JONG NVON-PODIUM Voor beginnende docenten Van Jong NVON Door de ogen van een docent
400
Op het moment dat jullie dit lezen, hebben wij het Startersevent Leraar 2.0 net achter de rug. Echter, op het moment dat ik dit schrijf, zijn we hard bezig met de laatste voorbereidingen. De commissie organiseert het event nu voor het tweede jaar op rij en stiekem hadden we gehoopt dat we er dit jaar minder werk aan zouden hebben. Niets blijkt minder waar. Er komt steeds weer een hoop bij kijken om alles te regelen en het een succes te maken. Een aantal avonden moet er dus nog goed doorgewerkt worden. Daar staat tegenover dat het event nog beter lijkt te worden dan het vorige. Met fantastische sprekers over het gebruik van Facebook en Twitter in de klas in het mooie museum Boerhaave in Leiden kan het eigenlijk alleen nog maar een succes worden. Hoe het precies geweest is, lees je in de volgende NVOX. En heb je er de balen van dat je het event hebt moeten missen? Kom dan gewoon naar onze netwerkborrels, dan vertellen we je er alles over. De eerstvolgende is alweer op 3 november in Café de Beurs in Utrecht. Geef je op via
[email protected] of kom gewoon gezellig langs vanaf een uurtje of zeven. We houden je ook op de hoogte via twitter, www.nvon.nl/jong en LinkedIn. Q Jean-Pierre Nelk
NVOX
januari oktober2010 2011
Als je voor de klas staat is niet alleen de informatieoverdracht leuk. Ook direct contact met de leerlingen draagt bij aan het plezier in je werk. Het zijn voor mij de gesprekken die leerlingen onderling voeren die een extra impuls geven aan het onderwijsgenot. Als je in het Westland les geeft, moet je in het begin even wennen aan de taal die daar gesproken wordt. Letters worden soms niet uitgesproken, overal staat ‘uh’ achtuh. Het verschil tussen kennen en kunnen, kunnen ze niet. Een pleziermomentje werd mij van de week dan ook weer aangeboden door een leerling uit 4 havo. Een echte Wes’lander. Wat er aan vooraf ging weet ik niet, maar dit is de opgevangen zin. Leerling: “Mu ma ken ech slech Engols.” Ik: “Dat is toch niet erg? Jij kan niet eens fatsoenlijk Nederlands.” Leerlingen: “Nee, meneer. Dat is Wes’lans. Dan mag het.”
Digitaal loket In het digitaal loket wordt het nieuws in de digitale wereld, dat nuttig is voor bètadocenten, geventileerd. Ditmaal kijken we naar Wetenschap24 of kortweg W24 op Twitter. Dagelijks worden er één of meerdere berichten van W24 online gezet. Dit kan variëren van nieuwe activiteiten op school tot nieuws
uit het wetenschappelijk front. Bij de meeste tweets zit een verwijzing naar een artikel of nieuws op de website van W24. W24 heeft een keurig verzorgde website waarop veel informatie te vinden is. De nieuwste artikelen rond wetenschap staan overzichtelijk op de site, maar ook zijn alle artikelen opgenomen in een archief. Bij de meeste artikelen is er een bijpassend filmpje gemaakt, een science flash. Aardig van de website is dat de artikelen ook op categorie gerangschikt kunnen worden. Ben je met brein en gedrag bezig dan heb je al snel een aantal verwante artikelen. Een prima site dus om leerlingen met anw of nlt informatie te laten zoeken over bepaalde wetenschappelijke onderwerpen. De website Wetenschap24 is een initiatief van NEMO, kennislink, NTR en VPRO. Het materiaal is niet direct bruikbaar voor het onderwijs. Er zijn geen kant-en-klare vragen of opdrachten bij de artikelen. Wel zijn de artikelen op een goed te begrijpen niveau geschreven en daarom leuk om toch eens door te nemen in de klas. Voor een ieder die geïnteresseerd is in wetenschap algemeen of wat uitgebreidere artikelen over nieuws uit de wetenschapswereld is dit een prima website.
Vraag en antwoord In vraag en antwoord kun je een vraag stellen die over het docentschap gaat, maar ook alles wat er om heen zit. Denk aan vragen als: wat is mijn salarisvooruitzicht? Welke extra taken mag het management mij toeschuiven? Waar haal ik mijn toetsen vandaan of waar kan ik ze kwijt? Jong NVON gaat dan voor jou op zoek naar het antwoord bij de experts die vertegenwoordigd zijn binnen NVON. Stel je vraag via
[email protected] o.v.v. vraag en antwoord. Ditmaal een vraag van Jean-Pierre waar hij zelf het antwoord op zoekt samen met zijn toa. “Tsja, geen idee eigenlijk.” Dat was mijn reactie toen de directie op mijn vorige school vroeg hoe vaak ik mijn toa eigenlijk nodig had. Ik werkte amper een jaar op de school en gaf de helft van de tijd wiskunde. Mijn toa was (en is) onmisbaar, maar heeft hij een precieze taakomschrijving? Wat mag hij
VMBO-ONDERBOUW JONG NVON-PODIUM allemaal wel en niet doen? Ik verzon de practica die ik wilde doen vaak zelf en hij bouwde de meest fantastische opstellingen hierbij. Op mijn huidige school schrijft de toa zelf alle practica. Hij begeleidt de practica in de bovenbouw en is mijn vraagbaak bij alles wat met experimenten te maken heeft. Maar ik ben op de verschillende scholen waar ik gewerkt heb ook zat toa’s tegengekomen, bij wie ik al blij was als ze de meetopstellingen voor mij in de klas wilden brengen. Andere toa’s wordt weer gevraagd om de licht te bedienen bij schoolconcerten. Dit leidt tot de vraag: wat mag je nu eigenlijk van een toa verwachten? Wanneer je op het beroepsprofiel van een toa googelt krijg je de volgende omschrijving: “Begeleiding van leerlingen en ondersteuning in het houden van orde in de klas, het verrichten van onderhoudswerkzaamheden en schoonmaken van instrumenten en het beheer van voorraden en inventaris behoren eveneens tot zijn taken. Daarnaast bewaakt de TOA de veiligheid door o.a. locatiebeheer te adviseren en denkt hij mee over de aanschaf van materiaal. Hij kan ook ingezet worden bij de ondersteuning
van docenten in het gebruik van audiovisuele apparatuur.” Bron: www.nationaleberoepengids.nl/ Technisch_Onderwijsassistent Een toa doet dus eigenlijk bijna alles wat met het vak zelf te maken heeft. Om dit te verifiëren doe ik navraag bij mijn eigen toa Gert van der Giessen. In de vele jaren dat hij nu toa is, heeft hij inderdaad bijna alles gedaan. In de beginjaren van zijn carrière was hij voornamelijk ondersteunend aanwezig in de klas. Later, toen overgestapt werd op een nieuwe methode, DBK, moesten opeens veel practica geschreven en herschreven worden. Hij is minder in de klas gaan doen met practica maar juist meer zelf gaan schrijven. Met de ingang van de Tweede Fase is dit verder uitgebouwd en doen leerlingen uit de bovenbouw in principe practicum bij hem. Wel een belangrijk feitje dat hij daarbij noemt is het volgende. Vroeger was de norm dat er per 40 lesuren van een bètavak één toa moest zijn om die lessen te ondersteunen. Toen die norm
werd losgelaten, is dat door veel directies gebruikt om op toa’s te bezuinigen. Een toa heeft nu waarschijnlijk werk genoeg om twee toa’s aan het werk te houden, zeker wanneer deze ingezet wordt als manusje-van-alles op de school. Daar staat tegenover dat je zowel als toa als docent veel vrijheid hebt om met elkaar in overleg te bepalen wie wat doet. Met de vroegere norm in je hand heb je altijd een wapen om bij de directie mee aan te kloppen als je meer wilt dan mogelijk is. Al is het wel een beetje een bot wapen geworden. Sinds enige tijd is er weer een toa-opleiding bij ROC Midden Nederland. Hier wordt ingespeeld op de vakinhoudelijke componenten van het vak maar ook op de onderwijskundige componenten.
