vzw Begeleidingscentrum Stappen Westveldstraat, 1 9040 Sint Amandsberg ____________________________________________________________________________________________________________________________________
09/228.26.57
[email protected] – www.stappenvzw.be
Jaarverslag / Kwaliteitsverslag 2011
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
1
1
Inleiding ................................................................................................................... 3
2
Pedagogisch concept vzw Stappen ................................................................................... 4 2.1 Inleiding ............................................................................................................. 2.2 Visie en missie ........................................................................................................ 2.3 Pedagogisch profiel............................................................................................... 10 2.3.1 Doelgroep ................................................................................................... 2.3.2 Kernfuncties ................................................................................................ 2.3.3 Inhoudelijke operationalisering van het zorgaanbod ............................................ 13 2.4 Pedagogische organisatie ........................................................................................ 19 2.4.1 Het supervisiesysteem .................................................................................... 2.4.2 Methodieken binnen trajectgerichte coaching ....................................................... 2.4.3 Methodieken binnen medewerkersgerichte coaching ............................................ 20
3
Doelstellingen .......................................................................................................... 21 3.1 Doelstellingen op langere termijn ................................................................................ 3.2 Evaluatie van de doelstellingen van 2011 .................................................................... 22 3.3 Doelstellingen voor 2012 ........................................................................................ 25
4
Begeleidingen: een overzicht van januari tot en met december 2011 ...................................... 26 4.1 Inleiding ............................................................................................................. 4.2 Opnames en afrondingen ........................................................................................... 4.3 Plaatsende instantie ............................................................................................. 27 4.4 Niet opgenomen jongeren ....................................................................................... 29 4.5 Leeftijd bij opname ................................................................................................. 4.6 Duur van het verblijf ................................................................................................ 4.7 Leefsituatie na de opname ...................................................................................... 30 4.8 projectwerking ....................................................................................................... 4.9 Fugues .............................................................................................................. 34 4.10 Nazorg ............................................................................................................. 35 4.11 Bijkomende Erkenning (BE) .................................................................................... 36 4.12 Verhouding residentieel – ambulant ............................................................................
5
Organisatorische aspecten ........................................................................................... 39 5.1 Interne overlegstructuren .......................................................................................... 5.1.1 Coördinatieteam ........................................................................................... 5.1.2 Residentieel begeleidingsteam ......................................................................... 5.1.3 Ambulant begeleidingsteam ............................................................................. 5.1.4 Projectteam ................................................................................................ 5.1.5 Trio contextbegeleider / volgbegeleider / supervisor .............................................. 5.1.6 Administratief team ................................................................................... 40 5.1.7 Logistiek team ............................................................................................. 5.2 Externe overlegstructuren ......................................................................................... 5.2.1 vzw Jongerenbegeleiding ................................................................................ 5.2.2 ROPPOV (Regionaal OverlegPlatform Provencie Oost-Vlaanderen) ............................ 41 5.2.3 GROB (Gents Regionale Organisatie Bijzondere Jeugdzorg) ....................................... 5.2.4 OVOP (Overleg Oost-Vlaamse Voorzieningen) ..................................................... 42 5.2.5 Regionaal overleg Bijzondere Jeugdbijstand regio Gent-Eeklo ................................... 5.2.6 Overleggroep BZW (Begeleid Zelfstandig Wonen) ................................................ 43 5.2.7 Overlegvergaderingen van de CANO-centra .......................................................... 5.3 Personeelsformatie en kwalificatie vzw Stappen .............................................................. 5.4 VTO beleid ......................................................................................................... 45
6
De Stappenwerking in een ruimer beeld .......................................................................... 46
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
2
1 Inleiding Graag bieden we u het jaarverslag 2011 aan. Opnieuw werd het een jaar waarin heel wat verandering plaatsvond. 2011 was voor de 3 deelwerkingen in vzw Stappen een jaar vol uitdagingen. De residentiële werking ging voluit aan de slag met de basisstudio’s, er werd ingezet op nieuwe methodieken zoals de pro-actieve cirkels. De contextwerking ging eveneens op zoek naar nieuwe methodieken. Zo werd inspiratie opgedaan bij herstelgericht werken, aanpak van verslavingsproblematieken en Attachment Based family therapy. De projectwerking met de verschillende geledingen (alternatieve dagbesteding, time-out, vorming, kampen en Buiten Beeld) kreeg vorm en structuur, deels in Stappen zelf, deels extern en daarnaast op de nieuwe locatie in Vinderhoute. We werkten mee aan een voorstel tot regularisatie van de projectwerking in de sector en vertegenwoordigden de specifieke noden van de doelgroep van de Cano voorzieningen in deze werkgroep. Ook vanuit beleidsperspectief stond er heel wat op het programma, we denken in eerste instantie aan de boeiende Cano studiedag en de geplande uitreiking van het Cano kwaliteitslabel aan de 8 Cano voorzieningen in Vlaanderen door de minister op 10 december (op het laatste nippertje omwille van agendaproblemen verschoven naar 07/03/2012). Cano leeft dus ook bij het beleid. Naast Cano zijn er ook nog de partners van het Grob waarmee we het afgelopen jaar opnieuw op een boeiende manier hebben samengewerkt en waar de zoektocht naar een flexibele structuur voor de verankering van de samenwerking verder loopt. Het Grob bracht ons het Journaal, een nieuw registratiesysteem voor de interne werking. Binc is dan weer een door de overheid ontwikkeld registratiesysteem waar we ook mee van start zijn gegaan. Beide op elkaar afstemmen is een opdracht voor het komende jaar. Ook naar de medewerkers en op organisatieniveau werden heel wat initiatieven ontplooid. Op het terrein zelf was het de afwerking en ingebruikname van de nieuwe studio’s gevolgd door de start van de heraanleg van de tuin die heel wat energie gevraagd hebben. Maar het resultaat mag er zijn: 7 mooie studio’s, het tuintje voor de studio’s werd aangelegd en er werd een eigen terras en rookhoek voorzien. Met het project ‘Groene kamers’, die de heraanleg van de voortuin aanpakt, hebben we één van de regionale Awards van BNP Paribasfortisfoundation gewonnen. Doel is de tuin ontsluiten voor de bewoners met sport- en spelinfrastructuur, open gesprekshoekjes, allerlei zithoekjes en een schommel. Het project steunt op een totaalaanpak waarbij vrijwilligers en jongeren betrokken worden. We hopen het project tegen eind 2012 af te werken. Daarnaast was er ook de voorbereiding van de jubileumeditie van Cultinair, een nieuwe editie van onze jaarlijkse benefiet ten voordele van het Zorgfonds van Stappen dat zich engageert naar de extra noden van jongeren of ex-jongeren en dat zich nu ook engageert naar de uitbouw van de projectwerking van Stappen. Het blijft een grote bezorgdheid van de organisatie om de financiële positie te verstevigen en de nodige input te kunnen blijven doen in trajecten van jongeren. De doelgroep blijft immers bestaan uit gekwetste en kwetsbare jongeren en hun contexten. Werken met deze contexten vergt heel wat meer extra middelen. Het blijven verder werken op deze manier legt een niet te onderschatten last op de schouders van elke medewerker en bestuurder. We ijveren daarom hardnekkig voor een extra financiële waardering voor deze keuze en deze manier van werken. In tijden van crisis een bijzonder moeilijk te verdedigen standpunt. Maar we krijgen heel wat steun en aanmoediging van de vele vrijwilligers die Stappen ondertussen kennen en die bereid zijn heel wat van hun tijd en energie ter beschikking te stellen om de werking mee uit te bouwen, zorg te dragen voor de infrastructuur, meewerken in trajecten van jongeren, zorgen voor extra financiële middelen en nog zoveel meer. We kunnen alleen maar een warm dankjewel zeggen. Maureen Pollentier Directie
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
3
2 Pedagogisch concept vzw Stappen
2.1 Inleiding Vzw Stappen is een CANO- voorziening (Centrum voor Actieve Netwerkontwikkeling en Omgevingsondersteuning). Het pedagogisch concept van vzw Stappen is een vertaling van de CANO-visie die terug te vinden is in de CANO basistekst en het CANO protocol. De CANO basistekst is op de website terug te vinden (www.stappenvzw.be). De protocollering van CANO is een proces dat lopende is in samenwerking met vzw Oranjehuis, vzw Sporen, vzw Maria Goretti, vzw Cirkant, vzw Pieter Simenon, vzw Hadron, vzw De Wissel en vzw Stappen.
2.2 Visie en missie
Missie:
Vzw Stappen wil als een dynamische organisatie een hefboom zijn voor de aanwezige krachten bij jongeren en hun context in hun zoektocht naar verbondenheid met zichzelf en de samenleving.
Visie: Als CANO-organisatie onderschrijven we voluit de CANO-visie en beschouwen dit tevens als de visie van vzw Stappen: Een geïntegreerd multimodaal totaalconcept voor moeilijk begeleidbare jongeren en hun omgeving 1. Uitgangspunten en visie CANO is een geïntegreerd multimodaal en flexibel totaalconcept voor moeilijk begeleidbare jongeren en hun omgeving. De synergie tussen de delen maakt het mogelijk dat een traject snel, efficiënt en ononderbroken kan afgelegd worden op het moment dat er nood of vraag is. De CANO-initiatieven situeren zich op de wrijvingspunten tussen jongeren en een samenleving die aan een voortdurende dynamiek onderhevig is. Zij zijn verankerd in die samenleving en voortdurend in evolutie, omdat ze zich afstemmen op de maatschappelijke evoluties en de daaraan verbonden evoluerende noden van de jongere en zijn context. Deze afstemming vraagt een permanente kritische reflectie op het eigen functioneren. Jongeren kunnen bij aanvang van de begeleiding niet altijd terugvallen op effectieve steun van hun familie of relaties. Hun vriendenkring is beperkt of situeert zich in een negatieve peergroup. Toch staan de jongere én leefomgeving in focus van de CANO-acties, vertrekkend vanuit- en samen met het netwerk van de jongere. De opbouw van sociaal kapitaal1 dient in samenwerking met het gezin 1
HAGAN J., McCARTHY B., Mean streets. Youth crime and homelessness, Cambridge, University Press, 1997. Sociaal kapitaal ontstaat uit een geheel van sociaal gestructureerde netwerken van relaties tussen individuen, in families, scholen, vrienden die toelaten om kennis op te bouwen, een inzicht in de rechten en de plichten en een vertrouwdheid geven met het ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
4
en de verschillende positief betrokken actoren uit de context van de jongeren te gebeuren. Coördinatie en uitbouw van een stevig netwerk zijn van groot belang. Cruciaal is het geloof in positieve mogelijkheden en oplossingscapaciteiten van de jongere, van zijn of haar ouders en van andere relevante steunfiguren, gekoppeld aan structurele participatie: een expliciet gezamenlijk engagement om ontstane breuken te herstellen en te voorkomen. Onvoorwaardelijk wil de CANO-voorziening voor elke adolescente jongere -zonder uitsluiting- partij zijn om samen met de verwijzer te zoeken naar een geschikt begeleidingstraject. Een CANO-voorziening spreekt een begeleidingsengagement uit naar de jongere die zij in begeleiding neemt. CANO engageert zich om van start te gaan met alle moeilijke, complexe problematieken en hulpvragen en zeker om aanklampend en geduldig te zoeken naar mogelijkheden. Crisissituaties of vastgelopen begeleidingssituaties zijn in principe geen aanleiding om de hulpverlening te beëindigen, maar creëren de uitdaging om anders naar het gedrag te kijken of te zoeken naar samenwerkingsmodaliteiten. CANO wil op deze manier een ankerpunt blijven. CANO wil voor de ernstige problemen op zoek naar aanknopingspunten via permanente dialoog waarbij ouders als gelijkwaardige partner worden beschouwd. Dit kan slechts gebeuren mits ontwikkeling van samenwerkingsmodellen over de sectoren heen (jeugdpsychiatrie, drughulpverlening, voorzieningen van het VAPH…) én indien er grensverleggende methodieken en antwoorden kunnen gezocht en toegepast worden. 2. Doelgroep De CANO-initiatieven richten zich op adolescenten (met focus op 14 tot 18-jarigen) en hun leefomgeving, die verwezen worden vanuit Jeugdrechtbank of Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en die kampen met zeer ernstige problemen op diverse levensdomeinen (persoonlijk, in gezin, familie, vrienden, vrije tijd, opleiding/tewerkstelling, hulpverlening, huisvesting, buurt…). Zowel de jongeren als hun leefomgeving kennen een cumulatie van kwetsuren en breuken, waardoor ze in uitsluitingsituaties belanden en zich niet meer verankerd voelen in de samenleving. De problematiek uit zich ook in persoonlijk en maatschappelijk grensoverschrijdend gedrag dat soms zeer ver gaat (agressie, automutilatie, druggebruik, prostitutie, delicten). Zowel het persoonlijk, het familiaal als het maatschappelijk weefsel van het doelpubliek is fel aangetast. Het sociaal kapitaal is bij deze jongeren en hun context laag tot zeer laag2. Het onderzoek van Prof. Grietens 3 toont aan dat de beoogde doelgroep en de effectief bereikte groep van CANO overeenstemmen. De ernst van de problemen van de jongeren en contexten in begeleiding in een CANO-voorziening blijkt bovendien beduidend hoger te liggen als bij wie begeleid wordt in gewone begeleidingstehuizen van Cat 1 bis. Deze complexe en ernstige moeilijkheden uiten zich momenteel als volgt: 4 Drie kwart komt uit gebroken gezinnen met grote opvoedingsproblemen. Een derde kreeg te maken met ernstige mishandeling of verwaarlozing. Een kwart van de gezinnen kent ernstige problemen in het maatschappelijk functioneren. De jongeren hebben school- of leerproblemen (46%) of hebben geen werk. Zeer velen doorliepen een begeleidingstraject met verschillende breuken (72% komt rechtstreeks uit andere hulpverleningssettings) en vertonen ernstige emotionele (54%) of agressieproblemen (54%), moeilijkheden met vrije tijd (42%) of antisociaal gedrag (45%). Meer dan 1/5 van de instroom kampt met ernstig middelenmisbruik, met psychiatrische problemen en/of een seksuele problematiek. De bevraging van verwijzers bevestigt dit beeld 5:
