Kaders Jongerenwerk en Jeugdparticipatie
December 2013 Afdeling Samenlevingszaken
1
Inhoud Inhoud ..................................................................................................................................................................... 2 1. Inleiding .............................................................................................................................................................. 3 2. Context ............................................................................................................................................................... 4 2.1 Jeugdhulp .....................................................................................................................................................4 2.2 Collectieve en preventieve voorzieningen ...............................................................................................4 2.3 Positief jeugdbeleid .....................................................................................................................................5 2.4 Wijziging drank-en horecawet ...................................................................................................................6 3. Jongerenwerk.................................................................................................................................................... 7 3.1 Inleiding.........................................................................................................................................................7 3.2 Pilot Ambulant jongerenwerk .....................................................................................................................7 3.3 Wat willen we bereiken met jongerenwerk (doelen)? ...........................................................................8 3.4 Werkwijze 2014 .........................................................................................................................................12 4. Jeugdparticipatie ............................................................................................................................................ 13 4.1 Een andere invulling van jeugdparticipatie............................................................................................13 4.2 Wat willen we bereiken met jeugdparticipatie (doelen)? .....................................................................14 4.3 Werkwijze ...................................................................................................................................................15 5 Financiën .......................................................................................................................................................... 17
2
1. Inleiding In de commissievergadering van 29 oktober 2013 is u de Nota Lokaal Jeugdbeleid 2014-2018 aangeboden. Het doel van de nota was om een integrale visie en kader voor lokaal jeugdbeleid te laten vaststellen door de 1 gemeenteraad, conform aanbevelingen van de rekenkamercommissie In de commissie is geconcludeerd dat de nota nog nadere uitwerking op een aantal speerpunten behoefde om te kunnen sturen op toetsbare resultaten. Echter, bij de uitwerking van de door de commissie gegeven richting door het college is duidelijk geworden dat sommige speerpunten op dit moment niet volledig geconcretiseerd kunnen worden terwijl dit voor andere speerpunten wel kan. De vele ontwikkelingen die spelen op het terrein van jeugd en jeugdhulp hebben de oorspronkelijke wens om tot een integrale nota te komen in zekere mate ‘ingehaald’. Er is de afgelopen periode veel gebeurd op het gebied van het sociaal domein en vooral in de voorbereidingen op de transitie jeugdzorg. In februari 2013 is reeds het Plan van aanpak jeugdhulp aan de raad voorgelegd en in september de Nota op weg naar een lokale transitieagenda. In 2014 zal het Beleidsplan jeugdhulp aan de raad worden voorgelegd. Op dit moment wordt gekeken of het mogelijk is om tot een integrale beleidsnota te komen voor jeugdhulp, wmo en participatie. Conclusie is dan ook dat er een overlap is voor de onderwerpen versterken pedagogisch klimaat en het inzetten op de pedagogische civil society en het klaar zijn voor de nieuwe jeugdtaken met de ontwikkeling van de transities sociaal domein en het daarbij behorende beleidsplan. Voor de speerpunten jongerenwerk en jongerenparticipatie is de gevraagde concretisering wel te realiseren. In plaats van een integrale Nota Lokaal Jeugdbeleid wordt daarom de Kaders Jongerenwerk en Jeugdparticipatie aangeboden aan de gemeenteraad waarin doelen en resultaten worden geformuleerd met betrekking tot deze onderwerpen. Het is van belang om op deze onderwerpen wel nieuw beleid te laten vaststellen om hier in 2014 concreet uitvoering aan te kunnen geven. Het document is als volgt opgebouwd. We schetsen eerst de context waarbinnen deze Kaders gezien moeten worden. Vervolgens gaan we in op de hoofdonderwerpen jongerenwerk en jeugdparticipatie. We leggen uit waarom op deze vlakken een nieuwe koers nodig is en geven aan welke doelen we met deze koers voor hebben en hoe we deze doelen willen realiseren. In paragraaf 5 geven we een overzicht van de begrote uitgaven voor jeugd in het algemeen en van jongerenwerk en jeugdparticipatie in het bijzonder. In dit document wordt in een aantal grijs gearceerde kaders achtergrondinformatie gegeven over de historische context van relevante onderwerpen.
1
RKC rapportage effectmeting jeugdbeleid (2012)
3
2. Context 2.1 Jeugdhulp Het jeugdstelsel wordt herzien. In 2015 worden alle taken gedecentraliseerd naar gemeenten. De transitie moet ook gepaard gaan met een inhoudelijke vernieuwing. De gemeentelijke verantwoordelijkheid omvat: 1. De bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor de preventie, ondersteuning, hulp en zorg bij opgroeien en opvoeden, psychische problemen en stoornissen. 2. De bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor de verschillende vormen van jeugdhulp: jeugdzorg, de jeugd-ggz en jeugd-vb, 3. De deskundige toeleiding naar, advisering over en inzet van de aangewezen vorm van jeugdhulp 4. De uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering 5. De inrichting van een AMHK (Algemeen Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling).
De gemeente zorgt ervoor dat de ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen, gezinnen en medeopvoeders integraal en op laagdrempelige wijze wordt aangeboden. Bij een interventie wordt uitgegaan van de eigen kracht en het sociale netwerk van betrokken jeugdigen en hun ouders en is de inzet gericht op herstel en versterking daarvan. Ook vindt afstemming met eventuele ondersteuning op school plaats. Het is aan de gemeenten om de toegang tot jeugdhulp zo goed mogelijk vorm te geven. De gemeenten in de Gooi en Vechtstreek hebben ervoor gekozen om de beleidsopgaven gezamenlijk voor te bereiden en uit te werken en te kiezen voor verregaande samenwerking bij zaken als inkoop, opdrachtgeverschap, monitoring en de inrichting van een Algemeen Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK). Gemeenten kiezen ervoor jeugdhulp niet afzonderlijk te ontwikkelen, maar nadrukkelijk de samenhang te zoeken met de transitieopgave AWBZ-Wmo en de participatiewet. Zo wordt ervoor gekozen de toegang tot jeugdhulp te beleggen in een integraal werkende uitvoeringsdienst van de gemeente. Gemeentelijke consulenten bepalen samen met het gezin/de jeugdige wat het meest passende antwoord is op de vraag van het gezin. Dit kan een vorm van jeugdhulp zijn, maar zou ook een combinatie van opvoedondersteuning en schuldhulpverlening kunnen zijn. De transitie Jeugdzorg is de meest cruciale verandering op het terrein van de jeugd. De manier waarin deze opgave wordt opgepakt in de regio is in een plan van aanpak neergelegd, dat de gemeenteraad van Bussum heeft vastgesteld. Ten behoeve van de programmatische aanpak van de transitie jeugd, in samenhang met de transitie AWBZ en de komst van de participatiewet, wordt een Lokale Transitieagenda (LTA) opgesteld, De raad heeft hiervoor de kaders vastgesteld in de Nota “Op weg naar een lokale transitieagenda” in september 2013.
