20 13
JA ARVERSL AG
• Deel 3 | Financieel
JA ARVERSL AG
20 13
jaarverslag 2013
1
Doelstelling 1a | Zorgen voor passende stage-/simulatieplaatsen
Welzijn & Educatie
• deelnemers weten voordat zij op stage gaan,
De sector Welzijn & Educatie heeft in 2013 de
beter welke eisen er aan hen gesteld worden
lijst met aspecten van de beroepshouding verder
tijdens de stage en waaraan ze moeten
Techniek
ontwikkeld en geïmplementeerd. In 2012 was de
voldoen.
De sector Techniek heeft zichzelf tot doel
sector hier al mee begonnen en in 2013 is deze
gesteld dat alle deelnemers binnen vier weken
lijst:
In totaal zijn acht werkveldbijeenkomsten geor-
een passende stage-/simulatieplaats gevonden
• verder uitgewerkt per werkveld en per leerjaar;
ganiseerd vanuit de sector Welzijn & Educatie
hebben. Om dit doel te bereiken, houdt de sector
• verwerkt in de 360-graden-feedback (een ont-
voor de werkvelden Kinderopvang, Onderwijs,
een actueel overzicht bij van bedrijven waar deel-
wikkelingsgericht instrument waarmee stage-
Jeugdzorg/Gehandicaptenzorg/Ouderenzorg,
nemers geplaatst kunnen worden. Dit gebeurt in
begeleiders en docenten feedback kunnen
Sociaal-maatschappelijke Dienstverlening en
nauwe samenwerking met de zes kenniscentra
geven aan deelnemers op aspecten van hun
Sport & Bewegen. Ze werden goed bezocht,
en opleidingsbedrijven die gerelateerd zijn aan
beroepshouding, en waarmee deelnemers ook
vooral die van de kinderopvang.
de sector. Door deze bundeling van krachten,
zichzelf en elkaar kunnen beoordelen).
heeft 80 procent van de deelnemers van de
Doelstelling 1b | Deelnemers intensief begeleiden naar stage-/simulatieplaatsen
sector Techniek binnen vier weken een passende
De bpv-coördinatoren in de sector Welzijn &
stage-/simulatieplaats kunnen vinden. Dat dit
Educatie streven ernaar om per branche twee
niet in alle gevallen binnen de gestelde termijn is
keer per jaar een werkveldbijeenkomst te organi-
gelukt, is te wijten aan de crisis en het tekort aan
seren. Hieraan nemen zowel de docenten deel,
Economie
stageplaatsen.
die de deelnemers begeleiden binnen de sector,
Deelnemers verwachten soms te veel van het
als de werkbegeleiders die de deelnemers
niveau van het werk tijdens hun stage en raken
begeleiden op de stageplek. Door de uitwisseling
dan teleurgesteld dat zij nog niet alles kunnen en
op deze bijeenkomsten worden er meer en/of
mogen. Daarbij komt dat ze niet altijd de stage-
passender stage-/simulatieplaatsen gecreëerd
vergoeding krijgen, waarop ze hadden gerekend.
voor deelnemers, want:
Dit soort teleurstellingen kunnen leiden tot
• werkbegeleiders zijn (beter) op de hoogte van
onacceptabel gedrag, met stagebeëindiging
de inhoud van kwalificatiedossiers en de eisen
als gevolg. Om dit te voorkomen, bereiden we
waaraan deelnemers moeten voldoen, en ze
deelnemers intensief voor op hun stage, zodat
zijn beter in staat de proeven te beoordelen;
ze er met een realistisch beeld aan beginnen.
• werkbegeleiders horen hoe de stagebegeleiding wordt vormgegeven vanuit het Horizon
We hebben de stagecoördinatoren (bpv-begelei-
College;
ders) in de gelegenheid gesteld veel contact te
• docenten en werkbegeleiders krijgen tijdens de bijeenkomsten dezelfde informatie; • werkbegeleiders weten wat zij van stagiaires mogen verwachten;
82
jaarverslag 2013
onderhouden met de stagebiedende organisaties, zodat ze daar vooraf zo goed mogelijk informatie kunnen geven over wat realistisch is om van de deelnemers te verwachten. Ook als een
deelnemer op een stageplek is geplaatst, is er frequent contact tussen stagebegeleider (vanuit de school) en stageopleider (van het bedrijf).
Gezondheidszorg Bij de opleiding Doktersassistent bezoeken zowel de stagecoördinator als de docenten en instructeurs praktijken en instellingen om stageplaatsen te vinden. Daarnaast zoeken ze alternatieve stageplaatsen bij instellingen in de gezondheidszorg. Desondanks zijn er nog steeds onvoldoende stageplaatsen en naar verwachting blijft dit aanbod voorlopig nog ontoereikend. Daarom blijft maximale inzet nodig om passende stage- of simulatieplaatsen te vinden. Deelnemers Gezondheidszorg niveau 1 en 2 lopen stage in gezinnen, onder begeleiding van onderwijsinstructeurs en docenten. Voor deze stages fungeert het Horizon College als het
Alle deelnemers in BOL-trajecten op niveau 1 zijn
Techniek
leerbedrijf en de gezinnen vormen leerwoningen
in de mentoruren begeleid naar een passende
De sector Techniek heeft zichzelf tot doel gesteld
binnen leerafdelingen. Docenten en onderwijs-
stageplaats, met als resultaat dat ze ook allemaal
om deelnemers die moeilijk plaatsbaar zijn, bin-
instructeurs besteden er veel tijd aan om deze
een passende stageplek hebben gevonden. Voor
nen zes weken te begeleiden naar een passende
gezinnen voor de leerwoningen te werven en
zover passende stageplaatsen voor deze doel-
stage-/simulatieplaats. Om een goed vangnet
begeleiden en om de deelnemers in de gezinnen
groep deelnemers nog niet geaccrediteerd zijn,
voor deze deelnemers te spannen, werkt de
te coachen en begeleiden.
heeft de sector er een accreditatie voor aange-
sector nauw samen met opleidingsbedrijven,
vraagd bij de kenniscentra.
kenniscentra en brancheorganisaties. Hierdoor
Handel & Dienstverlening
zijn ongeveer honderd deelnemers die door
De sector Handel & Dienstverlening heeft
Twintig deelnemers die vanuit de opleiding
de crisis moeite hadden om een stageplaats te
moeilijk plaatsbare deelnemers intensief bege-
Detailhandel in Hoorn stagelopen in winkel-
vinden, alsnog geplaatst bij een leerbedrijf en/of
leid bij het vinden van geschikte stagebedrijven.
centrum Streekhof te Bovenkarspel, krijgen extra
heeft een opleidingsbedrijf of de school hun een
We organiseren speciale bijeenkomsten voor
begeleiding. Hierdoor verbetert de aansluiting
simulatieplaats aangeboden.
hen, ze krijgen sollicitatietraining en UWV biedt
tussen het Horizon College en de deelnemende
hulp bij het zoeken van leerbedrijven. Deze extra
winkeliers. Deelnemers ervaren hierdoor eerder
inzet loont.
dat ze op de goede plek zitten.
jaarverslag 2013
83
Welzijn & Educatie
mer een stageplaats weten te vinden. Vervolgens
geplaatst konden worden, zijn opgevangen op
De sector Welzijn & Educatie ondernam al een
stoppen we er veel energie in om bestaande
school. Uiteindelijk hebben we voor alle deel-
aantal activiteiten om deelnemers intensief
contacten zorgvuldig te onderhouden.
nemers een passende stageplaats gevonden.
De volgende activiteiten zijn in 2013 voortgezet
Gezondheidszorg
Handel & Dienstverlening
en zo nodig verbeterd aan de hand van de uit-
De sector Gezondheidszorg heeft passende sta-
Bpv-begeleiders hebben veel tijd besteed aan het
komsten van een evaluatie:
geplaatsen gecreëerd voor deelnemers van ni-
vinden van passende stageplaatsen, en extra
• Praktijkervaring:
veau 1 en 2. Bij zorg- en welzijninstellingen zijn
bezoeken aan bedrijven gebracht. Voordat het
Eerstejaarsdeelnemers Maatschappelijke Zorg
passende stageplaatsen gevonden en gecreëerd,
schooljaar 2013-2014 begon, hebben we een
niveau 4 en Jeugdzorg niveau 4 doen in zes
en zowel deelnemers als zorginstellingen zijn
extra stagezoekweek georganiseerd. Behalve
projecten praktijkervaring op met doelgroepen
tevreden over de resultaten. Het aantal stage-
onze reguliere stagebezoeken, hebben we
in de ouderenzorg, kinderopvang, jeugdzorg,
plaatsen voor deelnemers op niveau 1 en 2
acquisitiebezoeken afgelegd en telefoonrondes
psychiatrie, gehandicaptenzorg en specifieke
neemt echter af, doordat de zorg zwaarder
gedaan, om stageplekken te creëren bij bedrij-
doelgroepen.
wordt, er meer vraag komt naar specialistische
ven. We hebben ook werkloze BBL’ers onder-
• Startopdrachten:
zorg en door de problemen in de kinderopvang.
steunende lessen en sollicitatietrainingen gege-
Voordat deelnemers in de sector Welzijn &
te begeleiden naar stage-/simulatieplaatsen.
Een goed alternatief zijn de oriënterende stages
ven, om hen beter toe te rusten voor een stage-
Educatie aan hun stage beginnen, voeren ze
in gezinnen met kleine kinderen. Deze gezinnen
plaats of werk. AKA’s (arbeidsmarktgekwalificeer-
twee startopdrachten uit: ‘Waar ben ik beland?’
worden via een intake geselecteerd en tijdens de
de assistenten) van niveau 1 hebben we kunnen
en ‘Ik ken mijn doelgroep’. Hiermee worden
stage ook begeleid. Deelnemers die niet op tijd
plaatsen in AKA-geaccrediteerde bedrijven.
ze voorbereid op hun stage en doen ze vooraf kennis op over organisatie en doelgroep.
Doelstelling 2a | Passende stageplaatsen aanbieden Economie Het kost veel inspanning om voldoende stageplaatsen te vinden voor de deelnemers in de opleidingen op niveau 1 en 2. Op deze niveaus moet het aantal beschikbare stageplaatsen per jaar namelijk flink hoger liggen dan het aantal te plaatsen deelnemers, omdat relatief veel stages worden afgebroken. Door intensieve acquisitie hebben we gelukkig voor elke betrokken deelne-
84
jaarverslag 2013
Techniek
De bpv-coördinatoren in de sector stemmen hun
Techniek
Bij de sector Techniek zijn de deelnemers er in
werkzaamheden en hun presentatie op elkaar af.
Door de economische crisis zijn er weinig
principe zelf verantwoordelijk voor om een pas-
Door hun grote inzet en goede contacten in het
geaccrediteerde leerbedrijven in de bouw en
sende stageplaats te vinden. De bpv-begeleiders
werkveld hebben alle circa 2000 deelnemers van
voor de MEI-opleidingen (opleidingen in Metaal-
houden overzichten van leerbedrijven bij, die de
Welzijn een passende stageplaats aangeboden
techniek, Elektrotechniek, Installatietechniek en
deelnemers hierbij kunnen gebruiken. Is een
gekregen. Dit ondanks het feit dat het aanbod
Mobiele werktuigen). In overleg met de oplei-
deelnemer niet in staat om zelfstandig een er-
van stageplaatsen sterk is afgenomen, en in de
dingsbedrijven en kenniscentra bieden we deel-
kend leerbedrijf te vinden, dan ondersteunen de
kinderopvang zelfs dramatisch is gedaald.
nemers daarom praktijkervaring aan bij de oplei-
bpv-begeleiders hem hierbij. Zij werken nauw
dingsbedrijven Espeq, Tetrix en Installatiewerk
samen met de kenniscentra, opleidingsbedrijven
We hebben de deelnemers ook meer passende
NH. Hierdoor hebben dertig deelnemers rele-
en brancheorganisaties. Door deze bundeling
stageplaatsen kunnen aanbieden, doordat we in
vante praktijkervaring opgedaan.
van krachten hebben veertig deelnemers alsnog
2013 het overleg met het werkveld verder hebben
een passende stageplaats gevonden. Het cluster
gestructureerd en geformaliseerd:
Welzijn & Educatie
Bouw/Infra, Interieur en Vormgeving heeft voor
• De bac Welzijn is gesplitst in verschillende
Voor eerstejaarsdeelnemers Kinderopvang
de opleiding Grafische Vormgeving een eigen bureau opgericht, vooral om deelnemers te
bedrijfsadviescommissies (bac’s) per branche.
hebben we een programma binnenschools
• De bpv-coördinatoren hebben werkveldbijeen-
praktijkleren ontwikkeld. Docenten hebben
plaatsen bij grafische bedrijven. Hierdoor heb-
komsten georganiseerd om opleiding en stage
instellingen voor kinderopvang en basisscholen
ben acht deelnemers van deze opleiding alsnog
optimaal op elkaar af te stemmen.
geraadpleegd over de activiteiten die zij kunnen
relevante werkervaring kunnen opdoen.
• De bpv-brochure en de bpv-handleiding
uitvoeren en hebben vervolgens projecten
worden in alle branches gebruikt. In beide
ontwikkeld die ongeveer honderd deelnemers
Welzijn & Educatie
documenten is het landelijke bpv-protocol
binnen school kunnen uitvoeren om het werk-
In de sector Welzijn & Educatie wordt de bpv
uitgewerkt en vormgegeven.
veld te leren kennen. Het programma is uitgevoerd van februari tot april 2013, en bevatte
per uitstroomprofiel gecoördineerd door één
naast binnenschoolse activiteiten ook een
docent per locatie (Alkmaar en Hoorn). Deze bpv-coördinatoren: • onderhouden intensieve contacten met het
Doelstelling 2b | Simulatieplaatsen creëren
activiteit tijdens straatspeeldagen en een theatervoorstelling op kinderdagverblijven. Voor het schooljaar 2013-2014 heeft de sector een werk-
werkveld en met kenniscentrum Calibris; • organiseren de werving van stageplaatsen;
Gezondheidszorg
groep praktijkleren samengesteld voor de kinder-
• zorgen voor up-to-date voorlichtingsmateriaal
Eerstejaarsdeelnemers van de opleiding Dokters-
opvang. Die werkt de ontwikkelde werkwijze voor
assistent die geen stageplaats hebben kunnen
het eerste jaar ook uit voor het tweede en derde
vinden, worden op school begeleid met simula-
jaar van deze opleiding.
voor stagebedrijven; • verzorgen de bpv-handleiding voor deelnemers; • bewaken dat de afspraken tussen het
ties en praktische opdrachten. Deelnemers die niet op stage kunnen of mogen, worden op
Horizon College en stagebedrijven worden
school opgevangen en werken aan beroeps-
nagekomen.
prestaties.
jaarverslag 2013
85
Doelstelling 2c | Deelnemersbegeleiders adequaat opleiden
opleider/examinator gevolgd. Bij de niveau 1opleidingen is een medewerker aangesteld om
8.2 Verantwoording gelden Regeling taal en rekenen
de bpv anders op te zetten: de sector gaat hier
Handel & Dienstverlening
bpv-consulenten voor inzetten in plaats van
Sinds 2010 gelden er wettelijke exameneisen
De opleiding Detailhandel in Heerhugowaard
docenten. De bpv-consulenten leggen de
voor taal en rekenen, die zijn vastgelegd in
biedt startende deelnemersbegeleiders begelei-
bedrijfsbezoeken af, hebben contact met de
de Regeling intensivering Nederlandse taal en
ding bij praktijkbezoeken en geeft uitleg en
mentoren, zorgen voor de overdracht, hebben op
rekenen mbo. Om de taal- en rekenvaardigheden
begeleiding bij ingewikkelde bedrijfsopdrachten
school contact met deelnemers, zijn betrokken
van onze deelnemers daarop af te stemmen,
en de criteria waaraan die moeten voldoen.
bij het zoeken van geschikte bpv-plekken en
hebben we in 2010 een plan opgesteld: het
Hierdoor functioneren ook startende deel-
nemen waar nodig ook de bpv-beoordeling op
Instellingsplan Intensivering Nederlandse Taal
nemersbegeleiders naar tevredenheid van
zich. Het eerste halfjaar van 2013 is gebruikt als
en Rekenen Horizon College 2010-2013. In dit
bedrijven, het team en zichzelf. Daarnaast
overgangsperiode, waarin de bpv-consulent een
plan staat ons beleid om het onderwijs dat we
organiseert deze opleiding ook praktijkopleiders-
gedeelte van de bpv-bezoeken op zich heeft
geven in de Nederlandse taal en in rekenen,
bijeenkomsten, die in een behoefte voorzien. De
genomen.
duurzaam te verbeteren en een vaste plaats te geven binnen het curriculum van de opleidingen.
opleiding Detailhandel in Hoorn heeft vier stagebegeleiders bijgeschoold, zodat ze deelnemers
Techniek
Nadat de uitvoering van dit plan was voorbereid
kunnen beoordelen en verslagen kunnen maken
De sector Techniek stemt de bpv-begeleiding
en ontwikkeld, is de implementatiefase in 2012
volgens het HARPA-begeleidingsmodel (HARPA
zo veel mogelijk af op sectorniveau, om alle
gestart en deze liep door in 2013. In het Platform
staat voor Houding, Aanwezigheid, Resultaten,
opgedane kennis te kunnen delen en de bpv-
Taal en Rekenen van het Horizon College wisse-
Persoonlijk, Actiepunten). Met dit model leren
begeleiding sectorbreed op dezelfde manier in te
len de sectoren informatie uit over de uitvoering
deelnemersbegeleiders ook verbeteropdrachten
kunnen richten. Bij de MEI-opleidingen wordt de
van het onderwijs en de examinering, en dit
en stageverslagen uitleggen en beoordelen. De
rol van de bpv-begeleiders binnen de opleiding
platform bevordert ook de onderlinge samen-
opleiding Transport & Logistiek heeft in februari
regionaal afgestemd. de sector Techniek heeft
werking.
2013 een praktijkopleidersbijeenkomst georgani-
vier leermeesterbijeenkomsten georganiseerd in
seerd en zes medewerkers van deze opleiding
Heerhugowaard en Hoorn, in samenwerking met
hebben in februari 2013 de training praktijk-
de kenniscentra Fundeon, Kenteq en SH&M.
