Kadernota
“Meedoen” In Midden-Drenthe
“Aansluiting met de samenleving”
Miriam Smid-Mos Afdeling Samenlevingszaken Gemeente Midden-Drenthe Oktober 2008
1
INHOUDSOPGAVE
2
Inleiding
3
1. Landelijk beleid en de Midden-Drentse aanpak 1.1 Landelijk beleid 1.2 De huidige situatie in Midden-Drenthe in het kort
4 4 4
2. Steunpunt vrijwilligerswerk in Midden-Drenthe 2.1 Aanleiding 2.2 Aanpak 2.2.1 Consultaties 2.3 Toekomstbeeld 2.3.1 Fysiek steunpunt 2.3.2 Digitaal steunpunt 2.4 Inrichting 2.5 Vervolgstappen na de inrichting
5 5 5 6 6 7 7 7 8
3. Onder te brengen projecten bij het steunpunt vrijwilligerswerk 3.1 Sociale activering 3.1.1 Relatie met het steunpunt 3.2 Klussendienst 3.2.1 Relatie met het steunpunt 3.3 Maatschappelijke Stages 3.3.1 Relatie met het steunpunt
9 9 9 9 9 10 10
4. Ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers 4.1 Relatie met het steunpunt
10 10
5. Financiering 5.1 Subsidies op grond van het huidige vrijwilligersbeleid
10 11
Bijlagen 1. Adviesrapport “Steunfunctie vrijwilligerswerk in Midden-Drenthe” 2. KENvrijwilligerswerk
2
Inleiding “Meedoen” in Nederland Iedereen in de Nederlandse samenleving moet kunnen “meedoen”. Dan wel door middel van een betaalde baan, dan wel in vrijwilligerswerk of bijvoorbeeld in de zorg voor anderen. Inwoners van Midden-Drenthe dienen volop in de samenleving te kunnen participeren en hiertoe te worden uitgenodigd, zodat mensen niet ongewenst buiten de maatschappij blijven staan. Doelstellingen uit het beleidsprogramma van kabinet Balkende IV zijn onder andere het realiseren van een toename van het aantal vrijwilligers en goede begeleiding van vrijwilligersorganisaties. Ook moeten leerlingen uit het voortgezet onderwijs vanaf 2011 een verplichte maatschappelijke stage lopen. Om deze doelstellingen te realiseren zijn middelen aan de Nederlandse gemeenten ter beschikking gesteld. Eén van de belangrijkste peilers binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is het volwaardig participeren van alle burgers in Nederland. De Nederlandse gemeenten hebben hierin een regierol. In het Wmo activiteitenplan 2008-2012 staat dat er in 2008 een nota vrijwilligerswerk wordt opgesteld. Van daaruit is de opdracht door het college van de gemeente Midden-Drenthe gegeven om een Kadernota op te stellen voor een Steunpunt vrijwilligerswerk waarbij een aantal projecten kunnen worden ondergebracht. Kadernota “ Meedoen” in Midden-Drenthe In deze nota worden de kaders neergezet voor het oprichten van een steunpunt vrijwilligerswerk en projecten die we bij het steunpunt onder willen gaan brengen. In het Plan van Aanpak leest u hoe we de komende twee jaar met de inrichting van het steunpunt aan de slag gaan. Binnen de gestelde kaders gaan Stichting Welzijn Midden-Drenthe, Stichting Welzijn Ouderen en de Gemeente Midden-Drenthe gezamenlijk om tafel om het beleid verder uit te werken. Mogelijk schuiven ten tijde van het proces meerdere partijen aan. Het beleid wordt in drie achtereenvolgende deelnota’s verder uitgewerkt: - Sociale activering (november 2009) - Een klussendienst (januari 2010) - Maatschappelijke stages (december 2010) - Ondersteuning verenigingen en instellingen (april 2010) Per deelnota komen ook de kosten en financiering aan de orde. De ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers is een andere tak van sport dan de ondersteuning van vrijwilligers en verenigingen. Het streven is om in oktober 2009 een zelfstandige nota aan de gemeenteraad te kunnen aanbieden met betrekking tot de ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers.