Een bijdrage voor Podium? Graag ontvangen we jouw bijdrage via
[email protected] met een cc naar
[email protected]
Q Freek Pols
401
nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen
VAN DE BESTUURSTAFEL Het bestuur heeft zich de afgelopen maand onder meer beziggehouden met: • Vernieuwde examenprogramma’s in 2013 in de Tweede Fase • Vier profielen in de Tweede Fase • Wel of niet vernieuwde examenprogramma’s in het vmbo
Vernieuwde examenprogramma’s in 2013 in de Tweede Fase Voor de zomervakantie was het de vraag of het zou lukken de vernieuwde examenprogramma’s voor de bètavakken in 2013 in te voeren. Half september kwam het verlossende woord. De minister heeft na advies van NVON, CvE en SLO besloten tot invoering van
het nieuwe nlt-programma in 2012 en zij richt zich op invoering van de nieuwe programma’s biologie, natuurkunde en scheikunde in 2013, en van wiskunde in 2015. De planning gaat uit van vaststelling van de programma’s biologie en natuurkunde aan het eind van dit jaar en van scheikunde een half jaar later. De komende maanden worden gebruikt om syllabi en handreikingen verder te ontwikkelen, inclusief de digitale veldraadpleging in november. In deze NVOX meer over deze digitale veldraadpleging. Verder vindt een onderzoek plaats of de programma’s uitvoerbaar, examineerbaar en van voldoende diepgang zijn, anders vindt opnieuw aanpassing plaats.
De aanpassingen die nu hebben plaatsgevonden, zitten hem vooral in de contextomschrijving. Als voorbeeld: bij natuurkunde stond dat straling alleen getoetst wordt in de context ‘medische beeldvorming’, dit is nu een ruimere context. Al eerder heeft de NVON aangegeven dat budgettair neutraal invoeren van nieuwe examenprogramma’s niet kan. De ‘prestatiebox’, die in 2012 voor scholen gaat gelden, biedt bètasecties kansen. Meer daarover in Van de vakbondstafel.
Vier profielen in de Tweede Fase De NVON is blij met de conclusies van de Onderwijsraad. Die concludeerde, evenals de
oktober 2011
NVOX
nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen
NVON, dat een wijziging in de profielstructuur geen inhoudelijke of organisatorische voordelen met zich meebrengt. Gezien de maatschappelijke reacties moet de minister van goede huize komen om het voorstel in het regeerakkoord door te zetten. Maar daarmee is de 50 miljoen bezuiniging, die deze structuurwijziging zou moeten opbrengen, niet van tafel! Het ministerie bezint zich op maatregelen om dit bedrag op een andere manier te realiseren. Bijvoorbeeld door
het aantal examenvakken terug te brengen. Het is allemaal nog in een pril stadium; zodra er meer bekend is, informeren wij u.
Wel of niet vernieuwde examenprogramma’s in het vmbo? Vernieuwde examenprogramma’s, aanpassing profielen… Het idee zou kunnen ontstaan dat het alleen om de Tweede Fase draait. De regelmatige lezer van deze rubriek weet dat de NVON veel energie steekt in het vmbo en
de aansluiting van het vmbo met het mbo. Samen met de vakvereniging voor wiskunde (NVvW) vindt momenteel de discussie plaats of de bèta-examenprogramma’s op het vmbo niet toe zijn aan een herziening. Deelt u de mening dat de tijd rijp is om de examenprogramma’s van biologie, nask I en nask II eens onder de loep te nemen, of bent u een andere mening toegedaan? Meng u in de discussie en mail uw reactie naar vmbo sectievoorzitter Jan Baas:
[email protected].
VAN DE VAKBONDSTAFEL De NVON als vakbond
402
Prestatiebox, een kans voor bètasecties Prestatiebox, een nieuw scrabblewoord? Sinds het rapport van commissie Dijsselbloem, die aangaf dat de overheid zich niet moet bemoeien met hoe er geleerd wordt, maar wel met wat, wordt de term ‘geoormerkt geld’ niet meer gebruikt. Toch wil de overheid sturen en het vorige kabinet had het over een ‘bestemmingsbox’. Binnen de lumpsum van de school had een bepaald gedeelte een bestemming. De scholen waren trouwens vrij om die gelden aan andere zaken te besteden. Die vrijblijvendheid gaat er met het invoeren van de prestatiebox van af. In haar Actieplan Beter Presteren geeft minister Van Bijsterveldt drie actielijnen aan: 1. Een cultuur van opbrengstgericht werken: in het schooljaar 2014-2015 wordt het gebruik van een leerlingvolgsysteem verplicht. Onderdeel daarvan is een landelijke diagnostische toets aan het einde van de onderbouw. 2. Een ambitieuze leercultuur: excellente en hoogbegaafde leerlingen krijgen maatwerk aangeboden. 3. Een cultuur van bewust kiezen: meer aandacht in het curriculum voor doorstroomvakken en meer ruimte voor scholen.
kwaliteitscriteria vastgesteld. • In hoeverre de huidige wet- en regelgeving scholen voldoende ruimte biedt voor maatwerk, wordt met de sector en de inspectie geïnventariseerd. • Om excellentie te bevorderen, komt er een landelijk dekkend netwerk van scholen voor hoogbegaafde leerlingen. De expertise van dit netwerk wordt ontsloten. Ook komt er een onderzoeksagenda gericht op de effectiviteit van arrangementen voor hoogbegaafden. • Het langetermijnperspectief met betrekking tot het verhogen van het aantal docenten met een master wordt in het najaar besproken met sociale partners en andere betrokkenen. • Om te bepalen welke scholen excellent zijn, wordt na overleg met de sector een waarderingssysteem ontwikkeld. Dat systeem beloont vooral de prestaties van de school om resultaten van de leerling te maximaliseren. Er moet daarbij rekening gehouden worden met de verschillende schoolsoorten en de bredere onderwijskundige taak van scholen. • Er komt een plan van aanpak over de wijze waarop scholen een cultuur van opbrengstgericht onderwijs kunnen realiseren. De VO-raad zal hierin een belangrijke rol spelen.