maatschappelijke leven. Op basis daarvan kunnen constructieve sociale relaties opgebouwd worden. Hoe groter het sociale kapitaal hoe vruchtbaarder het maatschappelijke en sociale leven kan zijn. 2 Goris, P., Walgrave, L., Van kattenkwaad en erger, Garant, Leuven, 2002, p. 44. 3 Grietens, H., e.a. Initiatie van effect- en effectiviteitsmeting van het private hulpaanbod binnen de bijzondere jeugdzorg, Leuven, 2007, Centrum voor Orthopedagogiek K.U.L i.s.m. vakgroep Orthopsychologie VUB., p.27 4 Grietens, H. e.a., o.c., p. 29. 5 Bevraging van 31 consulenten/verwijzers, eigen initiatief van de CANO-voorzieningen, april/mei 2008. ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
5
CANO-voorzieningen worden aangesproken voor problematieken uit het breedst mogelijke veld (jongere/ouders én ruimere context) en bij echt moeilijke en hardnekkige POS, bij multi problematiek waarin zowel agressie, drugs, prostitutie, criminaliteit en/of een psychiatrische component een plaats vinden. Het vermijden van een klassieke residentiële plaatsing door zeer intensief, aanklampend en doelgericht werk met de brede context is een belangrijke verwijzingsgrond. Dat dit ook gebeurt bij weerstand van de context of bij aanvankelijk gebrek aan sociaal netwerk en bij grensverleggend gedrag is een indicator van groot gewicht. CANO is aangewezen bij (dreigende) breuken op verschillende niveaus en in verschillende levensdomeinen omwille van de dynamische aanpak van de begeleiding en het vermijden van nieuwe uitsluiting. Gezinnen met weinig hulpvraag, weinig draagkracht en weinig motivatie zijn geen tegenindicatie. Voor cliëntsystemen die nood hebben aan een vlotte en naadloze inzet van een breed hulpverleningspalet (residentiële werking, intensieve individuele begeleiding, werken met de leefomgeving en mogelijkheid van begeleiding in de context, opzetten van dagprogrammatie) in functie van vraag en mogelijkheden van de jongere en tempo en ritme van het cliëntsysteem, is hulpverlening door een CANO-voorziening aangewezen. De CANO-initiatieven hanteren geen uitsluitingscriteria, zowel om zelf uitsluiting tegen te gaan als omdat de verschijningsvorm van problematieken steeds wijzigt. Multiproblematiek die de afbakening van de huidige hulpverleningssectoren overschrijdt en waardoor deze cliëntsystemen overal uit de boot vallen, is een uitdaging om vernieuwing te ontwikkelen en in permanente dialoog te gaan met het cliëntsysteem en de verwijzer, op zoek naar gedeelde verantwoordelijkheid en aanknopingspunten. Dit kan slechts mits ontwikkeling van samenwerkingsmodellen over de sectoren heen (jeugdpsychiatrie, drughulpverlening, voorzieningen VAPH…). Mits voorafgaande open dialoog met de verwijzer, engageren de CANO-initiatieven zich om jongeren in begeleiding te nemen die uitstromen uit de GBJ of om een CANO-begeleiding te realiseren net vóór een plaatsing in de GBJ aan de orde is. Hetzelfde geldt voor begeleidingsvragen vanuit geestelijke gezondheidszorg en categoriale hulpverlening. 3. Doelstellingen en daaruit voortvloeiende condities voor een CANO-pad: 3.1 HET MICROVLAK: de jongere en zijn netwerk Doelstelling : De jongere leert -binnen de eigen mogelijkheden en die van de context- optimaal functioneren in eigen leefomgeving, binnen maatschappelijke normen en waarden, met een minimum aan professionele netwerkvervangende hulp. Deeldoelstellingen: De jongere en de leefomgeving krijgen ondersteuning bij herstel van breuken. De jongere is in staat een eigen toekomst op te bouwen. Hij/zij ervaart zelf mee invloed te hebben op wat er met en rond zich gebeurt. De jongere vindt steun van mensen rond zich en investeert zelf in belangrijke relaties . De jongere neemt gepaste ontwikkelingstaken op : * hij/zij bouwt aan wederkerige relaties, zowel in de privésfeer als erbuiten. * hij/zij participeert aan onderwijs en/of zet zich in naar tewerkstelling toe. * hij/zij komt tot constructief gedrag, steunend op eigen competenties. * hij/zij toont bereidheid tot samenwerken met tewerkstellingsdiensten, politie, school… Jongere en relevante betrokkenen vinden voldoende houvast in een stevig netwerk en investeren daar zelf ook in. Volwassenen uit het eigen netwerk nemen opvoedingsverantwoordelijkheid op. De jongere is in staat zijn vraag naar blijvende hulp te formuleren en de overdracht naar de volwassen hulpverlening is er indien nodig.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
6
3.2 HET MESOVLAK: de organisatie van de hulp Doelstelling: Een CANO voorziening past zich continu aan om het realiseren van de doelstellingen op cliëntniveau te faciliteren: - op vlak van de hulpverleningsrelatie - op vlak van organisatorische randvoorwaarden Deeldoelstellingen : CANO-medewerkers zoeken creatief naar bruikbare methodieken en bieden deze aan op maat van de betrokken jongere en zijn netwerk: “wat werkt” bij deze jongere, in zijn/haar situatie. Focus staat op groei en versterking van competenties. CANO-medewerkers vertrekken vanuit een positieve, oplossingsgerichte en vraaggestuurde houding. De focus ligt op zoeken naar oplossingen, niet op zoeken naar verklaringen. Begeleiders hanteren een brede kijk waarin ze uiteenlopende ideeën en belangen kunnen waarde geven (meerzijdige partijdigheid op verschillende niveaus, focus ruimer dan jongere en informeel netwerk, met integratie van maatschappelijke verwachtingen) In alles wat men doet wordt er appel gedaan op de leefomgeving van de jongere. Een CANO-voorziening, daarin gedwongen door haar maatschappijgevoelige jongeren, moet als eerste inspelen op de evolutie in de hulpvraag en de maatschappelijke noden en modellen. Een voortdurende kritische bevraging is noodzakelijk en ondersteunt de dynamiek om de activiteiten actief bij te sturen waar nodig en wenselijk. Onderzoek en pionieren zijn een permanent gegeven. Voorafgaande condities Op vlak van hulpverleningsrelatie In het eigen aanbod van de hulp worden breuken vermeden: vaste medewerkers staan in voor contextbegeleiding en individueel coachen van de jongere. Deze medewerkers volgen jongere en netwerk doorheen het hulpverleningstraject: residentieel verblijf, mobiele begeleiding, verblijf in psychiatrie of gespecialiseerde centra, schoolvervangende programma’s, time-out of verblijf in gesloten voorziening, projecten… De begeleiding verloopt multimodaal: de mobiele begeleiding van de jongere en zijn netwerk staat centraal; naargelang de nood worden bijkomende modules gekoppeld. Hulp wordt principieel geboden in de eigen leefomgeving. Overbelasting van het netwerk of ernstige hiaten in ontwikkelingstaken kunnen leiden tot netwerkvervangend aanbod, steeds met de bedoeling dit weer af te bouwen. Residentieel verblijf, schoolvervangende programma’s edm worden “zo kort als mogelijk” ingezet. De inhoud van dit begrip wordt actief onderhandeld met jongere, netwerk en verwijzer en kan in ruime mate variëren. De organisatie zorgt ervoor dat drempels voor de cliënten laag zijn: * er is een permanente telefonische bereikbaarheid, Hierdoor zijn crisiscoaching, ondersteuning én responsabilisering mogelijk. * er wordt mobiel aan huis gewerkt. * interventies kunnen op zeer korte termijn, in het bijzonder bij risicosituaties. * de frequentie van contacten kan worden opgevoerd tot meerdere interventies per week. Op vlak van de organisatie: De CANO-voorziening organiseert zich flexibel. Ze biedt continuïteit, werkt op maat en vermijdt afbreken van de hulp. * er worden specifieke begeleidingstrajecten uitgewerkt in continue wederzijdse afstemming met jongere en netwerk (geen aanbodgestuurde ‘standaard’ waaraan cliënten zich moeten aanpassen). * in elke CANO-voorziening kan vlot geschakeld worden tussen verblijf in familie, context, residentie… De beslissingslijn tot ‘zappen’ is kort, met evidente verantwoording van de gemaakte keuzes naar verwijzers en verantwoordelijken in de voorziening. * er wordt gewerkt in de ruime regio rond de voorziening zodat de verplaatsingstijd tussen voorziening en netwerk beperkt blijft.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
7
-
-
Een CANO-voorziening creëert aangepaste arbeidsvoorwaarden om mogelijk te maken dat medewerkers worden ingezet op momenten die aansluiten bij de noden van jongere en netwerk. Er is systematische ondersteuning van medewerkers, ook aangepaste vorming en supervisie. Er is een proactief beleid om de veiligheid van cliënten én medewerkers te verhogen. Maatschappelijke grenzen en veiligheid maken dat we een beroep moeten kunnen doen op de Gemeenschapsinstelling als partner voor time-outs. Elke voorziening organiseert minimaal: * mobiele contextbegeleiding. * residentieel verblijf, zowel met een opvang -als een leerfunctie. * dagprogrammatie (in eigen- of samenbeheer), die uitvallende jongeren voorbereidt op- en toe leidt naar heraansluiting bij regulier onderwijs of tewerkstelling * time-outmogelijkheden en projectaanbod (in eigen- of samenbeheer) die een antwoord kunnen geven op crisissen, een rustpauze kunnen betekenen of een overgang kunnen inluiden. Dit aanbod kan worden aangevuld met andere projecten… (zie ook: methodieken) De CANO-voorzieningen stemmen zich af op elkaar en leren uit de opgedane ervaringen. Er wordt op 3 niveaus structureel overleg georganiseerd: * intervisie tussen de uitvoerende begeleiders. * pedagogische cel met pedagogisch leidinggevenden. * beleidsoverleg met de betrokken directies.
3.3 HET MACROVLAK: ruimere verbanden in de maatschappij Doelstelling: de CANO-voorzieningen hanteren een samenlevingsvisie waarbij aan elk individu steeds kansen worden geboden om maximaal te participeren aan de maatschappij. Deeldoelstellingen: De CANO-voorzieningen engageren zich tot algemeen en casusoverleg met de diverse belendende sectoren en neemt indien nodig intitiatief voor de opstart ervan. In het bijzonder gaan ze in dialoog met actoren uit volgende werkvelden in de eigen regio: * onderwijs * tewerkstelling * Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap * geestelijke gezondheidszorg * drughulpverlening * CAW * …. In dit overleg en via samenwerkingsverbanden in en buiten de eigen sector profileert de CANO-voorziening zich als pleitbezorger voor het zoeken naar kansen tot verbeteren van de afstemming van het hulpaanbod aan de noden van cliënten. Ze zoekt voortdurend nieuwe wegen om aansluiting te bevorderen en continuïteit van hulp te waarborgen. Een CANO-voorziening maakt zelf verbinding met de gemeenschap waar ze deel van uitmaakt. De CANO-voorzieningen willen een signaalfunctie opnemen naar de maatschappij, daar waar maatschappelijke structuren bedreigende en ongunstige situaties voor de jongeren en hun omgeving in stand houden. Condities Een gestructureerd overleg met de gemeenschapsvoorzieningen vormt een basisvoorwaarde, gezien een belangrijk deel van de doelgroep.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
8
4. Besluit CANO is een fundamentele visie op hulpverlening. Ze vertrekt van de vraag en het engagement van een jongere en zijn context. Ze wil een antwoord bieden op korte termijn, ingebed in doelstellingen op lange termijn. Deze visie werd ontwikkeld vanuit jarenlange ervaring in het werken met jongeren met de meest uiteenlopende moeilijke problematieken. Steeds werd er gezocht naar aangepaste nieuwe werkvormen: intensieve individuele begeleiding, intensieve contextwerking, projecten van uiteenlopende aard, time-out werking, intensieve samenwerking met scholen, eigen dagprogrammatie… Al deze methodieken worden geïntegreerd in het CANO-model. Het is een visie die essentieel is in de hulpverlening aan alle jongeren, maar die zeker bij de ‘moeilijker te begeleiden’ jongeren een breed en flexibel methodiekenarsenaal biedt om op langere termijn te kunnen blijven werken. Door vanaf de start van de begeleiding duidelijke afspraken te formuleren, vertrekkend van de verwachtingen van jongere en context, wordt geanticipeerd op crisismomenten. De CANO-voorzieningen kiezen ervoor om hun organisatie structureel zo uit te bouwen dat deze integrale intensieve werking op korte en lange termijn maximaal kan worden gerealiseerd. Om snel een geïndividualiseerde aanpak te realiseren is voldoende gespecialiseerde omkadering noodzakelijk. De bereidheid tot opname van en het behoudsengagement ten aanzien van jongeren die elders uitvallen of in gesloten instellingen ’blijven hangen’ is evident. Ook bij het gedwongen beëindigen van de begeleiding blijft er een engagement bestaan dat een bereidheid impliceert tot samen blijven zoeken en bij voorkeur de begeleiding opnieuw op te starten. Een CANO-voorziening investeert sterk in een netwerk van samenwerkingsverbanden om ook op lange termijn haar methodiekenarsenaal te kunnen blijven aanbieden. Een voldoende flexibele reglementering en voldoende middelen, zowel personeel als financieel, zijn onontbeerlijk. Aangezien de organisatiestructuur in functie van de CANO-werking wordt uitgebouwd, is een langetermijnperspectief van essentieel belang, met engagement op alle niveaus, ook van de subsidiërende overheid. Een CANO-werking eist investering op lange termijn. Een langetermijnvisie dient stap voor stap verwezenlijkt te worden. Hiertoe zijn ervaren medewerkers nodig, die mogelijkheden krijgen om zich voldoende te vormen. Een verankering van CANO in de regelgeving kan een mogelijk verloop van medewerkers afremmen en de kwalitatieve ontwikkeling sterk stimuleren. Ook voor de bereidheid (en mogelijkheid) tot investeren in geschikte infrastructuur voor dit divers aanbod biedt een dergelijke verankering de broodnodige zekerheid.
De integrale CANO-visietekst is terug te vinden op de website van vzw Stappen (www.stappenvzw.be) of op de overkoepelende website van de CANO-voorzieningen (www.canovlaanderen.be). Deze visie tekst kent zijn concrete vertaling voor vzw Stappen in het pedagogisch profiel (2.3) en de pedagogische organisatie (2.4).
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
9
2.3 Pedagogisch profiel
2.3.1 Doelgroep De werking van vzw Stappen is gericht op: Meisjes tussen 14 en 18 jaar oud (de begeleiding is op vrijwillige basis verlengbaar tot de leeftijd van 21 jaar), die omwille van een problematische opvoedingssituatie of een als misdrijf omschreven feit, door de Jeugdrechtbank of het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg bij onze dienst aangemeld worden. We werken regiogebonden om een intensieve (context)begeleiding te kunnen waarmaken. Hiervoor hanteren we een 35 kilometer radius waarbinnen de leefomgeving van de jongere zich dient te situeren. Als CANO-voorziening richten wij ons vooral op die jongeren die vastzitten in een negatieve spiraal van breuken met hun steunfiguren. Deze jongeren vinden vaak geen aansluiting meer in het reguliere opleidings- en tewerkstellings-circuit. Zij hebben vaak reeds een lange hulpverleningsgeschiedenis achter de rug met steeds sterker ingrijpende maatregelen tot gevolg (opnames in de Gesloten Gemeenschapsvoorziening nav normoverschrijdend gedrag, opnames in diensten voor Jongerenpsychiatrie...). Deze jongeren verwoorden zelden duidelijke hulpvragen, hebben hun vertrouwen in de hulpverlening verloren, lijken nog weinig gemotiveerd… Wij hanteren geen uitsluitingscriteria. Voor elke begeleidingsvraag gaan wij mee op zoek naar de gepaste hulpverlening. Om continuïteit in de hulpverlening te realiseren, is samenwerking met andere (sectoroverschrijdende) diensten een gegeven en het constant zoeken naar nieuwe werkwijzen een noodzakelijkheid. 2.3.2 Kernfuncties 2.3.2.1 Intensief werken met en in de eigen leefomgeving Wij gaan reeds van bij de intake op zoek naar bestaande netwerken en dit zowel op familiaal / sociaal als professioneel vlak. We exploreren in hoeverre deze netwerken ondersteunend zijn of dit in de toekomst (opnieuw) kunnen worden. Daarnaast wordt gezocht naar nieuwe netwerken en hulpbronnen. Om de kwaliteit van netwerken in kaart te brengen, zoeken we antwoord op de vraag: beschikt de jongere in zijn eigen omgeving over die contacten/hulpbronnen die zij nodig heeft om haar problemen op te lossen? Om de mogelijkheden van eigen netwerken te optimaliseren, wordt zo flexibel mogelijk omgesprongen met de residentie als woonformule (zie verder ons aanbod van de diverse woonformules). We trachten zo veel mogelijk ons hulpaanbod vorm te laten krijgen in de eigen leefomgeving van de jongere. Binnen deze kernfunctie worden vooral methodieken aangewend waarbij gewerkt wordt met verschillende partijen (huisbezoeken, gezinsgesprekken, rondetafelgesprekken, ervaringsopdrachten met en in de context…). familiaal netwerk Ouders worden van bij het begin van de plaatsing vanuit hun ouderrol, hun verantwoordelijkheid benaderd. Er wordt zo weinig mogelijk verantwoordelijkheid van hen overgenomen. Daar waar hun vermogen in de zorg voor hun dochter verzwakt is, gaan we hen ondersteunen, op weg helpen. Ook naar andere familieleden hersteld/verhoogd kan worden.
