Jury Excellente Scholen Schoolrapport 2013
CSG Park en Dijk SBO | Gouda
622022_O20_SOes_Omslagen.pdf 1
06-01-14 10:34
Woord Vooraf Voor u ligt het rapport over uw school zoals dat is opgesteld door de Jury Excellente Scholen. Uw school heeft zich aangemeld voor het predicaat ‘Excellente School 2013’. De jury heeft de presentaties van en bezoeken aan alle aangemelde scholen bijzonder op prijs gesteld. De jury heeft gegevens over uw school vanuit verschillende bronnen bijeengebracht. Vooral belangrijk waren daarbij uw presentatie voor de jury, het bezoek aan uw school door een delegatie van de jury, de Inspectiegegevens, de Venstergegevens, tevredenheidonderzoeken en de referenties. Bij elkaar geven deze en aanvullende gegevens naar het oordeel van de jury een adequaat beeld van uw school. Dit rapport over uw school is het resultaat van een zorgvuldig en afgewogen proces waarin de jury de verschillende soorten informatie van uw school in een kader plaatst en een waardering uitspreekt. Het schoolrapport brengt de erkenning en de waardering door de jury voor de ontwikkelingen op uw school tot uitdrukking en kan andere scholen inspireren. Voor meer informatie over het proces en de gehanteerde criteria verwijs ik u graag naar het eindverslag 2013 van de jury: ‘Maatgevende Scholen II. Excellente scholen in primair, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs’. Dit is te vinden op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/predicaat-excellentescholen/excellente-scholen.
Namens de Jury Excellente Scholen, Prof. dr. Fons van Wieringen
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 04PC Aanvrager Plaats
CSG Park en Dijk Jack Mannie Winterdijk 6 Gouda
Leerlingenaantal
149
Bestuur:
De Vier Windstreken
Park en Dijk is een streekschool voor Gouda en omgeving. In Gouda zijn nog drie andere sbo-scholen. De school maakt deel uit van de Stichting Protestants Christelijk Primair Onderwijs De Vier Windstreken. Binnen de stichting zijn zestien scholen gesitueerd in het Groene Hart. Vijf jaren geleden heeft de school een kanteling gemaakt in het onderwijsconcept. Na een voorbereiding van drie jaar was het NOC (Nieuw Onderwijs Concept) een feit. De basisgedachte komt van Stevens met het natuurlijk leren, zorgen dat leerlingen iets te kiezen hebben. Voorwaarden zijn intrinsieke motivatie en een veilige en krachtige leeromgeving. De school wordt geleid door een directeur (die 50% werkt voor de school en 50% als coördinator van het samenwerkingsverband met 35 scholen) en een locatiedirecteur voor onder- en middenbouw (die tevens bovenschools opleidingscoördinator is van de stichting D4W). De school heeft 149 leerlingen. Er zijn beduidend meer jongens dan meisjes. Het aantal aangemelde leerlingen vanuit het Medisch Kinderdagverblijf en de peuterspeelzalen laat een stijgende lijn zien. Daarmee neemt ook de meervoudige problematiek binnen de school toe. Vanuit het reguliere basisonderwijs zijn dit schooljaar zeventien leerlingen ingestroomd. Er zijn zeventien cumi-leerlingen (culturele minderheden) en een leerling met een lgf cluster 4. Aan de gevel prijken twee grote spandoeken: de Edux Award Passie voor Passend Onderwijs en de Marnix Innovatieprijs 2013.
