Rabo Bouwfonds Bouwfonds Property Development | FGH Bank | Bouwfonds Asset Management Jaarverslag 2007
www.rabobouwfonds.nl
Jaarverslag 2007
Rabo Bouwfonds Bouwfonds Property Development | FGH Bank | Bouwfonds Asset Management
Rabo Bouwfonds Inhoudsopgave
1
Jaarverslag 2007
Voorwoord
2
Rabo Bouwfonds in 2007
4
Kerngegevens
5
Bestuur
6
Rabo Bouwfonds in beeld
8
Bericht van de raad van commissarissen
10
Organogram Rabo Bouwfonds
11
Verslag van de hoofddirectie Ambities en strategie Ondernemingsbeleid Marktontwikkelingen Financieel resultaat Ontwikkeling Financiering Investment Management Duurzaam ondernemen Medewerkers Vooruitzichten 2008
12 12 13 15 18 18 20 22 23 25 26
People & Business
28
Directeuren per divisie
46
Jaarrekening Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerde balans Geconsolideerd vermogensoverzicht Geconsolideerd overzicht van kasstromen Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winsten verliesrekening Toelichting op de geconsolideerde balans Aanvullende informatie
49 51 52 54 56 58 76 88 107
2
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Voorwoord Van de voorzitter
Voor onze onderneming was 2007 een jaar met een goed resultaat. Het was het eerste volledige jaar waarin Bouwfonds deel uitmaakte van Rabobank Groep. Er waren veel uitdagingen, zowel intern als extern. Het jaar kenmerkte zich door de integratie van diverse bedrijfsonderdelen en samenwerking op verschillende gebieden. De eerste voordelen van deze samenwerking werden zichtbaar, een goed begin dus. De marktontwikkelingen bleven in 2007 over het algemeen gunstig voor Rabo Bouwfonds. Wel hadden we te maken met een aanhoudend grote leegstand in delen van de kantorenmarkt en het achterblijven van de woningproductie in Nederland. Ten aanzien van dit laatste is het positief dat de politiek meer aandacht voor deze problematiek krijgt en bereid lijkt de bestaande barrières af te breken, zodat meer betaalbare woningen beschikbaar komen. In de landen buiten Nederland waar wij actief zijn, waren de marktontwikkelingen over het algemeen ook positief, zowel in commercieel vastgoed als bij woningen. De crisis die in de tweede helft van 2007 op de financiële markten ontstond als gevolg van problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt heeft gelukkig weinig consequenties voor Rabo Bouwfonds.
Tijdens deze turbulente periode bleek eens te meer dat kwaliteit op termijn altijd loont. Als gevolg van het wantrouwen tussen financiële instellingen onderling was voor veel banken de
Leidsche Rijn, Utrecht
toegang tot de financiële markten beperkt of zelfs afgesloten. Tegelijkertijd ontstonden voor marktpartijen met een goede reputatie juist extra kansen. Zo kon FGH Bank de productie in 2007 sterk uitbreiden met behoud van goede marges. Een positief aspect van de crisis is dat op de financieringsmarkt risico weer een prijs heeft gekregen, iets dat veel partijen de laatste jaren enigszins uit het oog waren verloren. Bewustwording van risico’s kan een bijdrage leveren aan de gezondmaking van de markt en is bovendien gunstig voor de marges.
IJ-oevers, Amsterdam
Rabo Bouwfonds kwam het afgelopen jaar niet alleen positief, maar helaas ook negatief in het nieuws. Aanleiding was een onderzoek van de overheid bij derden naar enkele verdachte vastgoedtransacties. In dit kader is ook bij enkele van onze kantoren informatie opgevraagd. De opsporingsinstanties hebben verklaard dat Rabo Bouwfonds, noch haar huidige medewerkers tot de verdachten behoren. Wij hadden al eerder opdracht gegeven een forensisch onderzoek naar de betreffende zaken in te stellen en verlenen vanzelfsprekend alle medewerking aan justitie.
Rabo Bouwfonds Voorwoord
Over het in 2007 behaalde resultaat zijn wij alleszins tevreden. De winst werd weliswaar beïnvloed door incidentele baten, maar ook zonder deze baten was het resultaat gunstig. Op deze plaats past een woord van erkentelijkheid voor de inzet en deskundigheid van onze medewerkers, die dit mede mogelijk hebben gemaakt. De integratie-inspanningen hebben veel van allen geëist, maar niettemin zijn wij er in geslaagd de klant centraal te blijven stellen. Wij zien de toekomst met vertrouwen tegemoet. Rabo Bouwfonds is een financieel krachtige organisatie met zeer deskundige medewerkers. De markten waarop wij actief zijn, zowel in Nederland als daarbuiten, bieden tal van kansen. Onze onderneming is uitstekend gepositioneerd om de uitdagingen aan te gaan, de kansen te grijpen en verdere groei en expansie te realiseren.
Hoevelaken, 27 maart 2008 Tjalling Halbertsma Voorzitter hoofddirectie Rabo Bouwfonds
Tjalling Halbertsma
3
4
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Rabo Bouwfonds in 2007
• Nettowinst stijgt met 28 % • Rendement op eigen vermogen 18,8 % • Alle divisies droegen bij aan winstgroei • Aantal verkochte woningen in Nederland gedaald, in het buitenland gestegen; totaal verkocht 13.173 • Recordproductie nieuwe leningen van € 6,3 miljard • Groei beheerd vermogen Bouwfonds Asset Management met 21 % • Securitisatietransactie Skyline 2007 van € 3 miljard, grootste commercial mortgage backed security (CMBS) transactie die ooit in Nederland werd afgesloten en tevens één van de grootste in Europa • Implementatie project Eigen Steen. De eerste aankoop van een kantoor van een lokale Rabobank is eind 2007 afgerond
Rabo Bouwfonds Kerngegevens
Kerngegevens 2007
2006*
Resultaat Nettoresultaat
€ mln
243
190
Eigen vermogen
€ mln
1.561
1.293
Achtergestelde leningen
€ mln
41
52
Aansprakelijk groepsvermogen
€ mln
1.623
1.378
Vermogenspositie
Ratio’s Rendement op eigen vermogen
%
18,8
17,2
BIS-ratio kernvermogen
%
10,8
9,9
BIS-ratio totaal toetsingsvermogen
%
11,1
10,3
Productie Verkochte woningen (incl. projecten van derden)
aantal
13.173
14.073
Opgeleverd commercieel vastgoed
m2
223.782
188.585
Commercieel vastgoed in aanbouw
m2
570.970
714.565
Nieuwe leningen
€ mln
6.243
4.265
Portefeuille kredieten (bruto)
€ mln
13.480
10.262
Assets under management
€ mln
5.069
4.183
Beheerd maatschappelijk vastgoed
€ mln
2.397
2.000
aantal
125.000
115.000
3.256.000
3.010.000
Portefeuille (bruto)
Orderportefeuille Woningen Commercieel vastgoed
2
m
Medewerkers FTE’s
1.918
1.783
– Binnenland
aantal
1.389
1.308
– Buitenland
530
475
2.044
1.904
– Binnenland
1.497
1.415
– Buitenland
547
489
Medewerkers
aantal
* Pro forma cijfers niet onderworpen aan accountantscontrole
5
6
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Bestuur Per 31 december 2007
Hoofddirectie
Raad van commissarissen
Voorzitter T.B. Halbertsma (Tjalling)
Voorzitter J.C. ten Cate Lid raad van bestuur Rabobank Nederland
Chief Financial & Risk Officer J.H.P.M. van Lange (Jos) Directievoorzitter FGH Bank P.C. Keur (Peter) Directievoorzitter Bouwfonds Asset Management J.L.M.J. Klijnen (Jean) Directievoorzitter Bouwfonds Property Development (tot 01-04-2008) H.J.M. van Zandvoort (Henk)
L.C. Brinkman* Bestuursvoorzitter Bouwend Nederland S.N. Schat Lid raad van bestuur Rabobank Nederland S. B. de Witte* Voorzitter raad van commissarissen Rabobank Zaanstreek en voorzitter Kring Noordholland van Lokale Rabobanken C. van Zadelhoff* Oprichter vastgoedbedrijf DTZ Zadelhoff
* Benoemd per 1 juli 2007
Rabo Bouwfonds Bestuur
Hoofddirectie Rabo Bouwfonds
vlnr. Jean Klijnen, Henk van Zandvoort, Tjalling Halbertsma, Jos van Lange, Peter Keur.
7
8
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Rabo Bouwfonds in beeld Visie, profiel, activiteiten
Visie
Activiteiten
Bij Rabo Bouwfonds staat vastgoed in dienst van de eindgebruiker en levert een bijdrage aan de kwaliteit van de samenleving. Ons marktleiderschap in de vastgoedmarkt is gebaseerd op lokale kennis en positie, gecombineerd met kennis van huisvestingsbehoeften.
Ontwikkeling In 2007 zijn de organisaties Rabo Vastgoed en Bouwfonds Property Development geïntegreerd in de divisie Development van Rabo Bouwfonds. De divisie Development is momenteel onder diverse labels actief als allround ontwikkelaar van woongebieden, commercieel vastgoed en multifunctionele projecten, zowel binnenstedelijk als op uitleglocaties. De organisatie is marktleider in Nederland en behoort tot de grootste gebiedsontwikkelaars van Europa. Deze positie is te danken aan de combinatie van deskundigheid, een sterke financiële basis en een zeer goed gevulde ontwikkelingsportefeuille. De onderneming zet zich in voor duurzame en leefbare gebieden en is sterk gericht op samenwerking met (lokale) partners.
Eindgebruikers moeten onbezorgd kunnen wonen en in een prettige omgeving kunnen werken, winkelen en recreëren. Dat vormt de basis voor een duurzaam rendement op vastgoedinvesteringen. In een veranderende wereld zijn steeds nieuwe concepten en oplossingen nodig. Die realiseert niemand alleen. Als marktpartijen en overheden slagvaardig samenwerken kan optimaal worden voorzien in de behoefte van huidige en toekomstige bewoners.
Profiel Rabo Bouwfonds, dat sinds 2006 deel uitmaakt van de Rabobank Groep, is een internationale vastgoedonderneming met drie op vastgoed gerichte kernactiviteiten: ontwikkeling, financiering en investment management. Rabo Bouwfonds opereert op de particuliere en zakelijke markt en behoort tot de grootste vastgoedondernemingen van Europa. Rabo Bouwfonds realiseerde in 2007 een nettowinst van € 243 miljoen. Er werken ruim 2.000 medewerkers waarvan ongeveer 550 in het buitenland.
Binnen de divisie Development zijn ruim 1.200 medewerkers vanuit 47 kantoren actief in 11 Europese landen. De divisie Development werkt vanuit een fijnmazig netwerk en heeft hierdoor veel kennis van lokale markten. Daarbij put ze uit de centraal aanwezige expertise op het gebied van concept- en gebiedsontwikkeling. In Nederland wordt nauw samengewerkt met lokale Rabobanken. Bouwfonds Property Development is toonaangevend in Nederland, maar ook in de andere thuislanden: Frankrijk en Duitsland. De onderneming is daarnaast actief in België, Luxemburg, Denemarken, Zweden, Spanje en enkele OostEuropese landen. Er wordt internationaal intensief samengewerkt met lokale partners.
Financiering De financiering van vastgoed gebeurt door FGH Bank onder eigen naam en haar label RNHB Hypotheekbank. FGH Bank is gespecialiseerd in de financiering van commercieel vastgoed, waaronder ook projectfinanciering, en richt zich op de grootzakelijke en professionele markt. RNHB Hypotheekbank bedient kleinzakelijke klanten die opere-
Rabo Bouwfonds Rabo Bouwfonds in beeld
9
ren in het middensegment van de vastgoedmarkt. De bank werkt hierbij vaak samen met intermediairs, maar opereert ook via het directe kanaal.
Bovendien heeft Bouwfonds Asset Management een plek weten te bereiken in de top drie van Nederlandse aanbieders van particuliere vastgoedfondsen.
Naast het verstrekken van financieringen biedt FGH Bank via dochteronderneming FGH Vastgoed Expertise ook diensten aan die betrekking hebben op taxaties, portefeuilleanalyses, marktonderzoek en juridische ondersteuning.
Bouwfonds Asset Management bedient beleggers met zowel traditionele als innovatieve vastgoedbeleggingsproducten in geselecteerde (internationale) markten. Naast internationale groei van de beheerde activa is de uitbouw van haar positie tot het expertisecentrum voor vastgoedbeleggingsproducten binnen de Rabobank een belangrijk speerpunt voor de toekomst.
Investment management Bouwfonds Asset Management is actief op het gebied van vastgoedbeleggingen. De activiteiten richten zich op het opbouwen, structureren en beheren van vastgoedportefeuilles. Het gaat hierbij om niet-beursgenoteerde fondsen voor particuliere en institutionele beleggers in Nederland en in het buitenland met name in Duitsland, Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten. Bouwfonds Asset Management behoort tot de tien grootste spelers op het gebied van vastgoedbeleggingen in Nederland.
Profiel Rabobank De Rabobank Groep is een financiële dienstverlener op coöperatieve grondslag met een zeer breed aanbod van diensten en producten. De Groep bestaat uit 174 zelfstandige, lokale Rabobanken met ruim 1.100 vestigingen, de centrale organisatie Rabobank Nederland en de binnen- en buitenlandse dochterondernemingen. De Rabobank heeft ruim negen miljoen particuliere en zakelijke klanten in Nederland en ruim 60.000 medewerkers. De Rabobank heeft vooral een sterke positie in de agrarische sector en in het midden- en kleinbedrijf. De Groep is vertegenwoordigd in ruim 40 landen.
De Rabobank Groep heeft de hoogste kwalificatie voor kredietwaardigheid (triple A) van Moody’s en Standard & Poor’s. Gemeten naar kernvermogen behoort de organisatie tot de twintig grootste financiële instellingen ter wereld.
10 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Bericht van de raad van commissarissen
Met genoegen bieden wij u hierbij het jaarverslag 2007 van Rabo Bouwfonds N.V. aan. De jaarrekening is opgesteld door de hoofddirectie van Rabo Bouwfonds en gecontroleerd door Ernst & Young Accountants. Mede op grond van de accountantsverklaring stellen wij de aandeelhouder voor de jaarrekening vast te stellen en de winst te bestemmen in overeenstemming met het gedane voorstel. De raad van commissarissen is in 2007 zes keer bijeen geweest in aanwezigheid van de hoofddirectie. Per 1 juli 2007 is de heer Van Schijndel afgetreden en zijn de heren Brinkman, De Witte en Van Zadelhoff benoemd tot lid van de raad van commissarissen. De raad heeft zijn taken en verantwoordelijkheden vastgelegd in een reglement dat door de aandeelhouder is goedgekeurd.
De heer Van Zandvoort heeft diverse directiefuncties bekleed bij Bouwfonds. Onder zijn leiding groeide de organisatie in de afgelopen jaren uit tot de grootste integrale ontwikkelaar van Nederland en één van de grootste ontwikkelaars in Europa. De raad van commissarissen is de heer Van Zandvoort zeer erkentelijk voor zijn bijdrage hieraan. De raad van commissarissen spreekt zijn waardering uit voor de wijze waarop de hoofddirectie en de medewerkers van Rabo Bouwfonds zich in een jaar vol integratiebewegingen hebben ingezet voor de onderneming en de daarmee behaalde commerciële en financiële resultaten.
Hoevelaken, 27 maart 2008 De raad heeft ruim aandacht besteed aan de regelmatig terugkerende onderwerpen zoals de resultaatontwikkeling van de verschillende bedrijfsonderdelen, de daarmee samenhangende rapportages en risicoaspecten en aan de voortgang van de integratie binnen Rabo Bouwfonds. Verder heeft de raad de ontwikkelingen van het FIOD-ECD-onderzoek nauwlettend gevolgd. Daarnaast is uitvoerig van gedachten gewisseld over de gewenste activiteiten van Rabo Bouwfonds in het buitenland, de scope of activities van de divisie Investment Management, de opzet van een afdeling internal audit, het nieuwe merkenbeleid en over de begroting 2008. In 2008 zal de raad van commissarissen naast de vaste onderwerpen ook ruim aandacht hebben voor managementontwikkeling en het MVO-beleid van Rabo Bouwfonds. In december 2007 heeft de heer Van Zandvoort zijn vertrek per 1 april 2008 aangekondigd als lid van de hoofddirectie van Rabo Bouwfonds en directievoorzitter van de divisie Development. Na het succesvol voltooien van de integratie van Bouwfonds Property Development en Rabo Vastgoed is voor hem een natuurlijk moment aangebroken om de verdere groei van de organisatie en de uitwerking van het nieuwe beleid aan anderen over te laten.
Raad van commissarissen J.C. ten Cate, voorzitter L.C. Brinkman S.N. Schat S.B. de Witte C. van Zadelhoff
Rabo Bouwfonds Organogram 11
Organogram Rabo Bouwfonds
Rabo Bouwfonds N.V. Raad van commissarissen
Hoofddirectie T.B. Halbertsma (Tjalling)
H.J.M. van Zandvoort (Henk)
Voorzitter
Development
J.C. ten Cate
J.H.P.M. van Lange (Jos) CFRO
P.C. Keur (Peter)
L.C. Brinkman
Finance
S.N. Schat
J.L.M.J. Klijnen (Jean)
S.B. de Witte
Investment Management
C. van Zadelhoff
Development
Finance
Investment Management
12 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Verslag van de hoofddirectie Rabo Bouwfonds in 2007
In 2007 was er sprake van een gunstige gang van zaken bij Rabo Bouwfonds. De winst kwam uit op € 243 miljoen, een stijging van 28 % vergeleken met het resultaat van € 190 miljoen over 2006, gebaseerd op dezelfde groepssamenstelling. Er was over de hele linie groei, in het bijzonder bij de divisies Finance en Investment Management. Ook gezien de hevige turbulentie op de internationale financiële markten als uitvloeisel van de crisis op de Amerikaanse hypotheekmarkt voor woningen zijn we zeer tevreden over de behaalde resultaten. De in 2007 gerealiseerde resultaten en de groei op de diverse werkterreinen sluiten aan bij de ambities en doelstellingen van Rabo Bouwfonds. De integratie van Bouwfonds, Rabo Vastgoed en FGH Bank en de samenwerking met een aantal andere onderdelen van de Rabobank zorgden al in 2007 voor synergievoordelen.
Ambities en strategie Algemeen De ambitie van Rabo Bouwfonds is om met alle activiteiten een vooraanstaande positie te bereiken, dan wel deze te versterken in Nederland en in een aantal Europese landen, zoals Duitsland en Frankrijk. Rabo Bouwfonds wil in elke ‘levensfase’ van de vastgoedmarkt actief zijn. De onderneming wil comfort bieden in huisvestingsvraagstukken in combinatie met een goed rendement voor investeerders in vastgoed met oog voor een duurzame leefomgeving. Vertaald naar concrete doelstellingen betekent dit het behoud en verstevigen van de leidende positie op de Nederlandse markt voor koopwoningen en commercieel vastgoed, selectieve expansie van de ontwikkelingsactiviteiten in andere Europese landen, behoud van de toonaangevende positie in de financiering van commercieel vastgoed in Nederland, optimale benutting van de distributiekracht van de Rabobank, verdere groei van het
beheerde vermogen en een jaarlijkse stijging van de nettowinst met 10 % tot 15 %. Als gevolg van de prominente positie die Rabo Bouwfonds thans op de Nederlandse markt inneemt, komen de grenzen van de groei op onderdelen geleidelijk in zicht. We kunnen de doelstellingen op langere termijn alleen realiseren door middel van internationalisatie. Dit proces wordt gestimuleerd door de wens van onze klanten, die ook in toenemende mate hun activiteiten buiten Nederland uitbreiden. Bijkomende voordelen van internationalisatie zijn een spreiding van de risico’s en betere mogelijkheden om talentvolle en ambitieuze medewerkers aan te trekken. Bij het betreden van een nieuwe (buitenlandse) markt letten we behalve op financiële doelstellingen ook op synergiemogelijkheden tussen de verschillende divisies en met de Rabobank. Andere voorwaarden zijn een strikte risicobeheersing en de mogelijkheid de groei in beginsel uit eigen middelen te financieren. Er wordt naar gestreefd dat in 2012 de helft van de jaarlijks te ontwikkelen woningen zich in het buitenland bevindt en dat de buitenlandse leningenportefeuille een belangrijk deel uit maakt van het totaal. Van het beheerde vermogen zal een aanzienlijk deel zich in het buitenland bevinden. Het relatieve aandeel van het buitenland in de nettowinst zal dan zijn gestegen. Recent is besloten de buitenlandse activiteiten te concentreren in een beperkt aantal landen. De gekozen landen zijn Duitsland, Frankrijk, België, Luxemburg, Zweden, Denemarken, Spanje, Centraal Europa en de Verenigde Staten. Door de beschikbare managementcapaciteit optimaal te richten op de gekozen landen verwachten wij tot betere resultaten te kunnen komen.
Rabo Bouwfonds Verslag van de hoofddirectie 13
Ontwikkeling De divisie Development beschouwt Nederland, Frankrijk en Duitsland als haar thuismarkten. Daarnaast wordt ingezet op groei van de activiteiten in een aantal geselecteerde Europese landen. De ambitie is uitgesproken om uit te groeien tot een toonaangevende, gediversificeerde gebiedsontwikkelaar met uitzicht op minimaal een top-5 positie in de sectoren en gebieden waarin de onderneming actief is. Het aanhouden van grondposities voor toekomstige projecten is een belangrijke pijler van het beleid. Vanwege economische en demografische ontwikkelingen richt de divisie Development zich bij de productontwikkeling in toenemende mate op specifieke doelgroepen als studenten/starters, middeninkomens in de steden en senioren. De divisie streeft naar een hoger marktaandeel in kleinschalige en grootschalige binnenstedelijke projecten (herontwikkeling centrumgebieden en herstructurering woonwijken). Ook streeft ze naar een positie in de markt bij de integrale aanpak van ziekenhuizen en bij zogenoemde ‘rood voor groen en blauw’ projecten.
Financiering FGH Bank wil haar sterke positie op de Nederlandse markt handhaven en daarbij de winstgevendheid verder verbeteren. Daarnaast voorzien de plannen erin op afzienbare termijn in Duitsland, Frankrijk en België posities op te bouwen. Dit laatste hangt mede samen met het feit dat steeds meer klanten internationaal actief worden. In Nederland streeft RNHB Hypotheekbank ernaar om de grootste aanbieder in het middensegment van de vastgoedmarkt te worden. Investment management Bouwfonds Asset Management wil uitgroeien tot het expertisecentrum binnen de Rabobank Groep voor vastgoedbeleggingsproducten. Daarnaast is het streven om nationaal en internationaal te groeien door het verder uitrollen van bestaande productlijnen, productvernieuwing en het opzetten van vestigingen in nieuwe landen. Bouwfonds Asset Management wil ook strategische allianties aangaan en acquisities plegen.
Ondernemingsbeleid Besturingsmodel Rabo Bouwfonds wordt bestuurd door een hoofddirectie, die op afstand opereert van de aandeelhouder. De hoofddirectie bestaat uit een voorzitter, een chief financial & risk officer (CFRO) en de directievoorzitters van de drie divisies. De hoofddirectieleden zijn collectief verantwoordelijk voor de besturing van Rabo Bouwfonds, de algemene zaken van de onderneming en de divisies. De aandeelhouder benoemt de hoofddirectie en de raad van commissarissen. De raad van commissarissen houdt toezicht op de hoofddirectie. Duurzaam ondernemen Vanuit de historie is er binnen Rabo Bouwfonds veel aandacht voor de maatschappelijke context waarin de bedrijfsactiviteiten worden ontplooid. Mede hierom willen wij duurzaamheid zo veel mogelijk integreren in onze kernactiviteiten en de interne bedrijfsvoering. Dit sluit ook goed aan bij de ambitie van de Rabobank om tot de top van meest duurzame organisaties ter wereld te behoren. De maatschappelijke rol van Rabo Bouwfonds krijgt op eigentijdse wijze vorm door de activiteiten van Bouwfonds Cultuurfonds en Bouwfonds Fondsenbeheer. Via Bouwfonds Fondsenbeheer levert Rabo Bouwfonds het management van een aantal publiek-private fondsen die zich inzetten voor ruimtelijke kwaliteit in Nederland. Het betreft fondsen op het gebied van natuur en landschap (Nationaal Groenfonds), monumenten (Nationaal Restauratiefonds), volkshuisvesting en stedelijke vernieuwing (SVn) en industrieel erfgoed in Nederland (BOEi). We stellen kennis, capaciteit en faciliteiten aan deze fondsen beschikbaar, zonder winstoogmerk. Bouwfonds Cultuurfonds sponsort gemeentelijke culturele projecten, waardoor een breed publiek in aanraking komt met uiteenlopende uitingen van kunst en cultuur.
14 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Financieel beleid Het financiële beleid van Rabo Bouwfonds is gericht op het realiseren van rendabele groei met behoud van een evenwichtig risicoprofiel. Hierbij wordt gewerkt met ‘performancecontracten’, waarin zowel voor Rabo Bouwfonds in totaal als voor de divisies een strategische analyse wordt gekoppeld aan een cijfermatige onderbouwing en uitwerking. Dit leidt tot meerjarige strategische, operationele en financiële afspraken, gericht op waardecreatie. Bij strategische investeringsbeslissingen, waaronder acquisities, stellen we duidelijke eisen aan de strategische en financiële onderbouwing, waarbij het uitgangspunt is dat de investering bijdraagt aan waardecreatie. Realisatie van rendabele groei betekent onder meer dat rekening wordt gehouden met de kosten van het geïnvesteerde vermogen. Er is sprake van waardecreatie als het rendement op het geïnvesteerde vermogen hoger is dan het gemiddelde niveau van de vermogenskosten. Dit is voor Rabo Bouwfonds vertaald in een doelstelling van 15 % nettorendement op het eigen vermogen. Per divisie wordt bij de vermogensallocatie rekening gehouden met de risico’s in de bedrijfsvoering. Het resulterende rendement per divisie is te beschouwen als een naar risico gecorrigeerd rendement op het eigen vermogen (uitgedrukt in risk adjusted return on economic capital ofwel RAROC). Dit is een steeds belangrijkere stuurvariabele, zowel voor de performancemeting als voor de toewijzing van vermogen aan activiteiten.
Risicobeheersing en compliance Rabo Bouwfonds heeft uitgebreide maatregelen getroffen om de risico’s in de bedrijfsvoering optimaal te beheersen. Kort samengevat bestaan de maatregelen uit toetsing vooraf, het nauwlettend volgen van de risico’s van lopende projecten en financieringen, en het waar nodig snel en adequaat corrigeren van ongewenste ontwikkelingen. Het markt- en kredietrisico van nieuwe projecten en financieringen wordt beheerst door middel van een gelaagde fiatteringstructuur en een limietenstelsel. De directie van de betreffende divisie keurt de kleinere ontwikkelingsprojecten en financieringen goed. Grotere projecten worden beoordeeld en
gefiatteerd door commissies waarin de directie van de betreffende divisie, de hoofddirectie en in voorkomende gevallen de Rabobank zijn vertegenwoordigd. De grootste projecten behoeven goedkeuring van de Rabobank. Periodiek worden rapportages opgesteld, die inzicht geven in de ontwikkeling van risicoposities en de kwaliteit van de portefeuilles. De risico’s van activiteiten beheersen we met behulp van normen voor markt-, krediet-, operationele en balansrisico’s. Verder wordt met behulp van geavanceerde modellen de gevoeligheid van de onderneming voor renteschommelingen gemeten en wordt een inschatting gemaakt van het mogelijk uiteenlopen van uitgaande en inkomende geldstromen. Rabo Bouwfonds implementeert momenteel een geavanceerd model voor operationeel risicomanagement (ORM). Dit model houdt rekening met zeer uiteenlopende risicoaspecten, waaronder fraude, productaansprakelijkheid, schade, procesfouten, informatiebeveiliging en bedrijfscontinuïteit. Ondanks onze intensieve aandacht voor risicobeheersing kunnen zich altijd incidenten voordoen, die veelal voortvloeien uit het niet naleven van regels en voorschriften door individuen. Om deze reden zien we nauwlettend toe op de naleving (compliance) van regels en voorschriften. Rabo Bouwfonds gaat er van uit dat de medewerkers bij hun activiteiten integer en professioneel handelen. Hun activiteiten dienen te voldoen aan maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden, de specifieke normen en waarden van Rabo Bouwfonds en uiteraard de wet- en regelgeving. Signalen of verdenkingen van onregelmatig handelen worden serieus behandeld en waar nodig worden passende maatregelen genomen. Wij menen dat de geldende beheersingsmaatregelen de genoemde risico’s goed afdekken. Niettemin zijn wij zeer alert op wenselijke of noodzakelijke aanscherping van de regels, aangezien ondernemingen, en dus ook Rabo Bouwfonds, in het algemeen kwetsbaarder zijn geworden voor risico’s ten aanzien van compliance en integriteit. Daarom wordt in het eerste halfjaar 2008 een geharmoniseerde, specifiek op onze vastgoedonderne-
Rabo Bouwfonds Verslag van de hoofddirectie 15
ming toegesneden gedragscode van kracht, die vanzelfsprekend past binnen de uitgangspunten van de Rabobank. Op het terrein van compliance en integriteit is het verder bevorderen van integriteitsbewustzijn een speerpunt voor 2008. Ook besteden we aandacht aan het systeem van monitoring van de naleving van de integriteitsregels.
geresulteerd dat beleggingsproducten van de divisie Investment Management nu ook beschikbaar zijn voor de private banking klanten van de Rabobank. Bij nieuwbouwprojecten leidt de samenwerking tot een betere verkoop van woningen, terwijl de Rabobank hierdoor zijn leidende positie op het gebied van hypotheekverstrekking kan versterken.
Samenwerking, integratie en synergie In 2006 werd het toenmalige Bouwfonds, met uitzondering van de commerciële vastgoedfinancier, overgenomen door de Rabobank. Een belangrijke overweging hierbij was dat er sprake was van complementariteit tussen een aantal bedrijfsonderdelen van de Rabobank en Bouwfonds. Samenwerking met andere bedrijfsonderdelen, zoals de lokale Rabobanken en gelieerde ondernemingen werd bevorderd. De voordelen waren voor het eerst in 2007 zichtbaar en zullen de komende jaren naar verwachting toenemen.
In 2007 ging het project Eigen Steen van start. Deze organisatie, die geleid wordt vanuit de divisie Investment Management, biedt de lokale Rabobanken aan om het beheer en de exploitatie van het door hen gebruikte vastgoed te verzorgen. Hierdoor kunnen deze lokale banken zich meer richten op hun kernactiviteiten. Lokale banken kunnen hun vastgoed in eigendom overdragen aan Eigen Steen en het vervolgens terughuren. Ook is het mogelijk om met inschakeling van Eigen Steen nieuwbouw te laten uitvoeren of bestaande panden te herontwikkelen. Eind 2007 werd het eerste pand van een lokale bank in eigendom overgedragen aan Eigen Steen.
In 2007 is een begin gemaakt met de integratie, die op dit moment grotendeels is voltooid. Het proces vond plaats in alle divisies en in het bijzonder bij Development. In deze divisie integreerden Bouwfonds Property Development en Rabo Vastgoed, beide gericht op de ontwikkeling van vastgoed. In 2006 werd de Rijnlandse Bank onderdeel van FGH Bank. In het verslagjaar werd de Rijnlandse Bank geïntegreerd met de Nederlandse Hypotheekbank, een dochter van FGH Bank. De nieuwe onderneming zal onder de naam RNHB Hypotheekbank verder gaan. In de divisie Investment Management werd FGH Asset Management per 1 juli 2007 geïntegreerd in Bouwfonds Asset Management. Kruisbestuiving tussen de verschillende bedrijfsonderdelen, die alle actief zijn op de vastgoedmarkt, is een belangrijk onderdeel van het bedrijfsbeleid van onze onderneming. De combinatie van de kennis van Rabo Bouwfonds op het gebied van vastgoed en de distributiekracht van de Rabobank levert meerwaarde voor klanten. Zo heeft de samenwerking met Rabobank er in
Marktontwikkelingen Algemeen De onzekerheid in de economie is door de ontwikkelingen op de financiële markten in 2007 toegenomen. Diverse banken, zowel in de Verenigde Staten als daarbuiten, hebben als gevolg van de problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt voor woningen forse voorzieningen moeten treffen. Sommige banken zijn zelfs in serieuze problemen gekomen. De onderlinge kredietverstrekking staat daardoor onder druk, hetgeen consequenties heeft voor de kredietverlening aan particulieren en ondernemingen. De risicopremies zijn in 2007 gestegen. De gevolgen zijn vooral zichtbaar op de financiële markten. Door de kredietcrisis is de securitisatiemarkt voor vastgoeddeals vrijwel opgedroogd. Dit heeft tot direct gevolg dat het voor grote private vastgoedbeleggers en concurrentbanken lastiger is geworden om financieringen door te plaatsen. Het heeft ook effect op de marges waartegen marktpartijen vastgoed kunnen financieren.
16 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
De invloed van de kredietcrisis op de reële economie is tot dusverre beperkt gebleven. De economische groei bleef in 2007 hoog. Ook de verwachtingen zijn nog steeds positief, hoewel de groeiprognoses wel licht naar beneden zijn bijgesteld. De geringere mogelijkheden tot kredietverstrekking, de daling van de dollar ten opzichte van de euro en de sterk gestegen olieprijs zijn hiervoor belangrijke onderliggende factoren. Ondanks de toegenomen onzekerheid is de Europese vastgoedmarkt in 2007 sterk gebleven. Het beleggingsvolume was ook vorig jaar hoog, evenals de productie in de bouwsector. Zowel vastgoedbeleggers als ontwikkelaars hebben daardoor een goed jaar achter de rug. Wel is de verwachting dat het perspectief voor vastgoedbeleggers verandert onder invloed van de opgetreden beperkingen in de financiering. Zij zullen weer sterker de focus gaan leggen op de kwaliteit van de objecten en minder gedreven worden door kasstromen. Beleggers met een langetermijnstrategie zullen hierdoor hun positie in de markt zien verbeteren. De bouwsector ondervindt in toenemende mate de effecten van stijgende kosten van grondstoffen en arbeid. Hierdoor staan de marges van nieuwbouwprojecten onder druk. Dit kan in 2008 tot een daling van de bouwproductie leiden. De vooruitzichten voor vastgoedbeleggingen blijven goed. Door de turbulentie op de financiële markten blijven beleggers op zoek naar stabiele, inkomensgenererende beleggingen. Vastgoed kan hierin voorzien. Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat institutionele beleggers hun weging in onroerend goed willen verhogen. Een bijkomende factor is dat de verdere uitrol van belastingvriendelijke Real Estate Investment Trust (REIT) -structuren in verschillende landen de interesse stimuleert. Wel geldt dat de financiële condities en voorwaarden waaronder vastgoed kan worden verworven in 2007 sterk zijn veranderd. Vastgoedbeleggers zijn steeds meer op zoek naar alternatieve beleggingssectoren, zoals parkeergarages, infrastructuur en vastrentende producten. Ook de markt voor zorgvastgoed, hotels en leisure producten wint aan belangstelling onder beleggers. Daarnaast wordt geïnvesteerd in nieuwe landen en regio’s. Deze trend zet zich in 2008 naar verwachting voort.