Figuur 8.2 | Verantwoording taal en rekenen (in euro's) Beschikbaar gestelde middelen
Beschikbaar
Besteed
Nog te besteden
3.246.330
2.827.190
419.140
verslagjaar
1.126.390
1.283.731
-157.341
vóór 1 januari 2014
4.372.720
4.110.921
261.799
tot en met voorgaand jaar
86
jaarverslag 2013
Specificatie totaal bestedingen in het jaar 2012 Activiteitensoort
Beschrijving ondernomen activiteiten T of R
of T&R
A. Aanpassing in de didactiek/
1
pedagogiek van de opleidingen in kader van intensivering onderwijs T&R
2
Bestede
Bereikte
Bereikte
middelen in
deelnemers
personeels-
€
leden
Deelname aan HC-brede werkgroep Taal
T
Deelname aan HC-brede werkgroep Rekenen
R
3
Totaal activiteiten A
B. Toetsing van deelnemers
1
Instaptoetsing organiseren,
afnemen en beoordelen Taal
Instaptoetsing organiseren,
2
afnemen en beoordelen Rekenen
218.291
T
R
3
Totaal activiteiten B
C Extra onderwijstijd
1
Lesuren Nederlandse taal
T
2
Lesuren Rekenen
R
3
D Nieuwe of aangepaste faciliteiten
1
3
Totaal activiteiten D
E1 Professionalisering van docenten op
1
Training rekenvaardigheden
2
Begeleiden bij uitvoeren
het gebied van taal- en rekenonderwijs
Totaal activiteiten C
werkzaamheden
Totaal activiteiten E1 Training ondersteunend
F Andere activiteiten die gericht zijn op intensivering van taal- en
93.830
T&R
personeel
3
Totaal activiteiten E2
1
Projectleiding uitvoering
rekenonderwijs
R
1
van taal- en rekenonderwijs
617.512
3
E2 Professionalisering van overige
153.712
R
functionarissen op het gebied
Toelichting
2
instellingsplan T&R trajecten
T&R
T&R
Inrichting elektronische T&R
72.600
leeromgeving
Totaal activiteiten F
Sectoroverschrijdend
Voorbereiding remediërende
3
1.396
Eindtotaal activiteiten A t/m F
126.390 1.283.731
jaarverslag 2013
87
Instaptoetsen lezen, schrijven en rekenen Een goed startniveau voor taal- en rekenontwikkeling is belangrijk voor onze deelnemers en helpt hen de lessen goed te volgen en te communiceren met docenten en mededeelnemers. Deelnemers die lager scoren dan het vereiste startniveau van hun opleiding, hebben we doorverwezen naar een ondersteuningstraject op maat. Om het startniveau te kunnen bepalen, doen alle nieuwe deelnemers een instaptoets op lezen, schrijven en rekenen. We hebben deze instaptoetsen gefinancierd met subsidiegelden.
Centraal Ontwikkelde Examens Met ingang van het schooljaar 2014-2015 krijgt het Horizon College te maken met de verplichte Centraal Ontwikkelde Examens (COE) voor Nederlandse taal en rekenen. Vanaf dat schooljaar leggen alle deelnemers van mbo 4 digitale examens af voor de onderdelen lezen, luisteren en rekenen. Voor deelnemers van mbo 2 en 3 geldt dit vanaf schooljaar 2015-2016. Om ervoor te zorgen dat het Horizon College goed voorbereid is op deze examens, moeten we in de aanloop organisatorisch, logistiek en op ICT-gebied veel zaken regelen. Hiertoe hebben we in 2011 het projectplan Implementatie Centraal Ontwikkelde Examens Taal en Rekenen opgesteld. In 2013 hebben we op alle locaties meegedaan aan drie centraal vastgestelde afnameperioden: er zijn ruim 2600 examens Nederlands en meer dan 3100 examens rekenen afgenomen. Hierbij lag de gemiddelde score van de deelnemers op het Horizon College iets hoger dan
88
jaarverslag 2013
de gemiddelde landelijke score: bij Nederlands
Ministerie van OCW gaan we vaststellen hoe
naar gespecialiseerde hulp. In totaal komen
2 tot 3 procent en bij rekenen 0,1 tot 0,9 procent.
het Horizon College de examens uiteindelijk zal
3.172 deelnemers van het Horizon College voor
De verschillen tussen de kandidaten van het
afnemen.
deze subsidie in aanmerking. Dit betekende
Horizon College en het landelijk gemiddelde
dat wij in 2013 een bedrag van € 422.378,- aan
waren echter te klein om ook in een cijfer tot
subsidie hebben ontvangen.
uiting te komen. De sectoren op het Horizon College gaan er de
8.3 Verantwoording Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het mbo
Voor de uitvoering van het schoolmaatschappelijk werk hebben wij in 2013 schoolmaatschappelijk werkers ingekocht bij stichting de Wering uit
komende jaren hard aan werken de beheersingniveaus voor Nederlandse taal en rekenen te
De Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk
Alkmaar. In het contract met De Wering is als
verhogen, want hierdoor stijgt de slagingskans
in het mbo verschaft middelen om deelnemers
resultaatverplichting opgenomen dat 30 procent
voor de deelnemers. De examens worden op
met psychosociale problemen die een voor-
van de deelnemers die de stichting helpt, nog
alle locaties steeds beter georganiseerd. Op
spoedige schoolloopbaan in de weg staan, tijdig
een jaar op het Horizon College blijft studeren.
basis van evaluaties en richtlijnen vanuit het
en professioneel te helpen of door te verwijzen
Deze contractafspraken zijn in het boekjaar 2013 ruimschoots nagekomen.
Figuur 8.3 | Verantwoording schoolmaatschappelijk werk (in euro's)
Verder heeft het Horizon College het geld uit deze subsidieregeling gebruikt om het school-
Beschikbaar gestelde middelen tot en met voorgaand jaar verslagjaar vóór 1 januari 2015
maatschappelijk werk te faciliteren op de vier
Toegekend
Besteed
Nog te besteden
1.212.550
898.418
314.132
locaties van het Horizon College en om interne
422.378
358.767
63.612
medewerkers in te zetten, met het doel om tot
1.634.928
1.257.185
377.744
een goede afstemming van zorgleerlingen met hulpverlenende instanties te komen.
Specificatie totaal bestedingen in het jaar 2013, besteding e 358.767 Doelstellingen
% aandeel competentie
aantal
stage-
simulatie-
met andere
plaatsen
plaatsen
partijen J/N
100
J
% aandeel gerichte beroeps-
personeel
overig
allochtoon
schoolcarrière van de leerling
31.844
326.923
13
Totaal bestedingen in het jaar 2013
31.844
326.923
samen-
aantal
opleidingen
werking met
het voorkomen van ernstige problematiek, schooluitval en op een positieve manier bijdragen aan de ontwikkeling en de
jaarverslag 2013
89
9 | Aanvullende informatie WEB Helderheid in bekostiging Volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) moeten onderwijsinstellingen in hun jaarverslag aanvullende informatie opnemen over een aantal specifieke thema’s. In dit hoofdstuk vindt u deze informatie. Bij de getalsvergelijkingen zijn we uitgegaan van de stand van zaken van de bekostigingstelling van 10 februari 2014.
programma (bekostigingsgrondslag BBL, BOL of deeltijd-BOL (dt-BOL)). • We schrijven de deelnemer in als reguliere deelnemer; hij volgt een aangepast onderwijs-
De accountant moet deze aantallen nog goedkeuren.
programma dat niet voldoet aan de voorwaarden voor rijksbekostiging.
Thema 1 Uitbesteden
• We hebben geen publiek geld geïnvesteerd in
• De deelnemer krijgt een diploma uitgereikt.
private activiteiten. In 2013 hebben we geen activiteiten uitbesteed.
• We verantwoorden de besteding van private en publieke middelen volgens de wettelijke eisen. • De instelling voldoet aan de wettelijke waar-
Thema 2 Investeren van publieke middelen in private activiteiten In de notitie Helderheid staan de voorwaarden
borgen rond het onderwijs en aan de Regeling
stelling van deelnemers die zich inschrijven op basis van een EVC/vrijstellingsbrief: • Deze deelnemers nemen we alleen in de be-
beleggen en belenen. Tijdelijk overtollige
kostigingstelling op, als het Horizon College
gelden beleggen we risicoloos en zijn direct
met hen een opleidingsduur overeenkomt van
opvraagbaar.
ten minste tien weken en een opleidingstijd
waarop instellingen rijksgelden mogen gebruiken
van minimaal 75 klokuren (BBL, dt-BOL) of
en publiek en privaat mogen scheiden. Het
212,5 klokuren (BOL).
Horizon College houdt zich aan deze voorwaarden: • Onze private activiteiten stemmen overeen
Thema 3 Het verlenen van vrijstelling van onderwijs en EVC’s
• Diploma’s van examendeelnemers komen alleen voor bekostiging in aanmerking, als de deelnemer beroepsonderwijs heeft gevolgd,
met onze kerntaken. Het Horizon College heeft geen branchevreemde activiteiten ont-
Een deelnemer kan een ervaringscertificaat
plooid.
(EVC) aanbieden aan de examencommissie, met
direct voordat hij zich als examendeelnemer inschreef.
• Ons beleid voor private activiteiten is er niet
het verzoek hem op basis daarvan een diploma
• Opleidingsmanagers moeten een expliciet
primair op gericht winst te realiseren. De op-
uit te reiken. Als dat gebeurt, beoordeelt de exa-
akkoord geven om deze deelnemers op te
brengst van deze activiteiten is zeer beperkt
mencommissie eerst het portfolio. Daarna zijn
nemen in de bekostigingstelling.
ten opzichte van de totale opbrengsten.
er verschillende mogelijkheden:
• Concurrentievervalsing speelt geen rol, omdat
• We schrijven de deelnemer in als examendeel-
we onze private activiteiten ten minste kosten-
nemer; hij hoeft geen onderwijs te volgen.
dekkend uitvoeren, ook rekening houdend met
• We schrijven de deelnemer in als reguliere
indirecte kosten.
90
We hanteren gedragsregels voor de bekostiging-
jaarverslag 2013
deelnemer; hij volgt een aangepast onderwijs-
• Het Horizon College heeft administratieve maatregelen genomen om deze deelnemers correct te registreren en hen terecht aan te melden voor bekostiging.
Thema 5 In- en uitschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk
Sector Techniek
Overige sectoren
De sector Techniek biedt bij de BBL-opleidingen
In de overige sectoren zijn in het schooljaar
Elektrotechniek een EVC-procedure aan. Dit
2013–2014 geen deelnemers ingeschreven op
doen we samen met kennis- en adviescentrum
grond van een EVC of met vrijstelling van onder-
Kenteq. Kenteq voert deze procedure uit en geeft
wijs en we hebben dus ook geen diploma’s
Binnen het Horizon College geldt een richtlijn
de deelnemer ook een ervaringscertificaat.
uitgereikt.
om dubbele bekostiging te voorkomen bij deelnemers die gelijktijdig meerdere opleidingen
Op basis van dit certificaat stelt de subexamencommissie vast of een deelnemer in aanmerking komt voor het diploma. Zo ja, dan registreren
volgen. Deze richtlijn werkt adequaat.
Thema 4 Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf
Uitschrijvingen in de periode 1 oktober tot en met 31 december 2013
we de deelnemer en brengen we de kosten in rekening bij de werkgever of examendeelnemer.
Voor een aantal deelnemers betaalt de werkgever
In de laatste drie maanden van 2013 stroomden
De diploma’s die we op basis van het ervarings-
het cursusgeld; ook de factuur staat dan op
in totaal 278 deelnemers (2,4 procent) door van
certificaat afgeven, voeren we dus niet op voor
naam van de werkgever. De deelnemer moet
de ene opleiding naar de andere. In 2012 waren
bekostiging.
in dat geval een derdenmachtiging invullen.
dat er 315 (2,6 procent). 380 deelnemers hebben
Het Horizon College stuurt alleen facturen aan
het Horizon College verlaten, waarvan 215 met
In het schooljaar 2013-2014 hebben we één
werkgevers die een substantieel aantal deel-
een diploma en 165 zonder diploma. Het percen-
diploma uitgereikt op grond van een EVC-
nemers plaatsen, bijvoorbeeld ziekenhuizen.
tage uitstromers was in 2013 lager dan in de-
procedure. Dit diploma is niet voor bekostiging
Het Horizon College heeft zelf geen fonds voor
zelfde periode in 2012: 3,3 procent in 2013 tegen-
aangeboden.
les- en cursusgelden.
over 3,7 procent in 2012. Het aantal deelnemers dat door- of uitstroomt met een diploma, ligt in 2013 lager dan in 2012. De door- en uitstroom zonder diploma ligt in 2013 eveneens lager dan in 2012. Daarnaast daalde procentueel gezien in 2013 het aantal deelnemers dat is gestopt met de opleiding tussen 1 oktober en 1 januari. Van de BBL’ers die zonder diploma de school hebben verlaten, heeft 46 procent een startkwalificatie. Vorig jaar was dat 40 procent. 27 procent van de ongediplomeerde BOL-deelnemers die de school hebben verlaten, beschikt over een startkwalificatie. Ook hier is sprake van een stijging. In 2012 was dat 25 procent. Als deelnemers (voortijdig) stoppen met de opleiding, kan dit allerlei oorzaken hebben.
jaarverslag 2013
91
Daarnaast worden de aantallen iedere maand in een portal gemeld aan de verantwoordelijke sectordirecteuren en opleidingsmanagers. In de afgelopen jaren heeft het Horizon College de bestaande maatregelen aangescherpt om nog beter te voorkomen dat deelnemers zonder startkwalificatie van school gaan. We hebben bijvoorbeeld het mentoraat verder versterkt, het verzuimregistratiesysteem verbeterd, sneller contact opgenomen met de verzuimers en de toelatingsvoorwaarden voor de niveau 2-opleidingen verder aangescherpt. Daarnaast blijven we ons er maximaal voor inzetten de doorstroom te bevorderen. Deze maatregelen hebben succes gehad, want het aantal vsv’ers is gedaald.
De deelnemer wil bijvoorbeeld liever werken,
streeft ernaar een uitstroomgesprek te voeren
gaat verhuizen of gaat naar een andere school.
met iedere deelnemer die voortijdig de school
Of het Horizon College ziet geen mogelijkheden
verlaat. Het aantal voortijdig schoolverlaters en
Inschrijvingen in de periode 1 oktober tot en met
meer, omdat een deelnemer te veel ongeoorloofd
de uitstroomredenen worden regelmatig aan het
31 december 2013
verzuimt, ontslagen is bij zijn werkgever of
management van het Horizon College gemeld
In de periode van 2 oktober tot en met 31 decem-
wangedrag vertoont. Het Horizon College
en in het managementoverleg besproken.
ber 2013 hebben 86 nieuwe deelnemers zich
Figuur 9.1 | Doorstroom en uitstroom van deelnemers in 2013, per sector
Doorstroom
Met diploma
Sector
BBL
Economie
BOL
BBL
BOL
4
125
Gezondheidszorg Handel & Dienstverlening
2
jaarverslag 2013
BOL
dt-BOL
BBL
BOL
dt-BOL
19
28
5
33
19
1
10
24
44
19
23
21
1
BBL
2
Zonder diploma
19
2
Eindtotaal
dt-BOL
Uitstroom
Met diploma
2
Techniek
24
18
Purmerend Welzijn & Educatie
92
9
Zonder diploma
8
5
13
28
43
1
15
1
11 5
18
15
3
7 17 13
1
33 10 33 200 2 126 88 1 51 110 4
ingeschreven: 46 BOL-deelnemers en 40 BBLdeelnemers. Deze deelnemers tellen niet mee op de eerste teldatum van 1 oktober 2013, maar kunnen eventueel wel meetellen op de tweede teldatum van 1 februari 2014. De tussentijdse instroom is het grootst in de sectoren Techniek en Handel & Dienstverlening.
Figuur 9.2 | Nieuw ingeschreven deelnemers van oktober tot en met december 2013, per sector Sector
BBL
BOL
Eindtotaal
Economie
5
5
Gezondheidszorg
4
1
5
21
12
33
3
3
Handel & Dienstverlening Purmerend Techniek
12
17
29
11
11
Thema 6 De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven
Welzijn & Educatie
Deelnemers die van leerweg veranderd zijn
deelnemers van wie het diploma in de diploma-
is dit aantal bijna verdubbeld, namelijk van
tijdens het schooljaar
telling 2013 is opgenomen, heeft ook in het
33 diploma’s in 2012 naar 63 diploma’s in 2013
In de periode van 1 oktober tot en met
voorgaande jaar een diploma behaald dat voor
(van 5 procent naar 7,4 procent). Daar staat
31 december 2013 zijn 49 deelnemers veranderd
bekostiging is aangeboden.
tegenover dat dit aantal is afgenomen in de
Eindtotaal
40 46 86
sectoren Gezondheidszorg (4 deelnemers
van leerweg: 25 deelnemers gingen van een deeltijd- naar een voltijdopleiding (BBL naar BOL) en
In vergelijking met vorig jaar hebben iets meer
in 2013 tegenover 33 in 2012) en Techniek
24 van een voltijd- naar een deeltijdtraject (BOL
deelnemers in twee achtereenvolgende jaren
(12 deelnemers in 2013 tegenover 18 in 2012).
naar BBL en deeltijd-BOL).
een diploma behaald dat is aangeboden voor bekostiging. In 2011 gold dit voor 226 deelne-
Een deelnemer kan in twee achtereenvolgende
Het grootste aantal deelnemers dat in de
mers (5,9 procent van het totaalaantal diploma’s
jaren een diploma behalen om verschillende
maanden oktober tot en met december van
dat voor bekostiging is aangeboden), in 2012
redenen:
leerweg veranderde, zit bij de sector Handel &
voor 239 deelnemers (6 procent) en in 2013 voor
• Een deelnemer kan een diploma behalen van
Dienstverlening. De deelnemers die zijn over-
285 (6,5 procent). In de meeste gevallen betrof
een AKA-opleiding (arbeidsgekwalificeerde
gestapt van de ene leerweg naar de andere,
het een diploma op hoger niveau.
assistent), dan overstappen naar een andere niveau 1-opleiding (soms in een andere vak-
staan voor het overgrote deel ingeschreven in Het aantal deelnemers dat in twee achtereen-
richting) en ook daar een diploma behalen.
volgende jaren een diploma heeft behaald dat
Als een deelnemer twee keer een diploma
Horizontale en verticale stapeling van diploma’s
is aangeboden voor bekostiging, is toegenomen
behaalt van een niveau 2-opleiding, is dat
Binnen het Horizon College bieden we per
bij de sector Handel & Dienstverlening. Dit
kalenderjaar slechts één diploma per deelnemer
waren 94 deelnemers in 2011, 139 deelnemers
aan voor bekostiging. In de meeste gevallen is
(11,9 procent) in 2012 en 152 deelnemers
in de meeste gevallen door naar een verwante
dat het hoogst behaalde diploma. Een aantal
(12,7 procent) in 2013. Bij de sector Economie
hogere opleiding.
opleidingen op niveau 2.
meestal in twee verschillende vakrichtingen. • In de hogere niveaus stroomt een deelnemer
jaarverslag 2013
93
• Bij BBL-trajecten, vooral bij de sectoren
bekostiging worden aangeboden. In figuur 9.4
Handel & Dienstverlening en Techniek, begin-
ziet u voor hoeveel deelnemers dat geldt in 2013.
nen deelnemers vaak direct als werknemer. Pas als ze beschikken over de nodige praktijk-
Thema 7 Maatwerktrajecten
kennis en –vaardigheden, stromen ze door naar een opleiding van een hoger niveau. Dat verklaart onder andere waarom een deelnemer
Het Horizon College stelt soms maatwerktrajec-
met een diploma niveau 4 vervolgens een
ten samen voor bedrijven of organisaties. Daar-
diploma haalt op niveau 2 (een onderwijs-
bij hanteren wij de volgende voorwaarden:
assistent die een diploma heeft behaald voor
• Het Horizon College sluit een overeenkomst
BBL Kok niveau 2).
met het bedrijf of de organisatie waarmee we samenwerken. In deze overeenkomst staan:
In de bekostigingstelling 2013 wordt op twee
– de wensen van het bedrijf of de organisatie
manieren geteld: volgens de criteria van de
voor het maatwerktraject;
nieuwe bekostigingsregeling Beroepsonderwijs
– de eventuele meerkosten voor het bedrijf of
en volgens de oude bekostigingsregels. Volgens
de organisatie. (Er kunnen alleen meerkosten
de nieuwe bekostigingsregels wordt de diploma-
studiejaren niet ingeschreven heeft gestaan in
zijn als het Horizon College een extra inspan-
waarde van het diploma dat in een voorgaand
het mbo en weer een diploma behaalt, telt het
ning verricht volgens de wens en op verzoek
jaar al voor bekostiging is aangeboden, in min-
diploma weer volledig mee.
van het bedrijf of de organisatie.)
dering gebracht op de diplomawaarde van het in
• Het Horizon College vertelt het bedrijf of
2013 door dezelfde deelnemer behaalde diploma
In de overgangsbekostiging bestaat nog wel de
de organisatie expliciet dat deelnemers en
dat voor bekostiging wordt aangeboden. Het
mogelijkheid om volledige diplomabekostiging
diploma’s van het maatwerktraject normaal
maakt daarbij niet uit of het voorafgaande
te genereren. Dit kan als een deelnemer in ver-
meetellen voor de rijksbekostiging. Daarvoor
diploma bij het Horizon College is behaald of bij
schillende kalenderjaren een diploma behaalt
moeten de deelnemers zijn ingeschreven in
een ander roc. Als een deelnemer drie of meer
bij het Horizon College en die vervolgens voor
een crebo-opleiding.
