STARTNOTITIE PROJECT TRANSITIE AWBZ → WMO
ACHTKARSPELEN + TYTSJERKSTERADIEL
Quintus Sirag projectleider januari 2013
1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding Beleidskaders Huidige situatie begeleiding/verzorging Visievorming Projectaanpak, projectstructuur, projectfases
1. INLEIDING Kabinet decentraliseert taken in het Sociale Domein naar gemeenten In het regeerakkoord Rutte ll is vastgelegd dat de verantwoordelijkheden in het sociale domein worden neergelegd bij gemeenten, met meer ruimte voor eigen beleid. Daarmee wordt een definitief vervolg gegeven aan de eerder ingezette decentralisaties op het gebied van AWBZ-begeleiding, Werk & Inkomen en Zorg voor Jeugd. Achterliggende argumentatie is dat gemeenten beter in positie zijn om deze taken samenhangend en dicht-bij-de-burger in te vullen, gericht op zelfredzaamheid en participatie van burgers. Daarmee moeten zij tevens beter in staat zijn de kosten binnen de perken te houden. Transitie AWBZ-begeleiding naar Wmo De aanspraken o.g.v. de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ) zijn tussen 1999 en 2011 fors gegroeid. Dit komt vooral door de vergrijzing en de technologische vooruitgang. Maar ook door een ruimer indicatiebeleid en een toename van het aantal PGB’s (persoonsgebonden budgetten). De zorg op grond van de AWBZ kostte in 2011 € 23,7 miljard, een stijging van ruim 75% ten opzichte van 1999. Om de groei van de AWBZ te beperken heeft het Rijk de afgelopen jaren forse maatregelen genomen. Het Rijk zoekt naar manieren om de AWBZ efficiënter uit te voeren. Maar de belangrijkste maatregelen zitten in het terugbrengen van de AWBZ tot haar oorspronkelijke kern. Het nieuwe kabinet gaat de AWBZ omvormen tot een landelijke voorziening waarin de zware intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg (vanaf Zorgzwaartepakket 5) landelijk wordt georganiseerd. Functies die niet tot die AWBZ-kern horen worden overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet en naar de Wet maatschappelijke ondersteuning. De transitie AWBZ betreft het uit de AWBZ schrappen van ondersteuning – begeleiding – verzorging en het belasten van gemeenten met die taken, in het kader van de compensatieplicht van de Wmo. De transitie AWBZ staat niet op zichzelf maar hangt samen met de andere veranderingen in het sociale domein: de invoering van de Participatiewet, de transitie Zorg voor Jeugd en Passend onderwijs. Een deel van de meest kwetsbare mensen krijgt te maken met de gevolgen van verschillende verandering. Om te kunnen voldoen aan de opdracht waar de gemeente voor staat is het van belang om te kiezen voor een fundamenteel andere aanpak: een geïntegreerde kijk op mensen om eerder, beter en sneller hulp en ondersteuning te geven. De gemeentelijke Sociale Agenda In Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel vallen veranderingen in het sociale domein, en dus ook de Transitie AWBZ, onder de paraplu van de gemeentelijke Sociale Agenda. Dat betekent dat de aanpak en keuzes die worden gemaakt moeten passen binnen de uitgangspunten van de Sociale Agenda. In hoofdstuk … wordt hier nader op ingegaan. Opgave en kans Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel zien in de AWBZ transitie-opgave een kans om in het domein “begeleiding en verzorging” ook een transformatie door te voeren. Hierin zijn de uitgangspunten van de Sociale Agenda leidend. Het oude stelsel zal grondig op de schop moeten. In 2013 zullen hiervoor een visie worden ontwikkeld en uitgangspunten worden benoemd. De transformatie-opgave is erop gericht om (zoveel als mogelijk) op gemeentelijk niveau de begeleiding & verzorging niet geïsoleerd te organiseren, maar samenhangend te verbinden aan de brede doelstelling van het sociaal domein: het naar vermogen laten meedoen en meetellen van alle burgers. Dit vraagt - naast zorginhoudelijke vernieuwing - om uitgangpunten afgestemd op dat meedoen, en om een daarop aansluitende manier van werken (cultuuromslag). Daarbij wordt voortgebouwd op al in gang gezette verbeteringen en vernieuwingen. Daarbij ligt het accent op: dialoog met mensen met beperking en betrokken organisaties; 2
gebruik van (herwonnen) eigen kracht; snelle en eenvoudige toeleiding naar zorg op maat (van ‘doorschuiven naar ‘erbij halen); coördinatie op maat, op basis van het principe van ‘één gezin – één aanspreekpunt – één plan – (voor zover mogelijk) één budget’; sturing op basis van resultaat en doelrealisatie en daarop ingerichte financiering, afspraken en indicatoren; verbetering van de kwaliteit en tijdigheid van beleidsinformatie.
Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de beleidskaders voor de transitie AWBZ→Wmo geschetst: landelijk is dat het regeerakkoord, op gemeentelijk niveau de Sociale Agenda. De nu bestaande situatie in Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel m.b.t. begeleiding/verzorging wordt beschreven in hoofdstuk 3. De basis voor de visievorming m.b.t. begeleiding/verzorging in onze gemeente volgt in hoofdstuk 4, waaronder ook de vragen die beantwoord moeten worden. Aanpak, structuur en fases van het project Transitie AWBZ→Wmo worden in hoofdstuk 5 toegelicht. In een bijlage worden de activiteiten en aandachtspunten van de verschillende projectfases weergegeven.
