podium voor de beginnende docenten
N Van Jong NVON Jong NVON is blijvend op zoek naar enthousiaste jonge leden, die mee willen denken over activiteiten voor en door jonge leden. Daarnaast zijn we ook hard op zoek naar een ‘ouder’ lid, dat het leuk vindt om de jonge leden te begeleiden in de activiteiten en zo richting te geven aan deze bestuurscommissie. Vind je het leuk om mee te denken en mee te doen of wil je precies weten wat Jong NVON doet en wat jij voor deze commissie kan betekenen (of andersom)? Stuur dan een mailtje naar
[email protected]. Namens Jong NVON, Freek Pols
Door de ogen van een docent
een compliment voor mijn werk, maar ben wel verbaasd. De jongen ziet eruit zoals ik een tien jaar geleden ook ongeveer deed. Donker haar dat nooit zit, een bandshirt (uiteraard zwart van kleur), het enige wat echt verschilt is dat mijn broeken wijder waren. De eindcijfers van de examenklassen zijn bekend en de leerlingen komen deze ophalen. Ik loop rond en feliciteer. De één wat meer dan de ander, lang niet iedereen heeft echt zijn best gedaan om er iets van te maken. Ik beland weer bij de jongen die mij bedankte. Ik vraag zijn cijferlijst op. Bovenaan zijn lijst prijkt een centraal examencijfer voor Nederlands: een 3,7. Daaronder staat Latijn: een 4,6. Daarna wordt het wat beter, maar met een gemiddelde examencijfer van een 5,6 vraag ik mij ernstig af: was het echt een compliment? Of bedoelde hij dit alleen zo…
Vraag en antwoord
Hij kwam met een uitgestoken hand naar mij toe. “Meneer, ik wil u oprecht bedanken! U bent een van de weinige docenten waar ik dit jaar iets van geleerd heb.” Ik krab mij spreekwoordelijk achter de oren en zeg iets als: “Nou, dat zal toch wel meevallen?” In antwoord hierop zegt hij: “Nee, serieus meneer, u bent écht één van de weinigen die goed les gaf en waarvan ik iets heb geleerd.” Ik vat het maar op als
In vraag en antwoord kun je een vraag stellen die over het docentschap gaat, maar ook alles wat er om heen zit. Denk aan vragen als: hoe is mijn salarisvooruitzicht, welke extra taken mag het management mij toeschuiven, waar haal ik mijn toetsen vandaan of waar kan ik ze kwijt? Jong NVON gaat dan voor jou op zoek naar het antwoord bij de experts die vertegenwoordigd zijn binnen NVON. Stel je vraag via
[email protected] o.v.v. vraag en antwoord. Ondanks dat we geen artikel hebben kunnen krijgen over de procedure van de examens willen we toch wat informatie geven over de examens. Dit zal gebeuren in een drieluik: de voorbereiding, de examens, de afsluiting. Verontschuldiging voor het feit dat de informatie voornamelijk gericht is op havo/vwo. Bijdragen voor vmbo zijn van harte welkom! De afsluiting Je hebt net de examens meegenomen naar huis. Goed verpakt, hopende dat je ze niet kwijt zult raken. De nakijktafel is ingericht. Het is de bedoeling dat je zelf de correctievoorschriften (met bijbehorend correctiemodel) van internet
haalt. Deze worden vrijwel direct na het verstreken examen online gezet. Het is handig wanneer je een leeg scoreformulier print met behulp van Wolf. Wolf is het programma waar de cijfers worden ingevoerd en opgestuurd naar CITO. In dit scoreblad kan je dan eenvoudig de scores per vraag bijhouden. Bij het nakijken heb ik het behaalde puntenaantal op de uitwerkingen van de leerling gezet, zo kan de tweede corrector direct zien hoeveel punten gehaald zijn en controleren of het behaalde puntenaantal overeenkomt met het puntenaantal dat in Wolf is ingevoerd, een typefout is snel gemaakt. Wanneer ik twijfel over het puntenaantal, heb ik tussen haken een vraagteken gezet, mocht er discussie komen met de tweede corrector, dan kan deze al zien dat je twijfelde over het puntenaantal. Na een dag of twee is er eerst een landelijke bijeenkomst van natuurkundedocenten waarbij er gekeken wordt naar het correctiemodel. Ook wordt daar een snelle correctie gegeven waaruit de Nnorm (weging) redelijk gehaald kan worden. Ongeveer een dag later zijn de regionale bijeenkomsten waar je als docent heen kunt gaan. Op deze vergadering kun je vragen stellen over problemen die je tegenkomt. Meestal gaat het over het aantal toe te kennen punten aan een bepaalde manier van uitwerken van een vraag. Let wel! De NVON vergadering heeft geen enkele officiële status, echter worden de besluiten op de vergadering wel gevolgd, aangezien dit een gezamenlijke interpretatie is. Dit kan een discussie opleveren met de tweede correctie. Wanneer je het werk hebt nagekeken teken je de papieren en wordt het volledige werk opgestuurd naar de tweede corrector. Ongeveer tegelijk krijg jij het werk van de eerste corrector binnen. Wanneer je het werk hebt nagekeken bel je de eerste corrector. De manier om het werk af te handelen verschilt nogal. Uiteraard hangt dit af van hoe de eerste correctie is uitgevoerd. Is het naar jouw idee slecht nagekeken, dan kun je je voorbereiden op een pittig gesprek. Is het goed nagekeken, dan kan het na tien minuten afgerond zijn. De manier van afhandeling is door jou te bepalen.
oktober 2012
NVOX
399
podium voor de beginnende docenten
N
400
Het kan zijn dat je direct gaat voor de puntentoekenning van de eerste corrector, het kan ook zijn dat je alle punten door wilt spreken. Dit laatste heeft mijn voorkeur: iedere leerlingen moet de punten krijgen (of niet) waar hij recht op heeft. In de meegestuurde lijst worden de uiteindelijke scores ingevuld, welke jij moet ondertekenen. Het werk wordt vervolgens weer teruggestuurd. Jij controleert nogmaals of het afgesproken puntenaantal klopt en ondertekent. De administratie controleert of alles binnen is en of het ondertekend is. Het werk gaat vervolgens naar de examencoördinator die de cijfers invoert. De administratie controleert nogmaals of het ingevoerde puntenaantal klopt. Daarna worden de cijfers opgestuurd. Wanneer de definitieve N-norm bekend is, worden de resultaten geüpdatet in Magister en zijn de eindcijfers van de leerlingen bekend. Wellicht heb je nog een herkanser, hierbij treedt ongeveer dezelfde procedure in werking, alleen dan in een korter tijdsbestek.
Ik stel me voor In ‘Ik stel me voor’ laten we jonge/startende docenten aan het woord. Wat houdt hen bezig en waarom zijn ze het onderwijs ingegaan? Ditmaal spreken we met Paul Smeulders. “Mijn naam is Paul Smeulders, 37 jaar oud en woonachtig in Amsterdam. Sinds een jaar ben ik werkzaam op het Comenius Lyceum te Slotervaart. Aan de Universiteit van Utrecht heb ik natuurwetenschappen en bedrijfs- en bestuurskunde gestudeerd. Na mijn studie heb ik met een vriend een aantal jaren een klus- en interieurontwerpbedrijf gehad. Het nadeel van het bedrijf is het gebrek aan contact met mensen en dat het bedrijf niet verbonden is met een maatschappelijk doel.