2.2 Collectieve en preventieve voorzieningen Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor nagenoeg alle zorg binnen het sociaal domein. De Lokale Transitieagenda (LTA) is vorm gegeven rondom de twee centrale ontwikkeltaken: a. Basis voorzieningen op orde/de inclusieve samenleving realiseren b. Toegang tot zorg integraal vormgeven in een integraal werkende uitvoeringsdienst Het versterken de civil society en het activeren van sociale netwerken loopt als een rode draad door de transities van het sociaal domein. Op diverse terreinen stimuleert de gemeente de ontwikkeling van dergelijke netwerken. Onder andere via wijkmonitors waarbij inwoners aangeven wat ze vinden van de wijk en de voorzieningen krijgt de gemeente zicht op de (sociale) behoeften van inwoners en kan deze faciliteren. Door het betrekken van inwoners bij de inrichting van de openbare ruimte stimuleert de gemeente onderlinge verbanden tussen
4
inwoners. Een onderdeel van de LTA is om met beleid systematisch aan te haken op ervaringen en doelen van inwoners. Specifiek voor de jeugd organiseert het CJG periodiek bijeenkomsten, op eigen initiatief, maar ook op verzoek van inwoners of organisaties. Deze themabijeenkomsten gaan over onderwerpen rondom opvoeding en ontwikkeling. Het CJG ondersteunt ook eventuele initiatieven die hieruit voorkomen. Daarnaast wil de gemeente initiatieven van jongeren ondersteunen die bijdragen Centrum voor Jeugd en Gezin aan de ontwikkeling van jongeren, aansluiten bij hun De Oprichting van een Centrum voor Jeugd en Gezin behoeften en de contacten tussen jongeren en (CJG) was voor gemeenten een verplichting vanuit buurtbewoners bevorderen. het Ministerie van Jeugd en Gezin. In 2011 moest er een landelijke dekking van CJG’s zijn gerealiseerd. Het CJG dient drie doelen: info en advies, het faciliteren van ontmoeting en het vormen van een netwerkorganisatie voor signalering, zorgcoördinatie en toeleiding. Het CJG-loket in Bussum is ondergebracht in Wijzer. Er werken drie consultenten. Zij bieden opvoedingsondersteuning en organiseren diverse activiteiten voor ouders. Binnen het CJG is het realiseren van de procesregie geïntensiveerd, waarmee de zorgcoördinatie is verbeterd. Het CJG als netwerkorganisatie, voor signalering en toeleiding is beperkt effectief.
Een belangrijk project binnen de LTA is ook de herijking van basisvoorzieningen. Voor gemeentelijke basisvoorzieningen geldt dat deze aan moeten sluiten bij de behoeften van inwoners. Voor een belangrijk deel van deze voorzieningen is de gemeente verantwoordelijk. De gemeente Bussum vraagt van maatschappelijke organisaties om zoveel vraaggericht te werken, wanneer een organisatie verantwoordelijk is voor een specifieke basisvoorziening, zoals jongerenwerk. Basisvoorzieningen faciliteren inwoners in behoeften zoals (kinder)opvang, ontmoeting, (jeugd)gezondheidszorg e.d. Het huidige welzijnswerk krijgt een andere positie. Het streven is dat het welzijnswerk minder individuele (psycho-sociale) ondersteuning gaat bieden en meer laagdrempelige opvang. Het zal zich door ontwikkelen naar de oren en ogen van de wijk waarbij het welzijnswerk de verbindende factor is tussen inwoners en organisaties.
In de beleidsontwikkeling met betrekking tot de transitie jeugd en de gemeentelijke taak wordt nu gekozen voor een duidelijke regiefunctie voor de gemeente waarbij de toegang tot jeugdhulp via de gemeente zal lopen. Het plan van aanpak transitie jeugdzorg Gooi en Vechtstreek beschrijft de keuze van de gemeenten in de regio om jeugdhulp te organiseren door sterk te sturen op een integrale en passende aanpak van vragen en problemen van jeugdigen en gezinnen. Dat doet de gemeente door een centrale rol te nemen in het traject van vraag naar het - samen met jeugdige en gezin - bepalen van een passend aanbod. De rol positie van het CJG in de toekomst is daarbij nog een punt van discussie.
