Recht op goede opvang! Jaarverslag 2014 Toezicht en Handhaving Kinderopvang
Jaarverslag Toezicht en Handhaving Kinderopvang 2014
Recht op goede opvang! Jaarverslag 2014 Toezicht en Handhaving Kinderopvang
Juni 2015 Economie, Werk & Onderwijs Team Onderwijs & Kinderopvang Gemeente Enschede
1
Jaarverslag Toezicht en Handhaving Kinderopvang 2014
Samenvatting Kinderen moeten opgroeien binnen een goede en veilige omgeving. Kwalitatief goede kinderopvang draagt bij aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind. Om kinderen een veilige verantwoorde omgeving te bieden waarin zij zich maximaal kunnen ontwikkelen zijn kwaliteitseisen geformuleerd. De gemeente Enschede houdt toezicht op naleving van de kwaliteitseisen en handhaaft waar nodig. De jaarverantwoording 2014 laat zien dat Enschede haar werkprocessen met betrekking tot het toezicht en de handhaving van de kwaliteitseisen goed op orde heeft. Zij scoort daarin beter dan gemeenten van vergelijkbare grootte. De Inspectie van het Onderwijs heeft in 2014 wederom geoordeeld dat Enschede haar wettelijke taken goed uitvoert. De branche kinderopvang heeft nog steeds te maken met vraaguitval. Redenen hiervoor zijn bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag, de demografische ontwikkeling en de economische recessie waardoor ouders werkloos zijn geraakt of gedwongen minder uren zijn gaan werken. Ondanks de aanhoudende krimp binnen de kinderopvangbranche is het aantal opvanglocaties in Enschede redelijk constant gebleven. Het aantal kinderopvanglocaties daalt hierdoor niet evenredig. In 2014 waren er in Enschede 3 locaties minder dan in 2013, een daling van 2%. Het aantal gastouderlocaties daalde met 7%. Krimp binnen de kinderopvang leidt niet alleen tot een afname van het aantal opvanguren maar heeft ook effect op de kwaliteit in de kinderopvang. Veel kinderopvangorganisaties hebben pijnlijke maatregelen moeten nemen waardoor de kwaliteit onder druk komt te staan. Het aantal handhavingstrajecten is in 2014 flink toegenomen. De vorming van de integrale kindcentra (IKC’s) heeft in 2014 ook geleid tot extra toezicht- en handhavingsstaken. Enschede streeft naar kwalitatief goede kinderopvang en zet hier stevig op in door strikt te handhaven. Onderzoek heeft aangetoond dat met een streng handhavingsbeleid kwaliteitsverbetering kan worden bereikt. Desondanks is het handhaven geen doel op zich. Ook door het inzetten van andere, nietjuridische instrumenten - zoals informeren, overleg en overreding en het maken van verbeterafspraken - streven we in 2015 naar verbetering van de kwaliteit van de kinderopvang in Enschede. Een efficiënt en effectief stelsel van toezicht en handhaving is essentieel voor waarborging van kwaliteit. Concluderend: de gemeente Enschede voert haar wettelijke toezicht- en handhavingstaken goed uit. In 2014 is er wel een teruggang in kwaliteit van de opvang zichtbaar. Om de kwaliteit te verbeteren zetten we in op effectieve handhavingstrajecten. Met volle inzet werken we in 2015 verder aan kwalitatief goede kinderopvang. Ieder kind heeft hier immers recht op!
2
Jaarverslag Toezicht en Handhaving Kinderopvang 2014
1. Inleiding Kwalitatief goede en veilige kinderopvang is essentieel voor de ontwikkeling van een kind. De tijd waarin kinderen worden opgevangen in de kinderopvang is een cruciale periode in de ontwikkelingsfase van kinderen. Kinderen moeten zich kunnen ontplooien binnen een veilige gezonde omgeving en een pedagogisch verantwoord klimaat. Kwaliteit en veiligheid staan voorop, want kinderen vormen een kwetsbare groep. Vanuit de overheid zijn er daarom kwaliteitseisen opgesteld voor kindcentra, gastouderbureaus en gastouders. Deze eisen dient een houder van een kinderopvanginstelling na te leven. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de kwaliteitseisen en handhaven waar nodig. De inspectie van het Onderwijs heeft in 2014 opnieuw geoordeeld dat Enschede haar wettelijke taken goed uitvoert. 1.1 Wettelijke taken In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) is geregeld dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de registratie, het toezicht en handhaving van de wettelijke voorschriften. De GGD houdt namens de gemeente toezicht op de naleving van de regels in de praktijk. De GGD inspecteert kindcentra, gastouders en gastouderbureaus. Wanneer een houder van een kinderopvanginstelling de kwaliteitseisen niet naleeft treedt de gemeente handhavend op. Het College beschikt hiervoor over verschillende handhavingsinstrumenten. Door intensief toezicht en door op te treden tegen houders die de kwaliteitseisen niet naleven werkt Enschede aan kwalitatief goede kinderopvang.
