JAARVERSLAG 2014 TOEZICHT EN HANDHAVING Achtkarspelen & Tytsjerksteradiel
Hoofdstuk 4, horeca
Stuknummer S2015-06721 Vastgesteld Achtkarspelen Tytsjerksteradiel
versie d.d. 22 maart 2015
7 april 2015
:
datum : auteur : afdeling :
vastgesteld 19 maart 2015 Siebe Alkema FJS/THAT
4.
HORECA
4.1.
ALGEMEEN
De Horeca is een branche waar veel elementen rondom vergunningen (en daardoor ook het toezicht) aan de orde zijn. Dit zijn: _ Milieu (Activiteitenbesluit); - Bouwen/Slopen;
- Brandveilig gebruik;
- Exploitatievergunning; - Drank en Horecawet;
- Drank en horecaverordening;
Ook is de horeca een speler bij een belangrijk speerpunt van beide gemeenten; alcoholmatiging door jongeren.
Veel interne afdelingen hebben te maken met de horeca. Daarom is een interne werkgroep opgericht “It Pimpelaertje” genaamd, die alle werkzaamheden rondom de horeca bespreekt en coördineert. Op deze wijze wordt de branche integraal benaderd.
Vanwege de brede aandacht binnen het team Toezicht en Handhaving wordt aan de horeca een apart hoofdstuk gewijd.
In dit jaarverslag aandacht voor de volgende onderwerpen: -
Drank en Horecawet;
-
Drank en horecaverordening;
-
Convenant horeca
-
Preventie en handhavingsplan.
-
Jeugdketen.
Naast de reguliere horecaondernemingen zijn er ook andere locaties waar alcoholhoudende
dranken worden geserveerd, de zogenaamde paracommerciële horeca. Deze inrichtingen
hebben niet een winstoogmerk, maar vullen meestal een maatschappelijke functie, zoals dorpshuizen en sportkantines.
Dit hoofdstuk richt zich op beide groepen. Het aantal (paracommerciële) horecainrichtingen bedraagt: Schema 4.1. Aantal (Paracommerciële) horeca-inrichtingen. Soort
Achtkarspelen
Tytsjerksteradiel
Reguliere horeca
47
61
Paracommerciële horeca
35
28
82
89
Totaal 4.2.
DRANK EN HORECAWET
Per 1 januari 2013 is de gewijzigde Drank- en Horecawet in werking getreden. De wet kent enkele voor de gemeenten belangrijke wijzigingen.
De belangrijkste twee zijn:
- Het toezicht op naleving van de Drank- en Horecawet is overgegaan van de Voedsel en Warenautoriteit naar de gemeenten (het toezicht op de Tabakswet is bij de NVWA gebleven).
- Gemeenten moeten uiterlijk 1 januari 2014 een paracommerciële verordening hebben opgesteld waarin zij verplicht zijn enkele zaken te regelen om oneerlijke mededinging door
paracommerciële rechtspersonen te voorkomen. Zij mogen hierin ook een aantal andere zaken regelen.
De gemeenten hebben er dus een belangrijke taak bij gekregen. Belangrijk onderdeel is het
toezicht op verkoop en verstrekking van alcoholhoudende dranken aan jongeren onder de 18 jaar.
De nieuwe bevoegdheid past goed in het alcoholmatigingsbeleid van beide gemeenten. Er kan
nu door ons zelf op de hele keten (verkoop – nuttiging) voorlichting worden gegeven en toezicht worden uitgeoefend. 4.3.
DRANK EN HORECAVERORDENING
4.3.1 Algemeen Aanleiding
Voor de implementatie van de Drank- en Horecawet en het opstellen van de verordening is een ambtelijke werkgroep opgericht bestaande uit medewerkers van de verschillende betrokken afdelingen van Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel.
