krimp
“NAAR EEN AANPAK VOOR KRIMP” werkconferentie Stania State 29 september 2010
inleiding Krimp is realiteit. Ook in de ruimtelijke ordening krijgen we hier mee te maken. Dit plaatst ons, na een periode van groei, voor veranderende opgaven. Hoe hierop kan worden ingespeeld was de belangrijkste vraag tijdens onze werkconferentie op 29 september 2010. Met direct betrokkenen van organisaties uit het gehele veld hebben we hierover gesproken. U was daar bij. In deze brochure treft u een samenvatting aan van de belangrijkste bevindingen. Centraal staat de krimpproblematiek in de fictieve gemeente Grote Voet, die wordt belicht aan de hand van een viertal thema’s: de identiteit van gebieden, voorzieningen en hun onderlinge relaties, de ruimtelijke aspecten van krimp en de mogelijkheden voor realisatie en financiering van nieuwe ontwikkelingen. Hopelijk biedt de brochure een handreiking voor de praktijk. Zoals u ziet werken wij er aan om het vizier op krimp en de effecten ervan steeds scherper te stellen en om concrete instrumenten te bieden voor de aanpak hiervan. Als wij u met de toepassing van dienst kunnen zijn, doen wij dat uiteraard graag. Hartelijk dank voor uw inbreng. Dick Takkebos, directeur Buro Vijn. Hakkebuurt Zoolsterdijk Hielekamp Knobbeldorp
Tenegem
Enkel
Letsel
Nagelenhout
STAD
ENKE
12 9
9 13
1 2
6
3
5
4 11
5 10
1. Concentratie te koop staande woningen. Woningen staan aantal jaren leeg. 2. Complex sociale woningbouw met veel leegstand, matig wooncomfort en incidenteel slechte bouwtechnische onderdelen. 3. Verzorgingstehuis uit jaren zestig. Beperkt aantal aanleunwoningen. Zorgbehoevende senioren naar hoofdkern of naar naburige gemeente. Draagvlak voor huisartspraktijk te klein, is onrendabel. 4. Verspreid liggende winkels in centrumgebied komen leeg te staan. Met name food-sector. 5. Teruglopend aantal leerlingen bij 2 kleine basisscholen met verschillende denominatie. Eén school al twee jaar onder opheffingsnorm. 6. Renovatie nodig van overdekte 25-meter zwembad. Aantal bezoekers loop sterk terug.
8 7
7. Ledenaantal van voetbalvereniging is gehalveerd. 8. Sporthal wordt groot deel van de week niet gebruikt. Minder animo voor binnensporten. 9. Agrarische functie van veel boerderijen vervalt (VAB). Deze plek: karakteristieke boerderij in buitengebied nabij dorpskern van Enkel. 10. Niet-agrarische (gerelateerde) bedrijvigheid in buitengebied onder druk. Verrommeling en leegstand. 11. Bedrijventerrein is verouderd. Bedrijven trekken weg en bouwen elders in omgeving op nieuw bedrijventerrein. Veel leegstand. 12. Complex met recreatiewoningen, leegstaand en verouderd. Voorheen in gebruik als asielzoekerscentrum. 13. Dorpshuis heeft voldoende draagvlak, maar exploitatieprobleem. Bijdrage van vrijwilligers neemt af.
workshop 1
de gebiedsidentiteit, swot voor de regio
obs
NIENKE VELLEMA (Vereniging Groninger Dorpen) en ANNEKE VAN DER MEER (Buro Vijn)
kdv dh
De beide inleiders van de workshop zijn van mening dat een nauwe samenwerking vz tussen gebiedspartners en een actieve rol voor dorpsbewoners een belangrijke sleutel kk is voor een duurzame aanpak voor krimp. Dit vraagt om wederzijds vertrouwen, heldere w Zoolsterdijk 5% communicatie en lokale kennis. 5%
sv I+III
Oplossingen op het juiste schaalniveau Vellema en Van der Meer roepen de bestuurders, beleidsmakers en adviseurs op om op zoek te gaan naar de sociaal-culturele identiteit van elke dorpse samenleving. Door lokale ambities, unieke dorpse kwaliteiten, tradities en emoties vroegtijdig bij de krimpopgave te betrekken, worden de problemen op het juiste schaalniveau besproken en worden de betere oplossingen voor krimpvraagstukken gevonden.