Figuur 9.3 | Deelnemers die van leerweg zijn veranderd van oktober tot en met december 2013, per sector Sector Economie Handel & Dienstverlening Techniek Welzijn & Educatie Eindtotaal
94
jaarverslag 2013
BBL naar BOL
BOL naar BBL
dt-BOL naar BOL
Eindtotaal
2
2
4
14
14
28
9
7
16
1
1
23 24 2 49
Figuur 9.4 | Aantal deelnemers dat in twee achtereenvolgende jaren een diploma heeft behaald dat is aangeboden voor bekostiging
Niveau 2012
Niveau 2013
1
1
2
ECO
Totaal 1
GEZ
1
2
2
2
1
3
31
4
Totaal 2
3
WED
Eindtotaal
5
PUR
7
10
TEC
3
3
1
5
10
4
154
3
1
4
109
32 115 10 6 163
2
1
3
1
4
2
28
2
20
8
1 1
36
96
Totaal 3 28 2 21 8 3 36 98
16
3 2 15 3 23
HDV
2
4
2
1
1
Totaal 4 1 1 Eindtotaal
63 4 152 18 12 36 285
• Het Horizon College neemt in het jaarverslag
delen worden verzorgd door medewerkers van
Met Magenta Zorg is een maatwerktraject vorm-
op, voor welke bedrijven of organisaties het
Defensie. Het Ministerie van Defensie verstrekt
gegeven voor medewerkers van Magenta Zorg,
maatwerktrajecten organiseert.
geen financiële vergoeding, maar:
gebaseerd op de opleiding Verzorgende IG. Dit is
• levert een aandeel in het theoretisch en
een tweejarig traject. Deelnemers staan regulier
Het Horizon College heeft in 2013 alleen maat-
praktisch aanleren van militaire vaardigheden
ingeschreven bij het Horizon College. Magenta
werktrajecten ontwikkeld en uitgevoerd binnen
(concreet: één militaire instructeur per
Zorg verstrekt geen financiële vergoeding, maar:
44 deelnemers);
• stelt huisvesting beschikbaar waar deelnemers
de sectoren Economie en Gezondheidszorg.
• verstrekt onderwijsleermiddelen;
Sector Economie Binnen de sector Economie wordt de opleiding Veiligheid en Vakmanschap gegeven, zowel op niveau 2 als 3. Voor deze opleiding heeft het
• biedt instructie en begeleiding in de beroepspraktijkvorming (bpv);
les krijgen; • biedt instructie en begeleiding in de beroepspraktijkvorming (bpv).
• organiseert het beroepsspecifieke deel van het examen, en neemt dit ook af.
Thema 8 Buitenlandse studenten
Horizon College een convenant gesloten met het Ministerie van Defensie. In dit convenant is
Sector Gezondheidszorg
onder andere bepaald welk deel van de opleiding
Binnen de sector Gezondheidszorg wordt de
Bij het Horizon College stonden in 2013 geen
de sector Economie verzorgt en welke onder-
opleiding Verzorgende IG gegeven op niveau 3.
buitenlandse studenten ingeschreven.
jaarverslag 2013
95
10 | Algemene financiële schets 2013 Financiële ontwikkelingen in vogelvlucht U leest in dit hoofdstuk met welk financieel resultaat we 2013 hebben afgesloten (paragraaf 10.1). Daarna lichten we onze financiële positie op de balansdatum toe (paragraaf 10.2) en gaan we kort in op de begroting 2014 (paragraaf 10.3). Ten slotte vindt u de continuïteitsparagraaf (paragraaf 10.4) die is opgesteld op basis van de afspraken in de Algemene Vergadering van de MBO Raad.
10.1 Resultaat 2013: beter dan begroot Het Horizon College heeft het boekjaar 2013 afgesloten met een resultaat van € 2,3 miljoen. Dit is € 2,5 miljoen beter dan het begrote resultaat van -€ 0,2 miljoen. In figuur 10.1 ziet u hoe dit verschil met de begroting is veroorzaakt.
Figuur 10.1 | Verschillen tussen het begrote en gerealiseerde resultaat in 2013 Bedragen x € 1.000 Begroot resultaat 2013 Hogere rijksbijdrage OCW
-1-
1.591+
Hogere overige overheidsbijdragen en subsidies
-2-
286+
Hogere overige baten
-3-
615+
Hogere baten werk in opdracht van derden
-4-
211+
Lagere overige lasten
-5-
752+
Totaal positieve afwijkingen
96
jaarverslag 2013
Hogere personele lasten
-6-
715–
Lagere college-,cursus- les- en examengelden
-7-
135–
Hogere rentelasten
-8-
90–
Overige
17–
243–
3.455+
Totaal negatieve afwijkingen
957–
Resultaat 2013
2.255
1) Hogere rijksbijdrage OCW
c) Hogere baten uit de stagebox
3) Hogere overige baten
De rijksbijdrage OCW is in 2013 bijna
Het uit 2012 resterende budget van € 248.000 is
De hogere overige baten bestonden uit:
€ 1,6 miljoen hoger dan was begroot. De hogere
in 2013 geheel besteed. In de begroting was geen
baten worden in hoofdlijnen veroorzaakt door:
rekening gehouden met dit bedrag.
Bedragen x € 1.000 Intensiveringsgelden uit
Bedragen x € 1.000 Detacheringsbaten
(a)
188
d) Lagere baten uit vsv
Suppletieaangifte btw
(b)
135
Zowel de baten uit de prestatiesubsidie als de
Boekenopbrengst
(c)
117
(a)
1.683 +
regiomiddelen zijn lager dan begroot. Dit heeft
Overige
175
Hoger professionaliseringsbudget (b)
324 +
twee verschillende oorzaken. De prestatiesubsi-
Totaal
615
Hogere baten uit de stagebox
248 +
die is lager, doordat er 125 meer vsv-leerlingen
189 +
waren dan vooraf begroot. Per leerling gaat het
het Najaarsakkoord
(c)
Hogere baten taal en rekenen
om een bedrag van € 2.000. Hierdoor is de pres-
a) Detacheringsbaten
Overige afwijkingen van de begroting
276 +
tatiesubsidie totaal € 250.000 minder. De regio-
De hogere opbrengsten uit detachering komen
Totaal
1.591
middelen zijn € 879.000 lager dan begroot,
voornamelijk doordat vier personeelsleden van
doordat de activiteiten later op gang zijn geko-
de sector Economie geheel of gedeeltelijk gede-
men dan vooraf verwacht. Het nog niet gereali-
tacheerd waren bij Stichting Praktijkleren.
Lagere baten uit vsv
(d)
1.129 –
a) Intensiveringsgelden uit het Najaarsakkoord
seerde bedrag blijft voor de resterende periode
In de begrotingsbesprekingen in het najaar 2013
van het project tot 2015 beschikbaar.
heeft het kabinet extra geld beschikbaar gesteld
b) Suppletieaangifte btw Een suppletieaangifte btw over de periode
voor het onderwijs. Dit geld is bedoeld voor
2) Hogere overige overheidsbijdragen en subsidies
2005-2009 heeft geleid tot een teruggave van
2014, maar werd al in 2013 beschikbaar gesteld.
De hogere overige overheidsbijdragen worden
€ 135.000 btw. Deze zaak liep al langer, maar
Om dit geld voor onderwijs beschikbaar te hou-
veroorzaakt door een hogere opbrengst op in-
hiervoor waren geen opbrengsten begroot.
den, heeft het Horizon College hiervoor een be-
burgering van € 431.000. Deze hogere opbrengst
stemmingsreserve gevormd. Voor 2014 is in de
komt doordat gemeenten ondanks krimpende
c) Boekenopbrengst
begroting rekening gehouden met besteding van
budgetten meer deelnemers hebben ingeschre-
De hogere opbrengst uit boeken komt voorna-
deze middelen.
ven op een inburgeringstraject en doordat een
melijk door een hogere opbrengst bij het vavo
groep van ongeveer honderd deelnemers die een
(voortgezet algemeen volwassenenonderwijs),
b) Hoger professionaliseringsbudget
cursus alfabetisering volgden, hier verantwoord
doordat we meer vavodeelnemers hadden dan
De baten uit professionalisering zijn hoger dan
moest worden door een wijziging in de regelge-
verwacht.
begroot, doordat er landelijk een hoger budget
ving. Daarnaast hebben de gemeenten niet het
beschikbaar was dan waar wij in de begroting
hele bedrag besteed, dat het Rijk had toegekend
4) Hogere baten werk in opdracht van derden
rekening mee hadden gehouden: € 33 miljoen in
voor educatie. Het deel dat niet besteed is, zal in
De hogere baten werk in opdracht van derden
plaats van € 20 miljoen. Het beschikbare budget
2014 alsnog besteed worden. Ten opzichte van
worden grotendeels veroorzaakt door hogere
voor 2013 is vrijwel geheel besteed.
de begroting is hierdoor € 145.000 minder op-
opbrengsten uit de Leonardosubsidie, en dan
brengst gerealiseerd.
voornamelijk door hogere declaraties van het
jaarverslag 2013
97
Clusius College en ROC ID college. Hiertegen-
a) Hogere kosten inhuur personeel
e) Uitkeringen
over staan ook hogere overige lasten, voor het-
De hogere kosten voor de inhuur van personeel
Te ontvangen uitkeringen zijn hoger dan begroot:
zelfde bedrag.
worden veroorzaakt doordat de vervanging van
de afwijking is € -176.000. Het gaat hier om
personeel niet altijd opgevangen kan worden
ziektewetuitkeringen van UWV, die moeilijk in
5) Lagere overige lasten
met regulier personeel. Hierdoor is ook minder
te schatten zijn en over het algemeen uit voor-
De onderbesteding op de overige lasten van
uitbetaald aan reguliere lonen en salarissen.
zichtigheid laag begroot worden.
€ 752.000 wordt voornamelijk veroorzaakt door:
Daarnaast wordt voor werkzaamheden die
Bedragen x € 1.000
tijdelijk zijn en daardoor ook tijdelijk voor extra
f ) Scholing
geld zorgen (bijvoorbeeld tijdelijke subsidies of
Op scholingskosten hebben we in 2013
584 +
detacheringsbaten), vaak bewust gekozen om
€ 138.000 overgehouden. Dit komt voornamelijk
Overige
168 +
hierop ingehuurd personeel in te zetten.
doordat we naast ons eigen scholingsbudget
Totaal
752+
Kosten mede-uitvoerenden
(a)
nog extra geld ontvingen van het Rijk voor de
b) Hogere sociale lasten en pensioenpremie
professionalisering van ons personeel.
a) De lagere kosten voor mede-uitvoerenden
In de begroting 2013 was de stijging van sociale
komen voornamelijk doordat vsv-projecten
lasten en pensioenpremie slechts ten dele be-
7) Lagere college-, cursus-, les- en examengelden
(waarvoor partners in de regio kosten konden
groot. De premiestijging is hoger uitgevallen,
De lagere opbrengst van cursusgeld wordt ver-
declareren) niet uitgevoerd zijn. Hiertegenover
wat leidde tot een overschrijding op de begro-
oorzaakt doordat we minder BBL-deelnemers
staan ook lagere opbrengsten uit vsv.
ting. Deze overschrijding werd slechts ten dele
hadden dan vooraf verwacht. Het aantal BBL-
gecompenseerd met een verhoging van de rijks-
deelnemers is vooral gedaald bij de sectoren
bijdrage.
Techniek en Welzijn.
c) Lagere lonen en salarissen
8) Hogere rentelasten
Dat de lonen en salarissen lager zijn uitgevallen
Dat de rentelasten hoger zijn dan begroot, heeft
dan begroot, heeft voor het grootste deel te ma-
grotendeels te maken met een naheffingsrente
ken met het feit dat vervanging niet met regulier
van de Belastingdienst over een btw-aangifte.
6) Hogere personele lasten De hogere personele lasten van € 715.000 worden voornamelijk veroorzaakt door: Bedragen x € 1.000 Hogere kosten inhuur personeel (a)
1.035 –
Hogere sociale lasten en
personeel werd gedaan, maar dat hiervoor perso-
pensioenpremie
(b)
750 –
Lagere lonen en salarissen
(c)
495 +
Restitutie WAO-/WIA-premies
(d)
237 +
d) Restitutie WAO-/WIA-premies
Uitkeringen
(e)
176 +
In het Belastingplan 2014 is geregeld dat werkge-
Scholing
(f)
138 +
vers in 2013 een gedeeltelijke teruggave krijgen
De financiële situatie van het Horizon College is
24 +
van de WAO-/WIA-premie. Het Horizon College
goed. De solvabiliteit is 55 procent. De liquiditeit
heeft deze teruggave (€ 236.707) in december
is weliswaar laag, maar onze financiële buffer
2013 ontvangen.
is voldoende. In onze managementinformatie
Overige afwijkingen van de begroting Totaal
715 –
neel werd ingehuurd.
10.2 Toelichting op de financiële positie op balansdatum en kengetallen
sturen we het liquiditeitenbeheer meer op het
98
jaarverslag 2013
10.3 Toekomstparagraaf: begroting 2014
kengetal van de financiële buffer. In dit kengetal
len en de beschikbare rekening-courantfaciliteit.
wordt ook rekening gehouden met de beschik-
Op balansdatum bestond onze financiële buffer
bare rekening-courantfaciliteit, waardoor dit
uit een rekening-courantfaciliteit van € 7,4 mil-
De begroting voor 2014 laat een positief resul-
waardevollere informatie geeft. Onze financiële
joen en liquide middelen van € 1,3 miljoen.
taat zien van € 1,1 miljoen. Dit positieve resultaat heeft twee belangrijke oorzaken:
buffer is gedurende het jaar ruimschoots voldoende om aan onze verplichtingen te kunnen
Rentabiliteit
voldoen.
Voor het Horizon College is winst maken geen
deelsystematiek op basis van t-1, met een vast-
• Het Horizon College hanteert intern een ver-
doel. Daarom streven we ook geen hoge rentabi-
gestelde prijs per deelnemerswaarde. Als het
De kengetallen geven nadere informatie over
liteit na, maar hebben gemiddeld over een lan-
aantal deelnemers groeit, hebben we daardoor
de positie op balansdatum. Maandelijks nemen
gere periode een rentabiliteit van 0 procent als
meer geld te verdelen voor het onderwijs dan
we onderstaande kengetallen ook op in onze
doel. Op die manier kunnen we ook in de toe-
we via het ministerie vergoed krijgen. Dit jaar
managementrapportages, waarbij we gedurende
komst kwalitatief goed onderwijs in de regio aan
hebben we voor het eerst in jaren te maken
het jaar voornamelijk sturen op rentabiliteit en
blijven bieden. Over 2013 hebben we een rentabi-
met een daling van het deelnemersaantal,
financiële buffer.
liteit van 2,5 procent behaald.
waardoor wij minder uitgeven dan we krijgen. Voor 2014 bedraagt dit € 486.000.
Solvabiliteit Het Horizon College streeft ernaar een niveau van solvabiliteit te handhaven tussen de 30 en
Figuur 10.2 | De solvabiliteit van het Horizon College op 31 december 2013
60 procent. Momenteel ligt ons solvabiliteitspercentage op 55. We verwachten dat onze solvabili-
Solvabiliteit 1 (eigen vermogen/totaal vermogen) x 100%
55,1%
teit ook de komende jaren binnen de gestelde grenzen blijft.
Figuur 10.3 | De liquiditeit van het Horizon College op 31 december 2013 Liquiditeit In 2013 was de liquiditeitsratio van het Horizon
Liquiditeit (current ratio) (vlottende activa/kortlopende schulden)
0,25
College laag, ook doordat we gebruikgemaakt hebben van een rekening-courantfaciliteit. Voor 2014 geldt dat de liquiditeit laag blijft, omdat het
Figuur 10.4 | De financiële buffer van het Horizon College op 31 december 2013
streven van het Horizon College is om de leningen zo snel mogelijk af te lossen. Overschotten
Financiële buffer (liquide middelen + rekening-courantfaciliteit)/totale baten) x 100%
9.9%
van liquide middelen zullen daarom in eerste instantie daarvoor worden gebruikt.
Figuur 10.5 | De rentabiliteit van het Horizon College op 31 december 2013 Financiële buffer De financiële buffer bestaat uit de liquide midde-
Rentabiliteit (saldo baten en lasten/totale baten) x 100%
2,5%
jaarverslag 2013
99
Dit geld is al in 2013 ontvangen en ook in dat
Toelichting op de kengetallen
bedrag opgenomen voor subsidies die nog
jaar als baten verantwoord in de jaarrekening. In
De gegevens in deze gegevensset zijn ontleend
niet toegekend zijn aan de onderwijssectoren.
2013 heeft het Horizon College voor het bedrag
aan de begroting 2014 en de meerjarenbegroting
Er is bewust gekozen deze pas na goedkeuring
van de intensiveringen een bestemmingsreserve
2014-2018. De meerjarenbegroting wordt mini-
van plannen toe te kennen. Met deze nog toe
gevormd, die het in 2014 zal inzetten.
maal één keer per jaar vastgesteld door de Raad
• In de begroting voor 2014 is in de baten een
te kennen subsidies is een bedrag van €
van Toezicht. Dit is het laatst gebeurd in de ver-
529.000 gemoeid.
gadering van december 2013.
