Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
d.d. 26-11-2013
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
2
Inhoudsopgave
1 Inleiding............................................................................................................................. 5
2 Risicoanalyse en prioritering............................................................................................ 7
3 Ontwikkelingen in 2014.................................................................................................. 11
4 Activiteiten in 2014.......................................................................................................... 19
0481_13 Programma Toezicht en Handhaving_V3
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
3
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
4
1
Inleiding
Toezicht en handhaving behoren tot de kerntaken van de gemeente. De manier waarop Breda deze taken invult wordt beschreven in jaarprogramma’s. De jaarprogramma’s maken daarmee deel uit van het toezicht- en handhavingsbeleid. Het totale toezicht- en handhavingsbeleid wordt gevormd door de Meerjarennota Toezicht en Handhaving 2013-2015, de jaarprogramma’s en de jaarverslagen. In dit jaarprogramma, het Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014, toont Breda haar burgers, bedrijven en andere belangstellenden hoe in 2014 invulling wordt gegeven aan de diverse toezichts- en handhavingactiviteiten en de speerpunten voor komend jaar. Het programma voor 2014 bouwt voort op de sinds maart 2012 ingezette lijn, waarbij Breda nagenoeg al haar toezicht- en handhavingstaken heeft onderbracht in één afdeling. Het Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014 heeft weliswaar een doorlooptijd tot 1 januari 2015, maar er zal na de gemeenteraadsverkiezingen op basis van het nieuwe coalitieakkoord uiteraard wel ruimte zijn voor een eventuele gewijzigde prioriteitenstelling en het benoemen van andere speerpunten.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
5
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
6
Risicoanalyse en prioritering
2
In mei 2012 is inzichtelijk gemaakt welke activiteiten op dat moment met de beschikbare toezichts- en handhavingscapaciteit werden uitgevoerd. De na de reorganisatie ontstane nieuwe activiteiten zijn daaraan toegevoegd en op grond van een risicoanalyse geprioriteerd. Bij de vaststelling van de Meerjarennota Toezicht en Handhaving Breda 2013-2015 op 11 juni 2013 (en besproken in de commissie Bestuur van 25 juni 2013) zijn deze criteria ook voor de komende jaarplannen bekrachtigd. Het betreft de risicocriteria: 1. Fysieke veiligheid (het risico voor mens en dier op pijn en letsel); 2. Veiligheidsgevoel (de mate van invloed op het gevoel van veiligheid); 3. (Volks)gezondheid (het risico dat burgers op korte of lange termijn schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid ondervinden); 4. Natuur (het risico op verlies of schade aan flora en fauna); 5. Imago (de mate van schade aan het bestuurlijk imago); 6. Hinder en overlast (het risico op verstoring van de kwaliteit van de leefomgeving); 7. Financieel economische schade (het risico dat het de gemeente en/of de gemeenschap geld kost). 8. Maatschappelijk/sociaal ongewenst (de mate waarin het rechtvaardigheidsgevoel van mensen wordt aangetast en/of er een kans bestaat dat er vermenging optreedt tussen boven- en onderwereld). Daarnaast werd het uitgangspunt bekrachtigd dat aanvullende criteria van invloed kunnen zijn op de feitelijke prioriteit van bepaalde activiteiten. Beleidskeuzes worden immers niet altijd alleen op basis van risico en mate van naleving gevormd (probleemanalyse op grond van risicocriteria), maar ook op aanvullende criteria zoals politieke prioriteiten (landelijk, provinciaal en/of gemeentelijk) en nieuwe ontwikkelingen in het algemeen. Voor de wijze waarop de probleemanalyse plaatsvindt en de prioritering wordt uitgevoerd, wordt u verwezen naar de hiervoor genoemde Meerjarennota. In 2012 werd geconstateerd dat er meer behoefte is aan toezicht en handhaving dan er capaciteit beschikbaar was. Voor het programma 2013 moesten daarom keuzes worden gemaakt. Dit heeft vervolgens geleid tot een bestuurlijke keuze om op bepaalde activiteiten minder toezicht uit te oefenen of te handhaven en voor een aantal activiteiten helemaal geen toezicht en handhaving meer te programmeren. Uiteindelijk leidde dit tot een programma wat met de toen aanwezige capaciteit kon worden uitgevoerd. In de zomer van 2013 zijn de activiteiten (op grond van de prioriteringslijst voor 2013) en de lijst van speerpunten opnieuw tegen het licht gehouden. Bestuurlijk verantwoordelijken en andere afdelingen is gevraagd of in 2014 nieuwe activiteiten moesten worden uitgevoerd (en zo ja, wat dan kon vervallen), of bepaalde activiteiten konden vervallen of moesten worden bijgesteld, of dat voor bepaalde activiteiten in 2014 een grotere of kleinere inzet nodig was. Ook de eigen ervaringen van de afdeling Toezicht en Handhaving over de eerste helft van 2013 en de conclusies/aanbevelingen uit het Toezichtsjaarverslag 2012 zijn meegenomen. Iedereen werd als randvoorwaarde meegegeven dat de capaciteit niet was veranderd en dat dus het totaal van activiteiten nooit kon leiden tot extra toezichts- en handhavingsuren ten opzichte van het programma voor 2013. Er bleek geen behoefte te zijn aan nieuwe activiteiten; wel bleek bijstelling van een aantal activiteiten door accentverschuivingen wenselijk. Zo hadden de projecten onrechtmatige bewoning en overlast kamerbewoning in de praktijk overlappingen. Dit leidde voor 2014 tot
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
7
het project Rechtmatigheid van bewonen; door deze nieuwe opzet kan bovendien gelijk ook aandacht worden besteed aan het regionale thema ‘huisvesting arbeidsmigranten’. Daarnaast bleek bijvoorbeeld uit het project Overlast kamerbewoning dat in 2014 extra aandacht nodig is voor woningsplitsing, een onderdeel van de activiteit ‘Strijdig gebruik bestemmingsplan’. Dit heeft geleid tot een verschuiving binnen de beschikbare capaciteit voor deze activiteit. De praktisch mogelijke verschuiving tussen de bestaande activiteiten heeft ervoor gezorgd dat met bestaande capaciteit de in het programma opgenomen activiteiten uitgevoerd kunnen worden. Dit zal gebeuren op dezelfde wijze als in 2013 wat ertoe zal leiden dat bij een aantal onderwerpen nog steeds geen of nauwelijks toezicht of handhaving zal plaatsvinden. Uiteindelijk is bekeken of de risicoanalyse van de activiteiten nog klopte of dat deze door gewijzigde omstandigheden of inzichten moesten worden aangepast of konden vervallen. Conclusie is dat dit laatste niet nodig was. De hiervoor genoemde accentverschuivingen hebben met name betrekking op de volgende punten: 1. Het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen wordt uitgevoerd,zoals bepaald in het Programma Toezicht en Handhaving Breda 2013. 2. Woningsplitsing krijgt extra aandacht, als uitvloeisel van het project Overlast kamerbewoning uit 2013 en wordt in 2014 onderdeel van het project Rechtmatigheid van bewoning. 3. Toezicht op huisvesting van arbeidsmigranten krijgt extra aandacht en wordt gecombineerd met het project Rechtmatigheid van bewoning. 4. In 2014 zoekt Breda meer aansluiting bij bestaande initiatieven op het gebied van buurtpreventie. Gekeken wordt in hoeverre gemeentelijke toezichthouders en opsporings ambtenaren hierin een rol kunnen spelen. 5. Er vindt uitbreiding van regioactiviteiten plaats op meerdere gebieden, bijvoorbeeld op het gebied van drank- en horecawetgeving. Aangezien ook andere gemeenten hun regioactiviteiten uitbreiden is voor een belangrijk deel sprake van ‘ruilen met gesloten beurzen’. In andere gevallen zal Breda voor de inzet worden betaald. 6. Er vindt uitbreiding plaats van toezicht- en handhavingactiviteiten op het gebied van de drank- en horecawet naar nieuwe doelgroepen (bijvoorbeeld in het kader van para commercialisme). Bij toezicht en handhaving met betrekking tot beperking van drank gebruik door jongeren zal de nadruk liggen op het voorkomen van onveilige situaties, conform de raadsmotie van 7 november 2013. Bekeken wordt of er nadere afspraken met de horeca kunnen worden gemaakt. Indien deze afspraken zijn gemaakt zal de gemeente de wijze en intensiteit van haar toezicht en handhaving hierop afstemmen en zo bovendien bijdragen aan vermindering van de toezichtlasten voor de horeca. 7. Er vindt verdere intensivering van toezicht en handhaving op het gebied van fraudebestrijding plaats. Zo zal bij fraudebestrijding in 2014 meer dan nu met thematische onderzoeken worden gewerkt.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
8
Tenslotte is bekeken of in 2014 andere speerpunten wenselijk zijn. Conclusie is dat de speerpunten van 2013 in 2014 worden gehandhaafd. Aanvullend zal in 2014 fraudebestrijding op het gebied van de sociale zekerheid waar mogelijk worden geïntensiveerd, zoals ook landelijk is afgesproken (zie hierover meer in het hoofdstuk Ontwikkelingen). Dit betekent concreet dat de volgende onderwerpen in 2014 speerpunten zijn (in alfabetische volgorde): • Drank- en horecawet; • Fraudebestrijding; • Handhavingsknelpunten (BIT); • Professionalisering cameratoezicht; • Rechtmatigheid van bewoning (was in 2013 uitgesplitst in Onrechtmatige bewoning en overlast kamerbewoning); • Wijkveiligheid.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
9
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
10
Ontwikkelingen in 2014
3
Er zijn meerdere ontwikkelingen die van invloed (kunnen) zijn op de uitvoering van het gemeentelijke toezicht en handhaving. Hierna wordt een aantal daarvan nader toegelicht.