3
2. BELEIDSKADERS LANDELIJK: wetgeving en regeerakkoord
Sinds 2007 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). In de Wmo is het centrale thema het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van burgers en het vergroten van de sociale samenhang. De Wmo wordt binnenkort uitgebreid met een nieuwe verantwoordelijkheid: de begeleiding en verzorging van mensen-met-beperkingen. Dit draagt bij aan een verdere verbreding en versterking van de Wmo. Het nieuwe kabinet gaat de AWBZ terugbrengen tot haar oorspronkelijke kern: een landelijke voorziening waarin de zware intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg (vanaf Zorgzwaartepakket 5) wordt georganiseerd. Functies die niet tot die AWBZ-kern horen worden overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet en naar de Wet maatschappelijke ondersteuning. Mensen met beperkingen die problemen ondervinden bij participatie en/of zelfredzaamheid hebben vanaf 2015 niet langer recht op begeleiding via de AWBZ, maar kunnen dan voor ondersteuning terecht bij de gemeente. Gemeenten hebben op grond van de Wmo de plicht om mensen met een beperking, voor zover nodig, te compenseren. Om dit mogelijk te maken wordt een wijziging van de Wmo voorbereid. De huidige Wmo regelt dat de gemeente voorzieningen moet treffen of ondersteuning moet bieden wanneer burgers zelf niet in staat zijn om een participatieprobleem op te lossen. Dit geldt voor de volgende vier domeinen: 1. Een huishouden voeren. 2. Zich in en om de woning verplaatsen. 3. Zich lokaal per vervoermiddel verplaatsen. 4. Medemensen ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aangaan. De wetswijziging gaat regelen dat de compensatieplicht in de Wmo uitgebreid wordt met begeleiding en verzorging van mensen met een beperking. Begeleiding is gericht op het kunnen uitvoeren van dagelijkse levensverrichtingen, regie en het structureren van het persoonlijk leven. Verzorging betreft hulp bij wat men dagelijks moet doen om zich te verzorgen. Met behulp van begeleiding en verzorging worden burgers in de thuissituatie in staat gesteld om deel te nemen in de samenleving en kan opname in een instelling of verwaarlozing worden voorkomen (preventie).
4
GEMEENTELIJK: De Sociale Agenda
Het sociale domein Voor het sociale domein in de gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel is de Sociale Agenda het beleidskader dat antwoord geeft op de vraag wat voor gemeente ze willen zijn in sociaal-maatschappelijk opzicht. Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel zijn plattelandsgemeenten met gemiddelde bevolkingskenmerken, met stevige sociale infrastructuur, met actieve dorpsgemeenschappen en verenigingsleven, met stevig vrijwilligerswerk, met professionele maatschappelijke organisaties die op lokaal niveau willen meewerken. Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel willen regie/netwerkgemeente zijn, die burgerkracht en lokale initiatieven als basis voor ontwikkeling nemen. Beide gemeenten hebben een gezamenlijke visie ontwikkeld om uitvoering te geven aan de Sociale Agenda. De kern daarvan is het gezamenlijk met burgers en uitvoeringsorganisaties vaststellen van de maatschappelijke vraagstukken die er liggen en welke organisatie(s) welk deel van het vraagstuk kan/kunnen oppakken. Allemaal gebaseerd op basis van wederkerigheid1, eigen verantwoordelijkheid van burgers, een regievoerende overheid en een maatschappelijk middenveld en zelfstandige burgers die samen oplossingen zoeken. Op het niveau van leefbaarheid en preventie investeren de gemeenten in basisvoorzieningen voor een hele grote doelgroep. Op de niveaus van ondersteuning en van zorg/voorzieningen leveren de gemeenten maatwerk voor een beperkte groep. Samenhang met de andere transities in het sociale domein De Transitie AWBZ→Wmo staat niet op zich. Er is samenhang met andere ontwikkelingen die vanuit het rijk worden voorgesteld. Het gaat om: invoering van de Participatiewet transitie Zorg voor Jeugd invoering van Passend onderwijs. Deze decentralisatie-bewegingen gaan gepaard met beleidsruimte voor gemeenten, maar ook met een verlaging van de budgetten. Gemeenten worden geconfronteerd met grote bezuinigingen. Door de kortingen in de toekomst moeten de budgetten en werkzaamheden slimmer ingezet en georganiseerd worden. Gebruik maken van elkaars kracht, tijd, middelen, ideeën en innovatief vermogen, maakt dat het eindproduct doelgerichter is en uiteindelijk met minder middelen te realiseren moet zijn. Het is aan de gemeenten om tussen deze beleidsterreinen en in de uitvoering dwarsverbanden, samenhang, synergie en samenwerking te vinden. We moeten dus met minder geld meer gaan doen. Maar er zijn ook kansen. Voor het eerst krijgt één partij, de gemeente, zeggenschap over praktisch het hele sociale domein. Dat betekent: inzetten op preventie, ondersteuning bundelen en efficiënter aanbieden. Uitgangspunten Sociale Agenda Voor alle drie decentralisaties gelden de uitgangspunten van de Sociale Agenda: 85% van de mensen heeft geen problemen, kan anderen ondersteunen, 10% heeft ondersteuning nodig bij nemen/houden regie, 5% heeft permanente steun/zorg nodig; primair zijn de eigen kracht en de mogelijkheden van de burger; als ondersteuning nodig is: 1. Familie 2. Omgeving 3. Professionele hulp; beleid samen met burgers en professionals ontwikkelen; samenwerking met en vertrouwen in lokale instellingen; 1
Wederkerigheid is de onderlinge verplichting binnen een relatie om een gift te beantwoorden met een tegengift.
5
minder overheid, minder 2e lijn, meer eigen kracht. Drie centrale punten voor de rol van de gemeente Algemene opgave is: hoe doen we het met z’n allen zo dat mensen zelf en met hulp van anderen in de samenleving hun problemen oplossen en kunnen meedoen, waardoor zij geen of minder een beroep hoeven te doen op professionele organisaties (aangestuurd door de overheid). De gemeente wil op drie centrale rollen inzetten, die gelden voor alle transities: 1. preventie en leefbaarheid: daardoor kunnen mensen langer zelfredzaam blijven en kan beroep op (zwaardere) ondersteuning voorkomen worden; 2. mensen aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid en capaciteiten; het stelsel van voorzieningen en regelingen simpeler maken; 3. als voorzieningen nodig zijn: inzetten op integraliteit en doelmatigheid; vraagstukken in een gezin benaderen in de context, perspectief en samenhang, en zorgen voor een goed vangnet ‘op maat’.
Winstpunten Voor begeleiding/verzorging zijn vanuit de sociale agenda tal van winstpunten uit te werken: 1. Er is winst te halen - in geld, maar ook in prestaties en menselijk geluk - als professionals bij het uitvoeren van verschillende regelingen intensiever samenwerken voor burgers met meervoudige problematiek. Denk aan een gezamenlijke diagnose en aanpak. De schotten in financiering, organisatie en aanbod slechten! 2. De eigen kracht van mensen kan beter worden benut. 3. Door in te zetten op leefbaarheid, preventie en gezond leven (gezondheid in brede zin) kan worden voorkomen dat een aantal mensen later een beroep moet doen op zwaardere zorg. 4. Bij veel multiproblemsituaties zijn problemen die de verschillende werkvelden raken. Door daarin samen te werken vanuit één gezin - één plan - één contactpersoon kan winst worden geboekt. 5. Binnen de gemeente kan meer worden samengewerkt en afgestemd, waarbij het principe ‘wat is het beste voor de burger’ leidend is en niet de vorm hoe taken georganiseerd zijn.
