e g e l l o C k e e Kelleb rlingenzorg e e L u a Bure 0 1 0 2 9 0 0 2 g a l Jaarvers
Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg Schooljaar 2009 – 2010
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
1 van 27
Voorwoord
September 2010.
Beste lezer,
Zoals gebruikelijk biedt Bureau LeerlingenZorg u het jaarverslag over schooljaar 2009-2010 aan. Hiermee geven we u een kijkje in de zorgstructuur van het Kellebeek College, zoals deze groeiende is. Met ruim 8 fte verdeeld over 17 medewerkers hebben we ook dit jaar weer de schouders gezet onder de realisatie van de missie van Kellebeek College “find your destination”. We hebben een groot aantal deelnemers begeleid om, soms onder voor hen moeilijke omstandigheden, hun opleidingstraject te blijven voortzetten en tot een goed einde te brengen. We laten u graag zien wat we hebben gedaan en welke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden, zowel in woorden als in cijfers. Jammer genoeg is het werkelijke rendement voor de betreffende deelnemers niet eenvoudig te meten. Uit hun reacties in de deelnemers enquête blijkt echter dat ze tevreden zijn met de ondersteuning. Of dat ze blij zijn met de voortzetting of juist met de verandering van hun opleidingskeuze. We hopen u met dit verslag enig inzicht te geven in Bureau LeerlingenZorg en staan altijd open voor uw aanvullingen, wensen of vernieuwende ideeën. Veel leesplezier,
Jeanny Sillekens Zorgcoördinator Kellebeek College.
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
2 van 27
Inhoud
Voorwoord 1.0
2.0
Terugkijken en vooruitzien
4
1.1 1.2
4 5
Reflectie en vooruitzien Nieuwe speerpunten
Bureau LeerlingenZorg 2.1 2.2 2.3 2.4
3.0
2
Organigram Kellebeek College Organigram Bureau Leerlingenzorg Opzet van de begeleidingsstructuur Ondersteuning en begeleiding 2.4.1 Leerlingbegeleiding 2.4.2 Schoolmaatschappelijk werk 2.4.3 Ortho ondersteuning 2.4.4 Bestemming en nazorg 2.4.5 Leerling Gebonden Financiering (LGF)
Doelen en resultaten 3.1 3.2
3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Transparant kader samenwerking zorg (jaarplan 7A) Scholing (jaarplan 7B) 3.2.1 scholing medewerkers BLZ 3.2.2 scholing op de werkvloer Loopbaanbegeleiding voor- en nazorg (jaarplan 7C) Intake procedure Positionering Bureau LeerlingenZorg Digitaal zorgsysteem Pro actief omgaan met zorgbehoeften signaleren van problemen ondersteunen aandacht voor zorgbehoeften vanuit NOVA VIA
6 6 7 7 8 8 9 9 9 10
12
12 12 12 13 13 14 14 14 15 15 16
4.0
Samenwerking
17
5.0
SMW project gemeente Breda, provincie Noord Brabant
19
6.0
Evaluatie
19
7.0
Bureau LeerlingenZorg in cijfers
20
4.1 4.2
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
interne samenwerking externe samenwerking
Algemeen Leerlingbegeleiding Schoolmaatschappelijk werk Ortho ondersteuning Bestemming en Nazorg Leerling Gebonden Financiering (LGF) Evaluatie deelnemers
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
17 18
20 21 22 23 24 25 26
3 van 27
1.0
Terugkijken en vooruitzien
1.1
Reflectie en conclusies
Verbinding is het kernwoord van het afgelopen schooljaar. Opnieuw is binnen Bureau LeerlingenZorg energie gestoken in inzicht in elkaars werk waardoor meer begrip ontstaat en we ons meer als team kunnen opstellen. Mede door invoering van schoolmaatschappelijk werk in MBO en VAVO, naast het bestaande bij NOVA, heeft er een proces plaats gevonden, waarin de rollen en verantwoordelijkheden intern beter op elkaar afgestemd zijn. In aansluiting op de competentieprofielen heeft dit geleid tot een duidelijke onderscheiding van taken van leerlingbegeleiders ten opzichte van de overige medewerkers van Bureau LeerlingenZorg. Als resultaat van dit proces en vanuit de behoefte meer bekendheid te geven aan het aanbod van Bureau LeerlingenZorg is de Begeleidingswijzer ontstaan, die najaar 2010 verspreid zal worden in de opleidingsclusters. Deze begeleidingswijzer kan als een welkome aanvulling worden gezien op het ambassadeurschap van de medewerkers van Bureau LeerlingenZorg. Vrijwel alle medewerkers hebben gebruik gemaakt van de gelegenheid tot professionaliseren door middel van studiedagen, workshops of opleiding. Binnen het dynamische proces van organisatieverandering naar resultaatverantwoordelijke teams is helder geworden welke positie Bureau LeerlingenZorg inneemt in het geheel. Het Bureau LeerlingenZorg werkt overkoepelend voor alle opleidingsclusters en valt onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een unitdirecteur. De formatie van schoolmaatschappelijk werk is nu onder de verantwoordelijkheid van het Bureau LeerlingenZorg gebracht. Er is een duidelijke toename van deelnemers, die kampen met problemen. Deels doordat er meer bekendheid is bij medewerkers over allerlei problematiek, deels omdat het MBO veelal een drempelloze instroom kent. Daarbij komt de zelfstandige houding die het competentiegerichte onderwijs van deelnemers vraagt. Een aantal deelnemers, waaronder de deelnemers uit RECs en praktijkscholen, ondervinden hierdoor belemmeringen in hun studieloopbaan. Toch kunnen zij met extra aandacht en ondersteuning wel een startkwalificatie behalen. Die ondersteuning begint al in het primaire proces. Echter niet alle medewerkers zijn opgeleid om een positief coachende rol te vervullen of met specifieke doelgroepen om te gaan. Bureau LeerlingenZorg ontvangt regelmatig de vraag naar scholing om adequater om te gaan met deze deelnemers in de reguliere groepen. In de jaarplannen voor 2011 is daarom een budget voor scholing rond deze problematiek opgenomen. Schoolmaatschappelijk werk is bij NOVA reeds jarenlang ingeburgerd en wordt daar effectief ingezet. Binnen MBO en VAVO ligt dat anders. Daar is het fenomeen SMW nieuw. Men moet er wennen aan deze mogelijkheid. Men moet ook wennen aan het loslaten van een aantal taken, die men door gebrek aan schoolmaatschappelijk werk zelf oppakte. De doorverwijzing behoeft duidelijk verbetering. Ongeveer 20% van de deelnemers is via leerlingbegeleiding ondersteund. Opvallend is dat daarvan 141 deelnemers in MBO en VAVO te kampen hadden met psychosociale problemen, maar daarvan relatief weinig zijn doorverwezen naar schoolmaatschappelijk werk. Van de in alinea 1 genoemde afstemming tussen de werkzaamheden van leerlingbegeleiding en schoolmaatschappelijk werk verwachten we het komend schooljaar een positief effect. Het verbetertraject hieromtrent behelst: versterking van de interne zorgstructuur (aandacht voor doorverwijzing), meer bekendheid van schoolmaatschappelijk werk in de organisatie en acties van schoolmaatschappelijk werk op de werkvloer, bv door het houden van spreekuren. De contouren van bestemmingscoördinatie worden geleidelijk aan meer zichtbaar. Alle deelnemers die de school verlaten krijgen een bestemmingscertificaat en daarmee de mogelijkheid later bij Kellebeek College gebruik te maken van een voortgaande of hernieuwde beroepskeuze. Binnen de organisatie heeft de bestemmingscoördinator bekendheid opgebouwd, zowel voor het begeleiden van het keuzeproces van de deelnemer als voor het realiseren van tussentijdse doorstroom. Dit laatste levert nog veel problemen op. Ondanks het feit dat veel deelnemers de bestemmingscoördinator weten te vinden, gebeurt dit in een te laat stadium, n.l. als de deelnemer bijna of geheel is uitgeschreven. We streven ernaar om eerder in 2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
4 van 27
het leerproces aandacht te geven aan een eventuele nieuwe beroeps/opleidingskeuze. Daarnaast zal komend schooljaar ook de uitstroomprocedure worden verbeterd en alumnibeleid worden vormgegeven. Tot slot: het zorgplan dat beschreven in voor de periode 2008-2010 loopt ten einde. Er zijn een aantal eisen gesteld ten aanzien van de basiszorg in ieder college: 1. Elk college beschikt over eerste- en tweede lijnsbegeleiding 2. Elk college kent een coördinator leerlingenzorg (functie of taak) 3. Er is een uitgewerkt en omschreven aannamebeleid 4. Er is een leerlingvolgsysteem dat zich niet beperkt tot examenresultaten, maar ook alle relevante informatie die van belang kan zijn. Resultaten van aanvullende testen, informatie over sociaalde emotionele ontwikkeling. Als er sprake is van extra (2 lijns) begeleiding, altijd een handelingsplan. 5. Een signaleringssysteem met o.a. een vastgestelde procedure als problemen worden gesignaleerd 6. Er is een voor iedereen toegankelijke overzichtslijst met in te zetten instrumenten bij intake en gesignaleerde problemen 7. Het college beschikt over een multidisciplinair netwerk 8. Het college heeft een uitgewerkt zorgplan Terugkijkend kunnen we constateren dat de structuur van zorg en begeleiding in het Kellebeek College vorm heeft gekregen en dat we aan bovenstaande punten geheel of gedeeltelijk voldoen. Natuurlijk kan er nog veel verbeteren. Daarom zal er de komende jaren vooral aandacht zijn voor kwalitatieve en inhoudelijke verdieping van zorg en begeleiding. In het begin van 2011 zal daarom, in navolging van Onderwijs met Passie 2, een nieuw zorgplan worden beschreven, waarin de beleidslijn wordt uitgezet voor de komende jaren.