Commercieel vastgoed in Nederland De vraag naar kantoren bleef in 2007 hoog. Er is in totaal 2,3 miljoen m² opgenomen, vrijwel gelijk aan het recordniveau van 2006. De vraag gaat overwegend uit naar courante gebouwen. De nieuwbouwproductie is vorig jaar dan ook sterk toegenomen. Hierdoor is de gemiddelde huurprijs in Nederland in 2007 met 1,5 % gestegen tot € 143,- per vierkante meter. Het hoge aanbod van 5,5 miljoen m² blijft zorgwekkend. De sterke markt in de laatste jaren heeft het aanbod maar nauwelijks doen afnemen, waardoor de tweedeling tussen kwalitatief goede en mindere objecten steeds duidelijker zichtbaar wordt. Op de kantorenmarkt voorzien wij een toenemende vraag naar hoogwaardige locaties. Niettemin is enige druk op de huurprijzen mogelijk vanwege de grote leegstand, zij het van objecten die niet tot de top behoren. Op de winkelmarkt blijft de positie van de A-locaties in de binnensteden sterk. Door de aanhoudende trend tot internationalisering in de retailsector blijft de vraag naar winkelruimte op deze locaties hoger dan het beschikbare geschikte aanbod. De opname van winkelruimte liet een daling zien van bijna 20 %, omdat het aanbod niet aansluit op de behoeftes. De huurprijzen zijn daardoor in 2007 verder gestegen. Wel neemt de concurrentie tussen binnensteden en stadsrandlocaties toe: de vraag van retailers verschuift langzaam van de binnensteden naar de randen van stedelijke gebieden. De leegstand op overige locaties neemt toe en bedraagt al ruim 2 miljoen m². De bestedingen door consumenten zijn in 2007 door de aanhoudende groei van de economie gestegen. Wel is het consumentenvertrouwen in de tweede helft van 2007 gedaald. Een aanhoudend matig consumentenvertrouwen kan de bestedingen in 2008 negatief beïnvloeden, wat zijn weerslag op de omzetontwikkeling van retailers kan krijgen. Gunstig voor de markt is de toenemende internationalisatie van grote winkelbedrijven. In de sector bedrijfsruimte trekt vooral de vraag naar logistiek vastgoed weer aan. Er is vorig jaar 3,4 miljoen m² bedrijfsruimte opgenomen, waarvan bijna 1,4 miljoen m² betrekking heeft op grootschalige logistieke warehouses. Door de grote vraag naar
Rabo Bouwfonds Verslag van de hoofddirectie 17
Haverleij, woongebied bij Den Bosch
courante objecten zijn de huurprijzen gestegen. Gemiddeld is in 2007 € 51,- per m² betaald. De tophuurprijzen lagen op € 90,per m². Door de hogere opname is het aanbod aan bedrijfsruimte licht gedaald tot 7,8 miljoen m².
Woningen De Nederlandse woningmarkt heeft in 2007 de eerste tekenen van stagnatie vertoond, na een periode van voortdurende groei. Het aantal verkooptransacties in de bestaande bouw nam af bij een toename van het aanbod. De bouwproductie lag op circa 80.000 woningen. Een belangrijke oorzaak van deze stagnatieverschijnselen is de afname van de betaalbaarheid als gevolg van de gestegen rente en de aanhoudende stijging van de woningprijzen. Daardoor worden de toetredingsmogelijkheden aan de onderkant van de markt, vooral voor starters, steeds beperkter. De huizenprijzen lagen eind 2007 3,3 % hoger in vergelijking met het jaar daarvoor. De hypotheekverstrekking liep terug als gevolg van het lagere aantal transacties en de daling van het aantal oversluitingen. Dit laatste hing vooral samen met de gestegen kapitaalmarktrente in het eerste halfjaar van 2007. Ondanks de enigszins veranderde marktomstandigheden blijft de vraag naar woningen in Nederland groot door de structurele schaarste. In verband met de aanhoudende groei van het aantal huishoudens en de vergrijzing is een sterke groei van de productie noodzakelijk. De productiedoelstellingen blijken echter niet te worden gehaald, waardoor de krapte op de markt en de opwaartse prijsdruk ook de komende jaren zullen aanhouden. Voor 2008 wordt een prijsstijging van circa 3 % verwacht. Positief is dat de kooplust wordt gestimuleerd door de relatief gunstige economische ontwikkeling en de dalende werkloosheid, negatief is de verwachting van een stijgende kapitaalmarktrente. De dynamiek in de markt blijft onvoldoende, mede omdat de betaalbaarheid verder afneemt. De Duitse woningmarkt kenmerkt zich door enorme regionale verschillen met historisch lage prijzen, waardoor de neerwaartse risico’s beperkt zijn. Door de stijgende vraag en de beperkte nieuwbouw is de kans op lichte stijging van de prijzen bij een
versnelling van de economische groei groot. In de huurmarkt zien we de eerste oplevingen en zijn de te behalen directe rendementen op Duitse woningen aantrekkelijk. In de koopwoningenmarkt stijgen de prijzen slechts langzaam en met name in bepaalde stedelijke gebieden als München, Hamburg, Düsseldorf en Stuttgart. Het consumentenvertrouwen blijft nog ver achter. De markt voor koopwoningen in Frankrijk is in 2007 in rustiger vaarwater terecht gekomen. De sterke prijsstijgingen uit het verleden in de bestaande bouw zwakten in 2007 sterk af tot een niveau net boven de inflatie. In het derde kwartaal daalden de prijzen zelfs. Het aantal transacties van bestaande woningen bleef ongeveer gelijk. In de nieuwbouw begonnen vanaf het tweede kwartaal de woningverkopen terug te lopen. De totale nieuwbouwverkopen kwamen hierdoor in 2007 ongeveer op hetzelfde niveau uit als in 2006. Gedurende 2007 steeg de gemiddelde verkooptijd evenals de omvang van de voorraad onverkochte woningen. De investeerdersmarkt, die in Frankrijk een belangrijk onderdeel vormt van de woningverkopen, werd minder attractief als gevolg van de stijging van de rente. De verkoop van nieuwbouwwoningen in Denemarken is in 2007 gedaald. Aanleiding is de enorme productie in 2005 en 2006. Veel woonprojecten zijn door speculatieve beleggers gekocht, die na oplevering de woningen met forse winsten doorverkochten. Dit leidde tot een overaanbod van vooral appartementen. De economische vooruitzichten zijn echter uitstekend, zodat eind 2008 weer een licht herstel in de woningmarkt wordt verwacht. In Zweden is de woningbouwproductie in 2007 licht gedaald na twee jaren van forse groei. In de grote steden zijn de prijzen voor appartementen iets gedaald, maar voor 2009 wordt een verbetering verwacht. De woningmarkt in Spanje heeft in 2007 een forse deuk opgelopen. De bouwproductie daalde van 700.000-800.000 woningen in de voorgaande jaren naar 500.000. Vooral de markt voor tweede woningen aan de kust is ingestort door een sterk afgenomen vraag van buitenlandse kopers (Verenigd Koninkrijk, Ierland) en
18 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Spaanse families. De enorme prijsstijgingen in de grote steden zijn tot stilstand gekomen, mede door de gestegen hypotheekrentes. De Spaanse woningmarkt zal zich in 2008 en 2009 tot een meer gezonde woningmarkt gaan herstellen.
Ontwikkeling
Financieel resultaat
Het totale aantal verkochte woningen bedroeg 13.173. In 2006 verkochten Bouwfonds Property Development en Rabo Vastgoed gezamenlijk 13.443 woningen (exclusief Hopman Interheem Groep). De daling deed zich grotendeels in Nederland voor en hing samen met de algemene neergang in de verkoop van nieuwbouwwoningen in Nederland (-13 %), stijgende bouwkosten en vertragingen als gevolg van gemeentelijke procedures.
Voor Rabo Bouwfonds was 2007 een goed jaar. In het eerste volledige jaar na de overname door de Rabobank nam de nettowinst toe met € 53 miljoen ofwel 28 % tot € 243 miljoen. Het pro forma resultaat over 2006 bedroeg € 190 miljoen, bij dezelfde groepssamenstelling als in 2007. Alle divisies lieten in 2007 een stijging zien van het bedrijfsresultaat voor belastingen. Zo toonde de divisie Finance een toename van dit resultaat met € 36 miljoen tot € 138 miljoen en nam het resultaat voor belastingen van Investment Management toe met € 12 miljoen tot € 30 miljoen. Ook het bedrijfsresultaat voor belastingen van de divisie Development steeg, en wel met € 5 miljoen tot € 143 miljoen. Het rendement op het eigen vermogen van Rabo Bouwfonds bedroeg over 2007 18,8 %, dit is beter dan het pro forma rendement van 17,2 % dat in 2006 werd behaald. Een deel van de stijging van de nettowinst werd veroorzaakt door een aantal omvangrijke incidentele posten. Dit betrof onder meer opbrengsten uit de verkoop van een aantal deelnemingen en aandelenbelangen en de verkoop van een aantal kantoorpanden. Naast deze opbrengsten was er in 2007 sprake van incidentele lasten, die vooral gerelateerd waren aan de overname van Bouwfonds en de integratie van verschillende bedrijven in Rabo Bouwfonds. Het totale bedrag aan incidentele posten was in 2007 per saldo ongeveer € 35 miljoen positief. Het saldo van de baten en lasten resulteert in een bedrijfsresultaat van € 315 miljoen. Dit is € 57 miljoen ofwel 22 % hoger dan het pro forma cijfer in 2006. De belastingdruk is uitgekomen op 22 % tegenover 26 % in 2006.
De gang van zaken bij onze ontwikkelingsactiviteiten was in het verslagjaar goed. Dat gold voor woningen én voor commercieel vastgoed, zowel in Nederland als in het buitenland.
In Duitsland steeg het aantal verkochte woningen. Ook voor Bouwfonds Marignan in Frankrijk was 2007 een succesvol jaar. Zij zag de productie stijgen tot bijna 3.000 woningen. In Zweden werd het eerste project met de lokale partner Veidekke van 130 woningen in korte tijd geheel verkocht en vervolgens in aanbouw genomen. In Spanje ging een derde joint venture van start, en wel met Construcciones Flores; deze richt zich op de ontwikkeling van woningprojecten in het noorden van Spanje. In het grootschalige, multifunctionele project Oosterdokseiland in Amsterdam (ODE) werd de grootste bibliotheek van Nederland geopend en werd een overeenkomst ondertekend met City Inn voor de komst van het grootste hotel van Nederland. Verder werd er voor ODE een deal gesloten voor de komst van een vestiging van Saturn en besloten TomTom en Vodafone Nederland om hun hoofdkantoor hier te vestigen. De bouw van het project Frankfurt HochVier, dat bestaat uit kantoren, winkels en een hotel, vordert gestaag. Voor dit project, dat in 2009 zal worden opgeleverd, bestaat veel interesse van huurders en beleggers. Meer dan 50 % van de beschikbare retailruimte is inmiddels verhuurd. In Frankrijk werden winkelcentra geopend in Aix-en-Provence en in Metz.
Rabo Bouwfonds Verslag van de hoofddirectie 19
In de kantoorsector werd een huurovereenkomst gesloten met de gemeente Rotterdam voor de verhuur van 25.000 m2 in het gebouw ’De Rotterdam’. De appartementen in het gebouw zijn inmiddels verkocht aan een belegger. De bouw gaat in 2008 van start. In Frankrijk startte Bouwfonds Marignan met de bouw van het kantorenproject Eureka in Nanterre. Het project van 36.000 m2 is verkocht aan een belegger. Zowel in Nederland als daarbuiten werden in 2007 diverse prestigieuze prijzen gewonnen. Het betrof woonprojecten en multifunctionele projecten in de steden Almere, Bergen op Zoom, Aixen-Provence, Lyon, Dijon en Toulouse. Het ging hierbij om prijzen op het gebied van duurzaamheid, stedenbouw en architectuur. Op regionaal niveau is de samenwerking met lokale banken bevorderd. Bij nieuwbouwprojecten leidt de samenwerking tot een betere verkoop van woningen, terwijl de Rabobank hierdoor zijn leidende positie op het gebied van hypotheekverstrekking kan versterken. Door de aanhoudende groei van het aantal huishoudens is er in Nederland ook in 2008 een hoge kwalitatieve vraag naar woningen en appartementen. Hiervoor worden marktgerichte concepten en woongebieden ontwikkeld. Alleenstaanden en starters komen steeds lastiger aan een betaalbare woning. Ondanks de
financiële hindernissen die er zijn proberen we deze doelgroepen ook in 2008 zo goed mogelijk te bedienen. In de geselecteerde Europese landen worden regionale ontwikkelingen in de woningmarkt nauwgezet gevolgd. In deze landen zien we kansen in economisch sterke regio’s. Indien nodig zal de positie in aantrekkelijke gebieden verder worden versterkt door overnames van lokale marktpartijen of het aangaan van strategische samenwerkingsverbanden. We gaan in 2008 verder met investeren in woon-zorgoplossingen die gezien de vergijzing in Europa noodzakelijk zijn. Tevens zijn CO2-reductie en duurzame gebiedsontwikkeling belangrijke speerpunten. Voor alle activiteiten geldt dat we ons verder focussen op stedelijke projecten zoals herontwikkeling van industriële gebieden en stadscentra en de herstructurering van woongebieden. Acquisitie richt zich in 2008 ook op kleinschalig commercieel vastgoed in kleine kernen. Sowieso ligt de focus meer op kleinschalige projecten in binnenstedelijke- en binnendorpse gebieden.
Verkochte woningen aantal
Portefeuille woningen in procenten
14.400 12.000
9.812
9.600 7.200
8.246
10.164
Buitenland 14 %
7.978
6.726
Nederland
4.800 2.400 0
Nederland 86 %
9.135
1.790 2002
2.535
2.660
2003
2004
3.523
3.279
2005
2006
4.038
2007
Buitenland
20 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Op het gebied van commercieel vastgoed bouwen we in 2008 verder aan de samenwerking met internationale retailers en beleggers over landen heen ten einde nieuwe ontwikkelingen te entameren. Waar mogelijk wordt samenwerking gezocht met de divisies Investment Management en Finance in het kader van ketenverlenging en synergie. Daarnaast blijft de succesvolle uitrol van commercieel vastgoedconcepten in Europa ook in 2008 een speerpunt. Er wordt scherp gekeken naar retailkansen in geselecteerde Europese landen, voornamelijk in opkomende Europese economische regio’s. In de kantorenmarkt ligt de nadruk op hoogwaardige kantoorlocaties in economisch sterke regio’s. Hierbij stellen we nadrukkelijk de gebruiker centraal als katalysator van nieuwe op maat gemaakte ontwikkelingen. Naar verwachting zal in 2008 het contract worden getekend voor de verhuur van de nog te ontwikkelen Coolsingeltoren op de ‘oude-Luxor’-locatie in Rotterdam.
Portefeuille commercieel vastgoed in aantal m2 bruto vloer oppervlak in procenten
Winkels
14 %
Kantoren
25 %
Multifunctionele projecten
61 %
Financiering Voor FGH Bank was 2007 een uitstekend jaar. Het landelijk dekkend kantorennetwerk stelt de medewerkers van de bank in staat om voortdurend dichtbij de klant te opereren. Gecombineerd met de in de volle breedte aanwezige markt- en vastgoedkennis en een solide interne organisatie heeft FGH Bank zijn toppositie in de Nederlandse vastgoedfinancieringsmarkt verstevigd. De recordproductie van nieuwe leningen van € 6,3 miljard en de portefeuillegroei met 31 % tot € 13,5 miljard bevestigen de waarde die de klanten hechten aan deze marktbenadering. De leningenportefeuille heeft een zeer evenwichtig profiel waardoor de kredietverliezen in 2007, net als in voorgaande jaren, gering waren. Mede dankzij de aanwezige expertise en de solide interne organisatie was FGH Bank in staat om € 3 miljard van de leningenportefeuille te securitiseren. Deze transactie, bekend onder de naam Skyline 2007, werd zeer goed ontvangen door de professionele markt en is de grootse commercial mortgage backed security transactie die ooit in Nederland werd afgesloten en één van de grootste in Europa.
Rabo Bouwfonds Verslag van de hoofddirectie 21
Restauratieprojecten
In 2007 is veel aandacht besteed aan een verdere stroomlijning van de interne- en verkooporganisatie. Leidend principe hierbij is een optimale klantbediening. Daarnaast is de voortdurende groei van de activiteiten van FGH Bank in de afgelopen jaren aanleiding geweest om het management van de bank te verbreden. In dat kader is naast de statutaire directie, die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding, een managementteam geformeerd. Nieuwe en gewijzigde wet- en regelgeving, waaronder de Wet op het financieel toezicht en MiFID was reden om op onderdelen wijzigingen aan te brengen in interne procedures. Ook bestaande wet- en regelgeving, bijvoorbeeld ten aanzien van Customer Due Diligence (CDD), heeft in 2007 aandacht gekregen en is speciaal bij de medewerkers onder de aandacht gebracht.
FGH Bank werkt nauw samen met diverse bedrijfsonderdelen van de Rabobank. Het gaat hier onder meer om de dienstverlening aan woningcorporaties en de zorgsector. FGH Bank verwacht, mede dankzij zijn klantgerichte werkwijze, de mogelijke verdieping van de kredietcrisis en de eventueel minder gunstige ontwikkeling van de vastgoedmarkt goed te kunnen opvangen. Voor een bank die vastgoed in zijn genen heeft, biedt juist deze situatie de mogelijkheid om klanten – door maatwerk en nieuwe vastgoedconcepten – nog beter te bedienen. Mede vanwege de toegenomen belangstelling van klanten om ook in Duitsland en Frankrijk vastgoed aan te kopen heeft FGH Bank besloten om in Frankfurt (januari 2008) en Parijs (medio 2008) kantoren te openen.
Vooruitkijkend naar 2008 verwachten wij dat de vastgoedmarkt en -partijen de effecten van het veranderde financieel-economisch klimaat ondervinden. Economische groeiprognoses zijn naar beneden bijgesteld, de ontwikkeling van de rente is ongewis en er bestaat onrust tussen banken en financiële instellingen onderling. Dit leidt volgens FGH Bank tot een andere risicoperceptie en een drukkend effect in sommige marktsegmenten. De kwaliteit en courantheid van een object of locatie zal vooral in de segmenten kantoren en bedrijfsruimte in de komende periode belangrijker worden. Kwalitatief goed vastgoed zal over de gehele markt genomen nog steeds kansrijk zijn.
Ontwikkeling samenstelling brutoportefeuille FGH Bank naar product in € mln
Samenstelling portefeuille FGH Bank naar objecttype (per 31 december 2007) in procenten
14.400
Debetfaciliteiten
12.000
Kantoren
31 %
Grond
4%
9.600
Lease CV
Woningen
23 %
Horeca
4%
7.200
Lease
Overige 2 %
4.800
Syndiceringen
2.400
Leningen
Bedrijfsruimte 20 % Winkel
16 %
0 2003
2004
2005
2006
2007
22 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Investment Management Voor Bouwfonds Asset Management stond 2007 in het teken van verdere groei. Dit betrof activiteiten, landen, medewerkers, resultaat en beheerd vermogen. Het bedrag aan assets under management steeg van € 4,2 miljard tot € 5,1 miljard. De groei werd onder meer gerealiseerd op de markt voor institutionele beleggers. Zo is de portefeuille van het in 2005 gelanceerde Bouwfonds European Real Estate Parking Fund in 2007 substantieel uitgebreid. Er werden nieuwe parkeergarages aangekocht in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk voor een totaal bedrag van € 80 miljoen. Een ander fonds voor institutionele beleggers is het US Residential Fund. Dit fonds wist in 2007 te profiteren van de onrust op de Amerikaanse koopwoningenmarkt. Dit werkte stimulerend voor de belangstelling naar huurwoningen. De veertien complexen met huurwoningen van het US Residential Fund, waarvan er acht in 2007 werden verworven, kennen een bezettingsgraad van meer dan 95 % en een stijgend huurniveau. Het fonds heeft inmiddels een woningportefeuille met een aantrekkelijke boekwinst verkocht. In 2007 gingen twee Duitse woningfondsen voor institutionele beleggers van start. De fondsen beschikken alle over een
Groei beheerd vermogen in miljarden
omvangrijke startportefeuille die de strategie van het fonds representeert en beleggers in de gelegenheid stelt om vanaf het begin rendement te genereren. Ook op de markt voor particuliere beleggers heeft Bouwfonds Asset Management groei gerealiseerd. Zo kon, mede door de aankoop van een portefeuille van bijna 4.000 woningen van Stienstra, het eerste Woning Dispositie Fonds worden geplaatst bij zeer vermogende particuliere beleggers. Daarnaast werden in 2007 het vierde en vijfde vastgoedfonds voor particuliere beleggers geïntroduceerd. Bouwfonds Germany Residential Fund IV en V investeren in Duitse huurappartementen. In 2007 groeide ook de dienstverlening van Bouwfonds Asset Management op het gebied van acquisitie en beheer. Zo werken we samen met Triodos in het Triodos Vastgoed Fonds, dat belegt in duurzame gebouwen. Bouwfonds Asset Management is verantwoordelijk voor de aankoop en het beheer van de objecten. Zowel de portefeuille als het aantal beleggers namen sterk toe, dit laatste mede dankzij de beursintroductie eind juni. Daarnaast heeft Bouwfonds Asset Management als acquisiteur en asset manager meegewerkt aan een in 2008 door ACC Bank nieuw op te richten vastgoedfonds met Nederlands vastgoed voor Ierse beleggers.
Beheerd vermogen naar sector in procenten
6 5
Woningen 41 %
Kantoren 21 %
4
Distributie/ logistiek 2% Parkeergarages 3%
Winkels
3 2 1 0 2003
2004
2005
2006
2007
29 %
Gemengd 4 %
Rabo Bouwfonds Verslag van de hoofddirectie 23
Ook internationalisatie kreeg in het verslagjaar alle aandacht. De vestiging in Duitsland maakte een sterke groei door. Verder wordt gewerkt aan de oprichting van het Franse kantoor van Bouwfonds Asset Management France, dat kantoor zal gaan houden in Parijs. Nieuwe en gewijzigde wet – en regelgeving, waaronder de Wet op het financieel toezicht (Wft) en MiFID was reden om op onderdelen wijzigingen aan te brengen in interne procedures. Bouwfonds Asset Management verwacht in 2008 een voortzetting van de stijgende lijn van het beheerde vermogen, waarbij het aandeel van het buitenland toeneemt. De groei wordt gestimuleerd door het ontwikkelen van nieuwe (niche)producten op het gebied van vastgoed. Zo werken we aan een nieuw fondsinitiatief dat gericht is op vastgoedleningen en zijn de eerste aankopen in voorbereiding voor een Infrastructuurfonds. Daarnaast is een pilotproject in voorbereiding voor een Grondfondsconcept voor woningontwikkelaars. Bouwfonds Asset Management streeft groei na door overnames en acquisities, uitbreiding van de bestaande productlijnen en nieuwe initiatieven voor particuliere en institutionele beleggers.
Beheerd vermogen naar beleggersgroep in procenten
Particuliere fondsen Institutionele fondsen
Duurzaam ondernemen Rabo Bouwfonds heeft in 2007 op diverse manieren aandacht besteed aan duurzaam ondernemen. Naar aanleiding van de integratie is in 2007 een integraal beleidsplan opgeleverd. Daarin heeft iedere divisie haar duurzame ambities op de lange termijn verwoord. Jaarlijks worden hier concrete doelstellingen aan verbonden.
Bouwfonds Fondsenbeheer ‘Gaat het goed met de fondsen, dan gaat het goed met Fondsenbeheer’. Dat is in een notendop de leidraad voor het beleid van Fondsenbeheer. In 2007 hebben de maatschappelijke fondsen stuk voor stuk belangrijke successen geboekt. De resultaten van de fondsen zijn goed en de besturen en stakeholders daarachter (departementen, provincies, gemeenten en aandeelhouders) zijn positief over deze resultaten. 2007 is voor alle fondsen het jaar van verbreding en groei geweest, waarbij in 2006 ingezette nieuwe ontwikkelingen zijn geïmplementeerd. De in 2006 gestarte nieuwe (subsidie)regeling voor rijksmonumenten is in 2007 volop gaan draaien. In 2007 zijn onder andere 331 restauraties via deze regeling gefinancierd door het Restauratiefonds.
Beheerd vermogen naar geografische segmenten in procenten
40 % 60 %
Nederland
65 %
USA
19 %
Duitsland
11 %
Europa
5%
24 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Het Groenfonds heeft uitvoering gegeven aan de per 1 januari 2007 inwerking getreden Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG). Via het Groenfonds zijn onder andere € 439 miljoen WILG subsidiegelden beschikbaar gekomen. De verstrekking van Startersleningen door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting is in 2007 goed op gang gekomen. In 2007 zijn ruim 1.100 Startersleningen verstrekt. BOEi had per eind 2007 20 monumentale panden in eigendom. De transformatie van beginner en pionier naar een sterk gepositioneerd BOEi nadert haar voltooiing. In 2007 zijn de balanstotalen toegenomen van in totaal € 2,0 miljard naar € 2,4 miljard. De fondsen hebben opgeteld een financieel resultaat geboekt van € 17 miljoen. Deze financiële resultaten worden toegevoegd aan de vermogens van de fondsen en geherinvesteerd ten bate van de doelstellingen die de fondsen dienen. Fondsenbeheer heeft in 2007 op projectniveau samengewerkt met Rabo Bouwfonds en Rabobank. Enkele opvallende voorbeelden: – Intensivering van de samenwerking tussen Rabobank en het Groenfonds door middel van gezamenlijke financiering van bedrijfsverplaatsingen intensieve veehouderijen uit kwetsbare gebieden. Het samenwerkingscontract hiertoe is getekend. In 2007 zijn drie van dergelijke boerderijverplaatsingen uit natuur/reconstructiegebieden gefinancierd. – Groenfonds en Rabo Financial Logistics hebben een internet betaalsysteem voor WILG betalingen van provincies geïntroduceerd. Implementatie hiervan vindt begin 2008 plaats. – Tussen SVn en de Rabobank worden twee samenwerkingen voorbereid: een daarvan heeft betrekking op Startersleningen, de ander op wijkverbetering in Rotterdam. – BOEi en Bouwfonds Property Development werkten in 2007 bij meerdere projecten samen, zoals bij een groot voormalig bedrijventerrein in Oisterwijk en een kazerneterrein in Vught. Ook bij nieuwe projecten willen beide partijen samenwerken.
Duurzaamheid in de kernactiviteiten De divisie Development heeft in 2007 een aantal duurzame en maatschappelijk relevante concepten en uitgangspunten ontwikkeld. Zo ontwikkelde de divisie Development in al haar grootschalige projecten duurzame energievoorzieningen en was de ontwikkeling en realisatie van maatschappelijk vastgoed (bijvoorbeeld de Centrale Bibliotheek Amsterdam) een van de speerpunten. Duurzame vormen van energievoorziening krijgen ook steeds vaker een plek bij woningbouw. Nieuwe woningbouwprojecten worden ingevoerd in het softwareprogramma GPR gebouw waarmee tijdens de ontwikkeling gestuurd kan worden op duurzaamheid, wooncomfort en kwaliteit. Binnen het concept City Campus MAX is in 2007 begonnen met de bouw van de eerste 1.000 studentenwoningen in Utrecht. Ook werd er onderzoek gedaan naar ouderenhuisvesting en de mogelijkheden om specifiek voor deze doelgroep aantrekkelijke woningen te ontwikkelen. Het onderzoek toont aan dat ouderen (tussen 55 en 75 jaar) nauwelijks verhuizen, terwijl er wel een veranderende woonwens is. Met het ontwikkelen van concepten die specifiek op deze woonwensen zijn toegeschreven, wil de divisie Development een bijdrage leveren aan de doorstroming op de woningmarkt. In de grotere nieuwbouwprojecten is ook de ontwikkeling en realisatie van sociale woningbouw een belangrijk onderdeel. Los van eventuele productie door corporaties varieert het aandeel betaalbare woningen tussen de 10 % en 20 % van de projectomvang. Aan Bouwfonds Marignan werd een ‘Pyramide d’Or 2007’ voor duurzaam bouwen toegekend voor het project ‘Les Mélodies de Pech David’ in Toulouse. In zowel het FGH Vastgoedbericht als de uitingen rondom de FGH Vastgoedprijs heeft FGH Bank aangegeven te kiezen voor duurzaamheid. Met het oog op de toekomst is FGH Bank al enkele jaren actief bezig om duurzaamheid steeds verder te vervlechten in haar dienstverlening. Zo is in 2007 onder meer marktonderzoek verricht om zowel de kwalificaties voor het taxeren van duurzame vastgoedobjecten als de voorwaarden voor het financieren van dergelijke vastgoedobjecten te bepalen. FGH
Rabo Bouwfonds Verslag van de hoofddirectie 25
Bank streeft ernaar om in 2008 een ‘duurzaamheidsfinanciering’ te introduceren. Er werden extra duurzame maatregelen getroffen voor leaseauto’s als aanvulling op zaken als papierreductie, groene stroom, de ABC-regeling leaseauto’s en biologische producten in de catering ten behoeve van duurzame bedrijfsvoering. Bij de divisie Investment Management is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van het energievriendelijk maken van een aantal fondsen, zoals het seniorenhuisvestingsfonds en het Europese woningenfonds.
Medewerkers Rabo Bouwfonds wil een moderne werkgever zijn in een steeds krapper wordende arbeidsmarkt. De constante ontwikkeling en een goede inzetbaarheid van ons eigen ‘human capital’ zijn voor het bereiken van onze ambitieuze doelstellingen van groot belang. Wij richten onze aandacht dan ook op het verhogen van de kwaliteit van de medewerkers, op het inzetten van medewerkers in de juiste functies en op het vinden van goed opgeleide medewerkers met de juiste competenties. Rabo Bouwfonds had ultimo 2007 in totaal 2.044 medewerkers in dienst (1.904 eind 2006). In fulltime equivalenten (FTE’s) steeg het aantal medewerkers tot 1.918 (1.783 eind 2006). In de vestigingen van Rabo Bouwfonds in het buitenland is het aantal medewerkers met 58 toegenomen van 489 in 2006 naar 547 in 2007. Een optimale organisatiestructuur en een marktconforme CAO, die flexibel en transparant is, zien wij als instrumenten om onze medewerkers te inspireren. Rabo Bouwfonds heeft het afgelopen jaar op beide aspecten veel nadruk gelegd. In 2007 hebben we gewerkt aan de integratie van de bedrijfsonderdelen binnen de divisies en de reorganisatie van de holding. Er is veel inzet gevraagd van de medewerkers. Wij waarderen de
flexibiliteit en loyaliteit van de medewerkers in dit verandertraject. We zijn er nog niet maar het komende jaar zullen resultaten zichtbaarder worden. De harmonisatie van arbeidsvoorwaarden van FGH Bank, Bouwfonds en Rabo Vastgoed stond in het verslagjaar hoog op de agenda. De geharmoniseerde arbeidsvoorwaarden zullen worden vastgelegd in een nieuwe gezamenlijke CAO van Rabo Bouwfonds. Eind december 2007 is een principeakkoord met de vakorganisaties afgesloten. In dit akkoord is de intentie uitgesproken dat in juli 2008 de CAO wordt ingevoerd voor alle medewerkers in Nederland mits er uiterlijk 1 april 2008 een akkoord is over de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden. Vanaf dat moment ligt er een pakket arbeidsvoorwaarden dat past bij onze ambitie om de beste vastgoedwerkgever van Nederland te zijn. Elk bedrijfsonderdeel gaf in 2007 op een eigen wijze invulling aan performance- en competence management voor het ontwikkelen van medewerkers. In de nieuwe CAO zal één gezamenlijke systematiek gaan gelden voor alle bedrijfsonderdelen. Ook zal in 2008 een management development programma ontwikkeld worden.
26 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Vooruitzichten 2008 Trends in de markt In 2008 zal de kredietcrisis voorlopig effect blijven hebben op de agenda. Vooropgesteld wordt dat het economisch perspectief voor Europa en de Eurozone positiever is dan dat voor de Verenigde Staten. Toch verwacht Rabo Bouwfonds dat de kredietcrisis dit jaar de Nederlandse en Europese vastgoedmarkten zal beïnvloeden. Ten eerste is er sprake van meer onzekerheid. Bijvoorbeeld tussen financiële instellingen, maar ook onder consumenten. Bij een aanhoudende reeks aan negatieve berichten zal dit uiteindelijk consequenties kunnen hebben voor bijvoorbeeld de detailhandelsomzetten en de vraag naar vastgoed. Verder kan de investeringsgroei bij bedrijven door de kredietcrisis afvlakken en dat leidt tot een minder snelle groei van de economie. Het gevolg hiervan is dat de vraag naar huisvesting door bedrijven minder wordt, en daarmee minder behoefte ontstaat aan kantoorgebouwen en bedrijfsruimte. Tot slot zorgt de kredietcrisis er voor dat het voor zowel bedrijven als beleggers duurder wordt om met vreemd vermogen te financieren, of risico’s in de markt door te verkopen. Beleggers zullen kritischer worden over de te acquireren objecten. De stijging van de bouwkosten is ook van invloed op de ontwikkeling van de vastgoedmarkt. De marges voor bouwers staan onder druk, en dat kan een vertragend effect hebben op de bouwproductie. Ondanks de stijging van de bouwkosten zijn de ambities van het vorig jaar aangetreden kabinet Balkenende-4 hoog. Tot 2011 wordt gestreefd naar de oplevering van ten minste 80.000 nieuwbouwwoningen per jaar. Daarnaast staat de herontwikkeling van bestaande wijken en stedelijke gebieden de komende jaren weer prominent op de agenda. Veel aandacht gaat momenteel uit naar de 40 ‘prachtwijken’ die door het nieuwe kabinet zijn aangewezen. Maar op veel meer plaatsen in Nederland zal herontwikkeling van bestaande gebieden tot nieuwe marktkansen leiden. De betaalbaarheid van nieuwe woningen enerzijds en de beschikbaarheid van geschikte locaties die procedureel tijdig bebouwd kunnen worden anderzijds, vormen de grootste bedreiging voor de haalbaarheid van de
doelstellingen. De vastgoedsector heeft er bij de regering op aangedrongen dat zij graag wil meewerken aan het bereiken hiervan, maar dat ook van de overheid een miljardeninvestering gevraagd wordt in infrastructuur en openbare ruimten. Eindgebruikers worden door de keuzevrijheid die zij hebben steeds kritischer. De vraag gaat steeds duidelijker uit naar kwalitatief goede objecten en locaties. Dit is een belangrijke verklaring dat ondanks de leegstand in Nederland, jaarlijks nog veel nieuwe gebouwen worden opgeleverd. Die vernieuwing is nodig om de kwaliteit van de voorraad op peil te houden, maar heeft twee belangrijke consequenties. Ten eerste neemt de veroudering in het kwalitatief mindere segment van de markt sterk toe. Ten tweede daalt de gemiddelde levensduur van gebouwen. Deze ontwikkeling doet zich in alle marktsegmenten voor. Vanuit het perspectief van de vastgoedontwikkelaar vraagt dit om een nog duidelijker focus op de vraag vanuit de eindgebruiker. Vergrijzing, welvaartsgroei, individualisering en internationalisering zijn maatschappelijke trends die in de nabije toekomst de vastgoedmarkt sterk zullen beïnvloeden. Nieuwe sectoren komen op. Te denken valt aan zorggerelateerde woningen en luxe appartementen in stedelijk gebied. Daarnaast is een toename van investeringen te verwachten in sectoren die zijn gerelateerd aan hoge stabiele kasstromen, inflatiegecorreleerde beleggingen, vrije tijd en leisure. Dit wil niet zeggen dat traditionele sectoren als kantoren, winkels en bedrijfsruimten aan kracht en belang inboeten. Wel zal de markt voor kantoren en bedrijfsruimte de komende jaren vooral een verplaatsingsmarkt worden. Voor winkels geldt dat er vooral behoefte ontstaat aan meters die een toegevoegde waarde hebben op de huidige voorraad. Dat kan door nieuwe concepten aan de bestaande voorraad toe te voegen, maar ook door verouderde centra te herontwikkelen. Ook de ontwikkeling van een ‘megamall’ in Nederland wordt steeds waarschijnlijker. Rabo Bouwfonds heeft dit onderwerp op de kaart gezet, omdat het aansluit op winkelmotieven van consumenten en een sterke toegevoegde waarde heeft op al bestaande winkelgebieden. De ontwikkeling vraagt om een integrale visie op conceptontwikke-
Rabo Bouwfonds Verslag van de hoofddirectie 27
ling, maar door de planologische processen in Nederland vooral om een lange adem. In de toekomstige vraag wordt kwaliteit doorslaggevend. Dat geldt zowel voor de courantheid van het pand als voor de locatie. Doordat de levensduur van vastgoed over de gehele linie korter wordt, is het zowel voor ontwikkelaars, beleggers als vastgoedfinanciers van groot belang te investeren in projecten en gebieden die ook op langere termijn perspectief bieden. In dit beeld past de ontwikkeling van multifunctionele locaties in stedelijke gebieden en op knooppunten van vervoer. Rabo Bouwfonds is vanuit verschillende disciplines in staat hieraan een bijdrage te leveren en bovendien sturing te geven aan het proces. Tegen deze achtergrond is ook internationalisering van groot belang. Binnen Europa vallen grensbarrières steeds verder weg. Hierdoor is het zowel voor eindgebruikers als voor investeerders eenvoudiger om over de eigen landsgrenzen heen te kijken. Het speelveld verschuift daarom steeds meer van landen naar continenten.