6
3. BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE BEGELEIDING/VERZORGING Wat wordt met “ondersteuning, begeleiding, persoonlijke verzorging” bedoeld Ondersteuning is bedoeld voor mensen die hulp nodig hebben om een huishouden te kunnen voeren, zich in/om de woning en in de naaste omgeving te verplaatsen, en deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Begeleiding (activiteiten die de zelfredzaamheid van cliënten bevorderen, behouden of compenseren) is bedoeld voor mensen die matige of ernstige beperkingen hebben op het gebied van sociale redzaamheid, het psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie, of die matig of zwaar probleemgedrag vertonen. Doel van begeleiding is het voorkomen van opname in een instelling of het voorkomen van verwaarlozing. Persoonlijke verzorging (hulp bij het douchen, aankleden of naar het toilet gaan, etc.) is bedoeld voor mensen die door een ziekte of beperking hulp nodig hebben bij alles wat zij dagelijks moeten doen om zich te verzorgen. Compensatieplicht De transitie AWBZ→Wmo betekent dat er op het gebied van begeleiding niet langer sprake is van verzekerde rechten voor burgers, maar van een compensatieplicht voor gemeenten: plicht tot compensatie van de gevolgen van beperkingen voor deelname in de samenleving. Doelgroepen Het Transitiebureau (van Ministerie en VNG) hanteert de volgende 6 doelgroepen: 1. Ouderen (65 jaar en ouder) met somatische of psychogeriatrische problematiek. 2. Volwassenen (18 jaar en ouder) met psychiatrische problematiek. 3. Mensen met een verstandelijke beperking. 4. Mensen met een zintuiglijke beperking. 5. Mensen met een lichamelijke beperking of chronische ziekte. 6. Jongeren (0-17 jaar) met psychiatrische problematiek in combinatie met opvoed- en opgroeiproblemen. Cliëntportret: Henk Henk is 72 jaar en heeft meerdere hartoperaties gehad. Daarvan is hij niet volledig hersteld. Hij is snel vermoeid en moet veel rust nemen. Henk heeft ernstige huidproblemen, de verzorging daarvan vraagt veel aandacht. Sinds zijn vrouw is overleden, woont hij alleen. Zijn zoon woont aan de andere kant van het land. Henk kan zichzelf wel redden, maar doet dat niet. Hij is moedeloos en ziet het leven alleen niet meer zitten. Hij trekt zich terug in zijn huis, verwaarloost zichzelf en laat alles over zich heen komen. Om de moedeloosheid en verwaarlozing te doorbreken gaat Henk nu vijf ochtenden per week naar de dagbesteding. Het geeft structuur aan zijn dagen en hij komt weer onder de mensen. De huisarts geeft aan dat Henk dagelijks moet worden geholpen bij de persoonlijke verzorging en het inspecteren en zalven van zijn huid. De verzorgster komt ’s morgens en zorgt er voor dat Henk op tijd klaar is om naar de dagbesteding te gaan
Omvang AWBZ-begeleiding Over de huidige omvang van de extramurale begeleiding en kort verblijf in Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel zijn nog geen volledig eenduidige cijfers beschikbaar. In de huidige praktijk financiert het Zorgkantoor de geboden (“verzilverde”) zorg, en zijn er twee indicatieorganen: het Centrum Indicatiestelling Zorg (alle indicaties behalve jeugd GGz) en Bureau Jeugdzorg (jeugd GGz). Op dit moment gaat de gegevensverstrekking om redenen van privacybescherming niet zover dat op cliëntniveau inzichtelijk is wat indicatie en/of geleverde zorg is. Op basis van de beschikbare gegevens kunnen we er van uit gaan dat in 2012 bijna 2000 burgers in Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel (elk ongeveer 1000) een of meer vormen van extramurale AWBZ-zorg ontvingen. De meeste mensen met extramurale AWBZ-zorg wonen in Buitenpost, Burgum, Hurdegaryp, Surhuisterveen en Trynwâlden. NB: een substantieel aantal mensen maakt gebruik van AWBZ-zorg buiten de gemeentegrens (bijv. in Leeuwarden, Drachten, Dokkum).
7
Aantallen indicaties in 2012
Op 1 juli 2012 hadden in Achtkarspelen 820 mensen en in Tytsjerksteradiel 960 mensen (totaal dus bijna 1800 mensen) een indicatie voor extramurale AWBZ-zorg (NB: dat betreft ook extramurale verpleging en behandeling, die niet zullen overgaan naar gemeenten). Het gaat om mensen met matige of zware beperkingen op het terrein van: de sociale redzaamheid; het bewegen en verplaatsen; het psychisch functioneren; het geheugen en de oriëntatie of; die matig of zwaar probleemgedrag vertonen. De indicaties voor Persoonlijke Verzorging (Tytsjerksteradiel: 660, Achtkarspelen: 455) zijn voor 90 % afgegeven t.b.v. ouderen met een somatische of psychogeriatrische aandoening. Voor begeleiding zijn de meeste indicaties afgegeven voor mensen met een verstandelijke handicap (T: 40%, A: 45%) of voor mensen met een psychiatrische aandoening of beperking (T 20%, A 30%). Deze mensen hebben volgens CIZ en BJZ langdurige, gespecialiseerde begeleiding en dagbesteding nodig vanuit de tweede lijn. Verder heeft 25% (T) en 10% (A) somatische + psychogeriatrische aandoeningen, en in beide gemeenten heeft 10% een lichamelijke handicap. 325 mensen (T) en 320 (A) hadden een indicatie voor extramurale individuele begeleiding. Voorbeelden van extramurale individuele begeleiding zijn: woonbegeleiding bij mensen met een psychiatrische stoornis; thuisbegeleiding van terminale patiënten; praktisch pedagogische gezinsbegeleiding bij kinderen met een autistische stoornis. De omvang van de indicaties was gemiddeld 4 uur per week. De meeste indicaties komen voor bij mensen met een verstandelijke handicap en een psychiatrische stoornis. Voor extramurale begeleiding in groepsverband (dagbesteding) hadden 210 (T) en 200 (A) mensen een CIZ-indicatie. Voorbeelden van extramurale begeleiding in groepsverband (dagbesteding): dagactiviteitencentrum voor mensen met een psychiatrische stoornis; dagopvang voor dementerende ouderen en; leerwerkplaatsen voor jongeren. De omvang van deze indicaties is gemiddeld 4,9 (T) en 4,5 (A) dagdelen per week. Ook hier geldt dat de indicaties worden afgegeven bij mensen met alle soorten beperkingen. De grootste groep betreft mensen met een verstandelijke handicap. NB: Het komt voor dat dezelfde mensen zowel een indicatie