Kerstnacht, woensdag 24 december, 23:00 Open Hof, Ommoord, Rotterdam
Samen in de stal Aan deze dienst werken mee: Voorganger: ds. Anje Aantjes-de Kuiper, predikant van de Protestantse wijkgemeente Hillegersberg-Noord (Salvatorkerk) Piano: Frank van Gees Koor: Hemelsbreed o.l.v. Willem Blonk
SAMENZANG VOOR DE DIENST Door het donker hier gekomen Tegen het donker 33: 1 , 4 en 6; Melodie ‘Eer zij God in onze dagen’ 1. Door het donker hier gekomen, aangetrokken tot het licht, willen wij het Kind bezingen dat op aarde vrede sticht. Gloria in excelsis deo.
6.
Zolang wij nog durven dromen, uitzien naar wat toekomst biedt, zullen wij ons laten leiden door dit Kind, dit licht, dit lied. Gloria in excelsis deo.
4. Oude dromen, haast vervlogen, uit een lang voorbije tijd, zingen wij ons nieuw te binnen, door de hemel begeleid. Gloria in excelsis deo.
Stil zwevend door de sferen Zingerderwijs 126; Melodie ‘Hoe zal ik u ontvangen’ 1. Stil zwevend door de sferen, nog door geen oor gehoord, bestemd om te creëren: Onuitgesproken woord. Die dag in den beginne toen God het scheppend sprak, beroerde het de dingen waardoor de stilte brak.
2.
1
Eenmaal het woord gesproken begon de mens zijn reis, is ook de Geest ontloken die naar Gods wegen wijst. Maar machten van het duister hebben het licht vervaagd, zodat de mens ontluisterd om redding heeft gevraagd.
3. Weer zendt God naar de aarde het woord dat was en is, dat eens de Schepping baarde in groot geheimenis: Het godskind ons gegeven het nodigt ons te gaan, de weg van licht ten leven door hem voor ons gebaand. Koor: Star carol – John Rutter Vertaling 1. Zing deze nacht, want er is een jongetje geboren; in de kribbe ligt Christus onze Heer. Breng geschenken en aanbid – haast je naar Bethlehem om Maria’s zoon te zien. Refrein: Zie zijn ster helder schijnen deze kerstnacht en volg me met vreugde. 2. Lichte engelen uit de hoogste hemelse heerlijkheid brachten ons de boodschap: zing en verheug je, want een Koning kwam om ons te redden. 3. Kijk, daar ligt hij in haar tedere, liefhebbende armen te slapen. Arme herders komen hem aanbidden en brengen hun bescheiden gaven naar Maria’s zoon. 4. Laten we allemaal eer bewijzen bij de kribbe en zijn lof zingen in deze vreugdevolle Kerstnacht. Stille nacht 2. Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor. 3. Stille nacht, heilige nacht! Vrede en heil, wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
Koor: Entre le boeuf et l’âne gris – bew. Felix de Nobel Vertaling 1. Tussen de os en de ezel slaapt de kleine zoon. Refrein: Duizend goddelijke engelen zweven om deze God van liefde heen.
2
2. In de armen van Maria slaapt onze Levensbron. 3. Tussen de vrolijke herders slaapt de kleine zoon. 4. Op deze verheven dag slaapt daat Immanuél – God met ons. WELKOM Een kind wordt geboren, klein en kwetsbaar, een kind wordt geboren, maar hij krijgt grote namen: Koning, Vredevorst, Zoon van God. Welkom aan dit kind, welkom aan allen die in Hem geloven, welkom aan allen die hier komen met verlangen naar licht, liefde, vrede. Zingen: Lied 477: 1-4 in beurtzang
Allen:
2. Vrouwen: De hemelse englen riepen eens de herders weg van de kudde naar 't schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbiedge schreden! Vrouwen: Komt, laten wij aanbidden, Mannen: Komt, laten wij aanbidden, Allen: Komt, laten wij aanbidden die Koning
3
3.
