2014
Knipperlichten Conflict Management
Luc Demeyere 20 februari 2014
Minerv ast raat 5 • 19 30 ZAV EN TEM • T +32 ( 0) 2 275 00 75 • F +32 ( 0) 2 275 00 70 • w w w .cont rast -l aw .be
Overzicht I.
De nieuwe Belgische arbitragewet van 24 juni 2013
II. De gewijzigde Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties III. De wet van 22 november 2013 inzake de
kwaliteitsrekeningen van advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen IV. De wet van 24 oktober 2013 inzake aanpassingen van
vonnissen 2
I. De nieuwe Belgische arbitragewet van 24 juni 2013 Arbitrage: conflictbeslechting op contractuele grondslag en arbiters
betaald door partijen
3
De nieuwe Belgische arbitragewet is gebaseerd op de Uncitral modelwet • Toelichting bij de Uncitral modelwet • Redenen om de nieuwe wet te baseren op de Uncitral modelwet • Unanieme goedkeuring in parlement
4
Hoofdstuk I
- Algemene bepalingen
Hoofdstuk II
- Arbitrage-overeenkomst
Hoofdstuk III - Samenstelling van het scheidsgerecht Hoofdstuk IV - Bevoegdheid van het scheidsgerecht Hoofdstuk V
- Arbitrale gedingvoering
Hoofdstuk VI - Arbitrale uitspraak en de afsluiting van de procedure Hoofdstuk VII - Rechtsmiddelen tegen de arbitrale uitspraak Hoofdstuk VIII - Erkenning en uitvoerbaarverklaring van de arbitrale uitspraken Hoofdstuk IX - Verjaring Overgangsbepaling Inwerkingtreding 5
Hoofdstuk I - Algemene bepalingen • Arbitreerbaarheid (nieuwe bepalingen in cursief) - geschillen van vermogensrechtelijke aard: reden van vermelding - geschillen vatbaar voor dading - wettelijke uitsluitingen: onder meer in het arbeidsrecht
en in het verzekeringsrecht - arbitreerbaarheid van specifieke overeenkomsten: concessieovereenkomsten en
handelsagentuurovereenkomsten
6
Hoofdstuk I - Algemene bepalingen
• Arbitrage en publiekrechtelijke rechtspersonen • Plaats van arbitrage als bijkomende aanknopingsfactor voor de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken • Wettelijke definitie van: mededeling, bestemmeling
berekening van termijnen • Vermoeden van afstand van gekende en zonder rechtvaardiging niet ingeroepen onregelmatigheid
7
• Rechterlijke bevoegdheid: - voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg zetelend zoals in kortgeding: beslissingen inzake, samengevat, de organisatie van de arbitrale procedure, met uitsluiting van rechtsmiddelen - in alle andere gevallen: rechtbank van eerste aanleg beslissend in eerste en laatste aanleg; enkel nog cassatie mogelijk - enkel rechtbanken Antwerpen, Brussel, Gent, Luik, Mons 8
• Rechterlijke bevoegdheid (vervolg): - bevoegdheid voorzitters in kort geding en beslagrechters ongewijzigd - dus 27 rechtbanken en beslagrechters (12 vanaf 1 april 2014)
9
Hoofdstuk II - Arbitrageovereenkomst • Het geschrift is geen bestaansvoorwaarde • Inroepen van de exceptio arbitrandi in de gerechtelijke procedure, belet geenszins de voortzetting van de arbitrale procedure
10
Hoofdstuk III - Samenstelling van het scheidsgerecht • Tenzij andersluidende overeenkomst, geen uitsluiting omwille van nationaliteit • Tenzij andersluidende overeenkomst, wettelijke regeling tot wraking van een arbiter
11
Hoofdstuk IV - Bevoegdheid van het scheidsgerecht • Exceptio van de rechtsmacht van het scheidsgerecht in principe in de eerste conclusie, en geen rechtsmiddel tegen
geïsoleerde uitspraak inzake rechtsmacht
12
Hoofdstuk IV - bevoegdheid van het scheidsgerecht
• Voorlopige of bewarende maatregelen bevolen door het scheidsgerecht (1) – onverminderd voorlopige of bewarende maatregelen te bevelen door de rechtbanken, principiële bevoegdheid van het scheidsgerecht, met uitsluiting van het bewarend beslag – wijziging van voorlopige of bewarende maatregelen, en het scheidsgerecht kan een waarborgverplichting opleggen – informatieverplichting aan het scheidsgerecht – voorlopige of bewarende maatregelen uitgevoerd op eigen risico 13
Hoofdstuk IV - bevoegdheid van het scheidsgerecht
• Voorlopige of bewarende maatregelen bevolen door het scheidsgerecht (2) – erkenning of uitvoerbaarverklaring door de rechtbank van eerste aanleg, die waarborg kan opleggen zo dit nog niet gebeurde