SWOT GEBIEDSIDENTITEIT
1
VERBINDEN
2
DORP
3
MENSEN
SWOT gebiedsidentiteit De SWOT gebiedsidentiteit is een praktische obs werkwijze waarmee de sociaal culturele dh identiteit van een dorp of regio kdv kan worden 5% gedefinieerd. De SWOT stelt drie schaalniveaus 3% kk vz Letsel centraal: 1. Verbindingen, 2. Dorp, 3. Mensen. KK De werkwijze is zó opgezet, dat de benodigde w informatie alleen kan worden verkregen door sv I+III het gesprek aan te gaan met de gebruikers van het dorp en de besturen van scholen, sportvoorzieningen, dorpsbelangen en dorpshuizen. In woord en beeld levert de SWOT heldere, realistische denkrichtingen op voor de toekomstige ontwikkeling van een dorp en de mogelijkheden voor samenwerkingsverbanden. STAD
5 km
Samenwerken om keuzes te realiseren De presentatie van deze werkwijze aan de hand van de gemeente Grote Voet leverde een levendige discussie op. Door de aanwezige deelnemers werd bevestigd dat de sociaal culturele 0% invalshoek een frisse blik op de ontwikkelingskansen en samenwerkingsvormen voor dorpen kan KK obs geven. Het besef groeit dat de uitvoering van plannen steeds meer zal afhangen van de situatie Hakkebuurt dh ter plaatse: de mate van zelfredzaamheid, de ondernemerskracht, de inzet van vrijwilligerswerk, 2% obs kk vz het tonen van eigen initiatief en samenwerking. Door ook in gesprek te gaan met ‘de buurdorpen’ 20% KK 10% KK Hielekamp 30% kunnen nieuwe impulsen en verfrissende ideeën ontstaan. In dit verband is ook een actieve rol sv I+II voor de dorpsbelangen weggelegd. De werkwijze van de SWOT biedt hiervoor de nodige input. Knobbeldorp obs
5%
1 km
10% Enkel
dh
Verbindingen KK Het onderdeel ‘Verbindingen’ uit de SWOT was in 3% de discussie Tenegem een populair onderdeel. De deelnemers kwamen tot de conclusie dat regionale samenwerking obs tussen dorpen op het gebied van scholing, voorzieningen dh sport enorme kansen biedt: met minder geld kunnen 30% en obs vz kwalitatief goede voorzieningen langer in stand worden vo gehouden. Zoek hierbij aansluiting bij de reeds bestaande kk kdv verbindingen, zowel in fysiek als in emotioneel opzicht. w dh
sv I+II+IV
“De dorpsvisie als rode draad voor de toekomst, gemaakt door de dorpsbewoners zelf. ”
NIENKE VELLEMA (Groninger Dorpen)
vz 7% Dorpvisies kk Verder kwam in de discussie naar voren dat de eigen ambities van dorpen en unieke kenmerken 5% w beter moeten worden benut en gewaardeerd. De dorpsvisie, met een vaak vrijblijvend karakter, sv I+III+IV zou een serieuzere rol in de ruimtelijke ordening moeten krijgen. Een goede begeleiding van de gemeente of adviseur, een visie op het juiste schaalniveau en een nauwe betrokkenheid van 5% Nagelenhout andere gebiedspartners zijn ingrediënten voor een gezamenlijke uitvoerbare visie. 5%
Toepassingsmogelijkheden SWOT gebiedsidentiteit Buro Vijn past de SWOT gebiedsidentiteit toe bij het opstellen van krimp-beleidsstukken en/of actieprogramma’s en structuurvisies voor dorpen, regio’s of gemeenten.
