Kijken door de ogen van een ander Een onderzoek naar de vorming van het moreel oordeelsvermogen van tieners in hun beleving naar de jeugdserie SpangaS
Ma-scriptie Media & Cultuur Televisiestudies Marloes van Zuijlen – 0553417 Hugo de Grootstraat 16 2613 TV Delft
[email protected] - 06 34528662
Begeleider: E. Laeven – Tweede Lezer: J. Hermes 8 november 2010
Abstract In deze Master scriptie wordt onderzocht in hoeverre de jeugdserie SpangaS bijdraagt aan het moreel oordeelsvermogen van kinderen van 9 tot 13 jaar. De populaire jeugd (soap)serie SpangaS gaat over de belevenissen van leerlingen op een middelbare school en is dagelijks te zien op Z@pp. Door de verbeelding van verhalen in SpangaS kunnen kinderen op natuurlijke wijze een beeld van andere kinderen, situaties en omgevingen verkrijgen. Empathie, het vermogen van iemand om zich in te leven en te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van anderen, kan de morele betrokkenheid van kinderen vergroten. Een aantal auteurs (Krijnen, 2007; Currie, 1995; Nussbaum, 1995) betoogt dat fictie kan helpen bij het herkennen van morele situaties en het maken van morele keuzes. Terwijl Nussbaum zicht op literatuur richt, stelt Currie dat kijkers zich in situaties die in fictie voorkomen, verplaatsen en zich in de gevoelens van personages inleven. Krijnen beschrijft in haar onderzoek naar televisie en moraal eenzelfde soort proces dat bestaat uit drie delen: het herkennen van een situatie als moreel relevant, het herkennen van de verschillende perspectieven die in een situatie van belang zijn en het kunnen inschatten van de consequenties voor iedereen die bij de situatie betrokken is. Naast de narratieve benaderingen is er ter ondersteuning van de kwalitatieve analyse binnen dit onderzoek ook een meer psychologische benadering nodig. Konijn en Hoorn onderscheiden drie fases in de beoordeling van fictionele personages: encoding, comparison en response. De fases van Konijn en Hoorn komen deels overeen met de drie performatieve stijlen die De Bruin omschrijft in zijn onderzoek: ‘deconstructie’, ‘associatie’ en ‘moralisatie’ die jongeren gebruiken om verschillende identiteiten te reconstrueren. Binnen dit onderzoek zullen deze performatieve stijlen in combinatie met de fases van Konijn en Hoorn en de driedeling van Krijnen gebruikt worden om de gesprekken met de respondenten te analyseren. Voorafgaand aan de kwalitatieve analyse is er een narratieve analyse uitgevoerd waarin de hoofdpersonages en de onderwerpen waar aan zij gekoppeld zijn, beschreven. Daarnaast is het forum van spangas.nl, die een verlengstuk vormt van de serie, kritisch bekekenen. Uit de narratieve analyse en het forum onderzoek zijn twee overkoepelende thema’s aan te wijzen, namelijk seksualiteit en etniciteit.
2
Om de hoofdvraag te beantwoorden in hoeverre SpangaS bijdraagt aan het moreel oordeelsvermogen van tieners, heb ik een kwalitatief publieksonderzoek uitgevoerd onder kinderen uit de hoogste klassen van de basisschool in de leeftijd van 9 tot 13 jaar. In totaal zijn er drieëntwintig respondenten in focus groepen geïnterviewd om tot uitspraken te komen over aspecten die een rol spelen bij moreel oordelen. De jonge kijkers gebruiken verschillende manieren om te laten zien dat ze mediawijze personen zijn die zich niet zomaar laten beïnvloeden door mediateksten. Ze tonen in de interviews aan dat ze kennis van zichzelf en andere mensen hebben en over een duidelijke mening over morele vraagstukken beschikken. Ze gebruiken SpangaS om zichzelf als mens te positioneren en duidelijk te maken wie ze zijn en waar ze voor staan in het leven. De respondenten bekritiseerden onder andere het seksueel gedrag van de personages. Ze uiten hun oordeel over de wisselende liefdesrelaties en homoseksualiteit in SpangaS waarbij ze het gedrag van de personages toetsen aan hun eigen waarden. Een ander thema waarbij de meningen van de respondenten duidelijk naar voren komen, is de representatie van etnische minderheden in SpangaS. De kritiek van de tieners richt zich voornamelijk op de ongeloofwaardigheid van de verschillende etniciteiten in SpangaS. Ook het belang van ‘jezelf’zijn, blijkt een belangrijke waarde te zijn voor de tieners in dit onderzoek. SpangaS biedt de jonge kijkers de mogelijkheid morele dilemma’s te ervaren waardoor tieners kunnen nadenken over hun eigen moraal. SpangaS zou op deze manier aan verandering van morele standpunten van kijkers kunnen bijdragen.
3
Voorwoord De scriptie als kroon op de studie Media & Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam die ik met een glimlach afrond. De scriptie waar ik hard aan heb gewerkt maar soms net zo hard weer voor ben weg gerend. Woorden van dank gaan uit naar mijn scriptiebegeleider, Erik Laeven, die mij met uiterste precisie van feedback voorzag, ervoor zorgde dat ik kritisch bleef en mij na ieder gesprek enthousiasme en nieuw inzicht gaf om verder te schrijven.
Daarnaast wil ik mijn ouders en vrienden bedanken die mij hebben bijgestaan tijdens het schrijven van mijn scriptie, of me hebben meegesleept of met wie ik het gewoon heel leuk heb gehad tijdens mijn studententijd.
Marloes van Zuylen 8 november 2010
4
Inhoudsopgave H 1 Inleiding H 2 Theorie H 2.1 Moreel denken H 2.2 Moreel oordelen en verhalen H 2.3 Morele verbeelding H 2.3 Empathie H 3 SpangaS als crossmediale soap H 3.1 Soap H 3.2 SpangaS als soap H 3.3 Narratieve analyse H 3.3.1 Personages H 3.3.2 Onderbouw H 3.3.3 Bovenbouw H 3.4 SpangaS als crossmediaal concept H 3.4.1 Spangas.nl Agenda’s H 3.4.2 Spangas.nl Klets mee H 3.5 Thema’s H 3.5.1 Seksualiteit H 3.5.2 Etniciteit H 4 Kwalitatief receptie onderzoek H 4.1 Kijkplezier H 4.2 Morele herkenning H 4.3 Moreel inzicht H 4.4 Morele verbeelding H 5 Conclusie H 6 Literatuur Boeken Wetenschappelijke artikelen Krantenartikelen Internetbronnen Bijlagen Bijlage 1: Brief toestemming ouders Bijlage 2: Transcript interview 1 Bijlage 3: Transcript interview 2 Bijlage 4: Transcript interview 3 Bijlage 5: Transcript interview 4
6 11 11 13 15 17
22 22 24 26 26 27 30 33 33 34 37 37 38
40 42 43 48 50
58
62 62 64 65 65
66 67 68 78 88 95
5
“Televisie leert ons uit andermans doppen te kijken.”
Remco Campert uit: Eendjes voeren
H 1. Inleiding Tieners die hangend voor de buis kijken naar onzinnige programma’s waarin normen en waarden ver te zoeken zijn. Een beeld, ik noem het vooroordeel, dat velen zullen hebben van deze leeftijdsgroep waarmee, net als hun vierkante ogen, het nooit meer goed komt. De televisie wordt vaak verantwoordelijk gesteld voor het overbrengen van culturele en sociale regels en zo ook vaak gezien als boosdoener van het moreel verval van de samenleving. Is de scepsis ten opzichte van de morele waarde van televisie terecht, of hebben de programma’s de kijker wel degelijk iets positiefs te bieden? Televisie spoort mensen aan te reflecteren op hun dagelijks leven en constitueert hen als sociale en morele subjecten. Bepaalde televisieprogramma’s kunnen zelfs bijdragen aan de morele opvoeding van jongeren. Bovendien blijken kijkers zinvolle maatschappelijke en morele inzichten op te doen door genres als de soap. Het morele en culturele verval van de maatschappij en de paniek die hiermee gepaard gaat, is al vanaf de introductie van televisie deel van het publieke en academische debat. Televisie is een onderwerp om kritiek op te hebben om op het gebied van de goede smaak onderscheid te maken tussen ‘interessant’ en ‘oppervlakkig’. Een duidelijk voorbeeld hiervan is Ien Angs publicatie Watching Dallas (Ang, 1985). De Amerikaanse prime time soap Dallas had in Nederland begin jaren tachtig een enorme golf van bezorgdheid en kritiek onder de culturele elite teweeggebracht. Dat deze afkeer van de massacultuur ook gewone mensen stevig in hun greep had, bleek uit Angs onderzoek naar enthousiaste kijkers van Dallas: het merendeel voelde zich genoodzaakt hun voorkeur te verdedigen en te rechtvaardigen, zowel tegenover hun directe omgeving van familie en vrienden, als tegen het discours van de culturele elite (Van Zoonen, 2003: 24). Een ander voorbeeld van de morele paniek omtrent televisie is de slechte invloed die zij zou hebben op kinderen. De gevaren van onbegeleid televisie kijken en de
6
kijkwijzer die hieruit voort gekomen is, is dan ook een mooie illustratie van hoe de reputatie van televisie, de analyse van televisieprogramma’s overschaduwt (Hermes en Reesink, 2003: 145). Gelukkig is het niet alleen de negatieve invloed van televisie en de morele paniek die hiermee gepaard gaat die overheerst. In deze Master scriptie wordt onderzocht in hoeverre de jeugdserie SpangaS bijdraagt aan de morele kennis van kinderen van 9 tot 13 jaar (die ik hierna voor de leesbaarheid tieners zal noemen) in hun weg naar morele volwassenheid. De keuze voor deze leeftijdsgroep ligt voor de hand aangezien kinderen van 9 tot 13 jaar (leerlingen uit de bovenbouw van de basisschool) de doelgroep zijn van SpangaS. In de jeugdsoapserie SpangaS volgen we de dagelijkse belevenissen van tien leerlingen op hun middelbare school, het Spangalis College. SpangaS is een dramaserie van de NCRV voor kinderen die dagelijks wordt uitgezonden op Z@pp. De keuze voor SpangaS, en bijvoorbeeld niet een voor andere jeugdserie, is omdat SpangaS als soap voor kinderen vernieuwend is en op dit moment zeer populair is onder de jeugd. Een andere reden is dat SpangaS een realistisch beeld geeft van het dagelijks leven en kinderen zich hierdoor makkelijk kunnen herkennen in de personages en de situaties waarin zij verkeren. Door de verbeelding van verhalen in een dramaserie als SpangaS kunnen kinderen op natuurlijke wijze een beeld van andere kinderen, situaties en omgevingen verkrijgen. Het gaat hierbij niet om wat zij leren maar hoe zij iets over moraal leren van televisie. Dit leidt tot de hoofdvraag van dit onderzoek:
In hoeverre draagt de jeugdserie SpangaS bij aan het moreel oordeelsvermogen van kinderen van 9 tot 13 jaar?
De relatie tussen televisie en moraal wordt vaak bediscussieerd maar is nog weinig onderzocht. Krijnen (Krijnen, 2007.) deed in haar proefschrift There is more(s) in television onderzoek naar de relatie tussen moraal en televisie. Zij betoogt dat televisie een positieve bijdrage kan leveren aan het ontwikkelen van moraal. Door na te denken over morele dilemma’s in televisieprogramma’s kunnen kijkers morele kennis opdoen over morele dilemma’s in de werkelijkheid. Televisie fungeert dan als een oefenruimte waarin morele standpunten kunnen worden getest zonder dat dit directe consequenties
7
heeft in het echte leven. Curie (1995) noemt dit proces moral learning en spreekt over het verband tussen morele verbeelding en televisie. Dit inzicht is gebaseerd op de theorie van Nussbaum (Nussbaum, 1997) die stelt dat literatuur bijdraagt aan de morele verbeelding waardoor mensen iets leren over moraal en in staat zijn morele dilemma’s te herkennen. In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van kindertelevisie in Nederland (Nikken, 2002; Valkenburg, 2002 ). Dergelijke studies hebben zich voornamelijk gericht op de invloed van media op kinderen. Valkenburg maakte echter duidelijk dat er nog te weinig onderzoek werd verricht vanuit het perspectief van de kinderen zelf. Dit onderzoek kan daarom wetenschappelijk gebied een bijdrage leveren. Ook de soap is decennia lang een veelbesproken onderwerp binnen cultural studies. De wetenschappelijke studies naar soaps richten zich voornamelijk op de beleving van soaps als Goede Tijden Slechte Tijden door vrouwen. Er zijn ook onderzoeken bekend van de beleving van soaps door kinderen maar ook deze studies richten zich op de volwassen soap. De reden hiervoor is dat de jeugdsoap met Zoop, de voorganger van SpangaS, in 2004 pas echt van de grond kwam. In commercieel opzicht is deze studie ook interessant. De leeftijdsgroep van 9 tot 13 jaar is wellicht een lastige doelgroep. Kinderen in deze leeftijdscategorie zijn moeilijker te bereiken dan kinderen die jonger of ouder zijn. Deze kinderen verkeren in een overgangsfase omdat ze op het punt staan om de puberteit in te gaan: ze houden nog steeds wel van kinderprogramma’s, maar ze kijken steeds liever naar programma’s die eigenlijk voor volwassenen zijn bedoeld.
Om tot een antwoord op de hoofdvraag te komen is het allereerst van belang om in de eerste paragraaf van hoofdstuk 2 een algemeen beeld te schetsen wat ethiek, moraal en moreel oordelen is en welke ontwikkelingen binnen het moreel denken van kinderen een rol spelen. Aan de hand van de theorieën van Nussbaum (Nussbaum, 1995), Currie (Currie, 1995) en Krijnen (Krijnen, 2007) zal ik vervolgens in de tweede paragraaf inzicht proberen te geven in de manier waarop verhalen bijdragen aan morele verbeelding waardoor mensen iets leren over moraal. Aan de hand van de theorie van Raney (Raney, 2004) zal ik het begrip morele verbeelding, die mensen in staat stelt om hun eigen gedrag
8
te reflecteren, uitleggen. Een voorwaarde om tot morele verbeelding te komen, is empathie, dit zal ik in de derde paragraaf beschrijven aan de hand van het begrip closeness van Bilandzic (Bilandzic, 2006) Omdat het onderzoek zich richt op tieners zal ik in deze paragraaf ook een beeld geven van hoe het begrip ‘tieners’ betekenis krijgt in maatschappelijke en wetenschappelijke contexten. Aan het einde van het hoofdstuk wordt duidelijk welke methode gebruikt wordt voor het onderzoek naar het moreel oordeelsvermogen van tieners. De driedeling van Krijnen in het proces van morele evaluatie, de drie fases van Konijn en Hoorn en performatieve stijlen van De Bruin – deconstructie, associatie en moralisatie- zullen de basis vormen voor het uiteindelijke kwalitatieve onderzoek. In het derde hoofdstuk zal SpangaS als soap beschreven worden. Allereerst zal ik de belangrijkste elementen van een soap uiteenzetten om vervolgens in de tweede paragraaf te verduidelijken wat de betekenis is van SpangaS als (jeugd)soap. De belangrijkste inhoudelijke thema’s en de hoofdpersonages die hieraan gekoppeld zijn, zal ik binnen de narratieve analyse in de derde paragraaf behandelen. In paragraaf vier staat SpangaS als crossmediaal concept centraal. De website van SpangaS won in 2009 de gouden apenstaart voor beste kindersite wegens de creatieve en interactieve manier waarop de website een relatie legt met het bijbehorende televisieprogramma. Spangas.nl is een van de populairste kindersites van Nederland waar bezoekers berichtjes kunnen sturen aan de personages uit de serie, zelf een profiel kunnen aanmaken en kunnen discussiëren op het forum. Omdat het internet binnen deze leeftijdsgroep een belangrijke rol speelt, zal het discussieforum op de interactieve SpangaS site betrokken worden in het onderzoek. Op het forum wordt door de kijkers tussen 9 en 13 jaar heftig gediscussieerd over de serie en zijn personages en zal daarom gebruikt worden om voorafgaand aan de kwalitatieve analyse de thema’s uit te lichten die voor kinderen het meest belangrijk zijn. In de vijfde en laatste paragraaf van dit hoofdstuk zullen de meest in het oog springende thema’s uitgelicht worden. Na het plaatsen van het moreel oordelen binnen een theoretisch kader, de betekenis van SpangaS als soap, een narratieve analyse van SpangaS en inzicht in het forum zal in hoofdstuk 4 een kwalitatief receptie onderzoek centraal staan. Er zal onderzocht worden in hoeverre er een patroon te ontdekken is in de manier van moreel oordelen door de
9
jonge kijker. Binnen het kwalitatieve onderzoek zijn tieners van 9 tot 13 jaar, afkomstig uit de bovenbouw van de basisschool, geïnterviewd naar hun beleving van het televisieprogramma. Tijdens de gesprekken zijn zij onderworpen aan discussievragen om te bekijken op welke manier zij Spangas interpreteren, hoe de morele dilemma’s in de serie de kinderen aan het denken zetten over hun eigen morele standpunten en op welke manier zij beelden over zichzelf en de ander met behulp van de jeugdsoap construeren.
10
H 2 Theorie H 2.1 Moreel denken Om erachter te komen in hoeverre SpangaS bijdraagt aan het moreel oordeelsvermogen van tieners zal in dit hoofdstuk het moreel denken in het algemeen en de morele ontwikkeling van kinderen centraal staan. Moreel denken heeft alles te maken met ethiek. Ethiek of moraalwetenschap is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen. In algemene zin probeert ethiek de criteria vast te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als goed of fout kan worden gekwalificeerd en om de motieven en consequenties van deze handeling te kunnen evalueren (Wikipedia. 30 juni 2010). Allereerst zal ik een schets maken van het onderzoek naar de ontwikkeling van het moreel denken van kinderen. In de tweede paragraaf van dit hoofdstuk staat het belang van verhalen met betrekking tot het moreel denken centraal. Aan de hand van de theorieën van Nussbaum en Currie en het onderzoek van Krijnen zal ik uitleggen op welke manier verhalen kunnen bijdragen aan de morele betrokkenheid en het vermogen van mensen om zich te verplaatsen in een ander. In de tweede paragraaf zal ik middels de theorie van Raney (2005) het begrip morele verbeelding, die mensen in staat stelt om hun eigen gedrag te reflecteren, uitleggen. Een voorwaarde om tot morele verbeelding te komen, is empathie, dit zal ik in de derde paragraaf beschrijven aan de hand van het begrip closeness van Bilandzic. De driedeling van Krijnen in het proces van morele evaluatie, de drie fases van Konijn en Hoorn en performatieve stijlen van De Bruindeconstructie, associatie en moralisatie- zijn de elementen die opbouwen naar de methode die ik uiteindelijk ga gebruiken. Piaget en later Kohlberg zijn belangrijk geweest in het onderzoek naar de ontwikkeling van het moreel besef van kinderen. Door aan kinderen morele vraagstukken voor te leggen, stelt Piaget vast dat er een patroon te ontdekken is in de ontwikkeling van het denken van kinderen over morele kwesties (Olthof en Brugman, 1994: 39). Volgens Piaget zijn jonge kinderen egocentrisch in hun denken en niet in staat om te denken vanuit de sociale perspectieven (gedachten, gevoelens) van een ander. Kohlberg verfijnt dit onderzoek en concludeert dat de ontwikkeling van het moreel redeneren van kinderen een vaststaand gefaseerd proces is (Kohlberg, 1984). 11
In navolging van het onderzoek naar het moreel denkvermogen van kinderen, ontdekt psychologe Gilligan (Gilligan in Jensen en Wijnberg, 2010: 45) een verschil in het moreel denken tussen mannen en vrouwen. Mannen benaderen de wereld in termen van principes terwijl vrouwen in de meeste gevallen de voorkeur geven aan een pragmatische moraal. Dit verschil brengt Gilligan aan het licht met een psychologisch experiment waarin jongens en meisjes van rond de zes jaar een ethisch dilemma krijgen voorgelegd. Dit dilemma luidt als volgt: een vrouw is dodelijk ziek en kan alleen gered worden door bepaalde medicijnen die ongelooflijk duur zijn, haar man heeft niet genoeg geld om de medicijnen te kunnen betalen maar de apotheker weigert zijn prijs te verlagen. Moet de man de medicijnen stelen of niet? Gilligan constateert een opvallend verschil tussen de antwoorden van de jongens en meisjes. De meerderheid van de jongens redeneert namelijk principieel; ‘ja, hij moet de medicijnen stelen want het leven is meer waard dan geld’ of ‘nee, hij moet de medicijnen niet stelen want stelen is niet toegestaan’. Er is hier sprake van een rationalistische moraal waarbij negatieve consequenties -het overlijden van de vrouw of de apotheker die bestolen wordt- door de jongens ondergeschikt worden gemaakt aan principes als -stelen is slecht of het leven is meer waard dan geld-. Bij de meisjes is er sprake van een ander moreel bewustzijn, zij proberen het ethisch dilemma op te lossen door het als het ware te ontwijken. Zij stellen dat de man het probleem met de apotheker moet bespreken om de medicijnen gratis te kunnen krijgen of een lening bij de bank moet afsluiten om de medicijnen op afbetaling te kunnen kopen. Dit moreel denken is tegenovergesteld aan dat van de jongens, niet principieel maar empathisch. De positieve consequenties -de moeder redden of de apotheker niet beroven- staan bij de meisjes boven universeel morele principes (Jensen en Wijnberg, 2010: 46). Waar Kohlberg meer nadruk legt op het belang van cognitieve processen als basis van morele ontwikkeling, is er ook een andere benadering die zich net als in het onderzoek van Gilligan meer richt op emoties en waarbij het niet zozeer gaat om de morele kennis van kinderen maar om hun betrokkenheid bij anderen. Empathie, het vermogen van iemand om zich in te leven en te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van anderen, kan de morele betrokkenheid van kinderen vergroten. Naarmate kinderen
12
ouder worden, leren ze om verschillende gezichtspunten tegelijkertijd te reflecteren en te anticiperen op hoe anderen zullen reageren in verschillende situaties.
H 2.2 Moreel oordelen en verhalen Door het gebruik van media, of dit nu televisie, radio, boeken of kranten zijn, kunnen mensen feitelijke kennis verkrijgen. Naast feitelijke kennis bieden media, waaronder televisie, ook de mogelijkheid om dingen te leren op het gebied van waarden en normen. Bilandzic (Bilandzic, 2006:333) spreekt over primaire en secundaire effecten. Televisie leert de kijkers ten eerste feiten over de wereld. Ten tweede vormt televisie attitudes – waarden en normen (ideologie). Deze culturele betekenis van media is te vinden in de toonaangevende publicatie van George Gerbner (Gerbner & Gross, 1976). Gerbner ziet ‘cultuur’ als de manier om gedeelde normen en waarden te produceren en in stand te houden en stelt dat het vertellen van verhalen hier een dominante rol in speelt (Van Zoonen, 2004: 6). De media hebben de rol van cultuurverspreider van instituties als de kerk en het onderwijs overgenomen. Waar vroeger instituties en verhalenvertellers de belangrijkste verspreider van gedragsregels waren, is dat nu, aldus Gerbner, de televisie (Gerbner, 1976). Gerbner stelt dat televisie zo alomtegenwoordig en indringend is, dat ze een cultuur oplegt in plaats van dat ze er deel van uitmaakt. De televisiecultuur of ‘televisiewerkelijkheid’, zoals Gerbner het noemt, leidt tot eenvormigheid in de cultuur; steeds meer mensen zouden de werkelijkheid op dezelfde manier gaan beschouwen, namelijk zoals de televisie ons haar voorspiegelt (Van Zoonen, 2004:7). Televisie reikt evenals het gezin, het onderwijs, het werk en de omgeving morele oriëntaties aan (Krijnen, 2007; Krijnen en Meijer, 2005; Hartley, 1999). De betekenis van morele kwesties kan alleen door individuen zelf gegeven worden, een objectieve waarheid op het gebied van moraal is er immers niet. Waarden en normen staan niet vast en zijn vatbaar voor invloeden van buitenaf; bijvoorbeeld de invloed van media. Een aantal auteurs (Krijnen, 2007; Currie, 1995; Nussbaum, 1995) betoogt dat fictie kan helpen bij het herkennen van morele situaties en het maken van morele keuzes. Nussbaum (Nussbaum, 1995) stelt dat het lezen van literatuur een belangrijk element is in de morele oordeelsvorming van mensen. In literaire verhalen ligt de nadruk
13
op de personages, hun onderlinge verhoudingen en de situaties waarin ze verzeild raken. Deze verhalen bieden te lezer de mogelijkheid om zijn of haar morele perceptie te oefenen. Bij het lezen van romans, is de lezer bovendien intens betrokken bij de personages in het verhaal. Toch kunnen de lezers op afstand naar de belevenissen van de personages kijken omdat ze zelf geen belang hebben bij de uitkomst ervan. Bovendien kan de lezer de tijd nemen om de situatie te reflecteren. Om de lezer, kijker of luisteraar te raken, moeten de personen in het vertelde verhaal geloofwaardig zijn, constateert Nussbaum. De emoties die zij ondergaan, moeten in de juiste verhouding staan tot de gebeurtenissen die zij meemaken, zodat de kijker zich erin kan herkennen. (Van Zuylen naar Nussbaum, 2008). Terwijl Nussbaum (Nussbaum, 1995) zich op literatuur richt, stelt Currie (Currie, 1995) dat een zelfde proces voor alle soorten fictie, dus ook televisie, kan bestaan. 1 Currie stelt dat mensen zich in situaties die in fictie voorkomen, verplaatsen en zich in de gevoelens van personages inleven. Ze simuleren als het ware de gevoelens die een personage heeft, die gevoelens spiegelen zij aan hun eigen gevoelens en hoe hun gevoelens zouden zijn in dezelfde situatie (Curie, 1995: 252). Tonny Krijnen (Krijnen, 2007) beschrijft, in haar onderzoek naar moraal en televisie, een zelfde soort proces. Zij stelt, aan de hand van de zogenaamde literaire traditie (zie Nussbaum, 1995), dat verhalen als een soort laboratorium kunnen fungeren. Zo kan ‘men vrijelijk experimenteren met diverse morele overwegingen en beslissingen zonder daarvan daadwerkelijk de consequenties te ondervinden’. (Krijnen, 2007:176). Krijnen stelt dat deze experimenten zouden leiden tot een ontwikkeling van de morele verbeelding. Deze morele verbeelding bestaat uit drie delen: het herkennen van een situatie als moreel relevant, het herkennen van de verschillende perspectieven die in de situatie van belang zijn en het kunnen inschatten van de consequenties (ook op emotioneel gebied) voor iedereen die bij de situatie betrokken is. Het volgen van een verhaal op televisie, bijvoorbeeld een soapserie,
1
Currie benadrukt dat zijn betoog filosofisch van aard is, dat hij slechts één gezichtspunt op moreel leren
van fictie geeft en dat moral learning (moreel leren) zeker niet de belangrijkste reden is dat mensen naar fictie kijken (Currie,1995:251).