3
1. Landelijk beleid en de Midden-Drentse aanpak 1.1 Landelijk beleid De zesde pijler uit het beleidsprogramma van kabinet Balkenende IV is sociale samenhang. De kracht en de kwaliteit van de samenleving wordt bepaald door onderlinge betrokkenheid. Dit begint met meedoen. In een betaalde baan, in het vrijwilligerswerk en in de zorg voor anderen. Sociaal is het niet aanvaardbaar dat mensen buiten de samenleving staan. Meedoen staat centraal. De doelstellingen zijn om een toename van het aantal vrijwilligers en goede begeleiding van vrijwilligersorganisaties te organiseren. Ook moeten alle leerlingen uit het voortgezet onderwijs vanaf 2011 een verplichte maatschappelijke stage lopen. Het aantal vrijwilligers dreigt af te nemen. Goede ondersteuning en begeleiding is nodig om vrijwilligers te behouden en nieuwe groepen te winnen. De al bestaande steunpunten vrijwilligerswerk vervullen daarbij een cruciale rol. De ministeries van VWS en OCW hebben de keuze gemaakt om te investeren in de zogenaamde lokale makelaarsfunctie. De taken die onder de makelaarsfunctie vallen zijn: • Het versterken van vrijwilligerswerk in den brede. • Het bieden van passend aanbod aan de leerling indien dit nodig is. • Het ondersteunen van organisaties bij het plaatsen van vrijwilligers en maatschappelijke stagiairs. • Het bevorderen dat de stagiair van nu de vrijwilliger van de toekomst wordt. Het ministerie stelt hier middelen voor ter beschikking. Met deze middelen kan de gemeente de makelaarsfunctie vorm gaan geven. Daarbij moet zoveel mogelijk worden aangesloten bij al bestaande initiatieven. Het opzetten van een makelaarsfunctie staat niet los van andere beleidsthema’s waaronder ook prestatieveld 1, 3 en 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit zijn respectievelijk leefbaarheid en sociale samenhang, vrijwilligerswerk en mantelzorg en het bevorderen van deelname aan de samenleving. 1.2 De huidige situatie in Midden-Drenthe in het kort De ondersteuning van vrijwilligers in de gemeente Midden-Drenthe wordt op dit moment voor een groot deel door Stichting Welzijn Midden-Drenthe en Stichting Welzijn Ouderen verzorgd. Stichting Welzijn Ouderen bemiddelt tevens tussen vrijwilligers en ouderen en/of mensen met een beperking en houdt zich bezig met de ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers. Van alle 12 gemeenten uit Drenthe zijn er 10 gemeenten die een steunpunt vrijwilligerswerk opgericht hebben. De gemeente Midden-Drenthe en Westerveld zijn de twee gemeenten die (nog) geen steunpunt hebben.