Rabo Bouwfonds in 2008 Rabo Bouwfonds is goed gepositioneerd om in te spelen op de trends in de markt en de externe uitdagingen het hoofd te bieden. Niet alleen beschikken wij over een uitstekende financiële en marktpositie, maar daarnaast zullen wij in 2008, sterker dan in 2007 al het geval was, profiteren van de voordelen van de samenwerking met de Rabobank. In 2008 zal de integratie van de verschillende vastgoedactiviteiten worden afgerond, waarmee verder van de bestaande synergiemogelijkheden kan worden geprofiteerd. Als gevolg van de voortgaande groei van de activiteiten verwachten wij dat het aantal medewerkers in 2008 licht zal toenemen. Er zijn voor het lopende jaar geen bijzondere investeringen voorzien.
De winst in 2007 werd positief beïnvloed door omvangrijke bijzondere baten, die zich waarschijnlijk in 2008 niet in die mate zullen voordoen. Gecorrigeerd voor deze bijzondere posten verwachten wij voor 2008 een voortgaande stijging van het resultaat. In lijn met de versterking van de positie in Europa zal in 2008 naar verwachting een groter deel van de inkomsten afkomstig zijn uit het buitenland. Hoevelaken, 27 maart 2008 Hoofddirectie Rabo Bouwfonds T.B. Halbertsma, voorzitter P.C. Keur J.L.J.M. Klijnen J.H.P.M. van Lange H.J.M. van Zandvoort
28 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
People & Business Interview met Anneke Bochem senior locatiemanager Bouwfonds Property Development
Wat is City Campus MAX in Utrecht? ‘City Campus MAX bestaat uit bijna duizend 1- en 2-kamerappartementen voor studenten. Elk appartement heeft zijn eigen voordeur, badkamer en keuken. Studenten hebben dus hun eigen woning, voor een aantrekkelijke prijs van circa € 300 per maand. Driekwart van de woningen gaat in de verhuur, het andere kwart betreft koopappartementen. Dat is redelijk uniek in studentenland. Ook daarbij willen we op maandlasten van zo’n 300 euro uitkomen. Rabobank Utrecht en omstreken komt daarvoor met een speciaal product. Kopers kunnen ook gebruikmaken van de Generatiehypotheek van de Rabobank, waarbij de ouders mede garant staan.’ Wat is bijzonder aan het project? ‘Het speelt in op de vraag van studenten naar kwalitatief goede woonruimte. De woningnood onder studenten neemt af, maar de kwaliteit van het woningaanbod is vaak abominabel slecht. Met City Campus MAX komen er in één klap duizend prachtige appartementen voor studenten op nog geen tien minuten fietsen van het centrum. Mét diverse commerciële ruimtes, want het wordt een echte campus.’
De wasserette zit onder je appartement? ‘Inderdaad. We hebben studenten gevraagd wat voor bedrijven ze in de commerciële ruimtes zouden willen zien. Ze willen graag een kleine supermarkt, een café-restaurant, een videotheek, een sportschool, een wasserette, een uitzendbureau. Daarmee gaan we aan de slag.’ Hoe ben je zelf betrokken geraakt bij MAX? ‘Het initiatief voor studentenhuisvesting op deze locatie komt oorspronkelijk van een kleine ontwikkelaar. De gemeente Utrecht had er wel oren naar, maar vond de projectontwikkelaar te klein voor een project van deze omvang. Wij hadden al eerder contact met deze ontwikkelaar. Ik vond het direct een prachtig project, vooral omdat ik het probleem van woningnood onder studenten ken. Toen ik zelf studeerde was die er ook al. Ik had het geluk dat ik in Eindhoven een eigen unit kon krijgen. Dat vond ik zeer prettig, dat zou veel meer moeten gebeuren. Dus toen dit voorbij kwam, heb ik me intern hard gemaakt om het van de grond te krijgen.’
Rabo Bouwfonds Interview 29
‘Met City Campus MAX komen er in één klap duizend prachtige appartementen voor studenten op nog geen tien minuten fietsen van het centrum.’
Je had daar veel overtuigingskracht voor nodig? ‘Dat viel mee. De meeste mensen die ik over dit project spreek, zijn direct enthousiast. Vooral ook vanuit de eigen herkenning. Dat enthousiasme zie ik ook terug bij de partijen waarmee we samenwerken, zoals de architect, aannemer, woningcorporaties en de gemeente Utrecht. De gemeente heeft bijvoorbeeld het bestemmingsplan in relatief korte tijd gewijzigd om MAX mogelijk te maken. Want de campus komt op een locatie die oorspronkelijk voor bedrijven bedoeld was. Ook hoogbouw –70 meter- was oorspronkelijk niet mogelijk.’ Hoe vordert de bouw? ‘Het gaat goed. Eind 2006 is met de bouw begonnen, eind 2008 begint de oplevering. Medio 2009 zijn als het goed is alle appartementen bewoond. De woningcorporaties SSH Utrecht en Bo-EX gaan de appartementen verhuren, de verkoop nemen wij zelf voor onze rekening, samen met Rabobank Utrecht en omstreken. Nu al kunnen onze relaties de modelwoningen op de campus bekijken. Twee appartementen zijn klaar en volledig ingericht. Een daarvan door Jan des Bouvrie. Hij laat zien dat je een beperkte ruimte sfeervol en efficiënt kunt inrichten.’
Je bent trots op MAX? ‘Zeker. Het is een prachtig project dat een maatschappelijk probleem, woningnood onder studenten, aanpakt. Of het ook zo goed is als we denken, moet natuurlijk blijken als we straks daadwerkelijk met de verhuur en verkoop beginnen en de appartementen bewoond worden door studenten. Maar ik heb er alle vertrouwen in. We hebben het concept ook bij andere gemeentes neergelegd. Die zijn zonder uitzondering geïnteresseerd. In Tilburg en Amsterdam gaat het zeer waarschijnlijk al van de grond komen. Andere steden zijn nog op zoek naar een geschikte locatie.’
30 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
People & Business Interview met Hans Slappendel directeur Bouwfonds Fortis
Je bent directeur van Bouwfonds Fortis? ‘Ja. Het is een samenwerking van Bouwfonds en Fortis Vastgoed, speciaal opgericht voor Leidsche Rijn. Bij de start van dit project, nu ruim tien jaar geleden, kochten zowel Fortis als wij grond aan. Omdat Fortis geen ontwikkelcapaciteit had, hebben we de samenwerking opgezocht. Dat heeft geresulteerd in de vennootschap onder firma Bouwfonds Fortis, Vastgoedontwikkeling Leidsche Rijn, waarvan we allebei voor vijftig procent aandeelhouder zijn.’ Komt dit soort samenwerking vaker voor? ‘Het is redelijk gebruikelijk. Bouwprojecten ontwikkelen is samenwerken. Omdat het vaak om meerjarige projecten gaat, richten organisaties die elkaar iets extra’s te bieden hebben regelmatig een nieuw, tijdelijk, bedrijf op. De samenwerking in Leidsche Rijn loopt uitstekend. Ook met andere partijen als de gemeente. Natuurlijk zijn er soms tegengestelde belangen zoals bij het vaststellen van de grondprijs, maar opvallend vind ik dat het kwaliteitsbesef bij dit project bij iedereen aanwezig is.’
Leidsche Rijn is het grootste nieuwbouwproject van de Benelux? ‘Inderdaad. Tot 2025 worden hier 30.000 woningen gebouwd voor ongeveer 80.000 mensen. Bovendien zullen hier uiteindelijk zo’n 40.000 mensen komen werken. Het is dus eigenlijk geen project, maar een veelvoud van projecten. Met Bouwfonds Fortis ontwikkelen we er 8.350 woningen. Daarmee zijn we de grootste projectontwikkelaar in Leidsche Rijn. We realiseren voornamelijk koopwoningen, maar ook een aantal huurwoningen. Inmiddels zijn er al 6.500 woningen verkocht en 6.000 opgeleverd.’ Wat voor woningen ontwikkelen jullie in Leidsche Rijn? ‘Het leuke van Leidsche Rijn is dat het een compleet stadsdeel is met verschillende buurten. Dat komt nadrukkelijk tot uiting in de bouwstijl. Iedere buurt heeft zijn eigen karakter. Soms is het strak en modern, andere delen hebben historische kenmerken, weer andere hebben bouw met een knipoog naar de jaren dertig of een mediterraan of Scandinavisch uiterlijk. Sommige buurten zijn stedelijk van aard, andere juist heel landelijk. Die combinatie van stijlen én de fabelachtige omvang maken Leidsche Rijn uniek.
Rabo Bouwfonds Interview 31
‘De combinatie van stijlen én de fabelachtige omvang maken Leidsche Rijn uniek.’
Variëteit is ook nodig om zoveel mogelijk doelgroepen te interesseren voor een woning. Want die 30.000 huizen moeten natuurlijk wel bewoond worden.’
Jullie bouwen alleen woningen in Leidsche Rijn? ‘We realiseren geen bedrijfspanden in Leidsche Rijn, wel realiseren we twee winkelcentra. Voor het overige bouwen we woningen. Uiteraard met toepassing van duurzame materialen als FSC-hout en met een goede energieprestatiecoëfficiënt. En in een deelproject, De Woerd, doen we alles zelf: we hebben het stedenbouwkundig plan gemaakt, zorgen voor de aanleg van de straten, de pleintjes, de hofjes, noem maar op. Het gaat daarbij om 475 woningen met een grote variëteit in stijl en prijs. Ook staan er sociale koopwoningen en woningen speciaal voor senioren.’ De Woerd is jullie mooiste project? ‘Vind ik wel. Het is heel apart, net alsof het al jaren staat en op een natuurlijke manier in zijn omgeving totstandgekomen is. De trottoirbanden zijn van Belgisch hardsteen, de bomen hebben een stam met een omtrek van 70 centimeter. Huizen van totaal verschillende bouwstijlen staan er gewoon naast elkaar.
De Woerd sluit daardoor perfect aan op de oude dorpskern van De Meern, waaraan het grenst. Mooi is ook dat we veel verwijzingen hebben gemaakt naar bijzondere Romeinse archeologische vondsten die in het gebied gedaan zijn. Zo maken we poorten met Romeinse muurschilderingen.’
Je zou er zo gaan wonen? ‘Absoluut. Maar ik ben de trotse eigenaar van een van de duizend woningen die we met Bouwfonds Fortis in de stad Utrecht bouwen. Dus ik ben al voorzien.’
32 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
People & Business Interview met Pieter Baars hoofd Communicatie & Strategie Fondsenbeheer
Hoe is Fondsenbeheer binnen Rabo Bouwfonds ontstaan? ‘Toen de overheid in 1985 het Nationaal Restauratiefonds oprichtte om de restauratie van monumenten te ondersteunen, wilde ze de uitvoering van het dagelijks beheer neerleggen bij een partner die verstand van financieren én van vastgoed had. Dat werd Bouwfonds. In de loop der jaren is Fondsenbeheer uitgegroeid tot een volle dochter van Bouwfonds. In de juridische structuur is wel een soort Chinese muur aangelegd, die waarborgt dat de fondsen volkomen onafhankelijk van Rabo Bouwfonds kunnen opereren.’ Beheren jullie alleen het Nationaal Restauratiefonds? ‘Inmiddels voeren we het beheer over nog drie andere fondsen: het Nationaal Groenfonds, het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) en BOEi. In het geval van het Nationaal Groenfonds, SVn en het Nationaal Restauratiefonds gaat het vooral om het financieren, bij BOEi is de ondersteuning gericht op ontwikkeling. Bij BOEi gaat het om het behoud en de herbestemming van industrieel erfgoed. In totaal werken bij Fondsenbeheer zo’n zeventig medewerkers.’
Wat doen jullie precies? ‘De fondsen hebben alleen een bestuur, maar geen werkorganisatie. Wij leveren de directie, het personeel, de huisvesting en de totale organisatie: control, treasury, de administratie, de backoffice, de computersystemen, noem maar op. Waar mogelijk halen we synergievoordelen uit het feit dat we voor vier fondsen vergelijkbaar werk doen. Maar sommige taken zijn voor ieder fonds specifiek, bijvoorbeeld de communicatie en de marketing.’ Maken jullie winst? ‘Nee, Fondsenbeheer zelf niet. De doelstelling is dat we kostendekkend opereren. We brengen de diverse fondsen alleen de daadwerkelijke kosten in rekening. Dat brengt wel risico’s met zich mee: stel dat fondsen vertrekken, wat doe je dan met je personeel? Aan de andere kant willen ook de fondsen zoveel mogelijk zekerheid. Dus toen ABN AMRO Bouwfonds verkocht, was het toch even spannend wie de koper zou worden. Rabobank stond bovenaan ons lijstje favoriete partners. De Rabobank is een betrouwbaar bedrijf dat maatschappelijk verantwoord ondernemen als prioriteit heeft. Fondsenbeheer past daar prima bij.’
Rabo Bouwfonds Interview 33
‘Je staat met één been in een puur commercieel bedrijf en één been in de wereld van de maatschappelijke betrokkenheid van fondsen.’
Wat is de toegevoegde waarde van Rabo Bouwfonds voor de vier fondsen? ‘De kennis en kunde van financieren én vastgoed. Ook hoeven de vier fondsen niet zelf het wiel uit te vinden bij tal van zaken. Op het gebied van administratie, control, treasury, IT, huisvesting, personeelsbeleid, noem maar op. Bij Rabo Bouwfonds is dat gewoon goed geregeld. Daarnaast kunnen we van de aanwezige specialistische kennis gebruikmaken. Wij delen bijvoorbeeld een jurist met FGH Bank en werken met de Rabobank aan internetbankieren voor het Nationaal Groenfonds. Dat zou het fonds alleen niet zomaar voor elkaar kunnen krijgen.’ Werk je al lang bij Fondsenbeheer? ‘Ik kwam in 1986 bij Bouwfonds binnen op een afdeling die gemeentes adviseerde over het al dan niet verstrekken van gemeentegarantie aan huizenkopers. Ik wist toen nog niet dat ook Fondsenbeheer deel uitmaakte van Bouwfonds. Nog geen jaar later werkte ik er. Ik had geschiedenis en sociale geografie gestudeerd, dus mijn interesse lag bij de historie. Ik werk nu alweer ruim twintig jaar bij Fondsenbeheer. Ik heb de groei meegemaakt van twee tot zeventig medewerkers en diverse functies vervult. Het bevalt me uitstekend.’
Wat is zo leuk aan je baan? ‘Je staat met één been in een puur commercieel bedrijf en één been in de wereld van de maatschappelijke betrokkenheid van fondsen. Ook schakel ik steeds tussen bedrijfsleven en overheid. Daardoor heb ik op een bedrijfsmatige manier naar maatschappelijke problemen van de overheid leren kijken. Ik zie dat zaken efficiënter kunnen, kan dat ook inbrengen. Dat maakt mijn werk boeiend.
34 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
People & Business Interview met Pieter Zwart kantoordirecteur FGH Bank Den Haag
FGH Bank financiert Spakenburg Centrumplan Oost. Een mooi project? ‘Het gaat om de revitalisering van het stadscentrum. Rondom het plein en op loopafstand van de historische vissershaven worden zo’n zeventig woningen in verschillende stijlen gebouwd. Er komt een grote supermarkt met parkeergarage. Het is een opvallend project: de woningen hebben de uitstraling van stijlvolle grachtenpanden, er wordt veel met kleur gewerkt. Die uitstraling past bij de haven, maar wijkt qua architectuur flink af van de rest van Spakenburg. Ik vind het aansprekend en het zal zeker een impuls geven aan de lokale middenstand.’ Daarom hebben jullie het gefinancierd? ‘Mijn persoonlijke voorkeur speelt geen rol. Wij financieren omdat we toekomst zien in het project. Het ligt gunstig, de woningen zijn goed en ruim en de supermarkt heeft een zuigende werking op mensen. Mensen willen lekker dichtbij shoppen, supermarkten creëren een goede plek om te wonen. Dat zien we ook terug in de belangstelling voor de huizen: het merendeel is verkocht.’
Zijn jullie voor dit project benaderd? ‘Spakenburg Centrumplan Oost is een project van de Van Hoogevest Groep. Dat is een goede relatie van ons. FGH Bank is één van hun dedicated financiers en staat op de shortlist. Zo financieren we ook de herontwikkeling van het oude industriële complex van Holec in Hengelo, waar wonen, werken, kunst, cultuur en horeca samenkomen. Ook financieren we een nieuwbouwproject in Renswoude, inclusief de bedrijfsverplaatsing van een aantal agrariërs die plaats moesten maken voor de woningen. Maar dat de relatie goed is, wil niet zeggen dat we deals zomaar krijgen. Er werden elders ook offertes opgevraagd. Maar schijnbaar doen we het goed ten opzichte van de concurrentie.’ Waar ligt dat aan? ‘Wij trachten ons onderscheidend in de markt te profileren door snelheid, proactiviteit en vastgoedkennis. Een aanvraag wordt bij ons altijd zorgvuldig beoordeeld. Dat doen we vaak met een dealteam, bestaande uit de relatiemanager, een bouwkundige, een taxateur, een kredietanalist en een jurist. Als relatiemanager ben ik de dirigent, stuur ik het team aan. Wij schatten in of het een goede propositie is, waarbij we gebruikmaken van een uitgebreide database met benchmarkprojecten. En als het om een
Rabo Bouwfonds Interview 35
‘Het gaat bij ons niet alleen om de financiering, wij willen een sparringpartner zijn voor de ontwikkelaar.’
aansprekend project gaat, dan kunnen wij een scherp aanbod doen.’
En als er haken en ogen aan het project zitten? ‘Dan gaan we de dialoog aan met de ontwikkelaar. Het gaat bij ons niet alleen om de financiering, wij willen een sparringpartner zijn voor de ontwikkelaar. Wij kijken naar de marktvraag in een bepaalde omgeving en beoordelen of het betreffende project daarop inspeelt. Als wij denken dat door bouwkundige aanpassing een gebouw een betere multifunctionaliteit krijgt en de wijziging een goede diepte investering is, dan zeggen we dat. Onze klanten stellen dat op prijs.’ Hebben jullie ook over Spakenburg Centrum Oost geadviseerd? ‘Nee. Dat was direct een toonaangevend plan. We volgen wel de bouw. Dat is onze werkwijze bij ieder project. Daarin zijn we uniek. Onze bouwkundigen gaan regelmatig ter plekke kijken hoe het gaat. Loopt het volgens schema, worden de goede materialen gebruikt, blijft de aannemer binnen het budget? Bespeuren we afwijkingen, dan gaan we met de ontwikkelaar in gesprek.’
Betrekken jullie de Rabobank ook bij jullie projecten? ‘Als wij mogelijkheden zien en de klant ervoor openstaat, dan verzorgen wij een introductie. Door onze goede relatie met Van Hoogevest hebben we Rabobank Amersfoort en omstreken kunnen introduceren. Zij heeft inmiddels een aantal verschillende faciliteiten aan Van Hoogevest verstrekt. Maar cross-selling is bij ons absoluut geen doel op zich. Wij streven naar een bestendige en strategische relatie en daarvoor moet je vanuit de bancaire disciplines klantwaarde kunnen creëren.’
36 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
People & Business Interview met
René Smeehuijzen
adjunct-directeur Particuliere Fondsen Benelux Bouwfonds Asset Management
Wat doen jullie precies? ‘Wij structureren, plaatsen en beheren vastgoedfondsen voor particuliere beleggers. In totaal werken op onze afdeling negen mensen: drie structureerders, dus mensen die het fonds opzetten, drie commerciële collega’s die de fondsen verkopen en drie beheerders. Zij verzorgen onder meer de communicatie met de beleggers. Zo schrijven zij de jaarverslagen.’ Wat vind jij zo leuk aan dit vak? ‘Dat het heel breed is: je moet verstand hebben van het vastgoed zelf, dus van de stenen, van fiscale en juridische aspecten en van marketing en sales. Ik ben van huis uit een techneut, maar maak al vijftien jaar vastgoedfondsen, waarvan de laatste twee jaar bij Bouwfonds. Ik heb inmiddels dus ook verstand van de andere onderdelen van dit vak. Ik ben niet op alle gebieden expert, maar kan wel met de specialisten meepraten.’ Hoeveel fondsen hebben jullie in beheer? ‘Bouwfonds heeft twaalf fondsen in beheer en FGH Asset Management acht. Nu FGH Asset Management door Bouwfonds Asset Management is overgenomen, is het beheer van die acht fondsen bij ons ondergebracht. We hebben nu dus twintig
fondsen in beheer met een totale waarde van 2 miljard euro. Daarmee behoren we tot de top drie van aanbieders van vastgoedfondsen voor particuliere beleggers in Nederland. In totaal beheert Bouwfonds Asset Management ruim 5 miljard euro aan vastgoedbeleggingen voor zowel particuliere als institutionele beleggers.’
Jullie zijn ook in het buitenland actief? ‘We hebben fondsen in Nederland, Amerika, Duitsland en sinds kort kunnen we ook in Frankrijk aan de slag. We mogen alleen in landen opereren waar we een eigen organisatie hebben en/ of een joint venture met een partner. In Duitsland bijvoorbeeld heeft Bouwfonds sinds 2004 een kantoor in Berlijn. Eind 2005 hebben we ons eerste Duitse fonds geplaatst, het Germany Residential Fund. Dat was zo succesvol, dat we er een vervolg aan gegeven hebben. Eind 2007 hebben we al Germany Residential Fund nummer V geplaatst.’ Hoe ziet dat fonds eruit? ‘Het fonds bestaat uit Duitse huurwoningen. De woningen in Duitsland zijn relatief goedkoop, de woningmarkt is de goedkoopste van Europa. Het risico van een prijsdaling is dan ook
Rabo Bouwfonds Interview 37
‘Eind 2005 hebben we ons eerste Duitse fonds geplaatst, het Germany Residential Fund. Dat was zo succesvol, dat we er een vervolg aan gegeven hebben.’
zeer klein. Ook al omdat er nauwelijks nieuwbouw bijkomt en de vraag naar woningen toeneemt. En het verwachte rendement is relatief hoog met 6,4 procent dividenduitkering per jaar en een totaal rendement inclusief waardestijging van 9,1 procent.’
Jullie zijn dus al met Germany Residential Fund VI bezig? ‘Ja, maar het wordt wel lastiger voor onze acquisiteurs om goede beleggingspanden te vinden. Want de appartementencomplexen in Duitsland worden duurder. En van klanten horen we dat ze het huidige verwachte rendement minimaal vinden, omdat de looptijd tien jaar is. De stukken zijn niet verhandelbaar. Zijn ze dat wel, dan nemen beleggers genoegen met een lager rendement, want tenslotte kunnen ze dan op ieder moment uitstappen. Dus werken we nu aan een verhandelbaar fonds met Duitse woningen.’ Verkopen jullie de fondsen via de Rabobank? ‘We hebben een eigen klantenbestand en verkopen via banken. Met het laatste Germany Residential Fund is een proef gedaan bij een beperkt aantal Rabobanken. Dat was nog duidelijk even wennen. Voor ons, voor de Rabobanken. Maar dat is een kwestie van tijd. Want klanten van de Rabobank willen graag beleggen
in vastgoed, maar hadden daar totnogtoe weinig mogelijkheden voor. En wij krijgen er natuurlijk een gigantisch afzetkanaal bij. Het jaar 2008 wordt dan ook het jaar van de fondsen voor Bouwfonds. Wij gaan daarvoor zorgen. Met het nieuwe verhandelbare fonds met Duitse woningen, met een nieuw vastgoedfonds dat belegt in Europese winkelcentra en een groot fonds met kantoren.’
38 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
People & Business Interview met Anne-Lize Hoftijzer directeur Projecten Bouwfonds MAB Ontwikkeling CVG
Wat precies is ODE? ‘ODE staat voor Oosterdokseiland, een van de meest bijzondere en grootste binnenstedelijke projecten in West-Europa. Het ligt in hartje Amsterdam, pal naast het centraal station, met een uniek uitzicht op de historische binnenstad en het IJ. Met ODE krijgt Amsterdam er in één klap ruim 200.000 vierkante meter aan grootstedelijke functies bij. Daarbij gaat het vooral om functies die bij een grote stad passen maar in de historische binnenstad niet meer te realiseren zijn: moderne en ruime kantoren, winkels en appartementen, parkeerplaatsen. Maar er is ook ruimte voor horeca en cultuur: zo heeft de centrale Openbare Bibliotheek Amsterdam er een plek en gaat het conservatorium er zijn deuren openen.’ Hoe zijn jullie aan dit project gekomen? ‘Het terrein was van TPG Post, nu TNT Post. Zij wilden het gebied graag verkopen. In 1998 hebben ze samen met de gemeente een prijsvraag uitgeschreven: drie ontwikkelaars mochten een masterplan, een globaal stedenbouwkundig plan, ontwerpen en een grondbieding doen. Wij kwamen als beste uit de bus.’
Wat hebben jullie precies voor ogen met het eiland? ‘ODE moet een levendig stadsdeel worden, waar elk uur van de dag iets te beleven is. Daarom komt er een mix van functies: wonen, werken, winkelen en cultuur. Qua bouw is er net als in de historische stad gekozen voor menging en stapeling van functies in een gebouw. De verschillende gebouwen krijgen ieder een eigen kenmerkende architectuur, maar zullen toch een eenheid vormen omdat de architecten variëren op dezelfde thema’s.’ Hoe complex is ODE als project? ‘Door de omvang, de compactheid, de ligging aan het water naast en boven het centraal station en de ingewikkelde bodemgesteldheid is het zeer complex. Ook de stapeling van functies en het grote aantal betrokken partijen maken het tot een moeilijk project. In de tijd moet je alles goed op elkaar afstemmen. En nu een deel van het project gereed is, is de bezoekersstroom op gang gekomen. Daar moet je in de verdere planning rekening mee houden. De complexiteit maakt het wel boeiend.’
Rabo Bouwfonds Interview 39
‘ODE moet een levendig stadsdeel worden, waar elk uur van de dag iets te beleven is.’
Hoe gaat het met de bouw? ‘Goed. In 2013 hopen we klaar te zijn. Vier, vijf jaar geleden hadden we moeite om winkels en gebruikers voor de kantoren aan te trekken, omdat de economische situatie toen minder was. Nu is er genoeg belangstelling en ligt onze prioriteit bij het aantrekken van geschikte aannemers.’ Welke mijlpalen zijn bereikt? ‘2007 was een zeer belangrijk jaar: we hebben een kantoor van 10.000 vierkante meter opgeleverd. TomTom, producent van navigatieproducten, heeft hier zijn hoofdkantoor geopend met 800 medewerkers. Het eerste deel van de parkeergarage is klaar én de Openbare Bibliotheek Amsterdam is opgeleverd en geopend. Verder hebben we ook de energievoorziening van het eiland in gebruik genomen. We gebruiken koude en warmte uit de bodem om de gebouwen ’s winters te verwarmen en ’s zomers te koelen. Het unieke hiervan is dat het een collectief systeem voor heel ODE is, waarvan de vastgoedeigenaren aandeelhouder zijn. Dat zorgt voor een CO2-reductie van 65%.’
Wanneer staat de volgende oplevering gepland? ‘In 2010: 270 appartementen, een hotel met 550 kamers een parkeergarage van 30.000 vierkante meter en 100.000 vierkante meter kantoren en winkels. Daar komen opnieuw een paar grote bedrijven. In 2007 zijn er contracten getekend met Vodafone en Saturn. Vodafone opent op ODE een nieuw hoofdkantoor, Saturn vestigt er zijn grootste Nederlandse winkel.’
40 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
People & Business Interview met Pierre-Marie le Gloanec vestigingsdirecteur Bouwfonds Marignan Immobilier
Jullie ontwikkelen in Lyon? ‘Bouwfonds Marignan Immobilier en Bouwfonds MAB Development zijn beide betrokken bij de grootschalige herontwikkeling van de oud-industriële wijk Lyon Confluence in de binnenstad van Lyon. Het was eens het bloeiende hart van Lyon. Maar in de loop der jaren kwamen er bedrijven die weinig oog hadden voor de waarde van de grond waarop ze zich bevonden. Bovendien kwam er een gevangenis en woonden er mensen in huizen die hun beste tijd hadden gehad. Het was, kortom, een wijk die rijp was voor de sloop.’ Velen kennen Lyon alleen van de zomerse files. ‘Zeer jammer. Want Lyon is een fascinerende stad, met een bruisend kunst- en cultuurleven en een geslaagde combinatie van historische gebouwen en moderne architectuur. Het historische stadscentrum staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Bovendien is het de derde stad van Frankrijk en een van de weinige steden ter wereld waar twee rivieren doorheen stromen. De Rhône en Saône vloeien middenin de stad samen. In het zuidelijke puntje van het ‘Presqu’île’, het schiereiland dat het centrum vormt, ligt Confluence.’
Wat gaan jullie daar doen? ‘Bouwfonds MAB Development tekende als conceptontwikkelaar in Confluence voor 11.000 vierkante meter winkelruimte, 2.000 parkeerplaatsen en 8.500 vierkante meter vermaak: een filmtheater met zestien zalen, een klimwand, een bowlingcentrum, een rollerskatebaan, een kinderspeeltuin en een avonturenpark. Met Bouwfonds Marignan Immobilier realiseren we 300 appartementen en 1.800 vierkante meter winkelruimte, verdeeld over ongeveer tien winkels.’ Vertier speelt een belangrijke rol? ‘De gemeente wilde geen ‘dode’ woon- en kantorenwijk. Vrijetijdsbesteding wordt ook in Frankrijk steeds belangrijker en Confluence is een verlengstuk van het al bestaande centrum. Het moet een plek worden waar je zowel overdag als ’s avonds zin hebt om naartoe te gaan. Alleen, samen met vrienden of met het hele gezin. Tussen de paviljoens is volop ruimte om allerlei soorten culturele activiteiten te kunnen laten plaatsvinden.’
Rabo Bouwfonds Interview 41
‘Confluence moet een plek worden waar je zowel overdag als ’s avonds zin hebt om naar toe te gaan.’
Het wordt mooi? ‘De woningen en winkels zijn ontworpen door vier befaamde architecten die veel oog hebben voor duurzaamheid. Het kwaliteitsniveau is dan ook hoog. Het ‘centre de loisirs et de commerce’, het vrijetijds- en winkelcentrum, is ontworpen door de Franse architect Jean-Paul Viguier, die al vaker tekende voor grote projecten in een ingewikkelde stedelijke omgeving. Bijzonder is dat de buitenruimte deels overdekt is door een soort doekconstructie, waardoor constant andere lichteffecten ontstaan.’ Het enthousiasme is groot? ‘Inderdaad. Diverse burgemeesters kwamen in het verleden met meer en minder geslaagde plannen, maar de huidige burgemeester, Gérard Collomb, heeft er echt werk van gemaakt. De tijd was er rijp voor. Lyon is een stad waarvan de bevolking groeit en waar meer bedrijven zich willen vestigen. Confluence is een van de zeer weinige wijken in Franse steden waar op zo’n grote schaal gebouwd kan worden. Iedereen staat achter Confluence, iedereen is ervan overtuigd dat dit een kans is om iets heel moois voor de toekomst te bouwen.’
Wanneer staat de oplevering gepland? ‘Het eerste stadium moet vanaf volgend jaar in fases worden afgerond. Daarna staan er nog diverse grote infrastructurele werken op het programma. Zo moet de A6, die langs de Rhôneoever loopt, op termijn uit de stad verdwijnen. Het is de bedoeling dat er een snelweg ten westen komt. Maar dan praat je over een project dat nog jaren op zich zal laten wachten.’
42 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
People & Business Interview met Lisette Sala projectleider Skyline 2007
Wat doe je bij FGH Bank? ‘FGH Bank financiert commercieel vastgoed. Als kredietanalist onderzoek en beschrijf ik de risico’s die aan een financiering gekoppeld zitten. Daarnaast ben ik vorig jaar projectleider geweest van Skyline 2007, een zogenoemde commercial mortgage backed securities transactie, afgekort CMBS-transactie. Het was de eerste keer dat we als FGH Bank een dergelijke transactie deden en met 3 miljard euro was het ook direct de grootste CMBS-transactie ooit in Nederland en een van de grootste in Europa.’ Wat houdt zo’n transactie in? ‘De Nederlandsche Bank stelt als eis dat wij als vastgoedbank minimaal 8 procent eigen vermogen aanhouden. Doordat FGH Bank sterk groeide, hebben we aan de activakant van de balans veel leningen verstrekt, maar aan de passivakant namen de schulden ook flink toe. Het eigen vermogen groeide niet sterk genoeg mee, we voorzagen dat dit onder de 8 procent zou komen. Omdat we wel op eigen kracht willen doorgroeien, hebben we 3 miljard van onze leningen verkocht.’