1. Regiosamenwerking Gemeenschappelijke regelingen Regionale samenwerking tussen de gemeente en andere overheden in de regio vindt plaats op diverse onderdelen en op diverse terreinen. Op een aantal terreinen zijn gemeenschappelijke regelingen afgesloten. Zo verzorgt de Omgevingsdienst Midden en West Brabant (OMWB) de meeste milieutaken (op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving) voor Breda, de Provincie en 26 andere gemeenten. Om het kwalitatieve niveau van de uitvoering voor Breda te bewaken is een sterke relatie van de gemeente met de OMWB van belang, waarvoor, net als in 2013, door de afdelingen Toezicht en Handhaving en Vergunningverlening en Voorzieningen, specifiek capaciteit wordt ingezet. Daarnaast vindt een aantal toezicht- en handhavingstaken buiten de afdeling Toezicht en Handhaving om plaats. Zo vindt handhaving van de leerplicht plaats door het Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant en handhaving op het gebied van belastingen door de Belastingsamenwerking West-Brabant. Andere samenwerkingsverbanden De afdeling Toezicht en Handhaving verricht zelf ook diensten ten behoeve van regiogemeenten. Zo worden voor 13 regiogemeenten, op basis van productprijzen, al sinds vele jaren straf- en administratiefrechtelijke onderzoeken op het terrein van sociale zekerheidsfraude uitgevoerd. In de onderzochte zaken wordt door de buitengewoon opsporingsambtenaren een rapport opgemaakt ten behoeve van de betreffende gemeente, met daarin een voorstel over hoe te handelen met betrekking tot geconstateerde fraude. Net als in 2013 zal ook in 2014 BOA-ondersteuning worden verleend aan de gemeenten Zundert, Etten-Leur en Alphen-Chaam. Dit kan wederzijds variëren van uitwisseling van uren met gesloten beurs tot het verrichten van betaalde diensten. De werkzaamheden kunnen zich richten op handhaving van drank- en horecawetgeving, parkeren en sociale zekerheidsfraude. Ook rondom evenementen en bij de uitvoering van toezicht- en handhavingsacties bij recreatieplaatsen is samenwerking mogelijk. Met ingang van 1 januari 2014 zal de afdeling Toezicht en Handhaving daarnaast 500 uren ter beschikking stellen voor de regionale pool voor toezicht en handhaving op het terrein van drank- en horecawetgeving. Deze regionale pool bestaat in ieder geval uit medewerkers van de gemeenten Oosterhout, Etten-Leur, Zundert, Woudrichem en Breda en is tegen een vergoeding ook inzetbaar in andere gemeenten. De juridische basis onder de verschillende samenwerkingsvormen bestaat uit convenanten. Daarin is geregeld dat de verschillende soorten buitengewoon opsporingsambtenaren van de daaraan deelnemende gemeenten niet langer alleen gebonden zijn aan de eigen gemeentegrenzen, maar dat zij met betrekking tot overeengekomen werkzaamheden ook op het grondgebied van andere gemeenten hun werkzaamheden mogen verrichten ten behoeve van de collegagemeente. De mogelijkheid bestaat dat in de nabije toekomst ook op andere terreinen samenwerking zal worden gezocht, om zo invulling te kunnen geven aan de, ook in het coalitieakkoord
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
11
opgenomen, wens tot meer regionale samenwerking. Te denken valt hierbij onder andere aan het aanbieden van ondersteuning aan regiogemeenten met betrekking tot taken die in het Bredaas Integraal Toezichtsteam (BIT) worden uitgevoerd. Het BIT is een structureel overlegorgaan binnen Breda waarin ook de Belastingdienst en de politie participeren. Het BIT is het afstemmingsoverleg waarin betrokken partners inbreng leveren ten behoeve van toezicht op vastgestelde speerpunten en prioriteiten. Tenslotte zal Breda regiogemeenten ook op andere gebieden ondersteuning aanbieden. Zo zal ondersteuning worden aangeboden op het gebied van de landelijke kwaliteitscriteria vergunningverlening, toezicht en handhaving (omgevingsrecht) zodat ook andere gemeenten in de regio kunnen voldoen aan deze kwaliteitscriteria. Deze criteria, die naar verwachting op 1 januari 2015 een wettelijke basis zullen krijgen, eisen ondermeer van iedere gemeente en omgevingsdienst dat er voor bepaalde taken minimale bezetting (zowel kwantitatief als kwalitatief) aanwezig is. De omvang van het betreffende overheidsorgaan maakt niet uit: dezelfde eisen gelden voor zowel een omgevingsdienst, Breda, als voor een kleine gemeente. Als gemeenten samenwerken, kan gebruik worden gemaakt van elkaars kennis en capaciteiten en kunnen zij van elkaar leren. Breda wordt steeds meer een centrumgemeente en heeft vanuit deze rol ook steeds meer een ondersteunende rol richting de regiogemeenten. Dit betekent dat bij ontwikkelingen in de regio naar verwachting een groter beroep op Breda zal worden gedaan dan op de andere gemeenten. In 2014 zal de samenwerking in de regio vooral invulling krijgen door samenwerking op die activiteiten, waarvoor Breda betaald wordt of waarvoor Breda en de samenwerkende partners hebben afgesproken om elkaar in gelijke mate te ondersteunen. Hoe de samenwerking op de langere termijn vorm zal worden gegeven en op welke gebieden is nog onduidelijk. De resultaten van een gemeentebrede organisatiescan die eind 2013 verwacht worden, zullen bij de keuze of en hoe de samenwerking in de toekomst zal plaatsvinden, betrokken worden.
2. Intensivering fraudebestrijding Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil dat uitkeringsinstanties en gemeenten meer werk maken van fraudebestrijding. Op 4 oktober 2013 hebben de bewindspersonen van het ministerie hierover een brief gezonden naar de Tweede Kamer. Zo mogen bijvoorbeeld SVB, UWV en de inspectie SZW 260 mensen extra aanstellen om dit mogelijk te maken. Deze extra inzet moet uiteindelijk wel jaarlijks 189 miljoen euro extra opleveren. Aangezien een groot deel van de fraudebestrijding een gemeentelijke taak is, wordt het door het ministerie en door Divosa (de landelijke vereniging van sociale diensten) wenselijk geacht dat ook gemeenten hun fraudebestrijding gaan intensiveren. Er is echter nog geen duidelijkheid hoe en op welke terreinen dit het beste kan plaatsvinden. Hierover worden landelijk nog gesprekken gevoerd. Gelet op deze ontwikkeling is intensivering van fraudebestrijding in 2014 toegevoegd aan de speerpunten. Vooruitlopend op het resultaat van de landelijke gesprekken is in Breda al gestart met de inzet van omgerekend 2 fte extra inzet. Hierdoor kunnen ook in 2014 zestig onderzoeken meer worden uitgevoerd en de poortwachtersactiviteiten meer worden bediend. In een landelijke werkgroep van ambtenaren, politie, wetenschappers en advocaten wordt een systematischer aanpak van (sociale) fraude onderzocht. Betere samenwerking tussen opsporingsdiensten en systematischer vergelijken van bestanden moet een extra stimulans geven aan fraudebestrijding. Hierdoor zullen er eerder aanwijzingen komen dat er een verhoogde kans op fraude is. Delen van gegevens en koppelen van bestanden hebben ook een belangrijke preventieve functie. Al voor toekenning van een uitkering kan worden gesignaleerd of gegevens kloppen en kan een overtreding worden voorkomen. Bijkomend effect is dat zo ook wordt voorkomen dat schulden door terugvorderingen en boetes zo hoog
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
12
oplopen dat burgers moeite hebben om ze terug te betalen. De resultaten van deze werkgroep worden gevolgd. Breda zal in 2014, in navolging van de meeste andere grote gemeenten, extra aandacht besteden aan het themaonderzoek ‘vaderschap actie’. In een aantal gevallen krijgen éénoudergezinnen een uitkering van de gemeente aangezien de andere ouder (meestal de vader) niet in beeld is en dus ook niet bijdraagt aan het onderhoud van het kind. Via dit themaonderzoek wordt geprobeerd om alsnog onderhoudsbijdragen te vorderen bij deze vaders. Daarnaast blijkt uit voorbeelden in andere gemeenten dat er ook vaders zijn die, ondanks dat zij een kind niet hebben erkend, toch onderhands een bijdrage doen en dat er in sommige gevallen sprake is van een schijnverlating. In deze gevallen kan de uitkering worden stopgezet of kunnen bijdragen worden teruggevorderd. In Breda zal grotendeels de aanpak worden gevolgd die Maastricht heeft gevolgd. Deze aanpak leverde Maastricht een financieel resultaat op jaarbasis op van € 275.968
3. Basisregistraties Nederland kent een stelsel van basisregistraties. Sommigen (zoals de GBA, de Gemeentelijke Basisadministratie) worden al veel gebruikt, anderen (zoals de BAG, de Basisadministratie Adressen en Gebouwen) zijn in opkomst. Allemaal hebben ze gemeen dat ze authentieke gegevens bevatten die door alle overheidsinstellingen worden gebruikt bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken. De basisregistraties vormen in toenemende mate een samenhangend geheel omdat ze worden gekoppeld. Het wordt daarom steeds belangrijker dat alle gegevens actueel en correct zijn omdat fouten kunnen doorwerken in de hele ‘keten’. Op dit moment wordt het delen van informatie nog belemmerd doordat niet alle basisregistraties voor alle onderdelen van toezicht en handhaving worden gebruikt, omdat wettelijke kaders (nog) ontbreken. Door het afsluiten van convenanten en nieuwe wetgeving zal het gebruik van basisregistraties op steeds meer taakvelden binnen toezicht en handhaving mogelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld op 1 oktober 2013 het wetsvoorstel ‘Fraudeaanpak door bestandskoppelingen’ door de Eerste Kamer aangenomen, dat de wettelijke basis legt voor het instrument Systeem Risico Inventarisatie (SyRI). Hiermee kunnen bestanden van gemeenten, UWV, SVB, Inspectie SZW en Belastingdienst worden gekoppeld ten behoeve van de bestrijding van fraude op het terrein van de sociale zekerheid en de inkomensafhankelijke regelingen, de belasting- en premieheffing en de arbeidswetten. Ook interne gegevens uitwisseling is hierdoor mogelijk. In 2014 zullen verdere initiatieven worden ontwikkeld om de koppelingen ook feitelijk te realiseren. Daarnaast zullen toezicht en handhaving meer worden ingezet om de gegevens in de registraties te controleren. Ook voor de GBA geldt dat toezicht en handhaving een steeds belangrijkere rol innemen. Minister Plasterk heeft aangegeven dat de kwaliteit van één van de belangrijkste gegevens in de GBA, namelijk het adres, voor 99% juist moet zijn. Dit vanwege de maatschappelijke effecten die een verkeerd adresgegeven tot gevolg kunnen hebben (onterechte toeslagen, uitkeringen e.d.). Steeds meer wordt ingezet op integrale controles. Nu al worden in het kader van het Convenant Onrechtmatig Wonen jaarlijks zo’n 20 acties in de vorm van huisbezoeken uitgevoerd met medewerking van de woningcorporaties, de Rijksbelastingdienst, medewerkers van de afdelingen Toezicht en Handhaving en Publieksservice. Naast deze acties op basis van het convenant vinden er ook integrale controles plaats. Zo worden bijvoorbeeld tijdens een controle op kamerverhuur ook gelijk de GBA-gegevens gecontroleerd. Steeds meer wordt duidelijk dat veel meer winst valt te behalen door verdere bestandsvergelijkingen en risicogestuurde onderzoeken. Zo zijn inmiddels onderzoeken en bestandvergelijkingen gemaakt op verzorgingstehuizen en in de GBA leegstaande woningen en wordt er nu nagedacht over welke risicogestuurde onderzoeken voor 2014 mogelijk zijn.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
13
Het gebruik van risicosignalen blijkt effectief. Dit geldt vooral voor (cijfers voorjaar 2013): • Adressen waarop briefadressen zijn gevestigd (50,6% incorrect) • Adressen met administratieve leegstand (45,7% incorrect) • Wel ingeschreven, maar niet woonachtig zijn o.b.v. waarneming CJIB (32,8% incorrect) • Adressen met indicatie overbewoning SVB (17,3% incorrect) Mede naar aanleiding van de risicosignalen kan het wenselijk zijn om ad hoc adresonderzoek te doen om vast te stellen of de inschrijving voldoet aan de werkelijkheid. In verband met de WOZ-waarderingen (Wet waardering onroerende zaken) is het voor de gemeente belangrijk te weten wat de stand van zaken is ten aanzien van de bouw van de lopende bouwprojecten. Op deze wijze kunnen de gemeentelijke taxateurs een goede inschatting maken over de stand van zaken van een project en daarmee dus van de WOZwaarde per peildatum 1 januari. Dit voorkomt bezwaar en beroepszaken.