2. Motivatie van de school De onderbouwing die de school bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2013 gaf, luidt als volgt. ‘De school heeft een vijftal jaren geleden een kanteling in het onderwijsconcept laten geschieden. Na een drietal jaren van voorbereiding was er een goed fundament gelegd en de rest moet in de praktijk gebeuren, want een nieuw onderwijsconcept (NOC) kun je niet op de tekentafel helemaal afmaken. Na een tweetal jaren van erg hard werken kwam er een eerste inspectierapport en kreeg de school bevestigd dat ze op het juiste spoor is. In de tussentijd zijn er al diverse scholen komen kijken hoe de school nu precies werkt en wat de organisatie nu behelst. In 2012 heeft de school de Passie voor Passend Onderwijs
1
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
Award gewonnen, uitgeschreven door Edux met als onderwerp het NOC. In februari 2013 heeft de Inspectie de school opnieuw bezocht in het kader van een stelselonderzoek. De Inspectie concludeerde dat de school zich nog verder heeft ontwikkeld. In maart 2013 heeft de school zich kandidaat gesteld voor de Marnix Innovatieprijs (Utrecht) met als onderwerp het NOC in combinatie met leerwerkgemeenschap. Park en Dijk onderzoekt in hoeverre het diepgaand leren (één werkplek of juist combinatie van werkplekken) de opbrengsten nog verder de hoogte in kan stuwen. De school is trots op deze opbrengsten en heeft dan ook een tweetal spandoeken laten aanbrengen aan de zijkant van het gebouw. Park en Dijk gaat uit van onderwijs dat betekenis- en zinvol is en neemt de meervoudige intelligentie hierin mee. Naast het diepgaand leren is de school bezig met leerlijnen, gekoppeld aan de kerndoelen, en verdere uitwerking van de portfolio.’
3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken; 2. resultaten op de andere leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, redzaamheid. Om recht te doen aan de verscheidenheid in het speciaal basisonderwijs heeft de jury ervoor gekozen de scholen zelf te laten aangeven op welke terreinen ze opvallend goede resultaten behalen. Daarnaast raadpleegt de jury de Inspectie van het Onderwijs over de door de school behaalde resultaten. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Op grond van de resultaten die de school in 2010, 2011 en 2012 heeft behaald, stond de CSG Park en Dijk niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. De CSG Park en Dijk geeft aan in de periode 2010-2012 goede resultaten te hebben behaald op het volgende aspect.
Hoogte van uitstroombestemming in verhouding tot het IQ van de leerlingen* *
2010 IQ 77,50 - dle 6,43
2011 IQ 73 - dle 5,90
2012 IQ 75,60 - dle 6,60
dle = de gemiddelde leerwinst per schooljaar, behorende bij het gemeten IQ (van de leerlingen die uitgestroomd zijn).
De school geeft in het aanmeldingsformulier aan op de volgende leergebieden zeer goede resultaten te boeken: • kernvakken (taal/Nederlands, rekenen en wiskunde); • aanvullende leergebieden (oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs); • aanvullende algemeen vormende vakken. De school gebruikt hierbij volgens het aanmeldingsformulier de volgende systematiek:
2
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
• • • • • •
leerlinggesprekken; portfolio (een eerste start); leerlingbespreking (zorgsector); leerlingvolgsysteem; master; OPP.
De gemiddelde leerwinst bij de kernvakken is sinds het nieuwe concept flink toegenomen tot 6,08 met een hoge correlatie van 8,136. De opbrengsten liggen al een aantal jaren hoger dan verwacht mag worden. Tussentijdse uitstroom naar het regulier basisonderwijs komt niet meer voor. Leerlingen komen op Park en Dijk als duidelijk is gebleken dat de basisschool niet meer aan de leerbehoeften van de leerling kan voldoen. Bijzonder is de time-outvoorziening: tijdelijk worden leerlingen zonder beschikking uit het basisonderwijs opgenomen en via onder andere observatie wordt bekeken welke onderwijsbehoeften de leerling heeft. Hieruit volgt een advies voor verdere ondersteuning en/of schooltype. Er wordt een plan opgesteld en er volgt een advies van deze school. Deze leerlingen doen gewoon mee met het dagprogramma van de groep waarin ze tijdelijk geplaatst zijn. 3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Alle vakken worden in een betekenisvolle context aangeboden. Elke leerstap en alle resultaten worden in het leerlingvolgsysteem genoteerd en gebruikt voor analyses op leerling-, groeps- en schoolniveau. De resultaten op de overige vakken als wereldoriëntatie, expressie en aanvullende algemeen vormende vakken zijn goed. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) In het aanmeldingsformulier noemt de school de volgende leergebiedoverstijgende terreinen waarbij ze zeer goede resultaten boekt: • zintuiglijke en motorische ontwikkeling; • sociaal-emotionele ontwikkeling; • omgaan met media en technologische hulpmiddelen; • ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit; • praktische redzaamheid. De school noemt in het aanmeldingsformulier de volgende gebruikte systematiek. ‘Vanwege het NOC komen vrij veel gebieden bij elkaar. De leerlingen verplaatsen zich op een dag diverse malen. Via een rooster op het digibord melden leerlingen zich aan voor een werkplek. Ze hebben zelfregie bij het kiezen van hun werkplekken (betrokkenheid). Samenwerken staat hierin ook centraal en er dient altijd een plan gemaakt te worden. Aan de hand van dit plan gaan de leerlingen aan de slag (denk hierbij aan diepgaand leren). De leerlingen slaan de meeste werken op in mapjes waartoe ze toegang hebben met eigen wachtwoord en gebruikersnaam op de server van school. Op sociaal-emotioneel gebied bieden we de leerlingen SIJS aan (Sterker in je schoenen), dit is een eigen ontwikkelde methode door de psychologen, en daarnaast gebruiken we als volgsysteem ZIEN.’ In het aanmeldingsformulier noemt de school de volgende vormingsgebieden
3
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
waarbij ze zeer goede resultaten boekt: • burgerschapsvorming; • culturele vorming; • handvaardigheid; • zelfstandigheid; • zelfbeeld; • werkhouding. De school noemt in het aanmeldingsformulier de volgende gebruikte systematiek. ‘Een van de onderwerpen voor burgerschap is dat we sinds ruim één jaar de leerlingenraad hebben opgericht. De leerlingen organiseren de verkiezingen en alles wat daarbij komt kijken. Diverse malen worden kunstenaars de school binnen gehaald en er wordt onder hun leiding gewerkt door de leerlingen (onder andere ook door de brede school en eigen initiatief van leerkrachten), maar ook staat de Tweede Wereldoorlog elk jaar weer centraal voor twee weken. De leerlingen van de eindgroep stellen samen met de leerkrachten de eigen musical samen op hun eigen niveau en hun competenties. De leerlingen worden altijd positief benaderd vanuit het didactisch oogpunt. Elke leerling verdient een eigen aanpak en belangstelling.’ In de stamgroep komen de aandachtgebieden aan bod die zich niet of nog niet lenen voor de werkplekkenstructuur. Er is tijd voor schrijven, vieringen, voorlezen en verkeer. In deze groep wordt ook gewerkt aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (onder andere de PAD-methode). De ontwikkeling wordt ook gevolgd met ZIEN. Uit het drempelonderzoek blijkt dat omgerekend naar de cito-eindtoets de scores van deze leerlingen uiteenlopen van 505 tot 541. De hoogste didactische leeftijd bedroeg 54. Het DQ (didactisch quotiënt) bij het drempelonderzoek voor taal loopt achtereenvolgens in de jaren op van 68,4 naar 78,6 tot 83,1. Opgemerkt kan nog worden dat de leerling met een vwo-score toegelaten is tot de Goudse Waarden, een brede scholengemeenschap van praktijkonderwijs t/m vwo. Deze heeft een speciale schakelklas voor leerlingen met autisme als opstap naar havo/vwo. Uitstroomgegevens: 2011 2012 2013
Pro 16 14 23
Vmbo/Lwoo 20 18 8
Vmbo 0 2 4
Vso 0 1 1
Totaal 36 35 36
De uitstroom voldoet hiermee aan de verwachtingen. Al gedurende de oprichting van Park en Duin ligt het intelligentieniveau van de leerlingen gemiddeld een stuk lager dan het landelijk gemiddelde. In 2012-2013 was het gemiddelde IQ 75. Het landelijk gemiddelde in het sbo is 80.
4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) In de aanmelding heeft de school omstandigheden benoemd die van invloed zijn op de resultaten die ze met de leerlingen behaalt.