Aan wie hebben jullie die leningportefeuille verkocht? ‘Aan beleggers. We hebben obligaties uitgegeven die worden gedekt door het onderliggende vastgoed. Dat hebben we samen met Rabobank International gedaan. Zij hebben een team dat gespecialiseerd is in CMBS-transacties. Bovendien hebben zij een internationaal netwerk van klanten die geïnteresseerd zijn in dergelijke transacties. Met een roadshow hebben we ons product gepresenteerd aan de grootste beleggers van Europa.’ Hoe waren de reacties? ‘Heel goed. Het merendeel van de obligaties is gekocht door Rabobank Nederland. Zij heeft voor 2,6 miljard euro aan zogenoemde AAA-obligaties gekocht. Deze hebben het laagste risico. De Rabobank heeft deze gekocht omdat ze door haar Triple A-status goedkoper geld kan aantrekken dan ze als vergoeding zou moeten betalen aan beleggers. De overige 400 miljoen euro was in één week tijd ruim twee keer overtekend. Na een week werd de inschrijving dan ook gesloten.’
Rabo Bouwfonds Interview 43
‘De transactie was in één week tijd ruim twee keer overtekend.’
Waarom waren beleggers zo geïnteresseerd? ‘Omdat Nederlandse leningen op deze manier nauwelijks worden aangeboden en beleggers graag een goede spreiding van het landenrisico willen. Bovendien ging het om een sterk gediversifieerde portefeuille van 1.700 vastgoedleningen met ruim 4.500 Nederlandse winkel-, kantoor- en bedrijfspanden als onderpand. Dus ook op dat gebied is het risico goed gespreid.’ Je kijkt dus met trots terug op de transactie? ‘Absoluut. De transactie vond in juni 2007 plaats, we wilden het perse in het eerste halfjaar afgerond hebben, omdat de effecten dan nog op de balans van de halfjaarcijfers zichtbaar zouden zijn. Er zat dus behoorlijk veel druk op de ketel. Een week na de transactie kelderden de financiële markten door de problemen om de Amerikaanse hypotheekmarkt. We waren dus net op tijd. Waar ik ook trots op ben, is de enorme positieve publiciteit die deze transactie voor FGH Bank opgeleverd heeft.’
FGH Bank kan nu weer op eigen kracht groeien? ‘Ja, omdat de solvabiliteitsratio weer is toegenomen, tot rond de 10 procent. We zijn nu dan ook weer flink aan het groeien, daar was het tenslotte allemaal om begonnen.’ Het succes smaakt naar meer? ‘Binnenkort hebben we de eerste gesprekken over een nieuwe structuur. Hoe die eruit komt te zien en wat de omvang zal zijn, is nog niet duidelijk. Dat hangt natuurlijk ook samen met ontwikkelingen op de kapitaalmarkt.’
44 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
People & Business Interview met Anthony Gijsbers adjunct-directeur asset management & acquisitie Benelux, Bouwfonds Asset Management
Wat doen jullie precies? ‘Bouwfonds Asset Management bestaat uit een ‘fondsenbedrijf’ dat vastgoedfondsen structureert en plaatst en een ‘stenenbedrijf’, dat de aan- en verkoop, de exploitatie en beheer van gebouwen verzorgt. Dat doen we voor in totaal zo’n twintig fondsen. Daarbij zit ook een aantal fondsen van externe partijen.’ Kun je daar een voorbeeld van geven? ‘De ACC Bank in Ierland, onderdeel van de Rabobank Groep, heeft bijvoorbeeld sinds kort een fonds met Nederlandse gebouwen. Wij doen de aankopen en het beheer voor dit fonds. Ook voor Invesco in München beheren we de objecten in Nederland voor één van hun pan-Europese fondsen. En samen met Triodos Bank hebben we een vastgoedfonds opgezet dat uitsluitend investeert in duurzaam gebouwde en/of duurzaam beheerde panden en monumenten.’ Wanneer is een gebouw duurzaam? ‘Als het gebouwd is met duurzame, onderhoudsarme materialen en een laag energieverbruik heeft, bijvoorbeeld. Maar het kan ook gaan om vastgoed dat gebouwd is met reststoffen. Dat is nog in opkomst. Belangrijk in de criteria is dat de belasting voor
de omgeving zo gering mogelijk is. Het fonds heeft speciale interesse voor monumenten, waar natuur- en cultuurbehoud met een gedegen rendement gecombineerd kunnen worden.’
Uit hoeveel gebouwen bestaat het fonds? ‘Op dit moment uit dertien objecten. Bijvoorbeeld een nieuwbouwkantoor dat eind 2005 in Wageningen is opgeleverd. Dit gebouw heeft op de Nationale DuBo dag de eerste officiële ‘groenverklaring’ voor een dergelijk kantoorpand ontvangen van de Nederlandse overheid, omdat het zeer duurzaam gebouwd is. Een ander voorbeeld is een pand in Baarn. Dit is een rijksmonument. Het is oud en als zodanig duurzaam. Maar het is niet energiezuinig en erg onderhoudsgevoelig. Met de nieuwe huurder is afgesproken dat het fonds flink gaat investeren in onder meer energiezuinige oplossingen en dat de huurder deels meebetaalt via de besparing op de energielasten. Hierdoor verdient de investering zich binnen acceptabele termijn terug. Dat is goed voor het milieu, maar ook voor de huurder en het vastgoedfonds.’
Rabo Bouwfonds Interview 45
‘Onze ambitie kent – letterlijk en figuurlijk – geen grenzen.’
Hoe gaat het met het Triodos Vastgoedfonds? ‘Het is in 2004 opgezet. Daarna groeide het langzaam, vooral omdat er maar weinig panden waren die aan de criteria voldeden. In 2007 heeft het fonds een flinke groeispurt gemaakt. Enerzijds omdat er steeds meer oog komt voor duurzaamheid en er dus ook meer duurzame gebouwen komen. Anderzijds omdat Triodos het fonds in juni 2007 naar de beurs heeft gebracht. Dat heeft voor de instroom van veel nieuw geld gezorgd, waardoor we nieuwe panden kunnen aankopen.’ Zijn er plannen om met meer externe partijen samen te werken? ‘Absoluut. Onze ambitie kent –letterlijk en figuurlijk- geen grenzen. We blijven innoveren door onze vastgoedkennis te combineren met financiële expertise. Dit jaar willen we onder andere de samenwerking aangaan met een nieuwe grote, externe klant. Dat is ons doel. Meer externe samenwerking zorgt voor een betere risicospreiding en een vergroting van onze naamsbekendheid. Daarmee kunnen we ook anderen laten zien wat we kunnen en dat we onderscheidend zijn ten opzichte van de concurrentie.’
Wat maakt jullie anders? ‘We zijn ondernemend, weten wat er speelt in de markt en gaan zeer zorgvuldig te werk. We zijn onderdeel van de Rabobank Groep, een groot, solide en betrouwbaar concern. Dat is goed voor ons imago, dat legt ons geen windeieren. Bovendien hebben we een heel groot relatienetwerk, waardoor we steeds mooie deals weten te sluiten.’
46 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Directeuren per divisie
Development Bouwfonds Property Development
H.J.M. van Zandvoort (1950) (tot 01-04-2008) Voorzitter van de directie J.J.M. Franck (1949) Lid van de directie I.M. Kalisvaart (1955) Lid van de directie
Directeur BU Noord-Oost P. Jansen (1948)
G. Robic (1955) Directeur sector Noord
Directeur BU Noord-Oost J.C.L. Severens (1950)
M. Valverde (1955) Directeur sector Zuid
Directeur BU Zuid P.J.J. Hoen (1953)
J.P. Alcaras (1947) Directeur sector Zuid-West
Directeur BU Zuid P.B.J.M. Joosen (1963)
Duitsland
P. Wetselaar (1949) (tot 01-05-2008) Lid van de directie
Directeur BU Zuid-West M.A. Jelier (1949)
H.W.J. Doornink (1961) Directeur Operations
Directeur BU Zuid-West W. Groeneweg (1950)
J.C. Kreikamp (1968) Directeur Financiën
Directeur BU Midden W.P. de Boer (1958)
W.C.T.F. de Zeeuw (1952) Directeur Nieuwe Markten
Directeur BU Midden H.F. Vos (1963) Frankrijk
WONEN
Bouwfonds Marignan Immobilier
Nederland
J.R. Vidal (1944) Voorzitter van de directie
Bouwfonds MAB Ontwikkeling en Rabo Vastgoed
Directeur BU Noord-West R.A. Willems (1951) Directeur BU Noord-West A.J. Bouwhuis (1953)
P. Mauriello (1948) Lid van de directie
Bouwfonds Immobilienentwicklung
B. Wanders (1956) Directeur F.J. Lickteig (1959) Directeur G. Purucker (1959) Directeur Bouwfonds Bayern A. Kirsch (1954) Directeur Bouwfonds Rhein-Neckar D. Galante (1964) Directeur Bouwfonds Hamburg België /Luxemburg Bouwfonds Property Development
L. Jansma (1950) Directeur Tsjechië
J.P. Bourgade (1957) Lid van de directie
Bouwfonds CR bytová výstavba
P. Kouřil (1960) Area Director Centraal Oost Europa
Rabo Bouwfonds Tekstspread algemeen 47
Finance
Investment management
Zweden / Denemarken
FGH Bank
Bouwfonds Asset Management
Bouwfonds Property Development
P.C. Keur (1953) Directievoorzitter FGH Bank
J.L.M.J. Klijnen (1958) Voorzitter van de directie
F.B. Overdijk (1961) Statutair directielid FGH Bank
A.S.P. Brouns (1957) Directeur International Markets
R. Holtslag (1962) Area Manager Zuid-Europa
R.A.M. van de Bilt (1969) Directeur Vastgoedfinanciering Nederland
E.L. Franssens (1954) Directeur Special Projects
COMMERCIEEL VASTGOED
J.H. Boerrigter (1961) Directeur Administratie en Analyse
T.J.H. Pohle (1957) Directeur Institutional Investments
H.H.J. Dijkstra (1958) Directeur New Markets
A.W. Rozendaal (1962) Directeur Finance & Tax
E.H.P. Siersema (1965) Area Director Noord-West Europa Spanje Bouwfonds Property Development Spain
Bouwfonds MAB Development
J.G.F. Eijkemans (1954) Directeur international Nederland
J.J. van Susante (1953) Directeur Benelux
Bouwfonds MAB Ontwikkeling CVG
C.B. van Boven (1957) Directeur
E.W.H. Lammers (1952) Directeur Business Development
L.J.M.J. Melchers (1958) Directeur
Duitsland
M. Haupt (1959) Directeur Duitsland
Frankrijk Bouwfonds MAB Development SA
Frankrijk
M.A. Vaquier (1953) Directeur
P. Rossard (1946) Directeur Frankrijk
Duitsland Bouwfonds MAB Development GmbH
MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
M.L. Flesch (1967) Directeur
Bouwfonds Fondsenbeheer
H.R. Balk (1960) Directeur
48 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
Jaarrekening 2007
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
51
Geconsolideerde balans
52
Geconsolideerd vermogensoverzicht
54
Geconsolideerd overzicht van kasstromen
56
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 1 Algemene informatie 2 Overzicht van de belangrijkste grondslagen 2.1 Overeenstemmingsverklaring 2.2 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening 2.3 Grondslagen voor consolidatie 2.4 Segmentinformatie 2.5 Valutaomrekenverschillen 2.6 Renteresultaat 2.7 Projectresultaat 2.8 Provisie 2.9 Resultaat uit financiële transacties 2.10 Overige operationele baten 2.11 Financiële activa en passiva 2.12 Saldering 2.13 Hedge accounting 2.14 Waardeverminderingen van financiële activa 2.15 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 2.16 Vastgoed 2.17 Immateriële activa 2.18 Pensioen en andere regelingen na pensionering 2.19 Voorzieningen 2.20 Overige verplichtingen, acute en latente belastingen 2.21 Uitgegeven schuldbewijzen 2.22 Aandelenkapitaal 2.23 Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat (netto) 2.24 Kasstroom
58 58 58 58 58 60 61 61 62 62 62 63 63 63 66 66 68 70 70 71 72 73 74 74 75 75 75
49
50
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 3 Segmentinformatie 4 Renteresultaat 5 Projectresultaat 6 Resultaat uit deelnemingen 7 Overige operationele baten 8 Personeelskosten 9 Algemene en beheerskosten 10 Afschrijvingen 11 Belastingen 12 Resultaat beëindigde bedrijfsactiviteiten en activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop Toelichting op de geconsolideerde balans 13 Kasmiddelen 14 Financiële activa en passiva tegen reële waarde via winst- en verliesrekening 15 Financiële activa en passiva tegen reële waarde voor hedging-doeleinden 16 Kredieten en vorderingen bankiers 17 Kredieten en vorderingen private en publieke sector 18 Waardeveranderingen 19 Vastgoed 20 Waardepapieren 21 Deelnemingen 22 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 23 Immateriële activa 24 Belastingvorderingen 25 Overlopende activa 26 Overige activa 27 Verplichtingen bankiers 28 Verplichtingen private en publieke sector 29 Uitgegeven schuldbewijzen 30 Voorzieningen 31 Pensioenregeling werknemers 32 Uitgestelde belastingverplichtingen 33 Overlopende passiva 34 Overige verplichtingen 35 Belastingverplichtingen 36 Achtergestelde schulden 37 Aandelenkapitaal en reserves 38 Voorwaardelijke schulden en onherroepelijke kredietfaciliteiten
76 76 80 80 81 81 82 82 83 83
84 88 88 88 89 90 91 92 92 95 96 96 97 98 98 98 98 99 99 99 100 104 104 105 105 105 105 106
Aanvullende informatie 39 Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen 40 Kasstroomoverzicht 41 Reële waarde 42 Groepswijzigingen 43 Bezoldiging bestuurders en raad van commissarissen 44 Risk management 45 Solvabiliteit 46 Joint ventures 47 Verbonden partijen 48 Gebeurtenissen na balansdatum 49 Vennootschappelijke jaarrekening 50 Belangrijkste deelnemingen 51 Overige gegevens 52 Statutaire bepalingen inzake de winstverdeling
107 107 107 108 110 111 112 118 119 120 121 121 125 127 129
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
51
Geconsolideerde winst- en verliesrekening Jaar eindigend op 31 december in duizenden euro’s
Toelichting
2007
2006
Rentebaten
4
780.615
75.099
Rentelasten
4
661.483
120.901
Renteresultaat
4
119.132
(45.802)
Projectbaten
5
2.726.276
2.437.936
Projectlasten
5
2.327.734
2.085.148
Projectresultaat
5
398.542
352.788
Provisiebaten
4.374
–
Provisielasten
3.452
–
922
–
6
58.569
3.771
3.777
86
7
77.065
67.016
658.007
377.859
Provisieresultaat Resultaat uit deelnemingen Resultaat uit financiële transacties Overige operationele baten Baten Personeelskosten
8
219.406
147.887
Algemene en beheerskosten
9
107.066
83.468
Afschrijvingen
10
Bedrijfslasten Waardeveranderingen
18
Lasten Bedrijfsresultaat vóór belastingen Belastingen
11
Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten na belastingen
12
Jaarwinst
13.408
9.834
339.880
241.189
3.063
485
342.943
241.674
315.064
136.185
(68.081)
(32.624)
–
88.472
246.983
192.033
243.465
189.408
3.518
2.625
Toe te rekenen aan Aandeelhouders moedermaatschappij Derden
Zie bijgaande toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
52
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Geconsolideerde balans Per 31 december in duizenden euro’s
Toelichting
2007
2006
13
58
39
14
215.331
23.078
Activa Kasmiddelen Financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening Financiële activa tegen reële waarde voor hedging-doeleinden
15
36.861
34.748
Kredieten en vorderingen bankiers
16
420.876
587.432
Kredieten en vorderingen private en publieke sector
17
13.583.880
10.209.773
Vastgoed
19
4.371.808
3.891.540
Waardepapieren
20
503
50.870
Deelnemingen
21
29.279
55.860
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
22
52.081
56.253
Immateriële activa
23
14
20
Belastingvorderingen
24
56.659
49.019
Overlopende activa
25
146.269
134.710
Overige activa
26
4.892
194.434
18.918.511
15.287.776
–
160.620
18.918.511
15.448.396
Totale activa voortgezette bedrijfsactiviteiten Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop
Totale activa
12
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
53
Per 31 december in duizenden euro’s
Toelichting
2007
2006
14
2.630.857
21.207
Verplichtingen Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening Financiële verplichtingen tegen reële waarde voor hedgingdoeleinden
15
273.771
86.115
Verplichtingen bankiers
27
9.938.042
11.326.601
Verplichtingen private en publieke sector
28
3.322.055
1.703.065
Uitgegeven schuldbewijzen
29
460.500
95.048
Voorzieningen
30
69.335
72.992
Uitgestelde belastingverplichtingen
32
80.817
84.211
Overlopende passiva
33
187.090
296.084
Overige verplichtingen
34
244.938
217.331
Belastingverplichtingen
35
88.197
50.680
Achtergestelde schulden
36
Totale verplichtingen voortgezette bedrijfsactiviteiten
41.019
51.932
17.336.621
14.005.266
–
117.099
17.336.621
14.122.365
10.071
10.071
1.119.383
1.118.383
408.870
165.405
22.208
(923)
1.560.532
1.292.936
21.358
33.095
1.581.890
1.326.031
18.918.511
15.448.396
Verplichtingen gerelateerd aan activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop
12
Totale verplichtingen Eigen vermogen Aandelenkapitaal Agioreserve Ingehouden winst Winst- en verliesposten niet opgenomen in resultaat (netto) Eigen vermogen aandeelhouders moedermaatschappij
37
Overige belangen van derden Totaal eigen vermogen Totaal verplichtingen en eigen vermogen Voorwaardelijke schulden
38
609.167
643.761
Onherroepelijke kredietfaciliteiten
38
1.434.984
1.171.268
Zie bijgaande toelichting op de geconsolideerde balans.
54
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Geconsolideerd vermogensoverzicht
Aandelen-
Agio
kapitaal
Overige reserves
in duizenden euro’s Stand per 1 januari 2006
10.071
365.115
1.645.069
–
–
–
Voortvloeiend in de periode (na belastingen) Ongerealiseerde winsten/(verliezen) op macro kasstroomhedges Nettoverliezen/(-winsten) naar winst- en verliesrekening
–
–
–
Overige
–
–
–
in het eigen vermogen
–
–
–
Jaarwinst 2006
–
–
189.408
Totale baten en lasten over het boekjaar direct opgenomen
Totale baten en lasten
–
–
189.408
Vermindering agio uit hoofde van ontvlechting Bouwfonds Hypotheken
–
(5.000)
–
Dividend in verband met ontvlechting BPF en Bouwfonds Hypotheken
–
–
(1.588.638)
Transfer Rijnlandse Bank
–
–
(81.714)
Verminderingen
–
–
–
Overige
–
–
1.280
Pooling of interest
–
758.268
–
Stand per 31 december 2006
10.071
1.118.383
165.405
Stand per 1 januari 2007
10.071
1.118.383
165.405
–
–
–
Voortvloeiend in de periode (na belastingen) Ongerealiseerde winsten/(verliezen) op macro kasstroomhedges Totale baten en lasten over het boekjaar direct opgenomen in het eigen vermogen
–
–
–
Jaarwinst 2007
–
–
243.465
Totale baten en lasten
–
–
243.465
Toevoegingen
–
5.961
–
Dividenduitkering
–
(4.961)
–
Deconsolidatie
–
–
–
Verminderingen
–
–
–
Overige
–
–
–
10.071
1.119.383
408.870
Stand per 31 december 2007
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
Winst- en ver-
Eigen
Overige
Totaal eigen
liesposten niet
vermogen
belangen
vermogen
opgenomen in
moeder-
derden
het resultaat
maatschappij
(netto) (113.233)
1.907.022
21.438
1.928.460
63.853
63.853
–
63.853
36.839
36.839
–
36.839
(7)
(7)
–
(7)
100.685
100.685
–
100.685
–
189.408
2.625
192.033
100.685
290.093
2.625
292.718
–
(5.000)
–
(5.000)
–
(1.588.638)
–
(1.588.638)
–
(81.714)
–
(81.714)
–
–
(5.039)
(5.039)
–
1.280
1.082
2.362
11.625
769.893
12.989
782.925
(923)
1.292.936
33.095
1.326.031
(923)
1.292.936
33.095
1.326.031
22.073
–
22.073
22.073 22.073
22.073
–
22.073
–
243.465
3.518
246.983
22.073
265.538
3.518
269.056
–
5.961
3.146
9.107
–
(4.961)
–
(648)
(5.609)
–
(13.058)
(13.058)
–
–
(3.146)
(3.146)
1.058
1.058
(1.549)
(491)
22.208
1.560.532
21.358
1.581.890
55
56
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Geconsolideerd overzicht van kasstromen Jaar eindigend op 31 december in duizenden euro’s
2007
2006
315.064
136.185
13.408
9.834
3.063
485
Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten Bedrijfsresultaat vóór belastingen Aangepast voor: Niet-geldelijke posten opgenomen in de winst Afschrijvingen Waardeveranderingen Resultaat uit deelnemingen en resultaat op verkoop van dochterondernemingen
(58.569)
(3.771)
(2.223)
(4.404)
(16.147)
–
254.596
138.329
Vorderingen en verplichtingen bankiers
(1.226.980)
2.701.752
Kredieten en vorderingen private en publieke sector
(3.377.029)
145.429
Reële waarde resultaten op vastgoedbeleggingen Reële waarde resultaten uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening
Nettomutatie in operationele bedrijfsmiddelen
Financiële activa tegen reële waarde
(140.776)
23.263
Vastgoed
(493.720)
(371.468)
1.618.990
(626.842)
365.452
95.048
9.324
4.258
Nettomutatie in verplichtingen uit hoofde van operationele activiteiten Verplichtingen private en publieke sector Uitgegeven schuldbewijzen Mutatie in voorzieningen Financiële verplichtingen tegen reële waarde Overige mutaties in overlopende activa en passiva
2.826.601
(92.954)
(120.553)
(129.677)
Betaalde belastingen
(63.550)
(38.407)
Overige mutaties uit operationele activiteiten
342.616
(365.990)
Ontvangen dividenden uit deelnemingen Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten
510 (4.519)
454 1.483.195
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
57
Jaar eindigend op 31 december in duizenden euro’s
2007
2006
16.878
(10.259)
(9.154)
(8.211)
Kasstromen uit investeringsactiviteiten (Verwerving)/ontvangsten uit aankoop en verkoop van deelnemingen (Verwerving)/ontvangsten uit aankoop en verkoop van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Rentedragende waardepapieren Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten
–
(50.000)
7.724
(68.470)
Kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie vermogen Aflossingen van achtergestelde schulden Betaalde dividenden Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten Nettomutatie in liquide middelen
–
103.730
(10.913)
–
–
(1.588.638)
(10.913)
(1.484.908)
(7.708)
(70.183)
Kasstroom uit beëindigde bedrijfsactiviteiten
–
(20.769)
Kasstroom uit verworven bedrijfsactiviteiten
–
232.613
Beginstand liquide middelen
400.471
258.810
Eindstand liquide middelen
392.763
400.471
58
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening in duizenden euro’s, tenzij anders aangegeven
1 Algemene informatie Rabo Bouwfonds N.V. is in Nederland gevestigd. De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2007 omvat de cijfers van Rabo Bouwfonds N.V. en haar dochterondernemingen (hierna tezamen ‘Rabo Bouwfonds’) en het belang van Rabo Bouwfonds in deelnemingen. Sinds 1 december 2006 houdt De Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (hierna ‘Rabobank Nederland’) te Amsterdam middels Rabo Bouwfonds Holding N.V. alle aandelen van Rabo Bouwfonds en wordt zij aangeduid als de uiteindelijke eigenaar van Rabo Bouwfonds. FGH Bank, Rabo Vastgoed en Rabo Bouwfonds staan per december 2006 onder gemeenschappelijke zeggenschap van Rabobank Nederland. Per 1 januari 2007 heeft Rabo Bouwfonds zeggenschap over FGH Bank en Rabo Vastgoed gekregen. Op basis hiervan zijn de nieuwe dochterondernemingen FGH Bank en Rabo Vastgoed verwerkt volgens de ‘pooling of interest’ methode. De activa en passiva van Rabo Vastgoed en FGH Bank zijn per 1 januari 2007 in de geconsolideerde balans van Rabo Bouwfonds opgenomen tegen boekwaarde. De geconsolideerde balans per 31 december 2006 is ten behoeve van een goede vergelijkbaarheid overeenkomstig aangepast. De baten en lasten van Rabo Vastgoed en FGH Bank zijn vanaf 1 januari 2007 in de winst- en verliesrekening van Rabo Bouwfonds verwerkt. In januari 2006 is Bouwfonds Hypotheken B.V. verkocht aan ABN AMRO Bank. In december 2006 is Bouwfonds Property Finance B.V. afgesplitst aan ABN AMRO Bank in het kader van de uiteindelijke overdracht naar SNS REAAL. Per 1 december 2006 zijn de deelneming in Rijnlandse Bank N.V. en de spaaractiviteiten van Rabo Bouwfonds afgesplitst aan de FGH Bank. Bovenstaande wijzigingen in de geconsolideerde groep zijn in de verloopsituaties van de balans in de vergelijkende cijfers opgenomen als ‘wijziging in groepsamenstelling’. De bedrijfsactiviteiten van Rabo Bouwfonds hebben betrekking op ontwikkeling, financiering en investment management van vastgoed. De jaarrekening is op 27 maart 2008 geautoriseerd en vrijgegeven voor publicatie door de hoofddirectie.
2 Overzicht van de belangrijkste grondslagen 2.1 Overeenstemmingsverklaring De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard door de Europese Unie (EU). 2.2 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening luidt in euro’s, de rapporterings- en functionele valuta van Rabo Bouwfonds, afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal. Bij de opstelling van de jaarrekening is van verschillende waarderingsgrondslagen gebruikgemaakt. De reële waarde wordt gebruikt voor afgeleide financiële instrumenten, voor financiële activa en passiva die worden aangehouden voor handelsdoeleinden of die zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, en voor activa die beschikbaar zijn voor verkoop. De boekwaarde van activa en verplichtingen die deel van een reële-waardehedgerelatie uitmaken, wordt aangepast met betrekking tot reële waardeveranderingen die voortvloeien uit het afgedekte
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
59
risico. Overige financiële activa (met inbegrip van kredieten en vorderingen) en verplichtingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Niet-financiële activa en passiva worden gewaardeerd tegen historische kostprijs, behalve de vastgoedbeleggingen welke worden gewaardeerd tegen reële waarde. De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met IFRS vereist dat beoordelingen en schattingen worden gemaakt die van invloed zijn op de opname en waardering van activa en passiva, de informatieverschaffing over voorwaardelijke vorderingen en schulden per de datum van de jaarrekening en de gerapporteerde baten en lasten over de verslagperiode. Hoewel deze schattingen met betrekking tot actuele gebeurtenissen en handelingen naar beste weten van het management worden gemaakt, kunnen de feitelijke uitkomsten uiteindelijk afwijken van deze schattingen. Tot de belangrijkste onderdelen waarvoor beoordelingen en schattingen moeten worden gemaakt, behoren risico en rendement en andere relevante criteria om te bepalen of een financieel actief niet langer op de balans moet worden opgenomen of op welk moment een voor een bijzonder doel opgezette entiteit (‘special purpose entity’) moet worden geconsolideerd, evenals de vaststelling van resultaten op projecten in het kader van vastgoedontwikkeling. Hiertoe behoren eveneens het bepalen van de reële waarde van bepaalde activa en verplichtingen, de omvang en de timing van toekomstige kasstromen uit kredieten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, de uitkomst van geschillen en verstrekte garanties en de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan het vaststellen van langlopende personeelsverplichtingen en overige voorzieningen. Met ingang van 2007 past Rabo Bouwfonds IFRS 7 toe. De volgende standaarden en interpretaties zijn door de IASB en IFRIC uitgegeven maar nog niet effectief: IFRS 8 ‘Operating Segments’ Revised IAS 23 ‘Borrowing Costs’ IAS 1 ‘Presentation of Financial Statements – A revised Presentation’ IFRIC 11 ‘Group and Treasury Share Transaction’ IFRIC 12 ‘Service Concession Agreements’ IFRIC 13 ‘Customer loyalty programmes’ IFRIC 14 ‘ The limit on a definied Benefit Asset, Minimum Funding Requirements and their Interaction’ Het effect van deze nieuwe richtlijnen en interpretaties op Rabo Bouwfonds dient nog te worden beoordeeld.
60
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
2.3 Grondslagen voor consolidatie Dochterondernemingen en acquisities Dochterondernemingen zijn die ondernemingen waarover Rabo Bouwfonds de zeggenschap heeft. Er wordt geacht sprake te zijn van zeggenschap indien Rabo Bouwfonds de mogelijkheid heeft om, direct of indirect, het financiële en operationele beleid van een onderneming te bepalen teneinde voordelen te verkrijgen uit de activiteiten van de onderneming. Deze ondernemingen worden in de jaarrekening van Rabo Bouwfonds in de consolidatie betrokken indien, gezien de aard van de relatie tussen Rabo Bouwfonds en de onderneming, Rabo Bouwfonds de feitelijke zeggenschap over de onderneming heeft. Bij het beoordelen of Rabo Bouwfonds zeggenschap heeft, wordt eveneens het bestaan van eventuele stemrechten die alsdan uitgeoefend of geconverteerd kunnen worden, evenals het effect daarvan, in aanmerking genomen. De jaarrekeningen van dochterondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de aanvangsdatum van de zeggenschap tot aan het moment waarop deze eindigt. Het belang van derden in het eigen vermogen en het nettoresultaat worden afzonderlijk gepresenteerd in respectievelijk de geconsolideerde balans en de geconsolideerde winst- en verliesrekening. IFRS 3 ‘Business Combinations’ is van toepassing op fusies en overnames. De verkrijgingsprijs van een overgenomen entiteit wordt bepaald op de reële waarde van de opgegeven activa, de uitgegeven aandelen of de aangegane verplichtingen per de overnamedatum, vermeerderd met de direct aan de overname toe te rekenen kosten. Het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs en het aandeel van Rabo Bouwfonds in de reële waarde van het saldo van identificeerbare activa en verplichtingen (waaronder begrepen bepaalde voorwaardelijke schulden) van de overgenomen entiteit wordt opgenomen als goodwill. Een uitzondering vormen overgenomen ondernemingen en entiteiten die worden aangehouden voor verkoop. In het geval van een stapsgewijze acquisitie waarbij de zeggenschap in fasen tot stand komt, worden alle activa en passiva van de overgenomen entiteit, met uitzondering van goodwill, geherwaardeerd naar de reële waarde per de datum van de laatste aandelenovernametransactie. Verschillen in de reële waarde van bestaande belangen worden direct ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht. Het feit dat alle activa en passiva van de dochteronderneming tegen reële waarde worden opgenomen, leidt ertoe dat het belang van derden wordt berekend aan de hand van deze reële waarden. Investeringen met invloed van betekenis Deelnemingen zijn die ondernemingen waarin Rabo Bouwfonds invloed van betekenis (over het algemeen wanneer Rabo Bouwfonds tussen 20 % en 50 % van de stemrechten bezit) heeft op het operationele en financiële beleid, maar waarover Rabo Bouwfonds geen zeggenschap heeft. Investeringen waarbij invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden volgens de nettovermogenswaardemethode verantwoord. Volgens deze methode wordt de investering bij eerste opname verantwoord tegen kostprijs en vervolgens verhoogd (of verlaagd) met de nettowinst (of het nettoverlies) na de overname, overige mutaties die het eigen vermogen van de participatie beïnvloeden en eventueel noodzakelijke aanpassingen voor waardeverminderingen. Indien het aandeel van Rabo Bouwfonds in verliezen hoger is dan de boekwaarde van de investering, wordt de boekwaarde verlaagd tot nihil en wordt de verantwoording van verdere verliezen stopgezet, behalve voor zover Rabo Bouwfonds verplichtingen is aangegaan of betalingen heeft verricht namens de participatie.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
61
Entiteiten waarover gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend Entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend, zijn die ondernemingen waarover Rabo Bouwfonds gezamenlijke zeggenschap heeft, zoals vastgelegd in een overeenkomst. De geconsolideerde jaarrekening bevat het evenredige aandeel van Rabo Bouwfonds in de activa, passiva, baten en lasten van deze ondernemingen. Hierbij worden de posten regel voor regel verantwoord, vanaf de aanvangsdatum van de gezamenlijke zeggenschap tot aan de datum waarop deze eindigt. Activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten Activa en/of bedrijfsactiviteiten worden aangewezen als aangehouden voor verkoop indien de boekwaarde daarvan hoofdzakelijk gerealiseerd zal worden door middel van een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik. Verder dient het actief voor verkoop gereed te zijn en de verkoop dient volgens planning binnen twaalf maanden plaats te vinden. Indien aan deze voorwaarden is voldaan, worden voor verkoop aangehouden activa gewaardeerd tegen de boekwaarde of, indien lager, de reële waarde minus de verkoopkosten en worden zij afzonderlijk van de andere activa in de balans opgenomen. Het is niet toegestaan de activa en verplichtingen van een voor verkoop aangehouden bedrijfsactiviteit te salderen. Het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten (indien deze van betekenis en afzonderlijk te onderscheiden zijn) wordt in de winst- en verliesrekening gepresenteerd als één bedrag dat bestaat uit de nettowinst en/of het nettoverlies van de beëindigde bedrijfsactiviteit en het resultaat na belastingen dat is gerealiseerd bij verkoop of de waardering tegen reële waarde minus de verkoopkosten van de netto activa die de beëindigde bedrijfsactiviteit omvat. Dit vereist dat de nettowinst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten en de nettowinst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten afzonderlijk worden verantwoord. De vergelijkende cijfers in de winst- en verliesrekening worden aangepast indien in de verslagperiode bedrijfsactiviteiten als te beëindigen worden aangemerkt. Eliminatie van transacties bij consolidatie Verhoudingen en transacties tussen groepsmaatschappijen en daarmee verband houdende niet-gerealiseerde winsten worden geëlimineerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening. Niet-gerealiseerde winsten op transacties met deelnemingen en entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend, worden geëlimineerd naar rato van het belang dat Rabo Bouwfonds in de onderneming heeft. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij uit de transactie blijkt dat er sprake is van bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief.
2.4 Segmentinformatie De commerciële bedrijfsonderdelen vormen de primaire segmenten voor rapportagedoeleinden. De commerciële bedrijfsonderdelen worden opgesplitst op basis van de beoordeling van risico en rendement aan de hand van de eigenschappen van producten en diensten. De opsplitsing in geografische segmentatie is gebaseerd op de verschillen in de economische omgeving. Voor de presentatie van geografische gegevens is de locatie van de klanten van Rabo Bouwfonds bepalend. 2.5 Valutaomrekenverschillen De financiële resultaten van de buitenlandse activiteiten van de groep die worden uitgeoefend via kantoren, dochterondernemingen, deelnemingen en joint ventures, worden uitgedrukt in de valuta die het best de economische betekenis van de onderliggende gebeurtenissen en omstandigheden weergeeft die relevant zijn voor die entiteit (‘de functionele valuta’).