Belangrijke punten uit het Actieplan Beter Presteren • Vanaf het schooljaar 2014/2015 moeten alle leerlingen aan het eind van de onderbouw een verplichte – diagnostische – toets maken voor Nederlands, Engels en wiskunde. • Scholen worden vanaf 2014/2015 verplicht een leerlingvolgsysteem te gebruiken. • In overleg met de sector worden hiervoor
De 300 miljoen euro die gekort is op het Passend Onderwijs, krijgen de scholen weer terug in de eerder genoemde prestatiebox. Binnen het kader van de drie actielijnen stelt de school zelf doelen. Het geld uit de prestatiebox is bestemd om de doelen te bereiken. Er komt een nulmeting, in 2013 is er een tussenmoment en kijkt de onderwijsinspectie in
NVOX
oktober 2011
hoeverre de gestelde doelen gehaald zijn, of er een betere prestatie is geleverd. In het uiterste geval moet het geld terug naar de overheid. De directies van scholen gaan binnenkort plannen maken. Dit biedt bètasecties de kans om daarin een rol te spelen. Bijvoorbeeld door zelf met plannen richting directie te komen. De ervaring leert dat proactief zijn meer oplevert, dan afwachten waarmee de directie komt. Prestatiebeloning? Is prestatiebeloning een goed antwoord op de noden van het onderwijs? De CMHF, waarvan de NVON onderdeel is, vindt van niet. Op basis van de cao is op dit moment prestatiebeloning al mogelijk, maar is tot op heden niet of nauwelijks ingevoerd. Kennelijk is het toch moeilijk om te komen tot objectieve criteria op basis waarvan een beloning kan worden toegekend en is er ook niet voldoende draagvlak voor op de werkvloer. Het lijkt in ieder geval goedkoper om in enkelen te investeren ten koste van velen. De prestatiebeloning kan en mag niet in de plaats komen van een generieke loonstijging die gelijke tred houdt met zowel de ontwikkeling in de marktsector als met de inflatie. Voor iedere werknemer die tenminste voldoende presteert, zou dit toch mogelijk moeten zijn. Het kabinet gaat dit schooljaar experimenteren met prestatiebeloning. Medezeggenschapsraden kunnen die proeven blokkeren. Volgende maand meer. Namens het bestuur, Henry van Bergen / hoofd NVON-bureau
[email protected]
BESTUURSCOMMISSIES De nieuwe Onderwijscoöperatie De NVON heeft zich aangesloten bij de CMHF. Via de CMHF nemen we deel aan de nieuw op te richten onderwijscoöperatie waarin alle grote beroepsverenigingen zitting hebben. In deze bijzondere organisatievorm werken zij hand in hand met de mensen die zij vertegenwoordigen. Dat zijn alle leraren in het basis-, en voortgezet onderwijs, het beroeps en hoger onderwijs. Het doel: zorgen voor een krachtige beroepsgroep, met kwaliteit hoog in het vaandel. Niet eerder werkten beroepsverenigingen zo eendrachtig samen om dit te verwezenlijken. Een sterke beroepsgroep, die zo breed gedragen wordt als de Onderwijscoöperatie wordt een gezaghebbende gesprekspartner voor de politiek en het onderwijsveld. Drie speerpunten van de Onderwijscoöperatie Alleen goede leraren kunnen zorgen voor goed onderwijs. Om die kwaliteit te waarborgen richt de Onderwijscoöperatie zich op drie, elkaar versterkende, punten: • De bekwaamheid van de leraar. De Onderwijscoöperatie helpt om kaders te stellen en normen te ontwikkelen die de kwaliteit van het vak waarborgen. Dat gaat over vragen als: Wat moet een leraar precies kennen en kunnen om een goede leraar te zijn? Welke opleidingen en nascholingscursussen zijn belangrijk? Ook het zorgen voor een lerarenregister als belangrijk onderdeel van de beroepskwaliteit hoort daarbij. • De professionele ruimte van de leraar. De Onderwijscoöperatie wil werken aan versterking van de positie van de leraar in de onderwijspraktijk. Krijgt hij ruimte om als professional zijn vak goed uit te oefenen? Welke steun heeft hij nodig en hoe kan hij zich verder ontwikkelen? • Een goed imago van het beroep. Een goede leraar die ruimte krijgt om zijn vak professioneel uit te oefenen is het fundament van een goed imago. Maar er is meer voor nodig om dat imago uit te dragen. De Onderwijscoöperatie maakt zich er sterk voor. Een uitnodigend lerarenregister Een lerarenregister is belangrijk in de keten van activiteiten om de beroepskwaliteit te waarborgen, net als dat geldt voor bekwaamheidseisen of goede lerarenopleidingen. In een register wordt het onderhouden van
bekwaamheid zichtbaar. De Onderwijscooperatie begint daarom met de instelling van een landelijk lerarenregister. Leraren die zich willen registreren, moeten voldoen aan een aantal harde kwaliteitseisen, zoals type opleiding en een minimaal aantal lesuren. De inschrijving is gratis en gebeurt op basis van vrijwilligheid. Het is de persoonlijke verantwoordelijkheid van leraren om zich te registreren. Zij kunnen in het register aangeven hoe zij, bijvoorbeeld met nascholing, of een andere, persoonlijke vorm van professionalisering, hun kwaliteit op peil houden of verbeteren. De inschrijving is vier jaar geldig. Het register moet leraren uitnodigen om te professionaliseren; het doet een appel op hun beroepstrots. Het gaat niet om dwang of ‘afvinken van behaalde puntjes’. In het schooljaar 2011 kunnen de eersten zich registreren, te beginnen met onder meer de leraren algemene vakken uit het voortgezet onderwijs. In de maanden erna wordt het systeem verder uitgebouwd en komen geleidelijk andere groepen aan de beurt. Benut de kracht en kennis van elkaar Leraren zijn er in alle soorten en maten. Van een remedial teacher in het basisonderwijs tot een leraar Grieks op het gymnasium. Om hun verschillende ervaring en expertise tot recht te laten komen wil de Onderwijscoöperatie alle leraren nauw betrekken bij onderwerpen die ertoe doen. Om dat zo praktisch mogelijk te regelen, komen er commissies van leraren. Zij kunnen bijvoorbeeld adviseren over de criteria van het lerarenregister, of het nascholingsaanbod. Alle onderwerpen die te maken hebben met de beroepskwaliteit kunnen zij ter hand nemen. De commissies worden aangestuurd door de deelnemende organisaties aan de Onderwijscoöperatie. Dat werkt snel, want deze organisaties kunnen via hun eigen netwerk en ledenstructuur zo de juiste leraren (binnen en buiten hun eigen organisatie) voor de juiste commissies benaderen. Hoe werkt de Onderwijscoöperatie? De Onderwijscoöperatie is van, voor en door leraren. Bij alle activiteiten worden zo veel mogelijk leraren ingezet. Natuurlijk moet de school hen daarvoor de ruimte en de tijd geven. De Algemene Ledenvergadering bestaat uit de leden van de aangesloten beroepsorganisaties, één afgevaardigde per organisatie. Zij vormen formeel het ‘hoogste’ orgaan. Het Bestuur heeft leden en beschikt over een onafhankelijk voorzitter. De Lerarenadviesraad
bestaat uit 50 leraren; zij zijn afgevaardigden van de beroepsorganisaties. Ze hebben een belangrijke stem in de koersbepaling van de Onderwijscoöperatie. Senatoren zijn mensen van buiten de beroepsorganisaties met een deskundige, gezaghebbende staat van dienst. Zij kunnen hun mening laten horen in de lerarenadviesraad. Het Bureau is een klein maar sterk team dat de activiteiten van de Onderwijscoöperatie coördineert en in goede banen leidt. De Lerarencommissies, bestaande uit leraren van alle beroepsorganisaties, gaan aan de slag met opdrachten van de Algemene Ledenvergadering, en richten zich op de bekwaamheid van de leraar, de professionele ruimte en een goed imago van het beroep.
De Onderwijscoöperatie is een initiatief van onze Federatie Onderwijsbond CMHF/MHP, de onderwijsvakbonden AOb, CNV Onderwijs, het Platform vakinhoudelijke verenigingen voortgezet onderwijs (PVVVO) en Beter Onderwijs Nederland (BON). In dit samenwerkingsverband richten zij zich op hun gemeenschappelijke doel: ontwikkeling van de beroepskwaliteit en versterking van de positie van de leraar. Ook andere lerarenorganisaties kunnen zich aansluiten als zij genoeg leden hebben. Alle aangesloten organisaties blijven ieder hun eigen, specifieke taak en doel houden. De Onderwijscoöperatie start in het nieuwe schooljaar 2011. De Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) wordt opgeheven.
Meer weten of meedoen? Er is nog plaats voor enkele leraren in de resonansgroepen herijking, professionele ruimte en herijking. Vragen over deze tekst? Mail naar
[email protected] Q Jan van Lune en Dirk-Jan van de Poppe
Proeven en testers gevraagd voor Showdefysica Showdefysica is de voorlopige titel van een boek met beschrijvingen van demonstratieproeven voor natuurkunde dat zal worden uitgegeven in de NVON-reeks. Al geruime tijd is een aantal (oud)-natuurkundedocenten bezig daarvoor bijdragen te schrijven. We verzamelen ongeveer vijftig treffende demonstraties die geschikt zijn om in onderbouw of bovenbouw of bij speciale gelegenheden te
oktober 2011
NVOX
403
nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen
404
gebruiken. Demonstraties die het vak natuurkunde extra aantrekkelijk maken. Dit is een oproep aan (oud-)natuurkundedocenten om ook een bijdrage te leveren. Welke demonstratie moet volgens jou elke (toekomstige) natuurkundedocent kennen en uitvoeren? Wat is jouw lievelingsdemonstratie? Welke demonstratie mag beslist niet in vergetelheid raken? Beschrijf die in een paar regels en mail die naar ons op, mailadres
[email protected]. Wij kunnen bekijken of die past in het boek en nog niet voorkomt bij de al verzamelde bijdragen. Zo ja, dan zullen we je vragen een beschrijving te maken volgens het format dat wij hanteren. Daarbij verlenen we desgewenst assistentie. Dit is ook een oproep aan natuurkundedocenten om een of meer van de reeds ontwikkelde beschrijvingen van demonstraties te testen. Wil je daaraan meewerken, maak dat dan kenbaar door een mail aan showdefysica@nvon. nl. Dan sturen we je een proevenoverzicht en een testinstructie. Na uitzoeken van een proef daaruit krijg je de proefbeschrijving met het verzoek die uit te proberen, samen met je toa, in een klas of bij een geschikte gelegenheid. Meer proeven uittesten mag natuurlijk ook. Q Maarten van Woerkom / oud-natuurkundedocent en voormalig vakdidacticus natuurkunde Q Henny Kramers-Pals / voorzitter bestuurscommissie NVON-reeks
BOEKRECENSIES Slordig, slordig! John Farndon. De grote wetenschappers. Hilversum: Textcase, 2005. 160 p., vele ill. in kleur. ISBN 978-1-84837-112-5. € 7,99.