2.3 Positief jeugdbeleid
Tussen de 85 en 90% van onze jeugd groeit min of meer probleemloos op. De Nederlandse jeugd behoort tot de gelukkigste van de wereld. Aan de andere kant zijn er meer kinderen dan gemiddeld die gebruik maken van jeugdzorg of speciaal onderwijs en de vraag ernaar stijgt jaarlijks. Deze stijging is te wijten aan de manier waarop in Nederland wordt omgegaan met het gedrag van kinderen. Gedrag wordt snel gelabeld als problematisch, wat professionele inzet noodzakelijk maakt en waarbij de zorg van ouders wordt overgenomen. Om deze ontwikkeling te keren moet de nadruk komen te liggen op het stimuleren en ondersteunen van de normale ontwikkeling. In positief jeugdbeleid staan niet overwegend de risico´s en de problemen centraal, maar draait het om het bieden van kansen aan de jeugd, talentontwikkeling en burgerschapsvorming. In de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren heeft iedere opvoeder zijn aandeel, waarbij een goed samenspel tussen alle opvoeders vereist is. Positief jeugdbeleid betekent inzetten op competenties, vaardigheden vergroten en verantwoordelijkheidsgevoel
5
ontwikkelen. Positief jeugdbeleid richt zich op positieve doelen voor alle jeugdigen en hun ouders. Talentontwikkeling en een sterke sociale leefomgeving staan daarbij centraal, zodat kinderen in optimale omstandigheden kunnen opgroeien en zich ontwikkelen tot zelfstandige en betrokken burgers. Door te investeren in goede basisvoorzieningen en preventief beleid kunnen we zorgen dat een positief opvoedklimaat ontstaat.
2.4 Wijziging drank-en horecawet Sinds 1 januari 2013 is de burgemeester verantwoordelijk voor de uitvoering van de Drank- en Horecawet. Per 1 januari 2014 wijzigt de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar voor de verkoop van en het in bezit hebben van alcohol. De gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek zijn al jaren samen met andere partijen actief op het gebied van alcoholmatiging via het programma “Samen aan de slag tegen riskant alcoholgebruik Uitgaansmogelijkheden voor tieners jeugd”. De insteek is een integrale aanpak. Naast De Bussumse horeca wordt goed bezocht door de jeugd voorlichting omvat het regelgeving en vanaf 16 jaar. Er zijn gemeentelijk diverse pogingen ondernomen om daarnaast een dansgelegenheid voor handhaving. Ook bij de invoering van de 18 jaar jongeren te realiseren, maar deze zijn om uiteenlopende leeftijdsgrens is het goed gezamenlijk op te redenen gestrand: vrees voor overlast, hoge kosten, en trekken en actief aan te sluiten bij de landelijke het draagvlak bij markpartijen ontbreekt. Het college campagne. De rijksoverheid start uitgebreide heeft aangegeven niet langer actief te zoeken. campagnes naar aanleiding van deze wetswijziging. Daarnaast werd de Nite-liner als alternatief gezien, een Deze ontwikkeling heeft gevolgen voor de behoefte van de jongeren tussen 16-18 jaar. De gemeente voert regie door behoefte en initiatieven in beeld te brengen en met elkaar te verbinden zonder de verantwoordelijkheid volledig over te nemen. De gemeente kan daarbij initiatieven ondersteunen van particulieren, dit in samenhang vanuit jongerenbeleid, horecabeleid en veiligheidsbeleid.
nachtbus waarmee de jeugd op een veilige manier naar vertier buiten Bussum vervoerd zo kunnen worden. De bus zou via Hilversum naar Amsterdam rijden. Dit initiatief kon niet zonder overheidsfinanciering draaien en bleek niet op voldoende politiek draagvlak te kunnen rekenen. Vanuit JongBussum, is in de afgelopen jaren een dansevenement georganiseerd en een kleine groep jongeren organiseerde een rapstudio in de Uitwijk. De Frisfeesten in de Zandzee zijn succesvol en trekken grote aantallen tieners in de leeftijd tot 16 jaar. De nieuwe alcoholwetgeving creëert een behoefte aan een (alcoholvrije) uitgaansplek voor 16 - 18 jaar. De gemeente speelt hier een bemiddelende rol in.
6
3. Jongerenwerk 3.1 Inleiding Met jeugd- en jongerenwerk beschikken gemeenten over een laagdrempelige en preventieve (basis)voorziening voor jeugdigen. Een jeugdvoorziening die een krachtige partner kan zijn op het gebied van de ontwikkeling van onze jongeren, sociale activering, signalering en verwijzing. Hoewel de opvoeding van kinderen in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van ouders heeft de gemeente een taak om waar nodig ouders of medeopvoeders te versterken en/of te ondersteunen in hun opvoedingsrol. Hierbij willen we uitgaan van een positieve benadering. Het jongerenwerk speelt hier een belangrijke rol in, daarom is het van belang de middelen hiervoor effectief te besteden. Tienercentrum in de Uitwijk In Tienercentrum De Uitwijk hebben langere tijd activiteiten plaatsgevonden, inclusief dansavonden. In 2009 bezocht een groep van circa dertig bezoekers van 12 tot 18 jaar het tienercentrum en gedroeg zich agressief en dominant. De situatie werd onhoudbaar. Er heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met betrokkenen waaronder de Marokkaanse Culturele vereniging, Versa en enkele iets oudere Marokkaanse jongeren. De Commissie Welzijn is geïnformeerd en er is gewerkt aan een plan van aanpak om deze problematiek in samenhang met de betrokkenen op te lossen. De Marokkaanse groep was als groep niet meer welkom in de Uitwijk. In 2011 werd geconstateerd dat de jongerenavonden in de Uitwijk, georganiseerd door Versa, niet meer voldoende jongeren aantrokken. Ook elders in Nederland lijkt locatiegebonden jongerenwerk ‘uit’ te zijn.
3.2 Pilot Ambulant jongerenwerk In het verleden is locatiegebonden en aanbodgericht jongerenwerk in Bussum soms succesvol geweest en andere tijden weer niet. Het hangt af van de groep, de situatie en de behoeften van de jongeren. Tot kortgeleden werden vanuit de tienerzone in de Uitwijk door jongerenwerkers van welzijnsorganisatie Versa activiteiten voor tieners georganiseerd. Het is onvoldoende effectief gebleken en daarom heeft de gemeente zich georiënteerd op andere werkwijzen voor het jongerenwerk.