62
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Transacties in een andere valuta dan de functionele valuta van de entiteit die de transactie aangaat worden omgerekend in de functionele valuta tegen de wisselkoers op de transactiedatum. Overlopende activa en passiva worden omgerekend op basis van de wisselkoers op de laatste dag van de maand waarop de resultaten betrekking hebben. Monetaire activa en verplichtingen die in vreemde valuta luiden, worden omgerekend tegen de wisselkoers per balansdatum. In vreemde valuta luidende niet-monetaire activa en verplichtingen die tegen historische kostprijs worden gewaardeerd, worden omgerekend tegen de wisselkoers op de datum van eerste opname. Valutaomrekenverschillen op monetaire financiële activa en passiva, ongeacht of deze tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde worden gewaardeerd, worden opgenomen onder valutakoersresultaten. Valutaomrekenverschillen op niet-monetaire posten die worden aangehouden tegen reële waarde, worden eveneens opgenomen onder valutakoersresultaten in de winst- en verliesrekening. Valutaomrekenverschillen op voor verkoop beschikbare niet-monetaire posten worden opgenomen in het eigen vermogen, in de component ‘Niet-gerealiseerde winsten/verliezen op activa beschikbaar voor verkoop (netto)’. De activa en passiva van buitenlandse entiteiten, met inbegrip van goodwill en correcties voor ‘purchase accounting’, worden omgerekend in euro’s tegen de wisselkoers per balansdatum. De baten en lasten van buitenlandse activiteiten worden omgerekend in euro’s tegen de wisselkoers per maandultimo. De aldus ontstane valutaomrekenverschillen worden direct opgenomen in het eigen vermogen (reserve valutaomrekenverschillen). Wanneer buitenlandse activiteiten geheel of gedeeltelijk worden verkocht, worden deze valutaomrekenverschillen, voor zover ontstaan na 1 januari 2004, in de winst- en verliesrekening opgenomen.
2.6 Renteresultaat Rentebaten en -lasten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen volgens de effectieverentemethode. De toepassing van deze methode omvat de amortisatie van een eventueel disagio of agio of andere verschillen tussen de eerste boekwaarde van een rentedragend instrument en het bedrag per vervaldatum, berekend op basis van de effectieve rentevoet. Onder deze post worden tevens rentebaten en -lasten met betrekking tot handelsposities verantwoord. 2.7 Projectresultaat Projectbaten worden pas opgenomen na verkoop en wanneer een betrouwbare schatting van het resultaat van een ontwikkelingsproject kan worden gemaakt. Daarna worden de contractuele baten en lasten in de winst- en verliesrekening verwerkt naar rato van de voortgang van het project. De voortgang wordt bepaald aan de hand van de uitgevoerde projectfasen. Verwachte verliezen op projecten worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening verwerkt. 2.8 Provisie Provisie wordt verantwoord wanneer de dienstverlening heeft plaatsgevonden, tenzij deze is opgenomen in de effectieve renteberekening. Resultaatafhankelijke provisie wordt pas opgenomen op het moment dat aan de performancecriteria is voldaan. Provisie die geen integraal onderdeel uitmaakt van effectieve rente uit hoofde van het onderhandelen over, of het participeren in onderhandelingen over, een transactie met een derde partij, zoals de verwerving van leningen, aandelen of andere effecten of de aankoop of verkoop van een bedrijfsactiviteit, wordt bij voltooiing van de onderliggende transactie opgenomen. Vergoedingen voor adviesdiensten en werkzaamheden met betrekking tot portefeuille- en overig beheer worden verwerkt op basis van de van toepassing zijnde dienstverleningscontracten.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
63
Bereidstellingsprovisie voor kredietfaciliteiten waarbij het waarschijnlijk is dat het krediet wordt opgenomen, wordt, samen met de daarmee in verband staande directe kosten, als overlopende post opgenomen en opgevoerd als een correctie op de effectieve rente op het krediet zodra dit is opgenomen. Bereidstellingsprovisie voor kredietfaciliteiten waarbij het niet waarschijnlijk is dat het krediet wordt opgenomen, wordt opgevoerd gedurende de looptijd van de faciliteit.
2.9 Resultaat uit financiële transacties Dit omvat de winsten en verliezen uit de verkoop van niet voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa en passiva, de ineffectiviteit van bepaalde reële-waardehedges en de reële waardeveranderingen met betrekking tot activa en verplichtingen die zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van veranderingen in de reële waarde in de winst- en verliesrekening. 2.10 Overige operationele baten Onder overige operationele baten zijn opgenomen de baten uit hoofde van het exploiteren van vastgoed, waarin Rabo Bouwfonds optreedt als operationeel ‘lessor’ (verhuurder). Tevens zijn onder overige operationele baten de provisies uit structureringen, acquisities, syndiceringen, performance en vermogensbeheer opgenomen. Deze vergoedingen worden verantwoord wanneer de betrokken dienst wordt verleend. De vergoedingen over diensten die een langere periode beslaan worden verantwoord over de periode waarop de dienst betrekking heeft. Bij marktwaardewaarderingen worden reële-waardemodellen gehanteerd voor de berekening van bepaalde vergoedingen.
2.11 Financiële activa en passiva Rubricering Rabo Bouwfonds rubriceert de financiële activa en passiva in de volgende waarderingscategorieën: Kredieten en vorderingen zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen, die niet in een actieve markt zijn genoteerd. Deze activa ontstaan wanneer Rabo Bouwfonds geldmiddelen of diensten direct aan een klant verstrekt zonder het voornemen de lening te verhandelen of te verkopen. Leningen die zijn verstrekt met het voornemen om deze te verkopen, worden gerubriceerd onder overige activa en aangewezen als posten waarbij veranderingen in de reële waarde in de winst- en verliesrekening worden verwerkt. Financiële activa aangehouden tot einde looptijd zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen (bijvoorbeeld ‘schuldbewijzen’) en een vaste looptijd die Rabo Bouwfonds voornemens is en in staat is aan te houden tot het einde van de looptijd. Financiële activa en financiële passiva bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde zijn financiële activa en passiva die bij eerste opname door Rabo Bouwfonds worden (zijn) aangewezen als posten die tegen reële waarde worden opgenomen en waarbij veranderingen in de reële waarde in de winst- en verliesrekening worden verwerkt. Een dergelijke wijze van verantwoording vindt plaats indien: – in het basisinstrument een derivaat besloten is (‘embedded derivative’) dat anders daarvan gescheiden zou moeten worden; – dit een inconsistentie die zich anders zou voordoen bij waardering van deze activa of passiva op een andere basis, opheft of aanzienlijk vermindert; – het een portefeuille van financiële activa en/of financiële passiva betreft die op basis van reële waarde wordt beheerd en geëvalueerd in overeenstemming met het risicobeheer of de beleggingsstrategie van Rabo Bouwfonds.
64
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden zijn instrumenten die Rabo Bouwfonds voornamelijk aanhoudt met het oog op winstneming op korte termijn. Hiertoe behoren aandelen, rentedragende effecten, bepaalde kredieten (aangehouden met de intentie deze binnen afzienbare tijd te verkopen), derivatencontracten die niet zijn aangewezen als hedge-instrumenten en verplichtingen uit hoofde van shortposities in financiële instrumenten. Alle derivaten voor handelsdoeleinden met per saldo een positieve reële waarde, alsmede gekochte opties, worden verantwoord als financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. Alle derivaten voor handelsdoeleinden met per saldo een negatieve waarde, alsmede geschreven opties, worden verantwoord als financiële passiva aangehouden voor handelsdoeleinden. Derivaten zijn afgeleide financiële instrumenten die geen of een geringe netto-investering vereisen en waarbij de toekomstige verrekening afhankelijk is van een tarief dat als benchmark fungeert, bijvoorbeeld rentetarieven. De reële waarde van derivaten wordt beïnvloed door mutaties in de verwachte toekomstige kasstromen als gevolg van veranderingen in de onderliggende benchmark. Alle derivaten worden in de balans tegen reële waarde opgenomen. Reële-waardeveranderingen van derivaten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen, behalve wanneer een post wordt aangemerkt als kasstroomhedge (zie paragraaf 2.13 Hedge accounting). Sommige hybridecontracten bestaan uit zowel een afgeleide als een niet-afgeleide component. In dergelijke gevallen wordt de afgeleide component een ‘embedded derivative’ genoemd. Wanneer de economische kenmerken van dergelijke in contracten besloten derivaten niet nauw zijn verbonden met die van het basiscontract, worden deze derivaten gescheiden van het basiscontract, tenzij het basiscontract is aangemerkt als een tegen reële waarde opgenomen post met veranderingen via het resultaat en wordt verantwoord op een wijze die overeenkomt met op zichzelf staande derivaten. Instrumenten die afscheidbare derivaten bevatten, bevinden zich doorgaans in de handelsportefeuille. Er kan ook voor worden gekozen om dergelijke samengestelde instrumenten tegen reële waarde op te nemen met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Financiële activa beschikbaar voor verkoop zijn financiële activa die zijn aangemerkt als beschikbaar voor verkoop en niet onder een van de andere bovenstaande categorieën vallen. Financiële passiva niet aangehouden voor handelsdoeleinden die niet zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs. Opname in en verwijdering van balans Een financieel actief (of een deel van een financieel actief ) wordt van de balans verwijderd als: – de rechten op de kasstromen uit het actief aflopen; – de rechten op de kasstromen uit het actief en nagenoeg alle risico’s en voordelen van het eigendom van het actief worden overgedragen; – een verplichting om de kasstromen uit het actief over te dragen verondersteld wordt en nagenoeg alle risico’s en voordelen worden overgedragen; – een verplichting om de kasstromen uit het actief over te dragen verondersteld wordt; – niet alle economische risico’s en voordelen worden overgedragen of behouden maar de zeggenschap over het actief wordt overgedragen.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
65
Indien Rabo Bouwfonds de zeggenschap over het actief behoudt maar niet nagenoeg alle risico’s en voordelen, wordt het actief verantwoord overeenkomstig de mate van de aanhoudende betrokkenheid van Rabo Bouwfonds. Een gerelateerde verplichting wordt eveneens verantwoord overeenkomstig de mate van aanhoudende betrokkenheid. De verantwoording van de wijziging in de waarde van de verplichting geschiedt in overeenstemming met de verantwoording van wijzigingen in de waarde van het actief. Aankopen en verkopen van beleggingen en verhandelde instrumenten worden opgenomen op de transactiedatum. Dit is de datum waarop Rabo Bouwfonds zich verplicht tot het kopen of verkopen van het onderliggende instrument. Kredieten en vorderingen en elders aangehouden tegoeden worden opgenomen op het moment dat zij door Rabo Bouwfonds worden verworven of gefinancierd en worden niet langer opgenomen op het moment dat zij worden afgewikkeld. Uitgegeven schuldbewijzen worden opgenomen per de uitgiftedatum; verplichtingen private en publieke sector worden opgenomen wanneer de geldmiddelen bij Rabo Bouwfonds worden gestort. Overige financiële activa en passiva, met inbegrip van derivaten, worden opgenomen op de balans wanneer Rabo Bouwfonds partij wordt in de contractuele bepalingen van het actief of de verplichting. Waardering Alle voor handelsdoeleinden aangehouden instrumenten en financiële activa en passiva die zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten, worden verwerkt tegen reële waarde, waarbij de transactiekosten direct ten laste van de winst- en verliesrekening worden gebracht. Alle derivaten worden in de balans opgenomen tegen reële waarde, terwijl veranderingen in de reële waarde in de winst- en verliesrekening worden verwerkt, tenzij het derivaat in aanmerking komt voor verantwoording als kasstroomhedge. Financiële activa beschikbaar voor verkoop worden tegen reële waarde opgenomen, terwijl niet-gerealiseerde winsten en verliezen, na aftrek van belastingen, direct ten gunste of ten laste van het eigen vermogen worden gebracht. Indien voor verkoop beschikbare activa worden verkocht, worden geïncasseerd of een bijzondere waardevermindering ondergaan, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt van het eigen vermogen naar het resultaat uit financiële transacties in de winst- en verliesrekening. De eerste waardering van alle overige financiële activa en passiva geschiedt tegen reële waarde, met inbegrip van direct toerekenbare transactiekosten. Daarna worden zij gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met gebruik van de effectieve-rentemethode. Door toepassing van deze methode worden agio’s en disagio’s, inclusief daarvoor in aanmerking komende transactiekosten, opgenomen in de boekwaarde van het desbetreffende instrument en geamortiseerd op basis van de oorspronkelijke effectieve-rentevoet van het instrument gedurende de periode tot de einddatum of de verwachte vervroegde aflossing. Reële waarden worden ontleend aan genoteerde marktprijzen in liquide markten, mits deze beschikbaar zijn. Indien geen genoteerde marktprijs beschikbaar is, wordt de reële waarde van het instrument geschat aan de hand van prijsnoteringen van handelaren, prijsbepalingsmodellen en/of contante-waardemethoden. De in prijsbepalingsmodellen gehanteerde gegevens zijn in het algemeen in de markt waarneembare gegevens of kunnen van in de markt waarneembare gegevens worden afgeleid. Indien er geen relevante in de markt waarneembare gegevens beschikbaar zijn, wordt de initiële toename van de reële waarde die is bepaald met behulp van de waarderingstechnieken op basis van niet-waarneembare gegevens, geamortiseerd via het resultaat gedurende de looptijd van de transacties.
66
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Bij toepassing van een contante-waardemethode worden de geschatte toekomstige kasstromen gebaseerd op de beste schattingen van het management. De bij deze methode gehanteerde disconteringsvoet is een marktgerelateerde voet per balansdatum voor instrumenten met vergelijkbare voorwaarden. Ongeacht de rubricering van activa en verplichtingen in de balans, wordt ontvangen of betaalde rente verwerkt in de winst- en verliesrekening onder rente. Op soortgelijke wijze worden ontvangen dividenden verwerkt onder resultaat uit financiële transacties.
2.12 Saldering In het geval dat Rabo Bouwfonds hetzij de wettelijke hetzij de contractuele bevoegdheid en tevens het voornemen heeft financiële activa en passiva gesaldeerd of gelijktijdig af te wikkelen, worden deze gesaldeerd en wordt het saldo in de balans opgenomen. Vanwege tijdsverschillen in feitelijke kasstromen worden derivaten met een positieve reële waarde over het algemeen niet gesaldeerd met derivaten met een negatieve reële waarde, zelfs niet als zij bij dezelfde tegenpartij worden aangehouden.
2.13 Hedge accounting Rabo Bouwfonds maakt als onderdeel van het risicobeheer gebruik van afgeleide instrumenten voor het beheer van posities die blootstaan aan rente-, valuta- en kredietrisico’s, met inbegrip van posities die voortvloeien uit toekomstige transacties. Rabo Bouwfonds past hetzij reële-waardehedge accounting hetzij kasstroomhedge accounting toe wanneer transacties voldoen aan bepaalde criteria die gelden voor de administratieve verwerking van hedgetransacties (‘hedge accounting’). Een hedgerelatie komt in aanmerking voor hedge accounting indien: – er bij het aangaan van de hedge formele documentatie van de hedgetransactie aanwezig is; – de hedge naar verwachting zeer effectief zal zijn; – de effectiviteit van de hedge betrouwbaar kan worden bepaald; – de hedge gedurende de hele verslagperiode zeer effectief is, en – voor het afdekken van toekomstige transacties: de transactie zeer waarschijnlijk zal plaatsvinden en dit neerkomt op een blootstelling aan bewegingen in kasstromen die uiteindelijk het nettoresultaat zouden kunnen beïnvloeden. Een afgedekte positie kan zijn een actief, een verplichting, een vaststaande verplichting, een zeer waarschijnlijke toekomstige transactie of een netto-investering in een buitenlandse entiteit (a) waarmee de entiteit wordt blootgesteld aan het risico van veranderingen in de reële waarde of toekomstige kasstromen en (b) die wordt aangemerkt als afgedekte positie. Het afgedekte risico betreft met name rente- of valutabewegingen. Voor kredietrisicoderivaten (ook wel aangeduid als ‘credit default swaps’) wordt geen hedge accounting toegepast. In overeenstemming met het bovenstaande beoordeelt Rabo Bouwfonds formeel, zowel bij het aangaan van de hedgerelatie als gedurende de looptijd daarvan, of de derivaten waarvan gebruik is gemaakt ten behoeve van hedgetransacties zeer effectief zijn (geweest) voor het opvangen van veranderingen in de reële waarde of kasstromen van de afgedekte positie. Een hedge wordt normaliter geacht zeer effectief te zijn indien Rabo Bouwfonds, vanaf het begin en gedurende de gehele looptijd, kan verwachten, en de werkelijke resultaten hierop wijzen, dat veranderingen in de reële waarde of de kasstromen van de afgedekte positie worden gecompenseerd door veranderingen in de reële waarde of kasstromen van het hedge-instrument, binnen een bandbreedte van 80 % tot 125 %.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
67
Een hedgerelatie is zeer effectief als Rabo Bouwfonds daarmee bewerkstelligt dat veranderingen in de reële waarde of kasstromen voor het afgedekte risico worden gecompenseerd. Het ineffectieve deel van een hedgerelatie (de mate waarin de veranderingen in de reële waarde van het derivaat verschillen van de veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie of de mate waarin veranderingen in de verwachte kasstromen van het derivaat verschillen van de verwachte veranderingen in de kasstromen van de afgedekte positie) en de winsten en verliezen op componenten van een derivaat die bij de beoordeling van de effectiviteit van de hedgetransactie buiten beschouwing worden gelaten, worden direct in het resultaat verwerkt. Rabo Bouwfonds zal hedge accounting beëindigen indien: a) vastgesteld wordt dat een derivaat niet of niet langer zeer effectief is als hedge-instrument; b) het derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend; c) de afgedekte positie vervalt of wordt verkocht of terugbetaald; d) een voorziene transactie niet langer als zeer waarschijnlijk wordt beschouwd, en e) in bepaalde omstandigheden Rabo Bouwfonds besluit hedge accounting te beëindigen, ook al is de hedgerelatie nog steeds zeer effectief, door het financieel instrument niet langer aan te merken als een hedge. Vervolgens worden eventuele hieraan gerelateerde derivaten verwerkt als financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij deze opnieuw als hedge worden aangemerkt in een nieuwe hedgerelatie. Reële-waardehedges Wanneer een afgeleid financieel instrument dient ter afdekking van veranderingen in de reële waarde van opgenomen activa of verplichtingen, wordt de boekwaarde van de afgedekte post aangepast voor het afgedekte risico. Winsten of verliezen bij herwaardering van zowel het hedge-instrument als de afgedekte post worden opgenomen in de winst- en verliesrekening, doorgaans onder resultaat uit financiële transacties. Wanneer een hedge-instrument of hedgerelatie in het kader van een reële-waardehedge wordt beëindigd, wordt een eventuele reële-waardeaanpassing van de boekwaarde van een rentedragend financieel actief of een rentedragende financiële verplichting geamortiseerd in de winst- en verliesrekening gedurende de resterende looptijd van de oorspronkelijke afgedekte post. Kasstroomhedges Wanneer een afgeleid financieel instrument dient ter afdekking van de variabiliteit van de kasstromen uit opgenomen activa of verplichtingen, verwachte transacties of vaststaande verplichtingen, wordt het effectieve deel van de winst of het verlies als gevolg van de herwaardering van het hedge-instrument direct opgenomen in het eigen vermogen. Indien een hedge-instrument of hedgerelatie ter afdekking van kasstromen wordt beëindigd, maar de afgedekte transactie naar verwachting nog steeds zal plaatsvinden, blijft de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies opgenomen in het eigen vermogen. In het eigen vermogen verwerkte cumulatieve winst of verlies wordt overgeboekt naar de winst- en verliesrekening op het moment dat de afgedekte transactie het nettoresultaat beïnvloedt en wordt gepresenteerd op dezelfde regel als de afgedekte transactie. In het uitzonderlijke geval dat de afgedekte transactie naar verwachting niet langer zal plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat is opgenomen in het eigen vermogen, direct overgeboekt naar de winst- en verliesrekening.
68
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
2.14 Waardeverminderingen van financiële activa Rabo Bouwfonds beoordeelt op elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering van een financieel actief of een groep financiële activa. Een financieel actief of een groep financiële activa heeft een bijzondere waardevermindering ondergaan indien er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering als gevolg van een of meer gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na de eerste opname van het actief en vóór de balansdatum (een ‘tot verlies leidende gebeurtenis’) en een dergelijke gebeurtenis een nadelig effect heeft op de geschatte toekomstige kasstromen uit het financieel actief of de groep financiële activa. Uitsluitend als en voor zover dit het geval is, wordt er een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen. Objectieve aanwijzingen voor waardeverminderingen van een financieel actief of een groep financiële activa bestaan uit waarneembare gegevens die ter kennis van Rabo Bouwfonds komen omtrent de volgende tot verlies leidende gebeurtenissen: – aanzienlijke financiële problemen van de emittent of debiteur; – contractbreuk, zoals achterstallige rentebetalingen of aflossingen; – een concessie die de kredietgever om economische of juridische redenen verleent aan de kredietnemer in verband met financiële problemen van de kredietnemer en die de kredietgever anders niet zou overwegen te verlenen; – waarschijnlijk faillissement van de kredietnemer of waarschijnlijke financiële herstructurering van de kredietnemer; – het wegvallen van een actieve markt voor het betreffende financieel actief vanwege financiële problemen; – waarneembare gegevens die erop wijzen dat er sprake is van een meetbare afname van de geschatte toekomstige kasstromen uit een groep financiële activa sinds de eerste opname van die activa, hoewel de afname nog niet kan worden vastgesteld bij de individuele financiële activa in de groep, waaronder: 1. nadelige veranderingen in de betalingsstatus van kredietnemers in de groep financiële activa; 2. nationale of lokale economische omstandigheden die correleren met achterstallige betalingen ten aanzien van activa in de groep financiële activa. Rabo Bouwfonds beoordeelt eerst of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering van financiële activa (met inbegrip van eventuele daaraan gerelateerde faciliteiten en garanties) die ieder afzonderlijk significant zijn, en doet dit individueel of collectief voor financiële activa die afzonderlijk niet significant zijn. Indien Rabo Bouwfonds vaststelt dat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering van een afzonderlijk beoordeeld financieel actief, wordt dit actief toegevoegd aan een groep financiële activa met vergelijkbare kenmerken qua kredietrisico, waarna deze groep collectief wordt beoordeeld op bijzondere waardevermindering. Financiële activa waarvoor individueel wordt vastgesteld dat er sprake is van bijzondere waardevermindering, worden niet meegenomen in een collectieve beoordeling van bijzondere waardevermindering. Voor kredieten en vorderingen en activa aangehouden tot einde looptijd wordt het verlies uit hoofde van bijzondere waardevermindering bepaald op het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het actief. Het verlies wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening onder waardeveranderingen.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
69
In de berekening van de contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen van een financieel actief waarvoor zakelijke zekerheden zijn verstrekt, wordt rekening gehouden met de kasstromen die kunnen ontstaan bij uitwinning van de zekerheden, ongeacht of uitwinning al dan niet waarschijnlijk is, minus de kosten die gemaakt moeten worden om de zekerheden te verkrijgen en te verkopen. Toekomstige kasstromen in een groep financiële activa die collectief op bijzondere waardevermindering worden beoordeeld, worden geschat op basis van de contractuele kasstromen van de kredieten in de portefeuille en historische verliesgegevens voor kredieten met kredietrisicokenmerken die vergelijkbaar zijn met die van kredieten in de portefeuille. Historische verliesgegevens worden aangepast op basis van actuele waarneembare gegevens, zodat rekening wordt gehouden met actuele omstandigheden die geen rol speelden in de periode waarop de historische verliesgegevens betrekking hebben en de effecten worden geëlimineerd van omstandigheden in de historische periode die thans niet actueel zijn. De methodologie en veronderstellingen waarvan bij het schatten van toekomstige kasstromen gebruik is gemaakt, worden regelmatig geëvalueerd om eventuele verschillen tussen geschatte verliezen en daadwerkelijk opgetreden verliezen te verminderen. Het effect van veranderingen in schattingen en realiseringen wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening onder waardeveranderingen. Rentebaten na bijzondere waardevermindering worden opgenomen op basis van de oorspronkelijke effectieve-rentevoet die voor het bepalen van het bijzondere waardeverminderingsverlies is gehanteerd bij de berekening van de contante waarde van de toekomstige kasstromen. Wanneer een krediet oninbaar is, wordt het afgeboekt op de betreffende voorziening voor bijzondere waardevermindering kredieten. Afboeking van dergelijke kredieten vindt plaats nadat alle vereiste procedures zijn afgerond en het bedrag van het verlies is vastgesteld. Bedragen die na afboeking alsnog worden geïnd, worden ten gunste van de winst- en verliesrekening gebracht onder waardeveranderingen. Activa die in het kader van een afwikkelingsprocedure worden verkregen in ruil voor kredieten en vorderingen, worden opgenomen als verkoop van het krediet en verkrijging van het actief. Indien als gevolg van de transactie zeggenschap over een entiteit wordt verkregen, wordt de betreffende entiteit geconsolideerd. Om te beoordelen of zich een bijzondere waardevermindering van voor verkoop beschikbare schuldbewijzen en eigen-vermogeninstrumenten heeft voorgedaan, wordt een significante of langdurige daling van de reële waarde daarvan tot onder de verkrijgingsprijs in aanmerking genomen. Indien hiervoor aanwijzingen zijn, wordt het cumulatieve nettoverlies dat eerder direct ten laste van het eigen vermogen is gebracht, overgeboekt van het eigen vermogen naar resultaat uit financiële transacties in de winst- en verliesrekening. Teruggenomen waardeverminderingen van schuldbewijzen, met inbegrip van voor verkoop beschikbare schuldbewijzen, worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Teruggenomen waardeverminderingen van aandelen worden niet in de winst- en verliesrekening verantwoord; reële-waardestijgingen van aandelen na bijzondere waardevermindering worden direct in het eigen vermogen verantwoord.
70
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
2.15 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen in eigen gebruik worden gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele waardeverminderingen. Als onroerende zaken en bedrijfsmiddelen zijn samengesteld uit belangrijke componenten met een verschillende gebruiksduur, worden deze componenten elk afzonderlijk verwerkt. Toevoegingen en uitgaven na eerste verwerking worden geactiveerd uitsluitend voor zover zij naar verwachting de toekomstige economische voordelen van het actief doen toenemen. Uitgaven ter vervanging van componenten worden afzonderlijk geactiveerd. Overige uitgaven na eerste verwerking worden uitsluitend geactiveerd indien zij de toekomstige economische voordelen van de betreffende onroerende zaken en bedrijfsmiddelen doen toenemen. Alle overige uitgaven worden als last in de winst- en verliesrekening opgenomen op het moment dat zij worden gedaan. Wanneer onroerende zaken en bedrijfsmiddelen buiten gebruik worden gesteld of worden afgestoten, wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst minus kosten en de boekwaarde opgenomen in de winst- en verliesrekening. Investeringen in gehuurde gebouwen (langetermijnverbeteringen of verbouwingen van gehuurde objecten) worden tegen kostprijs (verkrijgingsprijs) opgenomen en lineair afgeschreven op basis van de gebruiksduur (gewoonlijk gelijk aan de resterende looptijd van de betreffende huurovereenkomst). Afschrijvingen worden lineair ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht gedurende de geschatte gebruiksduur van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen en van belangrijke componenten die afzonderlijk worden verwerkt. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Rabo Bouwfonds hanteert in het algemeen de volgende geschatte gebruiksduur: – Gebouwen in eigen gebruik 5 – 40 jaar – Bedrijfsmiddelen 1 – 5 jaar Om rekening te houden met eventuele wijzigingen in omstandigheden, worden afschrijvingspercentages, afschrijvingsmethoden en restwaarden van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen periodiek getoetst. Bij de afschrijving van geactiveerde verbeteringen aan huurobjecten wordt rekening gehouden met de looptijd van de desbetreffende huurovereenkomst.
2.16 Vastgoed Hieronder vallen alle actiefposten die betrekking hebben op de ontwikkeling en exploitatie van vastgoed. De posten zijn als volgt onderverdeeld: – bouwterreinen en vereveningsfondsen; – onderhanden werk; – handelsdebiteuren vastgoed; – gereed product; – vastgoedbeleggingen.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
71
Bouwterreinen en vereveningsfondsen Terreinen worden gewaardeerd tegen kostprijs, met inbegrip van toegerekende rente en bijkomende kosten voor de aankoop en het bouwrijp maken van terreinen. Voor grond waarop volgens het bestemmingsplan geen speciale bestemming rust, wordt, indien er geen zekerheid bestaat dat de grond bebouwd zal worden, geen rente toegerekend. Voor bij verkoop verwachte verliezen wordt een bijzondere waardevermindering toegepast op de boekwaarde van het terrein. De vereveningsfondsen hebben betrekking op geactiveerde bouwrechten aangekocht van derden, naast bouwrechten die zijn ontstaan bij verkoop van terreinen aan gemeentelijke overheden of andere partijen als het saldo van de kostprijs van de terreinen en de verkoopopbrengst. Deze bedragen, die dienen te worden terugverdiend uit toekomstige bouwprojecten, worden verminderd met eventueel noodzakelijke voorzieningen. Onderhanden werk Onderhanden werk betreft verkochte en onverkochte commercieelvastgoedprojecten, alsmede verkochte en onverkochte woningbouwprojecten in aanbouw of voorbereiding. Onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen gemaakte kosten vermeerderd met toegerekende rente en winst, verminderd met eventueel noodzakelijke voorzieningen. Aan kopers en opdrachtgevers gefactureerde termijnen worden in mindering gebracht op onderhanden werk. Indien voor een project het saldo negatief is (de gefactureerde termijnen bedragen meer dan de geactiveerde kosten), wordt het saldo op dat project overgeboekt naar ‘overige verplichtingen’. Winsten worden genomen op basis van de voortgang van het project (‘percentage of completion’ methode). Gereed product Niet-verkocht commercieel vastgoed en woningen worden opgenomen tegen de productiekosten, verminderd met eventueel noodzakelijke voorzieningen. Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde wordt bepaald op de meest waarschijnlijke prijs die redelijkerwijs per de balansdatum (dus niet per een datum in het verleden of de toekomst) in de markt kan worden verkregen. De reële waarde is gebaseerd op de huidige prijzen in een actieve markt voor soortgelijk vastgoed op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Indien deze informatie ontbreekt wordt de reële waarde bepaald met behulp van discounted cash flow waarderingstechnieken. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit reële-waardeveranderingen, worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Huuropbrengsten uit vastgoedbeleggingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen.
2.17 Immateriële activa Kosten die direct verband houden met identificeerbare en unieke softwareproducten waarover Rabo Bouwfonds de beschikkingsmacht heeft en waarmee waarschijnlijk gedurende meer dan één jaar economische voordelen zullen worden gegenereerd die hoger zijn dan de kosten, worden geactiveerd als immateriële vaste activa. Directe kosten omvatten mede de personeelskosten van het softwareontwikkelingsteam. Uitgaven die de gebruiksmogelijkheden of -duur van computersoftware vergroten of verlengen ten opzichte van de oorspronkelijke specificaties, worden beschouwd als investering en toegevoegd aan de oorspronkelijke historische kostprijs van de software. Software wordt afgeschreven over een periode van drie jaar.
72
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Overige door Rabo Bouwfonds verworven immateriële activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met cumulatieve amortisatie en bijzondere waardeverminderingsverliezen. De overige immateriële activa bestaan uit afzonderlijk identificeerbare posten die voortvloeien uit de overname van dochterondernemingen, zoals verworven klantrelaties. De amortisatie geschiedt lineair ten laste van de winsten verliesrekening gedurende de geschatte gebruiksduur van het immaterieel actief. Tevens worden aangeschafte licenties onder immateriële activa gepresenteerd. Kosten in verband met het onderhoud van computersoftware worden als last opgenomen in de periode waarin ze worden gemaakt.
2.18 Pensioen en andere regelingen na pensionering Voor de medewerkers in Nederland en voor de meeste medewerkers in het buitenland zijn pensioen- of andere oudedagsregelingen getroffen in overeenstemming met de in die landen bestaande voorschriften en usances. Deze regelingen zijn grotendeels bij afzonderlijke pensioenfondsen of bij derden ondergebracht. Hierbij wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het beschikbaar premiestelsel (toegezegdebijdrageregeling ofwel ‘defined contribution plan’) en het salaris-/dienstjarensysteem (toegezegdpensioenregeling ofwel ‘defined benefit plan’). Defined contribution plans De verschuldigde premies voor pensioenregelingen op grond van het beschikbaar premiestelsel komen rechtstreeks ten laste van het resultaat over het jaar waarop zij betrekking hebben. Defined benefit plans De hieruit voortvloeiende verplichtingen worden beschouwd als eigen verplichtingen van Rabo Bouwfonds, ongeacht of de uitvoering is ondergebracht bij een pensioenfonds of op een andere wijze plaatsvindt. De pensioenverplichtingen voor het defined benefit plan worden berekend in overeenstemming met de ‘projected unit credit method of actuarial cost allocation’. Volgens deze methode wordt de contante waarde van de pensioenverplichtingen en overige personeelsverplichtingen bepaald op basis van het aantal actieve dienstjaren tot aan de balansdatum, het geraamde salarisniveau per de verwachte pensioneringsdatum en de marktrente op bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit. Voor de bepaling van de pensioenlasten wordt tevens het verwachte rendement op de beleggingen in de berekening betrokken. Verschillen tussen het verwachte rendement en het gerealiseerde rendement op de pensioenbeleggingen, alsmede actuariële winsten en verliezen, worden uitsluitend als baten of lasten opgenomen indien de netto cumulatieve, niet-opgenomen actuariële winsten en verliezen aan het einde van het voorgaande boekjaar groter zijn dan 10 % van de verplichtingen uit hoofde van de pensioenregeling of, indien hoger, de reële waarde van de daaraan gerelateerde pensioenbelegging. Het gedeelte boven 10 % wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening over de verwachte resterende dienstjaren van de medewerkers die deelnemen aan de pensioenregelingen. Verschillen tussen de aldus bepaalde pensioenlasten en de af te dragen premies worden als voorziening dan wel vooruitbetaalde bedragen verantwoord. Verplichtingen uit hoofde van vervroegde uittreding van medewerkers (VUT) worden in dit kader als pensioenverplichtingen aangemerkt.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
73
Wanneer de aanspraken uit hoofde van een pensioenregeling worden verbeterd, wordt het gedeelte van de verbeterde pensioenaanspraken dat betrekking heeft op de verstreken dienstjaren van medewerkers lineair als last in de winst- en verliesrekening opgenomen gedurende de gemiddelde periode totdat de pensioenaanspraken onvoorwaardelijk worden. Voor zover de aanspraken direct onvoorwaardelijk worden, wordt de last onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Andere regelingen na pensionering De netto-verplichting van Rabo Bouwfonds uit hoofde van regelingen op lange termijn, uitgezonderd pensioenregelingen, is het bedrag van de toekomstige beloning die medewerkers hebben verdiend in ruil voor hun diensten in de verslagperiode en voorgaande perioden. Deze verplichting wordt berekend op basis van actuariële veronderstellingen. Overige rechten na pensionering, waaronder bijdragen aan ziektekostenverzekering, jubileumuitkeringen, hypotheekrentekortingen en uitkeringen aan niet-actieve medewerkers, worden ook berekend op basis van actuariële veronderstellingen.