wordt
geëxploreerd
of
en
hoe
hun
verbondenheid
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
10
Een duidelijke rolverdeling, met expliciete engagementen en verwachtingen, moet voor alle partijen opnieuw duidelijkheid brengen. Op deze manier wordt een gedeelde zorg ontwikkeld, waardoor mensen weer zelf vat kunnen krijgen op hun eigen situatie. Zich opnieuw ‘dochter van’, ‘zus van’, ‘kleinkind van’ ... voelen is een eerste stap om de negatieve spiraal in de identiteitsontwikkeling van de jongere te doorbreken. Hun fundamenteel gevoel van eenzaamheid, afwijzing en uitsluiting, dé basis van verbittering en van wantrouwen naar de omgeving, legt immers onmiskenbaar een hypotheek op hun toekomstperspectief. sociaal netwerk Netwerken rond school / werk / vrije tijd worden opgezet en geoptimaliseerd. We trachten hierdoor integratie te bevorderen en nieuwe uitsluitingen te voorkomen. Deze jongeren hebben vaak al heel wat faalervaringen achter de rug, waardoor ze geen aansluiting meer vinden in het reguliere school- / werk- / vrijetijdscircuit. Het vergt van de begeleiding heel wat creativiteit en intensief / aanklampend / ondersteunend appèl op zowel de jongeren als op de betrokken diensten, om opnieuw verbinding te maken (én te behouden) met een sociaal netwerk. professioneel netwerk Professionele steunfiguren worden in kaart gebracht en op elkaar afgestemd, zodat - er geen overlappingen of hiaten in het aanbod zitten - het voor de betrokken jongere duidelijk is wie wat doet - de jongeren de hulp krijgen waarnaar ze vragen - er voortdurend oog is voor het opnieuw overbodig maken van het hulpaanbod 2.3.2.2 Werken rond zelfverantwoordelijkheid en zelfstandigheid Elk individueel traject wordt opgebouwd vanuit de eigen mogelijkheden van de jongeren, rekening houdend met hun specifieke beperkingen en hulpvragen. Finaliteit van elke begeleiding is het overbodig maken van ons hulpaanbod, de verantwoordelijkheid over de zorg van de jongere (terug) overdragen aan de eigen leefomgeving en aan de jongere zelf. Hiertoe zal doorheen gans het proces maximaal ruimte gecreëerd worden opdat de jongeren die zelfverantwoordelijkheid kunnen opnemen die ze op dat moment aankunnen. Doorheen het opbouwen van slaagkansen ondersteunen we de jongere om opnieuw vertrouwen te krijgen in eigen kunnen, om opnieuw waardering van de omgeving te mogen ervaren, om weer vat te krijgen op hun eigen situatie en toekomst. We stellen ons hierbij behoorlijk aanklampend op, we wachten niet enkel af tot jongeren duidelijk verwoorde hulpvragen stellen. We engageren ons in dit proces om die structuur (met de nodige bijsturing en normering) te bieden die jongeren nodig hebben om op een veilige manier te kunnen/durven groeien. We voorzien in een permanentiesysteem waardoor alle jongeren 24u/24u iemand van de dienst kunnen bereiken. Het niveau van beschikbaarheid van begeleiding wordt voortdurend afgewogen tegen de eigen mogelijkheden van jongeren. Vanuit deze afweging bekijken we wat ‘maximaal appèl op zichzelf en eigen leefomgeving doen’ voor elke individuele cliëntsituatie inhoudt. Het blijft een moeilijke maar noodzakelijke evenwichtsoefening om die ondersteuning te geven die jongeren nodig hebben en anderzijds voldoende experimenteerruimte te bieden. We voorzien in een ruim aanbod van vorming, oefeningen en experimenteerruimte met het oog op praktische zelfstandigheidstraining (huishoudelijke vaardigheden, kennis omtrent administratie…). Ons gedifferentieerd aanbod aan woonformules biedt heel wat mogelijkheden om deze training op maat van elke jongere aan te bieden. 2.3.2.3 Individuele psychosociale begeleiding en gedragsondersteuning Begeleiders werken vooral vanuit een systeem- en contextueel theoretisch kader, met gedragstherapeutische accenten.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
11
Jongeren worden ondersteund in de zoektocht om meer zicht te krijgen op de eigen situatie. We gaan samen met hen op zoek naar haalbare verklaringen voor pijnlijke gebeurtenissen uit het verleden. We proberen de puzzel van hun eigen (vaak erg verbrokkelde en gebroken) geschiedenis weer samen te leggen. Eigen veerkracht, oplossingsstrategieën, capaciteiten, positieve ervaringen… worden naar de voorgrond gehaald, zodat het zelfwaardegevoel versterkt wordt 6, en ze opnieuw verbinding krijgen met zichzelf. Vanuit deze basis willen we de jongeren ondersteunen weer te geloven in hun toekomst, opnieuw vertrouwen te hebben in het effect dat hun gedrag / hun inspanningen effect kunnen hebben op die toekomst. Voor zuivere therapeutische begeleiding wordt samengewerkt met en/of doorverwezen naar andere diensten. Grensoverschrijdend gedrag wordt consequent genormeerd en bijgestuurd. De jongeren worden geconfronteerd met de gevolgen (zowel positief als negatief) van hun eigen gedrag, dit opdat ze zouden ervaren hoe ze zelf vat kunnen hebben op hun omgeving. Deze linken worden voortdurend doorgetrokken naar de ruimere context: hoe reageert wie op bepaald gedrag, welke winst boekt de jongere door dit gedrag in de verschillende contexten, welk effect hoopt ze te bekomen… Vanuit een systematische zoektocht naar de betekenis van gedrag, proberen we alternatieven aan te reiken zodat jongeren zichzelf toch ‘verstaanbaar’ kunnen maken en erkenning kunnen krijgen van hun omgeving. 2.3.2.4 Tijdsbesteding Er wordt intensief gewerkt rond het zoeken naar / behouden van een gestructureerde dagbesteding. We trachten opnieuw beweging en structuur / ritme te krijgen in de leefsituatie van de jongeren door de spiralen van leegte en perspectiefloosheid te doorbreken. Met een divers aanbod aan activiteiten (intern en in samenwerking met andere diensten) proberen we interesses van jongeren op te wekken, capaciteiten naar voor te halen… toekomstperspectieven op te zetten. Bedoeling blijft de integratie van deze jongeren in netwerken die afgestemd zijn op hun competenties en noden. Waar mogelijk situeert de dagbesteding zich in het reguliere school- of werkmilieu. Vaak is dit (tijdelijk) niet haalbaar. Op dat moment gaan we samen op zoek naar alternatieven buiten het reguliere circuit, van waaruit intensief gewerkt wordt rond attitudes / vaardigheden / beleving. Deze alternatieven moeten de nodige veiligheid en flexibiliteit bieden om nieuwe opdrachten aan te durven en vol te houden. Deze alternatieven buiten het reguliere circuit kunnen zowel intern als extern vorm krijgen. 2.3.2.5 Time out werking Time outs worden georganiseerd als normering, preventief werken, ondersteunend of deblokkerend werken bij een vastgelopen situatie. Fysieke agressie tav groepsgenoten of begeleiders, alsook drugsbezit binnen de voorziening, worden genormeerd met een tijdelijke verwijzing uit de voorziening. Een time out kan zowel intern als extern georganiseerd worden. Een tijdelijke verwijzing betekent op geen enkel moment een opschorting van het traject. Zelfs al verblijft de jongere tijdelijk op een andere plaats, zelfs al moet de jongere om technische redenen tijdelijk worden uitgeschreven: we blijven zorgen voor continuïteit voor - tijdens - na de samenwerking met de andere dienst. 2.3.2.6 Maatschappelijke opdracht Vzw Stappen engageert zich tot algemeen en casusoverleg met de diverse belendende sectoren en neemt indien nodig initiatief voor de opstart ervan. In het bijzonder gaan we in dialoog met actoren uit volgende werkvelden in de eigen regio: onderwijs tewerkstelling Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap geestelijke gezondheidszorg drughulpverlening CAW …. 6
Interne projecten zoals het Poëzieproject illustreren dit . ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
12
In dit overleg en via samenwerkingsverbanden in en buiten de eigen sector profileren wij ons als pleitbezorger voor het zoeken naar kansen tot verbeteren van de afstemming van het hulpaanbod aan de noden van cliënten. We nemen een signaalfunctie op naar de maatschappij, daar waar maatschappelijke structuren bedreigende en ongunstige situaties voor de jongeren en hun omgeving in stand houden. 2.3.3 Inhoudelijke operationalisering van het zorgaanbod 2.3.3.1 Intakeprocedure Deze beoogt het uitzetten van de grote lijnen van het individueel begeleidingstraject: wat zijn hulpvragen, wat zijn eigen mogelijkheden van de jongeren, waar kan ons aanbod aansluiten, welke engagementen kunnen de verschillende partijen aangaan ? Hiertoe worden verschillende gesprekken georganiseerd met alle belangrijke betrokkenen: jongere, ouders, familie, verwijzers, andere hulpverleners,… Open communicatie staat in deze gesprekken centraal : zo veel mogelijk partijen samen laten zoeken, zo weinig mogelijk info-uitwisseling in afwezigheid van de jongeren. We doen sterk appel op de verantwoordelijkheid van alle betrokkenen om actief te participeren. Als categorie 1bis voorziening gaan wij consequent om met de vooropgestelde opnameplicht. 2.3.3.2 Individueel begeleidingstraject voor elke cliënt: continu afstemmen van vraag en aanbod Afstemmen van vraag en aanbod veronderstelt een continue intensieve zoektocht, alsook de aanwezigheid van een gedifferentieerd aanbod van methodieken (zie verder). Door een gedifferentieerd aanbod gaande van een sterk gestructureerde basisleefgroep tot heel individuele trajecten kunnen we verregaand ‘op maat’ werken. Afstemming veronderstelt eveneens duidelijke informatie omtrent de klemtonen in onze werking en de mogelijkheden en beperkingen van ons aanbod. Het pedagogisch concept draagt hiertoe bij. De doelstellingen, strategieën en engagementen uit het handelingsplan worden driemaandelijks geëvalueerd en bijgestuurd. Tussen de opgelegde zesmaandelijkse evolutieverslagen wordt telkens één tussentijds overleg georganiseerd. Indien uit dit tussentijds overleg bijsturingen vooropgesteld worden, wordt hiervan een verslag opgesteld en besproken met alle betrokkenen. Alle verslagen zijn open documenten: de jongeren en directe betrokkenen worden sterk geappelleerd om de inhoud mee vorm te geven, om eigen verwachtingen te formuleren, alsook om het verslag mee te tekenen voor akkoord. 2.3.3.3 Diversiteit van methodieken Elk individueel begeleidingstraject vergt een unieke zoektocht naar die methodieken die best aansluiten bij het cliëntsysteem. Er worden zowel ervaringsgerichte als cognitieve methodieken aangewend, zowel verbale als non-verbale. Er wordt zowel gewerkt met individuen, groepjes en contexten… Vanuit ons CANO-concept wordt sterk geïnvesteerd in verbindende, deblokkerende en herstelgerichte methodieken. Onze zoektocht naar nieuwe methodieken zal nooit af zijn… Wij blijven vooral zoeken naar methodieken die implementeerbaar zijn in de dagdagelijkse leefwereld van onze jongeren. 2.3.3.4 Integrale begeleiding Elke begeleiding wordt opgezet als een totaaltraject rond de individuele cliëntsituatie. De contextbegeleider integreert alle facetten en coacht het volledige traject (van intake tot nazorg), ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
13
ongeacht de woonformule (basisleefgroep, kamertraining, contextbegeleiding…). Dit behelst regelmatige individuele begeleidingsmomenten met de jongere (gesprekken, activiteiten), begeleidingsmomenten met ouders en andere familieleden, contacten met scholen / werk / vrije tijd, overleg met en verslaggeving naar plaatsende instantie, contacten met externe hulpverleningsdiensten… Elk individueel traject wordt uitgezet en opgevolgd door een team (trio) bestaande uit de contextbegeleider uit het ambulante team, de volgbegeleider uit het residentiële team en de interne supervisor. Dit team kan aangevuld worden met externe supervisors en begeleider(s) van organisatie(s) die mee betrokken zijn in de begeleiding. (zie 2.4. pedagogische organisatie) 2.3.3.5 Samenwerkingsverbanden Elke integrale begeleiding kan contextbegeleiding, dagprogrammatie, residentieel verblijf, individuele begeleiding en time out omhelzen. Om deze functies te ondersteunen en uit te bouwen, doen we beroep op samenwerkingverbanden. Sommige zijn structureel uitgebouwd (bv samenwerkingsverbanden met GBJ De Zande, de groepspraktijk van huisartsen, outreaching PC Sleidinge, zorgboerderij de Bekwame Boon, de Kruiskenshoeve, OLV Bethanië, De Werf, …). Andere samenwerkingsverbanden worden ingezet binnen één specifiek begeleidingstraject (bv. de samenwerking met bepaalde diensten voor vrijetijdsbesteding, gespecialiseerde therapeuten, ambulante diensten in de categorale hulpverlening, time out plaatsen, gastgezinnen…). Dit aanbod is snel en flexibel inzetbaar. 2.3.3.6 Inzet van de residentie De jongeren verblijven zo veel mogelijk in hun eigen context. Residentieel verblijf wordt niet standaard ingezet en wordt altijd gecombineerd met netwerkontwikkelende of -ondersteunende interventies. In elk individueel begeleidingstraject kan, in overleg met en op maat van het cliëntsysteem, soepel gepuzzeld worden met zowel ambulante als residentiële elementen. Residentiële opvang wordt door onze dienst aangeboden vanuit de volgende functies: Creëren van een tijdelijke contextvervangende verblijfplaats Creëren van terugvalmogelijkheid voor die jongeren die wel in hun eigen netwerk verblijven maar waar de draagkracht van de context op momenten onvoldoende is. Creëren van een systeem dat de residentie voor jongeren permanent bereikbaar maakt. Creëren van oefenruimte om vaardigheden te trainen, waardoor samenleven (in groep met leeftijdsgenoten, maar ook in de eigen context) meer haalbaar wordt. Creëren van dag- en nachtritme, van een leeftijdsadequaat en genormaliseerd leefritme, van een maatschappelijke spiegel. 2.3.3.7 Woonformules De keuze welke woonformules worden ingezet, alsook de volgorde waarin ze ingezet worden, wordt volledig bepaald door de individuele cliëntsituatie. We beschikken over meer plaatsen over het geheel van onze verschillende begeleidingsformules dan onze erkenning vereist. Dit is noodzakelijk om de nodige continuïteit, flexibiliteit en maatwerk te kunnen garanderen. Onafhankelijk van de verblijfsformule wordt voor elke jongere een contextbegeleider, volgbegeleider en supervisor toegewezen. Binnen elk van deze woonformules stelt de contextbegeleider, in overleg met de jongere, zijn steunfiguren, de volgbegeleider, supervisor en verwijzende instantie, een begeleidingsprogramma op. Eigen steunfiguren worden maximaal betrokken bij de begeleiding. Ouders worden zo veel mogelijk aangesproken vanuit hun ouderlijke verbondenheid en verantwoordelijkheid. ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
14
Doorheen elke verblijfsvorm is en blijft de psychosociale begeleiding van de jongere en haar context een wezenlijk onderdeel van de hulpverlening. Deze wordt opgenomen door de vaste contextbegeleider. De volgbegeleider ondersteunt de jongere in het organiseren van het dagdagelijkse leven binnen de verschillende verblijfsformules en is een belangrijk aanspreekpunt. Regelmatig is er overleg tussen contextbegeleider en volgbegeleider. Een permanentiesysteem garandeert continue bereikbaarheid van de voorziening, ongeacht de verblijfsformule waarin de jongere verblijft. Begeleiding in de eigen leefomgeving (thuis, bij familie…) capaciteit: onbeperkt binnen de totale capaciteit van 21 doelgroep: Die jongeren voor wie het eigen netwerk voldoende draagkracht heeft om, mits intensieve ondersteuning, te voorzien in (al of niet tijdelijke, al of niet volledige) opvang van de jongere. begeleidingsaanbod: De begeleiding wordt integraal opgenomen door één vaste context begeleider. De volgbegeleider volgt het hulpverleningstraject mee op en informeert zijn team bij belangrijke evoluties. Een begeleider van de basisleefgroep staat in voor continue bereikbaarheid. Er wordt vooral verbindend en draagkrachtversterkend gewerkt: er is veel aandacht voor dagstructuur, voor het stimuleren van eigen competenties en vaardigheden, voor het activeren van steunfiguren… Basisleefgroep capaciteit: De basisleefgroep biedt leefruimte aan maximum 5 jongeren. doelgroep: De meeste nieuwe jongeren worden in basisleefgroep onthaald. De basisleefgroep is er voor de jongeren die nood hebben aan permanente aanwezigheid/ondersteuning van een begeleider en aan een duidelijke structuur. infrastructuur: Deze voorziet in 5 individuele slaapkamers en een gemeenschappelijke leefruimte, polyvalente ruimte, keuken en sanitaire ruimte. aanwezigheid van begeleiding: Er is continu minstens één begeleider in de basisleefgroep aanwezig. Elke jongere heeft daarnaast ook regelmatige individuele begeleidingsmomenten met zijn contextbegeleider. De volgbegeleider ondersteunt de jongere in het organiseren van zijn dagdagelijkse leven. aanbod: De basisleefgroep heeft een context-aanvullende functie en kan zelfs tijdelijk een ontbrekende context ondervangen. (cfr 4.2.6 inzet van de residentie) In de eerste plaats wordt er een rustig, warm, huiselijk en veilig klimaat aangeboden in de basisleefgroep. Er is veel aandacht voor structuur binnen het groepsgebeuren. Naast het gewone dagelijkse groepsleven gaan er regelmatig georganiseerde groepsmomenten en activiteiten door. Bedoeling van deze momenten is om sfeer te creëren, sociale vaardigheden in te oefenen en interesses/capaciteiten te prikkelen. Een dagbesteding in (al of niet regulier) school- of werkmilieu is verplicht. Dit kan ook via een intern vormingsprogramma gerealiseerd worden. De basisleefgroep is een duidelijk gestructureerde begeleidingsformule die gelimiteerd is in tijd. De bedoeling is om binnen een kleine basisleefgroep, via een duidelijk gestructureerd aanbod met een beperkte en gecontroleerde vrijheid, de instroom naar een geïndividualiseerd langdurig traject te faciliteren. Het is voor zowel de jongere als haar context een voorbereiding op een doorstroming naar een andere verblijfsformule (zie verder) of eigen context.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