4. Deregulering In het regeerakkoord is aangekondigd dat de vormgeving van toezicht waar nodig opnieuw wordt bekeken om met behoud van effectiviteit de toezichtslasten te verminderen. Voor een effectieve borging van publieke belangen is onafhankelijk, transparant en slagvaardig toezicht van groot belang. Een effectieve borging van publieke belangen houdt ook in dat waar mogelijk toezichtslasten voor bedrijven en instellingen worden verminderd. Bij brief van 25 april 2013 hebben de ministers van Economische zaken, Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en van Wonen en Rijksdienst, de Tweede Kamer laten weten dat de rijksinspecties meer zullen gaan samenwerken met gemeentelijke toezichthouders op gebieden waar nu veel zogenaamd gestapeld toezicht (toezicht door diverse instanties) is. Samen met private partijen zijn rijksinspecties nu aan het werk om in bepaalde domeinen en bij bepaalde bedrijfstakken knelpunten en belemmeringen in (uitvoering van) wet en regelgeving in beeld te brengen en te analyseren. In 2014 worden hiervan de resultaten verwacht. Op verzoek van de minister van Economische zaken heeft de Commissie Vertrouwensbenadering, onder leiding van mevrouw Peijs, begin dit jaar een advies uitgebracht over de toepassing van de vertrouwensbenadering. Deze benadering houdt in dat het toezicht bij goed nalevende bedrijven, die hun verantwoordelijkheid nemen en het proces van risicobeheersing zelf goed organiseren, kan worden beperkt tot hoofdzakelijk reality-checks en een meldings/ informatieplicht voor het bedrijf. Er wordt sterk ingezet op meer samenwerking tussen toezichthouders en meer verantwoordelijkheid bij bedrijven. Het Kabinet heeft op 10 september dit rapport op hoofdlijnen onderschreven en de Inspectieraad opdracht gegeven dit op te pakken. Deze richting lijkt in lijn te zijn met de uitgangspunten zoals vastgesteld in de Meerjarennota Toezicht en Handhaving Breda 2013-2015. Hierin werd aangegeven dat slimmer en effectiever handhaven soms vraagt om een alternatieve aanpak vanuit een breder perspectief of om een andere insteek dan de gebruikelijke aanpak vanuit wettelijke grenzen. Aangekondigd werd dat in pilots zou worden gezocht naar meer ruimte en naar mogelijkheden om meer te doen met minder. Tijdens de behandeling door de gemeenteraad van de Voorjaarsnota 2014 op 27 juni 2013 zijn onder andere moties ingediend die betrekking hebben op deregulering van met name vergunningverlening en dienstverlening. Eind 2013 zal de gemeenteraad over dit onderwerp een voorstel worden aangeboden. Met deze moties in het achterhoofd zal begin 2014 worden gestart met een onderzoek naar welke pilots in Breda kunnen worden gestart, zodat ook het gemeentelijke toezicht en handhaving kan bijdragen aan vermindering van de (ervaren) toezichtslasten. Hierbij zal zeker rekening worden gehouden met de landelijke ontwikkelingen, zoals hiervoor beschreven, om te verhinderen dat dubbel werk wordt gedaan of trajecten elkaar gaan doorkruisen. Voor de zomer van 2014 zullen de pilots ter besluitvorming worden voorgelegd aan het college. Daarnaast zal in 2014 een standpunt worden geformuleerd
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
14
ten aanzien van de vraag in hoeverre en op welke wijze toezicht en/of handhaving nodig is als vergunningen worden omgezet in algemene regels of een meldingsplicht. Hoewel wettelijk mogelijk, kan dit haaks staan op de bedoeling van het afschaffen van de vergunningplicht. Uiteindelijk zal dit standpunt bestuurlijk worden vastgesteld doordat het wordt opgenomen in het nieuwe Meerjarenplan Toezicht en Handhaving dat, zoals toegezegd in het huidige meerjarenplan, eind 2014 of in de eerste helft van 2015 zal verschijnen.
5. Wet Bibob De Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) is erop gericht de integriteit van de overheid te beschermen. In de praktijk kan dat betekenen dat de gemeente partijen een vergunning of subsidie zal onthouden waarvan na onderzoek blijkt dat er een ernstig risico bestaat op gebruik van op criminele wijze verdiend geld of op misbruik van de vergunning. Bibob wordt in Breda, zeker in vergelijking met andere steden, beperkt ingezet. Het beleid was dusver gericht op de aanvragen uit het uitgaansgebied. Bibob kan daarnaast worden ingezet bij reeds verleende vergunningen op basis van concrete signalen. Ook uit toezicht kunnen signalen voortkomen die aanleiding kunnen zijn Bibob op te starten. De afdeling Toezicht en Handhaving en het BIT hebben hierin een belangrijke rol. Vanaf april 2013 is het bestaande Bibobbeleid voor horeca en exploitatie geëvalueerd. De ervaringen en bevindingen zijn besproken met het Openbaar Ministerie, politie,Koninklijke Horeca Nederland (afdeling Breda) en ondernemersvereniging De Wandelarij. Ook de wijziging van de Wet Bibob per 1 juli 2013 is meegewogen. Op basis van de ervaringen, de evaluatie en de inbreng van betrokkenen heeft de burgemeester gewijzigd beleid vastgesteld, dat op 1 november 2013 in werking is getreden. De voorgenomen beleidswijziging houdt kortgezegd in dat Bibobbeleid voor horeca en exploitatie niet langer gericht zal zijn op het uitgaansgebied maar uitgaat van risico-indicatoren. Het integriteitsrisico schuilt niet zozeer in een gebied als wel in factoren die in het beleid zullen worden opgenomen. Door deze wijziging krijgen naar verwachting minder ondernemers te maken met Bibob en dan alleen degenen die enig risico in zich dragen. De burgemeester zal daarom inzetten op een risicogestuurde inzet van Bibob bij aanvragen van horeca en exploitatie. Aanvragen coffeeshops, grow- en smartshops en prostitutiebedrijven zullen, gezien het criminogene karakter, bij elke aanvraag worden onderzocht. Uitvoering van de uiteindelijke beleidslijn zal door heroverweging ten opzichte van andere nu opgenomen taken, en voor zover nodig, in het programma worden meegenomen door middel van aanpassing van de benodigde capaciteit binnen de afdeling Toezicht en Handhaving.
6. Cameratoezicht In 2013 is de gemeentelijke cameracentrale verder uitgebreid. Vanuit deze centrale worden de vaste camera’s uitgekeken die in de stad hangen (onder andere uitgaanscentrum) om toezicht te houden op straat ter handhaving van de openbare orde. Dit toezicht vindt plaats onder operationele regie van de politie. De uitbreiding van de centrale heeft plaatsgevonden, mede met het oog op toekomstige uitbreidingen (station) en de voorgenomen aansluiting van omliggende gemeenten met hun camera’s op de gemeentelijke cameracentrale. De aansluiting door andere gemeenten zal naar verwachting eind 2013 / begin 2014 plaatsvinden. In aanvulling op de al beschikbare mobiele systemen (helmcamera’s), zijn in 2013 verplaatsbare camerasystemen aangeschaft. Dit ten behoeve van evenementen en tijdelijke overlast locaties. De inzet van deze verplaatsbare camera’s zal in 2014 vorm worden gegeven. Ook zal de cameracentrale een grotere rol gaan spelen bij ‘crowd control’ bij grote evenementen. Dit in combinatie met de inzet van matrixborden waarmee het publiek kan worden gewaarschuwd.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
15
7. Hennep Op 14 oktober 2013 is het convenant hennepteelt Zeeland-West-Brabant 2013 mede ondertekend door Breda. Met dit convenant komt er ook in 2014 een vervolg op de gezamenlijke bestrijding van de hennepteelt in Breda. In deze aanpak werken politie, Openbaar Ministerie, gemeenten, netbeheerders , woningcorporaties, UWV en SVB samen. Naast een bestuurlijke bijdrage is aan Breda als centrumgemeente in het district De Baronie een regisserende taak toebedeeld op beleidsmatig niveau. De operationele regie ligt bij de politie. De bestuurlijke bijdrage bestaat vooral uit het inzetten van de bestuurlijke sluitingsbevoegdheid van de burgemeester op basis van de Opiumwet. Over de wijze waarop de burgemeester deze bevoegdheid inzet zijn afspraken gemaakt tussen de vijf grootste Brabantse steden.
8. Privatisering bouw- en woningtoezicht Op het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt gewerkt aan een wetsvoorstel wat de mogelijkheid geeft om bepaalde onderdelen van het bouw- en woningtoezicht geprivatiseerd uit te voeren. Het betreft de technische toets van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouw en het toezicht op de bouw tijdens de uitvoering. Aanvragers krijgen een keuzemogelijkheid of men dit door een private partij wil laten uitvoeren of door de gemeente. Als men voor een private partij kiest, beperkt de gemeentelijke vergunning zich tot het bestemmingsplan, welstand, veiligheid van de omgeving en andere omgevingsvergunningen die mogelijk van toepassing zijn. Een deel van de activiteiten zal dus wel vergunningvrij worden, maar niet regelvrij. Het voorgaande heeft niet alleen gevolgen voor de vergunningverlening, maar ook voor het gemeentelijke toezicht en de handhaving. Niet alleen voor wat betreft de wijze en de intensiteit waarop toezicht wordt gehouden en gehandhaafd, maar ook voor wat betreft de beschikbare middelen. Er zullen immers geen leges meer kunnen worden gevraagd voor bepaalde activiteiten, terwijl mogelijk nog wel een bepaalde mate van toetsing, toezicht en handhaving wordt verlangd. Landelijk wordt verwacht dat aanvragers van grote en/of complexe bouwwerken een private markpartij in de arm zullen nemen en de gemeente alleen de niet-omvangrijke bouwwerken zal blijven uitvoeren. De financiering zal daardoor onder druk komen te staan, zodat er financiële dekking moet worden gevonden. Hierover wordt inmiddels landelijk discussie gevoerd. Daarnaast is er op landelijk niveau een discussie of en in hoeverre de omgevingsdienst een rol heeft of krijgt als privatisering op grote schaal zal gaan plaatsvinden. De verwachting is dat in de loop van dit jaar of begin 2014 meer duidelijk zal worden en dat de nieuwe wet- en regelgeving vanaf 2015 in werking zal treden.
