Jeugdopleidingsplan
HOM
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................................................................................................................. ......... 2 1
2
3
4
Jeugdopleiding ................................................................................................ .............................. 4 1.1
Visie ............................................................................................................................. ............ 4
1.2
Fun-aspect ............................................................................................................................. .. 6
1.3
Formation-aspect..................................................................................................................... 7
1.4
Zonevoetbal als opleidingsfilosofie.......................................................................................... 8
Leerplan ............................................................................................................................. ........... 10 2.1
Inleiding ............................................................................................................................. .... 10
2.2
Voetbalontwikkelingsmodel ................................................................................................... 10
2.3
Veldbezettingen ..................................................................................................................... 12
2.4
Basistaken per positie ........................................................................................................... 14
2.5
Exploratiefase ........................................................................................................................ 17
2.6
De Basics................................................................................................................. .............. 17
2.7
De teamtactics ....................................................................................................................... 17
Doelstellingen per leeftijdsgroep............................................................................................... 19 3.1
Ontwikkelingsfase 2 tegen 2.................................................................................................. 19
3.2
Ontwikkelingsfase 5 tegen 5.................................................................................................. 20
3.3
Ontwikkelingsfase 8 tegen 8.................................................................................................. 21
3.4
Ontwikkelingsfase 11 tegen 11.............................................................................................. 23
3.5
Ontwikkelingsfase vervolmaking ........................................................................................... 24
3.6
Doelstellingen keepers .......................................................................................................... 25
3.7
Vormingsproces van een veldspeler (maandplanning) ......................................................... 28
3.8
Overzicht basics .................................................................................................................... 29
Trainingen ............................................................................................................................. ....... 35 4.1
Inleiding ............................................................................................................................. .... 35
4.2
Wedstrijdvormen................................................................................ .................................... 35
2
5
4.3
Tussenvormen ....................................................................................................................... 36
4.4
Trainingsvoorbereiding .......................................................................................................... 36
4.5
Trainingsopbouw ................................................................................................................... 38
4.6
Coachtermen ......................................................................................................................... 39
Spelers staan centraal ................................................................................................................ 41 5.1
Visie ............................................................................................................................. .......... 41
5.2
Leeromgeving .............................................................................................. .......................... 41
5.3
Profiel jeugdopleider .............................................................................................................. 41
5.4
Profiel van de speler .............................................................................................................. 42
5.5
Kwalitatieve evaluatie ............................................................................................................ 42
5.6
Talentherkenning ................................................................................................................... 44
6
Blessures............................................................................................................................. ......... 45
7
Richtlijnen ............................................................................................................................. ....... 48
8
7.1
Coervertechnieken ................................................................................................................ 48
7.2
Trainers............................................................................................................................. ..... 51
7.3
Spelers......................................................................................................... .......................... 54
7.4
Ouders ............................................................................................................................. ...... 55
7.5
Ploegafgevaardigden............................................................................................................. 58
Besluit ............................................................................................................................. .............. 60
3
1
Jeugdopleiding
1.1
Visie
De jeugdopleiding is de voornaamste pijler in de structuur van onze voetbalclub, daarom willen we een jeugdopleiding uitbouwen en in stand houden zodanig dat de jeugdafdeling de club een herkenbaar imago bezorgd. De hoofddoelstelling is onze jeugdspelers zo op te leiden en te begeleiden dat hun aanwezige talenten ontwikkelend en benut worden, waardoor er een continue doorstroming naar de senioren en bij voorkeur eerste ploeg mogelijk wordt. De absolute prioriteit van de club is het bieden van een kwalitatieve jeugdopleiding. Daarbij worden enerzijds jeugdspelers “voetbal specifiek” opgeleid maar zal hun anderzijds ook attitudes worden aangeleerd die zij op maatschappelijk vlak goed kunnen gebruiken. We verliezen echter niet uit het oog dat er tevens een balans moet zijn tussen studie en voetbal. De club vindt het belangrijk dat de jeugdspelers zich thuis voelen binnen deze opleiding. Het verenigingsleven binnen de club heeft eveneens een hoge prioriteit. Door allerhande nevenactiviteiten voor spelers en de ouders zorgen we dat we ook als één grote familieclub worden beschouwd. 1.1.1
Doelstellingen
We willen elke speler, ongeacht zijn talenten, elke week laten trainen en voetballen op een niveau dat bij hem of haar past. Het streven is om elke speler op seizoensbasis minimaal 50% speelgelegenheid te bieden. Dit uiteraard op voorwaarde dat spelers blessurevrij zijn en zich houden aan overeengekomen afspraken. We willen onze jeugdopleiding naar een hoger niveau tillen, zodat iedereen daar voordeel van heeft, iedere speler, de club maar ook iedere supporter. (het is voor supporters tof als je naar het voetbal komt kijken en dan spelers ziet die je zelf hebt zien opgroeien, ontwikkelen en waar je een band mee hebt. We willen ook de beter getalenteerde spelers bij onze club houden. We willen de meer getalenteerde samen laten trainen zodat ze meer met en van elkaar leren en hun talenten zich zo goed mogelijk ontplooien. Dit alles willen we verwezenlijken in een ‘kindvriendelijke omgeving’ waarin iedere medewerker en speler oog dient te behouden voor plezier en kameraadschap.
4
1.1.2
Afspraken
Het realiseren van deze doelstellingen vertaalt zich in De club wil de jeugdopleiding een vooraanstaande rol toedelen en alle middelen geven om; de opleidingsvisie in stand te houden en zo de genoemde doorstroming naar de senioren te realiseren. De nodige aandacht besteden aan de ethische waarden en normen die nodig zijn om in een club en samenleving te kunnen functioneren door; Scholing van het kader voorop te stellen, informatie aan spelers, ouders en supporters, medewerking aan acties van de KBVB of anderen (fair-play enz…), hanteren van regels en gedragscodes 1.1.3
Realisatie
Bovenstaande wordt gerealiseerd door een degelijke opleiding met optimale ontplooiingskansen aan haar jeugdspelers door bekwame (gekwalificeerde trainers), kwaliteitsvolle infrastructuur aan te bieden en relevante informatie geven aan ouders. Daarnaast worden er allerhande nevenactiviteiten georganiseerd met de bedoeling de spelers te binden aan de club. 1.1.4
Opleidingsvisie
We kiezen voor aanvallend attractief combinatievoetbal, bij voorkeur op de helft van de tegenstander door vooruit te verdedigen en druk naar voren te zetten. Combinatievoetbal als speelwijze garandeert het best de ontwikkeling van het technisch vermogen van de spelers. Om dit te realiseren leren we de spelers functionele techniek aan (balgevoel – Coerver Joost Desender). Daarnaast het gepast en juist bewegen zonder bal > vrijlopen (wedstrijdjes - positiespelen). Iedere speler moet meespelen, mag niet bang zijn om de bal in de voet te krijgen, moet durven fouten maken want enkel op die manier kan je leren. Het trainen op balgevoel geeft de spelers zekerheid en rust als ze aan de bal zijn, dit is nodig voor het overzicht op het veld waardoor een speler makkelijker de juiste oplossing kan kiezen. Elke training moet een leerdoelstelling hebben waarop gecoacht wordt. (vb korte passing) Deze coaching is uitermate belangrijk om het leerproces van spelers te versnellen. De trainer moet via vraagstelling de spelers stimuleren om zelf oplossingen voor een bepaalde spelsituatie te kiezen. Nu en dan het spel stilleggen (freeze) wanneer een veel voorkomend spelprobleem zich voordoet om de spelers te laten nadenken over een oplossing (ruimte laten voor zelfontdekking, niet constant voorzeggen wat er moet gebeuren). In ons leerplan zijn de doelstellingen per leeftijdscategorie uitgewerkt.
5
De trainingsinhoud, gericht op het aanleren van techniek moet voldoen aan de verwachtingen van de spelers. Trainingen moeten uitdagend en haalbaar zijn zodat spelers het gevoel hebben dat ze bijleren. FUN als fundament voor de opleiding, de trainingsinhoud gericht op het aanleren van techniek moet voldoen aan de verwachtingen van de spelers. Wedstrijdjes spelen is leerrijk omdat alle weerstanden zoals tijd, ruimte, tegenstanders aanwezig zijn. Zo leren spelers hun techniek onder druk uit te voeren en spelsituaties herkennen waarvoor ze oplossingen moeten vinden. Op tactisch vlak mogen we het niet te ingewikkeld maken. Het meegeven van enkele basistaken als team, per linie, per positie samen met de beginselen van zonevoetbal is voldoende. Beter een paar basisprincipes goed aanleren dan alles half. De trainingsuren op de club zijn onvoldoende voor het verkrijgen van het beoogde resultaat daarom geven we onze spelers huiswerk mee. Jongeren voetballen thuis, alleen weten ze niet goed hoe nuttig te trainen. Daarom staat er op onze website een link die verwijst naar degelijke oefenstof.
1.2
Fun-aspect
Fun = al spelende leren In de opleiding dienen veel “leuke” leermomenten aangeboden te worden Spelplezier > trainingsplezier > competitieplezier Het hebben van plezier is het allerbelangrijkste voor het zelfvertrouwen en het goed presteren.
Plezier voor iedereen; van debutantje tot profspeler! FUN voor iedere speler, ook voor de mindere goden! Het plezier om te spelen en het plezier om te leren = voetbal spelen! Terugkeer naar het plezier van straatvoetbal!
6
1.3
Formation-aspect Formation =
procesgericht leren + opvoeden Uitgangspunten van doelgericht opleidingsproces:
Gerichtheid naar het einddoel o
Wat moet de jeugdspeler kunnen op het einde van de opleiding
o Welke einddoelstellingen dienen op technisch, tactisch, mentaal en fysiek vlak bepaald te worden
Wedstrijdgerichtheid o
De speler dient na zijn opleiding klaar te zijn om in een wedstrijd te presteren
o
Wet van de transfer; wedstrijdvormen als het kan, tussenvormen als het moet
Methodische opbouw o
Wet van de geleidelijkheid en wet van de herhaling
o
Doelstellingen worden gepland en geëvalueerd
Leeftijdskarakteristieken en vaardigheidsniveau o Er zijn typische leeftijdskenmerken op motorisch en psychologisch vlak, afhankelijk van de groeiontwikkeling en rijpheid o
Er moeten doelstellingen per ontwikkelingsfase bepaald worden
o
Tot en met 8/8 situatie roteren de spelers in de verschillende posities
o Vanaf 11/11 situatie (U14) wordt er meer aandacht geschonken om een speler op te leiden tot een vaste positie(s) o
Exploratie (5-7 jaar)
o
o
Individuele opleiding (7-17 jaar)
Basistechnieken en basistactieken = BASICS
Het functioneren in ploegverband = TEAMTACTICS
Vervolmaking (17-21 jaar)
Balgewenning
Integratie in volwassenvoetbal
Jeugdspeler verwerft menselijke waarden via het voetbalspel o
Respect voor anderen; trainer, medespeler, tegenspeler, scheidsrechter, enz……
o
Respect voor zichzelf; rust, verzorging, voeding enz….
o
Respect voor materiaal infrastructuur enz.….