Voordat de Drank- en Horecaverordening werd gemaakt zijn er twee bijeenkomsten gehouden
onder voorzitterschap van beide burgemeesters, één voor de paracommerciële horeca op 18
maart 2013 en één voor de reguliere horeca op 26 maart 2013. In deze bijeenkomsten is aan de hand van stellingen gepolst wat er leeft en hoe over deze zaken wordt gedacht.
Op 19 september 2013 is er door en voor de raad van Tytsjerksteradiel een politiek café over dit onderwerp georganiseerd. In deze bijeenkomst is het onderwerp en zijn de gevolgen van alle kanten belicht.
Mede op basis van de informatiebijeenkomsten en het politiek café heeft de werkgroep een eindnotitie en een conceptverordening en conceptconvenant opgesteld.
In het najaar van 2013 is het onderwerp in beide raden opiniërend en vervolgens besluitvormend aan de orde geweest en vastgesteld.
De verordening is op 1 januari 2014 in beide gemeenten in werking getreden. Wat houdt de Drank- en Horecaverordening in?
Met deze Drank- en Horecaverordening voldoet de gemeente aan de verplichtingen die de
nieuwe Drank- en Horecawet oplegt. Het is een taak van de gemeente om met name jongeren tegen zichzelf te beschermen door het aanbod en de verkrijgbaarheid van alcoholhoudende drank te beperken.
De Drank- en Horecaverordening is met name bedoeld om regels te stellen om oneerlijke
concurrentie door paracommerciële horeca (dorpshuizen, sportkantines e.d.) te voorkomen. Ook mag de gemeente een aantal andere zaken regelen in de verordening. In de verordening zijn
regels
opgenomen
over
de
schenktijden
van
sportkantines,
dorpshuizen
en
verenigingsgebouwen, regels over activiteiten in de sportkantines, de bijeenkomsten van
persoonlijke aard in dorpshuizen en verenigingsgebouwen, regels over happy hours en prijsacties.
Tenslotte geeft deze verordening de burgemeester handvatten om in te kunnen grijpen indien de openbare orde of de volksgezondheid in gevaar is, door tijdelijk de drankverstrekking te verbieden.
Geen toegangstijden en leeftijdsgrenzen.
Op uitdrukkelijk verzoek van de reguliere horeca hebben de gemeenteraden besloten om geen toegangstijden en leeftijdsgrenzen op te nemen in de verordening. Dit past bij het
uitgangspunt om de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk bij de ondernemers zelf te laten. Van horecaondernemers wordt verwacht dat zij op een goede manier met alcoholgebruik
omgaan, binnen de grenzen van de verordening en de Drank- en Horecawet. Als er toch excessen plaatsvinden met jonge bezoekers kan de gemeente per geval aanvullende voorwaarden aan de vergunning van de horecaonderneming verbinden. Balans.
De gemeente heeft overleg gevoerd met de reguliere en de paracommerciële horeca (sportkantines en dorpshuizen). Uit deze gesprekken is gebleken dat de belangen van de reguliere horeca en de sportkantines en dorpshuizen niet altijd met elkaar overeenkomen. In
het horecaconvenant hebben we de balans gezocht tussen de diverse belangen, binnen de wettelijke mogelijkheden.
4.3.2. Evaluatie Drank- en Horecaverordening
Er is beide gemeenteraden toegezegd dat de Drank en horecaverordening in 2014-2015 zal worden geëvalueerd. Deze evaluatie vindt hier nu plaats. De volgende onderwerpen worden geëvalueerd:
1. De schenktijden van sportkantines, dorpshuizen en verenigingsgebouwen (artikel 4)
2. Ontheffing schenktijd i.v.m. activiteiten in de sportkantines, de bijeenkomsten van persoonlijke aard in dorpshuizen en verenigingsgebouwen (artikel 5)
3. Regels over happy hours (artikel 6)
4. Regels over prijsacties in detailhandel (artikel 7) 5. Toezicht en Handhaving Ad 1
Schenktijden
Met schenktijden worden de tijden bedoeld waarbinnen paracommerciële rechtspersonen alcoholhoudende drank mogen verstrekken. Er is voor gekozen om te werken met een
combinatie van schenken rond het plaatsvinden van activiteiten en vaste begin en eindtijden waarbuiten dit schenken niet plaats mag vinden. Dit zorgt ervoor dat het artikel beter handhaafbaar is.