4
2. Steunpunt vrijwilligerswerk in Midden-Drenthe 2.1 Aanleiding In de evaluatie van het vrijwilligersbeleid van januari 2005 wordt geadviseerd de mogelijkheden van een digitale vrijwilligersvacaturebank te onderzoeken. In 2007 heeft de gemeente Midden-Drenthe laten onderzoeken welke huidige hulpbronnen, organisaties en ontwikkelingen nodig zijn om een steunpunt vrijwilligerswerk in deze gemeente te ontwikkelen. Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door middel van een subsidie die door het ministerie van VWS beschikbaar is gesteld. Dit initiatief heeft de naam AVI 130 (Advies Vrijwillige Inzet) gekregen. Het onderzoek is uitgevoerd door een adviseur van STAMM CMO Drenthe. Zij is inhoudelijke expert op het gebied van vrijwillige inzet. Het adviesrapport “Steunfunctie vrijwilligerswerk in Midden-Drenthe” van februari 2008 zal ter ondersteuning bij de uitwerking en inrichting van een steunpunt worden gebruikt. Het adviesrapport is als bijlage bijgevoegd. In het Wmo activiteitenplan 2008-2012 staat dat er in 2008 een nota vrijwilligerswerk wordt opgesteld. Centraal in die nota staat de ontwikkeling van een professioneel aangestuurde Vrijwilligers Vacaturebank die als taken in elk geval meekrijgt: - vacatures leveren voor uitkeringsgerechtigden (sociale activering) - klussendienst in het kader van maatschappelijke opvang - ondersteuning van instellingen en verenigingen. Doel is om een steunpunt vrijwilligerswerk in den brede op te richten, waarbij de volgende projecten worden ondergebracht: - sociale activering van bijstandsgerechtigden - collectieve activiteiten in het kader van de Wmo, waaronder een klussendienst - maatschappelijke stages Op deze manier maakt de gemeente Midden-Drenthe een begin met de invulling van de zogenoemde “lokale makelaarsfunctie”. In de punten 3 tot en met 3.3.1 worden de kaders van de bovengenoemde punten verder uitgewerkt. In punt 4 wordt kort ingegaan op de ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers en de relatie met het steunpunt. 2.2 Aanpak Bij de totstandkoming van deze kadernota en het plan van aanpak zijn de volgende partijen betrokken op basis van de bij hen aanwezige expertise en toegang tot bestaande sociale netwerken. - Stichting Welzijn Midden-Drenthe - Stichting Welzijn Ouderen Midden-Drenthe - Gemeente Midden-Drenthe Zonder de inzet van deze partijen kan geen steunpunt opgericht worden. Beide stichtingen hebben uitgesproken meerwaarde te zien in een steunpunt vrijwilligerswerk en zijn bereid hun aandeel daaraan te leveren, wat een voorwaarde is om deze nota tot uitvoering te kunnen brengen. Zij zullen gezamenlijk de schouders eronder gaan zetten om een MiddenDrents steunpunt vrijwilligerswerk op te zetten.
5
2.2.1 Consultaties Door middel van interviews zijn Stichting Welzijn Midden-Drenthe en Stichting Welzijn Ouderen Midden-Drenthe geconsulteerd. In deze interviews zijn een vijftal vragen voorgelegd die betrekking hebben op de inrichting van een steunpunt, eventuele valkuilen, mogelijke oplossingen voor deze valkuilen en wat we als Gemeente Midden-Drenthe eventueel nog verder van de beide welzijnsstichtingen mogen verwachten. De input uit de interviews vormt de basis voor deze nota en het bijgevoegde Plan van Aanpak dat tevens onderdeel van deze Kadernota uitmaakt. 