14
kan een referentiekader zijn om na te denken over moraal omdat de kijkers intens betrokken zijn bij de personages in het verhaal. Een kijker of lezer kan op deze manier het verschil bepalen tussen de moraal van een personage en zijn eigen moraal. De verschillen die kijkers ervaren tussen handelingen van een personage en hun eigen denkbeeldig handelen zorgen enerzijds voor een moreel oordeel over het handelen van die personages en anderzijds voor een moreel oordeel over het eigen (denkbeeldig) handelen. Dit is het proces van morele evaluatie. Door de confrontatie met morele dilemma’s in fictie kunnen mensen meer te weten komen over zichzelf, hun eigen morele standpunten en moraal in het algemeen (Nussbaum, 1995; Currie, 1995; Krijnen, 1995). Doordat fictie de mogelijkheid biedt morele dilemma’s te ervaren en kijkers daarbij kunnen zien wat personages anders doen dan zijzelf, leren mensen iets over (hun eigen) moraal (Currie, 1995:254-255). Als de kijker iets leert over moraal in het algemeen is dat moreel leren. Morele evaluatie – het proces waarbij de moraal vergeleken en beoordeeld wordt – heeft invloed op moreel leren. Om inzicht te krijgen in het proces van moreel oordelen zal in de volgende paragraaf de morele verbeelding in relatie tot narratieven en personages centraal staan.
H 2.3 Morele verbeelding Om moreel te kunnen oordelen, is het ontwikkelen van morele verbeelding van belang. Krijnen definieert het begrip morele verbeelding als ‘de mate van iemands morele inzicht en de adequaatheid van de mogelijkheid om te reflecteren op een dagelijkse morele kwestie’ (Krijnen 2007: 27). Zij stelt dat hoe groter het bereik is van de posities die wij ons kunnen voorstellen hoe groter onze morele verbeelding is. Om een moreel oordeel te kunnen vormen is het belangrijk dat de kijker zich kan verplaatsen in een personage. Dat kijkers zich in bepaalde personages inleven en in anderen niet heeft onder andere te maken met het vertel perspectief. Een verhaal wordt vaak vanuit het gezichtspunt van de protagonist verteld waardoor kijkers zich sneller identificeren met de hoofdfiguren. Dit speelt een rol in de morele evaluatie van personages en hun handelen.
15
In het dagelijks leven hangt een oordeel over een handeling vaak samen met de persoon die de handeling verricht. Dit geldt in veel gevallen ook voor fictie. Sommige personages krijgen meer morele ruimte dan anderen (Raney, 2004:360-361). De morele ruimte die personages krijgen staat in verband met de mate waarin een personage leuk gevonden wordt door de kijker. Het leuk vinden van een personage hangt samen met de positie die het personage binnen het verhaal inneemt, maar ook met uiterlijke kenmerken van het personage en overeenkomsten tussen het personage en de kijker. Volgens Raney (2004:354) weten kijkers vaak direct welke personages ze sympathiek moeten vinden. Dit komt door het gebruik van bestaande vertelschema’s die kijkers gebruiken om nieuwe verhalen te begrijpen. De vertelschema’s bestaan uit kennis over opposities als, liefde en haat, geluk en verdriet, goed en slecht die vaak een rol spelen bij drama (Raney, 2004:354). Deze vertelschema’s zorgen ervoor dat kijkers eerst een oordeel vormen over een personage en pas daarna over het handelen van dat personage (Raney, 2005:355). Of een personage geliefd is en goed gevonden wordt, hangt samen met de positie die hij of zij inneemt binnen een verhaal. Door de structuur binnen vertelschema’s worden geliefde personages eerder als moreel juist ervaren. Volgens Raney gaan kijkers hetzelfde om met personages in fictie als met mensen in de eigen omgeving (Raney, 2004:360). Ook in het dagelijks leven is het voor mensen moeilijk een objectief oordeel te vormen wanneer er sprake is van een affectieve band met iemand. Gedrag van anderen, in de eigen omgeving of op televisie, wordt daarom positiever benaderd bij geliefde mensen dan bij niet geliefde of gehate mensen. Kijkers gaan er dus vanuit dat geliefde personages juiste motivaties en niet geliefde personages verkeerde motivaties hebben. Gevolg is dat het succes van geliefde personages door kijkers wordt gezien als iets dat zij door hun eigen goedheid bereikt hebben en wordt falen toegeschreven aan externe factoren (Raney, 2004:359). Het gaat hierbij dus niet om het al of niet goed of slecht moreel handelen van een personage maar om wat de kijker van het personage vindt. Gevolg is, volgens Raney, dat kijkers geliefde personages meer morele ruimte geven dan niet geliefde personages (Raney, 2004:360361). Als een geliefd personage iets doet wat niet door de beugel kan, zal het oordeel milder zijn dan als een gehaat personage hetzelfde doet. Op welke manier personages
16
beoordeeld worden en op welke manier de beoordeling van personages invloed heeft op morele oordelen over hun handelen zal in de volgende alinea’s uiteen worden gezet.
H 2.4 Empathie Een verdere uitwerking van het begrip morele verbeelding en empathie geeft Bilandzic. Een belangrijke voorwaarde om tot morele verbeelding te komen is empathie. Empathie betekent het inleven in de belevingswereld van de ander en het verplaatsen in de gevoelens en gedachten van de ander. Aan de hand van het begrip closeness zal ik de empathie die kijkers kunnen ervaren bij het zien van een televisieprogramma uiteenzetten. Closeness is een belangrijk aspect van moreel oordelen omdat de verschillende oordelen afhankelijk zijn van de mate van empathie die kijkers ervaren. Bilandzic (2006) onderscheidt twee vormen van closeness. De eerste is empathie door ervaring, experiental closeness, waarbij de inhoud meer waarde krijgt als deze aansluit bij de kennis en ervaring van een kijker. Als kijkers specifieke informatie uit hun eigen leven gebruiken om gebeurtenissen uit fictie toe te lichten, is er sprake van closeness. De tweede vorm die Bilandzic noemt, is mediated closeness waarbij het verhaal op zich empathie creëert en de kijker eerder geneigd is het gezichtspunt van een personage in te nemen dan die van zichzelf (Bilandzic, 2006:336). Een gevolg van deze twee vormen van nabijheid is tranportation. Bilandzic legt aan de hand van dit begrip uit dat kijkers zichzelf als het ware in het verhaal verplaatsen en dilemma’s vanuit het standpunt van de personages bekijken. Bilandzic stelt dat de mate van closeness te maken heeft met verschillende factoren, welke hij indeelt in tijd en plaats. De sociale plaats van iemand (geboorteplaats, ras, woonplaats, werk, vrije tijd, relaties etc.) bepaalt wat de positie van een persoon met betrekking tot het onderwerp is. Maar ook de tijd (leeftijd, generatie etc.) bepaalt wat de positie van iemand is. Kinderen ervaren bijvoorbeeld een andere manier van closeness dan volwassenen omdat zij de wereld op een andere manier ervaren. Bettelheim (Bettelheim, 1976) stelt dat dit komt omdat jonge kinderen ‘animistisch’ denken, ofwel zij nemen aan dat alle dingen om hen heen op dezelfde manier voelen, denken en doen als zijzelf. Dit sluit aan bij de theorie van Piaget die stelt dat kinderen zich niet
17
verplaatsen in anderen maar de ander verplaatsen in zichzelf. Voor een kind is het vanzelfsprekend dat dieren in verhalen kunnen spreken, mensen kunnen vliegen of bomen tot leven kunnen komen. Een kind kan in deze beelden, figuren en gebeurtenissen zijn gevoelens gedachten of ervaringen herkennen en voelt de betekenis van symbolen in bijvoorbeeld sprookjes en mythen dan ook goed aan. Volgens Bettelheim zijn realistische verhalen vooral geschikt om kinderen informatie te geven over de buitenwereld maar als het gaat om de ontwikkeling van hun innerlijke wereld, hun emoties, gedachten en fantasieën, dan zijn vooral sprookjes en mythen waardevol (Bettelheim, 1980: 31). Dit verandert naar mate kinderen ouder worden. De fantasieën van acht- tot twaalfjarigen gaan, in tegenstelling tot die van peuters en kleuters, vooral over realistische thema’s. Kinderen krijgen belangstelling voor dingen die in de werkelijkheid kunnen gebeuren (Valkenburg, 2002: 53). Fantasiefiguren zijn niet langer interessant en kinderen identificeren zich, soms in sterke mate, met realistische, menselijke personages. Een zeer belangrijk kenmerk van kinderen van acht tot twaalf jaar is dat ze veel beter dan jonge kinderen in staat zijn om de emoties van anderen te herkennen en te begrijpen. Kinderen kunnen zich gedurende de basisschooltijd zich steeds beter verplaatsen in de perspectieven van anderen. Dit bepaalt ook de voorkeur van kinderen voor karakters in televisieseries en programma’s. Kinderen kijken graag naar karakters die in fysiek en psychologisch opzicht op hen lijken omdat dit hen de mogelijkheid biedt om gebeurtenissen en situaties te observeren die potentieel relevant zijn voor hun eigen leven (Valkenburg: 56). Kinderen identificeren zich dan ook minder met karakters die jonger zijn dan zijzelf en kijken het liefst naar jongeren en volwassenen. Op deze manier kunnen ze zich ook distantiëren van jonge kinderen en de ‘kinderachtige’ programma’s die voor hen gemaakt worden. Dit komt overeen met de deconstructiestijl die De Bruin in zijn onderzoek beschrijft. Oudere kinderen onderscheiden zich van jongere kinderen door te laten zien dat ze in staat zijn fictie van werkelijkheid te onderscheiden. Met de deconstructiestijl vormen jongeren een ‘smart self’: ze tonen de buitenwereld dat ze doorhebben dat televisieprogramma’s een geconstrueerde werkelijkheid zijn (De Bruin: 175).
18
Dit onderzoek staat in het teken van de beleving van tieners, daarom zal ik in de volgende alinea kort aandacht besteden aan de onderwerpen die een belangrijke rol spelen binnen de morele ontwikkeling van deze leeftijdsgroep. De voorkeuren van tieners kunnen nogal uiteenlopen, vooral het verschil tussen jongens en meisjes is vaak duidelijk zichtbaar. Jongens in de basisschoolleeftijd en adolescentie hebben een relatief sterke voorkeur voor actie en geweld, terwijl meisjes meer houden van realistisch drama waarbinnen zich relaties tussen mensen ontwikkelen. Er zijn echter ook specifieke (morele) thema’s die binnen deze leeftijdgroep, ongeacht de sekse, een belangrijke rol spelen. Seksualiteit is een belangrijk onderwerp voor tieners. Vooral in de laatste jaren van de basisschool gaat seksualiteit een steeds grotere rol spelen in de omgang van kinderen met elkaar. Dit is ook logisch aangezien kinderen van deze leeftijd (negen tot dertien jaar) zich in de beginfase bevinden van de overgang van de ene levensfase naar de andere: van kind naar adolescent. Tijdens de preadolescentie verandert het lichaam en de manier waarop jongens en meisjes met elkaar omgaan en alhoewel deze leeftijdgroep vaak nog gezien wordt als kinderlijk en ze zichzelf meestal ook nog als kinderen zien, staan ze op de grens van seksuele volwassenheid (Thorne en Luria, 1986). Een ander thema dat een belangrijke rol speelt onder tieners, is vriendschap. De interactie met leeftijdgenoten wordt steeds belangrijker gedurende de basisschoolleeftijd (Valkenburg, 2002: 57). Kinderen in een leeftijdsgroep delen bepaalde interesses en creëren expliciete normen over hoe leden van de groep zich moeten gedragen. Vriendschap en relaties met leeftijdsgenoten kunnen worden gezien als een context waarbinnen morele regels worden geconstrueerd en gehandhaafd (Bukowski, 1996). Ook zijn kinderen in de leeftijd van negen tot dertien jaar gevoelig voor de mening van andere kinderen. De individuele smaak van kinderen kan gemakkelijk onder druk komen te staan door de normen van de groep waartoe een kind behoort (Valkenburg, 2002: 57).
De beschrijving van de socio-psychologische ontwikkeling van tieners, hun mediavoorkeuren, het verschil in sekse en de onderwerpen die van belang zijn binnen het proces van morele ontwikkeling kunnen inzichten bieden in de leeftijdsgroep die binnen dit onderzoek, en specifiek binnen de kwalitatieve analyse, centraal staat. Voordat ik de
19
focus zal leggen op de narratieve en kwalitatieve analyse zal ik eerst de methode van onderzoek beschrijven. Naast de narratieve benaderingen van Krijnen, Nussbaum en Raney is ter ondersteuning van de kwalitatieve analyse binnen dit onderzoek ook een meer psychologische benadering nodig. Volgens psychologen Konijn en Hoorn zijn de psychologische processen die een rol spelen bij observatie in het echte leven deels ook van toepassing op fictionele situaties. Konijn en Hoorn onderscheiden drie fases in de beoordeling van fictionele personages: encoding, comparison en response (2005:108109). In de eerste fase spelen ethiek, esthetiek en waarheidsgetrouwheid van personages een rol. Mensen met een mooi uiterlijk worden zowel in het ‘echt’ als in fictie positiever beoordeeld. Bovendien wordt er verwacht dat mooie mensen moreel goed zijn (Konijn en Hoorn, 2005: 114). Mooie personages leiden tot meer betrokkenheid en minder mooie personages zorgen voor meer afstand. Dit gaat niet altijd op omdat minder mooie personages soms juist tot meer betrokkenheid leiden, bijvoorbeeld uit medelijden of omdat ze grappig zijn. Naast esthetiek speelt ethiek ook een belangrijke rol in de betrokkenheid van de kijkers bij de personages (Konijn en Hoorn, 2005: 114-115). In de meeste films en series winnen de (moreel) goede personages van de slechte. Dit betekent niet per definitie dat de (moreel) goede personages ook zorgen voor meer betrokkenheid bij de kijker. Een slecht personage als Ludo uit Goede Tijden Slechte Tijden kan een aantrekkingskracht hebben op kijkers terwijl zijn ethisch handelen niet juist is. Konijn en Hoorn stellen dat de voorkeur voor slechte personages veroorzaakt wordt doordat kijkers op zoek zijn naar hun eigen morele grenzen of omdat ze nieuwsgierig zijn naar de gevolgen van onethisch gedrag (Konijn en Hoorn, 2004:115). In de tweede fase, comparison, vergelijken de kijkers fictionele personages met zichzelf om tot een oordeel over het personage te komen. Dit komt overeen met de associatiestijl van De Bruin waarbij jonge kijkers zichzelf op verschillende manieren relateren aan het uiterlijk en gedrag van personages en de situaties waarin zij verkeren (De Bruin: 175). De waargenomen overeenkomsten spelen volgens Konijn en Hoorn net als in het dagelijks leven een grote rol bij identificatie en hebben in de meeste gevallen
20
een positief effect op de mate van betrokkenheid bij personages (Konijn en Hoorn, 2005:111). Overeenkomsten kunnen echter ook afstand veroorzaken als de overeenkomstige kenmerken door kijkers als negatief worden ervaren. Als iemand bijvoorbeeld problemen heeft met zijn homoseksuele gevoelens, kan dit afstand creëren ten opzichte van een personage die hetzelfde doormaakt. Ook geven Konijn en Hoorn een voorbeeld van een onderzoek waaruit blijkt dat vooral kijkers met weinig zelfvertrouwen op zoek zijn naar personages die kenmerken vertonen die tegenovergesteld zijn aan henzelf (Konijn en Hoorn, 2005: 112). De beoordeling van personages en de betrokkenheid van kijkers is dus complex te noemen: een positieve beoordeling van moraal, uiterlijk en realisme van een personage kunnen zowel tot positieve als negatieve beoordeling van het personage leiden. In de derde fase, response, zorgen de oordelen uit de eerste twee fases voor een reactie. De fases van Konijn en Hoorn komen deels overeen met de drie performatieve stijlen die De Bruin omschrijft in zijn onderzoek, ‘deconstructie’, ‘associatie’ en ‘moralisatie’ die jongeren gebruiken om verschillende identiteiten te reconstrueren. Ook Krijnen (2007) stelt dat het proces van morele evaluatie bestaat uit drie delen: het herkennen van een situatie als moreel relevant, de verschillende perspectieven die in de situatie van belang zijn en het kunnen inschatten van de consequenties. Binnen dit onderzoek zullen deze performatieve stijlen in combinatie met de fases van Konijn en Hoorn en de driedeling van Krijnen gebruikt worden om de gesprekken met de respondenten te analyseren.
21
H 3 SpangaS als crossmediale soap In dit hoofdstuk staat de jeugdserie SpangaS centraal. Allereerst zal ik de belangrijkste elementen van een soap uiteenzetten om aan de hand daarvan te verduidelijken wat de betekenis is van SpangaS als (jeugd)soap. Om erachter te komen welke thema’s SpangaS behandelt en wat de hoofdpersonages beweegt in hun handelen, heb ik alle afleveringen van de afgelopen drie seizoenen bekeken. De belangrijkste inhoudelijke thema’s en de hoofdpersonages die hieraan gekoppeld zijn, zal ik binnen de narratieve analyse behandelen. De afleveringen van SpangaS heb ik bekeken vanuit mijn perspectief, dit kan een andere zijn dan de manier waarop tieners de jeugdserie beleven. Dit is de reden waarom ik aan het eind van dit hoofdstuk het forum van SpangaS gebruik om voorafgaand aan de kwalitatieve analyse de thema’s uit te lichten die voor de kinderen het meest belangrijk zijn.
H 3.1 Soap De oorsprong van het genre soap ligt in verhalen in de krant waarin dagelijkse belevenissen van normale mensen werden beschreven. Deze verhalen werden later op de radio uitgezonden en gesponsord door wasmiddelenfabrikanten waardoor de naam ‘soap’ ontstond. De soap is in 1947 naar de televisie over gebracht waarna het is uitgegroeid tot een van de meest bekeken fictieve programmagenres ter wereld (Cantor & Pingree naar De Bruin, 2005: 24). De soap heeft in vergelijking met andere genres een aantal typische kenmerken. Soaps gaan over de relaties tussen normale mensen en de emoties die daarbij horen. Liefde en haat, geluk en ongeluk en trouw en bedrog zijn dan ook veelvoorkomende thema’s in een soap (Van Zoonen, 2004: 46). Een ander typisch kenmerk van een soap is de verhaalstructuur. De verschillende verhaallijnen lopen door de afleveringen heen en hebben geen begin en einde. Een aflevering eindigt met een cliffhanger, een gebeurtenis waarbij een personage in een situatie verkeerd waarbij de kijker zich afvraagt hoe het verder zal gaan (Cantor & Pingree in De Bruin: 25). Daarnaast zijn snelheid en afwisseling belangrijk in een soapserie. Opvallend zijn de snelle montages van beelden waarbij vaak al na drie of vier seconden gewisseld wordt camerastandpunt of kader. Ook
22
de muziek is een wezenlijk onderdeel om een bepaalde sfeer neer te zetten of spanning op te roepen. De vertelwijze in een soap zorgt ervoor dat de kijker zich in kan leven in de beweegredenen en gevoelswereld van de verschillende hoofdpersonen. Door het gebruik van close-ups zijn de emoties van de personages goed zichtbaar en kan de kijker mee leven met de verschillende personages. Daarbij worden altijd de perspectieven van meerdere personages aangeboden, zodat kijkers kunnen meeleven met een personage naar keuze of een situatie vanuit meerdere personages kunnen bekijken (Van Zoonen, 2004: 47). De soap is vanaf het begin van de televisie een genre met een ‘laag-cultureel’ imago. Dit is wellicht de reden waarom er vanaf de jaren tachtig grote academische belangstelling voor is (Hermes & Reesink, 2003: 185). Een onderzoek dat invloedrijk is geweest, is het onderzoek van Ien Ang naar de beleving van Dallas. Ang stelt dat de nadruk op emoties ervoor zorgt dat de kijker zich in kan leven in wat de personages in een soap overkomt. Het gaat daarbij niet om het realisme van de gebeurtenis zelf maar om het idee dat je als kijker hetzelfde zou doen als een personage als je in eenzelfde situatie verkeert (Ang, 1985: 26). Ook in de jaren die volgen, wordt er veel onderzoek gedaan naar de manier waarop de soap een rol speelt in het denken over de eigen identiteit. Qua inhoud is de soap de laatste jaren veranderd omdat er meer ruimte lijkt te zijn gekomen voor maatschappelijke thema’s als abortus, alcoholisme, drugsgebruik en euthanasie. Ook zijn er nieuwe personages toegetreden die eerder nauwelijks werden afgebeeld zoals etnische minderheden en homo’s (De Bruin, 2005: 26). De soap waar het binnen dit onderzoek om gaat, is een nieuw en ander genre ten opzichte van de hierboven besproken traditionele soap opera. SpangaS is een soapserie die speciaal voor kinderen is gemaakt. Naast de vele kinderseries en -programma’s was Zoop de eerste soap voor kinderen. In 2004 was deze soap, over de avonturen van een groep jeugdige dierenverzorgers in een dierenpark, voor het eerst te zien bij jeugdzender Nickelodeon. Producent Johan Nijenhuis verbaast zich over het feit dat het zo lang geduurd heeft voordat de jeugdsoap van de grond kwam, aangezien er opvallend veel jonge kinderen naar bijvoorbeeld Goede Tijden Slechte Tijden kijken. Vier jaar na de start van Zoop is de jeugdsoap niet meer weg te denken uit de vooravond op televisie.
23
Nijenhuis heeft inmiddels het commerciële Nickelodeon verruild voor de publieke NCRV en maakt daar nu SpangaS, een serie over een groep van tien middelbare scholieren.