workshop 2 scoping van voorzieningen KOOS SEERDEN (RBOI-Rotterdam) TON HOEKSTRA (Buro Vijn) “Scoping” is een nieuwe techniek die van oorsprong afkomstig is uit het consumentenonderzoek. Doel is het meetbaar en beoordeelbaar maken van de kwaliteit van het winkelaanbod, zoals dat binnen het bereik (‘de scope’) van de consument ligt. Effecten van verandering in aanbod (bijvoorbeeld het sluiten of concentreren van winkels) worden daarbij via objectieve criteria onderzocht. Belangrijk uitgangspunt in het scopingsonderzoek is een eenduidig oordeel te geven over gemiddelde afstanden die de consument bereid is af te leggen naar een winkel van een bepaalde kwaliteit en branche. In de workshop is gebleken dat recente jurisprudentie (zoals die in geval van het winkelcentrum te Leens in de gemeente De Marne) de gedachte steunt dat voorzieningenconcentraties aanvaardbaar zijn, mits op ruimtelijk aanvaardbare afstand. Met name ook in krimpgebieden kan de scopingsmethode antwoord geven op de vraag naar de ruimtelijk gewenste spreiding c.q. concentratie van voorzieningen. 5 km
obs kdv
“Zoeken naar een nieuw evenwicht”
dh
Zoolsterdijk
0%
vz
obs
KK
kk
dh
Hakkebuurt
20%
sv I+III
5%
2%
kk vz
w
5%
30%
KK
obs 10%
Hielekamp
KK
sv I+II
Knobbeldorp
obs 5%
1 km
dh
3%
KK
Tenegem
obs
10% Enkel
obs
dh obs
vz
vo
kk
dh
kdv
w
kdv kk vz
30%
3%
5%
dh
sv I+II+IV
Letsel
vz
7%
KK
kk 5%
w sv I+III
Nagelenhout
KOOS SEERDEN (RBOI-Rotterdam)
5%
STAD
w sv I+III+IV
5%
Voor maatschappelijke voorzieningen is de scoping-methode echter niet in alle opzichten toepasbaar. Deze voorzieningen zijn immers ook van allerlei andere factoren afhankelijk. Maar ook hier is er een relatie tussen draagvlak en aanwezigheid. Daarom wordt voor die voorzieningen de scoping-methode aangevuld met een analyse van: • landelijke stichtings- en opheffingsnormen over bijvoorbeeld onderwijsvoorzieningen of zorgvoorzieningen (zo is voor deze laatste is juist een tendens tot schaalverkleining merkbaar); • de huidige spreiding in relatie tot de te verwachten demografische ontwikkelingen; • afstanden én bereikbaarheid; • kwaliteit en lokale uitstraling; • plannen voor samenwerking of bundeling; • politieke keuzes aangaande spreiding dan wel concentratie van voorzieningen (denk aan mate van subsidiebereidheid); • zelfwerkzaamheid in een kern, denk aan dorpshuizen of recreatieve voorzieningen waarvoor ‘objectief’ een te smal draagvlak aanwezig is, maar die het toch redden; • mogelijkheden om maatschappelijke voorzieningen een bredere basis te geven door combinatie met commerciële voorzieningen (denk aan een horecavoorziening in een Voorzieningen: beleidskeuze per kern dorpshuis). ergens iets maar(ongeacht dan de Is het belangrijker om basisvoorzieningen of in de kern te hebben kwaliteit) of liever voorzieningen van goede kwaliteit goed bereikbaar? overal iets goed bereikbaar
of of
beleidskeuze per kern • Overal iets •
of
ergens goed en bereikbaar?
voorzieningen
Wat in persé eigen kern houden?
Naar mening van Buro Vijn zal met behulp van deze methode de discussie over de gevolgen van krimp (als het gaat om het voorzieningenniveau) gemakkelijk en vooraf objectiever gevoerd kunnen worden.