9. Gemeentelijk parkeerbeleid In 2014 zal er extra aandacht zijn voor fraude met gehandicaptenparkeerkaarten (GPK’s). De afdelingen Toezicht en Handhaving en Parkeerbedrijf zullen bekijken hoe dit het beste kan worden vormgegeven. Ook zal in 2014 een verkenning plaatsvinden naar de mogelijkheden om betaald parkeren en de controle hierop op een meer efficiëntere en doelmatige wijze plaats te laten vinden. Door de technische ontwikkelingen op het gebied van controleren en de digitalisering van betalen lijkt het zeker de moeite waard om hier, net als andere vergelijkbare steden, onderzoek naar te doen. Het Parkeerbedrijf zal samen met Toezicht en Handhaving zoeken naar een passende oplossing voor de Bredase situatie.
10. Doorontwikkeling oog- en oorfunctie (signaaltoezicht) en communicatie Ook binnen de gemeente kunnen vanuit diverse hoeken signalen komen waardoor de inzet van de afdeling Toezicht en Handhaving wenselijk kan zijn. Deze zogenaamde oog- en oorfunctie is zeer waardevol, maar er moet voor worden gewaakt dat verwachtingen worden gewekt die niet kunnen worden waargemaakt. De uitbouw van de interne oog- en oorfunctie vindt daarom stapsgewijs plaats zodat er in ieder geval ook altijd capaciteit beschikbaar is om iets met deze signalen te doen.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
16
Er komen ondermeer signalen vanuit de wijkmanagers en de stadsmariniers. Met de stadsmariniers zijn vanaf het begin afspraken gemaakt over hoe te reageren op signalen en deze afspraken worden ook regelmatig bijgesteld. In 2013 is daarnaast begonnen met een betere afstemming tussen de afdeling Toezicht en Handhaving en de wijkmanagers, een ontwikkeling die in 2014 wordt voortgezet. Toezicht en handhaving omvat meer dan alleen controleren en sanctioneren, het omvat ook communicatie en educatie. Belangrijk is dat er begrip is voor het toezicht en handhaving en dat een ieder de logica en legitimatie ervan inziet en daarmee dus gestimuleerd wordt om zelf het gewenste resultaat te bereiken en eigen verantwoordelijkheid te nemen. Het doel van toezicht en handhaving (en daarmee van de onderliggende regels) moet dus duidelijk zijn. Vooral op het gebied van wijkbeheer kunnen deze twee elementen (communicatie en educatie) een waardevolle toevoeging zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan medewerkers van Toezicht en Handhaving die aansluiten bij informatieavonden om aan te geven waarom bepaalde activiteiten plaatsvinden of waarom juist niet.
11. Intensievere samenwerking politie en Buitengewoon opsporingsambtenaren De minister van Veiligheid en Justitie heeft de Tweede Kamer op 1 juli 2013 laten weten dat hij wil dat politie en buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) meer gaan samenwerken in de openbare ruimte. Hij vindt dat er landelijk te grote verschillen zijn en wil meer uniformiteit. Hij heeft hiertoe een aantal maatregelen aangekondigd. Zo is het streven dat er vanaf 1 januari 2014 een landelijk modeluniform voor BOA’s komt en dat het mogelijk wordt om op alle terreinen in domein 1 particuliere BOA’s in te zetten. Verder zal de nationale politie samen met de VNG landelijke uitgangspunten opstellen voor de operationele regie en onderlinge samenwerking, waarbij wel ruimte zal zijn voor maatwerk. In december 2013 worden uitgangspunten verwacht over wat wettelijk is toegestaan en welke informatie tenminste moet worden uitgewisseld tussen politie en gemeentelijke BOA’s. De minister bekijkt ook nog in hoeverre burgerinitiatieven kunnen worden betrokken bij toezicht.
12. Ontwikkelingen Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB)
1. Geluidsovertredingen Voor 2014 wordt de huidige werkwijze om geluidsovertredingen bij horeca-inrichtingen op te sporen aangepast. Door deze werkwijze zorgt de gemeente er voor dat alle horecaondernemers blijven voldoen aan de geluidsnomen (en niet een bepaalde categorie wordt uitgezonderd), zodat de leefbaarheid in de binnenstad en in andere gebieden waar horecabedrijven zijn gevestigd, gewaarborgd blijft.
2. Level Playing Field Bij de door de OMWB uit te voeren taken speelt het hanteren van een ‘Level Playing Field’ een belangrijke rol. Daarmee wordt bedoeld: ‘een gelijke behandeling en een gelijke wijze van uitvoering van de vergunningverlening, toezichts- en handhavingstaken’. Het Level Playing Field gaat over de vraag ‘Hoe’ taken worden uitgevoerd (te denken valt aan frequenties, aantallen, tijdsbesteding). Het maakt straks dus niet uit in welke gemeente een inrichting staat, overal in Midden- en West-Brabant zullen inrichtingen op dezelfde wijze worden behandeld. Er is op het moment van schrijven van dit programma nog geen door het Algemeen Bestuur van de OMWB vastgesteld Level Playing Field. De verwachting is dat dit in 2014 zal worden vastgesteld voor de meest risicovolle bedrijven en dat uiterlijk 1 januari 2016 een Level Playing Field is vastgesteld voor alle bedrijven die vallen onder het Landelijk Basistakenpakket. De in hoofdstuk 4 opgenomen bedrijfscontacten gaan uit van dit (nog niet vastgestelde) Level Playing Field. In hoeverre de OMWB hier daadwerkelijk aan kan voldoen is nog niet duidelijk.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
17
3. Het verbinden van meetbare en afrekenbare prestaties aan het programma Toezicht en Handhaving 2014 Het doel is om uiteindelijk zichtbaar te maken dat de werkzaamheden op onder andere het gebied van toezicht en handhaving uitgevoerd door de OMWB, eraan bijdragen dat de kwaliteit in de leefomgeving wordt verbeterd. Op de langere termijn ontwikkelt de OMWB daarom een systeem waarmee de maatschappelijke effecten van de werkzaamheden kunnen worden gemonitord (outcome indicator). Een dergelijk systeem is er niet zomaar en kent veel verschillende elementen die uiteindelijk dat inzicht moeten geven. Deze elementen zijn onder andere de kwaliteit van de dienstverlening, van de vergunningen, van het toezicht, het naleefgedrag, het inzicht in daadwerkelijk risico’s enzovoorts. Op al deze vlakken moet nog inzicht worden verkregen, afspraken worden gemaakt, en moet er nog richting en uitvoering aan worden gegeven.
4. Naleefgedrag Naleefgedrag kan worden gedefinieerd als ‘het deel van de bedrijven en inwoners van Breda die de regels volledig naleven’. Naleefgedrag kan ook worden uitgedrukt als percentage ten opzichte van de regels waarop moet worden toegezien voor taken van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Naleefgedrag zal moeten worden geregistreerd en worden gemonitord. Op basis hiervan bestaat de mogelijkheid bedrijven in te delen in koploper, middenmoter of achterblijver. Aan de hand van de registraties van de OMWB moet Breda op termijn in staat zijn het toezichtsgedrag van Breda op het naleefgedrag van de betreffende bedrijven af te stemmen.
5. Kwaliteitscriteria Voor een goede uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn door VNG, IPO en het Rijk (I&M) landelijke kwaliteitseisen ontwikkeld. Provincies en gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de VTH-taken. Met de vorig jaar vastgelegde ‘Kwaliteitscriteria 2.1’ zijn er afspraken gemaakt over de minimale kwaliteit van de uitvoering. Dit geldt zowel voor de taken die worden uitgevoerd door een regionale uitvoeringsdienst als voor VTH-taken die gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten in eigen beheer uitvoeren. De kwaliteitscriteria 2.1 bevatten criteria voor kritische massa, inhoud en proces. Kritische massa criteria geven aan welke capaciteit, kennis en ervaring tenminste in een organisatie aanwezig moeten zijn om de VTH-taken goed uit te voeren. Ook de OMWB moet vanaf 1 januari 2015 voldoen aan deze kwaliteitscriteria en zal hiervoor in 2014 de nodige stappen ondernemen.
6. Bestuurlijke strafbeschikking milieu en keurfeiten. Sinds 2012 is het handhavingsinstrument ‘Bestuurlijke strafbeschikking milieu en keurfeiten’ beschikbaar voor provincies, waterschappen en uitvoeringsdiensten. De invoering van deze bestuurlijke strafbeschikking voor milieufeiten vloeit voort uit het rapport ‘De tijd is rijp’ van de Commissie Mans. Hierin wordt gepleit voor een herverdeling van de rollen van het bestuur en het Openbaar Ministerie bij de milieuhandhaving. Tegen aanzienlijk meer omgevings rechtelijke overtredingen en delicten dient in beginsel alleen door het bestuur te worden opgetreden. Waar bestraffing echter mogelijk en gewenst is, zou het bestuur bij kleinere delicten door middel van een bestuurlijke strafbeschikking ook een boete moeten kunnen opleggen. Sinds de inwerkingtreding van de OMWB op 1 januari 2013 heeft ook de directeur van de OMWB deze bevoegdheid. Met de OMWB wordt het komend jaar besproken in hoeverre het effectief kan zijn om een verschuiving te laten plaatsvinden van bestuursrechtelijke handhaving naar strafrechtelijk handhaven. De inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s) in domein II is hiervoor noodzakelijk.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
18
Activiteiten in 2014
4
In dit programma zijn nagenoeg alle toezicht- en handhavingsactiviteiten opgenomen die door of namens de Gemeente Breda worden uitgevoerd. De programmering van de uitvoering is beschreven in het te behalen doel en past binnen de actuele personele bezetting. De gemeentelijke toezicht- en handhavingstaken worden nagenoeg allemaal uitgevoerd door de afdeling Toezicht en handhaving (tenzij anders vermeld), die bestaat uit 68 fte (76 medewerkers), waarvan 17.461 uur wordt besteed voor toezicht en handhaving op Waboactiviteiten. Het doel van de activiteiten is afhankelijk van het onderwerp. Zo is het doel van handhaving bij parkeren anders dan bij Wabo-activiteiten. In het programma Toezicht en handhaving 2013 waren de onderwerpen uit de prioriteitenlijst geclusterd. Ook voor het voorliggende programma zijn de onderwerpen geclusterd, maar hierin heeft een verbeterslag plaatsgevonden, zodat deze clustering op onderdelen anders is dan vorig jaar. Om dezelfde reden is ook de indeling van de activiteiten veranderd. De speerpunten zijn apart benoemd en er is een duidelijkere scheiding aangebracht tussen de activiteiten op het gebied van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht (Wabo), die voor een groot deel worden uitgevoerd door de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB), en de overige toezicht- en handhavingsactiviteiten. Niet veranderd is dat er weer aantallen activiteiten zijn genoemd. De in dit programma genoemde aantallen zijn gebaseerd op ervaringen in het verleden. Voor alle activiteiten die genoemd worden geldt bovendien dat in beginsel de Bredase Nalevingsstrategie zal worden gevolgd, zoals opgenomen in het in juni 2013 vastgestelde Meerjarenplan Toezicht en Handhaving Breda 2013-2015. De toezichts- en handhavingsactiviteiten die voor de Gemeente Breda worden uitgevoerd zijn uitsplitst in vier paragrafen. In paragraaf 1 worden de speerpunten benoemd. Deze worden allen door de gemeente uitgevoerd, maar op diverse onderdelen is er daarbij sprake van samenwerking met andere overheidspartners (zoals politie en Belastingdienst). In paragraaf 2 worden de activiteiten op het gebied van de Wabo omschreven die door de gemeente worden uitgevoerd. In paragraaf 3 worden de overige activiteiten op het gebied van toezicht en handhaving omschreven die de gemeente uitvoert. In de paragrafen 4 en 5 tenslotte worden de activiteiten omschreven die door toezichthouders van buiten de gemeente ten behoeve van de gemeente worden uitgevoerd, waarbij paragraaf 4 zich concentreert op de activiteiten van de OMWB en de Wabo-activiteiten die zij voor de gemeente uitvoert.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
19
1. SPEERPUNTEN HANDHAVINGSKNELPUNTEN (BIT) Product omschrijving
1. (Integrale) acties op vrijplaatsen en andere handhavingsknelpunten. 2. Nazorg gecontroleerde woonwagenlocaties.