hebben voor persoonlijke verzorging, individuele begeleiding, dagbesteding als voor logeren (alles extramuraal). CIZ-rapportages (aanspraak op AWBZ-zorg) van 1-10-1012 voor T-diel resp. Achtkarspelen: - indicaties voor extramurale verzorging, begeleiding of logeren: 1245 1080 - percentage voorkeuren Zorg-in-Natura: 76% 63% - percentage voorkeuren PGB: 24% 37% Cliëntportret: Rianne Rianne is een opgewekte vrouw van 30 jaar die graag grapjes maakt. Zij is geboren met het syndroom van Down, maar heeft niet de lichamelijke afwijkingen die hierbij kunnen optreden. Daardoor is haar jeugd vrij probleemloos verlopen. Ze heeft haar hele jeugd thuis gewoond met een zus en een broer. Toen ze drie jaar was ging ze naar het KDV en vanaf haar zesde bezocht zij de ZMLK-school. Tijdens haar schooljaren werd duidelijk dat werken in een beschermde omgeving (WSW) of onder begeleiding van een jobcoach voor Rianne niet mogelijk was. Als 20-jarige maakte zij daarom
8
de overstap van school naar dagbesteding voor volwassenen. Na een tijd ‘rondsnuffelen’ bij de verschillende activiteiten die door het DVO geboden worden, werkt Rianne nu in het restaurant van de VG-instelling. Met een menukaart waarop pictogrammen staan kan ze een bestelling opnemen, deze bij de gasten afleveren, afrekenen en na afloop de tafel opruimen en schoonmaken. Wel is er voortdurend toezicht nodig om te zorgen dat het werk goed wordt uitgevoerd. Soms moet de begeleider ingrijpen omdat een gast iets vraagt dat niet op de menukaart van Rianne staat. Sinds twee jaar woont Rianne in een woongemeenschap voor verstandelijk gehandicapten. Hier heeft ze haar eigen appartement. In het huis is een gezamenlijke woonkamer waar ze terecht kan voor een praatje, een kop koffie of een maaltijd. De begeleider houdt zo indirect toezicht op de hele groep bewoners. Voor Rianne is het belangrijk dat er altijd iemand in de buurt is die haar kan helpen kleine, dagelijkse problemen op te lossen. Haar moeder en zus komen wekelijks op bezoek en helpen met het huis schoonmaken. Veel kan Rianne zelf, maar er is iemand nodig die haar zegt hoe ze het moet aanpakken. Rianne geniet elke dag van haar eigen leven
Omvang extramurale begeleiding AWBZ, in 2012 door het Zorgkantoor verzilverd
Uit de Zorgkantoor-gegevens (1-11-2012) over extramurale begeleiding (dus exclusief Persoonlijke Verzorging) blijkt de volgende omvang gerealiseerd: Achtk. T-diel totaal aantal cliënten met zorg-in-natura 308 300 608 60% aantal cliënten met PGB 215 197 412 40% aantal cliënten die individuele begeleiding kregen 377 369 746 aantal cliënten die begeleiding groep (dagbesteding) kregen 223 234 457 van wie zonder vervoer 51 62 113 en met vervoer 172 172 344 aantal cliënten met kort verblijf (logeren) 69 62 131
Verder betrokken partijen Burgers Individuele burgers die ondersteuning verlenen (mantelzorgers, vrijwilligers, andere burgers). Burgers in georganiseerd verband (patiënten-/cliëntenraden, verenigingen, dorpsbelangen). Sociale omgeving (mienskip) Eigen gezinsleden van burger-met-beperking, familieleden, buren, buurt/dorpsgenoten, verenigingsleven, buurt/dorpsvoorzieningen, kerken, instellingen en bedrijven die actief zijn in de lokale samenleving. Zorgaanbieders Ruim 50 zorginstellingen leveren via het Zorgkantoor begeleiding in natura aan inwoners van Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel. Zij bedienen circa 60% van het totale aantal cliënten met extramurale begeleiding. De overige circa 40% wordt geleverd door zorgaanbieders aan inwoners die hebben gekozen voor een persoonsgebonden budget (Pgb). De zorginstellingen die op dit moment veruit de meeste extramurale begeleiding bieden zijn: - Talant - Friese Wouden (zowel thuiszorg als Berchhiem, Haersmahiem, ’t Suyderhuys) - Skewiel/Tellens - Noorderbrug - J.P. van den Bent Stichting Daarnaast verzorgen diverse andere instellingen binnen en buiten de gemeente begeleiding aan burgers van Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel, zoals Noorderbreedte (Bennemastate, Nieuw Toutenburg, Borniaherne), Philadelphia, GGZ-Friesland (Kinnik, Mindup, Swaai).
9
Voorts is er een aanzienlijk aantal particuliere zorginitiatieven die op basis van PGB begeleiding verzorgen aan burgers van Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel en omliggende gemeenten. NB: veel zorgaanbieders in Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel bieden ook begeleiding aan burgers van andere gemeenten. Dienstverleners In de signalering, ondersteuning en toeleiding naar AWBZ-begeleiding zijn er daarnaast een aantal dienstverlenende organisaties werkzaam: Stichting Maatschappelijk Werk Friesland, MEE, welzijnsinstelling KeaRN. Cliëntportret: Michael Michael is nu 39 jaar en heeft altijd bij zijn moeder gewoond. Samen vormden zij een hechte eenheid met weinig contacten in de omgeving. Michael kan maar moeilijk lezen en schrijven, en is traag van begrip. Moeder zorgde overal voor: het huishouden, zijn ‘natje en droogje’, de post, telefoon, rekeningen enzovoort. Michael heeft daardoor nooit geleerd om voor zichzelf te zorgen. Toen moeder overleed werd dit een probleem. Niemand nam de taken over en Michael wist niet waar hij met zijn vragen terecht kon. Als het niet goed met hem gaat, neemt zijn werkgever contact op met MEE. Bij het eerste bezoek blijkt dat snel moet worden ingegrepen: het huis is een puinhoop en er zijn stapels onbetaalde rekeningen. Michael is verhuisd naar een begeleid wonen project. Hij krijgt tijdelijk extra Begeleiding Individueel. Doel is dat hij leert zoveel mogelijk voor zichzelf te zorgen. Dit omvat de kleine huishoudelijke taken: koken, afwassen, opruimen. Maar ook de zorg voor zichzelf, douchen en op tijd schone kleren aantrekken. Als hij leert hoe dit moet kan hij in de toekomst wellicht zelfstandig wonen. Michael is vol goede moed en doet erg zijn best. Hij is vooral blij dat er nu iemand is die hij kan vragen wat hij moet doen. Waarschijnlijk heeft Michael een verstandelijke handicap. Dit wordt onderzocht, zodat de begeleiding zich optimaal kan richten op zijn mogelijkheden.