2.19 Voorzieningen Rabo Bouwfonds treft een voorziening wanneer ze een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is en een betrouwbare schatting van de verplichting kan worden gemaakt. Indien het effect van materiële betekenis is, worden voorzieningen bepaald door de toekomstige kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet vóór belasting waarin de actuele markttarieven tot uitdrukking komen, alsmede, voor zover van toepassing, de risico’s die specifiek zijn voor de verplichting. Pensioenen De pensioenvoorziening heeft betrekking op (aanvullend-) pensioenrechten. Een voorziening is alleen vereist bij pensioenregelingen waaronder de vennootschap van rechtswege gehouden is tot toekomstige pensioenuitkeringen. In dat geval wordt een voorziening getroffen die lineair wordt opgenomen gedurende de periode die gemiddeld verstrijkt voordat de pensioenrechten onvoorwaardelijk zijn geworden. Indien de pensioenrechten onmiddellijk ingaan, worden de kosten direct in de winst- en verliesrekening opgenomen. Garantiefonds Dit fonds betreft de aangegane garantieverplichtingen met betrekking tot verkochte en opgeleverde woningen. Eigenaren van Rabo Bouwfonds woningen verkrijgen bij aankoop een garantiecertificaat dat tien jaar geldig is. De daaruit voortvloeiende financiële passiva worden uit dit fonds voldaan. Herstructurering Een herstructureringsvoorziening wordt opgenomen indien er een verplichting bestaat. Dit laatste is het geval wanneer Rabo Bouwfonds een gedetailleerd plan heeft goedgekeurd en bij de bij het plan betrokken partijen een gefundeerde verwachting heeft gewekt door met de uitvoering van het plan een aanvang te maken of de belangrijkste kenmerken van het plan bekend te maken. Er wordt geen voorziening getroffen voor toekomstige bedrijfslasten. Overige Overige voorzieningen betreffen hoofdzakelijk andere garanties en juridische claims.
74
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
2.20 Overige verplichtingen, acute en latente belastingen De verschuldigde belastingen worden als last opgenomen in de periode waarin de winsten ontstaan, op basis van de geldende belastingwetgeving in het desbetreffende rechtsgebied. Het toekomstig fiscaal voordeel van voorwaarts verrekenbare verliezen wordt opgenomen als een actief wanneer het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waarmee deze verliezen kunnen worden verrekend. Niet-latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden uitsluitend gesaldeerd als zij binnen dezelfde fiscale eenheid ontstaan en zowel de wettelijke bevoegdheid als het voornemen bestaat om de vorderingen en verplichtingen gesaldeerd af te wikkelen of gelijktijdig te realiseren. Latente belastingverplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en passiva ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde daarvan. De belangrijkste tijdelijke verschillen vloeien voort uit vastgoedontwikkelingsactiviteiten, de reële waarde van derivatencontracten, voorzieningen voor pensioenen en ‘purchase accounting’ met betrekking tot overnames. Voor de volgende tijdelijke verschillen wordt geen voorziening getroffen: de eerste opname van activa of verplichtingen die noch de commerciële noch de fiscale winst beïnvloeden en verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen en deelnemingen voor zover zij in de voorzienbare toekomst waarschijnlijk niet zullen worden teruggenomen. Het bedrag van de latente belastingen is gebaseerd op de wijze waarop de boekwaarde van de activa en passiva naar verwachting zal worden gerealiseerd of afgewikkeld, waarbij de belastingtarieven die zijn vastgesteld op balansdatum, dan wel waartoe materieel reeds is besloten, worden gehanteerd. Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van de vordering kunnen worden aangewend.
2.21 Uitgegeven schuldbewijzen Uitgegeven schuldbewijzen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met gebruik van de effectieve-rentemethode, tenzij de schuldbewijzen een hybride karakter hebben en worden aangemerkt als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Uitgegeven financiële instrumenten of hun componenten worden gerubriceerd als verplichtingen indien Rabo Bouwfonds volgens contractuele bepalingen in overwegende mate een verplichting heeft om geldmiddelen of een ander financieel actief aan de houder te leveren, financiële instrumenten te ruilen onder voorwaarden die mogelijk nadelig zijn of op een andere wijze aan de verplichting te voldoen dan door de ruil van een vast bedrag aan geldmiddelen of een ander financieel actief voor een vast aantal van de eigenvermogeninstrumenten. Uitgegeven financiële instrumenten of hun componenten worden gerubriceerd als eigenvermogeninstrumenten indien zij niet als verplichting kunnen worden aangemerkt en een restbelang in de activa van Rabo Bouwfonds vertegenwoordigen. Indien uitgegeven financiële instrumenten zowel een vreemd-vermogencomponent als een eigen-vermogencomponent bevatten, worden deze componenten afzonderlijk verwerkt. De eigen-vermogencomponent wordt alsdan opgenomen tegen het bedrag dat overblijft nadat op het totale instrument de afzonderlijk bepaalde reële waarde van de vreemdvermogencomponent in mindering is gebracht.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
75
2.22 Aandelenkapitaal Marginale externe kosten die direct zijn toe te rekenen aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden, onder aftrek van daarop betrekking hebbende belastingen, in mindering gebracht op het eigen vermogen. Dividend op gewone aandelen wordt ten laste van het eigen vermogen gebracht in de periode waarin het door de aandeelhouder wordt goedgekeurd.
2.23 Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat (netto) Reserve valutaomrekenverschillen De reserve valutaomrekenverschillen bevat alle valutaverschillen die voortvloeien uit de omrekening van de jaarrekening van buitenlandse dochterondernemingen en deelnemingen. Reserve kasstroomhedges Deze post omvat het effectieve deel van de cumulatieve reële-waardeveranderingen van uitgevoerde kasstroomhedges.
2.24 Kasstroom Voor wat betreft het kasstroomoverzicht worden onder kasmiddelen verstaan de aanwezige kasmiddelen en de per saldo aanwezige nostrotegoeden bij banken. Het op de indirecte berekeningsmethode gebaseerde kasstroomoverzicht geeft inzicht in de herkomst van de kasmiddelen die gedurende het jaar beschikbaar zijn gekomen en de wijze waarop de kasmiddelen gedurende het jaar zijn aangewend. De kasstromen worden gesplitst naar operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Mutaties in kredieten en vorderingen en interbancaire deposito’s zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Investeringsactiviteiten omvatten aan- en verkopen en aflossingen inzake financiële beleggingen, alsmede de aan- en verkopen van deelnemingen en van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. De uitgifte van aandelen en de opname en aflossing van lang vreemd vermogen worden als financieringsactiviteit aangemerkt. Mutaties uit hoofde van valutaomrekenverschillen worden, evenals de consolidatie-effecten bij de verwerving van deelnemingen, voor zover van materiële betekenis, uit de kasstromen geëlimineerd.
76
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 3 Segmentinformatie De gegevens per Rabo Bouwfonds bedrijfsonderdeel worden op zowel commerciële als geografische grondslag gepresenteerd. De commerciële opsplitsing is gebaseerd op de managementstructuur van Rabo Bouwfonds, de interne rapportagestructuur en de risico’s en opbrengsten. De activa, verplichtingen, baten en lasten van de verschillende bedrijfsonderdelen worden bepaald in overeenstemming met de hiervoor uiteengezette grondslagen. De activa, verplichtingen, baten en lasten van de onderscheiden bedrijfsonderdelen bevatten posten die hetzij direct, hetzij redelijkerwijs aan het desbetreffende bedrijfsonderdeel kunnen worden toegerekend. Transacties tussen bedrijfsonderdelen vinden plaats tegen marktvoorwaarden. De kapitaaluitgaven betreffen de kosten die gedurende de verslagperiode zijn gemaakt om activa ten behoeve van bedrijfsonderdelen te verwerven die naar verwachting gedurende een periode van langer dan één jaar gebruikt zullen worden. Dit betreft onder meer vastgoed voor eigen gebruik, bedrijfsmiddelen en software.
Opsplitsing op commerciële basis De commerciële bedrijfsonderdelen van Rabo Bouwfonds zijn: Development (DEV): Dit bedrijfssegment richt zich primair op de ontwikkeling van woongebieden, retailprojecten en multifunctionele projecten. Finance (FIN): Dit bedrijfssegment richt zich primair op vastgoedfinanciering, beleggingsfinancieringen, leaseregelingen en hypothecaire leningen, concentrerend op kleinschalig commercieel vastgoed. Investment Management (MGT): Dit bedrijfssegment richt zich primair op het ontwikkelen, structureren en beheren van vastgoedportefeuilles. Het betreft niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen die openstaan voor zowel particuliere als institutionele beleggers in Nederland en in het buitenland. Tevens is hier opgenomen de organisatie die het beheer voert over fondsen zonder winstoogmerk. De beëindigde financieringsbedrijfsactiviteiten uit 2006 omvatten Bouwfonds Property Finance B.V. en het inmiddels weer tot de groep behorende Rijnlandse Bank N.V.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
77
Gegevens per bedrijfsonderdeel op commerciële grondslag over 2007 DEV
FIN
MGT
Totaal
Rentebaten
114.410
637.921
28.284
780.615
Rentelasten
154.054
467.487
39.942
661.483
Renteresultaat
(39.644)
170.434
(11.658)
119.132
Projectbaten
2.688.976
–
37.300
2.726.276
Projectlasten
2.298.347
–
29.387
2.327.734
390.629
–
7.913
398.542
Projectresultaat Provisieresultaat Resultaat uit deelnemingen Resultaat uit financiële transacties Overige operationele baten Baten Personeelskosten Algemene en beheerskosten
–
922
–
922
19.966
13.361
25.242
58.569
–
3.777
–
3.777
10.459
7.498
59.108
77.065
381.410
195.992
80.605
658.007
154.651
35.604
29.151
219.406
72.293
15.664
19.109
107.066
Afschrijvingen
9.012
3.228
1.168
13.408
Bedrijfslasten
235.956
54.496
49.428
339.880
302
2.761
–
3.063
Lasten
236.258
57.257
49.428
342.943
Bedrijfsresultaat vóór belastingen
145.152
138.735
31.177
315.064
Waardeveranderingen
Belastingen Jaarwinst
(35.648)
(29.088)
(3.345)
109.504
109.647
27.832
246.983
(68.081)
107.708
108.999
26.758
243.465
1.796
648
1.074
3.518
Toe te rekenen aan Aandeelhouders moedermaatschappij Derden Overige gegevens per 31 december 2007 Totale activa
4.706.435
13.417.881
794.195
18.918.511
Totaal verplichtingen
3.966.669
12.641.255
728.697
17.336.621
5.446
3.096
627
9.169
–
–
9.827
9.827
Kapitaaluitgaven Investeringen deelnemingen
In het projectresultaat van de vastgoedactiviteiten is per saldo een vrijval aan de voorziening opgenomen voor vastgoed voor een bedrag van € 4,4 miljoen. Er hebben zich geen materiële transacties voorgedaan tussen de verschillende bedrijfsonderdelen gedurende 2007.
78
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Gegevens per bedrijfsonderdeel op commerciële grondslag over 2006 DEV
FIN
MGT
Voortgezet
Beëindigd
Totaal
Rentebaten
50.006
–
25.093
75.099
465.538
540.637
Rentelasten
89.546
–
31.355
120.901
276.397
397.298
(39.540)
–
(6.262)
(45.802)
189.141
143.339
Renteresultaat Projectbaten
2.426.136
–
11.800
2.437.936
115.269
2.553.205
Projectlasten
2.079.339
–
5.809
2.085.148
113.193
2.198.341
346.797
–
5.991
352.788
2.076
354.864
(65)
–
3.836
3.771
3.587
7.358
–
–
86
86
–
86
baten
8.638
–
58.378
67.016
1.344
68.360
Baten
315.830
–
62.029
377.859
196.148
574.007
123.158
–
24.729
147.887
28.400
176.287
62.220
–
21.248
83.468
25.293
108.761
Afschrijvingen
8.201
–
1.633
9.834
2.450
12.284
Bedrijfslasten
193.579
–
47.610
241.189
56.143
297.332
485
–
–
485
14.929
15.414
194.064
–
47.610
241.674
71.072
312.746
121.766
–
14.419
136.185
125.076
261.261
Belastingen
(29.788)
–
(2.836)
(32.624)
(36.604)
(69.228)
Jaarwinst
91.978
–
11.583
103.561
88.472
192.033
89.621
–
11.315
100.936
88.472
189.408
2.357
–
268
2.625
–
2.625
Totale activa*
4.375.999
10.243.923
828.474
15.448.396
–
15.448.396
Totale verplichtingen*
3.743.014
9.574.464
804.887
14.122.365
–
14.122.365
8.489
–
1.819
10.308
–
10.308
1.669
–
36.278
37.947
–
37.947
Projectresultaat Resultaat uit deelnemingen Resultaat uit financiële transacties Overige operationele
Personeelskosten Algemene en beheerskosten
Waardeveranderingen Lasten Bedrijfsresultaat vóór belastingen
Toe te rekenen aan Aandeelhouders moedermaatschappij Derden Overige gegevens per 31 december 2006
Kapitaaluitgaven* Investeringen deelnemingen *
De totale activa, verplichtingen en kapitaaluitgaven van Development bevat tevens Hopman Interheem Groep, die in de jaarrekening wordt gerubriceerd als aangehouden voor verkoop. De contributie van Hopman Interheem Groep in de activa, verplichtingen en kapitaaluitgaven betreffen respectievelijk: € 160.620, € 117.099 en € 98.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
79
In het projectresultaat van de vastgoedactiviteiten is per saldo een dotatie aan de voorziening opgenomen voor openstaande vastgoedposten voor een bedrag van € 2,4 miljoen. Er hebben zich geen materiële transacties voorgedaan tussen de verschillende bedrijfsonderdelen gedurende 2006.
Opsplitsing op geografische basis Rabo Bouwfonds is voornamelijk actief in Nederland, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten van Amerika (VS). De hierna opgenomen geografische analyse is gebaseerd op de locatie van de door Rabo Bouwfonds bediende klant. Geografische segmentatie over 2007 Baten
Totaal
Kapitaal-
activa
uitgaven
Nederland
509.447
17.411.670
7.717
Frankrijk
102.109
525.087
950
Duitsland
39.134
741.351
–
7.793
90.981
502
(476)
149.422
–
658.007
18.918.511
9.169
VS Overige Totaal
Geografische segmentatie over 2006 Baten
Nederland
Totaal activa
Kapitaaluitgaven
Voortgezet
Beëindigd
Voortgezet
Aangehouden voor verkoop
Voortgezet
Aangehouden voor verkoop
245.128
125.786
14.165.617
160.620
8.706
98
Frankrijk
88.083
10.051
408.168
–
854
–
Duitsland
37.214
12.524
589.922
–
315
–
6.792
19.985
37.813
–
–
–
VS Overige Totaal
642
27.802
86.256
–
335
–
377.859
196.148
15.287.776
160.620
10.210
98
80
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
4 Renteresultaat De rentebaten kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector Overige Subtotaal Financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening Totaal rentebaten
2007
2006
60.282
14.213
717.323
55.595
135
4.627
777.740
74.435
2.875
664
780.615
75.099
2007
2006
De rentelasten kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Verplichtingen bankiers
537.782
110.166
Verplichtingen private en publieke sector
47.868
8.454
Uitgegeven schuldbewijzen
11.073
–
2.754
–
Achtergestelde leningen Overige Subtotaal Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening Totaal rentelasten
366
2.281
599.843
120.901
61.640
–
661.483
120.901
2007
2006
2.224.788
1.978.731
490.845
445.269
10.643
13.936
2.726.276
2.437.936
5 Projectresultaat De projectbaten kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Woningbouw Commercieel vastgoed Diensten Totaal projectbaten
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
81
De projectlasten kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Woningbouw Commercieel vastgoed Diensten Totaal projectlasten
2007
2006
1.914.804
1.713.899
409.814
368.023
3.116
3.226
2.327.734
2.085.148
6 Resultaat uit deelnemingen Onder deze post is begrepen het aandeel in het resultaat van deelnemingen waarop Rabo Bouwfonds in de regel een invloed van betekenis heeft. Tevens zijn hierin opgenomen de incidentele resultaten ten gevolge van de herstructurering van IEF Capital en de verkoop van de dochteronderneming Hopman Interheem Groep en de deelnemingen in Stienstra en de Rode Olifant.
7 Overige operationele baten Deze post heeft betrekking op baten die niet onder de vorige posten kunnen worden ondergebracht. Overige operationele baten kunnen als volgt worden opgesplitst:
Structurering, acquisitievergoedingen en syndiceringsprovisies Vergoedingen vermogensbeheer Vergoedingen voor beheer beleggingsfondsen Overige beheervergoedingen
2007
2006
2.702
10.219
10.505
10.238
4.827
9.216
516
8.281
Huuropbrengsten
24.217
20.137
Winsten/(verliezen) uit financiële activa en passiva door winst- en verliesrekening
16.147
–
6.800
–
Verkoopwinst investment property Overige baten
11.351
8.925
Totaal overige operationele baten
77.065
67.016
82
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
8 Personeelskosten
Salarissen (incl. bonussen etc.)
2007
2006
144.036
101.040
Pensioenlasten (incl. vervroegde pensionering)
15.336
9.884
Sociale lasten
15.894
12.899
Overige personeelskosten
44.140
24.064
Totaal personeelskosten
219.406
147.887
2007
2006
1.165
979
303
–
Gemiddeld aantal medewerkers (in fte’s) Ontwikkeling Financiering Investment Management
203
185
Holding
164
181
1.835
1.345
Totaal gemiddeld aantal medewerkers (in fte’s)
De pensioenlasten omvatten een bijdrage van € 2,0 miljoen aan toegezegde-bijdragepensioenregelingen en een bedrag van € 13,2 miljoen aan beschikbare-premiepensioenregeling.
9 Algemene en beheerskosten
2007
2006
Professionele dienstverlening
26.991
20.680
Personeelgerelateerde kosten
3.399
2.261
Zakenreizen en transport
15.232
11.354
Huisvestingskosten
20.047
14.049
Kantoorbenodigdheden en drukkosten
8.547
881
Communicatie en informatie
3.534
4.058
Commerciële kosten
11.582
6.957
Automatiseringskosten
11.706
4.076
6.028
19.152
107.066
83.468
Diverse kosten Totaal algemene en beheerskosten
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
83
10 Afschrijvingen
2007 Onroerende zaken (in eigen gebruik) Bedrijfsmiddelen Immateriële vaste activa (licentie) Overige Totaal afschrijvingen
2006
2.474
4.094
10.704
5.733
6
7
224
–
13.408
9.834
11 Belastingen Deze post betreft de over de jaarwinst verschuldigde vennootschapsbelasting en het geldende belastingtarief, rekening houdend met de bestaande belastingfaciliteiten. De effectieve belastingdruk op het resultaat uit gewone bedrijfsactiviteiten nam in 2007 af van 26,6 % naar 21,6 %. De belastingdruk is uit de volgende componenten opgebouwd:
2007
2006
Nominale belastingdruk Nederland
in procenten (%)
25,5
29,6
Effect tariefsverlaging latente belastingen
(0,3)
(4,0)
Effect belastingvrije inkomsten in Nederland
(0,7)
(0,8)
Effect afwijkende belastingdruk overige landen
1,4
1,6
Effect niet-gewaardeerde actieve latentie
–
0,5
Effect belastingen voorgaande jaren
(0,8)
–
Fiscaal vrijgestelde inkomsten ter voorkoming van dubbele belastingen
(4,7)
–
Overige
1,2
(0,3)
21,6
26,6
Effectieve belastingdruk bedrijfsresultaat
84
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Aansluiting tussen de opgenomen belastingen en het bedrag dat resulteert uit toepassing van het Nederlandse belastingtarief op de boekwinst over de boekjaren 2007 en 2006:
Bedrijfsresultaat vóór belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten Bedrijfsresultaat vóór belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten Totaal bedrijfsresultaat vóór belastingen
2007
2006
315.064
136.185
–
125.076
315.064
261.261
Tegen belastingtarief van 25,5 % (2006: 29,6 %)
80.341
77.331
Effect tariefsverlaging latente belastingen
(1.002)
(10.526)
Effect belastingvrije inkomsten in Nederland
(2.339)
(2.176)
Effect afwijkende belastingdruk overige landen
4.500
4.189
(21)
1.267
(2.514)
94
(14.935)
–
Effect niet-gewaardeerde actieve latentie Effect belastingen voorgaande jaren Fiscaal vrijgestelde inkomsten ter voorkoming van dubbele belastingen Overige
4.051
(951)
Tegen een effectieve belastingdruk van 21,6 % (2006: 26,6 %)
68.081
69.228
Belastingen opgenomen in geconsolideerde winst- en verliesrekening
68.081
32.624
Belastingen toe te rekenen aan beëindigde bedrijfsactiviteiten Totaal belastingen
–
36.604
68.081
69.228
2007 Acute winstbelastingen – Verslagjaar – Voorgaande jaren
103.870 (2.514)
Uitgestelde belastingen
(33.275)
Totaal belastingen
68.081
12 Resultaat beëindigde bedrijfsactiviteiten en activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop Ultimo 2006 was de hoofddirectie van Rabo Bouwfonds voornemens om Hopman Interheem Groep te verkopen in 2007. In maart 2007 heeft deze verkoop plaatsgevonden. In de vergelijkende cijfers van de balans zijn de activa en de verplichtingen van Hopman Interheem Groep afzonderlijk opgenomen als activa en verplichtingen gerelateerd aan activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
85
De belangrijkste categorieën activa en verplichtingen van Hopman Interheem Groep zijn in de vergelijkende cijfers gerubriceerd als aangehouden voor verkoop. Deze waren per jaareinde als volgt:
2006 Activa Kredieten en vorderingen private en publieke sector Vastgoed Overige actiefposten Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop
16.536 136.902 7.182 160.620
Verplichtingen Verplichtingen bankiers
89.611
Verplichtingen private en publieke sector
18.626
Overige passiefposten Verplichtingen gerelateerd aan activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop
8.862 117.099
In de vergelijkende cijfers in de winst- en verliesrekening zijn de resultaten van Bouwfonds Property Finance B.V. en Rijnlandse Bank N.V. afzonderlijk opgenomen als resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten na belastingen. Rijnlandse Bank N.V. is als onderdeel van FGH Bank per januari 2007 weer onderdeel geworden van Rabo Bouwfonds.
86
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
De beëindigde bedrijfsactiviteiten zijn als volgt onder te verdelen:
2006 Rentebaten Rentelasten Renteresultaat
465.538 276.397 189.141
Projectbaten
115.269
Projectlasten
113.193
Projectresultaat
2.076
Provisieresultaat Resultaat uit deelnemingen Overige operationele baten Baten
– 3.587 1.344 196.148
Personeelskosten
28.400
Algemene en beheerskosten
25.293
Afschrijvingen
2.450
Bedrijfslasten
56.143
Waardeveranderingen
14.929
Lasten
71.072
Bedrijfsresultaat vóór belastingen
125.076
Belastingen
(36.604)
Jaarwinst
88.472
In het kasstroomoverzicht van de vergelijkende cijfers zijn de afhandeling van Bouwfonds Hypotheken en Hopman Interheem Groep als kasstromen uit beëindigde activiteiten opgenomen. De netto-kasstromen voor rekening van de beëindigde financieringsactiviteiten zijn als volgt:
2006 Operationele activiteiten Investeringsactiviteiten Financieringsactiviteiten Netto toename/(afname) liquide middelen
38.807.553 6.940 (38.835.262) (20.769)
De operationele kasstroom bevat € 465 miljoen aan ontvangen rente en € 276 miljoen aan betaalde rente.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
87
Voorwaardelijke schulden en onherroepelijke faciliteiten Hopman Interheem Groep Per 31 december 2006 stonden er geen voorwaardelijke schulden en onherroepelijke faciliteiten open inzake Hopman Interheem Groep. Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen Hopman Interheem Groep De verplichtingen uit hoofde van werk in uitvoering betroffen 1.630 woningen in aanbouw, waarvan er 1.545 waren verkocht. Met betrekking tot niet-commerciële vastgoedprojecten zijn per 31 december 2006 voor een bedrag van € 40 miljoen verplichtingen aangegaan met derden, waaronder onderaannemers en architecten. Met betrekking tot commerciële vastgoedprojecten zijn geen verplichtingen aangegaan met onderaannemers en architecten. Er zijn langlopende verplichtingen aangegaan per 31 december 2006 inzake de huur van kantoorpanden voor een bedrag van € 11,3 miljoen. Met betrekking tot de operationele leasing van auto’s zijn langlopende verplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 0,9 miljoen.
88
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Toelichting op de geconsolideerde balans 13 Kasmiddelen De post liquide middelen omvat alle wettige betaalmiddelen inclusief vreemde valuta.
14 Financiële activa en passiva tegen reële waarde via winst- en verliesrekening De financiële activa en passiva tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening bestaan uit financiële activa en passiva die bij eerste opname worden gerubriceerd als financiële activa en passiva tegen reële waarde door de winst- en verliesrekening en de financiële activa en passiva die worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Financiële activa tegen reële waarde door winst- en verliesrekening kunnen als volgt worden onderverdeeld:
2007
2006
50.563
23.078
107.211
–
Eigenvermogensinstrumenten
21.077
–
Derivaat ter afdekking van schuldpapieren gewaardeerd tegen reële waarde
20.698
–
Overige
15.782
–
215.331
23.078
Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa Derivaten niet aangewezen als hedge instrument Financiële activa bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde Schuldpapieren
Totaal financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening
Financiële passiva tegen reële waarde door winst- en verliesrekening kunnen als volgt worden onderverdeeld:
2007
2006
46.659
21.207
2.584.198
–
2.630.857
21.207
Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële passiva Derivaten niet aangewezen als hedge instrument Financiële passiva bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde Schuldpapieren Totaal financiële passiva tegen reële waarde via winst- en verliesrekening
Het derivaat dat is opgenomen onder financiële activa bij eerste opname van € 20,6 miljoen is afgesloten om de fair value mutaties van de schuldpapieren van € 2.584,1 miljoen af te dekken die zijn opgenomen onder financiële passiva bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. De hoofdsom van dit derivaat heeft dezelfde waarde als de hoofdsom van de schuldpapieren.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
89
15 Financiële activa en passiva tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Rabo Bouwfonds gaat verschillende financiële derivaten aan die als afdekking van reële waarde of kasstroom zijn bestemd en zich als zodanig kwalificeren. Rabo Bouwfonds gaat tevens derivaattransacties aan als afdekking van economische risico’s die geen hedge-accountingverantwoording krijgen. Deze zijn opgenomen onder voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa en passiva via winst- en verliesrekening (zie 14 ‘Financiële activa en passiva tegen reële waarde via winst- en verliesrekening’).
Financiële activa aangehouden als kasstroomhedge Financiële activa aangehouden als reële waarde hedge Totaal financiële activa aangehouden voor hedge accounting
Financiële passiva aangehouden als kasstroomhedge Financiële passiva aangehouden als reële waarde hedge Totaal financiële passiva aangehouden voor hedge accounting
2007
2006
36.861
33.638
–
1.110
36.861
34.748
2007
2006
5.085
34.380
268.686
51.735
273.771
86.115
Reële waarde hedge De reële waarde hedge van Rabo Bouwfonds bestaat in hoofdzaak uit Interest Rate Swaps (IRS) en cross currency IRS die dienen ter bescherming tegen een potentiële daling van de reële waarde van vastrentende activa of een stijging van de reële waarde van in zowel lokale als vreemde valuta’s luidende termijndeposito’s van cliënten of aangetrokken gelden. Rabo Bouwfonds dekt een deel van haar bestaande valutarisico af door middel van reële waarde-afdekkingen. De reële waarde van de valutatermijncontracten per 31 december 2007 bedroeg € 269 miljoen negatief (2006: € 52 miljoen negatief en € 1 miljoen positief ) en de onderliggende hoofdsom bedroeg € 1.966 miljoen (2006: € 431 miljoen voor de negatieve reële waarde en 15 miljoen voor de positieve reële waarde). Gedurende 2007 heeft Rabo Bouwfonds een verlies van € 220 miljoen verantwoord op het hedginginstrument en een winst verantwoord van € 220 miljoen op het afgedekte item. Kasstroomafdekkingen Rabo Bouwfonds maakt gebruik van renteswaps om veranderingen in de kasstromen van bepaalde variabelrentende schuldinstrumenten af te dekken. Mutaties in deze derivaten worden in het eigen vermogen verwerkt volgens de principes van hedge accounting. De gecontracteerde nominale bedragen van derivaten aangehouden als kasstroomhedge zijn aan de actiefzijde in totaal € 1.835 miljoen (2006: € 1.350 miljoen) en aan de passiefzijde in totaal € 470 miljoen (2006: € 711 miljoen). Per 31 december 2007 kwam de reële waarde van de derivaten aangemerkt als kasstroomafdekkingen overeen met een netto niet-gerealiseerde winst van € 22 miljoen (2006: nihil).
90
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Het onderstaande schema geeft weer wanneer de kasstroomafdekkingen de winst- en verliesrekening zullen beïnvloeden ultimo 2007:
Cash inflow Cash outflow Net cash inflow Effect winst- en verliesrekening
Binnen
Tussen
Meer dan
1 jaar
1 en 5 jaar
5 jaar
95.641
234.458
118.281
218.059
679.918
553.248
(122.418)
(445.460)
(434.967)
6.318
12.436
7.704
Het onderstaande schema geeft weer wanneer de kasstroomafdekkingen de winst- en verliesrekening zullen beïnvloeden ultimo 2006:
Cash inflow
Binnen
Tussen
Meer dan
1 jaar
1 en 5 jaar
5 jaar
36.953
87.622
49.546
Cash outflow
135.420
328.989
321.942
Net cash inflow
(98.467)
(241.367)
(272.396)
Effect winst- en verliesrekening
3.627
5.715
2.282
In 2007 is een bedrag van € 22 miljoen (2006: € 112 miljoen) rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen uit hoofde van kasstroomhedges.
16 Kredieten en vorderingen bankiers Deze post omvat alle vorderingen op kredietinstellingen.
Rekening-courant Kredieten van banken Totale kredieten en vorderingen bankiers Vrijelijk beschikbaar Niet-vrijelijk beschikbaar Totaal kredieten en vorderingen bankiers
2007
2006
384.001
412.240
36.875
175.192
420.876
587.432
392.705
397.683
28.171
189.749
420.876
587.432
De niet-vrijelijke beschikbare kredieten uit 2006 hebben betrekking op aangetrokken waardepapieren en kredieten die gerelateerd zijn aan aangetrokken financiering van de moedermaatschappij Rabobank Nederland.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
91
17 Kredieten en vorderingen private en publieke sector Deze post omvat alle vorderingen uit hoofde van kredieten, niet zijnde vorderingen op kredietinstellingen. De kredieten kunnen als volgt worden opgesplitst:
2007
2006
Woninghypotheken
3.314.373
2.613.471
Beleggingshypotheken
8.622.809
6.147.958
1.747
–
Overige hypothecaire leningen Kredieten vastgoedactiviteiten
823.086
679.193
Kredieten managementactiviteiten
183.952
182.895
Overige
637.913
586.256
13.583.880
10.209.773
2007
2006
Totale kredieten en vorderingen private en publieke sector
De verdeling van de kredieten naar sector is als volgt:
Overheid Private sector zakelijk Private sector particulier
30.442
22.707
12.702.816
9.308.686
880.793
905.953
13.614.051
10.237.346
Totale kredieten en vorderingen private en publieke sector vóór aftrek voorziening waardeverminderingen Voorziening waardeverminderingen (zie 18 ‘Waardeveranderingen’) Totale kredieten en vorderingen private en publieke sector
(30.171)
(27.573)
13.583.880
10.209.773
In de riskmanagementparagraaf (zie 44 ‘Risk Management’) wordt ingegaan op het beheer van financiële risico’s aangaande de kredietportefeuille.
92
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
18 Waardeveranderingen
Stand per 1 januari Dotatie (via waardevermindering financiële activa) Onttrekking Wijziging in groepssamenstelling Overige mutaties Stand per 31 december
2007
2006
27.573
34.412
3.063
485
(141)
(3.039)
–
(4.405)
(324)
120
30.171
27.573
Alle kredieten die een waardeverandering hebben ondergaan, zijn afgeschreven tot het realiseerbare bedrag. De voorziening is volledig toe te rekenen aan de kredieten en vorderingen private en publieke sector.
19 Vastgoed Deze post omvat de posities betreffende de vastgoedactiviteiten en kan als volgt worden opgesplitst:
2007
2006
Bouwterreinen en vereveningsfondsen
1.715.900
1.448.353
Onderhanden werk
1.289.698
990.948
Handelsdebiteuren vastgoed
304.016
237.576
Gereed product
124.112
101.625
Vastgoedbeleggingen
938.082
1.113.038
4.371.808
3.891.540
Totaal vastgoed
Bouwterreinen en vereveningsfondsen
2007
2006
Bouwrijpe kavels
296.077
277.651
Bouwrijp te maken kavels
337.442
262.778
72.626
44.522
Terreinen met bestemmingsplan Overige terreinen zonder bestemmingsplan (incl. Vinex)
739.001
594.536
Binnenstedelijke gronden met bestemming wonen
46.893
44.439
Binnenstedelijke terreinen zonder bestemming wonen
36.057
31.969
Binnenstedelijke herstructurering in naoorlogse wijken Vereveningsfondsen Geactiveerde reële waarde Totale bouwterreinen en vereveningsfondsen
3.018
2.849
15.602
12.247
169.184
177.362
1.715.900
1.448.353
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
93
Onderhanden werk Onderhanden werk (opgenomen onder vastgoed)
2007
2006
Woningen in voorbereiding en in aanbouw
1.176.786
1.005.363
Commercieel vastgoed in ontwikkeling en in uitvoering
1.517.838
1.191.042
(646.952)
(605.642)
Vooruit gefactureerde termijnen woningbouw Vooruit gefactureerde termijnen commercieel vastgoed
(757.974)
(599.815)
1.289.698
990.948
2007
2006
Woningen in voorbereiding en in aanbouw
470.976
598.321
Commercieel vastgoed in ontwikkeling en in uitvoering
297.896
293.710
(3.496)
(3.450)
Totale onderhanden werk (opgenomen onder vastgoed)
Onderhanden werk (opgenomen onder overige verplichtingen)
Dienstverlening Vooruit gefactureerde termijnen woningbouw
(569.260)
(714.056)
Vooruit gefactureerde termijnen commercieel vastgoed
(307.508)
(292.047)
(111.392)
(117.522)
Totale onderhanden werk (zie 34 ‘Overige verplichtingen’)
Totaal onderhanden werk
Onderhanden werk (opgenomen onder vastgoed) Onderhanden werk (zie 34 ‘Overige verplichtingen’) Totale onderhanden werk
2007
2006
1.289.698
990.948
(111.392)
(117.522)
1.178.306
873.426
Van de in totaal 21.558 (2006: 17.476) woningen in aanbouw zijn in totaal 18.477 (2006: 15.243) woningen verkocht.