NVOX
oktober 2012
Onderwijs voldoet wel aan die voorwaarden en zodoende ben ik begonnen aan de tweedegraads natuurkundedocentenopleiding. Ik ben nog niet afgestudeerd, maar hoop eind 2012 of begin 2013 af te studeren. Dat is ook een vereiste, want anders kan ik niet op deze school, die ik echt leuk vind, blijven werken. Naast mijn werk als docent en mijn studie ben ik publieksbegeleider bij NEMO in Amsterdam. Bij NEMO heb ik geleerd hoe leuk het is om met (jonge) mensen, wetenschap en onderwijs te werken. Ik ben er dan ook van overtuigd dat mijn keuze om docent te worden een juiste keuze is geweest. Ik wil me dan ook zeker verder ontwikkelen als natuurkundedocent en uiteindelijk een eerstegraads bevoegdheid halen. Tegelijkertijd leren en werken valt niet mee, zeker niet in het onderwijs, waar ik de dagen als zeer intensief ervaar. Ik geef drie dagen per week les en daarnaast komen natuurlijk alle andere werkzaamheden zoals nakijken, vergaderen et cetera, maar ik ben ervan overtuigd dat het me uiteindelijk allemaal gaat lukken. Vaktechnisch heb ik inmiddels alles onder controle, maar het bewaren van orde en rust valt niet altijd mee. Dit is een probleem waar veel beginnende leraren mee te kampen hebben, maar als ik kijk naar de oudere docenten die min of meer orde in de klas hebben, ben ik ervan overtuigd dat ik dat op den duur ook onder de knie krijg. Verder is een punt van aandacht het neerzetten van de juiste structuur en organisatie rond de lessen. Ik heb een 0,68 aanstelling en ik zie iedere dag 100 tot 150 leerlingen langskomen. Het is lastig om een persoonlijke band op te bouwen met de leerlingen en de klas. Naar mijn mening is juist zo’n persoonlijke band in het huidige onderwijs essentieel en maakt het het werken leuk. Ik ben nog geen lid van de NVON, maar ik ben het vast van plan om het wel te worden. Ik ben van een generatie mensen die lid worden van een vakvereniging niet meteen voor de hand vindt liggen. Ook het feit dat de NVON tevens een vakbond is, doet mij niet veel. Maar ik moet toegeven dat wat de bonden bereikt hebben met onder andere de be-
zuinigingen op het bijzonder onderwijs en de prestatiebeloning niet gering is. Dat heeft me wel aan het denken gezet. Onderwijs is namelijk gauw een speelbal van de politiek. Uiteindelijk denk ik dat ik net als mijn medeleraren de NVON en NVOX als inspiratiebron kan gebruiken. Tot slot, als tip voor beginnende leraren zou ik willen zeggen: ga op zoek naar strategieën die een les succesvol maken. Iedere leraar werkt anders, maar ze volgen wel een soort zelfde patroon. Dat patroon is over te nemen; de manier van lesgeven van een docent niet. Leerlingen en uiteindelijk de hele klas herkennen zo’n patroon, deels onbewust, en daardoor ontstaat vanzelf meer structuur en rust. Patronen kun je bijvoorbeeld achterhalen door naar collega’s te kijken en door naar ze te luisteren.”
Het is een behoorlijke klus om elke keer de onderdelen van Jong NVON gevuld te krijgen. Dit blijf ik graag doen, maar hulp is welkom! Wil je een bijdrage leveren voor Podium? Graag ontvangen we jouw bijdrage via
[email protected] met een cc naar
[email protected]
Freek Pols
nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen
VAN DE BESTUURSTAFEL Het bestuur heeft zich de afgelopen maand onder meer bezig gehouden met: • nlt bevoegdheid • anw natuurwetenschapsmiddag • biologie itembank • lerarenregister
Nlt bevoegdheid De lerarenopleidingen van de drie technische universiteiten zijn voornemens in 2013 een eerstegraads lesbevoegdheid ‘technologie’ te starten. Deze eerstegraders zijn inzetbaar voor nlt en O&O (onderzoek en ontwerp). Deze vakken vereisen nu een eerstegraads bevoegdheid. Voor nlt is dat biologie, natuur-, schei-, wis- en aardrijkskunde (fysische geografie). Voor O&O moet men naast een onderwijsbevoegdheid een certificaat O&O halen. Het grote voordeel voor afgestudeerde studenten van de betreffende universiteiten is dat met een bevoegdheid ‘technologie’ men geen andere eerstegraads bevoegdheid behoeft behalen voordat ze nlt mogen geven. De NVON is altijd een warm voorstander van nlt geweest. Zo heeft ze dan ook aan de basis van het vak gestaan en werkt al jaren van harte mee aan nlt-congressen en toa nlt-nascholingcongressen. Ze participeert in stuur- en werkgroepen. Sinds 2006 beschikt de NVON over een sectie nlt. In dit veertien leden tellende sectiebestuur zit een vertegenwoordiger van de aardrijkskunde vakvereniging (KNAG) en binnenkort hopen wij een vertegenwoordiger van de wiskunde vakvereniging (NVvW) te mogen begroeten. Nlt is een interdisciplinair bètavak en bedoeld als aanvulling en verdieping op het onderwijs in de profielvakken. In principe wordt het gegeven door docenten uit meerdere vakdisciplines. Te weten: biologie, natuur-, schei-, wis- of aardrijkskunde (fysische geografie). Zij brengen hun kennis en kunde van hun eigen vak bij nlt in. Het bevordert ook de samenwerking tussen de vakken. De NVON is voorstander van een nlt-bevoegdheid SAMEN met een eerstegraads bevoegdheid voor een van bovenstaande monovak-
ken. Ze ziet dat als een verrijking. Van alleen een kale nlt-bevoegdheid is de NVON geen voorstander. Nlt wordt alleen in de bovenbouw havo/ vwo geven. Op de meeste nlt-scholen is het aantal nlt contacturen niet groot. Niet ondenkbeeldig is dat een docent met alleen een nlt-bevoegdheid dit mooie vak alleen gaat verzorgen. Gezien het interdisciplinaire karakter van het vak is dit ongewenst/onmogelijk. Net als de docenten van de monovakken heeft hij de totale nlt-kennis niet in huis. Het draagt ook niet bij tot de samenwerking tussen de vakken. Verder mist een nlt-docent, met al dan niet een bevoegdheid om in de onderbouw les te geven, de kennis en kunde van de bovenbouwvakken. Door het beperkte aantal nlt-contacturen zal de docent met alleen een nlt-bevoegdheid, ingezet worden bij andere vakken. Hij geeft dan onbevoegd les in vakken waarvan hij tijdens zijn opleiding niet de vakinhoudelijke kennis heeft opgedaan. Dit leidt tot vakinhoudelijke uitholling van die vakken.
Anw natuurwetenschapsmiddag Als u dit leest is de anw-middag op 5 oktober achter de rug. Het bestuur hoopt dat veel leden inspiratie bij elkaar hebben opgedaan om nog twee jaar met dit vak door te gaan. Zoals bekend is de kans groot dat met ingang van het cursusjaar 2014/15 het vak anw op het vwo naar de vrije ruimte gaat en naar de inschatting van het bestuur spoedig zal verdwijnen.
Biologie itembank Intern is verder gewerkt aan het op de markt brengen van de biologie itembank. Besprekingen met de Rode Planeet hebben uitsluitsel gegeven over het gebruik van Wintets bij de itembank. Wij hopen dat de itembank nu snel voor docenten beschikbaar zal zijn.
Lerarenregister In het traject op weg naar een goed en compleet lerarenregister is men nu zover dat over (na)scholing gedacht wordt. Met vragen als: welke scholing telt mee voor het register, hoe
meten we de kwaliteit? Behoudens wiskunde, neemt de NVON voor de bètavakken hieraan deel.
Start nieuwe medewerkers Onze nieuwe medewerkers Thalitha Visser (
[email protected]) en Mandy Stoop (
[email protected]) zijn enthousiast met hun werkzaamheden van start gegaan. Hun voornaamste taak is het contact onderhouden met de bètabrede steunpunten wat betreft de ondersteuning die de steunpunten bieden bij de invoering van de vernieuwde examenprogramma’s. In dit voorbereidingsjaar moet er veel gebeuren en lang nog niet alles is duidelijk. Talitha en Mandy kunt u ook benaderen als u met vragen rondom de invoering zit waar u zo gauw geen antwoord op heeft. Houdt u de nieuwsbrief, de site en NVOX in gaten voor mededelingen over bijvoorbeeld de keuze van de methode, de contextconcept benadering, de 40% schoolexamen stof, nascholing nieuwe onderwerpen etc. Meld het hun als u op dit gebied wensen heeft. Daarnaast zal Mandy een deel van haar tijd aan het vmbo en Jong NVON besteden.
Teruggave contributie Sinds de toetreding van de NVON bij de FvOv bestaat de mogelijkheid dat een deel van de betaalde contributie op een fiscaal aantrekkelijke manier wordt verrekend. Voor NVON-leden die werkzaam zijn in het hbo, mbo, vo (en bij omo) en po is het, op basis van de cao’s voor deze sectoren, mogelijk om de betaalde contributie over het jaar 2012 te verrekenen met de eindejaarsuitkering. Medio oktober ontvangt u hiervoor een formulier dat u kunt inleveren bij uw werkgever. U betaalt hierdoor minder belasting over uw eindejaarsuitkering en deze zal daardoor netto hoger uitvallen. Binnen de huidige fiscale regels is de verrekening alleen mogelijk voor werknemers die onder een cao vallen. Dit betekent dat collega’s zonder dienstverband (die bijvoorbeeld een uitkering of een pensioen hebben) hiervoor helaas niet in aanmerking kunnen
oktober 2012
NVOX
401
nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen
komen. Mede daarom hanteert de NVON voor een aantal van deze groepen leden een lagere contributie. Bij lidmaatschap van meerdere vakbonden mogen deze alle met de eindejaarsuitkering verrekend worden. Voor degenen waarvan het lidmaatschap gedurende het jaar is aangegaan, mag men aantal maanden dat men lid is verrekenen. Bijvoorbeeld startte het
lidmaatschap 1 mei 2012 dan kan men 7⁄12 van de contributie verrekenen. Het aanvraagformulier voor teruggave kunt u ook downloaden van de NVON-site.
