Jaargang 2010 nummer 10
Van de redactie De winter begon in 2009 al weer vroeg met sneeuw en vorst. Tijd voor bezinning en actie. Vooral actie om de nieuwe uitgave van de oale maarke te realiseren. Met de uitgave van nummer 10 is onze stichting al weer 5 jaar bezig met het infoblad. Niet alleen om onze activiteiten onder uw aandacht te brengen maar ook om aan te geven dat de stichting onze donateurs heel belangrijk vindt voor hun steun in welke vorm dan ook. En dat het infoblad wordt gelezen, is duidelijk uit de vele reacties die de stichting mondeling dan wel per e-mail ontvangt. Omdat de stichting vindt dat een nog bredere bekendheid moet worden gegeven aan het doen en laten van onze club en het feit dat de Twentsche Courant/Tubantia de dorpspleinen heeft opgeheven, is de stichting gestart met een website www.heemkunde-albergen-harbrinkhoek.nl. Markeer deze link in uw browser! Aangezien de naam van de site nogal lang is, zijn de namen www.heemkundealbergen.nl of www.heemkunde-harbrinkhoek.nl ook geactiveerd. Ook dan komt u op de site www.heemkunde-albergen-harbrinkhoek.nl uit. Het zal nog enige maanden duren voordat de site redelijk operationeel is. Maar laten we ons infoblad niet vergeten! Onze schrijvers leveren weer hun bijdrages over de natuur, een honderd jarige, de plaatselijke bureauhouder, enz. Dus als u ook een bijdrage wil leveren in welke vorm dan ook. Laat het ons weten en neem contact op met een van de leden zoals vermeld op pagina 41. Dan wensen we u ‘Zalig Nieuwjaar’ toe en veel leesplezier! De Redactie
Voorpagina De grote foto
IJsbaan van ijsclub Albergen op Bous-Mös. De vroeg invallende winter heeft ook zo zijn plezierige zijde.
De kleine foto 50-jarig kloosterfeest van Zuster Idelfonsa Lentferink uit Harbrinkhoek. 3
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Inhoudsopgave Van de redactie Drie maanden Noord-Oost polder Wat ging er fout Plaatselijk Bureauhouder 4 Opgespoord 3 De smoklers Rhabarbertaart Grafmonument gerestaureerd Gewoon doorgaan met ademhalen Wie (her)kent deze personen? Werkstuk Boeren- en Tuindersleergang 3 Opgespoord 4 Gezocht De kerkuil in 2009 Wat betekent Twente Overzicht schenkingen periode 2009 Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek Maak ook uw buurman of buurvrouw lid
1 mei 2008: Hinvertsweg vanaf de Zenderseweg gezien. 4
3 5 8 9 14 16 17 18 20 24 26 33 33 34 38 40 41 42
Jaargang 2010 nummer 10
Drie maanden Noord-Oost polder Uit het oorlogsdagboek van J.H. Demmer 14 december 1944 - 17 maart 1945 Zondag 25 Februari Als we om 8 uur in Ens zijn voor de kerk, is Vincken met de wagen bezig. Het blijkt dat ze al vanaf 3 uur vannacht bezig zijn de wagen aan het lopen te krijgen. De heer Vincken vertelt ons dat hij gisteren de Burgemeester op bezoek heeft gehad. Deze was om half vijf per fiets uit Fleringen vertrokken naar Kampen. Hier had hij gesproken met de Heren Kretsma en Troost, met als resultaat dat wij per 15 Maart een ontslagbewijs krijgen van de Polder Directie. Dit ontslagbewijs kunnen wij dan in Tubbergen inleveren voor een ausweis. Van Kampen uit was hij doorgefietst naar de polder, waar hij in Ens gesproken heeft met Meester Vincken. Vanuit Ens is hij dezelfde dag weer per fiets naar Fleringen vertrokken. De Pater is weer te laat, zoodat er voor de Mis geen biechthoren is. Wanneer wij na de kerk het eten op hebben en nog even napraten, komt er iemand vragen of wij willen helpen een schip met kinderen te lossen. Het gaat hier om een boot die met ± 50 kinderen en enkele leidsters, op weg is naar het Noorden, om de kinderen op het platteland onder te brengen. Over het IJsselmeer had hij in een sleep gevaren. De kapitein van de sleepboot was ‘s nachts de koers kwijt geraakt en zoodoende Schokkerhaven gemist. Om 5 uur ‘s morgens hebben ze voor de pontonbrug op de dijk gezeten. Nadat ze hiervan los waren, moesten ze weer terug naar Schokkerhaven, waar ze de vaargeul naar Ramspol op konden. Door het stormachtige weer met een harden westenwind, waardoor de zee zeer ruw was, waren er verscheidene kinderen bij die zeeziek waren. Toen ze uit de boot waren, gingen ze naar de kantine, waar ze ieder een kop koffie kregen. Al gauw kwam er bij de warme kachel een andere stemming in. ‘s Middags werden ze over de kamers verdeeld en kregen ze warm eten. Op kamer 27 hebben ze er 20 gehad, op 22 waren er 5, terwijl er op 23 18 waren waren die alles opaten wat er was. Na de middag zijn de grootsten naar Ens naar de kerk geweest. De kleinsten bleven in de kamers of in de kantine waar het druk en warm was. Om 5 uur kregen ze pannekoek. Hierna hebben we weer geholpen met inladen, waarna 5
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
ze direct in hun provisorische bedden gingen en wij mochten ze onderdekken, want de leidsters gingen liever vrijen. Op kamer 23 waren de volgende kinderen: Janna van Dalen, Johanna van Sleeswijk, Alida van der Ham, Rika van Daalen, Geertrui van Daalen, Baukje Weewer, Tiny van der Wolf, Coby van der Wolf, Thijs Erbes, Arien Kooy, Theo Renema, Henk Smits, Frits Lookman, Bobby ??, Greetje Andrea.
Maandag 26 Februari Het is mooi weer met veel wind en een heldere blauwe hemel. De Tommy’s die druk overvliegen zijn goed te zien. Enkele jagers vliegen zoo laag dat men de piloot in de cockpit kan zien zitten. In het kamp is het zeer rustig, daar ook de mensen uit Kampen, die hier in grote getale werken in de polder, niet zijn komen opdagen. In Kampen moesten alle mannen tusschen 17 en 30 jaar zich melden. Hedenmorgen is er op het magazijn een paard geslacht, hetwelk zijn poot had gebroken. Dit werd ‘s avonds tusschen 4 en 5 uitgepond. Hiervoor was veel animo. Al de jongens van kamer 27 kregen een pond, ook de leider kreeg een pond. ‘s Avonds wordt er op kamer 27 druk gebakken en gebraden. Dit is mogelijk omdat 27 een onderduiker heeft, een stille kachel. H. Smienk gaat wel vooruit maar is nog niet weer klaar.
Dinsdag 27 Februari Het weer is zacht en lijkt ‘s morgens naar regen, maar om een uur og negen klaart het op en het wordt alsnog een mooie dag. Vandaag geen vliegtuigen, wel komt er vanavond een V1 over het kamp met een zeer raar geluid. De jongens zijn vandaag allemaal van verlof teruggekomen, behalve Ophuis en Oude Bruil. Ook Veldhuis is weer meegekomen. Ze hebben een voortreffelijke reis gehad. Wel eenige bandenpech, maar verder geen narigheden. In Twenthe is het rumoerig vanwege de vele V1’s, die er worden afgeschoten. Ook de Tommy’s zijn daar de hele dag in de lucht.
Woensdag 28 Februari Het weer is kalm, mar triest en koud. De lucht is betrokken. Er vliegen vandaag enkel jagers, waarvan er een paar heel laag over Ramspol en omstreken vliegen. Vandaag zijn Groot Hemmink zijn paarden gaan lopen. Hij reed in draf de bult 6
Jaargang 2010 nummer 10
af, dit had nog wel goed gegaan, maar toen er een hoofdstel brak was het mis. Dit zag hij ook zelf wel aankomen, zoodat hij van de wagen afsprong en eerst nog een eind meeliep doch zonder resultaat. De paarden vlogen de bult af en de Duitse loods binnen. In de loods zijn ze omgedraaid en toen blijven staan. Verder was er niets kapot. Ophuis en Oude Bruil zijn vandaag van verlof teruggekomen. Ze zaten van boven tot onder de modder. Ja ze hadden de modder zelfs nog achter de oren zitten. Want deze heren die een dag langer verlof moesten hebben dan de anderen, hebben onderweg vier keer dekking moeten zoeken voor vliegeraanvallen. Hedenavond gaat het licht om 9 uur uit, dit in verband met de verandering van de werktijden, welke morgen 1 Maart ingaan. Vandaag is er ook nog een voer hooi in de sloot gereden. De voerman was G. Bekhuis.