Elders in het land wordt succesvol gewerkt met ambulant jongerenwerk. Ook Versa Welzijn heeft positieve ervaringen met deze nieuwe werkwijze, in de gemeente Wijdemeren. De kern van de nieuwe werkwijze is jongeren actief opzoeken en naar behoefte doorgeleiden naar reguliere activiteiten. Het locatiegebonden jongerenwerk wordt hiermee verlaten. Jongerenwerk nieuwe stijl sluit aan bij de visie van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en de nadere invulling die daaraan wordt gegeven met ‘welzijn nieuwe stijl’. Uitgangspunten zijn: Er wordt zowel individueel, groepsgericht als met de gemeenschap gewerkt. De vertrouwensrelatie met jongeren vormt de basis; behoeften en wensen van de jongeren staan centraal in de aanpak van de jongerenwerker Het jongerenwerk draagt bij aan het volwassen worden van jongeren binnen de samenleving; De kern van de dienstverlening is signalering, informatie, advies en doorgeleiden Samenwerking met partners is erg belangrijk.
7
Op verzoek van de gemeente is door Versa een plan ontwikkeld om ook in Bussum deze nieuwe werkwijze toe te gaan passen. Het locatiegebonden jongerenwerk is hiermee voor de duur van de pilot verlaten. Ten behoeve van de evaluatie van de pilot vindt periodiek voortgangsoverleg plaats op basis van de prestatieafspraken die zijn vastgelegd. De pilot loopt op dit moment 6 maanden en in de voortgangsoverleggen wordt de nieuwe werkwijze als positief ervaren. Een eindevaluatie moet nog plaatsvinden. Om te kunnen sturen op jongerenwerk is het van belang om doelen vast te stellen. De doelen worden uitgewerkt in gewenste resultaten die het jongerenwerk moet opleveren. De doelen en resultaten die in deze nota worden beschreven vormen input voor de eindevaluatie.
3.3 Wat willen we bereiken met jongerenwerk (doelen)? 3.3.1 Preventie: het voorkomen van problemen bij de jeugd Jongerenwerkers zijn flexibel en voor jongeren makkelijk toegankelijk, ontmoeten jongeren daar waar zij zich bevinden en weten goed wat er bij jongeren leeft en speelt. Jongerenwerkers denken op de eerste plaats vanuit het belang van de jongeren. Dat maakt het jongerenwerk een belangrijke partner als het gaat om het voorkomen van problemen bij de jeugd. Het jongerenwerk richt zich op algemene preventie, op groepen en op individuele jongeren.
a. Algemene preventie Het jongerenwerk voert algemene preventieve taken uit in afstemming of samenwerking met het onderwijs en andere professionele organisaties als het gaat om thema’s als alcohol, roken en drugs, pesten, social media of andere actuele onderwerpen. Bij veel thema’s is het doel van de preventieve activiteiten om jongeren weerbaar te maken tegen verleidingen en druk van andere jongeren (peer pressure). De samenwerking met scholen en (sport)verenigingen is ook op het gebied van preventie van belang. Deze organisaties weten vaak goed wat er leeft bij jongeren en ouders en welke thema’s belangrijk zijn.
b. Groepen jongeren Het professioneel jongerenwerk heeft ook preventieve taken gericht op specifieke groepen jongeren omdat de risico’s en/of verleidingen voor bepaalde groepen groter of anders zijn. Ook bezoekt het jongerenwerk de horeca in de gemeente Bussum om enerzijds contacten te leggen en anderzijds in te kunnen gaan op thema’s zoals alcoholgebruik.
c. Individuele jongeren Door de contacten die de jongerenwerkers met jongeren hebben is de jongerenwerker makkelijk toegankelijk voor individuele jongeren die met een vraag zitten. Al voor er problemen ontstaan, kan de jongerenwerker risico’s bij de jongeren inschatten en daar op inspelen door de jongere goed voor te lichten of te adviseren.
Resultaten De jongerenwerker voert algemene, groepsspecifieke en individuele preventieactiviteiten uit die aantoonbaar bijdragen aan het voorkomen van problemen bij de jeugd. Met rapportages wordt inzichtelijk gemaakt welke problemen of risico’s bij de jeugd gesignaleerd worden, met welke preventieve activiteiten het jeugdwerk hierop inspeelt (in samenwerking met de partners) en wat de resultaten hiervan zijn. Partners: scholen, (sport)verenigingen en kerken, politie, GGD, RBL gemeente Bussum
8
3.3.2 Signaleren en doorverwijzen Zoals al eerder gezegd, gaat het met de meeste jongeren gewoon goed. Sommige jongeren lopen echter toch tegen problemen aan, thuis (denk in dit kader ook aan jonge mantelzorgers), op school of werk, of in hun vrije tijd. Vroegsignalering is het tijdig signaleren van mogelijke problemen of risico’s bij de jeugd. Door tijdig risico’s en problemen te herkennen, kan op tijd actie worden ondernomen waardoor zware zorg voorkomen kan worden. Vroegsignaleerders zijn bijvoorbeeld leerkrachten, wijk en/of jeugdagenten, trainers bij de sportverenigingen en ook jongerenwerkers.
a. Kennismakingsbezoek eerstejaars leerlingen Het jongerenwerk organiseert ieder jaar een fietsroute voor eerstejaars leerlingen van de middelbare scholen. Het doel hierbij is dat de leerlingen kennismaken met verschillende instanties of maatschappelijke organisaties in Bussum. Ze bezoeken onder andere het gemeentehuis, Stichting HALT, Klik Voor Hulp, het Jongerenwerk en de moskee.
b. Individuele signalering en doorverwijzing Vanwege het veelvuldig contact met de (met name kwetsbare) jeugd en de vertrouwensband die zij met de jongeren opbouwen, signaleert het jongerenwerk vaak al in een vroegtijdig stadium dat jongeren ergens in vast dreigen te lopen. Het is van belang dat er een goed zorgnetwerk van betrokken partijen ontstaat waarin ook het jongerenwerk een belangrijke rol krijgt en waarin veel aandacht is voor vroegsignalering. Er wordt afgestemd waar de verantwoordelijkheden op het gebied van begeleiding en hulp liggen. Korte lijnen, vertrouwen en een heldere grensafbakening zijn daarbij onmisbaar.
