer goed beseffen, daI iedere ziekle de patient in zijn bestaanszekerheid schokt, evenals in zijn werk, dat hij tengevolge hiervan labiel wordl en vol lwijfel. Hoe kunnen wij dan nog van hem eisen, dat hij ons bet voile vertrouwen geeft, hoezeer hij dat ook wel zou willen ? Het incest typisch is dit tijdens de ziekte vail de arts zelf, dus wanneer hij zelf patient wordt. Hoe wikt en weegt hij dan niet bij de keuze vall z#n arts, van de specialist, die hij behoef't, hoe nauwgezet luisterl hij niet naar alle woorden van zijn behandelend arts, hoe trachl hij niet achter deze woorden de werkelijkheid te beluisteren, hoezeer is hij ook zelf patient ? Als w(i dit alles zo beleven, trachten wij dan opnieuw de gevoelens van de patient te begrijpen en laten wij voorzichtig zijn met zijn gebrek aan verlrouwen te zien als een tekortkoming. De huisarts weet ook, dat de oude waarheid nog altgd geldt, dat, wanneer hij met enthousiasme en toewijding zijn taak vervult en alle middelen, die hem in zijn onderzoek ten dienste staan, gebruikt, de patient als regel Vertrouwen in hem heeft en aan hem de beslissing overlaat of specialistische hulp noodzakelijk is. En zo weel hij ook, dat wat in zijn ogen diagnostisch eri therapeutisch een eenvoudig geva[ is, in de ogen van de patient heel anders kan liggen, zodat her niet alleen medische redenen behoeven te zijn, die hem 655
aan de patient doen voorstellen specialistisch advies in te winnen. Wanneer ik nog even terug mag grijpen op de begrippen enthousiasme, toewijding 6n de middelen, die hem ten dienste staan voor zijn onderzoek, dan is het ook noodzakelijk hier aan toe te voegen het begrip: tijd. Wij horen soms van de huisarts, dat hem de tijd zou ontbreken zijn werk optimaal te doen. Ditzelfde geluid over de huisarts horen wij ook soms bij de patient. Naar ik meen zit hier een kern van waarheid in. Laten wij trachten ons hier even in te verdiepen. Wij zullen allereerst moeten erkennen, dat het onmogelijk is hierin te generaliseren. Dit begrip tijd wordt in de eerste plaats bepaald door het karakter en tempo van de huisarts; en dan kennen wij allen de twee uitersten, de arts, die in een kleine praktijk van 1500 zielen overwerkt raakt en aan de andere kant hij, die voor een werkdag in een grote praktijk zijn hand niet omdraait. lk wil dus trachten iets te zeggen over de gemiddelde, normale huisarts met een zogenaamde normatieve praktijk:
Naar wat ik van de oudere huisarts hoor, was het hem v66r de oorlog mogelijk - zonder het aantal uren dat hij werkte te reel op te voeren, met andere woorden dus in een normale werkdag - zijn praktijk te doon. Sindsdien hebben twee belangrijke factoren het werk van de arts uitgebreid. AIlereerst bet Ziekenfondsenbesluit van 1941, waardoor het percentage ziekenfondsverzekerden steeg van ongeveer 45 tot ruim 70 procent. Dit had ten gevolge, dat een groep van de Nederlandse bevolking, die voordien aarzelde medische hulp in te roepen vanwege financi~le consequenties, zich vrijer kon voelen w61 hulp te vragen. De tweede factor was - ik stipte her reeds aan - de sindsdien sterk gegroeide medische mogelijkheden op praktisch iedet" terrein. Deze beide factoren hebben tot gevolg gehad dat - ik vind het nog altijd een afschuwelijk woord - de consumptie sterk werd verhoogd. Dit alles heeft echter veroorzaakt, dat de huisarts ener--(jds langer ging werken, anderzijds hier en daar noodgedwongen vlugger ging werken. Hier doorheen speelde misschien ook een psychologische factor een rol, namelijk, dat men ook wat meer medische hulp ging vragen voor in de ogen van de arts minder belangrijke afwijkingen. Bovendien kunnen wij stellen, hetgeen ik reeds deed, dat zijn werk op verschillend gebied zich heeft uitgebreid, zoals de preventie, consultatiebureaus, enz. Verder speelt de vergrijzing van de bevolking hierbij een rol. lk heb hiermede een aantal factoren genoemd, die veroorzaakt hebben, dat het werk van de huisarts zich heeft uitgebreid. AIs ik nu tracht een antwoord te geven op de vraag ofeen normale huisarts met een praktijk van normatieve grootte voldoende tijd heeft om zijn werk optimaal te doen, dan kan ik hierop alleen maar antwoorden, dat ik dat niet weet. Hierover zijn maar weinig exacte gegevens bekend. Praktisch alleen enkele proefschriften geven een aanduiding in de richting van een overbelast zijn. AIs ik echter aan mijn vraag zou toevoegen: kan het werk 656
van de huisarts (maar dan niet alleen zijn medisch werk, maar alle werk, dus ook het bijhouden van zijn medische kennis, de administratie, enz.) optimaal worden gedaan in een arbeidsduur zodanig, dat hij voldoende tijd voor zijn gezin en voor ontspanning overhoudt, dan zou ik wel positiever willen antwoorden: neen. Ik weet verder, d a t e r enkele voorzichtige aanduidingen van de zijde van het Nederlands Huisartsen Genootschap zijn, die ook suggereren, dat de grootte van een normatieve praktijk om optimaal te worden gedaan, lager moet liggen dan zij nu is. Het zou, dacht ik, van eminent belang zijn, door middel van een onderzoek vast te stellen, waar deze optimale praktijkgrootte voor de gemiddelde huisarts momenteel ligt. lk voeg er met opzet het woord ,,momenteer' aan toe, daar er een voortdurende verandering is in de factoren, die het werk van de huisarts bei'nvloeden. Als voorbeeld wil ik noemen het periodiek geneeskundig onderzoek door de huisarts, dat, mocht dit worden ingevoerd, op zijn werk