360˚
Maatwerk en flexibiliteit zijn nodig
KRIMP: DE TIJD DRINGT Bijna alle schoolbesturen krijgen de komende jaren te maken met dalende leerlingaantallen. Scholen in de bekende krimpregio’s aan de rand van Nederland laten zien hoe zij daarmee omgaan en wat zij verwachten van de (lokale) politiek. Een artikel over valkuilen, slimme oplossingen en hobbels die nog te nemen zijn. En een wake up call voor alle scholen: de krimp komt eraan, dus ga bijtijds aan de slag. Tekst: Carolien Nout / Illustratie: Matthias Giessen
Tussen 2016 en 2020 dalen de leerlingaantallen in zo goed als alle regio’s in Nederland. De regionale verschillen zijn groot: in de grote steden zal het aantal leerlingen de komende jaren stijgen, in andere gebieden is de krimp matig tot groot, tot wel 30 procent. Daar komt de verschuiving van leerlingenaantallen per schooltype nog eens bij: minder kinderen kiezen voor het vmbo, vooral voor de kader- en de basis beroepsgerichte leerweg, en daardoor kan het moeilijk zijn om aparte richtingen als metaal- en elektrotechniek in stand te houden. Ook het aantal vwo-leerlingen daalt. Overigens lijken die verschuivingen te stabiliseren, aldus de Onderwijsinspectie.
Het huidige wettelijke kader geeft niet genoeg ruimte voor creatieve oplossingen Nagenoeg alle besturen in het voortgezet onderwijs (85 procent) krijgen de komende jaren te maken met minder leerlingen. Dat betekent dat scholen meer moeten samenwerken om te zorgen voor een breed onderwijs aanbod in de regio. Zij moeten daarbij niet alleen kijken hoe ze scholen of locaties in stand kunnen houden, maar vooral hoe het onderwijs pluriform en toegankelijk kan blijven. Geen concurrentieslag meer voeren, maar samen plannen maken: dat lijkt tegennatuurlijk. Toch gebeurt het in sommige krimpgebieden al. Maar gemakkelijk is het niet. Het huidige wettelijke kader geeft niet genoeg ruimte voor creatieve oplossingen waar scholen behoefte aan hebben. En dat is natuurlijk jammer.
32
VO-magazine 5 / maart 2014
Verschillen tot de voordeur
Dat beaamt Pieter Schram, voorzitter van het college van bestuur van OSG Singelland in Drachten. Verschillende regio’s in Friesland hebben al enige tijd te maken met dalende leerlingaantallen. Daarom heeft de openbare scholengemeenschap Singelland partners gezocht op plaatsen waar de situatie nijpend is en scholen kunnen omvallen. In het dorp Burgum, waar de school een vmbo-locatie met havo-onderbouw heeft, is ze gaan samenwerken met CSG Liudger. Gezamenlijk bieden zij nu havo 4 en 5 aan in een nieuw gebouw. Zij hebben afspraken gemaakt over het omgaan met de leerlingen (bij welke school ze zijn ingeschreven, welke vakken ze gezamenlijk volgen en welke niet), over personele kwesties (zoals een verdeelsleutel voor de aanstelling van het personeel) en over medezeggenschap, admini stratie en het beheer en onderhoud van het gebouw. Dat samenwerkingspartners een verschillende denominatie hebben, blijkt in de praktijk te vervagen. Schram: “Het speelt een rol tot de voordeur. Ouders willen kunnen kiezen en we zorgen ervoor dat onze verschillende openbare en christelijke identiteiten zijn geborgd. In de praktijk betekent dit dat we de vakken godsdienst, levensbeschouwing en maatschappijleer niet gezamenlijk zouden aanbieden. Ik gebruik bewust de verleden tijd, want achter de voordeur gaan ouders en leerlingen daar vaak anders over denken. Daarom kunnen leerlingen nu kiezen of ze godsdienst of levens beschouwing volgen. De kerstviering is verplicht voor leerlingen van het Liudger, maar andere leerlingen doen er ook graag aan mee, zelfs als ze anders vrij zouden zijn.”