Resultaten In rapportages is inzichtelijk welke problemen bij de jeugd gesignaleerd zijn, hoeveel jongeren door de jongerenwerker zijn geholpen en/of geadviseerd en in hoeveel gevallen er professionele hulpverlening bij is betrokken. Ook geven de rapportages inzicht in de afstemming en samenwerking met andere vroegsignaleerders en hulpinstanties in en buiten de afgesproken netwerkstructuur. Partners: scholen, politie, CJG-partners, leerplichtambtenaar en andere vroegsignaleerders
3.3.3 Begeleiden en coachen richting school, werk en hulpverlening Een kenmerk van het jongerenwerk is dat het veel flexibeler is dan dat de reguliere hulpverlening (op dit moment) is. Jongerenwerkers werken niet alleen overdag maar ook ’s avonds en in het weekend en soms ook ’s nachts. Ook is het jongerenwerk laagdrempeliger. Sommige jongeren vragen niet snel om hulp (denk ook aan zorgmijdende jongeren) en trekken in enkele gevallen pas aan de bel als zaken al geëscaleerd zijn. Dat vraagt om een flexibele instelling. Het jongerenwerk is in tegenstelling tot de huidige jeugdzorg niet beperkt tot jongeren tot 18 jaar. In de praktijk blijkt dan ook dat de intensievere begeleiding/hulp van het jongerenwerk zich met name richt op jongeren vanaf 18 jaar.
a. School en werk Voor jongeren die niet (meer) naar school gaan en/of geen baan hebben, speelt de jongerenwerker ook een belangrijke rol. Jongerenwerkers komen met veel van deze jongeren in contact en zij kunnen dan ook een belangrijke bijdrage leveren om jongeren te stimuleren een startkwalificatie te behalen en/of een zinvolle baan of dagbesteding te vinden. Jongeren stimuleren om het beste uit zichzelf te halen, daar draait het om. Het gaat hierbij niet om het daadwerkelijk begeleiden bij een baan of zinvolle dagbesteding in een traject.
9
b. Hulpverlening Voor sommige jongen is de drempel om hulp te vinden te hoog. Af en toe bestaat er de behoefte aan een stukje extra individuele begeleiding. Jongerenwerkers bieden het zetje in de rug voor jongeren die moeite hebben met het zetten van de eerste stap naar organisaties of hulpverlenende instanties. Aandachtspunt hierbij is dat de verantwoordelijkheid bij de jongere blijft en niet wordt overgenomen door de jongerenwerker. De betrokkenheid van de jongerenwerker bij de jongere stopt niet na de doorverwijzing. Het blijft belangrijk om contacten te blijven houden met kwetsbare jongeren om ook eventuele nieuwe of andere problemen vroegtijdig te signaleren of jongeren die om wat voor reden uit het hulpverleningstraject stappen, weer richting hulp te begeleiden.
Resultaten In de rapportage wordt inzichtelijk hoeveel jongeren zijn begeleid (richting hulpverlening, school of werk) of zijn geholpen in crisissituaties en wat in algemene zin de resultaten van de inzet van het jongerenwerk zijn geweest. Partners: scholen, CJG-partners, woningstichting, consulenten werk en inkomen en leerplichtambtenaar
3.3.4 Activeren van jongeren in vrijetijdsbesteding Jongerenwerkers leren veel jongeren kennen en zien vaak wat de behoefte is van jongeren op het gebied van vrijetijdsbesteding.
a. Kleinschalige eenmalige initiatieven ondersteunen Het jongerenwerk is het belangrijk omdat ze kleinschalige initiatieven ondersteunen in het kader van maatschappelijke participatie. Dit zijn initiatieven die op kleinschalige en incidentele wijze plaats kunnen vinden en waarbij de activiteit een middel is om jongeren te activeren en te motiveren. Hierbij valt te denken aan een straatvoetbaltoernooi, een buurtbarbecue of een workshop.
b. Doorverwijzen naar andere voorzieningen De jongerenwerker kent de evenementenkalender van Bussum en wijst jongeren op bestaande evenementen en activiteiten en motiveert hen hier gebruik van te maken. Als de jongerenwerker signaleert dat de behoefte op het gebied van vrijetijdsbesteding van de jongere(n) structureel van karakter is, dan bestaat de rol van de jongerenwerk uit het toeleiden naar bestaande (sport)verenigingen, muziekschool en wijzen op en verwijzen naar andere voorzieningen. Als er financiële drempels zijn, wijzen de jongerenwerkers de jongeren op de bestaande regelingen zoals het jeugdsportfonds, jeugdcultuurfonds en de individuele subsidieregeling. Als de jongerenwerker signaleert dat bij jongeren de behoefte bestaat om zelf uitvoering te geven aan projecten, initiatieven of de organisatie van feesten en/of toernooien dan zal moet de jongerenwerker wijzen op de mogelijkheden die er bestaan in het kader van jeugdparticipatie . Dit kan betekenen dat de jongeren met een plan naar een nog nader te noemen organisatie zoals bijvoorbeeld STAD wordt doorverwezen om zijn plan vorm te geven en uit te voeren.
Resultaten Het jongerenwerk ondersteunt kleinschalige, incidentele initiatieven afhankelijk van de vraag van jongeren en rapporteert hierover aan de gemeente. De jongerenwerkers leiden jongeren met een structurele behoefte aan een vorm van vrijetijdsbesteding toe naar bestaande (sport)verenigingen en dergelijk en neemt dit op in de rapportage van de gemeente.