15
Basisstudio’s capaciteit: De basisstudio’s bieden plaats aan maximum 5 jongeren doelgroep: De basisstudio’s zijn er voor die jongeren die een gestructureerde dagbesteding aankunnen en reeds een beperkte vorm van zelfstandigheid hebben. Een beperkt groepsaanbod is aanwezig en is flexibel inzetbaar. De eerste stappen naar zelfstandigheid, zowel op praktisch als psychosociaal vlak, worden geoefend en voorbereid. Doorschuiven naar kamertraining of BZW kan een optie zijn maar hoeft niet. Van hieruit kan ook gewerkt worden naar een herintegratie in de context. Om op een basisstudio te kunnen starten wordt een huurwaarborg gevraagd. Deze waarborg vormt de basis voor de latere waarborg voor kamertraining of BZW. infrastructuur: De studio’s en bijhorende gemeenschappelijke leefruimte bevinden zich in het hoofdgebouw, duidelijk gescheiden van de basisleefgroep. De studio’s beschikken allen over een kitchenette. Daarnaast is er een gemeenschappelijke living, kitchenette, badkamer en WC. aanwezigheid van begeleiding: Er is voor elke jongere een context begeleider, waarmee regelmatig individuele begeleidingsmomenten doorgaan. De volgbegeleider ondersteunt de jongere in het organiseren van zijn dagdagelijkse leven. Dagelijks zijn er korte begeleidingsmomenten door een begeleider van de basisleefgroep. Ook bij crisissen kan beroep gedaan worden op een begeleider van de basisleefgroep. Daarnaast kunnen er (wekelijkse) groepsgesprekken ingezet worden waarbinnen het (samen)leven georganiseerd en geëvalueerd wordt, dit naargelang de vraag en de samenstelling van de groep. aanbod: Op de basisstudio’s worden de jongeren ondersteund om zelf afspraken te maken om hun samenleven te organiseren, zelf een planning te maken, zelf initiatieven te nemen rond b.v. opdrachten uit het zelfstandigheidsprogramma. De begeleiding ondersteunt de jongeren bij het maken van afspraken en het opstellen van een planning, evalueert deze regelmatig en stuurt eventueel bij. De begeleiding biedt gericht activiteiten aan om interesses van de jongere op te wekken met het oog op een eigen tijdsbesteding, om slaagkansen te creëren… Er wordt blijvend gewerkt rond het continueren van een dagbesteding in (al of niet regulier) schoolof werkmilieu. Er wordt een zelfstandigheidsprogramma uitgewerkt. Dit wordt vooral op een ervaringsgerichte manier aangepakt en sluit nauw aan bij het dagelijkse leven. Kamertraining capaciteit: Er zijn 7 individuele studio’s. doelgroep: Kamertraining is bedoeld voor jongeren die zich willen voorbereiden op zelfstandig wonen. Een terugkeer naar het eigen gezin blijft evenwel altijd mogelijk. Zowel nieuwe jongeren als jongeren die eerder in een andere formule van ons aanbod verbleven, kunnen voor kamertraining in aanmerking komen. Kamertrainers worden maximaal geappelleerd op hun eigen verantwoordelijkheid. Om op kamertraining te kunnen starten wordt een huurwaarborg gevraagd. Deze waarborg vormt de basis voor de latere waarborg op BZW. infrastructuur: De individuele studio’s bevinden zich in het kamertrainingshuis. Dit is een apart huis op hetzelfde terrein als de basisleefgroep en basisstudio’s. De studio’s voorzien in een individuele leef-, kook- en slaapruimte. Er is een gemeenschappelijke sanitaire ruimte voor 4 studio’s. 3 studio’s beschikken over eigen sanitaire voorzieningen. aanbod: In de eerste plaats willen we de concrete zelfredzaamheid van de jongere vergroten. Dit gebeurt via vormingspakketten en ervaringsleren. De jongere probeert zo veel mogelijk alles zelf te doen (koken, wassen, huishouden, geld beheren…) maar kan rekenen op ondersteuning van de ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
16
begeleiding en de eigen steunfiguren. Binnen de werkvorm kamertraining is er veel individuele experimenteerruimte om zelf verantwoordelijkheid op te nemen. We gaan samen op zoek naar een haalbare dagbesteding in (al of niet regulier) school- of werkmilieu. De jongere wordt ondersteund om zijn vrije tijd zelfstandig in te vullen. aanwezigheid van begeleiding: De begeleidingsmomenten worden hoofdzakelijk door de contextbegeleider ingevuld. De volgbegeleider ondersteunt de jongere in het organiseren van zijn dagdagelijkse leven. Dagelijks is er een plannings- en een opvolgmoment door de begeleider van de basisleefgroep. Bij crisissen kan beroep gedaan worden op de begeleider van de basisleefgroep. Polyvalente studio capaciteit: Er is 1 individuele studio beschikbaar. doelgroep: Deze studio kan zowel gebruikt worden voor nieuwe jongeren als voor jongeren die eerder in een andere formule van ons aanbod verbleven. Er worden geen standaard voorwaarden gehanteerd om in de polyvalente studio te kunnen starten. Het kan gaan om jongeren die wachtende zijn op een plaatsje in onze kamertraining, om BZW'ers die tijdelijk extra ondersteuning nodig hebben, om een tijdelijke uitwijzing uit een andere woonformule, om een overgangsvorm tussen kamertraining en BZW, … infrastructuur: De studio bevindt zich in een apart huis op het terrein van de voorziening. Deze studio heeft een eigen ingang en bestaat uit een leefruimte (kook-, leef- en slaaphoek), een douche en een toilet. aanwezigheid van begeleiding: De begeleidingsmomenten worden hoofdzakelijk door de contextbegeleider ingevuld. De volgbegeleider ondersteunt de jongere in het organiseren van zijn dagdagelijkse leven. Dagelijks is er een plannings- en een opvolgmoment door de begeleider van de basisleefgroep. Bij crisissen kan beroep gedaan worden op de begeleider van de basisleefgroep. aanbod: Er zijn geen standaardafspraken. Alles kan volledig op maat van de jongere ingevuld worden. De infrastructuur van deze studio biedt de mogelijkheid voor intensieve zelfstandigheidstraining. Begeleid Zelfstandig Wonen capaciteit: We hebben een erkenning voor 5 BZW’ers. doelgroep: Begeleid zelfstandig wonen is bedoeld voor die jongeren die alleen willen gaan wonen in de Gentse regio. Zowel nieuwe jongeren als jongeren die doorgroeien vanuit één van de andere woonformules, kunnen voor een BZW begeleiding in aanmerking komen. infrastructuur: Deze jongeren betrekken een woning in de regio. aanwezigheid van begeleiding: De begeleiding wordt volledig opgenomen door een vaste context begeleider. Er zal gezocht worden welke andere steunfiguren geappelleerd kunnen worden: ouders, familie, vrienden, maar ook professionelen zoals OCMW, de school, het JAC, de VDAB… De volgbegeleider volgt het hulpverleningstraject mee op en informeert zijn team bij belangrijke evoluties. In crisissituaties is de begeleider van de basisleefgroep 24u/24u telefonisch bereikbaar. aanbod: - alle praktische items die rechtstreeks te maken hebben met de voorbereiding op en het realiseren van het alleen wonen - dagbesteding - ontwikkelen en ondersteunen van eigen netwerken, met vooral aandacht voor de nieuwe positie die de jongere inneemt als ‘alleen wonende jongvolwassene’ - persoonlijke vragen en aandachtspunten m.b.t. gedrag, beleving van de jongere ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
17
Oefenstudio’s capaciteit en infrastructuur: In samenwerking met de stadsontwikkelingsdienst, kunnen wij tijdelijk gebruik maken van leegstaande huizen / studio’s in de stad. aanwezigheid van begeleiding: De begeleiding wordt volledig opgenomen door een vaste contextbegeleider. Er zal gezocht worden welke andere steunfiguren geappelleerd kunnen worden: ouders, familie, vrienden, maar ook professionelen zoals OCMW, de school, het JAC, de VDAB… De volgbegeleider volgt het hulpverleningstraject mee op en informeert zijn team bij belangrijke evoluties. In crisissituaties is de begeleider van de basisleefgroep 24u/24u telefonisch bereikbaar. doelgroep: Die jongeren voor wie de reguliere woningmarkt geen / onvoldoende aanbod heeft. De flexibiliteit naar huurprijs en huurtermijn, kan extra kansen bieden om te sparen voor een behoorlijke studio op de reguliere woonmarkt. aanbod: Het aanbod is hetzelfde als bij BZW. Het feit dat vzw Stappen de rol van huisbaas op zich neemt, biedt extra kansen naar experimenteerruimte voor de jongeren.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
18
2.4 Pedagogische organisatie Bij de opstart van elke jongere wordt een supervisor, contextbegeleider uit het ambulante team en volgbegeleider uit het residentiële team toegewezen. Dit trio staat samen met de consulent in voor het begeleidingstraject van de jongere. Elke begeleiding krijgt vorm vanuit het overleg met de driehoek van het cliëntsysteem, de verwijzende instantie en het supervisiesysteem. De pedagogische organisatie wordt vertaald via het supervisiesysteem. Dit vat het gehele systeem van ondersteuning voor de begeleider.
2.4.1 Het supervisiesysteem Is een geheel van ondersteuning door de supervisor voor de begeleider met als doel:
Het maximaliseren van de slaagkansen en het continueren en bewaken van het begeleidingstraject van de cliënt (trajectgerichte coaching). Dit wordt gerealiseerd via trio, overleg, teamintervisie, lezen en feedback geven in het begeleidingsdocument, lezen en bijsturen van verslagen en andere correspondentie.
Het groeien van de begeleider in de visie van de voorziening en in het professioneel handelen (medewerkersgerichte coaching). Dit wordt gerealiseerd via werkoverleg, functioneringsgesprek, beoordelingsronde.
2.4.2 Methodieken binnen trajectgerichte coaching Trio: Er wordt een trio georganiseerd voor elk officieel verslag. In dit trio komen context begeleider, volgbegeleider en supervisor samen. Hierin worden de grote begeleidingslijnen uitgestippeld aan de hand van een evaluatie van het vorige verslag. (Bij het handelingsplan gebeurt dit op basis van hulpverleningsvoorstel en –programma). Elk verslag wordt door de contextbegeleider besproken met het cliëntsysteem en de consulent Daarnaast wordt er tussen de verschillende officiële verslagen een tussentijds trio georganiseerd. Hiervan wordt een korte fax verstuurd naar de consulent indien er wijzigingen in het traject voorgesteld worden. Een trio kan steeds samengeroepen worden door een van de partijen als deze het zinvol vindt. (volgbegeleider naar aanleiding van een crisis, grote verandering in het vooropgestelde traject, …) Overlegmomenten Een overlegmoment betreffende een hulpverleningstraject, kan op elk moment doorgaan en dit op vraag van supervisor, contextbegeleider of volgbegeleider. Een overlegmoment gebeurt in regel met twee van de drie betrokken partijen. (versus trio) Meestal gebeurt dit overleg naar aanleiding van praktische regelingen, afspraken, … Er wordt indien nodig een schriftelijke neerslag gemaakt en de consulent geïnformeerd. Lezen en feedback geven in het begeleidingsdocument door supervisor De supervisor leest wekelijks het begeleidingsdocument om mee te zijn met het verloop van het begeleidingstraject. Hij maakt aanvullingen om het begeleidingstraject bij te sturen en de begeleider te ondersteunen. Lezen en bijsturen van faxen, verslagen, … ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
19
De supervisor leest alle uitgaande correspondentie na en maakt, in overleg, indien nodig aanpassingen. Team intervisie Op elk team wordt de ruimte gemaakt om rond een begeleidingstraject stil te staan. Dit gebeurt op vraag van de begeleider of op voorstel van de teamverantwoordelijke. Centraal staat het bespreken van een (onderdeel van een) traject van een jongere met oog op het aanreiken van handvaten van waaruit de begeleider zijn pedagogisch handelen kan sturen. 2.4.3 Methodieken binnen medewerkersgerichte coaching Werkoverleg Er wordt 6 wekelijks een werkoverleg gepland door de rechtstreeks verantwoordelijke met elke medewerker. Permanentie systeem Binnen het residentiële team is er elke week een begeleider van permanentie. Deze begeleider kan opgeroepen worden indien een medewerker ziek is of ondersteuning nodig heeft. Telefonische permanentie De coördinator is telefonisch permanent bereikbaar voor organisatorische aspecten. De twee teamverantwoordelijken en de pedagogisch verantwoordelijke wisselen wekelijks de pedagogische telefonische permanentie. De begeleider van dienst kan 24/24 telefonisch contact opnemen met de telefonische permanentie. Functioneringsgesprek Er wordt gemiddeld om het anderhalf jaar een functioneringsgesprek georganiseerd voor elke medewerker met de coördinator. Beoordelingsronde Elke medewerker krijgt gemiddeld jaarlijks een beoordelingsronde. Tevredenheidsmeting Om de 2 jaar wordt een tevredenheidsmeting georganiseerd voor alle medewerkers. Hieruit worden eventuele actiepunten ter verbetering opgesteld. Vergadering residentieel team en ambulant team Zowel het residentiële als het ambulante team hebben wekelijks een teamvergadering, waarin de trajecten van de jongeren besproken worden. Algemeen Team Elke eerste dinsdag van de maand is er algemeen team. In dit team met alle medewerkers komen inhoudelijke en organisatorische thema’s aan bod en wordt vorming gegeven.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
20
3 Doelstellingen 3.1 Doelstellingen op langere termijn Met betrekking tot directe hulpverlening naar cliënten
Verder uitdiepen en concretiseren van de CANO 7-methodiek.
Alert zijn voor de valkuilen van een sterk geïndividualiseerde werkwijze. Anderzijds blijven investeren in de relatie en de verbondenheid die wij als hulpverleners met individuele cliënten aangaan.
Evenwicht zoeken tussen: o
Onze opvoedende rol: normeren van grensoverschrijdend gedrag / cliënten voorbereiden op maatschappelijke verwachtingen en realiteiten
o
Onze begeleidingsrol: vraaggericht werken met de cliënt als verantwoordelijke partner
Dit gebeurt steeds in continu overleg tussen de driehoek van cliëntsysteem – verwijzende instantie voorziening Met betrekking tot de organisatorische omkadering Binnen onze interne en externe organisatorische omkadering gaan wij steeds op zoek naar strategieën die kaderen binnen onze visie en missie (cfr. visie en missie). De doelstellingen binnen de organisatorische omkadering dienen steeds ten dienste te staan van de directe hulpverlening van de cliënten. Intern: (pedagogische visie, infrastructuur, personeel, financieel,…) De constante vertaling van het CANO-gedachtegoed binnen de pedagogische visie en missie Afstemmen van de infrastructuur op de noden van de doelgroep binnen de pedagogische visie (aangepaste verblijfsformules vanuit een dynamisch pedagogisch concept) Inzet van personele middelen conform de visie en missie Het uitbouwen van de zorg voor de medewerkers Het bewaken van de balans tussen het streven naar vernieuwende initiatieven en het creëren van stabiliteit in de integrale werking. Het zoeken naar fondsenwerving als noodzakelijke aanvulling Extern: (beleid, beeldvorming, samenwerkingsverbanden, …) Afstemmen en kenbaar maken van visie en missie naar samenwerkende partners (verwijzende instanties, samenwerkingsverbanden, …) Het uitbouwen van het CANO-gedachtegoed binnen de verschillende samenwerkingsverbanden (GROB, Bijkomende Erkenning, …) Bovenstaande doelstellingen vinden hun vertaling in de jaarlijkse doelstellingen. We evalueren het voorbije jaar en stellen de doelstellingen op voor het komende jaar.