workshop 3 ontwerpend onderzoek REIN HAGENAARS (Wonen Noordwest Friesland) RUURD GJALTEMA (Buro Vijn) De workshop werd ingeleid door de heer R. Hagenaars (directeur Woningcorporatie Wonen Noordwest Friesland) die een inspirerende inleiding hield over “leefbaarheid”. Over hoe je ambities en creatief met de gevolgen van krimp kunt omgaan. Door de ontwerpers Carla Mol en Ruurd Gjaltema werd de fictieve gemeente Grote Voet opgevoerd. Toegespitst op het dorp Enkel werd aan de hand van een aantal trends een beeld geschetst van een ingrijpend krimpscenario. De opdracht was om door middel van “ontwerpend onderzoek” een oplossing te zoeken voor de gesignaleerde ontwikkelingen. • • •
Dit ontwerpend onderzoek begint met een analyse van de sociaaleconomische, cultuurhistorische en ruimtelijke karakteristieken in het gebied. Door deze karakteristieken te confronteren met de te verwachten toekomstige ontwikkelingen kunnen de mogelijkheden en daarmee de kansen van en voor het gebied en de gemeenschap in beeld gebracht worden. Op grond hiervan kan of kunnen één of meerdere ruimtelijke scenario’s of ontwikkelingsmodellen inzichtelijk gemaakt worden. Dit maakt duidelijk op welk terrein keuzes noodzakelijk zijn.
Er ontstond in de verschillende groepen een geanimeerde discussie als gevolg van verschillende inzichten. Al snel werd echter duidelijk dat veel oplossingen niet op dorpsniveau maar intergemeentelijk en regionaal tot stand zouden moeten worden gebracht. In Enkel werd een zwembad gesloten. Van het bejaardenhuis werd een welnesscentrum gemaakt. Het leegstaande recreatiecomplex werd een kuurpark. Verkrottende sociale woningbouw werd opgeofferd ten behoeve van nieuwe landschapselementen, waardoor kwaliteit werd toegevoegd en het wonen voor “ achterblijvers” en nieuwkomers weer aantrekkelijk werd.
“Krimp vraagt om focus op kwaliteit”
REIN HAGENAARS (Wonen Noordwest Friesland)
In de uitwerking op de volgende bladzijden zijn deze “oplossingen” aangevuld met suggesties van Buro Vijn en gevisualiseerd door middel van een aantal fotocollages. De stedenbouwkundigen en ontwerpers van Buro Vijn zien goede mogelijkheden in de collectieve aanpak waarbij met vereende krachten en met behulp van “het ontwerpende onderzoek” een perspectief wordt geschetst met kansen voor nieuwe positieve ontwikkelingen.
Op deze wijze is Buro Vijn in staat om voor gemeente of regio een proces op gang te brengen dat leidt tot bewustwording, betrokkenheid en verantwoorde keuzes die vooral werden ingegeven door het zoeken naar nieuwe kansen.
SCENARIO 1 1 Versterken kwaliteit woonomgeving door gedeeltelijke sloop: realiseren gemeenschappelijk groen + nieuwbouw collectief particulier opdrachtgeverschap. Zichtrelatie en veilige verbinding met 2 (oostwest) en dorpsranden (noord-zuid). 2 Zie 1 + groenzone al centrale ontmoetingsplek koppelen aan dorpshuis: toevoegen kinderboerderij, theehuis, spelen voor jeugd (4-9 jaar). Initiatief en realisatie samen met inwoners. 3a Ouderencomplex aanpassen aan huidige eisen, huisarts enkele dagen per week op zusterpost aanwezig. 3b Huisartsenpost naar ander dorp, restruimte verhuren voor andere functies. Alternatief: mobiel loket voor meerdere dorpen. 4 Leegstaande panden in winkelgebied beschikbaar voor nieuwe initiatieven, niet-karakteristieke panden slopen, aantrekkelijk centrum door herinrichting met shared space. 5 Scholen samenvoegen 5+5, voorwaarde voldoende ruimte voor kiss & ride. Karakteristieke vrijkomende schoolgebouw beschikbaar voor nieuwe initiatieven/kleinschalige bedrijvigheid. 6 Zwembadlocatie vervalt, naar andere kern. Versterken dorpsrand door sloop gebouw en toevoegen (open) groen. 7 Voetbalvelden worden niet/weinig benut. Geen geld voor onderhoud, opheffen. Weide. 8 Sporthal niet rendabel, sloop. Grote zaal dorpshuis beter benutten voor sport. Voor wedstrijdsport naar Letsel. 9 Karakteristieke voormalige boerderij. Beschikbaar voor nieuwe initiatieven, bv ruimte bieden aan kleinschalige bedrijvigheid. 10 Niet karakteristiek loonwerkbedrijf met lage beeldkwaliteit doet afbreuk aan dorp. Uitstervingsproces; vervallen bijgebouwen slopen. Herstel zichtrelatie. 11 Niet karakteristieke bedrijfspanden met lage beeldkwaliteit doen afbreuk aan dorp. Uitstervingsproces, ‘slechte’panden slopen. Eventueel bouw bedrijfsverzamelgebouw met agrarische uitstraling voor starters. Verplaatsen kleinschalige bedrijvigheid naar te behouden karakteristieke panden, zoals 5, 9 en 3b. 12 Beschikbaar stellen voor nieuwe initiatieven met aantrekkende werking (uitgezonderd wonen): kleinschalige bedrijvigheid, ‘kofferbakverkoop’, startpunt wandelroute met horecagelegenheid, enz. 13 Dorpshuis efficiënter benutten, en ontmoetingsfunctie versterken door relatie met groengebied 2 (en 1).
