Jeugdopleidingsplan Vitesse 22

Jeugdopleidingsplan Vitesse’22

Inhoudsopgave;

1. Speelwijze vitesse’22 jeugd 2. Doel jeugdopleidingsplan 3. Algemene uitgangspunten jeugdopleidingsplan 4. Selectiecriteria / indelingen 5. Mini pupillen 6. F pupillen 7. F pupillen 8. F pupillen 9. E pupillen 10.E pupillen 11.D pupillen 12.D junioren 13.C junioren 14.C junioren 15.B junioren 16.B junioren 17.A junioren 18. jong senioren

SPEELWIJZE VITESSE’22

Een vaste speelwijze als rode draad in de opleiding Door de gehele vereniging moet een rode draad lopen over de speelwijze van de selectie Teams. Die ziet er als volgt uit:

F pupillen: formatie E pupillen: formatie E1 formatie D pupillen: formatie C junioren: formatie B junioren: formatie A junioren: formatie

1:3:3 1:3:3 1:3:2:3 1:4:3:3 1:4:3:3 1:4:3:3 1:4: 3:3

In een 1:4:3:3 formatie kan met de centrale verdediger geschoven worden. 1. Jeugdopleidingsplan vitesse’22

Vitesse22 wil aan de hand van het Jeugdopleidingsplan het volgende nastreven:

-‐ Invoeren van een trainingsmethodiek die spelers en speelsters van F t/m A zo opleidt dat een gestructureerde doorgroei van jeugdspelers naar de senioren selectie van Vitesse22 voor de komende jaren gewaarborgd is -‐ Streven naar constructief, aanvallend en attractief voetbal -‐ Verbetering van beleving, saamhorigheid en sportiviteit -‐ Verbeteren van mentaliteit, in het bijzonder wedstrijdbeleving -‐Talent volle spelers mogelijkheden bieden om zich optimaal te ontwikkelen -‐Spelvreugde / spelplezier bij alle spelers Het jeugdopleidingsplan is een richtlijn voor de jeugdafdeling van Vitesse22. Met het jeugdopleidingsplan willen we de spelers een goede jeugdopleiding geven, zodat de jeugdopleiding op een hoger niveau. Het jeugdopleidingsplan zal voor elke leeftijdscategorie een leidraad geven waar trainers en leiders van betreffende elftallen zich aan vast kunnen houden. Het jeugdopleidingsplan wordt jaarlijks geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Opzet Het jeugdopleidingsplan kenmerkt zich door een combinatie van SKILLS en het KNVB beleidsplan samen scoren. Het accent bij SKILLS is vooral gericht op balvaardigheid. In het jeugdopleidingsplan gaan we uit van TIPS, Techniek, Inzicht, Persoonlijkheid, Snelheid. . Bij de jongste jeugd (F-‐E) gaat de aandacht volledig uit naar Techniek. Naarmate de leeftijdsgroepen ouder worden verplaatst deze aandacht zich steeds meer in de richting van Inzicht (D-‐C) en Persoonlijkheid en Snelheid(B-‐A).

2.

Jeugdopleidingsplan vitesse’22

Algemene uitgangspunten Jeugdopleidingsplan -‐De opleiding staat centraal. Het leveren van prestaties komt na de opleiding. Coaching tijdens de wedstrijd moet gebaseerd zijn op leerdoelen die centraal hebben gestaan tijdens de trainingen. Wedstrijdresultaat is niet het belangrijkste. -‐Maak het individu niet ondergeschikt aan het collectief. Elke speler heeft zijn individuele kwaliteiten. Geef deze de nodige ontwikkelingskansen. Dit verhoogt de spelvreugde. -‐Indien psychische en lichamelijke eigenschappen het toelaten, moet een jeugdspeler zo hoog mogelijk spelen. -‐Een speler ontwikkelt zich op jonge leeftijd sterk. Geef hem speelmogelijkheden op vele plaatsen in een elftal (F-‐E). Vanaf D leeftijd kunnen specifieke kwaliteiten worden toegepast. -‐Jeugdtraining moet in de eerste plaats gebaseerd zijn op techniek, vooral in beweging en later onder weerstand. De techniektraining loopt als een rode draad door de totale jeugdopleiding heen. De tactiek en de conditie geleidelijk aan de techniek (en aan de leeftijd) aanpassen. -‐Jeugdleiders en jeugdtrainers moeten het eigen belang ondergeschikt maken aan het clubbelang en nog eerder aan het belang van het individu. -‐Stop de spelers niet vol met allerlei opdrachten. De creatieve eigenschappen van de jeugdspelers krijgen daardoor te weinig ontwikkelingskansen. -‐Schenk speciale aandacht aan keeperstraining (elke week 1x apart trainen op een half speelveld). -‐Schenk speciale aandacht aan coördinatietraining binnen de training (tijdens warming-‐up). -‐Het trainingsmateriaal moet optimaal zijn. Bij de pupillen elke speler een bal is een basisvoorwaarde.