1.2
Nieuwe speerpunten
1. Bekendheid van Bureau LeerlingenZorg verder vergroten, door professioneel werk af te leveren door de medewerkers en door het aanbod van Bureau LeerlingenZorg expliciet in de teams onder de aandacht te brengen. 2. Aanbieden van scholing aan medewerkers in het primair proces om de handelingsbekwaamheid met betrekking tot deelnemers met gedragsproblemen te versterken: herkennen en erkennen van de problematiek, werkvormen aanleren om ermee om te gaan, leren signaleren en doorverwijzen. 3. Verbeteren van de interne structuur, met name de doorverwijzing tussen leerlingbegeleiding en schoolmaatschappelijk werk, ortho, bestemmingscoördinatie 4. Stroomlijnen van het gebruik van bestemmingscoördinatie gedurende het leerproces en minder achteraf. Standaardiseren van de uitstroomprocedure in samenwerking met Onderwijs en Innovatie en het vormgeven van alumnibeleid. 5. Beschrijven van beleidsuitgangspunten voor zorg en begeleiding in het Kellebeek College in een vervolg zorgplan.
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
5 van 27
2.0
Bureau LeerlingenZorg
Het Bureau LeerlingenZorg is in september 2008 gestart om naar aanleiding van de zorgnotitie ‘de contouren van de Zorgstructuur ROC West-Brabant’ een aanzet te maken met het vernieuwen van de zorgstructuur van het Kellebeek College. Er is een zorgplan opgesteld dat in december 2009 is goedgekeurd (zie portal, Bureau LeerlingenZorg) en dat toewerkt naar de nu volgende omschrijving. Bureau LeerlingenZorg - is het expertisecentrum van Kellebeek College dat deskundigheid biedt aan die leerling, die buiten het primaire onderwijsproces extra ondersteuning bij de studieloopbaan nodig heeft. - biedt collegiale ondersteuning en advies. - gaat uit van de talenten van de leerling, haalt het beste in hem boven en schept zoveel mogelijk kansen om zijn doelperspectief te bereiken. - staat voor kwaliteit, alle betrokken deskundigen zijn geschoold en versterken voortdurend hun competenties. - werkt planmatig, evalueert en legt verantwoording af middels een jaarverslag
2.1
Organigram ROC West-Brabant en de positie van Kellebeek College ROC West -Brabant Kellebeek College
Kellebeek College Nova
Kellebeek College Via
Kellebeek College MBO
Volwassenenonderwijs VAVO
Basiseducatie
AKA ArbeidsmarktGekwalificeerd
NT2
Assisterenden in de Gezondheidszorg Uiterlijke Verzorging
Assistent (voorheen Pasvorm/Traject)
Verpleging & Verzorging Re-integratie (voorheen Novalis)
Internationale Schakelklas -ISK
Welzijn
Markiezaat College
Prinsentuin College
Zoomvliet College
Florijn College
Radius College
Cingel College
Vitalis College
P3 Transfer
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
6 van 27
2.2
Organigram Bureau Leerlingenzorg
Bureau LeerlingenZorg o.l.v. Zorgcoördinator
Leerlingbegeleiding
Schoolmaatschappelijk werk
Bestemmingscoördinatie
Orthopedagogische ondersteuning
LGF coördinatie
In- en externe deskundigheid van: GGZ Steunpunt, Servicecentrum voor studie en beroep, hulpverlenende instanties
2.3 Opbouw en inzet van de begeleidingsstructuur De docent en de studieloopbaanbegeleider hebben binnen competentiegericht onderwijs een meer coachende rol gekregen. Zij zijn in het primair proces de eerstverantwoordelijken voor het bieden van ondersteuning of begeleiding, wanneer een deelnemer deze nodig heeft. De beschikbare tijd en deskundigheid kent echter grenzen. Daarom hebben zij ook de taak problemen te signaleren en deelnemers door te verwijzen naar Bureau LeerlingenZorg. Het team van Bureau LeerlingenZorg staat onder leiding van de zorgcoördinator en bestaat uit de volgende specifieke deskundigen: - Leerlingbegeleiding: medewerkers die verbonden zijn aan de opleidinhgsclusters en die deelnemers ondersteunen bij schoolgebonden problemen; - Schoolmaatschappelijk werk: medewerkers die deelnemers ondersteunen bij nietschoolgebonden problemen, daar waar deze het leerproces belemmeren; - Ortho ondersteuning: medewerkers die middels onderzoek in kaart brengen welke opvoedings- of ontwikkelingsproblemen zich voordoen en advies kunnen geven over een juiste aanpak of over doorverwijzing naar adequate hulpverlening; - Nazorg: medewerkers die ondersteuning bieden aan deelnemers die de opleiding al hebben verlaten en extra begeleiding nodig hebben; - Bestemmingscoördinatie: medewerker, die actief ondersteunt bij complexe beroepskeuzeproblematiek en die bemiddelt bij tussentijdse doorstroom; - LGFcoördinatie: medewerker, die zich bezig houdt met het aanvragen of verlengen van indicaties met betrekking tot de leerlinggebonden financiering (LGF).
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
7 van 27
De ondersteuning of begeleiding wordt dicht bij de deelnemer vormgegeven, de medewerkers van BLZ spreken met de deelnemer af op de opleidingslocatie. Wanneer medewerkers van BLZ de deskundigheid ontbreekt, wordt binnen het ROC gebruik gemaakt van het Steunpunt GGZ en het Servicecentrum voor Studie en Beroep. Voor specifieke problematiek wordt tevens gebruik gemaakt van een netwerk van externe hulpverlenende instanties, zoals Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, Novadic-Kentron, GGZWNB enz. Voor Bureau LeerlingenZorg is bij de start van schooljaar 2009-2010 totaal 8,95 fte geïnvesteerd: Leerlingbegeleiding: 2,05 fte ingezet in MBO en VAVO Jenke de Lint, Petra Jille, Nicole Sluijs, Edith van Eimeren en Bernard Laro Ortho ondersteuning: 1,3 fte, ingezet voor KC NOVA (AKA en ISK) en KC centraal Shaïna Sarfaraz en Wendy Ploeg Schoolmaatschappelijk werk: 2,5 fte, ingezet bij KC NOVA (AKA en ISK) en KC centraal Marit Schermer, Ivonne Hoen, Maria van Huizen, Wendy Ploeg Monique Schoof Nazorg: 0,9 fte, ingezet bij KC NOVA (AKA) Peggy Brocatus en Erika Hilker Bestemmingscoördinatie: 0,5 fte, ingezet voor KC centraal Saskia Lockefeer LGFcoördinatie: 0,55 fte, ingezet voor KC centraal Lenie van Boxsel Zorgcoördinatie: 1,0 fte, ingezet voor KC centraal Jeanny Sillekens Steunpunt GGZ 0,15 fte ingezet voor Kellebeek -, Zoomvliet - en Markiezaat College Gedurende dit schooljaar is de inzet bij schoolmaatschappelijk werk aan schommelingen onderhevig geweest. In december werd 0,8 fte ingeleverd ten behoeve van het primaire proces bij NOVA AKA. Vanaf april is schoolmaatschappelijk werk uitgebreid met 0,4 fte voor het Matchpoint project. Voor afstemming en samenwerking heeft Bureau LeerlingenZorg gedurende het schooljaar 6 keer overleg gehad en er hebben 4 intervisiebijeenkomsten plaatsgevonden. Voor leerlingbegeleiding MBO en voor schoolmaatschappelijk werk was er behoefte aan een specifiek overleg. Deze hebben respectievelijk 3 en 4 keer op jaarbasis plaatsgevonden. Alle medewerkers hebben in minimaal 3 ontwikkelingsgesprekken gereflecteerd op hun werkzaamheden op basis van een competentieprofiel en een persoonlijk ontwikkelingsplan.
