Orde
voor de dienst van maandag 24 december 2014
Kerstnacht
Oude kerk, Maasland
Voorganger: ds. Wim de Ruyter Organist: Cees Kelderman Christelijke zangvereniging Te Deum Laudamus o.l.v. Toon van den Ende
Het koor zingt: 1. Ding dong! Merrily on high! l.
Ding dong merrily on high, In heav'n the bells are ringing: Ding dong! verily the sky Is riv'n with angel singing Gloria, Hosanna in excelsis!
2.
E'en so here below, below, Let steeple bells be swungen, And "Io, io, io!" By priest and people sungen Gloria, Hosanna in excelsis!
3.
Pray you, dutifully prime Your matin chime, ye ringers; May you beautifully rime Your evetime song, ye singers. Gloria, Hosanna in excelsis!
2. Joy to the world 1.
Joy to the world! the Lord is come; Let earth receive her King; Let ev'ry heart prepare Him room, And heav'n and nature sing,
2.
Joy to the world! the Saviour reigns; Let men their songs employ; White fields and floods, rocks, hills and plains Repeat the sounding joy.
3.
He rules the world with truth and grace, And makes the nations prove The glories of His righteousness, And wonders of His love. 2
3. In een kribbe op Bethlehems velden 1.
In een kribbe op Bethlehems velden werd geboren een konings kind Herders die kwamen het kindje aanbidden Engelen zongen ere Zijn naam kom naar de stal kniel naast de kribbe Vrede zij U die eren Zijn naam
2.
Koningen kwamen het kindje begroeten gaven hem wierook mirr'en goud Verzwegen hun vondst aan koning Herodes Engelen zongen ere Zijn naam kom naar de stal kniel naast de kribbe Vrede zij U die eren Zij n naam
3.
Op een wereld vol oorlog en onrecht wordt verwacht het vredes kind Iedereen komt het kindje aanbidden Engelen zongen ere Zijn naam kom naar de stal kniel naast de kribbe Vrede zij U die eren Zijn naam
Welkom
3
Introïtus: Gez. 477:1,2 en 3
2
De hemelse englen riepen eens de herders weg van de kudde naar 't schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbiedge schreden! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
3
Het licht van de Vader, licht van den beginne, zien wij omsluierd, verhuld in 't vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
Stilte 4
Votum en groet Lied: Gez. 478:1 en 4
4
O Heer Jesu, God en mense, die aanvaard hebt deze staat, geef mij wat ik door U wense, geef mij door uw kindsheid raad. Sterk mij door uw tere handen, maak mij door uw kleinheid groot, maak mij vrij door uwe banden, maak mij rijk door uwe nood, maak mij blijde door uw lijden, maak mij levend door uw dood! 5
Gebed Het koor zingt: 1. Stille nacht Exodus 3:5 en 4:12 Laat het stil zijn in uw nacht, leer ons, eindelijk te zwijgen. Laat alleen gebeden stijgen naar de plaats waar U ons wacht. Leer ons luist'ren in Uw nacht naar de ongehoorde dingen die de eng'len voor ons zingen over U, Die vrede bracht. Laat ons komen, deze nacht, komen met ontschoeide voeten om het kind van vuur te groeten, dat ons zegt: 'Ga - in Mijn kracht!' 2. Midden in de winternacht (vers 1 en 4 koor en gemeente) 1.
Midden in de winternacht, ging de hemel open. Die ons heil der wereld bracht, antwoord op ons hopen Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren!
2.
Vrede was er overal, wilde dieren kwamen Bij de schapen in de stal, en zij speelden samen. Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren! 6
3.
Ondanks winter sneeuw en ijs, bloeien alle bomen, want het aardse paradijs is vannacht gekomen. Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet Laat de citers slaan, blaast de fluiten aan Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren!
4.
Zie daar staat de morgenster, stralend in het duister Want de dag is niet meer ver, bode van de luister Die ons weldra op zal gaan, herders blaast uw fluiten aan Laat de bel bim-bam, laat de trom rom-bom Kere om, kere om, laat de bel-trom horen Christus is geboren!
Schriftlezing: Lucas 2:1-20 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in 7
een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden:
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.
8
Het koor zingt: De herdertjes lagen bij nachte 1.
De herdertjes lagen bij nachte Zij lagen bij nacht in het veld Zij hielden vol trouwe de wachte Zij hadden hun schaapjes geteld. Daar hoorden zij engelen zingen Hun liederen vloeiend en klaar De herders naar Bethlehem gingen 't liep tegen het nieuwe jaar
2.
Toen zij er te Bethlehem kwamen Daar schoten drie stralen dooreen Een straal van omhoog zij vernamen Een straal uit het kribje benee Toen vlamd' er een straal uit hun ogen En viel op het kindeke teer Zij stonden tot schreiens bewogen En knielden bij Jezus neer.
4.
Ach, Kindje, ach, Kindje, dat heden In 't need'rige stalletje kwaamt Ach, laat ons Uw paden betreden Want gij hebt de wereld beschaamd Gij komt om de wereld te winnen De machtigste vijand te slaan De kracht Uwer liefde van binnen Kan wereld noch hel weerstaan
Verkondiging
9
Lied: Gez. 484
2
The shepherds feared and trembled when lo! above the earth, rang out the angel chorus that hailed our Saviour's birth! . refrein
3
Down in a lonely manger the humble Christ was born, and God sent our salvation that blessed Christmas morn. refrein
Gebeden 10
Collecte Lied: Lied: Gez. 483
2.
Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor.
3.
Stille nacht, heilige nacht! Vreed' en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
Wegzending en zegen (na de zegen wordt 3 maal amen gezongen) Lied: Ere zij God 11