Donderdag 1 Maart Aanvankelijk is het weer zacht en betrokken, tegen de middag begint het te regenen en waaien. Na de middag wordt het weer droog met noordwesterstorm. Met ingang van vandaag zijn de werktijden veranderd en zijn als volgt: Maandag t/m vrijdag: 07.30 - 09.20 uur 09.40 - 12.30 uur 13.00 - 15.20 uur 15.40 - 17.40 uur Zaterdag: 07.30 - 09.20 uur 09.40 - 12.30 uur 13.00 - 15.20 uur Hedenavond kwam Geesteren dat in het kamp Ens ligt bij ons in de kantine. Bij hun in de kantine was aangeplakt dat er hedenavond op Ramspol een filmvoorstelling zou zijn. Dit is niet zoo, zoodat Geesteren voor niets naar Ramspol is geweest in deze storm. Wordt vervolgd.
7
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Wat ging er fout de oale maarke 9 Zoals u wellicht heeft gezien was de omslag aan de binnenzijde niet in kleur maar in zwart/wit gemaakt. Bij de productie van ons infoblad is dit bij de drukker fout gegaan. Daardoor zijn de logo’s van onze sponsoren niet in kleur. En we hebben als stichting onze sponsoren hard nodig. In de vorige Oale Maarke stond een artikel met als titel de poort naar Noordoost Twente. Dit artikel behandelde een stukje geschiedenis van de dorpen Albergen en Harbrinkhoek. O.a. werd hierin genoemd een ridder van Harberinck, met zijn riddergoed aan de Haarbrinksweg, nu nummer 83. Zeker is dat hij geen ridder was, maar dat hij onderdanig was aan het hof van Ootmarsum. Zie de uitgave: Verbonden door de echte van René Rorink uit 1996. Wij komen hier echter in de volgende uitgave van de Oale Maarke nog op terug. Wij bieden hiervoor onze excuses aan! De Redactie
16 oktober 1923 Het vaderland
Hevig onweer Tijdens een kort, doch hevig onweer is Zondag de bliksem in den ongeveer 35 M. hoogen fabrieksschoorsteen van de firma ter Riel te Albergen bij Almelo geslagen. De schoorsteen viel met veel geraas voor het grootste deel naar beneden. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor, daar het Zondag en geen personeel aanwezig was. Ook op verschillende plaatsen in deze omgeving is de bliksem ingeslagen, zonder evenwel veel schade te veroorzaken. 8
Jaargang 2010 nummer 10
Plaatselijk Bureauhouder 4 Eind jaren dertig van de vorige eeuw was vooral de landbouw de crisisjaren te boven, maar dat duurde maar even! De Tweede wereldoorlog (W.O.-II) brak uit, en de stelregel voor de landbouw was; Voedselvoorziening voorop ! Al voor de oorlog volgde de aanstelling van Provinciaal Voedselcommissaris (P.V.C.) die op zijn beurt weer de Plaatselijk Bureauhouder (P.B.H.) benoemde, en er kwam een inventarisatie van de akkerbouw en het vee, die door de controleurs werden opgesteld. De akkerbouw was van groot belang voor de voedselvoorziening van de mens, maar ook na het inkrimpen van de veestapel alle hens aan dek voor het deel van de veevoeding. De akkerbouw had een uitgebreide administratie nodig, waar in totaal duizenden administrateurs en controleurs zich mee bezig hielden, onder toezicht van de P.B.H.-’s. Enkele jaren voor de W.O.-II was Nederland nog slechts voor 67% zelfvoorzienend, de rest werd ingevoerd en daar moest verandering in komen als Nederland geïsoleerd zou raken in tijd van oorlog. Zoals reeds in De oale Maarke no. 8 is vermeld, lag de bevoorrading van voedsel voor de mens in oorlogstijd in de verschuiving van dierlijk naar plantaardig voedsel. Volgens E.J. v. Zalk in de Twentsche Courant Tubantia ̏ Lezers schrijven ̋ van 8 april 2008 heeft een dier voordat het tot vlees is verwerkt zoveel voedsel gegeten, waar wel drie keer zoveel mensen van gevoed zouden kunnen worden. Ik ben geen vegetariër. Maar we moeten vlees wel als luxe beschouwen. Zelfs op het platteland werd vroeger geen vlees gegeten, hooguit een hasje spek (tot zover citaat). Toen de veestapel was geregeld ter besparing van graan en kunstmest voor ontginningsgebieden zoals heidevelden, kwam er een verbod op vervoer en aflevering van landbouwproducten. Ook het dorsen van graan op de boerderij was verboden, tenzij er ontheffing was (Dorsbesluit 1939). Via landbouwstandsorganisaties werd in de crisisjaren voor de oorlog al opgeroepen tot het realiseren van een hogere productie. Mede door de hoge voedingswaarde, maar vooral door subsidieregelingen was er een overschot aan consumptieaardappelen, er werd aangedrongen op extra maatregelen en er kwam een teeltheffing (inning) van 50 gulden per ha. Om de boeren te ondersteunen en de markt van de consumptieaardappel 9
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
te beschermen, werd een premie uitbetaald voor het denatureren (= oneetbaar maken door smaakbedervende stoffen). Er werden geen stoffen toegevoegd, maar de aardappel werd herkenbaar beschadigd zodat ze niet als consumptieaardappel maar als veevoer werden gebruikt. Volgens overlevering ging dit als volgt; Een daarvoor aangestelde controleur ging naar de boeren die zich daarvoor hadden opgegeven, en zijn eerste taak was het opmeten van de hoeveelheid kg aardappels die de boer als veevoer zou gebruiken. De aardappelen werden b.v. op de deel uitgelegd en aan stukken gehakt. Bij controle moesten bij elke 10 aardappelen er 7 stukgehakt zijn, en konden dan niet meer als consumptieaardappel op de markt worden aangeboden. De controleur vulde het bijbehorende formulier in en stuurde het naar de voedselcommissaris (P.V.C.), en de subsidie werd aan de boer overgemaakt via de Bondsspaarbank. Bij het begin van de oorlog was het afgelopen met het denatureren! Tussen 1939 en 1941 werden de relatief lage landbouwprijzen in Nederland opgetrokken aan Duits niveau. De forse verhoging kwam neer op 30 tot 40 %. In dezelfde periode werd uit voorraad, en op geheel vrijwillige basis 70.000 ton aardappelmeel (overeenkomend met 400.000 ton aardappelen) geëxporteerd voor het merendeel naar België. Op 23 mei 1940 werd via de P.V.C. van Friesland contact opgenomen met Duitsland over de levering van aardappelen per trein, voorlopig 1000 wagons; er was een overeenkomst over de prijs. Het kwam zelfs voor dat aan Duitse importeurs zonder vergunning werd verkocht. Maar gaandeweg de bezetting veranderde de situatie snel, door de onverwachtse strenge vorst in november 1941, ging veel van de voorraad verloren en kan weinig aan de aardappelindustrie worden geleverd. Vanuit Duitsland werd in een brief aangegeven grote behoefte te hebben aan aardappelmeel voor de productie van lijm, papier, farmaceutische industrie en bij ijzerproductie. De Reichswirtschaftsminister dacht, dat Nederland wel 17.500 ton zou kunnen leveren; het werd slechts 1.365 ton en dan nog naar België. De totale productie was meer dan 155.000 ton, op de totale hoeveelheid dus zeer weinig. Ook in 1943/44 bedroeg de export slechts 397 ton. De totale voorraad aardappelmeel tussen september 1942 en september 1944 ging van 8.719 naar 21.627 ton. 10
Jaargang 2010 nummer 10
De voorraadvorming was zeer verstandig en deze toont tevens aan, dat de aardappelen voor de consumptie overbodig waren.