10
De jongerenwerker onderhoudt contacten met de lokale (sport)verenigingen en kent de lokale evenementenkalender. Jongerenwerkers leiden jongeren met plannen in het kader van jeugdparticipatie toe naar een nader te noemen organisatie die de mogelijkheid heeft om jongeren te begeleiden in de uitvoering van projecten en initiatieven. Partners: lokale (sport)verenigingen, organisatie voor jeugdparticipatie
3.3.5 Voorkomen van en bemiddelen bij overlast Jongeren op straat kunnen soms zorgen voor situaties waarbij overlast ontstaat en/of wordt ervaren. In Bussum gaat het de afgelopen jaren meestal om geluidsoverlast, het achterlaten van rotzooi in de buurt of vernielingen. We willen de overlast die buurtbewoners of gebruikers van een gebied ervaren zoveel mogelijk voorkomen. Wanneer er toch overlast ervaren wordt, moet dit op een goede manier opgelost worden. Overlast kan worden gemeld bij de jongerenwerkers en bij de gemeente.
a. Bemiddeling bij overlast Voor de jongerenwerkers is er een belangrijke taak weggelegd als het gaat om bemiddeling tussen de jongeren en de mensen die overlast ervaren. Dit betekent dat er korte lijnen nodig zijn tussen de jongerenwerkers op straat en de politie. De momenten van het Overleg Jeugd en Veiligheid zijn een geschikt moment om overlastmeldingen en overlastsituaties te bespreken en acties af te stemmen.
b. Contact tussen jongeren en buurtbewoners stimuleren Sommige mensen ervaren het als een bedreiging of als overlast wanneer zij jongeren zien samenscholen op straat. Maar is er ook daadwerkelijk sprake van overlast of is er alleen sprake van een communicatie en/of generatieprobleem tussen de jongeren en degene die overlast ervaart? Een taak voor het jongerenwerk is ook om buurtbewoners en jongeren te stimuleren meer met elkaar in contact te komen.
c. Bijdrage aan wijziging drank en horecawet Per 1 januari zal de nieuwe drank- en horecawet in werking treden waarbij jongeren onder de 18 jaar geen alcohol mogen drinken en bezitten. Zoals het er nu voor staat worden in Bussum jongeren onder de 18 jaar na 1 januari 2014 niet meer toegelaten in de plaatselijke café’s. Om de situatie te voorkomen dat jongeren tussen 16 en 18 jaar overlast gaan veroorzaken en/of op straat zullen gaan hangen is een goede samenwerking vereist. Het jongerenwerk heeft bij goede contacten met jongeren en weet waar de behoeften liggen en wat voor ideeën er leven binnen de groepen jongeren. De jongerenwerkers kunnen de rol van intermediair vervullen en uiteraard hebben zij ook een rol kan in de communicatie over de nieuwe wet naar de jongeren toe.
Resultaten Het jongerenwerk levert een actieve bijdrage aan het Overleg Jeugd en Veiligheid en werkt samen met politie. Overlast-situaties, bijvoorbeeld in het uitgaansgebied, worden in samenwerking met gemeente en politie aangepakt. Er is aantoonbaar inzicht in de jongeren in de gemeente Bussum (groepen en individuele jongeren) die rondhangen op straat en (mogelijk) overlast veroorzaken. Het jongerenwerk heeft een vertrouwensband opgebouwd met de doelgroep. Het jongerenwerk heeft - in samenwerking met de politie - jongeren (en eventueel hun ouders), buurtbewoners en ondernemers betrokken bij het zelf aanpakken van probleem- en overlastsituaties; Partners: politie (jeugdagent), woningcorporaties, gemeente Bussum
11
3.4 Werkwijze 2014 De werkwijze van het jongerenwerk 2014 en verder zal uitgevoerd worden aan de hand van de benoemde uitgangspunten, doelen en beoogde resultaten. Dat betekent onder andere:
Geen locatiegebonden jongerenwerk Ambulant jongerenwerk Naar aanleiding van de pilot van Versa de werkwijze ambulant jongerenwerk bijsturen Verdere uitwerking is verantwoordelijkheid van het College van B&W mits uitvoering binnen de beschikbare middelen wordt uitgevoerd.
De tweede helft van 2013 heeft Versa Welzijn de pilot ambulant jongerenwerk uitgevoerd op verzoek van de gemeente. Deze pilot zal op basis van bovenstaande doelen worden geëvalueerd in het eerste kwartaal van 2014.. Een heldere verantwoording van Versa zal hiervoor de input vormen. Op basis daarvan wordt een besluit genomen over de wijze waarop de werkwijze uit de pilot wordt voortgezet In 2014 kan vervolgens een aanvraag voor de uitvoering van jongerenwerk vanaf 2015 worden gedaan conform richtlijnen Subsidie Meerjaren Welzijnskader 2013-2016. Op basis daarvan zullen de prestatieafspraken aangaand het ambulant jongerenwerk worden vastgelegd in de subsidiebeschikking volgens de methode beleidsgestuurde contractfinanciering. Deze methode wordt al enkele jaren toegepast voor de subsidiering van Versa.
12
4. Jeugdparticipatie 4.1 Een andere invulling van jeugdparticipatie De gemeente Bussum vindt het belangrijk om jongeren vanuit een positieve houding te benaderen. Jeugd heeft de (lokale)samenleving namelijk veel meer te bieden dan menigeen vaak denkt. Als jongeren zich verbonden voelen met de gemeente waarin zij leven en die hen een podium biedt om talenten te ontwikkelen, dan kunnen jongeren volwaardig participeren in de samenleving. Jeugdparticipatie is geen doel op zich is, maar een middel om elkaar versterkende, doelstellingen te realiseren. Jeugdparticipatie bestaat enerzijds uit meedenken over beleid en politieke inhoud en anderzijds uit het organiseren en realiseren van activiteiten van en door jongeren. Aan jeugdparticipatie is door de gemeente in het verleden op diverse manieren vorm gegeven. De Jongerenadviesraad (JAR) en later Jong Bussum zijn in Bussum al jarenlang het orgaan voor jongerenparticipatie. De gemeente Bussum subsidieerde en faciliteerde deze jongeren om het jeugdbeleid van Bussum kritisch te volgen. Daarnaast waren er diverse andere vormen van jeugdparticipatie (zie kader). Jong Bussum is echter geen garantie gebleken voor een Jongerenparticipatie in de afgelopen jaren succesvolle wijze van jeugdparticipatie in Jongerenevenementenorganisatie (JEVO) is opgericht om Bussum. Jong Bussum bestaat uit een klein in de behoefte van jongeren te voorzien m.b.t. groepje, met een wisselend aantal jongeren, uitgaansmogelijkheden. In 2011 is besloten dat de . De doorstroom van jongeren is een jongerenwerker van Versa de jongeren begeleidt die hierin aandachtspunt. Het is in deze vorm lastig is actief willen zijn. Versa begeleidde al de Jongeren om participatie te organiseren is waar de AdviesRaad (JAR) en na enkele maanden zijn JAR en afspiegeling van de Bussumse jeugd en de JEVO samengevoegd tot Jong Bussum. Naast diverse continuïteit gewaarborgd is. kleinere evenementen heeft Jong Bussum een groot De gemeente Bussum vindt dat een andere invulling moet worden gekozen waarbij jeugdparticipatie op grotere schaal plaats kan vinden en waarbij jongeren zelf de drijvende kracht zijn. Hieronder worden de doelen en beoogde resultaten geformuleerd.
