IVN afdeling Leeuwarden Ledenadministratie De Kei 262 8918 BK Leeuwarden
LEEUWENBOEKJE
WINTER 2011 IVN LEEUWARDEN E.O.
Wat is het IVN? De Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie is een landelijke vereniging met plaatselijke afdelingen. IVN Leeuwarden en omgeving is zo’n afdeling met als werkgebied Leeuwarden en wijde omgeving.
Wat is de doelstelling? Het IVN wil door haar activiteiten de mensen laten zien wat er (nog) is aan natuur. In de hoop dat bewustmaking zal bijdragen tot bescherming van onze nog aanwezige natuur.
Wat doet het IVN? Het IVN organiseert excursies, thema-avonden en cursussen. Zij beschrijft wandel- en fietsroutes en stimuleert werkgroepen. De afdeling Leeuwarden heeft inmiddels een aantal werkgroepen. Het Leeuwenboekje is ons afdelingsblad dat met de komst van elk nieuw seizoen verschijnt. Het wil informeren, stimuleren en activeren. Daarnaast is er onze website (www.ivnleeuwarden.nl).
Hoe werkt het IVN? Alle activiteiten van IVN -Leeuwarden, zowel van leden als van het bestuur zijn vrijwilligers activiteiten. Alle leden zijn actieve leden.
Wat kost het? Er zijn verschillende IVN- lidmaatschappen. Een landelijk lidmaatschap kost € 20,- per jaar. Regionale leden (donateurs) betalen € 15,-. Contributie is te betalen door middel van een machtiging (u krijgt dan € 2,50 korting) of door overmaking op rekening 60.55.99.440 ten name van IVN afdeling Leeuwarden.
Hoe kun je lid worden? Door het formulier te downloaden van www.ivnleeuwarden.nl of telefonisch (058-8442548) aan te vragen en ingevuld te sturen naar Renée Ras, de Kei 262, 8918 BK Leeuwarden. Dit is ook het adres voor adreswijzigingen. Liefs per mail
[email protected] Telefoonnummer (058) 844 25 48
Sluitingsdatum kopij volgende Leeuwenboekje:
15 maart 2012 een blad ván iedereen vóór iedereen, dus stuur kopij !
Soms………… Soms heb je het gevoel van:”Waarom doet men nu zo of begrijp ik het wel goed?” Wie de laatste tijd het nieuws volgt over de natuur en het beleid wat men in Den Haag op dit beleidsterrein heeft of gaat ontwikkelen, zal het niet ontgaan zijn dat alles wat natuur is, op dit moment blijkbaar ‘not done’ is. Of wel: we moeten maar leren leven met het gegeven dat economische belangen en de belangen van landbouw van groter belang/hogere orde zijn, dan het handhaven en beschermen van de natuur. Als IVN zijn we geen actiegroep of actieorganisatie maar willen we juist die natuur, voor de generatie die na ons komt, blijven beschermen door o.a. het stimuleren en uitvoeren van natuureducatieve activiteiten voor jong en oud. Het is bijna tegenstrijdig te noemen: de belangen die de regering tot het beleid wil maken als het om de natuur gaat en de belangen van de natuur die juist nu meer dan noodzakelijk zijn om die te handhaven. Je vraagt je soms dan ook wel eens af of de staatssecretaris die over de natuurbescherming gaat, zelf nog in zijn eigen woorden en handelen gelooft. Het klinkt misschien ook tegenstrijdig maar je zou er bijna tegendraads van worden en willen uitroepen van:”Kijk nu eens verder dan de lengte van je eigen polsstok (regeerakkoord) als het om de natuur gaat. Maar ja, ook als het om de natuur gaat, zijn blijkbaar politieke afspraken belangrijker om te handhaven dan het handhaven en beschermen van die natuur. Het is maar waar je zelf de nadruk op legt of wilt leggen. En de natuur zelf? Als ik vanuit mijn werkkamer naar buiten kijk en al die verschillende soorten vogels druk in de weer zie op de voedertafel en het vogelhuisje dan denk ik soms: “Krijg daar in dat Den Haag maar het heen en weer“. De natuur laat zich niet dwingen. Het beschermen en handhaven van de natuur is en blijft een ‘must’ en dient niet ondergeschikt te worden gemaakt aan andere belangen. Belangrijk is dat natuurorganisaties zoals het IVN zich blijven inzetten voor die natuur. Als dit dan betekent dat we met z’n allen in alle redelijkheid zo nu en dan tegendraads moeten worden om die natuurbelangen te blijven beschermen dan is dat niet anders. Door mensen, jong en oud, te blijven vertellen over de onschatbare waarde en het belang van de natuur nu en in de toekomst, de mensen kennis te laten maken met de natuur en te betrekken bij de natuur. Laten we ook als IVN-ers zien dat de natuur belangrijk is, een toegevoegde waarde heeft in het dagelijks leven van een mens en meer dan de moeite waard is om je hier mede verantwoordelijk voor te voelen. Wat dat betreft is er ook vanuit en voor het IVN nog veel werk te doen! Klaas van der Heide.
