Bouwen aan vertrouwen
Jaarverslag Leger des Heils Flevoland 2011
Woord vooraf Beste lezer, Het Leger des Heils vindt dat iedereen ertoe doet, dat iedereen Erbij Hoort. Juist ook degenen, die de aansluiting bij de samenleving missen. Door wat hun overkomen is. Door een opeenstapeling van pech. Door verkeerde beslissingen. Er is geen andere keuze dan te werken aan een van onze uitgangspunten “Together We‘re One”, we moeten het samen doen in deze wereld, want we zijn op elkaar aangewezen en aan elkaar toevertrouwd. Samen met andere zorgorganisaties. Met gemeenten en zorgkantoren. Met provincies en verzekeraars, maar ook met sportclubs en kerken. Met bedrijven en fondsen. Met buurtbewoners en winkeliers. Met mensen van goede wil. Zovelen willen iets doen dat telt, dat het samen wonen, leven en werken beter maakt. Het Leger des Heils staat in Nederland al 125 jaar in die traditie: midden in de samenleving, in de buurt. Professioneel en praktisch, met hoofd, hart en verstand van zaken. In 2011 deden net als vorig jaar weer ruim 35.000 mensen een beroep op een helpende hand, op ondersteuning en intensieve begeleiding. Vaak kwam daar ook correctie en training bij kijken. Vaak ook in een gedwongen kader. De 5500 medewerkers in loondienst weten zich geïnspireerd door de kracht van het Evangelie: de boodschap van Gods liefde voor alle mensen. Daarnaast werken er meer dan 1000 vrijwilligers bij ons en nog eens vele honderden mensen, die zich hebben ingezet in de buurtsteunpunten Bij Bosshardt, in de kledingwinkels, de maaltijdprojecten, tijdens de workshops voor de kunst & theaterfestivals in de regio, voor de competitie van de Dutch Street Cup, voor vakantieweken, voor de korendag en nog veel meer. En dan zijn er nog de honderdduizenden die ons werk financieel hebben gesteund. Heel veel dank daarvoor! Graag nodig ik u uit kennis te nemen van het werk van het Leger des Heils. Een reactie op het verslag of op ons werk stel ik bijzonder op prijs.
Envoy drs. Cornel Vader Directeur Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg
1
“Bouwen aan vertrouwen”
Inleiding Geachte lezer, De opzet van het jaarverslag 2010 van Leger des Heils Flevoland werd zo gewaardeerd, dat wij ook dit jaar weer hebben gekozen voor het opnemen van interviews. Nu zijn het vooral onze cliënten die hun verhaal doen en dat geeft een goed beeld van hun problematiek. Wat met name in hun ervaringen doorklinkt, is dat zij vertrouwen hebben in onze hulpverlening en hulpverleners, waardoor zij kunnen gaan bouwen aan een nieuwe toekomst. Keer op keer geven zij aan het zonder die hulp niet te redden en eigenlijk willen dat ze altijd op ons zouden kunnen terugvallen, ook als zij weer een zelfstandig leven leiden, misschien in hun eigen woning. Als organisatie Leger des Heils Flevoland hebben wij vertrouwen in de koers die wij hebben uitgezet in 2010. Het jaar 2011 heeft bewezen dat we op de goede weg zijn, maar dat er toch ook nog zaken zijn die voor verbetering vatbaar zijn. De duidelijke systemen en processen die wij zijn gaan hanteren, hebben hun vruchten afgeworpen. We hebben daardoor inzicht kunnen krijgen in de manier waarop we werken. Waar
2
dat efficiënter kon, hebben we de mogelijkheden ertoe gecreëerd. Door betere verslaglegging en registratie weten we sneller hoe we er financieel voorstaan, waardoor we het tekort voor een groot deel hebben kunnen wegwerken. Veel aandacht hebben we gegeven aan de kwaliteit van onze hulpverlening en dat zullen we voortzetten in 2012. Die kwaliteit begint bij de vraag wat het beste is voor onze cliënten, niet gezien vanuit ons aanbod, maar vooral vanuit hun wensen en behoeften. Om dat te bereiken zullen we daarvoor trainingen gaan geven aan onze medewerkers op alle niveaus. Als medewerkers van het Leger des Heils is de Bijbel, het Woord van God onze leidraad. Daarin staat onder andere: “Stel je vertrouwen op de Here Jezus en je zult behouden worden.” Dat vertrouwen geeft ons de kracht en het geduld om met mensen op weg te gaan die het vertrouwen in de maatschappij hebben verloren. Door hun vertrouwen te winnen, durven zij op zoek te gaan naar een oplossing voor hun problemen. Het is Gods opdracht aan ons om dat met heel ons hart te doen en daarom bestaan er voor ons geen hopeloze gevallen. Het is een voorrecht om aan een geweldig team van medewerkers leiding te geven.
“Ik ga voor een cultuurverandering” Ik wil hen danken voor hun inzet en motivatie. Mijn dank gaat ook uit naar de organisaties die onze zorg- en hulpverlening financieren en andere hulpverleningsinstanties met wie we in het verslagjaar nauw hebben samengewerkt. Ik hoop dat u dit jaarverslag met veel plezier zult lezen.
Evert Dijkstra Directeur Leger des Heils Flevoland
Manager Primair Proces Verzorging en Verpleging Anne Marieke Groot heeft een verbetering gezien in de klantvriendelijkheid van de medewerkers, maar het kan nog beter. “We hebben er in het verslagjaar wel aandacht aan gegeven, maar voor 2012 hebben we de
voorbereidingen getroffen voor een op maat gemaakte training. We gaan een heel programma doorlopen voor een cultuurverandering.” Anne Marieke snijdt duidelijk een van haar stokpaardjes aan, want bij haar staat klanttevredenheid bijzonder hoog in het vaandel. “Er is een cultuur ontstaan waarbij we wel denken dat we klantgericht werken, maar waarin we nog steeds teveel uitgaan van wat wij voor de cliënt kunnen doen en te weinig de vraag stellen wat de cliënt wil.” Het is volgens haar een vrij hardnekkig gegeven, dat je niet oplost door het er met elkaar over te hebben in teamvergaderingen, tijdens een training of scholing. “Daar is een diepgaande aanpak voor nodig die in de steigers staat en waarmee we in maart 2012 van start gaan.” Bij een analyse van een klacht ontdekt ze dat bewoners en/of familie teleurgesteld zijn in de wijze waarop er met hun vragen wordt omgegaan. Ze noemt een voorbeeld. “Stel dat iemand een kat mee wil nemen. Er is geen keiharde regel dat dit niet mag. Als iemand nu geen afscheid wil of kan nemen van zijn huisdier, moeten wij dan stug vol blijven
3
“Met mijn handen kon ik alles houden dat huisdieren verboden zijn, of proberen we het de cliënt naar de zin te maken?” In het kort wil Anne Marieke van een ‘nee, tenzij’ naar een ‘ja, tenzij’ cultuur. Een duidelijke visie waar ze heel veel tijd en energie in wil steken. “Het streven is dat we op alle vragen ja kunnen zeggen en die proberen te realiseren. Daarom de trainingen die acht maanden gaan duren en waarbij alle lagen van de medewerkers worden betrokken. Drie dagen ga ik met het management op de hei zitten om tot een andere manier van denken te komen.” Het is een punt dat al lang in Buitenhaeghe speelt en dat volgens haar alleen verandert als het met wortel en tak wordt uitgeroeid. “Het gaat er om dat we niet alleen oog hebben voor de wensen van de cliënt, maar bijvoorbeeld ook aandacht geven aan het verdriet van de dochter die haar moeder naar een verzorgingshuis
brengt. Het is eigenlijk zo eenvoudig. Vraag wat je voor iemand kunt doen en als dat eens afwijkt van het normale patroon, probeer daar toch positief op te reageren. Wil iemand een uurtje langer in bed blijven liggen? Nou, dan moet dat kunnen en moet iemand niet horen dat hij of zij nu wel eerst gewassen moet worden.” Anne Marieke praat bewogen en gedreven over de zorg die mensen vragen en verdienen. “Ik wil graag dat onze bewoners, de familie en mensen uit de buurt zich welkom bij ons voelen. Er was een grote vraag naar een eigen keuken, zodat mensen op verschillende tijden kunnen eten en daarbij uit diverse gerechten kunnen kiezen. We hebben daar heel goed naar gekeken en in combinatie met de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening zullen we een restaurant openen in Buitenhaeghe, waar iedereen, ook mensen van buitenaf, een broodje of een warme maaltijd kan kopen. Dat is een leertraject voor de cliënten van de Maatschappelijke Dienstverlening en wij komen daarmee nog meer tegemoet aan de wensen van (buurt)bewoners.” Anne Marieke Groot Manager Primair Proces Verzorging en Verpleging
4
Je zult maar op je achtste van je ouders te horen krijgen dat je een ongelukje was en eigenlijk niet gewenst. Dat overkwam Domingo van der Tak tweeënveertig jaar geleden. “Dan stort als kind je wereld in en als je dan ook nog wordt behandeld als het vijfde wiel aan de wagen, verlies je het vertrouwen in alles en iedereen. Ik werd heel agressief.” Om die agressie onder controle te krijgen, ging hij op bokles en al snel bleek dat hij er goed in was. “Zo’n uitblinkertje als ik
oplossen” geleden had ik een goede vriendin met viel op, ook binnen het criminele circuit. Ik wie het klikte. Zijn werkte in het buitenland was nog maar veertien toen ik mijn eerste en op de terugweg naar huis is zij dodelijk klusje opknapte. Voor mijn opdrachtgeverongelukt.” Opnieuw valt iemand in wie vers moest ik bijvoorbeeld de vingers, de hij vertrouwen heeft, weg. neus of een kaak van iemand breken. Het draaide allemaal 50|50 Workcenter om geweld. Met mijn handen kon Het 50|50 Workcenter helpt mensen met een functiebeperking aan zinvolle dagbesteding met als doel doorgroeien naar een betaalde ik alles oplossen.” baan. Dit doen we door middel van diverse 50|50 bedrijven, Die agressiviteit waaronder 50|50 Catering, 50|50 Restaurant, 50|50 Toys, 50|50 en het geweld Recycling en 50|50 Green. Het aanleren van straalt Domingo basisvaardigheden en vaktechnische nu helemaal niet vaardigheden staan centraal. uit. In de werkplaats van het Domingo geeft toe dat hij altijd een Leger des Heils sleutelt hij aan fietsen. eenling is geweest en dat hij heeft geleerd Wrakken verandert hij in zo goed als nieuom zonder alles te leven. “Daarmee bedoel we fietsen, die weer verkocht worden en ik dat ik niets en niemand nodig heb. Geld met dat geld wordt het werkproject mede heb ik altijd gehad en dat maakt het leven gefinancierd. een stuk gemakkelijker.” Het is eigenlijk nog maar sinds een paar In 2003, na de dood van zijn moeder voor jaar dat hij met het verleden wilde breken. wie hij niets voelde maar wel respect “Ik heb jarenlang gedaan wat ik wilde en had, ging hij voor het eerst nadenken ben er nooit voor opgepakt. Uiteindelijk over zijn leven. “Wat had ik bereikt? Wat belandde ik wel in de cel en de weinige laat ik achter?” Het antwoord vindt hij mensen om me heen die iets voor me niet. De vraag wordt nog moeilijker te betekenden, wilden toen niets meer met beantwoorden als hij uit een relatie een me te maken hebben.” dochter krijgt. “Ik stond daar helemaal niet Juist door het wegstoppen van zijn voor open, maar nu ze er is, wil ik met haar gevoelens lukte het Domingo niet om een band opbouwen, hoewel dat niet lukt goede relaties op te bouwen. “Lang
omdat mijn ex alle contacten heeft verboden.” Die vadergevoelens hebben iets bij hem losgemaakt, waardoor hij besloot om het criminele wereldje achter zich te laten en het roer volledig om te gooien. Hij veranderde zijn telefoonnummers, verbrak alle banden met zijn malafide opdrachtgevers en wil daarom ook niet herkenbaar op de foto. Domus is sinds 30 maart 2011 zijn thuis en dat zal het, als het aan hem ligt, nog wel voorlopig blijven. “Ze hebben al aan me gevraagd waarom ik niet op mezelf ga wonen, maar dat kan ik nog niet aan. Ik moet nog zoveel leren, zoals sociale vaardigheden. Daar heb ik me nooit druk om gemaakt, maar als ik een liefdevolle relatie wil opbouwen, zal ik toch moeten leren hoe ik met mijn gevoelens en die van anderen moet omgaan. Dat moet ik allemaal stap voor stap doen. Je moet eerst leren kruipen voor je kunt lopen en als je kunt lopen kun je nog niet rennen.” Wijze woorden die voortkomen uit de veranderingen die Domingo langzaam maar zeker in zichzelf ziet. “Dat is allemaal heel positief, maar ik weet ook dat ik zomaar kan terugvallen. Daarom heb ik ondersteuning nodig. Ik vraag me wel eens af waar ik aan begonnen ben, maar de druk om door te zetten is zo groot dat ik niet wil en zal opgeven. In plaats van mijn handen wil ik nu mijn hart laten spreken.”