Signalering en 1e lijn: Huisartsen, eerstelijns gezondheidszorg, gezondheidscentra. Financiers/inkopers: Zorgkantoor Friesland (tot 2015). Zorgverzekeraar de Friesland. Gemeente. Adviesraad: Wmo-raad.
10
4. VISIEVORMING Kabinetsvisie Langdurige Zorg In maart zal het kabinet de Tweede Kamer een visie op de Langdurige Zorg aanbieden. Deze visie komt mede op basis van consultatie van landelijke koepels van cliënten/patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, VNG tot stand. Uiteraard is die kabinetsvisie een belangrijk element voor de visievorming in ons project transitie AWBZ. Uitgangspunten Sociale Agenda Voor de Transitie AWBZ→Wmo in Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel vormt de Sociale Agenda het gemeentelijke beleidskader. Hoofdlijnen voor de visie zien er als volgt uit. - stimuleren dat de burgers die zelfstandig invulling kunnen geven aan hun leven (80%), mee ondersteuning bieden aan hun medeburgers (20%) die wèl ondersteuning nodig hebben bij hun levensvervulling; - primair en zo ver mogelijk uitgaan van de eigen kracht van burgers; - t.b.v. die burgers die ondersteuning nodig hebben om regie over het leven in eigen hand te krijgen en te houden(15%): samen met de eigen directe omgeving (familie, mantelzorgers), de mienskip (dorp, buurt, verenigingen, vrijwilligers, etc.) en professionals (voor zover nodig) bezien welke ondersteuning, begeleiding, voorzieningen daartoe ingezet kunnen worden; - aan die burgers die aangewezen zijn op permanente ondersteuning-begeleiding-zorgvoorzieningen (5%) een kwalitatief toereikend vangnet aan voorzieningen bieden; - samenhang/verbinding tussen de verschillende beleidsterreinen (integrale aanpak); - beleid maken samen met burgers en professionals (de 3 B’s); - samenwerking, afstemming en vertrouwen tussen de lokaal betrokken instellingen; - minder overheid, terugdringen 2e lijn, meer mienskip. Voor de aanpak gaan we uit van de visie achter De Kanteling De aanpak van begeleiding, ondersteuning, verzorging gebeurt conform “de Kanteling” en kent dus: - als basis: de vraag/behoefte (+ de vraag erachter) van de burger-met-beperking; - als middel: gesprek thuis bij de burger (+ evt. ondersteuner), door cliëntondersteuner; - als doel: bevordering zelfredzaamheid van de burger + meedoen-in-de-samenleving; - als resultaat: compensatie-in-maatwerk van de ondervonden beperking, zoveel mogelijk samenhangend + dicht-bij-de-burger vormgegeven. Voor de beoogde vernieuwingen gaan we uit van de visie achter Welzijn-Nieuwe-Stijl Om met minder middelen toch kwalitatief voldoende begeleiding, ondersteuning, verzorging te kunnen bieden hanteren Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel de uitgangspunten van welzijn-nieuwe-stijl: - preventie en faciliteren gaan vóór hulpverlenen; - formeel en informeel in optimale verhouding; - voorzieningen waar mogelijk collectief aanbieden: doordachte balans met individueel; - niet vrijblijvend, maar resultaatgericht; - bij gevaar of ernstige bedreiging snel ingrijpen (er op af !); - ruimte voor professional: vertrouwen waar mogelijk, procedures waar noodzakelijk. Uitgangspunten voor de aanpak. - Projectleiders en verder betrokken collega's van de transities stemmen hun planning en aanpak zoveel mogelijk af, in het kader van de Sociale Agenda. - De gemeente neemt de regie, proactief, voortvarend, praktisch. - Burgers (cliënten/gebruikers, dorpen, verenigingen) en beroepsbeoefenaars (professionals, instellingen) worden in de verkenning en beleidsontwikkeling betrokken. - Als Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel trekken we samen op, en met andere Friese gemeenten werken we samen waar dit voordeel biedt, noodzakelijk is of verplicht wordt. 11
-
De begeleiding/verzorging wordt zorgvuldig vernieuwd. Basisgedachte is dat de aanpak echt anders kan en moet (transformatie). Het is niet de bedoeling dat we het complete huidige aanbod een-op-een overnemen.