Gedrag regels; Belangrijk voor het goed functioneren van een vereniging in het algemeen en het Jeugdopleidingsplan in het bijzonder is dat iedereen die hierin betrokken is zich houdt aan de gedragsregels binnen de vereniging. De gedragsregels zullen aan het begin van elk seizoen aan de leiders, trainers, spelers en ouders bekend gemaakt worden.

3.


Selectiecriteria Voor het selecteren van spelers in een van de selectieteams moet bepaald zijn op welke kenmerken (criteria) dat gebeurt. Deze moeten algemeen bekend zijn en door iedereen geaccepteerd. De selectie van een speler moet ook altijd volgens dezelfde criteria worden bepaald en gemotiveerd, zodat er sprake is van een transparante en consequente uitvoering met een toetsbaar resultaat. Bij het selecteren worden de volgende criteria (in willekeurige volgorde) gehanteerd: Selectiecriteria: -‐Leeftijd -‐T I P S (Techniek Inzicht Persoonlijkheid Snelheid) -‐Motivatie -‐Gedrag Behalve de genoemde criteria wordt ook de sociale en emotionele ontwikkeling van onze jeugdleden in ogenschouw genomen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een goede voetballer op een bepaald moment er nog niet aan toe is om bij een oudere groep te gaan voetballen maar halverwege het seizoen de overstap wel aan zou kunnen. Het kan dus zijn dat jeugdspelers tussentijds hoger of lager worden ingedeeld. Indien jeugdspelers zich zo ontwikkeld hebben dan kan er, in overleg met de voetbal technische commissie en jeugdcommissie, vervroegd worden doorgeschoven naar de selectie.

4.


Het verloop van de indeling van alle teams

Uitgangspunten: • De selectie-‐elftallen worden door de hoofdtrainers samengesteld. • Alle lagere teams worden ingedeeld door de hoofdtrainer in samenspraak met de trainers waarbij zij input krijgen van de leiders. De coördinator faciliteert deze indeling. • De definitie van ‘selectie’ is dat het om een groep gaat van 24 – 30 spelers (minder bij de mini-‐, F-‐ en E-‐pupillen) die samen de eerste twee elftallen vormen. • De hoofdtrainers zijn niet alleen verantwoordelijk voor de (brede) selectie, maar ook voor de lagere elftallen. • Aantal spelers per team: -‐ A-‐, B-‐ en C-‐junioren en D-‐pupillen: minimaal 12 spelers, maximaal 15 spelers -‐ E-‐ en F-‐pupillen: minimaal 8 spelers, maximaal 9 spelers Chronologische volgorde van de indeling: Maart: ·∙·∙Alle coördinatoren inventariseren hoeveel tweedejaars spelers er doorstromen en hoeveel eerstejaars spelers er blijven. Maart: ·∙Overleg tussen de coördinatoren over het aantal spelers dat volgend jaar per leeftijdscategorie (A-‐junioren, B-‐junioren, et cetera) beschikbaar is zodat kan worden bepaald hoeveel teams er per leeftijdscategorie mogelijk zullen zijn. Een voorbeeld: de coördinator van de B-‐junioren overlegt met de coördinator van de A-‐junioren over hoeveel spelers er vanuit de B naar de A stromen. Tevens overlegt hij met de coördinator van de C-‐ junioren over het aantal spelers dat naar de B gaat. Maart/april: ·∙Tweedejaars selectiespelers doorschuiven naar hogere leeftijdscategorie op het eerste trainingsmoment van de week. April: ·∙Hoofdtrainers maken de eerste ruwe indeling van hun selectie. Hoofdtrainers en trainers (met input van de leiders) stellen de eerste ruwe indeling voor de lagere teams samen. De ruwe indelingen worden bekend gemaakt aan de coördinatoren en Jeugdbestuur. April: ·∙Selectiewedstrijden. Hoofdtrainers maken hun eerste selectie-‐indeling. Hoofdtrainers en trainers maken eerste indeling lagere elftallen. Mei: ·∙Eerste indelingen worden geïnventariseerd door het Jeugdbestuur. In kaart brengen van de problemen samen met de coördinatoren en hoofdtrainers. Besluiten nemen over aantal teams. Indeling voorlopig maken. Juni: ·∙Uiterlijk half juni voorlopige indeling van alle teams publiceren op de website. Dit gebeurt voor alle teams tegelijk; er zijn geen afzonderlijke mededelingen. Aug/sep: ·∙Bij de start van het seizoen de indeling definitief maken 5. Jeugdopleidingsplan vitesse’22

