Jurisprudentie Wmo 2015 Mw. mr. Anjani Pherai
Programma: -Voorstellen en aangeven wat je uit de sessie wilt meenemen -Wmo 2015 en de opdracht aan gemeenten -Casus -Overgangsrecht -Casus -Zorgvuldig onderzoek
-Motivering
Memorie van Toelichting, opdracht aan gemeente: Gemeenten worden met dit wetsvoorstel verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen: die ondersteuning moet erop gericht zijn dat mensen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven. Voor mensen met psychische of psychosociale problemen of voor mensen die, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, de thuissituatie hebben verlaten, voorzien gemeenten in de behoefte aan beschermd wonen en opvang.
Memorie van Toelichting, opdracht aan gemeente: Gemeenten krijgen de opdracht de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving.
Memorie van Toelichting, opdracht aan gemeente: Het wetsvoorstel voorziet in belangrijke waarborgen voor het uitvoeren van een goed onderzoek naar de ondersteuningsbehoeften van mensen. Van gemeenten wordt verwacht dat zij dit onderzoek uitvoeren in goede samenspraak met de mensen om wie het gaat en dat zij samen met betrokkenen komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening.
Memorie van Toelichting, opdracht aan gemeente: De regering verwacht van gemeenten dat zij het kwaliteitsbeleid in samenspraak met cliëntenorganisaties en aanbieders de komende jaren verder ontwikkelen en voorstellen doen voor kwaliteitsstandaarden voor maatschappelijke ondersteuning.
Memorie van Toelichting, opdracht aan gemeente; Om het wonen in de eigen leefomgeving langer mogelijk te maken en het aantal mensen dat zich eenzaam voelt te verminderen, zal een groter beroep worden gedaan op het sociale netwerk van mensen en daar waar mogelijk ook op vrijwilligers. De regering zet daarom in op het versterken van de positie van mantelzorgers en vrijwilligers, op het verlichten van mantelzorg en vrijwilligerswerk en op het beter verbinden van informele en formele ondersteuning en zorg. Gemeenten krijgen met dit wetsvoorstel een belangrijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van deze doelen.
Memorie van Toelichting, opdracht aan gemeente; Ten slotte kan de decentralisatie van verantwoordelijkheden niet los worden gezien van de financiële opgave waarvoor de regering zich gesteld ziet. (………………….) De regering verwacht dat gemeenten, door een groter beroep te doen op de eigen mogelijkheden van mensen en hun sociale netwerk en door gebruikmaking van algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen, de ondersteuning met een beperkter budget kunnen uitvoeren dan de rijksoverheid.
Ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie Voorzien in behoefte aan beschermd wonen en opvang Bijdragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving
Ontwikkelen van kwaliteitsstandaarden In samenspraak met betrokkenen en zorgdienstverleners Verbinden van informele zorg en formele zorg Realiseren bezuiniging
Casus 1 Ik heb de Nederlandse Nationaliteit. Ik heb een zorgwekkende persoonlijke situatie. Ik ben bijna-analfabeet met een laag ontwikkelingsniveau. Ik ben tot voor kort in het kader van mijn bijstandsuitkering vrijgesteld geweest van de arbeidsverplichting wegens psychische problematiek en heb geen uitkering meer, nadat ik en mijn gezin uit onze woning zijn ontruimd. Sindsdien lijd ik een zwervend bestaan. Ik heb veel schulden en het lukt mij, mede daardoor, niet om een woning te krijgen, een uitkering aan te vragen en mijn leven weer op de rails te krijgen. Daarnaast heb ik ernstige klachten aan mijn gebit.
Casus 2 Ik ben geboren in Nederland uit ouders die illegaal verblijven in Nederland. Ik heb altijd in Gemeente X gewoond. Inmiddels is aan mij een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd als bedoeld in artikel 56 van de Vreemdelingenwet 2000 en verblijf in een vrijheidsbeperkende locatie. Ik verzoek de gemeente X mij opvang te verlenen op grond van de Wmo 2015.