Gereed product
2007 Woningbouwprojecten Commercieel-vastgoedprojecten Totaal gereed product
2006
22.639
20.204
101.473
81.421
124.112
101.625
94
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Overzicht van de opgeleverde, onverkochte woningen per jaareinde:
2007
2006
Nederland
51
24
Duitsland
14
7
Frankrijk
42
40
Overige Totaal opgeleverde, onverkochte woningen
2
5
109
76
Voorziening vastgoed In vastgoed is een voorziening opgenomen van € 179 miljoen (2006: € 165 miljoen) voor projecten die verlieslatend zijn of worden gebaseerd op de informatie beschikbaar per balansdatum. Deze voorziening betreft hoofdzakelijk onderhanden werk voor een bedrag van € 80 miljoen (2006: € 86 miljoen) en bouwterreinen voor een bedrag van € 96 miljoen (2006: € 75 miljoen). Het restant van de voorziening betreft een voorziening van € 3 miljoen (2006: € 2 miljoen) betreffende handelsdebiteuren vastgoed. Op gereed product is geen voorziening getroffen (2006: € 1 miljoen). Onder de totale post vastgoed is een geactiveerde financieringscomponent opgenomen van € 45 miljoen (2006: € 36 miljoen). Het gemiddeld toegepaste rentepercentage voor deze geactiveerde financieringskosten ligt in de range van 3,5 % tot 4,5 % (2006: van 2,5 % tot 4 %). Vastgoedbeleggingen
2007
2006
1.113.038
462.933
Uitbreidingen
171.464
198.514
Verkopen
(187.873)
(47.199)
(15.161)
4.404
–
(104)
(143.386)
(199.511)
–
694.108
Stand per 1 januari
Herwaardering Koersverschillen Nieuw in consolidatie/uit consolidatie Wijziging in groepsamenstelling Overige
–
(107)
938.082
1.113.038
Totale huuropbrengsten uit vastgoedbeleggingen
35.028
28.915
Directe operationele bedrijfslasten uit vastgoedbeleggingen
10.811
8.778
Stand per 31 december
De vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde. Van de totale reële waarde ultimo 2007 is € 105 miljoen (2006: € 207 miljoen) gewaardeerd door een onafhankelijke taxateur. De overige reële waarde is bepaald op basis van discounted cashflowwaarderingstechnieken.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
95
De langlopende operationele lease-overeenkomsten zullen naar verwachting tot de volgende minimale leaseontvangsten leiden:
in miljoenen euro’s
2007
2006
Korter dan één jaar
111
95
Van één tot vijf jaar
308
248
Langer dan vijf jaar
141
517
Totaal langlopende operationele leaseontvangsten
560
860
20 Waardepapieren Deze post omvat rentedragende waardepapieren. Alle rentedragende waardepapieren maken deel uit van de beleggingsportefeuille. De mutatie in de rentedragende waardepapieren was als volgt:
2007 Stand per 1 januari Aankopen / (verkopen)
2006
50.870
–
18
50.000
(50.000)
–
(103)
–
Herrubricering schuldpapieren naar financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening Verkopen Wijziging in groepsamenstelling
–
870
Overige
(282)
–
Stand per 31 december
503
50.870
Onder de rentedragende waardepapieren waren vorig jaar schuldpapieren opgenomen die dit jaar geherrubriceerd zijn naar ‘financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening’.
96
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
21 Deelnemingen Deze post betreft deelnemingen die met het oog op operationele doeleinden voor langere tijd worden aangehouden. De geaggregeerde financiële informatie van de belangrijkste deelnemingen ultimo 2007 is hieronder opgenomen.
in miljoenen euro’s
2007
Totale activa
502
Totale verplichtingen
351
Totale opbrengsten
30
Totaal resultaat
3
De boekwaarde van deze deelnemingen bedraagt € 29,2 miljoen (2006: € 55,8 miljoen). Geen van deze deelnemingen wordt verhandeld op een openbare beurs.
22 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen De boekwaarde van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen vertoonde in 2007 het volgende verloop:
Land en
Bedrijfs-
gebouwen in
middelen
Totaal
eigen gebruik Kostprijs
75.920
52.127
128.047
Cumulatieve afschrijvingen
37.691
34.103
71.794
Stand per 1 januari
38.229
18.024
56.253
3.167
6.002
9.169
Uitbreidingen Verkopen Afschrijvingen Overige mutaties
-
(40)
(40)
(2.474)
(10.704)
(13.178)
(40)
(83)
(123)
38.882
13.199
52.081
Kostprijs
79.044
54.831
133.875
Cumulatieve afschrijvingen
40.162
41.632
81.794
Stand per 31 december Bestaande uit:
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
97
De boekwaarde van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen vertoonde in 2006 het volgende verloop:
Land en
Bedrijfs-
gebouwen in
middelen
Totaal
eigen gebruik Kostprijs
30.517
43.413
73.930
Cumulatieve afschrijvingen
17.173
30.965
48.138
Stand per 1 januari
13.344
12.448
25.792
Uitbreidingen
2.960
6.305
9.265
–
(1.054)
(1.054)
Afschrijvingen
(4.094)
(5.733)
(9.827)
Wijziging in groepsamenstelling
26.020
6.007
32.027
(1)
50
49
Verkopen
Valutaomrekenverschillen Overige
–
1
1
38.229
18.024
56.253
Kostprijs
75.920
52.127
128.047
Cumulatieve afschrijvingen
37.691
34.103
71.794
Stand per 31 december Bestaande uit:
23 Immateriële activa De immateriële activa betreffen aangeschafte contractuele klantenrechten en aangeschafte licenties. De mutatie in immateriële activa was als volgt:
Kostprijs
2007
2006
33
5.783
Cumulatieve afschrijvingen
13
3.456
Stand per 1 januari
20
2.327
Uitbreidingen
–
–
Afschrijvingen
(6)
(7)
Wijziging in groepsamenstelling
–
(2.300)
14
20
Kostprijs
33
33
Cumulatieve afschrijvingen
19
13
Stand per 31 december Bestaande uit:
98
Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
24 Belastingvorderingen Deze post betreft hoofdzakelijk niet-latente belastingvorderingen uit hoofde van (buitenlandse) vennootschapsbelasting en omzetbelasting.
25 Overlopende activa Deze overlopende activa hebben betrekking op vooruitbetaalde bedragen voor kosten die ten laste van de volgende periode komen en de nog te ontvangen, nog niet gefactureerde bedragen wegens baten ten gunste van de huidige of voorgaande periode.
2007
2006
Nog te ontvangen rente
67.829
51.134
Overige overlopende activa
78.440
83.576
Totaal overlopende activa
146.269
134.710
2007
2006
–
194.434
26 Overige activa
Nog te ontvangen aangetrokken callgeld Overige activa
4.892
–
Totaal overige activa
4.892
194.434
In 2006 betreft deze post de nog te ontvangen aangetrokken callgeld van de moedermaatschappij.
27 Verplichtingen bankiers Deze post omvat aan kredietinstellingen verschuldigde bedragen, niet zijnde schuldbewijzen en achtergestelde schulden.
2007
2006
Onderhandse leningen
7.407.875
7.990.685
Hypothecaire leningen
68.390
59.600
1.752.741
2.447.817
709.036
828.499
9.938.042
11.326.601
Kas- en callgeldleningen Rekening-courant Totaal verplichtingen bankiers
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007
99
28 Verplichtingen private en publieke sector Deze post omvat alle niet-achtergestelde verplichtingen private en publieke sector, die ontvangen zijn van niet-kredietinstellingen.
2007 Onderhandse leningen
2006
81.489
–
Crediteuren
265.929
268.842
Rekening-courant
583.530
296.843
25.995
32.387
2.243.765
981.594
121.347
123.399
3.322.055
1.703.065
Spaargelden particulieren Termijndeposito’s Overige Totaal verplichtingen private en publieke sector
29 Uitgegeven schuldbewijzen Deze post omvat de door SkyLine uitgegeven schuldpapieren welke worden verhandeld aan Euronext te Amsterdam. In 2006 omvatte deze post de kortlopende financieringen aangetrokken via het European Commercial Paper programma.
30 Voorzieningen
2007
2006
Primaire en secundaire personeelsvoorzieningen
21.062
21.133
Garantiefonds
19.887
18.996
1.097
2.955
Personeelsvoorziening na uitdiensttreding Herstructureringsvoorziening
3.951
6.947
Overige voorzieningen
23.338
22.961
Totaal voorzieningen
69.335
72.992
100 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Primaire en secun-
Garantiefonds
daire personeelsvoorzieningen Stand per 1 januari
Personeels-
Herstructurerings-
Overige
voorziening na
voorziening
voorzieningen
uitdiensttreding
2007
2006
2007
2006
2007
2006
2007
2006
2007
2006
21.133
6.127
18.996
18.833
2.955
3.837
6.947
10.023
22.961
19.491
2.246
8.908
4.537
3.337
884
536
877
1.218
6.165
5.052
Toevoegingen ten laste van resultaat Uitgaven ten laste van voorzieningen Vrijval
(802)
(761)
(3.336)
(3.443)
(2.775)
(1.261)
(2.991)
(3.407)
(2.057)
(1.235)
(1.221)
(3.898)
(295)
378
(223)
–
(883)
(500)
(1.664)
(4.028)
–
10.957
–
–
–
(392)
–
(128)
–
3.678
(294)
(200)
(15)
(109)
256
235
1
(259)
(2.067)
3
21.062
21.133
19.887
18.996
1.097
2.955
3.951
6.947
23.338
22.961
Wijziging in groepsamenstelling Overige mutaties Stand per 31 december
Primaire en secundaire personeelsvoorzieningen Deze voorziening heeft betrekking op uitkeringen na pensionering, niet zijnde pensioenrechten en de VUT-regeling alsmede uitkeringen die zijn aan te merken als secundaire arbeidsvoorwaarden. Garantiefonds Eigenaren van Rabo Bouwfondswoningen krijgen een garantiecertificaat uitgereikt. De daaruit voortvloeiende financiële verplichtingen worden uit dit fonds voldaan. Personeelsvoorziening na uitdiensttreding Rabo Bouwfonds had twee ‘defined benefit’ pensioenregelingen. Eén pensioenregeling is overgegaan naar verplichtingen gerelateerd aan activa aangehouden voor verkoop. Gedurende 2006 is besloten de resterende ‘defined benefit’ pensioenregeling af te kopen. Herstructureringsvoorziening Deze voorziening is gevormd uit hoofde van toezeggingen die zijn gedaan in het kader van de besluitvorming over wijzigingen in de organisatiestructuur. Overige voorzieningen Deze post omvat hoofdzakelijk overige garanties en juridische claims.
31 Pensioenregeling werknemers Onder de hoofdpensioenregeling van Rabo Bouwfonds vallen 1.071 medewerkers (2006: 1.064 medewerkers). Deze regeling is een ‘multi-employer plan’ en aan te merken als een ‘defined benefit plan’ en voorziet in de mogelijkheid van pensioenoverdracht. Binnen de pensioenregeling, ondergebracht bij ABP, is echter geen consistente en betrouwbare basis om de verplichting, fondsbeleggingen en kosten van de regeling toe te rekenen aan individuele aangesloten werkgevers die deelnemen aan het plan. Dit wordt veroorzaakt doordat de regeling de aangesloten werkgevers blootstelt aan actuariële risico’s die verband houden met de huidige en voormalige werknemers van andere aangesloten werkgevers. Om die reden wordt deze pensioenregeling voor verslaggevingdoeleinden verwerkt alsof het een toegezegde-bijdragenregeling is.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 101
Volgens opgaaf van het pensioenfonds is de waardering van het fonds op basis van de voorgestelde Pensioenwet inzake het financieel beoordelingskader. Dit resulteert in een overschot van 40 % (2006: 33 %) Doelstelling van het fonds is een overschotpercentage van 35 % (2006: 40 %) per ultimo 2008. Aangezien het reglement in geen enkel opzicht voorziet in de mogelijkheid van bijstortingen en/of onttrekkingen aan het fonds, kan een surplus of een tekort in de regeling geen invloed hebben op het bedrag van toekomstige bijdragen. De mogelijkheid tot wijziging van de premie is van jaar op jaar aanwezig, maar deze zal van geringe omvang zijn. Met ingang van 1 januari 2007 maken de werknemers van FGH Bank onderdeel uit van Rabo Bouwfonds. Deze werknemers hebben een pensioenregeling die kan worden aangemerkt als een ‘defined benefit plan’. De belangrijkste actuariële veronderstellingen ten behoeve van de waardering van de voorzieningen voor pensioenen (toegezegd-pensioenregelingen) zijn per 31 december als volgt:
2007
2006
Disconteringsfactor
in procenten (%)
5,5
4,6
Verwachte salarisontwikkeling
2,0
2,0
Consumentenprijsinflatie
2,0
2,0
Verwacht rendement beleggingen
6,5
5,6
De hieronder getoonde nettovordering voor de toegezegd-pensioenregeling wordt veroorzaakt door het overschot van de reële waarde van de fondsbeleggingen ten opzichte van de contante waarde van de pensioenaanspraken op balansdatum, samen met aanpassingen voor niet verwerkte actuariële resultaten en lasten voor verstreken dienstjaren. Aangezien de vordering niet kan worden teruggevorderd, is de vordering niet opgenomen op de balans.
Contante waarde van in een fonds ondergebrachte verplichtingen Reële waarde van planactiva
2007
2006
(81.428)
(89.459)
95.840
95.365
14.412
5.906
Niet-verantwoorde actuariële winsten/(verliezen)
(5.500)
1.878
Niet-verantwoorde backservicekosten
1.000
1.200
Nettovordering /(-verplichting)
9.912
8.984
102 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Het verloop van de verplichtingen gedurende het kalenderjaar kan als volgt in kaart worden gebracht: Contante waarde van in een fonds ondergebrachte verplichtingen Contante waarde aanspraken 1 januari
2007
2006
89.459
96.578
Toename contante waarde pensioenaanspraken
3.124
3.004
Interestkosten
4.184
3.922
Uitkeringen
(3.259)
(3.079)
–
(1.670)
Verwachte contante waarde aanspraken 31 december
93.508
98.755
Actuariële (winst)/verlies
(12.080)
(9.296)
Werkelijke contante waarde pensioenaanspraken (einde periode)
81.428
89.459
Wijziging toezegging
Het verloop van de bezittingen gedurende het kalenderjaar kan als volgt in kaart worden gebracht: Reële waarde van planactiva Reële waarde activa 1 januari
2007
2006
95.365
92.470
Verwachte opbrengst fondsbeleggingen
5.336
4.622
Premiebijdragen
3.100
2.999
Uitkeringen Verwachte contante waarde aanspraken 31 december Actuariële (winst)/verlies Werkelijke contante waarde pensioenaanspraken (einde periode)
(3.259)
(3.079)
100.542
97.012
(4.702)
(1.647)
95.840
95.365
De reële waarde van de planactiva bestaat voor 35 % uit eigen vermogensinstrumenten, 60 % uit vastrentende waarden en voor 5 % uit overige. De in de geconsolideerde winst- en verliesrekening over het boekjaar verantwoorde bijdragen zijn als volgt:
Toename contante waarde pensioenaanspraken
2007
2006
3.124
3.004
Interestkosten
4.184
3.922
Verwachte opbrengst fondsbeleggingen
(5.336)
(4.622)
Wijziging pensioenregeling Amortisatie kosten verstreken dienstjaren Totale last Bijdrage werknemers Last werkgever
–
(1.670)
200
200
2.172
834
(120)
(46)
2.052
788
De bijdrage die naar verwachting aan deze regeling zal worden gedaan in 2008 bedraagt € 1 miljoen.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 103
Met ingang van 1 januari 2007 maakt Rabo Vastgoed deel uit van Rabo Bouwfonds. De overgegane werknemers van Rabo Vastgoed vallen per 31 december 2007 in de pensioenregeling van Rabobank Nederland. De pensioenregeling van Rabobank Groep kan worden gekwalificeerd als toegezegdpensioenregeling. Aangezien Rabobank Groep in de overgangsperiode naar de Rabo Bouwfonds CAO optreedt als risicodrager (‘sponsoring employer’) wordt de pensioenregeling voor deze overgegane werknemers behandeld als toegezegde-bijdrageregeling. In de winst- en verliesrekening van Rabo Bouwfonds over 2007 is derhalve als kosten opgenomen de bijdrage over de pensioenregeling. In onderstaande tabel is samengevat de waardering van de pensioenregeling van Rabobank Nederland ultimo boekjaar.
in miljoenen euro’s Contante waarde van in een fonds ondergebrachte verplichtingen Reële waarde van planactiva Niet-verantwoorde actuariële winsten/(verliezen) Niet-verantwoorde backservicekosten Nettoverplichting
2007
2006
9.497
9.699
(11.013)
(10.262)
(1.516)
(563)
1.904
1.184
(2)
(3)
386
618
Voor een gedetailleerde toelichting van deze pensioenregeling wordt verwezen naar de jaarrekening over 2007 van de Rabobank Groep.
104 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
32 Uitgestelde belastingverplichtingen De uitgestelde belastingverplichtingen kunnen aan de volgende posten worden toegerekend:
2007
Via winst- en
Via eigen
Wijzing
verlies-
vermogen
in groep-
rekening
2006
samenstelling
Kredieten en vorderingen private en publieke sector
(12.419)
(5.799)
–
–
(6.620)
259
(805)
–
83
981
Vastgoed
88.640
(34.301)
–
23.940
99.001
Voorzieningen
(6.362)
532
–
101
(6.995)
8.756
1.486
7.048
206
16
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
Financiële activa en passiva tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Financiële activa en passiva tegen reële waarde via winst- en verliesrekening
2.960
2.960
–
–
–
Overige
(1.017)
2.652
–
(1.497)
(2.172)
7.048
22.833
84.211
Totaal uitgestelde belastingverplichtingen
80.817
(33.275)
Per 31 december 2007 heeft Rabo Bouwfonds voor in totaal voor € 34 miljoen (2006: € 29 miljoen) aan compensabele verliezen opgebouwd, waarvoor geen uitgestelde belastingvordering is opgenomen. De compensabele verliezen hebben voor een bedrag van € 23 miljoen (2006: € 22 miljoen) betrekking op activiteiten in België. Aan deze verliezen is geen beperking in looptijd verbonden. Voor een bedrag van € 3 miljoen (2006: € 3 miljoen) hebben de verliezen betrekking op activiteiten in Nederland. Deze verliezen expireren vanaf 2011. In Duitsland is een cumulatief verlies opgebouwd van € 2 miljoen (2006: € 2 miljoen) en in overige landen een cumulatief verlies van € 6 miljoen (2006: € 2 miljoen).
33 Overlopende passiva Deze post heeft betrekking op reeds ontvangen bedragen met betrekking tot inkomsten die in volgende perioden moeten worden opgenomen en verschuldigde bedragen die nog niet zijn gefactureerd en ten laste komen van voorgaande perioden.
2007 Te betalen rente opgenomen gelden
2006
59.483
67.970
Overige overlopende passiva
127.607
228.114
Totaal overlopende passiva
187.090
296.084
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 105
34 Overige verplichtingen
2007
2006
Onderhanden werk (zie 19 ‘Vastgoed’)
111.392
117.522
Ontwikkeling vastgoedprojecten
133.546
99.809
244.938
217.331
Totaal overige verplichtingen
35 Belastingverplichtingen Deze post betreft hoofdzakelijk niet-latente belastingverplichtingen uit hoofde van (buitenlandse-) vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting.
36 Achtergestelde schulden De achtergestelde schuld bedraagt € 41 miljoen en bestaat uit twee leningen. Een lening van € 40 miljoen heeft een vast rentepercentage van 6 % en vervalt in 2012. Daarnaast is er nog een lening van € 1 miljoen welke in 2012 vervalt en een variabele rentevoet heeft.
37 Aandelenkapitaal en reserves
Geplaatst en gestort aandelenkapitaal Agioreserve Overige reserves inclusief nettowinst huidige boekjaar Winst- en verliesposten niet opgenomen in resultaat (netto) Totaal eigen vermogen aandeelhouders moedermaatschappij
2007
2006
10.071
10.071
1.119.383
1.118.383
408.870
165.405
22.208
(923)
1.560.532
1.292.936
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 20,7 miljoen en bestaat onveranderd uit 18 miljoen aandelen, waarvan 8.757.578 aandelen zijn geplaatst en volgestort. De aandelen hebben een nominale waarde van € 1,15 elk. De algemene ledenvergadering besluit tot uitgifte van aandelen. De algemene vergadering kan het bestuur aanwijzen als het tot uitgifte bevoegde orgaan; zolang het bestuur tot uitgifte bevoegd is, kan de algemene vergadering niet tot uitgifte besluiten. De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het geplaatst kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moet worden aangehouden. Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar het geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen.
106 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
38 Voorwaardelijke schulden en onherroepelijke kredietfaciliteiten Voorwaardelijke schulden Deze post betreft garanties afgegeven inzake verplichtingen van derden en voorwaardelijk aangekochte grond. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op verplichtingen die gebruikelijk zijn in ontwikkelingsprojecten.
Voorwaardelijke verplichtingen voortvloeiend uit afgegeven garanties Voorwaardelijke verplichtingen inzake terreinen Totaal voorwaardelijke schulden
2007
2006
167.987
161.119
441.180
482.642
609.167
643.761
De voorwaardelijke verplichtingen voortvloeiend uit afgegeven garanties zullen voor een groot deel verlopen bij beëindiging van het project zonder dat zij geheel of gedeeltelijk tot betaling leiden. Dit betekent dat de opgevoerde bedragen niet de verwachte toekomstige kasstromen weergeven.
Onherroepelijke kredietfaciliteiten
2007
2006
Beschikkingsruimte kredietfaciliteiten en bouwdepots
721.452
864.082
Openstaande offertes (gewogen naar slagingskans)
713.532
307.186
1.434.984
1.171.268
Totaal onherroepelijke kredietfaciliteiten
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 107
Aanvullende informatie 39 Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen De verplichtingen uit hoofde van werk in uitvoering betreffen 21.558 (2006: 17.476) woningen in aanbouw, waarvan er 18.477 (2006: 15.243) reeds zijn verkocht. Met betrekking tot niet-commerciële vastgoedprojecten zijn per 31 december 2007 voor een bedrag van € 621 miljoen (2006: € 773 miljoen) verplichtingen aangegaan met derden, waaronder onderaannemers en architecten. Met betrekking tot commerciële vastgoedprojecten zijn voor een bedrag van € 293 miljoen (2006: € 226 miljoen) verplichtingen aangegaan met onderaannemers en architecten. Aan bij overnames niet meegekochte bouwbedrijven zijn tot een bedrag van € 42 miljoen (2006: € 14 miljoen) garanties afgegeven voor te verstrekken bouwproductie. Met hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van verplichtingen van samenwerkingsverbanden met derden wordt in de balans slechts rekening gehouden indien en voorzover de financiële positie van een of meerdere partners daartoe aanleiding geeft. Bouwfonds Asset Management heeft met betrekking tot een te plaatsen fonds een inbrengovereenkomst gesloten waarbij onroerend goed ter grootte van € 460 miljoen wordt ingebracht in een fonds welke in januari 2008 wordt gelanceerd. Bouwfonds Asset Management heeft een letter of intent afgesloten met diverse ontbindende voorwaarden voor een verwerving van € 210 miljoen in verband met een op te richten fonds. Bouwfonds Asset Management is indirect 50 % aandeelhouder van IEF Capital N.V. Laatstgenoemde vennootschap heeft een ‘head of terms’ met ontbindende voorwaarden getekend waarin het zich verplicht om, gedeeltelijk namens een bestaand fonds en gedeeltelijk namen een nieuw fonds, te werken aan een aankoop van een vastgoedportefeuille ter grootte van ca. € 775 miljoen, per ultimo januari 2008. Er zijn langlopende verplichtingen aangegaan inzake de huur van kantoorpanden en de operationele leasing van auto’s. Uit hoofde van langlopende huur- en leasecontracten waren per 31 december 2007 de volgende verplichtingen aangegaan:
2007
2006
Korter dan één jaar
19.688
10.328
Van één tot vijf jaar
23.112
31.975
Langer dan vijf jaar
465
2.345
43.265
44.648
Totaal langlopende verplichtingen
40 Kasstroomoverzicht In het geconsolideerde kasstroomoverzicht presenteert Rabo Bouwfonds de kasstromen die kunnen worden toegeschreven aan operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De netto-kasstromen, die zijn toe te schrijven aan operationele, investerings- en financieringsactiviteiten van beëindigde bedrijfsactiviteiten worden in 12 ‘Resultaat beëindigde bedrijfsactiviteiten en activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop’ gepresenteerd.
108 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Bepaling van de liquide middelen:
Kasmiddelen
2007
2006
58
39
392.705
397.683
–
2.749
392.763
400.471
Direct opvraagbare tegoeden bij banken (zie 16 ‘Kredieten en vorderingen bankiers’) Kasmiddelen en direct opvraagbare tegoeden bij banken toe te rekenen aan activa aangehouden voor verkoop (zie 12 ‘Resultaat beëindigde bedrijfsactiviteiten’) Totaal liquide middelen Stand per 1 januari
400.471
258.810
Mutatie liquide middelen
(7.708)
141.661
Stand per 31 december
392.763
400.471
De operationele kasstroom omvat € 708 miljoen (2006: € 44 miljoen) aan ontvangen rente en € 647 miljoen (2006: € 83 miljoen) aan betaalde rente.
41 Reële waarde In de onderstaande tabel wordt de reële waarde van financiële instrumenten weergegeven, met inbegrip van financiële instrumenten die in de jaarrekening niet tegen reële waarde zijn opgenomen. Tevens volgt een toelichting van de methoden die gehanteerd zijn ter bepaling van de reële waarde van de financiële instrumenten.
Financiële activa in miljoenen euro’s
Boekwaarde
Reële waarde
Boekwaarde
Reële waarde
2007
2007
2006*
2006
215
215
23
23
Financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening Financiële activa tegen reële waarde voor hedging-doeleinden Kredieten en vorderingen bankiers
37
37
35
35
421
421
590
591
13.584
13.886
10.227
10.379
1
1
51
51
14.258
14.560
10.926
11.079
Kredieten en vorderingen private en publieke sector Rentedragende waardepapieren Totaal financiële activa *
De boekwaarde van de financiële activa ultimo 2006 bevat € 20 miljoen aan activa aangehouden voor verkoop.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 109
Financiële verplichtingen Boekwaarde
Reële waarde
Boekwaarde
Reële waarde
2007
2007
2006*
2006
2.631
2.631
21
21
274
274
86
86
Verplichtingen bankiers
9.938
9.998
11.417
11.423
Verplichtingen private en publieke sector
3.322
3.356
1.722
1.752
461
467
95
96
41
41
52
52
16.667
16.767
13.393
13.430
in miljoenen euro’s Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening Financiële verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden
Uitgegeven schuldbewijzen Achtergestelde schulden Totaal financiële verplichtingen *
De boekwaarde van de financiële verplichtingen ultimo 2006 bevat € 109 miljoen aan verplichtingen gerelateerd aan activa aangehouden voor verkoop.
Reële waarde van financiële instrumenten De reële waarde van variabelrentende financiële instrumenten die tegen geamortiseerde kostprijs worden opgenomen, wordt verondersteld gelijk te zijn aan de boekwaarde. In het geval van kredieten komen veranderingen in de kredietkwaliteit daarom niet tot uitdrukking in de reële waarde: het effect van de bijzondere waardevermindering wordt immers afzonderlijk verantwoord door de kredietvoorzieningen in mindering te brengen op zowel de boekwaarde als de reële waarde. De reële waarde van vastrentende kredieten en hypothecaire leningen die tegen geamortiseerde kostprijs worden opgenomen, wordt geschat door de marktrente op het moment van de kredietverlening af te zetten tegen de actuele marktrente voor soortgelijke kredieten en leningen. Wijzigingen in de kredietkwaliteit van leningen in de portefeuille worden niet in aanmerking genomen bij het bepalen van de bruto reële waarde, aangezien het effect van de bijzondere waardevermindering afzonderlijk wordt verantwoord door de kredietvoorzieningen in mindering te brengen op zowel de boekwaarde als de reële waarde. In voorkomende gevallen wordt de per balansdatum op financiële instrumenten opgebouwde rente opgenomen in de boekwaarde van de financiële instrumenten. Deze waarderingstechnieken en aannames zorgen voor een consistente bepaling van de reële waarde van de in de tabel opgenomen activa en verplichtingen van Rabo Bouwfonds. Derivaten gebruikt voor hedging-doeleinden worden in de balans opgenomen tegen de reële waarde en de waardeveranderingen worden in het eigen vermogen verwerkt. Waardeveranderingen van de kasstroomhedges worden verwerkt via het eigen vermogen. De reële waarde van niet-financiële activa en verplichtingen zoals vastgoed, bedrijfsmiddelen, vooruitbetalingen en niet-rentegerelateerde overlopende posten, is niet in de tabel opgenomen.
110 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Bepaling van reële waarde op basis van genoteerde marktprijzen of waarderingstechnieken Indien er een actieve markt bestaat, zoals een effectenbeurs, wordt de reële waarde van financiële instrumenten bepaald op basis van de marktprijs of koers. Van alle tegen reële waarden opgenomen financiële instrumenten, worden de rentedragende waardepapieren ten bedrage van € 1 miljoen (2006: € 50 miljoen), de derivaten gebruikt voor hedging-doeleinden ten bedrage van € 37 miljoen (2006: € 35 miljoen) en de verplichtingen uit derivaten gebruikt voor hedging-doeleinden ten bedrage van € 274 miljoen (2006: € 86 miljoen) op actieve markten verhandeld. Onzekerheid bij bepaling reële waarde Marktprijzen zijn echter niet voor alle door Rabo Bouwfonds aangehouden financiële activa en passiva beschikbaar. Indien er geen actieve marktprijs of -koers beschikbaar is, wordt de reële waarde geschat aan de hand van de ‘contante waardemethode’, waarbij de gebruikte gegevens zijn gebaseerd op de marktomstandigheden per balansdatum. Reële waarde is een subjectieve maatstaf, omdat bij de bepaling van reële waarde op basis van een waarderingstechniek van verschillende methoden en aannames kan worden uitgegaan. Rabo Bouwfonds hanteert reële waarde voor analyse van rentegevoeligheid en de methodes en aannames zijn gericht op ondersteuning van die toepassing van reële waardes. Veranderingen in de methodes en aannames kunnen een materieel effect hebben op de bepaling van de reële waarde. De Balans en Risico Management Commissie (BRMC) bewaakt de toepassing van en mutaties in genoemde elementen van waarderingsonzekerheid. Leidraad hierbij zijn de waarderingsmethoden zoals die door Rabobank worden toegepast. In de winst- en verliesrekening opgenomen reële-waardeveranderingen die op basis van waarderingstechnieken zijn geschat De totale reële-waardeverandering van financiële activa en passiva zoals geschat op basis van waarderingstechnieken en opgenomen in de winst- en verliesrekening over 2007 bedroeg € 7 miljoen (2006: € 2 miljoen). De in het boekjaar in de winst- en verliesrekening opgenomen reële-waardeveranderingen die op basis van waarderingstechnieken zijn geschat, maken slechts een deel uit van de netto rentebaten. In veel gevallen werden deze bedragen gecompenseerd door reële-waardeveranderingen van andere financiële instrumenten of transacties, waarvan de prijs werd bepaald in actieve markten op basis van genoteerde marktprijzen of tarieven of die zijn afgewikkeld.
42 Groepswijzigingen Per 1 januari 2007 vormen Bouwfonds Property Development, Rabo Vastgoed, FGH Bank, Bouwfonds Asset Management en de holding gezamenlijk de nieuwe vastgoedonderneming Rabo Bouwfonds. De verkrijging van de overheersende zeggenschap van Rabo Bouwfonds over FGH Bank en Rabo Vastgoed is een samensmelting van belangen van entiteiten onder gemeenschappelijke zeggenschap van Rabobank Nederland. Deze samensmelting is verwerkt conform de ‘pooling of interest’ methode. De activa en passiva van Rabo Vastgoed en FGH Bank zijn per 1 januari 2007 in de geconsolideerde balans van Rabo Bouwfonds N.V. opgenomen. De geconsolideerde balans per 31 december 2006 is ten behoeve van een goede vergelijkbaarheid overeenkomstig aangepast. De baten en lasten van Rabo Vastgoed en FGH Bank zijn per 1 januari 2007 in de winst- en verliesrekening van Rabo Bouwfonds verwerkt. De bijdrage aan het geconsolideerde nettoresultaat over 2007 van deze ondernemingen bedraagt € 119 miljoen. Aangezien de gemeenschappelijke zeggenschap door Rabobank Nederland over 2006 uitsluitend december betrof, zijn de vergelijkende cijfers van de winst- en verliesrekening niet aangepast.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 111
De juridische overdracht van de aandelen Rabo Vastgoed aan Rabo Bouwfonds heeft plaatsgevonden per 31 december 2007 waarbij het eigen vermogen van Rabo Vastgoed per 1 januari 2007 als agiostorting is verwerkt. Vooruitlopend op de juridische overdracht van de aandelen FGH Bank is, gezien de verkrijging van de overheersende zeggenschap, het eigen vermogen van FGH Bank per 1 januari 2007 eveneens als agiostorting verwerkt. De belangrijkste categorieën activa en verplichtingen van FGH Bank en Rabo Vastgoed waren per 31 december 2006 als volgt:
2006 Activa Kredieten en vorderingen private en publieke sector
9.468.266
Vastgoed
1.247.736
Overige activa
413.314
Totaal activa
11.129.316
Verplichtingen Verplichtingen bankiers
8.581.538
Verplichtingen private en publieke sector
1.333.303
Overige verplichtingen
431.593
Eigen vermogen aandeelhouder moedermaatschappij
769.893
Overige belangen van derden
12.989
Totaal verplichtingen en eigen vermogen
11.129.316
Voorwaardelijke schulden
217.025
Onherroepelijke kredietfaciliteiten
1.171.268
43 Bezoldiging bestuurders en raad van commissarissen De leden van de raad van commissarissen en de hoofddirectie worden vermeld op pagina 6 van het jaarverslag. In 2007 bedroeg de bezoldiging van de leden en de oud-leden van de hoofddirectie en haar rechtsvoorgangers € 7 miljoen (2006: € 5 miljoen). Dit bedrag is opgenomen onder personeelskosten en bestaat uit:
Kortetermijnpersoneelsbeloningen Pensioenregelingen Andere langetermijnpersoneelsbeloningen
2007
2006
3.644
3.857
530
287
72
3
Afvloeiingsregelingen
2.950
527
Totaal beloning bestuurders
7.196
4.674
De totale vergoeding voor leden en oud-leden van de raad van commissarissen heeft in totaal € 0,1 miljoen belopen (2006: € 0,1 miljoen). Aan leden van de raad van commissarissen zijn geen hypothecaire leningen verstrekt. Aan het eind van 2007 bedroegen de aan hoofddirectie verstrekte leningen € 1,3 miljoen (2006: € 2,1 miljoen).