2.4 Ondersteuning en begeleiding 2.4.1 Leerlingbegeleiding. Leerlingbegeleiding vindt met name plaats in het MBO en bij VAVO. Bij NOVA is er geen speciale taak leerlingbegeleiding, omdat daar de loopbaanbegeleider een andere taakinvulling heeft en zelf deze begeleiding op zich neemt. Doorverwijzing naar de deskundigheid van schoolmaatschappelijk werk is nog onvoldoende benut Daarom is in dit schooljaar gewerkt aan een afbakening van de taken van leerlingbegeleiders en schoolmaatschappelijk werkers. Met name de schoolgebonden problematiek behoort tot de taak van leerlingbegeleiders: problemen met studievaardigheden, sociale competenties, faalangst, assertiviteit, agressiviteit en eenvoudige beroepskeuzeproblematiek. Samenwerking tussen leerlingbegeleiders onderling verloopt goed. Binnen de begeleiding van deelnemers komen vanuit de opleidingsclusters wel specifieke aandachtspunten naar voren: - De overgang van voortgezet onderwijs naar het competentiegericht onderwijs in MBO is voor een aantal deelnemers problematisch en behoeft meer algemene ondersteuning - bij Welzijn komen veel deelnemers voor die last hebben van onduidelijkheid over het opleidingstraject en die structuur missen in het aanbod van CGO’s. Veel roosterwijzigingen of het niet invullen van lessen breekt hen op. Er zijn meerdere faalangstreductie trainingen aangeboden. Om in te spelen op de problematiek Verlies en Rouw is in samenwerking met SMW een training ontwikkeld. 2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
8 van 27
2.4.2 Schoolmaatschappelijk werk NOVA heeft sinds jaren goedlopend schoolmaatschappelijk werk, maar kampte dit jaar met personele problemen, waardoor niet alle deelnemers geholpen zijn. Toch zijn, zoals uit de cijfers blijkt veel deelnemers in beeld gekomen en geholpen. Onder invloed van subsidie vanuit de overheid is de formatie schoolmaatschappelijk werk verder uitgebreid naar alle opleidingen binnen Kellebeek College. Bij MBO en VAVO is het schoolmaatschappelijk werk nog minder bekend, waardoor de doorverwijzing nog niet soepel verloopt. Om meer bekendheid te geven aan SMW, maar ook de andere begeleiding vanuit Bureau LeerlingenZorg is een begeleidingswijzer ontworpen. Voor het komende schooljaar zal ook een SMW spreekuur op locatie gaan plaatsvinden. 2.4.3 Orthopedagogische ondersteuning NOVA heeft een eigen orthopedagogisch medewerker. Deze heeft vooral persoonlijkheidstesten uitgevoerd en is actief geweest bij het afnemen van AMN testen en de beroepskeuze testen voor Matchpoint. korte lijnen met hulpverlening De orthopedagogisch medewerker voor KC centraal heeft ook een taak bij ISK. De werkzaamheden voor ISK, waar het aanvragen van LWOO betreft, hebben in de laatste periode van het schooljaar de nadruk gekregen wegens het aankomende zwangerschapsverlof van de medewerker. De keuze is gemaakt om voor ISK zoveel mogelijk LWOO- en LGF aanvragen af te handelen voor de zomervakantie. Voor ortho zijn dit jaar de testmogelijkheden uitgebreid door de aanschaf van de WAïS test, waarmee de intelligent functioneren en geheugen in beeld gebracht kunnen worden. 2.4.4 Bestemming en nazorg Kellebeek College kent bestemmingscoördinatie sinds april 2009. Voor deelnemers die reeds binnen KC een opleiding doen, maar ook voor potentiële deelnemers en oud-deelnemers wordt de mogelijkheid geboden (opnieuw) de juiste bestemming te vinden. De bestemmingscoördinator is dan ook betrokken geweest bij de instroom, doorstroom en uitstroom van deelnemers. Daarnaast verzorgt zij maatwerk bij tussentijdse instroom in MBO opleidingen. Naast het ondersteunen van het proces van de leerling is de bestemmingscoördinator ook actief geweest op het terrein van: voorlichting het opbouwen van een netwerk met voorgaande en vervolgopleidingen, maar ook met de opleidingsclusters intern om een soepele doorstroom binnen het ROC te stimuleren het beschrijven van een beleidsplan voor bestemming en nazorg en het ontwerpen van een bestemmingscertificaat - het project transfercoach het afstemmen van doorlopende leerlijnen binnen beroepsonderwijs alsook educatie: VMBO-MBO, MBO-HBO, Opstroom AKA-MBO en IBEX-trajecten. - Het masseren van doorstroommogelijkheden - Het beschrijven van de uitstroomprocedure, goedkeuring in oktober 2010 verwacht - Samenwerking met o.a. gemeenten in het kader van voortijdig schoolverlaten - Samenwerking met ketenpartners als bijvoorbeeld het Franciscus ziekenhuis en Groenhuysen om voortijdig schooluitval te verminderen. - Vanuit Kellebeek nam de bestemmingscoördinator deel aan de werkgroep keuzeprocessen. Bestemmingscoördinatie heeft raakvlakken met een aantal andere gebieden binnen het onderwijs. We hebben dit schooljaar deze punten in beeld gebracht en zoeken in samenwerking met de opleidingsclusters naar verbetering: • De doorverwijzing naar de bestemmingscoördinator vormt nog een probleem. Nog te vaak komt een deelnemer pas bij de bestemmingscoördinator terecht als hij al uitgeschreven wordt of is. Het zou beter zijn als eerder in het begeleidingstraject aandacht besteed wordt aan een mogelijk verkeerde studiekeuze, zodat voor de deelnemer minder tijd verloren gaat. Ook de tussentijdse doorstroom naar een andere MBO opleiding wordt belemmerd als de deelnemer reeds is uitgeschreven. • Kellebeek College groeit toe naar een organisatiesysteem met resultaatverantwoordelijke teams, waarin taken, rollen en posities een andere inhoud krijgen. Deze overgangssituatie bracht mee, dat 2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
9 van 27
•
•
•
•
beslissingen of het gebruik van korte lijnen worden uitgesteld tot het moment dat er meer duidelijkheid is. Deze veranderingsprocessen en de weerstand die dit soms meebracht belemmerden soepele samenwerking in de bestemmingscoördinatie. Bij de intake bleken de toeleverende scholen onvoldoende op de hoogte van de werkwijze en toelatingscriteria. Ook binnen de opleidingsclusters van Kellebeek College is er grote diversiteit en weinig kennisuitwisseling rondom de aanname van deelnemers. Voor zowel de buitenwereld als voor bestemmingscoördinatie is een meer uniforme benadering nodig, waarin het gezicht van Kellebeek College helder intern en extern wordt uitgedragen. Tussentijdse doorstroom: Kellebeek College bevat een grote diversiteit aan afdelingen, MBO Dienstverlening, NOVA, VIA, NT2 en basiseducatie met ieder hun eigen cultuur en subcultuur binnen de opleidingen. Dit belemmerde een soepele interne doorstroom voor deelnemers. Ditzelfde geldt voor de overige colleges van ROC West-Brabant. Tussentijdse doorstroom lijkt alleen mogelijk als er een hele groep kan starten Tussentijdse instroom; De onderwijsinstellingen hebben een gemeenschappelijke inspanningsverplichting om deelnemers op een school geplaatst te krijgen teneinde een diploma en startkwalificatie te behalen. Er zijn diverse omstandigheden waardoor zich tussentijdse inschrijvingen kunnen voordoen. Deelnemers die tussentijds de school (willen) verlaten en nog geen startkwalificatie bezitten moeten zo snel mogelijk en met behulp van de verwijzende school een andere opleiding kunnen vinden. De onderwijsinstellingen dragen hier een gemeenschappelijke inspanningsverplichting. Kellebeek College heeft 2 instroommomenten vastgesteld in de bouwstenen Onderwijs met Zorg, in de praktijk blijken deze niet altijd gerealiseerd te worden. Uitstroom: er is onderzoek gedaan naar de wijze van uitstroom in diverse opleidingsclusters met betrekking tot de redenen van uitstroom en het wel of niet houden van een exitgesprek. In de praktijk blijken gegevens niet of te laat (na uitschrijving of nadat een deelnemer stopt met de opleiding maar niet wordt uitgeschreven) bij de bestemmingscoördinator terecht te komen. De bestemmingscoördinator wordt momenteel nog teveel curatief ingezet