Wmo 2015 § 2. Algemene bepalingen Artikel 1.2.1
Een ingezetene van Nederland komt overeenkomstig de bepalingen van deze wet in aanmerking voor een maatwerkvoorziening, bestaande uit: (……………….)
Artikel 1.2.2 1. Een vreemdeling komt voor het verstrekken van een maatwerkvoorziening slechts in aanmerking indien hij rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 8, onderdelen a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.
Bed, bad en brood: ECLI:NL:RBAMS:2015:2654
Betrokkene is een vreemdeling zonder geldige verblijfsstatus en verblijft sinds 2013 in een gekraakte garage. Hij heeft een aanvraag ingediend om opvang op grond van de Wmo. De gemeente heeft de aanvraag afgewezen en het bezwaar van betrokkene ongegrond verklaard: Vanwege de verblijfsstatus van betrokkene en gelet op het koppelingsbeginsel zou betrokkene geen aanspraak hebben op opvang op grond van de Wmo.
Beslissing rechtbank: Gegrond.
Ook meerderjarige vreemdelingen zonder geldige verblijfsstatus hebben een onvoorwaardelijk recht op toegang tot onderdak, voedsel en kleding om te voorkomen dat deze personen hun basale levensbehoeften wordt onthouden. Geen verdergaand recht dan een recht op een sobere basisvoorziening. Geen recht op huisvesting, het gaat om het tijdelijk bieden van onderdak aan personen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
ECLI:NL:RBAMS:2015:2654
Beslissing rechtbank: Gegrond
Per 15 december 2014 ingestelde Bed, bad en brood voorziening, voldoet aan de vereisten voor een sobere voorziening. Bed- bad- en brood is een algemene voorziening in de zin van Wmo. Betrokkene moet met begin van bewijs komen dat die niet toereikend of passend is om voor een maatwerkvoorziening in aanmerking te komen.
ECLI:NL:RBAMS:2015:2654
Overwegingen rechtbank Artikel 8 EVRM en doorbreking koppelingsbeginsel Europees Comite voor Sociale Rechten, 1 juli 2014, EHRC 2015/24 - dat noodzakelijke ondersteuning geboden moet worden aan vreemdelingen zonder verblijfsvergunning, - ook als ze niet meewerken aan hun uitzetting, -het betreft toegang tot onderdak, voedsel en kleding. Is er een voorliggende voorziening die toegang tot de Wmo uitsluit? Nee. Bed- bad- en broodvoorziening voldoet aan de vereisten van een sobere voorziening.
ECLI:NL:RBAMS:2015:2654
Overgangsrecht Artikel 8.9 1. De Wet maatschappelijke ondersteuning wordt ingetrokken, onverminderd de rechten en verplichtingen die onmiddellijk voor het tijdstip waarop artikel 2.1.1 in werking is getreden, voor betrokkene zijn verbonden aan een met toepassing van de Wet maatschappelijke ondersteuning door het college genomen besluit waarbij aanspraak is verstrekt op een individuele voorziening in natura of het ontvangen van een persoonsgebonden budget dan wel een financiële tegemoetkoming. 2. Het recht zoals dat gold vóór het tijdstip van inwerkingtreding van enig artikel van deze wet, blijft van toepassing ten aanzien van besluiten genomen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. 3. (……..) 4. (……..) 5. (………)
MvT: Op het tijdstip waarop de gemeenten op grond van onderhavig wetsvoorstel verantwoordelijk worden voor de maatschappelijke ondersteuning (1 januari 2015), zal de Wmo worden ingetrokken. Het eerste lid beoogt met de zinsnede die begint met «onverminderd», buiten discussie te stellen dat de op dat tijdstip van kracht zijnde beschikkingen van gemeenten inzake het verstrekken van voorzieningen en pgb’s (genomen met inachtneming van de voorschriften van de Wmo), niet worden geraakt door de intrekking van de wet. Die beschikkingen zijn genomen op grond van de bestaande Wmoverordeningen. Met name van de inhoud van die beschikkingen en de regels in de verordening waarop die beschikkingen berusten, zal afhangen of de gemeente in de inwerking-treding van de nieuwe wet aanleiding zal kunnen vinden om op die eerder afgegeven beschikkingen terug te komen.