Aardappelstomer Aannemelijk is dat er werd gezocht naar een mogelijkheid om de aardappelen massaal te kunnen koken, want de voedingswaarde van de gekookte aardappel is veel hoger. Dit gebeurde meestal in een fornuispot, en was kleinschalig en arbeidsintensief. Al voor de W.O.-II werd er geëxperimenteerd met het stomen van aardappelen, de gestoomde aardappelen werden ingekuild en bedekt met stro en zand en als veevoer gebruikt. Tijdens de oorlog werd deze regeling beëindigd, maar na de oorlog werd de subsidie weer ingesteld, en de aardappelstomer werd massaal gebruikt tot ver in de jaren vijftig. Het werd duidelijk dat vooral de kleinere gemengde bedrijven het moeilijk hadden na het inleveren van hun kippen (75%) en voor de oorlog eigenlijk al in de problemen kwamen. Eind 1941 was de varkensstapel zelfs met 56% verminderd in vergelijking met juni 1940. Het scheuren van grasland voor de verbouw van vooral aardappelen en suikerbieten Schets van een stoommachine tijdens de oorlogsjaren zou een alternatief kunnen zijn en ter compensatie werd dan een premie uitbetaald. De verhouding tussen bouwland en blijvend grasland werd daardoor gewijzigd, en de graan- en aardappelarealen werden vergroot. In het begin van de oorlog was er eigenlijk sprake van een krankzinnige situatie, de graanschuren puilden uit van de voorraad, terwijl men bezig was met een situatie van tekorten. Ook werd er een Technische Commissie opgericht, en sommige bedrijven gingen aan de slag met een silocommissie met technisch adviseurs o.a. over de bouw van silo’s voor het inkuilen van gedroogd voer en gestoomde aardappelen, want ook na de oorlog werd het stomen van aardappelen weer actueel. 11
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
In 1943 werd voor de teelt van suikerbieten een suikerpremie ingevoerd, en was bedoeld om bij het verbod tot prijsverhoging het teeltoppervlak van suikerbieten op peil te houden, omdat in het voorjaar van 1942 bleek dat de inzaai minder was, en zodoende onder druk kwam te staan. De suikerpremie werd door sommigen als onbillijk beschouwd! De landbouwarealen werden flink vergroot, mede door het ontginnen van heidevelden en het bouwrijp maken van een gedeelte van de reeds drooggelegde N.O.P. (een gedeelte van de Zuiderzee). In totaal is ± 18.000 ha in cultuur gebracht op het eind van de bezetting. Maar ook aan joods grondbezit werd ± 9.000 ha grond aan pachters of kopers overgedragen, dit was 0,4 % van het totale areaal, maar toch! Daar stond tegenover dat veel van de akkerbouwgronden verloren ging aan tuinbouw (± 15.000 ha). Iedere boer mocht 5 are = 500 m² voor eigen verbruik verbouwen.
Wehrmacht gaat voor Ten bate van de voedselvoorziening moesten in december 1944 op een van de vele boerderijen in de N.O.P. ter grootte van 500 ha die reeds in cultuur was gebracht 100 man uit dit district te werk worden gesteld, en zoveel mogelijk op vrijwillige basis waarvan 39 man uit Albergen en 18 man uit Harbrinkhoek. Een bepaald percentage van de meeste producten moesten de boeren leveren aan de voedselvoorziening. De normale straf bij overtreding was in beslagname en/ of boete. Dit ging dan meestal om grote partijen, en dan kan de in beslagname hard aankomen. De vertrouwensmannen van de voedselcommissarissen stonden onder hoge druk om van de akkerbouwers een zo hoog mogelijke inlevering te verkrijgen. De overproductie van o.a. aardappels en granen moest zoveel mogelijk worden gebruikt voor het bakken van brood voor de noodlijdende bevolking. Duitsland was voor 83 à 87 % zelfvoorzienend, en had graan en aardappelen over voor eigen menselijke consumptie; Duitsland zou dus moeten bijspringen. Hun stelregel was, dat de belangen van de Wehrmacht voor die van Nederland gingen, en van hulp vanuit Duitsland kwam weinig terecht. Eigenlijk was er een noodzaak van samenwerking tussen de Duitse Wehrmacht en de Nederlandse Voedselvoorziening, maar door de enorme krachtsinspanning van het uitgestrekte oorlogsgebied van het Duitse Rijk moest dit tot een minimum beperkt blijven. De voedselvoorziening werd alleen door de Nederlandse overheid overeind gehouden en geregeld, maar deze had daarbij niet de vrije hand. Door de geringe 12
Jaargang 2010 nummer 10
bezetting aan Duits personeel kan alleen controle worden uitgeoefend op de naleving van de voorschriften, wat dan meestal gebeurde door Nederlanders die met de vijand heulden, de z.g. collaborateurs zoals N.S.B. en Landstand. Hun inbreng was gering, maar wel een blok aan het been van de hele voedselvoorziening. Voor de P.V.C.-’s en de P.B.H.-’s met hun controleurs was het niet altijd gemakkelijk om de boeren te overtuigen van de noodzaak van inlevering van een bepaald percentage van hun producten. Ze stonden vaak tussen twee vuren bij de controle van de geoogste producten als aardappelen en granen. De boeren bleven weigerachtig ondanks de vergoeding bij inlevering van hun producten. De Wehrmacht ging immers voor! In het voorjaar van 1941 werd de aardappel gerantsoeneerd, een mislukte oogst zou de oorzaak zijn maar in werkelijkheid ging alles de grens over naar Duitsland. Dit motiveerde de akkerbouwers niet! Zoals reeds vermeld in De oale Maarke #9, de hongerwinter 1944 - 1945, raakte het westen van ons land volkomen geïsoleerd, en alles ging naar Duitsland. Men kan zich dan ook afvragen of o.a. de spoorwegstaking, die men in september 1944 invoerde een gelukkige keuze is geweest; door de embargo die daarop volgde door de Duitsers raakte het Westen van ons land volkomen geïsoleerd van voedseltoevoer. De medewerking tussen de Nederlandse Voedselvoorziening en de Duitse Wehrmacht was goed te noemen, maar het bezettingsleger kwam wel op de eerste plaats. Wordt vervolgd.
27 oktober 1939 Het vaderland
Jan Velthof
Overleden 25 oktober 1939 H.J.G. Eenhuis, m.g. 70 jaar, Albergen
13
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Opgespoord 3 In de vorige uitgave was het eerste deel van onderstaande foto afgedrukt met de vraag of u hier bekende gezichten ziet. Trots kunnen we u onder voorbehoud het volgende melden. Hier staat het bruidspaar Jan Frielink en Mina Alberink met hun familieleden en kennissen op. Personen waarvan de namen nog niet bekend zijn, worden niet vermeld. 1 = Johan Sand 32 2 = Jans Kamphuis (hotten) 33 3 = Hendrik Braakhuis (moots) 34 4 = knecht van Frielink? 35 5 = Marie Timmerhuis-Frielink 36 6 = Susan Alberink-Kamphuis 37 7 = Eduard Frielink 49 8 = Johan Alberink 51 9 = Betsie Lamtink Frielink Ben 52 10 = Frans Evers 53 11 = Meys Goossen-Alberink? 54 12 = Riek Frielink 55 13 = Riek Alberink-Lamtink 56 25 = Bernard Bos 57 26 = Marie Bos-van den Berg 58 30 = Johan Goossen 59 31 = Leida Alberink-Horstman 60
= = = = = = = = = = = = = = = = =
Gerard Frielink André Frielink Dien Evers-Frielink Bernard Alberink Annie Frielink-ten Asbroek Hendrik Frielink Dika Kamphuis-v. d. Wal Hanna Frielink (Fleringen molen) Leida Haarhuis-Lubbers Hanna Alberink-Timmerman Meys Goossen-Alberink? Hanna Kemna-Alberink Feem (kosthuis bruidspaar?) Betje Frielink-Vonke Evers-Kuipers Jan Frielink Mina Frielink-Alberink
14
Jaargang 2010 nummer 10
15
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
De smoklers Stikdeuster is t, van dichtby en van veern, De maon is vot, y zeet ginne steern. Nen dikken daamp, fiene droppels slaot neer, t Is waj neumt, echt smoklersweer. Dieks vuuran, n puutken koffie, den wet waor e geet, Dan Jans, pekkes botter, ok hee wet bescheed. Dree Graads, sièten gaorn, vuur gin-kaant n paol, En achteran Hêrm, vuur t eerste maol. Op ees:”Halt kommiezen, sta of ik schiet!” “Loop keâls”, röp Dieks, wy zeent er subiet. Ze scheet zo nog nich, west meer nich bange, t Is grootsprekkery, dat ken wy allange!”. Twee schötte, nen vlök, nen schreeuw, nen gil, “vuuroet keâls, wy zeent er!” Dan is t wier stil. “Den aap hèm wier binnen. Wy zeent aover n streep! Haost wassen oons dee düvelske keâls te leep! “Dieks, Jans, Graads: waor is Hêrm, nommer veer?” Ze roopt en ze loert mer vernemt em nich meer. ‘s Anderdaags, vuur de zun, in nen dreugn sloot Veun ze m wier op zien puutken, meer Hêrm was dood.