en in de allereerste plaats op zijn tijd een geweldige invloed zal uitoefenen. Zoals u weet heeft het hoofdbestuur geadviseerd verdere proefneming te doen om te zien of dit periodiek geneeskundig onderzoek een vooruitgang betekent. Het merkwaardige echter van het probleem ,,tijd" is, dat men hierop nu eenmaal betrekkelijk weinig vat heeft. Ais men tot de overtuiging zou komen dat, om tot optimaal werk door de huisarts te komen de gemiddelde praktijkgrootte omlaag moot, dan zou men hier op korte termijn weinig aan kunnen doen. AIs ik de cijfers van collega Festen uit zijn geschiedenis van de Maatschappij aanhaal, dan waren er bij de oprichting in 1848 per geneeskundige (med. doct. en plattelandsgeneeskundigen zonder wetenschappelijke opleiding er bij inbegrepen) plm. 1200 zielen. Nu in 1961 zijn er per arts (maar dan huisartsen, specialisten en sociaal geneeskundigen er bij gerekend) plm. 900. Hiertussenin heeft in ongeveer 1900 een top gelegen van 1 op 2200. Op deze getallen is nooit enige invloed uitgeoefend, behalve door maatschappelijke factoren, die de keuze om arts te worden, beinvlooden. Ook nu zijn dit de enige factoren die hier een rol spelen. Ik mag hier wel aan toevoegen: gelukkig. Want iedere prognose zou hebben gefaald en iedere beinvloeding zou verkeerd hebben gewerkt, daar men de ontwikkeling van nu nooit had kunnen voorzien. Zweden is hiervan een bekend voorbeeld. Daar heeft immers de Overheid op grond van een prognose invloed uitgeoefend op her aantal studenten en ziet men nu het ongunstig resultaat in de vorm van een tekort aan artsen. Met een studieduur van minimaal zeven jaar, met de hierna volgende duur van opleiding tot specialist of sociaal geneeskundige en anderzijds met de stormachtige veranderingen (bijvoorbeeld in de sociaal-geneeskundige en specialistische sector), is iedere prognose - die ongeveer tien jaar vooruit moot zien - van dubieuze waarde. Bovendien heeft het moeilijk te dragen consequenties, mocht zij fout zijn. Afgezien nu van de vraag of men de factor ,,tijd" kan beinvloeden, kunnen wij wel iets zeggen over de ontwikkeling van de laatste paar jaren. Wij gaan duidelijk in de richting van een vermindering van de gemiddelde praktijkgrootte.
opvallend te zien hoe fijn zuiver de patient aanvoelt dat de huisarts die ontspanniing nodig heeft en het hem gunt. Naar ik meen is een vakantie en een zondagsdienst dan ook een noodzaak en niet meer weg te denken. Wil men daarnaast ook eens een avond of nacht uit, dan kan men altijd wel een collega opbellen om hem te vragen in te springen. Dit neemt niet weg, dat alle artsen het er over eens zijn, dat degeen, die het huisartsenberoep aanvaardt, hiermede tevens aanvaardt het vertrouwen, dat de pati/~nt in hem, zijn huisarts, stelt. De consequentie hiervan is, dat de arts dit vertrouwen beantwoordt en zoveel lasten draagt als hem mogelijk is. Laat ik bij het eindigen herhalen hetgeen ik in het begin deed: het vertrouwen in de huisarts is een moeilijk te vatten begrip: her is een ingrijpbaar iets, een verhouding tussen twee mensen, gegrond op het gevoel van afhankelijkheid v a n de ene mens, dat wordt beantwoord door de toegewijde hulp van de andere mens, bevestigd door de overtuiging, dat deze hulp, wanneer zij nodig is, ook steeds gegeven wordt. Er aan ten grondslag ligt de wetenschap dat de geneeskunde groeiende mogelijkheden biedt en dat de arts in vele gevallen kan helpen. Het is de patient niet onbekend, dat de geneeskunde zijn beperking heeft, maar de twijfel en de vrees, die daardoor als zintuig van het menselijk besef van onzekerheid, stceds op de achtergrond aanwezig blijven, worden slechts door dit vertrouwen in bedwang gehouden. Her is een intermenselijke relatie, die - geneeskunde is geneeskunst - de essentie van ons beroep is. lk heb gezegd.
AIs ik niet juist gesteld had dat iedere prognose van dubieuze waarde is, zou ik menen te mogen aannemen, dat deze fred voorlopig zal aanhouden. Om nog even de conclusie hieruit te trekken: Wij hebbcn beredeneerd, dat de huisarts in Nederland eerder te weimg dan te veel tijd heeft voor zijn patient, en dat hierop betrekkelijk geringe invloed kan worden uitgeoefend. Verder zagen wij, dat deze tijd de laatste jaren toch war ruimer wordt en dit zal zich misschien voortzetten, hetgeen de patient ten goede komt. *~ge
Als wij nu trachten iets te zeggen over de nabije toekomst, dan zou ik mij willen beperken tot slechts 66n probleem: namelijk, dat de binding tussen patifint en huisarts door allerlei factoren losser dreigt te worden. Vooreerst zou ik opnieuw willen stellen: de band is nog steeds een vaste band. Dit zien wij aan het zo geringe aantal overschrijvingen bij de Ziekenfondsen; dit hoort men aan de zo eenvoudige uitdrukking .,mijn huisarts kent mij". Deze huisarts, die een ongeregeld leven heeft, ook een leven met verantwoordelijkheden, welke soms heel moeilijk te dragen zijn, die sores overbelast wordt en anderzijds ziet, dater grote groepen van de bevolking om vijf uur klaar zijn, bovendien ook hog voor een deel een vijfdaagse werkweek hebben, moet ook wel eens geheel ontspannen kunnen zijn, Deze huisarts nu tracht d!t te verwezenlijken door mogelijkheden te scheppen dat ook hij af en toe vrii kan zijn. Het is
JAAR
(1960)
-
OVERZ
ICH'i"
Rede van de oud-voorcitter van de Kon. Ned. MO'. t.b.d. GeneeskmTst, A. H. de Vries, gehouden te Amsterdam op het 13de Ledencongres op 12 oktober 1961.