4
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) De school noemt in het aanmeldingsformulier de volgende omstandigheden: ‘De school heeft te maken met lager IQ dan het landelijk gemiddelde van 80. Daarnaast hebben de leerlingen meer zelfsturing in hun onderwijsproces en dat pakt duidelijk positief uit. Tevens zijn er veel leerlingen met zware leerproblematieken en autistiform gedrag.’ Volgens de aanmelding houdt de school hier door middel van het onderwijsconcept rekening mee. De leerlingenpopulatie is zeer divers en telt steeds meer kinderen met een aan autisme verwante stoornis en ADHD-problematiek. Park en Dijk werkt met het OPP: het ontwikkelingsperspectiefplan. Het is het startdocument voor verdere planning en wordt minimaal twee keer per jaar aangepast. De school werkt met streefdoelen en toetst deze frequent aan de haalbaarheid. Ze heeft elke leerling scherp in beeld en dit blijft de hele schoolperiode zo. Voor leerlingen die achterblijven in de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt het programma SIJS ingezet: Sterker In Je Schoenen staan. Het is een groepstraining voor sociale vaardigheden en weerbaarheid voor leerlingen die onvoldoende profiteren van de klassikaal aangeboden sociale vaardigheidstrainingen. Het is een extra ondersteuning. Samenwerking met ouders is een voorwaarde. Vanuit ‘ik’ is er groei naar ‘ik naast jou’ en naar ‘ik met jou’. De aanmelding loopt via het interne zorgteam. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) Gezien de leerlingenpopulatie laat de school resultaten zien die ruim boven het gemiddelde uitsteken. De mogelijkheid is volop aanwezig om naast het basisprogramma extra verdiepings- en verrijkingsstof te verwerken: uitdagende en zelfgekozen stof. De Inspectie schrijft in haar rapport van 2013: ‘De leerstof ligt voor een bepaalde periode [vast] als onderdeel van een methodische leerlijn. De school bereikt hiermee een uiterst precieze afstemming in de instructie en in de verwerking van de leerstof’. De leerling voelt zich meer en meer verantwoordelijk voor zijn ontwikkeling. Hij ‘turft’ zijn eigen vooruitgang op de volgbladen en deze komen in zijn portfolio. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) Een voorbeeld waaruit blijkt dat de school leerwinst bijhoudt en de cijfers over leerwinst vertaalt naar differentiaties aan de onderkant en aan de bovenkant (zwak- en goedpresteerders) is het volgende. Gemiddelde leerwinst: Schooljaar 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012
Gemiddelde IQ (NIO)=A 75,00 76,05 79,80 73,60 77,50 73,00 75,60
0ver vier vakken =B 5,50 5,63 6,80 5,80 6,43 5,90 6,60
A en B 7,333 7,403 8,521 7,880 8,283 8,082 8,684
vóór NOC tijdens NOC
5
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
Door de gerichte activiteiten, het volgen van de leerlingen en het voortdurende overleg van de teamleden grijpt de school al vroeg in en biedt specifieke zorg binnen het zorgteam aan: onder andere kinderoefentherapie (motoriek), logopedie, extra ondersteuning sociale vaardigheden en speltherapie. Aan de school zijn tevens een psycholoog en een orthopedagoog verbonden. Er zijn schoolbrede overzichten van alle concrete begeleidingen die per maand worden geactualiseerd. Logboeken samen met het zelf ontworpen systeem zijn de aorta van de school. Ieder personeelslid is volledig op de hoogte. De school maakt gebruik van het volgsysteem van ParnasSys, citotoetsen en er worden logboeken op leerling- en groepsniveau bijgehouden. Leerwinstberekeningen in DLE’s worden voortdurend bijgehouden op groeps- en leerlingniveau. Vergelijking met voorgaande schooljaren is mogelijk; aandachtspunten komen terug in het schoolplan/jaarplan.
5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) De school noemt in het aanmeldingsformulier drie facetten het meest kenmerkend voor de onderwijsaanpak die ze nastreeft: • afwisseling van effectieve werkvormen; • begeleiding van leerlingen; • zelfregie. De school licht dit in de aanmelding als volgt toe. ‘Misschien eenzijdig, maar dit komt door het NOC.’ De schoolspecifieke aanpak met het NOC wordt gehanteerd in de groepen 5 t/m 8 en voorbereid in het laatste halfjaar van groep 4. Het proces wordt intensief gevolgd en verdieping van werkplekleren worden vooral vanuit de stuurgroep NOC geïnitieerd. Het betreft de kerndoelen, de leerlijnen, eventueel nog verder uitgewerkt in leerstappen. Zo wordt het voor de leerling inzichtelijk en ziet hij in wat hij al geleerd heeft. De leerling bouwt het verder op in zijn portfolio: bewijzen, overzichten en inzicht in de prestaties. Het versterkt de bewustwording van de leerling. Met de leerlingen wordt gekeken welke werkplekken van belang zijn voor het vervolgonderwijs. Het team is continu in overleg om inzet en competenties van leerlingen te verhogen. Ook is de school erop gefocust eisen waar mogelijk te verhogen. Er is veel aandacht voor coaching van leerlingen. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) De school noemt in het aanmeldingsformulier drie facetten het meest kenmerkend voor de wijze waarop ze is georganiseerd: • omgangsvormen op school; • leerlingentevredenheid; • ouderbetrokkenheid. De school licht dit in de aanmelding als volgt toe.