Nazorg opperste concentratie beroepskeuzetest In verschillende opleidingsclusters is aandacht voor nazorg, echter op zeer verschillende wijze. Meestal is er een terugkombijeenkomst om in kaart te brengen hoe het oud-deelnemers vergaat. Bij NOVA gaat aan de terugkomstbijeenkomst in september een belronde vooraf. Alle loopbaanbegeleiders bellen hun deelnemers van het voorgaande jaar om te horen hoe het gaat in hun vervolgopleiding of werk. Tevens maken zij deelnemers opmerkzaam op de komende terugkombijeenkomst, waarvoor deze vervolgens een schriftelijke uitnodiging ontvangen. Tijdens de septemberbijeenkomst waren 47 deelnemers aanwezig. Zowel uit de belronde als de bijeenkomst werd bij sommige deelnemers extra begeleidingsbehoefte geconstateerd. De nazorgcoördinator of transfercoach heeft deze deelnemers ondersteund. De terugkombijeenkomst van februari is minder goed bezocht, waaruit blijkt dat de eerste periode van het schooljaar van wezenlijk belang is voor nazorg. Dat legt meteen een probleem bloot: de nazorgpiek valt samen met de drukke intakeperiode bij NOVA en het blijkt vrijwel onmogelijk om de taken intake en nazorg te combineren in 1 medewerker. 2.4.5 Leerlinggebonden Financiering (LGF) De LGF is in het leven geroepen om deelnemers uit de Regionale Expertisecentra (REC) extra begeleiding te bieden bij hun opleiding in het MBO. De overheid financiert deze begeleiding. Bij Kellebeek College is een LGF coördinator aangesteld, die zorgt voor het aanvragen van LGF, het schrijven van handelingsplannen, contact met ouders of verzorgers en samenwerking met ambulant begeleiders uit de RECs. Per deelnemer wordt 20 uur extra begeleiding ingezet. Om deze begeleiding te garanderen worden deze uren door afdelingsmanagers in de jaartaak van betrokken medewerker opgenomen. Er zijn 4 soorten REC’s: 1. voor deelnemers met visuele handicap (valt niet onder LGF regeling); 2. voor dove/slechthorende deelnemers en deelnemers met ernstige spraak- en/of taalproblemen of meervoudig gehandicapte deelnemers (waaronder gehoorbeperking); 3. voor zeer moeilijk lerende, chronisch langdurig zieken, met lichamelijke handicap, meervoudig gehandicapt; 2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
10 van 27
4. voor deelnemers met ernstige gedrags-, ontwikkelings- en/of psychiatrische problemen. Deelnemers van REC 3 en 4 vormen de grootste groep in het MBO. Ondanks de extra begeleidingsmogelijkheden signaleert de LGF coördinator een aantal problemen en geeft de volgende aanbevelingen: - Verbetering aanbrengen in de afstemming met externe hulpverlening; - Verbetering aanbrengen in het doormelden van LFG deelnemers vanuit de intake bij de opleidingen Zorg, Welzijn; - Vergroten van de expertise van teams met betrekking tot het omgaan met deelnemers met gedragsproblemen; - Visie, beleid ten aanzien van toename ‘rugzakken’ en problematiek binnen NOVA AKA; - Beleid ten aanzien van weigeringen LGF begeleiding.
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
11 van 27
3.0
Doelen en resultaten
In deze paragraaf kijken we terug op de doelen die gesteld zijn voor het schooljaar 2009-2010 vanuit de jaarplannen. Aanvullend gaan we in op de verbeterpunten, die omschreven zijn in het vorige jaarverslag. In deze paragraaf vindt u een korte omschrijving op welke wijze hieraan is gewerkt. 3.1
Transparant kader samenwerking zorg (Jaarplan 7A)
Doelstelling: kwalitatief relatiemanagement inzake interne zorgstructuur binnen de instituten ROCWB en de externe zorginstanties. Resultaat: - er heeft een breed onderzoek plaatsgevonden naar de stand van zaken zoals geformuleerd in de 10 bouwstenen voor de zorg. De resultaten daarvan zijn besproken in het College van Bestuur en het management. - Er is structurele samenwerking tussen zorgcoördinatoren gerealiseerd. Het overleg voor zorgcoördinatoren heeft afgelopen jaar 8 keer plaatsgevonden. Hierin is gewerkt aan ROC brede afstemming met betrekking tot: eenduidigheid van begrippen, dyslexieprotocol, inrichten van schoolmaatschappelijk werk en ZATs, inrichten begeleidingsmodule Edictis, registreren en verantwoorden. - Het netwerk van hulpverlenende instanties waar Kellebeek College mee samenwerkt is in beeld gebracht en vormgegeven in een sociale kaart die beschikbaar is op portal (werkruimte Bureau LeerlingenZorg) - Het inrichten van ZATs in Bergen op Zoom, Roosendaal, Breda. Het ZAT in Bergen op Zoom is al enige jaren actief. Hier blijkt dat de relatie tussen schoolmaatschappelijk werk en het netwerk zodanig is, dat er buiten de vastgelegde ZATs regelmatig kleinere sessies plaatsvinden met medewerkers uit het netwerk, waardoor sneller actie genomen kan worden. Tevens wordt in Bergen op Zoom deelgenomen aan overleg tussen de gemeente, CJG en de scholen over de invulling van ZATs in relatie tot het CJG. In Roosendaal en Breda is eerst aan de interne zorgstructuur van duidelijke doorverwijzing gewerkt, die een voorwaarde vormt om een ZAT op te starten. Naar verwachting kunnen deelnemers van de Roosendaalse vestigingen ingebracht worden in het ZAT Bergen op Zoom, omdat daar alle partijen aan tafel zitten, die voor Roosendaal ook actief zijn. Er begint n.l. bij de hulpverlenende instanties een probleem te ontstaan omdat men zowel in primair-, voortgezet- als middelbaar beroepsonderwijs aan ZATs moet deelnemen. Voor de Bredase deelnemers wordt komend schooljaar aansluiting gezocht bij het ZAT, dat gezamenlijk opgericht gaat worden voor een aantal colleges van ROC WestBrabant. 3.2 Scholing (Jaarplan 7B) 3.2.1
Scholing medewerkers Bureau Leerlingenzorg
Doelstelling: Professionaliseren van medewerkers van Bureau LeerlingenZorg is een permanent proces Resultaat: - Leerlingbegeleiders: o studiedag over rouwverwerking o Masterclass familietherapie met Mauritzio Andolfi o Verwijzersdag bij de Viersprong o Wel en Wee in de BPV over studenten met een beperking in de BPV - Schoolmaatschappelijk werk hen ortho medewerkers hebben zich bekwaamd in o Training voor het aanbieden van Girls Talk, een training voor meiden om inzicht te krijgen in eigen gedrag, waarden en normen mbt seksualiteit en relaties o Training “Eigen Schuld” schuldhulpverlening voor jongeren o Verwijzersdag bij de Viersprong o Symposium Viersprong H. Anderson o landelijke studiedag door Lexima over dyslexie 2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
12 van 27
o SOVA training basis: “mag ik meedoen” o SOVA training vervolg: “zal ik me even voorstellen” - De zorgcoördinator o congres Jeugd in onderzoek bijgewoond, waarin 4 onderwerpen aan de orde kwamen: professionele houding ten opzichte van cliënten, gezondheidsontwikkeling in de school, eigen kracht conferenties, methodiek om alcohol en drugsproblematiek aan te pakken in gezinsverband, o congres voor Voortijdig schoolverlaten provincie Noord Brabant: VSV en hoe verder? - De schoolmaatschappelijk werkers en de zorgcoördinator: o de halfjaarlijkse symposia van de gemeente Bergen op Zoom, waarin de ontwikkelingen rond de centra voor Jeugd en Gezin centraal stonden. o een 3tal studiemiddagen die georganiseerd zijn door CJG Roosendaal. o Studiemiddagen door Nederlands Jeugd Instituut verzorgd rondom de zorgstructuur - De bestemmingscoördinator o Provinciale studiemiddag VSV en hoe verder? met kennisateliers o Conferentie didactisch coachen: de tango van feedback leren en motivatie. Goed zo! Is onvoldoende. o Wel en Wee in de BPV van studenten met een functiebeperking o Dutsroc o Themabijeenkomst aansluiting vmbo mbo o werkthemadagen keuzeprocessen: reflectie, flexibilisering o Decanendag bij het Florijncollege en Prinsentuin met workshop - De LGFcoördinator o Studiemiddag mytylschool Roosendaal: Onderwijs en spierziekte; o Masterclass Autisme 1 bijeenkomst, Seminarium voor Orthopedagogiek o Studiedag Platform Gehandicapten: Passend Onderwijs o Studiemiddag ‘Viersprong ‘ t.b.v. verwijzers en familietherapie met Maurizio Andolfi o Studiemiddag: nieuwe WAJONG en BPV met een beperking - De zorgcoördinator is gestart met een 2 jarige post HBO opleiding voor zorgcoördinator bij Via Vinci University en heeft de modules attitude, aansturen en beleidsontwikkeling, strategisch innovatie management afgerond In samenwerking met de GGZWNB hebben 2 studiedagen plaatsgevonden. De eerste met de 2 onderwerpen; LGF en pestgedrag, de tweede over groepsdynamica Aan deze beide dagen hebben vrijwel alle medewerkers van Bureau LeerlingenZorg deelgenomen. 3.2.2