Doel (outcome)
Resultaat (output)
1.
Verdere normalisatie bepaalde groepen of locaties.
2.
Normaliseren bereikbaarheid no-go-areas.
3.
Aanpak criminaliteit.
4.
Verbetering openbare orde en veiligheid.
5.
Signaalwerking naar andere soortgelijke groepen in Breda.
1. Hennepacties via strafrechtelijke ruimingen op grond van regionaal convenant; hiervoor worden 12 acties ingepland. 2. Minimaal 10 integrale acties gericht op vrijplaatsen en andere handhavingsknelpunten, in samenwerking met externe partners, aanpak criminele samenwerkingsverbanden. 3. Aandacht voor afronden normalisatieproces bij woonwagenlocaties. 14 locaties zullen ieder minimaal twee maal worden bezocht. 4. Voor zover betrekking op onrechtmatige bewoning: zie hierna.
RECHTMATIGHEID VAN BEWONING Product omschrijving
1. Controle of de bewoners op een bepaalde locatie ook daadwerkelijk daar ingeschreven staan en, indien dat niet het geval is, hiertoe actie ondernemen. 2. Controleren of niet teveel mensen (op grond van wet- en regelgeving) in een woning woonachtig zijn en/of zij geen overlast veroorzaken, en indien dat het geval is, daartoe actie ondernemen. 3. Controleren of kwetsbare bevolkingsgroepen niet worden uitgebuit. 4. Controleren of bewoners mogelijk misbruik of oneigenlijk gebruik maken van sociale zekerheidswetgeving. 5. Controle of binnen de juridische kaders (zoals bestemmingsplannen) op de juiste wijze gebruik wordt gemaakt van een woning/gebouw en als dat niet het geval is, daartoe actie ondernemen.
Doel (outcome)
1. Voorkomen dat kwetsbare mensen worden uitgebuit en worden gehuisvest in (brandonveilige) of niet voor bewoning geschikte plaatsen. Extra aandacht voor arbeidsmigranten. 2. Voorkomen van overlast naar de omgeving. 3. Voorkomen dat er door kamerbewoners overlast ontstaat in bestaande woonwijken. 4. Voorkomen uitkeringsfraude. 5. Voorkomen van ongewenst gebruik van woningen (zoals niet vergunde woningsplitsing).
Resultaat (output)
1.
20 integrale acties, in samenwerking met externe partners.
2. Thema- en projectgericht werken. 3. Er zal jaarlijks in ongeveer 80 panden worden gecontroleerd of arbeidsmigranten op een juiste wijze zijn gehuisvest. In 2014 zullen dit er 84 zijn. De verwachting is dat in ongeveer 50% van de gevallen de huisvesting van arbeidsmigranten niet volgens de regels is. De controles op arbeidsmigranten zal zoveel mogelijk samenlopen met andere acties in het kader van de onrechtmatige bewoning en/of kamerverhuur. 4. Bij de controles op kamerverhuur in 2013 is geconstateerd dat er in ongeveer 90 gevallen geen sprake is van kamerverhuur maar van woningvermeerdering door het splitsten van woningen in appartementen . Het project krijgt hierdoor een vervolg in 2014. Daarnaast zal in 2014 in nog nader te bepalen wijken gecontroleerd worden op overlast door kamerbewoning en juiste huisvesting van bewoners. Ook hier kan er sprake zijn van woningvermeerdering. Naar verwachting zal dit in 40 gevallen leiden tot woningsplitsing. 5. Resultaten van integrale acties kunnen ondermeer gebruikt worden voor het aanpassen van het GBA, het BAG en/of het stopzetten van uitkeringen.
WIJKVEILIGHEID Product omschrijving
Toezicht houden op en handhaven van allerlei veiligheids- en leefbaarheidsaspecten in bepaalde, daartoe aangewezen gebieden.
Doel (outcome)
1. Handhaving openbare orde en verbetering veiligheidsgevoelens op straat. Nevendoel is vergroting sociale cohesie en leefbaarheid en verbetering straatbeeld. Er zal hierin ook aansluiting worden gezocht bij de diverse projecten in het kader van buurtpreventie. 2. Met betrekking tot het project Valkenberg Station (VaST): Terugdringen overlast door verslaafden, zwervers, dealers, enzovoorts in en rondom Station en Valkenberg. 3.
Resultaat (output)
Met betrekking tot Galderse meren: Borging aan – en afvoerroute van hulpdiensten; beperken overlast voor gasten en omwonenden.
1. Zeven dagen per week zijn Boa’s actief om sociaal hinderlijk gedrag en overtredingen wet- en gedragsnormen te voorkomen en/of te corrigeren. 2. Met betrekking tot Galderse meren. Er wordt van 1 mei tot 1 september toezicht gehouden op parkeerdruk en het honden- en paardenverbod op strand. De inzet is weersafhankelijk. Er wordt tijdens de zomervakantie op werkdagen van maandag t/m zondag gesurveilleerd. Voor en na de zomervakantie is dat alleen in het weekend of op feestdagen. Gemiddeld wordt 27 keer per jaar door twee BOA’s gesurveilleerd in en rond het gebied. 3. In 2014 zal Breda meer aansluiting zoeken bij bestaande initiatieven op het gebied van buurtpreventie en waar mogelijk nieuwe initiatieven stimuleren.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
20
DRANK- EN HORECAWET Product omschrijving
Toezicht houden op en handhaven van: 1. Schenken aan minderjarigen. 2. Juiste toepassing van sluitingstijden. 3. Correct optreden portiers. 4. Juist gebruik van de vergunningen (waaronder schijnbeheer). 5. Juist handelen in het kader van paracommercialisme.
Doel (outcome)
1. Bij beperking van drankgebruik door minderjarigen zal de nadruk liggen op het voorkomen van onveilige situaties. 2. Het voorkomen van overlast en verstoring van de openbare orde als gevolg van het overtreden van sluitingstijden. 3. Controle op niet naleven van vergunningvoorschriften (waaronder controles op portiers, leiding en schijnbeheer) en het bereiken van verantwoorde alcoholverstrekking. 4. Voorkomen dat onveilige situaties ontstaan, zowel voor bezoekers als voor de omgeving.
Resultaat (output)
In 2014 worden de volgende activiteiten uitgevoerd: 1. 10 acties gericht op schenken aan en drinken door minderjarigen. 2. 14 acties met betrekking tot portiers en nacht- en broodjeszaken. 3. 15 panden worden bezocht in het kader van paracommercialisme. 4. 10 acties waarin wordt gecontroleerd op vergunningen/schijnbeheer, hierbij worden 100 panden gecontroleerd. 5. 6 acties gericht op horecasluitingstijden. Na ieder uitgaansweekend worden 2 tot 3 bestuursrechtelijke maatregelen per week verwacht. In de Meerjarennota Toezicht en Handhaving Breda 2013-2015 is aangegeven dat de gemeente waar mogelijk vertrouwen zal geven en waar mogelijk zaken zal overlaten aan het zelfregulerend vermogen van private partijen. Indien de horeca haar verantwoordelijkheid neemt (b.v. door het opstellen van een convenant) zal de gemeente, conform de meerjarennota, de wijze en intensiteit van haar toezicht daarop afstemmen. Dit kan leiden tot aanpassing van het aantal hiervoor genoemde acties en daarmee tot vermindering van de toezichtlasten bij de horeca.
CAMERATOEZICHT Product omschrijving
1. Gebruik vaste camera’s ter ondersteuning van de handhaving van de openbare orde. 2. Inzet cameracentrale.
Doel (outcome)
Ondersteuning handhaving openbare orde en verbetering veiligheidsgevoelens op straat.
Resultaat (output)
1. Verder inhoud geven aan inzet verplaatsbare camera’s. 2. Grotere rol cameracentrale bij (crowd control bij) evenementen.
FRAUDEBESTRIJDING Product omschrijving
Controle of uitkeringen op grond van sociale wetgeving bij de juiste personen terecht komen en, indien dat niet het geval is, hiertoe actie ondernemen.
Doel (outcome)
1. Nalevingsbereidheid vergroten en misstanden aan de kaak stellen. 2.
Resultaat (output)
Zorgen dat alleen mensen die er recht op hebben een uitkering krijgen/houden.
1. 3000 aanvragen worden aan de poort onderzocht op onrechtmatigheid. De verwachting is dat er daarvan in 400 gevallen een voorstel komt om de aanvraag af te wijzen / in te trekken / buiten behandeling te stellen. 2. Bij de groep uitkeringsgerechtigden zullen 357 fraudeonderzoeken worden uitgevoerd, deels regulier en deels thematisch. Op basis van de eerder behaalde resultaten zal dit leiden tot een bedrag van € 550.000 aan ten onrechte verstrekte bijstand. 3.
Voor 2014 zijn 778 boetezaken begroot.
4.
In 2014 wordt extra ingezet op themaonderzoeken. In 2014 zal de afweging worden gemaakt of en in hoeverre dit effectiever is dan reguliere onderzoeken.
5. Aan de hand van zes periodieke te herhalen uitdraaien worden lopende uitkeringsdossiers/ cliënten nagezien op onregelmatigheden. Te denken valt bijvoorbeeld aan alleenstaande ouders waar kinderen zijn geboren, alleenstaande ouders die al jaren geen bijzondere bijstand vragen. De schatting is dat 8 tot 10 % van de dossiers nader onderzoek vereisen en/of een fraudesignaal in zich hebben. 6. Fraudebestrijding werkt ook voor 13 buurgemeenten. Door deze werkzaamheden worden inkomsten van circa € 400.000- gegenereerd.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
21
2. WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (WABO) SLOPEN Product omschrijving
1. Toezicht houden op en handhaven van sloopactiviteiten waarbij asbest vrij kan komen. 2. Toezicht houden op en handhaven van illegale sloop.