Ik had het boek al geruime tijd bij de ICOB-aanbiedingen
NVOX
oktober 2011
Showdechemie2 Showdechemie2, nummer 7 in de NVON-reeks, is deze zomer verschenen. Dank zij sponsoring door de VNCI en de Sectie Scheikunde Onderwijs van de KNCV kon de prijs voor dit mooi uitgegeven boek weer laag worden gehouden: voor NVON-leden 10 euro, voor anderen 12,50 euro, exclusief verzendkosten. De verzendkosten zijn 5 euro voor bestellingen tot en met 20 euro. (Dus bestel meteen een tweede boek voor je collega en bespaar zo op de verzendkosten). Je kunt het boek bestellen bij
[email protected] onder vermelding van artikelnummer 70. De bezoekers van de Woudschoten Chemie Conferentie en de toa-conferentie hebben het voordeel dat ze boeken van de ledenservice, ook dit boek, in de NVON-stand kunnen aanschaffen zonder de verzendkosten te betalen. Bovendien bieden we het eerste deel, Showdechemie, samen met Showdechemie2 aan voor slechts 15 euro. De site met verdere informatie, zoals adressen van leveranciers van bijzondere chemicaliën, aanvullingen en links is intussen grotendeels ingevuld. Helaas zijn er technische problemen bij de plaatsing van filmpjes. Die zijn voorlopige opgelost door de filmpjes op YouTube te plaatsen en daarheen te verwijzen. De site valt onder het scheikundedeel van de NVON-site en heeft als snelkoppeling www.nvon.nl/ showdechemie2.
zien liggen en aangelokt door de mooie omslagfoto besloot ik het toch maar te kopen. Ik meende de levensverhalen van de beschreven geleerden, van Euclides tot Stephen Hawking, wel te kennen maar dacht dat het goed zou zijn als onze leerlingen er ook kennis van zouden nemen. De taal is eenvoudig en de beschrijvingen van de ontdekkingen en uitvindingen helder. Uiteraard wist ik dat het een vertaling uit het Engels was. Nou, vertaling… het trio dat daarvoor tekent moest eens een flink pak op de broek krijgen, of liever, de uitgever moet zorgen voor betere en deskundiger vertalers die er niet met de pet naar gooien. Ik geef een paar voorbeelden
Q Henny Kramers-Pals / voorzitter BC NVON-reeks
Showdechemie2 bevat een aanzienlijk aantal minder bekende demonstratieproeven. De foto toont een fotochemische reactie die pas optreedt wanneer licht op het reactiemengsel valt; de paarse kleur verdwijnt dan. Deze proef is ontwikkeld door Annie Wellens en Marie-Josée Janssens aan de K.U. Leuven (België). Annie Wellens maakte de foto.
EXAMENS Verslag biologie-examens Het verslag van de biologie-examens havo/vwo 2011 door Mariëtte Lieverse van Cito en Eef Hofs van CvE is integraal te lezen op http://nvon.nl/biologie/examens/ examenbesprekingen_biologie Q Marijke Domis / eindredacteur biologie
die begrijpelijk maken dat ik het boek niet heb uitgelezen maar geërgerd gesloten. Dat Engelsen bij Latijnse eigennamen de uitgang -us vaak weglaten, is bekend, zo heet Augustus daar August. Maar de beroemde geneesheer uit de Oudheid, Galenus, wordt in dit boek weergegeven als ‘Galen’. Ja, zet er ‘van‘ voor en je hebt een vlootvoogd uit de zeventiende eeuw. En ‘equinox’ heeft in dit boek twee meervouden: equinoctia of gewoon equinoxen. De vertalers wisten ook dat ‘qualified’ gekwalificeerd betekent maar jammer genoeg niet dat ‘qualified doctor’ wordt vertaald als afgestudeerd of bevoegd arts. Het kan nog erger: Osiander, de popularisator van Coperni-
cus was ‘minister’ – minister dus, nog wel een Lutherse minister. Zou het misschien ‘predikant’ mogen zijn? Het toppunt van ergernis kreeg ik toen ik las dat Newton misdienaars had. Nota bene in het Anglicaanse, fel antiroomse Engeland van zijn tijd. Na enig peinzen kwam bij mij het vermoeden op dat er ‘acolyten’ had gestaan, en dat betekent ook gewoon ‘volgelingen’. Nooit van gehoord, zeker, vertalers!? Ik kan u dus niet aanraden dit ICOB-deeltje aan te schaffen. Er zit nog veel te veel kaf tussen het koren. Onze taal verloedert toch al veel te veel naar het Engels. Q Hans Bouma
Een verademing Bionica – Leren van de natuur J.J. Videler. Bionica. Amsterdam/ Antwerpen: Atlas, 2010. 211 p., ill. zw/w. ISBN 978-90-450-1701-3. € 22,95.
In de natuur zijn na de evolutieprocessen verschillende aanpassingen ontstaan. Onze maatschappij past veel van deze aanpassingen toe om zich te kunnen verbeteren. Zijn deze oplossingen wel voordelig en welke oplossingen kunnen er in de toekomst nog bijkomen? John J. Videler geeft antwoord op deze vragen in het boek Bionica. Volgens Videler is bionica geen nieuwe wetenschap. Videler stelde: ‘’Bionica is de wetenschap die de natuur onderzoekt met als doel de opgedane kennis toe te passen in de maatschappij.’’ (Bionica Videler, 2010, p. 9) Bionica is vooral een informatief boek met voorbeelden uit het dagelijkse leven zoals het mobiel voortbewegen, filteren, wedstrijd-zwemmen en de vliegkunst. Bij ieder van deze onderwerpen wordt naar expliciete voorbeelden van organismen gekeken hoe zij deze processen toepassen in de natuur. Helaas wordt er soms te uitvoerig ingegaan op deelonderwerpen, bijvoorbeeld over de potvis. In het hoofdstuk Extreme Aanpassingen worden de kopstructuren van de potvis
uitgebreid besproken alsook zijn manier van duiken. Tenslotte wordt nog een nadeel genoemd van zijn bouw en de opmerking dat deze manier mogelijk voor onze maatschappij niet bruikbaar zou kunnen zijn. Dergelijke stukken zijn interessant om lezen maar voegen niet veel toe aan dit boek. Het boek is in makkelijke taal geschreven en er zijn veel zwart-wit foto’s en tekeningen met verhelderende bijschriften aanwezig, zodat het geheel prettig leest. Er worden diverse onderwerpen besproken, echter zonder diepgang. De overstap naar de verschillende onderwerpen is snel en zonder samenhang. Voor personen zonder biologische kennis worden wellicht ook onbekende termen en begrippen gebruikt. Echter worden moeilijke termen door Videler goed uitgelegd en zo is dit boek zonder twijfel een aanrader voor een breder publiek. Veel onderzoek heeft nog geen concrete toepassingen en oplossingen opgeleverd. Het zou nuttiger zijn enkel die onderzoeken uitvoerig te bespreken waar dan ook echt compleet afgerond onderzoek naar gedaan is. Er is een abrupt einde zonder slot waarin niet verwezen wordt naar toekomstmogelijkheden. Het was mooier en vollediger geweest als er een dergelijk slothoofdstuk bij was. Samengevat: dit boek is een must voor wie nieuwsgierig is naar informatie over natuurverschijnselen en hun toepassingen in onze maatschappij. Het boek leest vlot en heeft mij doen beseffen hoeveel dingen uit het dagelijkse leven wij hebben ‘afgekeken’ van de natuur. Na het lezen van dit boek zal je in het gewone leven om je heen kijken en versteld staan van wat de natuur ons nog kan leren. Q Julie Crombag
Getallen, getallen… Peter M. Higgins, Numbers. A Very Short Introduction. Oxford: Oxford University Press, 2011, 132 p., 15 ill zw/w. ISBN 978-0-19-958405-5. £7.99.