Mannen: Het licht van de Vader, licht van den beginne, zien wij omsluierd, verhuld in 't vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Mannen: Komt, laten wij aanbidden, Vrouwen: komt, laten wij aanbidden, Allen: komt, laten wij aanbidden die Koning.
4.
Allen: O Kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefde in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, Komt, laten wij aanbidden, Komt, laten wij aanbidden die Koning.
BEMOEDIGING EN GROET GEBED Koor: Maria durch ein Dornwald ging – bew. Hugo Distler Vertaling 1. Maria liep door een woud van doorns – Kyrie eleison! In zeven jaar hadden ze geen blad gedragen - Kyrie eleison! 2. Wat droeg Maria onder haar hart? Kyrie eleison! Een klein kind zonder enige smart. Kyrie eleison! 3. Toen botten er rozen uit de doorns. Kyrie eleison! Toen het Kind door het woud werd gedragen, bloeiden rozen uit de doorns. Kyrie eleison! Glorialied: 487
4
2. Eer zij God die onze Vader en die onze koning is. Eer zij God die op de aarde naar ons toe gekomen is. Gloria in excelsis Deo.
3.
Lam van God, Gij hebt gedragen alle schuld tot elke prijs, geef in onze levensdagen peis en vreê, kyrieleis. Gloria in excelsis Deo.
Gebed om opening LEZEN Jesaja 9:1-6 Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen. U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf u het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit. Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds. Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel waar bloed aan kleeft, ze worden verbrand, een prooi van het vuur. Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast, in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid. Daarvoor zal hij zich beijveren, de HEER van de hemelse machten. ZINGEN ‘Al wie dolend in het donker’ – strofe 1 en 3 1. Al wie dolend in het donker, in de holte van de nacht en verlangend naar een wonder op de nieuwe morgen wacht: vrijheid wordt aan u verkondigd, door een koning zonder macht.
3.
Tot de groten zal Hij spreken even weerloos als een lam, het geknakte riet niet breken Hij bewaakt de kleine vlam: hoort en ziet het levend teken van een God die tot ons kwam.
LEZEN Lucas 2:1-20 - De geboorte van Jezus In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het
5
stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’ Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. ZINGEN 471 – ‘In dulci jubilo’ 2. O, Jesu parvule, U leeft met ons mee, troost mij in mijn lijden, o puer optime. Uw komst zal ons bevrijden, voorbij zijn ach en wee. Schenk ons pais en vree, schenk ons pais en vree.
3. Hoor, heel de engelenschaar jubelt gloria in excelsis Deo, o, waren wij ook daar. De aarde en de hemel ze zingen met elkaar nova cantica, nova cantica.
Koor: ‘In the bleak midwinter’ – Gustav Holst Vertaling 1. In de gure midwinter kreunde de ijzige 2. wind, De aarde was hard als ijzer, het water als een steen; Sneeuw op sneeuw, In de gure midwinter, lang geleden.
6
Onze God, de hemel kan hem niet tegenhouden, noch kan de aarde volharden; hemel en aarde zullen wegvluchten als hij komt heersen. In de gure midwinter Voldeed een plaats in de stal voor de Heer, God Almachtig, Jezus Christus.
3. Genoeg voor hem, die cherubijnen dag en nacht aanbidden: een borst vol met melk, een kribbe vol hooi. Genoeg voor hem, waar de engelen voor neervallen, wie de os, de ezel en de kameel vereren.
4.
Engelen en aartsengelen kunnen daar bijeengekomen zijn, cherubijnen en serafijnen verdrongen elkaar in de lucht. Maar alleen zijn moeder in haar maagdelijke gelukzaligheid aanbad de geliefde met een kus.
5. Wat kan ik hem geven, arm als ik ben? Als ik een herder was zou ik een lam brengen; als ik een wijs man was zou ik mijn bijdrage leveren; toch, geef ik hem wat ik kan: ik geef mijn hart.