Het is namelijk lastig om als toezichthouder vast te stellen wanneer een activiteit gestopt is of zal starten. En bij vaste tijden kan beter toezicht worden gehouden op de naleving van de opgenomen schenktijden. Bij het vaststellen van deze tijden is onderscheid gemaakt tussen
sportieve- en recreatieve rechtspersonen, sociaal-culturele rechtspersonen en rechtspersonen van levensbeschouwelijke- of godsdienstige aard.
Artikel 4. Schenktijden
1. Het is alleen toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens en tot twee
uur na de hoofdactiviteit van de paracommerciële rechtspersoon, categorie sportieve en recreatieve rechtspersonen.
a. Het is in ieder geval verboden om alcoholhoudende drank te verstrekken buiten de volgende tijden:
- maandag tot en met vrijdag van 19.00 tot uiterlijk 24.00 uur; - zaterdag van 14.00 tot uiterlijk 19.00 uur; - zondag van 12.00 tot uiterlijk 19.00 uur.
2. Schenktijden sociaal-culturele rechtspersonen: van zondag tot en met donderdag van 11.00 tot uiterlijk 24.00 uur en op vrijdag en zaterdag van 11.00 tot uiterlijk 01.00 uur.
3. Schenktijden rechtspersonen van levenbeschouwelijke of godsdienstige aard: dagelijks van 11.00 tot uiterlijk 24.00 uur.
Schenktijden sportkantines
Voorheen werd bij sportieve- en recreatieve rechtspersonen een norm gehanteerd dat er in sportkantines alcohol mag worden geschonken tot één uur na de laatste wedstrijd. Als
bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd om kwart over vier is afgelopen zou om kwart over vijf de kantine dicht moeten, althans voor het schenken van alcohol. Het uur gaat voor een deel op
aan douchen. In de praktijk werkt het zoals iedereen weet anders. Een papieren tijger dus.
Daarom is besloten om deze regel te veranderen in het sluiten van de kantine twee uur na de laatste wedstrijd. Met dit tijdstip kan er in de sportkantine een redelijk tijd terug worden gekeken op een mooie sportdag. En dit geeft de gemeente ook een goede mogelijkheid om
handhavend op te treden bij excessen in sportkantines om zodoende de belangen van de reguliere horeca te beschermen. Wij hebben geen signalen van sportverenigingen ontvangen dat zij niet met de vastgestelde schenktijden uit de voeten kunnen. Incidenteel wordt
ontheffing van de schenktijden gevraagd tijdens bepaalde clubactiviteiten genoemd in artikel 5 van de Drank- en Horecaverordening.
Schenktijden dorpshuizen en MFC
Deze categorie richt zich op activiteiten van sociaal-culturele aard. Ook hier worden vaste begin en eindtijden gehanteerd die in de praktijk goed blijken te werken. De eindtijd van de
schenktijd sluit aan op de uiterlijke sluitingstijd van de dorpshuizen/MFC. Wij hebben geen signalen van dorpshuizen/MFC ontvangen dat zij niet met de vastgestelde schenktijden uit de
voeten kunnen. Incidenteel wordt ontheffing van de schenktijden gevraagd, bijvoorbeeld in het kader van een evenement.