6
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
‘Eigenlijk dient hier ook te staan: personeelsbeleid. Dankzij de inzet én betrokkenheid van het personeel en de constante factor van het zoeken naar nog meer verbetering en afstemming ontwikkelt het NOC nog steeds verder. Maar de ouders zijn ook erg tevreden en de afgelopen drie algemene ouderavonden bevestigen dit beeld. Zie verder leerlingenraad en leerlinggesprek. De Inspectie heeft geconstateerd dat alle geledingen binnen de school op uiterst respectvolle manier met elkaar omgaan.’ In het Nieuw Onderwijs Concept is gekozen voor stamgroepen, instructie- en werkplekken. Vaste routines per werkplek zorgen voor regelmaat en structuur. Daardoor creëert de school een veilig klimaat voor de leerlingen. Door de voorbereidingen in de stamgroep is elke leerling in staat onmiddellijk met zijn taken en opdrachten te beginnen. De ordening van werkmappen is per stamgroep (per groep op kleur) geregeld en staan bij binnenkomst klaar. In het logboek houdt de stamgroepleraar bij hoe vaak een leerling een werkplek in een bepaalde periode heeft bezocht, waarna indien nodig overleg met de leerling en de werkplekleider volgt. Alle aangeboden activiteiten in de stamgroep, op de instructieplekken en de werkplekken zijn betekenisvol, zinvol en uitdagend. Er is een vaste dagindeling met veel afwisseling in de organisatievorm. De schooldag begint in de stamgroep met stillezen en gebed. De basisvaardigheden worden aangeboden op de instructieplekken die op niveau zijn ingedeeld. Na de werkplekactiviteit komen de leerlingen steeds terug in de stamgroep. Viermaal per dag gaan ze naar de werkplekken op basis van een zelfgekozen routing. In de stamgroepen is er onder andere tijd voor voorlezen, Schooltv, schrijven, verkeer, sociaal-emotionele ontwikkeling en vieringen. Ook wordt er in de middagpauze in de stamgroep gegeten. Het laatste lesuur is altijd in de stamgroep: het doornemen van de vorderingen en werkzaamheden in de werkplekken en de planning van de werkplekken, op het digibord voor de volgende dag. Er zijn individuele leerlingwerkplannen. Elke werkplekcoördinator heeft een budget om iets extra’s te doen. Bijvoorbeeld een uitstapje naar NEMO in Amsterdam, de aanschaf van een Legokraan voor de werkplek Techniek, de aanschaf van de methode Piramide voor Wereldmarkt, de aanschaf van nieuwe figuurzagen voor Werkplek, en de aanschaf van een elektrisch orgel voor Theater. Er is een sterke feedbackcultuur, ook steeds gericht op de werkplekken. De ontwikkeling is continu in beweging en zeer dynamisch, gedragen door het hele team. De instructie- en werkplekken zijn heterogeen van samenstelling. Leerlingen ontmoeten elkaar ongedwongen, kunnen elkaar bevragen en hulp bieden. Dit versterkt niet alleen het zelfvertrouwen, de hulpvaardigheid, maar heeft pestgedrag en problemen op het schoolplein sterk verminderd. Deze organisatievorm is ingevoerd voor de groepen 5 tot en met 8. Voorbeelden van werkplekken: Taalplein, Atelier (beeldende vorming), Wereldmarkt (verkenning van de wereld), Restaurant (inkopen, koken), Sportschool, Rekenplein, Techniekcentrum (techniek en wetenschap), Leesfeest, Natuurpark (biologie, gezondheid), Werkplaats (houtbewerken, solderen). De basisvaardigheden komen aan bod in de instructieplekken waaronder Cijfersingel,
7
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