– beperkte hypotheses van weigering tot erkenning of tenuitvoerlegging door de rechtbank van eerste aanleg, zonder mogelijkheid tot onderzoek ten gronde van de voorlopige of bewarende maatregel
• Belgische rechter bevoegd tot voorlopige of bewarende maatregelen, ongeacht of de plaats van de arbitrage in of buiten België 14
Hoofdstuk V - Arbitrale gedingvoering • Principe van de vrije bepaling van de procedureregels - verhoor van personen - mededeling van bewijsmiddelen (dwangsom mogelijk) - valsheid in onderhandse geschriften (te onderscheiden
van valsheid in authentieke akten)
15
Hoofdstuk V - Arbitrale gedingvoering
• Mondelinge debatten • Arbitrageprocedure tegen een verstekdoende partij • Aanstelling van deskundigen; ondervraging van deskundigen; ondervraging van technische raadslieden • Beroep op de rechtbank om bewijs te verzamelen • Tussenkomst van een derde
16
Hoofdstuk VI - Arbitrale uitspraak en de afsluiting van de procedure • Toepasselijk recht; mits machtiging door de partijen: oordelen als goede personen • De weigerachtige arbiter • Mogelijk beroep op de rechtbank om termijn aan de arbiters op te leggen om uitspraak te doen • Verplichte vermeldingen; onder meer inzake de arbitragekosten • Dwangsom opgelegd door het scheidsgerecht 17
Hoofdstuk VII - Rechtsmiddelen tegen de arbitrale uitspraak • Hoger beroep enkel indien desbetreffende arbitrageovereenkomst, en verplichting beroepsprocedure uit te putten • Vordering tot vernietiging: enkel in de limitatief opgesomde gevallen - op vordering van de belanghebbende partijen - op vaststelling door de rechtbank van eerste aanleg
18
• Termijn: 3 maanden vanaf de mededeling • Geen vernietiging in specifieke hypotheses waarin de belanghebbende partij bleef stilzwijgen • Mogelijkheid tot opschorting van de gerechtelijke procedure
om arbiters toe te laten de vernietiging weg te werken • Mogelijkheid tot contractuele uitsluiting van vernietigingsvordering tussen "niet-Belgen "
19
Hoofdstuk VIII - Erkenning en uitvoerbaarverklaring van de arbitrale uitspraak • Is de voorwaarde tot de tenuitvoerlegging, ongeacht of de arbitrale uitspraak in of buiten België gewezen
• Territoriaal bevoegde rechtbank • Vordering op eenzijdig verzoekschrift • Weigering van erkenning en tenuitvoerlegging enkel in de
limitatief opgesomde gevallen - op derdenverzet door de belanghebbende partij - op vaststelling door de rechtbank van eerste aanleg
• Internationale verdragen primeren 20
Hoofdstuk IX - Verjaring • 10 jaar vanaf de mededeling
21
• Overgangsrecht: Oude wet blijft toepasselijk op alle procedures (zowel arbitrale als gerechtelijke procedures) aangevangen voor 1 september 2013
22
• Te onthouden: – Gewijzigde bevoegdheden van de rechtbanken – Uitsluiting hoger beroep – Overgangsrecht
23
II. Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties
24
Een van de weinige wetten in het voordeel van de schuldeiser
25
Wet van 2 augustus 2002 • Recent: wijziging Wet van 2 augustus 2002 – Gewijzigd door de Wet van 22 november 2013 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties, B.S. 10 december 2013 – Omzetting van Richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties implementeert 26
Wet van 2 augustus 2002 • Recent: wijziging Wet van 2 augustus 2002 – Is retroactief in werking getreden voor contracten afgesloten op of na 16 maart 2013 (met uitzondering van nieuw art. 3/1)
27
Wet van 2 augustus 2002 • Ratione Personae (nieuwe wet) Van toepassing op (a) ondernemingen onderling of (b) tussen ondernemingen en overheidsinstanties die leiden tot het leveren van goederen, het verrichten van diensten of het
ontwerp en de uitvoering van openbare werken en bouw- en civieltechnische werken tegen vergoeding
28
Wet van 2 augustus 2002 • Ratione Materiae – Nieuw artikel 3/1: de wet is slechts van toepassing op transacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties, waarbij de schuldenaar een overheidsinstantie is, in de mate dat er geen specifiekere regelgeving inzake