DISCUSSIEER MEE: ONDERWIJSPOORT KRIMP Hoe kunnen scholen anticiperen op krimp? Welke creatieve oplossingen zijn er om de onder wijskwaliteit hoog te houden? En hoe geven we de samenwerking vorm om krimp het hoofd te bieden? Discussieer mee op 2 april tijdens de Onderwijs poort (voorheen: Onderwijscafé) in Perscentrum Nieuwspoort, Den Haag. www.hetonderwijscafe.nl
Het kan dus wel
Gronings Manifest
Maar niet alles is gemakkelijk op te lossen. “Zoals ver antwoording. De opbrengsten van de gezamenlijke havo zouden één keer aan OSG Singelland en één keer aan CSG Liudger toegerekend moeten worden en dat kan niet. Daarom hebben wij zelf een kwaliteitskaart ont wikkeld, waarmee we de opbrengsten in elkaar schuiven en voor beide scholen laten tellen. Dat vraagt creativiteit van de kant van de Inspectie en ruimte binnen het toetsingskader, maar het kan dus wel”, zegt Schram.
Hoe kunnen scholen in gebieden waar de krimp op de deur klopt, zich het beste opstellen? In Groningen hebben zo goed als alle schoolbesturen, verenigd in het Bestuurlijk platform vo-vmbo, onlangs een manifest ondertekend waarmee ze zich committeren aan een gezamenlijke aanpak. Het initiatief werd genomen door Rob Schuur, voorzitter van het college van bestuur van het Noorderpoort, een instelling voor vo, mbo en volwasseneneducatie en contractactiviteiten. “Het begint met een gewoon gesprek, tussen schoolbesturen in een regio. Je moet ervoor openstaan”, vindt woordvoerder Harry Bouma van het Noorderpoort. Het manifest is een unieke mijlpaal voor de 22 schoolbesturen die hebben afgesproken hun informatie over leerlingaan tallen te delen en niet meer met elkaar te concurreren. Ook scholen in de stad Groningen doen mee, terwijl daar de leerlingaantallen niet eens gaan dalen. De uit werking van het manifest zal steeds weer afhangen van de situatie. Bouma: “Het kan bijvoorbeeld gaan om een fusie van scholen, of om uitruil van praktijkopleidingen of locaties. De basis is niet om onderwijsbesturen in elkaar te schuiven, of de bestaande situatie per se te behouden, maar om samen de taken te verdelen: wie doet wat om goed onderwijs in stand te houden.” Het Noorderpoortcollege heeft als gevolg van dalende leerlingaantallen onlangs een vmbo-afdeling in Mussel kanaal gesloten. In goed overleg met het team, de ouders en het Ubbo Emmius in Stadskanaal gaan de meeste leerlingen nu naar die school toe. Onder de noemer ‘Samen is meer’ willen Noorderpoort en Ubbo Emmius samen vmbo en mbo onder één dak aanbieden op een
‘Een verschil in denominatie speelt een rol tot de voordeur’ In het landelijke Surhuisterveen, tegen de provincie Groningen aan, werkt OSG Singelland nu samen met het Lauwers College. Beide vmbo-locaties waren kwets baar door hun omvang. Daarom zijn de locaties na genoeg in elkaar geschoven. De leerlingen staan ingeschreven bij een van beide scholen en volgen gezamenlijk onderwijs. Na vier jaar blijken de scholen gezamenlijk meer leerlingen trekken dan ze opgeteld afzonderlijk deden. Ook de kwaliteit van het onderwijs is aantoonbaar verbeterd, aldus Schram. “Wij laten zien dat oplossingen creativiteit vragen, maar op sommige punten knelt de wet- en regelgeving. Een bijna banaal voorbeeld is de bekostiging. Wij worden nu nog voor twee nevenvestigingen bekostigd, maar zouden toe willen naar één locatiedirecteur voor beide locaties. Een dubbele bekostiging is dan niet meer terecht. Wettelijk gezien kunnen we daar echter niet van afzien.”