Domingo van der Tak 50I50 Workcenter
5
“We moeten van zeventig euro per week rondkomen”
Het is Stephanie voor en Stephanie na als Gonny van Loenen (29) over de hulpverlening van het Leger des Heils praat. Samen met Pieter de Jongh, haar partner, wordt zij door 10 voor Toekomst in de persoon van Stephanie van der Tang begeleid. Ze hebben een dochter, Adinda, van tweeënhalf en Deepack, een jongetje
6
van tien maanden, dat hartproblemen heeft. “Dat is niet altijd gemakkelijk, want we moeten regelmatig naar het ziekenhuis en Adinda zit in de peuterpubertijd”, vertelt Gonny. Het liep wat minder stroef toen ze bij haar schoonouders inwoonden, maar toen die een eigen huis kochten, stond het gezinnetje op straat. Met een stapel schulden, waarvoor ze al een bewindvoerder hadden om de zaken weer op de rails te krijgen. “We hebben ons toen bij het Leger des Heils aangemeld, dat ons met het zoeken naar een woning heeft geholpen. Gelukkig kregen we deze woning van de woningbouwvereniging.” Het Leger des Heils hoefde dus niet dit probleem op te lossen, maar Gonny en Pieter weten dat ze bij bepaalde dingen hulp nodig hebben, zoals het invullen van papieren, het maken van afspraken, het onderhoud van het huis en het omgaan met geld. “We moeten van zeventig euro in de week rondkomen. Dat is met twee kleine kinderen een hele klus. Er blijft weinig over voor iets anders dan eten en luiers.” Daarom is Pieter druk aan het bellen of hij ergens tweehonderd euro kan lenen voor een paar nieuwe schuttingpanelen. Toen ze de coniferen weghaalden, bleek de
schutting erachter helemaal verrot. Niemand kan hen direct aan geld helpen, dus zal Stephanie om raad worden gevraagd. De bezoekjes van Stephanie zijn wisselend. Soms een uur per week, soms een hele dag, afhankelijk van de begeleiding die de jonge ouders nodig hebben. “Ze is een heel lieve vrouw, jonger dan ons, maar ze helpt bij alles. De opvoeding van de kinderen, het zoeken naar bepaalde instanties, het oplossen van grote en kleine problemen. Er zijn gewoon dingen die we niet snappen. Iedereen in Nederland kan het, maar ons lukt het niet.” Pieter omschrijft hen beiden als ‘gemakkelijk’. “Ik geef eerlijk toe, over sommige dingen maken we ons niet zo druk. Zoals stofzuigen of schoonmaken. En we geven ons geld gemakkelijk uit.” Sinds twee jaar heeft hij weer een baan. Jarenlang gaf hij zijn geld uit aan drugs, nu moet elk dubbeltje worden omgedraaid om te zorgen dat de kinderen niets tekort komen. “De kinderen komen bij ons op de eerste plaats, ook al denkt Jeugdzorg daar anders over. Dat wij water en brood moeten eten is niet zo erg, maar die kleintjes moeten het goed hebben.” Vandaag wordt er in ieder geval goed gegeten, want het ruikt heerlijk naar gestoofde runderlapjes waar Pieter druk mee bezig is. Regelmatig proeft hij ervan en gooit er soms wat kruiden bij 10 voor Toekomst 10 voor Toekomst is een traject voor probleemgezinnen die intensief integrale en ambulante hulp nodig hebben. De hulpverlening van 10 voor Toekomst is gericht op verandering op 10 aandachtsgebieden. Aandacht voor woonvaardigheden, financiën en sociale vaardigheden zijn hierin dominant. Hieraan wordt gewerkt door het gezin met behulp van een ambulant woonbegeleider.
“Op mijn manier heb ik het druk” om het nog meer op smaak te brengen. “We accepteren heel veel van Stephanie. Vervelende dingen zijn natuurlijk nooit leuk om te horen, maar Stephanie zegt het gewoon. We weten ook dat ze dat doet om ons te helpen. We kunnen alles aan haar vragen en ze staat altijd voor ons klaar.” Nog een jaar en dan zijn de schulden opgelost en moet er wat meer financiële speelruimte komen. “Ook dan hebben we Stephanie nodig. Misschien nog wel meer dan nu. Ik moet heel eerlijk toegeven dat we niet zonder haar kunnen. Het is wel ons streven, maar het is gewoon lekker om te weten dat we altijd op haar terug kunnen vallen.”
Gonny van Loenen en Pieter de Jongh 10 voor Toekomst
Terwijl ze een slokje thee neemt, ziet Ria Vis (93) door het raam van haar appartementje in Buitenhaeghe dat een bewoner of bewoonster wordt
uitgedragen. De familie loopt zwijgend achter de zilvergrijze auto aan die weer vooraf wordt gegaan door een rijzige dame in een zwart mantelpak. “Natuurlijk doet dat je wat. Je weet, het is je voorland, maar je raakt er ook wel aan gewend. Ik zeg altijd maar: of je nu jong of oud bent, rijk of arm, we gaan allemaal.” Bijna zeven jaar geleden kwam ze vanuit Lelystad naar Almere. “Ik woonde in een groot huis met vijf kamers. Dat kon niet langer, dus is mijn dochter op zoek gegaan naar een andere plek voor me. Ik wilde niet in Lelystad in een verzorgingshuis omdat daar geen kinderen van me wonen. Nadat ze in een aantal voorzieningen was geweest, zei mijn dochter tegen me: ‘Mam, dat is niets voor jou. Ik heb nog een adres, maar dat is het Leger des Heils.’ Nou en, heb ik toen geantwoord, is het Leger des Heils niet goed genoeg voor mij?” Het intakegesprek waarvoor een half uur was uitgetrokken, liep uit tot anderhalf
7
woord uit de Bijbel stil te staan. Daardoor uur. “Ze hadden alle tijd voor ons. Ze waren zo vriendelijk. Ik heb had je best wel leuke sociale contacten. het hele huis mogen zien, we kregen koffie, ik voelde me meteen Omdat er steeds minder thuis.” Buitenhaeghe mensen kwamen, is dat Dat gevoel is niet vernu afgeschaft. We hebben anderd, ondanks dat Het hoofdgebouw van Zorgcentrum Buitenhaeghe nog wel een weekopening ze zo’n vier jaar gelebiedt plaats aan honderd ouderen. en –sluiting en daar ga ik den naar een ander Het huis bestaat uit vier woonlagen met vooral altijd naar toe.” appartement moest eenpersoonsappartementen, enkele tweepersoonsDe plannen voor een nieuverhuizen omdat dat appartementen en een aantal multifunctionele kamers, we keuken en restaurant van haar onder de die bedoeld zijn voor een tijdelijk verblijf. Het team steunde ze van harte. “We afdeling PG kwam van medewerkers helpt de bewoners zo dat zij zo lang hebben vijf jaar lang maalte vallen. “Ook toen mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren. tijden uit de catering gegehebben ze me gewelIedereen krijgt de lichamelijke en huishoudelijke hulp ten. Nu het restaurant open dig geholpen. Het is die hij nodig heeft. Niet iedereen krijgt dus dezelfde is kunnen we weer zelf behier fantastisch.” zorg. Wij noemen dit zorg op maat. palen wat we willen eten. Natuurlijk zijn er wel Daar heb ik echt naar uitgekeken. Ik heb eens dingen die niet helemaal vlekkeloos verlopen, maar die er voor gevochten om worden dan direct uitgepraat en dat is tot nu altijd goed gegaan. dat voor elkaar te krijRia roemt de hartelijkheid en liefde die ze krijgt van de gen en ben zo blij dat medewerkers. “Dat verwacht je niet meer in deze wereld. De het is gerealiseerd.” wereld is hard. De mensen leven allemaal voor zichzelf. Het is Verveling is een allemaal ik en nog eens ik. Vroeger waren we meer behulpzaam woord dat Ria Vis niet naar de ander toe. Ik heb mijn ouders verzorgd tot ze het graf in kent. “Ik heb het op gingen. Dat is niet meer. Ik weet dat mijn kinderen het allemaal mijn manier druk. Ik druk hebben. Soms kan ik het woord druk niet meer horen. Ik had heb mijn hobby’s, kijk het ook druk met vijf dochters, inclusief een tweeling. Ach, de tijd graag televisie en ga is nu eenmaal anders. Daarom is het zo heerlijk als het personeel nog wel eens bij de zo aardig voor je is. Dan schieten de tranen me wel eens in de buren op visite. Het ogen en denk ik, o Heer, waar heb ik dit aan verdiend?” probleem is alleen Wat mevrouw Vis wel mist zijn de dagopeningen. “Ik ben van dat het steeds moeihuis uit Hervormd en vond het fijn om ’s morgens even bij een
8
lijker wordt om contact te maken, want men wil de mensen zo lang mogelijk thuis laten wonen en als ze dan hier komen, zijn ze geestelijk en lichamelijk een stuk minder goed. Ik ben heel dankbaar dat mijn verstand nog goed is. Lichamelijk is het minder, omdat ik hartproblemen heb gehad. Ik heb een lekkende hartklep waarvoor ik al een paar keer in het ziekenhuis heb gelegen. Ik heb aangegeven dat als er weer iets gebeurt, ik niet gereanimeerd wil worden. Dan zal het mijn tijd wel zijn.”
Ria Vis Bewoonster Verzorgingshuis
“Je verliest altijd meer dan je wint” In oktober 2011 besloten Job Clement en zijn vrouw uit elkaar te gaan en toen moest hij ook de woning in Almere verlaten. Hij kwam terecht in de dag- en nachtopvang van Leger des Heils Flevoland en nu woont hij in Perspectief. “Vanaf dat moment was ik alles kwijt”, vertelt hij in de kantine van het Hoofdkantoor van het Leger des Heils in Almere waar hij nu als dagbesteding werkt. De breuk kwam eigenlijk niet onverwacht voor Job, want sinds zijn achttiende heeft hij een gokverslaving. “Het is onbegrijpelijk dat ik het zo lang verborgen heb kunnen houden”, verzucht hij. “Dat kon ik vooral omdat mijn vrouw werkte en een goed salaris heeft. De meeste rekeningen werden gelukkig door haar betaald. Door mijn verslaving was ik mijn baan kwijtgeraakt. Dat was trouwens al eens eerder gebeurd en doordat ik thuis zat had ik vrij spel op goksites op het internet. Het geld van mijn uitkering ging helemaal op aan gokken en ik maakte alleen maar schulden.” Job kan het zijn ex niet kwalijk nemen dat zij niet verder met hem
en heel depressief ben. Dan kan ik mij wel kon en wilde. “Het is heel begrijpelijk dat in mijn kamer opsluiten, maar de mensen ze boos en verdrietig is en het vertrouwen om mij heen hebben dat in de gaten. Nu in mij totaal verloren heeft.” heb ik geleerd om mijn problemen of wat Heel open en eerlijk vertelt hij over zijn mij dwars zit met iemand te bespreken.” verslaving die hem meer dan vijfentwintig Langzaam maar zeker is Job uit een diep jaar in zijn greep had. “Je wilt spelen, dal geklommen. “Wat mij vooral heeft spelen, spelen, liefst vierentwintig uur geholpen is dat ik in december met mijn per dag. Die paar keer dat je wint, zorgen begeleider een toegangsverbod voor alle er voor dat je weer door gaat, maar casino’s en speelhallen heb aangevraagd. uiteindelijk verlies je altijd meer dan je Ik heb geen computer, dus kan ik niet op wint.” het internet Samen met zijn en de goksites begeleider proNoodopvang Perspectief zijn toch gebeert hij te inNoodopvang Perspectief in Almere biedt blokkeerd, dus ventariseren wat tijdelijk onderdak en begeleiding aan jongeren daar hoef ik me hij allemaal heeft en volwassenen die niet (meer) over eigen geen zorgen verloren door zijn huisvesting beschikken. Doel is het opheffen van de crisissituatie, waarbij een periode van over te maken.” verslaving. “Dat zes tot maximaal twaalf weken als leidraad Het is een veris natuurlijk niet geldt. Het wonen in de noodopvang sluit zoveel ademing voor alleen mijn onmogelijk aan bij het gewone, alledaagse leven. hem om zijn derdak, mijn zeElke hulpvrager krijgt een persoonlijk begeleider post open te kerheid en daartoegewezen, die onder andere helpt bij het in maken en dan naast een enorm kaart brengen van de problemen. door te kunnen bedrag aan geld. geven aan zijn bewindvoerder. “Ik word Als ik dat allemaal nog had, dan was ik nu heel goed geholpen bij het aflossen van een rijk man. Nee, je verliest ook je eigenmijn schulden. Sinds ik bij het Leger woon, waarde.” heb ik niet meer gegokt. Ik houd nu zelfs Job kan nu ook toegeven dat hij verslaafd wat geld over. Het geeft een goed gevoel is en praat er over met zijn begeleider. “Dat dat ik soms wat kleine dingen voor mezelf lucht enorm op. Vroeger kropte ik alles op. kan kopen. Dat heb ik lang niet gekund.” Nu heb ik ook wel eens dagen dat ik down
9
“Lachen is nog het enige medicijn” De tijd dat hij een eind aan zijn leven wilde maken, ligt achter hem. Hij ziet nu weer een toekomst voor zichzelf. “Als de scheiding er eenmaal door is, kan ik echt opnieuw beginnen. Het liefst heb ik een huisje voor mezelf, maar ik moet wel woonbegeleiding hebben, want de angst om terug te vallen zal er altijd zijn. Mijn hele leven is op zijn kop gezet, maar ik ben gezond en dat is mijn grootste rijkdom. Het totale pakket van stappen dat ik heb moeten nemen, is belangrijk om zover te komen. Ik voel me prima. Ik voel me uitstekend. De laatste maand gaat het eigenlijk perfect”, zegt hij terwijl hij nog eens in de soep roert die hij voor het personeel heeft gemaakt.