H 3.2 SpangaS als soap SpangaS 2 wordt elke schooldag uitgezonden door de NCRV op Z@PP en richt zich op de jeugd in de leeftijd van 9 tot en met 12 jaar. Z@pp is een onderdeel van Z@ppelin en is in 2006 als aparte merknaam voor de oudere kinderen geïntroduceerd. Z@ppelin werd daarmee nadrukkelijker het domein voor de jonge kinderen. Z@pp zoekt grenzen op, heeft humor en is een aantrekkelijk platform voor kinderen van de hoogste klassen van de basisschool. SpangaS is sinds 2007 op televisie te zien en trekt dagelijks gemiddeld 260.000 kijkers (Z@pp. Zapp.nl. 3 mei 2010). In de Nederlandse jeugdsoapserie SpangaS draait het om de levens van een groep leerlingen op het Spangalis College. Net als in soaps voor volwassenen wordt in SpangaS veel gebruik gemaakt van close-ups waardoor de jonge kijkers dichtbij de gevoelswereld van de personages kunnen komen. Ook zijn de perspectieven van verschillende hoofdpersonen te zien, zodat kijkers een situatie vanuit meerdere personages kunnen bekijken. Bovendien komt de thematiek (liefde, vriendschap, ruzie etc.) vaak overeen met de traditionele soap. Er zijn echter ook duidelijke verschillen tussen de jeugdsoap en de traditionele soaps die in eerste instantie voor volwassenen zijn bedoeld. Zo worden bepaalde onderwerpen als geweld en extreme narigheid, zoals verkrachting en moord, vermeden. Een ander verschil is dat de gemiddelde leeftijd van de personages in SpangaS een stuk lager ligt dan de gemiddelde leeftijd van de personages in soaps voor volwassenen. Bovendien wordt SpangaS opgenomen op locatie waardoor de beelden er minder goedkoop uitzien dan wanneer ze in een bordkartonnen studio zijn gedraaid. De regisseur van SpangaS, Diede In ‘t Veld, legt in een interview uit waarom SpangaS zich volgens hem onderscheidt van een standaardsoap. De verhaallijnen hebben, zo stelt In ‘t Veld, meer maatschappelijk belang dan in een soap en het doel van SpangaS is dan ook 2
SpangaS is een productie van NL Film & TV, een bedrijf van Alain de Levita en Johan Nijenhuis, dat ook verantwoordelijk is voor populaire films als ’Costa!’, ’Volle Maan’, ’Liever Verliefd’ en de succesvolle series ’ZOOP’ en ’Voetbalvrouwen’. Het idee om SpangaS te maken kwam van de NCRV. (Bron: Trouw. ‘Lief en leed op een middelbare school.’ 2 april 2008)
24
de jeugd dingen te laten zien, ze iets te leren en ze een bredere blik op de wereld te geven (Movie 2 Movie. Interview Diede in ‘t Veld. 2 mei 2010) 3 .
De maatschappelijke betrokkenheid van de leerlingen speelt in SpangaS een grote rol. Zo wordt er een grote goede doelen actie opgezet door Avalanche en maakt Irmak zich in het laatste seizoen druk om kippen in de bio-industrie. Daarnaast is vrijwilligerswerk een terugkerend thema binnen de serie. Barry helpt na schooltijd geestelijk gehandicapte kinderen en eenzame bejaarden en Fay brengt regelmatig een bezoek aan een dementerende vrouw met wie ze spelletjes doet. Barry en Jolé hebben afgelopen seizoen de serie verlaten om samen vrijwilligerswerk in Roemenie te gaan doen. Ook werkt SpangaS professioneel samen met stichtingen en goede doelen zoals de Hartstichting en Edukans. Een voorbeeld van deze samenwerking is het verhaal van een aangeboren hartafwijking dat in SpangaS werd verteld en nog eens uitgebreid behandeld werd op zowel de SpangaS site als de site van de hartstichting. En Edukans had een rol in de serie omdat de personages Fay en Luxor voor deze organisatie naar Nicaragua vertrokken. Ook andere maatschappelijke onderwerpen zoals omgang met financiën komen aan bod. Op maandag 13 september is de SchoolTV-special: SpangaS Leergeld op Z@pp van start gegaan. In het kader van financiële educatie maakt SchoolTV vijf speciale afleveringen samen met de populaire serie SpangaS. Spangas: Leergeld is een speciale, educatieve serie van vijf korte afleveringen waarin de omgang met geld centraal staat en waarin financiële thema’s als sparen, lenen, zakgeld, de invloed van reclame en het afstemmen van uitgaven op inkomsten bod komen. Naast maatschappelijke onderwerpen worden er in SpangaS verschillende onderwerpen behandeld waar jongeren mee te maken hebben, zoals liefde en verkering, seksualiteit en vriendschap maar ook toekomstdromen, idealen en verwachtingen. Om enigszins inzicht te geven in de thematiek van de veelomvattende jeugdsoap zal ik in de volgende paragraaf de hoofdpersonen en de meest opvallende onderwerpen waar zij mee te maken hebben, beschrijven. Dit geeft ook direct een beeld van de personages uit 3
Movie 2 Movie. Interview Diede in ‘t Veld. 31 maart 2010. http://www.movie2movie.nl/98622-Interview-Diede-in-'t-Veld-('SpangaS-op-survival').html
25
SpangaS, welke positie zij in het verhaal innemen en welke eigenschappen zorgen voor een bepaald gevoel van identificatie, sympathie en empathie bij de kijker.
H 3.3 Narratieve analyse De narratieve analyse van SpangaS vormt een van de onderdelen waarop het kwalitatieve onderzoek is gebaseerd. De analyse is dan ook niet het doel van het onderzoek maar wordt gebruikt om de respondenten uitvoeriger te kunnen interviewen. Allereerst zal ik de hoofdpersonen uit SpangaS en de belangrijkste onderwerpen waaraan zij gekoppeld zijn, bespreken. De positie van de personages in het verhaal en de onderwerpen waar zij mee te maken krijgen staan namelijk in verband met de mate waarin een personage sympathiek gevonden wordt en hoe de kijker het personage uiteindelijk moreel beoordeeld (Raney, 2004).
H 3.3.1 Personages De hoofdpersonen uit SpangaS zijn tussen de 12 en 16 jaar en zijn op de delen in de onderbouw en bovenbouw van de middelbare school. De personages vertegenwoordigen de onderwerpen die typerend zijn voor deze leeftijdsgroep. Kinderen, tieners, jongeren, pubers in deze leeftijdsfase staan aan de grens van volwassen worden en dit gaat vaak samen met de zoektocht naar een eigen identiteit. ‘Wie ben ik?’ is een belangrijke vraag maar ‘wie wil ik zijn?’ is misschien nog wel belangrijker voor de jongeren die in deze tijd voortdurend voor keuzes worden gesteld. Keuzes als studie en carrière maar ook in vriendschap, liefde en seksualiteit. Aan het begin van de vorige eeuw werden keuzes door mensen als vanzelf gemaakt, of voor hen gemaakt. De zuil, de godsdienst en de opvoeding bepaalden in hoge mate de politieke voorkeur, het mediagebruik, de sociale contacten en de partnerkeuze (Jensen en Wijnberg, 2010: 16). Maar nu nagenoeg alles tot een vrije keuze is geworden, is de persoonlijke identiteit niet langer een vaststaand feit maar een voortdurende afweging tussen verschillende mogelijkheden en verwachtingen. ‘Wie ben ik, waar sta ik voor, bij welke groep hoor ik en wat wil ik in mijn leven bereiken?’ zijn vragen waar de hoofdpersonen van SpangaS in hun weg naar volwassenheid mee te maken hebben. De toekomstdromen en idealen van de personages gaan vaak hand in hand met de zoektocht naar een persoonlijke, seksuele en culturele 26
identiteit. Aan de hand van de beschrijvingen van de hoofdpersonen uit SpangaS wordt duidelijke welke onderwerpen binnen SpangaS een belangrijke rol spelen.
H 3.3.2 Onderbouw Fay – alternatief, kinderlijke fantasie, biseksualiteit De twaalfjarige Fay, gespeeld door Titia Hoogendoorn, is een dromerig type en leeft in haar eigen fantasiewereld. Ze is erg geïnteresseerd in menselijk gedrag en ontpopt zich op school dan ook als de huispsycholoog voor haar klasgenoten. Regelmatig is Fay te vinden in de werkplaats op school waar ze werkt aan haar kledingontwerpen. Fay is creatief en weet alles van mode, haar droom is om na de middelbare school naar de mode academie of kunstacademie te gaan. De ouders van Fay zijn excentrieke mensen. Zo is haar moeder gek op fantasiefiguren, boogschieten en het maken van miniatuurversies van beroemde gebouwen en houdt haar vader van Engelse literatuur en Shakespeare. Fay is in SpangaS de vreemde eend in de bijt. Ze kleedt zich anders dan haar klasgenoten en heeft de meest uiteenlopende excentrieke kapsels. Door haar wijze uitspraken, komt ze volwassen over maar haar kinderlijke fantasie zorgt ervoor dat ze balanceert tussen kind zijn en volwassen worden. Fay is sterk op zoek naar wie ze is, dit uit zich in de twijfels die ze heeft over haar seksuele geaardheid. Ze zoent met een meisje in het zwembad en weet niet of wie ze nu verliefder is, op Kat of op Rudolf.
Flip – homoseksualiteit, humor Marius Gottlieb en Jasper Gottlieb spelen de rebelse tweeling Tobias en Flip, die het niet makkelijk hebben met hun zus Lana en een vader als conrector. Flip vormt samen met zijn broer Tobias een komisch duo die op school allerlei streken uit haalt. Ze houden ervan om horror filmpjes te maken met hun camera en met zelfgeknutselde littekens en hun gezicht vol nepbloed jagen ze de meisjes op school de stuipen op het lijf. Na de middelbare school willen ze filmmakers worden. Flip wordt gedurende het eerste seizoen van SpangaS verliefd op een jongen. Hij weet niet goed wat hij aan moet met deze homoseksuele gevoelens en vraagt raad bij
27
docent Jochem Damstra, die zelf ook homo is. Flip accepteert zijn homoseksualiteit op een vrij makkelijke manier en komt openlijk voor zijn gevoelens uit. Na de eerste zoen met Mick, door de makers van SpangaS uitgebreid in beeld gebracht, lopen de twee jongens hand in hand door de school. Dit zorgt voor verbaasde blikken onder klasgenoten en vooral zijn broer Tobias heeft aan het begin moeite met het feit dat zijn broer en beste vriend homo is. Door de openheid van Flip, vinden de meeste vrienden en ook zijn broer het al snel gewoon dat Flip een vriendje heeft. Ook thuis wordt er heel normaal gereageerd, Flip vertelt zijn vader dat zijn geliefde komt eten en zijn vader vraagt hoe ze heet, hij antwoordt met de woorden: “Het is geen ze maar een hij.” Later in de serie wordt Flip ook nog verliefd op Coen.
Tobias - jeugdige vrolijkheid, humor De dertienjarige Tobias is de tweelingbroer van Flip. Tobias is een levendige jongen en altijd vrolijk. Zijn klasgenoten vinden hem het meest irritante van de twee omdat hij vaak het initiatief neemt bij grappen, streken en pesterijen. Alhoewel ze soms flink kattenkwaad uithalen, mogen de meeste docenten de broertjes wel. Ze zijn grappig, slim en halen goede cijfers. Tobias vertegenwoordigt de jeugdige en onbezorgde levensstijl. Naast de problemen en onzekerheden waar jongeren vaak mee te maken hebben, is jong zijn ook de periode van vrijheid blijheid, althans dat is het beeld. Tobias ziet er goed uit, draagt trendy kleding, heeft een opgewekt karakter en maakt vooral plezier. Ook heeft Tobias, net als zijn broer flip, humor.
Tessel – dood Tessel, gespeeld door Anne Wallis de Vries, is een mooi en vrolijk meisje en heeft verkering met Tobias. De relatie die ze met Tobias heeft, wordt nogal eens op de proef gesteld omdat Tobias ook geïnteresseerd is in andere meisjes en er soms zelfs meerdere vriendinnetjes op na houdt. Tessel is op school een leuk maar onopvallend meisje, haar personage komt op de voorgrond als ze door een auto ongeluk om het leven komt. De
28
vrienden van Tessel, en vooral Tobias, zijn ontroostbaar. Op het Spangalis college wordt een grote herdenkingsdienst georganiseerd en de leerlingen gaan elk op hun eigen manier om met het verdriet en gemis van hun vriendin.
Irmak - dubbele culturele identiteit Fatma Genc speelt Irmak die soms worstelt met haar dubbele culturele identiteit. De dertienjarige Irmak is van Turkse afkomst maar is in Nederland geboren. Irmak’s ouders wonen al twintig jaar in Nederland en haar vader heeft een kleine supermarkt met Turkse specialiteiten. De moeder van Irmak wil haar dochter alle kansen geven om zichzelf te ontplooien en ook haar vader laat haar vrij. Familie, vrienden en klanten vinden dat Irmak te veel vrijheid krijgt van haar ouders en daarom draagt ze in de supermarkt een hoofddoek. Irmak is dol op theater en dans en wil na de middelbare school dan ook het liefst een theateropleiding volgen. Ook zet ze zich in voor goede doelen en is ze een fel tegenstander van de bio-industrie. Irmak vertegenwoordigt de moderne en vrij opgevoede Turkse jonge vrouw die soms moeite heeft met haar dubbele culturele identiteit. Ze is niet anders dan haar klasgenoten maar voelt zich schuldig als ze niet aan de verwachtingen van haar Turkse familie kan voldoen.
Luxor – de ‘plattelands-nerd’ Sebastian Wulff speelt de dromerige Luxor. De twaalfjarige Luxor is een vrolijke leerling die graag lacht en zich makkelijk aanpast. Luxor is erg geïnteresseerd in meisjes maar de meisjes kijken liever naar de jongens uit de bovenbouw. Luxor heeft een bijzondere hobby: hij verzamelt alles wat blinkt en opvalt. Zijn verzameling stenen, glas en andere frutsels heeft hij uitgestald op de zolder van de school om er later zijn levenswerk, een groot kasteel, van te maken. Luxor komt uit een familie van kippenboeren en woont op een boerderij. Hij is zelfs vernoemd naar de lievelingshaan van zijn vader. Zelf wil hij absoluut geen boer worden. Luxor vertegenwoordigt het ietwat kneuzige type van de serie. Hij is minder populair dan de rest maar valt niet buiten de groep. Er is binnen SpangaS geen sprake van populaire kliekjes zoals in veel High School series vaak wel het geval is
29
H 3.3.3 Bovenbouw Avalanche – Leider, Surinaams Talisia Misiedjan speelt de temperamentvolle Avalanche, die graag de leiding neemt. De vijftienjarige Avalanche komt oorspronkelijk uit Suriname en is met haar ouders en zusjes naar Nederland verhuisd vanwege het werk van haar vader als rechter. Ze is een gezellige, goedlachse en sociale meid maar kan absoluut niet tegen onrecht en komt dan ook vaak op voor anderen. Ook zet Avalanche zich graag in voor maatschappelijke acties maar ze doet alles op haar manier en dat kan nogal eens confronterend zijn. De Surinaamse achtergrond van Avalanche komt tot uiting in de liefde die zij heeft voor koken en lekker eten. Ook is ze fel, temperamentvol en lacht ze vaak en uitbundig, dit komt overeen met het stereotype beeld van de Surinaamse vrouw.
Barry - Mannelijkheid Tim Murck speelt Barry die niet graag naar school gaat, behalve als de liefde hem drijft. De zestienjarige Barry is een stoere jongen die altijd op zoek is naar spanning en avontuur. Hij rijdt liever op zijn brommer dan dat hij huiswerk maakt maar wat bijna niemand weet, is dat Barry na schooltijd geestelijk gehandicapte kinderen en eenzame bejaarden helpt. Omdat zijn ouders alcohol- en drugsproblemen hadden, heeft Barry bij pleeggezinnen en in opvanghuizen gewoond. Nu woont hij bij zijn oudere broer Ronny en zijn vriendin Betsie op wie hij altijd kan rekenen. Barry heeft verkering met Jolé op wie hij smoorverliefd is. Jolé en Barry hebben voor hun leeftijd een vrij volwassen relatie en zijn ervan overtuigd dat ze altijd samen zullen zijn. De liefde die ze voor elkaar voelen, steken ze dan ook niet onder stoelen of banken, er wordt in het openbaar uitgebreid gezoend en geknuffeld. Barry is een aantrekkelijke jongen die ouder oogt en zich ouder gedraagt dan zijn klasgenoten. Hij is een echte man, groot, gespierd en rijdend op een motor. Toch heeft Barry naast een stoere ook een lieve kant. Dit uit zich in het vrijwilligerswerk dat hij doet en zijn liefde voor Jolé.
30
Jolé – Mooiste meisje van de klas Gaby Blaaser speelt de vijftienjarige Jolé. Jolé is mooi en aardig en krijgt op school door haar uiterlijk veel gedaan. Soms komt ze in de problemen als haar klasgenoten erachter komen dat haar aardigheid niet altijd echt is. Jolé houdt van paardrijden maar heeft verder geen passies of ambities. Eigenlijk weet ze niet zo goed wat ze wil met haar leven. Alhoewel haar familienaam, van Haagendoorn, en voorkomen anders doen vermoeden, heeft Jolé het thuis niet breed. Het succesvolle bedrijf van haar vader ging failliet en hij moet nu keihard werken om rond te kunnen komen.
Marjana – Moslima Mounira Hadj Mansour speelt de rol van Marjana. Marjana is een moslim van Marokkaanse afkomst. Marjana krijgt in de serie een zusje en haar vrij strenge en traditionele moeder vraagt haar vaak om op te passen of haar te helpen in het huishouden. Marjana vertegenwoordigt de Marokkaanse cultuur die tot uiting komt door de hoofddoek die zij en haar moeder dragen en de familie die in grote getale regelmatig op de thee komt. Het beeld van het traditionele Marokkaanse gezin wordt echter doorbroken omdat er geen vaderfiguur in het leven van Marjana voor komt en hier ook niet over wordt gesproken. Marjana is dikke vriendinnen met Jolé, samen hebben ze veel lol maar soms botsen de twee culturen met elkaar. Zo probeert Jolé Marjana over te halen om te gaan paardrijden maar wil Marjana geen (paardrijd) broek dragen en vindt de moeder van Marjana Jolé wel heel erg westers.
Nassim – Moderne Marokkaan Chemseddine Amar speelt Nassim die journalist wil worden. De vijftienjarige Nassim is een moderne Marokkaanse jongen die op school, nieuwsgierig als hij is, van alles probeert uit te zoeken. Nassim ziet er altijd verzorgt uit en is beleefd, vriendelijk en sociaal. Ook is hij de gangmaker van het Spangalis, hij organiseert feesten en heeft grootste plannen waarbij hij vaak iedereen mee krijgt. Maar zijn buitenschoolse activiteiten nemen veel tijd in beslag en elk schooljaar is het maar weer de vraag of zijn eindrapport goed genoeg is om over te gaan.
31
Lana - Onzekerheid Roos Smit speelt de overgevoelige Lana die vaak worstelt met zichzelf. De vijftienjarige Lana is de oudere zus van de tweelingbroers Flip en Tobias. Lana is een leuk maar onzeker meisje die zich voortdurend druk maakt over wat anderen van haar vinden. In de laatste seizoen van SpangaS ontwikkelt ze een eetstoornis en chat ze dagenlang met meisjes op de Pro Ana website (een pro Anorexia website waar tips te vinden zijn om zo dun mogelijk te worden). Lana is nieuwsgierig en probeert op haar manier grip op de wereld te krijgen door naar Discovery Channel te kijken en informatie te zoeken op Google. Lana’s vader is docent en conrector op het Spangalis wat ze niet altijd prettig vindt omdat ze denkt dat ze gezien wordt als de dochter van. Ook voelt ze zich op school verantwoordelijk voor haar twee kleine broertjes Flip en Tobias.
Nelson – Dubbele culturele identiteit – paranormale gave Nelson is met zijn ouders uit Zuid-Afrika naar Nederland verhuisd en komt in het laatste seizoen als nieuweling op het Spangalis college. Nelson is een knappe en mysterieuze jongen met een Zuid-Afrikaans accent. Hij mist Zuid-Afrika en heeft moeite om zich aan te passen aan het koude Nederland en de regels op school. Zo loopt hij het liefst op blote voeten en praat hij vaak over het land waar hij vandaan komt. In de loop van de serie wordt duidelijk dat Nelson een bijzondere gave, een zesde zintuig, heeft. Nelson voelt de emoties en gedachten van anderen sterk aan en voor ziet gebeurtenissen van zijn klasgenoten. Aan het eind van het schooljaar vertrekt Nelson weer naar Zuid-Afrika.
32
H 3.4 SpangaS als crossmediaal concept Spangas.nl is onderdeel van de crossmediale jeugdserie SpangaS. De site trekt per week ruim 90.000 bezoekers en dagelijks worden meer dan 1.250 foto’s en 2.500 berichten geüpload. De SpangaS site is hiermee een heuse community geworden waar op dit moment 80.000 kinderen een eigen profiel hebben. Spangas.nl is een verlengstuk van de soap waarin de wereld van SpangaS in stand gehouden wordt. De website zorgt voor een interactie met het publiek en is de manier om het vertellen van verhalen via een soap een nieuwe impuls te geven. De SpangaS site is een wezenlijk onderdeel van de serie, dit is dan ook de reden dat ik de website gebruik binnen dit onderzoek. Bovendien geeft het forum op de site inzicht in de manier waarop de jonge kijkers de serie beleven en welke onderwerpen het meest bediscussieerd worden.
H 3.4.1. Agenda’s De SpangaS site is bedoeld voor de jonge kijkers van SpangaS en is vergelijkbaar met websites als MySpace, Facebook en Hyves waar miljoenen mensen zichzelf aan de wereld presenteren via een digitaal profiel van hun persoonlijkheid. Het digitale profiel is de modernste vorm om onze identiteit te beschrijven en uit te dragen (Jensen en Wijnberg, 2010: 33). Op spangas.nl kunnen bezoekers de agenda’s lezen van de hoofdrolspelers met daarin een profiel en een blog. Ook kunnen kinderen zelf een agenda, een profiel, aanmaken waardoor ze vrienden kunnen worden met de personages en berichtjes in hun agenda’s kunnen achterlaten. Daarnaast kunnen kinderen ook vrienden worden met andere gebruikers. De serie lijkt op deze manier nog meer te leven en kinderen kunnen de personages nog beter leren kennen. Om alle agenda’s en berichten in het onderzoek te betrekken is veel te omvattend, daarom zal ik me beperken tot een deel van de berichten die mij in het kader van dit onderzoek het meest opvallen en relevant zijn met betrekking tot het onderzoek naar moreel oordelen. Ik heb een beperkte selectie kunnen maken door de vele pagina’s van het forum te bekijken en me te focussen op de inhoudelijke discussies over SpangaS gaan.
33
H 3.5.2 Klets mee Onder het kopje ‘klets mee’ op de SpangaS site kunnen bezoekers praten over SpangaS maar ook over andere zaken die jonge kijkers bezighouden zoals verkering, school, hobby’s en onzekerheden. Binnen het forum onderzoek richt ik me echter alleen op de berichten die over SpangaS gaan of iets met de serie te maken hebben. De bezoekers van het forum kunnen zelf een onderwerp posten. Opvallend is dat een groot deel van de onderwerpen gaan over favoriete personages. De gebruikers van het forum maken graag een top 3 of 5 van de personages in SpangaS maar geven geen uitleg waarom een personage voor hen op de eerste plaats komt. Daarnaast wordt er door de gebruikers op het forum vaak een onderwerp geplaatst waarbij de vraag gesteld wordt wie van de personages het leukst, stomst, mooist of lelijkst is. Dit komt overeen met de eerste fase van Konijn en Hoorn waarin kijkers personages beoordelen op schoonheid en mensen met een mooi uiterlijk in veel gevallen positiever beoordeeld worden. Ook wordt het forum veel gebruikt door fans om te laten weten hoe leuk, cool en vet SpangaS is, emoticons zijn hierbij een veelgebruikt middel. In andere gevallen gaan de online discussies wel dieper in op de verhaallijnen, personages en thema’s binnen SpangaS. Ook wordt SpangaS vaak vergeleken met Goede Tijden Slechte Tijden en een andere jeugdserie als Het Huis Anubis.
“Ik vind dat andere series zoals GTST er heel nep uit zien. Dan is er weer eentje dood en dan komt die later weer erin. En bij SpangaS is weg = echt weg.”
“In het huis Anubis zit meer verhaal maar in SpangaS kun je je veel beter inleven omdat het realistischer is.”
“Bij SpangaS kun je je meer inleven omdat bijna alle kijkers op de middelbare zitten, en dat wat zij meemaken ook bij ons kan gebeuren, ik denk niet dat we op school gaan zoeken naar een graal of 1000 mysteries gaan oplossen.”