Vincent van der Noort, Getallen zijn je beste vriend. Ontboezemingen van een nerd. Amsterdan: Uitgeverij Atheneum, 2011, 240 p.,vele ill zw/w. ISBN 978-90-253-6777-0. € 17,95.
Vrijwel gelijktijdig ontving ik twee boeken over getallen. Of eigenlijk over getallen en wiskunde. Daarom bespreek ik ze ook maar tegelijk. De VSI (daar zijn er al bijna 300 van) is van een hoogleraar, die in de beste populariserende stijl uitlegt wat getallen zijn en wat er allemaal aan vast zit. Keurig, exact en gedegen, al vond ik één storende zetfout: het getal van Fibonacci is niet 1,6180229 maar 1,6180339. Er wordt ge-
sproken over priemgetallen, over cryptografie, oneindigheid, rationale en irrationale getallen, de driehoek van Pascal en stirlinggetallen, alles netjes behandeld in de beste traditie van de VSI’s. Uiteraard ontbreekt het getal i (de wortel uit -1) niet. Het geheel is de moeite waard, al is het af en toe best lastig. Het boek van Van der Noort is, zoals al uit de titel blijkt, veel opener en uitnodigender geschreven. Het bevat een groot deel van wat Higgins ook schrijft, maar Van der Noort maakt grapjes, doet een spelletje met de lezer, geeft raadsels op en nodigt af en toe uit de vraag zelf te beantwoorden (‘dat kun je nu zelf wel vinden.’). Hij maakt nogal wat werk van meerdimensionale ruimten en stelt bijvoorbeeld een vierdimensionale kubus voor, vertelt over grote wiskundigen en de problemen die ze al dan niet weten op te lossen en voert je zo spelenderwijs aan zijn hand mee, tot je opeens ontdekt dat je begonnen bent het spoor kwijt te raken. Hij weet best dat zoiets kan, want hij heeft zelf lesgegeven en houdt duidelijk contact met de wereld van iedere dag, zoals ook uit zijn stijl blijkt, met tussenwerpsels als ‘mja’, ‘duh’ en dergelijke. Hij geeft leuke voorbeelden uit het dagelijks leven: de Finse voetbalpool die vaak door een slimme inzender werd gewonnen tot de poolleiders wiskundigen een oplossing voor hun probleem lieten vinden of de lijnennetwerk van de metro in Tokio. Nee, makkelijk zijn ze niet. Higgins niet en Van der Noort ook niet. Die laatste zal dat zonder twijfel toegeven. Maar beide boeken leiden je, elk in hun eigen stijl, een wereld binnen vol verrassingen en ongedachte consequenties. Q Hans Bouma
oktober 2011
NVOX
405
Moderne wetenschap doet grenzen vervagen J. de Jong. Quarks en Quanta. Europees Platform, 2011, 63 pagina’s A5. ISBN 9789070910495. € 12,50. Te bestellen bij het Europees Platform. Serviceabonnees van het Europees Platform betalen € 9,37. Bestelnummer 193.
tje oplossingen niet in de weg. Het succes van de studiereizen is zo groot, dat de reiscommissie haar werk voortzet met organisatorische en financiële steun van de NNV. Het boekje getuigt van een uitstekend internationaal initiatief, is fraai vormgegeven, maar de tekst heeft te vaak het karakter van een leerlingen-opstel. Dat laat onverlet dat initiatiefnemers en organisatoren van deze mooie Europese studiereizen alle lof verdienen voor hun inzet. Q Ineke Frederik
Schelpen en beschaving Geerat Vermeij. Schelpen en beschaving. De evolutionaire zienswijze van Geerat Vermeij. Amsterdam: Nieuw Amsterdam. 400 p. ISBN 9789046808931. € 24,95.
406
In Quarks en Quanta lezen we hoe docenten en leerlingen door Europese studiereizen de kans krijgen om de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van natuurkunde met eigen ogen te zien en te volgen. De studiebezoeken van NT-leerlingen aan het GSI Darmstadt, het CERN in Genève, het JET in Culham/ Oxford en het ILL in Grenoble, laten grote indruk achter. In Quarks en Quanta zijn ervaringen en foto’s van docenten en leerlingen, die aan het project Moderne Natuurkunde deelnamen, verzameld. Auteur is één van die docenten: Johan de Jong. De reizen zijn bedoeld om een bijdrage te leveren aan internationalisering in onderwijs. Ze ontlenen hun motiverende werking aan het rechtstreekse contact dat de leerlingen hebben met actieve wetenschappers verbonden aan Europese topinstituten. Daarbij blijkt al snel dat de wereld van fundamenteel onderzoek zeer internationaal is. Het hightech karakter van het onderzoek staat – zo zien de leerlingen ook – houtje-touw-
NVOX
oktober 2011
tuur, en met name de schelpen, vooral op de tast. In dit boek legt hij steeds verbanden tussen de evolutie en ontwikkelingen in de maatschappij. “De evolutietheorie vormt het fundament voor een wereldbeeld waarin de natuurlijke strijd om het bestaan en het functioneren van de menselijke beschaving en economie samenkomen. Hiermee kunnen we begrijpen waar we vandaan komen, waar we naartoe gaan en hoe wij en de rest van de levende natuur in onze weergaloos mooie wereld betekenis hebben.” Het verschijnsel dat de kern vormt van zijn evolutionaire wereldopvatting, is adaptatie – aanpassing: het op elkaar passen van organismen en hun leefomgeving.” Vermeij stelt de vraag: “welke parallellen er zijn tussen het ontstaan van aanpassingen bij levende wezens en de wetenschappelijke manier van kennis vergaren; waarom geen enkele aanpassing of wetenschap-
pelijke hypothese ooit perfect kan zijn; hoe levende wezens en menselijke samenlevingen zeldzame of zelfs geheel nieuwe uitdagingen in een adaptieve structuur kunnen inpassen; hoe radicaal nieuwe oplossingen ontstaan; hoe schade op de korte termijn door aanpassing en terugkoppeling tot mogelijkheden op de lange termijn kan leiden; en hoe historische patronen mogelijk zijn, ondanks de alomtegenwoordige invloed van kans en willekeur.” “En passant verken ik de overeenkomsten tussen het genoom en taal, de grote verschillen tussen de natuurlijke economie van eilanden en continenten, het ontstaan en belang van menselijke waarden, de gevolgen op de lange termijn van de opwarming van de aarde en de gevaren van monopolies. Er zijn implicaties voor onderwijs, wetgeving en economische groei.” Zeer interessant en niet alleen voor (evolutie)biologen. Q Marianne Offereins
BEVOEGDHEID 1E GRAAD HALEN? Ik houd zo van de kust, het strand en de zee. Vanzelfsprekend word je daar steeds geconfronteerd met schelpen. Vandaar dat ik meteen dacht, dat is een interessant boek voor mij. Wij Nederlanders prijzen onszelf in het algemeen ook dat we beschaafd zijn, en de vraag wat dit met evolutie te maken heeft, leek me ook interessant. Vermeij is hoogleraar geologie aan de Universiteit van Californië in Davis, hij omschrijft zichzelf ook wel als evolutionair bioloog of als paleobioloog. Doordat hij op zijn derde blind werd, observeerde hij de na-
Bij Hogeschool Utrecht kunt u doorstuderen voor een Master of Education voor de vakken aardrijkskunde, biologie, Duits, Engels, Frans, Nederlands, natuurkunde en wiskunde. Kom naar een van de open dagen of kijk op www.ca.hu.nl > masters voor meer informatie.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
BOEKAANKONDIGINGEN Orde René Kneyber. Orde houden in het voortgezet onderwijs. Amsterdam: Didaktief. 78 p., ill. ISBN 978-90-77866-191. € 12,50.
De leraar die nog nooit van zijn leven wel eens een probleem met de orde in de klas heeft gehad, moet nog geboren worden. Iedereen heeft zo zijn eigen manier om met dit probleem om te gaan, vaak door schade en schande geleerd. In dit boekje gaat Kneyber onder andere in op de eerste lesdag, klassenmanagement, omgaan met leerproblemen, regels, visuele instructieplannen en straffen. Vanzelfsprekend is het gevaarlijk om de manier van werken van een ander over te nemen, maar dit boek is wel heel verhelderend. QMarianne Offereins
Preventie Johan P. Mackenbach (eindred.) Successen van preventie 1970-2010 (met cd-rom.) Rotterdam: Erasmus Publishing. 96 p., ill. ISBN 978-90-5235-207-7. € 24,90.