6 maart 1924 De NRC
Andere gemeenten ALMELO. In de Dinsdagavond gehouden vergadering van den gemeenteraad is besloten, van de provincie Overijssel in eigendom en onderhoud over te nemen het gedeelte van den provincialen weg Almelo-Denekamp van de Loolee-brug tot de splitsing van de wegen naar Tubbergen en Albergen. De soc.-dem. en de communistische raadsfracties hadden het voorstel ingediend tot het instellen van een commissie van advies in zake geschillen tusschen de arbeiders tewerk gesteld bij de 16
Jaargang 2010 nummer 10
gemeentelijke werkverschaffing en de ambtenaren der Nederl. Heidemaatschappij, die met de uitvoering belast zijn. B. en W. wilden van een dergelijke commissie niets weten, en de voorzitter verklaarde, dat wanneer het voorstel mocht worden aangenomen, hij dit ter vernietiging zou voordragen. Het voorstel werd aangenomen met 11 tegen 7 stemmen.
Rhabarbertaart Men maakt een deeg van 250 gram boter, 125 gram meel, 5 eetlepels water en 3 theelepels bakpoeder, rolt het deeg uit en neemt 3/4 van de massa voor den taartbodem, terwijl men 1/4 in strooken snijdt. Dan bestrooit men den bodem van den taart met tarwebroodkruim of gestampte beschuit, doet daarop de rhabarber, legt een traliewerk van strooken er over en bakt het een half uur bij flinke hitte. Vulsel van den taart: De rhabarberstelen worden geschild, gewasschen en met veel koud water op het vuur gezet. Dan let men er op, dat de rhabarber niet gaat koken, maar toch tot bijna kookhitte gebracht wordt, waarna men ze onmiddellijk afgiet. Op deze manier trekt er het meeste zuur uit. Laat men ze echter koken, dan blijft er bijna niets over. Als al het water afgegoten is, dan brengt men de rhabarber met veel suiker weder op het vuur, en laat ze naar believen even doorkoken, of geheel tot marmelade. De koek is zeer verfrisschend, als de rhabarber één kwartier kookt. Men moet den koek bij flinke hitte bakken en eerst als hij gaar is, bestrooit men hem flink met suiker. Wil Roosendaal
17
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Grafmonument gerestaureerd Enige tijd geleden werd bekend dat het oudste grafmonument van het parochiële kerkhof te Albergen zou worden verwijderd. De heemkundevereniging heeft hierna actie ondernomen om het monument voor de Albergse gemeenschap te behouden. In goed overleg met de familie en met goedkeuring van het kerkbestuur zijn de grafrechten overgenomen en is het onderhoud van het monument nu bij de heemkunde ondergebracht. Het grafmonument is van Johannes Frielink echtgenoot van Aleida Kuipers geboren 28 februari 1832 en overleden 8 april 1907. Het grafmonument staat in het midden van het kerkhof rechts van het kruis, onder de treurbeuk. Het monument is niet afkomstig van het oude kerkhof dat gelegen was naast het witte kerkje t.w. de waterstaatskerk. Van het oude kerkhof zijn alleen de grafzerken van de tweede en derde pastoor van Albergen resp. de pastoors Warger en Tusveld overgeplaatst naar het huidige kerkhof. De eerste grond voor het huidige kerkhof is op 11 maart 1890 aangekocht van de heer Johannes Bouwhuis. Het monument van de heer Johannes Bouwhuis staat in de directe omgeving van het monument van de heer Frielink. De eerste jaren werd er alleen op het voorste gedeelte tot aan het kruis begraven. Vanaf 1925 is men vanuit het achterste gedeelte, richting het kruis gaan begraven.
De foto dateert van 10 oktober 2008 maar al geruime tijd daarvoor stond het kruis naast de voet van het monument.
Door ouderdom en een constructiefout was het kruis van het monument afgebroken. Door vuil en algenaanslag 18
Jaargang 2010 nummer 10
was de tekst bijna onleesbaar. Daarom moest er actie worden ondernomen. Enkele leden van de heemkundegroep, met technische ondersteuning van de heer Mensink van de Kapittelhuisstraat, hebben de restauratie van het monument uitgevoerd. Omdat het monument heel dicht op de andere graven stond is besloten om het grafmonument een beetje te verplaatsen. Het monument is nu beter toegankelijk en zichtbaar voor de bezoekers van de begraafplaats. Op 1 december j.l. zijn de onderhoudswerkzaamheden afgerond en kan het monument er weer jaren tegen.
Aan de bovenzijde steekt nog een restant van de bevestiging van kruis uit het beton, aan de voorzijde de grotendeels groen uitgeslagen tekstplaat. De stichting Heemkunde Albergen/ Harbrinkhoek is van mening dat het gerestaureerde monument een verrijking is voor het kerkhof van Albergen. De foto’s tonen de oude en nieuwe staat van het monument. Gerrit Maathuis en Hennie Oude Nijhuis
3 december 2009 Het monument is gereed en weer toonbaar. 19
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Gewoon doorgaan met ademhalen -----een honderdjarige in Harbrinkhoek----Lena Lentferink-Wolberink, geboren op 16 september 1909. Maar je geeft haar niet meer dan 85 jaar. Ze beweegt nog vief ook al loopt ze met een stok. Het volle haar keurig in de krul, de ogen alert. Ze heeft al vaker in krantjes gestaan als 100-jarige, nu is het alleen nog zaak om die terug te vinden. Dat wordt moeilijker als je 100 jaar aan herinneringen in je hoofd hebt zitten. Herinneringen zoet of zwaar, die elkaar verdringen. Als ze alleen in haar gezellige woonkamer zit laat Lena al die herinneringen passeren en dan komt ze tot de conclusie, dat het leven goed voor haar is geweest. Lena is een dochter van Gerard Wolberink uit Geesteren Ov. en Maria Smeijers uit Weerselo. Zij was de oudste van 9 kinderen. Het gezin woonde aan de Meijersweg 25 te Geesteren op een boerderij van ongeveer 50 ha. Hun leven veranderde dramatisch toen Maria Wolberink-Smeijers in het kraambed overleed samen met haar jongste, negende kind. Dat betekende echter niet dat Lena als oudste kind het huishouden op zich moest nemen. Er was genoeg hulp op de boerderij, “maar as de moeder dood is, geet de gezelligheed weg.” Na de lagere school ging Lena naar de huishoudschool in
Zuster Adelindis werd geboren op 17 februari 1901 te Quackenbrük, Duitsland. Ze werd slechts 41 jaar en ligt begraven op het R.K. Kerkhof te Tubbergen. Zuster Adelindis is 13 jaar directrice geweest van de landbouwhuishoudschool in Tubbergen. Ze was zeer geliefd en stond midden in de wereld. Haar slogan was, “een gezonde ziel in een gezond lichaam”. 20
Jaargang 2010 nummer 10
Tubbergen, dat was rond 1922. “Altied teggn de wind in fietsn”, zegt ze. Ze vertelt dat ze de huishoudschool veel mooier vond dan de lagere school. De huishoudschool was net opgericht, Lena zat in de allereerste klas. Als ze pudding hadden gekookt moest die buiten afkoelen. Dat roken de jongens van de landbouwschool van meester Bos en die aten de pudding stiekem op…. De directrice zuster Adelindis was een lieve vrouw. Lena leerde koken en handwerken en ze maakte vriendinnen. Maar samen uitgaan was er niet bij, “ik wil nit alleen zittn”, zei haar vader altijd. Gerard Wolberink is nooit hertrouwd. Na haar schooltijd hielp Lena op de boerderij.