CITO tevreden over commentaar op de examens Na de examens vinden er elk jaar op veel plaatsen in het land examenbesprekingen
plaats. Verslagen van die besprekingen gaan naar het CITO. Deze maakt dankbaar gebruik van het commentaar op de examens. Kortom het doet er toe om naar de examenbesprekingen te komen. Namens het bestuur, Henry van Bergen / hoofd NVON-bureau
[email protected]
VAN DE VAKBONDSTAFEL De NVON als vakbond
402
Pensioenkortingen Het is niet zozeer de vraag òf er per 1 april 2013 pensioenen zullen worden gekort, als wel hoeveel pensioenfondsen tot deze drastische maatregelen moeten overgaan en met welke kortingspercentages. De financiële markten zijn de laatste jaren behoorlijk verstoord. Daar hebben niet alleen banken en verzekeraars, maar ook pensioenfondsen last van. Daarnaast heeft de sterke stijging van de gemiddelde levensverwachting invloed op de financiële positie van pensioenfondsen, waardoor zij langer dan voorzien pensioenuitkeringen moeten verstrekken. Om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen blijven voldoen, zien veel pensioenfondsen zich nu volgens de huidige regelgeving gedwongen te korten. Er zijn nog pensioenfondsen, die niet hoeven af te stempelen, bijvoorbeeld omdat er afspraken met de werkgever bestaan dat deze de tekorten aanvult. Pensioenkortingen raken niet alleen gepensioneerden, maar alle deelnemers, dus ook degenen, die nog pensioen aan het opbouwen zijn. “Probleem is echter dat gepensioneerden het meteen in de portemonnee voelen en vaak nog weinig kunnen doen om dit op te vangen”, aldus MHP-bestuurder Eddy Haket. “Tegelijkertijd moeten we rekeningen ook niet alleen op degenen afschuiven, die nog niet met pensioen zijn.” De MHP wijst er verder op dat
NVOX
oktober 2012
ook de regelgeving rondom de pensioenen een deel van de oorzaak is. De huidige lage rentestand, waarmee gerekend moet worden, pakt niet goed uit voor de financiële positie van pensioenfondsen. Deze lage rentestand, waarmee pensioenfondsen moeten rekenen, verklaart een deel van de problemen. “Wij gaan ervan uit dat minister Kamp van SZW, die over de regelgeving gaat, hier nog goed naar kijkt, voordat de pensioenfondsen eind dit jaar beslissingen moeten nemen. Wij hebben, samen met de andere vakcentrales en de werkgeversorganisaties, de politiek hierop in de afgelopen periode indringend aangesproken”, aldus Haket. “Wij maken ons als MHP grote zorgen over de inkomenspositie van de gepensioneerde middengroepen, die voor een belangrijk deel van hun inkomen zijn aangewezen op een aanvullend pensioen en verder geen inkomensondersteuning hebben via allerlei toeslagen of fiscale regelingen.”
Gevolgen wet onderwijstijd in het vo Ondanks alle protesten en de grootste onderwijsstaking in de afgelopen 10 jaar hebben de Eerste Kamer fracties van VVD, CDA, SGP en PVV het wetsvoorstel Onderwijstijd aangenomen. De FvOv en de andere bonden blijven zich, net als de VO-raad, verzetten tegen de gevolgen van deze onuitvoerbare wet. De uitwerking van de wet onderwijstijd is overigens nog niet geheel duidelijk. De minister
heeft wel de scholen tijdens de zomervakantie hierover geïnformeerd. In ieder geval is duidelijk dat de wet op 1 augustus 2013 in werking treedt en dat de inspectie gaat controleren of scholen in de eerste twee leerjaren 1040 uren onderwijstijd bieden in plaats van de huidige 1000 uur. Wel houdt de inspectie er in 2013/2014 nog rekening mee dat er sprake is van een ontwikkelproces. De zomervakantie zal vanaf 2014 met een week worden ingekort van 7 naar 6 weken. Er komen 12 roostervrije dagen voor leerlingen. In overleg met de MR dient de schoolleiding deze roostervrije dagen in te plannen. De minister geeft in haar brief zeer helder aan dat de wet niet gaat over de dagen waarop leraren werken: “dat is net als andere arbeidsvoorwaarden een zaak van schooldirectie en haar werknemers en van cao-partijen.” In de cao-vo 2012 is afgesproken dat vijf roostervrije dagen voor leerlingen ook voor leraren vrije dagen zijn. De invulling van de overige vrije dagen is (nog) niet in de cao geregeld en dient dus op schoolniveau te worden afgesproken tussen MR en directie. Volgende maand meer. Namens het bestuur, Henry van Bergen / hoofd NVON-bureau
[email protected]
OPINIE CSE Scheikunde havo tijdvak 1
dat vervolgens verder in/aan te vullen. Bespaart een hoop papier (en de mogelijkheid dat bijlagen kwijtraken). Piet Lipsch / docent scheikunde, Dendron College te
Hoe gemakkelijk kan een examen zijn? Dat was mijn eerste reactie toen ik het examen doornam. Dit gevoel werd bevestigd toen ik de leerlingen na afloop van het examen sprak. Nadere bestudering van het examen geeft aan dat de makers van het examen er in geslaagd zijn om traditioneel moeilijkere onderdelen te vermijden. Geen enkele zuur-basereactie, terwijl ik op dat moment extra zuur-basereacties aan het oefenen was in havo-4. Geen moeilijk rekenwerk, bijvoorbeeld geen berekening met een dichtheid. Wel 2x een vraag om je uitkomst in een bepaald aantal significante cijfers te geven. Wel 2x van massa naar massa. Je kunt dan aan het aantal te scoren punten al zien wat er moet gebeuren. Bij 2p: massa ➞ chemische hoeveelheid en daarna van de andere stof weer naar massa met de nieuwe molaire massa (molverhouding is dus 1:1). Bij 3p hetzelfde idee maar nu is de molverhouding dus niet 1:1. Zelf zal ik om die reden nooit de te behalen scores in een toets aangeven. Er ontbraken verder vragen over atoombouw, neerslagreacties, uitzoeken of een deeltje een reductor of oxidator is en naamgeving koolstofchemie. Een gemakkelijk examen en een N-term van 0,5 (overleg met collega’s) zou hoog genoeg moeten zijn. Niet dus, de N-term is 1,1. Ongelofelijk, voor een examen met de nodige vragen die niet zouden misstaan in het nask-2 examen vmbo. Ik had dit jaar geen sterke groep (6,1 gemiddeld bij de overgang van H4 naar H5 en 6,0 aan het eind van de schoolexamens). Voor het examen een 6,7 gemiddeld. Er worden nu door leerlingen eindcijfers behaald, die ze absoluut niet waard zijn. Opvallend: vr 35 van het examen: bereken de [OH-] in mol L-1 in een oplossing met pH = 9,8 (298 K). 2p voor deze vraag. Logisch 1p voor pOH en 1p voor de rest. In het herexamen van het pilotexamen havo staat vraag 32: Bereken de [H+] in mol L-1 in vruchtensap met pH = 3,5. Ook nu 2p voor deze vraag! 1p voor het vermelden van de eenheid misschien? Neen dat kan niet, die is immers gegeven. Wel : [H+] genoteerd als 10-3,5 1p en daarna [H+] = 3.10-4 (mol/L) 1p. Als alleen maar het laatste antwoord wordt gegeven, krijgt de leerling maar 1p. Opmerkelijk! Ten slotte: wat is de meerwaarde geweest van de bijlage bij het examen? De leerlingen moeten echt wel in staat zijn het getekende blokschema uit de opgave over te nemen en
Horst
Reactie van de CvE , havo-examen 2012 Vaststellen van centrale examens Het College voor Examens (CvE) is verantwoordelijk voor de centrale examens in het voortgezet onderwijs. Deze centrale examens worden door de vaststellingscommissies van het CvE vastgesteld. Voor elk vak is een vaststellingscommissie ingesteld, die bestaat uit vakdocenten met examenklassen en deskundigen uit het naast-hoger onderwijs. Deze samenstelling zorgt ervoor dat de examens goed blijven aansluiten bij wat er in het onderwijs gebeurt. Tevens hebben de commissies een adviserende rol bij de normering van de examens. Normering In een centraal examen is het mogelijk dat de punten bij de ene vraag makkelijker te behalen zijn dan bij een andere vraag. Van belang is dat de beoordeling eenduidig is, waardoor alle kandidaten op dezelfde manier worden beoordeeld. Door een soepele of strenge beoordeling wordt de waarde van het examen als beoordelingsinstrument niet aangetast. Als bijvoorbeeld voor een aantal vragen een verfijnder en daardoor soepeler beoordelingsmodel wordt toegepast, stijgt de gemiddelde score en daalt de normeringsterm. Het cijferbeeld, niet alleen het gemiddelde maar ook de rangorde van de kandidaten, verandert daardoor niet of nauwelijks. Na de afnameperiode van de centraal examens presenteert Cito analyses aan het CvE o.a. met behulp van gegevens die via Wolf zijn verzameld. Aan de hand hiervan stelt het CvE de normen vast om de scorepunten in een cijfer te vertalen. Het CvE betrekt daarbij ook de reacties van docenten, vakverenigingen en het LAKS (Landelijk Aktie Komitee Scholieren). De normen worden zo vastgesteld dat de lat van jaar tot jaar even hoog is, met andere woorden, gelijke prestaties moeten gelijk beloond worden, ook als die prestaties in verschillende jaren geleverd zijn. De N-term varieert daarom van jaar tot jaar omdat het technisch onmogelijk is om verschillende examens exact even moeilijk te maken.