Job Clement Bewoner Perspectief
gewoond, maar belandde uiteindelijk in een kinderhuis in Amsterdam.”Ze heeft daar zeker geen slechte herinneringen aan en zegt dat ze daar normen en waarden heeft geleerd. Toch loopt ze weg, zoekt een kamer en wordt teruggehaald omdat ze nog geen achttien is. Sylvia wil haar zelfstandigheid en zoekt in kranten naar de mogelijkheid om die te vinden. Ze ziet een advertentie van een tandartsgezin dat een oppas zoekt. Ze stapt erop af en wordt aangenomen. Een aantal jaar woont ze bij hen intern, tot ze verliefd wordt op een ‘pretty boy’. Ze belandt in de prostitutie, een wereld waarin het vooral om geld en zeker niet om liefde draait. “Ik hield wel van dat wereldje”, zegt ze, maar het is niet duidelijk of ze het wel meent. Als iemand “Ik heb de UvL doorlopen”, schatert Sylvia haar aanbiedt om haar uit die wereld te halen, pakt ze die kans. Koghee. Ze bedoelt daarmee de Universi“Ach, het huisvrouwtje spelen zat wel in me, maar tegelijkertijd teit van het Leven. Achter de uitbundige miste ik de sfeer en mijn collega’s.” lach schuilt een wereld van verdriet, die ze Een jaar of tien, twaalf houdt de ‘broer-vader-vriendschapsrelatie’ probeert te ontvluchten door vaak naar de stand. “Ik voelde het al aankomen. Die man had geen tijd meer fles te grijpen. De alcohol speelt al sinds voor me en ik zakte helemaal af.” haar geboorte een rol Domus Ze gaat niet in op de vraag wat ze in haar leven. “Ik ben daarmee bedoelt. Het lijkt alsof onder een slok uit Mensen met een verslaving en/of psychiatrische Sylvia het verleden wil vergeten, problemen die lange tijd dak- of thuisloos zijn liefde gemaakt”, zo geweest en zich moeilijk aan regels kunnen houden maar het heeft haar zo getekend omschrijft ze met een en gezag accepteren, kunnen onderdak krijgen dat het zonder drank niet schijnt onvervalst Amsterbij Domus. Belangrijke uitgangspunten zijn het te lukken. dams accent haar bevoorkomen van verlies van vaardigheden, Zelfs een aantal opnamen in een gin en geeft daarmee stabilisatie van de problematiek, groei en afkickkliniek hebben geen effect ook aan dat haar ouontwikkeling van de cliënt. gehad. “Ach, dat lost toch allemaal ders alcoholisten waniets op”, is haar excuus. ren. Dat drankmisbruik leidde er toe dat ze Toegeven dat alcohol haar grootste vijand is, wil ze niet. De op haar achtste al wees was. “Ik heb toen medewerkers van Domus, waar Sylvia nu ruim twee jaar woont, een paar jaar bij mijn oom in Den Haag
“Ik heb altijd een benedenhuis met een tuintje gewild” vinden dat jammer, maar kunnen het ook wel begrijpen. Toch vindt ze zelf dat het de goede kant opgaat. “Ik wil gewoon mijn eigen dingen kunnen bepalen en ik begrijp wel dat dat niet altijd kan. Ik heb wel ontdekt dat er hier mensen zijn die mij begrijpen of proberen te begrijpen en dat had ik nooit gedacht. Het is de benadering die mij goed doet.” Ze is wel wat rustiger geworden, vindt ze ook zelf en daarom durft ze te dromen van een eigen woninkje in haar lievelingsstad Amsterdam. “Alleen zal dat wel moeilijk zijn, daar ben ik gewoon eerlijk in. Ik kan natuurlijk altijd vragen of er regelmatig iemand langs kan komen om me te ondersteunen, zoals bij het invullen van formulieren en zo.” De lach verdwijnt bijna niet van haar gezicht. Ze is en blijft ogenschijnlijk vrolijk, maar wie goed kijkt ziet dat het een façade is. “Lachen is voor mij nog het enige medicijn”, schatert ze opnieuw. Het zal pas een echte lach worden als ze leert dat ze geen alcohol nodig heeft om gelukkig te worden.
Sylvia Koghee Bewoonster Domus
Ze kunnen hun geluk niet op. Vanuit een verwaarloosde en vervuilde woning in Almere verhuisden Sofia en Theo Roos, beiden midden zestigers, zo’n twee weken geleden naar een aanleunwoning in Parkhaeghe. “Dat heb ik altijd gewild, een benedenhuisje met een tuintje”, zegt Theo tevreden. “Dan kan ik zo met mijn scootmobiel de straat op, maar dan moet hij eerst wel worden aangepast.” “Dat gebeurt ook wel, meneer Roos”, stelt Helga van Kesteren van de afdeling Grijs Genoeg(en) hem gerust. “Ook dat komt goed.” De aanpassing moet gebeuren omdat Theo een tweede hersenbloeding heeft gehad en alleen zijn linkerhand kan gebruiken. De gebeurtenissen in de afgelopen twee jaar geven hem het vertrouwen dat het ook wel goed komt. Door hoog opgelopen schulden en huurachterstand dreigden ze uit hun woning te worden gezet. Door tussenkomst van het Preventieteam van het Leger des Heils kon dat worden afgewend. “Die situatie is nu gestabiliseerd. De tijd van deurwaarders en dwangbevelen is voorbij. Ze zitten nu in de eindfase van de schuldhulpverlening.
11
Alle schuldeisers hebben de tijd gehad om te reageren, nu moet het schuldenplan nog worden ondertekend”, legt Helga uit. Ze is er best trots op dat ze het succesverhaal van ‘de Roosjes’
Grijs Genoeg(en) Thuiswonende ouderen kunnen om allerlei redenen in een sociaal isolement raken en vereenzamen. Dit bemoeilijkt vaak de stap naar de reguliere hulpverlening. Medewerkers van Grijs Genoeg(en) proberen hen uit het (dreigende) isolement te halen. Na signalering en aanmelding door bijvoorbeeld de huisarts, buren of ouderenorganisaties brengt een medewerker een bezoek aan de oudere. Door op een zorgvuldige en respectvolle manier contact te leggen en het vertrouwen te winnen, wordt in overleg met de cliënt praktische hulp en begeleiding geboden, waarbij de eigen mogelijkheden, wensen en behoeften centraal staan. kan vertellen. Verbaal sterk zijn Sofia en Theo niet en zonder de hulp van het Leger des Heils hadden ze het niet gered, geeft Sofia aan. “Het ging verkeerd toen mijn dochter met haar vriend bij ons introk. Daardoor raakten we een aantal toeslagen kwijt, wij betaalden hun treingeld, hun eten en zij betaalden helemaal niets. We hebben toen hulp gekregen van de Stichting MEE, maar die konden op een gegeven ogenblik niets meer voor ons doen.” De mededeling dat er een woning vrij kwam in Parkhaeghe was het beste nieuws dat ze ooit konden krijgen. De meeste meubelen lieten de vorige bewoners staan en konden ze voor een prikkie overnemen. “Het bankstel, de tafel, kasten, het bed, koelkast, noem maar op. We konden er zo intrekken.” De oude, vervuilde meubels konden ze daardoor allemaal weggooien. Met hulp van de Stichting Present, een vrijwilligersgroep
12
vanuit de kerk die bij dit soort zaken helpt, zijn ze op een zaterdag verhuisd en is een nieuwe wereld voor hen opengegaan. Ze genieten van de rust en het uitzicht, maar moeten er wel aan wennen dat mensen ook naar binnen kunnen kijken. “’s Morgens loop ik nog wel eens in mijn onderbroek door het huis en daar hebben mensen wat van gezegd”, aldus Theo. “Daar moet u ook rekening mee houden. We gaan wel een mooie ochtendjas voor u kopen met in gouden letters Theo erop”, lacht Helga. Haar voorstel haalt direct de angel uit het gesprek. Als ze dan ook nog zegt dat er een computer wordt gekocht voor de heer des huizes, trekken meteen alle wolken voor de zon weg en stralen zijn ogen. Het verhaal van Theo en Sofia Roos bewijst dat de aanpak van het Leger des Heils werkt. Zorgmijders kunnen het vertrouwen in hulpverleners
krijgen als er maar zichtbare en positieve resultaten zijn. Op de bank zitten twee tevreden mensen, die als het tuinsetje eenmaal is aangeschaft, ook buiten kunnen zitten. “Ook daar hebben we geld voor weggezet. Als we alles strak in de gaten houden, kan het gewoon niet meer fout gaan”, zegt Helga. Theo en Sofia knikken instemmend.
Theo en Sofia Roos Grijs Genoeg(en)
“Dit werk is zinvol”
“Niets dan lof voor de wijze waarop de directie van Leger des Heils Flevoland met inspraak omgaat.” Aan het woord is Aad Lahuis, vice-voorzitter van de Cliëntenraad, die in afwezigheid van de voorzitter vertelt hoe de verhoudingen liggen. “Je zou denken dat een Cliëntenraad tegenspel moet geven aan de bestuurder, maar dat is in ons geval
niet aan de orde. Want alle verbeteringen die wij willen implementeren, wil de bestuurder ook bereiken. We zitten bijna altijd met hem op een lijn.” De ouders van Aad waren officier (voorgangers) van het Leger des Heils, dus hij kent de organisatie goed. Toch is hij er niet altijd lid van gebleven. Zo’n veertig jaar geleden besloot hij naar de kerk te gaan. Toen hij zijn tweede vrouw leerde kennen, die heilssoldaat is, is hij met haar weer naar de bijeenkomsten op zondag in Almere gegaan. “Ik werd er warm ontvangen en voel mij er weer helemaal thuis.” Juist omdat het contact en overleg met de directie zo optimaal is, valt er volgens Aad weinig te vertellen over de Cliëntenraad. Bijzonder is wel de samenstelling van de raad. “Er zijn feitelijk drie Cliëntenraden, die worden overkoepeld door de zogenoemde Beleidscommissie.” Volgens Lahuis, die zelf geen cliënt is van het Leger des Heils, is dat misschien een wat te zwaar woord. “In die Beleidscommissie zitten de drie voorzitters van de Cliëntenraden, met een eigen voorzitter en een secretaris. Daar komen zaken van algemene aard en beleidszaken zoals de begroting, werkplannen en het aantrekken van nieuwe functionarissen aan de orde.”