Mini-‐Pupillen Voetbal voor Mini-‐Pupillen bij Vitesse22 is bedoeld voor kinderen (jongens en meisjes) die beginnen met voetballen in de leeftijdscategorie van bij voorkeur 4 tot uiterlijk 6 jaar oud. Het motto hierbij is: 'voetballen leer je vooral door te voetballen'. Belangrijk bij dit motto is dat de leerbaarheid en het plezier van het voetbalspel wordt vergroot door het voetbal voor deze kinderen te vereenvoudigen en overzichtelijker te maken. Het principe wat zich het meest leent om het voetballen te ontwikkelen is 4 tegen 4 (of 5 tegen 5) zonder keeper. Het zorgt voor heel veel balcontact en bevordert de spelvreugde en de ontwikkeling van het kind. En daar gaat het tenslotte om. Kinderen in deze leeftijd zijn naast het doelpunten maken vooral gericht op het in het bezit houden van de bal, het pingelen, het spelen van de bal naar een medespeler en schieten op doel. In de trainingen ligt daarom het accent op het leren omgaan met de bal in basisvormen, waarbij er zoveel mogelijk met kleine aantallen wordt geoefend. In het partijspel kunnen verschillende accenten worden gelegd, waarin de handelingen van de kinderen met de bal benadrukt worden (zoals dribbelen, passeren, passen en schieten). Het doel van het Mini-‐Pupillen voetbal is dat de kinderen plezier hebben in het voetballen, de basisbeginselen leren van het voetbal en hun balbeheersing en balgevoel ontwikkelen. Opzet: Mini-‐Pupillen (4-‐6 jarige) De 4-‐6 jarigen kunnen iedere woensdag gebruik maken van een training. De training bestaat uit verschillende voetbal spellen en natuurlijk een partyspel. Elke zaterdagochtend spelen we om 9.30 uur onderlinge wedstrijden op het Vitesse '22 sportcomplex. Alle 4, 5 en 6 jarige worden onderverdeeld in teams zoals Barcelona, AC Milan, Real Madrid enz. en spelen 2 x 20 minuten tegen elkaar. Voor de 4 jarige is er een speciaal programma.

6.


F pupillen Kenmerken F-‐pupillen De F-‐pupillen zijn kinderen van 6 tot 8 jaar geboren voor 1 januari. Deze leeftijdsgroep kenmerkt zich door: -‐een grote speldrang; ze doen dingen om het plezier-‐van-‐het-‐doen, met andere woorden bewegen en spelen zijn voor deze kinderen hetzelfde; spelen is het doel. -‐een drang tot nabootsen; elke nieuwe beweging/voetbalhandeling ontstaat uit een goed voorbeeld van de trainer of wat ze van hun idolen hebben gezien. -‐een groot uithoudingsvermogen; ze kunnen veel in een relatief kort tijdbestek; geef veel beurten, zodat ze al herhalend leren; geen lange wachttijden (niet in rijtjes); rustmomenten moeten wel tijdig worden ingelast. -‐de kinderen zijn snel afgeleid. -‐de kinderen kunnen zich maar een korte tijd richten op eenzelfde (uitdagende) activiteit; hun zogenoemde spanningsboog bedraagt maximaal 15 tot 20 minuten -‐de kinderen zijn gericht op zichzelf. -‐de kinderen hebben nog weinig gevoel om dingen samen te doen. -‐de kinderen zijn nog niet in staat om aanwijzingen, gericht „op hun lijf‟, om te zetten in daden. -‐wanneer één bal in het spel is, leidt dit tot een gevecht om de bal. En eenmaal in balbezit, blijkt het toch heel lastig om die bij je te houden. Coaching Kinderen beïnvloeden door: -‐plaatje, praatje, daadje (doe het voor, korte uitleg en dan zo snel mogelijk spelen) -‐vraag-‐en-‐antwoord-‐spel (niet alles voor willen zeggen, maar kinderen vragen stellen en ze prikkelen om na te denken over voetbalsituaties) -‐relatie met belevingswereld -‐ingrijpen/stopzetten -‐aanwijzingen geven -‐activeren/afremmen -‐kinderen zelf laten ontdekken/ervaren Uitgangspunten F-‐pupillen -‐Plezier staat voorop. -‐Resultaat is van ondergeschikt belang. -‐Het gaat om de opleiding. Zoveel mogelijk bijbrengen van voetbaltechnische vaardigheden. -‐Stimuleren van tweebenigheid. -‐De training is belangrijker dan de wedstrijd. 7. Jeugdopleidingsplan vitesse’22