Meer informatie over normering: www.cve.nl/item/examencyclus. Inhoudelijke reactie op de ingezonden brief van de heer Lipsch Het samenstellen van een examen betekent dat keuzes moeten worden gemaakt omdat er meer eindtermen zijn dan vragen in een examen. Bovendien bestaan verschillende eindtermen uit meerdere onderdelen. Indien bepaalde onderwerpen jaar in jaar uit niet in een examen voorkomen dan zou daarop terechte kritiek mogelijk zijn. Bij de examens scheikunde is echter van het systematisch ‘uitsluiten’ van bepaalde onderdelen uit de syllabi geen sprake. Van de door dhr. Lipsch genoemde onderwerpen komen inderdaad atoombouw en de naamgeving van koolstofverbindingen niet in het examen voor. Het is echter lastig om exact te bepalen wat “moeilijk rekenwerk” precies inhoudt, zoals dhr. Lipsch een ander ontbrekend aspect in het examen benoemt. In de opgaven 19 en 34 moet weliswaar op grond van een gegeven massa een andere massa worden berekend, maar zoiets vraagt in een chemische berekening altijd inzicht in de betekenis van een reactievergelijking. De door dhr. Lipsch gemiste neerslagreacties / oplosbaarheid van zouten zitten impliciet in de vragen 4, 10, 11 en 12. De vaststelling of een deeltje een oxidator of een reductor is, is nodig voor de vragen 2, 8, 21 en 14. Ook geeft dhr. Lipsch aan dat er “geen enkele zuur-base reactie” is gevraagd. De vragen 6, 9, 22 en 11 gaan echter over zuur-base reacties. De door hem genoemde pH berekening valt ook onder het domein Zuren en basen. Waardering examen Wat betreft de inhoud en het niveau van het examen havo scheikunde 2012 als geheel verwijzen wij graag naar de resultaten van de quickscan die te vinden zijn via www.cito.nl (centrale examens – examenverslagen – waardering per examen 2012). Hieruit blijkt dat het examen door docenten als ‘niet te moeilijk en niet te makkelijk’ wordt ervaren, met een lichte afwijking naar makkelijk. Dit in combinatie met de waarneming dat leerlingen in 2012 (over alle examens gezien) iets beter zijn gaan presteren op het centraal examen maakt een N-term van 1,1, die o.a. voortkomt uit analyse van de WOLF-scores, aannemelijk. Jacqueline Wooning / clustermanager exacte vakken havo/vwo en Michiel Vogelezang / voorzitter vaststellingscommissie scheikunde havo/vwo
oktober 2012
NVOX
403
nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen
BESTUURSCOMMISSIE Nieuws van de Bestuurscommissie NVON-reeks
VERSLAGEN ABPPC 50ème Congrès Pluraliste des Sciences du 21 au 23 août - Bruxelles
rimenten, anekdotes en verwijzingen naar biografieën. Proefjes met de elektriseermachine, elektroscoop, aardappelbatterij, generatoren en laserstralen luisteren de voordracht op. De proef met de airzooka is uiterst succesvol.
Nieuwe uitgave in de NVON-reeks Meer over contexten in Nieuwe Scheikunde is juist vers van de pers gerold en verschenen in de NVON-reeks als nr. 10. Het auteursteam bestaat uit Jan de Gruijter, Joke van der Aalsvoort, Albert Pilot, Lisette van Rens en Martin Vos.
404
Meer over contexten in Nieuwe Scheikunde is bedoeld om docenten en toa’s te helpen bij het maken van keuzes voor modules Nieuwe Scheikunde. Het laat zien hoe verschillende modules eruit zien en wat kenmerkend is voor de activiteiten van leerlingen, docenten en toa’s. De artikelen beschrijven ook ervaringen met de modules in de klas. Daarnaast zijn artikelen opgenomen over leerlijnen, soorten contexten, en internationale ontwikkelingen. Meer over Contexten in Nieuwe Scheikunde is een tweede bundeling van artikelen die eerder verschenen zijn in NVOX. Een register vergemakkelijkt het zoeken. De prijs voor dit boek, 48 pagina’s NVOXformaat, kon laag blijven dank zij sponsoring van de SLO en de Sectie Scheikunde Onderwijs van de KNCV. De ledenprijs is 6 euro; niet-leden betalen 8 euro, exclusief verzendkosten. (Administratie-/verzendkosten: € 5,- bij een totaalbestelling tot € 20,- ; bij een totaalbestelling vanaf € 20,- bedragen de kosten € 7,50.) Combineer dus de bestelling van Meer over contexten in Nieuwe Scheikunde met die van een of meer andere boeken, bijvoorbeeld Showdechemie en Showdechemie2. (Actieprijs deel 1 en 2 samen: € 15,- voor leden en € 20,- voor niet-leden.) Nog voordeliger is het om de boeken van de NVONreeks te kopen op de stand van de NVON op een van de Woudschotenconferenties, de toaconferentie of de NIBI-conferentie. Je betaalt dan geen verzendkosten. Je kunt Meer over contexten in Nieuwe Scheikunde bestellen via
[email protected] onder vermelding van artikelnummer 67.
NVOX
oktober 2012
Het thema voor dit congres, in het 500ste geboortejaar van Mercator, was Construire. De organisatie van dit congres is in handen van ProBio, ABPPC en FEGEPRO, zijnde de vakverenigingen van leraren biologie, natuur- en scheikunde en aardrijkskunde. Jaarlijks stelt één van de Francofone universiteiten collegezalen, laboratoria en mensa open voor de vele belangstellenden. Dit jaar gaven ruim 350 docenten acte de présence, waarbij het mij opviel dat het merendeel van de deelnemers vrouw was. Het programma biedt ook dit jaar een keur aan lezingen en workshops en een rijk voorziene leermiddelenmarkt. In de openingslezing van Bernard Deprez Construire aujourd’hui / habiter demain: savois et savoir faire, désirs et limites komen elementen als duurzaamheid, stabiliteit en ecosystemen aan de orde. Vraagt het gebouw, dat het verlengstuk van het leven vormt om investering? Is het rendabel? Winnen we de investering terug om die terug te geven aan de sociale omgeving? Deze vragen dwingen na te denken, niet alleen over de constructie van heden maar ook over die van morgen. Josep Corominas, uit Catalonië-Spanje, maakte ons in zijn workshop deelgenoot van enkele eenvoudige demonstratieproeven op het gebied van zuren, verbranding, dichtheid en de eigenschappen van polymeren. In Le feu artisan maakt men gebruik van een geconcentreerde kaliumnitraatoplossing. Met behulp van een penseel teken je met deze oplossing een eenvoudige tekening van bijvoorbeeld een eend op papier. Laat deze drogen. Om de reactie te starten raakt men met een brandende punt getekende gedeeltes van de tekening aan. Het papier brandt langzaam en alleen langs de getekende zones. Le Titanic, is een eenvoudige demonstratie die ons laat zien hoe polystyreen of STYROFOAM zich gedraagt in contact met aceton. De Titanic snijdt men uit polystyreen en de rook uit de schoorstenen (wattenstaafjes) ontstaat middels de reactie van NH3 met HCl. In zijn voordracht De l’ambre à l’électron vertelt Giorgio Häusermann, Zwitser, de geschiedenis van het elektromagnetisme vanaf de eerste proeven met barnsteen tot de ontdekking van het elektron. Het geheel gelardeerd met expe-
De airzooka! Via Educational Innovation, www.teachersource.com kunt u ‘science-speelgoed’ bestellen. In de workshop Expériences simples et passionnantes de chimie maakten de deelnemers kennis met zuur-base proeven, waaronder geleidbaarheid, indicatoren en de reactie van calciumcarbonaat met zuur; chemische eigenschappen van een appel; de diffusie van ammoniak. De reactie van dry-ice, toegevoegd aan een cylinderglas met water en zeep, ontlokte vele ah’s en oh’s. De leermiddelenmarkt biedt een ruim scala aan leerboeken en demonstratieapparatuur. Het door de universiteit aangeboden aperitief is bij uitstek de plaats om de collega’s uit Wallonië en andere Europese landen te spreken. De gesprekken met informatie-uitwisseling krijgen traditioneel een vervolg tijdens het Dîner Convival. Ook dit jaar kunnen de organisatoren terugzien op een geslaagd congres. Willem Vis
BOEKRECENSIES Permacultuur Sepp Holzer. Holzer’s permacultuur. Een praktijkgids voor moestuinen, boomgaarden en het boerenbedrijf. Utrecht: Jan van Arkel. 304 p., ill. ISBN 978-90-6224-517-8. € 19,95.