Rechts Lena, vooraan links zus An, en de achterste fietsster is Bertha Haarhuis, de Meijer. Tijdens de tweede wereldoorlog Let op de mooie vossensjaal die Lena draagt. werd er geen gebrek geleden op de Jaartal is onbekend. Geesterense boerderij. De familie Wolberink had vier onderduikers, een gezin uit Hengelo. Er overnachtten ook twee Duitse soldaten bij hen op de deel. Die haalden hun eten bij de dames Kok in Geesteren, “in zo’n blik met een hengsel haalden ze het op.” Als er vliegtuigen laag over kwamen vliegen werden ‘de juffers’ uit Hengelo bang, zo bang dat ze onder de tafel gingen zitten. Lena zei dan altijd, “dat hoof ie nit te doon want as ze valt bi’j d’r allemoal ‘west”. Toen de Duitsers de paarden in beslag wilden nemen, nam Lena de paarden mee om ze in de rogge te verbergen. “Oma is niet bang”, zei een achterkleinkind onlangs, het vingertje omhoog. En zo is het maar net, nooit geweest ook.
Oma is niet bang
Lena’s zus Marie, geboren op 4 augustus 1914, trouwde in 1947 met Gerhard Lentferink (“alleman heette Gerrad, ie wusn nit anders”), bijnaam Löwkeboer. Samen met broer Jan Lentferink runden Gerhard en Marie de oude boerderij aan de Almeloseweg 181. Pas toen hij met Lena hertrouwde werd de boerderij opgedeeld en bouwde Gerhard op oude fundamenten van Peuver een nieuwe 21
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
boerderij aan de Oude Almeloseweg (1955), waar de familie nu nog woont. Jan ‘Löwkeboer’ bleef aan de Almeloseweg 181 verder boeren. Enkele jaren geleden overleed hij, bijna 100 jaar oud. Gerhard en Marie LentferinkWolberink kregen op 5 september 1948 een dochter, Mieke. Zes weken later Huwelijksfoto van Gerhard Lentferink en Marie sloeg het noodlot toe. Marie overleed Wolberink waar Gerhard door de fotograaf de aan een longembolie. Daar zit je dan als boer, met een baby en een bedrijf in foto van Mieke in heeft laten monteren. Zo had hij toch nog een aandenken aan zijn gezin opbouw…. Er kwam een huishoudster. “Die had geen verstand van kinderen”, want zijn dochtertje zag hij een aantal jaren zegt Mieke, “ze vond me lastig.” Mieke niet dagelijks omdat zij werd opgevangen bij werd als 1,5-jarige ‘overgeheveld’ naar de familie van zijn overleden vrouw. het ouderlijk huis van haar overleden moeder Marie, Wolberink in Geesteren. Daar ontfermden de thuiswonende ooms en tantes zich over de peuter. Een paar keer per week kwam vader Gerhard Lentferink op bezoek bij zijn dochtertje, “maar dat was ’s avonds en dan moest ik algauw naar bed.” Een eenzaam kind tussen volwassenen, “’s zondags moest ik altijd mee op visite.” Op 13 februari 1958 hertrouwde haar vader met de oudste zus van haar moeder, de 48-jarige Lena Wolberink, onze 100-jarige (zie foto rechts, Mieke met een prachtige strik in het haar). Als 9-jarige liet ze haar vriendinnen in Geesteren achter en verhuisde naar onbekend terrein, Harbrinkhoek. “Dat was moeilijk”, zegt Mieke, “ik ging hier nog maar twee jaar naar de lagere school, te weinig tijd om nieuwe vriendinnen te maken. Tot op de dag van vandaag mis ik broers of zussen. Niemand om, zoals nu, mee te overleggen over moeder Lena.” 22
Jaargang 2010 nummer 10
Vier generaties onder een dak Ook Lena moest wennen toen ze van Geesteren naar Harbrinkhoek verhuisde, “Geesteren is toch mien dorp.” Haar man Gerhard Lentferink overleed op 25 oktober 1991. Nu wonen er vier generaties onder het dak van de boerderij aan de Oude Almeloseweg 25. Mieke is getrouwd met Johan Meyer. Ze kregen drie kinderen: Gerald, Martin en Rian. Alle drie getrouwd, met kinderen. Bij het 25-jarig huwelijksfeest van Gerhard en Lena in Het achtste (achter-)kleinkind 1983. V.l.n.r: Mieke, Gerhard, Johan, Lena, Rian, Gerald is op komst. Gerald is met zijn en zittend op de grond Martin.
Op deze foto is Lena geheel rechts te zien bij het 50-jarig kloosterfeest van haar schoonzus Zuster Idelfonsa Lentferink. Voorste rij v.l.n.r. An - vrouw van Hendrik, Riek - zus, Lena vrouw van Jan, Zr. Idelfonsa - zus Dien, Marie - zus, An - zus, Lena. Achterste rij v.l.n.r: Hendrik - broer, pater Demmer - neef, Herman Booyink - man van Riek, Gerhard, Jan - broer, Hendrik Bolscher - man van An, Harry Derksen - man van Marie 23
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
gezin op de boerderij blijven wonen. Wordt dat overgrootmoeder Lena soms niet te druk? “Nee nooit, ze sind allemoal good ondöggend.” Lena kwakkelt nu wel eens maar ze is haar hele leven ‘good gezond’ geweest. Altijd meegewerkt op de boerderij. Ze gaat nu nog graag even kijken naar de koeien in de stal, of ze schilt aardappelen voor de hele familie. Een dag in de week gaat ze voor de gezelligheid naar de dagopvang. De krant leest ze elke dag maar van de televisie moet ze niet zoveel meer hebben. Vroeger kaartte ze veel. Nu komt Adèle ter Wee twee keer in de week om met haar te rummikubben. Daar geniet ze enorm van, net zoals van haar wegstreeppuzzels. Elke dag gaat ze naar Mieke en Johan voor het warme eten. Het liefst stamppot of erwtensoep. Haar jongste, ongetrouwde zus Bertha is de enige van de familie die nog leeft, samen met Truus, de vrouw van haar broer. Met Bertha heeft ze nog regelmatig contact. Bertha is nog maar 90 .. Wat ze nog mee wil maken in haar leven? Nou gewoon, niks bijzonders, gewoon verder gaan met leven. Betsy Telgenkamp-Bos, tekst Elise Goossen-Haarhuis, fotobewerking foto’s: archief Lena Lentferink en Mieke Meyer-Lentferink
Wie (her)kent deze personen? Van deze foto genomen ter gelegenheid van het huwelijk van ? willen wij graag de namen weten. Dit is de andere helft van de foto uit de vorige uitgave. Ziet u hier bekende gezichten? Geef het dan door aan Jan Velthof, 0546 - 441521
24
Jaargang 2010 nummer 10
25
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Werkstuk Boeren- en Tuindersleergang 3 In de zestiger jaren heeft de heer J.B.M. Kleissen een studie gemaakt van het ontstaan en ontwikkeling van de landbouwcoöperaties de toenmalige C.A.V.V. A.B.T.B. te Albergen. Dit werkstuk geeft nieuwe informatie over het ontstaan van de coöperaties en banken. Het werkstuk is door zijn omvang opgesplitst. Tevens is hieronder getracht het aanzien van het werkstuk zoveel mogelijk overeen te laten komen met het oorspronkelijke werkstuk. Wat een verschil met tegenwoordig waar menigeen over technologisch hoogwaardige apparatuur en software beschikt.