Wedstrijd Wedstrijden ingaan op basis van aanvallend en technisch voetbal. Voorbeelden: -‐Van achteruit opbouwen -‐Keeper geeft de bal mee aan de verdediger -‐Keeper keept ver van de goal af en functioneert als een soort laatste man -‐Korte corners nemen -‐Ballen (altijd) aannemen in plaats van meteen wegschieten -‐Zomin mogelijk van afstand schieten -‐Zoveel mogelijk stimuleren om acties te maken -‐Aanvallers stimuleren om de actie te maken richting achterlijn en daar vandaan de bal terug te leggen (dus niet van de zijkanten op de goal schieten) -‐passing laag, zuiver en met juiste snelheid over de grond -‐Continu rouleren van posities -‐Voorin proberen snel de bal af te pakken Speelstijl: 1-‐3-‐3 (Altijd 7 tegen 7) Bij balbezit zullen de middelste spelers naar voren schuiven en bij balverlies naar achteren.

8.


E pupillen Kenmerken E-‐pupillen De E-‐pupillen zijn kinderen van 9 tot 10 jaar geboren voor 1 januari. Deze leeftijdsgroep kenmerkt zich door: -‐De kinderen hebben een grote speldrang. Ze doen de dingen om het plezier-‐van-‐het-‐ doen. De kinderen moeten de kans krijgen allerlei vaardigheden en oplossingen in spelsituaties spelend te oefenen. Een dergelijk aanpak resulteert in een steeds groter wordende handigheid met de bal. -‐Ze doen graag na. Iedere nieuwe beweging komt gedeeltelijk tot stand op grond van nabootsing. Voorbeelden zijn daarom van groot belang. Geef als trainer, goede voorbeelden. -‐Ze kunnen veel doen in korte tijd. Dit betekent dat de kinderen zo veel mogelijk aan het voetballen kunnen zijn. Leren is herhalen. Daarnaast hebben zij een aanzienlijke hoeveelheid inspanning nodig om zich uit te kunnen leven. Tijdige rustmomenten plannen is wel noodzakelijk. -‐De kinderen kunnen al aangeven wat ze wel en wat ze niet leuk vinden. Dit kan een trainer informatie verschaffen over de voetbalbeleving van de kinderen. Belangrijk is hen te vragen waarom ze iets leuk of minder leuk vinden. -‐Ze zijn doelgericht. Dit betekent dat in voetbalvormen het scoren een belangrijke invloed uitoefent op het voetbalgedrag van de kinderen. Het is belangrijk aan te geven hoe er gescoord kan worden en hoe punten behaald kunnen worden. -‐Er is meer bereidheid tot samenwerken met oog op het bereiken van een doel dan op jongere leeftijd. Het mogelijk gunstige effect van overspelen naar een speler die er beter voor staat wordt langzamerhand onderkend. Coaching Kinderen beïnvloeden door: -‐plaatje, praatje, daadje (doe het voor, korte uitleg en dan zo snel mogelijk spelen) -‐vraag-‐en-‐antwoord-‐spel (niet alles voor willen zeggen, maar kinderen vragen stellen en ze prikkelen om na te denken over voetbalsituaties) -‐relatie met belevingswereld -‐ingrijpen/stopzetten -‐aanwijzingen geven -‐activeren/afremmen -‐kinderen zelf laten ontdekken/ervaren Uitgangspunten E-‐pupillen -‐Plezier staat voorop. -‐Resultaat is van ondergeschikt belang. -‐Het gaat om de opleiding. Zoveel mogelijk bijbrengen van voetbaltechnische vaardigheden -‐Stimuleren van tweebenigheid. -‐De training is belangrijker dan de wedstrijd. 9. Jeugdopleidingsplan vitesse’22