Volgens de startpagina ‘Permacultuur’ is permacultuur het “zo efficiënt mogelijk gebruikmaken van de omgeving zonder deze uit te putten of te vernietigen. Eigenlijk is het de meest logische manier van omgaan met je omgeving. De natuur doet het werk, en jij kijkt toe!” Volgens www.permacultuur nederland.org is het doel van permacultuur: “samenwerking tussen de mens en haar omliggende natuur gericht op een lange termijn overleving van beide.” Willen we dat niet allemaal? Goed en nuttig gebruikmaken van je omgeving, overleven en – we blijven in het onderwijs – er ook nog wat van leren ook. De Oostenrijkse boer Sepp Holzer nam in 1962, rechtstreeks van de landbouwschool, het bedrijf van zijn ouders over en bouwde dat uit tot een succesvol duurzaam boerenbedrijf. Al gauw concludeerde hij, dat hij alles wat hij tijdens zijn opleiding had geleerd weer moest vergeten. Hij begon zijn bedrijf in
harmonie met de natuur te beheren. In zijn ervaring leidt alleen die benadering tot een gezonde planten- en dierenwereld. Waar zijn buren het hoofd niet boven water hielden, creëerde Holzer een waar paradijs. Nu wil iedereen weten ‘hoe hij het doet’. De meest voorkomende vragen beantwoordt hij in dit boek. Veel van zijn tips zijn direct toepasbaar, ook in ons vlakke land, ook in een kleine tuin of op een balkon. Holzer behandelt onder meer: 1. Landschapsarchitectuur (ecologisch evenwicht, ontwerpideeën, verhoogde bedden, watertuinen). 2. Landbouwmethoden (principes, bodemvruchtbaarheid, probleemplanten, oude plantenrassen, polyculturen, varkens als medewerkers). 3. Fruitlandschappen (aanleg en onderhoud, vraat, (oude) fruitsoorten, enten). 4. Paddenstoelen kweken op hout en stro in de tuin of op het balkon. 5. Tuinen (moestuinen, apotheek, bemesting, slakken, wormen, stadstuinen, plantenlijst). Wat let u om eens aan de slag te gaan, bijvoorbeeld door de schooltuin aan te passen of de vieze tegels uit uw schoolplein te halen en daar te gaan tuinieren. Voor biologen, voor het landen tuinbouwonderwijs, maar ook voor iedereen die ons welzijn en onze toekomst ter harte gaat. Meer informatie: www.janvanarkel.nl. Een filmpje over Holzer is te zien op: http://www.youtube.com/ watch?v=Bw7mQZHfFVE. (Dit filmpje is ook leuk voor gebruik in de les.) Marianne Offereins
Vogels kijken op IJsland Martin Hierck. Vogels kijken op IJsland. Utrecht: KNNV Uitgeverij, 2012. 64 p. ill. zw.w.. ISBN: 9789050114349. € 14,95.
vogelportretten van de meeste op IJsland voorkomende vogels: te beginnen bij de natuurlijk de papagaaiduiker. Verder is er informatie in de vorm van titels van handige boeken, websites en apps. Een goed boek voor de natuuren vogelliefhebber, die er over denkt IJsland te bezoeken. Marijke Domis
Walvissen kijken in Europa Martijn de Jonge. Walvissen kijken in Europa. Utrecht: KNNV uitgeverij, 2012. 190 p. ill. kleur. ISBN: 9789050114110. € 22,95.
Al zijn de zomervakanties dan voorbij, de volgende reis/ natuurgidsen kunnen mensen weer nieuwe ideeën opleveren voor komende reizen. Ik hoorde van meerdere kennissen en vrienden dat ze dit jaar naar IJsland geweest zijn; kennelijk is dat een nieuwe vakantiebestemming. Maar wie van vogels houdt, kan op IJsland zijn hart ophalen. Janvan-genten, papegaaiduikers, zeekoeten, stormvogels, maar ook talloze soorten steltlopers zijn er ’s zomers te bewonderen. In het boek staan twaalf reizen beschreven met de beste vogelplekken, aangevuld met gedetailleerde kaarten, tips, welke vogels er te spotten zijn, de bereikbaarheid en achtergrondinformatie. Je moet namelijk niet zo maar een auto huren en dan denken dat je overal gemakkelijk kunt komen. Bovendien bevat het boek veel praktische tips over vogels kijken en fotografie. Ook is er aandacht voor plaatsen waar je zoogdieren kunt zien. Achter in het boek staan de
405
Ooit heb ik walvissen gespot in Zuid-Afrika. Dat is een indrukwekkende ervaring: je ziet meestal alleen even de kop boven water of de staart of het spuiten. Overigens zag ik boven op Kaap de Goede Hoop een walvis (ik denk dat het een zuidkaper was) in zijn geheel. Na het lezen van dit boek weet ik dat er benamingen zijn voor wat je van een walvis waarneemt: een Blow, een Spyhop, een Tailslap et cetera. Maar de titel van het boek dekt niet geheel de lading, want het gaat niet
oktober 2012
NVOX
alleen over walvissen, maar ook over andere zeezoogdieren, landzoogdieren, vogels, vissen en wat je nog meer kunt waarnemen op die beste whalewatch-locaties, die overigens niet alleen in Europa liggen. Bij elke locatie worden behalve vogelkijk- en fotografietips ook de route er naar toe en de verblijfsmogelijkheden, websites en de ‘spotlijst’ van
de auteur vermeld. Want bij elke locatie worden zijn eigen ervaringen verteld. Het is ook gewoon spannend om te lezen! De walvis- en dolfijnsoorten (meer dan veertig soorten) worden apart beschreven en er wordt ook aandacht besteed aan de walvisjacht, aan onderzoek en bedreigingen. Verder is er nog veel additionele informatie: handige web-
sites en aanbevolen literatuur En natuurlijk ontbreekt het verhaal van Moby Dick niet. Martijn de Jonge is natuurfotograaf en geeft in het boek zeer uitgebreide tips hoe je het beste te werk kunt gaan als je aan boord foto’s wilt maken: waar kun je beste staan, hoe kleed je je aan, welke apparatuur gebruik je, hoe bescherm je je toestel en
nog veel meer tips. Als je zijn raadgevingen opvolgt kom je goed beslagen ten ijs! En afreizen naar de whalewatch-locaties hoeft niet moeilijk te zijn, want ook dichtbij zijn er al verscheidene locaties te vinden. Ook handig: aan de kaft zitten twee uitklapkaarten.
RQ
Evans hangt iemands RQ af van twee factoren: het vermogen om in percentages te denken en het vermogen om het eigen kennisniveau op waarde in te schatten. Hij “voert de lezer langs casino’s, operatiekamers, militaire slagvelden, zakelijke onderhandelingen en politieke intriges om zo een radicaal nieuwe kijk op risico te introduceren. Onderweg biedt hij praktische handvatten voor zowel organisaties als individuen om de nieuwe inzichten in praktijk te brengen.” Interessant voor iedereen die wel eens een risico neemt.
Marijke Domis
BOEKAANKONDIGINGEN Liefde en bedrog Robin Dunbar. De wetenschap van liefde en bedrog. Alles over het (soms bizarre) gedrag van mens en dier. Houten: Unieboek | Het Spectrum. 286 p. ISBN 978-90-00-31142-2. € 19,99.
406
Antropoloog en evolutionair psycholoog Dunbar is gespecialiseerd in het gedrag van primaten, hij is hoogleraar in Oxford. In dit uitstekend leesbare boek gaat de auteur in op de biologische achtergronden van de verliefdheid. Hij beschrijft de relaties tussen
geliefden, maar ook die tussen moeder en kind en tussen vrienden. Hij bespreekt onder meer de stellingen: monogamie eist psychisch meer van je; tweederde van de mannen is trouw en: als je kust, test je de gezondheid van je toekomstige partner. Voor biologen, gedragswetenschappers en voor iedereen die wel eens verliefd is (geweest). Marianne Offereins
Dylan Evans, RQ. Hoe risico-intelligentie zorgt voor betere beslissingen in onzekere situaties. Amsterdam: Maven Publishing. 328 p. ISBN 978-94-9057-439-0. € 22,00.