Leesboulevard, Schrijfbaan en Letterpad. De intern begeleiders (voor de onderen bovenbouw) hebben een controlerende taak, maar zijn bovenal stimulator om maximale resultaten van leerlingen en leraren te bewerkstelligen. Het oudertevredenheidonderzoek (2013) levert sterke scores op voor de prettige sfeer op school en het hanteren van duidelijke omgangs- en gedragsregels. De totale tevredenheid is bovengemiddeld: een score van 8,5 op een schaal van 1 t/m 10. Ouders zijn ook tevreden over de contacten met school. Ouders worden echter niet of nauwelijks betrokken bij onderwijsactiviteiten. Dit heeft te maken met de problematiek van de leerlingen maar komt ook door het regionaal karakter van de school. Wel zijn er thema- en klusavonden voor de ouders. Er zijn ‘luizenmoeders’ en er zijn koffieochtenden. De ouders van groep 6 en hoger hebben elk jaar een thema-avond over het voortgezet onderwijs. Er wordt goed geluisterd naar de ouders. Als voorbeeld kan dienen: alle leerlingen uit de groep gaan verplicht mee op schoolkamp. Dit geeft soms op school, maar vooral thuis veel stress. Een ouderpaar heeft in overleg met de school een hotel aan de overkant van het schoolkamp geboekt voor het geval dat. Voor ouders en kind was dit een enorme zekerheid. Achteraf was het niet nodig. Na de tweede keer gaf de leerling zelf aan dat het niet meer nodig was. Ouders hebben wel veel vragen over vervolgonderwijs. Leerlingen geven aan dat zij zeer tevreden zijn met de werkplekken. Vooral de keuzevrijheid spreekt hen aan. Zij hebben ook contact met vriendjes uit andere leerjaren. De oudere leerlingen helpen de jongere en ze mogen zelfstandig werken. Leerlingen geven ook aan dat zij zich veilig voelen en dat er niet meer gepest wordt. Soms krijgt een leerling in de stamgroep extra werk in het kader van een hoog uitstroomniveau. Het tevredenheidonderzoek onder leerlingen van groep 5 t/m 8 (2013) scoort vergeleken met het vorige onderzoek echter lager, namelijk 2,86 (was 3,14). Leerlingen vinden dat de instructieplekken uitdagender moeten worden. De school heeft een leerlingenraad. Elk jaar worden er verkiezingen gehouden. Er is regelmatig gepland overleg met de schoolleiding. De leerlingen voeren acties voor onder andere KiKa.
6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) In het aanmeldingsformulier is de school gevraagd toe te lichten op welke wijze haar aanpak (zowel het primaire proces als de organisatie daaromheen) bijdraagt aan de leerlingresultaten. De school noemt het aanbod van de leerstof. De school geeft in het aanmeldingsformulier als volgt aan hoe de organisatie bijdraagt aan de resultaten. ‘Diverse werkgroepen en een stuurgroep van het NOC en de LWG (leerwerkgemeenschap). Een stuurgroep die de werkgroepen monitort en de directie adviseert op verdere stappen binnen het NOC. Daarnaast beschikt de school over zeer deskundige en professionele IB’ers die als
8
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
een spin in het web van de school zitten en ook lid zijn van diverse werkgroepen. Daarnaast heeft de directie aangegeven dat elk halfjaar de opbrengsten in beeld gebracht moeten worden en dat ook de OPP indien nodig, bijgesteld worden.’ In de onderbouw is de werkplekkenstructuur in de middagen ingevoerd. Op grond van vergelijking van de opbrengsten heeft de school besloten daarmee te stoppen. Wel wordt nu in het laatste half jaar in groep 4 geoefend en kennis gemaakt met de nieuwe structuur. De daadwerkelijke overgang verloopt daardoor bijzonder soepel. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) De school kent een uitgewerkt systeem voor kwaliteitszorg (gericht op de analyse van de opbrengsten op verschillende niveaus). In het aanmeldingsformulier noemt de school het volgende: • structureel diverse studiedagen; • stuurgroep NOC; • jaarplan en de evaluatie van het jaarplan. Door verdere ontwikkeling van leerkrachtvaardigheden om de leeromgeving zo betekenisvol en zinvol mogelijk te maken en door de kwaliteit van instructievaardigheden en coachingvragen te verhogen, worden de resultaten goed vastgehouden. De schoolleiding is zich bewust van de kracht en dynamiek van alle teamleden en complimenteert bewust en dat wordt zeer op prijs gesteld. Over het algemeen zijn de medewerkers tevreden over de schoolleiding, maar missen soms diens aanwezigheid. De missie en visie worden aangejaagd door de schoolleiding, maar initiatieven en doorontwikkeling worden breed gedragen door het hele team en meestal van onderaf geïnitieerd of door de stuurgroep NOC. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2011, 2012 en 2013. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid
Gemiddelde score school 3,5 8,5 3,1
Landelijke score -
De school noemt in de aanmelding de volgende observaties uit de tevredenheidonderzoeken. ‘Medewerkers: 3,5 op een schaal van 4. Medewerkers geven aan dat ouders meer betrokkenheid zouden kunnen vertonen. Oudertevredenheid: 8,5 op een schaal van 10. Het rapportcijfer is hoger en de algemene scores zijn lager dan in 2009. Ouders geven aan dat de school hen nog beter kan informeren. Slechts 27% heeft gekozen voor de protestants-christelijke identiteit. Leerlingtevredenheid is 3,1 op een schaal van 4. De instructieplekken dienen uitdagender te zijn.’ De school noemt in de presentatie dat ze een jaar of tien geleden het gevoel
9
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
kreeg dat ze links en rechts werd ingehaald en dat haar aanbod niet meer aansloot bij wat de leerling nodig heeft. Dit heeft gezorgd voor een ommezwaai waarbij de ontwikkelingen in 2005 zijn ingezet en vanaf 2008 tot uitvoering gebracht. De Inspectie heeft de school in februari 2013 bezocht en vond het concept goed toegesneden op de leerling. De leerkrachten zijn in staat sterk te focussen op elkaars werk. Zij ontwikkelen samen nieuwe ideeën om de inhoud en de aanpak van de werkplekken te verbeteren c.q. te vergroten. Er is een sterke feedbackcultuur van leerkrachten en leidinggevenden. Het opleidingsniveau is hoog. Velen hebben een master SEN behaald. ‘De masters vliegen je hier om de oren’, aldus de directeur. Anderen hebben zich geschoold in het kader van coaching voor rekenen, taal en/of gedrag. Gezamenlijk wordt in een werkgroep het diepgaand leren in de werkplekken bestudeerd. Er is veel werkgroepenoverleg en er zijn weinig grote teamvergaderingen. Alle teamleden zijn sterk gericht op ontwikkeling en inhoud. Op alle onderzoeksvelden scoren de medewerkers boven de landelijke norm met zeer sterke uitslagen op het pedagogisch handelen, zorg, begeleiding en toetsing en de beroepshouding. De visie en missie van de schoolleiding worden gesteund; de schoolleiding wordt als deskundig ervaren. Bovendien krijgen de medewerkers vaak complimenten. Er is een protocol beroepspraktijkvorming binnen Park en Dijk.
7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Het uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) De school kent een excellentiegebied waarop ze de focus legt. In het aanmeldingsformulier licht de school dit als volgt toe. ‘Het is een blijft een sbo-school! Aan het IQ is te zien wat de doelgroep is. Echter we zijn ook bezig met meerbegaafdheid in combinatie met een stoornis.’ De aandacht voor het excellentiegebied is gericht op alle leerlingen. De school is sterk gericht op normen en waarden, op vertrouwen en een professionele houding naar elkaar, naar ouders en leerlingen. Werkwijzen op velerlei gebied zijn geborgd. De resultaten versterken in het team het saamhorigheidsgevoel. Er is sprake van een open cultuur: ‘Wij doen het met elkaar’. In het jaarplan is helder omschreven wat er van de werkgroepen verwacht wordt. Het jaarplan is op basis van de PDCA-cyclus opgesteld. Vermeldenswaard is nog dat er hernieuwde aandacht is voor het maken van trendanalyses aan de hand van alle opbrengsten. Ook focus op borging en het optimaliseren van de uitdagende leeromgeving door onder andere collegiale consultatie. Tijdens de presentatie viel op dat school haar successen naar buiten uitdraagt.