Deze overkoepelende Cliëntenraad adviseert alleen, maar weet dat hun voorstellen altijd in de te nemen besluiten zullen worden meegewogen en vaak meegenomen. Vier keer per jaar komt deze Cliëntenraad bijeen en indien nodig, kunnen extra vergaderingen worden belegd. “Eigenlijk”, zo voegt Lahuis toe, “zitten er maar weinig cliënten in de raad, maar zijn het vaak familieleden van cliënten. Vooral voor de Cliëntenraad Maatschappelijke Dienstverlening is het moeilijk om leden vanuit het cliëntenbestand te werven, want hun problemen zijn daarvoor te groot of ze zijn te kort binnen het hulpverleningstraject.” Natuurlijk vallen er dingen te verbeteren, volgens Aad. “Ik denk Cliëntenraad De Cliëntenraad komt op voor de belangen van alle cliënten van het Leger des Heils Flevoland. Om te zorgen dat iedere groep cliënten in gelijke mate wordt vertegenwoordigd, zijn er drie deelraden, te weten voor Wonen en Zorg, Verpleging en Verzorging en Maatschappelijke Dienstverlening. Daarnaast is er een beleidscommissie, bestaande uit de drie voorzitters van de deelraden en een onafhankelijke voorzitter en secretaris. De Cliëntenraad mag gevraagd en ongevraagd advies geven over onderwerpen die voor cliënten van belang zijn. Deze onderwerpen staan beschreven in de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen.
dan maar aan Buitenhaeghe. Dat komt niet als een van de beste zorgcentra uit de bus. Door te luisteren naar de opmerkingen en wensen van de bewoners, kunnen we proberen om een aantal zaken aan te passen of te veranderen.”
13
“Mijn bewondering is alleen maar groter geworden” Een mooi voorbeeld, dat ook door anderen wordt genoemd, is de realisatie van de keuken en het restaurant in Buitenhaeghe. “Dat was nou een grote wens van de bewoners. Door de samenwerking met de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening is dit tot stand gekomen. De bewoners zijn er blij mee en het tilt Buitenhaeghe direct naar een hoger en beter niveau.” De zittingstermijn van de leden is drie jaar en die zit er voor Aad Lahuis bijna op. “We hebben bijvoorbeeld besloten om te komen tot een rooster van aftreden, zodat er voldoende kennis aanwezig blijft als iemand moet stoppen. Ik heb besloten om voor een tweede termijn te gaan, want ik heb gezien dat het werk zin heeft. Met veel plezier plak ik er nog drie jaar aan vast.” Aad Lahuis Vice-voorzitter Cliëntenraad
Pas toen Suzan Karabay lid van de Ondernemingsraad werd, ontdekte ze hoe groot de organisatie het Leger des Heils is. “Ik ben mij toen meer in alles wat er wordt gedaan, gaan verdiepen en mijn bewondering is alleen maar groter 14
geworden”, vertelt ze. “Petje af, hoor. Indrukwekkend.” Ze besloot toen ze haar opleiding tot verpleegkundige ging doen, om met het OR-werk te stoppen. “Toen mijn opleidingen afgerond waren, viel ik eigenlijk in een groot gat en dacht dat ik het OR-lidmaatschap wel weer kon oppakken.” Het werd veel meer. In 2011 werd ze voorzitter van de Ondernemingsraad en daar zet ze zich zoveel als mogelijk voor in. “Doordat we zoveel zaken krijgen aangereikt, krijg je ook een andere kijk op dingen en voel je je meer bij alles betrokken. Ik heb bij verschillende instellingen gewerkt, maar die waren niet zo ruim opgezet als het Leger des Heils.” Ook Suzan noemt de nieuwe keuken en het restaurant in Buitenhaeghe een succes waaraan de OR heeft meegewerkt. “Eigenlijk is het een mooi voorbeeld hoe je, als je de krachten bundelt, en daarmee bedoel ik niet alleen de OR, je heel veel kunt verwezenlijken. Bij de plannen, de verbouwing en de problemen zijn we nauw betrokken geweest. We kregen
uitleg wat er ging gebeuren, we hebben de maquette gezien. De transparantie van alles maakt het werk zo positief. Er wordt niets achter onze rug om gedaan. Daar houd ik van en waardeer het enorm.” De OR-voorzitter hanteert twee agenda’s, vertelt ze lachend. “Eén daarvan is mijn OR-agenda. Ik schrijf daarin alles op, bijvoorbeeld zaken waar we over zes maanden aandacht aan moeten geven.
Zo kan ik het niet vergeten.” Suzan vindt het jammer dat niet alle zetels zijn bezet. “We hebben nog een aantal vacatures, die we straks na de verkiezingen hopen in te kunnen vullen. Ik kan de kandidaten verzekeren dat het OR-werk een boeiende bezigheid is.” Meer scholing voor het personeel op de werkvloer is wat de OR op de agenda gaat zetten. “De maatschappij verandert snel en
er zijn een aantal zorgcentra in onze omgeving bij gekomen. Ook de ouder wordende mens is veranderd ten opzichte van een aantal jaren geleden. Ze zijn moderner, mondiger, omgevingsbewuster en daar is helemaal niets mis mee. We moeten meer aandacht geven aan wat de bewoner zelf wil. Luisteren en er iets mee doen. Doelgroepen veranderen ook, dus moeten we meer leren over die nieuwe doelgroepen.” Ze geeft daarmee aan dat de bewoners zich gelukkig moeten voelen en ook mogen aangeven waar ze behoefte aan hebben. “Ik zie dat allemaal als iets positiefs. Als OR kunnen wij die gevoelens dan weer delen met de bestuurder, die altijd aandacht en waardering heeft voor onze inbreng.” Zelf leert ze elke dag nog steeds. “Door naar onze bewoners te luisteren ontdek ik ook wat ik misschien verkeerd doe of hoe het ook anders kan. Die houding wil ik ook meenemen in de OR, want we zijn er niet om kritiek te leveren, maar om samen met de directie en alle werknemers het beste zorgpakket voor onze cliënten te leveren. Wat ontbreekt, moeten we aanvullen.” Ruim twintig jaar werkt Suzan nu in de zorg en ze vertelt dat ze eigenlijk de ouderenzorg is ingerold. “Ik zag een advertentie voor Buitenhaeghe, ben binnengestapt en werd aangenomen. Nu werk ik op de psychogeriatrische afdeling, waar mensen met dementie zijn opgenomen. Het gaat erom hen zo goed mogelijk te leren kennen, zodat je aanvoelt of er iets met hen aan de hand is wat ze zelf niet kunnen aangeven. Ik vind het belangrijk om de familie bij de zorg te betrekken, die zich soms schuldig voelt. Het is ook onze taak om die schuldgevoelens weg te nemen.” Suzan Karabay Voorzitter Ondernemingsraad Leger des Heils Flevoland
15
“Ik ben iemand die altijd kansen ziet” Manager Primair Proces Carolien Bronkhorst kijkt met gemengde gevoelens naar de komende veranderingen binnen de AWBZ en ze verwoordt die als volgt: “Iedere verandering kent bedreigingen, maar biedt tegelijkertijd ook kansen.” Juist op die kansen wil zij zich richten. De afgelopen jaren zijn er intern al grote veranderingen geweest, waardoor zij denkt dat de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland klaar is om allerlei externe veranderingen het hoofd te kunnen bieden die in de nabije toekomst worden opgelegd. “We hebben ons als Leger des Heils op de kaart gezet. We zijn van een organisatie die reactief was ingericht, daar bedoel ik mee ad hoc reageerde, veranderd in een proactieve organisatie. We zijn veel beleidsmatiger gaan werken. Beleidsprocessen zijn goed geregeld, er is sturingsmateriaal ontwikkeld om de afdelingen beter te volgen en te sturen, we zijn als organisatie in meerdere opzichten gegroeid.” Dat is dus voor Carolien een zorg minder. Zorgen maakt ze zich wel over de ontwikkelingen binnen onze maatschappij. “We hebben een maatschappij gecreëerd en die maatschappij zie je ook terug in de zorg. Het is allemaal heel erg individueel en je moet in een bepaald hokje passen. Het is in of out. Je kunt niet een beetje in een hokje passen en ook nog een beetje in een ander hokje. Als je dat doet, val je buiten de boot. De mensen die eigenlijk meerdere hokjes nodig hebben, zijn onze doelgroep, die we goed in beeld moeten houden. Zij vragen om net iets andere hulp en begeleiding, om ze mee te
16
kunnen laten doen in de maatschappij. Dat moet niet alleen gebeuren vanuit een goed hart, maar we moeten ons daarin professioneel onderscheiden. We moeten ons blijvend focussen op de kwaliteit.” De Wet Werken naar Vermogen wordt door haar aangehaald, waardoor zij zeker kansen ziet voor het Leger des Heils Flevoland. “We moeten erkennen dat er een groep mensen is die we jarenlang hebben afgeschreven, maar waar nu wellicht weer kansen voor komen, omdat die nu weer mee mogen doen. Daar willen wij ons als Leger des Heils Flevoland graag voor gaan inzetten. Daarnaast heb je bijvoorbeeld de IQ maatregel die aangekondigd is, waarbij de hoogte van het IQ wordt verlaagd om iemand met een verstandelijke beperking aan te merken. De mensen met een licht verstandelijke beperking, sowieso al een doelgroep die het lastig heeft. Vaak loopt men al een leven lang op hun tenen om een beetje mee te kunnen komen in onze hedendaagse maatschappij. Door zo’n maatregel te nemen en ze niet meer als doelgroep te erkennen, zullen er nog meer mensen tussen wal en schip raken. Bang voor de komende bezuinigingen is Carolien Bronkhorst niet. Ook daarin ziet ze kansen. “Je kunt natuurlijk in een hoekje gaan zitten klagen dat je niet kunt
“De ideale omgeving om te groeien” rondkomen met de centjes, maar je kunt ook gaan kijken hoe je bepaalde zaken anders kunt doen. Het klinkt misschien wat naïef, maar onze doelgroep zal er altijd zijn en ik heb het vertrouwen dat er ook altijd middelen zullen zijn om deze doelgroep van dienst te zijn; linksom of rechtsom.”