Schenktijden verenigingsgebouwen
Deze categorie richt zich op activiteiten van levenbeschouwelijke of godsdienstige aard. Ook hier worden vaste begin en eindtijden gehanteerd die in de praktijk goed werken. De eindtijd
van de schenktijd sluit aan op de uiterlijke sluitingstijd van de verenigingsgebouwen. Wij hebben geen signalen van verenigingsgebouwen ontvangen dat zij niet met de vastgestelde
schenktijden uit de voeten kunnen. Tot nu toe zijn er nog geen ontheffingen van de schenktijden gevraagd. Ad 2
Ontheffing schenktijd i.v.m. activiteiten
Op de momenten dat er bepaalde activiteiten in de paracommerciële horeca plaatsvinden kan
de burgemeester ontheffing van de schenktijden verlenen. In de paracommerciële horeca mag
dan een langer tijdsbestek alcohol worden geschonken. Dit is de reguliere horeca een doorn in het oog omdat met name bij sportkantines de prijzen van alcohol vaak iets lager liggen dan bij de reguliere horeca. Zij redeneren dat de bezoekers daarom blijven hangen bij de
paracommerciële horeca en niet naar de reguliere horeca gaan. Dit levert spanning op. Om de
reguliere horeca tegemoet te komen hebben wij de activiteiten opgesomd die gehouden mogen worden in de paracommerciële horeca en waarvoor ontheffing van de schenktijden worden verleend.
Artikel 5. Uitzonderingen
1. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de schenktijden.
2. Ten aanzien van sportieve en recreatieve rechtspersonen kan de burgemeester ontheffing verlenen voor:
a. Feestavond voor vrijwilligers (maximaal 1x per jaar) b. Afscheidsfeest van het bestuur/ een bestuurslid
c. Jaarfeest of afsluiting seizoen (maximaal 1x per jaar) d. Clubkampioenschap (senioren maximaal 1x per jaar) e. Toernooi (maximaal 2x per jaar) f.
Nieuwjaarsborrel voor leden
g. Kaart-, dart-, dobbel-, en bordspelavonden voor leden en introducés (maximaal 12 per jaar)
h. Overige strikt clubgerelateerde activiteiten voor leden (maximaal 2x per jaar)
3. Ten aanzien van sociaal-culturele rechtspersonen kan de burgemeester jaarlijks
ontheffing verlenen voor bijeenkomsten van persoonlijke aard. Daar waar in een dorp reguliere horeca aanwezig is, zal het aantal bijeenkomsten van persoonlijke aard jaarlijks na overleg met de horeca, dorpsbelang en de betreffende sociaal-culturele rechtspersoon vastgesteld worden.
4. Ten aanzien van rechtspersonen met een levenbeschouwelijke of godsdienstige aard kan de burgemeester voor activiteiten en vieringen die geen direct verband houden met de levensbeschouwelijke of godsdienstige aard van de instelling een ontheffing verlenen.
5. Een ontheffing moet 4 weken voor aanvang van de activiteit worden aangevraagd.
Activiteiten in sportkantines
We hebben ervoor gekozen om de activiteiten die jarenlang al plaatsvinden in onze sportkantines en min of meer als maatschappelijk geaccepteerd worden beschouwd expliciet te maken. Hierdoor lijkt het dat er veel ruimte wordt gegeven aan de paracommerciële
organisaties. Het verenigingsleven speelt net als de reguliere horeca een belangrijke rol in het
sociale en maatschappelijke leven in Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel. Het is in niemands belang om de regelgeving dusdanig dwingend op te leggen dat daardoor verenigingen niet
meer zouden kunnen voortbestaan. De komende jaren zal van verenigingen worden verwacht dat zij steeds meer op eigen benen komen te staan. De gemeente zal meer afstand nemen
waar het gaat om het verstrekken van subsidies etc. Van verenigingen wordt dan ook meer en meer eigen verantwoordelijkheid en misschien zelfs wel ondernemerschap verwacht. We
vinden het dan ook acceptabel dat verenigingen activiteiten ontplooien voor hun leden in bijvoorbeeld een lange winterstop (denk hierbij bijvoorbeeld aan klaverjascompetities). Dit
komt de levendigheid van onze verenigingen ten goede. Door de uitzonderingen expliciet te
maken weet een ieder wat wel en niet mogelijk is. De gemeente kan bij excessen beter handhavend optreden. Dit komt de reguliere horeca weer ten goede. Sportverenigingen kunnen hier mee uit de voeten. Wij hebben tot nu toe geen klachten hierover ontvangen van de reguliere horeca.