11. AANKOOPCOOPERATIES IN ALBERGEN.
Zoals
de
titel
van
dit
werkstuk
reeds
aangeeft,
handelt deze over “Het ontstaan en ontwikkeling van de landbouwcoöperaties in Albergen”. Maar voor de goede samenhang en om een juist beeld te krijgen, heb ik gemeend dit werkstuk te moeten beginnen met een beschrijving over de toestanden, waardoor de Nederlandse boer genoodzaakt werd over tegaan tot enige vorm van samenwerking, waaruit de coöperaties zijn ontstaan. Welnu, in het voorafgaande hoofdstuk heeft men hierover voldoende kunnen lezen. Vervolgens wil ik een nadere uitéénzetting geven over het wel en wee van de Coöperatieve Aankoop Vereniging te Albergen, thans C.A.V.V. genaamd. Door
de
spontane
medewerking
van
de
plaatselijke
zaakvoerder, die mij de benodigde copie verstrekte d.m.v. Het overhandigen van enige notulen en jaarverslagen, was het voor mij mogelijk om te komen tot de volgende beschrijving. 26
Jaargang 2010 nummer 10
Het ontstaan. Als men zegt, dat de coöperaties zijn ontstaan uit de nood der boeren, dan is dat zeker van toepassing voor de coöperatieve aan- en verkoopverenigingen. Want, toen omstreeks de eeuwwisseling, dus na de crisis, de bedrijven zich gingen uitbreiden hetzij met het houden van varkens (Lombökkers) kippen etc. en vele woeste gronden werden ontgonnen en in cultuur gebracht, waren veevoeders en kunstmest een steeds meer gevraagd artikel. De boer was in die tijd nog teveel afhankelijk van de handel, want van samenwerking op dit gebied was toen nog geen sprake. Al te vaak kwam het dan ook voor dat de boer bedrogen uit kwam bij het kopen van veevoeders en kunstmest. De boer kreeg geen waar voor zijn geld. Lang heeft deze tijd niet meer geduurd. Al spoedig ging men er toe over, om gezamenlijk hun producten aan te kopen. Het waren zg. “Bestelverenigingen” waarvan ook de Albergse boeren gebruik maakten. Eens in het jaar kon men de bestelling kunstmest en veevoeders aan de secretaris der vereniging opgeven. Deze droeg dan de zorg voor de gezamenlijke aankoop. Waren deze bestellingen aangekomen, per spoor op het station in Almelo, of per schip in het kanaal, dan werden de boeren hiervan tijdig in kennis gesteld en kon eenieder het zijne, meestal per paard en wagen, afhalen. Omtrent de gehaltes van o.m. Algiersfosfaat, kaliezouten of andere kunstmeststoffen werden de boeren zo eens in het jaar b.g.v. een bepaalde vergadering op de hoogte 27
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
gesteld door het hoofd der school ter plaatse. Een ander belangrijk nadeel van deze vorm van aankopen, hetzij veevoeders of kunstmest is, dat de boer te grote partijen kwalitatief vaak achteruit gingen. Een ander nadeel hiervan was, dat de aangekochte producten contant betaald
moesten
worden,
hetwelk
voor
verschillende
kleinere bedrijven grote moeilijkheden opleverde. Het risico der persoonlijke verantwoordelijkheid van de bestuursleden welke deze z.g. “losse verenigingen” met zich droeg, werd in 1918 opgeheven door de oprichting van een eigen coöperatieve Aankoopvereniging te Albergen, welker statuten gebaseerde zijn op de wet van 1855 (Koninklijke goedkeuring), is opgericht op 3 juli 1918 op aandringen van de plaatselijke standsorganisatie. De aansprakelijkheid van alle leden kwam hierbij voor het eerst aan de orde. Men koos de gewijzigde Aansprakelijkheid G.A., welker de laatste jaren na oprichting op maximaal f 100.-- per lid werd bepaald. Enige jaren later is hierin een wijziging gekomen, welke alsvolgt was geregeld: 1. f 300.-- Voor hen met minder dan 10Ha. grond. 2. f 500.-- Voor hen met een minimum van 10Ha. grond. Het bestuur bestond uit een onevental personen n.l. 5 in getal. Terwijl door de leden 3 kandidaten werden benoemd voor de Raad van Toezicht. Het
toetreden
van
een
lid
was
kosteloos
met
dien
verstande dat er jaarlijks een bepaalde contributie wordt geheven. Het uittreden der leden is eveneens kosteloos onder die voorwaarde dat men tot na een jaar na de datum 28
Jaargang 2010 nummer 10
van uittreden ten volle met de aansprakelijkheid belast is. Wat de aankopen betreft is deze steeds nog gelijk met de reeds besproken bestelverenigingen, alleen met dat verschil, dat het risico nu berust op alle leden. De producten werden meest betrokken van de “Handelsraad”via het
depôt
Almelo,
waarbij
men
zich
intussen
had
aangesloten.
Eigen pakhuis en malerij 1920.
Mede door het gebrek aan transportmiddelen en de reeds tevoren genoemde nadelen, werd op een vergadering op 6 juli 1919, op aandringen der verschillende leden, de wenselijkheid besproken tot het bouwen van eigen pakhuis en malerij. Aan het bestuur werd opgedragen een begroting en tekening te laten maken, hetwelk op f 8000.-- werd geraamd. Reeds in November 1919 vond de aanbesteding na veel wikken en wegen plaats. Zelfs in het voorjaar 1920 kon men de leden verheugen met het feit, dat er regelmatig voorraden veevoeders en kunstmest in hun eigen pakhuis beschikbaar waren. Het beheer werd opgedragen aan de toenmalige directeur van
de
coöperatieve
zuivelfabriek,
die
vanaf
heden
thans zaakvoerder van de C.A.V.V. was. Besloten werd de zaakvoerder te machtigen tot aankoop van grondstoffen na overleg met de twee dichtstbijzijnde bestuursleden. 29
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
De Personeelsbezetting was nog maar gering n.l. één molenaar en de zaakvoerder, die tevens directeur van de zuivelfabriek was. De vergoeding voor eerstgenoemde bestond uit een door het bestuur vastgestelde loon, terwijl de vergoeding voor de zaakvoerder bestond uit een bepaald percentage van de omzet. Op de volgende pagina ziet men in een grafiek uitgedrukt de stand der leden gedurende de eerste tien jaren na oprichting. Onderstaande
lijndiagram
geeft
U
een
beeld
van
het
verloop, toename of schommeling van het aantal leden gedurende de eerste tien jaren na de oprichting. Zoals men hierbij ziet, vond de grootste toename der
leden plaats in de loop der eerste twee jaren. Daarna was het aantal vrij stabiel. Op
deze
afdruk
uit
1920: 30
links
het
gebouw
v.d.
Jaargang 2010 nummer 10
C.A.V.V. in het midden de zuivelfabriek en rechts de directeurswoning. Hierboven het nieuwe in 1955 in gebruik genomen gebouw
31
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
der C.A.V.V., onlangs weer uitgebreid met 16 silo’s. De aflevering van de producten vond plaats doordat de boeren zelf hun benodigde hoeveelheden met paard en wagen kwamen afhalen. Doordat er toen nog geen sprake was van mengvoeders, werden de granen als, tarwe, mais, gerst, rogge, haver e.a. meestal na malen, als het enkelvoudige producten producten aan de boeren afgeleverd. De algemeen gangbare
stoffen
voor
die
tijd
waren,
slakkemeel,
Algiersfosfaat en ruwe kalizouten. Drie middagen in de week, een paar uur, werden de boeren in de gelegenheid gesteld tot het aankopen van hun zaaizaad en pootgoed. Ook enig touwwerk was aanwezig. Wordt vervolgd.
11 juli 1924 Het vaderland
Vergiftigde aardappelen De rijkspolitie te Tubbergen heeft beslag gelegd op een partijtje gekookte aardappelen, welke met vergif (waarschijnlijk fosfor) waren gedrenkt en op een roggeveld te Albergen waren neergelegd met het doel de kippen en ander pluimgedierte van een buurman te vergeven. De laffe daad werd ontdekt doordat reeds enkele kuikens er door zijn gestorven. De gestorven dieren zijn in beslag genomen en tegen den vermoedelijken dader is procesverbaal opgemaakt. 32
Jaargang 2010 nummer 10
Opgespoord 4 In het vorige nummer van de oale maarke nummer 9 stonden onderstaande foto’s. Jan Velthof heeft via via de volgende gegevens kunnen achterhalen. De foto is gemaakt tijdens het inhalen van pater Leopold Borgerink in 1949. De namen van de jongens die in het midden op de foto staan zijn;
v. l. n. r.: Gait Lansink, Harry Degger,Herman Lohuis en Harry Drop. Van de laatste jongen is de naam ook bekend: Theo Nijhuis.