Scholing op de werkvloer
Doelstelling: Verzorgen van workshops ter ondersteuning van leerlingenzorg binnen het primair proces Resultaat: Enerzijds is er steeds meer bekend is over autisme, AD(H)D, PDD-NOS enz., anderzijds stroomt een groter aantal leerlingen vanuit de RECs, en zelfs vanuit praktijkonderwijs de MBO opleidingen binnen. MBO kent geen vorm van speciaal onderwijs, maar Kellebeek College wil elke deelnemers optimaal naar hun bestemming begeleiden Docenten en studieloopbaanbegeleiders zijn niet vanzelfsprekend toegerust om met deze problemen in de groep om te gaan. In de opleidingsclusters is behoefte aan scholing geconstateerd, met name rond het omgaan met gedragsproblemen. In samenwerking met ambulant begeleiders van het REC zijn in de afdeling V&V en NOVA workshops uitgevoerd om docenten en SLBers te ondersteunen in de aanpak van leerlingen met (gedrags) problemen. Daar dit probleem zich binnen alle MBO opleidingen voordoet, zal er in de nabije toekomst meer scholing nodig zijn om de pedagogisch didactische aanpak en de werkelijke aandacht voor de deelnemer te versterken. Bureau LeerlingenZorg kan hierin een organiserende en ondersteunende rol spelen. 3.3 Loopbaanbegeleiding voor- en nazorg (jaarplan 7c) Doelstelling: Voortijdig schoolverlaten reduceren waar het gaat om “foutieve” opleidingskeuze. Het versoepelen van tussentijdse doorstroom binnen het ROC West-Brabant Om zo min mogelijk studietijd van een leerling te 2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
13 van 27
verspillen Het ondersteunen van leerlingen bij het bijstellen van de keuze van hun loopbaan en/of bij de doorstroom naar een andere opleiding. Realiseren van de bestemmingsgarantie, nadat ze het KC hebben verlaten Resultaat: Met name binnen het opleidingscluster NOVA AKA worden leerlingen intensief gevolgd na het verlaten van de opleiding. Een medewerker nazorg en een transfercoach zijn actief geweest in het opsporen en begeleiden van leerlingen die enig probleem ondervinden bij het aanmelden bij of in de startperiode van de vervolgopleiding. De werkzaamheden van de bestemmingscoördinator zijn reeds in paragraaf 2.4.4 beschreven. 3.4 Intakeprocedure Doelstelling: Een zo uniform mogelijke procedure van intake ontwikkelen, om het gezicht naar buiten zo eenduidig mogelijk uit te dragen en de mogelijkheden en ondersteuningsbehoefte van leerling vanaf de start helder in beeld te hebben Resultaat: In nauwe samenwerking met Onderwijs en Innovatie heeft de beschrijving van de procedure reeds in het voorgaande schooljaar plaatsgevonden. Dit jaar ging het met name om de feitelijke uitvoering ervan. Deze heeft volgens de nieuwe procedure vanaf de open dag in januari tot de teldatum van 1 oktober 2010 plaats. Momenteel wordt er een evaluatie voorbereid om de uitvoerbaarheid van de procedure te toetsen en verbeteringen aan te brengen.
3.5 Positionering Bureau LeerlingenZorg Doelstelling: Bekendheid van Bureau LeerlingenZorg binnen de opleidingsclusters van het Kellebeek College vergroten. Daarnaast is communicatie noodzakelijk over de rol en de verantwoordelijkheden van de medewerkers en over het aanbod van Bureau LeerlingenZorg. Resultaat: Bekendheid van Bureau LeerlingenZorg is met name uitgedragen door het werk van de medewerkers zelf, de wijze waarop zij behulpzaam zijn geweest in de begeleiding en in de terugkoppeling daarvan. Op allerlei terreinen is de samenwerking met de opleidingsclusters geïntensiveerd, o.a. in het meedenken rond de procedures van intake en uitstroom en in de rol van de studieloopbaanbegeleider/mentor Er is foldermateriaal voor leerlingen verspreid, er is gebruik gemaakt van een uniforme presentatie om deelnemers bekend te maken met de ondersteuningsmogelijkheden van Bureau LeerlingenZorg en er zijn herkenbare posters opgehangen. Toch kunnen we hierin nog verbeteren. Binnen het Bureau LeerlingenZorg is veel aandacht besteed aan de afbakening van taken om de specifieke deskundigheid van iedere rol goed te gebruiken en de doorverwijzing te versoepelen. Deze beide items hebben geresulteerd in een begeleidingswijzer, waarin het totaalaanbod van Bureau LeerlingenZorg staat omschreven. Deze informatie zal november 2010 digitaal en in printversie beschikbaar zijn. De positionering van Bureau LeerlingenZorg is ook versterkt door het schoolmaatschappelijk werk met ingang van schooljaar 2010-2011 niet langer onder te brengen bij de opleidingsclusters, maar rechtstreeks bij Bureau LeerlingenZorg. 3.6 Digitaal zorgsysteem Doelstelling: Het ontwikkelen en implementeren van een digitaal zorgdossier en het inzichtelijk maken van het werk van Bureau LeerlingenZorg door meer uniform registreren van gegevens. Resultaat: 2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
14 van 27
Het inrichten van een digitaal zorgsysteem heeft een meerledig doel: het registreren van begeleidingsactiviteiten, het genereren van gegevens voor de juiste aansturing, het realiseren van doorlopende zorglijnen tussen de diverse colleges onderling en doorgeven van bepaalde gegevens aan RMC of aan voorgaande - en vervolgopleidingen. Ook het verantwoorden van tijdsinvestering en werkzaamheden aan derden speelt in toenemende mate en rol. Om die redenen was het ontwikkelen van een digitaal zorgsysteem niet alleen een Kellebeek aangelegenheid, maar een ROC brede actie, die onder meer onderdeel uitmaakte van het project SMW van de gemeente Breda en de provincie NoordBrabant. Waar het gaat om het verantwoorden van gegevens heeft ook de overheidssubsidie voor SMW hierop invloed uitgeoefend. Deze vraagt zelfs om een landelijk uniforme registratie. Het overleg van zorgcoördinatoren is nauw betrokken bij de afstemming hieromtrent. Er zijn 2 digitale systemen actief: - Edictis, ROC breed reeds ingericht als administratief volgsysteem en - EA-match, bij NOVA AKA ingericht als een interactief totaalsysteem om de leerling te volgen in de prestaties op school en in de BPV, waar ook het zorgdossier al was vormgegeven. In de loop van het jaar is er een afweging gemaakt in welk systeem de begeleidingsmodule verder ontwikkeld zou worden. EAmatch zal voor NOVA in gebruik blijven, ook wat de begeleidingsmodule betreft. In Edictis wordt momenteel de begeleidingsmodule ingericht, deels uniform waar het gaat om het onderdeel SMW, deels naar de eigenheid van de zorgstructuur van het Kellebeek College. Verwachting is dat er in november 2010 met het systeem geregistreerd kan worden. Dit alles heeft wel tot gevolg gehad dat ook dit schooljaar geen uniformiteit is bereikt in het aanleveren van de gegevens voor dit jaarverslag. 3.7 Proactief omgaan met zorgbehoefte Doelstelling: Actief inspelen op gegevens omtrent zorgbehoefte, die uit de intake en de AMN-intaketest naar voren komen Resultaat: Dit is slechts ten dele succesvol geweest en zeker nog niet structureel aangepakt. De overgang naar resultaatverantwoordelijke teams in de afdelingen heeft in het begin van het schooljaar nogal wat onduidelijkheid met zich mee gebracht. Sterrolhouders, die als aanspreekpunt voor de leerlingbegeleiders gelden, waren nog niet bekend en ook de invulling van hun rol werd nog als onduidelijk ervaren. De leerling-besprekingen die voorheen plaatsvonden, en die voor leerlingbegeleiders een vindplaats voor begeleidingsbehoeften waren, werden niet langer gehouden. Men heeft voornamelijk reactief gebruik gemaakt van de aanmeldingen via de studieloopbaan-begeleiders of de leerlingen zelf. Wel zijn heldere afspraken gemaakt over de procedure: - het aanbod van Bureau LeerlingenZorg aan het begin van het schooljaar presenteren aan leerlingen, zodat de gezichten van leerlingbegeleiders en schoolmaatschappelijk werkers bij leerlingen bekend zijn; - gegevens opvragen van de AMN testen, om de mogelijke begeleidingsbehoeften in beeld te brengen; - contact leggen met de studieloopbaanbegeleiders om gezamenlijk een inschatting te maken, op basis van de gebeurtenissen in de groep, of de begeleiding al meteen in gang gezet moet worden. 3.8 Signalering van problemen ondersteunen Doelstelling: Bij docenten en studieloopbaanbegeleiders is behoefte aan inzicht in het signaleren van problemen en hoe deze hanteerbaar gemaakt wordt in de dagelijkse praktijk. Een aanbod ontwikkelen van workshops en voorlichting met betrekking tot signalering, doorverwijzing en effectieve aanpak in de klas. Resultaat: In samenwerking met ambulant begeleiders uit het REC zijn enkele workshops gegeven in de opleidingsclusters V&V en NOVA met betrekking tot omgaan met gedragsproblemen. Er is echter nog onvoldoende onderzocht welke ondersteuningsbehoefte er in de opleidingsclusters is. Dit zal in het komende schooljaar zeker worden meegenomen om een adequaat aanbod te ontwikkelen 2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