Uitgangspunten voor de inhoud Transities afstemmen - niet het domein – werk, zorg, jeugd, onderwijs – is bepalend, maar de situatie van een persoon op al zijn levensgebieden. Burgers/gebruikers betrekken - bij beleidsvorming WMO-raad meenemen en tijdig positie geven; - tevredenheidonderzoeken belangrijke plek geven in de verantwoording over de aanpak. Professionals betrekken - functionele netwerken opbouwen en deze een rol geven in beleidsontwikkeling, samenhang, samenwerking cq afstemming, signalering; - vertrouwen op de professionaliteit van beroepsbeoefenaars in plaats van wantrouwen organiseren in procedures. Gemeente regisseert: - formuleert visie en draagt deze uit; - draagt zorg voor samenhang tussen en integraal benutten van de mogelijkheden van de diverse wetten/regelingen; - draagt zorg voor effectieve en efficiënte uitvoering van taken door ingeschakelde derden; - draagt zorg voor betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van burgers-gebruikers; - verantwoordt zich horizontaal, dus naar burgers en lokale partners. Sturen - niet sturen op product (zo goedkoop mogelijk product); - wel sturen op resultaat, met zoveel mogelijk zelfoplossend vermogen. Beoordelen / indicatie stellen - bij relatief eenvoudige aanvragen: de noodzakelijke voorziening zo snel mogelijk toekennen, op basis van “het gesprek”, mogelijk met mandatering aan professionals; - zo weinig mogelijk bureaucratie; - bij complexe aanvragen: integraal indiceren in één keer voor meerdere voorzieningen uit verschillende wetten/regelingen. Vragen die beantwoord moeten worden
Wel of niet met PGB's werken Gaan we zoveel mogelijk zelf doen, of gaan we de uitvoering in opdracht uitbesteden aan derden, en waar leggen we dan de knip? Contracten: met welke instellingen? Aanbesteden of niet? Onderaannemerschap toestaan? Gaan we de uitvoeringsopdrachten dichttimmeren met procedures, of geven we de professionals ruimte en vertrouwen? Hoever gaan we met (één) integrale toegang voor jeugd, werk, inkomen, ondersteuning, begeleiding, verzorging? In hoeverre accepteren we dat verschillen bestaan / ontstaan tussen dorpen? In hoeverre accepteren we verschillen (in voorzieningen) tussen mensen? Vinden we onafhankelijke indicatiestelling belangrijk, of willen we beoordeling zo dicht mogelijk bij de burger.
12
5. PROJECTAANPAK In Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel wordt de transitie AWBZ→Wmo – net als de transities Participatiewet en Zorg voor Jeugd – projectmatig aangepakt als onderdeel van de Sociale Agenda in beide gemeenten. Daarmee wordt beoogd dat: - we de verantwoordelijkheid voor ondersteuning, begeleiding en verzorging van mensenmet-beperking benaderen als een van onze maatschappelijke vraagstukken; - we dit vraagstuk benaderen als gezamenlijke opgave voor burgers, professionals en overheid in onze lokale samenleving; - we deze opgave met een integrale benadering aanpakken. Het project is afgerond als uitvoering, regie en monitoring van “ondersteuning, begeleiding, verzorging van mensen-met-beperking” als structurele taak is verankerd in de reguliere organisatie, aanpak en werkwijze van gemeente, lokale gemeenschap en betrokken organisaties. Doel Doel van de Transitie AWBZ is de overgang naar de Wmo van ondersteuning, begeleiding en verzorging van mensen-met-beperking in Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel te realiseren met behoud van voldoende kwaliteit en binnen de gestelde financiële kaders, als onderdeel van de Sociale Agenda, met de uitgangspunten daarvan als beleidskader, conform de uitgangspunten van Kanteling en Welzijn-Nieuwe-Stijl, en in samenhang/afstemming met de Transities van Participatiewet en Zorg voor Jeugd. Opdrachten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel zien in de AWBZ-transitie een kans om een transformatie in de begeleiding en verzorging tot stand te brengen. De uitgangspunten van de Sociale Agenda zijn hierin leidend. Het oude stelsel zal grondig op de schop moeten. In 2013 zullen hiervoor een visie worden ontwikkeld en uitgangspunten worden benoemd. Opdrachten voor het project Transitie AWBZ zijn de volgende: 1. In 2014 bestaat er duidelijkheid over en committment aan: de rolverdeling en de samenwerking van burgers, sociale omgeving, maatschappelijke organisaties, zorgaanbieders en gemeente in de ondersteuning, begeleiding en verzorging van mensen-met-beperking. 2. In 2014 bestaat er duidelijkheid over en committment aan: de versterking van het zelfoplossend vermogen en de zelfredzaamheid van mensen-met-beperking (en hun sociale omgeving), en het terugdringen van beroep op 2e lijnsvoorzieningen. 3. In 2014 bestaat er duidelijkheid over en committment aan: - effectieve aanpak en efficiënte arrangementen van - maatwerk-oplossingen ter compensatie van beperkingen - ten behoeve van deelnemen-in-de-samenleving. 4. In 2014 bestaat er duidelijkheid over en committment aan: een integrale benadering van de problematiek van de persoon-met-beperking (en diens sociale omgeving) met een ondersteunings/begeleidings/verzorgingsvraag. 5. In 2014 zijn er duidelijke en volledige afspraken gemaakt met maatschappelijke organisaties en zorgaanbieders om deze 4 doelen in te vullen. 6. Vanaf 1 januari 2015 behandelen Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel ondersteunings/ begeleidings/verzorgingsvragen van inwoners in het kader van de hierboven onder 1 t/m 4 beschreven doelen. Maatschappelijke effecten a) Het zelfoplossend vermogen en de zelfredzaamheid van mensen-met-beperking (en hun sociale omgeving) wordt versterkt. b) Participatieproblematiek van mensen-met-beperking wordt integraal benaderd en aangepakt. c) Het beroep op 2e lijnsvoorzieningen wordt teruggedrongen. 13
Resultaten De beoogde projectresultaten zijn: 1. startnotitie (februari 2013); 2. presentatie aan de gemeenteraad (maart 2013); 3. communicatieplan (mei 2013); 4. notitie visie en kaderstelling begeleiding/verzorging in Wmo (juni 2013) 5. implementatieplan gemeentelijke organisatie (najaar 2013)2; 6. contractafspraken met zorg- en welzijnsinstellingen en vervoerders of contractafspraken met het zorgkantoor voor het aanbod in de tweede lijn vanaf 2015 (medio 2014); 7. nieuwe verordening Wmo, waarin visie en kaderstelling juridisch zijn vertaald (eind 2014); 8. collegebesluit financieel besluit/beleidsregels Wmo (eind 2014); 9. levering begeleiding/verzorging door zorg- en welzijnsinstellingen incl. monitoring: 2015.