Dames en Heren, Verslag mag ik u doen over het 112e levensjaar van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst. Onze Maatschappij is geen lief oudje, venerabel om der wille van haar grijsheid en haar bewogen historic. Zij is het krachtig instrument, waarmee generaties van artsen getracht hebben in het verleden, trachten in het heden en zullen trachten in de toekomst de doelstellingen, vervat in haar statuten, te verwezenlijken. Aan mij nu de taak de acta van 1960 aan deze statuten te toetsen. Ik meen, dat door het aanvaarden van ecn uitgebreide reglementswijziging door de algemene vergadering de weg geopend werd voor een verbeterde regeling der registratie en erkenning van specialisten, nu in nauwe samenwerking met overheid en faculteiten, die zal kunnen leiden enerzijds tot bevordering van de maatschappelijke belangen der geneeskundigen, anderzijds tot bcvordering van geneeskundige
wetenschap en kennis en daarmede tot een goede behandeling en voorkoming van ziekten. Dit zelfde geldt naar mijn mening voor het tot stand komen van ten Stichting ,,Opleiding Sociaal-geneeskundigen". De plannen, die nu in vaste vorm gegoten zijn, omvfitten een A- en een B-opteiding. Deze laalste zal recht geven op inschrijving in het register van erkende sociaal-geneeskundigen. Dat de praktische organisatie en uitvoering van deze nieuwe regeling mede in handen is gekomen van de voorzitter en secretaris van de ,,gewone" specialistenregistratiecommissie doet een grondige opbouw verwachten. In 1960 werd eveneens een overeenkomst verkregen tussen onze Maatschappij en het ziekenfonds De Volharding te s-Gravenhage. De voortschrijdende ontwikkeling der geneeskunde met de zich steeds uitbreidende onderzoek- en behandelingsmethoden, die een toenemend aantal specialismen en zelfs sub- en superspecialisten deed ontstaan, maakte bet scheppen van normale verhoudingen tussen bet ziekenfonds De Volharding en onze Maatschappij noodza657
kelijk. In goede sfeer en op basis van goed onderling vertrouwen werd de overeenkomst bezegeld. Het is mijn stellige overtuiging, dat ook deze overeenkomst zowel voor de artsen alsook voor de leden van het ziekenfonds De Volharding van toenemende betekenis zal blijken te zijn. lk behoef u niet te zeggen, dat al deze genoemde resultaten slechts konden worden verkregen door een intensieve
A. H. de Vries, oud-voorzitter der Maatschappij jarenlange arbeid van vertegenwoordigers van alle er bij betrokken groeperingen. Het eindresultaat komt steeds in de openbaarheid, maar een stille en gestage, vaak moeizaam langdurige arbeid bloeide in het verborgene. Het congres, verzorgd in Eindhoven op 6, 7 en 8 oktober 1960, gaf aan talrijke artsen, goeddeels met hun echtgenoten, rijke dagen, zeker in wetenschappelijke zin, doch eveneens maatschappelijk, waarbij bij dit woord maatschappelijk de nadruk mag vallen op de betekenis: kameraadschappe-
lijk.
Ter bevordering der geneeskundige wetenschap is een nauw contact tussen onze medische faculteiten en de Maatschappij noodzakelijk. Het is verheugend, dat een dergelijk contact begint te funclioneren. Wanneer zij, die het jonge geslacht opleiden en zij, die het werkend geslacht vertegenwoordigen gedachten en ervaringen t, itwisselen, kan dit artsen en geneeskunst slechts ten goede komen. Onze Maatschappij heeft een merkwaardige constructie, die in haar betekenis aan buitenstaanders niet steeds zonder meer duidelijk is. Allereerst is het een grote bijzonderheid en naar mijn mening een groot goed, dat zovele geneeskundige vogels van diverse pluimage in hoofdbestuur en algemene vergadering als artsen bijeen zijn, onverschillig tot welke groep zij zelf behoren, ieder voor zich de artsen, behorende tot alle groeperingen, vertegenwoordigende, steunend op de gemeenschappelijke basis van het voor allen gelijke arts-examen, op welke grondslag zich ontwikkelden de algemene practicus, de specialist en de arts in dienstverband in zijn vele schakeringen. Daarnaast geven de Maatschappelijke Verenigingen alle gelegenheid zo nodig het licht te concentreren op die punten, die van wezenlijk belang zijn in de gedachtenwereld en verlangens der specifieke groep, die z~ vertegenwoordigen. 658
Op deze wijze komt naar mijn persoonlijke overtuiging in hoofdbestuur en algemene vergadering in samenhang met de maatschappelijke verenigingen een eenheid tot stand, die groter is dan die van de som der groepen zou kunnen zijn. Dit mag idealistisch gezien zijn, ook als men ouder wordt moet men een paar idealen overhouden. lk mag mij dan ook gelukkig prijzen te kunnen gewagen van een uitstekende harmonie tussen al diegenen die in 1960 verantwoordelijkheid droegen in alle geledingen onzer Maatschappij. De wetgeving op het gebied der volksgezondheid heeft vanzelfsprekend de volle aandacht der artsen. Gedachten, geuit in de rapporten van Sociaal Economische Raad en Sociale Verzekeringsraad, over ingrijpen in en dirigeren van de behandeling, vervulden het overgrote deel der artsenwereld in Nederland met grote zorg voor de wel bescheiden plaats, die aan de patient werd overgelaten ten opzichte van de vrijheid zijner behandeling. Over dit onderwerp vond reel beraad en overleg in het afgelopen jaar plaats. Een bepaald beleid begon zich af te tekenen. In zakelijke