In de batenpost ‘Rijksbijdragen’ is ook opgeno-
10.4 Prognoses voor de middellange termijn
In de aantallen deelnemers en personeel verwachten wij de komende jaren geen grote ont-
men een bedrag van € 1,7 miljoen voor intensive-
wikkelingen. De schommelingen in het aantal
ringen, dat beschikbaar is gekomen tijdens de
In figuur A1 zijn de verwachte aantallen perso-
fte’s dat wij verwachten te kunnen inzetten, zijn
rijksbegrotingsbesprekingen en uit het actieplan
neel en studenten weergegeven voor de jaren tot
meer gerelateerd aan het wegvallen van overige
Focus op Vakmanschap 2011-2015, tranche 2013.
en met 2016.
rijkssubsidies en educatie-inkomsten dan aan de reguliere rijksbijdrage. Op het gebied van huisvesting zijn wij in het kader van macrodoelmatig-
Figuur 10.6 | Begroting over 2014
heid samen met het Regio College aan het on(bedragen x € 1.000)
Baten
nieuwbouwvestiging in Purmerend kunnen realiseren. De plannen hiervoor zijn in een vergevor-
3.1
Rijksbijdragen
83.418
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
1.340
derd stadium. Het is de bedoeling dat wij het
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
1.170
gebouw realiseren en het Regio College een deel
3.4
Baten werk in opdracht van derden
1.110
van het pand huurt. Wij zullen het geheel finan-
3.5
Overige baten
2.770
cieren. Omdat deze plannen nog niet definitief
Totaal baten
89.808
zijn, hebben we in de meerjarenprognose nog
geen rekening gehouden met de kosten van de
Lasten
nieuwbouw. Overigens is uit interne berekenin-
4.1
Personeelslasten
64.391
gen al gebleken dat de exploitatielasten van de
4.2
Afschrijvingen
6.177
nieuwbouw lager zullen zijn dan de exploitatie-
4.3
Huisvestingslasten
4.597
kosten van de huidige locaties in Purmerend.
4.4
Overige lasten
13.008
Totaal lasten
88.172
Saldo baten en lasten 5
100
derzoeken of we gezamenlijk een
Begroting 2014
Toelichting Algemeen
1.636
De kolom 2013 sluit aan op de gegevens in de
Financiële baten en lasten
535-
jaarrekening. In de prognose voor de jaren 2014
Resultaat
1.100
en verder zijn de cijfers uit de vastgestelde meer-
jaarverslag 2013
A1 | Prognoses voor de middellange termijn
Financieringsstructuur en huisvestingsbeleid Wij hebben in ons treasurybeleid opgenomen
A Gegevensset Personele bezetting Management/Directie Onderwijzend personeel
2013 2014 2015 2016
dat overschotten van liquide middelen in eerste instantie gebruikt worden om af te lossen op
50
51
50
50
491
510
491
487
onze langlopende schulden. In onze meerjaren-
Onderwijsondersteunend personeel
115
115
115
110
begroting is daarom verwerkt dat naast onze
Algemeen ondersteunend personeel
259
260
255
250
geplande aflossing van € 2,5 miljoen per jaar,
Totaal Studenten
915 936 911 897 11.525 11.505 11.505 11.505
overschotten ook gebruikt worden voor het terugbrengen van de langlopende schulden. Uit de gegevens in overzicht figuur A.2 blijkt dat
jarenbegroting gebruikt. Omdat bij het opstellen
in vermogen. In dit overzicht is ervoor gekozen
wij een gezonde financiële structuur hebben.
van de meerjarenbegroting de jaarrekeningcijfers
om voor de jaren 2014 tot en met 2016 aan te
Investeringen in een nieuwbouwlocatie in Pur-
nog niet bekend waren, leidt dit tot een verschil
sluiten bij de vastgestelde meerjarenbegroting.
merend en de daarbij benodigde financiering brengt daarom volgens ons slechts beperkte
A2 | Verwachte balansposities weergegeven voor de jaren tot en met 2016
risico’s met zich mee.
Bedragen x € 1.000 Activa
2013 2014 2015 2016
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Totaal activa
Al onze leningen zijn ondergebracht bij het Ministerie van Financiën. Het is de bedoeling dat ook voor de financiering van de nieuwbouw in
865
783
655
527
85.694
84.554
80.309
76.649
Purmerend een lening wordt aangegaan bij het ministerie.
0
9
9
9
86.558
80.973
77.185
74.147
3.462
2.789
4.089
4.089
Het beleid van het Horizon College is om over
90.021 88.135 85.062 81.274
een lange periode een nihil resultaat te realise-
Mutaties van reserves, fondsen en voorzieningen
ren. In onze meerjarenbegroting gaan we daarPassiva
om meerjarig uit van een nulresultaat. In de jaar-
Eigen vermogen Algemene reserve
begroting is het begrote resultaat door onze 47.918
47.675
47.675
47.675
begrotingssystematiek echter nooit nul. Intern
Bestemmingsreserve publiek
1.683
0
0
0
verdelen wij geld over de onderwijssectoren op
Voorzieningen
2.542
2.742
2.742
2.742
Langlopende schulden
23.750
21.230
18.206
14.418
een vaste prijs per deelnemers- en diplomawaar-
Kortlopende schulden
14.128
16.488
16.439
16.438
de. Dit doen we om beter aan te sluiten bij het
Totaal passiva
90.021 88.135 85.062 81.274
werkelijke aantal deelnemers dat een opleiding
basis van een verdeelsystematiek van t-1, met
jaarverslag 2013
101
B Overige rapportages
volgt. Doordat we van het ministerie bekostiging
Toelichting
krijgen op basis van aantal leerlingen op t-2 ont-
Wij verwachten de komende jaren geen ontwik-
staat er jaarlijks een verschil. Bij groei van het
kelingen die een grote invloed zullen hebben op
aantal deelnemers financieren we deze groei
de exploitatie van het Horizon College. De moge-
vooral uit ons eigen vermogen; bij een krimp van
lijk te realiseren nieuwbouw in Purmerend heeft
het aantal deelnemers voegen we het verschil toe
maar beperkte gevolgen voor de exploitatiereke-
aan het vermogen van het Horizon College.
ning, omdat we op dit moment relatief hoge
Het interne risicobeheersings- en controle-
huurlasten hebben voor onze huidige panden in
systeem is vastgelegd in een planning & control-
Purmerend.
cyclus. De plannings- en verantwoordingsdocu-
De afgelopen jaren is het deelnemersaantal ge-
B1 Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem
groeid, wat heeft geleid tot een negatieve begro-
menten die zijn opgenomen in de planning &
ting. 2014 is het eerste jaar dat we minder geld
controlcyclus, worden besproken in het overleg
verdelen over de onderwijssectoren dan we bin-
tussen het College van Bestuur en de Raad van
nenkrijgen, en dus een positief resultaat begroten.
Toezicht. Nadat het College van Bestuur samen met het managementteam deze documenten heeft goedgekeurd, worden deze voorgelegd aan
A3 | Verwachte resultaten tot en met 2016 weergegeven
de Raad van Toezicht. Daarnaast hebben wij met iedere directeur een Bedragen x € 1.000
Baten Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Totaal baten
2013 2014 2015 2016 80.036
83.418
82.963
81.336
2.261
1.340
0
0
managementcontract afgesloten, waarin targets zijn opgenomen voor te behalen resultaten. Het bestuur bespreekt de (tussentijdse) resultaten maandelijks met de betreffende directeur.
6.140
5.050
5.140
5.140
88.438
89.808
88.103
86.476
B2 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden
62.800
64.391
63.102
62.104
De belangrijkste risico’s die wij onderkennen zijn:
5.656
6.177
6.467
5.894
• een grote daling van het deelnemersaantal; • een liquiditeitsrisico.
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen
4.528
4.597
4.625
4.625
Overige lasten
Huisvestingslasten
12.453
13.008
13.430
13.430
Totaal lasten
85.437
88.172
87.624
86.053
3.000
1.636
479
423
De hoogte van de rijksbijdrage is in belangrijke
Saldo financiële bedrijfsvoering
-643
-535
-479
-423
mate afhankelijk van het aantal deelnemers.
Saldo buitengewone baten en lasten
-102
0
0
0
Een grote daling van het aantal deelnemers zal
2.255
1.100
0
0
daarom ook grote consequenties hebben voor
0
0
0
0
de baten die wij uit rijksbijdragen ontvangen.
Saldo baten en lasten
Totaal resultaat Incidentele baten en lasten in resultaat
102
jaarverslag 2013
1) Grote daling deelnemersaantal
Wij maken jaarlijks analyses van de veranderin-
Indicatoren
gen in de deelnemersaantallen en maken ook een prognose op basis van onder andere de
1) Omzet private activiteiten als percentage van de omzet
demografische gegevens, het aantal vmbo’ers
2) Gewogen aantal deelnemers per fte OP/OOP
16,2
en de economische ontwikkelingen (belangrijk
3) Gewogen aantal deelnemers per fte beroepsonderwijs
11,1
voor de keuze voor BOL of BBL).
4) Aantal fte tijdelijk personeel als percentage totaal fte
Deze analyses en prognoses stellen ons in staat
5) Kosten fte in loondienst
om tijdig in te spelen op het risico van een grote
6) Aantal m2 beroepsonderwijs per gewogen deelnemer
daling, doordat wij op basis van t-1 het geld ver-
7) Overhead personeelskosten in procenten
delen over de sectoren. Deze verdeelsystematiek
8) Liquiditeit
dwingt de organisatie om tijdig de formatie aan
9) Rentabiliteit
te passen aan de veranderende omstandigheid.
10) Aantal m2 huur als percentage totale m2
5,5%
Daarnaast is er zo nodig ook geld beschikbaar
11) Gemiddelde huisvestingskosten per m2
€ 118
1,7%
10,8% € 61.878 6,8 15,2% 0,25 2,5%
om tijdelijke problemen op te lossen, zonder dat
12) Herfinancieringsbehoefte als percentage totale jaaromzet
dit tot grote begrotingstekorten leidt.
13) Investeringsbehoefte als percentage totale jaaromzet
0% 2,8%
2) Liquiditeitsrisico Een ander risico dat wij onderkennen, is het
Kwalitatief deel
Het bestuur is van mening dat bovenstaande
niet op korte termijn kunnen voldoen aan onze
De MBO Raad heeft een servicedocument op-
indicatoren geen risico’s met zich meebrengen.
verplichtingen. Om het risico hierop te minimali-
gesteld voor het opnemen van een continuïteits-
De uitzondering hierop is de liquiditeitsratio.
seren, hebben we met het Ministerie van Finan-
paragraaf in het geïntegreerde jaardocument.
Deze is lager dan de norm, doordat het ons
ciën een rekening-courantfaciliteit afgesproken
Afgesproken is dat onderstaande kwalitatieve
beleid is om een zo laag mogelijk saldo liquide
van bijna € 7,5 miljoen. Dit in combinatie met
informatie en een aantal indicatoren daarbij op-
middelen aan te houden en als er overschotten
een goed werkende financiële planning en con-
genomen worden. Voor de kwalitatieve gegevens
zijn, die te gebruiken om onze leningen ver-
trol, waarin maandelijks de liquide middelen
verwijzen we naar de uitgebreide informatie in
vroegd af te lossen. Volgens ons is het risico
worden gemonitord en tien maanden vooruit
de afzonderlijke hoofdstukken in ons jaarverslag
van een lage liquiditeit zeer beperkt, doordat
worden geprognosticeerd, helpt ons om het
en de informatie opgenomen in het voorge-
wij maandelijks onze liquiditeit tien maanden
risico te minimaliseren dat we niet kunnen
schreven model voor de continuïteitsparagraaf
vooruit prognosticeren en zodoende tijdig
voldoen aan onze verplichtingen.
van het Ministerie van OCW.
kunnen anticiperen wanneer dit nodig is. Daarnaast hebben we een rekening-courantfaciliteit
B3 Rapportage toezichthoudend orgaan
De in het servicedocument vastgestelde
van € 7,5 miljoen bij het Ministerie van Finan-
indicatoren zijn hieronder opgenomen. Als dat
ciën. Intern sturen we voor de beheersing van de
Voor de rapportage van de Raad van Toezicht
van toepassing is, zijn hierbij het risico en de
liquiditeit op de ratio van de financiële buffer, die
verwijzen we naar de verantwoording van de
genomen beheersmaatregelen vermeld.
ook rekening houdt met de aanwezige rekening-
Raad van Toezicht voor in het jaarverslag.
courantfaciliteit.
jaarverslag 2013
103
Belangrijk om te weten voor u dit hoofdstuk leest Het Horizon College heeft de jaarrekening opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van boek 2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek. Ook hebben we ons gehouden aan de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ) – in het bijzonder RJ 660 ‘Onderwijsinstellingen’.
11 | Jaarrekening 2013 A1 | Grondslagen voor de jaarrekening In dit eerste deel van de jaarrekening bespreken we achtereenvolgens de grondslagen van waardering, de grondslagen van resultaatbepaling en de grondslagen voor het kasstroomoverzicht.
Grondslagen van waardering
ziening teruggebracht tot de gemiddelde uitkeringsduur (1,5 jaar). In 2012 werd gerekend
De activa en passiva hebben we, tenzij anders
met de maximale uitkeringsduur van 2 jaar.
vermeld, tegen nominale waarde opgenomen. Vreemde valuta wordt gewaardeerd tegen
Salderen
de geldende koersen per balansdatum.
In de jaarrekening hebben we alleen een actief en
Koersverschillen die hierdoor ontstaan,
een post van het vreemd vermogen gesaldeerd
hebben we verwerkt in de Staat van baten en
als en voor zover:
lasten.
• een deugdelijk juridisch instrument beschikbaar is om het actief en de post
Stelselwijziging
van het vreemd vermogen gesaldeerd en
In 2013 hebben zich geen stelselwijzigingen
simultaan af te wikkelen;
voorgedaan.
• het stellige voornemen bestaat om het saldo als zodanig of beide posten simultaan af te
Schattingswijziging
wikkelen.
• Afschrijvingen verbouwing Purmerend De verbouwingen in het pand van de onder-
Immateriële vaste activa
wijslocatie Purmerend worden met ingang
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd
van 2013 versneld afgeschreven.
tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs). De af-
De afschrijvingstermijn is gelijkgesteld aan de
schrijving van immateriële vaste activa is lineair.
duur van project Purmerend (tot juli 2016).
We spreiden de afschrijving over de periode
Daarna wordt overgegaan tot nieuwbouw.
waarin het verwachte voordeel wordt genoten. Deze periode is naar verwachting tien jaar.
• Voorziening Wachtgeld
Voor de boekwaarde van zelfvervaardigde
Met ingang van het boekjaar 2013 is de
immateriële vaste activa wordt met ingang van
uitkeringsduur in de berekening van de voor-
104
jaarverslag 2013
dit boekjaar een wettelijke reserve gevormd.
We houden de volgende jaarlijkse afschrijvingspercentages aan: Materiële vaste activa
• gebouwen en renovatie
: 2,5 procent tot 3,33 procent
De gebouwen en terreinen worden gewaardeerd
• verbouwingen
: 10 procent
tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs of vervaardi-
• machines en installaties
: 5 procent tot 20 procent
gingsprijs) minus eventuele investeringssubsi-
• hardware
: 25 procent
dies, en minus de cumulatieve afschrijvingen
• schoolmeubilair
: 6,66 procent
en cumulatieve bijzondere waardevermindering-
• kantoormeubilair
: 10 procent
verliezen. In deze kostprijs hebben we ook de kosten van eventueel groot onderhoud opge-
Op terreinen schrijven we niet af.
nomen, als aan de activeringscriteria is voldaan. De boekwaarde van de te vervangen bestanddelen beschouwen we dan als gedesinvesteerd. Deze brengen we ten laste van de winst-enverliesrekening. Alle overige onderhoudskosten hebben we direct in de Staat van baten en lasten. De afschrijving is lineair en gebaseerd op de verwachte gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Als de verwachting over de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd verandert, verantwoorden wij deze als een schattingswijziging. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname. Verder geldt: • Tijdens de uitvoering van nieuwbouwprojecten wordt rechtstreeks toe te rekenen inzet van eigen personeel geactiveerd. Op activa in aanbouw wordt tot het moment van ingebruikname niet afgeschreven. • Materiële vaste activa die we niet meer gebruiken, worden gewaardeerd tegen de kostprijs of de lagere opbrengstwaarde. Way2Go-prijs
jaarverslag 2013
105
• Een materieel vast actief nemen we niet langer in de balans op na vervreemding of als we in de toekomst geen prestatie-eenheden van het gebruik of de vervreemding meer verwachten. • Activa met een inkoopprijs van € 2.500 of meer worden geactiveerd, met uitzondering van hardware en meubilair. Deze activa worden met een ondergrens van € 500 geactiveerd.
Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid.
Eigen vermogen Het eigen vermogen van het Horizon College is opgebouwd uit publieke middelen. We onderscheiden het eigen vermogen in een algemene
Wettelijke reserve
Uitgestelde personeelsbeloningen
reserve, bestemmingsreserves en wettelijke
De wettelijke reserve betreft de boekwaarde van
Het Horizon College kent een pensioenregeling
reserve.
zelfvervaardigde immateriële vaste activa. Met
en een flexibele uittredingsregeling voor huidige
ingang van dit boekjaar is voor dit bedrag een
en voormalige werknemers. De pensioenen zijn
wettelijke reserve opgenomen.
ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds ABP
Algemene reserve
en de flexibele uittreding bij Stichting Flexibel
Het gedeelte van het eigen vermogen waarover
106
we kunnen beschikken zonder belemmering
Voorzieningen
Uittreden Onderwijs. Beide regelingen zijn
door wettelijke of statutaire bepalingen voor het
Voor verplichtingen en risico’s uit het verleden
zogenoemde toegezegd-pensioenregelingen.
doel waarvoor het Horizon College is opgericht,
nemen we voorzieningen op. De omvang van
Hierbij is de pensioenuitkering gebaseerd op de
duiden we aan als algemene reserve.
deze verplichtingen en risico’s is op de balans-
lengte van het dienstverband en het gemiddelde
datum onzeker, maar redelijkerwijs in te schat-
salaris van de werknemer tijdens dit dienstver-
Bestemmingsreserve
ten. Dat doen we door de beste schatting te
band. De pensioenregelingen kunnen worden
De bestemmingsreserve is het gedeelte van
maken van de bedragen die noodzakelijk zijn
aangemerkt als multi-employer funds.
het eigen vermogen waaraan het College van
om de bijbehorende verplichtingen en verliezen
Volgens de richtlijnen (RJ 271) moeten we
Bestuur een beperktere bestedingsmogelijkheid
per balansdatum af te wikkelen. We waarderen
bepaalde informatie over toegezegd-pensioen-
heeft gegeven.
voorzieningen tegen de contante waarde.
regelingen toelichten in de jaarrekening. In de
jaarverslag 2013
balans moeten we vooral het saldo opnemen van
Grondslagen van resultaatbepaling
de activa en passiva die met de regeling samen-
Opbrengst werk voor derden Resultaten van derdegeldstroomprojecten
hangen – dit in de vorm van een vordering of
Om het resultaat vast te stellen, hanteren we het
brengen we ten gunste of ten laste van de
verplichting. Ultimo 2013 is de dekkingsgraad
baten-en-lastenstelsel. We rekenen de baten en
exploitatierekening in de periode waarin (een
van het pensioenfonds 105,9% (www.ABP.nl).
lasten toe aan het jaar waarop ze betrekking
afgerond deel van) het project gereedkomt.