Bijeenkomsten van persoonlijke aard in dorpshuizen/MFC
Is er in een dorp een geschikt regulier horecabedrijf aanwezig, waarin onbeperkt activiteiten
van persoonlijke aard kunnen worden gehouden ten behoeve van gezelschappen, dan mag de sociaal-culturele rechtspersoon in beginsel geen activiteiten van persoonlijke aard houden. In
sommige gevallen is het te begrijpen wanneer iemand een bijeenkomst van persoonlijke aard wil vieren bij de vereniging waar hij of zij lid is. Gedacht kan worden aan een verjaardagsfeest van een 100 jarige in een dorpshuis, kerkgebouw of bejaardentehuis. In artikel 5 worden als uitzondering op het verbod van het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard, toch jaarlijks een aantal bijeenkomsten toegestaan in dorpshuizen/MFC. Daar waar in een dorp een – voor het houden van activiteiten van persoonlijke aard – geschikt
regulier horecabedrijf aanwezig is, zal het aantal bijeenkomsten van persoonlijke aard jaarlijks
na overleg met de horeca, dorpsbelang en de betreffende sociaal-culturele rechtspersoon door de burgemeester vastgesteld worden.
In Achtkarspelen is dit niet van toepassing, omdat in deze gemeente de MFC’s/dorpshuizen veelal gepacht worden en daardoor als reguliere horeca worden gezien.
In Tytsjerksteradiel is bovenstaande van toepassing op 2 dorpshuizen/MFC, te weten in Aldtsjerk, dorpshuis Oerein en in Hurdegaryp, MFC It Maskelyn. Mocht er in Ryptsjerk een
nieuwe uitbater komen in Frouckje State dan geldt het ook voor dorpshuis De Einekoer. Deze
dorpshuizen/MFC moeten in hun dorp jaarlijks aan het begin van het jaar samen met de aanwezige reguliere horeca en dorpsbelang afspraken maken over het aantal bijeenkomsten
van persoonlijke aard. Dit gebeurt aan de hand van een vragenlijstje welke opgesteld is door de Stichting Federatie Dorpshuizen Tytsjerksteradiel (SFDT). Dit vragenlijstje wordt gezamenlijk doorlopen en de antwoorden/reacties worden genoteerd. Op dit lijstje is tevens ruimte voor op/aanmerkingen.
Vervolgens ondertekenen de partijen het lijstje en sturen dit naar de gemeente. Per
horecagelegenheid wordt een vragenlijstje ingevuld. De burgemeester stelt vervolgens het aantal bijeenkomsten van persoonlijke aard voor deze dorpshuizen/MFC vast.
De dorpshuizen/MFC zijn verplicht een registratie van het aantal bijeenkomsten van persoonlijke aard bij te houden. Op dit overzicht moet in ieder geval staan: de datum van de bijeenkomst van persoonlijke aard, wat de aanleiding van de bijeenkomst was, waarom dit in het dorpshuis/MFC werd gehouden en niet in een regulier horecabedrijf, aantal bezoekers en eventuele rol/betrokkenheid reguliere horeca (buffetten e.d.).
Tijdens deze activiteiten mag ook alcoholhoudende drank verstrekt worden. Overigens moeten bij deze activiteiten wel de sluitingstijden van het horecabedrijf, zoals opgenomen in de APV
en de schenktijden van artikel 4 van deze verordening worden gerespecteerd. De burgemeester kan aan een ontheffing voorschriften verbinden en een ontheffing kan worden ingetrokken als niet aan de voorschriften wordt voldaan. Tot nu toe zijn er nog geen
bijeenkomsten van persoonlijke aard geweest waarbij ontheffing moest worden verleend van
de schenktijden. Incidenteel wordt ontheffing van de schenktijden gevraagd in het kader van een evenement.