zin maakte de zich ontwikkelende Europees Economische Gemeenschap een nauw contact tussen de artsenorganisaties der hierin samenwerkende landen noodzakelijk, waar immers door de Overheden der deelnemende landen beslissingen zijn en worden genomen, die ook voor het werken en samenleven der artsen in die landen van grote betekenis zullen zijn. Le Comit6 Permanent des M6decins de la Communaut6 Economique Europ6enne bespreekt de grondslagen en organisatie van deze samenwerking. Hieraan werkte de Maatschappij in 1960 zeer actief mee met een krachtige vertegenwoordiging. In nog wat tastende zin werkte de World Medical Association, een wereldomvattend internationaal artsenverbond, dat in zijn ideele gedachten, mogelijk in de toekomst zal kunnen uitgroeien tot een werkkrachtige organisatie. Onze Maatschappij was op her congres der W.M.A. ill Berlijn in september 1960 vertegenwoordigd. De onderlinge rechtspraak onzer Maatschappij droeg ook in 1960 weer bet hare er toe bij profylactisch en curatief de goede normen onder de artsen te bandhaven. Wat bet bureau der Maatschappij betreft, waaraan steeds grotere eisen moesten en moeten worden gesteld, het heengaan van een der secretarissen naar een andere functie opende de gelegenheid ook her Maatschappijbureau in engere zin van een jurist te voorzien. De eerste voorbereidende stappen werden daartoe gezet. Dit overzicht moet beperkt zijn. Slechts bet belangrijkste roerde ik aan. Het uitzicht op bet heden is steeds beperkt, ook voor de beschouwer, die moet trachten te handelen voor de toekomst, belemmerd als hij is in zijn waarneming door het gewirwar van het heden om hem been en de veelheid van meningen, die tot hem komen. Schiftend en kiezend, tenslotte beslissend, moet hij zijn weg zoeken. Het hoofdbestuur hoopt en ~'ertrouwt, dat in de toekomst de geschiedenis zal bewijzen, dat de daden en beshfiten uwer Maatschappij in 1960 goed en juist zijn geweest, en hebben bijgedragen tot haar eindelijk doel: de bevordering der geneeskunst.
B E Z O E K A A N H E T B U R E A U V A N DE AMERICAN MEDICAL ASSOCIATION Enige tijd geleden kreeg ik, als secretaris-penningmeester vail de Koninklijke Nederlandscbe Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst een schrijven van cen collega met als bijlage een artikel uit ,,Time". Dit artikel bevatle een aantal gegevens over de ,,American Medical Association". lk kreeg dit toegezonden met de opmerking dat her voor onze organisatie van groot nut zou zijn als wij eens nader kennis zouden nemen van de inrichting en werkwijze van onze Amerikaanse zustervereniging. Weinig zaI bedoelde collega vermoed hebben - maar hij kan het nu lezen hoe snel ik, ingevolge een reeds eerder gemaakt plan in de gelegenheid zou zljn zijn advies op te volgen. De "headquarters of the American Medical Association" zijn gevestigd zoals de meesten onzer zullen weten, in Chicago Illinois, in het centrum van de Verenigde Staten van Amerika. Allereerst lets over de stad zelf. Reeds op weg van her vliegveld O'Hare, waar ik "s avonds laat aankwam, naar het centrum van de stad, kwam ik onder de indruk van het buitengewoon uitgebreide wegenstelsel en het overmatig' drukke autoverkeer. Amsterdam, Parijs of Londen moge druk zijn, men kan het verkeer daar toch nauwelijks vergelijken met Chicago. Zelfs het verkeer in New York, maar dit is misschien mijn persoonlijke reactie, maakt niet zulk een overweldigende indruk. Op wegen van 4 tot 6 banen in elke richting meermalen hog geflankeerd door parallelwegen, herhaaldelijk gekruist op verschillend niveau door andere wegen, bewegen onafgebroken files van snel rijdende grote Amerikaanse auto's zieh voort. Slechts de spaarzaam op te merken Volkswagen zorgt er voor dat het bestaan van "good old Europe" niet geheel vergeten wordt. Het duurde een gchele dag voordat ik de eerste Opel en de eerste Renault Dauphine kon signaleren. Een groot deel bestaat uit wagens groter dan Ford of Chevrolet terwijl in de nieuwste jaarklasse de "'compact cars", nogal voorkomen. Chicago is prachtig gelegen aan de zuid-westclijke punt van het Michigan Meer. De boulevard tangs her meet, gescheiden door een park vail de evenwijdig lopendc Michigan Avenue, begrenst de stad naar de zijde van het meet. Direct zuidelijk en westelijk van Michigan Boulevard vindt men her ccntrum van de stad met grote moderne en zeer hoge.gebouwen, l)e stad breidt zich zeer snel uit zowel in de lengte en breedte als in de hoogtc. Vol trots vertellen de bewoners in Chicago aan dc Nederlandsc bczoekers dat hun stad zich ook heeft uitgcbreid in het meer, dat ook bij hen land en straten zijn waar vroeger water was. Dat de grond dus duur is zal men begrijpen. Dat men steeds hoger gaat bouwen is ook geen vreemd verschijnsel. Maar men kijkt toch wel even op als men hoort dat men voor het tientallen verdiepingen hoge Prudentia gebouw de lucht gekocht heeft en niet de grond. De lucht namelijk boven her spoorweg terrein, uR de aard der zaak met hcl rcchl dit gebouw te docn rusten op stevige steunen in de grond, maar met bchoud van de spoorlijnen. De stad als geheel doer in vele opzichten aan New York denken, maar is i'uimcr. Thans lets over de American Medical Association. Met bijzonder grote hartelijkheid werd ik ontvangen door Dr.