Wedstrijd Wedstrijden ingaan op basis van aanvallend en technisch voetbal. Voorbeelden: -‐van achteruit opbouwen -‐keeper geeft de bal mee aan de verdediger -‐keeper keept ver van de goal af en functioneert als een soort laatste man -‐korte corners nemen afgewisseld met lange corners -‐ballen (altijd) aannemen in plaats van meteen wegschieten -‐zomin mogelijk van afstand schieten -‐zoveel mogelijk stimuleren om acties te maken -‐aanvallers stimuleren om de actie te maken richting achterlijn en daar vandaan de bal terug te leggen (dus niet van de zijkanten op de goal schieten) -‐passing laag, zuiver en met juiste snelheid over de grond -‐continu rouleren van posities (m.u.v. de keeper hebben veldspelers geen vaste positie) -‐voorin proberen snel de bal af te pakken Speelstijl: 1-‐3-‐3 (altijd 7 tegen 7) E1 1-‐3-‐2-‐3 (9 tegen 9 competitie) Bij balbezit zullen de middelste spelers naar voren schuiven en bij balverlies naar achteren.

10.


D pupillen Kenmerken D-‐pupillen De D-‐pupillen zijn kinderen van 11 tot 12 jaar geboren voor 1 januari. Deze leeftijdsgroep kenmerkt zich door: -‐Een (eerstejaars) D-‐pupil heeft ideale lichaamsverhoudingen; dit zorgt voor een probleemloze coördinatie -‐Anders wordt het voor sommige (tweedejaars) D-‐pupillen; zij kunnen al te maken hebben met de zogenoemde groeispurt, een snelle lengtegroei in een relatief korte tijd; dit heeft voor de belasting/belastbaarheid van de speler de nodige consequenties. -‐De kritiek op de eigen prestaties en die van anderen neemt toe; ook de trainer kan onder vuur komen te liggen. -‐Tegelijkertijd kan hij zich in hoge mate gaan spiegelen aan idolen; hij stelt hoge eisen aan zichzelf (en aan anderen) -‐Een D-‐pupil is in staat om veel meer wedstrijdgericht te trainen en complexere voetbalsituaties te overzien; vanwege deze reden spreken partijvormen enorm aan in deze leeftijdscategorie. -‐Hij vindt het prettig wanneer hij van de trainer meer individuele aandacht krijgt. Uitgangspunten D-‐pupillen -‐Plezier blijft voorop staan, maar prestatiedrang wordt steeds belangrijker. -‐Resultaat is van ondergeschikt belang. Uitslagen en standen op de ranglijst zijn ondergeschikt om ieder kind vooruitgang te laten boeken in de ontwikkeling. -‐Verschuiving van individuele ontwikkeling naar ontwikkeling functioneren in teamverband. -‐Het gaat om de opleiding. Het bijbrengen van voetbaltechnische vaardigheden is nog steeds een belangrijk onderdeel. Daarnaast wordt meer wedstrijdgericht getraind. Inzicht en communicatie worden steeds belangrijker. De 2e jaar D beheersen uiteindelijk alle technische vaardigheden. Technische vorming onder weerstand, dus in wedstrijdsituaties, veel spelsituaties (positiespel) trainen. Geen krachttraining. -‐Nadrukkelijk stimuleren van tweebenigheid. -‐De training is belangrijker dan de wedstrijd. Wedstrijden worden gebruikt als meetpunt, hoe de speler zich verder ontwikkelt. 11. Jeugdopleidingsplan vitesse’22

Wedstrijd Wedstrijden ingaan op basis van aanvallend en verzorgd technisch voetbal. Voorbeelden zijn o.a.: -‐Van achteruit opbouwen -‐Keeper geeft de bal mee aan de verdediger -‐Keeper keept ver van de goal af en is min of meer een soort laatste man -‐Verdedigers lossen situaties bij voorkeur voetballend op -‐Ballen (altijd) aannemen i.p.v. meteen wegschieten -‐Zoveel mogelijk stimuleren om acties te maken. Uiteraard tot bepaalde hoogte. Op een gegeven moment moet de juiste keuze gemaakt worden. -‐Stimuleer aanvallers om de actie te maken richting doel of achterlijn waarvandaan de bal wordt teruggelegd (dus niet van de zijkanten op de goal schieten) -‐Passing zo veel mogelijk laag en zuiver over de grond -‐Voorin meteen vastzetten van tegenstanders. Tegenstander opzoeken, moeilijk maken en druk zetten op de bal. Speelstijl: 1-‐4-‐3-‐3 Waarbij de laatste man in balbezit inschuift.

12.