De jeugdspeler speelt om te winnen maar leert verliezen
De jeugdspeler leert de spelregels van het voetbalspel na te leven
De jeugdspeler leert leefregels (discipline) na te leven en zelfdiscipline te verwerven 7
De jeugdspelers leren samenleven en samenwerken om sociale competenties te verwerven
1.4
Zonevoetbal als opleidingsfilosofie
Zonevoetbal is een spelconcept en geen spelsysteem en het omvat bepaalde principes in balbezit en in balverlies met als doel te tegenstander te beheersen in de ZONE. Uit de zoneprincipes worden teamtactics afgeleid:
Zorgt voor een evenwichtige verdeling van de inspanningen onder alle spelers over de volledige wedstrijd
Stimuleert de creativiteit, lef en polyvalentie van de spelers
Leert de speler optimaal te functioneren in balbezit, balverlies en omschakeling
Het driehoeksspel en flankspel worden bevorderd
Verbetert het communicatievermogen
Verbetert het technisch vermogen
Gedeelde collectieve verantwoordelijkheid
Zeer snelle omschakeling van balbezit naar balverlies en omgekeerd
Zoneprincipes bij balbezit:
De eigen speelruimte vergroten
Aanspeelbaar zijn/worden binnen zones door bewegingen zonder bal ( vrijlopen, plaatswissels ( kruisbewegingen ), inschuiven om meerderheidssituaties te creëren )
Zo snel mogelijk een nauwkeurige pass, diepte- diagonale pass geven
De zwakke zone van de tegenpartij opzoeken d.m.v. snelle balcirculatie
Steeds doelpogingen ondernemen bij werkelijke doelkans
Steeds het moment van balverlies voorzien en een defensieve T van 3 à 5 spelers vormen en behouden
Zoneprincipes bij balverlies:
Individuele pressing door de speler die zich dichtst bij de bal bevindt
Dekking door de dichtstbijzijnde speler
Collectieve pressing
De andere spelers vormen een compact blok binnen de zone bal-doel
10 – 15 meter afstand tussen de spelers
Spelers kruisen niet
Afsluiten van directe speelhoeken 8
Het beheersen van de waarheidszone
1-4-3-3 bij jeugd in zone:
Maximaal aantal mogelijkheden voor het driehoeksspel
Efficiënte bezetting van de te bespelen (B+) en te verdedigen (B-) ruimte
Omschakeling B+/B- en B- /B+ betekent snelle aanpassing van positie
Verdediging met 4 i.p.v. 3 (gemakkelijk verdedigen breedte terrein)
Middenveld met 3 centrale middenvelders (nr. 10 – 6 – 8)
3 aanvallers (meer aanspeelpunten – stimuleren buitenspelers – diepe spits)
9
2
Leerplan
2.1
Inleiding
Leren is:
Een continu proces met ontwikkelingsdoelen die ontwikkelingslijnen vormen, van.. via… naar… De verworven vaardigheden vormen de basis voor de nieuw aan te leren vaardigheden
2.2
Voetbalontwikkelingsmodel
Bevat 4 hoofdfasen met een vloeiende overgang van de ene fase naar de andere. Fase 1: Ik en de bal – exploratie ( speldimensie 2-2 ) Fase 2: collectief spel “dichtbij “ ( speldimensie 5-5 ) Fase 3: collectief spel “ 2de graad “ ( speldimensie 8-8 ) Fase 4: collectief spel “ veraf “ ( speldimensie 11-11 )
De voetballeeftijd is hierbij de leidraad maar er zijn individuele verschillen per leeftijd in de ontwikkelingsdomeinen mogelijk.
De trainer kiest op technisch, tactisch, mentaal en fysiek vlak leerdoelen en inhouden in functie van de ontwikkelingsfase waarin de groep zich bevindt.
De
spel-
en
wedstrijdvormen
5-5,
8-8
en
11-11
zijn
afgeleid
van
het
voetbalontwikkelingsmodel.
Van aanleren “ algemene balvaardigheid naar presteren in groepsverband”. o
Ontwikkelen van algemene balvaardigheden (< 6 jaar)
o
Evolutie van individueel naast elkaar spelen naar individueel tegen elkaar spelen = oppositiespelen (6-7 jaar)
o
Leren samenspelen met één of meerdere spelers zonder opdrachten (7-10 jaar)
o Geleidelijk aan evolueren naar spelen in teamverband met gedifferentieerde opdracht (vanaf 11 jaar)
10
Technisch- tactische ontwikkelingsdoelen:
Ik en de bal (fase1; 2-2) Collectief spel “dichtbij“ (fase 2; 5-5) Collectief spel “2de graad” (fase3; 8-8) Collectief spel “veraf“ (fase4; 11-11) Mentale ontwikkelingsdoelen:
Ik en de bal (fase1; 2-2) Collectief spel “dichtbij“ (fase2; 5-5) Collectief spel “2de graad‘ (fase3; 8-8) Collectief spel “veraf” (fase4; 11-11)
11
Fysieke ontwikkelingsdoelen Deze zijn afhankelijk van de biologische leeftijd
ik en de bal (fase1; 2-2) collectief spel “dichtbij” (fase2; 5-5) collectief spel “5de graad (fase3; 8-8) collectief spel “veraf” (fase4; 11-11)
2.3
Veldbezettingen
1 – 4 – 3 – 3 in zone, vaste nummers; identificatie met bepaalde functie 1. Keeper 2. Rechter flankverdediger 3. Rechter centrale verdediger 4. Linker centrale verdediger 5. Linker flankverdediger 6. Rechter verdedigende middenvelder 7. Rechter flankaanvaller 8. Linker verdedigende middenvelder 9. Centrumspits 10. Aanvallende middenvelder 11. Linker flankaanvaller
12
13
2.4
Basistaken per positie
Keeper
maximaal integreren in de wedstrijd : leren meespelen als veldspeler
meerdere spelers eens laten fungeren als keeper.
Veldspelers
regelmatig van positie wisselen. Totale polyvalentie nastreven.
wisselen van flank, achter en voor.
positie
1
4
7 + 11
9
balbezit
balverlies
- de ploeg schuift in zijn geheel op , - elke speler is betrokken bij de opbouw - goed gebruik maken van de ruimte - gebruik maken van de coachingstermen Speel – alleen – kaats
-sluiten ,het veld klein maken -elke speler verdedigt mee -coachingstermen gebruiken
-door ingooi of bal aan de voet, komen tot de opbouw -fungeren als laatste man
-rugdekking geven aan de spelers voor hem -coachen medespelers
-naar voren denken -steun geven aan de spelers voor hem
-tegenspeler voor je houden -tijd winnen -dwingen tot breedte spel
-het veld groot maken -wegtrekken op de flanken om ruimte te maken -actie op de flanken -goed opengedraaid staan -de achterlijn halen -1-2 beweging met de 9
-niet laten uitspelen -doel afschermen -binnenkant afdekken
-individuele actie, de bal goed afschermen -kaatsen op de medespelers -1-2 beweging met de flankspelers
-dieptebal eruit halen - je niet laten uitspelen
14
Basistaken per positie ( 8 / 8 dubbele ruit ) De dubbele flankbezetting zorgt voor een duidelijke structuur voor deze jonge spelers en maakt vlotte combinaties op de flanken mogelijk. (is makkelijker voor jonge spelers) Spelhervattingen van de keeper De spelhervattingen van de keeper gebeuren door uitrollen of gooien op 2,4 of 5.Bij te hoge druk op deze verdedigers vanwege de tegenstander, lopen zij vooruit en haken op het gepaste moment af. positie
1
2+5
4
10
7 + 11
9
balbezit
Balverlies
-coachingstermen gebruiken -het veld groot maken, de ruimte gebruiken -het spel kantelen -de achterste lijn schuift mee op -driehoekspel bevorderen., 3de speler betrekken
-coachingstermen gebruiken -sluiten het veld klein maken -zo nodig remmend wijken
-spelopbouw via de achterlijn of de middenlijn( in uitzonderlijk geval uittrap ) -fungeren als centrale opbouwer
-positie kiezen t.o.v. de bal -coachen van de medespelers -rugdekking geven aan de spelers in de achterste lijn
-veld grootmaken, inspelen op 7,11,9, centraal via 4 driehoekspel -actie maken over de flank -inschuiven en steunen
-binnenkant afdekken -rugdekking geven aan 7 en 11 -rond de eigen doelzone kort dekken -niet laten uitspelen.
-altijd aanspeelbaar zijn - het spel verleggen -aanval ondersteunen, -inschuiven indien mogelijk
-niet laten uitspelen -dekken centrumaanvaller -het centrum goed afdekken -rugdekking geven
-het spel verleggen -snelle omschakeling naar voren -aanval steunen
-niet latten uitspelen -Rugdekking geven bij balverlies aanvallers -coachen van de medespelers -veld klein maken
-het veld lang maken( diepte zoeken) -actie maken langst de flanken. -gebruik maken van de ruimte -doelpogingen
-storen van de opbouw, -voorkomen van de dieptebal, -het veld klein maken -niet laten uitspelen.
-diep positie kiezen ( veld lang maken) -in combinatie met 7 en 11 balvast zijn -actie kunnen maken -doelgericht zijn.