Nadat het hoofdbestuur besloten had ondergetekende, als secretaris-penningmeester van de Maatschappij', a f te vaardigen naar de jaarl~ikse Algemene Vergadering van de World Medical Association, die in het jaar 1961 gehouden zou worden in Rio de Janeiro, Brazilie, kwam de mogeli/kheid ter sprake, van deze gelegenheM gebruik te maken voor een hernieuwd persoonlijk contact mel de artsen van Suriname en Curacao, waartoe de wens door betrokkenen geuit was. Uitbreiding van de reis heen en terug naar Rio de Janeiro tot een rondreis Amsterdam - Noord Amerika Curagao - Suriname - Rio de Janeiro - Amsterdam hleek slechts betrekkelijk geringe verhoging van de reiskosten mede te brengen. In opdracht van het hoofdbestuur heeft ondergetekende daarop deze rondreis gemaakt en zodoende een bezoek kunnen brengen aan het bureau van de American Medical Association te Chicago, de artsen van Curacao, de artsen van Suriname en tenslotte de Algemene Vergadering van de W . M . A . te Rio de Janeiro. Van atte vier deze bezoeken zal er een kort verslag versch~nen in Medisch Contact, zodat ook de leden der Maatschappij er van kunnen kennis nemen. Het eerste verslag volgt hieronder. G. Dekker.
Blasingame, Executive Vice President of the American Medical Association, actief hoofd vail het bureau van de A.M.A., en door cnkele van zij~a medewerkers. De gehele morgen en een groot deel van de middag, onderbroken door een gracieus aangeboden lttnch, werd ik op de hoogte gebracht van de indeling van het gebouw vail de A.M.A. vail de werking van de vele afdelingen, van de activiteiten op allerlei gebied. De vele door mij gestelde vragen werden afwisselend beantwoord door Dr. Blasingame of door een van de vele boofden van afdelingen waarmede ik in contact werd gebracht. Het aantal lcden vail de American Medical Association is ongew.-er 180.000. In elk van de 49 (of 50) staten van America heeft men een State Medical Association; dit zijn geen directe onderafdelingen van de A.M.A. maar zelfstandige verenigingen. Men kan lid worden van ecn State Medical Association zonder lid tc worden van de A.M.A., maar omgekeerd niet, m.a.w, alleen leden van ecn der State Medical Associations kunnen zich opgeven als lid van de A.M.A. De State Medical Associations zijn weer onderverdeeld in ongeveer 2000 "'County Societies". De house of delegates, onzc Algemene Vergadering, is het hoogste gezag. De leden ervan worden gekozen door de state medical society, en wel een delegate voor elke duizend A.M.A. leden. Het aantal atgevaardigden bcdraagt dus plusminus hondcrdtachtig. Dit "house of delegates" vergadert tweemaal per jaar. Hct kiest een council (hoofdbestuur) van negen leden, die regelmatig vergaderen. De executive vice President tot voor kort heette hij Secretary generaal is leider en hoofd van het bureau en heeft uit de 659
aard der zaak een volledige dagtaak. Her bureau heeft een groot aantal afdelmgen, met m totaal ongevccr zevenhonderd aangestelden. Her is gevestigd in een groot, zes verdiepingen hoog gebouw, dicht bij bet centrum van Chicago. Dit gebouw is oud, maar drie jaar geleden volledig gemoderniseerd, en voldoet aan zeer hoge eisen. Dit aantal mensen en dit grote gebouw is niet alleen nodig voor de activiteiten die ook wij op ons bureau kennen, maar bevat bovendien hog een aantal voor ons onbekende afdelingen zoals bijv. de grote afdeling voor de publicaties die onder directe verantwoordelijkheid van de A.M.A. worden uitgegeven, zoals de American Medical Journal (vergelijkbaar met het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde), Today's Health (vergelijkbaar met her Nederlandse ,,Spreekuur Thuis"). The A.M.A. news (vergelijkbaar met ons ,,Medisch Contact") een tiental specialistische tijdschriften en verder een groot aantal wetenschappelijke en practische publikaties op het gebied van de medische wetenschap, van de geneesmiddelen, enz. enz., veel te veel om op te noemen. Dat dit een zeer grote afdeling is behoeft geen betoog. Een veel kleinere, maar toch zeer actieve afdeling is de afdeling waar men van bet publiek binnengekomen vragen beantwoordt. Jaarlijks komen er zo ongeveer achttienduizend vragen binnen die allen schriftelijk moeten worden beantwoord door een collega en zijn helpers. Op een andere afdeling worden rapporten gemaakt om alle nieuwe geneesmiddelen die op de markt komen en waarvoor het oordeel van de A.M.A. bijzonder belangrijk is met het oog op de verkoopmogelijkheden. Een sterke uitbreiding van deze toch al belangrijke afdeling, rnet een uitvoerige documentatie voor alle artsen van Amerika staat op het programma. De afdeling voor de inkomende post is alleen al een uitgebreid geheel. Het aantal inkomende stukken vari~ert van vijftienhonderd tot twaalfduizend per dag en het aantal uitgaande stukken is nog veel groter. Dit geeft, zo vertelde Dr. Blasingame, haast onoplosbare problemen. Op verzoek van de posterijen wordt de post niet 66n keer maar vier keer per dag verzonden, om de verwerking war te vergemakkelijken. De A,M.A. behoort nl. tot 66n van de tien grootste ,,klanten" van de Amerikaanse P.T.T. Uitvoerig werd ik ingelicht over de "'internships" die in Amerika