Deze dekkingsgraad ligt boven de ondergrens
hebben. Hierbij gaan we ervan uit dat reguliere
Hieronder vallen ook overige overheidsbijdragen
van 105%. We behandelen beide regelingen
onderwijstaken gelijkmatig over het schooljaar of
en subsidies, inclusief eventueel meegefinan-
daarom als toegezegde-bijdrageregelingen en
studiejaar zijn verspreid.
cierde delen uit de eerste geldstroom. Onder de
verantwoorden de verschuldigde pensioen-
werken voor derden nemen we ook de opbreng-
premies over het boekjaar als pensioenlasten
Rijksbijdragen OCW
sten van niet-wettelijke onderwijsactiviteiten
in de staat van baten en lasten.
De rijksbijdragen op grond van de primaire
op. Vooruit ontvangen financiering van tweede-
bekostiging hebben we ten gunste gebracht van
en derdegeldstroomprojecten presenteren we
het jaar waarvoor zij ter beschikking zijn gesteld.
als overlopende passiva onder de kortlopende
Kortlopende schulden
schulden op de balans. Voorgefinancierde lasten
De overlopende passiva zijn:
College-, cursus-, les- en examengelden
nemen we op als overlopende activa onder de
opvolgende perioden worden toegerekend
De opbrengsten uit wettelijke collegegelden
vorderingen op de balans.
(tijdevenredig of evenredig aan de te leveren
hebben we tijdevenredig in het verslagjaar
prestaties);
verantwoord.
• bedragen die we vooruit ontvangen en die aan
• nog te betalen bedragen die we niet onder de andere kortlopende schulden kunnen plaatsen.
Kosten We bepalen de kosten door de eerder al vermelde grondslagen voor waardering in acht te nemen. Deze rekenen we toe aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. We nemen ook latere (voorzienbare) verplichtingen en mogelijke verliezen op in dit verslag als deze hun oorsprong hebben voor het einde van het verslagjaar en bekend zijn voor het opmaken van de jaarrekening. Die gebeurtenissen moeten dan wel voldoen aan de voorwaarden voor opname.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht We hebben het kasstroomoverzicht opgesteld op basis van de indirecte methode.
jaarverslag 2013
107
A 1.1 | Balans per 31 december 2013 (in euro’s)
2013
2012
Vaste activa 1.1
Immateriële vaste activa
1.2
Materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
864.819
811.498
85.693.626
89.199.905
0
8.613
86.558.445
90.020.016
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
2.132.128
2.789.218
1.7
Liquide middelen
1.330.192
18.154
108
Totaal activa
2.1
Eigen vermogen
2.2
Voorzieningen
2.3
3.462.320
90.020.765 92.827.388
49.600.907
47.345.850
2.541.641
2.741.982
Langlopende schulden
23.750.000
26.270.000
2.4
Kortlopende schulden
14.128.217
16.469.556
Totaal passiva
jaarverslag 2013
2.807.372
90.020.765 92.827.388
A 1.2 | Staat van baten en lasten over 2013 ( in euro’s)
2013
Begroting 2013
2012
Baten 3.1
Rijksbijdragen OCW
80.035.854
78.444.369
76.508.090
3.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies
2.261.433
1.975.000
2.975.317
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
1.052.679
1.187.436
1.224.992
3.4
Baten werk in opdracht van derden
1.529.725
1.318.834
1.698.607
3.5
Overige baten
3.557.865
2.942.869
3.588.806
Totaal baten
88.437.556 85.868.508 85.995.811
Lasten 4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
62.800.068
62.085.608
62.458.720
5.655.679
5.632.680
5.801.129
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
Totaal lasten
85.539.253 85.558.626 86.114.845
Saldo baten en lasten
2.898.303 309.882 119.034-
5
Financiële baten en lasten
643.245-
552.894-
642.834-
9
Bijzondere baten en lasten
-
-
-
Resultaat
4.528.121
4.533.432
4.578.563
12.555.385
13.306.906
13.276.434
2.255.057 243.012- 761.867-
jaarverslag 2013
109
A 1.3 | Kasstroomoverzicht 2013 (in euro’s)
2013
2012
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten
2.898.303 119.034-
Aanpassingen voor • afschrijvingen • mutaties voorzieningen
5.655.679
5.801.129
200.341-
548.203
5.455.338
6.349.332
Veranderingen in vlottende middelen: • vorderingen • schulden (inclusief kredietinstellingen)
657.090
107.237
2.341.339-
681.696-
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
1.684.249-
6.669.392 5.655.839
5.442
7.840
648.687-
650.674-
-
-
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
574.459-
643.245-
642.835-
6.026.147 5.013.004
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen immateriële vaste activa Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa
165.812-
-
2.455.128-
2.837.847-
418.219
345.383
8.613
-
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
2.194.109- 2.492.464-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
110
-
-
2.520.000-
2.520.000-
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
2.520.000- 2.520.000-
Mutatie liquide middelen
1.312.038 541
jaarverslag 2013
A 1.4 | Toelichting op de balans Vaste activa 1.1
Immateriële vaste activa (in euro's)
Aanschaf- Afschrijvingen Boekwaarde Investeringen Desinveste- Afschrijvingen Afschrijvingen Aanschafprijs Afschrijvingen prijs cumulatief 1-1-2013 2013 ringen 2013 2013 desinveste- 31-12-2013 cumulatief 1-1-2013 1-1-2013 ringen 2013 31-12-2013
Boekwaarde 31-12-2013
1.1.1 Deelnemerssoftwarepakket
1.014.372
-202.874
811.498
165.812
0
-112.491
0
1.180.184
-315.366
864.819
Immateriële vaste activa
1.014.372 -202.874 811.498 165.812
0 -112.491
0 1.180.184 -315.366 864.819
Het Horizon College heeft de afgelopen jaren meegewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw deelnemersregistratiesysteem. De ontwikkelingskosten van dit deelnemersregistratiesysteem worden als immaterieel vast actief op de balans opgenomen. Het systeem wordt in tien jaar afgeschreven. Voor de boekwaarde van deze immateriële vaste activa wordt met ingang van dit boekjaar een wettelijke reserve gevormd.
1.2
Materiële vaste activa (in euro's)
Aanschaf- Afschrijvingen Boekwaarde Investeringen Desinveste- Afschrijvingen Afschrijvingen Aanschafprijs Afschrijvingen prijs cumulatief 1-1-2013 2013 ringen 2013 2013 desinveste- 31-12-2013 cumulatief 1-1-2013 1-1-2013 ringen 2013 31-12-2013
1.2.1.1 Gebouwen 100.352.734 -28.801.716 1.2.1.2 Terreinen
71.551.018
710.975
1.701.601
-4.101.356
Boekwaarde 31-12-2013
96.920 102.765.309 -32.806.152 69.959.158
8.276.136
0
8.276.136
0
0
0
0
8.276.136
0
8.276.136
1.883.951
0
1.883.951
776.826
-2.168.345
0
0
492.432
0
492.432
110.512.821 -28.801.716
81.711.105
1.487.800
24.448.652 -16.959.852
7.488.800
967.328
1.2.4.0 Onder handen werk 1.2.1 Gebouwen en terreinen
-466.744 -4.101.356
96.920 111.533.877 -32.806.152 78.727.726
-106.687
58.293 25.309.293 -18.343.392
1.2.2 Inventaris en apparatuur
-1.441.832
6.965.901
Materiële 134.961.473 -45.761.568
89.199.905 2.455.128
-573.431 -5.543.188
155.213 136.843.170 -51.149.544 85.693.626
Totaal vaste activa 135.975.845 -45.964.443
90.011.402 2.620.940
-573.431 -5.655.679
155.213 138.023.354 -51.464.909 86.558.445
vaste activa
De totale investeringen in materiële vaste activa bedroegen over 2013 in totaal € 2,5 miljoen. De investeringen in gebouwen en terreinen bedroegen hiervan € 1,5 miljoen. Dit bedrag is onder meer besteed aan klimaatbeheersing in Hoorn. Daarnaast hebben we in 2013 een bedrag van ruim € 1,0 miljoen geïnvesteerd in inventaris en apparatuur voor het hele Horizon College.
jaarverslag 2013
111
WOZ-waarde en verzekerde waarde gebouwen en terreinen (in eigendom) 1.2.a.1
WOZ-waarde gebouwen en terreinen
1.2.a.2
Verzekerde waarde gebouwen
1.3
Waarde in euro’s
Peildatum
72.268.000
31-12-13
123.087.397
31-12-13
Financiële vaste activa ( in euro’s )
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Resultaat
Boekwaarde
1-1-2013
2013
2013
deelnemingen 2013
31-12-2013
8.613
0
8.613
0
0
8.613
0 8.613
0
0
1.3.1
Groepsmaatschappij
1.3.7.
Overige vorderingen
Financiële vaste activa
De post ‘Overige vorderingen’ is een lening aan de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Zwijndrechtse Waard. Deze is in 2013 afgewikkeld.
112
jaarverslag 2013
Vlottende activa 1.5
Vorderingen (in euro's)
2013
2012
1.5.1
Debiteuren
316.276
263.533
1.5.5
Studenten/deelnemers/cursisten
143.603
270.440
1.5.6
Overige overheden
1.5.7
Overige vorderingen
78.309
801.939
602.476
724.202
1.067.326
796.175
-75.860
67.072-
1.5.8
Overlopende activa
1.5.9
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid vorderingen
Totaal vorderingen 2.132.128 2.789.218
Uitsplitsing
1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten
1.5.8.2
Verstrekte voorschotten
1.5.8.3
Overige overlopende activa
938.309 11.240
20.416
117.777
102.729
Overlopende activa 1.5.9.1
Stand per 1 januari
673.030
1.067.326 796.175-
67.072-
83.215-
1.5.9.2
Onttrekking
16.588
21.494
1.5.9.3
Dotatie
25.376-
5.351-
1.5.9.4
Vrijval
-
-
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid vorderingen
75.860- 67.072-
De post ‘Vorderingen’ is ten opzichte van ultimo 2012 met ruim € 0,6 miljoen afgenomen. De post ‘Overige overheden’ nam met € 0,7 miljoen af ten opzichte van 2012, onder meer doordat gemeenten hun bijdragen eerder afrekenden. De post ‘Overlopende activa’ is toegenomen door een gedeeltelijke teruggave van de WAO-/WIA-premie 2013, zoals geregeld in het Belastingplan 2014. Deze teruggave bedraagt € 236.707 en het Horizon College ontvangt deze in 2014. Daarnaast zijn een aantal posten vooruitbetaald, onder andere de huur van gebouwen voor ruim € 0,1 miljoen, licenties voor ruim € 0,2 miljoen, diverse leermiddelen voor € 0,1 miljoen en vooruitbetaalde verzekeringen, abonnementen en contributies. De post overige overlopende activa bestaat voornamelijk uit een borgsom van € 0,1 miljoen. Dit betreft de huur van twee panden in Purmerend. Zie hiervoor ook “Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen”.
jaarverslag 2013
113
1.7
Liquide middelen (in euro's)
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Bankmiddelen
2013
15.570
9.237
1.314.622
8.917
1.330.192 18.154
Liquide middelen
2.1
2012
Eigen vermogen (in euro's)
Stand per 1-1-2013
Resultaat 2013
Overige mutaties
Stand per 31-12-2013
2.1.1
Algemene reserve
47.345.850
571.743
864.819-
47.052.774
2.1.2
Bestemmingsreserve
-
1.683.314
-
1.683.314
2.1.7
Wettelijke reserve
-
-
864.819
864.819
47.345.850
2.255.057
-
49.600.907
Eigen vermogen
2.2
Voorzieningen (in euro's)
Dotaties
Onttrek-
Vrijval
1-1-2013
kingen
(bij cont. 31-12-2013 deel < 1 jaar deel > 1 jaar
waarde)
Stand per
Rente mut.
Stand per Kortlopende Langlopende
114
2.2.1
Personeelsvoorzieningen
Wachtgeld
Jubileumuitkeringen
Subtotaal
2.2.3
Overige personele voorzieningen
Eigenrisicodrager WGA
592.067
Subtotaal
592.067 374.545 -193.273
Totaal voorzieningen
jaarverslag 2013
1.658.584
123.751
-582.104
0
0
1.200.231
831.918
368.313
491.331
154.554
-77.813
0
0
568.072
54.801
513.271
0
0 1.768.303 886.719 881.584
0
0
0
0 773.339 245.555 527.784
0
0 2.541.642 1.132.274 1.409.368
2.149.915 278.305 -659.917
374.545
-193.273
2.741.982 652.850 -853.190
773.339
245.555
527.784
Liquiditeitspositie
tensivering Focus op Vakmanschap en het Na-
Het saldo liquide middelen is eind december
jaarsakkoord 2013). Overeenkomstig de Richtlij-
2013 € 1,3 miljoen positief. Dit komt vooral door
nen voor de Jaarverslaggeving is dit bedrag in
de in december ontvangen intensiveringsgelden
het resultaat 2013 verwerkt. We zullen het echter
van het Rijk.
pas besteden in 2014, onder andere aan herziening van kwalificatiedossiers en uitbreiding van
Segmentatie
onderwijstijd. Daarom hebben we in 2013 voor
Het Horizon College merkt het hele eigen vermo-
dit bedrag een bestemmingsreserve opgenomen.
gen aan als publiek vermogen.
Wettelijke reserve Algemene reserve
Het Horizon College dient een wettelijke reserve
Van het positieve resultaat van € 2,3 miljoen
te vormen ter hoogte van de boekwaarde van
komt € 0,6 miljoen ten gunste van de algemene
zelfvervaardigde immateriële vaste activa, voor
reserve en zal € 1,7 miljoen als bestemmingsre-
zover betrekking hebbend op de kosten van ont-
Jubileumuitkeringen
serve worden opgenomen. De solvabiliteit is in
wikkeling (software). De wettelijke reserve is in
Volgens de cao-bve heeft het personeel van het
2013 gestegen naar 55,1 procent, dit is een stij-
2013 voor het eerst opgenomen. De vorming van
Horizon College recht op een jubileumgratificatie
ging van 3,8 procent ten opzichte van 2012. Het
deze reserve is gedaan uit de overige reserves.
bij een ambtelijk dienstverband van 25 en 40
Horizon College blijft hiermee ruim boven de
jaar. Deze bedraagt bij een 25-jarig dienstverband
gestelde ondergrens van solvabiliteit en is mede
Per 1 januari 2013 bedroeg de boekwaarde van de
50 procent en bij een 40-jarig dienstverband 100
daarom een financieel gezonde instelling. De
immateriële vaste activa € 811.498. In 2013 heeft
procent van het maandelijkse salaris, inclusief
verwachting is dat de solvabiliteit boven deze
er een uitbreiding plaatsgevonden van € 165.812
vakantiegeld. De toekomstige uitkering van onze
ondergrens zal blijven.
terwijl de afschrijving € 112.491 bedroeg. Het
medewerkers hebben we aangemerkt als een
saldo van deze bedragen is hierboven opgeno-
uitgestelde beloning. Daarvoor hebben we een
Bestemmingsreserve
men onder ‘Overige mutaties’ in 2.1 Eigen ver-
voorziening gevormd.
Het Horizon College heeft in het najaar van 2013
mogen. Zie hiervoor ook 1.1 Immateriële vaste
€ 1,7 miljoen aan extra middelen ontvangen (in-
activa.
Eigenrisicodrager WGA Het Horizon College heeft ervoor gekozen om
Wachtgeld
eigenrisicodrager te zijn voor de WGA-regeling
We hebben de voorziening voor wachtgeld ge-
(Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsge-
vormd om te kunnen voldoen aan bestaande
schikten). Dit betekent dat het Horizon College
wachtgeldverplichtingen die het Ministerie van
geen premies afdraagt voor de WGA en dat het
OCW niet vergoedt. Om de formatie te beheer-
de WGA-uitkeringen tien jaar lang voor eigen
sen, beoordelen we periodiek hoeveel tijdelijke
rekening neemt. Ten opzichte van 2012 neemt de
arbeidscontracten naar verwachting worden op-
voorziening toe, doordat het aantal medewerkers
gezegd. De onttrekkingen aan deze voorziening
waarvoor de voorziening is gevormd, is toegeno-
hebben betrekking op de uitgaande geldstromen
men van 11 in 2012 naar 13 in 2013. Daarnaast is
voor het jaar 2013. De afname van deze voorzie-
de voorziening ook toegenomen omdat bij de
ning is voornamelijk het gevolg van het in 2013
berekening in 2013 is uitgegaan van een hogere
rekenen met de gemiddelde uitkeringsduur van
loonkostenontwikkeling in de komende jaren,
anderhalf jaar. In 2012 is nog gerekend met de
terwijl het percentage in de berekening van de
maximale uitkeringsduur van twee jaar.
netto contante waarde afneemt.
jaarverslag 2013
115
2.3
Langlopende schulden (in euro's)
Stand per
1-1-2013
Aangegane Aflossingen Leningen
2013
Stand per
Looptijd
Looptijd
2013
31-12-2013
> 1 jaar
> 5 jaar
Rente %
Kredietinstellingen Lening 1 Ministerie van Financiën
13.025.000
0
900.000
12.125.000
11.225.000
7.625.000
2,59 t/m 06-2027
Lening 2 Ministerie van Financiën
9.025.000
0
900.000
8.125.000
7.225.000
3.625.000
2,29 t/m 01-2023
Lening 3 Ministerie van Financiën
4.220.000
0
720.000
3.500.000
2.780.000
0
1,74 t/m 11-2018
Totaal langlopende schulden
26.270.000
0 2.520.000 23.750.000 21.230.000 11.250.000
In 2011 is het Horizon College overgestapt op schatkistbankieren. De financiering wordt nu door de Staat ter beschikking gesteld. Hiervoor is een eerste hypothecaire zekerheid op de panden in Heerhugowaard en Alkmaar aan het Ministerie van Financiën verstrekt. De leningen hebben een looptijd van respectievelijk zestien, elf en zeven jaar. De rentepercentages zoals hierboven vermeld, zijn vaste percentages. Het kortlopende deel van de langlopende schulden ad. € 2,5 miljoen, is hierin opgenomen.