Een ander onderwerp dat opvalt binnen de SpangaS site is het overlijden van het personage Tessel wat grote impact heeft gehad op de jonge kijkers van SpangaS. Tessel,
34
gespeeld door Titia Hoogendoorn, wordt aangereden op haar fiets en overlijdt plotseling. De gevolgen voor haar vrienden, klasgenoten en de school zijn groot. Maar niet alleen in de fictieve wereld zijn de reacties hevig; ook de SpangaS kijkers leven intensief mee en plaatsen massaal verdrietige berichtjes op de site. De makers van de serie hebben gekozen voor een realistische verhaallijn omdat de dood ook in de werkelijkheid aan de orde van de dag is. Zij zijn zich er echter van bewust dat de dood van een geliefd personage een schok kan zijn voor de jonge kijkers en hebben daarom veel aandacht besteed aan nazorg voor de kijkers. De NCRV heeft na de uitzending waarin Tessel overlijdt een condoleance register geopend waar kijkers berichten kunnen achterlaten. De reacties binnen dit register zijn verdrietig en soms zelfs heftig omdat het lijkt of sommige jonge kijkers moeite hebben realiteit van fictie te onderscheiden. Reacties als ‘Tessel, je bent toch niet echt dood?’ geven aan dat kinderen vaak wel weten dat het niet echt is maar ze graag willen geloven dat het zo is. Dit is vergelijkbaar met het geloof in bijvoorbeeld Sinterklaas.
Een ander onderwerp dat opvalt binnen de site is de discussie rondom homoseksualiteit.
“Is Flip nou homo of niet?”
“Ik zou het echt niet weten en volgens mij weet hij het zelf ook niet, maar als hij homo zou zijn, zou ik het niet erg vinden daar kan hij toch niks aan doen.”
“Ik denk het niet hoor, volgens mij heeft hij helemaal geen tijd voor homo gedoe..”
“Wat boeit het als je homo of lesbie bent, niks toch of wel? Vind je dat wel dan maak je sommige mensen erg onzeker en verdrietig! Mij niet hoor, ik ben hetero (ga dus gewoon met jongens want ben een meisje).”
“Ach, wat maakt het uit, homo of geen homo, laat mensen gewoon in hun waarde, als iemand homo wil zijn, boeiend.”
Niet alleen de homoseksualiteit van Flip wordt besproken, ook de agenda van Fay staat vol met berichten en vragen over haar biseksualiteit.
35
“Fay, ben je nou op Rudolf of op Kat?”
“Ze is op allebei, volgens mij, ja ik kan het me ook niet voorstellen hoor maar dat is Fay.”
“Ben je lesbisch, bi of hetero?”
Ook het onderwerp etniciteit blijft niet onbesproken op het forum en voornamelijk in de agenda van Irmak.
“Irmak, waarom doe je ineens een hoofddoek op naar school?”
“Ik vind het logisch want haar geloof is moslim maar ik vind het niet leuk als ze zeggen je lijkt op een oma met die kleding.”
“Ze mag het zelf weten, alleen doet ze het voor de winkel van haar vader en niet echt voor haar zelf en dat is niet oké.”
Maar ook in de agenda van Marjana wordt het onderwerp aangehaald, opvallend zijn vooral de twijfels over haar etniciteit. Naast esthetiek -waarbij kijkers personages beoordelen op hun uiterlijk- en ethiek -waarbij ze hun oordeel baseren op het gedrag van de personages- is er in het geval van de beoordeling van Marjana sprake van waarheidsgetrouwheid, volgens Konijn en Hoorn een belangrijk onderdeel in de eerste fase.
“Hoi, ik heet Loubna, ik ben ook Marokkaans. Ben jij het ook in het echt? Je lijkt niet echt Marokkaans..”
“Ben jij echt moslim? Ik denk het niet want ik zag je op een foto met best wel blote kleren.”
36
H 3.5 Thema’s SpangaS brengt dagelijks verschillende onderwerpen aan bod. Door de afleveringen te bekijken, de personages te analyseren en het forum van spangas.nl kritisch te bekijken, zijn er in mijn ogen een aantal belangrijke onderwerpen te onderscheiden. Maatschappelijke onderwerpen als duurzaamheid, ontwikkelingssamenwerking, vrijwilligerswerk, ziekte en dood spelen een grote rol in de wereld van SpangaS. Een ander thema dat tot uiting komt binnen verschillende aspecten van de jeugdserie, is de vorming van een persoonlijke identiteit, ‘wie ben ik?’en ‘wie wil ik zijn?’ zijn vragen waar de hoofdpersonages maar ook de jonge kijkers van de serie mee te maken hebben. Kijkers kunnen zich op uiteenlopende manieren identificeren met en laten inspireren door de personages in SpangaS met hun toekomstdromen, meningen en ideeën over de wereld. De onderwerpen die binnen de narratieve analyse en op het forum van spangas.nl in mijn ogen het meest naar voren komen, zijn verliefdheid en seksualiteit en de representatie van verschillende culturele achtergronden. Deze onderwerpen zijn relevant met betrekking tot dit onderzoek en naast het feit dat ze binnen SpangaS en hun doelgroep een belangrijke rol vertegenwoordigen, vormen seksualiteit en etniciteit tegenwoordig de meest omstreden dimensies van identiteit.
H 3.5.1 Seksualiteit In SpangaS zijn seksualiteit en liefde twee belangrijke en veelvoorkomende thema’s. De meeste personages hebben verkering met iemand van school en deze liefdesrelaties wisselen van tijd tot tijd. In liefdesrelaties spelen sekseverschillen bijna altijd een rol omdat de meeste relaties heteroseksueel zijn. De meisjes in SpangaS lijken wat onzekerder in hun relatie met jongens, zoals Jolé die niet durft te zoenen en Fay die al bloost als er een jongen naar haar kijkt. Jongens zijn vaker de stoere vrouwenversierders zoals Tobias die maar liefst vier vriendinnetjes tegelijk heeft. In SpangaS wordt echter gespeeld met deze sekseverhoudingen op het gebied van seksualiteit. Jongens tonen hun gevoelige kant zoals Nassim die onzeker is in zijn relatie en dit bespreekt met Barry. En Avalanche en Lana die wel verkering hebben maar eigenlijk helemaal niet verliefd zijn en het op een botte manier uitmaken met hun vriendjes.
37
Daarnaast is er in SpangaS ook sprake van homoseksuele relaties, zoals Flip die verliefd wordt op Mick en later op Coen en de biseksuele gevoelens van Fay die in de serie twee keer met een meisje zoent. De open manier waarop SpangaS deze onderwerpen brengt, is zeker op het gebied kindertelevisie vernieuwend te noemen. Homo’s zijn de laatste jaren zichtbaarder geworden op televisie maar ze worden wel vaak verbeeld in relatie tot de problemen die homoseksualiteit met zich mee zou brengen. In SpangaS zorgen de sympathie die de (homoseksuele) karakters opwekken en een flinke dosis humor ervoor dat het onderwerp zonder poespas op een hele gewone manier behandeld wordt.
H 3.4.2 Etniciteit Het is met name de publieke omroep die de verantwoordelijkheid heeft een kwalitatief aanbod van programma’s op het gebied van informatie, cultuur en educatie te bieden. Ook dienen veranderingen in de samenstelling van de Nederlandse bevolking zichtbaar te zijn in het aanbod van de publieke zenders. Er is dan ook een duidelijk verschil merkbaar met jeugdseries van de publieke omroep in vergelijking tot de jeugdseries van de commerciële zenders zoals Zoop en Het Huis Anubis die als vanzelfsprekend vooral gebaseerd zijn op commerciële motieven en waarin culturele diversiteit minder zichtbaar is. In SpangaS lijkt een tweedeling in representatie van etniciteit zichtbaar; sommige personages vertonen weinig etnische kenmerken, anderen juist veel. Zo is Marjana een moslima van Marokkaanse afkomst. Marjana staat voor haar Islamitische principes, ze wil geen Nederlands vriendje, rijdt geen paard omdat ze geen broeken draagt en ziet het als haar plicht haar moeder met alles te helpen in de huishouding. Ook leest Marjana de koran en doet ze mee aan de Ramadan. Daarnaast komt haar etniciteit tot uiting in uiterlijke kenmerken zoals het dragen van een hoofddoek, de Marokkaanse inrichting van het huis waar ze woont en de Marokkaanse tantes die regelmatig op de thee komen. Nassim daarentegen vertoont weinig etnische kenmerken terwijl hij ook van Marokkaanse afkomst is. Opvallend is dat het personage Nassim kritiek krijgt vanuit de Marokkaanse hoek. Zo zou hij ongeloofwaardig zijn omdat hij de ‘ideale, opgewekte, perfect geïntegreerde, kwieke, vrolijke, spontane Marokkaan speelt ‘die ook nog eens
38
ontzettend leuk met de Nederlanders mee doet.’ 4 In blogs en artikelen op het internet is te lezen dat mensen van Marokkaanse afkomst het jammer vinden dat Nederlandse scriptschrijvers structureel Marokkaanse personages veranderen. De Marokkaanse schrijver Salaheddine verwoordt het in zijn artikel ‘De Marokkaan in SpangaS’ als volgt: “Ze nemen qua uiterlijk een hardcore Marokkaan met schapenkrullen en maken van hem een Hollander in het kwadraat.” 5 Ook bij de Surinamers is een tweedeling te zien; bij sommige personages lijkt de Surinaamse afkomst geen rol te spelen. Nelson in een zogenaamde ‘bounty’: zwart van buiten, wit van binnen. Bij de Surinaamse Avalanche en haar zusje Chanti speelt etniciteit wel een rol, vanwege het feit dat Avalanche het stereotype beeld van een Surinaamse vrouw vertegenwoordigt: goedlachs, dol op eten en temperamentvol. Over het algemeen verschillen de Surinamers in SpangaS weinig van de witte personages in de serie. Ze spreken accentloos Nederlands, dragen dezelfde kleding en lijken over het algemeen dezelfde cultuur te hebben als de witte Nederlanders. Sommige personages in SpangaS worstelen met hun etnische afkomst. De Turkse Irmak wordt het meest verbonden met verhaallijnen over etnische thema’s. De vader van Irmak heeft een typische kleine Turkse supermarkt. Familie, vrienden en klanten uit de supermarkt vinden dat Irmak teveel vrijheid krijgt van haar ouders en staan afkeurend tegen het feit dat ze geen hoofddoek draagt. Irmak draagt om scheve gezichten te voorkomen daarom in de supermarkt wel een hoofddoek. Ze twijfelt of ze de hoofddoek ook naar school zal dragen, een aantal keer verschijnt ze met haar hoofddoek in de klas, haar vrienden en klasgenoten reageren verbaasd en sommigen zelfs afkeurend. Naast Irmak is de Zuid-Afrikaanse Nelson een personage in SpangaS die nog meer etnische kenmerken vertoont. Hij past binnen het, door de Bruin (De Bruin, 2005: 74) geïntroduceerde exotische frame waarin personages allerlei etnische kenmerken met zich mee dragen en hun afkomst wordt benadrukt. Nelson is met zijn ouders vanuit ZuidAfrika verhuisd en woont pas net in Nederland. Hij spreekt met een accent en heeft andere culturele gebruiken, zo loopt hij op zijn blote voeten door de school. Er wordt 4
Blog Salaheddine ‘De Marokkaan van Spangas’. 31 maart 2010. salaheddine.nl/columns/de-marokkaan-van-spangas/ 5
Ibidem.
39
sterk benadrukt dat Nelson moeite heeft om zich aan te passen aan de Nederlandse cultuur en heeft hij het vaak over zijn land van herkomst. In de meeste series worden personages uit voormalige Nederlandse kolonies een stuk minder exotisch en Nederlandser neergezet dan bijvoorbeeld personages van Turkse en Marokkaanse afkomst. In SpangaS is het in het geval van Nelson precies andersom, hij houdt in vergelijking tot de Marokkaanse Nassim en Turkse Irmak vast aan zijn eigen cultuur.
H 4 Kwalitatief receptie onderzoek Om de hoofdvraag te beantwoorden in hoeverre SpangaS bijdraagt aan het moreel oordeelsvermogen van tieners, heb ik een kwalitatief publieksonderzoek uitgevoerd onder kinderen uit de hoogste klassen van de basisschool in de leeftijd van 9 tot 13 jaar. In totaal zijn er drieëntwintig respondenten in focus groepen geïnterviewd om tot uitspraken te komen over aspecten die een rol spelen bij moreel oordelen. De selectie van respondenten is tot stand gekomen via het contact dat ik heb opgenomen met de leerkrachten van drie verschillende basisscholen. De leerkrachten van groep 7 en 8 hebben de leerlingen gevraagd mee te doen aan een onderzoek over SpangaS. De leerlingen die de jeugdserie kenden, waren direct enthousiast en middels een brief die zij thuis moesten laten ondertekenen, is er toestemming van de ouders verkregen (zie bijlage 1). Om de leerlingen tijdens de gesprekken op hun gemak te laten voelen, hebben de gesprekken plaatsgevonden met hun klasgenoten in hun vertrouwde omgeving op school. Om diversiteit binnen de gesprekken te creëren, heb ik ervoor gekozen drie verschillende basisscholen te benaderen. De eerste focusgroep van vijf leerlingen is afkomstig van openbare basisschool De Vlieten in De Lier, een kleine dorpse gemeenschap waar de kinderen over het algemeen beschermd worden opgevoed en pas kennis maken met de stad wanneer zij naar de middelbare school gaan. De tweede focusgroep, die uit zes leerlingen bestaat, is afkomstig van openbare Freinetschool in Delft, een school in een keurige buurt van de stad, waarbij de kinderen over het algemeen hoogopgeleide ouders hebben en vrij worden opgevoed. De twee laatste focusgroepen van zes leerlingen zijn benaderd via openbare basisschool Jeroen in Den Haag, een school gelegen in spoorwijk, een zogenaamde achterstandswijk waarin de culturele diversiteit groot is.
40
Van de in totaal drieëntwintig respondenten zijn er tien jongens en dertien meisjes. Zes van de tien jongens hebben een etnische achtergrond (Surinaams, Egyptisch, Marokkaans en Turks) waarvan er vier jongens moslim zijn. De overige vier jongens hebben een Nederlandse achtergrond. Van de dertien meisjes zijn er vijf met een etnische achtergrond (Surinaams, Iraans, Turks, Marokkaans) en vier meisjes zijn moslim. De andere acht meisjes hebben een Nederlandse achtergrond, waarvan er drie meisjes christelijk zijn opgevoed. Ik heb gekozen om de interviews in focusgroepen te laten plaats vinden omdat groepsinterviews de interactie binnen een groep vergroten. Dit betekent dat niet alleen de onderzoeker de respondenten vraagt te reageren op een bepaalde vraag maar de respondenten worden aangemoedigd om met elkaar te praten, vragen te stellen en te reageren op ervaringen en standpunten van elkaar (Kritzinger, 1995: 23). Belangrijk is de balans tussen de inbreng van de onderzoeker en de inbreng van de respondenten die zoveel mogelijk hun eigen weg moeten zien te vinden, zonder dat hen op enige manier woorden in de mond worden gelegd (Morgan, in Van Zuylen, 2008:19). Om te ontdekken op welke manier tieners betekenis geven aan SpangaS zullen de respondenten voornamelijk zelf aan het woord gelaten worden. Omdat het merendeel van de respondenten elke dag naar SpangaS kijkt, ga ik ervan uit dat de tieners zelf over de verhaallijnen, personages en gebeurtenissen zullen uitweiden. Tijdens de gesprekken met de respondenten zijn verschillende onderwerpen uit SpangaS aan bod gekomen maar de focus zal binnen het kwalitatieve receptie onderzoek liggen op seksualiteit en etniciteit binnen het proces van morele verbeelding.
Een voorwaarde om tot morele verbeelding te komen is empathie. Empathie wordt gecreëerd door gebeurtenissen in SpangaS die aansluiten bij de kennis en ervaring van de jonge kijkers. De respondenten gebruiken dan ook vaak specifieke informatie uit hun eigen leven om de gebeurtenissen uit SpangaS toe te lichten. Soms creëert het verhaal op zich empathie en verplaatsen de respondenten zich in de belevingswereld van een personage en zijn of haar gezichtspunt.
41
Om te beginnen zal ik een algemeen beeld schetsen van het kijkplezier dat de tieners ontlenen aan de populaire jeugdserie SpangaS.
H 4.1 Kijkplezier De tieners die zijn geïnterviewd over SpangaS zijn zeer enthousiast over en betrokken bij de serie. Het kijkplezier komt onder andere voort uit de betrokkenheid van de respondenten bij de personages uit SpangaS. De hierboven besproken selectieprocedure heeft ervoor gezorgd dat de respondenten die meedoen aan het onderzoek over een grote hoeveelheid kennis over de serie beschikken. De meeste respondenten kijken al vanaf het eerste seizoen elke dag naar SpangaS.
Interviewer: ‘Kijken jullie naar Spangas?’ Zaahir: ‘Ja, elke dag.’ Inaya: ‘Ik kijk het echt elke dag, al vanaf het begin.’ Chanel: ‘Als ik het een dag niet zie, word ik gek.’ (Interview 3)
Interviewer: ‘Hoe vaak kijken jullie het?’ Mashid: ‘Ik kijk het elke dag.’ Chavi: ‘Ik moet het serieus echt elke dag zien.’ (Interview 4)
De respondenten waarderen de serie als ‘leuk’ om verschillende redenen. De eerste belangrijke reden waar de respondenten hun kijkplezier aan ontlenen, zijn de grappen van de tweeling Flip en Tobias. Bjorn: ‘Het is ook echt grappig ja, vooral met die tweeling, hoe heten ze...die halen altijd van die grappen uit bij het hoofd of bij de meisjes.’ (Interview 2)
Zaahir: ‘En het is grappig, met die grappen van Flip en Tobias, weet je wel.’ Nasser: ‘Ik vind Flip en Tobias ook super grappig.’
42
Chanel: ‘Ja, zij zijn leuk. Ze halen elke keer grappen uit en mensen zeggen dan tegen hun dat ze moeten ophouden en dan gaan ze steeds maar door en door [...].’ (Interview 3)
Adam: ‘Het is grappig, vooral met die tweeling.’ Chavi: ‘Ja, zij zijn echt leuk.’ Ashvin: ‘Het was echt lachen toen ze tegen die ene meester gingen zeggen dat hij vakantie had, en toen kwam hij helemaal niet opdagen.’ (Interview 4)
Een van de respondenten geeft op triomfantelijke wijze een verklaring voor datgene wat SpangaS zo leuk maakt. Interviewer: ‘Waarom vinden jullie Spangas zo leuk? Floortje: ‘Ik denk gewoon 1, omdat het spannend is 2, omdat het allemaal verschillende karakters zijn en 3 omdat het wel past bij kinderen van 12, 13, 14, 15.’ (Interview 4)
Ook de middelbare school, die de arena vormt van SpangaS, blijkt een belangrijke reden te zijn voor het kijkplezier van de tieners. Boy: ‘Kijk voor ons is het leuk, dat we dan al kunnen kijken hoe het op de middelbare school is en zo.’ (Interview 1)
H 4.2 Morele herkenning Een voorwaarde om moreel te kunnen oordelen is, zoals aangegeven in hoofdstuk 2, morele verbeelding. Krijnen (Krijnen, 2007) stelt dat morele verbeelding bestaat uit drie delen. De eerste is het herkennen van een situatie als moreel relevant. De respondenten herkennen de verhaallijnen en gebeurtenissen uit SpangaS die op het gebied van seksualiteit moreel van belang zijn. De drie belangrijkste onderwerpen die zij noemen zijn: liefdesrelaties, vreemdgaan binnen een liefdesrelatie, homoseksualiteit en biseksualiteit. Naast seksualiteit herkennen de respondenten de morele dilemma’s die op
43
het gebied van etniciteit belangrijk zijn, namelijk: dubbele culturele identiteit, de verbeelding van etnische minderheden en de leefregels van de islam. Naast het herkennen van gebeurtenissen die moreel relevant zijn, worden binnen het eerste deel van morele verbeelding personages beoordeeld op ethiek, esthetiek en realisme, de eerste fase van Konijn en Hoorn.
Een voorbeeld van een ethische beoordeling is onderstaande reactie op Annabella, een van de weinige personages uit SpangaS die consequent moreel slecht gedrag vertoond.
Stef: ‘Die Annabella kan er wel uit, zij is echt kapsones.’ Tirza: ‘Zij is echt zo’n blondie die heel gemeen is en vorige keer ging ze iedereen voor haar feestje uitnodigen terwijl Tessel eigenlijk haar feestje wilde vieren.’ (Interview 3)
Ook Avalanche wordt in meerdere interviews als negatief gezien vanwege haar karakter eigenschappen. Negatieve oordelen over personages zijn in de meeste gevallen gebaseerd op karaktereigenschappen van de personages in kwestie.
Inaya: ‘Ik vind Avalanche niet leuk, zij is altijd zo bazig en soms ook echt gemeen tegen mensen.’ (Interview 3)
Sanne: ‘Avalanche vind ik de minste, zij heeft een grote mond en denkt dat ze alles beter weet en zo.’ (Interview 1)
Positieve oordelen over de personages zijn vaak puur gebaseerd op uiterlijke kenmerken. Vooral de meisjes leggen de focus in hun beoordeling op haar en kleding en spreken vaak op bewonderende wijze over de vrouwelijke personages in SpangaS. De vrouwelijke personages fungeren op deze manier als rolmodellen voor de vrouwelijke kijkers, wat de empathie voor deze personages kan vergroten.
Kiara: ‘Ik vind het ook wel leuk de ze allemaal anders gekleed zijn.’
44
Jette: ‘De meisjes zien er ook altijd zo leuk uit.’ Sanne: ‘Jolé is knap, ze heeft ook echt mooi haar.’ (Interview 1)
Als er door de respondenten uitspraken over het uiterlijk van de andere sekse worden gedaan, lijkt er bij de meisjes sprake te zijn van een seksuele lading, bij de jongens nauwelijks. Dit kan verklaard worden uit het feit dat meisjes binnen deze leeftijdroep vaak verder zijn in hun seksuele ontwikkeling dan jongens.
Interviewer: ‘Wie vinden jullie het leukst uit Spangas?’ Sanne: ‘Flip’ Jette: ‘Whoeeee!’ Jette: ‘[...] Barry is leuk, met die motor en hij is ook heel lief voor Jolé.’ (Interview 1)
Floortje: ‘Flip en Tobias zijn leuk, grappig en ze zien er leuk uit.’ Chavi: ‘Lekkerding gewoon.’ [anderen lachen] Adam: ‘Zij zijn gewoon grappig.’ Ashvin: ‘Ik vind ook Tobias en Flip het leukst en van de meisjes niemand.’ (Interview 4)
Naast de beoordeling op goed- of slechtheid (ethiek) en uiterlijk (esthetiek) worden personages en de situaties waarin zij verkeren beoordeeld op waarheidsgetrouwheid (realisme).
Interviewer: ‘Wat vinden jullie van Fay?’ Lanoi: ‘Ik vind haar echt een beetje raar.’ Bjorn: ‘Eerst had ze smetvrees, toen zag ze weer een ufo, het is niet echt realistisch of zo.’ Nikki: ‘En ze acteert het ook heel overdreven.’ (Interview 2)
De beoordeling op waarheidsgetrouwheid komt ook tot uiting in de deconstructiestijl van De Bruin waarbij de respondenten laten zien dat ze zich bewust zijn van de gecreëerde televisiewerkelijkheid. Er zijn drie manieren te onderscheiden waarop de tieners SpangaS
45
deconstrueren, namelijk door te kijken naar de acteurs achter de personages, de serie en haar makers en het genre jeugdsoap.
Veel van de respondenten kennen de personages achter de acteurs en weten dingen over hun ‘echte’ levens.
Nikki: ‘In het echt heeft Flip met Irmak.’ Lanoi: ‘ En hij heet..Jasper, volgens mij en hij is in het echt ook tweeling met Tobias en die heet Marius in het echt.’ (Interview 2)
Inaya: ‘En Marjana heeft volgens mij ook nog gespeeld in Onderweg Naar Morgen.’ Tirza: ‘Ja, maar daar was ze wel veel ouder.’ Nasser: ‘Ze zijn in het echt allemaal sowieso veel ouder, echt wel in de twintig al of zo.’ (Interview 3)
Ook de afkomst van de acteurs achter de personages blijft niet onbesproken, Inaya en Ashvin hebben in onderstaand citaat kritiek op de Marokkaanse Marjana, die in het echt niet Marokkaans blijkt te zijn.
Inaya: ‘Volgens mij is Marjana in het echt helemaal niet Marokkaans maar half Tunesisch of zo.’ Ashvin: ‘Dat snap ik echt niet, dat ze niet gewoon een echte Marokkaan nemen, je gaat toch ook niet een Chinees spelen als je een Antili bent.’ [anderen lachen] (Interview 3)
Daarnaast geven verschillende respondenten aan dat ze graag meer zouden willen weten van de acteurs achter de personages.
Floortje: ‘Spangas is gewoon heel leuk [...] en het lijkt me leuk om meer te weten hoe de personages in het echt zijn.’ Mashid: ‘Ja maar op de site kun je ook hun profielen lezen.’ Adam: ‘Ze moeten gewoon nog meer van die backstage filmpjes erop zetten, dat is leuk.’ (Interview 4)
46
De tweede manier waarop de deconstructiestijl tot uiting komt, is als de respondenten het hebben over de makers van SpangaS, die vaak worden aangeduid met ‘ze’.