2.3 Toekomstbeeld Door een fysiek en digitaal steunpunt op te zetten, is er één punt waar vrijwilligers, organisaties en verenigingen terecht kunnen voor alles wat met vrijwilligerswerk te maken heeft. De uitvoering wordt ondergebracht bij Stichting Welzijn Midden-Drenthe en Stichting Welzijn Ouderen. De beide stichtingen bereiken niet alle vrijwilligers in de Gemeente Midden-Drenthe. Daarom zal in de voorbereiding, presentatie en toekomst veel aandacht aan de brede doelgroep besteed moeten gaan worden en hoe we de doelgroep het beste kunnen bereiken. Een paar voorbeelden daarvan zijn de sportverenigingen en het onderwijs. De inzet van vrijwilligers is nodig en van grote waarde in het onderwijs en voor het functioneren van de sportverenigingen. Het beeld van het steunpunt moet breed zijn. Het steunpunt werkt aanvullend op de bestaande structuren in gemeente Midden-Drenthe. Het steunpunt is vergelijkbaar met een spin in een web. Zoals eerder gezegd, zal zij verbindingen leggen tussen al bestaande netwerken en doelen. Stichting Welzijn Midden-Drenthe en Stichting Welzijn Ouderen hebben waardevolle kennis en netwerken in huis waardoor zij binnen Midden-Drenthe de beide partijen zijn waarbij het steunpunt het beste ondergebracht kan worden. In overleg tussen beide stichtingen is overeengekomen dat Stichting Welzijn Midden-Drenthe en Stichting Welzijn Ouderen gezamenlijk verantwoordelijkheid gaan dragen voor de inhoudelijke uitvoering van het in de toekomst naar aanleiding van deze kadernota vast te stellen vrijwilligersbeleid. Voor alle zakelijke aspecten rondom de uitvoering, zoals budgetbeheer, het werkgeverschap van aan te stellen uitvoerend medewerkers, locatiebeheer en dergelijke zal Stichting Welzijn Midden-Drenthe verantwoordelijk zijn. Binnen het steunpunt worden de volgende functies uitgevoerd: Bemiddeling (waaronder een vrijwilligersvacaturebank) Omschrijving: het bij elkaar brengen van vraag en aanbod in het vrijwilligerswerk. Belangenbehartiging Omschrijving: het behartigen van de belangen van vrijwilligers en vrijwilligerswerk in het algemeen bij alle relevante groepen en organisaties. Informatie en advies Omschrijving: het verstrekken van informatie en advies aan klanten van het steunpunt over vrijwilligerswerk in het algemeen in de plaatselijke situatie en aanverwante terreinen. Deskundigheidsfuncties Omschrijving: ervoor zorgen dat vrijwilligers de benodigde deskundigheidsbevordering kunnen krijgen, gericht op het functioneren in het vrijwilligerswerk. Promotie Omschrijving: het zorgen voor voldoende bekendheid van en waardering voor vrijwilligerswerk bij doelgroepen in het werkgebied. Binnen deze functies wordt de ondersteuning aan vrijwilligers en verenigingen geregeld, zoals genoemd in prestatieveld 4 van de WMO.
6
2.3.1 Fysiek steunpunt De hoofdlocatie van het fysieke steunpunt wordt in Beilen gevestigd op een nog nader te bepalen locatie. Verder zal per dorp bekeken worden of en waar eventueel dislocaties ingericht kunnen worden. Wat betreft de dislocaties zal in elk geval het uitgangspunt zijn om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande initiatieven. 2.3.2 Digitaal steunpunt KENvrijwilligerswerk is een kennis- en expertisenetwerk van lokale steunpunten vrijwilligerswerk, provinciale vrijwilligersorganisaties en op termijn gemeenteambtenaren vrijwilligerswerk. De website www.vrijwilligerswerkdrenthe.nl is ontwikkeld door KEN om het vrijwilligerswerk in Drenthe te promoten en voor vrijwilligers toegankelijker te maken. Deze digitale vacaturebank maakt het mogelijk om gemeentegrens overschrijdend vacatures en vrijwilligers te matchen waardoor een breder bereik wordt gerealiseerd. De overige 10 steunpunten vrijwilligerswerk in de provincie Drenthe zijn tevens aangesloten bij KENvrijwilligerswerk. Het steunpunt vrijwilligerswerk in Midden-Drenthe zal zich dan ook bij dit samenwerkingsverband aan gaan sluiten. In de bijlagen vindt u meer informatie. 