-dekken centrale verdedigers tegenpartij -storen van de opbouw -voorkomen van de dieptebal -niet laten uitspelen -veld klein maken
15
Basistaken per positie ( 11 / 11 ) positie
1
2+5
3+4
6+8
10
7 + 11
9
balbezit
balverlies
-Starten opbouw -Mee voetballen ( positiespel ) -Coachen bij opbouw
-Voorkomen doelpunten -Coachen verdediging -Organisatie bij standaard situaties
-Breedte maken -Aanspeelbaar maken in opbouw -Eventueel penetreren bij aanval
-Voorkomen doelpunten -Binnenkant dekken -Voorkomen van voorzet -Doordekken eigen kant -Zijwaartse rugdekking aan centrumverdedigers
-Opbouw verzorgen -Uit elkaar positie kiezen bij opbouw -Inschakelen middenveld / aanval -Onderlinge coaching ( ook middenveld ) -Één van beide inschuiven
-Voorkomen doelpunten/doelpogingen -Verdedigen directe tegenstander -Rugdekking geven bij geen tegenstander -Eventueel doordekken op 10 tegenstander -Onderlinge coaching
-Aanspeelbaar zijn bij opbouw -6 knijpt naar binnen bij balbezit 2 idem 8 bij balbezit 5 ( driehoek ) -Controlerend spelen -Alleen aanvallend bij aanval eigen kant -Ondersteunen van 6 > 7 en 8 > 11 -Overname bij opkomende 2 (6) of 5 (8) -Onderlinge coaching ( ook aanvallers )
-Tegenstander in eigen zone oppakken -Hoe dichter bij bal hoe scherper dekken -Binnenkant dekken -Afschermen dieptepass / steekpass -Positiespel bij collectief vastzetten -Kantelen blok
-Centraal aanspeelbaar zijn -Spel verdelen -Aansluiten bij aanvallers -Over 9 heengaan, als die inzakt -Schietkans = schieten
-Opbouw verstoren -Vastzetten tegenstander -Snelle omschakeling (achter bal komen) -Afschermen dieptepass / steekpass -Meegaan met opkomende 3 of 4
-Speelveld breed houden bij aanval -Op tijd naar binnen komen bij voorzet andere kant -Individuele actie bij 1 / 1 situatie > voorzet -Combinatiespel -Schietkans = schieten
-Opbouw verstoren -Vastzetten tegenstander -Snelle omschakeling ( achter bal komen ) -Afschermen dieptepass / steekpass -Meegaan met opkomende 3 of 4
-Diep aanspeelbaar zijn -Loopactie ( afwisselend van / in de bal ) -Komen in scoringspositie -Ruimte creëren voor opkomende 10 -Met rug naar doel kaatsen met middenveld -Individuele actie ( 1 / 1 situatie ) -Schietkans = schieten
-Opbouw verstoren -Vastzetten tegenstander -Snelle omschakeling ( achter bal komen ) -Afschermen dieptepass / steekpass -Meegaan met opkomende 3 of 4
16
2.5
Exploratiefase
Fun = al spelende leren Ik en de bal = 1 tegen 1 Zelf ontdekkend = laat ze maar doen > spontaan leren Oog-voet coördinatie is moeilijker dan oog-hand coördinatie
Het kind moet wennen aan het gedrag van de bal
Het kind moet weten hoe de bal reageert
Het kind moet aanvoelen hoe hard / zacht het de bal moet raken
Het kind moet aanvoelen wat het moet doen om de bal bij zich te houden terwijl het loopt
Het kind is nog niet rijp om samen te spelen l
2.6
De Basics
De basics zijn het geheel van technische en tactische vaardigheden die een speler op het einde van de opleiding moet beheersen om binnen de 11 tegen 11 goed te kunnen functioneren, ongeacht het spelsysteem en spelconcept. 7 – 13 jaar = ideale leeftijd om de psychomotorische capaciteit te ontwikkelen
Balbezit > speler met bal ( vb; balcontrole, leiden/dribbelen, passing, afwerken )
Balbezit > speler zonder bal ( vrijlopen, steunen )
Balverlies > ifv bal en balbezitter ( interceptie voor/na balcontrole, 1/1, tackle, …)
Balverlies > situaties zonder bal ( speelhoeken afsluiten, strikte dekking, rugdekking..)
Omschakeling Balbezit / balverlies > spelsituaties na balverlies
Omschakeling Balverlies / balbezit > spelsituaties na balbezit
2.7
De teamtactics
De teamtactics zijn het geheel van handelingen die de spelers dienen uit te voeren om zo goed mogelijk te functioneren ongeacht het spelsysteem of spelconcept waarbij de spelers gebruik maken van de basics, fysieke en mentale vaardigheden
Balbezit > opbouwzone beheersen ( aanspeelbaarheid – balcirculatie ) o
Infiltratie
waarheidszone
o
Waarheidszone beheersen 17
Balverlies > Opbouwzone beheersen ( blokvorming – dieptespel beletten ) o
Balrecuperatie
o
Waarheidszone beheersen
18
3
Doelstellingen per leeftijdsgroep
3.1
Ontwikkelingsfase 2 tegen 2
Spelomgeving 2/2 spel > 1+K / 1+k
1ste fase o
Balgewenning > kinderen spelen met bal naast elkaar
de
2 fase o Oppositiespelen > kinderen spelen tegen elkaar 1-1 ( duel d.w.z. leiden en dribbelen met accent op scoren )
Psychomotorisch
1ste fase o
Algemene lichaams- en balvaardigheden
o
Oog/hand en oog/voet coördinatie ( werpen, vangen en trappen )
2de fase o
Balbezit > balgewenning met de voet ( leiden, dribbelen en trappen )
o
Balverlies > de bal afnemen = scoren beletten
Ontwikkelingskenmerken
Fysiek o
Kracht; heel weinig ontwikkeld
o
Lenigheid; meestal groot
o
Uithouding; erg oneconomisch lopen ( veel energieverlies )
snel moe maar ook snelle recuperatie
o
Snelheid; reactiesnelheid in spelvorm
o
Coördinatie; weinig lichaamsbeheersing
weinig evenwichtsgevoel
weinig lichaams- ruimte en tijdsbesef
vaak nog geen voorkeurvoet ontwikkeld (geen dominantie Rs of Ls)
Mentaal o
Toont grote spontaniteit
o
Speelt graag en maakt graag plezier
19
o
Is sterk op zichzelf gericht
o
Vaak onrustig en snel afgeleid
o
Is gehecht aan de jeugdopleider
o
Kijkt op naar de jeugdopleider
o
Bootst jeugdopleider na
3.2
Ontwikkelingsfase 5 tegen 5
Spelomgeving 5/5 spel > 4+K / 4+K = ideale wedstrijdvorm ( enkele ruit ) met passafstanden tot + 10 meter 1ste fase; toepassing enkel basics ( 2/2 ) 2de fase; uitbreiding naar kort spel ( 5/5 ) ( basics + eenvoudige teamtactics ) Basics B+
B-
-leiden en dribbelen -korte passing -controle op lage bal
-druk zetten
-doelpoging tot 10mtr (dichtbij)
-opstelling tussen tegenspeler en doel
-doelpoging op lage voorzet
-korte dekking op korte pass
-vrij en ingedraaid staan
-afweren van korte pass
-vrijlopen; aanspeelbaar zijn door vrije ruimte te zoeken
Teamtactics B+ -openen breed -openen diep -infiltratie met bal; leiden of dribbelen -doelkans creëren via een individuele actie -zo snel mogelijk afwerken bij een werkelijke doelkans
B-positieve pressing op de baldrager -het duel niet verliezen; niet laten uitschakelen -het duel proberen te winnen -niet laten uitschakelen door een individuele actie -doelpoging afblokken
20
Ontwikkelingskenmerken Fysiek
Mentaal
KRACHT; natuurlijke bewegingen, duelvormen tussen homogene groepen LENIGHEID; meest gunstige periode UITHOUDING; omvang training voldoet SNELHEID; reactie- en startsnelheid in spelvorm looptechniek observeren en speelsscholen
wordt leergierig concentratie neemt toe is bereid om deel uit te maken van een team
COORDINATIE; lichaamscoördinatie oog/hand en oog/voetcoördinatie
3.3
Ontwikkelingsfase 8 tegen 8
Spelomgeving 5/5 spel > 4+K / 4+K = ideale wedstrijdvorm ( enkele ruit ) met passafstanden tot + 20 meter 1ste fase; toepassing enkel basics ( 2/2 ) > uitbreiding kort spel (5/5) 2de fase; uitbreiding van kort spel ( 5/5 ) naar halflang spel (8/8) ( basics + eenvoudige teamtactics ) Basics B+
B-
-halflange passing -controle op half-hoge bal -doelpoging van op 15 à 20 mtr (half ver)
-speelhoeken afsluiten
-doelpoging op half- hoge voorzet
-korte dekking op half lange-pass
-vrijlopen om zelf aanspeelbaar te zijn
-interceptie of afweren half lange-pass
-steunen
-corner + indirecte vrije trap
-corner + indirecte vrije trap
21
Teamtactics B+
B-
-ruimte creëren voor zichzelf en het benutten ervan -geen dom balverlies waardoor tegenpartij doelkans de
-een lijn overslaan bij passing diep (2 graad) -infiltratie op het juiste moment -infiltratie zonder bal -infiltratie met bal>geen kans op gevaarlijk balverlies
-negatieve pressing op de baldrager -dekking door dichtste medespeler -een mee schuivende doelman (hoge positie) -de bal recupereren door interceptie -doelpoging afblokken
Ontwikkelingskenmerken Fysiek
Mentaal
KRACHT; spelen met eigen lichaamsgewicht, duelvormen tussen homogene groepen LENIGHEID; neemt af dus stimuleren UITHOUDING; omvang training voldoet SNELHEID; reactie- en startsnelheid in spelvorm
-wil zich meten met anderen -kan in teamverband een doel nastreven -is kritisch tegenover zichzelf en anderen
looptechniek verbeteren COORDINATIE; lichaamscoördinatie oog/hand en oog/voetcoördinatie
22
3.4
Ontwikkelingsfase 11 tegen 11
Spelomgeving 11/11 spel > 10+K / 10+K = ideale wedstrijdvorm met passafstanden meer dan 20 mtr bij toepassing van buitenspelregel ontstaat veel ruimte tussen verdediging en doel 1ste fase; toepassing 2/2, 5/5 en 8/8 2de fase; uitbreiden naar lang spel Basics B+
B-
-lange passing -controle op hoge bal -doelpoging vanaf 20 mtr ( ver )
-speelhoeken afsluiten
-doelpoging op hoge voorzet
-korte dekking op lange pas
-vrijlopen om een medespeler aanspeelbaar te maken
-interceptie of afweren van lange pas
-vrijlopen door diep in de ruimte te lopen
-onderlinge dekkingdirecte vrije trap
( buitenspelval omzeilen ) -directe vrije trap
Teamtactics B+
B-speelruimte verkleinen
-driehoeksspel/juiste onderlinge afstanden
-evenredige onderlinge afstand
-ruimte creëren voor medespeler en het benutten
-medium blok -centrale verdediger dichtst bij het duel bepaalt
ervan -zo snel mogelijk de bal nauwkeurig doorspelen
buitenspellijn
-een zo hoog mogelijke balsnelheid ontwikkelen
-geen kruisbeweging met naburige speler maken
-subtiele eindpass in de diepte trappen
-schuiven en kantelen van het blok
-diepte induiken maar opgelet buitenspel
-een voorzet beletten
ste
-balrecuperatie > 1 -diep blijven spelen
actie is diepte gericht
-eindpass in de diepte beletten - centrum afsluiten -onmiddellijk na balverlies druk zetten en dieptepass verhinderen
23
Ontwikkelingskenmerken Fysiek
Mentaal
KRACHT; geen specifieke krachttraining, natuurlijke bewegingen, veelzijdigheid, duel tussen homogene groepen LENIGHEID; grote algemene stijfheid dus aan werken UITHOUDING; omvang van de training + korte duurinspanningen met bal > 20 sec.regel
-heeft eigen mening en is kritischer -beoordelingsvermogen stijgt -geldingsdrang neemt toe -test heel graag de grenzen -sterk visueel ingesteld
SNELHEID; explosief vermogen en maximale snelheid in spelvormen –looptechniek verbeteren COORDINATIE; technieken herhalen
3.5
Ontwikkelingsfase vervolmaking
Spelomgeving 11/11 > 10+K / 10+K alle “basics” worden nu tot in de perfectie uitgevoerd. De speler voert zijn taak binnen het 14-3-3 spelsysteem bij balbezit en balverlies zo goed mogelijk uit. ( teamtactics ) Basics: vervolmaking via individuele training Teamtactics B+
B-
-diagonale in & out passing naar zwakke zone
-collectieve pressing bij kans op balrecuperatie
-een voorzet trappen die bruikbaar is voor doel
-efficiënte bezetting; 1 , 2
ste
de
-efficiënte bezetting; 1 , 2
paal en 11 mtr
ste
de
paal en 11 mtr
-kortere dekking in waarheidszone
-strikte dekking ontvluchten; snel bewegen
-geen systematische buitenspel door stap te zetten
-de verste spelers lopen zich vrij net voor
-een hogere compacte T-vorm ( 4 spls + K )
balrecuperatie ( loshaken/ uit blok ) -in blok spelen; enkelen infiltreren ( = sprint )
-T-vorm tegenaanval afremmen -niet T-vorm zo snel mogelijk terug
24
Ontwikkelingskenmerken Fysiek
Mentaal
KRACHT; snelkracht > afhankelijk van de morfologie van de speler
-toont minder zelfvertrouwen
LENIGHEID; onderhouden i.f.v. blessures
-gaat op zoek naar eigen IK
UITHOUDING; extensieve en intensieve
-zet zich af tegen normale waarden
duurtraining
-moet meer en meer de intentie tonen om te
SNELHEID; explosief vermogen en maximale snelheid
willen winnen en moet daarvoor bepaalde
in spelvormen (arbeid/rustverhouding)
opofferingen willen doen
looptechniek verbeteren COORDINATIE; basistechnieken blijven herhalen
Einddoelstelling; dient vaak in fasen aangeleerd te worden. vb; Basics korte passing B5 + B6
spl kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat
spl kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen/koppen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden kan verder spelen ( rollende bal, in de loop of in de voet )
2 tegen 2
niet van toepassing
5 tegen 5
korte passing naar speler die aanspeelbaar is – korte passing over de grond
8 tegen 8
korte passing (voet) in de voet of in de loop van de speler korte passing (voet) naar juiste voet korte passing met hoofd naar spl die aanspeelbaar is of in de loop van de spl korte passing (voet) met juiste balsnelheid en op het juiste moment korte passing (voet + hoofd) naar juiste spelers (meest gunstige positie aanspeelbaar)
11 tegen 11
3.6
Doelstellingen keepers
3.6.1
Ontwikkelingsfase 1
Doel: plezier en belangstelling hebben om te keepen • Stel de spelertjes die willen keepen regelmatig op, zowel tijdens de wedstrijd als de training.