Lisa: ‘Ik vind het echt niet leuk dat ze al die series stoppen voor de zomervakantie, je kunt het toch gewoon kijken.’ Sanne: ‘Ja, maar in de zomer zijn de meeste mensen weg.’ Kiara: ‘Dan krijg je weer al die herhalingen en zo.’ Boy: ‘Dat is echt irritant.’ Sanne: ‘Bel Zapp.’ (Interview 1)
Ook het doel van de makers is voor de respondenten duidelijk, sommigen denken dat het doel van SpangaS is om te laten zien hoe het op de middelbare school is.
Boy: ‘Nee, maar het is ook niet echt, ze willen gewoon laten zien hoe het een beetje op een middelbare school gaat, [...] voor kinderen uit groep 8 zodat je kunt zien wat er allemaal gebeurt op een middelbare school, wat je moet doen en hoe je je moet gedragen.’ (Interview 1)
Ook zijn ze zich bewust van de kenmerken van het genre soap waar SpangaS onder valt. De respondenten merken op dat de gebeurtenissen in SpangaS heftiger zijn dan in de alledaagse werkelijkheid. Dit is volgens hen ook nodig omdat er anders niemand meer naar SpangaS zal kijken.
Nikki: ‘[...] het is meer overdreven, kijk als er alleen maar saaie mensen in zitten, is het ook niet leuk.’ (Interview 2)
Chavi: ‘Er gebeuren gewoon dingen die in het echt ook kunnen gebeuren, alleen is het natuurlijk wel iets overdrevener.’ (Interview 4)
Chanel: ‘Soms denk ik wel eens ja hoor, dan gebeurt er weer dit, zo veel. Dan heeft Lana met Barry en dan met Nassim en dan heeft ze ook nog een eetprobleem.’
47
Inaya: ‘Ja maar is soap hè..’ Stef: ‘Anders is het saai en kijkt er niemand meer.’ (Interview 3)
De respondenten kunnen door het gebruik van de deconstructiestijl laten zien dat zij weten dat SpangaS gemaakt is en dat de serie onderdeel is van een fictieve televisiewereld. Door te spreken over de makers en de acteerprestaties te bekritiseren, positioneren zij zich als wetende. De tieners kunnen op deze manier aan de andere respondenten binnen het groepsinterview en aan de interviewer laten zien dat zij mediawijs zijn.
4.3 Moreel inzicht Het tweede deel in het proces van morele verbeelding is het herkennen van de verschillende perspectieven die in een morele situatie van belang zijn. De respondenten herkennen de perspectieven van de personages en zijn zich ervan bewust dat een verhaal vaak twee of meerdere kanten (perspectieven) heeft, zoals de strijd van Irmak met haar dubbele culturele identiteit.
Interviewer: ‘Wat is Irmak voor meisje?’ Thijs: ‘Ze werkt in de winkel van haar vader.’ Faizah: ‘Ja en ze draagt ook een hoofddoek en dat betekent dat je moslim bent.’ Lanoi: ‘Zij draagt toch geen hoofddoek?’ Thijs: ‘Ja, maar alleen in de winkel, voor haar vader.’ Nikki: ‘Nou, dat vind ik echt stom, je moet toch gewoon doen wat je zelf wilt.’ Thijs: ‘Ja maar ik kan aan de andere kant ook wel begrijpen dat je het doet voor je familie.’ Faizah: ‘Ja precies.’ (Interview 2)
De tweede fase van Konijn en Hoorn komt overeen met het tweede deel van morele verbeelding waar Krijnen over spreekt. In de tweede fase van Konijn en Hoorn vergelijken de kijkers de personages met zichzelf om tot een oordeel over het personage te komen.
48
Mahshid: ‘Ik vind Lana het leukst, zij lijkt mij heel aardig en ze kan ook best wel snel kattig worden, net als ik.’ Floortje: ‘Nou, ik vind haar een beetje te meisjesachtig, heel anders dan mij en ze is ook heel ijdel, zo ben ik niet [...].’ (Interview 4)
Ook worden er door de respondenten vaak ervaringen uit hun eigen leven genoemd om gebeurtenissen uit SpangaS toe te lichten, dit is wat Bilandzic experiental closeness noemt en waarbij de inhoud meer waarde krijgt als deze aansluit bij de kennis en ervaring van de kijker.
Jette: ‘Bij mijn broer op school is er gewoon in de kluisjes ingebroken.’ Sanne: ‘Ja, dat was ook een keer in Spangas, volgens mij bij Fay, toen hadden ze haar kluisje open gemaakt, dat was toen ze bi was.’ Lisa: ‘Wat is bi?’ Sanne: ‘Lesbie.’ Kiara: ‘Nee, dat is alleen als je op meisjes valt.’ Sanne: ‘Nee toch, volgens mij niet hoor.’ Jette: ‘Ja wel, ja wel, de ex van mijn neef is ook bi.’ (Interview 2)
Onderstaand voorbeeld sluit aan bij de associatiestijl van de Bruin waarbij tieners zich in leven in de wensen, gevoelens en gedachten van personages en ze situaties waarin personages verkeren, betrekken op hun eigen positie door te bedenken wat zij zouden doen in eenzelfde situatie.
Stef: ‘Nou, ik zou ook wel even denken van ‘shit’ als m’n broertje ineens homo was.’ Tirza: ‘Ik zou denk ik wel even zoiets hebben van jammer maar daarna zou ik het wel gewoon leuk vinden, denk ik. (Interview 3)
49
De respondenten komen in deze fase dichterbij de personages dan in de eerste fase waarin de uitspraken over personages relatief afstandelijk zijn. Zij tonen moreel inzicht en gebruiken meer worden dan alleen ‘leuk’ of ‘stom’ om de personages te omschrijven. De personages in SpangaS bieden de tieners op deze manier de gelegenheid om hun mening te uiten over welk soort mensen ze leuk of minder leuk vinden, waarmee ze zichzelf als mens positioneren.
Interviewer: ‘Wat vinden jullie van Fay?’ Lanoi: ‘Ik vind haar echt een beetje raar.’ Bjorn: ‘Eerst had ze smetvrees, toen zag ze weer een ufo.’ Thijs: ‘Ze droomt heel vaak dingen en dan denkt ze dat het echt is.’ Nikki: ‘Ze is een beetje anders, ze leeft in haar eigen fantasiewereld.’
Soms gaan de respondenten nog een stap verder en laten ze zien dat ze de mensenkennis hebben om te begrijpen wat er aan de hand is. Zoals Boy en Kiara doen in onderstaand citaat. Zij nemen het op voor de niet geliefde personages omdat zij van mening zijn dat iedereen anders is en het doel van SpangaS is om dit te laten zien.
Kiara: ‘Ja, iedereen is gewoon heel anders om anderen te laten zien dat anderen soms anders zijn dan andere mensen.’ Boy: ‘Sommigen zijn gewoon stom maar ja nu kun je zien dat ze ook wel aardig zijn, je kunt zien hoe iemand is. Het zijn allemaal anderen maar ze zijn wel vrienden.’ Kiara: ‘Ja en dat je niet iedereen aan de kant moet schuiven en is moet kijken hoe iemand is.’ (Interview 1)
SpangaS geeft aanleiding voor de respondenten om zich te verplaatsen in situaties die ze in het dagelijks leven wellicht niet snel tegenkomen. De respondenten gebruiken de associatiestijl om in interactie met elkaar hun positie te bepalen ten opzichte van verschillende soorten mensen om aan elkaar en de interviewer te laten zien wat voor mens ze zelf zijn.
50
4.4 Morele verbeelding Binnen het derde en laatste deel van morele verbeelding overlappen bovengenoemde fasen van Konijn en Hoorn en de performatieve stijlen van De Bruin elkaar maar hebben de uitspraken van de respondenten over SpangaS en de personages een sterke morele ondertoon. Met de moralisatiestijl van De Bruin kunnen tieners hun positie bepalen ten opzichte van morele vraagstukken en zo een ‘moral self’ creëren. Volgens Krijnen is dit het derde en laatste deel van morele verbeelding waarbij respondenten blijk van inzicht in het ‘menselijk karakter’ geven en ze zich als het ware verplaatsen in de ander. Met de moralisatiestijl geven de respondenten hun oordeel over seksualiteit en etniciteit die in SpangaS tot uiting komt. Een aspect van seksualiteit waar de respondenten sterke morele oordelen over hebben, zijn de wisselende liefdesrelaties tussen de personages. De respondenten laten op deze manier zien wat volgens hen moreel juist gedrag is. Thijs: ‘Volgens mij had Flip daarna ook weer met een meisje.’ Faizah: ‘Ja maar dat was zielig want dat deed hij alleen maar om Luxor toen jaloers te maken.’ Bjorn: ‘Echt triest.’ Nikki: ‘Ja maar dat is met Koen ook, die was eerst homo en nu heeft hij weer een vriendinnetje, volgens mij kan dat niet hoor.’ Faizah: ‘Nee?’ Lanoi: ‘Nou kan toch.’ Thijs: ‘Nu is hij wel weer homo.’ Sayis: ‘Effe iedereen uittesten.’ [anderen lachen] (Interview 2)
Ook vreemd gaan binnen relaties is onderwerp van gesprek en wordt door de meeste respondenten moreel afgekeurd.
Nikki: ‘Zo weet je wat ik trouwens ook echt stom vond, toen Tobias vier vriendinnetjes had, hij had toen gewoon met Tessel.’ Faizah: O ja maar toen waren ze er wel allemaal achter gekomen en toen hebben ze het allemaal tegelijk uitgemaakt, hard voor hem.’ (Interview 2)
51
Mashid: ‘Ik wil dat Lana het uit maakt met haar vriendje.’ Ashvin: ‘Dat is al gebeurt hoor, zij had toch met Nassim?’ Chavi: ‘Ja.’ Mashid: ‘O nou goed zo want zij was helemaal niet verliefd op hem.’ Abdul: ‘Ja want bij die film van Spangas op survival ging ze vreemd, dat was echt lullig voor Nassim.’ (Interview 4)
Adam: ‘Ik vind die Barry maar niks, hij denkt echt dat ie tof is of zo.’ Mashid: ‘Hij pakt ook altijd alle meisjes af. Ook toen Flip met Tessel had toen had Barry haar afgepakt.’ Chavi: ‘Hij is jaloers, hij vindt nooit de ware.’ (Interview 4)
Soms gebruiken de respondenten een voorbeeld uit SpangaS om conclusies te trekken voor hun eigen gedrag. Zoals in het geval van Lanoi die stelt dat ze zelf nooit vreemd zou gaan omdat je er een ander mee kwetst. Maar ze veroordelen het geliefde personage Lana niet vanwege haar (immorele) gedrag.
Lanoi: ‘Ik vind het gewoon niet kunnen, vreemd gaan, ik zou het nooit doen, je kwetst er iemand echt onwijs mee, kijk naar Nassim, die gast was helemaal kapot.’ Nikki: ‘Dat was toch Lana? Die ging toen zoenen met een andere jongen.’ Lanoi: ‘Ja, Lana, zij had met Nassim.’ Interviewer: ‘Vind jullie Lana daardoor minder leuk?’ Lanoi: ‘Kijk, Lana is niet gemeen of zo, ze is best wel lief en ze vond het ook wel erg dat ze het had gedaan.’ Nikki: ‘Ik zou het zelf niet doen, maar het kan gebeuren, ik vind Lana niet ineens een kutwijf of zo.’ (Interview 2)
Opvallend is het romantische idee dat de respondenten hebben over het vinden van de ware liefde. Floortje en Chavi concluderen dat als je eenmaal de ware liefde hebt gevonden, alles goed komt en van vreemdgaan geen sprake meer kan zijn. Floortje: ‘Als je echt verliefd bent, dan ga je niet vreemd maar als hij niet de ware is. Kijk, ik keur
52
het niet goed ofzo maar als je eenmaal echt de ware tegen komt, dan ga je heus niet vreemd.’ Chavi: ‘Als je iets ouder bent, vind je de ware vanzelf, denk ik. Je houdt dan van elkaar voor altijd, zoiets voel je. (Interview 4)
De homoseksualiteit van Flip komt in alle interviews sterk naar voren. Sommige respondenten zijn duidelijk in hun oordeel: homo’s zijn vies en raar, terwijl anderen hier tegen in gaan en het eigenlijk heel normaal vinden.
Interviewer: ‘Wie vinden jullie het leukst uit Spangas?’ Sanne: ‘Flip.’ Jette: ‘Whoeee.’ [anderen lachen] Kiara: ‘Ja maar hij is homo hoor!’ Sanne: ‘Weet ik maar hij doet altijd grappige dingen en zo [...].’ Boy: ‘Ja maar toen hij ging zoenen met Koen, gadver.’ Jette: ‘Dat vond ik ook wel een beetje raar.’ Sanne: ‘Hoezo is dat nou weer raar? Heb je nog nooit twee zoenende mannen gezien of zo?’ Jette: Ja, nou, niet raar of zo maar wel een beetje want ja weet ik veel dat zie je toch niet zo vaak dat ze jong zijn.’ Kiara: Maar dat doen ze er gewoon in dat je dat kunt zien, dat je weet dat er homo’s zijn.’ (Interview 1)
Nikki lijkt precies te weten waarom het thema homoseksualiteit in SpangaS voor komt.
Nikki: ‘Ja maar dan kun je gewoon zien dat er in het echt ook gewoon homo’s zijn en dat het gewoon normaal is en zo. Dat er niet alleen maar meisjes en jongens op elkaar verliefd worden maar dat het ook anders kan zijn.’ (Interview 2)
Opvallend binnen deze context is dat de respondenten niet direct afkeurend zijn met betrekking tot homoseksualiteit maar dat ze het vooral raar vinden dat het op zo’n jonge leeftijd voorkomt aangezien zij zelf geen homo’s kennen in hun eigen leeftijdsgroep.
53
Nasser: ‘Koen is een sukkel.’ Chanel: ‘Was dat die met Flip wat had?’ Inaya: ‘Ja, ja die homo.’ [anderen lachen] Zaahir: ‘Dat was echt zo stom.’ Chanel: ‘Ja, dat vind jij dan weer, het maakt toch niet uit homo of lesbie, je bent toch ook gewoon een mens.’ Nasser: ‘Ik vind het wel een beetje raar dat ze het in de film zetten.’ Inaya: ‘Ja maar in het echt heb je het toch ook.’ Nasser: ‘Maar niet zo jong, echt niet van onze leeftijd of zo.’ Zaahir: ‘Ik vind er gewoon niks aan, het is ook gewoon vies om te zien [...].’ (Interview 3)
Net als in bovenstaande citaten zijn het jongens en dan vooral de jongens met een Islamitische achtergrond die afkeurend staan tegenover de homoseksualiteit in SpangaS.
Abdul: ‘Ik vond het niet leuk dat Flip toen ineens homo was.’ Floortje: ‘Ik vond het op zich wel leuk, wel apart maar ze willen dan gewoon laten zien dat het helemaal niet zo erg is.’ Chavi: ‘Ja want als je homo bent, hoef je niet gelijk raar te zijn maar het was wel een beetje gek om te zien toen ze gingen zoenen en zo.’ (Interview 4)
Tirza: ‘Flip had volgens mij ook nog met Mick […].’ Zaahir: ‘Niet goed, ik vind er gewoon niks aan en het is ook gewoon vies om te zien.’ (Interview 3)
Ook proberen de respondenten elkaar ervan te overtuigen dat het helemaal niet vies is als twee mannen of twee vrouwen met elkaar zoenen. Kiara reageert in onderstaand citaat op de uitspraak van Sanne over haar vader.
Sanne: ‘Mijn vader gaat dan gelijk kokhalzen als hij twee mannen ziet zoenen.’ Kiara: ‘Dat vind ik dan wel stom, het is toch helemaal niet vies of zo.’ Jette: ‘Sommige mannen geven elkaar gewoon een verjaardagskus.’ Kiara: ‘Ja en in België zoenen de mannen elkaar ook gewoon.’ (Interview 1)
54
Naast uitspraken met een sterke morele ondertoon ten opzichte van de thema’s seksualiteit en etniciteit, laten de respondenten blijken dat ze zich in het laatste stadium van morele verbeelding bevinden door zich als het ware in een personage te verplaatsen.
Chavi: ‘Ik vind Nassim heel schattig.’ Floortje: ‘En hij is heel aardig, als er iets met hem is, lijkt het net of er met jezelf iets is.’ (Interview 4)
Nikki: ‘Soms als iemand verdrietig is, dan moet ik ook bijna huilen, dan zit ik er gewoon helemaal in.’ Faizah: ‘Het is gewoon heel echt allemaal, dan lijkt het bijna of het met jezelf gebeurd.’ (Interview 2)
Wanneer de respondenten zo sterk mee voelen met een personage en er sprake is van empathie, zijn zij in staat om het gezichtspunt van een personage in te nemen en zijn of haar gedrag te begrijpen. Een voorbeeld hiervan is de ruzie tussen de broertjes Flip en Tobias, twee zeer geliefde personages.
Tirza: ‘Ik vond het toen zo zielig voor Flip, hij zat er echt mee, hij kan er natuurlijk ook niks aan doen dat hij homo is. Maar toen ze ruzie gingen maken, dat vond ik best wel erg eigenlijk. Ik kon ook wel weer begrijpen dat het niet leuk is als je broer verliefd is op een goede vriend van je maar voor Flip is het ook moeilijk.’ (Interview 3)
Een van de respondenten is heel concreet over datgene wat zij van SpangaS kan leren, Floortje gebruikt het moreel slechte gedrag van Annabella om er zelf beter van te worden:
Floortje: ‘Als ik sommige personen zie, haal ik wel eens vervelende dingen uit mijn eigen karakter en die probeer ik dan wel te verbeteren. Annabella is bijvoorbeeld heel gemeen, soms ben ik ook wel een beetje gemeen en dat probeer ik dan wel te verminderen want ja, je ziet dat het niet leuk is om gemeen te zijn.’ (Interview 4)
55
Anderen respondenten denken echter dat SpangaS hen niets zal bijbrengen omdat wanneer ze naar de serie kijken hier niet over na denken. Ook wordt er meerdere malen opgemerkt dat doordat SpangaS gebruik maakt van stereotype beeldvorming, waardoor vooroordelen over de ‘ander’ moeilijk kunnen worden bijgesteld.
Jette: ‘Ik denk er eigenlijk niet over na of zo, ik kijk het gewoon, ja nu omdat we het er over hebben en alles.’ (Interview 1)
Thijs: ‘Kijk, als je niet weet wat bi is, weet je het nu wel door Fay en zie je dat het niet raar is en zo. Wel jammer vind ik dan dat ze het bij Fay doen, want die is gewoon al een beetje raar.’ (Interview 2)
Naast de meest opvallende thematiek, waar de focus binnen het kwalitatief onderzoek ligt op seksualiteit en etniciteit, is er nog een ander opvallend thema binnen de gesprekken met de respondenten, namelijk het belang van ‘jezelf zijn’. Dat veel jonge mensen op zoek zijn naar wie ze zijn, hoeft geen verwondering te wekken. De zoektocht naar een eigen identiteit gaat gepaard met oordelen over anderen, die soms als rolmodel fungeren hoe zij zelf in het leven willen staan maar soms juist een voorbeeld zijn van hoe ze absoluut niet willen zijn. Opvallend is de overtuiging van de respondenten over het belang van jezelf zijn. Dit uit zich in bewondering voor personages die -ondanks moreel slecht gedrag- zichzelf zijn en de afgunst naar personages die niet zichzelf zijn.
Nikki: ‘Ik vind Tobias het leukst, hij is gewoon hoe die is, echt zichzelf […]. Thijs: ‘Fay is altijd zo overdreven, zij wil iemand zijn die ze niet is, je moet gewoon jezelf zijn.’ (Interview 1)
Interviewer: ‘Zouden jullie op iemand uit Spangas willen lijken?’ Tirza: ‘Ja, op Jolé’ Zaahir: ‘Ik wil gewoon op mezelf lijken.’ Inaya: ‘Ja, je moet ook gewoon jezelf zijn. Lana vond zich heel dik, en wilde toen afvallen, je
56
moet tevreden zijn met wie je bent.’ (Interview 3)
Het belang van jezelf zijn, komt ook tot uiting in de discussie over online identiteit. De mogelijkheid om je op het internet als iemand anders voor te doen, heeft tot discussie en theorievorming over online identiteiten geleid. Wanneer dit onderwerp tijdens de gesprekken met de respondenten ter sprake komt, blijkt niemand zich op het internet als totaal iemand anders voor te doen. Sommige respondenten doen soms of zij iets ouder zijn, mooie kleding hebben of uitblinken in een bepaalde sport of het bespelen van een muziekinstrument. Ze blijven echter altijd binnen de grenzen van hun eigen identiteit. De rest geeft aan vooral zichzelf te zijn. Maar wat betekent jezelf zijn eigenlijk voor deze tieners. Deze vraag blijkt in eerste instantie moeilijk te beantwoorden maar wanneer we er met elkaar over praten, komen er een aantal inzichten naar voren.
Floortje: ‘Jezelf zijn, ik denk dat je dan gewoon bent wie je bent, ook al weet je misschien nog niet helemaal wie je bent, je moet je niet laten beïnvloeden door wat anderen vinden en voor je eigen mening uitkomen.’ (Interview 4)
Chanel: ‘[…] Je moet je niet anders voor doen dan je bent, uiteindelijk komen mensen daar toch wel achter. Als je altijd alleen maar overdreven aardig doet en zo, ja dat slaat nergens op.’ (Interview 3)
Lanoi: ‘[…] Ik denk dat het ook te maken heeft met voor je eigen mening uitkomen en zo. Je hebt echt van die meelopers, nou dan ben je niet jezelf denk ik.’ (Interview 2)
57
“Verbeeldingskracht is belangrijker dan kennis.”