15 van 27
3.9 Aandacht voor zorgbehoeften vanuit NOVA VIA Doelstelling: Inventariseren van zorgbehoefte bij NOVA VIA Resultaat: In gesprekken met de afdelingsmanager van NOVA VIA blijkt de behoefte aan ondersteuning vanuit Bureau LeerlingenZorg gering, omdat de meeste deelnemers aan deze opleidingen al begeleiding extern hebben. Er is echter wel grote behoefte aan logopedie. Veel deelnemers, met name uit Aziatisch taalgebied hebben grote moeite met de klankweergave van de Nederlandse taal, met als gevolg dat zij zich onzeker voelen en weinig zelfvertrouwen ontwikkelen. Dit heeft een vertragend effect op de voortgang van het verwerven van het Nederlands en op hun inburgeringproces. Dezelfde problematiek komen we tegen bij de opleidingen ISK (Internationale Schakel Klas). In het verleden is inzet van een logopedist zeer effectief gebleken. Binnen het ROC en binnen het Servicecentrum voor Studie en Beroep zijn echter geen logopedisten meer werkzaam. Het indienen van een VSV project voor logopedie bij ISK is niet gehonoreerd. Momenteel wordt in samenwerking tussen NT2, ISK en Bureau LeerlingenZorg onderzocht op welke wijze inzet van logopedie opnieuw kan worden gerealiseerd.
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
16 van 27
4.0
Samenwerking
4.1
Interne samenwerking
De samenwerking met de stafmedewerker Onderwijs en Innovatie, middels een maandelijks sparringoverleg, is ook dit jaar weer op positieve wijze verlopen. De procedure rondom de intake is gefinetuned, de evaluatie van het uitvoeringsproces is voorbereid en wordt uitgevoerd in oktober 2010. Omdat de rollen binnen Bureau LeerlingenZorg langzaamaan helder waren gedefinieerd was er behoefte om ook de rol van de studieloopbaanbegeleider in het MBO te omschrijven, vooral omdat deze rol onder invloed van competentiegericht onderwijs en de invoering van resultaat verantwoorde-lijke teams anders wordt ingevuld. Er wordt een meer coachende houding verwacht. Om inzichtelijk te maken wat er van een studieloopbaanbegeleider verwacht mag worden en welke tijdsinvestering dat met zich meebrengt is onderzoek gedaan door Klim van de Biggelaar, die tijdelijk voor een aantal uren aan Bureau LeerlingenZorg is toegevoegd. De conceptbeschrijving is inmiddels de organisatie ingegaan voor feedback. Tevens ontstond de behoefte om de uitstroom beter in beeld te brengen en ook daar een meer uniforme procedure voor te ontwikkelen. Ieder opleidingscluster gaat hier op eigen wijze mee om en we constateerden dat leerlingen soms pas werden aangemeld bij de bestemmingscoördinator als ze al uitgeschreven waren uit een opleiding. Niet overal wordt een eindgesprek met de leerling gevoerd bij het verlaten van een opleiding. In een enkel geval deelde de leerling bij administratie mee dat hij/zij stopte, waarmee de uitstroom zelfs gereduceerd werd tot een enkele administratieve handeling. Dat past niet in de filosofie van het Kellebeek College. Aan het eerste concept van de uitstroomprocedure heeft Klim eveneens haar steentje bijgedragen. Deze procedure wordt verder ontwikkeld in het nieuwe schooljaar. Met GGZWNB is ook dit jaar weer een goede samenwerking gerealiseerd rond de deelnemers die met psychische problemen kampen. Doorverwijzing vanuit Bureau LeerlingenZorg naar medewerkers van het Steunpunt GGZ verloopt vlot. Deelnemers werden geholpen met een korte gesprekscyclus of werden doorverwezen naar een hulpverleningtraject bij de GGZ. Activiteiten, die vanuit de samenwerking met GGZWNB zijn gerealiseerd in het Kellebeek College: - begeleiden of doorverwijzen van leerlingen. GGZ medewerkers komen in de school voor gesprekken met deelnemers om de stap naar GGZ zo laagdrempelig mogelijk te houden. - Problematiek waarmee de deelnemers kampen is: depressiviteit, angstklachten, pestverleden, identiteitsproblemen, moeilijke thuissituatie, eetproblemen - Preventieve interventies: o 2 gastlessen over autisme voor leerlingen van de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg (MMZ) o 4 gastlessen over dwangstoornissen bij de opleiding MMZ o 31 Gastlessen Ben je Gek?! voor 496 leerlingen in NOVA en MBO. Het Ben jij gek?! Dit project is een initiatief van het Landelijk Fonds Psychische Gezondheid om psychische problemen uit de taboesfeer te halen. Het project betstaat uit 5 presentatiepanelen, posters, free cards, een internetsite (http://www.psychischegezondheid.nl/benjijgek), een lesbrief en een DVD. De gastlessen zijn gegeven door een medewerker van GGZWNB en een medewerker van BLZ (schoolmaatschappelijk werker of leerlingbegeleider). - Studiedag medewerkers Bureau voor LeerlingenZorg Kellebeek College en de Trajectbureaus van Zoomvliet - en Markiezaat College over Leerling Gebonden Financiering en over Pesten. (20 aanwezigen) - Studiedag medewerkers Bureau voor Leerlingenzorg Kellebeek College en de Trajectbureaus van Zoomvliet - en Markiezaat College over groepsdynamica. (25 aanwezigen) - Deelname door een medewerker GGZWNB in het ZAT 18 + en ZAT18- bij NOVA Bergen op Zoom. Met het Servicecentrum voor Studie en Beroep (SS&B) is een goede afstemming rond alle ontwikkelingen die betrekking hebben op zorg en begeleiding. Allereerst via het overleg voor zorgcoördinatoren, dat wordt voorgezeten door de manager van SS&B. Op deze wijze wordt afstemming ROC breed gerealiseerd en zijn er korte lijnen naar CvB. Daarnaast is er steeds meer afstemming als het gaat om algemene zaken, zoals ontwikkelingen rond de AMNtest, het landelijke dyslexieprotocol en deelname aan bijeenkomsten door orthopedagogen en schoolmaatschappelijk werkers om ook daarmee een ROC brede afstemming te realiseren. 2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
17 van 27
Met de manager SS&B is tevens intensieve samenwerking rond het project SMW gemeente Breda/provincie Noord-Brabant
4.2
Externe samenwerking