2.4 Inrichting Het steunpunt moet nog helemaal ingericht worden. Om een goed product op een zorgvuldige wijze tot stand te kunnen brengen zal dat tijd, deskundigheid en geld vragen. Het voorstel is om een coördinator in dienst te nemen voor in eerste instantie de duur van twee jaar die zich bezig zal gaan houden met de inrichting van het steunpunt. Om de opgebouwde en waardevolle kennis van de coördinator na twee jaar niet te verliezen, zal beoordeeld worden of deze functie na de periode van twee jaar kan worden voortgezet. De coördinator zal in dienst zijn bij Stichting Welzijn Midden-Drenthe en met behulp van een gemeentelijke subsidie mogelijk worden gemaakt. Ook de kosten voor accommodatie, software, bureau, overhead en dergelijke zullen met deze subsidie worden gedekt. De coördinator schrijft een plan van aanpak voor het eerste jaar met deze nota als belangrijkste uitgangspunt. In dat plan van aanpak staan in elk geval vertaald: - de uit te voeren activiteiten in het eerste jaar - een haalbare tijdsplanning en - voor welke activiteiten meer uitvoerend personeel (in fte’s) nodig zal zijn dan enkel de coördinator Kortom, wat er allemaal moet gebeuren voordat de eerste klanten binnen komen stappen. Bij het plan van aanpak levert de coördinator een begroting van de kosten. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen aanloopkosten en structurele kosten. Naast het schrijven van het plan van aanpak, gaat de coördinator zich alvast bezighouden met de ontwikkelingsuitvoering. In het startjaar is waarschijnlijk meer personele inzet nodig, zeker wanneer projecten, zoals benoemd onder punt 2.1, bij het steunpunt worden ondergebracht. Ten aanzien van de verdere personele inzet zullen we te zijner tijd een nader besluit nemen. Het plan van aanpak moet houvast en richting geven aan het werk in het eerste jaar en wordt bij de verantwoording richting de Gemeente Midden-Drenthe gebruikt. De Gemeente Midden-Drenthe heeft de regierol en zal akkoord moeten gaan met het plan van aanpak en de bijgeleverde begroting van de kosten. In mei of juni in 2010 evalueert de gemeente het eerste jaar en worden nieuwe afspraken voor het tweede jaar gemaakt.
7
2.5 Vervolgstappen na de inrichting Nadat het steunpunt is ingericht en in gebruik genomen, worden de volgende projecten achtereenvolgens bij het steunpunt ondergebracht. Deze projecten vragen meerdere competenties waarmee bij de inzet van personeel rekening gehouden moet worden. Ter indicatie is een door de gemeente na te streven tijdspad aangegeven waarop de verschillende nota’s in de raad gebracht worden. - sociale activering van klanten met een bijstandsuitkering (november 2009) - een klussendienst (januari 2010) - maatschappelijke stages (december 2010) “Het steunpunt vrijwilligerswerk en alle projecten in beeld”
Steunpunt vrijwilligerswerk (december 2008) - bemiddeling (waaronder vacaturebank) - belangenbehartiging - informatie en advies - deskundigheidsfuncties - promotie
Sociale activering November 2009
Maatschappelijke Stages December 2010
Ondersteuning Mantelzorgers/ Zorgvrijwilligers * Oktober 2009
Klussendienst Januari 2010
* Daar waar mogelijk worden verbindingen gelegd met het steunpunt
8