2. Jaarverantwoording Het College stelt jaarlijks vóór 1 juli de toezichtinformatie vast over de toezicht- en handhavingstaken, die de gemeente in het afgelopen jaar in het kader van de Wko heeft verricht. De toezichtinformatie wordt verzonden naar de Gemeenteraad en de Inspectie van het Onderwijs en is bedoeld als jaarverantwoording. In de toezichtinformatie zijn vijf indicatoren opgenomen, die op hoofdlijnen weergeven in welke mate een gemeente erin is geslaagd te voldoen aan haar verplichtingen. Het geeft door deze summiere weergave echter geen beeld van de kwaliteit binnen de kinderopvang. Om een compleet beeld te geven van ontwikkelingen, uitgevoerde werkzaamheden en behaalde resultaten is ter aanvulling dit jaarverslag geschreven. 2.1 Toezichtinformatie De landelijk gegenereerde toezichtinformatie over 2014 laat zien dat Enschede haar werkprocessen goed op orde heeft, de taakstellingen behaald zijn en dat wordt voldaan aan de handhavingsplicht. Enschede scoort hiermee beter dan andere gemeenten van vergelijkbare grootte. 2.2 Verlenging A-status De inspectie van het Onderwijs toetst jaarlijks of een gemeente haar wettelijke taken op grond van de Wko naar behoren uitvoert. Zij beoordeelt of gemeenten die taken en verantwoordelijkheden goed vervullen door hen de status A, B of C te verlenen. Bij een status B of C maakt de Inspectie van het Onderwijs verbeterafspraken met het College. Enschede heeft sinds 2012 de A-status en voert dus haar wettelijke taken goed uit. In 2014 is de A-status opnieuw verlengd. Het behouden van de A-status is een mooi resultaat. Kwalitatief goede en veilige kinderopvang is essentieel voor de ontwikkeling van het kind. Elk kind heeft hier recht op.
3. Registratie kinderopvanglocaties In het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) staan alle voorzieningen voor kinderopvang geregistreerd. Het College is verantwoordelijk voor een juiste, volledige en actuele registratie. Voordat een houder van een kinderopvangvoorziening mag starten met de exploitatie dient hij de kinderopvangvoorziening te laten registreren in het register. De gemeente toetst vóór registratie of de kinderopvangvoorziening aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet om de kwaliteit zoveel mogelijk te borgen. In het LRKP staan ook alle inspectierapporten.
3
Jaarverslag Toezicht en Handhaving Kinderopvang 2014
Aantal kinderopvanglocaties In Enschede staan op 31 december 2014 de volgende voorzieningen voor kinderopvang geregistreerd: Tabel voorzieningen kinderopvang Enschede
Opvangvorm
2013
2014
Kinderdagverblijf
72
69
Buitenschoolse Opvang
49
50
Gastouderbureau
5
4
Gastouders
421
392
Bron: cijfers uit LRKP/GIR peildatum 31 december 2014
Bovenstaande tabel laat een lichte daling zien van het aantal locaties. Een verklaring voor deze daling is vraaguitval door bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag waardoor de kinderopvang duurder is geworden. Daarnaast spelen demografische effecten mee als een daling van het geboortecijfer. Ook hebben een aantal ouders door de economische recessie hun baan verloren. De dalende trend van het aantal geboortes is in 2014 wel omgeslagen in groei. De verwachting van het CBS is dat deze groei de komende jaren doorzet, waardoor naar verwachting het aantal voorzieningen weer zal gaan groeien.
4. Toezicht en handhaving Gemeenten zijn verplicht jaarlijks alle voorzieningen voor kinderopvang binnen de gemeente te laten inspecteren. Een uitzondering betreft de gastouders. Van de voorzieningen voor gastouderopvang dienen gemeenten jaarlijks minimaal 5% te inspecteren. De GGD inspecteert locaties op basis van een risicoprofiel, waarbij per locatie de kans wordt ingeschat dat men verantwoorde kinderopvang biedt en blijft bieden. Een inspectie ‘op maat’ dus: minder controle waar dat kan en meer waar dat moet. Naast de jaarlijkse onderzoeken bestaan er nog een aantal andere onderzoeksvormen: • een onderzoek voor registratie; • een onderzoek na registratie; • een incidenteel onderzoek naar aanleiding van een signaal; • nadere onderzoeken in het kader van handhaving. Op alle inspectierapporten met een handhavingsadvies volgt een handhavingstraject.