Door preventie is in de afgelopen 150 jaar veel gezondheidswinst geboekt. “Dit boek geeft een overzicht van 22 belangrijke successen van preventie, uiteenlopend van bestrijding van tabaksgebruik tot opsporing en behandeling van hoge bloeddruk, en van kindervaccinaties tot preventie van arbeidsongevallen. Samen worden door al deze successen zeker 16.000 doden op jaarbasis voorkómen, en een veelvoud daarvan aan
ziektegevallen.” Wel iets om eens bij stil te staan. En soms is het zo simpel. QMarianne Offereins
Bestellen! Emma van Laar. Chemie: voor een veilig en duurzaam leefklimaat. Interviews met wetenschappers over toepassingen en mogelijkheden. Den Haag: VNCI en NWO, 2011. 68 p., diverse kleurenill. € 9,90 incl. verzendkosten. Bestellen via www.vnci.nl/boek.
Kijk, dat is nou eens een boekje dat je als docent je leerlingen in handen kunt geven. In het kader van het Internationaal Jaar van de Chemie hebben twee grote organisaties de handen ineengeslagen om door dit boekje te tonen waar die chemie wel goed voor is. Alleen de titels al geven je dat vertrouwen, zoals ‘De natuur begrijpen en slim gebruiken’ (Ben Feringa), ‘Wij zullen meer moeten doen met minder’ (Rudy Rabbinge). De gesprekspartners zijn allemaal uitblinkers in hun vak, om nog een paar namen te noemen: Ben Ale (TU Delft), Nico Vermeulen (VU), Patrick Hudson (UL en TU Delft). Met genoegen noteer ik dat er nogal wat katalytici bij staan. Maar ook anderen: Ale is hoogleraar in Veiligheid en Rampenbestrijding, Jeroen Cornelisse in Biomoleculaire Nanotechnologie. Ze zijn allemaal met een portretfoto afgebeeld en vertellen waarmee ze bezig zijn in begrijpelijke taal, en ze doen zinnige uitspraken. Zoals Lies Bouwman: “Het is van grote waarde mensen zo goed te scholen dat ze hun kennis later in hun baan
kunnen toepassen.” Of Patricia Kooyman: “Bijna elk product kunnen we via katalyse goedkoper en schoner bereiden.” Ja, het is ook goed dat er twee vrouwelijke hoogleraren in dit achttal genoemd zijn. Misschien dat een enkele bijdrage iets bevat dat wat moeilijker te begrijpen is, maar dat moet kunnen. Kortom: bestellen dit boekje! QHans Bouma
Nog steeds een verschrikkelijk aardig boek John Emsley. Nature’s Building Blocks. An A-Z Guide to the Elements. Everything You Need to Know about the Elements. Oxford: Oxford University Press, 2011. 699 p., ISBN 9780-19-960563-7. £14.99.
De eerste editie van deze gids verscheen in 2001, en ik heb het toen besproken onder de titel Een verschrikkelijk aardig boek. Dat vind ik nog steeds. Maar het mooie is dat Emsley er hard aan heeft gewerkt om het uit te breiden en bij de tijd te houden. Het hoogstgenummerde element dat hij nu benoemt is unbiseptium, Ubs, no. 127, het hoogste dat hij beschrijft is no. 119, ununennium. In zijn voorwoord noemt hij nog enkele nieuwe aspecten: bijvoorbeeld dat F-18 en As-74 medische toepassing hebben gevonden, en dat hij nu in staat is bij thulium ook het kopje Elements of surprise te hanteren: het heeft belangrijke toepassingen gevonden. De beschrijving van elk element begint nu met een kopje Essential Element. Het staat vol met de leukste
weetjes, bijvoorbeeld dat het goud van een trouwring van 6 gram per jaar 6 mg verliest door slijtage, wat impliceert dat bij een totaal van 1 miljard trouwringen op de wereld er per jaar zes ton goud wegslijt. Of dat niet waterstof, maar aluminium de ultieme oorzaak was van de ramp met het luchtschip Hindenburg (door Emsley Hindenberg gespeld). Een prachtig alfabetisch overzicht van alle elementen met een schat aan wetenswaardigheden. Met kracht aanbevolen! QHans Bouma
Roman met veel chemie Johannes de Mens. Ningtien. 359 pagina’s. ISBN 978 90 6509 188 8. € 21,50. Te bestellen via www.hetdrentseboek.nl
Naast lerarenopleider exacte vakken en schrijver voor NVOX is Gerard Stout ook productief schrijver van Drentse literatuur. Op 2 november verschijnt zijn vuistdikke roman Ningtien. Deze biografie van Johannes de Mens, het alter-ego van Gerard Stout, beschrijft onder meer zijn kindertijd in Erica (bij Emmen), de rol van zijn leraar scheikunde (Gerard Op de Weegh) op de hbs in Emmen en de studie scheikunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het eerste deel is een schelmenroman van een man die niet ouder lijkt te worden dan negentien jaar. Het kind in de opgroeiende mens blijft een grote rol spelen. De hoofdpersoon reist door Europa, naar Kameroen en Zambia en belandt uiteindelijk bij de lerarenopleiding in Stad
oktober 2011
NVOX
407
(Groningers noemen Groningen stad kortweg Stad – red.). Het laatste deel van de roman kent een dramatisch verloop. Veel van de situaties kunnen leraren exacte vakken bekend voorkomen. Enkele personen zijn met hun eigen naam in de roman vereeuwigd. Zo vindt er tijdens de Woudschotenconferentie een discussie plaats met Emiel de Kleijn over Nieuwe Scheikunde. Onder de frivole en minder frivole verkenningen van puber en adolescent ademt de roman een uitgesproken filosofie over de zin en onzin van het bestaan, toegespitst op relaties en onderwijs. Ontsnapping uit de plattelandsopvattingen in Drenthe – en niet alleen
408
daar – over religie, politiek en seksualiteit krijgt op een indringende manier vorm. Heftige gebeurtenissen lijken de zachtmoedige mens te overkomen. Hier en daar is de invloed van grote wetenschappers en filosofen herkenbaar. Minder dan de helft is verzonnen, schrijft Gerard Stout op de flaptekst, veel minder. De presentatie van Ningtien is op 2 november in de namiddag in de Peizer Hopbel in Peize. Minder as de helfte is verzunnen, veul minder. QGerard Stout (Erica, 1950) schreef een tiental Drèentse en Nederlandse boeken. Veur de novelle In paradisum kreeg e de Dagblad van het Noordenpries veur literatuur.
WETENSCHAP Periodiek systeem met vermelding van isotopen In Chemistry International, July-August 2011, staat een periodiek system waarin van alle bekende elementen aanschouwelijk wordt aangegeven welke isotopen en in welke verhouding ze voorkomen. Het is ook te downloaden via www.iupac.org/web/ins/2007-038-3-200 (en dan eventueel af te drukken).