116
jaarverslag 2013
2.4
Kortlopende schulden (in euro's)
2.4.1
Kredietinstellingen
2.4.3
Crediteuren
2.4.4
OCW/EL&I
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
2.4.10 Overlopende passiva
2013
2012
0
2.069.830
3.217.055
2.858.594
1.288
0
3.122.154
2.634.823
927.140
855.348
6.860.579
8.050.961
Kortlopende schulden
14.128.217
16.469.556
2.634.823
8.050.961
Uitsplitsing 2.004.729
2.030.655
2.4.7.2 Omzetbelasting
2.4.7.1 Loonheffing
453.000
0
2.4.7.3 Premies sociale verzekeringen
664.425
604.168
Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.4.10.2 Vooruit ontvangen subsidies OCW/EL&I geoormerkt 2.4.10.4 Vooruit ontvangen termijnen 2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 2.4.10.8 Overige
3.122.154
2.878.811
3.081.796
874.606
1.700.043
2.548.522
2.592.094
529.773
622.882
28.867
54.146
Overlopende passiva
6.860.579
Ten opzichte van 2012 is het saldo voor kortlopende schulden met € 2,3 miljoen afgenomen tot € 14,1 miljoen. Vooral doordat in 2013 subsidieregelingen afliepen, werd de post ‘Vooruit ontvangen termijnen’ € 0,8 miljoen lager. Investeringen op het eind van het jaar hebben geleid tot een € 0,8 miljoen hogere crediteurenstand en de post ‘Kredietinstellingen’ is afgenomen door hoge ontvangsten eind 2013. De post ‘Vooruit ontvangen subsidies’ gaat vooral over regionale VSV-programmagelden, VSV-prestatiesubsidies en subsidie voor schoolmaatschappelijk werk. Een uitgebreid overzicht vindt u hierna in model G.
jaarverslag 2013
117
Model G 2013 G1
Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule (in euro's)
Omschrijving
Toewijzing
kenmerk
Toewijzing
Bedrag van
Ontvangen
Prestatie
datum
de toewijzing
t/m 31-12-2013
afgerond
JA/NEE
De prestatie is conform de subsidiebeschikking VSV-prestatiesubsidie 2013
BEK-2012/64563 M
25-10-12
549.000
549.000
Prestatiebox VSV
2012/2/288494
20-09-12
150.000
150.000
JA
Prestatiebox VSV
2013/2/342900
21-10-13
150.000
150.000
NEE
LGF/MBO 2011/2012
BEK-11/37020 M
12-08-11
457.471
457.471
JA
LGF/MBO 2012/2013
BEK-12/37995-M
03-08-12
448.522
448.522
JA
LGF/MBO 2013/2014
BEK-13/23551 M
09-08-13
518.163
518.163
NEE
LGF/Visueel gehandicapten 2013/2014
2013/2/313548
21-01-13
18.900
18.900
JA
Professionalisering 2013
OFB 493157-1
Dec ’12
833.467
833.467
NEE
Subtotaal subisides ZVC
118
jaarverslag 2013
3.125.523 3.125.523
JA
G2
Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule (in euro's)
Omschrijving
Toewijzing
Toewijzing
G2.A ) Aflopend per ultimo verslagjaar
kenmerk
datum
Bedrag v.d. toewijzing
Ontvangen
Totale kosten
Te verrekenen
Innovatiebox 2011
BEK-2011/25914 M
10-05-11
1.045.858
1.045.858
1.044.570
1.288
Stagebox
BEK-2012/10936 M
13-03-12
247.880
247.880
247.880
-
Taal en rekenen
BEK-2011/79636 M
22-12-11
1.010.777
419.140
419.140
-
B/B1010000013QU
15-04-10
405.479
369.148
369.148
-
Werk 2012
BEK-2011/80123 M
05-01-12
399.677
399.677
399.677
-
DUO-subsidie Zij-Instroom
2013/2/302506
18-12-12
19.000
19.000
19.000
-
t/m verslagjaar
Verbreed je Horizon in ‘t Streekhof Schoolmaatschappelijk
Omschrijving
Toewijzing
G2.B ) Doorlopend tot in een
kenmerk
Toewijzing datum
volgend verslagjaar DUO-subsidie zij-instroom
3.128.671 2.500.703 2.499.415
Bedrag
Saldo Ontvangen
van de 01-01-2013
in
1.288
Lasten
Totale
Saldo te
in
kosten
besteden
toewijzing verslagjaar verslagjaar 31-12-2013 31-12-2013
2012/2/300334
18-12-12
19.000
19.000
-
18.965
18.965
35
DUO-subsidie zij-instroom
2012/2/268489
13-04-12
19.000
4.636
-
2.940
17.304
1.696
DUO-subsidie zij-instroom
2012/2/300334
18-12-12
19.000
19.000
-
13.004
13.004
5.996
DUO-subsidie zij-instroom
2012/2/300334
18-12-12
19.000
19.000
-
-
-
19.000
DUO-subsidie zij-instroom
2012/2/264851
20-03-12
19.000
12.860
-
10.168
16.308
2.692
DUO-subsidie zij-instroom
2013/2/331624
22-07-13
20.000
-
20.000
11.140
11.140
8.860
Regionaal Programma VSV NKL
OND/ODB-2012/48838 U
09-10-12
1.014.017
200.000
814.017
240.531
240.531
773.486
Regionaal Programma VSV WFKL OND/ODB-2012/48834 U
09-10-12
700.000
200.000
500.000
157.906
157.906
542.094
Schoolmaatschappelijk Werk 2013 BEK-2013/135 M
21-01-13
422.378
-
422.378
44.633
44.633
377.745
Taal en rekenen 2012
BEK-2012/77479 M
18-12-13
1.126.390
-
1.126.390
864.592
864.592
261.798
Subtotaal subisides MVC
3.377.785 474.496 2.882.785 1.363.880 1.384.384 1.993.401
jaarverslag 2013
119
A 1.5 | Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Welke rechten en verplichtingen van het Horizon College hebben we niet in de balans opgenomen? Hieronder vindt u een opsomming.
Stichting Waarborgfonds Bve
Ministerie van Financiën
Het Horizon College is aangesloten bij de
Het Horizon College heeft ter zekerheid aan het
Stichting Waarborgfonds Bve. Deze stichting
Ministerie van Financiën hypotheek verstrekt op
staat garant voor verstrekkers van geldleningen
de gebouwen aan de Kruseman van Eltenweg in
voor huisvesting, die onderwijsinstellingen
Alkmaar en de Umbriëllaan in Heerhugowaard.
binnen de Bve-sector krijgen en die de overheid bekostigt. Omdat het Horizon College lid is van
Bankgaranties
dit Krefonds, kan het bij calamiteiten jaarlijks
Het Horizon College heeft in 2013 de volgende
worden aangesproken voor een bedrag van
bankgaranties afgegeven:
maximaal 2 procent van de rijksbijdrage.
• een bankgarantie van € 24.500 voor
Uitbesteding ICT-afdeling
• een bankgarantie van € 77.102 voor City Theater
D.A.M. Projecten bv voor onbepaalde tijd; In 2007 heeft het Horizon College zijn afdeling
Venlo bv, Beheersmaatschappij Floris bv en
ICT uitbesteed aan Capgemini. Met dit bedrijf
J.E. Heidema Holding bv voor onbepaalde tijd.
hebben we een contract afgesloten voor vier jaar,
Bovenstaande garanties zijn afgegeven als
met een optie tot verlenging van twee keer één
onderpand voor de huur van twee panden in
jaar. Capgemini voert de hele ICT-dienstverlening
Purmerend.
van het Horizon College uit. Met dit contract is jaarlijks een bedrag van circa € 4 miljoen
Vordering op het Ministerie van OCW
gemoeid.
Het Horizon College maakt aanspraak op een vordering van € 764.240 op het Ministerie van
Printers en kopieermachines
OCW voor een vergoeding voor loonheffing en
Het Horizon College heeft in 2008 vijfjarige
premie ABP over juli 1991. Deze vordering is op
contracten afgesloten met Ricoh en Xafax voor
nihil gewaardeerd.
het leveren en onderhouden van printers en kopieermachines. De contracten vertegenwoor-
Kredietfaciliteiten
digen een jaarlijkse waarde van respectievelijk
Het Horizon College heeft de beschikking over
€ 75.000 en € 55.000.
een rekening courant faciliteit van 10% van de publieke jaaromzet. Concreet betekent dit een faciliteit van ongeveer € 7,5 miljoen.
120
jaarverslag 2013
A 1.6 | Toelichting op de Staat van baten en lasten 3
3.1
Baten (in euro's)
Rijksbijdragen
2013
3.1.1
Rijksbijdrage OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW
3.1.3
Af: inkomensoverdrachten
Rijksbijdragen
Uitsplitsing
2012
Begroting
73.109.653
70.590.024
68.571.891
6.926.201
7.854.345
7.936.199
0
0
0
80.035.854 78.444.369 76.508.090
3.1.2.1 Subsidies met doelbesteding OCW
4.444.428
7.826.345
5.551.568
3.1.2.1 OCW-wachtgeldvergoeding
2.377.795
0
2.384.631
0
0
0
103.978
28.000
0
3.1.2.4 Ministeriële projecten 3.1.2.2 Niet-geoormerkte OCW-subsidies
Overige subsidies OCW
6.926.201
7.854.345
7.936.1993.2
De totale rijksbijdragen zijn ten opzichte van 2012 € 3,5 miljoen hoger, en ook ten opzichte van de begroting 2013 zijn deze baten hoger. De toename ten opzichte van 2012 is het gevolg van hogere macrobudgetten, waaronder intensiveringbudgetten en compensatie voor hogere socialeverzekeringslasten van respectievelijk € 1,7 en € 0,3 miljoen. Bij de post ‘Overige subsidies OCW’ zijn met ingang van 2013 de baten vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs) opgenomen (€ 1,1 miljoen), die tot 2013 onder de post ‘Overige overheidsbijdragen’ stonden. Desondanks is het saldo op overige subsidies afgenomen, vooral doordat subsidies voor het tegengaan van voortijdig schoolverlaten in 2013 afliepen. Een overzicht van de besteding van subsidies met doelbesteding vindt u ook in model G hiervoor.
Overige overheidsbijdragen en
2013
-subsidies (in euro's)
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.2.2
Overige overheidsbijdragen
2.261.433
1.975.000
2.975.317
0
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2012
Begroting
2.261.433 1.975.000 2.975.317
Uitsplitsing
3.2.1.1 Bijdrage Educatie regiogemeenten
1.655.207
1.800.000
2.616.695
Bijdrage Educatie buiten
regiogemeenten
0
0
0
3.2.1.3 Inburgering
606.225
175.000
358.621
De overige overheidsbijdragen en -subsidies zijn ten opzichte van 2012 afgenomen met € 0,7 miljoen. De belangrijkste reden hiervoor is dat er onder deze noemer bijna € 0,6 miljoen aan baten vavo is weggevallen. Met ingang van 2013 zijn deze baten opgenomen onder de rijksbijdragen.
jaarverslag 2013
121
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
(in euro's)
3.3.2
Cursusgelden sector Bve
3.3.5
Examengelden
College-, cursus-, les- en examengeld
2013
Begroting 2012
1.012.349
1.172.690
1.188.599
40.331
14.746
36.393
1.052.679 1.187.436 1.224.992
De college-, cursus-, les- en examengelden zijn ten opzichte van zowel 2012 als ten opzichte van de begroting 2013 afgenomen. Dit komt vooral doordat er minder BBL-deelnemers en (in mindere mate) BOL-deelnemers waren.
3.4
Baten werk in opdracht van derden
(in euro's)
3.4.1
Contractonderwijs
2013
Begroting
2012
807.316
825.000
975.088
722.409
493.834
723.519
3.4.3 Overig baten werk in opdracht van derden
Baten werk in opdracht van derden 1.529.725 1.318.834 1.698.607
Het stagneren van de economie heeft geleid tot lagere baten uit werk in opdracht van derden. Enkele, niet langer kostendekkende, activiteiten zijn in 2013 beëindigd.
3.5
Overige baten (in euro's)
2013
Begroting
2012
33.5.1 Verhuur
790.526
778.333
779.102
3.5.2
Detachering personeel
329.607
141.914
237.798
3.5.6
Overige:
Deelnemersbijdrage Overige
0
615.856
634.738
689.600
1.821.876
1.387.884
1.882.306
Overige baten 3.557.865 2.942.869 3.588.806
De baten over 2013 liggen op het niveau van 2012. Ten opzichte van de begroting 2013 zijn er vooral hogere baten op de posten ‘Detachering personeel’ en ‘Overige’, waaronder een restitutie omzetbelasting van ruim € 0,1 miljoen.
122
jaarverslag 2013
4
Lasten (in euro's)
4.1
Personeelslasten (in euro's) 2013 Begroting 2012
4.1.1
Lonen en salarissen
4.1.2
Overige personele lasten
4.1.3
Af: uitkeringen
Personeelslasten 62.800.068 62.085.606 62.458.720
Uitsplitsing
4.1.1.1 Brutolonen en -salarissen
56.796.401
56.541.603
56.782.759
6.315.686
5.680.003
6.035.073
-312.020
-136.000
-359.113
44.741.150
45.236.293
45.433.209
4.1.1.2 Sociale lasten
5.208.600
4.866.360
4.851.280
4.1.1.3 Pensioenpremies
6.846.651
6.438.950
6.498.270
Lonen en salarissen
4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen
56.796.401 56.541.603 56.782.759
632.340
624.000
1.083.550
4.1.2.2 Personeel niet in loondienst
2.987.279
1.874.701
2.354.627
4.1.2.3 Overig
2.696.067
3.181.302
2.596.896
Overige personele lasten
6.315.686 5.680.003 6.035.073
Door een afname van de formatie en daartegenover een toename van de sociale lasten en de pensioenpremies, blijft de post ‘Lonen en salarissen’ in 2013 op het niveau van 2012. Doordat in de begroting voor 2013 al rekening gehouden was met lagere bedragen, is de post ‘Lonen en salarissen’ in 2013 bijna € 0,3 miljoen hoger dan de begroting. Vooral als gevolg van een aangepaste berekeningswijze van voorzieningen (vooral wachtgeld) is de post ‘Dotaties personele voorzieningen’ lager dan deze post in 2012. Na herbeoordeling is de gemiddelde uitkeringsduur van de wachtgeldvoorziening in de berekening van twee jaar in 2012 naar anderhalf jaar in 2013 gegaan. Voor de post ‘Personeel niet in loondienst’ is in de begroting 2013 een afname ten opzichte van 2012 verwerkt. Desondanks zijn de kosten in 2013 toegenomen. Dit komt vooral doordat er extra personeel is ingezet voor onder andere de realisatie van OCW-subsidies, detachering en ziektevervanging, en doordat interim-krachten zijn ingezet. De post ‘Overig’ is in 2013 € 0,1 miljoen hoger dan in 2012 en circa € 0,5 miljoen lager dan het begrote bedrag voor 2013. Dit laatste komt door ruim € 0,1 miljoen lagere scholingskosten, € 0,1 miljoen lagere kosten voor bedrijfsgezondheidszorg en personeelszorg, maar vooral door de restitutie van WAO-/WIA-premie van ruim € 0,2 miljoen.
jaarverslag 2013
123
4.2
Afschrijvingen op immateriële en
materiële vaste activa ( in euro's) 2013
4.2.1
Immateriële vaste activa
4.2.2
Materiële vaste activa
Afschrijvingen
Begroting 2012
112.491
102.000
101.437
5.543.188
5.530.680
5.699.691
5.655.679 5.632.680 5.801.128
De afschrijvingen over 2013 zijn ongeveer gelijk aan de begroting. Ten opzichte van 2012 is er op de post ‘Materiële vaste actva’ een afname van € 0,2 miljoen. Deze afname is onder andere toe te schrijven aan aflopende investeringen (10 jaar) in Heerhugowaard en minder investeringen in dit boekjaar.
4.3
Huisvestingslasten (in euro's) 2013
4.3.1
Huur
4.3.2
Verzekeringen
4.3.3
Onderhoud
4.3.4
Energie en water
4.3.5
Schoonmaakkosten
4.3.6 4.3.8
Totaal huisvestingslasten 4.528.121 4.533.432 4.578.563
1.083.944
Begroting 2012
1.098.500
1.090.041
46.083
67.231
65.591
846.665
880.681
973.344
932.413
925.774
900.440
1.133.021
1.055.064
1.035.096
Heffingen
308.910
298.384
303.361
Overige
177.084
207.798
210.690
De huisvestingslasten zijn in 2013 min of meer gelijk aan de begroting en de cijfers van vorig jaar. De post ‘Onderhoud’ is lager uitgevallen dan in 2012, doordat enkele contracten zijn herzien en we nog bewuster hebben gestuurd op kosten. Daartegenover is de post ‘Schoonmaakkosten’ toegenomen. Dit heeft vooral te maken met de cao-verhoging in de schoonmaakbranche.
124
jaarverslag 2013
4.4
Overige lasten (in euro's)
2013
4.4.1
Administratie en beheerslasten
7.317.724
7.429.393
7.384.399
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
2.328.429
2.041.197
2.350.896
4.4.3
Dotatie overige voorzieningen
25.376
3.000
5.351
4.4.4
Overige
2.883.856
3.833.316
3.535.788
Overige lasten
Specificatie honorarium accountant
Onderzoek jaarrekening
Begroting 2012
12.555.385 13.306.906 13.276.434
50.000
50.000
48.000
Andere controleopdrachten
0
0
0
Fiscale adviezen
0
0
0
Andere niet-controlediensten
0
0
0
Accountantslasten
50.000 50.000 48.000
De overige lasten nemen af met ruim 0,8 miljoen, zowel ten opzichte van de begroting als ten opzichte van 2012. De kosten van mede-uitvoerenden onder de post ‘Overige’zijn ten opzichte van 2012 met bijna € 0,5 miljoen afgenomen. Dit komt vooral door een lagere inzet op vsv. Hiernaast is er in 2012 een afwaardering geweest op een telefooncentrale (ruim € 0,3 miljoen). Deze kosten doen zich niet voor in 2013. Extra advieskosten voor het telefonieproject in 2013 en daartegenover wegvallende kosten in 2012 zijn per saldo van geringe invloed.
5
Financiële baten en lasten (in euro's) 2013
5.1
Rentebaten
5.442
0
7.840
5.2
Rentelasten
-648.687
-552.894
-650.674
Financiële baten en lasten
Begroting 2012
-643.245 -552.894 -642.834
De financiële baten en lasten zijn in 2013 vrijwel gelijk aan 2012. Iets hogere betaalde rente over de leningen en betaalde rente aan de Belastingdienst bepalen het verschil tussen de begroting en de werkelijke kosten voor 2013.
jaarverslag 2013
125
A 1.7 | Overzicht verbonden partijen (in euro's) Naam Stichting De Brug
126
Juridische
Statutaire
vorm
zetel
Stichting
Alkmaar
Eigen vermo-
Resultaat
art. 2:403
Deelname
Consolidatie
activiteiten gen 31-12-2013
Code
jaar 2013
Ja/Nee
%
%
0
n
100%
0
1
Nihil
Code activiteiten
1: Contractonderwijs
Samenstelling van bestuur en directie:
2: Contractonderzoek
Dhr. J.H.G. van de Langenberg, secretaris/penningmeester
3: Onroerende zaken
Mevr. M.A.M. van der Poel , voorzitter
4: Overige
jaarverslag 2013
A 1.8 | Wet normering topinkomens in euro's Pers. nr., naam en functie
Datum in
Datum uit
dienst
dienst
Dienst-
FTE
Beloning
Belastbare
WG-deel
verband
vaste en
pensioen
in jaren
var. kosten
Totaal
100643 J.H.G. van de Langenberg
Voorzitter College van Bestuur
01-06-01
n.v.t.
12,6
1,0
133.469,52
3.624,00
24.814,32 161.907,84
15-10-00
n.v.t.