Dantumadiel, Vovo (ECLI:NL:RBNNE:2014:6176) Primair besluit: met ingang van 1 januari 2015 wordt huishoudelijke hulp (schoonmaakhulp, hh1) een algemene voorziening, zodat het recht op huishoudelijke hulp per die datum wordt beëindigd. Oordeel rechter: gegrond
Overwegingen rechter Dantumadiel: Wmo 2007 is van toepassing. Op basis van de Wmo 2007 kan huishoudelijke hulp in beginsel worden beëindigd. Daartoe zal echter in beginsel slechts aanleiding zijn, indien er iets is gewijzigd, waarbij vooral gedacht moet worden aan de omstandigheden waarin betrokkene verkeert. Een categoriale stopzetting , in verband met gewijzigd beleid, is niet mogelijk. Zonder nader onderzoek naar de mogelijke gevolgen van de beëindiging voor de gezondheid en wel bevinden van betrokkene, kan hiertoe niet worden overgegaan. Beoordeeld moet worden of de huishoudelijke hulp in het specifieke geval van betrokkene als algemeen gebruikelijk beschouwd kan worden. (Zie CRvB, 17 nov. 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BK5657: zijn de kosten te zien als behorende tot de gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon, naar de geldende maatschappelijke normen)
Casus 3 Ik ben 80 jaar oud en mijn man is 79 jaar oud. Wij wonen onze hele leven al in de gemeente Y. Tot voorkort waren wij instaat om geheel zelfstandig zonder hulp, ons huishouden te doen. De huishoudelijke taken verrichtte ik voor het merendeel. Na een val in huis, waarbij ik mijn rechter arm brak en ik blijvende beperkingen aan de arm over hield, kan ik merendeel van de huishoudelijke taken niet meer verrichten.
Zorgvuldig onderzoek ECLI:NL:RBZWB:2015:194, Vovo Tijdens zitting wordt weersproken dat dochter betrokkene heeft toegezegd de organisatie van het huishouden op zich te nemen, zoals geconcludeerd is in rapport van consulent. De rechter stelt vast dat de consulent haar conclusie niet heeft onderbouwd. Ook ter zitting heef het college niet kunnen onderbouwen.
ECLI:NL:RBMNE:2015:4057 Onderzoek bestaande uit een telefoongesprek is niet onzorgvuldig, omdat uit het dossier blijkt: 1. Al bekende informatie bij de besluitvorming is betrokken, 2. In het telefoongesprek is gevraagd of de situatie is gewijzigd en daarop met nee is geantwoord.
Motivering ECLI:NL:RBNNE:2015:760, Vovo
Verweerder heeft onderscheid tussen alleenstaanden en meerpersoons huishoudens laten vallen in haar “ Protocol Ondersteuning met betrekking tot het voeren van een gestructureerd huishouden 2015”. Verweerder zegt dit in overleg met de zorgaanbieder gedaan te hebben. Door enkel naar het Protocol te verwijzen en met de niet te controleren toelichting dat er in overleg met de zorgaanbieder is geconcludeerd dat tot de verlaging van het aantal uren kon worden overgegaan, is de verlaging onvoldoende gemotiveerd.
Motivering ECLI:NL:RBMNE:2015:1394 De norm voor de collectieve voorziening die de gemeente Utrecht hanteert voor huishoudelijke hulp is in redelijkheid vastgesteld. De Gemeente heeft uitgelegd dat de gewijzigde norm voor de huishoudelijke hulp tot stand is gekomen in overleg met 14 kleine, middelgrote en grote zorginstanties, waarna de cliëntenraad zich erover heeft mogen uitspreken. Er zijn bovendien 15 zorginstanties die inmiddels contracten hebben gesloten met de gemeente om met die norm van 78 uur per jaar huishoudelijke hulp te verlenen. Gemeente heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar het inzetten van maatwerkmodules.