Europees industrieel erfgoed op website Wie wil weten wat er voor industrieel erfgoed in Europa te zien is, moet eens de website erih aanklikken. ERIH staat voor European Route of Industrial Heritage. Je denkt eerst met een Duitse site te maken te hebben, tot je het woord ‘welkom’ ziet staan. Dan volgt er via een kaart van Europa een weelde aan mogelijkheden op allerlei gebied, van textielindustrie tot verkeer. Van de objecten is een afbeelding en een leuk verhaal weergegeven. Ik werd erop attent gemaakt door een bericht in Shell Venster, waarvan de redacteur de
NVOX
oktober 2011
DIGITAAL Ter inspiratie: Fisknips! (2)
Knipsels met een fysisch karakter boeiden en boeien nog steeds Thijs Berkx, natuurkundeleraar in Zeeland. Voor zijn lessen liet hij zich vaak inspireren door speelgoed, krantenartikeltjes en reclamefolders. Na zijn FPU ziet hij nog steeds dingen die hij vroeger in zijn les gebruikt zou hebben. Zijn fysische vraagtekens bundelt hij en hij stuurt ze aan al zijn Zeeuwse collega’s. Deze ‘fisknips’ zijn nu alweer als zipfile beschikbaar voor de natuurkundig geïnteresseerde NVOX-lezers. Zie www.mijnbestand.nl/
oudste oliebron in Europa bekeek (in 1854 aangeboord) met een openluchtmuseum. De Duitse website biedt verschillende manieren van zoeken: per land, per regio of per industriële sector. QBron: Shell Venster juli-augustus 2011
Stelling van een Delftse promovendus
Bestand-DGDYFAIRSX8X. zip. In de zipfile staan de fisknips; ieder in een eigen mapje (directory). In elke map staat een kaal tekstbestandje (.txt) met daarin de oorspronkelijke mail van Thijs Berkx aan zijn Zeeuwse collega’s. Elk pakketje blijft tenminste 30 dagen na verschijnen van NVOX beschikbaar, zodat u het kunt downloaden. Ik heb zelf met veel plezier in deze verzameling lesideeën gegrasduind. Dat plezier gun ik iedereen. Is er misschien ook iets voor u bij? Wilt u ze in de klas gebruiken, dan kunt u ze zelf aanpassen. Van harte aanbevolen! QIneke Frederik
derzoekers hebben nu ontdekt waardoor aluin de vaccinwerking verbetert. Als het vaccin samen met aluin in een spier wordt gespoten, is dat laatste de oorzaak dat bepaalde cellen hun DNA uitstoten. De aanwezigheid van DNA is een alarmbel die het afweersysteem activeert, en daardoor reageert het lichaam sterker op het vaccin. Mogelijk kunnen nu effectievere vaccins worden ontwikkeld. QBron: ND 18 juli 2011; zie ook Thomas
Marichal et al., Nature Medicine 17 July 2011
Als we de tweede hoofdwet van de thermodynamica serieus nemen, dan is duurzaamheid een illusie, aldus Steven Weijs, promovendus aan de TU Delft. QBron: Delft Integraal 2011, 3
Aluin verbetert werking van vaccins Al een halve eeuw wordt aluin, aluminiumkaliumsulfaat, aan vaccins toegevoegd om hun werking te verbeteren. Natscheerders kennen de stof als bloedstelpend middel: in water opgelost reageert het zuur door hydrolyse en dat doet het wondje dichtknijpen. Belgische en Japanse on-
Eiwit is de bron van zonnebrand Britse onderzoekers hebben ontdekt welk molecuul de pijnlijke sensatie van zonnebrand veroorzaakt. Ze hopen zo ook andere pijnlijke condities zoals reuma beter te kunnen begrijpen. Van vrijwilligers werd een stukje huid blootgesteld aan uvstraling, waardoor zonnebrand ontstond. Na zo’n twee dagen, als de pijn maximaal was, namen ze een biopt (weefselmonster) van de verbrande plek. Ze vergeleken de activiteit van verschillende eiwitten met die van een gezonde huid. Een van de prominent aanwezige stoffen was het ontste-
kingsstimulerend eiwit (cytokine) CXCL5. Verder onderzoek bij ratten liet zien dat dit eiwit inderdaad pijnlijke plekken kan veroorzaken. Antistoffen tegen CXCL5 verminderden de pijn. De onderzoekers verwachten dat CXCL5 ook een rol speelt bij pijn veroorzaakt door andere ontstekingen zoals reuma. “Deze ontdekking zou ons uiteindelijk kunnen brengen bij een nieuwe pijnstiller voor mensen met chronische ontstekingen”, aldus Steve McMahon. QBron: ND 7 juli 2011; zie ook John M. Dawes
et al., Science Translational Medicine 6 July 2011
Heldere pastis Het aperitief pastis wordt bereid door in een glas eerst een beetje uit de fles in een drinkglas te gieten, en vervolgens de vijfvoudige hoeveelheid water. Pastis is een oplossing van anethol in ethanol (45 º). Anethol is paramethoxypropenylbenzeen, CH3O-C6H4CH=CH-CH3. Het zo verkregen mengsel is troebel want anethol is niet oplosbaar in water, en de oplossing bevat nu nog maar 10% ethanol. Er wordt dus een suspensie gevormd, die met graagte door de liefhebbers wordt gedronken. Maar als je er nu een druppel vaatwasmiddel, bijvoorbeeld Dreft, aan toevoegt, dan wordt de vloeistof meteen, of na wat omzwenken, glashelder. De vraag is hoe dat komt: worden er onder invloed van het detergent micellen gevormd met afmetingen kleiner dan de golflengte van het licht? Wie het weet mag het zeggen. QBron: c+b 1/11
Nieuwe elementen De Amerikaanse en Russische onderzoekers hebben bij de IUPAC voldoende bewijsmateriaal overgelegd om hun claims op de elementen 114 en 116 erkend te krijgen, en mogen daarvoor nu een naam voorstellen. De erkenning van de eveneens geclaimde elementen 113, 115 en 118 laat nog even op zich wachten. Het zou al een paar keer gelukt zijn deze te maken, maar de IUPAC wil meer bewijzen zien. Nummer 117 is nog maar tijdens een enkel experiment waargenomen, en dat is te weinig om over na te denken. QBron: C2W Life Sciences 12, 9 juli 2011
BERICHTEN Stichting IVIO 75 jaar Op 8 september werd in Lelystad het 75-jarig jubileum gevierd van IVIO, oorspronkelijk Instituut voor Individuele Ontwikkeling, in 1936 opgericht door Philip Kohnstamm. Het is uitgegroeid tot een vermaard instituut voor individueel en groepsonderwijs, ook voor begeleiding op afstand, tot in het buitenland aan toe. IVIO is ook de uitgever van de AO-boekjes. Het jongste nummer, 2969, is getiteld 75 jaar IVIO, ondernemend in onderwijs, examinering en didactiek. Het jubileumcongres, in een weinig gastvrij ogende fabriekshal gevierd voor 150 bezoekers, bestond uit twee toespraken, een van prof. Micha de Winter, die uitging van de vraag ‘Waartoe voeden we kinderen op?’ en een van het Tweede Kamerlid Tanja Jadnanansing over discriminatie en kansen in het onderwijs. De Lelystadse stadsdichter trad op, evenals een Vlaamse cabaretière. In de middag werd de Philip Kohnstammprijs uitgereikt aan het Rotterdamse initiatief voor kansloze dropouts, Wijkschool, en de IVIO penning aan Dolf Kohnstamm, kleinzoon van de oprichter en jarenlang met de leiding belast geweest. QHans Bouma
Nieuwe nlt-modules gecertificeerd Afgelopen schooljaar zijn vier vwomodules voor nlt gecertificeerd. In totaal zijn er nu 66 gecertificeerde modules, waarvan 25 voor havo en 41 voor vwo. Ze zijn tot stand gekomen in een samenwerking tussen scholen, universiteiten, hogescholen en kennisinstituten. Het Landelijk Coördinatiepunt NLT, de Stuurgroep NLT en externe experts hebben de modules beoordeeld op inhoud en didactiek. Docenten en leerlingen hebben de modules getest op uitvoerbaarheid. De modules die in schooljaar 2010/2011 gecertificeerd zijn, zijn: Summer in the city (vwo), Kosmische straling (vwo), Proeven van vroeger (vwo) en Van HIV tot aids (vwo).
Scholen kunnen met vragen over modules terecht bij de Regionale Vaksteunpunten NLT. Elk steunpunt heeft enkele modules onder zijn beheer. De steunpunten geven ook trainingen bij nlt-modules. Alle nlt-modules staan op www.betavak-nlt.nl, evenals de contactgegevens van de steunpunten en hun scholingsprogramma’s.