25
• Iedere wedstrijd een ander spelertje in doel. ( liefst geen spelertjes laten keepen die dit niet willen). • Deze spelertjes beoordelen op aanleg. Belangrijk is wat ze er zelf van vinden en hoe ze omgaan met de tegenslagen. • De spelertjes die de mogelijkheden hebben en graag willen keepen worden uitgenodigd voor de keeperstraining. Het belangrijkste is dat men voor ogen houdt dat plezier bovenaan staat en ze zo enthousiast te maken en te houden voor het keepen. Speelse manieren om de basis begrippen en technieken aan te leren zijn: • Door op speelse wijze de warming/up aan te leren en duidelijk maken waarom dit zo belangrijk is. • Niet bang zijn voor de bal door de oefeningen zo te kiezen dat de keepertjes niet bang worden. • Het leren vangen van de bal, op de borst, boven het hoofd, links en recht naast hem/haar. • Correcte val technieken aan te leren. Vaak is de beginnende keeper geneigd bij zwakke hoek zijn lichaam te draaien. • Positie kiezen in het doel. • Goede uitgooi of inspelen
3.6.2
Ontwikkelingsfase 2
Doel: het aanleren / verbeteren van Techniek. • Verdedigend zonder bal (uitgangshouding, verplaatsen in en voor het doel d.m.v. voetenwerk, sprinten, starten, draaien, keren en wenden in alle richtingen). • Verdedigend met bal (oprapen van de bal, onderhands vangen, bovenhands vangen, blokkeren met buik en borst, duiken en vallen links en rechts, verwerken van terugspeelballen). • Opbouwend / aanvallend ( trap uit de hand , uitgooien zowel slingerworp als strekworp, doeltrap). Tactiek: • Verdedigende spelsituaties ( positiespel in en voor het doel, onderscheppen van diepteballen, duel 1:1).
26
3.6.3
Ontwikkelingsfase 3
Doel: aanleren / verbeteren van Techniek: • Verdedigend zonder bal. • Verdedigend met bal > oprapen, vangen, vallen, duiken, zweven, tippen, spel binnen de 16 meter). • Opbouwend / aanvallend > uittrappen met volley en dropkick, uitgooien en doeltrap. Tactiek: • Verdedigend spelsituaties > opstellen en positiespel in en voor het doel, onderscheppen diepe bal, duel 1:1. Extra trainingspunten en dus vaardigheden zijn tactische trainingsvormen, aanwijzingen en coachmomenten.
3.6.4
Ontwikkelingsfase 4
Doel: verbeteren en perfectioneren. Techniek: • Alle technische vaardigheden, die in ontwikkelingsfase 3 zijn aangeleerd, moeten nu verbeterd en geautomatiseerd worden. Training in het hoogste tempo uitvoeren en onder druk van tegenstander(s) en medespelers. Tactiek: • Alle tactische principes (spelsituaties, spelhervattingen) vanuit de wedstrijdsituatie benaderen. Extra trainingspunten en dus vaardigheden voor de training zijn: Technische trainingsvormen, aanwijzingen en coachmomenten: • Alle technische vaardigheden die hiervoor zijn aangeleerd moeten nu verbeterd, geperfectioneerd en/of onderhouden worden. Training in het hoogste tempo uitvoeren en onder druk van tegenstanders. Tactische trainingsvormen, aanwijzingen en coachmomenten: • Alle tactische principes die hiervoor zijn aangeleerd, spelsituaties en spelhervattingen onderhouden, verbeteren en perfectioneren. • Alles wat in vorige ontwikkelingsfases is aangeleerd onderhouden, verbeteren en perfectioneren.
27
3.7
Vormingsproces van een veldspeler (maandplanning)
Model maandplanning: Maand
Centrale thema's
Aandachtspunten
Augustus September Oktober November December Januari Februari Maart April
Thema’s per leeftijdscategorie worden in samenspraak tussen JC en trainer bepaald afhankelijk van leeftijdscategorie en niveau van de spelersgroep.
28
3.8
Overzicht basics
3.8.1
Onderbouw
B+ : Vrijlopen – steunen 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie, op het ogenblik dat de speler die aan de bal is kan passen. 2. Speler kan zich zodanig verplaatsen dat een medespeler daardoor aanspeelbaar wordt, op het ogenblik dat de speler die aan de bal is kan passen B+ : Passing 3. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 4. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). B+: Balcontrole 5. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 6. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. B+ : Leiden en dribbelen 7. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar + geen werkelijke doelkans). 8. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden. 9. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 10. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. 11. Speler kan zich zodanig draaien met de bal dat hij het spel in de meest gunstige omstandigheden kan verderzetten. 12. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en als er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 29
13. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 14. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen. 15. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. B+ : Afwerken 16. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijke doelkans). 17. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot10m). B- : Interceptie en afweren 18. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te onderscheppen en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. 19. Speler kan na de interceptie in het bezit van de bal blijven indien mogelijk. 20. Speler kan een pass of doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats. 21. Speler kan een mogelijke doelkans of doelpunt afweren. B- 1-1: druk/tackle/remmen 22. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname) 23. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2 m moet aanvallen. 3.8.2
Bovenbouw
B+: Vrijlopen – Steunen 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat de speler aan de bal kan passen. 2. Speler kan zich zodanig verplaatsen dat een medespeler daardoor aanspeelbaar wordt op het ogenblik dat de speler die aan de bal is, kan passen. 3. Speler kan zich zodanig verplaatsen dat hij als tussenstation kan fungeren om een andere (3e) speler gunstig in het spel te betrekken. 4. Speler kan een medespeler steunen (=door juist en snel naar de bal te bewegen) als de medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (=als deze onder druk wordt gezet). 30 30
B+: Passing 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass geven op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven, die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / koppen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven, naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen, dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen, dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 11. Speler kan voorzet met de juiste voet op volle snelheid en zo hard mogelijk trappen tussen doel en verdediging en net buiten actiegebied van de doelman en tegenspelers en binnen het bereik van inlopende medespeler. B+ : Balcontrole 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lange pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lange pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. 14. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een halfhoge pass komen. 15. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een halfhoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (bij voorkeur van op de grond). 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen.
31 31
17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (bij voorkeur van op de grond) B+: Leiden en dribbelen 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar + geen werkelijke doelkans). 19. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 20. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst richting boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. 22. Speler kan zich zodanig draaien met de bal dat hij het spel in de meest gunstige omstandigheden kan verderzetten. 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geenwerkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. B+: Afwerken 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijke doelkans). 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot10 m) 29. Speler weet wanneer en van op welke afstand hij van ver naar doel kan trappen (bij werkelijke doelkans, rekening houdend met eigen mogelijkheden en de positie van de doelman en als er geen medespelers in meer gunstige omstandigheden aanspeelbaar zijn). 30. Speler kan van op half verre afstand een doelpunt maken (10 à 20 m) 31. Speler kan van op verre afstand een doelpunt maken (20m en meer) B- : Interceptie en afweren 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op juiste wijze verplaatsen.
32 32
33. Speler kan na de interceptie in het bezit van de bal blijven, als dat mogelijk is. 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats. 35. Speler kan een mogelijke doelkans of doelpunt afweren. B- 1<>1 : Druk / tackle / remmen 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (bij voorkeur voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen. 38. Speler kan beletten dat de bal voor doel wordt gebracht. 39. Speler kan beletten dat er een gevaarlijke dieptepass gegeven wordt. 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan als dat mogelijk is, na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. 43. Speler kan duel op een hoge bal binnen zijn bereik goed aangaan. 44. Speler weet wanneer hij remmend wijken moet toepassen (als hij de bal niet kan afnemen). 45. Speler kan de snelheid uit de actie van de tegenspeler halen waardoor speler(s) kunnen terugkeren en druk kunnen zetten. 46. Speler kan de tegenstander bij het remmend wijken naar de buitenkant duwen. B- : Speelhoek afsluiten, strikte dekking en rugdekking. 47. Speler kan de speelhoeken naar zijn rechtstreekse tegenstander zo goed mogelijk afsluiten waardoor die zeker niet in zijn rug kan aangespeeld worden. 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt.