C-‐junioren C-‐junioren kenmerken: De C-‐junioren zijn kinderen van 13 tot 14 jaar geboren voor 1 januari. Deze leeftijdsgroep kenmerkt zich door: -‐De puberteit gaat beginnen, hierdoor spanningen en met zichzelf bezig zijn (er ontstaat ook interesse voor andere zaken) -‐Soms snelle lichaamsgroei, disharmonie; (stuntelig/slungelachtig) hierdoor is de speler maar beperkt belastbaar en is tevens blessuregevoelig, speciaal de aanhechtingen van de spieren -‐De leergierigheid kan ontbreken, ook de stemming is aan schommelingen onderhevig -‐Kan zich nu al afzetten tegen het gezag, vormt groepjes -‐Prestatief gezien kan er sprake zijn van een tijdelijke achteruitgang, doordat de coördinatie ontbreekt Uitgangspunten C-‐junioren -‐Plezier staat voorop, maar in tegenstelling tot bij de pupillen wordt er ook een prestatie verlangd. -‐De opleiding in deze categorie is gebaseerd op het verder ontwikkelen van het inzicht, gekoppeld aan de communicatie. -‐Het verder ontwikkelen van inzicht in en herkennen van spelbedoelingen en algemene uitgangspunten in de hoofdmomenten balbezit tegenpartij (teamfuncties storen / afschermen opbouw tegenstander, vastzetten/afjagen/duel om de bal, doelpunten voorkomen) en balbezit (teamfuncties opbouwen, aanvallen en scoren). -‐In deze categorie voetbal je meer zónder bal dan mét bal; meer met je hoofd dan met je benen. -‐Het gaat in de categorie vooral om de accenten op het vlak van de I van Inzicht en de P van Persoonlijkheid. De T van Techniek moet in deze categorie meer dan voldoende zijn. De T van Techniek wordt gekoppeld aan de I van Inzicht. Wanneer er onvoldoende aandacht wordt gegeven aan I en de P dan zal dit negatieve consequenties hebben op de verdere ontwikkeling op het technisch/fysiek vlak van de spelers (de T). 13. Jeugdopleidingsplan vitesse’22

Wedstrijd De wedstrijd wordt gebruikt als meetpunt en middel, hoe de speler zich verder ontwikkelt. De zgn. wedstrijd-‐ en competitierijpheid. Wedstrijden ingaan op basis van aanvallend en verzorgd technisch voetbal. Voorbeelden zijn o.a.: -‐Van achteruit opbouwen -‐Keeper geeft de bal mee aan de verdediger -‐Keeper keept ver van de goal af en is min of meer een soort laatste man -‐Verdedigers lossen situaties bij voorkeur voetballend op -‐Ballen (altijd) aannemen i.p.v. meteen wegschieten -‐Zoveel mogelijk stimuleren om acties te maken. Uiteraard tot bepaalde hoogte. Op een gegeven moment moet de juiste keuze gemaakt worden. -‐Stimuleer aanvallers om de actie te maken richting doel of achterlijn waarvandaan de bal wordt teruggelegd (dus niet van de zijkanten op de goal schieten) -‐Passing zo veel mogelijk laag en zuiver over de grond -‐Voorin meteen vastzetten van tegenstanders. Tegenstander opzoeken, moeilijk maken en druk zetten op de bal. Speelstijl: 1-‐4-‐3-‐3 Waarbij de laatste man in balbezit inschuift.

14.


B-‐junioren B-‐junioren kenmerken: De B-‐junioren zijn jongeren van 15 tot 16 jaar geboren voor 1 januari. Deze leeftijdsgroep kenmerkt zich door: -‐Begin van een harmonische lichaamsgroei; kracht-‐, interval-‐ en duurarbeid kan verhoogd worden en ook de techniektraining zal weer resultaten opleveren -‐Ook hier kunnen puberteitsproblemen nog aanwezig zijn, zie C-‐junioren -‐Er is sprake van een toenemende zelfkritiek -‐Geschikt voor prestatief denken -‐Er is sprake van een betere verhouding met het gezag, ook de emoties passen zich aan -‐Willen ook verantwoording hebben -‐Er kan sprake zijn van een opofferingsgezindheid voor het team Uitgangspunten B-‐junioren -‐Plezier staat voorop, maar in tegenstelling tot bij de pupillen wordt er ook een prestatie verlangd. -‐De wedstrijd wordt als middel gebruikt om ieder teamlid en het team vooruitgang te laten boeken. -‐De opleiding in deze categorie is gebaseerd op het verder ontwikkelen van het inzicht in de taken en functionele technische vaardigheid om deze taken uit te kunnen voeren en om het rendement van handelen. -‐Het ontwikkelen van wedstrijdrijpheid en de individuele bijdrage aan het resultaat van de wedstrijd. Het accent komt nu te liggen op een combinatie van techniek, inzicht en communicatie. -‐Rendement van de taakuitvoering in relatie tot het teamresultaat. Herkennen en doelmatig handelen. Waar de speler talent voor heeft verder ontwikkelen (wie is geschikt voor welke positie en taak?). -‐In deze categorie voetbal je meer zónder bal dan mét bal; meer met je hoofd dan met je benen. 15. Jeugdopleidingsplan vitesse’22