7
CANO staat voor Centrum voor Actieve Netwerkontwikkeling en Omgevingsondersteuning ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
21
3.2 Evaluatie van de doelstellingen van 2011 Met betrekking tot directe hulpverlening naar de cliënten Deze CANO visie waarvan onze werking doordrongen is, is een constant vernieuwen en verdiepen. In dit proces komen volgende items naar voor: Binnen de residentiële werking is de scheiding van de verblijfsformules een feit. Dit verhoogt de nood aan duidelijke afspraken rond veranderingen van verblijfsformules en wie hier het mandaat in draagt. Binnen de afzonderlijke verblijfsformules moet de pedagogische aanpak bewaakt en uitgebouwd blijven en dit in afstemming met de andere verblijfsformules. Evaluatie: In 2011 is er met de nieuwbouw van kamertraining tevens een nieuwe procedure ontwikkeld. In deze procedure staan 2 uitgangspunten centraal: de link met de andere verblijfsformules en de verantwoordelijkheid van de jongere. Dit maakt het aanbod van verblijfsformules (basisgroep – basisstudio – kamertraining) tot een continuüm. De verblijfsformule basisstudio zoals deze in 2010 geïnstalleerd is, is in 2011 geactualiseerd. In de formules basisgroep en basisstudio’s in een nieuwe methodiek geïnstalleerd: de proactieve cirkels. Deze groepsgesprekstechniek stimuleert communicatie en eigen verantwoordelijkheid. Tevens zorgt dit ervoor dat er een verbondenheid is tussen de deze verblijfsformules. Voor het residentiële team dient als lerend team aan de slag gegaan worden rond thema’s als drugs, pesten, crisissen, herstel en contextgericht werken. Binnen de teamvergaderingen wordt rond deze thema’s aan de slag gegaan met externe ondersteuning. Evaluatie: Er is via Informant een vormingsdag voor het voltallige team geweest rond pesten in de leefgroep. Dit heeft onder meer geresulteerd in de introductie van de pro actieve cirkels. Vanuit een samenwerking met CGG Eclips is er ongeveer tweemaandelijks casusgebonden supervisie. Het werken met een externe supervisor biedt een verruimende blik en handvaten om impasses in het begeleidingswerk te doorbreken. Het residentiële team is via het Keep It Clean project betrokken in de ontwikkeling van een interactief spel gericht samenwerken in groep, omgaan met groepsdruk. In 2012 zal het spel getest worden door zowel begeleiding als jongeren. De teamverantwoordelijke is via een project van Steunpunt Jeugdhulp aan de slag rond het opstellen van een Hergo op maat van een residentiële voorziening. Voor het ambulante team staat het intensiever toepassen van de CANO-gedachte centraal. Om dit te realiseren moet er gezocht worden naar concreet vertaalbare methodieken. ABFT (Attachment Based Family Therapy) lijkt hiervoor een sterke basis te zijn en wordt geëxploreerd als groepsvorming. Evaluatie: In 2011 heeft het voltallige team kennis gemaakt met ABFT. Het blijkt echter moeilijk integreerbaar in de werking aangezien de invalshoek heel sterk therapeutisch is. De taak van het ambulante team is eerder pretherapeutisch gericht. Bepaalde aspecten zijn inzetbaar maar het volledige concept is niet bruikbaar als houvast in het vormgeven van begeleidingen. Naast de kennismaking met ABFT, heeft het voltallige team een 2-daagse opleiding gevolgd rond herstelgericht werken. Onze pedagogische organisatie, in caso onze triowerking, is een sterke peiler. Om deze peiler sterk te houden, is nood aan uitklaring van de mandaten van de verschillende functies binnen een trio (volgbegeleider-contextbegeleider-supervisor) een noodzaak. De verhouding van dit trio met de verdere uitbouw van de projectwerking en de samenwerkingsverbanden, dient hier ook plaats in te krijgen (cfr doelstellingen met betrekking tot de organisatorische omkadering). Evaluatie: ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
22
Via het coördinatieteam is een grote oefening gemaakt rond de inzet van uren tussen de verschillende teams. Een belangrijke conclusie is dat binnen de huidige organisatie het onmogelijk is voor een volgbegeleider om veel taken buiten het uurrooster op te nemen. In die zin zijn de mandaten en verantwoordelijkheden aangepast. Als nieuw team is de projectwerking het derde pedagogische team geworden binnen vzw Stappen. Om de drie team beter op elkaar af te stemmen zijn een aantal communicatielijnen en mandaten vastgelegd. Met betrekking tot de organisatorische omkadering
Decreet Rechtspositie Minderjarigen (DRPM) verankeren. Deze doelstelling is gerealiseerd in 2010 maar moet nog de nodige verdieping hebben. Alle bepalingen hebben hun plaats binnen ons kwaliteitszorgsysteem. We willen in 2011 dit systeem trachten te vereenvoudigen. Evaluatie: In 2011 zijn we begonnen met de uitbouw van een allesomvattend veiligheidsbeleid. De vereenvoudiging van kwaliteitszorg is hier een onderdeel van. Aangezien dit binnen het veiligheidsbeleid geen prioriteit is en mede omwille van personeelswissels, is hier niet verder aan gewerkt.
Het structureel aangaan van samenwerkingsverbanden met belendende sectoren. Als CANO organisatie engageren we ons om aan de slag te gaan met moeilijk bereikbare jongeren en hun leefomgeving (cfr CANO-visietekst). Aangezien deze jongeren veelal zich niet laten vatten door de afbakeningen van de hulpverlening, is grensoverschrijdende samenwerking centraal. Op dit ogenblik doen we dit heel sterk casusgebonden maar is dit structureel nog te weinig verankerd. Dit kan zich uiten in het op structurele basis wisselen van expertise op beleids-, organisatorisch-, team- en medewerkersvlak. De link tussen de knelpuntdossiers en CANO-werking lijkt in dit kader een vruchtbare combinatie. Een streven voor 2011. Evaluatie: Er zijn een aantal sterke aanzetten rond casus- en sectorverschrijdende samenwerkingen gerealiseerd. Binnen de jeugdpsychiatrie krijgt de samenwerking met Yidam en De Branding meer en meer vorm. Er is een structurele samenwerking opgebouwd met een jeugdpsychiater die tijd en middelen inzet om outreachend ondersteuning te bieden aan zowel begeleiding, ouders als jongeren. Daarnaast biedt het therapeutisch overleg om in complexe dossiers met meerdere hulpverleners uit verschillende sectoren rond de tafel te gaan zitten en zo samen een gepast hulpaanbod te creëren. Via het project van CGG Eclips is er zowel binnen ons residentieel team als ambulant team op regelmatige basis supervisie. VZW Stappen zoekt samen met de Grob-partners naar samenwerking met Navigent: een sectoroverschrijdend samenwerkingsverband op organisatorisch vlak. Dankzij het Keep It Clean project van het GROB, is er ook structurele samenwerking op het vlak van drughulpverlening (CAT en De Sleutel) wat zich uit in vormingen, uitwisseling, cliëntgebonden samenwerking. In 2011 is ook de samenwerking tussen de Cano voorzieningen in een stroomversnelling gekomen: Mede de protocollering heeft de samenwerking geïntensifieerd. We zoeken enerzijds hoe we elkaar kunnen ondersteunen in concrete begeleidingsvragen en anderzijds hoe we ons nog meer als een eenheid kunnen manifesteren.
Het uitbouwen van zorg voor de medewerkers Bij een intense opdracht hoort de nodige ondersteuning en zorg voor zijn medewerkers. In 2010 kende dit zijn aanzet maar 2011 zal deze aanzet hard moeten maken: het uitwerken van een veiligheidsbeleid in zijn ruimste betekenis met onder meer het ontwikkelen van een ethische code moet hier onderdeel van zijn. Maar ook materiële en financiële zorg, verwachtingen rond flexibiliteit en verantwoordelijkheid maken hier deel van uit.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
23
Evaluatie: Er zijn in 2011 tal van onderdelen van het veiligheidsbeleid onder handen genomen. Eerst en vooral is er een overkoepelend kader gecreëerd waarin de verschillende aspecten van een veiligheidsbeleid geïntegreerd zijn. Volgende zaken zijn hierin reeds uitgewerkt: afspraken rond flexibiliteit en bereikbaarheid voor het ambulante team, vernieuwing van het arbeidsreglement, aanpassingen in het uurrooster van het residentieel team, zoeken naar een realistisch voltijds takenpakket binnen het ambulante team, … Er staan nog veel op te nemen thema’s op de agenda die door personeelswissels niet aan bod gekomen zijn en verder aangepakt dienen te worden.
De projectwerking uitbouwen in functie van de noden van de doelgroep in verbondenheid met de algemene werking. De projectwerking is in volle expansie op het vlak van alternatieve dagbesteding. In 2011 willen we in eigen beheer alternatieve dagbesteding organiseren, dit naast de huidige werking rond zowel alternatieve dagbesteding, time out werking als instaptochten. Dit organiseren op structureel en organisatorisch vlak is een doelstelling voor 2011. Concretere info vindt u verder in dit jaarverslag. Evaluatie: De uitbouw van de projectwerking is in 2011 in sneltreinvaart gegaan. Ons alternatief dagbestedingsproject Buiten Beeld is in volle werking, er zijn meer uren in de projectwerking geïnvesteerd met inbegrip van eigen middelen. We kunnen nu zeggen dat er 3 volwaardige pedagogische teams zijn: de projectwerking , het ambulante en residentiële team. Er is dan ook werk gemaakt via een communicatieschema om deze drie teams op elkaar af te stemmen.
De vrijwilligerswerking uitbouwen Het werken met vrijwilligers neemt een steeds belangrijkere plaats in. Zeker met het uitbouwen van de projectwerking, maar ook bij de infrastructurele werken vormen zij een belangrijke schakel. Ook vanuit de CANO visie met hierin zijn maatschappelijke taak, neemt de vrijwilligerswerking een belangrijke plaats in. Het uitwerken van een werving van en een ondersteuning voor vrijwilligers is een belangrijke opdracht. Evaluatie: Met de start van Buiten beeld is dit een belangrijke pijler geworden. Via website en flyers is actief gezocht naar vrijwilligers en dit begint vruchten af te werpen. De inzet van deze vrijwilligers is op dit moment nog vrij beperkt doordat de infrastructurele werken in Buiten Beeld nog niet ver genoeg gevorderd zijn om dit maximaal in te zetten.
Fondsenwerving professionaliseren De ruime opdracht die elke CANO-werking nastreeft, kan niet functioneren zonder bijkomende (financiële) ondersteuning. Met ondersteuning van de Raad van bestuur wordt gezocht op welke wijze dit professioneler georganiseerd kan worden. Evaluatie: In de loop van 2011 is er een prioriteitenlijst van projecten opgemaakt met een overzicht van de nodige bijkomende financiering. Daarnaast werd een inventaris samengesteld van alle organisaties waar we reeds mee samenwerken en mogelijke nieuwe organisaties. Verder hebben we onze communicatie met sponsors geanalyseerd en verbeterpunten opgelijst. Externen werden uitgenodigd om dit proces met ons te doorlopen. Dit zal ongetwijfeld nog verder gezet worden in 2012.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
24
3.3 Doelstellingen voor 2012 Vanuit de doelstellingen op lange termijn en de doelstellingen van 2011, worden de doelstellingen voor 2012 opgesteld. Elke doelstelling kent zijn vertaling naar zowel de cliënt, de medewerkers als de organisatie. Met betrekking tot directe hulverlening naar de cliënten Het residentiële team is in 2011 gestart met een nieuwe methodiek: de pro actieve cirkels. De eerste ervaringen zijn heel positief. In 2012 ligt de focus op verankering van deze methodiek. Daarnaast wordt gezocht naar nieuwe methodieken om het residentieel werken inhoudelijk nog sterker te maken. Hiervoor worden bij de collega Cano voorzieningen werkbezoeken georganiseerd om kennis te maken met hun residentiële werking. Ook het werken aan overgangen naar andere woonformules, het zelfstandigheidsprogramma actualiseren, de plaats van kamertraining in de totaliteit van de werking evalueren zijn aandachtspunten voor 2012. Het ambulante team heeft voor 2012 een grote uitdaging namelijk het laagdrempelig ondernemen samen met de context exploreren. Daarnaast is de laatste jaren sterk geïnvesteerd in groepsvormingen om op deze wijze een kapstok te maken van waaruit het pedagogisch handelen gestuurd kan worden. Dit jaar ligt de focus op het werken met duplo poppen. Deze methodiek biedt voor een contextgericht team tal van mogelijkheden en kan naast een methodiek op zich ook een kader bieden van waaruit elke begeleiding vorm kan krijgen. Projectteam: 2011 was een groot groeijaar voor het projectteam. 2012 zal dan ook in die zin een vervolg zijn: Buiten Beeld zowel infrastructureel als pedagogisch verder uitbouwen, de handen samen slaan in het organiseren van alternatieve dagbesteding met (nieuwe) samenwerkingspartners (Grob, Cano, De Heide, …), en het projectteam inbedden in het continuüm van residentieel en ambulant team. Ook zoeken we hoe de instaptochten een hervertaling kunnen krijgen door een gedeelde gedragenheid vanuit de verschillende teams. Met betrekking tot de organisatorische omkadering intern Het werken met een projectteam maakt veel mogelijk: alternatieve dagbesteding in vele vormen, het doorbreken van begeleidingsimpasses via (interne) time outs, … Het biedt vele kansen in extra ondersteuning en continuering van trajecten. We zijn er van overtuigd dat sector- en voorzieningsoverstijgende samenwerkingen een meerwaarde zijn hierin. Uitwisseling van expertise, kennis, middelen, maar ook samen projecten realiseren, biedt naast een effectievere inzet van tijd, ook een ruimer aanbod. We trachten partners hierin te zoeken en samenwerkingen uit te bouwen. In 2012 gaan we na een jaar proefdraaien aan de slag met 2 nieuwe zaken. Eerst en vooral is het registratiesysteem BINC. We trachten dit registratiesysteem zo in te bedden dat we er ook concreet voordeel uit halen: welke kansen biedt BINC in functie van het jaarverslag, in functie van het opstellen van handelingsplannen en evolutieverslagen, in functie van concreet begeleidingsinstrument? Daarnaast starten we tevens een intern nieuwe registratiesysteem op: Het Journaal. Dit computerprogramma is ontwikkeld vanuit het Grob en is een ruim registratiesysteem voor alle cliëntgerelateerde acties. De meerwaarde is het gebruikersgemak en de cijfers die hieruit gegenereerd kunnen worden. Het integrale veiligheidsbeleid zoals opgestart in 2011 wordt verder gezet in 2012. Extra aandacht zal hierin opgenomen worden voor kwaliteitszorg met inbegrip van een zelfevaluatiesysteem. Extern Op 01/01/13 starten alle Cano-voorzieningen, net als alle MFC’s en proeftuinen met de dynamisering van het residentieel aanbod zoals voorgesteld in de nota van jongerenwelzijn. Voor de overige residentiële voorzieningen zal dit opstarten op 01/01/2014. Concreet wil dit zeggen dat van het huidig aanbod overgestapt moet worden naar een modulair erkend en gesubsidieerd aanbod. Dit zal de grote oefening worden voor 2012 waarin volgende punten tevens vervat zitten: Balans tussen residentieel en ambulant aanbod (BZW en in context begeleidingen) Afstemming met de andere Cano voorzieningen om tot een gelijkaardige modulering te komen Afstemming met het GROB om tot een volledig dekkend modulair aanbod te komen Flexibiliteit van de werking behouden
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
25
4 Begeleidingen: een overzicht van januari tot en met december 2011
4.1 Inleiding Dit jaar zijn er cijfers bijgevoegd die een beeld geven over de verhouding ambulant-residentieel werk en een uitgebreid overzicht van de projectwerking. We besteden ruimschoots aandacht aan de betekenis en de gevolgen van deze cijfers in dit jaarverslag.
4.2 Opnames en afrondingen
gewone opname
opnames binnen bijkomende erkenning
Kortdurende crisis-opname
heropname
afronding
januari
1
-
1
-
1 crisis
februari
-
1
-
-
1
maart
-
-
-
-
2
april
1
2
-
1
-
mei
-
-
-
-
1
juni
-
1*
-
-
-
juli
-
1
-
-
1
augustus
-
1*
-
-
-
september
-
1
-
-
-
oktober
-
-
-
-
1
november
-
-
-
-
1
december
-
-
-
-
-
totaal
4
7
1
1
8
*: Opname binnen de bijkomende erkenning vanuit de bijkomende criteria (geen plaatsing GBJ voorafgaand). De heropname betrof een jongere waarbij de heropname binnen de bijkomende erkenning is gebeurd. Voor meer duiding bij de opnames binnen de bijkomende erkenning verwijzen we naar de bijhorende cijfers.