3. Onder te brengen projecten bij het steunpunt vrijwilligerswerk 3.1 Sociale activering Vanuit de Wet Werk en bijstand (WWB) heeft de gemeente de plicht de WWB doelgroep te ondersteunen bij de re-integratie naar de reguliere arbeidsmarkt. Onder deze plicht valt ook het aanbieden van voorzieningen die gericht zijn op de re-integratie naar de reguliere arbeidsmarkt. Onder het aanbod van voorzieningen valt ook sociale activering. Als werk nog niet tot de mogelijkheden behoort, dan wordt de klant gestimuleerd om naar vermogen “mee te doen” in de samenleving. Hier ligt het snijpunt tussen enerzijds de WWB met als belangrijkste uitgangspunt “werk boven inkomen uit uitkering” en anderzijds de Wmo met als rode draad “meedoen”. 3.1.1 Relatie met het steunpunt vrijwilligerswerk Het verrichten van vrijwilligerswerk en het uitvoeren van klussen (zie punt 3.2) kan goed onderdeel uitmaken van een plan tot activeren van bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Daarom is ervoor gekozen om sociale activering als project bij het steunpunt onder te brengen. Het steunpunt verzorgt de bemiddeling naar een geschikte vrijwilligersplaats. De vrijwilligersplaatsen en klussen die beschikbaar zijn in het kader van sociale activering zullen bij voorkeur in de woonplaats van de klant plaatsvinden. Op die manier zal de betrokkenheid van de klant groter worden en heeft de klant meer mogelijkheden om binnen zijn eigen omgeving weer deel uit te gaan maken van de lokale samenleving. 3.2 Klussendienst Vanuit de Wmo is de gemeente onder andere verantwoordelijk voor het optimaal laten participeren van burgers in de lokale samenleving. We zullen mensen met een WWB uitkering actief uitnodigen zich in te zetten voor de samenleving. Door middel van een actief uitnodigingsbeleid en een voldoende inzichtelijk aanbod van gerichte klussen moet het mogelijk zijn om hen op een passende wijze te betrekken bij activiteiten die voor de samenleving en eigen omgeving van belang. Vanuit de gemeente Midden-Drenthe zal een initiatief worden ontwikkeld dat hierop aansluit en waarbij alle van belang zijnde partijen worden betrokken, waaronder ook het (op te richten) Steunpunt vrijwilligerswerk. Vanuit het initiatief Ouderen Onder Dak is bekend dat er binnen de Gemeente Midden-Drenthe in elk geval behoefte bestaat aan hulp bij structureel tuinonderhoud. Andere behoeften aan hulp moet worden geïnventariseerd. Bij het te ontwikkelen initiatief kan op deze behoeften worden ingespeeld. Naast dit nieuw te ontwikkelen initiatief blijft de huidige klussendienst bestaan. Deze wordt gecoördineerd vanuit Stichting Welzijn Ouderen Midden-Drenthe. Door de bestaande loketten van zorg- en dienstverlening kan worden gesignaleerd, dat iemand bijvoorbeeld eenmalig hulp nodig heeft bij het tuinonderhoud. Vanuit het loket wordt dan een vrijwilliger gezocht die de gevraagde hulp kan bieden. 3.2.1 Relatie met steunpunt vrijwilligerswerk Het steunpunt beschikt over een uitgebreid netwerk en verzorgt al de bemiddeling naar vrijwilligerswerk in het kader van sociale activering. Het steunpunt zal dan ook het beste een initiatief kunnen uitvoeren waarbij mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt door middel van het uitvoeren van gerichte klussen een stap dichter bij het reguliere arbeidsproces komen. Naast mensen die klussen vanuit een traject sociale activering, kunnen ook de overig geïnteresseerde burgers terecht bij het steunpunt die behulpzaam willen zijn binnen de klussendienst. Ook blijft de mogelijkheid bestaan om dat via de bestaande loketten voor zorg- en dienstverlening te doen.