Wedstrijd De wedstrijd wordt gebruikt als meetpunt en middel, hoe de speler zich verder ontwikkelt. De zgn. wedstrijd-‐ en competitierijpheid. Wedstrijden ingaan op basis van aanvallend en verzorgd technisch voetbal. Voorbeelden zijn o.a.: -‐Van achteruit opbouwen -‐Keeper geeft de bal mee aan de verdediger -‐Keeper keept ver van de goal af en is min of meer een soort laatste man -‐Verdedigers lossen situaties bij voorkeur voetballend op -‐Ballen (altijd) aannemen i.p.v. meteen wegschieten -‐Zoveel mogelijk stimuleren om acties te maken. Uiteraard tot bepaalde hoogte. Op een gegeven moment moet de juiste keuze gemaakt worden. -‐Stimuleer aanvallers om de actie te maken richting doel of achterlijn waarvandaan de bal wordt teruggelegd (dus niet van de zijkanten op de goal schieten) -‐Passing zo veel mogelijk laag en zuiver over de grond -‐Voorin meteen vastzetten van tegenstanders. Tegenstander opzoeken, moeilijk Maken en druk zetten op de bal. Speelstijl: 1-‐4-‐3-‐3. Waarbij de laatste man bij balbezit inschuift

16.


A-‐junioren A-‐junioren kenmerken De A-‐junioren zijn jongeren van 17 tot 18 jaar geboren voor 1 januari. Deze leeftijdsgroep kenmerkt zich door: -‐Wat de mogelijkheden van de speler zijn geworden, dikwijls bepaald door erfelijkheid (lengte, kracht, techniek, overzicht, incasseringsvermogen, etc.) -‐Verbetering nog mogelijk door doelbewuste en methodische geplande training -‐Het karakter stabiliseert zich -‐De zelfkritiek is aanwezig, niet alleen de groep is belangrijk maar ook de eigen ik -‐Wil verantwoording samen dragen -‐Willen presteren en zich doen gelden Uitgangspunten A-‐junioren -‐Plezier staat voorop, maar in tegenstelling tot bij de pupillen wordt er een prestatie verlangd. -‐De wedstrijd wordt als middel gebruikt om ieder teamlid en het team vooruitgang te laten boeken en om het leren winnen van de wedstrijd. -‐taaktraining per positie -‐leren wat er in de verschillende taken gevraagd wordt: specialist worden -‐leren om in dienst van teamprestatie te spelen -‐In deze categorie voetbal je meer zónder bal dan mét bal; meer met je hoofd dan met je benen. Wedstrijd De wedstrijd wordt gebruikt als meetpunt en middel, hoe de speler zich verder ontwikkelt. De zgn. wedstrijd-‐ en competitierijpheid. Wedstrijden ingaan op basis van aanvallend en verzorgd technisch voetbal. Voorbeelden zijn o.a.: -‐Van achteruit opbouwen -‐Keeper geeft de bal mee aan de verdediger -‐Keeper keept ver van de goal af en is min of meer een soort laatste man -‐Verdedigers lossen situaties bij voorkeur voetballend op -‐Ballen (altijd) aannemen i.p.v. meteen wegschieten -‐Zoveel mogelijk stimuleren om acties te maken. Uiteraard tot bepaalde hoogte. Op een gegeven moment moet de juiste keuze gemaakt worden. -‐Stimuleer aanvallers om de actie te maken richting doel of achterlijn waarvandaan de bal wordt teruggelegd (dus niet van de zijkanten op de goal schieten) -‐Passing zo veel mogelijk laag en zuiver over de grond -‐Voorin meteen vastzetten van tegenstanders. Tegenstander opzoeken, moeilijk maken en druk zetten op de bal Speelstijl: 1-‐4-‐3-‐3. Waarbij de laatste man bij balbezit inschuift 17. Jeugdopleidingsplan vitesse’22