Met tal van externe instanties is nauwe samenwerking rond de leerlingen van Kellebeek College. Het voert te ver om deze allemaal te noemen, daarom volstaan we hier met de belangrijkste samenwerkingsverbanden - Bij de gemeente Roosendaal is Kellebeek College in de persoon van de zorgcoördinator vertegenwoordigd in de Werkgroep Educatie Roosendaal (WER). De WER geeft gevraagd en ongevraagd advies met betrekking tot de beleidsontwikkeling van de Lokale Educatieve Agenda aan de STER. De STER is het beslissingsorgaan, waarin de directeuren van dezelfde partners vertegenwoordigd zijn. De STER geeft opdrachten tot onderzoek aan de WER. Het gaat hier om ondersteuning van kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. - Ook bij de gemeente Bergen op Zoom is Kellebeek College betrokken bij de Educatieve Agenda. Hier wordt intensief samengewerkt door vertegenwoordigers uit primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, Centra voor Jeugd en Gezin, en de gemeente om tot een goede afstemming te komen van Zorg AdviesTeams. - Het samenwerkingsverband VO in de gemeente Breda heeft 4 x per jaar overleg, waaraan de schoolmaatschappelijk werker deelneemt - In het kader van een project van provincie Noord-Brabant en gemeente Breda is samenwerking ontstaan met het IMW Breda en Traverse in Bergen op Zoom. Voor een aantal Bredase colleges detacheren deze instellingen schoolmaatschappelijk werkers, zijn betrokken bij de opstart van Zorg Advies Teams in de colleges in Breda en gaan mee werken aan een gezamenlijke methodiekbeschrijving voor schoolmaatschappelijk werk. - In het kader van samenwerking met GGZWNB participeert de zorgcoördinator in de stuurgroep en in de werkgroep Steunpunt GGZ /opleidingstraject Begeleid Leren. Zij is daarnaast betrokken bij de 2 gezamenlijke studiedagen, die jaarlijks worden georganiseerd. - Met Bedrijfsbureau voor Educatie & Arbeid is regelmatig overleg geweest over de inhoudelijke invulling van een digitaal zorgdossier. - Met een heel netwerk aan (hulpverlenende) instellingen, waaronder leerplichtambtenaren, Tender jeugdzorg, Maatschappelijk werk, Veiligheidshuis, Novadic-Kentron, Politie enz. is op diverse niveaus contact; directe lijnen voor doorverwijzing en advies, deelname in ZAT, overleg over samenwerking. - Met het Veiligheidshuis wordt de samenwerking vormgegeven via schoolmaatschappelijk werk, met name rond de loverboysproblematiek. -
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
18 van 27
5.0
SMW Project gemeente Breda en provincie Noord-Brabant
De gemeente Breda en de provincie Noord-Brabant stellen financiële middelen beschikbaar om een impuls te geven aan het versterken van de zorgstructuur in de MBO-opleidingen van ROCWB in Breda. Deze middelen zullen tot 2012 worden ingezet om de leerlingenzorg te verbeteren door: - schoolmaatschappelijk werk te ontwikkelen in alle MBO opleidingen - Zorg Advies Teams op te starten in elk college - de werkwijze van studentenbegeleiding te professionaliseren, o.a. door scholing aan zorgcoördinatoren - een digitaal zorgsysteem te ontwikkelen - communicatie van acties rondom zorg en voortijdig schoolverlaten te verbeteren. Het uiteindelijke doel van het project is om in elk instituut een vorm van schoolmaatschappelijk werk met bijbehorende methodiek, een goed functionerend zorgplan en Zorg Advies Teams te hebben. Binnen het overleg van zorgcoördinatoren is gewerkt aan het ontwikkelen van een uniforme begrippenstructuur, waarvan momenteel een conceptversie beschikbaar is. Er is een keuze bepaald voor Edictis om het digitaal zorgdossier in te richten. In elk college zijn daar inhoudelijke voorbereidingen voor getroffen. Het onderdeel SMW wordt in samenwerking tussen de zorgcoördinatoren ontwikkeld, omdat hier een format voor de verantwoording aan ten grondslag ligt. Binnen dit project werd samengewerkt met RMC Breda en IMW Breda. Inmiddels zijn schoolmaatschappelijk werkers aangenomen (gedetacheerd vanuit IMW) voor de colleges in Breda en zijn deze ingewerkt. Een aantal zorgcoördinatoren is gestart met een post HBO opleiding. Het blad Binden en Bouwen is met regelmaat verspreid om de ontwikkelingen op het terrein van zorg en begeleiding breed onder de aandacht te brengen.
6.0
Evaluatie
Om het begeleidingsaanbod nog beter te kunnen afstemmen vinden we het nodig om te onderzoeken of betrokkenen tevreden zijn. Die betrokkenen kunnen leerlingen, collega’s, externe partijen en ons eigen team zijn. Als eerste hebben we een poging gedaan bevindingen van leerlingen te inventariseren. Daartoe is dit schooljaar een kort evaluatieformulier ontwikkeld. Dit werd uitgezet bij het afsluiten van ieder begeleidingstraject. Zoals gewoonlijk met vernieuwingen verloopt dat niet meteen vlekkeloos. Voor sommige groepen leerlingen bleek het formulier te talig om in te vullen. Medewerkers dachten er niet altijd aan het formulier aan de leerling uit te reiken. In sommige opleidingsclusters is er zelfs niets mee gedaan. Uit alle reacties blijkt dat leerlingen tevreden zijn over de wijze van ondersteuning, maar dat ze het moeilijk vinden om tips of verbeterpunten te benoemen. Opmerkelijk is wel dat gemiddeld 20 % van de leerlingen aangeeft te laat te zijn doorverwezen. Een verbeterpunt voor het volgende schooljaar. Bij collega’s en bij externe partijen zijn nog geen evaluaties uitgezet. Dat gaat komend schooljaar zeker gebeuren, omdat de uitkomsten daarvan ons aanknopingspunten geven voor het verbeteren van de kwaliteit. Binnen het team hebben we ons werk wel geëvalueerd. De doelen en werkwijze vindt iedereen wel helder. Over de taken en verantwoordelijkheden heerst nog onduidelijkheid. Deskundigheid is nog niet geheel op peil, maar er wordt permanent aan gewerkt. Van het management verwacht het team meer belangstelling. Ten aanzien van besluitvorming zijn de meningen verdeeld, sommigen vinden dat er te weinig inzicht gegeven wordt, niet iedereen vindt dat men overal over mee mag beslissen. Men is positief over de autonomie die men in het werk heeft, over het bedrijfsklimaat is men redelijk tevreden De samenwerking met elkaar wordt als positief ervaren. Naar aanleiding van deze uitkomsten zijn gezamenlijk verbeterpunten opgesteld.
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
19 van 27
7.0
Bureau LeerlingenZorg in cijfers 2008-2009 en 2009-2010
7.1
Algemeen
Leerlingbegeleiding:
Totaal aantal leerlingen
Percentage leerlingen in begeleiding
Aantal leerlingen in begeleiding
Totaal aantal leerlingen
Percentage leerlingen in begeleiding
BBL
Aantal leerlingen in begeleiding
BOL
78
371
21%
21
392
5%
105
344
30,5%
22
417
5,3%
160
531
30%
8
131
6%
149
477
31,2%
15
151
9,9%
23
151
15%
2
83
2%
MBO Uiterlijke verzorging 2009-2010
22
138
15,9%
3
84
3,6%
MBO Assisterende Gezondheidszorg 2008-2009
31
212
15%
5
46
11%
37
288
12,8%
8
59
6,8%
70
220
32%
-
-
-
61
230
26,5%
-
-
-
35%
-
-
-
303
44%
-
-
-
414
± 75%
-
13
-
550
39,8%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Afdeling MBO Verpleging en verzorging 2008-2009 MBO Verpleging en verzorging 2009-2010 MBO Welzijn
2008-2009
MBO Welzijn 2009-2010
MBO Uiterlijke verzorging 2008-2009
MBO Assisterende Gezondheidszorg 2009-2010 NOVA VAVO Roosendaal 2008-2009 NOVA VAVO Roosendaal 2009-2010 NOVA VAVO Breda 2008-2009
100 contacten
NOVA VAVO Breda 2009-2010
133
SMW en orthopedagogische ondersteuning: NOVA AKA 2008-2009 NOVA AKA 2009-2010
219 399
NOVA ISK ortho 2008-2009
onderzoeken
Kellebeek totaal ortho 2009-2010
onderzoeken
700
213 3355
20,8%
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
20 van 27
7.2
Leerlingbegeleiding Leerlingbegeleiding 10 22
59
26
16
75
22
15 110
30
13 38 150
Doorgeleiding ander opleiding of werk Sociale vaardigheden Assertiviteit Verlies/rouwverwerking Ondersteuning bij chronische ziekten verwijzing naar SMW Verwijzing naar steunpunt GGZ
32
64
Beroepskeuze/loopbaanbegeleiding Studievaardigheden Faalangstreductie Psychosociale problemen Psychiatrische problemen anders, nl verwijzing naar bestemmingscoördinator Verwijzing naar SS&B
Het gaat hier om totaal 507 deelnemers op een totaal van 2388. Een gemiddelde van 21% Bij MBO BOL opleidingen: 313 deelnemers op een totaal van 1447 (22%) In opleidingscluster Welzijn blijkt de begeleidingsbehoefte van deelnemers mede veroorzaakt door te weinig duidelijkheid over het onderwijs en het ontbreken van het aanbieden van structuur in het CGO onderwijs. Bij MBO BBL opleidingen: 44 deelnemers op een totaal van 711 (6%) Bij VAVO Roosendaal: 61 deelnemers op een totaal van 230 (27%). Bij VAVO R’daal is behoefte aan extra ‘Maak je Sterk’ trainingen en aan Verlies- en Rouwverwerking. Bij VAVO Breda 133 deelnemers op een totaal van 303 (44%) Opvallend is de discrepantie tussen het hoge aantal psychosociale problemen(150) en het lage aantal doorverwijzingen naar SMW . Samenwerking tussen leerlingbegeleiders wordt als positief ervaren.