33 33
49. Speler kan zich op de juiste afstand ten opzichte van de dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zijn medespeler uitgeschakeld is. B+ → B- na balverlies 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen. Hetzij de balbezitter onmiddellijk aan te vallen als die in zijn zone komt, hetzij de rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten. 51. Speler kan na persoonlijk balverlies onmiddellijk het duel met de balafnemer aangaan of onmiddellijk de positie overnemen van de medespeler die de balbezitter aanvalt. B- → B+ na balrecuperatie 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie. 53. Speler kan onmiddellijk na de balrecuperatie bij werkelijke doelkans naar doel trappen of zoveel mogelijk terreinwinst boeken richting doel, via een individuele actie of via een pass. Stilstaande fases. 54. Speler kan een strafschop nauwkeurig trappen. 55. Speler kan een vrije trap (direct of indirect) nauwkeurig trappen. 56. Speler kan een hoekschop nauwkeurig trappen. 57. Speler kan nauwkeurig inwerpen. 58. Speler kan zich juist opstellen bij hoekschop voor. 59. Speler kan zich juist opstellen bij hoekschop tegen. 60. Speler kan zich juist opstellen bij vrije trap (direct of indirect) voor. 61. Speler kan zich juist opstellen bij vrije trap (direct of indirect) tegen.
34 34
4
Trainingen
4.1
Inleiding
Spelers dienen geconfronteerd te worden met trainingseenheden die de ingrediënten bevatten van het echte spel om zo de vereiste voetbalkwaliteiten voor het 5-5, 8-8 en 11-11 te ontwikkelen. Aan het positiespel worden enorme hoge eisen gesteld. Dit moet ontwikkeld worden bij de jeugd. Een verworven vaardigheid in de uitvoering van een geheel van activiteiten ( de training ) kan slechts overgebracht worden in een nieuw geheel ( de match ) als er een zo groot mogelijk aantal overeenkomsten tussen de 2 situaties bestaan.
4.2
Wedstrijdvormen
1. Afgebakend terrein met doel(en) op de doellijn ( minstens 1 groot doel op doellijn kleine doeltjes (kegels) mag langs één zijde, bij voorkeur2 – 1 Rs en 1 Ls ) 2. 1 bal 3. speler(s) bij ploeg in balbezit 4. speler(s) bij ploeg niet in balbezit 5. minstens 1 keeper in groot centraal doel 6. echte
wedstrijdreglementen
(geen
verplichte
opdrachten
naast
de
echte
voetbalreglementen) Voorbeelden van wedstrijdvormen:
numerieke gelijkheid; 5+K / 5+K
numerieke ongelijkheid; 3 / 2+K
neutrale spelers; 3+2N+K / 3+K
Bij het aanleren van vaardigheden via geïsoleerde vormen is de kans reëel dat de spelers ze in de wedstrijd niet kunnen uitvoeren omdat ze de spelsituatie niet herkennen:
Tijdens de training dezelfde spelsituaties als in een wedstrijd aanbieden ( indien spelsituatie te complex, spelsituaties aanbieden die minder complex zijn )
De spelers dienen vaak met dezelfde doelstellingen geconfronteerd te worden ( tijdens de trainingen identieke spelsituaties regelmatig laten terugkomen)
35 35
4.3
Tussenvormen
Soms is de meest eenvoudige wedstrijdvorm nog te complex om zich te concentreren op de juiste uitvoering of de aan te leren vaardigheid komt te weinig voor in de wedstrijdvorm (vb kopspel) o
Nog meer eenvoudige leersituatie in meer geïsoleerde omstandigheden aanbieden
Voorbeelden van tussenvormen:
positiespelen
afwerkingsoefeningen
technische oefeningen + collectieve looppatronen
automatisme zonder “echte” tegenstander
conditionele oefenvormen ( al dan niet met bal )
4.4
Trainingsvoorbereiding
thema van de trainingen ( doelstellingen > trainingsthema )
analyse van de beginsituatie ( ifv vaardigheden of leerdoelstellingen )
trainingsthema vertalen in richtlijnen ( tijdens wedstrijdvormen en tussenvormen )
evaluatie van de uitvoering van het trainingsthema
Wedstrijdvormen Wedstrijdvormen BASICS zijn verschillend aan wedstrijdvormen TEAMTACTICS Keuze van de wedstrijdvorm ifv het trainingsthema is afhankelijk van:
aard van het trainingsthema ( trainingsdoel )
psychomotorische rijpheid van de spelers
fysieke mogelijkheden van de speler
Wedstrijdvormen BASICS
aanleren, verbeteren en perfectioneren van basistechnieken en basistactieken in wedstrijdechte omstandigheden > vanaf 7 jaar
zoveel mogelijk balcontacten en leermomenten ( kleine speelveldjes en kleine aantallen
Wedstrijdvormen TEAMTACTICS
36 36
uitvoeren van taak ( positie ) binnen o
5 – 5 ( ruitvorm )
o
8 – 8 ( dubbele ruitvorm )
o
11 – 11 ( 1-4-3-3 )
Leermomenten in echte wedstrijdomstandigheden o
Definiëren van aard van het spelprobleem ( wie – wat – waar – wanneer )
o
Dit bepaalt de grootte van het terrein en het aantal spelers
Aandachtspunten bij kiezen van wedstrijdvormen
afmetingen
aantal spelers o
totaal 2+k/2/K <> 6+k/6+K
o
numeriek verschil beide ploegen 3+3N+K/3+K <>4+K/3
identiteit spelers
veldbezetting o
symmetrisch; beide ploegen in zelfde spelposities
o
asymmetrisch; beide ploegen in verschillende spelposities
organisatie van de wedstrijdvormen
Begin van de wedstrijdvorm o
Vrij; vb. keeper van een ploeg heeft de bal en start de wedstrijdvorm
o
Geconditioneerd; beginpositie spelers en beginpass zijn vooraf bepaald
Einde van de wedstrijdvorm o
In golven; vb. wanneer de bal buiten is of na een doelpunt
o Continue; vooraf bepaalde tijd of trainer bepaalt wanneer wedstrijdvorm eindigt
Gebruik van belijning en afmetingen
Tussenvormen Iedere tussenvorm is een volwaardige oefenvorm. Er is geen verplichting dat de tussenvorm altijd in verband met het trainingsthema dient te staan. Keuze van tussenvormen al dan niet ifv het trainingsthema
De trainer kiest een tussenvorm die de spelers helpt om later in de wedstrijdvorm het trainingsthema uit te voeren. ( wet van de geleidelijkheid ) 37 37
De trainer kiest voor een tussenvorm om moeilijke technieken in te oefenen, te verbeteren en te perfectioneren ( wet van de herhaling )
De trainer kiest voor een FUN-element of voor een conditioneel element.
4.5
Trainingsopbouw
Afwisseling van wedstrijdvormen en tussenvormen.
Het aanbieden van een wedstrijdvorm onmiddellijk na de opwarming en juist voor de cooling-down is een must binnen onze opleidingsvisie.
Een derde wedstrijdvorm wordt indien mogelijk tussenin aangeboden maar is afhankelijk van de tijdsduur van de training en van het leerproces van de spelers.
De keuze van de wedstrijdvormen wordt eveneens bepaald door o
weersomstandigheden
o
beschikbaarheid van de spelers
o
beschikbaarheid van het terrein
Trainingssessie: 1. Opwarming 2. wedstrijdvorm 3. tussenvorm 4. wedstrijdvorm 2 5. tussenvorm 6. wedstrijdvorm 3 7. Cooling-down Progressieve methode
Er wordt met de meest vereenvoudigde wedstrijdvorm ( vb. 2/1 ) gestart om nadien progressief meer complexe vormen aan te bieden en te eindigen met de meest complexe wedstrijdvorm ( vb. 4 /4 – 6 / 6 )
Zandloper methode
Er wordt tijdens de herkenningsfase met de eindvorm gestart om nadien af te dalen tot de meest vereenvoudigde wedstrijdvorm die nodig is om het trainingsthema aan te leren. Nadien worden progressief meer complexe vormen aangeboden om te eindigen met dezelfde wedstrijdvorm als waar mee gestart is.
38 38
4.6
Coachtermen
Deze coachtermen zullen ifv de leeftijdscategorieën steeds verder ontwikkeld moeten worden. Onderstaand een beperkte opsomming van enkele van toepassing zijnde coachtermen. Hierbij is er onderscheid tussen opbouwend, aanvallend en verdedigend opzicht. Coachtermen kunnen zowel tijdens trainingen als tijdens wedstrijden gebruikt worden. Vooral de spelers zullen deze coachtermen moeten leren en begrijpen tijdens de trainingen zodat deze ook in de wedstrijden gebruikt worden. Bij de jongste leeftijdscategorieën moeten deze coachtermen simpel gehouden worden. ( Vb SPEEL - KAATS). Trainers moeten deze ook op de juiste momenten gebruiken. Opbouwend / aanvallend opzicht
Speel > niet met bal gaan lopen maar direct vrije medespeler aanspelen
Kaats > Het direct terugleggen van de bal naar aangever of ander medespeler
Rug > Opletten er bevindt zich een tegenspeler in je rug
Tijd
>
De bal kan worden aangenomen, zonder direct gevaar de bal aan een
tegenstander kwijt te raken
Draai > niet kaatsen maar wegdraaien van de tegenspeler richting doel
Aan- bijsluiten
>
Bij in het balbezit komen direct vrijlopen, los komen van
tegenstander, aanspeelbaar worden en aansluiting naar voren maken.
Breed > Ruimte groot maken, het zo breed ( zo groot mogelijk ) maken van het speelveld ( naar buiten toe bewegen )
Openen > Het verplaatsen van het spel naar de andere kant van het veld.
Vraag > Speler moet bewust ( al dan niet met vooractie ) uit de dekking van de tegenstander komen
Ga > afstand overbruggen met bal ( infiltreren ) geen tegenstander in de buurt
Verdedigend opzicht
Niet happen > Duel met tegenstrever niet aan gaan ( eventueel remmend wijken )
Druk > Tegenspeler met bal aanpakken en mogelijke aanspeelbare tegenstanders kort dekken
Zakken > Bij balverlies direct achter de bal komen en verdedigende positie innemen zodat snelle opbouw van de tegenstander wordt verhinderd.
39 39
(Om)schakelen > Bij balverlies direct achter de bal komen en verdedigende positie innemen.
Pak > Duel met tegenstander aangaan om bal te veroveren
40 40
5
Spelers staan centraal
5.1
Visie
Onze club wil een spelersgerichte vereniging zijn:
Iedere speler voelt zich goed in de club
Iedere speler wordt op een kwalitatief hoogstaande wijze op sportief vlak begeleid
Bekwame jeugdtrainers
Jeugdtrainers zijn specialist binnen een bepaalde leeftijdscategorie of taak
Technisch verantwoordelijke jeugdopleiding die trainers begeleidt en waakt over het naleven van de opleidingsvisie
De club streeft naar een begeleiding die iedere speler helpt en ondersteund in zijn opleiding
Iedere speler traint in de best materiële omstandigheden (terrein-ballen-materiaal..)