ONDER 23 ELFTAL. Doelstelling: Dit opleidingsteam heeft tot doel de talentvolle jeugdige spelers te laten wennen aan het prestatieve seniorenvoetbal. ORGANISATIE: De trainer van het 2e elftal is in samenwerking met de hoofdtrainer A junioren verantwoordelijk voor dit team. De hoofdopleidingen en Hoofdtrainer senioren selectie zullen een adviserende rol krijgen. De leider(s) en verzorger(s) van het 2e team zullen ook actief zijn bij onder 23. Spelers: Er moeten minimaal 3 A junioren in de selectie zitten. Streven is om minimaal 1 of 2 B junioren mee te laten doen. Elke speler moet jonger zijn dan 24 jaar. Geen DISPENSATIESPELERS dus! Om de doorstroming dusdanig goed te laten verlopen spelen we het zelfde systeem als in de jeugdopleiding. De senioren zullen ook naar dezelfde visie moeten streven al zijn die wel meer afhankelijk van het resultaat wat er bij de senioren gevraagd wordt. 18. Jeugdopleidingsplan Vitesse’22

Bijlage 1: Taken jeugdtrainer(s): 1

-‐ Werknemer verbindt zich alle door hem in deze overeenkomst aanvaarde werkzaamheden naar zijn beste kunnen te verrichten. -‐ Werknemer betracht daarbij bijzondere aandacht voor veiligheid en gezondheid van spelers.

2

Begeleiding en motiveren van de trainers in de groep in de consequente toepassing van eenduidige spel-‐ en trainingsconcepten;

3

Bewaken van adequaat gebruik van de accommodatie door de groep; Na wedstrijd of training wordt kleedruimte ordentelijk achtergelaten.

4

In overleg met de (selectie)trainers, de groepstrainer van de opvolgende groep en de technisch jeugdcoördinator zorgen voor een juiste uitvoering van het indelingsbeleid binnen de groep;

5

Ten behoeve van de onder a, b en c genoemde taken: - minimaal drie keer per jaar organiseren van een bespreking/clinic met trainers; - actief contact onderhouden met de groepscoördinator, overige groepstrainers, technisch jeugdcoördinator en zo nodig tevens met het jeugdbestuur - tonen van actieve belangstelling bij jeugdwedstrijden en –toernooien

6

Al wat overigens voortvloeit uit het technisch jeugdbeleidsplan en het hierin opgenomen functieprofiel als trainer van de A1 junioren en A junioren selectie

7

Training en wedstrijdvoorbereiding;

8

Teamselectie in overleg met de technisch jeugdcoördinator en in voorkomende gevallen met de hoofdtrainer;

9

Teamindeling;

10 Begeleiden en wedstrijd coachen; 11 Actieve inbreng in de geplande trainersvergaderingen; 19 Jeugdopleidingsplan Vitesse’22

12 Gebruiken van speler-‐volgsysteem conform aanwijzing Technische Commissie. 13 Afspraken nakomen i.o.m. TC en TJC. Werknemer dient: te trainen en spelen zoals er in het opleidingsplan staat beschreven: -

aanpassingen van het systeem en of training word besproken met de TJC. Werknemer dient in samenspraak met de TJC een trainingsschema te maken. Werknemer dient aanwezig te zijn op de hoofdtrainersoverleg die op de maandagavond gehouden zullen worden.

14 Werknemer maakt gebruik en stimuleert assistenten voor het gebruik van de Ajaxonline academy; 15 Werknemer dient na afloop van elke training te controleren of kleedkamer schoon en leeg is. 16 De werkgever stelt de Hoofd jeugdopleiding aan als contactpersoon voor de werknemer. 17 Maandelijks worden de werkzaamheden doorgesproken en aan de contactpersoon legt de werknemer ook verantwoording af. 18 Werknemer dient de door het bestuur gemaakte afspraken met sponsoren m.b.t. het dragen van sponsorkleding na te komen 19 Werknemer dient de door het bestuur gemaakte afspraken met sponsoren m.b.t. het dragen van sponsorkleding na te komen. 20 Werknemer mag na schriftelijke goedkeuring -‐ al dan niet onder bepaalde voorwaarden -‐ van werkgever arbeid voor andere voetbalverenigingen verrichten.

20 Jeugdopleidingsplan Vitesse’22

Jeugdopleidingsplan Vitesse 22

Recommend Documents