Albert Einstein (1879‐1955)
H 5 Conclusie In deze materscriptie is onderzocht in hoeverre de jeugdserie SpangaS bijdraagt aan het moreel oordeelsvermogen van tieners. Om tot een antwoord op deze vraag te komen, is het moreel denken binnen een theoretisch kader geplaatst, zijn de afleveringen van de afgelopen drie seizoenen van SpangaS en het forum van de SpangaS site kritisch bekeken en is er een receptieanalyse uitgevoerd onder kinderen van 9 tot 13 jaar. Dit onderzoek probeert inzicht te geven in het proces van morele evaluatie maar is beperkt door de keuze voor vierentwintig respondenten en het feit dat het onderzoek is uitgevoerd vanuit mijn perspectief. De conclusies kunnen dus niet zonder meer toegepast worden op tieners in het algemeen of op televisieseries die onder hetzelfde genre als SpangaS vallen. Het is echter niet uitgesloten dat de conclusies mogelijk van toepassing kunnen zijn op andere kijkers en televisieseries maar het is een relativering om rekening mee te houden. De betrokkenheid van de jonge kijkers bij de jeugdsoap SpangaS en zijn personages is groot. De personages zijn humoristisch, knap, goed gekleed, hebben veel vrienden, een leuk leven en doordat de personages net iets ouder zijn dan zijzelf maakt dat ze des te interessanter. Door de verbeelding van verhalen in de jeugdserie SpangaS kunnen jonge kijkers niet alleen iets te weten komen over de personages, maar ook over zichzelf en over moraal in het algemeen. Doordat SpangaS de mogelijkheid biedt morele dilemma’s te ervaren en kijkers daarbij kunnen zien wat personages anders doen dan zijzelf, leren tieners iets over hun eigen moraal. SpangaS zou op deze manier aan verandering van morele standpunten van kijkers kunnen bijdragen. Na een narratieve analyse van de afgelopen drie seizoenen waarin de meest belangrijke hoofdpersonages zijn geanalyseerd, zijn er twee opvallende en overkoepelende thema’s te onderscheiden, namelijk seksualiteit en etniciteit. Ook na een forum onderzoek op spangas.nl bleken deze twee thema’s een belangrijke rol te spelen in de leeftijdsgroep van 9 tot 13 jaar. De focus ligt binnen het kwalitatief onderzoek dan ook op deze twee thema’s. Binnen het kwalitatieve onderzoek zijn de drie performatieve
58
stijlen van De Bruin in combinatie met de fases van Konijn en Hoorn en de driedeling van Krijnen gebruikt om de gesprekken met de respondenten te analyseren. Uit de gesprekken met de respondenten blijkt dat de jonge kijkers de televisieserie op verschillende manieren gebruiken om te laten zien dat ze mediawijze personen zijn die zich niet zomaar laten beïnvloeden door mediateksten. De respondenten tonen in de interviews aan dat ze kennis van zichzelf en andere mensen hebben en over een duidelijke mening over morele vraagstukken beschikken. Ze gebruiken SpangaS om zichzelf als mens te positioneren en duidelijk te maken wie ze zijn en waar ze voor staan in het leven. De respondenten bekritiseerden onder andere het seksueel gedrag van de personages. Ze uitten hun oordeel over de wisselende liefdesrelaties en homoseksualiteit in SpangaS waarbij ze het gedrag van de personages toetsten aan hun eigen waarden. Het is niet opmerkelijk dat tieners zich sterk richten op het thema seksualiteit. Ze bevinden zich in een fase van hun leven waarin seksualiteit een steeds belangrijkere rol gaat spelen. De waarden die de tieners hebben ten opzichte van seksualiteit komen voort uit opvoeding, achtergrond en eigen ervaring. Hoewel er geen directe relatie is tussen afkomst en oordeel over seksuele relaties, viel de positie van jongens met een islamitische achtergrond op. Zij waren fel in hun kritiek op de homoseksuele relatie van Flip die de serie in hun ogen niet zou mogen laten zien. Een ander thema waarbij de morele oordelen van de respondenten duidelijk naar voren komen, is de representatie van etnische minderheden in SpangaS. In SpangaS lijkt een tweedeling in representatie van etniciteit zichtbaar; sommige personages vertonen weinig etnische kenmerken en anderen juist veel maar de meeste personages in SpangaS onderscheiden zich alleen door hun kleur van witte personages. Bovendien komt discriminatie op geen enkele manier voor in SpangaS en is er van slechte integratie van Turkse en Marokkaanse personages geen sprake. Misschien vinden de makers dit te riskant of zijn ze bang een stereotyperend of eenzijdig beeld neer te zetten. En misschien is het daarom dat ze iemand uit een voormalig Nederlandse kolonie gebruiken als voorbeeld van slechte integratie. De kritiek van de tieners richt zich voornamelijk op de ongeloofwaardigheid van de verschillende etniciteiten in SpangaS. Nassim zou geen echte Mocro zijn en ook de Marokkaanse kenmerken van Marjana, die eigenlijk een
59
Tunesische is, zijn volgens de respondenten ver te zoeken. Ook is er kritiek op de Turkse Irmak, die voor haar vader en zijn winkel een hoofddoek draagt. De tieners zijn van mening dat je vooral moet doen wat jezelf wilt zonder je iets te laten opleggen door anderen. Deze keuzevrijheid in typerend voor deze tijd en deze generatie waarin zelfontplooiing hoog in het vaandel staat. De verschillen tussen de jongens en meisjes binnen dit onderzoek zijn niet opmerkelijk groot maar wel aanwezig. Bij de meisjes lijkt er sprake te zijn van een ander moreel bewustzijn. Jongens denken vaak principiëler, iets is zo en daarmee uit. Meisjes zijn er beter in om verschillende situaties tot elkaar af te wegen en zich te verplaatsen in verschillende perspectieven, zij nemen het dan ook vaker op voor personages. Ook lijken meisjes wat actiever om te gaan met de jeugdserie SpangaS, ze praten er meer over en gaan bijvoorbeeld vaker naar de site. De vraag is of SpangaS kan bijdragen aan het moreel oordeelsvermogen van de tieners in dit onderzoek. Enerzijds bevestigt SpangaS het oordeel dat de respondenten hebben over ‘de ander’. Dit is te verklaren door het feit dat SpangaS gebruik maakt van stereotypes zoals Fay, de alternatieve creatieveling, en Jolé als het mooie blonde meisje dat van paarden houdt. Anderzijds kan het oordeel dat de jonge kijkers hebben van anderen door SpangaS enigszins veranderd of op z’n minst bijgesteld worden. Dit is het geval in de beoordeling van de respondenten over het personage Flip, die in de serie uit komt voor zijn homoseksualiteit. Een deel van de respondenten reageert vrij negatief op homoseksualiteit en het in beeld brengen van homo’s op televisie maar omdat Flip een geliefd personage is in SpangaS wordt er met een meer open blik gekeken naar zijn homoseksualiteit en homoseksualiteit in het algemeen. Vooral het feit dat hij eerlijk voor zijn gevoelens uitkomt en ‘zichzelf’ is, wordt door de respondenten hoog gewaardeerd. Dit is tevens een belangrijke conclusie van dit onderzoek, het belang dat de jonge kijkers hechten aan ‘jezelf zijn’ . Het leren begrijpen van anderen en het ontwikkelen van empathisch vermogen zijn belangrijk voor het ontstaan van morele volwassenheid. SpangaS kan hier aan bijdragen, doordat de jeugdserie taboe onderwerpen op een natuurlijke manier en met een flinke dosis humor behandelt. De personages in SpangaS wekken empathie op bij de kijker en zorgen ervoor dat verschillende kijkers zich kunnen identificeren. De
60
identificatie met etnische minderheden in SpangaS blijkt, op basis van dit onderzoek, beperkt. Zij zouden niet geloofwaardig genoeg zijn, een eigenschap die zeer belangrijk is binnen de waardering voor een personage die deels het kijkplezier bepaalt. Een jeugdserie als SpangaS biedt de jonge kijker dus de gelegenheid om zijn of haar ervaringen te spiegelen aan die van de personages. De kinderen die ik heb gesproken laten zich nog vaak leiden door wat leeftijdsgenoten van hun vinden maar denken vaak wel al kritisch na over hun eigen opvattingen en wie ze willen zijn in deze wereld. Door te kijken naar SpangaS wordt het morele oordeel niet wezenlijk veranderd maar door na te denken over de morele thema’s die in SpangaS aan de orde komen, kunnen de tieners een stap verder komen in de ontwikkeling van het moreel denken in hun weg naar morele volwassenheid.
61
Literatuurlijst Boeken: Ang, Ien.(1985). Watching Dallas. Soap Opera and the Melodramatic Imagination. London: Routledge. Bettelheim, Bruno.(1976). The Uses of Enchantment: The Meaning and Importance of Fairy Tales, Knopf, New York; vertaald als Het nut van sprookjes, Amsterdam: De Bezige Bij, 1980.
Brinkgreve, Christien.(2004). Vroeg mondig laat volwassen. Amsterdam: Augustus.
Bruin, Joost de.(2005). Multicultureel drama? Populair Nederlands televisiedrama, jeugd en etniciteit. Amsterdam: Otto Cramwinckel Uitgever.
Bukowski, W.M., L.K. Sippola. (1996). Friendship and Morality: (How) are they related? In Bukowski, Newcom and Hartup The company they keep (238-261). Cambridge: Cambridge University Press.
Hartley, John. (1999) Uses of television. London: Routledge.
Hermes, Joke, Maarten Reesink.(2003, 2004). Inleiding televisiestudies. Amsterdam: Boom.
Jensen, Stine, Rob Wijnberg.(2010). Dus ik ben. Een zoektocht naar identiteit. Amsterdam: De Bezige Bij.
Kohlberg, Lawrence.(1984). The Psychology of Moral Development: The Nature and Validity of Moral Stages. New York: Harper & Row.
62
Nikken, Peter.(2002). Kind en Media. Weet wat ze zien. Amsterdam: Boom.
Nussbaum, M.C. (1997). The Narrative Imagination. In: Cultivating Humanity: a Classical Defence of Reform in Liberal Education. M.C. Nussbaum (1997). Cambridge, Harvard University Press. 85-112.
Nussbaum, Martha. (2000). Wat liefde weet: Emoties en moreel oordelen. Amsterdam: Boom.
Rowlands, Mark.(2005). Everything I know I know from TV – Philosophy for the unrepentant coach potato. London: Ebury Press.
Valkenburg, Patti.(2002) Beeldschermkinderen. Theorieën over kind en media. Amsterdam: Boom.
Zoonen, Liesbet van.(2003). Identiteit en burgerschap in populaire cultuur. Amsterdam: UvA.
63
Wetenschappelijke artikelen: Bilandzic, H. (2006). The perception of distance in the cultivation process: a theoretical consideration of the relationship between television content, processing experience, and perceived distance. Communication Theory, 16 (3): 333-355.
Currie, G. (1995). The moral psychology of fiction. Australian Journal of Philosophy, 73 (2): 250-259.
Gerbner, G., & Gross, L. (1976). Living with television: the violence profile. Journal of communications, 26 (2), 172-199.
Konijn, E., & Hoorn, J. (2005). Some like it bad: Testing a model for perceiving and experiencing fictional characters. Media Psychology, 7 (2): 107-144.
Krijnen, T. (2007). There is more(s) in television. Studying the relationship between television and moral imagination. Amsterdam: University of Amsterdam: Department of Social and Behavioural Sciences.
Krijnen, Tonny, Irene Costera Meijer. (2005). The moral imagination of primetime television. International Journal of Cultural Studies, 8 (2): 353-374.
Kritzinger, J. (1995). Qualitative research: Introducing focus groups. Britisch Medical Journal: 299-302.
Raney, A. (2004). Expanding disposition theory: Reconsidering character liking, moral evaluations, and enjoyment. Communications Theory, 14 (4): 348-369.
Thorne, B, Luria Z. (1986). Sexuality in children’s daily worlds. Social Problems, 33: 176-190.
64
Krantenartikelen: NRC. 20 februari 2009. ‘De nieuwe zoops zijn erg succesvol.’ Raymond Krul.
Trouw. 2 april 2008. ‘Lief en leed op een middelbare school.’ Loes van den Heuvel.
Internetbronnen: Spangas. www.spangas.nl. Dagelijkse update.
Z@pp. www.zapp.nl. Dagelijkse update.
Spangas Hyves. spangas1.hyves.nl. Dagelijkse update.
Huis Anubis. http://anubis.nickelodeon.nl. Dagelijkse update.
Wikipedia – Ethiek. 30 juni 2010. http://nl.wikipedia.org/wiki/Ethiek
Wikipedia – Spangas. 26 april 2010. http://nl.wikipedia.org/wiki/SpangaS
Blog Salaheddine ‘De Marokkaan van Spangas’. 31 maart 2010. salaheddine.nl/columns/de-marokkaan-van-spangas/
Movie 2 Movie. Interview Diede in ‘t Veld. 31 maart 2010. http://www.movie2movie.nl/98622-Interview-Diede-in-'t-Veld-('SpangaS-opsurvival').html
Film: SPANGAS OP SURVIVAL (2009) Producenten: Alain de Levita en Johan Nijenhuis
65
Regisseur: Diede in ‘t Veld
Kijken met andere ogen
BIJLAGEN
66
Bijlage 1: Brief toestemming ouders Beste ouder(s)/ verzorger(s), Mijn naam is Marloes van Zuylen en ik studeer Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Ik ben aan het afstuderen en doe in mijn scriptie onderzoek naar de beleving van Spangas door kinderen van 9 tot 12 jaar. De populaire jeugdserie Spangas wordt elke schooldag om 18.00 uur uitgezonden op Z@pp. In overleg met de school en leerkracht zal ik met een aantal kinderen uit groep 7 en 8 onder schooltijd een uitzending van Spangas bekijken en hier daarna in groepjes over praten. De gesprekken zullen gaan over de onderwerpen en de personages in Spangas. De antwoorden en reacties van de kinderen zal ik anoniem verwerken in mijn onderzoek. Op onderstaand formulier kunt u invullen of u toestemming geeft om uw kind mee te laten doen aan het onderzoek. Bij vragen ben ik telefonisch of per e-mail te bereiken. Alvast bedankt voor uw medewerking. Met vriendelijke groet, Marloes van Zuylen 06-51104118
[email protected]
Naam kind:
Groep:
Leerkracht:
Hierbij geef ik toestemming om ..................(naam kind) mee te laten doen aan de gesprekken over Spangas.
Datum:
Handtekening ouder(s)/verzorger(s):
67
Bijlage 2: Transcript interview 1 Openbare basisschool De Vlieten (De Lier), 18 mei 2010
Interviewer:
Kennen jullie het programma Spangas?
Sanne:
Ja, ik kijk het eigenlijk elke avond.
Boy:
Ja, ik ook.
Lisa:
Ja, maar het er niet meer stom, het is hoe heet dat, zomer stop.
Kiara:
Jammer, het is net zo leuk.
Interviewer:
Wat vind je er leuk aan?
Kiara:
Alles, hoe ze het spelen en zo.
Boy:
Ja, en de middelbare school.
Kiara:
Zo maar die Steven is echt een sukkel.
Interviewer:
Hoezo?
Kiara:
Nou, toen ging hij een touw spannen..
Boy:
O ja.
Kiara:
want z’n vader ging naar huis omdat hij niet lekker was en toen wou hij een touw gaan spannen om hem te laten vallen maar toen schoot het los en kwam het zelf tegen zijn neus.
Lisa:
Haha.
Interviewer:
En wat vinden jullie van Spangas?
Lisa:
Leuk.
Jette:
Ja, ik vind het echt heel leuk.
Interviewer:
Is het je favoriete programma?
Jette:
Ja, bij mij wel.
Boy:
Ja want ik kijk het elke avond.
Interviewer:
En wat vind je er zo leuk aan?
Kiara:
Ja, het verhaal, hoe ze het spelen, echt grappig gewoon.
Lisa:
Ja, ze doen gewoon grappige dingen. Flip en Tobias je weet wel.
Jette:
Ja zij zijn echt lachen.
Boy:
Maar soms is het ook echt zielig, toen met Tessel.
Sanne:
Ja, dat was echt zielig toen zij dood ging.
68
Jette:
Ja maar die Charlie ging toen heel hard lachen, dat was echt gemeen.
Boy:
Ja, maar ze had wel bloemen neer gelegd.
Jette:
Lekker schijnheilig.
Interviewer:
Wie vinden jullie het leukst uit Spangas?
Sanne:
Flip.
Jette:
Whoeeeeee.[anderen lachen]
Kiara:
Ja, maar hij is homo hoor!
Sanne:
Haha, weet ik. Maar hij doet altijd grappige dingen en zo, van die grappen, Tobias ook.
Boy:
Ja maar toen die ging zoenen met Koen, gadver.
Jette:
Ja, dat vond ik ook wel een beetje raar.
Sanne:
Hoe zo is dat nou weer raar? Heb je nog nooit twee zoenende mannen gezien of zo?
Jette:
Ja, nou, niet raar of zo, maar wel een beetje want ja weet ik veel dat zie je toch niet zo vaak dat ze jong zijn.
Kiara:
Maar dat doen ze er gewoon in dat je dat kunt zien, dat je weet dat er homo’s zijn.
Sanne:
Ik vind Flip echt wel leuk, hij komt er ook gewoon voor uit en zo..
Jette:
Maar Koen is wel een sukkel.
Interviewer:
Waarom?
Jette:
Hij heeft puisten. [anderen lachen]
Sanne:
Na ja.
Boy:
Ik vind ze uit Spangas allemaal wel leuk.
Kiara:
Ja en ik vind het ook wel leuk dat ze allemaal anders gekleed zijn.
Jette:
De meisjes zien er ook altijd zo leuk uit.
Sanne:
Jolé is knap, ze heeft ook echt mooi haar.
Boy:
Ik vond het trouwens wel stom dat Fay een ufo zag, dat vind ik echt stom.
Jette:
Ja, dat ze dat dacht, wel dom.
Kiara:
Ja maar zij zit helemaal in haar eigen fantasiewereld. Ook toen Tessel dood ging, moesten ze een kijkdoos gaan maken en dacht ze dat ze Tessel zag.
69
Jette:
Ja en dat ze een spreekbeurt moest houden en ze echt zo’n heel gek kapsel had. Ze is een beetje raar of zo.
Kiara:
Ja, iedereen is gewoon heel anders om anderen te laten zien dat anderen soms anders zijn dan andere mensen.
Boy:
Zo, wat?
Kiara:
Ja, nou Fay is gewoon anders.
Boy:
Ja, ik vind haar echt heel overdreven. Altijd zo aan het gillen, en met die gekke kleren.
Interviewer:
Kennen jullie zelf ook kinderen die op Fay lijken?
Kiara:
Ja, Simon is ook altijd zo in z’n eigen wereld. Die zit altijd te dansen en te zingen.
Jette:
Ja, en raar te doen.
Interviewer:
Denken jullie dat er ook volwassenen naar Spangas kijken?
Sanne:
Ja, mijn moeder kijkt er ook altijd naar.
Boy:
Mijn zus ook, nou en die is al 19.
Kiara:
Ja, maar het is denk ook wel voor alle leeftijden. Het is niet kinderachtig of zo.
Boy:
Kijk voor ons is het leuk, dat we dan al kunnen kijken hoe het op de middelbare school is en zo.
Sanne:
Ja, maar het is wel heel anders dan de middelbare school!
Interviewer:
Ja, denk je dat?
Sanne:
Ja, het is gewoon veel grappiger. Ja, op een middelbare school is het echt wel anders. De klassen zijn wel hetzelfde maar het is rustiger, en ik weet niet, het is gewoon normaler.
Interviewer:
Wat vinden jullie van Marjana?
Sanne:
Ik weet niet, ik vind haar niet heel leuk. Ze is niet echt spontaan of zo.
Jette:
Nou Jolé kwam ook een keer binnen met hoe heet dat op..
Sanne:
Een hoofddoek.
Kiara:
Ja, omdat ze op haar vriendin wil lijken. Marjana is haar beste vriendin.
Jette:
Ja, maar Marjana vond dat echt niet leuk.
Interviewer:
Waarom niet?
70
Jette:
Nou, omdat zij er steeds verder mee gaat en dan wilt ze het echt worden en dan gaat ze er alles mee doen. En dan doet ze een test om te kijken of ze een moslim is of zo en dan is ze heel teleurgesteld omdat ze het dan niet is.
Kiara:
Ja, maar dat kan natuurlijk ook niet. Je moet wel in een bepaald geloof geloven.
Boy:
Later doet ze hem ook wel weer af , ik weet niet, je gaat toch ook niet zomaar met een hoofddoek op lopen.
Interviewer:
Wie van de meisjes uit Spangas vinden jullie het leukst?
Jette:
Lana.
Sanne:
Ja, ik ook Lana.
Interviewer:
Waarom?
Jette:
Zij is apart.
Sanne:
Zij heeft rood haar en ze is gewoon grappig.
Boy:
Ik vind Tessel en Jolé het leukst.
Kiara:
Ja, zeker ook alleen maar omdat ze knap zijn.
Jette:
Haha.
Sanne:
Ja, maar eigenlijk zijn ze allemaal mooi om te zien. Jolé is echt wel mooi.
Jette:
Ja, zij is wel leuk, maar dat toen met die hoofddoek op en zo, dat vond ik wel een beetje stom.
Boy:
Ze ziet er dan niet uit en zo is ze ook gewoon niet.
Kiara:
Ik vind Avalanche ook wel leuk, zij zegt wat ze denkt weet je wel. Ja, zij is wel leuk.
Sanne:
Avalanche vind ik de minste, zij heeft een grote mond en denkt dat ze alles beter weet en zo.’
Jette:
Zo, ja die ene keer dat Stan een filmpje van haar had gemaakt en op internet had gezet toen werd ze echt vet boos.
Kiara:
Ja, logisch. Het is best wel erg hoor als iemand zo maar iets van je op internet zet.
Interviewer:
Wie vinden jullie minder leuk van de meisjes?
Jette:
Ja op zich vind ik Charlie ook wel leuk, zij is van de Gradanen.
71
Boy:
Zij is echt een bitch.
Jette:
Ja, maar weet je er komen heel vaak nieuwe mensen bij en die zijn gewoon soms best wel stom.
Interviewer:
Wie vinden jullie van de jongens het leukst?
Sanne:
Ik vind Nassim wel stoer.
Jette:
Ja, ja en Barry maar Luxor is een sukkel
Boy:
Haha.
Kiara:
Een vieze boer.
Jette:
Ja, haha. Maar Barry is leuk, met die motor. En hij is ook heel lief voor Jolé.
Kiara:
Ze zijn gewoon allemaal heel verschillend maar dat heb je op een middelbare school natuurlijk ook.
Boy:
Ja, en sommigen zijn gewoon stom maar ja nu kun je zien ja dat ze ook wel aardig zijn, je kunt zien hoe iemand is. Het zijn allemaal andere maar ze zijn wel vrienden.
Kiara:
Ja, en dat je niet iedereen aan de kant moet schuiven en is moet kijken hoe iemand is.
Interviewer:
Is dat bij jullie op school ook?
Jette:
Ja, wij hebben soms ook wel eens ruzie. We hebben wel twee irritante kinderen in de klas.
Sanne:
Zoals Simon, bedoel je.
Interviewer:
Zijn er mensen die je kent die lijken op mensen uit Spangas?
Jette:
Bij mij niet.
Boy:
Bij mij ook niet.
Kiara:
Flip en Tobias lijken wel een beetje op Esmee en mij, zij is mijn tweelingzus.
Boy:
Zijn jullie grappig dan? [anderen lachen]
Sanne:
Nee, ik vind jullie lijken op uh, hoe heet zij, op Avalanche, ik vind haar bij jullie passen.
Kiara:
Ja?
Sanne:
Zij is ook een beetje zo bijdehand.
72
Interviewer:
Zouden jullie zelf op iemand uit Spangas willen lijken?
Jette:
Ik op Lana of Tessel.
Sanne:
Ja, ik ook Lana of Jolé.
Kiara:
Ik Tessel.
Jette:
Ja dat was zo zielig toen met Tessel. Is dat nou waar gebeurd? Nee toch?
Boy:
Ja hoor Jette, wat denk je, tuurlijk niet.
Jette:
Nee, ja dat dacht ik ook maar er stond echt zo van, wil je een bericht achterlaten ofzo of erover praten, ga dan naar Spangas.nl
Interviewer:
Gaan jullie wel eens naar de Spangas site?
Sanne:
Ja ik wel, je hebt daar van die agenda’s en zo, ik vind het wel leuk.
Boy:
Ik kijk naar die uitzending gemist, als ik moet trainen of zo.
Kiara:
O, ik ga er eigenlijk nooit heen.
Jette:
Je kan er ook dingen zien die ze niet op tv laten zien.
Boy:
Ja maar ik zie ook wel eens van die hele discussies, dan denk ik echt van hebben jullie niks beters te doen of zo.
Interviewer:
Lijkt het Spangalis college op jullie eigen school?
Kiara:
Nee, totaal niet!
Sanne:
Hun directeur is ook veel leuker.
Boy:
Haha, ja, sowieso.
Interviewer:
Zouden jullie zelf op het Spangalis college willen zitten?
Jette:
Ja, dat is echt een coole school, beter dan een middelbare school.
Sanne:
Ja, het is echt een gezellige school en je krijgt er ook heel veel vrijheid.
Jette:
Je mag daar gewoon veel meer, dat is gewoon leuker.
Interviewer:
Lijkt Spangas op het echte leven?
Sanne:
Nee, niet echt.
Boy:
Nee, vind ik ook niet.
Kiara:
Ja, maar misschien wel als je op de middelbare school zit.
Jette:
Nou, weet ik niet hoor, bij mijn zus is het wel anders of zo.
Boy:
En bij Spangas hebben ze ook allemaal verkeringen en zo, nou dat is hier ook echt niet.
Sanne:
Ja en ze wonen ook allemaal heel dicht bij school.
73
Kiara:
Ja maar die school bestaat niet.
Sanne:
Weet ik.
Kiara:
Ik denk wel dat heel veel kleine kinderen denken dat het echt is.
Jette:
Ja, maar het is ook wel levensecht gemaakt.
Sanne:
Ja en volgens mij is die school wel ook een echte school hoor.
Boy:
Nee, joh dat is gewoon een gebouw dat ze tot school hebben gemaakt om te filmen.
Interviewer:
Praten jullie met elkaar over Spangas?
Boy:
Nou, ik niet, dat is meer iets voor meisjes.
Kiara:
Nou het is niet dat we er heel veel over praten of zo, maar je hebt het er wel eens over, als er echt iets spannends of zo is gebeurd.
Jette:
Ja, en ik praat er ook wel thuis over, met m’n zus en met m’n ouders
Sanne:
Ik heb ook wel eens hetzelfde grapje als Flip en Tobias uitgehaald aan tafel en toen moest iedereen echt keihard lachen.
Interviewer:
Denken jullie ook wel eens na over Spangas?
Jette:
Ik denk er eigenlijk niet over na of zo, ik kijk het gewoon, ja nu omdat we het er over hebben en alles.
Interviewer:
Zouden ze van jullie klas ook een Spangas aflevering kunnen maken?
Jette:
Haha, dat zou wel lachen zijn, als de meester dan uit de klas is dat ze dan gaan filmen.
Interviewer:
En waar zou de aflevering dan over gaan?
Boy:
Nou misschien over Karim of zo, hij is pas net in Nederland.
Sanne:
En over liefde, het gaat ook heel vaak over liefde.