13,2
1,0
133.469,52
3.624,00
24.814,32 161.907,84
100877 R.W.F. van Schalkwijk
Lid College van Bestuur
College van Bestuur
Raad van Toezicht
Dhr. drs. H.M.W. ter Heegde
Voorzitter Raad van Toezicht
Mevr. W. Stokvis-Gaastra
Lid Raad van Toezicht
Dhr. E.J. Lucke, MBA FFP
Lid Raad van Toezicht
Dhr. T. Cohen
Lid Raad van Toezicht
Mevr. drs. M.L. Kraak
Lid Raad van Toezicht
Dhr. dr. G. Valk
Lid Raad van Toezicht
2,0 266.939,04 7.248,00 49.628,64 323.815,68 Beloning
BTW
Totaal
01-01-06
31-12-13
7.500,00
-
-
7.500,00
01-01-07
31-12-13
6.000,00
1.260,00
-
7.260,00
01-01-08
n.v.t.
6.000,00
-
-
6.000,00
01-04-13
n.v.t.
3.750,00
787,50
-
4.537,50
01-04-10
n.v.t.
4.500,00
-
-
4.500,00
01-04-10
n.v.t.
4.500,00
945,00
-
5.445,00
Raad van Toezicht
32.250,00
2.992,50
-
35.242,50
Eind totaal
299.189,04 10.240,50 49.628,64 359.058,18
jaarverslag 2013
127
Verloopstaat participatie- en WEB-budget voor verantwoording aan gemeenten per 2013 Afwikkelingsgelden voorgaande jaren Saldo balans per 01-01-2013 (jaarrekening 2012)
Te verrekenen saldo: openstaand bevoorschotting & factuur overschrijding
Gemeente Alkmaar Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
3.589
Gemeente Bergen Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
9.251
8.023-
Gemeente Graft-de Rijp Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
4.154
4.154-
1.228-
Gemeente Heiloo Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
10.874-
10.874
Gemeente Langedijk Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
251.348
67.251-
184.097-
Gemeente Schermer Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
2.171
Gemeente Heerhugowaard Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
24.923
Gemeente Castricum Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
15.833
Gemeente Hoorn Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
5.285
3.228-
2.057-
Gemeente Drechterland Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
52.089
51.614-
475-
Gemeente Enkhuizen Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
4.966
4.426-
540-
Gemeente Koggenland Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
19.490-
545
18.945
Gemeente Medemblik Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
10.925
9.747-
1.178-
Gemeente Opmeer Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
5.763
5.488-
275-
Gemeente Stede Broec Educatieactiviteiten (realisatie Per I t/m III)
22.946
22.314-
632-
382.880
308.378-
Totaal
128
Retour betaald aan gemeenten in 2013 overschot P-budget voorgaande jaren
jaarverslag 2013
15.833-
43.817-
Op 1 januari 2009 trad de Wet participatiebudget in werking. Deze wet bundelt de rijksbijdragen WWB, WI en WEB tot één budget voor gemeenten. Dit geld wordt onder meer ingezet bij roc’s, die het vervolgens gebruiken voor taal- en inburgeringstrajecten, participatietrajecten en vavo. Om zich te verantwoorden toont de sector Educatie (inclusief vavo) jaarlijks een verloopstaat aan de regiogemeenten. Hierin staat aan welke trajecten de sector in het voorgaande jaar heeft gewerkt en welke resultaten hij heeft bereikt. Ook geeft de sector in de verloopstaat inzicht in de saldo’s van gelden die nog niet zijn besteed. Deze verloopstaat vindt u zowel in het jaarverslag van Educatie als in het geïntegreerd jaardocument van het Horizon College.
Gelden 2013 Niet gerealiseerd P-budget 2012 (overloop naar balans 2014)
Toekenning P-budget 2013
Realisatie contacturen 2013 van het P-budget 2013
Niet gerealiseerd P-budget 2013 (overloop naar balans 2014)
Totaal niet gerealiseerd P-budget Saldo naar balans per 31-12-2013
3.589
603.178
583.454-
19.724
23.313
123.885
111.497-
12.388
12.388
4.798
4.798-
-
-
30.196
30.196-
-
-
42.338
42.338-
-
-
2.171
4.951
4.951-
-
2.171
24.923
158.828
158.828-
-
24.923
43.508
43.508-
-
-
478.201
358.651-
119.550
119.550
60.652
52.767-
7.885
7.885
87.191
87.191-
-
-
58.885
58.885-
-
-
50.748
50.748-
-
-
19.987
19.987-
-
-
54.489
47.405-
7.084
7.084
30.684
1.821.835
1.655.204-
166.631
197.315
jaarverslag 2013
129
Overige gegevens Voorstel bestemming van het resultaat Het College van Bestuur heeft besloten het resultaat over 2013 als volgt te bestemmen: Ten gunste van de algemene reserve
(in euro’s) € 571.743,00
Ten gunste van de bestemmingsreserve
€ 1.683.314,00
Per saldo te verwerken in het vermogen
€ 2.255.057,00
Dit voorstel hebben we al in de jaarrekening verwerkt. Over het verloop van het eigen vermogen over het boekjaar leest u meer in de toelichting op de balans. Alkmaar, 24 april 2014 Mr. J.H.G. (John) van de Langenberg voorzitter College van Bestuur & Drs. R. (René) W.F. van Schalkwijk MScBA, MME lid College van Bestuur
130
jaarverslag 2013
jaarverslag 2013
131
Aan de Raad van Toezicht van Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Noord-Kennemerland/West-Friesland
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening
acht om het opmaken van de jaarrekening en de
aanmerking die relevant is voor het opmaken
Wij hebben de (in dit jaarverslag 2013 op pagina
naleving van die relevante wet- en regelgeving
van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld
104 tot en met 129 opgenomen) jaarrekening
mogelijk te maken zonder afwijkingen van
daarvan alsmede in het kader van de financiële
2013 van Stichting Regionaal Opleidingen
materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzet-
Centrum Noord-Kennemerland/West-Friesland
132
(hierna: ROC Horizon College) te Alkmaar ge-
Verantwoordelijkheid van de accountant
ten van controlewerkzaamheden die passend
controleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een
zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschat-
balans per 31 december 2013 en de staat van
oordeel over de jaarrekening op basis van onze
tingen hebben echter niet tot doel een oordeel
baten en lasten over 2013 met de toelichting,
controle, als bedoeld in artikel 2.5.3, lid 4 van de
tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit
waarin opgenomen een overzicht van de
Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben
van de interne beheersing van de stichting.
gehanteerde grondslagen voor financiële
onze controle verricht in overeenstemming met
Een controle omvat tevens het evalueren van
verslaggeving en andere toelichtingen.
Nederlands recht, waaronder de Nederlandse
de geschiktheid van de gebruikte grondslagen
controlestandaarden, het onderwijscontrole-
voor financiële verslaggeving en de gebruikte
Verantwoordelijkheid van het bestuur
protocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toe-
financiële rechtmatigheidscriteria en van de rede-
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk
passing WNT, exclusief het Controleprotocol
lijkheid van de door het bestuur van de stichting
voor het opmaken van de jaarrekening die het
WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons
gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie
vermogen en resultaat getrouw dient weer te
geldende ethische voorschriften en dat wij onze
van het algehele beeld van de jaarrekening.
geven, in overeenstemming met de Regeling
controle zodanig plannen en uitvoeren dat een
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen
jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels
redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat
controle-informatie voldoende en geschikt is om
toepassing Wet normering bezoldiging top-
de jaarrekening geen afwijkingen van materieel
een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
functionarissen publieke en semipublieke
belang bevat.
sector (WNT), alsmede voor het opstellen
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaam-
Oordeel betreffende de jaarrekening
van het jaarverslag in overeenstemming met
heden ter verkrijging van controle-informatie
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een ge-
de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.
over de bedragen en de toelichtingen in de
trouw beeld van de grootte en de samenstelling
Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de
jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden
van het vermogen van ROC Horizon College per
financiële rechtmatigheid van de in de jaarreke-
zijn afhankelijk van de door de accountant toe-
31 december 2013 en van het resultaat over 2013
ning verantwoorde baten, lasten en balansmuta-
gepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het
in overeenstemming met de Regeling jaar-
ties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeen-
inschatten van de risico’s dat de jaarrekening
verslaggeving onderwijs en de Beleidsregels
stemming dienen te zijn met de in de relevante
een afwijking van materieel belang bevat als
toepassing WNT.
wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.
gevolg van fraude of fouten.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaar-
Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een
Bij het maken van deze risico-inschattingen
rekening verantwoorde baten, lasten en balans-
zodanige interne beheersing als het noodzakelijk
neemt de accountant de interne beheersing in
mutaties over 2013 in alle van materieel belang
jaarverslag 2013
zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat
Gegevens over de rechtspersoon
deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen
Naam instelling: Stichting Regionaal Opleidingen Centrum
bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1
Noord-Kennemerland/West-Friesland
Referentiekader van het onderwijscontrole-
Naam:
Horizon College
protocol OCW/EZ 2013.
Adres:
Kruseman van Eltenweg 4
Postadres:
Postbus 30
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Postcode/plaats:
1800 AA Alkmaar
Telefoon:
(072) 547 66 00
Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het
Fax:
(072) 547 69 70
BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen
E-mail:
[email protected]
zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek
Website:
www.horizoncollege.nl
of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het
Bestuursnummer: 40877
BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gege-
Contactpersoon:
Mevr. I. Mendonca
vens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat
Telefoon:
(072) 547 69 86
het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoor-
E-mail:
[email protected]
delen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals
BRIN-nummer:
25PT
vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Ten slotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet
Accountantskantoor
aan de in de relevante wet- en regelgeving opge-
Naam:
Deloitte Accountants bv
nomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf
Contactpersoon:
Drs. G.J. Straatman RA
2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontrole-
Adres:
Postbus 3180, 3502 GD Utrecht
protocol OCW/EZ 2013.
Telefoon:
(088) 288 28 88
Utrecht, 20 mei 2014 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. G.J. Straatman RA
jaarverslag 2013
133
Bijlagen Overzicht functies en nevenfuncties leden CvB en RvT (peildatum 31 december 2013)
College van Bestuur De heer John van de Langenberg • Lid Groot Aandeelhoudersoverleg Nuon (Amsterdam) • Directeur Gasbedrijf Kop van Noord-Holland (GKNH) • Lid bestuur Stichting Fundeon (organisatie bouwsector) (Harderwijk) • Lid bestuur Stichting Savantis (organisatie schildersbranche) • Lid adviesraad Hogeschool Inholland
De heer René van Schalkwijk • Secretaris van de VKBBO, beroepsvereniging van bestuurders in het beroepsonderwijs • Algemeen Secretaris van EUproVET, vertegenwoordiger namens de MBO Raad in Europese vereniging voor beroepsonderwijs
JOB keurmerk
134
jaarverslag 2013
Raad van Toezicht De heer drs. H.M.W. ter Heegde
Mevrouw drs. M.L. Kraak
• Burgemeester gemeente Heerhugowaard
• Eigenaar organisatieadviesbureau Kraak Organisatie & Management
• Voorzitter van de Taskforce Ruimtewinst
• Voorzitter van het landelijk Platform Raden van Toezicht van
(ingesteld door provincie Noord-Holland) • Lid van de partijraad van de VVD (adviesfunctie) • Lid van de Raad van Commissarissen Onderlinge Verzekeringen Overheid
MBO-instellingen • Lid van de Raad van Toezicht Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam • Inkomend Gouverneur Rotary International
• Lid van de Regieraad Bouw voor de Randstad
De heer dr. G. Valk De heer E.J. Lücke MBA FFP
• Voorzitter Kamer van Koophandel Noordwest-Holland, Alkmaar
• Directievoorzitter Rabobank Amstel en Vecht
• Eigenaar organisatieadviesbureau Valk Advies
• Lid van een aantal comités van aanbeveling, vooral op het
• Voorzitter van de Stichting Continuïteit AZ
gebied van zorg en maatschappelijk verantwoord ondernemen
• Voorzitter van de Raad van Advies Zorgkantoor Noord-Holland-Noord
• Bestuursvoorzitter (a.i.) bij Voetbalvereniging VSV
• Vicevoorzitter van GGZ Noord-Holland-Noord
• Secretaris van Stichting Vrienden Amicorum Muiderslot
• Lid van de Raad van Toezicht Stichting Voortgezet Onderwijs
• Voorzitter Raad van Toezicht VVV Noord-Holland
Kennemerland • Lid van de Raad van Commissarissen Ontwikkelingsbedrijf
Mevrouw W. Stokvis-Gaastra
Noord-Holland-Noord
• Partner/directeur Stokvis Bacalhao Management B.V.
• Voorzitter van het Veteraneninstituut
• Voorzitter van de Stichting Babungo
• Voorzitter Raad van Toezicht Stedelijk Museum Alkmaar
• Voorzitter van het College voor Osteopathie • Voorzitter van de Raad van Toezicht van de Pieter Raat Stichting
De heer T. Cohen MSc • Programmamanager Vattenfall AB • Lid Raad van Toezicht/Voorzitter Audit Commissie NHL Leeuwarden
jaarverslag 2013
135
Overzicht van onze bedrijfsadviescommissies, per peildatum 31 december 2013
Commissieleden bedrijfsadviescommissies • Sector Economie
Mevrouw M. Sprenkeling,
De heer R. Minkema,
Calibris, Bunnik
evenementenbureau De Jongens Uit Schoorl,
Bac Economie
De heer R. van der Veldt,
Schoorl
Ondernemers
basisschool St. Maartenschool, Oudkarspel
Mevrouw M. van de Welle,
De heer mr. E.J. van der Molen,
De heer S. van Wickeren,
Sportbureau Alkmaar, Alkmaar
Rechtbank, Alkmaar
basisschool Columbus, Heerhugowaard
De heer P. Bohnenn, Ski Run indoor Bergcentrum, Heerhugowaard
De heer drs. P. de Bruijn, ProMind, Alkmaar
Bac Sport & Bewegen
Mevrouw K. Steinmetz,
Ondernemers
Ecabo, Amersfoort
De heer G. van Dijk,
Bac Medewerker Maatschappelijke Zorg en PW Jeugdzorg
De heer L. Hamstra,
Sportlagune, Heerhugowaard
Ondernemers
LAVA Group, Alkmaar
De heer R. Dijkhuizen,
Mevrouw M. Adema,
De heer J. Zwinkels,
Sportlagune, Heerhugowaard
De kleine Ark, Noord-Scharwoude
Randstad Uitzendbureau, Haarlem
De heer L. Arion,
De heer T. Winder,
Mevrouw A. Kooter,
Sportopbouwwerk Gemeente Hoorn, Hoorn
Nieuwpoort, Alkmaar
Rabobank, Amsterdam
De heer E. Langenhorst,
Mevrouw M. Parasingh,
Sportopbouwwerk Gemeente Hoorn, Hoorn
Praktijkschool Den Helder, Den Helder
De heer C. Velthuis,
Mevrouw P. Munster,
OBS De Zeswielen, Alkmaar
Stichting Parlan, Alkmaar
Mevrouw J. Glorie,
De heer J. Kerver,
Bac Basisonderwijs
Zwembad Hippo’s De Beeck, Bergen
Calibris, Bunnik
Deelnemers
De heer J. Contze,
De heer R. van der Heiden,
SV SVW Langedijk, Langedijk
Bac Pedagogisch Werk – Kinderopvang
basisschool De Rank, Hoorn
De heer J. Wit,
Ondernemers
De heer D. Bruin,
Outdoorpark Hoornse Vaart, Alkmaar
De heer E. ten Broek,
vrije school Parcival, Hoorn
Mevrouw M. Vriend,
Stichting Kinderopvang Alkmaar, Alkmaar
Mevrouw E. Sneiders,
Outdoorpark Hoornse Vaart, Alkmaar
Mevrouw M. Terpstra,
speciaal onderwijs De Wissel, Hoorn
De heer K. Grun,
Stichting Kinderopvang Hoorn, Hoorn
Mevrouw J. Brugman,
evenementenbureau De Jongens Uit Schoorl,
Mevrouw M. Hendriks,
IPABO, Alkmaar
Schoorl
Kappio, Anna Paulowna
• Sector Welzijn & Educatie
136
De heer C. Dane,
Mevrouw C. Laurent,
basisschool De Reflector, Heerhugowaard
Stichting Kinderopvang Purmerend, Purmerend
jaarverslag 2013
• Sector Handel & Dienstverlening
Mevrouw J. de Jong,
De heer H. Pietersen,
Stichting Kinderopvang Heerhugowaard,
GGZ Noord-Holland-Noord
Heerhugowaard
De heer R. Heling,
Mevrouw Sprenkeling,
Wilgaerden, Hoorn
Bac Handel & Transport
Calibris, Bunnik
De heer P. de Jong,
Ondernemers
Mevrouw A. Breukels,
Zorgcirkel, Purmerend
De heer W.B. van Keulen,
Regio College, Zaandam
Mevrouw A. van der Heide,
HUMAN figure Consulting, Castricum
Mevrouw P. Roorda,
Woonzorggroep Samen, Schagen
De heer R. Moed,
ROC Kop van Noord-Holland, Schagen
Mevrouw R. Rumping,
Remo, Zaandam
Mevrouw M. Onderwater
Calibris, Bunnik
De heer J. Sijm,
ROC Regio College, Zaandam
Peter Appel Transport, Wervershoof
• Sector Gezondheidszorg Bac Gezondheidszorg Ondernemers Mevrouw A. Op den Kelder, Omring, Hoorn Mevrouw T. Blom, Leekerweide, Wognum Mevrouw M. Ensing, Evean Thuiszorg, Heerhugowaard Mevrouw G. Meur, Magenta zorggroep, Oudorp Mevrouw R. Ooms, Medisch Centrum, Alkmaar De heer A. Renkema, Westfries Gasthuis, Hoorn Mevrouw L. Koch, Westfries Gasthuis, Hoorn
jaarverslag 2013
137
De heer G. Kuiper,
Instantie
Mevrouw M. Koot,
Kuiper & Zn. Transportbedrijf, Heerhugowaard
De heer R.J.M. van Keulen,
Marga’s Haarmode, Limmen
De heer J.W. Meijerhof,
Kamer van Koophandel, Alkmaar
De heer R. de Wit,
DLD/Marinebedrijf, Den Helder
Kapsalon De Plataan, Hoorn
De heer M. van den Bosch,
LOB
Olympia uitzendbureau, Alkmaar
Mevrouw D. Zewald,
Instanties
De heer P. Frijn,
Kenniscentrum Handel, Ede
Mevrouw A. Nijboer,
Winder Limmen, Limmen
ANKO, Huizen
De heer R. Vijn,
Klankbordgroep niveau 1
Dick Vijn Logistiek, Zwaagdijk
Scholen
LOB
Mevrouw M. Croes,
De heer D. Dil,
LOB
Van der Meij College, Alkmaar
opleidingsadviseur KOC Nederland, Nieuwegein
De heer D. Voortman,
De heer A.H. Langelaar,
Kenniscentrum Handel, Ede
De Viaan, Alkmaar
Bac Facilitaire Dienstverlening
De heer P. de Boer,
De heer M. Schlötz,
Ondernemers
LOB VTL, Rotterdam
De Spinaker, Alkmaar
Mevrouw J. Poelsma, Woonzorggroep Samen, Schagen
Bac Detailhandel
Instanties
De heer W. Lak,
Ondernemers
De heer J. Verwer,
Blooming Hotel, Bergen
De heer T. Jalving,
Prowerk, Alkmaar
De heer A. Kruijer,
Albert Heijn, Alkmaar
De heer S. Paula,
MCA, Alkmaar
De heer J. Joacim,
RMC Noord-Kennemerland
Mevrouw W. Toering,
HEMA, Heerhugowaard
Mevrouw M. van der Meer,
Rabobank Westfriesland-Oost, Wervershoof
De heer O. ter Heurne,
Kenniscentrum Kenwerk, Zoetermeer
Mevrouw P. Bieshaar, Stichting NIKO-bureau opleidingen, Alkmaar
Meijerink Schoenen, Hoorn De heer R.J.M. van Keulen,
Bac Haarmode
Mevrouw M. van der Nagel,
Kamer van Koophandel, Alkmaar
Ondernemers
Stichting NIKO-bureau opleidingen, Alkmaar
De heer R. Hulsenbosch,
Mevrouw B. Ligthart,
Mevrouw M. Steensma-Rootjes,
HEMA, Bovenkarspel
Flair Hairstyling, Sint Pancras
De Geus Sport Club, Broek op Langedijk
Mevrouw D. Muller,
De heer A. Kroon,
Mevrouw M. Veldhuis,
Dolly’s Collection gelegenheidskleding, Alkmaar
Lex Hair & Beauty, Anna Paulowna
Gemeente Heemskerk, Heemskerk
De heer D. Kloosterziel,
Mevrouw E. Merks-van Diepen,
Mevrouw T. Welboren,
MKB Noordwest-Holland, Amsterdam
Kapsalon De Boekel, Hoogwoud
Evean Zorg, Purmerend
De heer B. Jansen, Haar en Make-up, Hoorn
138
jaarverslag 2013
Instantie
De heer Stam,
De heer F. Breton,
Mevrouw M. van der Meer,
Stam Architecten BNA, Krommenie
Pipelife, Enkhuizen
Kenniscentrum Kenwerk, Zoetermeer
De heer drs. Th.Y. Min,
Mevrouw G.M. Zwarthoed,
Aannemersbedrijf Gebr. Min, Bergen
Schouten Techniek, Zwaag
Bac Horeca
De heer ing. S.L. Goede,
De heer J. Vlam,
Ondernemers
K. Dekker Holding, Krabbendam
Polytechniek, Venhuizen
Per bijeenkomst in wisselende samenstelling
De heer P. Aalders,
De heer H. op den Kelder,
HB-adviesgroep, Alkmaar
BAM Techniek regio Noordwest, Hoorn
Bac Brood en Banket
De heer Otjes,
De heer P. Klijn,
Ondernemers
Intermaris, Hoorn
Vic Obdam Staalbouw, Obdam De heer R. Wijnschenk,
De heer A. Alkemade, Bakkerij Alkemade vof, Anna Paulowna
Instanties
Ravo, Alkmaar
Mevrouw L. Baas,
Mevrouw S. Meijer,
De heer H. Kemkes,
Baas Brood & Banketbakkerij, Hoogwoud
Fundeon, Harderwijk
Tetrix Bedrijfsopleidingen, Heerhugowaard
De heer W. Commandeur,
Mevrouw Van der Kolk,
De heer D. Aris,
Banketbakkerij Otten, Hoorn
Fundeon, Harderwijk
Tetrix Bedrijfsopleidingen, Heerhugowaard
De heer T. Swart,
Mevrouw J. Dohle,
De heer J.J.F. Besteman,
Bakkerij Swart, Wervershoof
Bouwend Nederland, regio Randstad Noord,
Kenteq, Hilversum
De heer J. Koolaard,
Amsterdam
De heer J.M. Verblauw,
Bakkerij Koolaard, Broek op Langedijk
De heer Broers,
Kenteq, Hilversum
Espeq, Heerhugowaard
Bac Sign (i.o.)