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
21 van 27
7.3
Schoolmaatschappelijk werk
Schoolmaatschappelijk werk 10 33
182
24
51
86 58
55 105 255 intakegesprek SMW 02 onvoldaanheid met sociale situatie 04 moeilijkhedenmet rolvervullen o6 problemenmet besluitvorming 08 onvoldoende hulpbronnen 9b psychischeproblemen 10 overige
108
15
69
01 interpersoonlijk conflict 03 problemenmet formele organisaties 05 problemenmet verandering soc.situatie 07 reactieve emotionele nood 9a lichamelijke klachten 9c culturele problemen
Er zijn totaal 1051 gesprekken gevoerd. Het gaat hierbij om 239 deelnemers. Op een totaal van 2600 deelnemers van NOVA en MBO betekent dit dat een kleine 10% ondersteuning van schoolmaatschappelijk werk nodig had. We verwachten, dat bij betere signalering en betere interne doorverwijzing, dit percentage zal stijgen.
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
22 van 27
7.4
Orthopedagogische ondersteuning Ortho testen intern
7
23
152
2 282
1 7 10 dyslexie vooronderzoek
capaciteitentest
intelligentietest
sociaal emotionele test
beroepskeuzetest
observatie
overig, nl ADHD-VL en ASQ
Niveaubepaling
Opvallend is het hoge aantal intelligentie- en niveaubepalingstesten. Deze zijn voornamelijk afgenomen bij ISK. Naast bovengenoemde testen is bij VAVO 178 maal de VSV test afgenomen.
aanvragen LWOOLGF ISK
45
3
41
82 119
2
Aanvragen RVC 2009-2010 (LWOO en PRO)
Aanvragen RVC 2010-2011 (LWOO en PRO
LGF-aanvraag
onderwijskundig rapportages
handelingsplannen
Omzetting LWOO -> PRO
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
23 van 27
2
5 8
Totaal
4 9
KC centraal
1
zelf
3 3
gem. R'daal
ISK Breda
3 6
extern
NOVA AKA BoZ
13 4 10 18 11 19
ISK BoZ
NOVA AKA Breda
6 12 5 26
AG
Welzijn
NOVA VAVO
aanvraag beroepskeuze deelnemer aantal gesprekken deelnemer/ouders
UV
V&V
Bestemming en Nazorg 7.5 Aanmeldingen Bestemming
1 63 8 114
totaal
177
matchpoint
7
externe opleidingen
2
werk
Zoomvliet
2
Vitalis
7
Radius
1
Prinsentuin
Kellebeek
3
Markiezaat
Florijn
doorstroom deelnemer binnen ROCWB doorstroom deelnemer extern nazorg/bestemmingsgarantie
Cingel
Resultaten:
2 6
9
totaal
24 15 39
totaal
Nazorg NOVA gesprekken deelnemers e-mail contact telefonisch contact huisbezoek overleg mentoren brieven problemen thuissituatie problemen start opleiding begeleiding leerproces werkzoekend/schoolzoekend coachingsplannen schrijven/bijhouden
werkgevers
2
externe opleidingen
1
Zoomvliet
Vitalis
5
acties, overleg en afstemming doorstroom
Radius
Prinsentuin
Markiezaat
Kellebeek
Florijn
Cingel
Tussentijdse doorstroom:
8 16
NOVA Breda
NOVA BoZ 300 25 75 15 75 50 8 10 5 25
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
110 60 260 8 35 410 3 4 4 20 0 24 van 27
7.6
Leerlinggebonden financiering (LGF) LGF instroom
2
3 10
34
REC1 REC2 REC3 REC4
LGF uitstroom
4
1 1 1
1 1
7
3
7
3 7 2de jaar AKA werk verwijderd Jeugdzorg Radius Colege verwijzing bestemmingscoördinator
8 volgend leerjaar MBO diploma behaald >Zorg, Welzijn 2 gesloten setting ROC Tilburg BBL??? uitgeschreven
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
25 van 27
7.7
Evaluatie deelnemers
deelnemers enquête totaal 109 formulieren 12 10
10 8,5
7,9 6,8
8 6 4 2 0
5,3
8,7
8,3
8,5 te laat doorverwezen
6
gem. aantal gesprekken
4,8 3
3
3,5
waardering
2 0
leer leerl leeli lingb ingb ngb SMW egel bestem ege ege orth leidi eidin ming leidi o ng w ng W g V& elzij elzij V -UV n2 n1 -AG
109 deelnemers hebben het formulier ingeleverd. 22 deelnemers (20%) geven aan dat ze te laat doorverwezen zijn door hun studieloopbaanbegeleider. Een belangrijk verbeterpunt! Naast bovengenoemde items is gevraagd naar een waardering voor de begeleiders, die gemiddeld uitkomt op 8,4 op een schaal van 10.
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
26 van 27
Een greep uit reacties van deelnemers: Dat er wel achter je aan gezeten werd en dat er heel goed geluisterd werd deelnemer Onderwijs Assistent
Dat ik heb geleerd om een praatje te beginnen. Niet bang hoef te zijn om iets tegen iemand te zeggen en daardoor zekerder te worden. deelnemer Apothekers Assistente
Materialen die mee werden gegeven waren fijn en ook tips, die je kreeg om je beter te kunnen gaan voelen. deelnemer schoonheidsspeciali
Dat ik toen over bepaalde dingen kon praten en na dat gesprek weer gemotiveerd was om te gaan werken, deelnemer Pedagogisch Werk.
* iemand die serieus luistert * iemand die je het gevoel geeft dat je er wel mag zijn en je onzekerheid wegneemt * veilig gevoel deelnemer Medewerker Maatschappelijke Zorg
* gelijk het actie ondernemen en achter allerlei zaken aangaan * tijd vrijmaken
voor afspraken. deelnemer VAVO
Ik heb een gesprek gehad en een beroepskeuzetest gemaakt. Tijdens het gesprek kreeg ik keuzes waar ik zelf uit mocht kiezen. Wel werd er gezegd wat Saskia zelf de beste optie vond. Tijdens de test is Saskia weggegaan om privacy te geven. Dat vond ik erg goed. Deelnemer verzorgende. Dat ze me goed heeft geholpen. Deelnemer aanmelding VAVO
Ik leerde huiswerk plannen, omgaan met negatieve feedback, mijn plaats vinden op stage school. Dat vond ik heel fijn omdat ik nu veel lekkerder in mijn vel zit. Deelnemer Verpleegkunde.
De manier waarop er omgegaan wordt met leerlingen vind ik erg positief; begripvol en informerend/helpend. deelnemer verpleegkunde niv 4
2010/Kellebeek College/Jaarverslag Bureau LeerlingenZorg 2009-2010
Er werd niet zomaar een beroepstestje afgenomen. Er werd gevraagd naar wat ik wil, welke eisen ik heb en of het voor mijn ‘gesteldheid’ haalbaar is. Deelnemer vanuit intake VAVO
Ik werd geholpen met voor mezelf opkomen op mijn stage. Omgaan met zenuwen. En dat ik niet te kritisch naar mezelf moet kijken. Hier heb ik veel aan gehad. Het gaat nu prima op stage. deelnemer Verpleegkunde
Ik kon mijn verhaal en mijn gevoelens altijd goed kwijt. Het was fijn dat het echt tussen deze 4 muren bleef en ik er veel goede tips aan over heb gehouden. deelnemer Kinderopvang.
Ik vond het zelf moeilijk om uit te leggen wat het probleem was, maar het werd gesnapt en duidelijk geformuleerd. Deelnemer pedagogisch werk.
Het is me duidelijk geworden wat nou specifiek mijn probleem was en door middel van de schema’s kwam ik daar achter. deelnemer Pedagogisch werk.
27 van 27