Doel (outcome)
1. Beperking risico’s en overlast voor omgeving. 2. Beperken volksgezondheidsrisico’s (asbest). 3. Behoud monumenten.
Resultaat (output)
Sloopmeldingen zullen worden afgehandeld volgens de minimaal wettelijk gestelde eisen. Dit betekent dat er alleen een ontvankelijkheidstoets plaatsvindt waarna de sloper een ontvangstbevestiging krijgt. Dit heeft hij nodig omdat hij anders illegaal sloopt en bij controle door de Arbeidsinspectie zijn certificaat kan kwijtraken. Voor wat betreft het toezicht ligt de prioriteit ook in 2014 bij het toezien op het slopen van monumenten en bij sloopwerkzaamheden waar asbest vrij komt of kan komen. Daarnaast dient ten behoeve van de BAG (Basisadministratie adressen en gebouwen) te worden gecontroleerd of sloopwerkzaamheden gereed zijn, zodat dit in de BAG kan worden opgenomen. Als een pand nog virtueel in de BAG blijft bestaan kan dit leiden tot fraude met toeslagen en uitkeringen. Verwacht wordt dat hiervoor 250 sloopgereedmeldingen behandeld worden.
BOUWEN Product omschrijving
1. Toezicht houden of handhaven bij bestaande bouw. 2. Bouwbegeleiding gedurende de bouw.
Doel (outcome)
Bevorderen naleven bouwregelgeving, zodat kwaliteit van de (on) bebouwde ruimte wordt beschermd (en eventueel verbeterd), waarbij het einddoel is dat er wordt voldaan aan de minimale eisen t.a.v. veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid, brandveiligheid en ruimtelijke inrichting
Resultaat (output)
1. Er worden 400 bouwwerken en verbouw van monumenten begeleid. Accent ligt op constructieve veiligheid tijdens de uitvoering, het (brand)veilig en gezond gebruik bij en na voltooiing van een bouwwerk alsmede (bij monumenten) op bescherming van het erfgoed. 2. Een nieuw initiatief dit jaar is bouwtoezicht in relatie tot de BAG. Dit bestaat uit 2 onderdelen: a. d e relatie met de WOZ-waardering wordt bij ieder bouwproject extra aandacht besteed aan de registratie van de voortgang van het bouwproject; b. e r worden 150 locaties onderzocht waar vanuit info uit de BAG het vermoeden bestaat dat er illegaal is gebouwd (120 locaties) of dat gebouwd is in strijd met het bestemmingsplan. 3. Er worden naast het BAG-initiatief circa 80 locaties onderzocht op illegale bouwactiviteiten op basis van meldingen / klachten en andere waarnemingen. 4. Er worden 200 locaties onderzocht waar het vermoeden bestaat dat er gebouwd is in strijd met het bestemmingsplan waarvan
a. 90 onderzoeken woningsplitsing als uitvloeisel van het Project Kamerverhuur 2013;
b. 40 onderzoeken woningsplitsing als uitvloeisel van het Project Kamerverhuur 2014;
c. 30 vanuit het BAG-initiatief;
d. 40 op basis van meldingen / klachten en andere waarnemingen.
5.
Er worden 40 locaties bezocht ter controle op strijdigheden ten aanzien van het Bouwbesluit.
6. Naar verwachting zullen al de bovengenoemde toezichtsactiviteiten leiden tot 275 bestuurlijke aanschrijvingen en 45 legalisatiezaken.
WABO: PLAATSELIJKE VERORDENINGEN Product omschrijving
1. Toezicht houden en handhaven op werkterreinen (Algemene plaatselijke verordening). 2. Toezicht houden en handhaven op bomen (Bomenverordening).
Doel (outcome) Resultaat (output)
1.
Voorkomen verkeersonveiligheid en schade openbare ruimte, en waarborgen bereikbaarheid.
2.
Instandhouden bomenbestand en voorkomen van gevaar en hinder.
1. Met betrekking tot werkterreinen: Preventieve controles op illegale werkterreinen. Steekproefsgewijs controleren op vergunde werkterreinen. 2.
Met betrekking tot bomen: Na melding van externen of eigen waarneming toezichthouders actie ondernemen.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
22
3. OVERIGE TAKEN VUURWERK Product omschrijving
Toezicht houden en handhaven op afsteken vuurwerk gedurende jaarwisseling.
Doel (outcome)
Voorkomen van overlast van vuurwerk dat buiten de toegestane tijdsperiode wordt afgestoken.
Resultaat
1.
(output)
2. In de periode 1 t/m 26 december wordt gereageerd op klachten. In de periode van 27-31 december wordt intensiever gecontroleerd
Het geven van voorlichting en bij heterdaad repressief optreden. Jongeren worden doorverwezen naar Halt. door speciale acties in de wijken. Daarnaast wordt vuurwerkcontrole ook meegenomen bij de reguliere controles.
DRUGS Product omschrijving
Juridische afhandeling van controles op handel in drugs in woningen en bedrijven.
Doel (outcome)
Voorkomen verstoring of bedreiging van de openbare orde en het woon- en leefklimaat.
Resultaat (output)
Naar verwachting zullen ongeveer 55 zaken door de politie aan de gemeente worden voorgelegd.
EXPLOITATIEVERGUNNING Product omschrijving
Toezicht houden en handhaven op naleving van de exploitatievergunningen van droge horeca (incl. coffeeshops), grow-,smart- en headshops en bel- en internetshops.
Doel (outcome)
Voorkomen van verstoring of bedreiging van woon- en leefklimaat in daartoe aangewezen gebieden, met daarbij speciale aandacht voor de Boschstraat, Stationsgebied, Haagweg en Haagdijk.
Resultaat (output)
Naar verwachting zal het in ongeveer vijf zaken leiden tot een handhavingszaak.
WET BIBOB (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) Product omschrijving
Bekijken of op grond van Bibob-onderzoek nadere sancties nodig zijn.
Doel (outcome)
Voorkomen dat overheid onbewust criminele activiteiten of samenwerkingsverbanden faciliteert, zowel bij horeca als bij omgevingsvergunningen op het gebied van bouwen en wonen.
Resultaat (output)
In afstemming met de afdelingen Kabinet en Vergunningverlening & Voorzieningen zal per geval worden bekeken of toezicht en/of handhaving nodig is. Dit betreft naar verwachting acht zaken.
EVENEMENTEN Product omschrijving
Erop toezien dat de evenementen in Breda volgens de van toepassing zijnde wet- en regelgeving verlopen.
Doel (outcome)
1.
Beschermen openbare orde en veiligheid.
2.
Voorkomen van onveilige situaties.
3.
Beperken van overlast naar de omgeving.
Resultaat (output)
1. Controles tijdens de opbouw van grote evenementen op het aspect (brand)veiligheid. Naar verwachting betreft dit 15 evenementen. 2. Controle tijdens de grotere evenementen op veiligheid, openbare orde, verkeer en geluidsoverlast. Dit ook bij de 15 grotere evenementen.
PROSTITUTIE Product omschrijving
Juridische afwikkeling van door politie gehouden controles en integrale handhavingsacties
Doel (outcome)
1.
Bescherming woon- en leefklimaat.
2.
Verbetering omstandigheden prostituees.
3.
Tegengaan illegaliteit en mensenhandel.
Resultaat (output)
De politie (team commerciële zeden) voert controles uit bij de legale (vergunde) prostitutie inrichtingen waarbij gelet wordt op de aanwezigheid van illegale prostituees en of wordt voldaan aan vergunningsvoorschriften. Hier komen jaarlijks gemiddeld 5 zaken uit voort. Daarnaast voert het team commerciële zeden ook controles uit op plaatsen waar illegale prostitutie plaatsvindt. Dit kan zijn in woningen of bedrijfspanden binnen de Gemeente Breda. Hier komen jaarlijks gemiddeld 5 zaken uit voort.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
23
AFVALSTOFFEN Product omschrijving
1. Toezicht houden op en handhaven van het aanbieden van huishoudelijk afval. 2. Toezicht houden op en handhaven van het aanbieden van bedrijfsafval.
Doel (outcome)
Verbetering afvalscheidingsgedrag en voorkomen/verminderen illegale stort, zwerfafval en verkeerd aanbiedgedrag.
Resultaat (output)
1. Gerichte inzet op controle van illegaal gestort afval en aanbiedgedrag. 2. Dagelijks in werkgebied van toezichthouders openbare ruimte door al deze geüniformeerde toezichthouders. Daarnaast (ook) dagelijks inzet van drie medewerkers, gespecialiseerd in dit vakgebied, in de rest van Breda. 3. Toezichthouders en handhavers zullen, indien gewenst, ook worden ingezet bij speciale (wijkgerichte) acties ter bevordering van (nog) beter afvalscheidingsgedrag, waarbij zij verbaliserend zullen optreden als educatie en/of als communicatie niet meer effectief is.
MARKTEN, KERMISSEN, HAVEN Product omschrijving
Het houden van toezicht op een goed verloop van markten, kermissen en de havens.
Doel (outcome)
1. Voorkomen onveilige situaties. 2. Garanderen bereikbaarheid en voorkomen van vervuiling. 3. Innen van havengelden.
Resultaat (output)
1. Op elke marktdag en kermisdag. 2. Ongeveer twee maal per week bij de havens. 3. Aanspreken van verantwoordelijken op eigen verantwoordelijkheid. 4. Tijdens de opbouw van de kermis wordt extra toezicht gehouden op het goede verloop van de opbouw. 5. Tijdens de kermis is tussen 19.00 en 00.00 uur extra toezicht. 6. Er zijn tien markten en acht kermissen in Breda.
PARKEREN Product omschrijving
1. Toezicht op en handhaving van verkeerd geparkeerde voertuigen in gereguleerd gebied en in gebieden waar toezichthouders aanwezig zijn in het kader van wijktoezicht. 2. Toezicht op en handhaving van zonder geldig betalingsbewijs geparkeerde voertuigen in gereguleerde gebieden.
Doel (outcome)
1. Parkeren in aangewezen gebieden reguleren, zodat voldoende doorstroming plaatsvindt. Doel is 90% betalingsbereidheid. 2. Voorkomen van onveilige situaties, voorkomen van parkeerexcessen en hinder en het beschermen van het uiterlijk aanzien van de omgeving.
Resultaat (output)
1.
Door iedere dag aanwezig te zijn in het gereguleerde gebied gedrag beïnvloeden en waar nodig bekeurend optreden.
2. De betalingsbereidheid wordt gemeten op een aantal telmomenten per jaar door een extern onderzoeksbureau. De netto opbrengst aan naheffingsaanslagen wordt begroot op minimaal € 695.000, vermeerderd met nog onbekende extra inkomsten door de fiscalisering van het gereguleerd gebied. Een consequentie van de fiscalisering van het gereguleerd gebied en de nieuwe richtlijnen van het Ministerie is dat voor 2014 minder opbrengsten te verwachten zijn van het Rijk voor de zogenaamde pv-vergoedingen (strafbeschikkingen). Deze lagere opbrengst wordt thans geschat op € 100.000,--. Om deze resultaten te bereiken (hoge betalingsbereidheid en resultaat naheffingen), is voor 2014 een budget beschikbaar van € 1.750.000,-. De afdelingen Toezicht en Handhaving en Parkeerbedrijf zetten informatie en kennis in om vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid tot de beoogde resultaten te komen.