PROJECTSTRUCTUUR
projectteam transitie AWBZ→Wmo (in Achtkarspelen
is nog niet
sprake van projectteams voor de transities Jeugd en Participatiewet)
Opdrachtgevers van het project Transitie AWBZ→Wmo zijn afdelingsmanager Mienskip Tytsjerksteradiel (H.J.Urbach) en afdelingsmanager Samenleving Achtkarspelen (J.Waijer). Opdrachtnemer is de projectleider Transitie AWBZ→Wmo Tytsjerksteradiel/Achtkarspelen, Quintus Sirag. Hij is verantwoordelijk voor het behalen van de projectresultaten en het bewaken van de voortgang van het project. Meest direct betrokken beleidsmedewerkers zijn Laura Bosman, Johan Jorritsma, Monique Bakker (voorzieningen/verstrekkingen), Wieny Toren, Esther Veenstra (welzijn). Daarnaast worden uiteraard ook de medewerkers van de WMO-loketten en de inkoopadviseur in het project betrokken. Het project Transitie AWBZ→Wmo is onderdeel van Sociale Agenda: het transitieproject is een van de projecten in het kader van de Sociale Agenda. De projectcoördinatoren Sociale Agenda (in Tytsjerksteradiel: Wieny Toren, in Achtkarspelen: Jan Willem Zwart) bewaken het proces van de transitieprojecten AWBZ→Wmo, Zorg voor Jeugd en Participatiewet. De colleges van B&W zijn bestuurlijk verantwoordelijk voor de Transitie AWBZ→Wmo; portefeuillehouders zijn D. Fokkema in Tytsjerksteradiel, en K. Antuma in Achtkarspelen. 2
Zomer 2013 moet er een beeld zijn van wat Begeleiding & Verzorging → Wmo inhoudt voor de gemeentelijke organisatie, in termen van personeel, werkprocessen, management, organisatie.
14
Financiën Voor de financiering van deze nieuwe taken en de uitvoeringskosten krijgen gemeenten een bedrag dat is gebaseerd op 75% van de huidige kosten in de AWBZ. Voor de invoering van de nieuwe taak krijgen de gemeenten een transitiebudget: voor Tytsjerksteradiel en Achtkarspelen gaat het in 2013 elk om circa € 46.000. Voor alle werkzaamheden op het gebied van begeleiding voor de burgers van Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel houden we voorlopig rekening met een bedrag in beide gemeenten van zo’n €3 miljoen vanaf 2015. Risico’s Maatschappelijke risico’s Er kan maatschappelijke onrust ontstaan bij kwetsbare mensen. Met name ook mensen met een beperking behoren daartoe. Op dit moment komen veel bezuinigingsmaatregelen van het Rijk bij deze groepen samen, zoals: de verhoging van de eigen bijdragen in de GGz; de inperking mogelijkheden om eigen regie te voeren door middel van een Pgb; de beperkingen op Huishoudelijke Hulp de bezuinigingen in de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg); de gevolgen van de invoering van de Participatiewet afschaffing van de Zorgzwaartepakketten 1 t/m 4. Organisatorische risico’s Opname van begeleiding in de Wmo vraagt om een integrale benadering vanuit het perspectief van een burger met een ondersteuningsvraag. Dit vereist echte samenwerking tussen portefeuilles, domeinen, afdelingen en instellingen binnen de gemeente. Voortdurend is het risico aanwezig dat het integrale belang van de burger ondersneeuwt. Financiële risico’s Er is reëel risico dat op termijn de vraagontwikkeling uit de pas gaat lopen met beschikbare financiële middelen. Dit wordt versterkt door vraagopdrijvende maatregelen zoals het proces scheiden wonen en zorg. Ook de kortingen op de reïntegratiemiddelen in de nieuwe Participatiewet kunnen ertoe leiden dat burgers een groter beroep doen op WMOvoorzieningen. PROJECTFASES Het project Transitie AWBZ→Wmo heeft een looptijd van vier jaar: januari 2012 tot januari 2016 en kent vijf fases (zie bijlage): 1. Inventarisatie en veldverkenning (januari 2012 t/m maart 2013). 2. Visie en kaderstelling (november 2012 tot en met juni 2013). 3. Voorbereiding besluitvorming over beleid en keuzes voor uitvoering (2013). 4. Voorbereiding uitvoering ondersteuning, begeleiding, verzorging (2014) 5. Monitoren en borgen uitvoering en resultaten van beleid en aanpak (2015).
15
Bijlage: de 5 fases in het project Transitie AWBZ→Wmo Fase 1: Inventarisatie en veldverkenning Informatie verzamelen Er wordt informatie verzameld bij: cliënten, mantelzorgers, adviesraden, indicatiestellers, zorginstellingen (zorg in natura en Pgb), dienstverlenings- en welzijnsinstellingen, zorgkantoor/zorgverzekeraar, regiogemeenten, Transitiebureau. Cliënten en mantelzorgers Om kennis te maken met de huidige uitvoeringspraktijk in de AWBZ en om ideeën en suggesties op te halen voor de beleidsontwikkeling binnen de kaders van de Wmo informeren wij ons bij: gehandicapten, psychiatrische patiënten, ouderen, jeugd en mensen met een persoonsgebonden budget (Pgb). Adviesraad De Wmo-adviesraad heeft een adviserende rol bij de ontwikkeling van beleidskaders die college en raad moeten vaststellen. Om de adviesraad goed voor te bereiden betrekken wij deze in de verkennende projectfase om informatie te delen en suggesties op te halen voor de beleidsontwikkeling. Indicatiestellers Van het CIZ en BJZ worden geaggregeerde gegevens aangeleverd voor Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel. In 2014 volgen de aanleveringen van gegevens op cliëntniveau. Dit zijn landelijke afspraken tussen het CIZ en het Transitiebureau van de VNG/VWS. Zorginstellingen (zorg in natura en PGB) Bij de meest relevante zorgorganisaties worden werkbezoeken afgelegd, met als doel inzicht te verkrijgen in de huidige aard en omvang van de begeleiding; hoe kijkt men aan tegen de transitie AWBZ; hoe kunnen we elkaar betrekken in het tot stand brengen van de benodigde vernieuwingen en het beleid dat daarbij gevoerd moet worden. Ruim 40% koopt begeleiding in met een Pgb. Partijen die op basis van PGB begeleiding leveren kunnen de instellingen zijn die ook zorg in natura leveren, maar ook talloze kleine aanbieders. In samenwerking met BEZINN (Boer en Zorg in Noord Nederland), Branchevereniging Kleinschalige Zorg, Per Saldo, MEE, en budgethouders verwachten wij meer zicht te krijgen op deze groep. Bij de kleinschalige aanbieders in onze gemeenten worden werkbezoeken afgelegd. Welzijn en maatschappelijk werk instellingen De Sociale Agenda gaat er vanuit dat bij de maatschappelijke ondersteuning instellingen in de eerste lijn het verschil gaan maken. Zij ondersteunen mensen met een beperking tijdelijk en licht met het doel hen weer in hun eigen kracht te krijgen en te houden en dure 2e lijnsondersteuning in de vorm van individuele voorzieningen te voorkomen. De welzijnsinstelling KEaRN gaat hierin een grote rol spelen. Dit geldt ook voor MEE en SMWF. De maatschappelijke ondersteuning in het gewone leven en in de 1e lijn gaat er anders uit zien na transities in het sociale domein. De 1e lijn moet veel meer zijn toegerust op alle burgers, dus ook op mensen met een beperking (ouderdomsproblemen, chronisch zieken, gehandicapten, psychiatrische patiënten). Nieuwe arrangementen op het gebied van begeleiding en dagbesteding in de eerste lijn moeten worden ontwikkeld zo veel mogelijk op basis van al bestaande goede initiatieven. De centrale vraag is hoe welzijnsinstellingen in staat zijn deze beweging in de eerste lijn vorm te geven en hoe hier (ook) zorgorganisaties een rol in kunnen gaan spelen.