VO-magazine 5 / maart 2014
33
360˚ BELEMMERENDE WETGEVING Scholen dienen de ruimte te krijgen om bij dalende leerlingenaantallen goed onderwijs te kunnen bieden. De huidige wet- en regelgeving knelt bij sommige samenwerkingsoplossingen. Het gaat bijvoorbeeld om de fusietoets, de 50-procentregel en de regels voor samen werkingsscholen. In zijn beleidsvisie op krimp in het onderwijs heeft staatssecretaris Dekker aan gekondigd belemmeringen te willen wegemen. Dit voorjaar stuurt de staatssecretaris een brief met de uitwerking aan de Tweede Kamer.
Wat krimp is, hoef je aan Bruintjes niet uit te leggen. In de Drentse regio noemen ze hem gekscherend Koning Krimp. Bruintjes: “Ik pleit ervoor dat scholen op tijd met elkaar overleggen hoe ze ‘ontscholing’ kunnen voorkomen. Zij moeten daarbij naar de lange termijn kijken. Scholen zitten nu in de aftastende fase; ik heb het idee dat velen de urgentie niet onderkennen.” En wat als de samenwerking niet op gang komt? Bruintjes: “Ik ben er niet gerust op dat zoiets vanzelf gaat. In het primair onderwijs namen gemeenten het voortouw. In het voortgezet onderwijs ligt dat lastiger, want daar is het speelveld groter. Ik denk dat de aanpak van Zeeland, waar de onder wijsautoriteit het voortouw nam, goed kan werken. Een gezaghebbend persoon, die boven de partijen staat, van de provincie of de regio, in ons geval Zuidoost-Drenthe met een stukje Groningen erbij. Scholen moeten het eerst eens zijn over de prognoses en dan samen plannen maken. Misschien kunnen zij de minister vragen om meer regie? Dat zijn ze natuurlijk niet gewend, maar ik denk dat het wel goed zou zijn. Aan de andere kant zou de overheid ook goed moeten luisteren naar zo’n regisseur en knelpunten in het proces helpen oplossen.”
nieuwe locatie in Stadskanaal. Een ander voorbeeld is de afspraak tussen mbo-scholen om de intake voor de de Entree-opleiding (het oude mbo 1-niveau) op een centrale plaats af te nemen. Zo kunnen de leerlingen verspreid worden over instellingen in de regio en wordt voorkomen dat ze gaan shoppen. De samenwerking stuit volgens Bouma wel op allerlei praktische bezwaren, zoals de huisvesting: “Lege gebouwen baren ons zorgen. Wie moet daar iets mee doen? Een school kan dat niet alleen oplossen. Het is een politieke kwestie waar ook gemeenten of de provincie een verantwoordelijkheid hebben.” Brevet van onvermogen Saskia Boelema is wethouder onderwijs in de gemeente Ontscholing voorkomen Breda. Een gemeente waar van krimp geen sprake is, Wat huisvesting betreft is Jacob Bruintjes, wethouder in maar in de omliggende gemeenten wel. “Een regisseur de Drentse gemeente Borger-Odoorn, blij dat vo-scholen die scholen bij elkaar moet brengen? Sorry hoor, maar iets meer tijd hebben om zich voor te bereiden op krimp. dat vind ik een brevet van onvermogen voor scholen. “In het primair onderwijs zijn we er destijds door over Meer ruimte en minder regels is prima, maar dan moet vallen. De langetermijnplanning is natuurlijk belangrijk: je als professional ook je verantwoordelijkheid nemen.” welke gebouwen heb je over tien jaar nodig? Als het om Boelema is stellig: “Ik zie het als taak van de wethouder een tijdelijke piek gaat, kun je soms beter kiezen voor om met een persoonlijke aanpak partijen bij elkaar te noodlokalen, zoals het Esdal College in Emmen heeft brengen. Scholen moeten met elkaar praten en niet in de gedaan. Scholen moeten goed overwegen waarin ze vechtstand raken. Samenwerkingsmogelijkheden zijn er investeren en overleggen met de gemeente.” genoeg. Het kan helpen als scholen minder onderscheid maken naar denominatie en meer kijken naar wat ze
34
VO-magazine 5 / maart 2014
gemeen hebben.” Boelema is een bestuurder die ver trouwen wil geven aan initiatiefnemers. Zo benadert ze ook scholen die betere overgang tussen voortgezet en beroepsonderwijs willen bewerkstellingen. “Ik vraag ze om resultaten te laten zien en hoef geen gedetailleerde plannen vooraf. Ik wil sturen op de resultaten.”