Gezocht Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek is al geruime tijd op zoek naar foto’s van het draaibrugje over het kanaal Almelo-Nordhorn, die in 1952 is vervangen door de ophaalbrug in de Weemselerweg. Bent u in het bezit van die foto neem dan contact op met Jan Velthof, 0546 441521. 33
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
De kerkuil in 2009 In een vorige uitgave van de oale Maarke hebt u kunnen lezen over het spectaculaire kerkuiljaar 2007. Het jaar 2007 was een uitzonderlijk goed muizenjaar en dit had een niet te missen uitwerking op het broedsucces van de kerkuil. We telden dat jaar verschillende legsels met 10 eieren en nesten met 6 of 7 uitgevlogen jongen waren geen uitzondering.
Op veel locaties wel kerkuilen maar geen broedsels
Broedseizoen 2009 Het broedseizoen van 2009 verliep echter heel anders. Tijdens de controles vanaf begin juni werden op veel broedplaatsen wel kerkuilen in de kast aangetroffen maar geen broedsel. Daar waar wel een legsel werd aangetroffen bleek soms dat de eieren niet meer werden bebroed en dat het legsel was verlaten. Bij de broedparen die wel succesvol waren was het aantal jongen groot vaak gering. Verantwoordelijk voor de slechte broedresultaten was de sterke daling van de muizenstand die zich al in de loop van 2008 aankondigde. Het aantal veldmuizen dat aanvankelijk nog vrij hoog was, daalde naarmate 34
Jaargang 2010 nummer 10
het seizoen vorderde waardoor met name de late broedsels van 2008 moeite hadden nog een redelijk aantal jongen groot te krijgen. Toch werd 2008 nog een recordjaar met 66 broedparen. In 2009 volgde een diep daljaar in de veldmuizenstand. Ook de strenge winter van 2008-2009 heeft zeer waarschijnlijk een negatieve invloed gehad op de muizenstand. Behalve veldmuizen zullen ook andere muizensoorten zoals de bosspitsmuis en de bosmuis in lagere dichtheden de winter hebben overleeft. Hierdoor waren er nauwelijks alternatieven voor het verdwijnen van de veldmuis. Het gevolg was dat vele paren kerkuilen het broedseizoen voor gezien hielden met als resultaat aanzienlijk minder broedsels en kleine legsels. Uiteindelijk wisten 33 broedparen nog één of meer jongen groot te krijgen; een halvering van het aantal broedsels ten opzichte van 2008.
De grafiek laat zien dat in 2009 het aantal van 2,3 uitgevlogen jongen per broedsel een dieptepunt was in de afgelopen tien jaar.
Overige muizeneters Van de overige muizenetende soorten die we jaarlijks volgen, torenvalk, bosen steenuil, zijn het vooral de torenvalken die het minder hebben gedaan in 2009. Er waren minder nestkasten bezet en er waren gemiddeld minder jongen. Bij een alleseter als de bosuil was niet veel te merken van een dip in de muizenstand. Ook de steenuil heeft zich kennelijk goed aangepast aan het lage aantal muizen en zich richtte op andere prooien. Vooral meikevers werden veel gevangen. Maar ook resten van vogels en zelfs kikkers werden aangetroffen bij controles van de nestkasten. Wel waren de broedsels iets kleiner als in 2009. Bijzonder was de controle van een nestkast in Saasveld. Toen het deksel voorzichtig werd opgetild viel het oog achtereenvolgens op een volwassen steenuil, twee al behoorlijk uit de kluiten gewassen jongen, en …. warempel een jonge huismus!! In dit geval dus geen huismuis, maar een 35
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
huismus! Het beestje was springlevend en oogde zelfs heel monter. De jonge mus was kennelijk ongehavend door de steenuil in de kast gebracht als een soort levende provisie.
Cyclus De specialisatie op het vangen van muizen heeft de kerkuil het afgelopen jaar behoorlijk parten gespeeld. De veldmuis speelt hierbij een belangrijke rol. Waarom het in sommige jaren wemelt van de veldmuizen en het in andere jaren lijkt alsof ze een heel seizoen van de aardbodem zijn verdwenen heeft alles te maken met de drie of vierjarige veldmuizencyclus. Veldmuizen waren schaars in 2009 Deze cyclus houdt in dat de veldmuis duidelijke ‘topjaren’ afwisselt met ‘daljaren’. Na een topjaar kan een ineenstorting van de populatie plaatsvinden. Dan volgen één of twee opbouwjaren, waarna opnieuw een topjaar optreedt. Er is veel onderzoek gedaan naar het hoe en waarom van deze populatieontwikkeling. De meest voor de hand liggende veronderstelling, namelijk dat de populatie door voedselgebrek in elkaar stort, bleek niet juist. Weinig kieskeurige vegetariërs als veldmuizen weten al snel voldoende voedsel te vinden om in leven te blijven.
Oorzaken van populatieschommelingen Bij de populatieschommelingen van bepaalde muizensoorten is eerder sprake van wat je in menselijke termen zou omschrijven als ‘psychische’ factoren. Naarmate de dichtheden stijgen treedt toenemende onderlinge agressie op. De dieren zijn gestrest, waardoor de vruchtbaarheid van de vrouwtjes sterk afneemt. Zo hebben veldmuizen bij lage dichtheden al op leeftijd van 5 à 6 weken hun eerste jongen. Bij hoge dichtheden daarentegen is dit al snel enkele weken later. Bovendien is bij hoge populatiedichtheden de verzorging van de jongen slecht, waardoor een hoge sterfte optreedt onder de nog niet geslachtsrijpe dieren. Tevens wordt bij een opbouwende muizenstand het voedselaanbod voor predatoren (dieren die muizen als voedselbron hebben) beter. Deze raken vroeg in het seizoen in goede conditie, wat veel nakomelingen oplevert. Die eenmaal volwassen - veel muizen wegvangen. De groei van de muizenstand zal 36
Jaargang 2010 nummer 10
daardoor steeds meer geremd worden door predatoren en uiteindelijk worden gecontroleerd.
Winterperikelen begin 2010 Op zich moet een gezonde kerkuilenstand zoals we die de afgelopen jaren hebben gekend een daljaar als in 2009 goed aankunnen. De veldmuizenstand klimt weer uit het dal en te zijner tijd zorgen deze kleine knagers weer voor een topjaar voor de kerkuil.