Carolien Bronkhorst Manager Primair Proces Maatschappelijke Dienstverlening
Er is een positieve chemie tussen Michel van Dijk en Said Imbouh. Twee onhandelbare jongeren die in Vast en Verder maatjes werden en dat laatste tot op de dag van vandaag nog zijn. Dat onhandelbare is inmiddels verleden tijd, vertellen ze in de woning die Michel een paar weken geleden in Almere Poort heeft betrokken. De midden twintigers kwamen in mei 2010 vlak na elkaar bij deze afdeling van Leger des Heils Flevoland binnenstappen. “Ik was door de reclassering geplaatst. Ik heb dus een verleden, maar ik kreeg de kans om te werken aan mijn toekomst. Zij wilden dat ik weer op het rechte pad kwam en ik wilde dat zelf ook.´ Wie de twee jonge mannen gezellig samen televisie ziet kijken, kan zich geen voorstelling maken wat er zich allemaal in hun leven heeft afgespeeld. Veel willen ze er niet over kwijt, wel dat Michel ´een heel kort lontje had en voordat het was aangestoken al kon ontploffen’. Said vertelt dat het bij hem thuis allemaal nogal streng was. “Ja, als je dan buiten op straat met je vrienden
bent, ga je juist dingen doen die tegen alle autoriteit en regels indruisen.” Beiden zijn vol lof over de begeleiding bij Vast en Verder. “Er is altijd wel iemand bij wie je terecht kunt, al is het middenin de nacht”, zegt Michel. “Om over de dingen waar je mee zit te praten haalt wel de druk van de ketel.” “Geen onderdak, geen werk, emotionele turbulentie en familie issues, alle factoren voor een rampzalig concept” liggen volgens Said ten grondslag aan zijn recalcitrant gedrag. “Ik ben helemaal geen slechte jongen, ik heb alleen veel pech gehad”, lacht hij. Al snel kreeg hij door de begeleiding in Vast en Verder in de gaten dat je met wat meer geduld en begrip voor de standpunten van anderen veel verder komt dan met altijd maar dwarsliggen. “Ik heb mijn omgangsvaardigheden, dus het omgaan met andere mensen, sterk verbeterd. Waar ik vroeger tegenin zou gaan, zal ik nu luisteren en het ook van een andere kant bekijken.” Michel vindt vooral dat hij in meerdere opzichten ‘gegroeid’ is. “Het klinkt misschien gek, maar ik ben wel volwassener geworden. Ik kwam binnen bij Vast en Verder als een straatjongen, nu heb ik geleerd om me te beheersen. Kijk, als je de dingen doet die de begeleiders
17
“Ik ben redelijk tevreden” een magazijn bijvoorbeeld, vindt Michel. van je vragen, dan kom je het verst.” “Ik heb ook mijn rijbewijs als heftruckSaid heeft een eigen woning in Almere. chauffeur. Ik ben hard Ook tijdens zijn verVast & Verder aan het solliciteren en blijf in Vast en Verder bleef zijn vriendin, met Vast & Verder biedt opvang voor word daarbij goed gewie hij al vijf jaar een jongeren van 15 tot 25 jaar, die dak- holpen door mijn jobvaste relatie heeft, in of thuisloos zijn of dreigen te worden. coach, maar gemakkehem geloven. “Ons Het gaat om jongens en meisjes lijk is het niet.” met uiteenlopende, vaak complexe Said blijft het liefst in eerste kindje is op problemen. Vaak zijn zij daarbij (meer de keuken werken, komst”, zegt hij trots. dan eens) in contact gekomen met maar dan wel in een Bijna twee jaar trek- Justitie. ken Michel en Said Vast & Verder wil voorkomen dat zij driesterren restaurant. nu met elkaar op. De een zwervend bestaan gaan leiden. “Ik vind koken heertijd van voogden en Daarom krijgen zij de kans om de lijk rustgevend. Van opvanghuizen is voor- nodige vaardigheden te ontwikkelen losse ingrediënten een bij. “Je kunt natuurlijk die hen een stuk zelfstandiger maken. gerecht maken is gewel de hele wereld de Het vinden van eigen huisvesting woon super. Een vaste schuld geven van wat na Vast & Verder is onderdeel van baan is in ons geval er misgaat, maar uit- de hulp. Daarnaast wordt met de heel belangrijk. Je mag eindelijk ligt het vaak jongeren gezocht naar een goede dan wel een mooi huis aan jezelf”, reflecte- dagbesteding en aandacht besteed hebben, maar als je alren ze. “Vast en Ver- aan het verbeteren van hun sociale leen maar thuis zit kom je ook niet verder.” der creëerde de ide- vaardigheden. Wat Vast en Verder voor hen heeft beteale omgeving om verder te groeien. kend? “Het heeft ons gebracht waar we We zijn geholpen richting werk, hebben heen wilden en je ziet, dat is best een heel werkervaring opgedaan en wonen nu eind! We hebben nu wat we vroeger nooit zelfstandig. Natuurlijk nog wel met begehadden: een eigen woning, werk, sociaal leiding.” netwerk, collega’s en elkaar.” Ze werken allebei als kok in de keuken van het Hoofdkantoor van het Leger des Heils in Michel van Dijk en Said Imbouh Almere. Een mooi opstapje naar werk in Oud-bewoners Vast en Verder 18
Directeur Bedrijfsvoering Dick Tillema kijkt tevreden terug op het jaar 2011, maar geeft direct aan dat er nog veel kan verbeteren. “Ik denk dat medewerkers onze cliënten nog meer vanuit oprechte belangstelling kunnen benaderen. De bejegeningscursussen die we zijn gestart, zijn een hulpmiddel om die oprechte belangstelling te activeren.” Met een voorbeeld geeft hij aan wat
hij precies bedoelt. “In ons verpleeghuis kun je een cliënt in een rolstoel in een groep aan een tafel zetten en er vanuit gaan dat hij of zij zich wel redt. Je kunt je echter ook afvragen of die persoon alleen aan een tafel wil zitten en misschien mijn hulp nodig heeft bij wat ze vandaag wil doen. Klaren we gewoon een klus of vragen we ons liefdevol af waarmee we onze cliënten het beste kunnen dienen.” Dick praat rustig en weegt zijn woorden zorgvuldig af. “Ik noem dat heel bewust liefdevol, omdat we een christelijke organisatie zijn die de liefde van God door onze betrokkenheid bij mensen wil laten zien. Daar gaan we ons binnen de afdeling Verzorging en Verpleging nog meer voor inzetten.” Daarnaast moet er ook meer aandacht voor de medewerkers komen. “De medewerker moet het gevoel hebben dat hij wordt gezien en gekend. Daarom komen er maandelijks werkbegeleidingsgesprekken met de leidinggevende. Dat heeft tot gevolg dat er meer vertrouwen komt in de leidinggevende en in de organisatie, wat moet leiden tot meer motivatie op de werkvloer.” Vanuit het Bedrijfsbureau zijn de afdelingsmanagers voorzien van sturingsinformatie, zo legt Dick uit. “Als wij
van hen verwachten dat zij aan integraal management doen, dan moeten zij ook weten waar zij op moeten letten. Elke maand rapporteren wij nu per afdeling het ziekteverzuim, de in- en uitstroom van personeel, klachten, incidentmeldingen, allemaal van dat soort informatie. In 2012 gaan we dat nog meer verfijnen. We zullen een toelichting geven op de informatie die zij krijgen, zodat de managers nog sneller weten hoe het er met hun afdeling voorstaat en aan welke punten zij aandacht moeten geven.” Het ziekteverzuim dat in het verleden veel te hoog was, is drastisch gedaald doordat de afdelingsmanagers door het volgen van trainingen meer en meer de regievoerders zijn geworden. “In het oude plaatje stond de arbo-arts centraal, nu is dat de manager die een directe lijn met de medewerker heeft.” Toch vindt de directeur bedrijfsvoering dat het ziekteverzuim nog verder terug kan worden gedrongen. “Om dat te bereiken zijn we als directie bij alle teams langsgegaan om een aantal zaken te verduidelijk. Bijvoorbeeld het feit dat de werkgever twee jaar lang zelf de ziektekosten moet betalen. Dat is een aanslag op de begroting waarvoor ze mede verantwoordelijk zijn.” Bovenstaande ontwikkelingen hebben er
mede voor gezorgd dat het negatieve financiële resultaat, dat in 2010 nog ruim drie miljoen euro bedroeg, nu iets meer dan een miljoen euro is. “We hebben een fantastische inhaalslag gemaakt, maar we zijn er nog niet. De interne capaciteit van de afdeling intramuraal hebben we optimaal benut, wat ook geld heeft opgeleverd. We werken nu aan het verminderen van personeel dat niet in loondienst is. We willen kostenneutraal uitkomen met de afdeling Participatie en Werk, of 50I50 zoals dat nu heet. Dat is een weerbarstig product, maar we zien al resultaat. Kortom, als ik naar alle ontwikkelingen in het afgelopen jaar kijk, dan ben ik redelijk tevreden.” Vooruitkijken hoort ook tot de taken van een directeur bedrijfsvoering. “In 2013 gaat er veel veranderen in de zorgfinanciering. Dat wordt een belangrijk speerpunt in 2012 en we hebben eigenlijk met alles wat we in 2011 hebben gedaan daar al een voorsprong op genomen.” Dick Tillema Directeur Bedrijfsvoering
19
“Ik heb nog altijd heimwee naar Amsterdam”
“Ik heb al eens eerder een interview gegeven”, vertelt Jerry Honing (81) en laat het Jaarverslag 2007 zien van de Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg waarvan het Leger des Heils Flevoland onderdeel is. Hij woont nu alleen in de serviceflat Damaris tegenover Buitenhaeghe, waar hij in 2003 samen met zijn vrouw Diny naar toe verhuisde. In december 2007 overleed zij, na jarenlang door Jerry en het ‘flexteam’ van het Leger te zijn verzorgd. “Ik mis haar nog elke dag, al zou je denken dat er een zware last van mij moet zijn afgevallen. Ik heb nog steeds de neiging
20
om tegen haar te praten. Als ik In de laatste jaren van zijn actieve leven was Jerry makelaar, maar boodschappen ga doen, dan vraag hij begon in de stoffenhandel en werkte in het centrum van ik of ik dit of dat moet meenemen. Amsterdam en in Londen, waar hij ook het Leger tegenkwam. Of met de televisie, dan vraag ik “Ik zat niet zover bij het opleidingscentrum vandaan en kwam welke zender ik moet opzetten. daar zo nu en dan officieren in opleiding tegen, met wie ik Heel vreemd.” goede gesprekken had. Dertig jaar lang heb ik op de Overtoom Als Jerry heel eerlijk is, zou hij gewoond, vlak bij het vroegere korps Congreszaal. Ik heb niet vandaag nog naar Amsterdam zoveel met religies, maar het Leger heeft altijd een bijzondere terug verhuizen, maar realist plek bij mij gehad.” Het waren de ziekte van zijn vrouw en het feit als hij is begrijpt hij dat dit niet dat twee zoons in Almere wonen, die hem ertoe deden besluiten meer kan. Hij is Amsterdammer om naar de nieuwe stad in de polder te verhuizen. “Het huis aan in hart en nieren en geeft toe de Overtoom had zeven kamers en ik had na zeventwintig jaar dat hij heimwee naar ´zijn stad´ hulp nodig bij de zorg voor mijn vrouw.” heeft. `Ik ben er geboren en Respect en waardeExtramurale zorg woonde als klein jongetje in ring heeft hij voor de de Brederodestraat. Toen kon zorg die zij in DamaVia deze zorg kunnen ouderen thuis in de buurt je nog op straat spelen. Het ris en later in Buitenvan Zorgcentrum Buitenhaeghe huishoudelijke was een heel rustige straat. Elke week haeghe heeft gehad, hulp ontvangen, verzorgd en verpleegd kwam er een groepje mensen van waar zij uiteindelijk worden. Ook kunnen zij gebruikmaken van het Leger des Heils muziek maken, werd opgenomen. voorzieningen en diensten van Buitenhaeghe, met zo´n uitklapbaar orgeltje. Een “Toen heb ik de zorg zoals activiteitenbegeleiding, zuster zong en een ander haalde ook uit handen gegeestelijke zorg en maaltijdverstrekking geld op. Mijn moeder stopte dan geven, maar ik ben een tweeënhalf centstuk in een stukje er wel altijd bij betrokken. Dat was erg plezierig.” krantenpapier en gooide dat naar Tussen de middag eet Jerry nu in Buitenhaeghe en met de beneden. Door het papier rolde het niet heropening van de eigen keuken is dat een stuk gezelliger over straat. Ik ben majoor Bosshardt ook geworden. “Je kunt kiezen uit twee menu’s en vijfeneenhalve regelmatig tegengekomen. Ze verkocht euro voor een driegangen menu is natuurlijk heel betaalbaar.” de Strijdkreet en met zakenrelaties ging ik Minder tevreden is hij over de uitstraling van Damaris. “Ik heb nog wel eens de kroeg in. Je kon niet om haar altijd het gevoel dat ik de San Quentin gevangenis binnenstap heen. Een prachtvrouw!` met al dat ijzer op de binnenplaats. Als ik het Leger een cijfer
“Ik moet nog zoveel leren” moet geven, dan krijgen ze een dikke acht voor alles wat ze voor mijn vrouw hebben gedaan en nu nog voor mij doen. Ik kan niet zeggen dat de mensen in de flat niet vriendelijk zijn, maar het is geen Amsterdam, begrijp je?”
Jerry Honing Bewoner Damaris
“Hij voelt zich helemaal niet lekker”, zegt Naomi terwijl ze wijst op het jongetje dat in het bedje ligt. “Hij heeft koorts en moest overgeven. Mijn moeder heeft hem ingesmeerd met blauw poeder, dat is wat we in onze cultuur doen. Dus zal hij wel gauw beter worden.”