De trainingen en wedstrijden zijn er voor de jeugdspelers en niet voor ouders of bestuursleden
De club communiceert aan alle betrokken partijen (trainers-spelers-ouders…)
5.2
Leeromgeving
Leerklimaat is inspirerend en stimulerend
Er is interactie tussen jeugdopleiders en spelers
De taken en spelsituaties zijn wedstrijdgericht
speler krijgt de kans om spelproblemen zelf op te lossen
De leeromgeving is verantwoordelijk voor de leerresultaten
5.3
o
De jeugdspeler leert op een actieve manier
o
De jeugdspeler leert op zelfstandige wijze > spontaan, vrij en ongedwongen
o
De jeugdspeler leert op een constructieve manier
Profiel jeugdopleider
Is begeleider in plaats van een leider
Besteedt bij iedere speler evenveel aandacht aan de individuele ontwikkeling zodat deze zijn hoogst mogelijk niveau bereikt
Moedigt zijn spelers steeds aan om te winnen maar coacht nooit ten nadelen van de ontwikkeling om een wedstrijdresultaat te behalen 41 41
Creëert krachtige leeromgevingen waarin de speler maximale leerervaringen opdoet
Coacht iedere speler op een positieve en doeltreffende manier
Observeert zijn spelers tijdens zelfstandige leermomenten om goede feedback te verschaffen
Helpt bij het leren door de oefenstof aan te passen aan de mogelijkheden v.d. spelers
Heeft een voorbeeldfunctie
5.4
Profiel van de speler
Kunnen samendenken, samenspelen en samenwerken
Durft voor zijn eigen standpunt uitkomen
Heeft vertrouwen in de andere spelers
Ontwikkelt zijn kritisch denken en kan zijn eigen prestatie naar waarde schatten
Is communicatief
Durft initiatief nemen en fouten maken
Is coachbaar en aanvaardt richtlijnen van zijn trainer en van zijn medespelers
5.5
Kwalitatieve evaluatie
Trainer gaat na of iedere speler zich i.f.v. zijn eigen mogelijkheden ontwikkelt
Trainer evalueert i.f.v. de doelstellingen van het leerplan
Trainer geeft feedback aan de speler over
o
Wat hij al kan
o
Wat hij nog niet kan
o
Hoe hij uit zijn fouten kan leren
Een dergelijke evaluatie leidt bij de spelers tot reflectie en tot zelfevaluatie
Voor de training
Trainer bepaalt de beginsituatie
Trainer gaat na of de spelers over de vereiste vaardigheden beschikken
De trainer gaat na of de speler al bepaalde doelstellingen van het leerplan beheersen
Een nauwkeurige bepaling van de beginsituatie is nodig om het juiste trainingsthema te bepalen
42 42
Tijdens de training
Trainer gaat na of alle spelers de opgelegde taken kunnen uitvoeren
Trainer gaat na in hoeverre de vooraf bepaalde doelstellingen gerealiseerd worden
Een dergelijke evaluatie is nodig om het leerproces te sturen en de oefenstof aan te passen
Na de training
Trainer beslist op basis van alle verzamelde informatie of o Vooraf bepaalde nieuwe doelstellingen tijdens de volgende training aangepakt kunnen worden o
Remediëring of differentiatie nodig is
Deze evaluatie kan meermaals per seizoen gebeuren. Trainer bespreekt de gemaakte vorderingen met zijn spelers
43 43
5.6
Talentherkenning
Observatieformulier: Speler:
Team:
Club:
Scout:
Datum:
Positie:
Baas over de bal Balaanname, dribbelen, drijven, kappen en draaien
1–2–3–4–5
Passen en trappen De techniek waarmee een speler een bal verplaatst
1–2–3–4–5
Passeerbeweging Aanwezig? Variatie?
1–2–3–4–5
Combineren Oog voor medespelers? In staat samen te spelen?
1–2–3–4–5
Aanwezigheid Actief? Neemt initiatief? Coacht?
1–2–3–4–5
Schakelen Doet moeite om de bal te heroveren? Loopt vrij? Beweegt?
1–2–3–4–5
Coördinatie Beweegt soepel? Lenig? Atletisch vermogen?
1–2–3–4–5
Snelheid Loopsnelheid en handelingssnelheid?
1–2–3–4–5
Duelkracht Durft duel aan te gaan? Laat zich niet aan de kant zetten
1–2–3–4–5
Fysiek Groot? Sterk? Klein? Zwak?
1–2–3–4–5
1: Onvoldoende 2: Net niet voldoende 3: Voldoende 4: Goed 5: Zeer goed 44 44
6
Blessures
Voorkomen van blessures Zowel trainingen als wedstrijden op het veld vergen van de spelers een behoorlijke omschakeling. Dit willen we natuurlijk zonder dat er veel blessures ontstaan. Want het voorkomen van blessures is beter dan het genezen van blessures .De basis van de spelers moet een goede coördinatie en een behoorlijke mate van lenigheid zijn. Een goede coördinatie in combinatie met lenigheid voorkomt onnodige blessures en zorgt ervoor dat de looptechniek wordt bevorderd. Over het algemeen kan je zeggen dat een lichte en soepele loopbeweging er voor zorgt dat we wendbaar zijn en snel kunnen schakelen (het contactmoment met de ondergrond is zo kort mogelijk) (draaien op de voorvoet voorkomt vele nare blessures). Naast deze basisingrediënten is het van belang dat de spelers een goed uithoudingsvermogen bezitten. Een goede conditie zorgt ervoor, dat we op iedere situatie alert en adequaat kunnen reageren (vermoeidheid maakt ons minder scherp en vergroot de kans op acuut letsel). Plezier in het spel ontstaat wanneer je de verschillende benoemde onderdelen, lenigheid, coördinatie, looptechniek en uithoudingsvermogen opsluit in een speels trainingsprogramma. Zonder dat de spelers zich ervan bewust zijn, train je alle facetten die ertoe bijdragen aan het blessurevrij sporten. Wat indien toch een blessure optreedt Spelers krijgen te maken met een groeispurt die nare blessures met zich mee kunnen brengen. Wanneer hier niet adequaat op wordt gereageerd is de kans op een verergering van de blessure niet ondenkbaar (onbewust wordt het pijnlijke gewricht of de aangedane spier ontzien waardoor je anders gaat lopen overbelasting van het ander been is dan het gevolg). Als er dus niet alert op wordt gereageerd dan loop je dus de kans dat je van de ene blessure in de andere terecht komt (niet bevorderlijk voor de spelvreugde) Opbouw na een blessure Na een blessure is het van belang dat je geleidelijk aan weer gaat trainen. Dit moet stapsgewijs en zeer zorgvuldig gebeuren. Dit betekent dat je eerst zorgt dat de stabiliteit, de lenigheid en de looptechniek weer in orde zijn. Vervolgens zorg je dat de kracht en de
45
snelheid weer terugkomen. Zodra deze onderdelen geen vervelende pijntjes meer geven dan is de groepstraining de volgende stap. Voor het spelen van wedstrijden moet je eerst een tijdje (afhankelijk van de blessure) met de groep hebben meegetraind. In dit proces moet je de belastbaarheid van het lichaam in het vizier houden. Vaak wil een speler te snel op het niveau terugkeren waardoor hij de belastbaarheid overschrijdt en weer geblesseerd raakt. Luister dus altijd naar de signalen van je lichaam! Een signaal van pijn betekent dat je iets niet goed doet. Afspraken bij een blessure Geblesseerde spelers dienen duidelijke afspraken te maken met de trainer. Als je vermoedt niet te kunnen trainen of te spelen dien je dit direct te melden bij de trainer. Indien nodig raadpleeg een dokter om zo snel mogelijk een diagnose te kunnen stellen en een eventuele verdere behandeling te starten. Denk er aan om steeds een ongevallenformulier te laten invullen voor de verzekering. Wat te doen bij een voetbalongeval? Een formulier van Aangifte van ongeval laten invullen bij je huisdokter en terug te bezorgen bij de secretaris. Dit formulier (wit) is te bekomen of bij de ploegafgevaardigde of in de kantine . Dit formulier moet binnen de 14 werkdagen aangekomen zijn bij de Belgische voetbalbond. Juist ingevuld en voorzien met een ziekenfondsklever. Als dit niet op tijd aankomt bij de bond dan komt deze niet tussen in de opgelopen kosten. Genezingsformulier Wanneer het formulier van Aangifte van ongeval door de secretaris naar de voetbalbond verstuurd is, ontvangt deze een nieuw formulier. Dit noemt men het Genezingsformulier. Dit formulier wordt U dan door de secretaris overhandigd en moet men door een arts laten invullen als men volledig hersteld is, dit dan bij de secretaris inleveren, indien mogelijk met alle documenten van de gedane onkosten. Kiné behandelingen Deze worden pas vergoed indien de voetbalinactiviteit minstens 15 dagen duurt. Er is een maximum vastgesteld van 60 beurten per ongeval en per jaar behoudens een akkoord van een door het Fonds aangeduide geneesheer.
46
De arts moet dit vermelden op het Aangifteformulier. Is dit niet het geval dan heeft men geen recht op kiné behandelingen. Zolang men recht heeft op kiné behandeling , is men niet speelgerechtigd. Wanneer het aantal beurten niet voldoende is, dan moet men opnieuw een briefje bij de arts gaan halen en dit bij de secretaris afgeven om opnieuw kiné aan te vragen. Betalingen De doktersrekeningen worden door uzelf betaald. Eenmaal het ongeval afgesloten brengt u de rekeningen binnen bij uw ziekenfonds. Hier zal u een "verschilnota" bezorgd worden. Deze documenten bezorgt u, eventueel samen met het genezingsattest, aan de secretaris. Indien bepaalde rekeningen van de dokters nog niet in uw bezit moesten zijn, dan kunnen deze later binnengebracht worden. Het Genezingsattest dient echter onmiddellijk binnengebracht te worden. Het solidariteitsfonds van de K.B.V.B betaalt alleen het verschil terug tussen het Z.I.V. barema en de tegemoetkoming van het ziekenfonds. (Het Z.I.V. barema kan verschillen met het door de artsen gevraagd bedrag.) Alleen dit bedrag wordt door de club terugbetaald. De voetbalbond stelt dat de eerste 8,7 Euro onkosten ten laste zijn van de speler. Elk recht op enige tussenkomst vervalt voor alle documenten en/of aanvragen die één jaar na de datum van ontvangst van de ongevalsmelding of van het laatste document in het dossier nog zouden toekomen bij het Algemeen Secretariaat van de Voetbalbond. Bij ernstige gevallen en/of van lange duur kan het Federaal Solidariteitsfonds op verzoek van de club en na overlegging van de noodzakelijke stavingsstukken, provisionele tussenkomsten uitkeren. Indien de speler geen genezingsverklaring laat ondertekenen door de behandelende geneesheer en toch aan de wedstrijd deelneemt, dan vervalt op die datum niet alleen de terugbetaling van kosten die na deze datum nog worden gemaakt, doch is men ook niet verzekerd voor een eventueel ongeval tijdens deze wedstrijd. HOM komt niet tussen in de opgelopen kosten. Ook niet wat betreft aankoop van kniebanden, enkelbanden, liesbroeken, enz….. Een persoonlijke verzekering is aan te bevelen maar niet noodzakelijk, daar niet altijd alle onkosten door de bond worden terugbetaald.