In gemeenten op het platteland vervullen dorpshuizen/MFC vaak de rol van verlengde
huiskamer. Regelmatig is daar ook geen reguliere horeca in de omgeving aanwezig, of geen
reguliere horeca die een reëel alternatief biedt. In die gevallen is er geen sprake van oneerlijke mededinging door dergelijke sociaal-culturele instellingen. (Zie uitspraak hoger beroep Tytsjerksteradiel-BEM bij de Raad van State, zaaknr. 200807420/1/H3). In Tytsjerksteradiel
gaat het om de dorpshuizen/MFC in Sumar, Garyp, Suwâld en Noardburgum. Er is geen
aanleiding om aan deze dorpshuizen/MFC strikte beperkingen op te leggen, omdat er in deze situaties geen sprake is van oneerlijke mededinging. Deze dorpshuizen/MFC hoeven daarom geen ontheffing aan te vragen als ze een bijeenkomst van persoonlijke aard hebben. Wel
moeten zij ook de sluitingstijden van het horecabedrijf, zoals opgenomen in de APV en de schenktijden van artikel 4 van deze verordening respecteren.
Bijeenkomsten van persoonlijke aard in verenigingsgebouwen
Voor bijeenkomsten van persoonlijke aard van rechtspersonen van levenbeschouwelijke of godsdienstige aard is geen ontheffing nodig wanneer het gaat om bijeenkomsten rondom een begrafenis en doopdienst. Wil men echter bijvoorbeeld een receptie naar aanleiding van een
huwelijk of een huwelijksjubileum houden, dan is een ontheffing wel nodig. Belangrijk
uitgangspunt is dat het bij het verlenen van een ontheffing gaat om lokaal maatwerk. Tot nu
toe zijn nog geen bijeenkomsten van persoonlijke aard gehouden waarvoor een ontheffing nodig was. Voor alle paracommerciële rechtspersonen geldt dat indien wordt afgeweken van de
vastgestelde sluitingstijd, hiervoor op grond van artikel 2:29 van de APV een ‘ontheffing sluitingstijd’ moet worden aangevraagd bij de burgemeester. De paracommerciële
rechtspersoon moet daarvoor aangeven waarvoor die ontheffing nodig is en welke maatregelen genomen worden om de openbare orde en veiligheid te beschermen. De
burgemeester kan aan de ontheffing voorschriften verbinden. Indien een ontheffing verleend is, schuift de schenktijd op met de nieuwe tijdelijke sluitingstijd.
Ad 3. Happy hours
In verband met alcoholmatiging is het niet toegestaan dat horecabedrijven alcoholhoudende dranken tijdelijk voor een flink gereduceerde prijs aanbieden.
Artikel 6. Verbod ‘happy hours’ Ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde is het
verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.
Eén van de afspraken in het horecaconvenant is dat de horecaondernemer geen ‘happy hours’ zal organiseren en geen gratis drank zal verstrekken. Ad 4. Prijsacties detailhandel
In verband met alcoholmatiging is het niet toegestaan dat in detailhandel alcoholhoudende dranken tijdelijk voor een flink gereduceerde prijs worden aangeboden. Artikel 7. Prijsacties detailhandel
Ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde is het
verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken aan te bieden voor gebruik elders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van één week of korter die lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd.
Ad 5. Toezicht en handhaving
De eerste inspanning is gericht op het voorkomen dat regels worden overtreden (preventie). Dit kan worden bereikt door goede voorlichting, heldere (uitlegbare) regels en strikt toezicht.
In 2014 is door beide gemeenten vooral ingezet op preventie. Door middel van persoonlijke bezoeken van toezichthouders is geprobeerd om de doelgroep goed voor te lichten over de
regels en vooral ook waarom het nodig is dat deze regels er zijn en goed worden nageleefd. Veel nadruk is gelegd op het aspect van alcoholmatiging en de rol van de (paracommerciële)
horeca en gemeenten hierin. Het toezicht op de regels stond op de tweede plaats. Bij signalen en eigen waarnemingen van overtredingen is natuurlijk wel opgetreden, maar er is niet actief om gezocht.