verplicht zijn voordat men de praktijk mag uitoefenen. G a a r n e is de A.M.A. bereid ook ons van advies te dienen in verband met Nederlandse pas afgestudeerde artsen, die - zoals herhaaldelijk gebeurt in Amerika een internship willen Iopen. De A.M.A. geeft elke twee jaar een "Directory" uit, een soort c0mbinatie van onze ledenlijst met her Artsenjaarboekje van Van Hengel, maar dan nog veel uitgebreider. Per 1 januari sluit men een 2 jaar periode af, per I maart komt dan de "Directory" uit. Als men hoort dat er per dag driehonderdvijftig mutaties zijn. dan betekent dat, dat er gedurende elke twee jaar ongeveer tweehonderd vijftigduizend mutaties verwerkt moeten worden om bij te blijven. Het betekent ook dat de Directory die op I maart van een bepaald jaar uitkomt, up to date was op I januari en dus reeds twee maanden lang aan het verouderen is, in welke periode weer ongeveer 60 ",~ 350 21.000 mutaties hebben plaats gehad. De problemen die zich hierbij voordoen moet men niet onderschatten. De A.M.A. is druk bezig een nieuw archief op te bouwen 660
onder leiding van een op dit gebied bijzonder deskundige kracht. Ook daar dus een groot aantal dikwijls zeer moeilijke problemen. Dat de inrichting van het gebouw, in verband met nieuwbouwmogelijkheden bij ons, mij zeer bijzonder interesseerde behoeft nauwelijks betoog. Weinig grote ruimten, veel aparte kamers. Een inwendig prachtig uitgevoerd gebouw waarvan een indruk van degelijkheid, rust en waardigheid uitgaat, maar tevens ook van efficiency. Gevraagd naar de contributie, deelde Dr. Blasingame nog mede dat deze 25 dollar per lid bedraagt, waarbij is inbegrepen her abonnementsgeld voor de American Medical Journal. Getrapte contributie kent men niet, is ook niet nodig. Het komt voor dat een lid niet kan betalen en als dat aannemelijk is, wordt de contributie kwijt gescholden. De vraag hoe de verschillende groepen van artsen stonden tegenover de A.M.A. en in hoeverre zij allen lid werden -waarbij met name genoemd werd de groep van wetenschappelijke werkers - werd beantwoord met de opmerking dat dit van de A.M.A. zelf afhankelijk was. "'Work for them and sell it to them" m.a.w. Zorg dat de A.M.A. voor hen waarde heeft en overtuig hen daar dan van. "'To sell yourselt" is naar de overtuiging van Dr. Blasingame ook nodig voor een artsenvereniging. Her is nict twijfelachtig dat de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, mede ook via de maatschappelijke verenigingen, voor alle groepen van artsen zeer belangrijk werk verricht, terwijl bovendien her werken voor de artsengemeenschap aan allen te stade komt, maar aan het "'sell ourselves to our member,s'" wordt bij ons misschien niet voldoende aandacht geschonken. De public relation afdeling van de A M . A . is zeer actief zowel onder her publiek als onder de Amerikaanse artsen. De A.M.A. doet ook aan politiek, een voor ons idee wel wat vreemde en moeilijke bezigheid. In Washington is eer apart bureau van de A.M.A. speciaal voor het "lobying" her praten met en bewerken van de Amerikaanse politici. Men ziet daar niet alleen niets verkecrds in, maar integendeel, overtuigd als men is dat een goed werkend en verantwoord geleide artsenvereniging van grote waarde is voor het gehele land, meent men ook verplicht te zijn dit uit te dragen en de politici duidelijk te maken wat de A.M.A. meent dat in her belang is van de volksgezondheid en ook wat de artsen voor zichzelf redelijk mogen verlangen, en waarom. Gevraagd naar het verstrekken van medische gegevens aan niet-medici, welke vraag bij ons naar voren kwam in verband met vragen van directies of personeelchefs van Amerikaanse bedrijven in ons land, deelde Dr. Blasingame hog mede dat dit ook in Amerika, in verband met her beroepsgeheim, verboden is. Alleen indien de betrokkene een schriftelijke vergunning heeft worden medische gegevens doorgegeven aan een "'medical director", maar niet aan leken. Er zou nog veel meer te vertellen zijn, maar dat zou mijn toch al lange verslag zeker veelte lang maken. Verrijkt met veel kennis en inzicht, zeer voldaan en dankbaar, ham ik afscheid van Dr. Blasingame en de zijnen, die mij hog de verzekering gaven bereid te zijn om verder alle mogelijke inlichtingen te geven en ons desgevraagd allerlei litteratuur toe te zenden. G. Dekker
DR. H. J. GROENENDIJK *~
DE O R T H O P E D I S C H E Tot de medewerkers in bet medische vlak behoort ook de kteine en seleete groep van de orthopedische schoenmakers. Vermoedelijk zullen de meeste artsen weliswaar van hen en hun werk hebben gehoord maar slechts zelden met hen in aanraking zijn geweest. Toch wordt door dit groepje mensen uiterst nuttig en belangrijk werk verrieht waarmede zij een aantal van onze pati~nten her leven zodanig vergemakkeiijken en veraangenamen dat de vervaardiging van orthopedisch schoeisel een sociale noodzakelijkheid is geworden, die als onderdeel van revalidatie en her op de been houden v a n gebrekkige en oudere mensen niet meer kan worden gemist. Gewoonlijk spreekt men over de maat- en orthopedische schoenmakers en inderdaad zijn deze twee begrippen moeilijk van elkaar te onderscheiden. Alle orthopedische schoenmakers