47
7
Richtlijnen
7.1
Coervertechnieken
De Coerver batterij gebruiken als: Opwarming - huiswerk Veel herhalingen, iedereen moet mee kunnen. Bij de betere spelers kun je altijd de handelingssnelheid verhogen. Geef hun uitdagingen ( mogelijk in wedstrijdvormen ) Balgewenning en balgevoel vanuit stand.
Afwisselend de bal met de binnenkant linker en rechtervoet afrollen.
Afwisselend de bal met de buitenkant linker en rechtervoet afrollen.
Afwisselend links en rechts met de binnenkant van de voet zijwaarts over de bal trappen en telkens met de buitenkant van dezelfde voet terughalen.
Afwisselend links en rechts met de hele voetzool in zijwaartse richting over de bal trappen en de bal met het voorste gedeelte van de voetzool terughalen.
Afwisselend links en rechts de bal met de volle wreef zijwaarts rollen en met de voetzool terughalen (standbeen gebogen in het kniegewricht).
De bal afwisselend links en rechts met de voetzool terughalen en met de wreef terug tikken.
Afwisselend links en rechts de bal met de voetzool kort zijwaarts rollen en hem met de binnenkant van dezelfde voet voor het lichaam naar de andere kant tikken.
De bal afwisselend links en rechts vanuit zijwaartse positie met de voetzool voor het lichaam terughalen en ineens met de binnenkant van dezelfde voet de andere kant op spelen.
De bal afwisselend links en rechts met de buitenkant van de voet voor het lichaam rollen en met de binnenkant van dezelfde voet afstoppen.
Balgewenning en balgevoel in beweging tussen kegels.
In beweging de bal tikken tussen de linker en rechtervoorvoet en steeds van richting veranderen zonder te stoppen.
Steeds van richting veranderen door middel van een overstapje.
Van richting veranderen door de bal af te stoppen en na een snelle draai de bal mee te nemen in de andere richting met dezelfde voet.
48
Van richting veranderen door met de voetzool over de bal te schuiven en de bal met de binnenkant van dezelfde voet af te stoppen of achter het standbeen terug te spelen.
Balgewenning en balgevoel in beweging, vorderend in de lengte of breedte van het terrein (al wandelend)
De bal met de binnenkant voet afrollen en met de binnenkant van de andere voet afstoppen en de beweging herhalen.
Afwisselend links en rechts de bal met de binnenkant van de voet schuin voorwaarts rollen en telkens met de zool van dezelfde voet afstoppen.
De bal afwisselend links en rechts met het voorste gedeelte van de voetzool zijwaarts voor het lichaam rollen, terwijl de voet die de beweging uitvoert in voorwaartse positie wordt geplaatst.
Afwisselend met de linker en rechter volle wreef de bal voorwaarts rollen en telkens met het voorste gedeelte van de voetzool afstoppen.
Kap, draai, schijn en passeerbewegingen Dynamisch uitvoeren
Bal afstoppen met voetzool en terughalen met buitenkant andere voet.
Bal afstoppen met voetzool en terughalen met dezelfde voet onder het lichaam, snel draaien en bal meenemen met buitenkant andere voet.
Leiden van de bal en met binnenkant voet voor het lichaam kappen en meenemen buitenkant andere voet.
Leiden van de bal en bal met buitenkant voet kappen en meenemen met binnenkant andere voet.
Bal met voetpunt voor lichaam brengen en met binnenkant andere voet meenemen.
Bal met voetpunt voor lichaam brengen en met buitenkant andere voet meenemen.
Overstap binnen : met binnenkant voet over de bal stappen, bal met binnenkant andere voet terug meenemen in de andere richting.
Overstap buiten : met buitenkant voet over de bal stappen, bal met buitenkant andere voet zijwaarts meenemen.
Trap veinzen, maar bal met binnenkant voet achter het steunbeen spelen.
Trap veinzen en met buitenkant voet de bal explosief meenemen met een versnelling.
Verend op standbeen, bal aantikken met binnenkant voet en explosief meenemen met buitenkant zelfde voet.
49
Verend op standbeen, bal aantikken met binnenkant voet en zelfde voet zover mogelijk zijwaarts plaatsen en bal meenemen met buitenkant andere voet.
Leiden van de bal, bal afstoppen met voetzool, met dezelfde voet over de bal stappen, draaien en bal meenemen met voetzool andere voet.
Deze oefeningen zowel links als rechts laten uitvoeren Basistechnieken
De bal met de binnenkant van de rechtervoet voor het lichaam langs kappen, met de buitenkant van de andere voet meenemen, + symmetrie.
De bal met de wreef onder het lichaam kappen, met de binnenkant van de andere voet meenemen + symmetrie.
De bal met de buitenkant van de voet kappen, met de binnenkant van de voet meenemen + symmetrie.
De bal met de binnenkant van de wreef kappen en met de buitenkant van dezelfde voet meenemen, vervolgens de bal met de buitenkant van de voet kappen en met de binnenkant van dezelfde voet meenemen.
De buitenkant van de voet achter de bal zetten, om je eigen as draaien en de bal met de buitenkant van de voet meenemen (afdraaien buitenkant voet) + symmetrie.
De binnenkant van de voet achter de bal zetten, om je eigen as draaien en de bal met de binnenkant van de voet meenemen (afdraaien binnenkant voet) + symmetrie.
Met de punt van de voet de bal voor langs het spelen, de bal met de buitenkant van de andere voet meenemen + symmetrie.
De bal met de punt van de voet onder het lichaam draaien, met de binnenkant van de andere voet meenemen.
Met de binnenkant van de voet over de bal stappen, de bal met de binnenkant van de andere voet meenemen + symmetrie. (overstap)
De bal afstoppen, via een snelle draai dezelfde voet achter de bal plaatsen en de bal in tegenovergestelde richting meenemen + symmetrie.
De bal onder de voet afstoppen, snel draaien en de bal met de andere voet meenemen + symmetrie.
Het standbeen naast de bal plaatsen, de bal met de binnenkant van de andere voet achter het standbeen langs spelen + symmetrie.
De bal onder de voet naar je toe halen en met de buitenkant van dezelfde voet weer meenemen, vervolgens hetzelfde met de andere voet.
De bal terugtrekken onder de voet, afstoppen met de binnenkant van dezelfde voet en de bal met de binnenkant van de andere voet meenemen. 50
7.2
Trainers
7.2.1
Verwachtingen
Positief meewerkt aan de jeugdopleiding van de club.
Naar buiten toe geen kritiek uit op collega trainers en andere leden van de club. Tijdens de trainersvergaderingen kan men van gedachten wisselen en eventuele problemen oplossen.
Een voorbeeldfunctie heeft en zich dient te gedragen als een waardig trainer zowel op trainingen als tijdens wedstrijden, wanneer je respect toont doen spelers en ouders dit ook.
Volgens het opleidingsplan van onze jeugd werkt en de trainingen uitgebreid voorbereidt.
Minimaal 1x per maand een uitgewerkte training volgens leerplan bezorgt aan de JC
Trainingsverslagen
en
aanwezigheidslijsten
invult
op
de
daartoe
voorziene
formulieren en deze maandelijks aan de JC bezorgt.
Wedstrijdverslagen invult op het daartoe voorziene formulier en deze wekelijks bezorgt aan de JC. (vanaf U10)
Spelersevaluatie maakt en deze bespreekt met JC. (standardformulier club)
Indien verlet voor training of wedstrijd JC verwittigt zodat deze voor vervanging kan zorgen.
Eventuele problemen binnen zijn spelersgroep of met ouders, bespreekt met JC om samen tot een oplossing te komen.
Zoveel mogelijk aanwezig is op de trainersvergaderingen. Indien verlet JC verwittigen.
Positief en opbouwend coacht, rekening houdend met leeftijd van spelers met wat en hoe je iets zegt.
Verantwoordelijk is voor naleven van afspraken gemaakt met spelers bij aanvang seizoen. Wees consequent .
Toezicht houdt in de kleedkamer en zorgt dat deze wordt gepoetst na iedere training en wedstrijd.
Nadat iedereen kleedkamer verlaten heeft controleert dat lichten gedoofd en waterkranen dicht zijn.
Verantwoordelijk is voor het trainingsmateriaal en dat dit na gebruik terug geplaatst wordt op de daartoe voorziene plaats.
Bij afgelasting van wedstrijd of training spelers/ouders waarschuwt.
51
Indien er een speler nodig is wegens een tekort neemt men contact op met de trainer waarvan een speler wordt gewenst. Deze verwittigt dan de speler die doorgeschoven wordt. JC wordt eveneens hiervan op de hoogte gebracht .Men kan dus nooit op eigen initiatief een speler van een andere groep contacteren
De waarde van onze jeugdtrainer wordt niet bepaald door het resultaat maar belangrijker is wat hij de spelers bijbrengt.
52
7.2.2
Wedstrijdvoorbereiding
Een goede bespreking:
Zorg voor aandacht, niet tijdens het omkleden
Geen verzorging tijdens de bespreking
Spelers praten niet onderling tijdens de bespreking
Zorg dat de spelers groep voor je staat
Zorg voor een herkenbare structuur
Gsm, iPod en mp3 uit - Concreet, duidelijk en zakelijk
Noem spelers bij hun naam in relatie tot hun taken
Regelmatig noemen van namen verhoogt de betrokkenheid, hierdoor hou je de concentratie vast. Gebruik de taal die past bij de leeftijd Beeldvorming:
Gebruik indien mogelijk een (white)bord spelers zijn vaak visueel ingesteld
Praatje, plaatje, daadje Spelers nemen dan sneller de informatie op herhaling
Bepaalde afspraken regelmatig herhalen
Kom terug op zaken die je in eerdere besprekingen vertelt hebt, herhaling kan er voor zorgen dat het team automatismen opdoet Vaste principes:
Spelersgroep is gebaat bij vaste principes
Vaste aanvallende en verdedigende speelwijze
Vaste aanpak standaardsituaties
Kom niet ineens met allerlei nieuwe dingen
Juiste motivatie:
Vaak geef je alleen zaken aan die beter moeten, dit kan demotiverend werken
Zorg voor juiste motivatie, besteed ook aandacht aan zaken die wel goed gaan Vragen en opmerkingen:
Vraag of alles duidelijk was, dit voorkomt misverstanden op het veld
53
Geef de spelersgroep hier ruimte voor
Tips voor tijdens de rust: Treed rustig op, complimenteer, enthousiasmeer, stimuleer wat gaat goed, wat gaat niet goed accentueren! eerst positief opbouwend!
Luister naar spelers, vermijdt discussie
Veranderingen kort toelichten
Koppel terug naar de gemaakte afspraken voor de wedstrijd, geef nooit te veel informatie en of opdrachten Ben concreet met je informatie, met de opmerking, de verdediging is slecht doet niemand iets. Geef aan hoe dit komt en laat spelers door vraagstelling tot een mogelijke oplossing komen, lukt dit niet geef zelf de mogelijke oplossing.