Tijdens de bijeenkomst van de horecaondernemingen werd (opnieuw) aandacht gevraagd voor de jeugdketen. De aanwezigheid hiervan in beide gemeenten wordt als oneerlijke concurrentie gezien. De indruk is dat de gemeente hier te weinig tegen optreedt.
De gemeenten hanteren gedoogbeleid op keten en zien hier ook op toe (zie paragraaf 4.6.).
Kennelijk wordt het beleid en het toezicht op jeugdketen niet voldoende naar buiten toe gecommuniceerd. Hier zal meer aandacht aan worden geschonken. Onder andere in de jaarverslagen Toezicht en Handhaving.
Casus. Door onze toezichthouders is ontdekt dat het verbod op verkoop van alcoholhoudende drank aan minderjarigen werd omzeild door een 18-plusser als soort tussenhandel op te laten treden. De door hem gekochte drank werd doorverkocht aan 18-minners. Hier werd door diverse jongeren gebruik van gemaakt. In het concrete voorbeeld moest een minderjarig meisje naar het ziekenhuis worden vervoerd vanwege overmatig drankgebruik. Er is gesproken met de betrokken minderjarigen, de 18-jarige jongen en hun ouders. Ook is de betrokken slijterij aangesproken. Er had een belletje moeten rinkelen bij de verkoper als een jongere zoveel drank koopt. Er is in geen enkel geval gestraft, alleen gesproken, voorgelicht en nazorg gepleegd. Deze actie van de toezichthouders heeft veel ogen bij jeugd, ouders en detailhandel geopend en het probleem op de kaart gezet. Door de werkgroep in het algemeen en de horecacoördinator en de andere toezichthouder Openbare orde en Veiligheid in het bijzonder is veel tijd gestoken in het formuleren van de Drank en horecaverordening en verder uitrollen van de nieuwe taak van de gemeente.
Conclusies
De totstandkoming van de Drank- en horecaverordening is een constante zoektocht geweest naar het vinden van evenwicht tussen de verschillende belangen van de reguliere horeca en de
paracommerciële horeca. Beide doelgroepen zijn nauw betrokken bij het hele proces. Signalen die zijn ontvangen bij een tweetal informatiebijeenkomsten en een politiek café in Tytsjerksteradiel zijn zoveel mogelijk verwerkt in de verordening.
De verordening is nog jong. Goede conclusies trekken in hoeverre de verordening in de
praktijk bijdraagt aan het terugdringen van alcoholgebruik door jongeren, een goed
alcoholmatigingsbeleid, heldere regels en het tegengaan van oneerlijke concurrentie (doel van de Drank en Horecaverordening) is daarom nu prematuur. Wel zijn de signalen positief.
Er is veel tijd gestoken in persoonlijke gesprekken tussen (vooral) de horecacoördinator en de doelgroep om op deze wijze goede voorlichting te geven over de Drank en Horecawet, de Drank en horecaverordening en het horecaconvenant. De nadruk lag hier meer op voorlichting,
overleg en het elkaar kunnen vinden in de gezamenlijk verantwoordelijkheid, dan bij handhaving. Deze gesprekken zullen ook de komende tijd plaatsvinden. 4.4.
HORECACONVENANT
Met iedere individuele (paracommerciële) horeca-onderneming zal worden geprobeerd een convenant af te sluiten.
In dit convenant worden afspraken vastgelegd over de eigen verantwoordelijkheid van de
ondernemer/instelling voor naleving van de regels. Uniek is dat in dit convenant ook afspraken
staan over toezicht op en vermindering van drankgebruik door jongeren. Het verantwoord omgaan met drank door jongeren wordt als een gezamenlijke verantwoordelijkheid gezien.
Als “tegenprestatie” ziet de gemeente minder toe op de naleving van regels.