9
3.3 Maatschappelijke stages In 2011/ 2012 wordt de maatschappelijke stage voor instromende leerlingen wettelijk verplicht. Dat betekent dat vanaf schooljaar 2011/ 2012 geen diploma meer behaald kan worden zonder dat de leerling een maatschappelijke stage heeft uitgevoerd. Dit betekent dat de leerlingen van het VMBO, HAVO, VWO en Voortgezet speciaal onderwijs uit Midden-Drenthe in de periode voor het schooljaar 2011/ 2012 een stage van 72 uur uitgevoerd moeten hebben. De leerlingen en scholen zelf zijn hiervoor primair verantwoordelijk. 3.3.1 Relatie met het steunpunt vrijwilligerswerk Voor de gemeente ligt er een verantwoordelijkheid om een effectieve lokale of regionale infrastructuur voor bemiddeling en ondersteuning van vrijwilligerswerk én maatschappelijke stages te ontwikkelen. Hierin krijgt het steunpunt in Midden-Drenthe een rol te vervullen. 4. Ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers Het verrichten van mantelzorg komt voort uit een persoonlijke band die de mantelzorger voelt met diegene die verzorgd wordt. De mantelzorger vindt het vaak vanzelfsprekend of voelt zich verplicht de zorg te verlenen en er kan altijd een beroep op de mantelzorger worden gedaan. In deze punten verschilt het mantelzorgen van het “andere” vrijwilligerswerk waarin ontmoeting, leren en sociale contacten kenmerkend zijn. Een mantelzorger zal zichzelf ook geen vrijwilliger noemen. Zorgvrijwilligers zijn in onze visie vrijwilligers die lichte verzorgende handelingen verrichten, ondersteuning verlenen aan een familie met soms lichte huishoudelijke taken. 4.1 Relatie met het steunpunt vrijwilligerswerk Het zal duidelijk zijn dat ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers een andere benadering dan het “reguliere” vrijwilligerswerk vraagt. De planning is in oktober 2009 een aparte notitie met betrekking tot mantelzorg aan de gemeenteraad aan te kunnen bieden. Het steunpunt vrijwilligerswerk zal geen bestaande initiatieven op het gebied van mantelzorg en vrijwillige zorg voor de voeten lopen. Er zal gekeken worden waar en op welke wijze verbindingen met het steunpunt gelegd kunnen worden. 5. Financiering De gemeente Midden-Drenthe ontvangt van 2008 tot en met 2011 extra middelen uit de Participatie-envelop voor het ontwikkelen en versterken van een effectieve ondersteuningsstructuur (de zogenoemde makelaarsfunctie, zoals uitgelegd in punt 1.1) voor vrijwilligerswerk én maatschappelijke stages. In de algemene uitkering zijn voor de jaren 2009 en 2010 de volgende bedragen voor maatschappelijke stage opgenomen: voor 2009: € 22.400,- en voor 2010: € 29.900,-. Voor de ontwikkeling en uitvoering van het steunpunt is € 150.000,- subsidie nodig voor de jaren 2009 en 2010. Deze subsidie wordt verleend aan de Stichting Welzijn Midden-Drenthe. Voorgesteld wordt om € 69.950,- ten laste van het Wmo budget te brengen en de andere helft voor bijna twee derde (€ 52.300,-) ten laste van de algemene uitkering en bijna ėėn derde (€ 27.750,-) ten laste van het Werkdeel Wet Werk en Bijstand (WWB deel). Het Werkdeel Wet Werk en Bijstand zal onderdeel gaan uitmaken van het Participatiefonds, nadat de wetgeving hierover zal zijn afgerond. Dit deel kan worden aangewend worden voor het onderdeel sociale activering en klussendienst. Het Participatiefonds wordt waarschijnlijk per 1 januari 2009 ingevoerd en is een bundeling van de volgende bestaande budgetten: - het WWB werkdeel
10
-
inburgeringbudgetten voor zover deze betrekking hebben op de inburgeringvoorzieningen en middelen voor volwasseneneducatie
Het opzetten van een steunpunt vrijwilligerswerk en de taken die het steunpunt gaat uitvoeren, waaronder de ondersteuning van vrijwilligers en verenigingen, kunnen dus voor een deel worden gefinancierd vanuit de extra middelen vanuit de Participatie-envelop, het Wmo budget (de Wmo reserve) en het WWB deel (straks Participatiefonds). 5.1 Subsidies op grond van het huidige vrijwilligersbeleid In het huidige subsidiebeleid is voor vrijwilligers een jaarlijks budget voor cursussen en scholing beschikbaar ter hoogte van € 6.000, - en Stichting Welzijn Ouderen ontvangt een geoormerkte subsidie voor de organisatiekosten en begeleiding van haar vrijwilligers ter hoogte van € 13.000, -. In de begroting van 2008 staat nog een bedrag van € 1.666,- gereserveerd om de mogelijkheden van een digitale vrijwilligersvacaturebank te onderzoeken. Tot slot is een bedrag van € 2.000, - gereserveerd voor de verkiezing van de vrijwilliger van het jaar.
11