10
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) Externe partijen (bijvoorbeeld andere scholen, ouders, andere partners) erkennen de gebieden waarop de school uitblinkt. De school licht dit in het aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘De school wordt regelmatig benaderd voor bezichtiging en informatie. Begeleidingsdienst vraagt directeur mee voor consultatie andere sbo. School wordt genoemd in APS-boekje Typologie van scholen door Jan Hooiveld.’ Verder noemt ze als referenten Het Segment, een school voor het praktijkonderwijs die naast Park en Dijk is gevestigd en die zeer te spreken is over de leerlingen die naar haar uitstromen, en ze noemt de Inspectie en samenwerkingsverband WSNS 3304. Volgens de aanmelding blijkt de herkenbaarheid van het excellentieprofiel verder uit: • externe bezoekers specifiek gericht op dit gebied; • deelname aan een netwerk dat betrekking heeft op dit gebied; • verworven projectgelden op dit gebied; • vermelding in publicatie(s) over dit gebied. Drie benaderde referenten (afkomstig van een ontvangende school, de begeleidingsstructuur rond de school en uit het samenwerkingsverband) onderschrijven in grote lijnen het beeld van Park en Dijk als excellente school. Een citaat: ‘Ik weet dat de school goede resultaten kan overleggen. Het meest excellent vind ik echter dít gegeven afgezet tegen de grondige bijstelling die de school heeft gerealiseerd in de wijze waarop het onderwijs aan de leerlingen wordt aangeboden.’ 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) De school heeft plannen om haar excellentiefocus in de toekomst verder te versterken. De school noemt in het aanmeldingsformulier meerbegaafdheid in combinatie met een stoornis. Dit sluit volgens de school aan bij de gehanteerde didactische aanpak. De school ontwikkelt nieuw beleid gericht op de problematiek van autismestoornissen. Er zijn werkgroepen die het hele werkveld van Park en Dijk bestrijken. Verdere studie naar verbeteringen, verrijking en verdieping binnen de werkplekkenstructuur is gaande. Diepgaand leren bij rekenen bij instructie- en werkplekken is momenteel onderwerp van nader onderzoek in een van de werkgroepen. De ontwikkeling van de portfolio’s is in volle gang.
8.
Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.
9.
Conclusie van de jury Dit is het eerste jaar dat sbo-scholen opgaan voor het predicaat Excellente School. Deze scholen beoordeelt de jury aan de hand van de veertien indicatoren die ook voor het reguliere basisonderwijs en voortgezet onderwijs gelden. De wijze waarop naar Park en Dijk en haar onderwijspraktijk is gekeken, is uiteraard
11
- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2013
aangepast aan de specifieke situatie waarin de school of de leerlingen zich bevinden. De jury heeft zeker oog voor de verzorgende taken van de school maar beoordeelt vanuit het schoolkarakter Park en Dijk behaalt goede resultaten, zeker ook bij taal. De school weet succesvol om te gaan met omstandigheden. De inrichting van het leerproces kenmerkt zich door het werken in stamgroepen en instructie- en werkplekken, waarbij vooral de werkplekkenstructuur vernieuwend is. Er is veel aandacht voor personeelsbeleid zodat het Nieuw Onderwijs Concept ook succesvol uitgevoerd kan worden. Het verband tussen de inrichting van het onderwijsleerproces en de resultaten is duidelijk door het opbrengstgericht werken, waarbij ook de kinderen betrokken worden middels het portfolio. Het eigen excellentieprofiel van de school komt naar voren in het nieuwe onderwijsconcept met de nadruk op de werkplekken en de effecten die dit concept heeft op motivatie, betrokkenheid en zelfs op resultaten. Interessante punten uit referenties zijn waardering voor de verslaglegging naar ouders toe, deelname aan netwerken, en integrale uitvoering van het Nieuw Onderwijs Concept. Alles overziende is de jury van oordeel dat de school op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (sbo) 2013 toekomt.
12