In 2014 zijn inspanning gedaan om de betrokken instellingen te motiveren deel te nemen aan het convenant. Iedere (paracommerciële) horeca-instelling heeft hierover een brief gekregen.
De meeste instellingen zijn persoonlijk bezocht. Er was in december een datum gepland om
de gezamenlijke ondertekening in een feestelijke setting plaats te laten vinden. Door onenigheid met Koninklijke Horeca Nederland over de inhoud van het convenant is besloten om eerst deze onenigheid weg te nemen en daarom de ondertekening te verschuiven naar
januari 2015. De bijeenkomst is de start van de samenwerking. In 2015 zullen meer inspanning worden verricht om het streefpercentage van 70 te halen.
Bij het toepassen en opstellen van het convenant is nauw samengewerkt met deelnemers en Koninklijke horeca Nederland. De actie is breed uitgemeten in de media.
4.5.
PREVENTIE EN HANDHAVINGSPLAN
Gemeenten zijn verplicht om uiterlijk 1 juli 2014 een preventie en handhavingsplan op te stellen. Hierin moet aan de orde komen wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol en welke resultaten behaald moeten worden.
Het primaire doel van de gewijzigde Drank- en Horecawet is het verminderen van
alcoholgebruik onder jongeren en alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde
aanpakken. Los van het feit dat het niet mag vinden beide gemeenten het ook belangrijk dat jongeren onder de achttien jaar geen alcohol drinken. Een ander doel is dat jongeren van achttien tot drieëntwintig jaar matigen in het alcoholgebruik.
In 2014 is in beide gemeenten een Preventie en Handhavingsplan opgesteld. In het najaar van 2014 (Tytsjerksteradiel) en begin 2015 (Achtkarspelen) zijn deze door de gemeenteraden vastgesteld.
In ons beleid leggen wij een sterk accent op preventie-activiteiten. Met een positieve
benadering van de omgeving van de jongere, zoals ouders en aanbieders, denken we onze handhavingsinzet tot een minimum te kunnen beperken.
Het handhavingsbeleid van de gemeenten, specifiek voor de Drank- en Horecawet en Drank en horecaverordening is integraal in het Preventie en handhavingsplan overgenomen. 4.6.
JEUGDKETEN
Jeugdketen
zijn
ontmoetingsplaatsen
maatschappelijke functie.
voor
jongeren
en
hebben
als
zodanig
een
Er wordt in beide gemeenten actief gedoogbeleid gevoerd met betrekking tot jeugdketen.
In beginsel zijn deze op grond van het bestemmingsplan niet toegestaan. Alleen als een jeugdkeet aan strikte regels voldoet, gedoogt de gemeente de ontmoetingsplaats voor jongeren.
Het gaat hier voornamelijk om (brand)veiligheidseisen zoals het gebruik van verwarming, vluchtwegen en dergelijke, maar ook het (ouderlijk) toezicht. Voldoet een jeugdkeet niet aan
de eisen, dan krijgt ze geen gedoogbeschikking, of wordt deze mogelijk ingetrokken. De jeugdkeet moet dan worden gesloten.
Het gedoogbeleid is apart verwoord in vastgestelde notities. In Tytsjerksteradiel zijn 2 jeugdketen met een gedoogbeschikking. In Achtkarspelen zijn dit 6.
De keten met een gedoogbeschikking worden minimaal 1 x bezocht. In Tytsjerksteradiel door
een toezichthouder van het team THAT, in Achtkarspelen wordt de toezichthouder vergezeld door een jongerenwerker van de gemeente.
In Tytsjerksteradiel zijn in 2014 geen overtredingen geconstateerd.
Ook in Achtkarspelen zijn geen overtredingen geconstateerd. Van de zes keten waren er nog twee in gebruik.
Met de horeca (via de Koninklijke Horeca Nederland) is afgesproken dat andere/illegale keten aan ons worden doorgegeven. Dit is tot nog toe niet gebeurd.
Naast de gedoogde keten zijn er bij de gemeenten geen gevallen bekend.