Mijn vader was huisarts. Ik denk dat hij een hoog risico-intelligentie-quotiënt (RQ) had. Hij zei altijd: “Liever een keer teveel doorgestuurd dan een diagnose gemist.” Daarmee nam hij geen risico’s. Bij spelletjes was dat wel anders, als hij zat te bridgen kon hij flink gokken, gelukkig ging dat niet om geld… Volgens
Marianne Offereins
WETENSCHAP Ethylacetaat nu ook uit biomassa De technische synthese van ethylacetaat verloopt meestal rechtstreeks uit azijnzuur. Beller c.s. hebben nu een alternatief voorgesteld, gebaseerd op ethanol uit biomassa. Bij aanwezigheid van slechts 25 ppm van een ruthenium-aminofosfaancomplex dimeriseren twee moleculen ethanol oxidatief en vormen ethylacetaat in een opbrengst van meer dan 80%. Ethylacetaat is met een jaarproductie van meer dan 2,5 miljoen ton een van de meest gebruikte organische oplosmiddelen, en is
NVOX
oktober 2012
ook tussenproduct in de voedings-, metaalen pharma-industrie. Bron: CHEMKON 2012, 19, Nr. 3; zie ook Nachr.Chem. 60/06 (2912) 627
Zonnecel van spinazie en silicium Amerikaanse onderzoekers hebben patent aangevraagd op een zonnecel van spinazie en silicium. Zij ontdekten een manier om natuurlijke eiwitten uit spinazie te
combineren met silicium, het materiaal waarvan gewone zonnecellen zijn gemaakt. Planten zetten zonlicht om in energie via fotosynthese. Ze ‘oogsten’ het zonlicht met behulp van een aantal eiwitten, waaronder Photosystem 1 (PS1). Al jaren proberen wetenschappers om met behulp van dit eiwit zonnepanelen te maken. Dat kan, maar de efficiëntie van de eiwit-panelen is nog erg laag. Aan de Vanderbilt University lijkt nu een doorbraak te zijn gemaakt. Door het PS1 uit spinazie te koppelen aan silicium, en dat silicium te koppelen aan positief geladen ionen, zijn er zonnecellen gemaakt die per cm2 bijna een milliampère
aan stroom produceren bij een spanning van 0,1 V. Dat is nog niet spectaculair maar wel 21/2 keer zoveel als de beste zonnecellen die fotosynthese combineren met gewone elektronica. Het grote voordeel van eiwitten als PS1 is de 100% omzetting van zonlicht in energie; nadeel is dat de eiwitten niet zo lang meegaan: veel biohybride zonnecellen werken maar enkele dagen. Bron: ND 5 september 2012; zie ook www.eurekalert.org/pub_releases/2012-09/ vu-spg083012.php.
(kunstvezels) of bijvoorbeeld een sigaret. Het slachtoffer overlijdt heel snel aan verbrande luchtwegen of van schrik, en brandt daarna als een fakkel. Dankzij de onderhuids opgeslagen aceton wordt het vuur net heet genoeg om vet te smelten en te ontsteken. Ford heeft een demonstratiemodel gemaakt met varkensvlees, vijf dagen gemarineerd in aceton en aangestoken. Bron: C2W Life Sciences 8 september 2012
Koraalriffen bedreigd Nederland leidend in nanoscience Uit een tabel van publicaties op het gebied van nanoscience blijkt dat Nederland in deze wetenschap niet de meeste publicaties levert (4881, tegen 67.902 uit de Verenigde Staten en 31.964 uit Duitsland) maar wel de meeste citaties per paper oplevert: 11,98 per paper. De Amerikanen, op de tweede plaats, komen op 11,41 en de Duitsers met 8,17 komen pas op plaats 12. Dit heeft betrekking op het jaar 2011. Bron: Chemistry in Action! No 96 Spring 2012; zie ook Times Higher Education Supplement 26 August 2011
Chemische verklaring voor spontane zelfontbranding Het spontaan ontbranden van mensen is een kwestie van vetzuurmetabolisme, aldus Brian Ford in The Microscope. Daarvan zijn tientallen voorbeelden bekend: iemand vliegt in brand met een blauwachtige vlam. Justus van Liebig heeft al in 1851 aangetoond dat dit niet aan alcohol kan liggen. Als het menselijk lichaam een tekort aan glucose heeft vult het dat aan door afbraak van vetzuren. Daarbij worden ketonen gevormd, waaronder aceton (propanon). Die ketonadem kan inderdaad te maken hebben met drankmisbruik, maar ook met diabetes, een koolhydraatarm dieet of zelfs overmatige inspanning. In extreme gevallen kan de uitgeademde hoeveelheid aceton groot genoeg zijn om te ontbranden, en inderdaad met een blauwe vlam. Dat gebeurt door een vonkje van statische elektriciteit
Alleen wanneer de gemiddelde wereldtemperatuur minder dan 1,5 °C stijgt, zijn koraalriffen veilig. Bij een stijging van 2,0 °C, zoals voorspeld voor het einde van deze eeuw, zal een groot deel van de koralen ernstig worden aangetast. Aldus een internationaal team van deskundigen. Koralen krijgen hun kleur van algen, waarmee ze in symbiose leven. De algen die de koralen hun voedingsstoffen leveren zijn erg gevoelig voor een verandering in de watertemperatuur: bij een kleine stijging sterven ze al. Houden de hogere temperaturen langer dan een paar dagen of weken aan, dan begint ook het koraal af te sterven, zoals in 1998, toen 16% werd aangetast. Aanpassing aan andere algensoorten is mogelijk, maar dat gebeurt maar langzaam. Bovendien zorgt CO2 voor zuurder water en dat is een extra klap. De enige remedie is dus vermindering van de uitstoot van koolstofdioxide. Bron: ND 17 september 2012; zie ook K. Frieler c.s., Limiting global warming to 2 °C is unlikely to save most coral reefs, Nature Climate Change (2012) doi.10 1038/nclimate 1674 Year published: (2012)
Vuurwerk in het vroege heelal Sterrenstelsels in het vroege heelal maakten in hoog tempo nieuwe sterren aan. Dat vuurwerk van aanflitsende sterren ging geregeld samen met veel vuurwerk in de vorm van heftige energie-uitbarstingen in de kernen en felle radiostraling. Deze ontdekking van een groep astronomen onder leiding van de Groningse sterrenkundige Peter Barthel is in het Amerikaanse tijdschrift Astrophysical Journal Letters gepubliceerd.
Een artist impression van een radiosterrenstelsel waarin zich snel sterren vormen. De radiostraling is in blauw; in het sterrenstelsel zijn veel felle nieuwe sterren te zien Foto: ESA/NASA/RUG/Marcel Zinger. In onze Melkweg gaat de vorming van nieuwe sterren in een veel kalmer tempo: er ontstaat gemiddeld één nieuwe ster per jaar. Omdat de Melkweg zo’n 100 miljard sterren heeft, verandert er netto dus heel weinig. De Melkweg is dan ook een uiterst rustig sterrenstelsel. Het zwarte gat in de kern van onze Melkweg verorbert weliswaar af en toe een ster of een passerende gaswolk maar de daarmee gepaard gaande energie-uitbarsting is nauwelijks waarneembaar. Heel anders is dat met zogenaamde actieve sterrenstelsels, die vooral in het jonge heelal verhoudingsgewijs vaak voorkwamen. Voorbeelden zijn de zogenaamde quasars en radiosterrenstelsels, die dankzij hun felle, exotische straling tot aan de rand van het heelal goed waarneembaar zijn. Het licht van hun gewone sterren is op die afstanden uiterst zwak, maar actieve stelsels verraden hun aanwezigheid door heldere radio-, ultraviolet- of röntgenstraling. Die straling is het gevolg van het hongerige, gestaag consumerende zwarte gat in de kern van het stelsel. Bron: persbericht RU Groningen; zie ook Peter Barthel c.s., Extreme Host Galaxy Growth in Powerful Early-epoch Radio Galaxies, The Astrophysical Journal Letters, Volume 757, Number 2 DOI:10.1088/20418205/757/2/L26
oktober 2012
NVOX
407
Galapagos tomaat geeft cultuurtomaat witte vliegresistentie
408
Wereldwijd is de witte vlieg een groot probleem in de open tomatenteelt. Onderzoekers van Wageningen UR hebben samen met een aantal partners in een wilde verwant van tomaat resistentiegenen gevonden tegen de witte vlieg. De witte vlieg brengt veel schade toe aan de tomatenplant en vrucht en brengen vaak plantenvirus over. In kassen wordt de witte vlieg op biologische wijze bestreden. Maar in de open teelt moet wekelijks met ook voor de mens giftige chemicaliën gespoten worden om de schade te beperken. De witte vlieg wordt ook snel minder gevoelig voor bestrijdingsmiddelen. Er zijn bij verschillende genenbanken zaden opgevraagd van kruisbare varianten van de tomaat en deze getest op resistentie tegen witte vlieg. Dertig kruisbare varianten werden getest op de overleving van de witte vliegen op de plant en de hoeveelheid eitjes in vijf dagen. Uit dit onderzoek kwam één kruisbare variant naar voren die absoluut resistent is tegen de witte vlieg: een wilde tomaat van de Galapagoseilanden. In deze resistente tomaat zijn twee genen gevonden die verantwoordelijk zijn voor de resistentie. Binnen twee jaar hoopt men via klassieke veredeling deze genen in te kunnen brengen in rassen van cultuurtomaten en een resistente tomaat op de markt te brengen. De resistentie was ook werkzaam in China, Indonesië en Thailand en ook daar zal deze wilde tomaat gekruist worden met de lokale tomatenrassen waarna bestrijdingsmiddelen tegen witte vlieg niet meer nodig zijn.