Bijna twee jaar deelt de twintigjarige vrouw dan met haar zoontje een kamertje bij Zy aan Zy. Nu is ze er wel klaar voor om zelfstandig te gaan wonen. “Ik heb hier veel geleerd. Ik kwam hier als zwanger tienermeisje binnen, maar ga als volwassen moeder weg.” Naomi had niet verwacht dat het allemaal zo zou lopen. Onverwacht zwanger en onverwacht door haar moeder op straat gezet. “Dat heb ik niet begrepen, want ze was zelf ook heel jong toen ze haar eerste kind kreeg. Hoewel het contact met haar wel weer goed is, neem ik dat haar toch wel een beetje kwalijk.” Naomi is geboren in Suriname en kwam toen ze twaalf was naar Nederland. Een cultuurschok, weet ze nu. “Het leven is hier zo anders. Daar speelt het zich veel buitenshuis af en is het thuisregime toch wel zwaarder, al zou je dat niet verwachten. Ik begon te spijbelen, ging met verkeerde vrienden om en ging steeds meer mijn eigen weg. Dat moet ook voor mijn moeder moeilijk zijn geweest. Toen ik ook nog in verwachting raakte, was voor haar de maat vol.” Naomi woonde bij toerbeurt bij familieleden en vrienden en zocht wanhopig naar een vaste woonplek. Die vond ze uiteindelijk bij het project Zy aan Zy van Leger des Heils Flevoland. Ze vond er echter meer. “Ik vond hier rust en begeleiding bij mijn problemen. Financieel had ik niets, ik wist niet hoe ik dat allemaal moest regelen. Daarnaast werd ik moeder en daar wist ik ook niet veel van. De medewerkers van Zy aan Zy hebben mij bij alles geholpen en dat vind ik gewoon tof.” Door de rust en zekerheid kon ze zich concentreren op de komst van de baby. Een prachtige jongen waar ze dol op is. Ook het contact met de vader van Quincito is goed, maar of het tot een vaste relatie komt, is niet helemaal zeker. “Ik wil me nu gaan richten op het krijgen van een eigen woning, want het enige nadeel is dat
21
“Ik lag gewoon in de goot” je hier weinig privacy hebt. Je kunt je natuurlijk op je eigen kamer terugtrekken, maar het sociale contact vind ik ook belangrijk. Je leert ook weer van de andere meiden die hier wonen.” Voor de foto pakt ze haar zoontje uit zijn bedje. “De blauwe poeder begint zijn werk te doen. Hij is nog niet helemaal de oude, maar hij kijkt al wel wat helderder uit zijn oogjes.” Samen gaan ze zich richten op hun toekomst. “Als ik eenmaal een eigen huisje heb, dan wil ik in ieder geval mijn schoolopleiding afmaken. Het liefst zou ik nog minstens een jaar of zo begeleiding van de medewerkers van Zy aan Zy hebben. Dat doen ze ook als je dat aangeeft. Dat is een steun in de rug die ik gewoon nodig heb. Ik moet nog zoveel leren en daar heb ik gewoon hulp bij nodig. Dat is toch niet verkeerd?” Naomi Bewoonster Zy aan Zy
Zy aan Zy Het project Zy aan Zy biedt opvang en begeleiding aan tienermoeders en zwangere tieners vanaf veertien jaar die nog onvoldoende zelfstandig zijn. Het gaat om jonge meisjes die niet in hun eigen netwerk opgevangen kunnen worden en geen woonruimte hebben. Daarbij kan er sprake zijn van uiteenlopende problemen. Onze hulp is gericht op (praktische) vaardigheden. We begeleiden hen bij de verzorging en opvoeding van hun kind en het runnen van een huishouden. Ook zoeken we met hen naar een zinvolle dagbesteding: school of werk. Uiteindelijk is het doel dat de jonge moeder na enige tijd zo zelfstandig mogelijk mét haar kindje verder kan.
22
Hij kijkt helder uit zijn ogen en ze glinsteren zelfs. De lach verdwijnt niet van zijn gezicht en zijn houding straalt trots en zelfverzekerdheid uit. Dat is weer het geval sinds december 2011, toen Danny Holm zich vrijwillig bij het Leger des Heils Flevoland voor hulp meldde. “Ik was jarenlang zwaar verslaafd. Eerst aan GHB en cocaïne. Daar ben ik in 2009 van afgekickt, maar verving toen de drugs door alcohol. Een fles wodka en een flink aantal biertjes per dag was meer regel dan uitzondering. Ik heb een vreselijke decembermaand achter de rug waarin ik heel veel heb gedronken. Dat was een slechte periode, waarin ik geestelijk helemaal in de war was. Ik lag gewoon in de goot. Ik had geen zin meer in het leven en er waren regelmatig momenten dat ik niet meer wakker wilde worden. Toen dacht ik, nu moet ik er iets aan doen. Via de Verslavingszorg Lelystad ben ik bij het Leger terechtgekomen. Ik ben gewoon het kantoor van Herman (de werkmeester) binnengestapt.” Danny herinnert zich goed dat hij naar de drank stonk en er niet uitzag, maar Herman schonk daar geen aandacht aan. Wel bood hij Danny de mogelijkheid om de volgende dag te komen werken. “Die kans heb ik met beide handen gegrepen.
is de ‘moet’ factor hier op de werkplaats ook niet hoog. Herman kijkt niet de hele dag over je schouder mee. Als kind moest ik ook van alles en daar kan ik gewoon niet tegen. Daar word ik onzeker van en is wellicht ook de reden dat ik een minderwaardigheidscomplex heb. Dat wil niet zeggen dat ik met fluwelen Dag- & nachtopvang handschoenen moet Dag- & nachtopvang is zeven dagen per week 24 uur per dag open worden aangepakt. voor mensen zonder huisvesting. In de nachtopvangvoorziening Hier kan ik mezelf wordt indien nodig tijdelijk onderdak geboden. Cliënten kunnen zijn, hier word ik maximaal zes weken van dit aanbod gebruikmaken. De dagopgewaardeerd en vang biedt een plek met een huiselijke en positieve sfeer. Aan dit er wordt naar je aanbod zit geen maximum. De begeleiding stimuleert en motigeluisterd. Dat vind veert de hulpvrager om zelf problemen aan te pakken en op te ik zo bijzonder bij alle lossen. De volgende aandachtsgebieden staan daarbij centraal: medewerkers van zelfverzorging, alledaagse vaardigheden, omgangsvaardighet Leger. Ze hebben heden, vrijetijdsbesteding en studie/werk. of maken tijd voor je, ze geven je aandacht. Dan groeit vanzelf je zelfvertrouwen.” thuis, ik ga steeds beter in mijn vel zitten.” Hij heeft een kamer in Lelystad en hoopt Door die verandering is het contact met als hij zijn leven weer op de rails heeft op zijn dochter en zijn zoon weer hersteld. “Ik een eigen woning. Het werk dat hij doet wil gewoon dat ze trots op me zijn. Ook vindt hij heel bijzonder. “We knappen met zijn ex gaat hij goed om. hier oud gereedschap op, dat dan naar De hulp van het Leger omschrijft hij als ontwikkelingslanden wordt gestuurd. De fantastisch en ook de medewerking van het UWV mag niet onvermeld blijven. “Ik hoef een jaar niet te solliciteren. Die Danny Holm druk zou teveel voor me zijn. Gelukkig Dag- & nachtopvang Lelystad Dat was op een maandag en de volgende dag was ik er om half negen. Ik heb sinds dat moment geen druppel drank meer aangeraakt.” Danny geniet met volle teugen van zijn nieuwe dagindeling. “Ik sta ’s morgens lachend op, ik kom met een goed gevoel
klus waar ik nu mee bezig ben is voor een school in Kenia met duizend leerlingen, waar maar voor 250 kinderen gereedschap is. Ze moeten dus steeds op elkaar wachten om hun werkstuk te kunnen maken. Met deze spullen moet dat verleden tijd zijn.” Tientallen boren, zagen, schroevendraaiers, hamers, tangen en elektrische apparaten gaan elke dag door de handen van Danny. “Ik probeer me voor te stellen dat die kinderen daar met dit gereedschap een toekomst opbouwen. Dat geeft me zo’n goed gevoel.” Zo te zien komt het met Danny Holm wel goed.
23
“Ze is nog nooit zo gelukkig geweest” Als Michiel en Loeky Boxman het levensverhaal van Nel de Man vertellen omdat ze dat zelf niet meer kan, dan is het onvoorstelbaar dat een mens zoveel in het leven te verduren krijgt. Michiel en Nel komen uit een gezin van acht kinderen, waarvan hij de jongste en Nel de oudste is. “Zij heeft mij geboren zien worden vlak na de oorlog. Onze moeder kon het grote gezin niet aan, zeker niet nadat mijn vader op mijn achtste overleed.” Vier van de kinderen, onder wie Michiel, gingen bij Nel en haar man wonen, die zelf ook twee kinderen hadden. “Dat was ook teveel voor Nel. Ze cijferde zichzelf altijd weg en werd ‘geregeerd’ door anderen, tot ze een jaar geleden in Binnenhaeghe werd opgenomen.” In het nieuwe restaurant van Buitenhaeghe blikt Michiel samen met zijn vrouw Loeky terug op het leven van Nel, dat eindelijk in rustig vaarwater is gekomen. “We hebben heel veel met haar meegemaakt”, vertelt Michiel, die haar curator is. “Ze is jarenlang aan alcohol verslaafd geweest. De druk binnen haar
24
Het bezoek aan Nel in Binnenhaeghe tweemaal per week is nu vast onderdeel van het programma van haar jongste broer en zijn echtgenote. “Een jaar geleden was ze weer terug in haar eigen woning. Toen ik op een avond belde om te vragen hoe het met haar ging, kreeg ik een onbekend persoon aan de telefoon, die zei: ‘Ik bel zo blij dat u belt. We hebben mevrouw al twee keer van straat gehaald.’ Ook op aandringen van de politie zijn we toen naar haar toe gegaan en hebben haar op zondagavond Binnenhaeghe naar het ziekenhuis Binnenhaeghe huisvest, begeleidt, verzorgt en verpleegt mensen gebracht. Op maandagmorgen heeft de met dementie en andere psychogeriatrische aandoeningen. burgemeester voor Huiselijkheid en herkenbaarheid bepalen de sfeer. Er zijn vier gedwongen opname wooneenheden met elk maximaal acht bewoners, verbonden getekend.” door een overdekte binnenstraat. Er is een recreatieruimte, een binnentuin en buitenterrassen. Nabijheid, warmte en persoonlijke Nel werd in Hilversum opgenomen en ging aandacht staan centraal in na drie dagen naar De de begeleiding van de bewoners. Meeregaard in AlmeHet behandelteam is verantwoordelijk voor de medische, re, waar werd ontdekt paramedische en psychosociale zorg. Dit team bestaat uit een dat ze aan dementie verpleeghuisarts, een psycholoog, een fysiotherapeut, een leed. “Categorie 5, erergotherapeut en een logopediste. ger kan niet. Wij hebben dat nooit in de gaten gehad. Amsterdam en bracht ik haar naar huis. Wij dachten dat haar soms vreemde Inclusief 28 vuilniszakken en een kooi met reacties kwamen door de ondervoeding, zeven kanaries. Zes jaar geleden overleed de mishandeling, het drankgebruik. Dit ook een van haar zoons.” gezin was bijzonder groot. Toen haar man overleed, kreeg ze een nieuwe relatie, die verwachtte dat ze dag en nacht voor hem klaar stond.” Ze had nog wel haar eigen woning in Almere aan de Evenaar vlakbij Buitenhaeghe, maar ze bracht veel tijd door bij haar vriend in Amsterdam. Ze dronk meer dan ze at, dus raakte ze ondervoed. Ze werd zelfs mishandeld. “Dan belde ze weer of ik haar kon komen halen. Vanuit Lelystad reed ik naar
“Je kunt het als een soort biecht zien” was voor ons een grote schok”, vertelt Loeky, die het er duidelijk nog steeds moeilijk mee heeft. Toen Nel nog in haar eigen huis woonde, zei ze wel eens dat als ze niet meer voor zichzelf kon zorgen, ze wel in Buitenhaeghe wilde wonen. Haar eerste reactie stond daar haaks op. “Ze wilde weg, ze gooide de kont tegen de krib, was narrig en ondankbaar. Vlak voor Kerst heb ik haar eigenlijk voor het eerst gezegd wat ik daarvan vond”, lacht Loeky. “Ik heb gezegd: Nel, nu moet je veranderen of we komen nooit meer bij je. Dat is moeilijk om te zeggen tegen iemand om wie je zoveel geeft.” Die andere benadering heeft geholpen. Nel accepteert nu dat ze in Binnenhaeghe woont en heeft nog wel eens haar nukken, maar daar kunnen Michiel en Loeky wel mee omgaan. “Ze heeft minder zorgen en meer geluk. Dat zegt ze ook zelf. Iedereen is aardig tegen haar. Het gevoel dat ze opgesloten zit, heeft ze niet meer. Ze is nog nooit zo gelukkig geweest.” De ogen van Nel stralen als ze de zak met drop en winegums ziet die Loeky voor haar heeft meegenomen. Ze gaan allemaal in de snoeptrommel, zodat ze ze ook kan uitdelen aan het personeel. Zo op het eerste gezicht lijkt er niets mis met Nel, maar haar opname op de afdeling Binnenhaeghe zegt genoeg. Grote bewondering hebben haar broer en schoonzus voor de mensen die haar verzorgen. “Dat is zeker niet gemakkelijk, vooral omdat er zo vaak invalkrachten zijn. Met de vaste krachten hebben we een goede band opgebouwd. Voor ons is het helemaal geen opgave om aandacht aan Nel te geven. We doen het graag en we zijn heel dankbaar als ze zegt dat ze het hier zo naar haar zin heeft.” Michiel en Loeky Boxman Familie bewoonster Binnenhaeghe
“Ik vind wel dat geestelijk verzorger een vak is, dat je vooral in de praktijk leert.” Majoor Jaap de Ruiter is officier van het Leger des Heils en vanuit die functie aangesteld als geestelijk verzorger voor de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening. Ook de afdeling Verzorging en Verpleging heeft een geestelijk verzorger. Bij de intake van een cliënt wordt
aangegeven dat, als ze daar behoefte aan hebben, ze altijd een gesprek met de geestelijk verzorger kunnen aanvragen. “Die vraag krijg ik dan door van een medewerker. Dat is de kortste lijn. Meestal ga ik naar de cliënt toe, soms komen ze bij mij op kantoor. Het liefst ga ik op bezoek, omdat er dan naar mijn gevoel minder afstand is.” Cliënten van buitenlandse afkomst hebben volgens Jaap vaak geen idee wat een geestelijk verzorger is. “Dan zeg ik maar dat ik een soort imam ben, maar dan christelijk. Denk niet dat mensen altijd met vragen over het geloof komen, meestal zijn het maatschappelijke problemen die ze met mij willen delen.” Een van de gevaren in zijn vak is, dat hij zich in positieve zin van het woord gaat bemoeien met het probleem. “Je moet altijd zelf de scheidslijn in de gaten houden en tegen jezelf zeggen; wanneer ben ik de geestelijk verzorger en wanneer ga ik mij met een bepaalde vorm van therapie bezighouden?” Luisteren is een van de belangrijkste eigenschappen van een geestelijk verzorger. “Als mensen met mij in gesprek gaan, dan zien ze mij als een soort vrijplaats waar ze alles kunnen en mogen zeggen. Je kunt het als een soort biecht zien. Ik heb
25
“Die rode muur moet nog een met mensen gesproken die iemand hebben omgebracht en met enorme schuldgevoelens zitten. Praat maar, lucht je hart maar, je verhaal komt toch niet verder dan deze vier muren. Dat is iets tussen jou en mij. Je bouwt een vertrouwensrelatie met hen op en vaak krijg je daardoor een bijzondere band met de cliënten.” De Ruiter gaat het contact niet aan om ‘zieltjes te winnen’. “Ik heb wel altijd mijn Bijbel bij me en die ligt tijdens het gesprek naast me. Vaak gaat hij helemaal niet open. Afhankelijk van het gesprek kan er soms een moment zijn, waarop ik er iets over kan zeggen. Dat het geloof in God een extra dimensie aan je leven kan toevoegen. Soms komen er dan vragen, soms ook niet.” Een van de mooiste kerstfeesten die Jaap heeft gevierd, was dat van afgelopen jaar in Domus. “Het raakt me als de bewoners uit volle borst het Stille Nacht meezingen. Als ze zeggen dat ze Kerst zo’n mooi feest vinden, ook al kunnen ze niet altijd aangeven waarom. Daarom lees ik altijd het kerstevangelie voor. Gods liefde en vrede is er voor alle mensen, wie je ook bent en wat je ook gedaan hebt. Dat is wat ik mensen elke dag wil vertellen.”