16
Wij voeren gesprekken met KEaRN, Maatschappelijk Werk (SMWF) en MEE om zicht te krijgen op hun ambities. We willen al op een mogelijke nieuwe rol voorsorteren in de opdrachtformuleringen en verstrekkingen voor 2014. Zorgkantoor/zorgverzekeraars Het Zorgkantoor Friesland verzilvert voor de cliënten de CIZ- en BJZ-indicaties voor extramurale begeleiding AWBZ: ofwel in de vorm van zorg in natura of in de vorm van een Pgb. Het zorgkantoor kan inzicht geven in de feitelijke zorgconsumptie en uitgaven. Het zorgkantoor is ondergebracht bij zorgverzekeraar de Friesland. Na 2014 verdwijnt het zorgkantoor; dan gaan de verzekeraars de inkoop van AWBZ-zorg voor de eigen verzekerden inkopen. In Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel heeft de zorgverzekeraar de Friesland een marktaandeel van 80%. Wij voeren als gemeenten in Friesland diverse gesprekken met het zorgkantoor. Het doel is: gegevens te verkrijgen over de feitelijke zorgconsumptie en uitgaven (extramurale begeleiding); te verkennen in hoeverre gemeente en zorgkantoor/zorgverzekeraars en gemeente als financiers van de zorg en maatschappelijke ondersteuning gezamenlijk op kunnen trekken (strategisch, beleidsmatig en in de uitvoering van concrete projecten in dorpen, rondom doelgroepen of ziektebeelden). Wij willen pogen de samenwerking uiteindelijk te bekrachtigen in een bestuurlijk convenant. Transitiebureau Het Transitiebureau van VNG en Ministerie van VWS voorziet gemeenten van relevante informatie om de decentralisatie van de extramurale begeleiding tot een succes te maken. Vanaf september 2011 levert het Transitiebureau factsheets en handreikingen. Andere gemeenten Hoewel de Wmo een wet is die per gemeente verschillend kan worden uitgevoerd, werken we als gemeenten bij de Transitie Begeleiding samen vanuit de strategie: “lokaal wat lokaal kan, (boven)regionaal wat (boven)regionaal moet”. Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel werken op twee niveaus samen met gemeenten: - intensief met elkaar in ons eigen samenwerkingsproject; - op provinciaal niveau, met daarbij Zorgkantoor en Partoer. Het accent ligt op de samenwerking van Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel. Voor beide gemeenten is één projectleider belast met het project Transitie AWBZ. De samenwerking gaat uit van lokale verantwoordelijkheid, is pragmatisch, en gericht op een effectieve en efficiënte uitvoering waarbij de gemeenten elkaar vooral willen en moeten vinden op bovenlokale voorzieningen (in de tweede lijn). Volgen van ontwikkelingen De samenhang met andere ontwikkelingen wordt onderzocht en gezocht: - Transitie Jeugdzorg; - Invoering van de Wet werken naar vermogen (Wwnv); - Passend Onderwijs. Fase 2: Visie en kaderstelling Beschrijven van de visie op langdurige zorg in Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel, en die visie uitwerken in de kaderstelling (beantwoording van vragen) die gehanteerd worden bij het beleid / de beleidskeuzes die uiteindelijk in 2014 door de gemeente gemaakt moeten worden. Bij de ontwikkeling van visie en beleidskaders worden de burgers (cliënten, mienskip, dorpen, verenigingen) en de beroepsbeoefenaars (lokaal werkzame professionals, instellingen) betrokken.
17
Fase 3: Voorbereiding besluitvorming over beleid en keuzes voor uitvoering Besluitvorming over beleid en over uitvoeringskeuzes gebeurt door de gemeenteraad, nadat informerende en opiniërende behandeling heeft plaatsgevonden. Bij dat informeren en opinievormen spelen ook weer de betrokkenheid van burgers en hun verbanden, en van beroepsbeoefenaars een rol. De besluitvorming over beleid en keuzes moet nog door de huidige gemeenteraad gedaan worden, en dus uiterlijk in februari 2014 gereed zijn. Op basis van het vastgestelde beleid en de gemaakte keuzes kunnen in het najaar van 2014 de benodigde beleidsregels en de nieuwe Wmo-verordening worden uitgewerkt en vastgesteld. Fase 4: Voorbereiding uitvoering ondersteuning, begeleiding, verzorging Naast het opstellen van beleidskaders is er een intensieve voorbereiding van de uitvoering waarin onder meer de volgende zaken aan de orde komen: - implementatieplan gemeentelijke organisatie (zomer 2013); - communicatieplan (maart 2013); - contractafspraken met zorg- en welzijnsinstellingen en vervoerders of contractafspraken met het zorgkantoor voor het aanbod in de tweede lijn voor 2015 (medio 2014); - collegebesluit financieel besluit/beleidsregels Wmo (november 2012) en; - meerjarige contractafspraken met zorg- en welzijnsinstellingen vanaf 2015 (medio 2014 ). Fase 5: Monitoren en borgen uitvoering en resultaten van beleid en aanpak Vanaf 1 januari 2015 vindt de uitvoering van begeleiding en verzorging voor mensen-metbeperking plaats onder de nieuwe verantwoordelijkheid van de gemeente. Het Transitieproject wordt afgesloten als het eerste jaar van deze uitvoering is gemonitored. De resultaten van beleid, aanpak en uitvoering moeten worden geborgd in de reguliere staande organisatie en aanpak van de gemeente.
18