evenement gerealiseerd (Summer Vibes, 2 juni op het Raadhuisplein). Ook heeft Jong Bussum een jongerenkrant-project opgezet. Dit is uitgegroeid tot ‘ Spreektaal’. Jongeren van Jong Bussum en leerlingen van het Voortgezet Onderwijs hebben in het kader van een profielwerkstuk de krant ‘Spreektaal’ geschreven onder begeleiding van een communicatiebureau. Ook is door Jong Bussum een enquête onder de Bussumse jeugdigen uitgezet. Deze wijze van jongerenparticipatie heeft zeker een aantal goede resultaten opgeleverd. Echter, per saldo is het aantal betrokken jongeren gering en was de relatie tussen beleiding en initiatief vanuit de jongeren niet altijd in balans. Daarnaast zijn er in de afgelopen jaren incidentele participatietrajecten geweest, waarbij jongeren ijverden voor een skatebaan of meedachten in de inrichting van een speeltuin. Ook komt jaarlijks een groep middelbare scholieren naar het gemeentehuis voor kennismaking met de gemeente en de werking van de lokale democratie.
13
4.2 Wat willen we bereiken met jeugdparticipatie (doelen)? Uitvoering geven aan jeugdparticipatie is niet eenvoudig. In het verleden zijn al diverse insteken uitgeprobeerd die geen garantie gebleken voor een succesvolle wijze van jeugdparticipatie in Bussum. Dat wil zeggen: jeugdparticipatie op grotere schaal waarbij jongeren zelf de drijvende kracht zijn. Om die reden is een andere invulling gewenst. Om te kunnen sturen op jeugdparticipatie is het van belang om een doelen vast te stellen. De doelen worden uitgewerkt in gewenste resultaten.
4.2.1 Meedoen en betrokken zijn bij de eigen leefomgeving Het is belangrijk dat jongeren in Bussum zich thuis voelen in de (lokale) maatschappij en dat zij zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf en zich ook betrokken voelen bij hun directe omgeving. Gemeentelijk beleid en lokale politiek is voor veel jongeren geen dagelijkse praktijk, terwijl de gemeente veel besluiten neemt die voor jongeren relevant zijn De gemeente Bussum wil de maatschappelijke betrokkenheid onder jeugd en jongeren dan ook graag stimuleren. We willen jongeren stimuleren hun mening te geven als het gaat om gemeentelijk beleid en lokale politiek en hen prikkelen om na te denken over wat zij zélf kunnen betekenen voor hun eigen (leef)omgeving.
a. Input voor beleid op incidentele basis In de nieuwe vorm gaan jongeren op incidentele basis advies geven over voor jeugd relevante (beleids)thema’s op het moment dat deze concreet spelen. Door inspraak en overleg met jeugd ontstaat meer zicht op hun wensen, problemen en behoeften. Zo kunnen voorzieningen en beleid meer worden toegesneden op wat verschillende groepen jeugd nodig hebben. Dit draagt bij aan kwalitatief en effectief beleid.
b. Bijdrage kwaliteitsverhoging basisvoorzieningen Jeugdparticipatie draagt bij aan de kwaliteitsverhoging van de gemeentelijke basisvoorzieningen waarvan jeugd (in)direct gebruik maakt. Concreet betekent dit dat organisaties bij de uitvoering van basisvoorzieningen zich richten op vragen of behoeften uit de wijk en aansluiten bij initiatieven of deze faciliteren. Als sprake is van gemeentelijke financiering dan wordt inzichtelijk gemaakt hoe de vraag van de doelgroep in kaart is gebracht.
Resultaten
Aan het onderwijs wordt de mogelijkheid geboden om leerlingen kennis te laten maken met de gemeente en met de locale democratie. Dit moment wordt door de gemeente ook gebruikt om de jongeren te vragen waar ze meer of minder tevreden over zijn in Bussum. Bij concrete beleidsontwikkelingen vanuit de gemeente die de doelgroep raken wordt jeugdparticipatie georganiseerd passend bij en gekoppeld aan die concrete ontwikkeling. initiatieven van jongeren zelf kunnen zij op een laagdrempelige wijze bij de Bussumse politiek voor het voetlicht brengen zodat er zicht is op de behoefte en ideeën van jongeren en hierover met de jongeren van gedachten gewisseld kan worden. Gesubsidieerde instellingen, die collectieve voorzieningen bieden voor jongeren maken inzichtelijk in hun aanvraag en rapportage hoe zij de vraag centraal stellen en hoe het aanbod hierop inspeelt. Ook het jongerenwerk werkt dus vraaggericht. In het EMOVO- onderzoek worden jongeren (2e en 4e klassers) 4-jaarlijks gevraagd naar hun gezondheid en welzijn, daarin is ook aandacht voor de (aanwezigheid en beoordeling van) basisvoorzieningen. Partners: Jongerenwerk, GGD (EMOVO-onderzoek), onderwijs, gemeente en politieke partijen
14
4.2.2 Ruimte voor eigen initiatieven Er zijn in Bussum veel mogelijkheden voor kinderen en jongeren om hun talenten te ontwikkelen. Er is een breed aanbod aan activiteiten die in verenigingsverband worden georganiseerd op het gebied van sport en cultuur. Bussum vindt een positieve benadering van jongeren belangrijk. Bussumse jongeren hebben allerlei talenten en we willen deze inzetten op verschillende gebieden zoals muziek, creativiteit, cultuur, organisatie, sport, begeleiden van andere jongeren etc. Om jongeren te activeren moeten jongeren op de juiste manier worden benaderd en hen het vertrouwen worden gegeven om hun ideeën vorm te kunnen geven.