FIETSEN Product omschrijving
1. Toezicht houden en handhaven op vier categorieën fietsen (wees-, wrak-, foutief en gevaarlijk gestalde fietsen) in aangewezen gebieden en op gevaarlijk geparkeerde fietsen en fietswrakken in heel Breda. 2.
Doel (outcome)
Toezicht houden en handhaven op fietsers, die tijdens de winkelsluitingstijden fietsen in het voetgangersgebied (binnenstad).
1. Voorkomen (verkeers-) onveilige situaties doordat doorgang (voor hulpdiensten en andere weggebruikers) wordt belemmerd. 2. Voorkomen hinder, overlast en aantasting uiterlijk aanzien.
Resultaat (output)
Een medewerker van het Parkeerbedrijf is dagelijks belast met toezicht en handhaving. Er worden besluiten (in de vorm van labels) aangebracht en vervolgens, bij niet tijdig verwijderen, worden de fietsen verwijderd en elders (tijdelijk) gestald. De juridisch afhandeling vindt plaats door de afdelingen Toezicht en Handhaving en Parkeerbedrijf. Er vinden verder structurele fietsenruimacties bij het Station, het NAC-stadion en in de binnenstad plaats. Naar verwachting zullen er in totaal 2500-3000 fietsen geruimd worden en zullen er 50 bezwaarschriften binnenkomen. Medewerkers van Toezicht en Handhaving zullen tijdens de winkelsluitingstijden toezicht houden in het voetgangersgebied op fietsers en waar nodig handhavend optreden.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
24
ROEIBOTEN (ILLEGAAL) EN WOONBOTEN Product omschrijving
Toezicht houden op en handhaven bij roeiboten en woonboten om te zien of zij aan relevante wet- en regelgeving voldoen.
Doel (outcome)
Roeiboten: Voorkomen van wildgroei aan bootjes en drijvende objecten in de singels. Woonboten: Beschermen uiterlijk aanzien van de omgeving en het voorkomen van overlast naar de omgeving.
Resultaat (output)
1. Met betrekking tot de roeiboten: twee handhavingsacties. Geconstateerde overtredingen worden gehandhaafd en bootjes worden verwijderd. Indien mogelijk worden de kosten op de overtreder verhaald. 2. Met betrekking tot woonboten: Het handhavingstraject is in 2012 opgestart, waarna een legaliseringsvoorstel is voorgelegd aan de bewoners. Als niet aan dit legaliseringsvoorstel wordt meegewerkt zal de handhaving worden voortgezet. Inmiddels zijn de omgevingsvergunningen aangevraagd. Daarnaast vindt jaarlijks een controle plaats.
HONDEN Product omschrijving
Toezien op en handhaving van loslopende, gevaarlijke of poepende honden.
Doel (outcome)
1. Voorkomen dat honden loslopen of poepen op de openbare weg. 2. Voorkomen dat (gevaarlijke) honden mensen of dieren bijten of anderszins schade veroorzaken. 3. Voorlichting geven aan burgers.
Resultaat (output)
Naast drie gespecialiseerde toezichthouders worden ook de andere BOA’s tijdens de reguliere controles op dit gebied ingezet. Dit gebeurt dagelijks (ook op koopzondagen en -avonden).
STRIJDIG GEBRUIK BESTEMMINGSPLAN Product omschrijving
Toezien op en handhaven van situaties waarbij wordt gehandeld in strijd met het bestemmingsplan.
Doel (outcome)
1. Naleving Wet ruimtelijke ordening. 2. Voorkomen overlast.
Resultaat (output)
Vijf handhavingszaken doordat door illegaal gebruik gemeentegrond strijd met bestemmingsplan ontstaat.
STANDPLAATSEN EN (RECLAME)UITSTALLINGEN Product omschrijving
Toezicht houden op en handhaven van vergunningen of illegale situaties.
Doel (outcome)
1. Voorkomen van overlast en hinder. 2. Beschermen uiterlijk aanzien.
Resultaat (output)
1. Niet actief, alleen controles op verzoek derden. 2. In 2014 zal twee keer een actie worden ingepland om reclameborden in de openbare ruimte te verwijderen.
Bij het aantreffen wordt in samenwerking met Beheer onmiddellijk privaatrechtelijk gehandeld en wordt de overlast opgeheven.
MILIEUTAKEN (NIET ZIJNDE WABO) Product omschrijving
1. Controle op en handhaving van milieuzonering in de binnenstad. 2. Controle op de Wet bodemenergie.
Doel (outcome)
1. Verbeteren van de luchtkwaliteit. 2. Het stimuleren en reguleren van warmte en koudeopslag, zodat energie in de bodem kan worden opgeslagen.
Resultaat (output)
1. Steekproefsgewijs elke vier weken controle op het hebben van roetfilter en het voldoen aan de Euro-norm 4. 2. In 2014 zullen 15 bodeminstallaties worden onderzocht.
VADERSCHAP ACTIE Product omschrijving
Nader onderzoek verrichten in het uitkeringenbestand in die gevallen waar de biologische vader onbekend is.
Doel (outcome)
Zorgen dat biologische vaders voldoen aan hun onderhoudsplicht, zodat geen onterecht beroep wordt gedaan op sociale voorzieningen.
Resultaat (output)
In 2014 zal in 282 gevallen onderzoek worden ingesteld door de afdeling ABR. In een aantal gevallen zal hierbij ook een beroep worden gedaan op de fraudemedewerkers van de afdeling T&H. Naar verwachting zullen in 56 gevallen maatregelen worden getroffen en zullen er 17 uitkeringen worden beëindigd. Deze actie zal naar verwachting € 240.000 opleveren.
WMO (WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING) Product omschrijving
Controle of Wmo-middelen of -budgetten bij de juiste personen terecht komen en, indien dat niet het geval, hiertoe actie ondernemen.
Doel (outcome)
Het voorkomen van fraude bij Persoonsgebonden budgetten (PGB).
Resultaat (output)
Indien er, op basis van signalen vanuit de afdeling Vergunningverlening en Voorzieningen, behoefte is aan onderzoek naar mogelijke PGB-fraude, zal hiervoor door de afdeling Toezicht en Handhaving capaciteit vrij voor worden gemaakt.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
25
4. TAKEN UITGEVOERD DOOR OMGEVINGSDIENST MIDDEN- EN WEST-BRABANT Op 1 januari 2013 is de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) voor Breda formeel van start gegaan. Per 1 juni 2013 is ook het personeel dat in Breda dat op het gebied van milieu belast is met de taken rondom vergunningverlening, toezicht en handhaving overgegaan naar de OMWB. De OMWB is een uitvoeringsorganisatie, dus voert zij haar taken uit namens de deelnemers. Zo blijft de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor toezicht en handhaving in Breda dus liggen bij het college en kan nog steeds eigen Breda’s beleid worden gevoerd op de bij de OMWB liggende taken. Deze bevoegdheid is wel ingekaderd door een aantal afspraken en regelingen zoals Gemeenschappelijke regeling, Dienstverleningsovereenkomst en Werkplan. De totale opdracht aan de Omgevingsdienst voor basis-, collectieve en verzoektaken bedraagt 9.772 uren voor toezicht en handhavingsproducten (dit is circa 55 % van het totale werkprogramma voor Breda, de overige uren hebben betrekking op administratie-, advies- en vergunningsproducten). Voor alle taken die de OMWB uitvoert is in de begroting 2014 van de Gemeente Breda 1,5 miljoen euro opgenomen. De kosten van de uit te voeren taken moeten uiteraard binnen het door de gemeenteraad bepaalde budget blijven; indien overschrijding dreigt door bijvoorbeeld extra doorbelastingen of door verhoging van tarieven door de OMWB zal in samenwerking met de OMWB het aantal af te nemen uren naar rato worden verminderd. De uren zijn verdeeld over de volgende producten: a. Milieu- en horecaklachten (milieutaak is basistaak, horecaklachten is verzoektaak): b. Milieutoezicht (voor zover basistaak) c. Milieutoezicht (voor zover verzoektaak) d. Milieuhandhaving (basistaak) e. Toezicht bodem (zowel basis- als verzoektaak) f. Collectieve taken (verplichte taken) Hierna worden deze producten verder toegelicht; in het werkplan met de OMWZ zullen ze uiteindelijk verder worden gespecificeerd.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
26
a Milieuklachten (basistaak) en horecaklachten (verzoektaak) Product omschrijving
Doel (outcome)
Dit product bestaat uit: ·
Afhandeling van milieuklachten (geur, geluid, licht);
·
Afhandelen van geluidsklachten van horecabedrijven.
Wegnemen overlast veroorzaakt door bedrijven door toezicht en handhaving wanneer overtredingen worden geconstateerd van de geldende voorschriften Activiteitenbesluit Milieubeheer.
Resultaat (output)
Milieuklachten die bij de klachtenlijn van de OMWB binnenkomen worden direct en adequaat opgepakt. Aan de klager wordt teruggemeld waartoe de aanpak heeft geleid. Voor horecaklachten over geluid is een speciale aanpak. Indien er sprake is van een klachtenpatroon (wekelijks op te stellen urgentielijst) dan wordt er, indien een klachtenpatroon wordt herkent, op locatie bij de klager een geluidsmeting verricht. Handhaving op overtredingen vindt plaats conform de handhavingstrategie Breda. Aanpassing werkwijze horecageluidscontroles: Naast de bestaande geluidsmeting die wordt verricht indien een klachtenpatroon is geconstateerd, worden er ook proactief onaangekondigd geluidsmetingen verricht zonder dat daarvoor een melding nodig is. Beschikbare uren: Door monitoring van het aantal klachten van voorgaande jaren is de verwachting dat in 2014 in totaal 300 klachten verwerkt gaan worden.
b Milieutoezicht (basistaak) Product omschrijving
Het product toezicht betreft preventieve controles en hercontroles bij inrichtingen volgens de Wet Milieubeheer bij type B2, C en D inrichtingen. Dit product bestaat uit: - toezicht B2 meldingsplichtig BARIM bedrijven; - toezicht C1 vergunningsplichtige bedrijven (niet zijnde C2, D1 en D2); - toezicht C2 RIS inrichtingen (meldingsplichtig en verguningsplichtig bedrijven); - toezicht D1 IPPC bedrijven (ook agrarisch); - toezicht D2 BRZO bedrijven. BARIM = Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer IPPC = Integrated Pollution Prevention and Control richtlijn BRZO = Besluit Risico’s Zware Ongevallen RIS = Risicovolle bedrijven
Doel (outcome)
Het beheersen van het milieurisico veroorzaakt door de bedrijfsvoering van bedrijven door toezicht en handhaving wanneer overtredingen worden geconstateerd zodat deze worden hersteld naar een acceptabel niveau en waarmee externe veiligheid wordt beheerst.