Hij kan tientallen verhalen uit de praktijk aanhalen. “Ik heb bijvoorbeeld contact met een jongeman die in Perspectief was opgenomen. Hij had het maatschappelijk gemaakt, maar was door het gebruik van drugs aan lager wal geraakt. Hij was gelovig en ik heb veel met hem gesproken, ook over Gods liefde. Een poosje geleden kwam ik hem weer tegen. Hij vertelde dat hij zijn leven weer helemaal op orde had. Hij legde zijn hand op mijn schouder en zei: daar heb jij aan meegewerkt. Dat motiveert me.” Als geestelijk verzorger vindt hij dat hij mensen mag wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. “Als je in de ellende zit, moet je er ook aan werken om er weer uit te komen. Vaak hebben ze zelf de problemen veroorzaakt. Het veranderen van de levensattitude is voor mij een mooie invalshoek.” Volgens majoor Jaap de Ruiter leven we in een tijd waar bestaande kaders steeds meer wegvallen. “Door het verdwijnen van overtuigingen hebben mensen minder houvast. Ik hoop dat ik door mijn werk een soort baken kan zijn waardoor zij weer houvast in het leven vinden.” Majoor Jaap de Ruiter Geestelijk Verzorger MDV
26
keer worden geschilderd” Na een onrustig en zwervend bestaan van bijna twaalf jaar, is er nu eindelijk een beetje rust gekomen in het leven van Miriam en Jan Hendriks. Door bemiddeling van het Leger des Heils hebben ze nu een woning in Lelystad, die ze voor een groot deel al hebben opgeknapt. “Die rode muur was bruin en moet zeker nog een keer overgeschilderd worden”, legt Jan uit. “Het geld is op, maar we hebben aan de bewindvoerder gevraagd of we iets extra’s kunnen krijgen.” “We moeten van zeventig euro in de week rondkomen en dan blijft er niets over voor andere dingen”, vult Miriam aan. Ze kennen elkaar sinds 1993, toen ze als buren naast elkaar woonden. “We vonden elkaar leuk en toen heb ik mijn ex in de steek gelaten en ben bij Jan gaan wonen.” “Je had toen moeten zeggen dat je het huis wilde hebben, dan hadden wij misschien niet in de problemen gekomen”, reageert Jan gelaten. “Ja, dat had ik misschien moeten doen”, lacht Miriam terwijl ze nog een sigarethuls met tabak vult. “Daar gaat ook een hoop geld aan op, maar Miriam moet een sigaretje hebben, anders wordt ze opstandig.” Als de een iets vertelt, corrigeert de ander voortdurend, waardoor het een wat onsamenhangend gesprek is. In 2000 is er iets fout gegaan,
Miriam en Jan, die in 2006 met elkaar trouwden ‘voelen ze zich er thuis en slapen ze er lekker’. Liever hadden ze een benedenhuis gehad in verband met de rugklachten van Miriam, die aan een hernia moet worden geopereerd. “Ik ben voor 80% afgekeurd. Daardoor kan ik wel post bezorgen voor Sandd”, legt ze uit en Jan vertelt dat hij ook twee dagen per week post bezorgt. Ondertussen rent Boris, de hond door het huis met zijn bijna opgegeten plastic eendje. “Ik zou graag een vriendje of vriendinnetje voor Boris Begeleid Wonen hebben”, aldus Miriam. “Ik houd heel veel Via een samenhangend aanbod van woon- en van dieren. Ik vind het al zielig als ik met trainingsvoorzieningen wil het Leger des Heils zijn cliënten mijn scootmobiel een slak doodrij.” fasegewijs woonvaardigheden aanleren. Er moet nog een nieuwe eettafel komen, Jan De woonbegeleiding start met een inventarisatie van de wil graag een snorfiets en gips om de gaatjes hulpvraag en de situatie van de cliënt. Uitgangspunt van in de muur dicht te maken. Hun verzoeken de hulp is dat de cliënt in de gelegenheid wordt gesteld om liggen allemaal bij Nanning Wakker, hun zelfstandig te (blijven) wonen en hierbij ondersteuning krijgt woonbegeleider die minimaal een keer per waar dat nodig is. week op bezoek komt. “Hij heeft zijn laptop bij zich en zet daar allemaal in wat we nodig hebben en wat we hebben ingewoond, Kitty wordt ook nog moeten doen. Hij heeft ons met heel veel dingen geholpen, ook genoemd, tot ze in december 2010 via de met het kopen van het behang en zo. Hij wist een winkeltje waar GGD in contact kwamen met het Leger het allemaal niet zo duur was.” in de persoon van Nanning Wakker. “Hij Nanning is de stabiele factor in hun leven, dat waarschijnlijk veel vond een kamer voor ons. We moesten chaotischer zou zijn als hij er niet was. “Het kan nog wel even een huis met meerdere mensen delen. duren voordat Miriam wordt geopereerd, daar staat zo’n vijf jaar Dat was niet geweldig, maar we hadden voor. Dan mag zij geen trappen lopen. Gelukkig kan Nanning er in ieder geval ons eigen stekkie. Tot bleek dan voor zorgen dat we snel een andere woning hebben waar dat die eigenaar de hypotheek en de alles gelijkvloers is. Hij doet altijd zijn best voor ons, toch?” Miriam energierekeningen niet betaalde. Toen knikt instemmend. moesten we er allemaal uit.” Gelukkig kwam het appartement waar ze nu Miriam en Jan Hendriks wonen, in november 2011 vrij en volgens Cliënten Begeleid Wonen waardoor ze op straat kwamen te staan. Plaatsen als Emmeloord, Nijetrije in Friesland, de provincie Drenthe en Lelystad passeren de revue. In Emmeloord zijn ze door de buren weggepest, in Friesland kwamen ze tussen de hoeren en drugsdealers terecht, Douwe is de naam van een man bij wie ze meerdere keren
27
“Ik ben uiteindelijk een doordouwer” Na twee beroertes en een tia die duidelijk hun sporen hebben nagelaten, blijft Bep de Loos (75) toch optimistisch. Ze wil niet aan de rolstoel gekluisterd blijven. “Ik wil weer proberen te lopen. Voordat ik hier kwam, zat ik in Utrecht in een verpleeghuis. Daar kon ik nog wel lopen. Ik ga het eerst tussen de brug proberen. Ik stel me er niet teveel van voor. Als ik niets doe, gebeurt er niets. Misschien kan ik straks wel met een rollator lopen. Ik maak me geen illusies, dan valt het altijd mee.” Op de vraag hoe lang ze al in Buitenhaeghe woont, kan ze niet direct antwoord geven. “Ik heb hier twee Sinterklazen meegemaakt, maar het kunnen er ook drie zijn.” Bep heeft als enige dochter in het gezin van zes kinderen, de zorg voor haar ouders op zich genomen. Ze is nooit getrouwd en heeft geen kinderen. “Ik heb de trouwring van mijn moeder en van mijn vader om. Mijn moeder had tbc, waardoor ze zeven jaar lang niet voor het gezin kon zorgen. Dus heb ik dat gedaan.” Door de zorg voor anderen heeft Bep zich veel moeten ontzeggen. “Ik kon niet op zwemmen, ging niet stappen, op vakantie of op visite en ik heb ook niet gestudeerd, maar dat vind ik allemaal niet erg.” Wat ze wel deed, was het maken van poppen en Barbiekleertjes. In de vitrinekast in haar kamer staan er zo’n twintig en ze kijkt er vol trots naar. “Alleen die kerstman heb ik niet gemaakt,” zegt ze eerlijk.
28
Door de lichamelijke beperkingen die het gevolg zijn van de beroertes, kan Bep niet veel meer. “Ik hou van sjoelen en dammen. Puzzelen doe ik ook graag, het liefst zo’n vijfhonderd stukjes, maar het is er nog niet van gekomen.” Toch heeft ze plezier in het leven. “Je moet een positieve instelling hebben, vooral hier. Je ziet mensen achteruit gaan en dat kan mij ook overkomen. Ik heb met de zusters de grootste lol” en terwijl ze dat vertelt tovert ze weer die brede glimlach op haar gezicht en schitteren haar ogen. Afdeling Somatiek Buitenhaeghe Bewonderenswaardig Mensen met een lichamelijke beperking of aandoening worden voor een vrouw die voor heel veel dingen op op de afdeling Somatiek van Buitenhaeghe verzorgd. Het gaat bijvoorbeeld om mensen na een beroerte, met hartproblemen, anderen is aangewezen. “Je kunt alles aan de diabetes of zicht- of gehoorproblemen. zusters vragen, ze doen alles voor je. Soms moet je ze wel eens aan iets herinneren, maar niets is teveel voor ze.” Eergisteren is Bep naar de crematie van “ik geloof Annemarie” geweest. “Zij kon niets meer. Niet lezen, geen blad omslaan. Dat is erg hoor. Ik kan gelukkig nog lezen, schrijven, haken, breien gaat misschien wat moeilijker, maar ik verveel me nooit.” Ook mevrouw Koppe is nog niet zo lang geleden overleden. “Dat waren de twee leukste buren. Mevrouw Koppe ging dementeren. Dan zei ze ’s avonds tegen me: Morgen ga ik naar huis en dan zei ik: mag dat dan? Ja, want mijn zoontje zit op me te wachten. Ze ging zienderogen achteruit.” Het verlies van haar twee buurtjes heeft Bep niet eenzaam gemaakt. “O, nee hoor. Ik maak er het beste van. Ik heb het hier veel beter dan in Utrecht. Daar moest je de wc met een ander delen en daar ben ik vies van. Ik heb nu een heel grote kamer, ik heb mijn eigen televisie waar ik veel naar kijk om op de hoogte te blijven van alles wat er daar buiten gebeurt. Er wordt uitstekend voor me gezorgd. Nee, ik heb niets te klagen!” Bep de Loos Bewoonster Buitenhaeghe afdeling Somatiek
2.268.992
2.274.445
VLOTTENDE ACTIVA
Balans per 31 december 2011
Vorderingen en overlopende activa
2.