Jette:
Misschien over pesten, maar eigenlijk wordt er in Spangas niet echt gepest, of wel.
Interviewer:
Kun je je nog een aflevering of moment uit Spangas herinneren dat je echt is bij gebleven?
Jette:
Ja dat ze een muis op het bureau hadden gelegd bij Miss Madge, haha.
Kiara:
Nou, ik heb gewoon bij een aflevering met tranen in m’n ogen gezeten, het klinkt misschien stom maar ik zat echt zo van, ik zat echt gewoon te huilen, dat was toen met die herdenkingsdienst voor Tessel.
74
Sanne:
Zo, en ja toen die school in brand stond, dat vond ik echt eng.
Lisa:
Ik vind die afleveringen altijd leuk als Jolé gaat paardrijden.
Boy:
Ja, tuurlijk, jij vindt alles met paardrijden leuk.
Kiara:
Wat ik ook een leuke aflevering vond is, toen Fay bij die vrouw op bezoek ging die in de tweede wereldoorlog ondergedoken had gezeten.
Sanne:
O ja, ja dat vond ik ook wel interessant.
Boy:
Ja, en met die labrador, dat ze een hond hadden gevonden en toen hadden ze een hok gemaakt in de school.
Kiara:
Wat natuurlijk nooit in het echt kan gebeuren.
Boy:
Nee, maar het is ook niet echt, ze willen gewoon laten zien hoe het een beetje op een middelbare school gaat.
Interviewer:
Voor wie is Spangas gemaakt denk je?
Boy:
Nou, ik denk wel voor kinderen uit groep 8 zodat je kunt zien wat er allemaal gebeurt op een middelbare school, wat je moet doen en hoe je je moet gedragen.
Lisa:
Ja, maar aan de andere kant, je hebt daar een hok op school en er is ook maar 1 klas of zo.
Jette:
Ja, en met die kluisjes. Bij mijn broer op school is er gewoon in de kluisjes ingebroken.
Sanne:
Ja, dat was ook een keer in Spangas, volgens mij bij Fay. Toen hadden ze haar kluisje open gemaakt, dat was toen ze bi was.
Jette:
Is zij bi?
Kiara:
Ik vind het wel leuk dat ze bi is.
Lisa:
Wat is bi?
Sanne:
Lesbie.
Kiara:
Nee, dat is alleen als je op meisjes valt.
Sanne:
Nee toch, volgens mij niet hoor.
Jette:
Ja wel, ja wel, de ex van mijn neef is ook bi.
Boy:
Ik wist ook niet dat Fay bi was hoor, alleen dat Flip homo was.
Kiara:
Ik vind het wel leuk dat ze dat doen, dan kun je iedereen in z’n eigen waarde laten.
75
Jette:
Ik heb zelf ook wel een keer een homo paar gezien.
Sanne:
Ja, ik ook.
Boy:
Ja tuurlijk maar niet kinderen of zo.
Lisa:
Nee, ik ken ook geen een homo van onze leeftijd.
Kiara:
Ja maar iedereen is anders, de een valt op jongens, de ander op meisjes.
Jette:
Ja, al had ik een vriendin gehad die lesbisch was dan boeit het me nog niet.
Lisa:
Mij ook niet, alleen vind ik het vies.
Sanne:
Ja, mijn vader gaat dan gelijk kokhalzen als hij twee mannen ziet zoenen.
Kiara:
Dat vind ik dan wel stom, het is toch helemaal niet vies of zo.
Jette:
Sommige mannen geven elkaar gewoon een verjaardagskus.
Kiara:
Ja en in België zoenen de mannen elkaar ook gewoon.
Sanne:
Maar met Fay was ook een keer, dat ze in haar gedachte een zusje of zo had, en die zij dan van dat is vies, en toen ging ze steeds vaker haar handen wassen. En op een gegeven moment stond ze wel drie keer per dag onder de douche of zo.
Boy:
Ja, dat was echt niet normaal.
Kiara:
Wat heeft dat er nou mee te maken?
Sanne:
Nou, daar kwam ik gewoon ineens op.
Interviewer:
Waar kijken jullie nog meer naar behalve Spangas?
Jette:
Huis Anubis.
Boy:
Dat is echt stom.
Jette:
Ik vind het echt leuk, het gaat gewoon over een huis, en de avonturen die ze beleven, ja het is ook heel spannend.
Kiara:
Ja, ik weet niet ik vind het een beetje kinderachtig of zo.
Sanne:
Maar bij de vorige huis Anubis, dat was veel leuker, daar hadden ze ook een beetje een middelbare school.
Boy:
Spangas lijkt veel echter, daar zie je gewoon echt dat het gespeeld is.
Jette:
Ja dat is misschien wel zo maar ik kijk het omdat het heel spannend is.
Interviewer:
En gaan jullie weer Spangas kijken als het weer komt?
Sanne:
Ja.
76
Boy:
Ja, zeker, ik weet niet wanneer het weer komt.
Jette:
Ik denk na de zomervakantie.
Sanne:
Ja, meestal na de zomer.
Kiara:
Ik hoop wel dat er dan nog dezelfde in zitten.
Lisa:
Ik vind het echt niet leuk dat al die dingen stoppen voor de zomervakantie, dan kun je het toch kijken
Sanne:
Ja, maar in de zomer zijn de meeste mensen weg.
Kiara:
Dan krijg je weer al die herhalingen en zo.
Boy:
Dat is wel echt irritant.
Sanne:
Bel Zapp.
77
Bijlage 3: Transcript interview 2 Openbare Freinetschool Delft, 14 mei 2010 Interviewer:
Kijken jullie naar Spangas?
Thijs:
Ja, maar nu komt het even niet meer.
Lanoi:
Ja, dat is echt jammer want ik kijk het echt elke dag.
Faizah:
Ja, ik kijk het ook echt altijd.
Nikki:
Het is echt zo leuk.
Interviewer:
Wat vind je er leuk aan?
Nikki:
Het is spannend, er gebeurt telkens wat.
Sayid:
Ja, en het is ook met al die grappen.
Bjorn:
Het is ook echt grappig ja, vooral met die tweeling hoe heten ze.. die halen altijd van die grappen uit bij het hoofd of de meisjes.
Lanoi:
Ja, en het is leuk omdat ze allemaal een beetje van dezelfde leeftijd zijn.
Nikki:
Nou, ze zijn wel ouder hoor!
Lanoi:
Ja, in het echt wel, ja ze zijn wel iets ouder maar dat is juist wel leuk, dan zie je ook de middelbare school en zo en dat is gewoon veel leuker.
Thijs:
Ja, want in het echt zijn ze nog ouder, volgens mij.
Sayid:
Echt beter, ik heb ook echt wel zin om naar de middelbare school te gaan.
Nikki:
Ja, ik ook. Maar dat is denk toch wel anders. Bij Spangas doen ze allemaal van die... En verzinnen ze zelf allemaal dingen die ze dan mogen doen. In het echt is het wel strenger en zo.
Interviewer:
Zouden jullie zelf ook op het Spangalis college willen zitten?
Lanoi:
Jaaaa!
Bjorn:
Ja, maar ze zeggen niet waar het is.
Nikki:
Mijn broer is in Amerika naar school gegaan.
Faizah:
Echt? Hoe lang?
Nikki:
Voor een half jaar of zo. Naar zo’n hoe heet dat, high school.
Thijs:
Vet.
78
Bjorn:
Mijn zus zit in Delft op de middelbare school.
Interviewer:
Zijn er ook dingen die jullie niet leuk vinden aan Spangas?
Thijs:
Ja, ik vind het stom dat ze soms Engels praten en dan kun je het niet verstaan.
Lanoi:
Jaaa.
Sayid:
En die ene nieuwe directeur, die is ook streng.Van die andere school..
Faizah:
Jaa, van de Gradanen.
Interviewer:
Kijken jullie ouders ook naar Spangas?
Nikki:
Ja, mijne wel.
Thijs:
Mijn moeder kijkt het ook, haha, volgens mij vindt zij het nog leuker.
Interviewer:
Hoe komt dat, denk je?
Nikki:
Nou, ik denk misschien, ja gewoon dat zij kunnen zien wat wij een doen en zo. Dat ze dan kunnen zien hoe zij met pubers weer om kunnen gaan.
Thijs:
Maar misschien denken ze wel terug aan hun tijd.
Interviewer:
Hebben jullie een favoriet in Spangas?
Lanoi:
Ja! Ik vind Flip en Tobias eigenlijk wel even leuk.
Faizah:
Dan vind ik Tobias wel leuker, ik weet niet Flip met Koen en daarna met die andere jongen. Maar ze zijn allebei wel echt grappig.
Nikki:
Ik vind Tobias het leukst, hij is gewoon hoe die is, echt zichzelf.
Lanoi:
Ja, en Tobias had met Tessel maar die is dood.
Thijs:
Ja, en Flip was homo.
Lanoi:
Was, haha, nog steeds hoor. En hij heet..Jasper, volgens mij en hij is in het echt ook tweeling met Tobias en die heet Marius in het echt.
Nikki:
In het echt heeft Flip met Irmak.
Bjorn:
Ja? Ik dacht dat die homo was.
Nikki:
Ja, in de serie!
Bjorn:
Haha, dan moet je met een jongen zoenen, gadver.
Nikki:
Ja, maar dan kun je gewoon zien dat er in het echt ook gewoon homo’s zijn. En dat het gewoon normaal is en zo.
Bjorn:
Ja, dat er niet alleen maar meisjes en jongen op elkaar verliefd worden
79
maar het ook anders kan zijn. Lanoi:
Ja, op zich wel goed maar ik vind het ook wel een klein beetje raar.
Sayid:
Ik ook, want als je met je kleine broertje kijkt en zo. Dan zegt hij al homo en dat soort dingen.
Thijs:
Volgens mij had Flip daarna ook weer met een meisje.
Faizah:
Ja maar dat was wel zielig want dat deed hij alleen maar om Luxor toen jaloers te maken.
Bjorn:
Echt triest.
Nikki:
Ja maar dat is met Koen ook, die was eerst homo en nu heeft hij weer Een vriendinnetje. Volgens mij kan dat niet hoor.
Faizah:
Nee?
Lanoi:
Nou kan toch.
Thijs:
Nu is hij wel weer homo.
Sayid:
Effe iedereen uit testen. [anderen lachen]
Nikki:
En Fay ging ook een keer met een meisje zoenen, in het zwembad.
Bjorn:
O, ja, ook echt weer iets voor haar.
Interviewer:
Lijken de personen in Spangas op mensen die je zelf kent?
Thijs:
Nee, niet echt
Faizah:
Nee, want in Spangas zijn ze gewoon, ik weet niet, allemaal ja wat opvallender.
Lanoi:
En ook allemaal heel verschillend.
Sayid:
Eerst ging ik met m’n broer naar de bios en toen zag ik daar zo’n meisje lopen en die leek op Irmak.
Nikki:
Irmak vind ik niet zo leuk.
Bjorn:
Soms is ze wel snel boos.
Interviewer:
Wat is het Irmak voor meisje?
Lanoi:
Ze is Turks, ze is meestal wel lief maar soms kan ze ineens zo heel boos worden.
Thijs:
Ze werkt in de winkel van haar vader.
Faizah:
Ja en ze draagt ook een hoofddoek en dat betekent dat je moslim bent.
Lanoi:
Zij draagt toch geen hoofddoek?
80
Thijs:
Ja maar alleen in de winkel, voor haar vader.
Sayid:
Ze had hem ook wel een keer naar school op.
Faizah:
Ja, maar op zich mag je gewoon wel zelf kiezen. Ze wilde het gewoon doen voor haar vader, volgens mij.
Nikki:
Op school niet maar dat hoeft ook niet. Ze doet het alleen als er klanten zijn bij haar vaders werk, volgens mij.
Thijs:
Ja want dan komen er mensen en die zeggen dan van ja je dochter draagt geen hoofddoek.
Nikki:
O en ze is ook tegen kippen in een klein hok, toen gingen ze zo’n demonstratie houden.
Thijs:
Ja, toen wouden ze die kippen vrij laten of zo.
Lanoi:
En in de kantine wilden ze toen die broodjes kip niet meer verkopen ofzo, nou dat gaat ook wel weer een beetje ver.
Nikki:
Ja, dat is met dat biologisch en zo.
Bjorn:
Wij hebben ook nooit eieren van leg batterijen, dat is zielig.
Lanoi:
Ja, dat vind ik ook zielig.
Interviewer:
Wie vinden jullie minder leuk in Spangas?
Nikki:
Ik vind Marjana niet zo leuk, ze is niet echt vrolijk.
Lanoi:
Ja, zij was toen ook heel jaloers toen haar kleine zusje geboren werd. Toen ging dat baby’tje lachen naar Jolé en toen was ze heel boos.
Bjorn:
Ja, dat was echt stom.
Faizah:
Ik vind het ook raar dat Jolé eigenlijk ook een moslim wilde worden, ze wilde hetzelfde zijn als Marjana omdat zij haar beste vriendin is. Marjana ook weer boos, want je kan natuurlijk niet zomaar ineens moslim worden.
Lanoi:
Jolé heeft altijd van die dingen. Eerst was ze op Barry..
Nikki:
Nog steeds.
Lanoi:
Het leek of ze heel verliefd was op Barry en toen wilde ze het ineens niet meer.
Faizah:
Ik vind Jolé wel leuk, ze is echt een mooi meisje.
Nikki:
Marjana was ook een keer op een jongen maar ik weet even niet meer
81
hoe hij heet. En toen durfde ze dat niet tegen haar moeder te zeggen. Lanoi:
Nou, ik zeg dat ook niet tegen m’n ouders hoor.
Interviewer:
Wie vinden jullie leuk van de jongens?
Sayid:
Nassim.
Nikki:
Ja Nassim is tof ja.
Lanoi:
Hoe heet dat ex vriendje van Avalanche ook al weer?
Thijs:
O, hij, met dat blonde haar.
Nikki:
Stan.
Lanoi:
Ja, Stan. Ja die ging elke keer mensen volgen en filmen, dat deed hij ook bij Nassim en dat zette hij dan op de website.
Bjorn:
Dat was best wel erg.
Thijs:
Echt een sukkel.
Lanoi:
Haha.
Faizah:
Hoe heet die ene ook alweer die er niet echt bij hoort?
Nikki:
Bedoel je Rudolf?
Faizah:
Ja, Rudolf.
Lanoi:
Dat is ook best wel een kneus.[anderen lachen]
Thijs:
Hij probeert echt zo stoer te doen maar dat is hij niet.
Bjorn:
Luxor deed eerst echt alles voor hem maar hij nu wel wat zelfstandiger geworden.
Nikki:
Zo weet je wat ik trouwens ook echt stom vond dat toen Tobias vier vriendinnetjes had, hij had toen gewoon met Tessel.
Faizah:
O ja, maar toen waren ze er wel allemaal achter gekomen en toen hebben ze het allemaal tegelijk uit gemaakt, hard voor hem.
Interviewer:
Wat vinden jullie van Fay?
Lanoi:
Ik vind haar echt een beetje raar.
Bjorn:
Eerst had ze smetvrees, toen zag ze weer een ufo.
Thijs:
Ze droomt heel vaak dingen en dan denkt ze dat het echt is.
Nikki:
Ze is een beetje anders, ze leeft in haar eigen fantasiewereld.
Sayid:
Ik vind het ook irritant dat ze altijd zo hard schreeuwt en gaat dansen en zo.
82
Lanoi:
Ze kan best wel goed zingen.
Sayid:
Nou, dat vind jij.
Nikki:
Ze is de hele tijd anders, de ene dag weer zo en dan weer zo.
Interviewer:
Gebeurt er bij jullie in de klas wel eens iets waar ze een aflevering van Spangas van zouden kunnen maken?
Bjorn:
Nou, we zijn ook heel lawaaiig.
Thijs:
Ik vind Nikki wel een beetje op Jolé lijken.
Nikki:
Ja?
Faizah:
Ja en misschien omdat ze ook van paardrijden houdt.
Nikki:
Ja.
Lanoi:
En jij wel een beetje op Marjana.
Faizah:
Nou, bedankt! [anderen lachen]
Lanoi:
Nee maar niet lullig bedoelt, gewoon een beetje, omdat zij ook moslim is.
Faizah:
Ja, oké, dat is wel zo. En dan lijk jij op Annabel, haha.
Lanoi:
Zo!
Thijs:
Haha, dat is niet echt een compliment. Zij is de bitch van de school.
Bjorn:
Jij niet hoor Lanoitje.
Lanoi:
Nou, gelukkig.
Sayid:
Annabel is echt een tuttebel en ze denkt alleen aan zichzelf.
Nikki:
Zij denkt echt dat ze populair is.
Thijs:
En hoe heet zij nou, de zus van Tobias en Flip.
Nikki:
Lana.
Thijs:
Ja, Lana.
Faizah:
Lana is echt leuk.
Lanoi:
Ja, dat vind ik ook.
Interviewer:
Waarom?
Lanoi:
Nou, zij is gewoon zichzelf en ze is ook heel sociaal.
Nikki:
Ja maar het was wel stom dat ze zichzelf toen te dik vond.
Thijs:
Toen ging ze ook op zo’n site chatten hoe je het snelst af kan vallen. Toen ging ze bijna niet meer eten en zei ze dat het kwam door haar tongpiercing.
83
Faizah:
En dan andere meisje zei toen ook van, als je op een ijskontje zuigt dan lust je minder dingen.
Nikki:
Maar het is wel echt gevaarlijk om af te vallen want je kan dan ook flauw vallen en zo.
Bjorn:
Dat zijn mensen die heel mager zijn en dan zien ze zichzelf in de spiegel heel erg dik. Zij vond ook dat ze heel dik was.
Lanoi:
Ja, maar haar broers hadden ook gezegd van wat ben je zwaar geworden, ook niet echt aardig.
Thijs:
Zij ging toen ook vreemd toen ze met Nassim had, wel lullig.
Interviewer:
Wat vonden jullie daarvan?
Lanoi:
Ik vind het gewoon niet kunnen, vreemd gaan, ik zou het nooit doen, je kwetst er iemand echt onwijs mee, kijk naar Nassim, die gast was helemaal kapot.
Nikki:
Dat was toch Lana? Die ging toen zoenen met een andere jongen.
Thijs:
Ja, ik zei toch ook Lana.
Lanoi:
Ja, Lana, zij had met Nassim. Interviewer: Vind jullie Lana daardoor minder leuk?
Lanoi:
Kijk, Lana is niet gemeen of zo, ze is best wel lief en ze vond het ook wel erg dat ze het had gedaan.
Nikki:
Ik zou het zelf niet doen, maar het kan gebeuren, ik vind Lana niet ineens een kutwijf of zo.
Interviewer:
Haal je wel eens tips uit Spangas?
Sayid:
Ja, ze zeggen op het laatst bijvoorbeeld van wil je weten hoe het verder gaat, kijk maar op de website en dat doe ik dan ook wel.
Lanoi:
Toen Tessel dood ging, ging ik ook kijken.
Interviewer:
En denken jullie wel eens na over Spangas?
Lanoi:
Nou, dat je eerst je school moet afmaken, Jolé wilde stoppen om met Barry ergens heen te gaan maar ja als je geen diploma hebt..
Thijs:
Kijk, als je niet weet wat bi is, weet je het nu wel door Fay en zie je dat het niet raar is en zo. Wel jammer vind ik dan dat ze het bij Fay doen, want die is gewoon al een beetje raar.
84
Nikki:
Ja en dat je je bijvoorbeeld niet moet laten gebruiken of zo. Dat het soms lijkt dat mensen je vrienden zijn maar dat ze je ook zo weer kunnen laten vallen.
Thijs:
Ja, en ook niet alles doen wat je vrienden of zo zeggen.
Lanoi:
Vooral als je straks op de middelbare school zit.
Faizah:
Daar word je ook best wel snel gepest. Dat was ook met m’n buurjongen die werd telkens door grotere kinderen gepest.
Bjorn:
Ja, soms als je op de middelbare school zit en niemand kent je daar en je hebt een bril bij je dan kunnen ze je gewoon gaan uitschelden.
Nikki:
Ja, dat was ook met Jolé, Jolé werd ook uitgescholden toen ze ineens een bril op had.
Lanoi:
Ja en in die ene film, hoe heet ie ook al weer, van uhm hoe overleef ik mezelf toen werd dat ene meisje ook gepest met beenhaar.
Thijs:
Haha.
Lanoi:
Dat is niet echt leuk hoor. Mensen letten gewoon zo veel op elkaar, laat iedereen lekker.
Bjorn:
Ja, dat vind ik ook. Maar het is vaak gewoon een beetje om stoer te doen en er bij te horen.
Interviewer:
Vinden jullie dat Spangas lijkt op het echte leven?
Nikki:
Nou, niet echt. Het is meer overdreven, kijk als er alleen maar saaie mensen in zitten, is het ook niet leuk.
Bjorn:
Nou, op zich vind ik dat het er wel op lijkt.
Lanoi:
Ja, best wel. Zij zijn wat ouder maar het lijkt me wel leuk als je ouder bent.
Faizah:
Ja, mij ook.
Thijs:
Want hoe heet die, Luxor die was eerst ook gothic. Nou, ik ken geen gothic.
Faizah:
O, ja, haha.
Nikki:
Ja, maar die heb je wel hoor op de middelbare school.
85
Lanoi:
Ik vind het wel leuk dat Fay steeds een andere look heeft, ze ziet er wel leuk uit altijd.
Bjorn:
Vind je? Met die clownskleren. [anderen lachen]
Thijs:
Fay is altijd zo overdreven, zij wil iemand zijn die ze niet is, je moet gewoon jezelf zijn.
Interviewer:
Wat is dat dan jezelf zijn?
Thijs:
Dat weet ik ook niet precies.
Bjorn:
Nou dat je niet doet als of je iemand anders bent, zoals sommige op internet en zo.
Interviewer:
Doen jullie wel eens of je iemand anders bent op internet?
Faizah:
Nou, ik niet.
Nikki:
Ik ook niet echt, ik heb wel een keer gezegd dat ik heel mooi kan zingen, kan het wel een beetje maar niet echt goed maar ik deed niet of ik een zangeres was of zo hoor. [anderen lachen]
Interviewer:
En jullie?
Lanoi:
Nee, ik ben gewoon Lanoi, ik ga niet zeggen dat ik iemand anders ben, dat slaat nergens op, je moet gewoon jezelf zijn.
Interviewer:
Maar wat is volgens jou dan jezelf zijn?
Lanoi:
Ja, ik weet niet. Ik denk dat het ook te maken heeft met voor je eigen mening uitkomen en zo. Je hebt echt van die meelopers, nou dan ben je niet jezelf denk ik.
Interviewer:
Praten jullie wel eens met elkaar over Spangas?
Nikki:
Nou, soms wel eens in de kleedkamer, van heb je gister Spangas gezien, dit of dat.
Faizah:
Ja, en als je het net gezien hebt.
Thijs:
Nou, ik praat er eigenlijk nooit echt over, ja soms met m’n zus.
Interviewer:
Gaan jullie wel eens naar de website?
Sayid:
Ja, soms om afleveringen te kijken.
Bjorn:
Ja gemiste afleveringen.
86
Nikki:
En je kan ook in die agenda’s kijken van iedereen uit Spangas. En op het laatst zeggen ze toch altijd van wil je weten wat er gebeurt of zo kijk dan op Spangas.nl.
Lanoi:
Ik schrijf ook wel eens wat in de agenda van Fay of van Lana.
Bjorn:
Ja, hoor, wat dan?
Lanoi:
Nou, van, ik vind je lief of ik vind het goed dat je dit gedaan hebt.
Thijs:
Misschien is ze in het echt wel helemaal niet lief.
Lanoi:
Ja wel, joh.
Faizah:
Ik ga eigenlijk nooit naar de website.
Interviewer:
Wat is een aflevering die je je nog echt goed kan herinneren?
Nikki:
Ja, toen Tessel dood ging, dat was echt zo zielig, ik kreeg toen echt tranen in m’n ogen.
Faizah:
Ik vond dat ook zo erg.
Thijs:
Ja, het was wel zielig, ook met die herdenking en zo.
Bjorn:
Ja, en die aflevering dat die school in brand stond.
Sayid:
Dat was echt vet ja.
87
Bijlage 4: Transcript interview 3 Openbare basisschool Jeroen Den Haag, 3 juni 2010
Interviewer:
Kijken jullie naar Spangas?
Zaahir:
Ja, elke dag.
Stef:
Ik ook bijna elke dag.
Inaya:
Ik kijk het echt elke dag, al vanaf het begin.
Chanel:
Als ik het een dag niet zie, word ik gek.
Interviewer:
Wat vinden jullie van Spangas?
Tirza:
Heel leuk.
Interviewer:
Wat vind je er zo leuk aan, denk je?
Tirza:
Ik weet niet, het is gewoon leuk.