112 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
44 Risk management 44.1 Governance Rabo Bouwfonds heeft risk management tot op het hoogste niveau belegd. De hoofddirectie stelt, onder toezicht van de raad van commissarissen, de risicostrategie, de beleidsuitgangspunten en de limieten vast. De hoofddirectie wordt hierbij geadviseerd door de Balans en Risico Management Commissie (BRMC), de Investment Committees, de kredietcommissie en het Platform Informatiebeleid. Risk Management is vertegenwoordigd in deze commissies, evenals de Chief Financial & Risk Officer (CFRO). De CFRO is verantwoordelijk voor de implementatie en naleving van het risicobeleid. Rabo Bouwfonds heeft haar risk management activiteiten zoveel mogelijk decentraal georganiseerd. Op Rabo Bouwfonds niveau is een Risk Management afdeling ingericht voor beleidsontwikkeling, risk control en geconsolideerde risicorapportage. 44.2 Financiële instrumenten Rabo Bouwfonds maakt uit hoofde van haar activiteiten gebruik van financiële instrumenten, waaronder derivaten. Rabo Bouwfonds zet voornamelijk geld uit en is daardoor voor haar financiering in hoge mate vrij om instrumenten en karakteristieken zelf te kiezen. De uitgezette gelden betreffen voornamelijk financieringen met hypothecaire dekking, waar tegenover gelden worden aangetrokken bij Rabobank. Als alternatieve wijze van financieren, zijn in 2007 de kasstromen van een omvangrijke portefeuille commercieel vastgoed gesecuritiseerd. Rabo Bouwfonds gebruikt rente- en valutaderivaten om zich te beschermen tegen schommelingen op de rente- en valutamarkt. Dit kunnen zowel posities van Rabo Bouwfonds, als van haar cliënten betreffen. 44.3 Meting, normering en rapportage Risk Management ziet erop toe dat de alle relevante risico’s van activiteiten op consistente wijze gemeten, gelimiteerd en beheerst worden. Dit doet Risk Management door middel van toetsing van de risico’s aan voor dat doel opgestelde normenkaders. De normenkaders zijn waar mogelijk in overeenstemming met die van Rabobank en worden gehanteerd voor de volgende risico’s: 1. marktrisico; 2. kredietrisico; 3. rente-, valuta- en liquiditeitsrisico; 4. operationeel risico. Risk Management rapporteert over posities, de limieten en de toepassing van de normenkaders aan de eerder genoemde commissies, aan de hoofddirectie en aan de raad van commissarissen. Het beleid en de positie van Rabo Bouwfonds ten aanzien van deze risicocategorieën wordt in de paragrafen hierna besproken. Cijfers over ultimo 2006 zijn zoveel mogelijk inclusief de posities van de nieuw verworven groepsonderdelen, ondanks dat de risico’s van deze onderdelen niet over geheel 2006 integraal door Rabo Bouwfonds gemanaged werden.
44.4 Marktrisico Marktrisico is het risico dat de verandering van marktvariabelen, als gevolg van wijzigingen in het algemene economische klimaat, leidt tot winsten of verliezen op aangehouden posities. Rabo Bouwfonds is actief op de vastgoedmarkt, die ze verdeelt naar ‘vastgoed in ontwikkeling’ en ‘vastgoed in beheer’. Een besluit om te investeren, wordt genomen op basis van een gelaagde fiatteringstructuur, waarbij divisies en Rabo Bouwfonds binnen hun mandaat mogen fiatteren, terwijl voor de meest omvangrijke en opvallende investeringen goedkeuring moet worden verkregen van Rabobank Nederland.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 113
Het risico van ‘vastgoed in ontwikkeling’ wordt gemeten middels een equity-at-risk model. Dit model kwantificeert het benodigd kapitaal voor het risico op basis van een risicoweging per fase in het ontwikkelingsproces. Het totaal benodigd kapitaal, de equity-at-risk, representeert de maximale afwaardering van de waarde van de portefeuille bij een stressscenario. De equity-at-risk voor vastgoed in ontwikkeling was per 31 december 2007 € 306 miljoen (2006: € 277 miljoen). Rekening houdend met de geschatte looptijd van het vastgoed in ontwikkeling, zal het inkomenseffect de komende 12 maanden € 87 miljoen bedragen. Het risico van ‘vastgoed in beheer’ wordt op basis van nominale omvang van de portefeuille gelimiteerd. Per 31 december 2007 was de omvang van directe investeringen in vastgoed in beheer € 1.479 miljoen (2006: € 886 miljoen). Dit is inclusief vastgoed dat ten behoeve van nog te structureren vastgoedfondsen is aangekocht en pas geleverd wordt op het moment dat deze fondsen zijn opgericht. Rabo Bouwfonds heeft een indirect vastgoedmarktrisico in de beleggersmarkt, omdat een belang wordt aangehouden in haar eigen vastgoedfondsen. Per ultimo 2007 was de omvang van de portefeuille met participaties € 53 miljoen (2006: € 42 miljoen). De participaties in fondsen waarvoor geen actieve markt is worden gewaardeerd op basis van een reële waarde model. Indien het fonds beursgenoteerd is, wordt de beurskoers gehanteerd. De participaties worden aangehouden tot het moment waarop het fonds wordt beëindigd.
44.5 Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat Rabo Bouwfonds verliezen moet nemen als rechtstreeks gevolg van het niet nakomen van betalingsverplichtingen door de tegenpartij. Fiattering van kredietrisico’s geschiedt middels een gelaagde fiatteringstructuur en op basis van een oordeel van ervaren kredietanalisten. Als aanvulling op het beoordelen van kredietrisico’s heeft Rabo Bouwfonds robuuste processen rondom de zogenoemde ‘customer due diligence’ regelgeving ingericht. Maximale kredietrisicopositie De tabel hieronder toont de maximale kredietrisicopositie per financieel actief. De positie is weergegeven zonder de mitigerende effecten van netting-overeenkomsten en verkregen onderpanden. Bruto maximale kredietrisico Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector Totaal Voorwaardelijke schulden
2007
2006
420.876
587.432
13.583.880
10.209.773
14.004.756
10.797.205
167.900
161.100
Bij ‘Voorwaardelijke schulden’ is alleen het kredietrisico opgenomen op ontvangen garanties.
114 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
In onderstaande tabel wordt de risicoconcentratie van de totale post kredieten en vorderingen private en publieke sector weergegeven. Risicoconcentratie kredieten private en publieke sector, voor aftrek voorzieningen
Dienstverlening Handel en industrie Landbouw Particulieren Overheid
2007
%
2006
%
981.479
7,2
641.302
6,3
11.693.543
85,9
8.642.603
84,4
27.795
0,2
24.782
0,2
880.793
6,5
905.953
8,9
30.441
0,2
22.706
0,2
13.614.051
100
10.237.346
100
Totale kredieten private en publieke sector, vóór aftrek voorzieningen
De kredietrisicoconcentratie in de bedrijfstak ‘handel en industrie’ is inherent aan de activiteiten en marktpositie van Rabo Bouwfonds. Binnen deze bedrijfstak wordt nauwlettend bewaakt of zich geen andere concentraties voordoen op bijvoorbeeld regionaal, product- of tegenpartijniveau. Zekerheden Het beleid van Rabo Bouwfonds is erop gericht van klanten passende zakelijke zekerheden te verlangen voordat goedgekeurde kredieten ter beschikking worden gesteld. De belangrijkste vorm van zekerheid die Rabo Bouwfonds accepteert is hypothecaire zekerheid. Bij het taxeren van de waarde van het als onderpand aangeboden onroerend goed wordt zoveel mogelijk een beroep gedaan op interne vastgoed specialisten. De waardeontwikkeling van het als onderpand verkregen vastgoed is onderdeel van een revisiebeleid waarbij alle aspecten van een verstrekking die bijdragen aan het kredietrisico periodiek worden herzien. Ook worden aan Rabo Bouwfonds garanties verstrekt als zekerheid. Doorgaans betreffen dit contragaranties die van samenwerkingspartijen worden verkregen ter compensatie van een deel van een door Rabo Bouwfonds verstrekte garantie aan de tegenpartij van het samenwerkingsverband. Voor 94 % (2006: 91 %) van de verstrekte kredieten aan de private sector zijn hypothecaire of andere zekerheidsstellingen ontvangen. Kredietkwaliteit Rabo Bouwfonds hanteert voor het grootste deel van de kredietportefeuille een geavanceerde methode van kredietrisicobeheersing. Onderdeel van deze geavanceerde aanpak is dat van iedere tegenpartij een oordeel wordt gevormd over de kredietkwaliteit. De volgende tabellen geven inzicht in de verdeling van de uitstaande kredieten naar die kredietkwaliteit.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 115
Kwaliteit uitstaande kredieten per 31 december 2007
Niet in achterstand, noch afgewaardeerd
Zeer hoge
Hoge
Normale
kwaliteit
kwaliteit
kwaliteit
In achter-
Totaal
stand of afgewaar-
Balanspost
deerd
Kredieten en vorderingen bankiers
356.416
64.460
–
–
420.876
Kredieten private en publiek sector
720.419
2.741.783
10.143.131
8.718
13.614.051
In achter-
Totaal*
Kwaliteit uitstaande kredieten per 31 december 2006
Niet in achterstand, noch afgewaardeerd
Zeer hoge
Hoge
Normale
kwaliteit
kwaliteit
kwaliteit
stand of afgewaar-
Balanspost
*
deerd
Kredieten en vorderingen bankiers
504.918
85.263
–
–
590.181
Kredieten private en publiek sector
611.016
2.184.418
7.432.200
26.248
10.253.882
De kredieten en vorderingen bankiers en kredieten private en publieke sector bevatten respectievelijk € 2,7 miljoen en € 16,5 miljoen aan activa aangehouden voor verkoop.
In het volgende overzicht wordt een ouderdomsanalyse getoond van uitstaande kredieten die al vervallen zijn, maar niet afgewaardeerd. Ouderdomsanalyse vervallen kredieten per 31 december 2007
< 31 dagen Kredieten private en publieke sector
31 – 60
61– 90
> 90 dagen
Totaal
dagen
dagen
109
44
1.420
8.718
31 – 60
61 – 90
> 90 dagen
Totaal
dagen
dagen
–
–
2.872
2.872
7.145
Ouderdomsanalyse vervallen kredieten per 31 december 2006
< 31 dagen Kredieten private en publieke sector
–
De reële waarde van het onderpand dat verkregen is ter dekking van financiële activa die per 31 december een betalingsachterstand kenden, bedroeg € 7,8 miljoen (2006: € 2,9 miljoen). De reële waarde van onderpand ter dekking van leningen die vanwege betalingsachterstand zijn afgewaardeerd was € 5,1 miljoen (2006: € 0,7 miljoen). Het onderpand was in alle gevallen onroerend goed. Gedurende 2007 heeft Rabo Bouwfonds één onderpand in bezit genomen met een waarde van € 0,9 miljoen. Voor dit onroerend goed wordt een koper gezocht.
116 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
44.6 Rente-, valuta- en liquiditeitsrisico 44.6.1 Renterisico Renterisico is het risico van verandering in het resultaat of de waarde van een onderneming als gevolg van fluctuaties op de rentemarkten. Renterisico kan worden gekwantificeerd in waarde- en in inkomenseffecten. De gevoeligheid van de waarde van Rabo Bouwfonds voor rentemutaties, wordt uitgedrukt in de ‘modified duration van het eigen vermogen’. BRMC is zich bewust van de aannames die ten grondslag liggen aan de berekeningen en kijkt daarom voornamelijk naar de ontwikkeling van dit getal van maand tot maand, waarbij de goedgekeurde aannames constant gehouden worden. De modified duration van het eigen vermogen op 31 december 2007 was 5,7. Voor 2006, hierbij geen rekening houdend met de zich voorgedane groepswijzigingen, was dit 1,1. Een parallelle stijging van de rentecurve met 100 basispunten leidt bij die positie voor 2007 tot een daling van de marktwaarde van het eigen vermogen van € 110 miljoen. Voor 2006, hierbij geen rekening houdend met de zich voorgedane groepswijzigingen, leidt dit tot een daling van het eigen vermogen van € 7 miljoen. De inkomenseffecten worden met behulp van Income at Risk (IaR) gemeten. Deze maatstaf geeft aan hoeveel rentemarge er verloren gaat in de komende 12 maanden indien zich een ongunstig rentescenario zou voltrekken. Voor financieringsactiviteiten geldt een IaR limiet. Per 31 december 2007 was de IaR van Rabo Bouwfonds € 16 miljoen negatief bij een stijgend rentescenario. Voor 2006 werd deze maatstaf nog niet gehanteerd. Renteveranderingen zijn van invloed op de kostprijs van de financiering van een nog te structureren fonds. Een stijging van de financiering heeft een nadelige invloed op het beoogde rendement en daarmee op de plaatsbaarheid van de fondsparticipaties in de markt. Per fonds wordt een hedgingstrategie bepaald, waarover op portefeuilleniveau wordt gerapporteerd aan BRMC, die dit hedgingsbeleid actief bewaakt. Per 31 december 2007 was voor 79,7 % van de totaal benodigde financiering voor nog te plaatsen fondsen al een prijsafspraak gemaakt. 44.6.2 Valutarisico Valutarisico is het risico dat de wisselkoers van een vreemde valuta zodanig verandert dat de waarde van een vordering of schuld luidende in die vreemde valuta nadelig wijzigt. Het risicobeleid van Rabo Bouwfonds schrijft voor dat investeringen luidend in een vreemde valuta moeten worden gefinancierd met een lening in dezelfde valuta. Rentemarge en overig resultaat onderhevig aan valutakoersschommelingen, zijn niet materieel. Daarom vindt geen indekking van die posities plaats. Rabo Bouwfonds had op 31 december 2007, evenals per ultimo 2006, volledig afgedekte, materiële valutaposities in Britse ponden en Amerikaanse dollars. 44.6.3 Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat Rabo Bouwfonds niet tijdig aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Dit kunnen rente- en aflossingsverplichtingen zijn van lopende schulden, maar ook investeringen uit hoofde van bezittingen, zoals bouwtermijnen uit hoofde van vastgoedontwikkeling. Rabo Bouwfonds financiert zich hoofdzakelijk bij Rabobank, die dankzij haar AAA-status uitstekende toegang heeft tot geld- en kapitaalmarkten. De tabel hieronder toont een analyse van de activa en passiva van Rabo Bouwfonds naar looptijdcategorieën op basis van resterende contractuele looptijd.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 117
Contractuele vervaldatum per 31 december 2007
Kredieten en vorderingen bankiers
Direct
Korter dan
Langer dan
Totaal
opvraagbaar
een jaar
een jaar
392.705
21.792
6.379
420.876
168.225
3.230.461
10.185.194
13.583.880
72.099
1.307.542
2.992.167
4.371.808
9.233
224.434
308.280
541.947
642.262
4.784.229
13.492.020
18.918.511
1.126.072
3.909.262
4.902.708
9.938.042
–
45.856
2.585.001
2.630.857
526.711
552.000
2.243.344
3.322.055
–
–
460.500
460.500
Kredieten en vorderingen private en publieke sector Vastgoed Overige actiefposten Totaal activa Verplichtingen bankiers Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening Verplichtingen private en publieke sector Uitgegeven schuldbewijzen Overige passiefposten Totaal passiva Mismatch
22.158
724.036
238.973
985.167
1.674.941
5.231.154
10.430.526
17.336.621
3.061.494
1.581.890
Totaal*
(1.032.679)
(446.925)
Contractuele vervaldatum per 31 december 2006 Direct
Korter dan
Langer dan
opvraagbaar
een jaar
een jaar
400.432
113.037
76.712
590.181
121.428
2.133.252
7.971.629
10.226.309
Vastgoed
83.824
1.168.247
2.776.371
4.028.442
Overige actiefposten
15.709
376.410
211.345
603.464
621.393
3.790.946
11.036.057
15.448.396
1.859.297
2.665.774
6.891.141
11.416.212
416.298
163.630
1.141.763
1.721.691
Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector
Totaal activa Verplichtingen bankiers Verplichtingen private en publieke sector Uitgegeven schuldbewijzen
95.048
–
–
95.048
Overige passiefposten
72.039
433.505
383.870
889.414
2.442.682
3.262.909
8.416.774
14.122.365
528.037
2.619.283
1.326.031
Totaal passiva Mismatch *
(1.821.289)
De totale activa en passiva opgenomen in bovenstaande tabel bevatten respectievelijk € 161 miljoen en € 117 miljoen aan activa aangehouden voor verkoop en verplichtingen gerelateerd aan activa aangehouden voor verkoop.
118 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Behalve de hoofdsommen en opgelopen rente van de passiva, zoals hierboven ondermeer gepresenteerd, dragen ook toekomstige couponbetalingen bij aan inzicht in de betalingsverplichtingen en daarmee het liquiditeitsrisico van Rabo Bouwfonds. Bij de modellering van deze kasstromen wordt rekening gehouden met de verwachte vervaldatum van kasstromen en niet noodzakelijkerwijs met de contractuele vervaldatum. Op 31 december 2007 was er uit hoofde van financiële passiva een bedrag van € 141 miljoen direct opeisbaar, € 4.884 miljoen had een looptijd korter dan een jaar en € 13.551 miljoen een looptijd langer dan een jaar.
44.7 Operationeel risico Operationeel risico is het risico van verliezen door inadequate of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen, of door externe gebeurtenissen. Hierin is begrepen het meten van de effecten van omissies op het gebied van business continuity, informatiebeveiliging, juridische zaken, fiscale zaken, compliance en reputatiemanagement. Business continuity en informatiebeveiliging zijn expliciet bij Risk Management belegd. Rabo Bouwfonds implementeert het meest geavanceerde model van operationeel risicomanagement. Dit model kenmerkt zich door het gedetailleerd identificeren van risico’s, het analyseren van verliezen uit hoofde van operationele incidenten, het sturen op basis van risico-indicatoren en een rapportagelijn die betrokkenheid van het management waarborgt.
45 Solvabiliteit Om de toereikendheid van het vermogen te bewaken hanteert Rabo Bouwfonds ratio’s die zijn vastgesteld door de Bank for International Settlements (BIS). Deze ratio’s drukken de solvabiliteit uit door het daarvoor in aanmerking komende vermogen van Rabo Bouwfonds te vergelijken met de in de balans opgenomen activa, niet in de balans opgenomen verplichtingen en markt- en overige risicoposities op basis van naar risico gewogen bedragen. Activa worden gewogen op basis van risicocategorieën, waarbij de risicoweging plaatsvindt op basis van het vermogensbedrag dat verondersteld wordt tegenover de activa te moeten worden aangehouden. Er worden vier categorieën van risicoweging gehanteerd (0 %, 20 %, 50 % en 100 %). Kasmiddelen en geldmarktinstrumenten bijvoorbeeld hebben een risicoweging van 0 %, wat betekent dat tegenover deze activa geen vermogen hoeft te worden aangehouden. Voor onroerende zaken en bedrijfsmiddelen geldt een risicoweging van 100 %. Dit betekent dat tegenover deze activa vermogen moet worden aangehouden dat gelijk is aan 8 % (het minimaal door de BIS vereiste percentage) van de boekwaarde daarvan. Met niet in de balans opgenomen kredietgerelateerde verplichtingen en derivaten op basis van termijncontracten en opties wordt rekening gehouden door conversiefactoren toe te passen. Hiermee worden deze posten omgezet in balanspostequivalenten. De hieruit voortvloeiende equivalente bedragen worden vervolgens gewogen naar risico op basis van dezelfde percentages als gehanteerd worden voor in de balans opgenomen activa. Het Tier 1 vermogen bestaat uit het eigen vermogen aandeelhouders en daarvoor in aanmerking komende achtergestelde schulden verminderd met goodwill en immateriële activa. Het Tier 2 vermogen bestaat uit aanvullende en daarvoor in aanmerking komende achtergestelde schulden. De volgende tabel geeft een overzicht van het aanwezige vermogen en het minimumvermogen dat vereist is om aan de normen van de toezichthouder te voldoen.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 119
Vermogen in miljoenen euro’s; ratio’s in procenten (%) Totaal vermogen Ratio totaal vermogen Kernvermogen Ratio kernvermogen (Tier 1 ratio)
2007
2006
Vereist
Aanwezig
Vereist
Aanwezig
1.173
1.623
1.073
1.378
8,0
11,1
8,0
10,3
587
1.582
536
1.326
4,0
10,8
4,0
9,9
Vanaf 2008 zal Rabo Bouwfonds haar solvabiliteit meten op basis van de aangescherpte regelgeving op basis van het ‘Basel 2 akkoord’. Hierbij wordt een meer geavanceerde risicowegingsmethode gehanteerd voor de berekening van kapitaaldekking voor kredietrisico. Daarnaast zal er separaat ook voor markt- en operationeel risico kapitaal moeten worden aangehouden voor onverwachte verliezen. Als aanvulling op deze kapitaalberekening heeft Rabo Bouwfonds een intern solvabiliteitssysteem ingericht waarbij nog meer risicocategorieën voor kapitaaldekking in aanmerking komen, op basis van nog prudentere modellen en aannames. Deze modellen stellen Rabo Bouwfonds tevens in staat om haar strategische en commerciële activiteiten nog beter te toetsen op basis van een voor risico’s aangepaste berekening van het rendement op benodigd vermogen.
46 Joint ventures Joint ventures met derden in projectontwikkeling waarin geen der partijen overwegende zeggenschap heeft, worden proportioneel in de consolidatie opgenomen. De hoofdelijke aansprakelijkheid voor de verplichtingen die joint ventures met derden zijn aangegaan, worden alleen in aanmerking genomen indien en voor zover de financiële positie van een of meer van de partners dit rechtvaardigt.
120 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderstaande activa, verplichtingen, baten en lasten van joint ventures opgenomen. De bedragen geven het aandeel van Rabo Bouwfonds weer.
2007
2006
51.381
63.774
Activa Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen private en publieke sector Vastgoed Overige actiefposten
72.969
58.884
853.743
877.156
10.028
10.341
988.121
1.010.155
719.579
804.824
Verplichtingen private en publieke sector
98.607
60.425
Overige passiefposten
79.787
75.977
Totaal verplichtingen
897.973
941.226
Baten
55.242
54.759
Lasten
8.208
11.266
47.034
43.493
(3.835)
(3.772)
43.199
39.721
Totaal activa Verplichtingen Verplichtingen bankiers
Bedrijfsresultaat vóór belastingen Belastingen Jaarwinst
De belangrijkste joint ventures waarin Rabo Bouwfonds participeert zijn: Frankfurt HochVier GmbH & Co. KG (50 %) Pieter Vreedeplein Ontwikkeling C.V. (50 %) Ontwikkelingscombinatie Almere Hart C.V. (60 %) Oosterdokseiland Ontwikkeling Amsterdam C.V. (50 %) SCI SCCV Promenade (50 %) Bouwfonds Fortis Vastgoedontwikkeling Leidsche Rijn V.O.F. (50 %) Inflation Exchange Fund Capital N.V. (50 %) Flor Development Inc. (40 %)
47 Verbonden partijen De verbonden partijen van Rabo Bouwfonds zijn de dochterondernemingen, de geassocieerde deelnemingen, de joint ventures, de bestuurders en commissarissen (zie punt 43 ‘Bezoldiging bestuurders en raad van commissarissen’), de uiteindelijke moedermaatschappij Rabobank Nederland en andere belangrijke deelnemingen van Rabobank Nederland. In het kader van de gewone bedrijfsuitoefening gaat Rabo Bouwfonds een aantal bancaire transacties met verbonden partijen aan. Deze transacties worden uitgevoerd tegen commerciële voorwaarden en tegen markttarieven. Voor kredieten aan verbonden partijen zijn in 2007 en 2006 geen voorzieningen wegens oninbaarheid getroffen.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 121
De transacties gedurende en openstaande bedragen ultimo 2007 en 2006 tussen Rabo Bouwfonds enerzijds en Rabobank Nederland, de belangrijkste joint ventures en de overige verbonden partijen anderzijds zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Verbonden partijen
Jaar
Interestbaten
Interestlasten
Te ontvangen
Verschuldigd
van verbon-
van verbon-
van verbon-
aan verbon-
den partijen
den partijen
den partijen
den partijen
Rabobank
2007
70.197
460.516
424.298
12.141.284
Rabobank
2006
2.317
10.665
644.274
8.380.256
Joint ventures
2007
27.959
7.714
443.109
–
Joint ventures
2006
19.246
5.480
354.395
–
2007
38.786
16.734
543.632
417.330
2006
298
–
533.213
479.652
Overige verbonden partijen* Overige verbonden partijen* *
Onder de overige verbonden partijen zijn de belangrijkste deelnemingen van Rabobank Nederland opgenomen waaronder Robeco, Lage Landen, Eureko, Obvion, Sarasin en Schretlen & Co.
Er hebben geen materiële transacties plaatsgevonden met de geassocieerde deelnemingen en tussen de dochternemingen van Rabo Bouwfonds en er staan geen significante vorderingen van en/of schulden aan deelnemingen open.
48 Gebeurtenissen na balansdatum Tot op heden hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan.
49 Vennootschappelijke jaarrekening Grondslagen De vennootschappelijke jaarrekening van Rabo Bouwfonds N.V. is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Met ingang van 1 januari 2005 stelt Rabo Bouwfonds de geconsolideerde jaarrekening op volgens International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard door de Europese Unie. In de vennootschappelijke jaarrekening zijn dezelfde grondslagen toegepast als in de geconsolideerde jaarrekening. De waardering van de deelnemingen in groepsmaatschappijen vindt plaats tegen de netto-vermogenswaarde, die wordt bepaald op basis van IFRS zoals aanvaard door de Europese Unie. Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening luidt in euro’s, afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal. De euro is de rapporterings- en functionele valuta van Rabo Bouwfonds.
122 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Verkorte vennootschappelijke winst- en verliesrekening Jaar eindigend op 31 december in duizenden euro’s
2007
2006
Resultaat deelnemingen na belastingen
264.799
248.474
Overig resultaat na belastingen
(21.334)
(59.066)
243.465
189.408
Jaarwinst
Opgesteld in overeenstemming met artikel 2:402 van het Burgerlijk Wetboek.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 123
Vennootschappelijke balans (vóór winstbestemming) Per 31 december in duizenden euro’s
Toelichting
2007
2006
7
7
Activa Kasmiddelen Financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening
–
543
Kredieten en vorderingen bankiers
A
28.815
209.476
Kredieten en vorderingen private en publieke sector
B
40.850
252.018
–
50.000
1.636.257
1.348.495
403
384
11.994
14.442
1.045
53.384
–
30.469
Rentedragende waardepapieren Deelnemingen in groepsmaatschappijen
C
Deelnemingen Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Overlopende activa Acute belastingvordering Latente belastingvordering Overige activa Totaal activa
3.782
4.287
–
193.080
1.723.153
2.156.585
Verplichtingen Verplichtingen bankiers
D
75.145
673.899
Verplichtingen private en publieke sector
E
1.225
33.415
–
95.048
Voorzieningen
17.197
21.816
Overlopende passiva
18.019
18.847
Acute belastingverplichtingen
51.035
11.931
Uitgegeven schuldbewijzen
Overige verplichtingen
–
8.693
Totaal verplichtingen
162.621
863.649
10.071
10.071
1.119.383
1.118.383
431.078
164.482
Eigen vermogen aandeelhouder moedermaatschappij
1.560.532
1.292.936
Totaal verplichtingen en eigen vermogen
1.723.153
2.156.585
Aandelenkapitaal Agioreserve Overige reserves
Zie bijgaande toelichting op de vennootschappelijke balans.
124 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Toelichting op de vennootschappelijke balans in duizenden euro’s
A Kredieten en vorderingen bankiers Deze post omvat alle vorderingen op kredietinstellingen. Deze vorderingen heeft geen betrekking op groepsmaatschappijen (2006: € 175 miljoen). B Kredieten en vorderingen private en publieke sector Deze post omvat alle vorderingen uit hoofde van verstrekte kredieten, niet zijnde vorderingen op kredietinstellingen, obligaties en andere vastrentende waardepapieren. Van deze vorderingen heeft € 26 miljoen (2006: € 230 miljoen) betrekking op groepsmaatschappijen die deel uitmaken van de Rabo Bouwfonds groep. C Deelnemingen in groepsmaatschappijen
Stand per 1 januari Aandeel in de resultaten Wijziging in groepsamenstelling Overige mutaties Stand per 31 december
2007
2006
1.348.495
2.176.197
264.799
248.474
–
(1.076.319)
22.963
143
1.636.257
1.348.495
Kredietinstellingen
786.488
657.160
Overige groepsmaatschappijen
849.769
691.335
Totaal groepsmaatschappijen
1.636.257
1.348.495
D Verplichtingen bankiers Deze post omvat aan kredietinstellingen verschuldigde bedragen, niet zijnde schuldbewijzen en achtergestelde leningen. Van deze verplichtingen heeft € 23 miljoen betrekking op groepsmaatschappijen (2006: € 616 miljoen). E Verplichtingen private en publieke sector Deze post omvat alle verplichtingen private en publieke sector, zoals rekening-courant tegoeden en nietachtergestelde onderhandse leningen. Deze verplichtingen hebben geen betrekking op groepsmaatschappijen (2006: € 31 miljoen). Voorwaardelijke schulden Dit betreft verplichtingen uit hoofde van verstrekte garanties. Voor een bedrag van € 810 miljoen (2006: € 568 miljoen) zijn bank- en groepsgaranties afgegeven, waarvan € 642 miljoen (2006: € 407 miljoen) betrekking heeft op groepsmaatschappijen.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 125
50 Belangrijkste deelnemingen De jaarrekening omvat de gegevens van Rabo Bouwfonds en de hierna opgesomde belangrijkste deelnemingen: (tenzij anders vermeld is het deelnemingspercentage van Rabo Bouwfonds 100 %)
Development Bouwfonds Property Development B.V., Hoevelaken Bouwfonds MAB Ontwikkeling B.V. , Hoevelaken Bouwfonds Property Development Frankrijk B.V., Hoevelaken Marignan Immobilier Investissements S.A., Parijs Bouwfonds MAB Development B.V., ‘s-Gravenhage Adr. van Erk Projecten B.V., Bergambacht Bouwfonds MAB Ontwikkeling CVG B.V., ’s-Gravenhage Nouville Ontwikkelaars B.V., Heerlen Bouwfonds Property Development Duitsland B.V., Hoevelaken Bouwfonds MAB Development S.A., Paris Bouwfonds MAB Development GmbH, Frankfurt am Main Onroerend Goed Exploitatie Maatschappij Hoevelaken B.V. , Hoevelaken Brummelhuis Bouwcoördinatie B.V., Oldenzaal Onroerend Goed Exploitatie Maatschappij Weldam B.V. , Hoevelaken Bouwfonds Property Development Slowakije B.V. , Hoevelaken Bouwfonds Property Development Tsjechië B.V. , Hoevelaken Bouwfonds Property Development Zweden B.V. , Hoevelaken Bouwfonds Property Development Finland B.V. , Hoevelaken Bouwfonds Property Development Hongarije B.V. , Hoevelaken Bouwfonds Property Development Luxemburg B.V., Hoevelaken Bouwfonds Property Development Denemarken B.V. , Hoevelaken Bouwfonds Property Development Spanje B.V. , Hoevelaken Bouwfonds Property Development België B.V. , Hoevelaken Livingstone B.V., Breda (59,65 %) Concire B.V., Rotterdam (60,0 %) MKB REVA B.V., Apeldoorn MKB Vastgoedplan B.V., Apeldoorn Rotij Projecten B.V., Rijssen (41,5 %) Rabo Vastgoed B.V. , Utrecht
126 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Investment Management Bouwfonds Management B.V., Hoevelaken Bouwfonds Asset Management Deutschland GmbH, Berlijn Bouwfonds Reim B.V., Hoevelaken Rabo Bouwfonds REIM France S.A., Parijs Rabo Bouwfonds Eigen Steen Holding B.V., Hoevelaken Bouwfonds Fondsenbeheer B.V., Hoevelaken Flor Development Inc., Orlando, Florida (40 %) Bouwfonds Real Estate Services B.V, Hoevelaken Bouwfonds Vastgoedfondsenbeheer B.V., Hoevelaken Inflation Exchange Fund Capital N.V. (50 %), Amsterdam Finance Skyline 2007 B.V., Amsterdam FGH Bank N.V., Utrecht Rijnlandse Bank N.V., Utrecht Nederlandse Hypotheekbank N.V., Utrecht Een complete lijst van alle deelnemingen als voorgeschreven in de artikelen 379 en 414 van Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Ingevolge artikel 403, Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is de vennootschap vrijgesteld van deponering bij de Kamer van Koophandel van de jaarrekeningen van een aanzienlijk aantal Nederlandse groepsmaatschappijen die zijn geconsolideerd. Ten behoeve van deze groepsmaatschappijen zijn algemene garanties afgegeven.
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 127
51 Overige gegevens Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2007 van Rabo Bouwfonds N.V. te Hoevelaken gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2007, winst-enverliesrekening, mutatieoverzicht eigen vermogen en kasstroomoverzicht over 2007 alsmede uit een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per 31 december 2007 en de enkelvoudige winst-enverliesrekening over 2007 met de toelichting. Verantwoordelijkheid van het bestuur De leiding van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de entiteit. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
128 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Rabo Bouwfonds N.V. per 31 december 2007 en van het resultaat en de kasstromen over 2007 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW. Oordeel betreffende de enkelvoudige jaarrekening Naar ons oordeel geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Rabo Bouwfonds N.V. per 31 december 2007 en van het resultaat over 2007 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Amsterdam, 27 maart 2008
Ernst & Young Accountants namens deze
w.g. mr. drs. G.H.C. de Méris RA
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 129
52 Statutaire bepalingen inzake de winstverdeling De statutaire bepalingen inzake de winstverdeling luiden als volgt:
Artikel 37. Winst en verlies 1. Uitkering van winst ingevolge het in dit artikel bepaalde geschiedt na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. 2. De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. Bij staking van stemmen over uitkering of reservering van winst wordt de winst waarop het voorstel betrekking heeft gereserveerd. 3. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het geplaatste kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moet worden aangehouden 4. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat. Winstverdeling 2007 De winst van € 243,4 miljoen (2006: € 189,4 miljoen) zal voor het volledige bedrag worden toegevoegd aan ingehouden winst.
130 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Rabo Bouwfonds Jaarrekening 2007 131
132 Rabo Bouwfonds Jaarverslag 2007
Colofon Uitgave Rabo Bouwfonds Corporate Communications
Publicatie Deze publicatie vormt het jaarverslag van Rabo Bouwfonds N.V.
Art-direction en vormgeving Eden Design & Communication, Amsterdam Realisatie C&F Report Amsterdam B.V.
Openbaarmaking De geconsolideerde jaarrekening 2007, het jaarverslag en de overige gegevens worden na vaststelling gedeponeerd ten kantore van het handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer 08012222.
Druk Thieme, Amsterdam
Exemplaren van dit verslag zijn op te vragen bij:
Materiaalgebruik Bij de vervaardiging van het drukwerk werd gebruikgemaakt van minder milieubelastende materialen.
Rabo Bouwfonds Corporate Communications Westerdorpsstraat 66 Postbus 15 3870 DA Hoevelaken Telefoon (033) 253 91 11 Fax (033) 253 95 55 E-mail
[email protected] Het jaarverslag is te raadplegen en te downloaden via internet: www.rabobouwfonds.nl.
Rabo Bouwfonds Bouwfonds Property Development | FGH Bank | Bouwfonds Asset Management Jaarverslag 2007
www.rabobouwfonds.nl
Jaarverslag 2007
Rabo Bouwfonds Bouwfonds Property Development | FGH Bank | Bouwfonds Asset Management