7.3
Spelers Voor de training ben je uiterlijk 10 minuten voor de aanvang in de kleedkamer aanwezig. Stipt op het aanvangsuur van de training ga je samen met de trainer naar het oefenveld.
Bij thuiswedstrijden ben je op het afgesproken uur ( 45’ – 60’ op voorhand > afhankelijk trainer ) in de kleedkamer aanwezig. Bij uitwedstrijden komt men op het afgesproken tijdstip samen. Indien men rechtstreeks gaat verwittigt men trainer.
Aanwezigheid op de training is noodzakelijk.
Indien een speler door ziekte of andere omstandigheden niet aanwezig kan zijn voor de training of de wedstrijd, waarschuwt hij tijdig en persoonlijk de trainer.
Als een speler geblesseerd is, laat hij dat weten (denk aan ongevallenformulier indien nodig ), maar daarnaast onderhoudt de speler contact met zijn groep, door regelmatig naar de training te komen en de matchen te bezoeken! Dit geldt ook bij ziekte, uiteraard voor zover mogelijk. Ook houdt de speler de trainer op de hoogte van zijn onbeschikbaarheid.
Uiterlijk 25 min na het einde van de training of wedstrijd worden de kleedkamers verlaten.
Vergeet niet voor elke wedstrijd je identiteitskaart mee te brengen (vanaf U12)), anders kan je niet spelen.
Wees altijd en overal beleefd.
54
Behandel scheidsrechter,
medespelers, tegenstrevers, trainers en afgevaardigden
steeds met het nodige respect. Zware en meerdere inbreuken kunnen zelfs leiden tot uitsluiting bij de club.
Bij aankomst en vertrek geef je je trainers en afgevaardigden steeds een hand.
Elke speler schudt de hand van de scheidsrechter en van de tegenstrever na de wedstrijd (ook na een verlieswedstrijd).
In elke ploeg is een goede sfeer belangrijk. Negatieve uitlatingen worden niet getolereerd.
Na iedere wedstrijd is men verplicht te douchen, het gebruik van badslippers wordt hierbij aanbevolen. Voor de trainingen mag dit ook thuis gebeuren.
Er worden geen sieraden (horloge, ketting, armband, oorbellen, piercing, ...) gedragen tijdens de wedstrijd of training.
Zorg dat je steeds aangepaste trainingskledij en schoeisel bij hebt naargelang de weersomstandigheden. Schoenen zijn steeds gepoetst.
Bij wedstrijden is het dragen van de clubtraining verplicht ( uitstraling club )
De kleedkamers worden enkel gebruikt om zich om te kleden. Dit is geen speeltuin en gebeurt dus op een rustige manier.
De schoenen moeten buiten gereinigd worden, er zijn hiervoor borstels voorzien.. Dit gebeurt onder geen beding onder de douche, maar ook niet tegen een buitenmuur.
Het reinigen van de kleedkamers gebeurt door de ploegen zelf ( trainer, afgevaardigden, beurtrol spelers ed…)
Studie heeft altijd voorrang op het voetbal.
Indien een speler verstek moet geven door schoolactiviteiten, dient dit gemeld te worden maar zal daar steeds begrip voor getoond worden.
Tijdens de examens zal voor de oudere leeftijdscategorieën het trainingsritme aangepast worden. Vergeet niet dat succes op school en succes in voetbal meestal hand in hand gaan
7.4
Ouders
Ouders zijn voor onze jeugdspelers het belangrijkste voorbeeld. Hoe beter ouders zich aan afspraken over gedrag houden, hoe groter de kans dat kinderen dit nu en later ook zullen doen. Daarom staan hieronder een aantal afspraken die van toepassing zijn voor ouders van onze spelers.
Bedenk dat kinderen sporten voor hun plezier en niet voor het uwe.
Heb respect voor de trainers, ze verdienen dat. 55
Inmenging of commentaren op voetbaltechnisch vlak, selectie, speelminuten worden niet getolereerd. Hebt u hierover een vraag wend u dan tot trainer en/of jeugdcoördinator zodat dit in alle rust kan besproken worden.
Laat het coachen over aan de trainer.
Ouders moedigen de ploeg aan op een positieve manier, maar zijn geen extra trainers die eigen richtlijnen geven.
Val een beslissing van een trainer of afgevaardigde niet in het openbaar aan, en trek nooit de integriteit van dergelijke personen in twijfel.
Erken de waarde en het belang van trainers en afgevaardigden. Zij geven hun tijd en kennis om het sporten (de ontspanning van jullie kind) mogelijk te maken.
Vermijd prestatiedruk. Maak uw kinderen duidelijk dat sport meer is dan ‘winnen of verliezen’.
Moedig alle kinderen positief aan, en altijd om volgens de regels te spelen. Regels die een goede trainer zal aanpassen aan de mogelijkheden van de groep.
Leer de kinderen dat eerlijke pogingen net zo belangrijk zijn als winnen, zodat het resultaat van elke wedstrijd geaccepteerd wordt zonder onnodige teleurstelling.
Maak een kind nooit belachelijk en geef het geen uitbrander als het een fout heeft gemaakt of een wedstrijd heeft verloren Bedenk dat kinderen het beste en meeste leren door na te doen en te proberen. Fouten maken mag!
Applaudisseer voor goed spel zowel voor thuisploeg als tegenstander.
Ondersteun (alle) onze pogingen en maatregelen om verbaal en fysiek misbruik tijdens sportactiviteiten voor de jeugd te voorkomen.
Blijf te allen tijde ( trainingen en wedstrijden )achter de omheining van het veld. Het speelveld is voor de spelers en hun trainers.
U zorgt er voor dat uw zoon/dochter op tijd aanwezig is voor training en wedstrijd. U ziet er op toe dat uw zoon/dochter zich op tijd afmeldt voor een training of wedstrijd.
U controleert (bij jonge spelers) of alle voetbalbenodigdheden in de tas zitten: kleding, schoenen, douchespullen enz..
Leer uw kinderen de clubregels. Toon betrokkenheid bij uw kind door zijn beste (team)supporter te zijn.
Conflicten bevorderen is helemaal uit den boze. Zijn er problemen of hebt u een vraag wend u dan tot de trainer en /of jeugdcoördinator . Zij zullen dit op een zo positief mogelijke manier trachten op te lossen, indien nodig in samenspraak met jeugdbestuur.
56
Voor ouders die zich niet aan deze afspraken houden kunnen er maatregelen getroffen worden, bij zware of meerdere inbreuken kan dit zelfs leiden tot uitsluiting bij de club.. Denk eraan dat dit ten koste van jullie kind is.
Goede afspraken maken goede vrienden!
57
7.5
Ploegafgevaardigden
De afgevaardigden vervullen een zeer belangrijke taak binnen de club en de ploeg waarvan zij afgevaardigden zijn.. Zij zijn de rechterhand van de trainer en staan deze bij in een aantal belangrijke domeinen. Vanaf 11/11 situatie zijn er zeker 2 afgevaardigden per ploeg nodig. Ook bij de jongere leeftijdscategorieën wordt dit nagestreefd.. Zij maken in samenspraak met de trainer onderling duidelijke afspraken betreffende hun taakverdeling. De afgevaardigden zorgen ervoor dat de trainer zich kan toeleggen op zijn belangrijkste activiteit nl, het opleiden en coachen van de spelers Voor de wedstrijd
Indien nodig klaarmaken van de speelveldjes (debutantjes-duiveltjes-pre-miniemen)
Opvang van de scheidsrechter, kleedkamer toewijzen, drankje aanbieden, regelen van vergoeding en informeren naar bijkomende wensen.
Opvang van de bezoekende ploeg, aanwijzing kleedkamers, uitnodigen tot het invullen van het scheidsrechtersblad.
Bij eigen spelersgroep (indien verplicht identiteitskaarten verzamelen ) en invullen van het scheidsrechtersblad
Mededelen van speelveld en plaats van warming-up.
Zorgen voor de wedstrijdballen.
Regeling van schoenen- en identiteitscontrole indien verplicht.
Kleedkamers afsluiten, inclusief deze van de scheidsrechter.
Tijdens de wedstrijd
Toezicht houden in de neutrale zone, enkel de personen die vermeld staan op het scheidsrechtersblad mogen hier plaats nemen.
Ter beschikking houden van de reserveballen.
De afgevaardigden verlaten in geen enkel opzicht de neutrale zone en blijven steeds ter beschikking van de scheidsrechter.
Eventuele verzorging van gekwetste spelers.
Tijdens de rust
Begeleiding van de scheidsrechter en drankje aanbieden
Drank voorzien voor de spelers
58
Na de wedstrijd
Scheidsrechter begeleiden naar de kleedkamer en drankje aanbieden.
Scheidsrechtersblad nakijken, aftekenen , ook door bezoekende afgevaardigde.
Identiteitskaarten terug bezorgen.
Organisatie verzorgen voor opruimen speelveld ( ouders??? )
Zorgen dat kleedkamers gepoetst worden.
Gastheer spelen voor de scheidsrechter.
Taken en aandachtspunten los van de wedstrijd
Indien er geen scheidsrechter komt opdagen zorgen voor vervanging, eerst de vraag stellen aan de bezoekende ploeg, indien negatief zelf vervanger zoeken.
Aanwezig zijn op de vergaderingen voor de afgevaardigden
Verslag uitbrengen bij de jeugdverantwoordelijke indien er zich onregelmatigheden of opmerkelijke feiten hebben voorgedaan.
Proberen om regelmatig op een training aanwezig te zijn om nog eventueel bepaalde zaken te regelen voor de komende wedstrijd.
De sportieve begeleiding en de wedstrijd coaching behoren niet tot de taken van de afgevaardigden, dit is de verantwoordelijkheid van de trainer.
De afgevaardigden zijn vertegenwoordigers van de club, zij verzorgen het imago van vele medewerkers, spelers en ouders.
De afgevaardigden worden regelmatig geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd of vervangen.
Afgevaardigde = voorbeeldfuncti
59
8
Besluit
Er wordt van iedereen die met het jeugdvoetbal binnen onze club begaan is een engagement verwacht om de jeugdopleiding binnen onze club te optimaliseren
De voorgestelde opleidingsvisie blijft een theoretisch model dat regelmatig bijsturing vraagt
De toepassing van onze opleidingsvisie in de praktijk is het doel
Laat de speler zelf o
Zijn eigen beslissingen nemen
o
Ondervinden ( eigen ervaring )
Steun de spelers, wees geduldig en geef hen vertrouwen
Help hen o
De goede beslissing te nemen
o
Een oplossing te vinden
o
Met een positieve coaching
Jeugdspelers trainen zoals bij volwassenen
Vanaf het begin tot het einde richtlijnen geven zonder dat de spelers de kans krijgen om tussen te komen
Een minder begaafde jeugdspeler voortdurend verwijten
Een jeugdspeler vervangen wanneer hij iets verkeerd uitvoert
De jeugdspeler beletten dat hij zelf een beslissing neemt door onafgebroken vooraf te roepen wat hij moet doen
60