beiden schoolbestuurders van SVO/PL. “Wij hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd om jonge leraren te behouden en op te leiden tot eerstegraadsdocenten, maar door de krimp en het feit dat mensen langer moeten doorwerken, hebben we nu een overschot”, vertelt Monsewije. De stichting zocht naar een creatieve oplossing en vond die door het personeel een tijdelijke verlofregeling aan te Doordecentralisatie is geen oplossing bieden, waardoor zij weliswaar met minder salaris toch hun baan behouden en de vrij gekomen tijd kunnen in krimpgebieden besteden aan zorgtaken of een opleiding. De wethouder vindt het belangrijk om goed contact met Sluiting van een vestiging komt ook voor. Dat is niet scholen te onderhouden; niet alleen met de bestuurders, alleen een emotionele gebeurtenis voor ouders en leer maar ook met docenten, leerlingen en ouders. “Op die lingen. Toen de stichting in 2012 de onderbouw van manier kun je slim verbindingen leggen met andere een school in Kerkrade verplaatste naar Landgraaf, beleidsterreinen, zoals jeugd en gezin. Ik adviseer school was de gemeente niet blij met weer een leeg gebouw. besturen om vooral hun wethouder uit te nodigen. Monsewije: “Een gebouw slopen en woningen bouwen Scholen mogen daarnaast best meer verbinding maken is niet haalbaar. Maar liefst 15 procent van de winkels met de samenleving. Stel je gebouw eens vaker open en kantoren staat leeg in deze regio. Wij vinden daarom voor anderen!” ook dat doordecentralisatie geen oplossing is in krimp gebieden. Wij zijn een onderwijsorganisatie en geen Limburg: voorloper projectontwikkelaar; de verantwoordelijkheid voor In Limburg daalt het aantal leerlingen jaarlijks tussen de huisvesting moet bij gemeenten blijven.” 5 en 10 procent . Dat heeft een enorme impact op de organisatie, vertellen John Monsewije en Jan Meens,
ADVERTENTIE
Master Integraal Leiderschap (NVAO-erkend) Deze master biedt leidinggevenden in het onderwijs verdieping om leerprocessen op alle niveaus van de schoolorganisatie duurzaam te verbeteren. Start jaarlijks in september. Zie voor informatiebijeenkomsten en brochures onze website. www.centrumvoornascholing.nl/mil
093-193 Adv. VO Magazine Jackie B 179,5x131mm-3.indd 1
Ik ga verder met onderwijs. U ook? “De naadloze aansluiting bij de praktijk was voor mij een belangrijke reden om te kiezen voor de Master Integraal Leiderschap bij het Centrum voor Nascholing. Wat ik in de opleiding leer kan ik direct toepassen op mijn school. Daarnaast merk ik dat ik kritischer ben geworden en meer evidence based te werk ga.”