overheidsopdrachten is – Schadevergoedingen of vergoedingen voor verborgen gebreken of laattijdige levering vallen niet onder de wet
29
Wet van 2 augustus 2002 • Betalingstermijnen – Principe van betalingstermijn 30 dagen voor handelstransacties tussen ondernemingen blijft behouden (nieuw art. 4§1); langere termijn, zelfs langer dan 60 dagen, kan overeengekomen worden, voor zover billijk en voor zover
geen kennelijk onevenwicht (controle door rechter - art. 7)
30
Wet van 2 augustus 2002 • Betalingstermijnen – Betalingstermijn van 30 dagen voor handelstransacties tussen bedrijven en overheidsinstanties, tenzij een langere termijn objectief gerechtvaardigd is door de bijzondere aard of door bepaalde elementen van de overeenkomst, zonder meer dan
60 dagen te mogen bedragen (nieuw art. 4 §2) • Uitzondering: voor transacties met overheidsbedrijven die gezondheidszorgen verstrekken en erkend door de in art. 128,
130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden: standaardtermijn van 60 dagen (nieuw art. 4§2) 31
Wet van 2 augustus 2002 • Betalingstermijnen – Handelstransacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties: in geen geval mag de ontvangstdatum van de factuur bij contractuele overeenkomst tussen schuldenaar en schuldeiser worden vastgelegd (nieuw art. 4§2 )
32
• Sancties wegens laattijdigheid − Onveranderd: vanaf de dag volgend op het verstrijken van deze betalingstermijn van 30 dagen van rechtswege en zonder ingebrekestelling recht op de betaling van de interest
33
Wet van 2 augustus 2002 • Sancties wegens laattijdigheid – Interest verhoogd: interest tegen referentie-interestvoet vermeerderd met 8 procentpunten (voor 16 maart 2013: 7 procentpunten), afgerond tot het hogere halve procentpunt
34
• Sancties wegens laattijdigheid (Mededeling over de interestvoet die van toepassing is in geval van betalingsachterstand bij handelstransacties, B.S. 23 januari 2014)
35
• Sancties wegens laattijdigheid − Andere nieuwigheden: − de schuldenaar kan bewijzen dat hij niet verantwoordelijk was voor vertraging (nieuw art. 5, lid 1) − de invorderingskosten vanaf nu forfaitair minimum van 40 EUR (nieuw
art. 6) − de rechtsplegingsvergoeding uitdrukkelijk wel toegelaten (nieuw art. 6) − Uitbreiding berekeningsbasis verschuldigd bedrag: hoofdsom +
toepasselijke belastingen, rechten, heffingen of kosten als vermeld in de factuur of in een gelijkwaardig verzoek tot betaling (nieuw art 2, 6°) 36
• Controle- en verificatietermijnen Overeengekomen termijnen die de koper toelaten de geleverde goederen eerst grondig te inspecteren, vooraleer de betalingstermijn begint te lopen – niet geregeld in oude wet – nu beperkt tot 30 dagen, tenzij een andere duur overeengekomen die niet kennelijk onbillijk is (nieuw art. 4)
37
Wet van 2 augustus 2002 • Billijkheid contractuele afwijkingen − Criterium onbillijkheid verfijnd: “bij de beoordeling van het kennelijke onbillijk karakter zal de rechter onder meer nagaan of het contractueel beding een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen ten
nadele van de schuldeiser en of de schuldenaar objectieve redenen heeft om af te wijken van de bepalingen van dit hoofdstuk”
− Ieder beding dat strijdig is met de bepalingen van dit artikel wordt voor niet-geschreven gehouden. (nieuw art. 7, lid 1) 38
• Billijkheid contractuele afwijkingen − “Voor de toepassing van het eerste lid worden contractuele bedingen of praktijken die de betaling van interest voor betalingsachterstand uitsluiten, als kennelijk onbillijk beschouwd” (nieuw art. 7, lid 3) − “Voor de toepassing van het eerste lid worden contractuele bedingen of praktijken die een vergoeding van invorderingskosten als bedoeld in artikel 6 uitsluiten, vermoed
kennelijk onbillijk te zijn” (nieuw art. 7 lid 4) 39
III. Wet van 22 november 2013 inzake de kwaliteitsrekeningen van advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen Vraag: ontsnappen de derdengelden aan de schuldeisers van advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen?