Bezettingsgraad in % januari
86,79
februari
89,97
maart
93,89
april
91,40
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
26
mei
94,16
juni
88,25
juli
87,71
augustus
94,78
september
99,37
oktober
99,23
november
88,57
december
86,48
totaal
91,72
4.3 Plaatsende instantie
plaatsende instantie
jongeren opgenomen in 2011
CBJ Gent
1
JRB Gent
8
CBJ Aalst
-
CBJ Sint-Niklaas
-
CBJ Dendermonde
-
JRB Dendermonde
2
JRB Oudenaarde
-
CBJ Antwerpen
-
JRB Antwerpen
-
CBJ Oostende
-
JRB Oostende
-
CBJ Kortrijk
-
JRB Kortrijk
-
CBJ Brussel
-
JRB Brussel
-
JRB Halle-Vilvoorde
-
JRB Hasselt
-
totaal
11
opmerking: jongeren die in de loop van of voor 2011 meerderjarig zijn geworden en verlengde hulpverlening aangevraagd hebben bij het CBJ, worden geregistreerd bij het CBJ, ook als ze voorheen een dossier bij de JRB hadden. De meeste opnames zijn gerealiseerd vanuit de JRB Gent. Deze opnames zijn veelal het resultaat van de Bijkomende Erkenning.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
27
Crisissen: plaatsende instantie
crisisopname
CBJ Gent
1
JRB Gent
-
CBJ Aalst
-
CBJ Sint-Niklaas
-
CBJ Dendermonde
-
JRB Dendermonde
-
JRB Oudenaarde
-
CBJ Antwerpen
-
JRB Antwerpen
-
CBJ Oostende
-
JRB Oostende
-
CBJ Kortrijk
-
JRB Kortrijk
-
CBJ Brussel
-
JRB Brussel
-
JRB Halle-Vilvoorde
-
JRB Hasselt
-
De Zande
-
andere voorzieningen
-
school
-
totaal
1
Er zijn in vergelijking met 2010 veel minder crisisopnames gerealiseerd. Er waren voor 2011 in totaal 15 crisisaanvragen. Dit is het eerste jaar dat we zo weinig hebben kunnen ingaan op crisisaanvragen. De aanvragen kwamen zowel van plaatsende instanties als van andere organisaties waar we mee samenwerken. Verschillende crisisaanvragen zijn niet doorgegaan doordat de aanvrager zelf de vraag introk (4). Op de overige aanvragen konden we niet op ingaan omwille van: De huidige samenstelling van de leefgroep De hoge bezettingsgraad De draagkracht van het team Verbouwingswerken Sluiting omwille van een kamp in de zomer Crisisopnames zijn telkens voor een maximumtermijn van 14 dagen. Dit kan gaan om jongeren die een periode moeten overbruggen tussen verschillende hulpverleningsvormen of jongeren uit een andere voorziening die een vorm van een time out binnen vzw Stappen hebben. Op het moment dat wij een vrije plaats hebben doordat er bijvoorbeeld tussen het opstarten van een begeleiding en het afronden van een begeleiding wat ruimte is, of omdat een jongere tijdelijk uitgeschreven is, gaan we in op crisisaanvragen. Dit gebeurt steeds via een beschikking.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
28
4.4 Niet opgenomen jongeren In 2009 is vanaf oktober de Centrale Wachtlijst voor Oost-Vlaanderen opgestart. Voordien werd er gebruik gemaakt van een eigen wachtlijst, waarop verwijzers jongeren konden aanmelden. Met de komst van de Centrale Wachtlijst kunnen wij vanaf heden niet meer zelf registreren welke jongeren niet in onze voorziening opgenomen worden en hebben wij geen zicht op het aantal aanmeldingen voor vzw Stappen. Een aantal aanmeldingen hebben niet geleid tot een opname: Één vraag binnen de bijkomende erkenning is ingetrokken door de consulent. Een vraag is niet opgestart omwille van de afstand (context dient zich binnen een straal van 35 kilometer rond de voorziening te situeren) Één vraag is niet opgestart binnen een complex dossier zonder consulent is na bijna 2 maand voorbereiding de opname niet doorgegaan. Aangezien ons huidig BZW aanbod ontoereikend is voor onze interne doorschuivingen, is in overleg met CWl en de regioverantwoordelijke de wachtlijst voor BZW stopgezet in 2011.
4.5 Leeftijd bij opname opnames
crisis
heropname
totaal
14 jaar
-
-
-
-
15 jaar
3
-
-
3
16 jaar
3
1
17 jaar
1
18 jaar
-
totaal
7
4 1
2
-
-
-
1
1
9
4.6 Duur van het verblijf
afgerond in 2011 minder dan 1 maand
1
1-6 maand
-
6-12 maand
2
12-18 maand
3
18-24 maand
2
meer dan 2 jaar
-
totaal
8
De gemiddelde verblijfsduur is een cijfer van weinig betekenis in onze voorziening, omdat zowel extreem korte als uitzonderlijk lange opnames een vertekend beeld geven. Zo zitten zowel crisisopnames van max 14 dagen als langdurige begeleidingen (veelal jongeren die residentieel doorgroeien naar BZW) vervat in deze cijfers.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
29
4.7 Leefsituatie na de opname Reguliere opnames
leefsituatie na opname psychiatrie (incl UZ Gent)
-
GIBJ De zande
1
thuis
3
andere voorziening BZJ
-
OOOC/ OBC
1
weglopende
-
MPI
-
alleen of samenwonend
3
andere: vrienden
1
Er is een (positieve) evolutie merkbaar in vergelijking met de cijfers van vorig jaar. Dit jaar wordt de leefsituatie na opname vooral ingevuld door ofwel een terugkeer naar gezin van herkomst, ofwel alleenof samenwonend. Vorig jaar betrof het merendeel een opname in een andere residentiële setting of afronding na een lange fugue. De jongere die na het verblijf in Stappen naar een OOOC is gegaan, betrof de crisisopname. Dit was ook de doelstelling van de crisisopname.
4.8 Projectwerking lternatieve dagbesteding 1. Inleiding In ons streven naar een persoonlijk, vraaggericht aanbod op maat botsen we dikwijls op hiaten in het aanbod. We weten dat onze jongeren nood hebben aan een zinvolle dagbesteding, dat ledigheid en verveling de kiem zijn tot ontsporing. Veel jongeren komen toe met een achterstand, totale afkeer voor het onderwijs, schoolmoe of gewoon einde verhaal. Dan is het onze opdracht om met deze jongeren alternatieve wegen op te zoeken en de verschillende mogelijkheden uit te putten zodat deze jongeren succeservaringen kunnen opdoen, het gewone ritme weer gewoon kunnen worden, gewoon zinvol bezig zijn in de hoop dat de zinvolheid hen weer verder op weg kan helpen. Daarom proberen we in onze werking een zo ruim mogelijk samenwerkingsverband te realiseren met organisaties die mee zoeken naar een aanbod op maat en die bereid zijn om met onze jongeren de niet altijd geplaveide weg te volgen. Hen in een geborgen, veilig en ondersteunend kader leerkansen bieden waardoor zij ervaringen kunnen opdoen en deze dieper kunnen doorleven, en hen eventueel de kans te geven ze te transformeren en bruikbaar te maken in andere situaties. De activiteit op zich is geen doel op zich, het is een middel, de innerlijke beleving die een bepaald resultaat met zich meebrengt is waardevol. We weten ook dat deze jongeren gekneld zitten tussen willen en kunnen, geloven en beloven. Deze jongeren hebben bijna allemaal striemen op hun ziel, verwrongen persoonlijkheden, geknelde ontwikkelingen en sterke , eigen ontwikkelde overlevingsstrategieën. Ook, en vooral, deze jongeren hebben nood aan een houvast, goede ervaringen, succesverhalen, maar vooral aan veel geduld en geloof om steeds weer nieuwe kansen te geven, om de deur op een kier te houden. Dit is niet gemakkelijk, heel dikwijls ondankbaar, maar het is onze opdracht om telkens weer creatief om te gaan met het gestelde probleem en daar een zinvol aanbod voor uit te werken. Zodat er geen onherstelbare breuken ontstaan in het zorgzaam opgebouwde traject, maar toch signalen worden meegegeven; een waarschuwingknipperlicht, een rustsignaal, een stopteken, maar evenzo een teken van herstel, een signaal van hoop en bereidheid om verder te gaan.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
30
Zalven en slaan, geven en nemen, maar we proberen op die manier onze jongeren bij hun traject en hun toekomst te houden in de hoop dat deze jongeren ooit de kans grijpt om te groeien in eigen verantwoordelijkheid en zelfbesef. De projectwerking, zoals uitgebouwd binnen Stappen, met zijn verschillende tentakels en methodieken is erop gericht om bepaalde tekortkomingen in denken, zijn en voelen te doorbreken en ons jongeren terug in beweging te krijgen. De ervaring leerde ons dat er voor een heel specifieke doelgroep, sterk vastgelopen jongeren zelfs een nog ruimer, ander aanbod nodig zijn. Met een heel eigen benadering en met een heel specifieke methodiek. Vanuit deze noodzaak is ons project in Vinderhoute gegroeid, geschoeid op de institutionele pedagogie. 2. Alternatieve dagbesteding
Maand
Vraag naar alternatieve dagbesteding
Alternatieve dagbesteding in eigen beheer
Alternatieve dagbesteding met externe partners
totaal
aantal meisjes
aantal meisjes
aantal dagen
aantal meisjes
aantal dagen
januari
21 dagen
4
4
18
1
3
februari
21 dagen
3
3
14
2
7
maart
25 dagen
4
4
15
2
10
april
12 dagen
4
4
8
1
4
mei
50 dagen
6
6
24
3
26
juni
42 dagen
7
6
22
3
20
juli
/
/
/
/
/
/
augustus
/
/
/
/
/
/
september
4 dagen
3
3
2
1
2
oktober
36 dagen
9
9
31
2
5
november
40 dagen
6
6
29
2
11
december
31 dagen
7
6
17
4
24
282
53
51
180
21
112
totaal
Hoe deze tabel lezen? Bvb maand mei: er was in totaal vraag naar 50 dagen alternatieve dagbesteding voor een totaal van 6 meisjes. 3 van de 6 meisjes hebben zowel een intern als een extern aanbod gehad. Bij een extern aanbod doen wij de aanmelding, het overleg, het vervoer, nabespreking en opvolging. De begeleiding op de locatie gebeurt door één van de externe partners. De maanden mei en juni zijn traditioneel de maanden met de meeste aanvragen aangezien de schooluitval dan het hoogst is. Tijdens de schoolvakanties wordt geen aanbod van alternatieve dagbesteding gedaan.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
31
3. Time-Out
maand
Vraag naar time-out, aantal meisjes
Time-out in eigen beheer
Time-out met externe partners
aantal meisjes
aantal dagen
aantal meisjes
aantal dagen
januari
6
5
16
1
12
februari
3
2
10
2
5
maart
2
1
6
1
14
april
/
/
/
/
/
mei
4
2
14
2
12
juni
2
2
14
/
/
juli
/
/
/
/
/
augustus
2
1
3
1
3
september
3
2
8
1
14
oktober
4
4
17
1
6
november
3
2
6
1
17
december
2
2
9
2
8
31
23
103
12
91
totaal
Een time out kan op vraag van de begeleiding en op vraag van de jongere Een time out kan een normerende, een escalatievermijdende, een rustbiedende functie hebben. Een interne time out wordt volledig gedragen door VZW Stappen (het projectteam in samenwerking met de context- en volgbegeleider. Een externe time out (zonder uitschrijving) wordt georganiseerd door een samenwerkingspartner waarbij het projectteam instaat voor de voorbereiding, de contacten tijdens de time out en de afronding. In deze kolom zijn de externe time out met uitschrijving niet vervat. Dit betreffen de time outs in gemeenschapsinstellingen of jeugdpsychiatrie: gemeenschapsinstelling
5
(jeugd)psychiatrie
3
Ook hier blijven we tijdens de time out contacten houden met de jongere en zijn context om de heropname voor te bereiden. Meestal duren de time outs met uitschrijvingen 14 dagen.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
32
4. Vorming aantal gegeven vormingen
aantal meisjes die één of andere vorming gekregen hebben (in groep of individueel)
januari
5
4
februari
6
4
maart
5
5
april
2
3
mei
6
3
juni
4
/
juli
/
/
augustus
/
4
september
6
5
oktober
7
5
november
8
5
december
6
3
55
41
maand
totaal
De vorming die aangeboden wordt beslaat 2 luiken: enerzijds is er de algemene vorming gericht op het verstevigen van de algemene ontwikkeling en zelfredzaamheid en anderzijds de agogische vorming gericht op het ondersteunen van de schoolse vaardigheden. Deze vormingssessies worden op dinsdagavond georganiseerd als verplichte activiteit voor de basisgroep. Daarnaast worden ook vormingssessies op maat aangeboden: solliciteren, verzekeringen, budgetteren, kooksessies ter voorbereiding van alleen gaan wonen, … 5. Kampen Er zijn in 2011 4 kampen van elk 3 dagen gerealiseerd. Deze ervaringsgerichte kampen zijn een aanvullend aanbod naast de verblijven of vakanties met context of extern georganiseerde kampen. 6. Buiten-Beeld De vaststelling dat het realiseren van alternatieve dagbesteding die er snel en onverwacht moet zijn voor onze jongeren, geen evidentie is, leidde in 2011 tot de start van Buiten-Beeld, een initiatief van VZW Stappen. Na een intense voorbereiding waarbij het aanbod enkel intern was, is op 13/10/11 de werking opengesteld voor externe aanvragen. Omwille van haalbaarheid op het vlak van personeelsinzet en vrijwilligers, is er enkel een aanbod op donderdag en vrijdag tijdens de schooldagen. Het extern aanbod is opengesteld naar partners binnen en buiten de Bijzondere Jeugdzorg. Buiten-Beeld wil opnieuw betekenis en beweging bieden aan deze jongeren die (dreigen) af te haken in het onderwijs. Door het werken met ateliers, gegeven door gepassioneerde vrijwilligers, worden prikkels aangeboden aan deze jongeren om zo in zichzelf tot groei te komen. Een uitgebreide toelichting rond de werking en filosofie is terug te vinden op www.buiten-beeld.be.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
33
begeleidingsmomenten, uitgedrukt in dagen
maand
aanwezige jongeren Interne aanvragen
Externe aanvragen
februari
2
2 meisjes
maart
2
1 meisje
april
2 1
1 meisje 3 meisjes
mei
2 1
2 meisjes 1 meisje
juni
2 1
1 meisje 2 meisjes
1 4 1
1 meisje 2 meisjes 2 meisjes
1 jongen
november
2 2 1
2 meisjes 2 meisjes 1 meisje
1 jongen, 1 meisje 1 jongen, 1 meisje
december
4 4
2 meisjes 1 meisje
1 jongen, 1 meisje 1 jongen, 1 meisje
juli augustus september oktober
4.9 Fugues
aantal fugues
aantal dagen
aantal jongeren
46
88
14
Zo goed als elke jongere die residentieel begeleid werd is afgelopen jaar minimaal 1x in fugue gegaan. Dit zijn bijna dubbel zoveel fugues als vorig jaar. Elke fugue wordt gemeld aan de betrokken context en de verwijzende instantie. Elke fugue wordt ook geseind bij de politie. Als de jongere langer dan 10 dagen wegblijft of veelvuldig wegloopt, is dit voor ons een signaal om samen met de verwijzende instantie en betrokken context in overleg te gaan. Binnen dit overleg nemen we een aantal zaken mee: de veiligheid van de jongere tijdens deze fugues, de nood aan een meer beveiligde omgeving, de bereidheid van de jongere om stil te staan bij en te werken rond de betekenis van de fugue(s). Bij fugues die langer dan 10 dagen duren of veelvuldige fugues, wordt in overleg met de verwijzende instantie bekeken of het zinvol is om een begeleiding te continueren. Na overleg met de verwijzende instantie is afgesproken dat indien een fugue langer dan 3 weken duurt, dit mits overleg met de verwijzende instantie, leidt tot een stopzetten van de beschikking. ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
34
Na elke fugue van een jongere trachten we met de jongere stil te staan bij de betekenis van het weglopen. Afhankelijk van het traject van de jongere worden hier verschillende acties aan gekoppeld: denkoefeningen, gesprekken, time-outs, … Centraal hierbij staat het zoeken naar betekenis van de fugue en het voorkomen van een volgende. We zien weglopen dan ook eerder als een signaal van de jongere dat hij/zij het even niet meer weet of ziet zitten en dit op deze wijze duidelijk wil maken aan de mensen rondom hem/haar. We beschouwen het weglopen in de eerste plaats als een uiting van een aantal (emotionele) problemen. We zoeken dan ook naar de dieper liggende betekenis van het wegloopgedrag. Een waardevol initiatief hierrond is het Rung project. Het Rung project biedt veilige en herstelgerichte hulp aan jongeren die weglopen (overwegen) en hun omgeving. Het wil de risico’s bij het weglopen voor zijn en wil helpen zoeken naar de betekenis en de boodschap van het wegloopgedrag. Het biedt telefonisch onthaal, tijdelijk onderdak, ondersteuning en bemiddeling. Voor meer info rond het Rung project: www.rungproject.be
4.10 Nazorg Gedurende het afgelopen jaar werden ook alle nazorg acties geregistreerd. Voor deze nazorg acties zijn er normaal gezien geen vaststaande begeleidingsuren voorzien. Wanneer een nazorgvraag intensief blijkt, kunnen hiervoor extra tijd en middelen worden vrijgemaakt. De te ondernemen acties voor een nazorg vraag variëren van telefoons, individuele gesprekken, huisbezoeken, mails…. Onder nazorg vallen ook vaak de afrondingsgesprekken en/of de opvolggesprekken (deze laatste worden gepland ongeveer 2 maanden na afrondingsdatum). De afrondingsgesprekken vinden soms noodgedwongen plaats binnen nazorg. De jongere is dan reeds uitgeschreven in Stappen, maar de afrondingsprocedure is nog niet helemaal afgewerkt. De begeleiders zijn daardoor genoodzaakt sommige zaken nog te regelen buiten hun begeleidingstijd omdat ze dan meestal ook al bezig zijn met de opstart van een andere jongere. De nazorgvragen kunnen ondergebracht worden in onderstaande categorieën: hulpvraag
aantal vragen
psychosociale ondersteuning
20
financiële problemen
9
administratieve problemen
12
huurproblemen
1
verhuis
1
afrondingsgesprek
1
opvolgingsgesprek
13
totaal
57
Totaal begeleidingstijd
33
Totaal aantal kilometers Aantal jongeren
541 9
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
35
Bij 2 van de 9 jongeren werd er opvallend veel nazorg geboden, het ging vaak om meerdere contacten per maand, met diverse vragen of problemen. Van deze 9 jongeren waren er 4 jongeren al in 2010 of zelfs vroeger afgerond.