4.1 Ingezette handhavingstrajecten kalenderjaar 2014 In de tabel hieronder een overzicht van de ingezette handhavingsacties binnen het kalenderjaar. Tabel handhavingsacties kalenderjaar 2014
Opvangvorm
Handhavingstraject
Handhavingsacties Aanwijzing
Kinderdagverblijf
53
Last onder dwangsom Innen Last onder dwangsom Aanwijzing
Buitenschoolse Opvang
11
Last onder dwangsom Innen Last onder dwangsom
Gastouderbureau
1
Aanwijzing
Gastouders
1
Aanwijzing
49 4 3 7 4 1 1 1
Bron: controlelijsten DUO, gebaseerd op gegevens uit LRKP/GIR
4
Jaarverslag Toezicht en Handhaving Kinderopvang 2014
Een handhavingstraject start normaliter met een aanwijzing. In een aanwijzing staat welke voorschriften onvoldoende worden nageleefd. Ook staat er in de aanwijzing aangegeven welke maatregelen een houder moet nemen binnen welke termijn. Wanneer een houder dezelfde overtreding opnieuw begaat volgt een last onder dwangsom. Met een last onder dwangsom krijgt de houder de plicht opgelegd om een overtreding te herstellen binnen een aangegeven termijn. Wanneer een houder binnen de hersteltermijn de overtreding niet opheft wordt de dwangsom in rekening gebracht. De geconstateerde overtredingen in 2014 hadden vooral betrekking op het niet op orde hebben van de risico-inventarisaties en pedagogische beleidsplannen. Ook stonden er relatief vaak te weinig beroepskrachten op de groep. 4.2 Verdubbeling van aantal handhavingstrajecten Het aantal handhavingstrajecten is gestegen van 33 trajecten in 2013 naar 66 handhavingstrajecten in 2014. Deze toename is deels te verklaren door de omzetting van peuterspeelzalen naar kinderdagverblijf. De kwaliteitseisen voor een kinderdagverblijf zijn hoger dan de eisen voor een peuterspeelzaal. Pas na de inzet van handhaving voldeden de voormalig peuterspeelzalen aan de gestelde kwaliteitseisen voor een kinderdagverblijf. Anderzijds is de toename van het aantal handhavingstrajecten toe te schrijven aan het feit dat houders minder aandacht hebben voor de kwaliteit van kinderopvang. Een mogelijke verklaring voor de verminderde aandacht voor kwaliteit is geldgebrek waardoor organisaties pijnlijke maatregelen hebben moeten nemen.
5. Ontwikkelingen Zowel landelijk als lokaal zijn er veel ontwikkelingen binnen de kinderopvangbranche. Om de kwaliteit van de kinderopvang te bevorderen is het van belang om te anticiperen op nieuwe wet- en regelgeving en waar mogelijk invloed uit te oefenen op het nalevingsgedrag van houders. 5.1 Nieuw toezicht voor de kinderopvang Onder leiding van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt gewerkt aan “Het Nieuwe Toezicht”. Door de kwaliteitseisen te herijken, de regeldruk te verminderen en een impuls te geven aan het professionaliseren van de sector zal naar verwachting meer ruimte ontstaan voor maatwerk en innovatie door kinderopvangorganisatie. In 2015 en 2016 zal “Het Nieuwe Toezicht” verder ontwikkeld worden en volgt naar verwachting invoering ervan in 2017. De gemeente Enschede participeert actief in dit traject door deelname aan conferenties en vertegenwoordiging in landelijke werkgroepen. 5.2 Pilot herinrichting inspectieproces Enschede start na de zomervakantie in samenwerking met de GGD de pilot “herinrichting inspectieproces”. Door het inspectietraject anders in te richten kan efficiencywinst worden bereikt doordat het aantal processtappen (zowel bij gemeente als GGD) gereduceerd wordt. Herijking van het inspectieproces biedt meer ruimte voor maatwerk doordat de inspecteur concrete verbeterafspraken maakt met de houder van een kinderopvanginstelling. De interactie tussen inspecteur en houder zal naar verwachting leiden tot een pro-actievere houding van de houder wat de naleving bevordert en de kwaliteit ten goede zal moeten komen. Het meer in overleg treden met houders om te komen tot verbeterafspraken sluit aan bij de uitgangspunten voor “Het Nieuwe Toezicht”. 5.3 Toepassing overleg en overreding Eind 2014 heeft de gemeente Enschede met de GGD werkafspraken gemaakt over de inzet van overleg en overreding. Overleg en overreding is een methode, waarbij een houder de mogelijkheid krijgt een lichte overtreding op korte termijn op te lossen, nog voor de oplevering van het inspectierapport. Het doel van toepassing van “overleg en overreding” is om overtredingen vroegtijdig en informeel op te lossen. Dit komt niet alleen de kwaliteit van de opvang ten goede, maar hierdoor is in sommige gevallen handhaving niet nodig. Door de inzet van overleg en overreding zal naar verwachting het aantal handhavingstrajecten in 2015 dalen.