40
Wet van 22 november 2013 • Definitie “Kwaliteitsrekening”: Een rekening waarbij bij de tenaamstelling wordt aangegeven dat de titularis die rekening houdt in een bepaalde kwaliteit of hoedanigheid (Dirix)
• Bescherming voor schuldeisers van titularis van de kwaliteitsrekening ontwikkeling door rechtsleer en rechtspraak
41
Wet van 22 november 2013 • Principe onderuit gehaald door het “ CARPA”-arrest van 27 januari 2011 “Bij gebrek aan specifieke wettelijke bepalingen, behoren de geldsommen die gestort worden op een derdenrekening die de advocaat op zijn eigen naam en voor eigen rekening opent, ongeacht hun herkomst, tot de
schuldvordering van die advocaat op de bank en vermengen zich ze zich met het geheel van zijn vermogen. De persoonlijke schuldeisers van de advocaat kunnen derhalve in de handen van de bank derdenbeslag laten leggen op het creditsaldo van die rekening” (Hof Van Cassatie)
42
Wet van 22 november 2013 – Nieuw art. 8/1 Hypotheekwet • De schuldvorderingen op gelden, effecten en geldwaardige papieren aan toonder die ten behoeve van een derde zijn geplaatst op de derdenrekeningen van advocaten (artikelen 446quater, 446quinquies Ger. W.), gerechtsdeurwaarders (artikelen 522/1 en 522/2 Ger. W.) en notarissen (artikelen 34 en 34bis van de wet) op het notarisambt zijn afgescheiden van het vermogen van de rekeninghouder
43
Wet van 22 november 2013 – Nieuw art. 8/1 Hypotheekwet • Deze schuldvorderingen vallen buiten de samenloop tussen de schuldeisers van de rekeninghouder en alle verrichtingen met betrekking tot deze schuldvorderingen kunnen aan de boedel worden tegengeworpen, voor zover ze verband houden met de
bestemming van deze gelden, effecten en geldswaardige papieren aan toonder • De gelden vallen buiten de vereffening van het
huwelijksvermogensstelsel en de nalatenschap van de rekeninghouder 44
Wet van 22 november 2013 – Nieuw art. 34 Wet op het notarisambt: • Geldsommen (> 2500 EUR) die bestemd zijn voor derden en die niet binnen de maand kunnen worden gestort aan de begunstigde, moeten op een afzonderlijke derdenrekening worden overgemaakt en die ontvangen zijn tijdens uitoefening beroep moeten binnen de maand aan begunstigde worden overgemaakt; • Notarissen maken een onderscheid tussen eigen gelden en derdengelden; • Gelden ten behoeve van cliënten of derden worden uitsluitend gestort op een rekening (derden- of rubriekrekening) bij een vergunde financiële instelling of
de Deposito- en Consignatiekas, overeenkomstig de wettelijke voorwaarden en aanvullende regels Nationale Kamer der Notarissen (§1 en 3) 45
Wet van 22 november 2013 – Nieuw art. 34 Wet op het notarisambt: De derdenrekening is een globale rekening waarop gelden worden ontvangen of beheerd die naar cliënten of derden moeten worden doorgestort. De rubriekrekening is een geïndividualiseerde rekening geopend met betrekking tot een bepaald dossier of voor een bepaalde cliënt (§2)
46
Wet van 22 november 2013 – Nieuw art. 34 Wet op het notarisambt: • Behoudens uitzonderlijke omstandigheden stort de notaris de op zijn
derdenrekening ontvangen gelden zo vlug mogelijk door aan de bestemmeling. Indien niet mogelijk binnen de 2 maanden na ontvangst, stort hij deze op een rubriekrekening (niet van toepassing als minder dan 2.500 EUR) […] (§4) • Alle sommen, ongeacht het bedrag ervan, die door de gerechtigde niet zijn
teruggevorderd noch aan hem zijn overgemaakt twee jaar na de afsluiting van het dossier naar aanleiding waarvan zij door de notaris werden ontvangen, worden door deze laatste in de Deposito- en Consignatiekas gestort. De termijn wordt geschorst zolang deze sommen het voorwerp uitmaken van een rechtsgeding […] (§5)
47
Wet van 22 november 2013 – De artikelen 446quater en 446quinquies van het Gerechtelijk Wetboek: – Ingevoegd bij Wet van 21 december 2013 – Artikelen treden in werking op 1 juli 2014