a. Professionele begeleiding bij het activeren van jongeren Jongeren hebben begeleiding nodig van professionals bij het ontplooien van eigen initiatief. Het is daarbij belangrijk dat het initiatief van de jongeren zelf komt en dat de professionals de uitvoering niet overnemen. Door samen te werken met bestaande instellingen en gebruik te maken van de netwerken, accommodaties en mogelijkheden die er al zijn kunnen initiatieven van uiteenlopende groepen jongeren gefaciliteerd worden. De ervaring met Jevo leert dat het voor professionals lastig is initiatieven volledig bij jongeren te laten. Dit vergt een bepaalde ervaring en methodiek. We willen aansluiten bij een organisatie die hier veel ervaring mee heeft opgedaan en kan aantonen hierin succesvol te zijn.
Resultaten:
Er wordt een slagvaardige, professionele organisatie aangesteld die jongeren kan begeleiden bij het organiseren en uitwerken van projecten en evenementen Samenwerking met jongerenwerk, onderwijs, sportverenigingen, het lokale bedrijfsleven en andere organisaties die met jongeren werken; Verbindingen leggen met initiatieven die er al zijn in Bussum Begeleiding van jongeren bij fondsenwerving, het vinden van sponsoren en subsidieaanvragen
4.3 Werkwijze De jongerenparticipatie kent twee pijlers; inzicht in de vraag en behoefte van jongeren en inspraak door jongeren bij de ontwikkeling van gemeentelijk beleid ruimte voor en ondersteuning van eigen initiatieven van jongeren.
In de verantwoording naar de raad, bijvoorbeeld in de jaarrekening, zal gerapporteerd worden waarbij en hoe jongeren hun stem hebben kunnen laten horen in gemeentelijke beleidsontwikkeling. Bij subsidieverlening wordt gekeken hoe organisaties de vraag van de inwoners, in dit geval de jongeren, inzichtelijk hebben gemaakt. Enquêtes zoals het Emovo onderzoek, de wijkmonitor en “Waar staat je gemeente” moeten inzichtelijk maken of de Bussumse jeugd zich meer gehoord voelt.
15
Voor de ondersteuning van eigen initiatieven van jongeren heeft de gemeente zich in 2013 georiënteerd op mogelijke werkvormen en organisaties. Op dit moment wordt gedacht aan een samenwerking met de organisatie STAD omdat zij voldoen aan de gestelde uitgangspunten. In de eerste helft van 2014 zal het college nadere afspraken maken voor een driejarige pilot met STAD, rekening houdend met eerder door de gemeenteraad genoemde aspecten:
De organisatie werkt volgens kwalitatieve en kwantitatieve prestatieafspraken; Er vindt heldere en duidelijke verantwoording plaats in de vorm van een rapportage. De uitgaven voor jeugdparticipatie moeten binnen de begroting blijven Jaarlijks moet de mogelijkheid bestaan tot evaluatie en eventueel ontbinding van contract.
16
5 Financiën In de programmabegroting zijn structureel bedragen beschikbaar gesteld voor jeugdbeleid, in programma 8. Uitgangspunt is dat jongerenwerk en jeugdparticipatie uitgevoerd binnen de reeds beschikbare middelen. Dit wordt bereikt door een herijking van de bestaande budgetten. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de begrote kosten in 2014, vanuit herijkte budgetten en ter vergelijking de begrote kosten in 2013. Het verschil in budget wordt veroorzaakt doordat voor enkele budgetten een indexering geldt. Voor de subsidies wordt in het kader van de bezuinigingstaakstellingen al enkele jaren de nullijn gehanteerd.
Begrote kosten 2014 Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar Centrum voor Jeugd en Gezin Versa ambulant jongerenwerk Begeleiding eigen initiatieven jongeren (STAD) Budget voor participatie/inspraak jeugd Wijkactiviteiten kinderen Versa Tienerwerk SKBNM Peuterspeelzaalwerk regulier (SKBNM, Versa) Overige subsidies jeugd Ruimte voor incidentele subsidies Totaal
€ 710.743 € 307.959 € 104.000 € 100.000 € 5.000 € 80.408 € 41.499 € 192.807 € 30.736 € 10.000 € 1.583.152
Begrote kosten 2013 Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar Centrum voor Jeugd en Gezin Jeugd-en jongerenwerk Versa JAR Jevo Wijkactiviteiten kinderen Versa Tienerwerk SKBNM Peuterspeelzaalwerk regulier (SKBNM, Versa) Overige subsidies jeugd Vrije ruimte incidentele subsidies Totaal
€ 707.818 € 307.859 € 104.000 € 13.100 € 16.100 € 80.408 € 41.499 € 192.807 € 30.736 € 84.158 € 1.578.485
Naast bovenstaande inzet investeert de gemeente in de optimale ontwikkeling van de jeugd via het onderwijsachterstandenbeleid (programma 5). De gemeente beschikt over een hoog voorzieningenniveau op het gebied van onderwijshuisvesting, sport en cultuur. Specifiek voor de jeugd worden middelen besteed aan de (jeugd)bibliotheek (programma 6), stimuleert de gemeente de participatie via het minimabeleid (ISR, jeugdsportfonds, jeugdcultuurfonds en kunst- en sportcarrousel, programma 9) en streeft de gemeente naar meer jongerenhuisvesting (programma 12).
17