15 december 2012. Organisator is de stichting Werkgroep Natuurkunde-Didactiek (WND). Programma
Het thema van deze WND Conferentie is De Toets Getoetst – over het vaststellen van de effectiviteit van het gegeven natuurkundeonderwijs op uiteenlopende tijdschalen: van een les tot het examen. Het programma bestaat uit plenaire lezingen, keuzelezingen, werkgroepen en een markt. Informatie over de lezinghouders en de onderwerpen van de lezingen staat op de website van de WND. Werkgroepen en markt
Heeft u vanuit uw eigen lespraktijk een idee voor een werkgroep die past bij het conferentiethema of bij een actuele ontwikkeling in het natuurkundeonderwijs, neem dan zo snel mogelijk via Wilma van Eijsden contact op met Frank Budding. De markt is onder andere bedoeld als ontmoetingsplaats voor docenten, waar zij hun ideeën over de dagelijkse lespraktijk en hun zelfontwikkelde materialen kunnen uitwisselen. Heeft u iets – een lesopzet, activerende werkvorm, demonstratie-experiment, leerlingenpracticum, praktische opdracht, idee voor een profielwerkstuk enzovoort – dat voor uw collega’s interessant of bruikbaar kan zijn? Of heeft u het afgelopen jaar misschien leerlingen gehad met een interessant experiment in het kader van hun profielwerkstuk, en zijn die leerlingen bereid om dat te komen demonstreren? Neem dan vóór 1 december 2012 via Wilma van Eijsden contact op met Koos Kortland. Inschrijving
Woudschoten NatuurkundeDidactiek – WND Conferentie 2012
Voor deelname aan deze WND Conferentie kunt u een beroep doen op het nascholingsbudget van uw school. De inschrijving voor de conferentie – bij voorkeur vóór 5 november 2012 – loopt via de website van het Freudenthal Institute for science and mathematics education (FIsme). Informatie over de inschrijvingsprocedure en over de (ten opzichte van voorgaande jaren gestegen) kosten is te vinden onder ‘Conferentie 2012’ op de website van de WND.
De 47e Woudschotenconferentie Natuurkunde-Didactiek wordt gehouden in het congrescentrum NH Leeuwenhorst te Noordwijkerhout op vrijdag 14 en zaterdag
Website WND: www.fisme.science.uu.nl/ woudschotennatuurkunde. Nadere informatie: Wilma van Eijsden, tel. 030 253 8228, e-mail
[email protected].
Bron : WUR
SCHOLING
NVOX
oktober 2012
BERICHTEN Doorstroomatlas vmbo
Vaker hogere diploma’s voor vmbo’ers Leerlingen in het vmbo behalen steeds vaker hogere diploma’s in het vmbo zelf en stromen vaker door naar hogere niveaus in het mbo. Minimaal 25% van de leerlingen met een schooladvies voor de basisberoepsgerichte leerweg in het vmbo behaalt alsnog een diploma op mbo 3 of 4 niveau. Dat blijkt uit de doorstroomatlas vmbo. Aan de hand van feiten en cijfers geeft deze een duidelijk beeld van de onderwijsloopbanen van vmbo’ers. Minister Van Bijsterveldt is verheugd over de resultaten uit de doorstroomatlas: “Nog te vaak wordt er op basis van gevoel en minder op basis van feiten over het vmbo gesproken. Voor mij bevestigt deze atlas dat het vmbo een goede opleidingskeuze is. Leerlingen hebben volop kansen met een vmbo-diploma op zak. Bovendien presteren de vmbo-leerlingen steeds beter!” Voor de atlas zijn groepen vmbo’ers vanaf de bovenbouw meerdere jaren gevolgd. Uit het onderzoek blijkt dat procentueel meer leerlingen het vmbo verlaten mét een diploma op zak. Ook het percentage leerlingen dat na het vmbo doorstroomt naar een vervolgopleiding is toegenomen. Van vmbo’ers met een diploma kiest 62% voor een zogenaamde verwante opleiding in het mbo. Zij kiezen voor dezelfde richting als het sectorvak uit het vmbo, bijvoorbeeld techniek. Deze leerlingen ronden het mbo vaak succesvol en sneller af dan leerlingen die in het vervolgonderwijs naar een andere sector overstappen. Dit onderstreept het belang van studievoorlichting en de juiste studiekeuze. Toch kunnen leerlingen op verschillende momenten in hun studieloopbaan nog terugkomen op een eerder gekozen route. Bijvoorbeeld wanneer ze ontdekken toch een ander beroep te ambiëren. Op die manier wordt voorkomen dat leerlingen gedemotiveerd raken en mogelijk hun opleiding voortijdig beëindigen. De atlas laat zien dat ook deze ‘switchers’ nog vele kansen hebben om goede diploma’s te halen. Voor leerlingen, hun ouders, de onderwijswereld en de politiek biedt de atlas een feitelijk overzicht van de doorstroom van vmbo-leerlingen en succesvolle leerroutes. De atlas toont aan dat een vmbo-opleiding een prima start is van een carrière.
Goed onderwijs begint bij goede leraren De kwaliteit van onderwijs in Nederland is hoog en dat willen leraren samen zo houden. Ze zijn trots op hun beroep. Kwaliteitsonderwijs is alleen mogelijk met bevoegde en bekwame leraren die zich blijven ontwikkelen. Bijvoorbeeld via na- en bijscholing. Leraren in het basis-, voortgezet-, middelbaar beroeps- en speciaal onderwijs die gaan voor kwaliteit en staan voor hun beroep, schrijven zich daarom in het registerleraar.nl. Door mee te doen met registerleraar.nl versterken leraren hun professionaliteit en hun professionele positie. Een leraar kan zich inschrijven op registerleraar.nl als hij beschikt over de benodigde diploma’s en als leraar werkt. Een registerleraar toont dus publiekelijk aan dat hij bevoegd en bekwaam is en investeert in zijn professionele ontwikkeling; het fundament onder kwaliteit. Registerleraar.nl is opgezet door de Onderwijscoöperatie, een organisatie van, voor en door de leraar. De Onderwijscoöperatie is een initiatief van de belangrijkste onderwijsvakorganisaties in Nederland: de Algemene Onderwijsbond, Beter Onderwijs Nederland, CNV Onderwijs, de Federatie van Onderwijsvakorganisaties en Platform VVVO. Deze vijf organisaties zetten zich samen in voor de versterking van de kwaliteit en de positie van de beroepsgroep leraren. De Onderwijscoöperatie vertegenwoordigt ruim tweederde van het totaal aantal leraren in Nederland.
op een verantwoorde manier op basis van RSPO regels, dat betekent dus duurzaam landgebruik en een goede samenwerking met de lokale gemeenschap. Het WNF roept investeerders op om zich niet in te laten met palmolie-ontwikkelaars die op een onverantwoordelijke manier in Kameroen en andere tropische landen actief zijn. Nu veel oerwouden in Indonesië en Maleisië al zijn omgezet in palmolieplantages, richten palmoliebedrijven hun vizier op de bossen in het groene hart van Afrika.
Neushoorns in Top 100 meest bedreigde diersoorten De Javaanse neushoorn, de lepelbekstrandloper, de saola en de Tarzan kameleon staan prominent op de Top 100 van meest bedreigde diersoorten. In totaal hebben drie van de vijf soorten neushoorns het stempel ‘ernstig bedreigd’. Van de Javaanse neushoorn zijn nog slechts 50 exemplaren, die in een nationaal park in Indonesië leven. Zo’n 200 Sumatraanse neushoorns kom je
nog op een paar plekken tegen op Sumatra en Borneo. De voornaamste bedreiging voor neushoorns komt van criminele organisaties. In Vietnam is de laatste Javaanse neushoorn in 2010 gestroopt. In Zuid-Afrika is het aantal gestroopte dieren met maar liefst drieduizend procent (!) gegroeid tot 448 in 2011. Vooral in Azië, met name Vietnam, is de vraag naar poeder van de hoorn explosief gestegen. Veel Vietnamezen denken dat het dure poeder een geneeskrachtige werking heeft. In het uitgaanscircuit is het populair om een mix van poeder van neushoorn hoorn en water te drinken omdat het zou helpen tegen een kater. Dit zijn allemaal mythes want de hoorn van een neushoorn bestaat uit dezelfde stof als nagels en haar van de mens. Er worden wel natuurbeschermingsuccessen geboekt. Zo zijn in Nepal afgelopen jaar geen neushoorns gestroopt. Dit komt aan de ene kant door veel scherpere handhaving en ook door de inzet van natuurbeschermingsorganisaties. WNF zet samen met de overheid locale antistroperij units op en doet tests met onbemande vliegtuigjes die stropers opsporen.