– Regelen de verhandeling van gelden, geldswaardige papieren en effecten aan toonder en de voorwaarden voor het openen van kwaliteitsrekeningen – Aanvullende regels en toezicht mogelijk door de Ordes van advocaten 48
Wet van 22 november 2013 – Nieuw art. 8/1 Hypotheekwet • Verwijzing naar de artikelen 522/1 en 522/2 Gerechtelijk Wetboek – Ingevoegd door Wet van 7 januari 2014 tot wijziging van het statuut van gerechtsdeurwaarders (B.S. 22 januari 2014) – In werking getreden op 2 februari 2014
49
• Evaluatie Wet: – Eindelijk een juridische grondslag voor de vermogensafscheiding bij kwaliteitsrekeningen: grote stap voorwaarts wat rechtszekerheid betreft – De Ordes der advocaten, de Federatie van notarissen en de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders krijgen een belangrijke rol inzake regelgeving en toezicht
50
IV. Wet van 24 oktober 2013 inzake aanpassingen van vonnissen
51
Wet van 24 oktober 2013 • Wet van 24 oktober 2013 tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de verbetering
van materiële verschrijvingen of het herstel van omissies in rechterlijke beslissingen alsook de uitlegging van rechterlijke beslissingen. • Gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 24 januari 2014 • In werking getreden op 3 februari 2014
52
Wet van 24 oktober 2013 • Voor de wetswijziging: – (oud) Art. 793:
De rechter die een onduidelijke of dubbelzinnige beslissing heeft gewezen, kan die uitleggen, zonder evenwel de daarin bevestigde rechten uit te breiden, te beperken of te wijzigen
– (oud) Art. 794: De rechter kan de verschrijvingen of misrekeningen die in een door hem gewezen beslissing voorkomen, verbeteren, zonder evenwel de daarin bevestigde rechten uit te breiden, te beperken of te wijzigen 53
Wet van 24 oktober 2013 Probleem 1: De rechter die was vergeten om zich over een bepaald punt van de vordering uit te spreken, kon zijn beslissing met kracht van gewijsde niet meer aanpassen (vb. met betrekking tot nalatigheidsinteresten) want geen “verschrijving” of “rekenfout”; Enige mogelijkheid was hoger beroep
54
Wet van 24 oktober 2013 Probleem 2: De jurisprudentie aanvaardde dat ook de beslagrechter bevoegd was om beslissingen waar onduidelijkheid bestond bij de tenuitvoerlegging te interpreteren, maar geen wettelijke basis: juridische onzekerheid
55
• Voornaamste vernieuwingen: – Beslagrechter thans ook uitdrukkelijk bevoegd om een onduidelijke of dubbelzinnige beslissing uit te leggen (art. 793 Ger. W.) – Materiële verschrijvingen (voorheen “verschrijvingen en misrekeningen”) + omissies kunnen worden rechtgezet (art. 794 Ger. W.) door het gerecht dat de beslissing heeft gewezen, of door het gerecht waarnaar de beslissing wordt
verwezen 56
• Voornaamste vernieuwingen: – Verbeteringen zowel door gerecht dat de beslissing heeft gewezen als de beslagrechter (art. 794 Ger. W.) • Bij verbeteringen door de beslagrechter moeten de gegevens van de verbetering zich bevinden in de tekst zelf van de te verbeteren beslissing (art. 794 Ger. W.)
57
• Voornaamste vernieuwingen: – Herstelmogelijkheid van een in een kracht van gewijsde gegane beslissing thans mogelijk: het gerecht dat verzuimd heeft om zich over een punt van de vordering uit te spreken kan deze omissie onder bepaalde voorwaarden alsnog
rechtzetten (art. 794/1 Ger. W.) • Verzoek moet worden ingediend ten laatste een jaar nadat beslissing in kracht van gewijsde is gegaan
58
• Voornaamste vernieuwingen: – Procedure: de zaak wordt aan de rechter voorgelegd bij verzoekschrift op tegenspraak of bij gezamenlijk verzoekschrift (art. 796 Ger. W.) – Ambtshalve uitlegging en verbetering thans mogelijk (art. 797 Ger. W.) – Een verbeterde beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan is enkel nog vatbaar voor cassatie (art. 801/1 Ger. W.)
59
Minerv .cont M inerv ast raat 5 • 19 30 ZAV EN TEM • T +32 ( 0) 2 275 00 75 • F +32 ( 0) 2 275 00 70 • w w w .co nt rast -l aw .be