06-02-14 15:07
COLUMN
360˚
H ENDRIK-JAN VAN ARENTHALS HET SLIJK DER AARDE Regelruimte
“Het is jammer dat het (financiële) beleid is afgestemd op gelijkmatige groei en op landelijke gemiddelden, bijvoorbeeld van personeelskosten. Dat pakt in deze provincie niet gunstig uit. Eigenlijk zouden die regels voor ons als krimpregio flexibeler moeten zijn”, vult Meens aan. Toch willen zij krimp niet als iets negatiefs zien. De min of meer gedwongen samenwerking kan het onderwijs juist versterken en verbeteren. Neem de aansluiting met het mbo. Bredere opleidingsmogelijkheden voor leerlingen, gebouwen delen en docenten uitwisselen, zo staat in het onlangs gepresenteerde plan voor techniek onderwijs dat vanaf 2015 in een doorlopende leerlijn plaatsvindt. Maar dat levert ook knelpunten op. Leerlingen met verschillende BRIN-nummers mogen niet bij elkaar in een klas, mbo-docenten zijn niet altijd bevoegd om ook aan vmbo’ers les te geven en wie financiert wat als het om vo/mbo-gebouwen gaat? “Dit soort regels werkt belemmerend. Wij willen graag experimenteren, maar we kunnen niet op voorhand precies benoemen aan welke regel ruimte wij behoefte hebben. Geef ons liever het vertrouwen en laat ons achteraf verantwoording afleggen”, zegt Monsewije. Krimp is onontkoombaar. Over zes jaar hebben bijna alle regio’s ermee te maken, ook daar waar het nu nog mee lijkt te vallen. Schoolbesturen doen er goed aan hun voordeel te doen met de ervaring van hun collega’s uit krimpgebieden. Monsewije en Meens besluiten met een laatste tip: begin op tijd, want het kost tijd om je personeelsbestand op orde te krijgen. Als je te lang wacht, kost het je veel geld. En maak samen een vuist, want je kunt het niet alleen oplossen. Meer weten? Lees meer in het dossier Krimp op de website van de VO-raad. Prognoses van leerlingenaantallen voor alle scholen in Nederland zijn te vinden op de website van DUO: http://duo.nl/zakelijk/ VO/bekostiging/prognosemodel/intro.asp
Een eenzame fietser wordt op een landweggetje overvallen. “Je geld of je leven”, klinkt het uit het donker. “Ik heb geen geld,” reageert de man, “ik werk in het onderwijs.” “Oh,” zegt de over valler, “fiets dan maar verder, want dan heb je ook geen leven.” Het onderwijs heeft lang een ‘slecht betaald’ imago gehad. Dat was natuurlijk ongenuanceerd en onjuist. Kijk eens naar de kortere salarislijnen en hoe snel je als starter op een behoorlijk salarisniveau komt. Was ‘salaris’ het laatste taboe? Dan waren taakbeleid en functiemix akelig effectieve middelen om dat rigoureus te door breken. Excuus: in het onderwijs werk je natuurlijk niet voor het geld, dat doe je als roeping. En de functiemix? Dat gaat uitsluitend om de waardering. We maken ons op voor de ‘tweede tranche’. Ik heb rondom de benoemingsprocedure als bestuurder alvast persoonsbeveiliging geregeld. De commotie rondom de cao’s raakte een open zenuw. De VO-raad onderhandelde met de vakcentrales over de besteding van beperkte rijksmiddelen. Een half of heel procentje meer voelt misschien anders dan de nullijn, maar heeft in de werkbeleving hoogstens het effect van een paracetamolletje. Nee, dan de zak geld die klaar staat wanneer de brede delegaties samen door een heel smal deurtje kunnen en de arbeidsvoorwaarden moderniseren… In dezelfde periode werd de ‘Krant van wakker Nederland’ zelf wakker en kopte groot over de ‘bestuurders-cao’. Deze ongenuan ceerde berichtgeving werd, twee jaar na het akkoord tussen de VTOI en de bestuurdersvereniging, door vakbonden, lerareneliteclubjes en makkelijk scorende parlementaire centrumspitsen aangewend om een beroepsgroep over één karikaturale kam te scheren. Er zijn vast bestuurders die hun eigen Zuidasje hebben gecreëerd. Slechte mensen vind je overal. Maar er zijn ook scholen waarbij de LD-docent met een handjevol overuren de best betaalde kracht is. Gelukkig werkt óók de ‘dikke kleilaag’, zoals Ronald Plasterk de bestuurders ooit noemde, vanuit idealen en niet primair voor ‘het slijk der aarde’. Onze fietser ligt ’s avonds in zijn bed. Hij hoort gestommel beneden en betrapt een inbreker, die driftig laatjes open trekt. “Wat ben jij aan het doen?” vraagt de onderwijsman. “Ik zoek geld”, antwoordt de inbreker. “Wacht even,” reageert de ander, “dan help ik je zoeken...”
VO-magazine 5 / maart 2014
37