komen immers uit bet ambacht van de maatschoenmakerij voort en zullen steeds naast orthopedisch schoeisel ook nog maatschoenwerk blijven vervaardigen. Onder maatschoeisel verstaat men schoeisel dat in vorm en maat afwijkt van her doorsneeschoeisel. Het is de taak van de maatschoenmaker schoenen te maken voor te kleinc of tc grote voeten, voor voeten met kteine of grote omvangsmaten, uiterst smalle of brede voeten, voeten met abnormale verhoudingen of vormen, te hoog of te laag gewelfde voeten of voeten met sterke verschilten tussen links en rechts. Dit alles echter hog binnen de physiologische grenzen. Her komt dus neer op schoeisel dat men niet in de winkel kan krijgen, ook niet in die zaken die zich speciaal toeleggen op de verkoop van schoenen voor moeilijke voeten en gemakschoenen. De maatschoenmaker maakt en levert eehter ook individueel schoeisel voor mensen die prijs stellen op meet comfort dan zij in confectieschoeisel kunnen vinden en bereid zijn daar wat voor uit te geven. Dit zgn. luxe maatschoeisel loopt in betekenis steeds meet terug. Helaas loopt de vraag naar maatschoeisel ook daar terug waar het nodig zou zijn. De kosten voor maatschoenen worden immers door de ziekenfondsen niet vergoed. Mensen met voeten die vet van her gemiddelde afwijken, zoeken liever alle winkels af dan dat zij reel geld voor maatschoeisel uitgeven. Zij zullen de juiste pasvolTn niet kunnen vinden en zijn tenslotte gedwongen die sehoenen te kopen die hen bet meest geschikt lijken. Onder orthopedisch sehoeisel verstaat men schoenen die vervaardigd zijn voor abnormale voeten. Het zijn schoenen waarin bijzondere voorzieningen zijn getroffen. Deze voorzieningen moeten de stand en de functie van de voet of bet been verbeteren, de drager meer gemak en comtbrt verschaffen en de schoenen ook een verbeterde uiterlijke vorm geven. Juist dit laatste vormt voor vele pati/~nten een belangrijke factor, ledereen wil zijn gebrek voor de buitenwereld verkleinen en schoenen die er zo normaal mogelijk uitzien *) Rijksgecommiteerdc voor hel orthopedisch schocnmakcrscXalllert,
SCHOENMAKER worden op hoge prijs gesteld. Her orthopedische schoeisel is dus voor pathologische voeten bestemd, voeten met aangeboren misvormingen of voeten met verworven misvormingen door ziekten en ongevallen. Bij de ernstige vormen zoals verlamde of geamputeerde voeten kan van een voortbeweging sores nauwelijks meer sprake zijn indien er geen bijzondere voorzieningen worden aangebracht die her lopen kunnen verbeteren. Ontbrekende delen worden opgevuld of door een prothese vervangen. Verslapte voetdelen die onvoldoende steun geven worden door stevig materiaal in de schoen zodanig opgevangen dat het lichaamsgewicht kan worden gedragen. Verstijfde gewrichten kunnen in de schoert worden gecompenseerd door een mechanisme, dat een kunstmatige beweeglijkheid mogelijk maakt. Uit het bovenstaande volgt dat aan de orthopedische schoenmaker hoge en uiteenlopende eisen worden gesteld. Hij moet in de eerste plaats een uitstekend handwerksman zijn die met vele soorten materiaal kan omgaan en her op de juiste wijze weet te gebruiken. In orthopedisch schoeisel wordt niet alteen leder, lijm en garen verwerkt maar ook kurk. verschillende houtsoorten, textiel, rubber, metaal, plastic en andere kunststoffen. Bovendien moet de orthopedisch schoenmaker over een ruime ervaring beschikken en een oog hebben voor de moeilijke verhouding voet schoen en voor de nog meet gecompliceerde verhouding pathologische voet schoen. Daar is mede een zekere kennis van de orthopedie voor nodig die in een andere richting ligt dan de medische, nl. een meet mechanische richting. Her yak van orthopedisch schoenmaker is een van de weinige ambachten die in een betrekkelijk zuivere vorm zijn overgebleven. Meehanisatie is wel geprobeerd maar heeft tot nu toe weinig toepassing kunnen vinden. De opleiding- en examenregeling is in handen van de Stichting Vakopleiding voor de Schoenmakerij. Het diploma A is voor de schoenhersteUer, het diploma B is dat van de maatschoenmaker en bet diploma C voor de orthopedische schoenmaker. Voor her behalen van deze diploma's zijn sedert 1937 examens ingesteld. Men kan echter de bevoegdheid ook verkrijgen door een zgn. ministeri~le verklaring, dat is een verklaring door de Minister van Economische Zaken afgegeven op grond van een onderzoek door een commissie van enkele vaklieden of op grond van een reeds bestaande vestiging. Het examen en de minisleriEle verklaring worden beide officieel erkend. Her examen voor orthopedisch schoenmaker wordt eens per jaar a~enomen maar alleen wanneer zich 4 of meer examencandidaten hebben gemeld en bet kan wel eens 3 jaar duren voordat dit aantal is bereikt. Het is een langdurig en moeilijk examen, dat uit een mondeling, een schriftelijk en vooral ook een practisch gedeelte bestaat. Tot dit praciische gedeelte behoort het maken van een gipsafgietsel, van een werktekening, van leesten en van een paar volledig afgewerk661