OVERDENKING ZINGEN Die waarlijk mens geworden zijn: 1, 2, en 3
2. Die waarlijk mens geworden zijt om kind aan huis te wezen bij wie hier schrijnend onrecht lijdt en altijd pijn moet vrezen verbazingwekkend, zo dichtbij komt Gij tot ons, komt Gij tot mij, de wereld zal genezen!
3.
SAMEN IN DE STAL Mensen en dieren samen in de stal een schamel onderdak aan de rand van het bestaan
7
Die waarlijk mens geworden zijt om muren af te breken, de dwaze dwang die volken scheidt, de drang het kwaad te wreken verbazingwekkend, zo dichtbij komt Gij tot ons, komt Gij tot mij, uw vlam zal vuur ontsteken!
maar ondanks alles: onderdak voor verwonderde ouders ver van huis, voor eerbiedige herders ruwe bolster, blanke pit voor knielende koningen geleerd, maar niet te hoog. één in eerbied en dankbaarheid voor het kind daar in het midden: licht, liefde, leven, geschenk van God dat hoop geeft en toekomst opent, kind dat op het spoor zet om te dromen van vrede en recht om elkaar te vinden, ondanks verschillen. In beweging gebracht door liederen van vrede of de duizelingwekkende sterrenhemel gaan ook onze ogen open: Dit is het koninkrijk van het Koningskind, mensen van heinde en verre verbonden in verwondering over liefde die alles herbergt. Koor: ‘Jesus Child’- John Rutter Vertaling 1. Heb je het verhaal gehoord dat ze vertellen over Bethlehem, Heb je het verhaal van het Jezus-kind gehoord? Hoe hij van de hemel kwam en geboren werd met een krib als bed? Maria was zijn maagdelijke moeder, kuis en zacht. Refrein: Zingt halleluja broeders; zingt halleluja zusters, aanbidt het kind Jezus en looft zijn milde moeder. “Glorie aan God in den hoge” zingen de hemelse engelenscharen: Luister naar het verhaal van het kind Jezus. 2. Heb je het verhaal gehoord van de arme nederige herders, die ’s nachts in het heuvelland zaten met hun kudden?Plotseling vertelt de engel hen:”Haast u naar Bethlehem; Ga en vindt het Jezus-kind, het nieuwe licht der wereld. Refrein 3. Jezus-kind, liggend in Bethlehem, veilig slapend op Maria’s knie, red mijn ziel en breng mij naar het paradijs,laat mij aansluiten bij de engelen, u glorie toezingend. Refrein 4. Heb je het verhaal gehoord van de koningen uit het oosten, die de ster volgden die boven zijn hoofd scheen?Die hun kostbare gaven aanboden: goud, mirre en wierook, die met de os en de ezel voor zijn bed knielden? Refrein 5. Broeders laat ons de geboorte van het kind Jezus vieren, zusters, komt en verwelkomt
8
hem, de pasgeboren Koning. Looft de Heer die hem nu uit de hemel naar beneden heeft gezonden; jong en oud en rijk en arm, zing zijn lof! Refrein GEBEDEN Na de woorden “Laat ons bidden” zingen wij:
Na stil gebed bidden wij samen: Onze Vader
INZAMELING DER GAVEN 1e collecte: voedselbank 2e collecte: kerk Koorzang: Christmas Day – Gustav Holst Een ‘Fantasie’ voor solisten en koor op oude carols.
ZENDING EN ZEGEN, door Allen beaamd: ‘Amen, amen, amen’.
ZINGEN
Ere zij God (Z.o.z.)
BIJ HET UITGAAN: Koor: ‘Clap your hands’ – Kirby Shaw Uit de psalmen 47, 98 en 100: ‘Klap in je handen, alle volken, juich van vreugde! Laat de trompet klinken, het psalter, het vrolijke zingen vanuit harten vol vreugde. Laat de zee bruisen, wouden ruisen, laat de rotsen het uitjubelen en de cymbalen klinken!’
Contact met ds. A. Aantjes-de Kuiper e-mail:
[email protected] telefoon: 0184-652688
9
10