Resultaat (output)
Het beoogde resultaat is dat controles worden uitgevoerd voor zover deze betrekking hebben op de categorie B2, C1, C2, D1en D2 bedrijven. Handhaving op overtredingen vindt plaats conform de handhavingstrategie en voor de Brzo conform de landelijke Handhavingstrategie Brzo 1999. Speerpunten voor 2014 (komt bovenop de aantallen uit de lijst met bedrijfscontacten): ·
Scouting locaties (10) controleren in verband met opslag van gasflessen en gebruik van propaantank.
·
Inrichtingen met koelinstallaties (50 inrichtingen; met name de groothandel is lange tijd niet bezocht).
·
Bij 17 verkooppunten controleren op consumenten vuurwerk en toezicht Vuurwerkbesluit.
Bedrijfscontacten
Aantal te bezoeken
B2 1x per 5 jaar
104 bedrijven (ca.)
C1 1x per 2 jaar
43
C2 1x per 1,5 jaar
34
D1 1 x per 1,5 jaar
6
D2 (BRZO) elk jaar
1
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
27
c Milieutoezicht (niet verplichte basistaak) Product omschrijving
Het product toezicht betreft preventieve controles en hercontroles bij inrichtingen volgens de Wet Milieubeheer bij type B1 inrichtingen.
Doel (outcome)
Het beheersen van het milieurisico veroorzaakt door de bedrijfsvoering van bedrijven door toezicht en handhaving wanneer overtredingen worden geconstateerd zodat deze worden hersteld naar een acceptabel niveau en waarmee externe veiligheid wordt beheerst.
Resultaat (output)
Het beoogde resultaat is dat controles worden uitgevoerd voor zover deze betrekking hebben op de categorie B1 Handhaving op overtredingen vindt plaats conform de handhavingstrategie Breda. Breda heeft momenteel circa 4000 bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen. Er zijn zo’n 1500 type B1 bedrijven waarvan met name de bedrijven die langer dan 5 jaar niet bezocht zijn, in 2014 worden gecontroleerd. Speerpunt voor 2014: Horecabedrijven langer dan 5 jaar niet bezocht. Bedrijfscontacten:
Aantal te bezoeken
B1 incidenteel:
158 bedrijven (ca.)
d Milieuhandhaving (basistaak) Product omschrijving
Het product handhaving betreft de volgende taken en procedures: 1. Repressieve handhaving: afhandelen van het volledige traject bestuursrechtelijke handhaving. Zoals het opstellen van een (concept) handhavingsbesluit en het ten uitvoer brengen van bestuursdwang en een last onder dwangsom. 2. Opstellen voornemen en beschikking afwijzen verzoek om handhaving of het opstellen van een voornemen opleggen last onder dwangsom/bestuursdwang. 3. Strafrechtelijke boete, opstellen proces-verbaal milieu, ten uitvoer brengen van strafbeschikking milieu. 4. Ondersteuning bij het uitvoeren van bezwaarschriftenprocedures, hoger beroepsprocedures en verzoeken voorlopige voorziening in het kader van vergunning- en handhavingsprocedures. 5.
Deelname aan interventie team (BIT= Breda Integraal Toezichtteam).
Doel (outcome)
Ongewenste milieusituatie opsporen en bestraffen door controle op de naleving van de milieuregels.
Resultaat (output)
De verwachting is dat tenminste 20 bezwaarschriften, 10 beroepschriften en 5 hoger beroepschriften, 12 voornemens tot last onder dwangsom (waarvan slechts een gedeelte werkelijk een dwangsom krijgt opgelegd) zullen plaatsvinden.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
28
e Toezicht bodem (basis taak en verzoektaak) Product omschrijving
Het product Bodem heeft betrekking op het toezicht van de Wet bodembescherming (Wbb), het besluit uniforme saneringen (BUS) en het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). Het betreft de volgende basis taken: 1.
Toezicht Bbk en Wbb inclusief zorgplicht, illegale stortingen en illegaal werken in verontreinigde grond;
2.
Toezicht op ongewone voorvallen bodemverontreiniging;
3.
Toezicht op bodemenergiesystemen;
4.
Controle Besluit bodemkwaliteit;
5.
Beoordelingen meldingen Bbk.
Daarnaast betreft het ook de volgende verzoektaken:
Doel (outcome)
1.
Controle ondergrondse tanks.
2.
Veldtoezicht besluit bodemkwaliteit.
Een bodem die geschikt is voor de gebruiksfunctie die de bodem heeft of gaat krijgen door toezicht en handhaving wanneer overtredingen worden geconstateerd zodat deze worden hersteld naar een acceptabel niveau.
Resultaat (output)
Speerpunten Wbb: 1.
Toezicht op de bodemsaneringen van o.a. spoorzone en OV-terminal (minimaal 5 locaties);
2.
Toezicht op de beheersing van bodemverontreiniging ca. 2 locaties;
3.
Toezicht op beschikte (spoed)locaties; ca. 4 locaties;
4.
Toezicht op saneringsevaluaties ca. 3 locaties.
Verder aan basistaken: 1.
150 uur voor eventueel voorkomende zorgplicht, Illegale stortingen en illegaal werken in verontreinigde grond;
2.
50 uur voor eventueel voorkomende ongewone voorvallen gereserveerd;
3.
5 locaties voor het toezicht bodemenergiesystemen en 5 controle meldingen bodemenergiesystemenl
4.
12 controles van het Bbk;
5.
100 beoordelingen meldingen Bbk.
En verzoektaken: 1.
9 controle bezoeken bij ondergrondse tanks;
2.
19 steekproeven in het veld ingepland.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
29
f Collectieve taken (verplichte taken) Product omschrijving
Doel (outcome)
De OMWB kent voor het merendeel taken die voor een individuele opdrachtgever worden uitgevoerd. De collectieve taken zijn taken: 1.
waarvoor de OMWB alle deelnemers als opdrachtgever heeft,
2.
die in het belang van de regio worden uitgevoerd
3.
die op voorhand niet of nauwelijks zijn toe te wijzen aan individuele opdrachtgevers.
Het bevordert de efficiency en de samenhang van werkzaamheden en is nodig om te voldoen aan landelijke eisen en afspraken door een aantal collectieve taken samen met de andere omgevingsdiensten te organiseren (Brabantbreed voor bijvoorbeeld ketenaanpak of milieuklachtencentrale).
Resultaat (output)
De collectieve taken, de formatie-inzet en de daarmee gemoeide kosten zijn apart benoemd in het werkprogramma om de planning en verantwoording op kosten en prestaties goed inzichtelijk te maken. De inzet voor de collectieve taken is niet ondergebracht in de overhead (het gaat om primaire productietaken die niet passen in de overhead) en ook niet ondergebracht bij de producturen (basistaken en verzoektaken). De inzet op de collectieve taken is dus niet meer meegerekend in de andere producten. De basis is dat voor al deze werkzaamheden totaal €1,2 miljoen = 10,3 fte beschikbaar is voor alle deelnemers gezamenlijk (bron begroting OMWB 2014). In het kader van de collectieve taken richt de OMWB zich in 2014 vooral op: 1.
zicht krijgen op risicovolle ketens;
2.
maken van gezamenlijke risico analyses;
3.
gerichte interventies op basis van gezamenlijke analyse.
Onderwerpen (voor zover bekend in oktober 2013): 1.
Brabantbreed platform: speerpunten huisvesting arbeidsmigranten en externe veiligheid (totaal 0,5 fte);
2.
24-uurs bereikbaarheid en klachtendienst (3.5 fte +50.000,--);
3.
Ondersteuning hoofden actiecentrum in verband met rampenbestrijding en calamiteiten (PM);
4.
Ketenaanpak landelijke basistaak (2 fte);
5.
Innovatie en monitoring (3 fte);
6.
Uitvoeren handhavingsarrangementen (0,3 fte);
7.
Coördineren en faciliteren handhavingssamenwerking (1 fte).
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
30
5. ACTIVITEITEN UITGEVOERD DOOR OVERIGE TOEZICHTHOUDERS
a. Leerplicht De Gemeente Breda huisvest en is eindverantwoordelijk voor het Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant (RBL West-Brabant). Binnen het RBL werken 14 leerplichtambtenaren en trajectbegeleiders voor 7 gemeenten samen aan de handhaving van de ‘Leerplichtwet 1969’. Vijf van deze medewerkers zijn in bezoldigende overheidsdienst bij Breda en tevens Onderwijsboa in Domein III. Leerplichtambtenaren kunnen proces-verbaal opmaken als er sprake is van een overtreding van de Leerplichtwet. Zij hebben een landelijke opsporingsbevoegdheid. Tussen 7 samen werkende gemeenten zijn afspraken gemaakt over het opmaken van proces-verbaal tegen ouders en leerlingen buiten de lokale gemeentegrenzen. In 2014 zal nadere samenwerking worden gezocht tussen de RBL West-Brabant en de afdeling Toezicht en Handhaving, vooral op het gebied van signaaltoezicht (oog- en oorfunctie). Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan uitwisseling van gegevens over de feitelijke bewoning op bepaalde controleadressen door leerplichtambtenaren aan de toezichthouders fraudebestrijding of vice versa.
b. KINDEROPVANG De kinderopvang kan niet zonder gedegen toezicht op de kwaliteit vanuit de overheid. Het gaat immers om de verantwoordelijkheid voor jonge kinderen. Houders zijn verantwoordelijk voor het aanbieden van verantwoorde kinderopvang in een veilige en gezonde omgeving. Ouders moeten de zorg voor hun kinderen met een gerust hart kunnen uitbesteden. Sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 is de kinderopvang een marktgerichte sector. De wet bevat een regeling voor tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van de kinderopvang. Kwaliteit in de kinderopvang is een continu en dynamisch proces, waarin houders, gebruikers en lokale overheden elk hun eigen verantwoordelijkheden hebben. De Wet kinderopvang legt de verantwoordelijkheid voor het bieden van voldoende kwaliteit bij de ondernemers in deze sector. Gemeenten zijn wettelijk (eind)verantwoordelijk voor het handhaven van de kwaliteit van de kinderopvang. Het toezicht wordt uitgevoerd door de GGD en de gemeente beoordeelt aan de hand van het advies of een sanctie noodzakelijk is en communiceert daarover. De toetsingskaders zijn opgesteld door GGD Nederland, in opdracht van het ministerie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Breda kent 180 voorzieningen waar de GGD controles uitvoert, soms gevolgd door hercontroles. Ook controleert de GGD nieuwe meldingen op grond van de wetgeving. Van al deze controles worden onderzoeksrapporten opgesteld. In 2014 zal de GGD naar verwachting 288 onderzoeksrapporten opstellen. Verwacht wordt dat dit zal leiden tot handhavingszaken bij circa 30 voorzieningen.
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
31
Programma Toezicht en Handhaving Breda 2014
32