SCENARIO 2
1 Centrumgebied versterken ter plaatse van dorpscentrum. 2 Ruimte voor kinderboerderij, theehuis, spelen voor jeugd (4-9 jaar). 3a Nieuwbouw met intramurale zorg toevoegen aan ouderencomplex. Aantrekkende werking op gemeentelijk niveau door combinatie met verschillende woonvormen voor ouderen op aangrenzende voormalige recreatieterrein. Sociaalveilige verbinding, ook met dorpscentrum. 3b Huisartsenpost/verzorging combineren met ouderencomplex, huisartsenloket met spreekuur in de week, mobiel loket voor meerdere dorpen, combinatieloket, apotheek, bibliotheek, gemeenteloket, specifieke consultatie. 4 Bij terugbrengen woningen prioriteit handhaven karakteristieke panden lint. Ook 9 is karakteristiek. 5 Niet-karakteristiek schoolgebouw slopen: gras + bv schapen. Karakteristiek schoolgebouw beschikbaar voor nieuwe initiatieven/kleinschalige bedrijvigheid. 6 Zwembadfunctie vervalt, naar andere kern. Ruimte bieden voor nieuwe initiatieven: natte outdoorsactiviteiten (bijv. bedrijfsuitjes), ‘speelparadijs’, klimwand, skatebaan, jeugdontmoetingsplek. 7 Voetbalvelden worden niet/weinig benut. Wel onderhoud nodig. Keuze voor 1 kunstgrasveld. Vervallen voetbalvelden beplanten met bos voor fraaie dorpsrand + ecologische verbinding. 8 Multifunctionele zaal in dorpshuis is volwaardige sportzaal. Combinatie met samengevoegde scholen., Sporthal lopen. Aanleg bos + ecologische verbinding 9 Karakteristieke voormalige boerderij. Beschikbaar voor nieuwe initiatieven: bv zorgboerderij, koppelen aan zorgcomplex. 10 Niet karakteristiek loonwerkbedrijf met lage beeldkwaliteit doet afbreuk aan dorp. Uitstervingsproces; vervallen bijgebouwen slopen. Herstel zichtrelatie. 11 Niet karakteristieke bedrijfspanden met lage beeldkwaliteit doen afbreuk aan dorp. Uitstervingsproces, ‘slechte’panden slopen. Aanleg bos + ecologische verbinding. 12 Aantrekkende werking op gemeentelijke niveau voor wonen ouderen in combinatie met ouderencomplex: vakantiehuisjes upgraden naar volwaardige zelfstandige woningen, toevoegen variëteit en gemeenschappelijke voorzieningen. Alternatief: recreatie voor ouderen: golf, jeu de boule, zwembad/kuuroord enz. 13 13/13a Dorpshuis wordt ‘kulturhuus’ (MFA), inclusief : scholen, kinderopvang, sportzaal. Voldoende parkeergelegenheid kiss&ride.