4.11 Bijkomende erkenning (BE)
Algemeen Het project GKRB (gestructureerde kortdurende residentiële begeleiding) is gereguraliseerd en kreeg de nieuwe benaming “Bijkomende Erkenning” (BE). De hoofddoelstelling blijft om de uitstroom vanuit de gemeenschapsinstellingen (GBJ) te verzekeren. Indien er geen kandidaten zijn vanuit de gemeenschapsinstellingen, kan deze plaats binnen de BE ingevuld worden via de CWL door jongeren die niet uit de gemeenschapsinstelling komen (aanvullende criteria). Vzw Stappen dient op jaarbasis 7.5 begeleidingen binnen de bijkomende erkenning op te starten. cijfers jan
feb
maa
apr
mei
juni
juli
aug
sept
okt
nov
dec
Vanuit GBJ 6
-
1
-
2
1
-
1
-
1
-
-
-
Aanvullende criteria 2
-
-
-
-
-
1
-
1
-
-
-
-
4.12 Verhouding residentieel - ambulant 1. Inleiding Op structurele basis worden we geconfronteerd met overtallen op ons erkend aantal BZW plaatsen. Daarnaast realiseren we ook elk jaar enkele begeleidingen die (overwegend) in de context plaats vinden. Dit maakt dat ambulante begeleidingen een groot deel vormen van ons residentieel begeleidingsaanbod. Dit is mogelijks één van de gevolgen van onze CANO-visie: we geloven in de krachten van de context en engageren ons om daar waar nodig een langdurige en aanklampende begeleidingsrelatie aan te gaan. We beschouwen de residentie als één van onze begeleidingsinstrumenten. Voor de verwijzer is dit een complex gegeven. Om hierrond tot afstemming te komen hebben er in 20102011 verschillende overleggen plaats gevonden met ondermeer de sociale dienst van de Jeugdrechtbank, de regioverantwoordelijke en het hoofd van het voorzieningenbeleid van Vlaanderen. Voor 2012 is hier verder overleg rond gepland. Onderstaande cijfers geven duiding bij deze verhouding.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
36
2. Cijfers
2011
Aantal bgl op 1e dag vd maand
Bezetting In %
residentieel
Ambulant BZW
Ambulant Context
Ambulant Elders
Ambulant totaal in %
januari
19
86.79%
12 63.16%
4 21.05%
3 15.79%
36.84%
februari
19
89.97%
11 57.89%
5 26.32%
3 15.79%
42.11%
maart
18
93.89%
9 50%
6 33.33%
2 11.11%
1 5.55%
50%
april
17
91.40%
6 35.29%
6 35.29%
3 17.65%
2 11.77%
64.71%
mei
20
94.16%
9 45%
6 30%
3 15%
2 10%
55%
juni
19
88.25%
9 47.37%
5 26.32%
4 21.05%
1 5.26%
52.63%
juli
19
87.71%
5 26.32%
6 31.58%
6 31.58%
2 10.53%
73.68%
augustus
19
94.78%
7 36.84
6 31.58%
5 26.32%
1 5.26%
63.16%
september
20
99.37%
9 45%
6 30%
4 20%
1 5%
55%
oktober
21
99.23%
7 33.33%
8 38.09%
5 23.81%
1 4.76%
66.66%
november
19
88.57%
6 31.58%
8 42.11%
4 21.05%
1 5.26%
68.42%
december
19
86.48%
6 31.58%
7 36.84%
4 21.05%
2 10.53%
68.42%
19.17
91.72%
8 41.73%
6.08 31.72%
3.83 19.98%
1.17 6.10%
58.05%
gem
* Aantal bgl op 1ste dag van de maand: dit gaat enkel over de lopende begeleidingen op de 1ste dag van de maand. Begeleidingen die opstarten in de loop van de maand zijn hier niet in opgenomen, wel in de volgende maand. * Bezetting in %: is de totale bezettingsgraad op einde van de maand. Dit % wordt gedrukt door tijdelijke uitschrijvingen (TO in GI of in sommige situaties in psychiatrie) * residentieel: Aantal jongeren die overwegend residentieel verbleven (dus incl weekends in context of enkele dagen per maand in context) * ambulant BZW: Jongeren die effectief BZW doen volgens beschikking. Ook hier wordt een residentiële back up aangeboden ingeval van crisis, tijdelijke dakloosheid, … * ambulant context: Jongeren die (overwegend) in context verblijven met residentiële terugval * Ambulant elders: Jongeren die (overwegend) elders verblijven (drughulpverlening, jeugdpsychiatrie) waarbij de begeleiding verder blijven opnemen. ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
37
3. Conclusie Deze cijfers bieden voor ons een uitdaging om de verdere uitbouw van de werking met de verschillende begeleidingsformules vorm te geven.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
38
5 Organisatorische aspecten 5.1 Interne overlegstructuren 5.1.1 Coördinatieteam Het coördinatieteam is opgesplitst in een kern coördinatieteam en een groot coördinatieteam. Het kern coördinatieteam bestaat uit de coördinator, de pedagogisch verantwoordelijke en de twee teamverantwoordelijken. Zij komen ongeveer 3-wekelijks samen en zorgen voor coherentie in de totale werking. Op deze overlegvergadering worden beleidskeuzes gemaakt en strategieën ontwikkeld. Het groot coördinatieteam bestaat uit het kerncoördinatieteam, de projectverantwoordelijke en de kwaliteitszorgverantwoordelijke. Zij komen ongeveer 2-maandelijks samen waarin enerzijds beleidskeuzes afgestemd worden en anderzijds de projectwerking en de kwaliteitszorg opgevolgd wordt. 5.1.2 Residentieel begeleidingsteam Vanuit het dagdagelijks samen – leven, actief zorgen voor een omgeving-op-maat voor de individuele cliënten.
Dagdagelijks zorgen voor alle cliënten op het residentiële terrein Dagdagelijks organiseren van het leven op het residentiële terrein Begeleiden van het groepsdynamisch aspect van het leven op het residentieel terrein Aanbieden van een maatschappelijk aanvaard waarden- en normenkader Uitvoeren van de begeleidingsengagementen uit het handelingsplan Geven van (groeps- of individuele) vorming Uitvoeren van het individueel zelfstandigheidsprogramma Permanentie
5.1.3 Ambulant begeleidingsteam
Coachen van de integrale individuele begeleidingstrajecten Mee uitbouwen van methodieken binnen deze functie.
5.1.4 Projectteam Opdrachten in het kader van ondersteunen en versterken van trajecten van jongeren Time out, alternatieve dagbesteding, vorming, dagprogrammatie, kampen organiseren op maat vanuit het kader van het ervaringsleren 5.1.5 Trio contextbegeleider / volgbegeleider / supervisor Per jongere wordt een contextbegeleider aangesteld vanuit het ambulant team. Elk traject wordt opgevolgd door een volgbegeleider van het residentieel team. Hij volgt het traject actief en kritisch op en zorgt voor een optimale communicatie van en naar het residentiële team. De volgbegeleider staat in voor de concrete vertaling van de begeleidingslijnen naar het dagdagelijkse leven. Bij ziekte of verlof van de contextbegeleider, zorgt een collega uit het ambulante team (telkens dezelfde binnen één traject) voor de uitvoering van dringende zaken.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
39
Elk begeleidingstraject wordt gesuperviseerd door een vaste supervisor (pedagogisch verantwoordelijke of teamverantwoordelijke ambulant team). In de loop van het traject kan (tijdelijk) met externe specialisten samengewerkt worden nav specifieke probleemgebieden. Het trio contextbegeleider /volgbegeleider / interne supervisor blijft gedurende het ganse traject hetzelfde en staat garant voor continuïteit vanaf de intake tot aan de afronding.
5.1.6 Administratief team
uitvoeren van opdrachten in het kader van personeelsdossiers uitvoeren van opdrachten in het kader van de administratieve dossiers van de jongeren Instaan voor het goed functioneren van de computerinfrastructuur en andere technologische aspecten van communicatie uitvoeren van opdrachten in het kader van de beeldvorming van de organisatie beheer van kantoorbenodigdheden opdrachten in het kader van het financieel beleid van de organisatie uitvoering van opdrachten in het kader van informatieclassificatie uitvoering van opdrachten in het kader van verzekeringsdossiers
5.1.7 Logistiek team
opdrachten in het kader van het onderhoud en herstellen van gebouwen, van toestellen en installaties en met betrekking tot veiligheid en hygiëne uitvoering van opdrachten in het kader van de verblijfsfunctie (eten, slapen, wonen) uitvoering van concrete opdrachten in het kader van bepaalde aspecten van de zelfstandigheidstraining van de jongeren
5.2 Externe overlegstructuren 5.2.1 vzw Jongerenbegeleiding Vzw Stappen is lid van de overkoepelende organisatie vzw Jongerenbegeleiding. Jongerenbegeleiding wil door middel van het organiseren van overleggroepen, het geven van vorming en informatie, de kwaliteit van het geleverde werk in de sector verhogen. Binnen jongerenbegeleiding participeren we in volgende werkgroepen: Werkgroep overleg verantwoordelijken Doel: Ondersteuning, informatie-uitwisseling en bevraging rond actuele thema’s, knelpunten in de sector of in de eigen voorziening. Frequentie: 6-wekelijks Maureen Pollentier neemt als eindverantwoordelijke van Stappen deel aan dit overleg. (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslaggeving van deze vergaderingen) Werkgroep pedagogisch verantwoordelijken residenties Doel: Uitwisselen van ervaringen, uitdiepen van inhoudelijke thema’s. Frequentie: zeswekelijks Maarten Floré neemt als pedagogisch verantwoordelijke van Stappen deel. (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslaggeving van deze vergaderingen) Werkgroep begeleiders residenties Doel: Uitwisselen van ervaringen, uitdiepen van inhoudelijke thema’s. Frequentie: tweemaandelijks Jan Borremans/Evelien Bernaerts nemen als begeleider van het residentieel team van Stappen deel. (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslaggeving van deze vergaderingen)
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
40
Provinciale Werkgroep Bijzondere Jeugdbijstand Doel: versteviging van de sector Bijzondere Jeugdbijstand op provinciaal niveau en platform voor vernieuwing Maureen Pollentier vertegenwoordigt vzw Jongerenbegeleiding in deze werkgroep. (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslaggeving van deze vergaderingen) Stent project Stent is het vervolg op het Bijpass-project van Prof. Deboutte (vanuit het onderzoekscentrum Capri) in samenwerking met Cera Foundation. BIJPASS staat voor: Bijzondere Jeugdbijstand en Psychiatrie Alternatieven voor Screening en Samenwerking. Capri staat voor het onderzoekscentrum van vier psychiatrische centra uit de provincie Antwerpen. Uit Bijpass is ondertussen gebleken dat er nood is aan samenwerking tussen de sector Bijzondere Jeugdbijstand en Jeugdpsychiatrie, zowel op cliëntniveau als op niveau van hulpverleners. Binnen de provinciale feedbackgroepen (opgestart vanuit het BIJPASS project) werd de betrokkenheid van andere sectoren als noodzakelijk ervaren. Ook de verwijzende instantie zat daar mee rond de tafel. Uit een audit onderzoek van CERA bleek een gebrek aan culturele verankering tussen beide sectoren. Dit laatste is nochtans noodzakelijk om een blijvende samenwerking te bekomen. In 2011 is er opnieuw aangesloten vanuit VZW Stappen bij de Stent stuurgroep. Één van de realisaties in 2011 is de ontwikkeling van en website met het aanbod van GGZ en BJB naast elkaar. Dit is voorgesteld op de studiedag ‘Stent beken(d)t’ op 25/10/11 (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslaggeving van deze vergaderingen, meer informatie kan ook gevonden worden op de website van het Steunpunt Jeugdhulp ( www.osbj.be ) 5.2.2 ROPPOV (Regionaal overlegplatform provincie Oost-Vlaanderen) Werkgroep cliëntenparticipatie Doel: Op vraag van verschillende diensten die in 2003 in deze groep participeerden, werd de overleggroep eind 2005 opnieuw opgestart, los van Roppov. Bedoeling is enerzijds uitwisselen van ervaringen omtrent de concretisatie in de specifieke werkingen van het thema cliëntenparticipatie en recentelijk ook het nieuwe decreet ‘rechtspositie van de jongere’. De werkgroep verzorgt de communicatie van en naar de Gentse Ouderwerkgroep (wat wel nog een project is van Roppov). Frequentie: de intervisiegroep komt zeswekelijks samen, de thema’s voor de ouderwerk-groep worden driemaandelijks besproken. Celine Van De Weghe neemt deel aan dit overleg. 5.2.3 GROB (Gents Regionale Organisatie Bijzondere Jeugdbijstand) Dit samenwerkingsverband bestaat uit 7 partners: Hadron, CAB, Albezon, Jongerenhuis, De Bekwame Boon, De Totem en Stappen. In de loop van 2010 wordt een fusie uitgevoerd tussen vzw Albezon en vzw De Bekwame Boon. Doel: Informatie-uitwisseling tussen de verschillende voorzieningen, creëren van gemeenschappelijke aanvullende initiatieven, samen overleg aangaan met externe instanties, gemeenschappelijke signalen geven naar het beleid, managementondersteuning tussen de directies,… Vanaf 2008 werd het samenwerkingsverband een vzw Structuur. De GROB voorzieningen werken ook op cliëntniveau samen en dit via het MFC, de projectwerking,… . Er is overleg op niveau van de directies (2-wekelijks), op niveau van de pedagogisch verantwoordelijken en de administratieve medewerkers (ad hoc). (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslagen van deze vergaderingen) Het GROB heeft enkele actieve werkgroepen. Voor een volledig overzicht verwijzen we naar de website (www.tgrob.be). We lichten kort enkele werkgroepen toe: ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
41
Het Rung-project Dit project werd na jarenlange ondersteuning door het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen ondergebracht in vzw A-Part. Het Rungproject wil neutrale, veilige, laagdrempelige hulp verstrekken aan jongeren (en hun context) uit de Bijzondere Jeugdbijstand, die weggelopen zijn of weglopen overwegen. Het hoofddoel is de negatieve gevolgen van het wegloopgedrag minimaliseren, voor zowel de jongere als voor de relatie met de context. Coördinator van het Rungproject : Reinhart De Coster. Filip Vercauteren nam deel aan de denkgroep van het project. (voor meer info zie website : www.rungproject.com ) Werkgroep huisvesting Deze werkgroep wil de problematiek van huisvesting van onze doelgroep centraal stellen. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van het GROB aangevuld met een medewerkster van vzw De Cocon. De werkgroep wil info aangaande dit thema bundelen, vertalen naar de eigen werking en de doelgroep BJB. We willen de noden van de doelgroep aankaarten bij de bevoegde instanties en daarnaast ook op concreet vlak samenwerken oa door het uitwisselen van informatie over huisbazen, beschikbare huisvesting. Meike Verbeke en Maureen Pollentier nemen deel aan dit overleg. (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslaggeving van deze vergaderingen) Werkgroep druggerelateerde problematieken: Keep It Clean In 2009 heeft het GROB een aanvraag ingediend voor een project rond druggerelateerde problematieken. De verschillende GROB-partners willen in samenwerking met het CAT en De Sleutel aan de slag rond volgende thema’s: ontwikkelen gezamenlijke drugbeleid, verhogen van de expertise, het aanbieden van ondersteuning en vorming aan de hulpverleners, het ontwikkelen van een screeningsinstrument, het uitwerken van de preventie naar ouders en jongeren, het creëren van een integrale en continue begeleiding voor jongeren en ouders binnen de bijzondere jeugdhulp met een drugproblematiek. In 2011 zijn er vormingen georganiseerd voor zowel GROB partners als het ruimere hulpverleningslandschap, is er een outreachmedewerker aangesteld om zowel voor jongeren als voor teams ondersteuning te bieden en loopt het time out aanbod van RKJ De Sleutel. Maarten Floré neemt deel aan deze werkgroep. (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslaggeving van deze vergaderingen) 5.2.4 OVOP (Overleg Oost-Vlaamse voorzieningen) Het afgelopen jaar werd verder gewerkt aan de inhoudelijke samenwerking tussen alle voorzieningen en werden enkele initiatieven in dit verband genomen . Maureen Pollentier nam deel aan dit overleg. (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslagen van deze vergaderingen) 5.2.5 Regionaal overleg Bijzondere Jeugdbijstand regio Gent-Eeklo Dit overleg wil een forum bieden voor ontmoeting en uitwisseling van ideeën en informatie tussen alle regionale voorzieningen BJB. Het wil de samenwerking bevorderen tussen de voorzieningen en de verwijzende instanties en tot slot wil het de belangen van de sector behartigen en het beleid beïnvloeden . Maureen Pollentier nam deel aan dit overleg. (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslagen van deze vergaderingen)
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
42
5.2.6 Overleggroep BZW (Begeleid Zelfstandig Wonen) Doel: de begeleiders die de BZW-begeleidingen opnemen binnen een residentiële voorziening komen bijeen met het oog op uitwisselen van informatie, analyseren van gemeenschappelijke knelpunten… Meike Verbeke nam deel aan dit overleg. (zie uitgebreid de in Stappen beschikbare verslaggeving van deze vergaderingen) 5.2.7 Overlegvergaderingen van de CANO-centra (Centrum voor Actieve Netwerk-ondersteuning en Omgevingsontwikkeling) Op niveau van de coördinatoren De coördinatoren van de CANO-centra kwamen ongeveer tweemaandelijks samen. Vanuit dit overleg werd de communicatie met de overheid voorbereid en de beleidslijnen voor het CANOconcept uitgezet. Voor 2011 stond de afronding van het protocolleringsproces op de agenda. Op niveau van de pedagogisch verantwoordelijken Ook de pedagogisch verantwoordelijken van de verschillende CANO-diensten vergaderden ongeveer tweemaandelijks. Zij focusten zich vooral op de inhoudelijke uitdieping van het concept en op methodiekontwikkeling. Op niveau van de begeleiders Op het CANO-begeleidersoverleg werden ervaringen uitgewisseld naar aanleiding van concrete casussen en knelpunten.