BEVOEGDHEID 1E GRAAD HALEN? Palmolie bedreigt biodiversiteit in Kameroen Zowel de duurzame ontwikkeling van palmolie als een belangrijk gebied met veel biodiversiteit in Kameroen staan onder grote druk. De ontwikkelaar van een grote palmolieplantage in Kameroen stapt uit het belangrijkste internationale platform voor duurzame palmolie (RSPO) met alle gevolgen van dien. Dat betekent dat het plantagegebied van 70.000 hectare niet langer onderworpen is aan de strenge beschermingsmaatregelen van RSPO en in feite vogelvrij is. Het Wereld Natuur Fonds gelooft in duurzame palmolie in Kameroen, maar het is alleen mogelijk als het wordt geproduceerd
Bij Hogeschool Utrecht kunt u doorstuderen voor een Master of Education voor de vakken Biologie en Natuurkunde. Kom naar een van de open dagen of kijk op www.master.hu.nl voor meer informatie.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
oktober 2012
NVOX
409
Aansteker
Vliegende bommen en zwevende golven
410
Ik las een boek met de titel Zondagse wandelingen1 van Fred Visser (1934). Deze schrijver maakte als kind de Tweede Wereldoorlog mee in Den Haag. Het boek bevat veel anekdotes over bezetting, jodenvervolging en hongerwinter. Hij schreef de korte verhalen voor zijn kinderen en kleinkinderen. ”Opdat ze later, als opa er niet meer is, toch nog weten wat hun familiegeschiedenis is.” Ik trof twee aardige wetenswaardigheden. De vliegende bommen V1 die vanaf Den Haag naar Londen vlogen, konden door Spitfires uit hun koers worden gehaald. De jagers vlogen naast de V1 en tipten met de vleugel tegen de vleugel van de bom. Een duik in de Noordzee was het gevolg. Verderop las ik over zwevende golven.
Viermotorige Lancaster bommenwerpers, die in honderden in de nacht overvlogen, maakten een apart geluid voor het kind. De vrijwel identieke propellormotoren waren wisselend luid en dan weer zacht. Volgens Fred Visser, die later de HTS afmaakte, kwam dat door zwevende geluidsgolven. Afhankelijk van richting, snelheid, frequentie en afstand versterkten de geluidsgolven van de verschillende motoren elkaar, of ze doofden elkaar (grotendeels) uit. En dan nog het effect van de honderden tegelijk. Als ik straalverkeersvliegtuigen over hoor komen, luister ik ook, maar ik kan nau-
welijks zwevende geluidsgolven ontdekken. Met deze anekdote leer ik leerlingen luisteren. Paul Cloo is leraar natuurkunde, scheikunde en techniek aan het Harm Jan Zondag Junior College in Groningen. Reacties graag naar
[email protected].
Noot 1. Visser, F. (2012). Zondagse Wandelingen. Peize: Ter Verpoozing. 162 p. Verkrijgbaar voor euro 15,00 via
[email protected]
COLOFON NVOX is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON) Redactie: Hoofdredacteur: W.T.W. Vis (
[email protected]) Adjunct-hoofdredacteur: M. Foeken (adj.hfdrd-nvox@ nvon.nl) Eindredacteuren: H. van Bemmel, natuurkunde (
[email protected]), mw. M. Domis-Hoos, biologie (marijke.domisl@ planet.nl); J. de Gruijter, scheikunde (h.degruijter@ fontys.nl); A. Pollmann, anw (apollmann@kpnplanet. nl); H. Jorna, nlt (
[email protected]); vacature, vmbo&onderbouw, W. Schuring, toa (w.schuring@ comeniuslyceum.nl) Redacteuren: J. Arts, H. Bouma, M. Bruinvels, H. Bruijnesteijn, P. Eldering, mw. J.E. Frederik, P. Gubbels, M. Metselaar, T. Mortier (België), F. Pols, W. Sonneveld, J.T. van der Veen, M. Vleugels, P. Walravens (België). Redactieadres voor vakinhoudelijke kopij: Stationsweg 44, 7941 HE Meppel E-mail
[email protected] . Tel. 050-8538517 Internetadres: www.nvon.nl/nvox Kopij voor de rubrieken Forum, Vereniging, Media en Actueel kunt u aanleveren bij
[email protected] tot: Nr. 01-12 13-12-11; Nr. 02-12 24-01-12 Nr. 03-12 21-02-12; Nr. 04-12 20-03-12 Nr. 05-12 17-04-12; Nr. 06-12 18-05-12 Nr. 07-12 15-06-12; Nr. 08-12 14-09-12 Nr. 09-12 12-10-12; Nr. 10-12 9-11-12
NVOX
oktober 2012
Verschijningsdata 2012: 17 jan., 21 feb., 20 mrt., 17 apr., 22 mei, 19 juni, 18 sept., 16 okt., 13 nov., 11 dec. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van artikelen en berichten in NVOX. Artikelen kunnen niet zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur (tel. 079 3165569, e-mail:
[email protected]) worden overgenomen, gekopieerd, elektronisch worden doorgegeven of op welke wijze dan ook vermenigvuldigd. Een uitzondering wordt gemaakt voor het niet-commercieel gebruik door leden ten behoeve van hun schoolwerk. Klachten over de bezorging van het blad indienen bij
[email protected]. Basisvormgeving: FIZZ reclame + communicatie, Meppel. Druk: drukkerij Ten Brink, Meppel. Advertentie-exploitatie: Bureau Van Vliet, postbus 20, 2040 AA Zandvoort (tel. 023 5714745, fax 023 5717680, e-mail:
[email protected]; site: www.bureauvanvliet.com) Dagelijks bestuur NVON: H. de Graaf, voorzitter (
[email protected]), secretaris, mw. M.I.C. Offereins (
[email protected]), J.Chr. Nolthenius, penningmeester (
[email protected]). Hoofd NVON-bureau: H. van Bergen (tel. 013-2140838) (
[email protected])
Bestuursmedewerker: mw. H.M Schouten (
[email protected]) Algemeen Bestuur: Het DB aangevuld met de sectievoorzitters biologie J. van Koppen (kopnvon@ hotmail.com), natuurkunde D.J. van de Poppe (
[email protected]), nlt P. Backer (
[email protected]), pabo-p.o. vacant, scheikunde L. Donk (
[email protected]), toa A. van der Vaart (
[email protected]), vmbo J. Baas (
[email protected]). Het lidmaatschap kan maandelijks ingaan en wordt jaarlijks automatisch verlengd. Opzeggen is mogelijk tot uiterlijk 2 maanden vóór het einde van het lidmaatschap. NVON-secretariaat / ledenadministratie: mw. H. Tangenberg, Stationsweg 44, 7941 HE Meppel, tel. 0522-243347 (maandag, dinsdag en donderdag), fax 0522-243349
[email protected] (algemene vragen)
[email protected] (aanmelding, opzegging, adreswijziging e.d.) NVON-ledenservice (voor het bestellen van boeken en overige uitgaven): ING rek.nr. 619809, t.n.v. NVON,
[email protected] Internetadres: www.nvon.nl. Hier treft u alle informatie omtrent het lidmaatschap, bijbehorende contributie en een aanmeldingsformulier aan, en ook de adressen van de bestuursleden, van de leden van de secties en de commissies en van de NVOX-redactie.
Aansteker Vliegende bommen en zwevende golven
411
Aanstekers zijn beschrijvingen van korte experimenten met mogelijkheden voor nader onderzoek. Een korte beschrijving staat op pagina 410 in dit nummer van NVOX. Bijdragen voor deze rubriek zijn welkom. Zend uw Aansteker aan
[email protected]
Agenda 2012 datum november 2 -3
doelgroep
organisatie/onderwerp
plaats/tijd
in nummer
Docenten, toa’s, Dio’s
Woudschotenchemieconferentie
Zeist
6
8
toa,’s
toa-congres bèta mentality
Hogeschool Van Hall Larenstein te Leeuwarden
6
december 14/15
Docenten, toa’s
Woudschoten Natuurkundedidactiek Noordwijkerhout
6
januari 11/12
Docenten, toa’s biologie
Onderwijsconferentie biologie
Lunteren
6
Docenten, toa's vmbo en onderbouw
27e Binask-conferentie (voorheen Reehorst)
Bunnik
9
Docenten, toa,s
NVON minicongres Hoofd en Hart
ROC Midden Nederland Utrecht
6
maart 18 april 15
oktober 2012
NVOX