Instantie Mevrouw M. van der Meer,
RBC
Ondernemers
Kenniscentrum Kenwerk, Zoetermeer
De heer R. Jonker,
De heer B.J. van Silfhout,
RBC, Obdam
Signalo, Zwaag De heer O. Ingwersen,
• Sector Techniek
Bac Werktuigbouwkunde, Elektro- en Installatietechniek
Sign-wise, Haarlem
Bac Bouw, interieur & infratechniek
Ondernemers
Bac VRPC (Vormgeving)
Ondernemers
Mevrouw M. Sjerps,
Ondernemers
De heer P.P.M. Konijn,
Van der Laan Elektrotechniek, Zwaag
Mevrouw Y. Jonckbloedt,
Aannemersbedrijf De Combi, Heerhugowaard
De heer R. Piersma,
Pronto Wonen, Alkmaar
De heer J.P. Konijn,
Marinebedrijf, Divisie Platform, Den Helder
De heer T. Louwe,
Bouwbedrijf de Toekomst, Andijk
Mevrouw J. Brasser,
Vroom en Dreesman, Alkmaar
Stichting InstallatieWerk Noord-Holland, Alkmaar
De heer B. Klaassen, Drukkerij Klaassen, Zwaag
jaarverslag 2013
139
Checklist voor mbo-instellingen voor de verantwoording over governance in het Geïntegreerd Jaardocument 2013 Deel 1: Taken, verantwoordelijkheden, inrichting en werkwijze colleges van bestuur Afspraak uit de code ‘Goed bestuur in de bve-sector’ 1. 2. 3. 4.
Check instelling
Het CvB zorgt bij verschillende inkomstenbronnen voor een heldere scheiding in de verantwoording. √ Het CvB regelt (indien van toepassing) vertegenwoordigingsbevoegdheid in een bestuursreglement of procuratieregeling. √ Het CvB zorgt voor actuele informatie over de behoeften en wensen van belanghebbenden en neemt die aantoonbaar mee in zijn besluitvorming. √ Het CvB vraagt de RvT goedkeuring voor: a. de visie op basis waarvan het CvB wenst te opereren b. het strategisch meerjarenplan, de begroting, het jaarplan, de jaarrekening en het jaarverslag c. (wijzigingen in) het bestuursreglement d. besluiten tot statutenwijziging of ontbinding van de rechtspersoon, of het aanvragen van faillissement of surseance van betaling e. overige majeure beslissingen, vast te leggen in de statuten en/of het bestuursreglement √ 5. Het CvB legt verantwoording aan de RvT af over de gang van zaken in de instelling en zijn eigen functioneren en verschaft de RvT daartoe actief de nodige informatie. √ 6. Het CvB verschaft de RvT alle informatie die deze nodig heeft voor zijn toezichttaak. √ 7. Het CvB legt belangrijke beslissingen en complexe zaken voor advies voor aan de RvT. √ 8. Het CvB legt zijn taken en werkwijze vast in de statuten en/of het bestuursreglement. √ 9. De RvT stelt de omvang van het CvB vast. √ 10. Het CvB omschrijft bij een meerhoofdig CvB in het bestuursreglement de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leden. √ 11. De RvT werkt bij de werving en selectie van CvB-leden met vooraf door het CvB opgestelde en openbare profielen. De profielen worden voor advies voorgelegd aan de ondernemingsraad en de studentenraad. √ 12. De RvT evalueert jaarlijks (de leden van) het CvB en bespreekt met hen de verwachtingen en wensen voor de toekomst. √ 13. Leden van de RvT mogen niet worden benoemd in het CvB van dezelfde instelling. √ 14. Bij belet of ontstentenis van alle CvB-leden voorziet de RvT tijdelijk in het bestuur. √ 15. Leden van het CvB vragen voor het aanvaarden van betaalde of onbetaalde nevenfuncties goedkeuring aan de RvT. √ 16. De RvT stelt criteria vast, op grond waarvan goedkeuring wordt verleend of onthouden aan nevenfuncties van CvB-leden. √ 17. Relevante nevenfuncties van CvB-leden worden in het jaarverslag openbaar gemaakt. √ 18. Een lid van het CvB meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang aan de voorzitter van de RvT en zijn collega CvB-leden. De RvT beslist of er sprake is van een tegenstrijdig belang. √ 19. Een CvB-lid neemt niet deel aan discussie en besluitvorming over een onderwerp waarbij dat lid een tegenstrijdig belang heeft. √ 20. Belangenverstrengeling bij een CvB-lid is niet toegestaan bij familiaire of zakelijke relaties met RvT-leden, CvB-leden en managementleden die rechtstreeks onder het CvB vallen. √ 21. Belangenverstrengeling bij een CvB-lid is niet toegestaan bij substantiële zakelijke relaties tussen de eigen organisatie en een andere rechtspersoon waar een CvB-lid financiële belangen heeft of bestuurder of toezichthouder is. √ 22. Het CvB zorgt voor een integriteitscode, na overleg met de ondernemingsraad. in ontwikkeling, waarschijnlijk gereed in 2014
140
jaarverslag 2013
Deel 2: Taken, verantwoordelijkheden, inrichting en werkwijze raden van toezicht Afspraak uit de code ‘Goed bestuur in de bve-sector’
Check instelling
23. De RvT legt zijn taken en werkwijze vast in de statuten en/of het bestuursreglement. 24. De RvT stelt de omvang van de RvT vast, de competenties die nodig zijn, de zittingsduur en de honorering. Alle zaken rond de samenstelling van de RvT worden geregeld in de statuten en/of het bestuursreglement. 25. De RvT benoemt, schorst en ontslaat de leden van de RvT. 26. Bij vacatures in de RvT stelt de RvT een profielschets op. Alle profielen worden voor advies voorgelegd aan het CvB, de ondernemingsraad en de studentenraad. 27. Bij vacatures in de RvT worden afspraken gemaakt over de wervings- en selectieprocedure. 28. De zittingsperiode voor leden van de RvT is vier jaar, met de mogelijkheid tot herbenoeming voor één termijn. Daarbij wordt het lid beoordeeld op basis van zijn competenties in relatie tot de profielschets. 29. De RvT stelt een rooster van aftreden vast, waarin enerzijds fris bloed en anderzijds continuïteit wordt gewaarborgd. 30. De leden van de RvT ontvangen een honorering. De RvT stelt de hoogte van deze honorering vast. 31. Een lid van de RvT wordt genoemd op bindende voordracht van de ondernemingsraad, indien de OR van dit wettelijke recht gebruik wil maken. 32. Voormalige leden van het CvB, voormalige werknemers of iemand die belangrijke zakelijke relaties heeft gehad met de instelling, kunnen geen lid van de RvT van deze instelling worden. 33. De leden van de RvT functioneren zonder last en ruggespraak. 34. De instelling maakt het financieel mogelijk dat de RvT over een secretariaat beschikt. 35. Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en samenstelling van door de RvT in te stellen commissies worden vastgelegd in een commissiereglement. 36. De RvT benoemt de externe accountant. De opdrachtverlening tot niet-controlewerkzaamheden wordt goedgekeurd door de RvT. De externe accountant woont de vergaderingen van de RvT bij, waarin wordt gesproken over de jaarrekening en de managementletter. De externe accountant rapport zijn bevindingen over de jaarrekening tegelijkertijd aan de RvT en het CvB. De keuze voor de accountant wordt om de zes jaar gemotiveerd heroverwogen. 37. De RvT evalueert jaarlijks de leden van het CvB en het College als team. Conclusies en afspraken worden vastgelegd in een dossier dat wordt beheerd door of namens de RvT. 38. De RvT evalueert jaarlijks zijn eigen inrichting en functioneren en de bijdragen van de afzonderlijke leden, in afwezigheid van het CvB. Conclusies en afspraken worden vastgelegd in een dossier dat wordt beheerd door of namens de RvT. 39. De RvT legt de werkwijze bij de evaluatie van het CvB en de RvT vast in het bestuursreglement. 40. De RvT draagt zorgt voor een transparante en toegankelijke klokkenluidersregeling en voor een correcte afwikkeling. 41. Een lid van de RvT meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang aan de voorzitter van de RvT en zijn collega RvT-leden. De RvT beslist of er sprake is van een tegenstrijdig belang. 42. Een lid van de RvT neemt niet deel aan discussie en besluitvorming over een onderwerp waarbij dat lid een tegenstrijdig belang heeft. 43. Belangenverstrengeling bij een RvT-lid is niet toegestaan bij familiaire of zakelijke relaties met RvT-leden, CvB-leden en managementleden die rechtstreeks onder het CvB vallen. 44. Belangenverstrengeling bij een RvT-lid is niet toegestaan bij substantiële zakelijke relaties tussen de eigen organisatie en een andere rechtspersoon waar een RvT-lid financiële belangen heeft of bestuurder of toezichthouder is. 45. Relevante nevenfuncties van RvT-leden worden in het jaarverslag openbaar gemaakt.
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √
jaarverslag 2013
141
Deel 3: Inrichting en verantwoording over de horizontale dialoog. Klachtenregelingen voor externe en interne belanghebbenden Afspraak uit de code ‘Goed bestuur in de bve-sector’
Check instelling
46. Het CvB formuleert wie externe belanghebbenden zijn, welke belanghebbenden waarbij worden betrokken, hoe de belanghebbenden bij de beleidsontwikkeling worden betrokken en waarover, hoe en aan wie welke informatie wordt gegeven. 47. De instellingen geven vorm aan de afspraken in het professioneel statuut voor werknemers. 48. Het CvB zorgt voor transparante, eenvoudige en gemakkelijk toepasbare klachtenregelingen voor externe belanghebbenden en interne belanghebbenden en zorgt ervoor dat deze klachtenregelingen bij de belanghebbenden bekend is. 49. De instellingen leggen verantwoording over de horizontale dialoog met externe belanghebbenden af in het jaarverslag.
√ √ √ √
Deel 4: Overige governance-elementen in de regelgeving over verslaggeving van de rijksoverheid Eis overheid
Bron regelgeving overheid
Check instelling
50. Het geheel van verslaggevingsdocumenten bestaande uit jaarrekening, Burgerlijk Wetboek (BW) boek 2, titel 9 √ jaarverslag en overige gegevens 51. Aansluiting BW en verslaggeving onderwijs met Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO) √ • Aansluiting BW en richtlijnen jaarverslaggeving onderwijs • Afwijkingen en in aanvulling op BW • Aanvullende richtlijnen m.b.t. personeelsbeloningen, profileringsfonds (HO) en vergoedingen en declaraties (HO) • Aanlevering gegevens 52. WEB met verplichtingen t.a.v. Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB), √ • Kwaliteitszorg en verslag examens • artikel 1.3.6. • Jaarrekening • artikel 2.5. • Jaarverslag, nadere regels en verplichting om te vermelden hoe wordt • artikel 8a.2.1 omgegaan met de code Goed Bestuur • hoofdstuk 9, titel 2 • Verslag deelnemersraad • Bestuur en inrichting van de instellingen 53. UWEB met nadere uitwerking verplichtingen WEB t.a.v. informatie en controleprotocol Uitvoeringsbesluit WEB, hoofdstuk 5 √ 54. Controleprotocol met nadere uitwerking accountantscontrole en verantwoording met o.a. overzicht wet- en regelgevingen en overzicht verantwoording van subsidiemiddelen conform Wet overige OCW-subsidies (WOOS) of de Regeling onderwijs subsidies (ROS) Onderwijscontroleprotocol OCW / EZ √ 55. Medezeggenschap over strategische keuzes voor de instellingen conform Wet op de ondernemingsraden (WOR) en zeggenschap over onderwijs (Professioneel Statuut) en werkverdeling (CAO) (WOR), Professioneel Statuut en CAO √
142
jaarverslag 2013
Lijst van afkortingen AG
Assistent Gezondheidszorg
mbo
middelbaar beroepsonderwijs
AKA
arbeidsmarktgekwalificeerd assistent
MD
management development
AOP
algemeen ondersteunend personeel
MEI Metaaltechniek, Elektrotechniek, Installatietechniek en
bac
bedrijfsadviescommissie
BAPO
bevordering arbeidsparticipatie ouderen
MVO
maatschappelijk verantwoord ondernemen
BBL
beroepsbegeleidende leerweg
OCW
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ministerie van)
BMO
Bestuurs- en Managementondersteuning
OOP
onderwijsondersteunend personeel
BOL
beroepsopleidende leerweg
OP
onderwijzend personeel
BPL
binnenschools praktijkleren
OR
Ondernemingsraad
bpv
beroepspraktijkvorming
PCDA
plan, do, check, act (cyclus)
Bve
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
pop
persoonlijk ontwikkelplan
CGO
competentiegericht onderwijs
PMO
preventief medisch onderzoek
CMR
centrale medezeggenschapsraad
pvb
proeve van bekwaamheid
COE
Centraal Ontwikkelde Examens
RI&E
risico-inventarisaties en -evaluatie
Crebo
Centraal register beroepsopleidingen
roc
regionaal opleidingencentrum
DIA
Deelnemers Informatie & Advies (afdeling)
SLOB
schoolloopbaanbegeleiding
Mobiele werktuigen (opleidingen in)
SZW
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ministerie van)
DUO
Dienst Uitvoering Onderwijs
tap
teamactiviteitenplan
EVC
elders/eerder verworven competenties
vavo
voortgezet algemeen volwassenenonderwijs
FB
Facilitair Bedrijf
VeVa
Veiligheid en Vakmanschap (opleiding)
FPU
Flexibel Pensioen en Uittreden (prepensioenregeling)
vmbo
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Dt-BOL beroepsopleidende leerweg in deeltijd
HARPA Houding, Aanwezigheid, Resultaten,
VOA voorbereidende en ondersteunende activiteiten
Persoonlijke omstandigheden en Actiepunten
(voor deelnemers die extra ondersteuning nodig hebben
(model om deelnemers te begeleiden)
om hun opleiding succesvol af te ronden, omdat ze een lage vooropleiding hebben)
HAS
Horeca Assistent
hbo
hoger beroepsonderwijs
vsv’er
voortijdig schoolverlater
IBPV
internationale beroepspraktijkvorming
WEB
Wet educatie en beroepsonderwijs
IiP
Investors in People
WI
Wet inburgering
JOB
Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs
ZAT
zorg- en adviesteam
LOOT
Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport
jaarverslag 2013
143
Colofon Uitgave ROC Horizon College Kruseman van Eltenweg 4 1817 BC Alkmaar
Teksten Taalcentrum-VU, Amsterdam (taalcentrum-vu.nl)
Financiële informatie Isabel Mendonca
Projectcoördinatie Jessica de Geus-van Dijk
Vormgeving RAADHUIS voor creatieve communicatie (raadhuis.com)
Fotografie Mike Bink, Katinka Krijgsman, Rob Duin, Jan Jong, Wieke van Werkhoven
Oplage 250 exemplaren
Drukwerk Zwaan Printmedia
144
jaarverslag 2013
ROC Horizon College College van Bestuur S taf Bestuurs- & Managementondersteuning Telefoon (072) 547 66 00 Bezoekadres Kruseman van Eltenweg 4 1817 BC Alkmaar Postadres Postbus 30 1800 AA Alkmaar Informatie en Advies Telefoon (072) 547 61 11
horizoncollege.nl