Besneeuwd landschap geeft problemen voor de kerkuil Maar de winter zoals we die begin 2010 beleven met veel sneeuw kan funest zijn voor een populatie kerkuilen. Ook in de winter is de kerkuil als muizenjager in het nadeel ten opzichte van de andere uilen. De meeste prooidieren verschuilen zich dan in diepliggende holen of onder een sneeuwdek en zijn voor de kerkuil niet bereikbaar. Kerkuilen hebben voor twee of drie dagen vetreserves; daarna moeten ze op zijn minst weer een muisje naar binnen werken. Op moment van schrijven ligt er al langere tijd veel de sneeuw; dus veel kerkuilen zullen het waarschijnlijk niet redden. Onder deze omstandigheden zoeken kerkuilen gebouwen op en verschijnen soms op plaatsen waar men ze nooit heeft aangetroffen. We kunnen ze dan een helpende hand bieden door het uitstrooien van graan in schuur of kapschuur om hiermee muizen aan te lokken. Johan Drop Natuur- en vogelwerkgroep De Grutto
37
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Wat betekent Twente Dit is het honderdvijftigste artikel in deze reeks en dat is aanleiding om eens een andere naam dan gewoonlijk te behandelen. Tot nu toe waren het plaatsen en persoonsnamen uit Oost-Nederland, voornamelijk uit Twente, die hier ter sprake kwamen, maar de naam van het gebied zelf nog niet. En dat verdient hij toch wel, want hij is de alleroudste van deze streek. Met alle andere namen komen we nooit verder dan omstreeks 900, maar Twente wordt al in de derde eeuw vermeld Tvihanti. Dit was de naam van de bewoners van het gewest en de vermelding komt uit Engeland. Daar was door de Romeinse keizer Hadrianus in 122 het bevel gegeven een muur dwars over Engeland te bouwen, vanaf het huidige Newcastle tot voorbij Carlisle, ter bescherming tegen de in Schotland wonende stam der Picten. De muur, waarvan grote delen nog over zijn, werd bemand door troepen uit allerlei veroverde gebieden, en zo lezen we op een altaarsteen dat er onder anderen waren “cives tvihanti cuneis frisiorum”, “Twentse burgers van de afdeling der Friezen”. Een afgietsel van deze steen bevindt zich in het Rijksmuseum Twente in Enschede, en een afbeelding vinden we in Stad en Land van Twente van L.A. Stroink. In het jaar 797 horen we van de verkoop van twee hoeven in Huleri (Dulder) en Manheri (Mander) in de “gouw Northtuianti” * en in 1049 verleent keizer Hendrik III aan de plaats “Andensele in de gouw Tuwente” (Oldenzaal) het recht een jaar- en een weekmarkt te houden. U zal het opvallen dat de naam Twente sterk lijkt op Drente en dit was in de negende eeuw al zo, want toen heette de laatste Thrianta; men neemt aan dat het nog vroeger Thrihanta geheten heeft. De beide eerste elementen, “tvi” te lezen als “twi” en “thri” zijn de telwoorden twee en drie. Daar is geen twijfel aan. Minder zeker is men over het tweede element “hant”. Dit is een oud Germaans woord dat “honderdschap” of “gerechtsgebied” betekende. Twente en Drente zouden gouwen geweest zijn die respectievelijk twee en drie van die gebieden omvatten. Deze opvatting wordt gesteund door de bovenvermelde transactie uit 797 in de gouw Noord-Twente, waaruit blijkt dat Twente toen al in tweeën verdeeld was. Men neemt ook wel aan dat “hant” een ontlening is van het Keltische “cant” dat vrijwel dezelfde betekenis had. Een derde veronderstelling verwerpt de beide vorige en gaat er van uit dat niet “hant” maar “ant” het oorspronkelijke woord is, wat een riviernaam geweest zou zijn. Vanuit het gebied om Koevorden in westelijke richting gezien zou men naar toen bestaande rivieren van het 38
Jaargang 2010 nummer 10
Tweestromenland en het Driestromenland gesproken hebben. De geleerden zijn het er dus niet over eens: men voelt het meest voor de beide eerste opvattingen. De Romeinse geschiedschrijver Tacitus vermeldde omstreeks het jaar 100 ten noorden van de rivier de Lippe de volksstam der Tubantes: “tu” is een vorm van “twee” en ““bant” betekent “gebied”, we vinden het ook in de naam Brabant. Deze stam zou zijn naam aan Twente gegeven hebben, maar zeker weet men dit ook niet. Wij hebben er Tubantia aan overgehouden dat wel beschouwd wordt als de latijnse vorm van Twente. Twente komt ook als familienaam voor. Uit oude documenten komen we verscheidene dragers van die naam tegen: 1347 Johanne den twent in Burgsteinfurt; kort daarop wordt hij als Johanne dictus twent vermeld, d.w.z. Johan genaamd Twent. In dezelfde plaats en hetzelfde jaar komen we een vrouw Kunne tor twente tegen, en in 1344 Herman de Asele dictus Twent, dat is Herman van Azelo genaamd de Twent. In 1398 is ene Johan de Twent burgemeester van Coesfeld, en in 1392 vinden we zowaar Albert Twentinck als kapelaan in Schűttorf. Al deze mensen waren kennelijk uit Twente afkomstig. In de marke Berghuizen bij Oldenzaal stond in 1475 Twentes Hove; de plaats is nu niet meer bekend. Twente heeft dus een zeer oude stamboom; het is een van de alleroudste namen uit geheel Nederland en zulke namen werpen altijd de grootste problemen op bij de verklaring. B.J. Hekket Tubantia 21 december 1968
21 augustus 1935 Het vaderland
* ontbrekende of slecht leesbare tekst
39
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Overzicht schenkingen periode 2009 De Stichting Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek heeft in 2009 de volgende schenkingen mogen ontvangen. Hieronder treft u een overzicht aan. Voorwerp
Schenker
± 100 bidprentjes
parochie Harbrinkhoek
doos bidprentjes
Familie Kroezen
"
kruiwagen met zijschotten (± 100 jaar oud)
Gerard Jörissen
maart
baksteenvorm
Datum
"
februari
"
wijwaterbakje
Ria Nijhuis-Zuidhof
"
weeginstrument
Familie Nijland
"
Almelose padvindersbundel
Familie Hofhuis
april
Kerkboeken 2 strijkbouten (kolengevuld)
" Familie Kroezen
weegschaal Twentse Courant 1960 Verslag K.T.T.-wandeltocht
" "
"
"
Marietje Masselink-Arends
"
22 augustus 1936 Het vaderland
gevelsteen (gedeelte) Marietje Grob-Heerdink juli We bedanken van harte alle personen voor het schenken van boeken, voorwerpen, foto’s, enz. Deze schenkingen vormen een belangrijke aanwinst voor onze stichting. Nogmaals hartelijk dank!
40
Jaargang 2010 nummer 10
Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek Voorzitter
vacant
Per 1 januari 2009
Secretaris
Wil Roosendaal-Alberink
0546 - 441720
Kanaalweg 7
7665 VD Albergen
Hein Bloemenkamp
0546 - 441534
Floris Radewijnsstraat 2
7665 AS Albergen
André Vleerbos
0546 - 441366
Bertus Bos
0546 - 441925
Gerrit Maathuis
0546 - 441670
Ben Oude Vrielink
0546 - 861954
Jan Velthof
0546 - 441521
Elise Goossen-Haarhuis
0546 - 873252
Hennie Oude Nijhuis
0546 - 441484
Penningmeester Leden
U kunt donateur worden voor maar € 5,-- per jaar (of € 7,50 per jaar als u het infoblad wordt toegezonden) per automatische incasso. Hiervoor ontvangt u ons infoblad, kunt u onze donateursavond bezoeken, meedoen aan onze jaarlijkse fietstocht, zoeken in ons archief en natuurlijk onze overige activiteiten (bijv. tentoonstellingen) bezoeken. Heeft u mooie, oude en relevante artikelen voor ons infoblad of een oude foto dan kunt u deze afgeven of mailen naar de redactie:
[email protected] of
[email protected] De Heemkunde heeft een eigen site: www.heemkunde-albergen-harbrinkhoek.nl en niet meer de website van de Twentsche Courant/Tubantia. Deze is opgeheven door Twentsche Courant/Tubantia. Op deze site vindt u algemene informatie van de Heemkunde en natuurlijk de activiteiten die de Heemkunde organiseert.
41
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Maak ook uw buurman of buurvrouw lid Wordt ook lid van de Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek. Als u donateur wordt krijgt u voor maar € 5,- per jaar (of € 10,- per jaar als u het infoblad wordt toegezonden) toegang tot ons uitgebreide archief in de Heemkelder, twee keer per jaar ons infoblad De oale Maarke, een donateursavond, hulp bij stamboomonderzoek, een fietstocht en natuurlijk kunt u dan ook onze overige activiteiten (bijv. tentoonstellingen) bezoeken. Het belangrijkste is dat u met het donateurschap de Heemkunde ondersteunt die de geschiedenis van de dorpen Albergen en Harbrinkhoek bestudeert en vastlegt. Heeft u thuis nog waardevol materiaal in de vorm van bijv. oude foto’s, krantenartikelen, dagboeken, oude bidprentjes of overig informatief materiaal dan kunt u hiervan door de Heemkunde een afdruk laten maken voor het archief. Voor vragen of ideeën kunt u altijd bij één van onze leden terecht. De namen staan vermeld op pagina 41. Actuele informatie over de Stichting Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek kunt u op www.heemkunde-albergen-harbrinkhoek.nl vinden niet meer op het internet op het dorpsplein van de Twentsche Courant/Tubantia. Dit is opgeheven door Twentsche Courant/Tubantia. U kunt de Heemkunde helpen door uw buurman of familielid donateur te maken van de Heemkunde. Knip daartoe onderstaande machtiging uit, laat hem invullen en lever deze in bij één van de bestuursleden. Alvast onze hartelijke dank voor uw hulp! Machtiging Stichting Heemkunde Albergen-Harbrinkhoek Naam: Adres: PC + Plaats: Bank/gironummer: verleent hierbij toestemming tot wederopzegging aan het bestuur van de Stichting Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek om van zijn/haar bovenvermelde rekeningnummer jaarlijks € 5,-/€ 10,- bijdrage af te schrijven voor het donateurschap aan de Stichting. Datum:
Handtekening: 42