5
Jaarverslag Toezicht en Handhaving Kinderopvang 2014
5.4 Nieuw handhavingsbeleid In 2015 stelt het College de nieuwe beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen vast. Met deze beleidsregels wordt een veel compactere handhavingsmodel geïntroduceerd waarin de laatste wijzigingen in wet en regelgeving zijn meegenomen. Daarnaast betreft het ook een aanscherping van het huidige handhavingsmodel. Landelijk onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat strakke handhaving de naleving van de regels bevordert en dus de kwaliteit van de opvang verhoogt. De nieuwe beleidsregels bieden de gemeente meer ruimte om snel en, wanneer nodig, strenger handhavend te interveniëren ter verbetering van de kwaliteit en veiligheid van de opvang. 5.5 Handhaving nadere regels subsidievoorwaarden VVE De gemeente Enschede hecht groot belang aan een goede uitvoering van de vroeg- en voorschoolse educatie (VVE). De VVE is een belangrijk instrument om te voorkomen dat een kind met een taalachterstand aan het basisonderwijs begint. Daarom heeft het College in 2013 op grond van de Verordening ‘Peuter -en VVE-arrangementen’ extra kwaliteitseisen (nadere regels) geformuleerd die aanvullend zijn op de voorschriften gesteld bij of krachtens de Wko. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over de noodzaak om twee volledig VVE-gecertificeerde leidsters op een groep te hebben. Vanwege de duur van de opleidingstrajecten die daarmee samen hangen, hebben we met de kinderopvangorganisaties afgesproken dat we deze regels pas per 1 januari 2016 strikt gaan handhaven. Als een subsidieontvanger de verplichtingen niet nakomt kan dit gevolgen hebben voor de subsidie. De uitvoering van het toezicht en de handhaving zal bij team Onderwijs & Kinderopvang belegd gaan worden. 5.6 Efficiënter gebruik schoolgebouwen Het herschikkingsonderzoek onderwijshuisvesting heeft mogelijk ook consequenties voor kinderopvanglocaties die in schoolgebouwen gehuisvest zijn. Wanneer er door herschikking veel verhuisbewegingen gaan ontstaan leidt dit direct tot een toename van de toezichtstaken en mogelijk ook handhavingszaken. Een verhuizing van een kinderopvanglocatie betekent immers dat deze opnieuw geïnspecteerd moet worden. Een dergelijk effect hebben we ook in 2013 en 2014 gezien bij de vorming van de IKC’s. De eventuele gevolgen van het onderzoek voor kinderopvanglocaties zullen in de loop van 2015 duidelijk worden.
6. Conclusies De jaarverantwoording 2014 laat zien dat Enschede haar werkprocessen met betrekking tot het uitvoeren van de wet kinderopvang goed op orde heeft. Enschede scoort hiermee beter dan andere gemeenten van vergelijkbare grootte. In 2014 heeft de Inspectie van het Onderwijs de gemeente Enschede wederom de zogenaamde A-status verleend wat inhoudt dat Enschede haar wettelijke taken naar behoren uitvoert. Ondernemers in de kinderopvangbranche hebben nog steeds te maken met vraaguitval door bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag. Ook spelen demografische effecten en de economische recessie een rol. De meeste vraaguitval leidt tot het minder afnemen van dagen en dagdelen. Het aantal kinderopvanglocaties daalt hierdoor niet evenredig. In 2014 waren er in Enschede 3 locaties minder dan in 2013, een daling van 2%. Het aantal gastouderlocaties daalde met 7%. Ten opzichte van het jaar 2013 is het aantal handhavingstrajecten in 2014 verdubbeld. Deels is deze toename te verklaren door de omzetting van peuterspeelzalen naar kinderdagverblijf waarvoor hogere kwaliteitseisen gelden. Anderzijds is het hoge aantal overtredingen te verklaren door een verminderde aandacht voor kwaliteit van ondernemers binnen de kinderopvang. Gezien alle ontwikkelingen zal het komende jaar veel veranderingen brengen. In 2015 werken we verder aan kwalitatief goede en veilige kinderopvang door het toezicht-en handhavingstraject efficiënt en effectief in te richten met meer aandacht voor maatwerk en preventie. Mogelijke verhuisbewegingen in verband met de optimalisatie van het gebruik van schoolgebouwen leveren een extra financiële last op voor toezicht en handhaving kinderopvang. Een dergelijk effect is ook gebleken bij de vorming van de integrale kindcentra. Ondanks dat Enschede haar toezicht -en handhavingstaken goed uitvoert is de kwaliteit van de opvang nog niet altijd goed. In 2015 zetten we in op kwaliteitsverbetering. Ieder kind heeft immers recht op goede opvang!
6