te orthopedische schoenen voor een pati~nt met vrij ernstig misvormde voeten. De examencommissie bestaat uit drie ervaren vakmensen; als gecommiteerde wordt een door her Rijk aangewezen chirurg toegevoegd. De positie van maat- en orthopedische schoenmakers is geregeld door het Ministerie van Economische Zaken onder wiens toezicht de bevoegdheid, de examens en de vestiging ressorteren en deze positie wordt ook door de ziekenfondsen en sociale instellingen gerespeeteerd. Uit bet bovenstaande blijkt wel dat de weg voor een orthopedische schoenmaker een moeilijke en een lange weg is. Onder de 400 maatschoenmakers die ons land telt zijn er ongeveer 100 die verantwoord orthopedisch werk kunnen leveren, 25 daarvan bezitten het C diploma. De financi~le beloning is niet van dien aard dat men zich alleen hiervoor zoveel moeite zai getroosten. Het zijn dan ook in het alge-" meen de werkelijk bekwame en enthousiaste ambachtslieden die het er terwille van bet vak voor over hebben om dit te bereiken. Het zegt voldoende, dat de gemiddelde leeftijd van hen die voor het C examen opgaan 37 jaar is. De maat- en orthopedische schoenmakers vormen een groep mensen, die proberen gezamenlijk hun moeilijkheden op te lossen. Door het organiseren van ,,technische dagen" waar vrijwel alle gediplomeerden aanwezig zijn, behouden zij het onderlinge contact en wisselen hun ervaringen uit. Op deze bijeenkomsten worden naast technische ook medische onderwerpen bcsproken. Op dezc wijze trachten zij - mede door internationale contacten - op de hoogte te blijven. Orthopedische schoenen mogen voor ziekenfondsrekening uitsluitend op medische indicatie worden vervaardigd. De ziekenfondsregeling is in een groot deel van ons land zodanig, dat in de regel een algemeen of orthopedisch chirurg een aanvrage voor orthopedische schoenen moet indienen. Nadat deze door de orthopedische schoenmaker zijn vervaardigd dienen zij gecontroleerd te worden of zij ook inderdaad aan de eisen voldoen. Een veel gebruikte en goede regeling is dat de chirurg, op wiens indicatie de schoenen zijn gemaakt, zeif de schoenen aan de patient controleert en een verklaring afgeeft dat het schoeisel aan zijn wensen voldoet. Sommige ziekenfondsen en sociale instellingen verlangen een technische keuring. Pas na de controle gaan de ziekenfondsen tot uitbetaling van hun bijdrage (max.f 100,I) aan
(advertentie) Geef een doos
WIJN
aan Uw collega uit dank voor bewezen diensten van
LAATSMAN
& KEMMERLING
Gerenommeerde wijnkoperij sinds i83o MAASTRICHT
- KAPOENSTRAAT
Telefoon o44oo - l 23 8 z
662
3oc
MEDISCH
CONTACT
Verschijnt wekelijks Abonnementen voor niet-leden./20, Losse nummers f0.50 REDACTIE EN ADMINISTRATIE De redactie gn administratie is gevestigd: Keizersgracht 327. Amsterdam-C. Telefoon 242535 - Postgiro 58083. ADRESSEN VAN DE MAATSCHAPPIJ, HAAR ORGANEN, ENZ. Gevestigd: Keizersgracht 327, Amsterdam-C., Telefoon 242535. Bureau Hoofdbestuur, Dagelijks Bestuur, Boekhoudmg, Bureau voor Waarneming en Vestiging (8.30-17 uur. Na 17 uur ell zondags telefoon 79.89.84) - Landelijke Huisartsen Vereniging Landelijke Specialisten Vereniging - Landelijke Vereniging van Art sen in Dienstverband- - Specialisten Registratie Commissic L.A.C.C.
de schoenmaker over. De pati6nt moet dus een groler of kleiner bedrag zelf betalen. Dit bedrag is afhankelijk van de aanschaffingskosten die overigens nogal uiteenlopen. Toch is dit een redelijke eis, omdat de pati6nt geld bespaart dat hij anders aan eonfectie-schoenen zou uitgeven. De ziekenfondsen staan de verstrekking van orthopedische schoenen eens in de twee jaar toe. Als het schoeisel door een vakman is vervaardigd en her voeteuvel niet van dien aard is dat daardoor een abnormaal snelle slijtage optreedt, is deze termijn voor volwassenen redelijk, de meeste orthopedische schoenen gaan zelfs langer mee. Zij bestaan immers uit beter materiaal en zijn als handwerk technisch beter dan welk confectieschoeisel ook. Het is te verwachten, dat ook in de toekomst de betekenis van orthopedisch schoeisel eerder zal toe- dan afnemen. Ondanks de vooruitgang en de resultaten van de operatieve en eonservatieve behandeling en revalidatie zullen er voeten overblijven, die de hulp van orthopedisch schoeisel niet kunnen ontberen. Door de toename van de algemene gezondheidszorg, in her bijzonder voor de geriatrische patii~nt, mag worden verwacht dat de indicatie ruimer wordt gesteld. De verhouding tussen de behandelende chirurg en de orthopedisehe schoenmaker kan sores een moeilijk punt opleveren. Men kan van de orthopedische schoenmaker moeilijk verlangen dat hij de medische achtergrond van de patient kan overzien of beoordelen. Hoewel hij enige kennis van de orthopedie behoort te bezitten, blijft hij in de eerste plaats een ambachtsman. Omgekeerd kan men van de chirurg geen sehoenmakerskennis of schoentechnisch inzicht verwachten. Het is daarom mogelijk, dat zij elkaars zienswijze niet geheel kunnen volgen. In de praktijk valt dit meestal mee omdat de meeste chirurgen hun pati~nten naar een bepaalde orthopedische schoenmaker sturen waarvan zij de prestaties kennen terwijl de orthopedische schoenmaker geleerd he'eft, war de betreffende chirurg van hem verlangt. Moge deze uiteenzetting ertoe bijdragen de verstandhouding tussen de medici en de orthopedische schoenmakers te bevorderen.