5.3 Personeelsformatie en kwalificatie vzw Stappen
De gegevens zijn een weergave van de toestand op 31/12/2011. Team 1 (Residentieel team) Naam Filip Joos Evelien Bernaerts Nele Henau Katelijne De Klerck (ziekteverlof) Jan Borremans Gijs Thooft Petra Souffriau (msb) Klaas Temmerman Joris Seymortier Kimberly De Geest Tom Van Petegem
Functie
Diploma
Teamverantwoordelijke Hoofdbegeleider 22 u/w, Begeleider A1 16 u/w Begeleidster A1 (30 u/w) Begeleidster A1 (30u/w) Begeleidster A1 (30 u/w)
Graduaat Orthopedagogie
Begeleider A1 (30 u/w) Begeleider A1 (GKRB 38 u/w) Begeleidster A1 (18 u/w) Sociale maribel (12 u/w) Begeleider A1 (30 u/w) Begeleider A1 (30 u/w) begeleider A1 (30 u/w) begeleider A1 (30 u/w)
Graduaat Orthopedagogie Graduaat Gezinswetenschappen Maatschappelijk Assistent
Anneleen Provoost Begeleider A1 (38 u/w) (Gedeeltelijk ziekteverlof) (12/38)
Lic. Psych en ped. Wet. Graduaat gezinswetenschappen Graduaat Orthopedagogie
Maatschappelijk assistent Maatschappelijk assistent maatschappelijk assistent Master sociaal culturele agogiek Graduaat voeding- en dieetkunde
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
43
Team 2 (Ambulant team) Naam
Functie
Diploma
Els Vansynghel
Teamverantwoordelijke (22u/w A1, 8u/w dir, 4 u HB ) Begeleidster A1 (18 u/w) Hoofdbegeleider (16 u/w) Begeleidster A1 (38 u/w) Begeleidster A1 (38 u/w) Begeleider A1 (38 u/w) Begeleider A1 (38 u/w)
Graduaat Orthopedagogie
Greet De Maeyer (msb) Meike Verbeke Katrien De Wandel Filip Vercauteren Céline Van De Weghe
Graduaat Orthopedagogie Graduaat Orthopedagogie Lic. Psych en ped. Wet Graduaat orthopedagogie Maatschappelijk Assistent
Dagprogrammatie/projectwerking Geert Christiaens Peter Coppens
Hoofdbegeleider (32 u/w) begeleider A3 (30 u/w)
Onderwijzer opleiding VSPW
19 23 21 19
u/w u/w u/w u/w
HTO LSO HBO HSO
19 19 19 38
u/w u/w u/w u/w
HBO HSO HSO art. 60
Logistiek team Wim De Jong, klusjesman Marijke De Meyer, huishouden Kathleen Herman, keuken Frederik Goossens, ICT Administratief team Sabine Lippens Frederik Goossens Fatmagul Barlas Tatjana Kalashnikova Bijzondere functie Maarten Floré
30 u/w
Lic. Orthopedagogiek
34 u/w
Lic. Psych. en ped. Wet.
Eindverantwoordelijke Maureen Pollentier Leden Raad van Beheer Katelijne Dezillie (voorzitter) Janes Antonissen (penningmeester) Bert Praet Maureen Pollentier (directie) Bieke Ramman An Blomme Dirk Van Hyfte Els Vansynghel (personeelsvertegenwoordiger)
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
44
5.4 VTO beleid naam opleiding Ontwikkelen van een ethische code
opleidingsorganisatie
duur
deelnemers
Privé counseling
½ dag
4
informant
4 dagen
1
COJ
½ dag
4
3 dagen
1
bumpertraining Evoluties binnen de thuisbegeleiding Klassenmanagement groepsdynamica
en
informant
Workshop pesten
informant
½ dag
Res. team
Casusbespreking en supervisie
informant
2 dagen
1
½ dag
1
3 dagen
1
3 dagen
1
1dag
1
1 dag
1
4 dagen
1
½ dag
2
2wekelijks
Res. en amb. team
1 dag
1
½ dag
1
½ dag
2
CANO
½ dag
6
CRZ
½ dag
2
VSPW
2 dagen
1
informant
1 dag
4
4 dagen
1
CAB
2x ½ dag
4
ROPPOV
½ dag
1
Steunpunt Jeugdhulp
1 dag
4
Rechten van ouders van jongeren in BJB Psychische problemen
en
COJ
psychiatrische
informant
Doelgericht werken
informant
Succesvol samenwerken met andere organisaties Psychotrauma en de context
VOCA Leren Over Leven
Creatieve en interactieve werkvormen binnen begeleidingswerk
IPSOC
Responsabiliseren van ouders: kans of gevaar
COJ
teamsupervisie Studiedag Zinvol denkkader nodig?
CGG Eclips begeleiden:
een
SOAG
Info en communicatiemoment Stent Oost-Vlaanderen Communicatiemoment jeugdhulp
integrale
Stent Integrale jeugdhulp
CANO studiedag tienerzwangerschappen Supervisie voor supervisoren ABFT Inleiding in gedachtengoed
contextueel
Balans
ABFT Rechten van ouders in de BJB Herstelgericht werken
De evaluatie van het voorbije werkjaar en de planning van het komende werkjaar rond het VTObeleid zijn terug te vinden onder de doelstellingen.
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
45
6 De Stappenwerking in een ruimer beeld 2011 was het jaar waarin de 3 deelwerkingen zijnde de residentiële werking, het contextuele luik en de projectwerking voluit voor hun eigenheid gegaan zijn terwijl er over de teamgrenzen gezocht en afgetast werd naar flexibele samenwerking, gemeenschappelijk inzetten van medewerkers, afstemmen van de verschillende invalshoeken,… met telkens de ondersteunende aanwezigheid van het administratieve en logistieke team. We zijn als organisatie op zoek gegaan naar antwoorden op verschillende erg uitdagende vragen: hoe efficiënter inzetten van uren (wetende dat er een objectief tekort is in elk team als gevolg van het opstarten van het projectteam), hoe meer contextgericht werken (ons streefdoel als cano voorziening is immers het residentieel verblijf minimaal in te zetten en de aanwezige krachten in de eigen context van de jongere maximaal te benutten), wat met bzw overtal (eigen aan de doelgroep meisjes tussen 14 en 18 jaar en een gevolg van onze keuze voor langdurige hulpverleningstrajecten maar ook een gevolg van de lange wachtlijsten in het algemeen welzijnswerk en de opnameplicht en het behoudsengagement dat we als voorziening categorie 1 bis opnemen), hoe de opdrachten van de verschillende teams beter op elkaar afstemmen (een oefening rond mandaten die bijzonder genuanceerd dient gevoerd te worden), waar kan meer/anders samengewerkt worden maar ook zoeken naar voltijdse uurroosters met een haalbaar takenpakket voor het ambulante team, meer flexibele uren voor het residentiële team, voldoende uren voor de projectwerking zodat het project op een realistische manier kan starten, aandacht voor problemen ivm dagbesteding voor de vele jongeren voor wie school afwezig is in hun leven, … Als organisatie evolueren we van 2 pedagogische teams naar 3 pedagogische teams. Hierbij is aandacht voor de stabiliteit van de organisatie vereist maar ook oog voor de blijvende en zelfs groeiende nood aan meer flexibiliteit in de werking en tussen de teams onderling. Met Buiten Beeld creëren we voor het eerst ook actief een aanbod naar jongeren uit andere organisaties en sectoren. Dit is een voorbeeld van de diversiteit in de samenwerkingsverbanden waarbij sprake is van een wederzijdse input en een gemeenschappelijke nood. Dit proces werd opgestart in de loopt van het jaar en loopt ook nog voor 2012 verder. Ondertussen zijn experimenten opgestart rond gedeelde takenpakketten en voltijds werken in het contextteam,… Naar volgend jaar komt daar van overheidswege ook nog integrale jeugdhulpverlening met de opstart van toegangspoort (2014) en modulering van de sector (2013) bovenop. Dit alles zal meebepalend zijn hoe Stappen zal evolueren en er in de toekomst zal uitzien. Wat wordt de rol en betekenis van de verwijzer, in welke deelpakketten of modules wordt de werking opgesplitst, welk subsidiesysteem wordt daaraan gekoppeld, hoe zit het met de schaalgrootte van organisaties, zoeken we partners in de sector of over de grenzen van de Bijzondere Jeugdbijstand,… Het houdt ons in ieder geval scherp. Ook vanuit beleidsperspectief stond er heel wat op het programma, we denken in eerste instantie aan de boeiende Cano studiedag en de geplande uitreiking van het Cano kwaliteitslabel door de minister op 10 december. Op de Cano studiedag werd de visie en de methodiek uitgebreid toegelicht. Ook het Cano protocol werd voorgesteld en de werking van de Cano commissie. Een vertegenwoordiger van de minister was aanwezig en onderschreef het belang van de Cano werkingen. De Cano studiedag was geen op zich staand feit. Er werd door de 8 Cano voorzieningen in Vlaanderen daarna verder gewerkt zowel op beleidsvlak met de verderzetting van het overleg met de overheid, op inhoudelijk vlak met het verder uitbouwen van de Cano methodiek en op begeleidingsvlak met de uitwisseling op casusniveau. Er werd op die manier toegewerkt naar een gestructureerde inbedding van de Cano visie en werking in de Bijzondere Jeugdbijstand naast het mfc experiment dat in de sector onder grote belangstelling verder loopt tot eind 2012. De geplande bijeenkomst met de minister op 10 december waarop de uitreiking zou plaatsvinden van het Cano kwaliteitslabel was voor ons een belangrijke mijlpaal als teken van erkenning van de eigenheid en waarde van deze visie en methodiek. Het uitstel omwille van de vereiste aanwezigheid van de minister op begrotingsoverleg konden we begrijpen maar toch moeilijk aanvaarden. Jaren van intensief zoeken en uitwerken van visie en methodiek, dagelijks geconfronteerd worden met een zeer kwetsbare doelgroep, de eigen medewerkers die door de zware opdracht en tekort aan uren dreigen overbelast te worden, de blijvende nood aan extra input van middelen (financieel en personeel),... dit kon niet blijven duren. De verwachtingen waren dus hoog gespannen en het uitstel was een grote domper ook al werd zeer snel een nieuwe datum (7 maart 2012) in het vooruitzicht gesteld. De verzuchtingen werden echter gehoord en nieuw overleg met administratie kwam tot stand. De planning ligt vast voor 2012 en er is een gemeenschappelijk streven om Cano een plaats te geven in het toekomstige landschap van de Bijzondere ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
46
Jeugdbijstand. Cano leeft dus bij het beleid, ook en steeds meer na 2011. Meer info over de Cano evoluties kunt u nalezen op de canowebsite: www.canovlaanderen.be. Naast Cano zijn er ook nog de partners van het Grob waarmee we het afgelopen jaar opnieuw op een boeiende manier hebben samengewerkt en waar de zoektocht naar een flexibele structuur voor de verankering van de samenwerking verder loopt en in 2012 een beslissende fase ingaat. Op medewerkersvlak wordt gezocht naar efficiënter omgaan met middelen oa door het zoeken naar afstemming van administratie, logistieke opdrachten, ICT opdrachten,... Het Grob bracht ons het Journaal een nieuw registratiesysteem voor de interne werking. Het staat voorzieningen toe om gemeenschappelijke dossiervorming bij cliënten tot stand te brengen. Binc is dan weer een door de overheid ontwikkeld registratiesysteem waar we ook mee van start zijn gegaan. Binc en het Journaal op elkaar afstemmen is een opdracht voor het komende jaar. Heel veel inzet is gegaan naar het drugpreventieproject Keep it clean dat ook een outreachende werking kreeg in 2011 en die verder zal worden uitgebouwd het komende jaar. Verankering zal een opdracht worden gezien het driejarig project afgesloten wordt eind 2012. Met de partners wordt gezocht op welke manier de effecten op de werkvloer blijvend kunnen zijn. Het verslag van de Grob werking 2011 kunt u nalezen op de grobwebsite: www.tgrob.be. Op het terrein zelf was het de afwerking en ingebruikname van de nieuwe studio’s gevolgd door de start van de heraanleg van de tuin die heel wat energie gevraagd hebben. Maar het resultaat mag er zijn: 7 mooie studio’s, het tuintje voor de studio’s werd aangelegd en er werd een eigen terras en rookhoek voorzien. Met het project ‘Groene kamers’ die de heraanleg van de voortuin aanpakt hebben we één van de regionale Awards van BNP Paribasfortisfoundation gewonnen. Het project steunt op een totaalaanpak waarbij vrijwilligers en jongeren betrokken worden. We hopen het project tegen eind 2012 af te werken. In de marge van dit alles was er ook de voorbereiding van de jubileumeditie van Cultinair, een nieuwe editie van onze jaarlijkse benefiet ten voordele van het Zorgfonds van Stappen dat zich engageert naar de extra noden van jongeren of ex-jongeren en dat zich nu ook engageert naar de uitbouw van de projectwerking van Stappen. Het blijft immers een grote bezorgdheid van de organisatie om de financiële positie te verstevigen om de nodige input te kunnen blijven doen in trajecten van jongeren. De doelgroep blijft immers bestaan uit gekwetste en kwetsbare jongeren en hun contexten. Werken met deze contexten vergt heel wat meer extra middelen. Het blijven verder werken op deze manier legt een niet te onderschatten last op de schouders van elke medewerker en bestuurder. We ijveren daarom hardnekkig voor een extra financiële waardering voor deze keuze en deze manier van werken. In tijden van crisis een bijzonder moeilijk te verdedigen standpunt.
Werkten mee aan dit jaarverslag: Maarten Floré Geert Christiaens Meike Verbeke Frederik Goossens Maureen Pollentier
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vzw Begeleidingscentrum Stappen – jaarverslag 2011
47