385.581
519.326
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort
3.
510.204
494.638
Liquide middelen
4.
618.746
Totaal
386.432 1.514.531
1.400.396
3.783.523
3.674.841
BALANS PER 31 DECEMBER 2011 Passief (na resultaatbestemming)
31 december 2011
31 december 2010 EIGEN VERMOGEN
5.
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
Actief
(2.918.037)
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
1.
2.268.992
2.274.445
VLOTTENDE ACTIVA 2.
385.581
(2.514.979)
VOORZIENINGEN
6.
115.284
165.980
LANGLOPENDE SCHULDEN
7.
1.028.000
78.000
519.326
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort
3.
510.204
494.638
Liquide middelen
4.
618.746
386.432
Totaal
45.140 (2.896.186)
2.274.445 2.268.992
Vorderingen en overlopende activa
(2.560.119)
21.851
KORTLOPENDE SCHULDEN Kortlopende schulden en overlopende passiva
1.514.531
1.400.396
3.783.523
3.674.841
Totaal
8.
5.536.425
5.945.840 5.536.425
5.945.840
3.783.523
3.674.841
Passief EIGEN VERMOGEN
5.
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
(2.918.037)
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
(2.560.119)
21.851
Totaal eigen vermogen
45.140 (2.896.186)
(2.514.979)
VOORZIENINGEN
6.
115.284
165.980
LANGLOPENDE SCHULDEN
7.
1.028.000
78.000
KORTLOPENDE SCHULDEN Kortlopende schulden en overlopende passiva
Totaal
8.
5.536.425
5.945.840 5.536.425
5.945.840
3.783.523
3.674.841
29
Gemiddeld aantal arbeidsplaatsen (in fte's van 36 uur/week) - waarvan leidinggevend - waarvan staf / specialistisch - waarvan uitvoerend zorg - waarvan uitvoerend administratief / civiel Aantal vrijwilligers per 31 december Gemiddeld ziekteverzuim in % Gemiddelde loonsom
CWZW Flevoland, in één oogopslag
2011
2010
De kosten (bedragen x EUR 1.000.000)
2009
1.802 1.075
1.581 1.187
1.277 1.097
Totaal aantal hulpvragers (unieke personen) per jaar Aantal uitgeschreven hulpvragers
2.877 1.160
2.768 966
2.374 793
Aantal hulpvragers (unieke personen) op 31 december
1.717
1.802
1.581
37 234 24 1.242 650 592
37 254 24 922 540 382
27 242 10 1.113 685 428
7 367 67 82 352
7 322 115 64 373
5 287 95 60 322
243 15 7 190 31 123 7,9 44.334
238 15 7 181 35 120 9,3 45.381
205 12 6 144 43 125 8,8 43.826
Totale kosten
AWBZ zorg zonder verblijf AWBZ zorg met verblijf RIBW AWBZ zorg met verblijf Verpleging en Verzoring Subsidie Forensische GGZ en Verslavingszorg WMO Subsidie Gemeentelijke overheid Subsidie Provinciale overheid Eigen bijdragen Omzet Overige opbrengsten Totale bekostiging
De organisatie Aantal vestigingen Aantal medewerkers op 1 januari Nieuwe medewerkers Vertrokken medewerkers Aantal medewerkers op 31 december Gemiddeld aantal arbeidsplaatsen (in fte's van 36 uur/week) - waarvan leidinggevend - waarvan staf / specialistisch - waarvan uitvoerend zorg - waarvan uitvoerend administratief / civiel Aantal vrijwilligers per 31 december Gemiddeld ziekteverzuim in % Gemiddelde loonsom De kosten (bedragen x EUR 1.000.000) Maatschappelijke opvang Verpleging en Verzorging Totale kosten
Euro
Euro
-1-
in %
Euro
in %
8,07 9,52
46% 54%
8,28 10,16
45% 55%
7,36 9,79
in % 43% 57%
17,58
100%
18,44
100%
17,15
100%
1,28 2,27 8,86 0,47 0,73 2,05 0,00 0,60 0,09 0,34
8% 14% 53% 3% 4% 12% 0% 3% 1% 2%
0,57 1,45 8,66 0,19 0,58 2,94 0,00 0,65 0,09 0,11
4% 10% 57% 1% 4% 19% 0% 4% 1% 1%
0,48 0,81 8,96 0,06 0,59 3,06 0,15 0,68 0,09 0,03
3% 5% 60% 0% 4% 21% 1% 5% 1% 0%
16,69
100%
15,25
100%
14,90
100%
De bekostiging (bedragen x EUR 1.000.000) AWBZ zorg zonder verblijf AWBZ zorg met verblijf RIBW AWBZ zorg met verblijf Verpleging en Verzoring Subsidie Forensische GGZ en Verslavingszorg WMO Subsidie Gemeentelijke overheid Subsidie Provinciale overheid Eigen bijdragen Omzet Overige opbrengsten
30
Totale bekostiging
238 15 7 181 35 120 9,3 45.381
205 12 6 144 43 125 8,8 43.826
in %
Euro
in %
8,07 9,52
46% 54%
8,28 10,16
45% 55%
Euro 7,36 9,79
in % 43% 57%
17,58
100%
18,44
100%
17,15
100%
1,28 2,27 8,86 0,47 0,73 2,05 0,00 0,60 0,09 0,34
8% 14% 53% 3% 4% 12% 0% 3% 1% 2%
0,57 1,45 8,66 0,19 0,58 2,94 0,00 0,65 0,09 0,11
4% 10% 57% 1% 4% 19% 0% 4% 1% 1%
0,48 0,81 8,96 0,06 0,59 3,06 0,15 0,68 0,09 0,03
3% 5% 60% 0% 4% 21% 1% 5% 1% 0%
16,69
100%
15,25
100%
14,90
100%
De bekostiging (bedragen x EUR 1.000.000)
De hulpverleningscapaciteit (op 31 december) Aantal plaatsen dagopvang Aantal bedden intramurale voorzieningen Aantal plaatsen arbeidstraining Aantal cliëntenrekeningen op 31 december - waarvan actief - waarvan slapend
Euro
Maatschappelijke opvang Verpleging en Verzorging
De hulpvragers Aantal hulpvragers (unieke personen) op 1 januari Aantal aangemelde hulpvragers
243 15 7 190 31 123 7,9 44.334
Nacalculeerbare afschrijvingen: - materiële vaste activa - financiële vaste activa
Exploitatierekening
Exploitatierekening Realisatie 2011
Begroting 2011
Realisatie 2010
Bedrijfsopbrengsten AWBZ Zorg zonder verblijf AWBZ RIBW AWBZ Verpleging en Verzorging Subsidie Gemeentelijke Overheid Subsidie Ministerie van Justitie WMO Eigen bijdragen Omzet Overige opbrengsten
1.284.005 2.266.023 8.858.307 2.052.546 473.450 733.962 602.219 90.483 328.791 16.689.786
1.275.780 2.033.635 9.084.260 2.709.951 234.889 589.145 602.976 125.500 267.173 16.923.309
572.137 1.453.078 8.657.906 2.682.283 194.790 584.398 645.736 93.355 367.538 15.251.221
Bedrijfslasten Personeelskosten
De specificatie is als volgt:
Realisatie 2011
Begroting 2011
Realisatie 2010
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Honorarium officieren Kosten Stichtingsbureau W&G Deskundigheidsbevordering Andere personeelskosten
8.731.680 1.278.504 762.941 95.304 330.495 184.619 330.468
8.935.640 1.196.482 752.381 80.952 330.495 236.369 271.167
8.907.393 1.193.646 699.595 83.600 315.957 199.880 288.513
11.714.011
11.803.486
11.688.584
616.524
263.546
1.271.715
12.330.535
12.067.032
12.960.299
Subtotaal Personeel niet in loondienst Totaal personeelskosten
-
-
22.148 -
Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa
403.600
449.681
425.508
Amortisatie van investeringssubsidies
(53.509)
Totaal afschrijvingen
350.091
449.681
394.147
1.442.626
1.430.442
1.500.838
249.564
89.468
15.000 103.800 28.848 23.211 122.250 342.000 2.315.115
157.894 16.448 203.591 39.794 26.938 113.617 543.943 2.692.531
-
(53.509)
Overige bedrijfskosten Huisvestingskosten: Huur en erfpacht Energie en water:
- Energie gas - Energie gas (100% groen) - Energie stroom - Energie stroom (100% groen) - Energie transport en overig
Totaal huisvestingskosten
119.659 140.340 (4.841) 13.016 181.403 30.824 19.897 132.709 446.360 2.521.993
Organisatiekosten: Dienstreizen Kosten transportmiddelen Kosten ondernemingsraad Kosten cliëntenraden Bijdrage koepelorganisaties Accountantskosten Advieskosten Kosten hard- en software Telefoon en datalijnen Overige organisatiekosten Totaal organisatiekosten
141.270 42.896 17.311 3.163 36.563 87.995 123.903 289.118 113.715 180.662 1.036.596
32.080 135.200 15.000 5.000 29.300 75.000 61.000 246.921 83.786 87.493 770.780
61.194 113.033 24.811 6.225 30.127 81.370 79.487 275.707 136.980 174.386 983.320
Verzorgings- en activiteitskosten: Voeding Overige verzorgings-/activiteitskosten Omzetgerelateerde kosten Totaal verzorgings- en activiteitskosten:
671.021 600.787 72.179 1.343.987
901.800 302.925 1.204.725
709.979 627.305 72.140 1.409.424
Totaal overige bedrijfskosten
4.902.576
4.290.620
5.085.275
- Water Onderhoud Belastingen en heffingen Verzekeringen Schoonmaakkosten Beveiliging Overige huisvestingskosten
Afschrijvingen vaste activa Nacalculeerbare afschrijvingen: - materiële vaste activa - financiële vaste activa
Financiële baten en lasten -
-
22.148 -
Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa
403.600
449.681
425.508
Amortisatie van investeringssubsidies
(53.509)
Totaal afschrijvingen
-
Rentelasten
(203.929)
(124.403)
(168.038)
Totaal financiële baten en lasten
(203.929)
(124.403)
(168.038)
(53.509)
Totale kosten
17.787.132
Exploitatieresultaat
(1.097.346)
350.091
449.681
394.147
1.442.626
1.430.442
1.500.838
119.659 140.340 -
249.564
89.468
-
157.894 -
16.931.736 (8.427)
18.607.759 (3.356.538)
Overige bedrijfskosten Huisvestingskosten: Huur en erfpacht Energie en water:
- Energie gas - Energie gas (100% groen) - Energie stroom - Energie stroom (100% groen)
31
Samenstelling bestuur 2011
Samenstelling bestuur 2011 Samenstelling bestuur stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg per 31 december 2011 l l l l l l l
Commissioner (dhr.) J.C.IJ. van Vliet Kolonel P.H. Dijkstra Kadet H. Slomp RA Mevrouw G.W. van Montfrans-Hartman Mevrouw drs. M. Trompetter De heer drs. J. Wienen De heer D.J. Rutgers
(voorzitter) (vice-voorzitter) (secretaris-penningmeester)
Directie De statutaire directie van de Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg bestaat uit: l l
Envoy drs. C. Vader De heer H.M. van Teijlingen
(directeur) (adjunct-directeur)
Managementteam Het managementteam van het Leger des Heils Flevoland bestaat per 31 december 2011 uit: l l l l
32
De heer E. Dijkstra De heer D. Tillema Mevrouw C.W. Bronkhorst Mevrouw A.M. Groot
(directeur) (directeur bedrijfsvoering) (manager primair proces) (manager primair proces)
Colofon
Uitgave Leger des Heils Flevoland T 036-54 96 800 W www. flevoland.legerdesheils.nl Redactie & vormgeving Arti Productions Interviews & fotografie Ruud Tinga Druk VTC, Hoofddorp Dit jaarverslag is op recycled papier gedrukt en milieuvriendelijk vervaardigd.