workshop 4 nieuwe financieringsconstructies MEINT POOL (Akro Consult) JULES VAN DER WEERD (Buro Vijn) Krimp doet pijn; de financiële aspecten van krimp Tijdens de werkconferentie was één van de vier workshops gericht op de mogelijke instrumenten om de krimp aan te pakken. Tijdens de workshop is naar voren gekomen dat krimp geen tijdelijk Zoolsterdijk en simpel probleem is. Het is een structureel probleem, dat inhoudelijk sterk verschillend per regio blijkt te zijn. Niet alleen het inwoneraantal daalt, ook de economische bedrijvigheid komt in een neerwaartse spiraal. Ook op het gebied van onderwijs en zorg- en welzijnsvoorzieningen zijn de effecten direct merkbaar voor de inwoners. Door de daling van het inwoneraantal lopen bovendien de gemeentelijke inkomsten terug. Investeringen kunnen daardoor niet meer rendabel worden gemaakt, waardoor investeerders (inclusief woningcorporaties) afhaken. Uiteindelijk ligt verpaupering op de loer. Bij het zoeken naar een visie op de krimpopgave zijn twee basisprincipes erg belangrijk: • de oplossing moet vooral worden gezocht in economische, maatschappelijke en infrastructurele vernieuwingen. Een aanpak die alleen gericht is op wonen, is slechts symptoomaanpak; • De aanpak zal daarom gebiedsgericht, dus gericht op meerdere functies in een regio, moeten worden aangepakt. De aanpak van de stedelijke vernieuwing in de afgelopen decennia kan daarbij als een beproefd voorbeeld dienen. Letsel
STAD
Als instrumenten die een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van de financiële problematiek in de krimpgebieden zijn genoemd: • samenwerking op regionaal niveau is een eerste vereiste, met een gezamenlijke programmering en financiering. Het opzetten van een regionaal ontwikkelingsbedrijf (de Hakkebuurt Krimp Ontwikkelings Maatschappij) kan een belangrijk hulpmiddel zijn; • de inzet van financiële middelen moet met verschillende uitwerkingen worden opgezet: van stimuleringsmiddelen tot tekortfinanciering. Belangrijk is, dat de kosten als gevolg van de Hielekamp krimp voor de verschillende deelterreinen nauwkeurig in beeld worden gebracht (wonen, Knobbeldorp welzijn en zorg, economie, etc); • ook planologische instrumenten kunnen worden ingezet. Gedacht kan worden aan: globaler en ruimer bestemmen, het toestaan van recreatieve bewoning, Tenegem meer variatie in welstandsregimes; • ten behoeve van de woningmarkt is garantiestelling een belangrijk financieel hulpmiddel om de verkoop MEINT POOL (Akro Consult) van woningen te stimuleren. Gedacht kan worden aan een regionaal garantiefonds of het creëren van een opkoopfonds; • om het wonen voor bepaalde groepen bewoners aantrekkelijker te maken, kan het aanbieden van casco huur- of koopwoningen worden overwogen; • voor dorpen is het collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) een aantrekkelijke methode voor dorpsuitbreiding. Het enthousiasme en de betrokkenheid bij de deelnemers is meestal groot, terwijl de kosten lager zijn. Hoewel het niet het middel tegen krimp is, kan het voor het betreffende dorp wel een positieve ontwikkeling zijn.
“Krimp doet pijn; het is een structureel probleem”
Enkel
Nagelenhout
Buro Vijn is behulpzaam bij de financiële verkenning van kansen en mogelijkheden.
colofon Aan de werkconferentie en de totstandkoming van deze brochure hebben meegewerkt:
• • • • • • • • • • • •
Emme Groot, gemeente Delfzijl Rein Hagenaars, Woningcorporatie Wonen Noordwest Friesland Nienke Vellema, Vereniging Groninger Dorpen Meint Pool, Akro Consult Koos Seerden, RBOI-Rotterdam Anneke van der Meer, Buro Vijn Dick Takkebos, Buro Vijn Carla Mol, Buro Vijn Jules van der Weerd, Buro Vijn Robyn Winsser, Buro Vijn Ruurd Gjaltema, Buro Vijn Ton Hoekstra, Buro Vijn.
De werkconferentie werd gehouden op Brasserie Landgoed Stania State (naast Buro Vijn) op 29 september 2010 Stania State Rengersweg 98 Postbus 81 9062 ZJ OENTSJERK
T 058 - 256 25 25
[email protected] www.burovijn.nl