Cito meldt: Natuurkunde en techniek nog steeds mager op basisschool Een rapport van het Cito in het kader van de PPON (Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau) laat zien dat de resultaten van het onderwijs in natuurkunde en techniek op de basisschool nog steeds te wensen overlaten: slechts 21% haalt voor techniek een voldoende; voor natuurkunde is dat 42%, nog altijd minder dan de helft. Het toepassen van het hefboomprincipe, bijvoorbeeld bij een wip, is zelfs voor goede leerlingen moeilijk. Ook de kennis van overbrengen via tandwielen en snaren is matig. Het oplossen van praktische opdrachten is problematisch, al is dat wat beter dan bij de vorige peiling in 2002. Sinds 2001 kunnen scholen deelnemen aan het programma Verbreding Techniek in het Basisonderwijs. Daaraan doet zo’n 30% van de leraren mee. Ook al heeft dit een duidelijk effect op het onderwijsaanbod, de resultaten geven geen verschillen te zien tussen wel en niet deelnemen aan dit programma. Maar de leraren ondervinden minder vaak problemen zoals een overladen onderwijsprogramma, gebrek aan geschikt materiaal of te weinig voorbereidingstijd. Voor de leerlingen met de laagste scores (de percentiel-10 leerlingen) is het grootse deel van de opgaven te moeilijk. Wanneer een opgave iets abstracter is geformuleerd of complexere informatie bevat, haken ze af. Gemiddelde leerlingen hebben moeite met het begrip energieomzetting en de volgorde waarin deze plaatsvinden. De percentiel-75 leerlingen hebben moeite met het begrip opwaartse kracht en van stroomkringen. En, het zal weinigen verrassen, er is sprake van een significant negatief effect bij vergelijking tussen meisjes en jongens. Commentaar lijkt de redactie helder: er is werk aan de winkel, maar wie voert het uit?
oktober 2011
NVOX
409
Aansteker
SCHOLING
Kop
Tien verschillen
Lopende tekst Q Schrijver info
410
Ik houd niet van spelletjes en puzzels. De zoekplaatjes in mijn ochtendkrant zijn niet aan mij besteed. Plots bedacht ik dat de zoektocht naar de tien verschillen een fraai voorbeeld kan zijn van reactiekinetiek. De eerste verschillen zijn gemakkelijk te vinden. Hypothese: de ontdekking van de laatste variaties neemt meer tijd in beslag. Bij een reactie van de eerste orde neemt de reactiesnelheid na verloop van tijd af. De reactant raakt op. De snelheid is immers evenredig met de concentratie van de uitgangsstof, v = k[reactant] Mijn echtgenote riep hardop de oplossingen en ik noteerde de tijd. Inderdaad, de laatste verschillen tussen de afbeeldingen vond ze met toenemende tussenpozen. Maar niet veel. Als ervaren oplosser van de strip: Zoek tien verschillen had ze de oplossing in een paar minuten. De reeks in seconden tussen de oplossingen. De eerste na 7 seconden, de tweede na 2 seconden, en verder 13, 13, 32, 30, 35, 38 seconden en
COLOFON NVOX is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON) Redactie: Hoofdredacteur: W.T.W. Vis (
[email protected]) Eindredacteuren: mw. M. Domis-Hoos, biologie (
[email protected]); mw. J.E. Frederik, natuurkunde (
[email protected]); J. de Gruijter, scheikunde (
[email protected]); A. Pollmann, anw (
[email protected]); H. Jorna, nlt (
[email protected]); H. Dirks, vmbo-onderbouw (
[email protected]), W. Schuring, toa (
[email protected]) Redacteuren: J. Arts, H. van Bemmel, H. Bouma, M. Bruinvels, P. Eldering, M. de Jong, M. Metselaar, T. Mortier (België), F. Pols, W. Sonneveld, J.T. van der Veen, M. Vleugels, P. Walravens (België). Redactieadres voor alle kopij: Stationsweg 44, 7941 HE Meppel E-mail
[email protected] . Tel. 050-8538517 Internetadres: www.nvon.nl/nvox De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van artikelen en berichten in NVOX. Artikelen kunnen niet zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur (tel. 079 3165569, e-mail:
[email protected]) worden overgenomen, gekopieerd, elektronisch worden doorgegeven of op
NVOX
oktober 2011
het tiende verschil ontdekte ze 15 seconden na het negende. Een oplopende reeks met een snel slot. Ik schep graag. Uit de oogst van de moestuin en met de inkopen maakte ik een groenten-fruitpalet. Kies een basisplaatje. De ene leerling roept een verschil, de andere noteert de tijd, samen maken ze een grafiek in Excel. Combineer alle resultaten. Is er orde?
Laat leerlingen ook de namen van de producten noteren. Beter nog: laat de ene klas een zoekpalet maken met erlenmeyers, zouten, spoelen, magneten, weekdieren en vogels voor de andere klas. Gebruik deze opdracht op de laatste lesdag voor kerst- of zomervakantie.
welke wijze dan ook vermenigvuldigd. Een uitzondering wordt gemaakt voor het niet-commercieel gebruik door leden ten behoeve van hun schoolwerk. Klachten over de bezorging van het blad indienen bij
[email protected].
Hoofd NVON-bureau: H. van Bergen (tel. 013-2140838) (
[email protected]) Bestuursmedewerker: vacant. Algemeen Bestuur: Het DB aangevuld met de sectievoorzitters biologie J. van Koppen (kopnvon@ hotmail.com), natuurkunde D.J. van de Poppe (
[email protected]), nlt H. van Bergen a.i. (
[email protected]), pabo-p.o. vacant, scheikunde L. Donk (
[email protected]), toa A. van der Vaart (
[email protected]), vmbo J. Baas (janbaas42@ hetnet.nl).
Kopij voor de rubrieken Forum, Vereniging, Media en Actueel kunt u aanleveren tot: Nr. 01-11 10-12-2010; Nr. 02-11 08-02-2011 Nr. 03-11 15-02-2011; Nr. 04-11 22-03-2011 Nr. 05-11 19-04-2011; Nr. 06-11 24-05-2011 Nr. 07-11 23-08-2011; Nr. 08-11 20-09-2011 Nr. 09-11 18-10-2011 ; Nr. 10-11 15-11-2011 Verschijningsdata 2011: 24 jan., 14 feb., 14 mrt., 18 apr., 23 mei, 20 jun., 19 sept., 17 okt., 14 nov., 12 dec. Basisvormgeving: FIZZ reclame + communicatie, Meppel. Vormgeving: S. Willems of Brilman Druk: drukkerij Ten Brink, Meppel. Advertentie-exploitatie: Bureau Van Vliet, postbus 20, 2040 AA Zandvoort (tel. 023 5714745, fax 023 5717680, e-mail:
[email protected]; site: www.bureauvanvliet.com) Dagelijks bestuur NVON: H. de Graaf, voorzitter (
[email protected]), secretaris, mw. M.I.C. Offereins (
[email protected]), J.Chr. Nolthenius, penningmeester (
[email protected]).
Gerard Stout,
[email protected]
Het lidmaatschap kan maandelijks ingaan en wordt jaarlijks automatisch verlengd. Opzeggen is mogelijk tot uiterlijk 2 maanden vóór het einde van het lidmaatschap. NVON-secretariaat / ledenadministratie: mw. H. Tangenberg, Stationsweg 44, 7941 HE Meppel, tel. 0522-243347 (maandag, dinsdag en donderdag), fax 0522-243349
[email protected] (algemene vragen)
[email protected] (aanmelding, opzegging, adreswijziging e.d.) NVON-ledenservice (voor het bestellen van boeken en overige uitgaven): ING rek.nr. 619809, t.n.v. NVON,
[email protected] Internetadres: www.nvon.nl. Hier treft u alle informatie omtrent het lidmaatschap, bijbehorende contributie en een aanmeldingsformulier aan, en ook de adressen van de bestuursleden, van de leden van de secties en de commissies en van de NVOX-redactie.
Aansteker Tien verschillen Zoek kinetiek in verschillen
411
Aanstekers zijn beschrijvingen van korte experimenten met mogelijkheden voor nader onderzoek. Een korte beschrijving staat op pagina 411 in dit nummer van NVOX. Bijdragen voor deze rubriek zijn welkom. Zend uw Aansteker aan
[email protected]
Agenda 2011 datum doelgroep november 3 docenten en toa’s biologie (is verplaatst van 6 oktober
organisatie/onderwerp
plaats/tijd
in nummer
nascholingsdag biologie Wageningen NVON/WUR Gezond eten, gewoon doen
6
naar 3 november)
4 en 5 17
docenten en toa’s scheikunde toa’s
Woudschoten chemieconferentie NVON toa-congres
Zeist Leiden
6 6
december 16 en 17
docenten en toa’s natuurkunde
Woudschotenconferentie natuurkundedidactiek
Noordwijkerhout
6
oktober 2011
NVOX