Chanel:
Alles is er leuk aan.
Inaya:
Ik vind het leuk dat er verschillende vrienden zijn, en die strijd tussen.. Hoe heet die andere school nou ook al weer?
Nasser:
Die Gradanen.
Inaya:
Ja, ja.
Zaahir:
En het is grappig, met die grappen van Flip en Tobias, weet je wel.
Tirza:
Ja, het is gewoon leuk dat er zoveel personages in zitten.
Chanel:
Dat vind ik ook, alle soorten mensen en het is ook gewoon spannend.
Stef:
Ja, en het is ook net echt een middelbare school en dat is wel leuk.
Interviewer:
Vinden jullie ook dat het lijkt op een echte middelbare school?
Tirza:
Ja, ik vind van wel, ik zou er in ieder geval wel op willen zitten.
Zaahir:
Mij lijkt het ook echt cool om er in mee te spelen.
Stef:
Ik denk dat het er wel een beetje op lijkt, niet echt helemaal want op de middelbare school zijn leraren en leraressen heel streng en dat is in Spangas helemaal niet.
Inaya:
Ja, bij Spangas zijn ze heel lief en ze mogen ook echt allemaal dingen zelf doen en zo.
Chanel:
Soms denk ik wel eens ja hoor, dan gebeurt er weer dit, zo veel, dan heeft Lana met Barry en dan ineens met Nassim.
88
Inaya:
Ja, maar dat is soap hè.
Stef:
Anders is het saai en kijkt er niemand meer.
Interviewer:
Zijn er ook dingen die je minder leuk vindt aan Spangas?
Inaya:
Nou, ik vond het echt stom dat Lana toen ging afvallen.
Chanel:
Ja, maar dat doen ze natuurlijk gewoon dat je kan zien dat je dat niet moet doen.
Inaya:
Ja, maar ze was echt niet dik of zo.
Interviewer:
Wie vinden jullie het leukst uit Spangas?
Tirza:
Ik Jolé.
Interviewer:
Waarom?
Tirza:
Ze houdt van paardrijden en ja ze is gewoon lief en ook een mooi meisje.
Zaahir:
Ik vind Nassim echt het leukst, dat is gewoon echt een relaxte gast.
Stef:
Ik Lana.
Chanel:
Whoeee.
Stef:
Ja hoor, nee zij is gewoon grappig en ze wordt best wel snel boos net als mij.
Nasser:
Ik vind Flip en Tobias ook super grappig.
Chanel:
Ja, zij zijn leuk. Ze halen elke keer grappen uit en mensen zeggen dan tegen hun dat ze moeten ophouden en dan gaan ze steeds maar door en door. Ze durven ook echt alles.
Nasser:
En Nassim vind ik ook leuk. Als er problemen zijn op school of zo, dan zoekt hij het uit.
Interviewer:
Wie vinden jullie minder leuk?
Inaya:
Ik vind Avalanche niet leuk, zij is altijd zo bazig en soms ook echt gemeen tegen mensen.
Tirza:
En Marjana die vind ik ook niet leuk, zij is niet echt aardig.
Nasser:
Koen is een sukkel.
Chanel:
Was dat die uhm met Flip wat had?
Inaya:
Ja, ja, die homo. [anderen lachen]
Zaahir:
Dat was echt zo stom, niet goed.
89
Chanel:
Ja, dat vindt jij dan weer. Het maakt toch niet uit, homo of lesbie, je bent toch ook gewoon een mens.
Nasser:
Ik vind het wel een beetje raar dat ze het in de film zetten.
Inaya:
Ja, maar in het echt heb je het toch ook.
Nasser:
Maar niet zo jong, echt niet van onze leeftijd of zo.
Zaahir:
Ik vind er gewoon niks aan, het is ook gewoon vies om te zien. Ik vind Het veel leuker als ze grappen maken of actie.
Tirza:
Ik vond het toen zo zielig voor Flip, hij zat er echt mee, hij kan er natuurlijk ook niks aan doen dat hij homo is. Maar toen ze ruzie gingen maken, dat vond ik best wel erg eigenlijk. Ik kon ook wel weer begrijpen dat het niet leuk is als je broer verliefd is op een goede vriend van je maar voor Flip is het ook moeilijk.
Inaya:
Ja, dat was echt zielig.
Interviewer:
Lijken de mensen uit spangas op de mensen waar je zelf mee om gaat?
Tirza:
Nee, helemaal niet.
Inaya:
Nee, vind ik ook, ze zijn veel meer impulsief en durven alles en zo. Ze doen ook veel meer dingen.
Stef:
Ja, en ze zijn ook altijd met die goede doelen en zo, nou dat doen wij ook niet echt.
Chanel:
Ja, wel joh, we hadden vorige week nog dat ene van Unicef.
Stef:
O ja, nou maar ze doen allemaal zo veel dingen.
Tirza:
Ja en ze hebben ook allemaal andere karakters, de een is boos en de ander niet.
Zaahir:
Maar zij zijn ook in de puberteit en dan gedraag je je ook anders.
Interviewer:
Zouden jullie zelf op het Spangalis willen zitten?
Nasser:
Zeker wel.
Chanel:
He lijkt me gewoon heel leuk en je hebt helemaal geen strenge leraren, het is er ook gewoon echt heel gezellig en zo.
Interviewer:
Zouden jullie op iemand uit Spangas willen lijken?
Tirza:
Ja, op Jolé.
Zaahir:
Ik wil gewoon op mezelf lijken.
90
Inaya:
Ja, je moet ook gewoon jezelf zijn. Lana vond zich heel dik, en wilde toen afvallen, je moet tevreden zijn met wie je bent.
Chanel:
Kijk, sommige mensen willen anders zijn en doen zich dan anders voor. Je moet je niet anders voor doen dan je bent, uiteindelijk komen mensen daar toch wel achter. Als je altijd alleen maar overdreven aardig doet en zo, ja dat slaat nergens op.
Interviewer:
Halen jullie wel eens tips uit Spangas?
Stef:
Ja, op het laatst zeggen ze toch altijd van ja, soms kun je het beter zo doen of zo.
Chanel:
Ja en van, wil je weten hoe het af loopt, kijk dan op Spangas.nl
Interviewer:
En kijk je daar dan ook op?
Chanel:
Ja, er staan ook extra filmpjes en zo op, ik vind het wel leuk.
Inaya:
Ik heb ook zo’n account gemaakt, ik doe er niet heel veel mee maar soms schrijf ik wel eens iets aan Jolé of Lana maar ze antwoorden echt bijna nooit terug.
Interviewer:
Wat schrijf je dan bijvoorbeeld?
Inaya:
Nou, als ze dan iets stoms of zo doen dan vraag ik waarom ze dat doen. Of dat ze echt niet van school moet gaan, ook al is ze heel verliefd op Barry.
Zaahir:
Het is niet echt hè Inaya. [anderen lachen]
Inaya:
Weet ik heus wel. Zo ik had trouwens ook een keer een meisje en die wilde mij toevoegen op haar profiel op de site maar ik kende haar helemaal niet. Nou dat heb ik echt niet gedaan, misschien doet zij zich wel voor als iemand anders.
Nasser:
En je hebt uitzending gemist.
Interviewer:
Wie vinden jullie minder leuk uit Spangas?
Stef:
Ik vind meneer van Hamel stom.
Chanel:
Nee, juist die nieuwe directeur.
Tirza:
Ja, en Luxor is ook niet echt leuk.
Inaya:
Haha, hij is echt een beetje een sukkel.
Tirza:
Hij durft niet echt dingen en komt niet echt uit zijn woorden.
Zaahir:
Ja, en als iemand een grap bij hem maakt, kan hij er echt niet om lachen.
91
Nasser:
En ik vind Marjana ook niet zo. Zij is gewoon, ja ik weet niet.
Tirza:
Ja, ik snap wat je bedoelt, zij is niet zo lief, gewoon niet zo heel aardig. Niet gemeen maar niet heel opvallend, denk ik.
Zaahir:
Pf, ja en Fay, die gelooft ook in Aliens.
Chanel:
Ja, ja! Zij is best wel raar.
Zaahir:
Echt niet normaal, die meisje was over gereden, Tessel, en ze denkt elke dag aan haar en zo. Ze is echt in haar eigen wereld.
Inaya:
Ja, ze heeft ook zo’n doos gemaakt, een kijkdoos, met allemaal spulletjes van Tessel er in.
Tirza:
Ik vind Fay best grappig maar ze is wel anders. Ze is soms ook verliefd op meisjes.
Chanel:
O ja, ze heeft twee keer gezoend met een meisje, dat was wel een beetje gek om te zien. [anderen lachen]
Interviewer:
Stel je mag zelf een aflevering van Spangas maken, wat zou je dan doen?
Inaya:
Ik zou er heel veel grappen in doen van die tweeling. Ja en Irmak, die vind ik ook wel leuk, zij is heel sportief en zo.
Tirza:
Ja en dat Lana niet zo veel gepest moet worden met haar vader, meneer van Hamel.
Nasser:
Ja en misschien wat nieuwe personages.
Inaya:
Maar dat gaat denk ook wel gebeuren.
Chanel:
Mij lijkt het wel leuk als er een beetje grappige meisje in komen. Een beetje zoals Tobias en Flip maar dan meisjes.
Zaahir:
Ik zou mezelf er wel in willen.
Stef:
Annabella kan er wel uit, zij is echt kapsones.
Tirza:
Zij is echt zo’n blondie die heel gemeen is en vorige keer ging ze iedereen voor haar feestje uitnodigen terwijl Tessel eigenlijk haar feestje wilde vieren.
Interviewer:
Wat vinden jullie minder aan Spangas?
Inaya:
Ik vind Avalanche niet leuk, zij is altijd zo bazig en soms ook echt gemeen tegen mensen.
92
Stef:
Mijn zus kwam, hoe heet ze..Avalanche een keer in het echt tegen maar ze zei dat ze wel wat minder dik was dan in Spangas, haha.
Chanel:
Ja maar ze zeggen toch ook altijd dat je op tv tien keer dikker lijkt.
Tirza:
En Marjana vind ik ook niet leuk, zij is niet echt aardig.
Inaya:
Marjana heeft volgens mij ook nog gespeeld in Onderweg naar Morgen.
Tirza:
Ja maar daar was ze wel veel ouder.
Nasser:
Ze zijn in het echt allemaal sowieso veel ouder, echt wel in de twintig al of zo. Behalve die Koen, hij lijkt echt jong.
Chanel:
Was dat die met Flip wat had?
Inaya:
Ja, ja, die homo. [anderen lachen]
Zaahir:
Dat was echt zo stom.
Chanel:
Ja, dat vind jij dan weer. Het maakt toch niet uit, homo of lesbie, je bent toch ook gewoon een mens.
Nasser:
Ik vind het wel een beetje raar dat ze het in de film zetten.
Inaya:
Ja, maar in het echt heb je het toch ook.
Nasser:
Maar niet zo, echt niet van onze leeftijd of zo.
Zaahir:
Ik vind er gewoon niks aan, het is ook gewoon vies om te zien. Ik vind het veel leuker als ze grappen maken of actie.
Interviewer:
Lijken de personages uit Spangas op mensen waar je zelf mee om gaat?
Tirza:
Nee, helemaal niet.
Inaya:
Nee, vind ik ook. Ze zijn veel meer impulsief en durven alles en zo. Ze doen ook veel meer dingen.
Stef:
Ja, en ze zijn ook altijd met die goede doelen en zo, nou dat doen wij ook niet echt.
Chanel:
Ja, wel joh, we hadden vorige week nog dat ene van Unicef.
Stef:
O ja, nou maar ze doen allemaal zo veel dingen.
Tirza:
Ja en ze hebben ook allemaal andere karakters, de één is boos en de ander niet.
Zaahir:
Maar zij zijn ook in de puberteit en dan gedraag je je ook anders.
Interviewer:
Zouden jullie zelf op het Spangalis willen zitten?
Nasser:
Zeker wel.
93
Chanel:
Het lijkt me gewoon heel leuk en je hebt helemaal geen strenge leraren, het is er ook gewoon echt heel gezellig en zo.
Interviewer:
Zouden jullie op iemand uit Spangas willen lijken?
Tirza:
Ja, op Jolé.
Zaahir:
Ik wil gewoon op mezelf lijken.
Inaya:
Ja, je moet ook gewoon jezelf zijn. Lana vond zich heel dik, en wilde toen afvallen, je moet tevreden zijn met wie je bent.
Interviewer:
Halen jullie wel eens tips uit Spangas?
Stef:
Ja, op het laatst zeggen ze toch altijd van ja, soms kun je beter zo doen of zo.
Chanel:
Ja, en van wil je weten hoe het afloopt, kijk dan op spangas.nl
Interviewer:
En kijk je daar dan ook op?
Chanel:
Ja, er staan ook extra filmpjes en zo op, ik vind het wel leuk.
Inaya:
Ik heb ook zo’n account gemaakt, ik doe er niet heel veel mee maar soms schrijf ik wel eens iets aan Jolé of Lana maar ze antwoorden echt bijna nooit terug.
Interviewer:
Wat schrijf je dan bijvoorbeeld?
Inaya:
Nou, als ze dan iets stoms doen of zo dan vraag ik waarom ze dat doen. Of dat ze echt niet van school moet gaan, ook al is ze heel verliefd op Barry.
94
Bijlage 5: Transcript interview 4 Openbare basisschool Jeroen Den Haag, 3 juni 2010
Interviewer:
Kennen jullie Spangas?
Floortje:
Ja.
Abdul:
Ja.
Interviewer:
Hoe vaak kijken jullie het?
Mashid:
Ik kijk het elke dag.
Abdul:
Ik ook bijna elke dag, als ik niet hoef te trainen dan.
Chavi:
Ik moet het serieus echt elke dag zien.
Floortje:
Ja, maar als je het een keer niet ziet weet je nog wel waar het over gaat.
Ashvin:
Ik kijk het als ik tijd heb, weet je.
Interviewer:
Wat vinden jullie van Spangas?
Floortje:
Echt heel leuk!
Mashid:
Leuk.
Adam:
Het is grappig, vooral met die tweeling.
Chavi:
Ja, zij zijn echt leuk.
Ashvin:
Het was echt lachen toen ze tegen die ene meester gingen zeggen dat hij vakantie had, en toen kwam hij helemaal niet op dagen.
Floortje:
Ja, het is wel grappig maar ze gaan soms dan ook wel net iets te ver, vind ik hoor, toen ze ook op die wc deden als of ze dood waren.
Adam:
Ja, maar dat deden ze bij dat hele strenge hoofd van de school, daarom vond ik het wel grappig.
Ashvin:
Ja, en het was ook wel grappig toen in die film van Spangas, die we toen gingen kijken met het slaapfeestje op school.
Chavi:
O, ja dat was echt leuk, ook met die disco.
Abdul:
Nou, ik weet niet, ik vond het niet zo leuk dat uhm Flip toen ineens homo was.
Floortje:
Ik vond het op zich wel leuk, wel apart maar ze willen dan gewoon laten zien dat het helemaal niet zo erg is.
95
Chavi:
Ja, want als je homo bent, hoef je niet gelijk raar te zijn. Maar het was wel een beetje gek om te zien toen ze gingen zoenen en zo. Ik kijk ook huis Anubis, daar zit geen homo in hoor. [anderen lachen]
Mashid:
Ja, maar huis Anubis is ook best wel kinderachtig. In Spangas gebeuren meer echte dingen.
Interviewer:
Wat vinden jullie er nog meer leuk aan?
Chavi:
Ik vind het leuk omdat iedereen z’n eigen karakter heeft. En ze spelen het ook goed, heel echt.
Mashid:
Ja, en het is ook wel spannend, zoals toen die school in brand stond en zo.
Floortje:
Ja, en ze sluiten ook altijd af met het spannendste stuk zodat je de Volgende keer wel weer moet kijken.
Interviewer:
Denken jullie dat Spangas lijkt op het echte leven?
Adam:
Ja, ik denk van wel.
Chavi:
Er gebeuren gewoon dingen die in het echt ook kunnen gebeuren, alleen is het natuurlijk wel iets overdrevener.
Ashvin:
Ze beleven gewoon meer dingen daar, in het echt is het gewoon wat saaier. Ze hebben daar op school ook een geheime zolder.
Mashid:
Ja en ze mogen daar ook veel meer, het is niet zo streng, ze mogen ook gewoon naar buiten als ze willen.
Abdul:
Ja en zij zijn ook allemaal vrienden van elkaar weet je, dat is hier ook niet. We maken ook geen ruzie of zo, maar het is ook niet dat je dan uit school ook weer met elkaar gaat chillen.
Interviewer:
Wie vinden jullie het leukst uit Spangas?
Mashid:
Ik vind Lana het leukst, zij lijkt mij heel aardig maar ze kan ook best wel snel kattig worden, net als ik.
Floortje:
Ik vind Fay leuk, zij is heel creatief. Ik ben ook wel creatief maar voor de rest lijkt ze weer helemaal niet op mij.
Chavi:
Maar zij verandert wel steeds, elke keer als ik naar Spangas kijk, heeft ze weer ander haar en zo.
Adam:
Ja, dan weer heel kort met stekels, en ze had ook een keer roze haar,
96
haha. Mashid:
Ik vind Tobias ook leuk omdat hij een grappenmaker is, ik vind dat hij van de jongens gewoon het leukste en liefste karakter heeft.
Chavi:
Ik vind Lana ook leuk, zij is aardig en komt ook voor anderen op en zo.
Floortje:
Flip en Tobias zijn leuk, grappig en ze zien er leuk uit.
Chavi:
Een lekkerding gewoon.
Adam:
Zij zijn gewoon grappig.
Ashvin:
Ja, ik vind ook Tobias en Flip het leukst en van de meisjes niemand. [anderen lachen]
Mashid:
Ik vind Jolé ook wel leuk.
Floortje:
Nou, ik vind haar een beetje te meisjesachtig, heel anders dan mij en ze is heel ijdel. En ze is ook niet helemaal hoe ze zelf is, ze doet tegen iedereen altijd wel heel aardig, omdat ze er graag bij wil horen. Want bij die film Spangas op survival had ze gezoend met die ene jongen en toen zei ze tegen hem van niet tegen de anderen zeggen want anders is mijn reputatie verpest.
Chavi:
Ik vind Nassim heel schattig.
Abdul:
Nassim is relaxt. Hij is een Mocro, ja en hij kan ook heel goed ruzies oplossen.
Floortje:
En hij is heel aardig, als er iets met hem is, lijkt het net of er met jezelf iets is.
Interviewer:
En wie vinden jullie minder leuk?
Chavi:
Irmak, ik weet niet zij kan soms ineens zo heel boos zijn.
Mashid:
Ja en ze verandert ook steeds van karakter, dan heeft ze weer een hoofddoek op en dan weer af. Als ze op school is doet ze hem af en als ze dan naar haar vader gaat, doet ze hem weer af.
Adam:
Dat is wel een beetje raar want ze kan ook gewoon tegen die vader zeggen van ik wil het niet.
Ashvin:
Ik vind die Marjana ook niet zo leuk.
Floortje:
Nee, ik ook niet, ze is een beetje zeurderig of zo, niet echt enthousiast.
97
Mahshid:
Volgens mij is Marjana in het echt ook helemaal niet Marokkaans maar half Tunesisch of zo.
Abdul:
Ik snap niet dat ze daar niet gewoon een echte Marokkaan voor nemen, je gaat toch ook niet een Chinees spelen als je Surinamer bent. [anderen lachen]
Ashvin:
Wel een beetje nep ja.
Abdul:
En ik mag die Annabel ook echt niet.
Chavi:
Nee, Annabel, ze doet altijd zo kapsonesachtig.
Mashid:
Ja, en dan gaat ze altijd van die afkortingen zeggen, zo van in het Engels, loser en zo.
Adam:
En ze is ook gemeen, soms heb ik dan wel medelijden met degene tegen wie ze gemeen is.
Interviewer:
Halen jullie wel eens tips uit Spangas?
Floortje:
Als ik sommige personen zie, haal ik wel eens vervelende dingen uit mijn eigen karakter, en die probeer ik dan wel te verbeteren. Annabel is bijvoorbeeld heel gemeen, soms ben ik ook wel een beetje gemeen en dat probeer ik dan wel te verminderen want ja, je ziet dat het niet leuk is om gemeen te zijn.
Chavi:
Ja en altijd aan het einde vertelt degene met wie het veelst is gebeurd ook wel eens tips, dan kun je naar de site toe gaan.
Interviewer:
Praten jullie wel eens met elkaar op school over Spangas?
Abdul:
Nee, ik niet.
Floortje:
Nou wij soms wel.
Ashvin:
Maar eigenlijk bijna nooit.
Interviewer:
En thuis?
Abdul:
Ja, thuis eerder, soms met m’n zus of zo.
Floortje:
Ik praat thuis tegen m’n plafond over Spangas.
Chavi:
Een keer toen ik buiten ging spelen toen hadden we het wel over Spangas en dat de oude Spangas, toen het net kwam leuker was, toen zaten er leukere mensen in en zo.
Floortje:
Maar ik denk dat we wel meer over Spangas praten nu want huis
98
Anubis bijvoorbeeld is echt oer saai. Interviewer:
En waarom vinden jullie Spangas zo leuk?
Abdul:
Nou, er zitten heel veel verschillende mensen in, je weet nooit wat er gaat gebeuren.
Floortje:
Ik denk gewoon 1 omdat het spannend is, 2 omdat het allemaal verschillende karakters zijn en 3 omdat het wel past bij kinderen van 12, 13, 14, 15.
Mashid:
Nou, mijn moeder kijkt het zelfs ook.
Ashvin:
Ja mijne ook, en ook m’n broer, haha, die is al 20.
Adam:
Ja maar de mensen die er in spelen, zijn ook ouder.
Floortje:
Ja, dat is waar. Maar ik denk ook dat ouderen er naar kijken dan kunnen ze zien hoe wij denken.
Interviewer:
Zouden jullie zelf in Spangas willen spelen?
Abdul:
Ja, als Nassim, hij is een lauwe gast.
Chavi:
Ik zou mezelf willen spelen.
Interviewer:
Als je zelf Spangas zou mogen maken, wat zou je dan doen?
Mashid:
Ik wil dan dat Lana het uit maakt met haar vriendje.
Ashvin:
Dat is al gebeurt hoor. Zij had toch met Nassim?
Chavi:
Ja.
Mashid:
O, nou goed zo want zij was helemaal niet verliefd op hem.
Abdul:
Ja, want bij die film van Spangas op survival ging ze vreemd, dat was echt lullig voor Nassim.
Adam:
Ik vind die Barry maar niks, hij denkt echt dat ie tof is of zo.
Mashid:
Hij pakt ook altijd alle meisjes af. Ook toen Flip met Tessel had toen had Barry haar afgepakt.
Chavi:
Hij is jaloers, hij vindt nooit de ware.
Floortje:
Als je echt verliefd bent, dan ga je niet vreemd maar als hij niet de ware is. Kijk, ik keur het niet goed ofzo maar als je eenmaal echt de ware tegen komt, dan ga je heus niet vreemd.
Mashid:
Als je iets ouder bent, vind je de ware vanzelf, denk ik. Je houdt dan van elkaar voor altijd, zoiets voel je.
99
Interviewer:
Welke aflevering kunnen jullie je nog echt goed herinneren?
Chavi:
Toen Tessel door ging, dat was zo erg, toen moest ik huilen, echt janken gewoon hè.
Floortje:
Nou, ik moest ook huilen.
Mashid:
Ik moet ook soms huilen als er verdrietige dingen zijn, dan zit je er gewoon helemaal in.
Chavi:
En ik kan er echt niet tegen als andere mensen moeten huilen.
Floortje:
Misschien konden ze beter gewoon dat Tessel naar een andere school ging, dood gaan is veel te zielig.
Interviewer:
Hoe zou je Spangas nog leuker kunnen maken?
Adam:
Een tweede Spangas op survival maken.
Chavi:
Een aflevering met basisschool Jeroen.
Abdul:
Ja, de Jeroeners.
Interviewer:
Is er nog iemand die heel graag wat wil zeggen?
Ashvin:
Spangas dat ben jij! [anderen lachen]
Floortje:
Spangas is gewoon heel leuk, het mag niet stoppen. En het lijkt me leuk om meer te weten hoe de personages in het echt zijn.
Adam:
Ja, dat meer op internet.
Mahshid:
Ja maar op de site kun je ook hun profielen lezen.
Adam:
Ze moeten gewoon nog meer van die backstage filmpjes erop zetten, dat is leuk.
Interviewer:
Gaan jullie naar de website?
Chavi:
Ik ga altijd als Spangas afgelopen is, naar de site om nog meer van die aflevering te weten.
Floortje:
Ik ga soms ook kijken in de agenda’s van hun.
100