Leeuwenboekje winter 2011
3
IVN Afdeling Leeuwarden e.o. Werkgroepen - Contactpersonen: Excursies: Klaske Stegenga Leeuwenboekje: Linda Veeman Ben Engelen Renée Ras Website: Renée Ras Jan van der Meer Vogelwerkgroep: Durk Weijma Plantenwerkgroep Daan van Zomeren Werkgroep educatie: Violet von Kruchten
(058) 266 13 87
[email protected]
(058) 288 78 92 (058) 213 92 78 (058) 844 25 48
[email protected] [email protected] [email protected]
(058) 844 25 48
[email protected]
(0514) 57 13 18
[email protected]
(058) 213 75 92
[email protected]
(058) 288 65 67
[email protected]
Afdelingsbestuur: Voorzitter: Klaas van der Heide (058) 257 46 26 Vice-voorzitter: Rinze de Vries (058) 213 83 51 Penningmeester: Maud von Ende (06) 55 95 32 26 Secretaris: Leonieke Hoste (058) 212 85 97 De Nije Oanliz 33 9084 AN Goutum Contactpersoon werkgroepen: Rinze de Vries (058) 213 83 51
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected]
Mocht u lid van IVN- Leeuwarden willen worden. Neem dan contact op met onze Ledenadministratie: Renée Ras 06 22 12 49 30
[email protected]
Dit Leeuwenboekje is mede mogelijk door sponsoring van de Tuin van Leeuwarden in WC Zaailand Leeuwarden. Leeuwenboekje winter 2011
4
Leonieke Hoste, de beheerder van het secretariaat van het bestuur van IVN Afdeling Leeuwarden e.o. Zoals jullie hebben kunnen lezen is Leonieke al weer bijna zes jaar secretaresse van ons eigen IVN Leeuwarden. De tweede ambtstermijn zit er dan op en het wordt dan tijd dat er aflossing voor in de plaats komt. Niet dat Leonieke het niet goed doet, nee integendeel, we zijn zeer blij met haar. Maar van tijd tot tijd een ander geluid laten horen in een bestuur kan geen kwaad. Ik heb, toen ik het las, snel een afspraak met haar gemaakt, omdat ik eigenlijk best nieuwsgierig was hoe zij is begonnen. Nou dat is verrassend. Ongeveer zeven jaar geleden wist Leonieke niet eens van het bestaan van het IVN af. Ze is in die tijd met de bekende Vogelcursus voor beginners begonnen en dat jaar erop door gegaan met de cursus voor gevorderden. Ze vond het jammer dat het was afgelopen en zij is toen meegegaan met allerlei excursies. Toen ze op een ledendag aanwezig was heeft Harry Valk, onze vorige voorzitter, haar gevraagd om in het bestuur te komen. Het leek hem wel iets voor Leonieke. IVN had op dat moment een paar vacatures, net als nu. Nou en wie Leonieke van toen een klein beetje kende, kan zich voorstellen hoe zij ongeveer gereageerd heeft. Ze is verpleegkundige geweest en had niet eerder secretariaatswerk gedaan, laat staan in een Bestuur gezeten. Na wikken en wegen en eens een keertje gaan kijken hoe het er in een bestuur toeging heeft ze, met veel vraagtekens voor zichzelf, toch ‘ja’ gezegd en er geen dag spijt van gehad.
Leeuwenboekje winter 2011
5
Wat is het ontzettend leuk om dan nu van een enthousiaste geroutineerde secretaresse te horen wat zij doet en niet te vergeten als zij vertelt hoeveel ze hiervan heeft geleerd. Vooral in het begin heeft ze over IVN veel gevraagd aan de Bestuursleden, ze wilde weten hoe het zat. Je hebt nl. IVN Amsterdam, IVN Leeuwarden, dan weer een IVN consulentschap enzovoort. Leonieke heeft, toen ze dat allemaal wist, een organogram gemaakt. De computer was ‘in opkomst’. Leonieke kon er nauwelijks mee werken, maar nu is ze helemaal van haar angst voor computers af. Haar man Hans heeft haar in het begin geholpen met een agenda opstellen. Nu ‘speelt’ ze ermee. Trouwens Leonieke was lovend over de hulp die ze in ‘t begin van de bestuursleden heeft gekregen. Leonieke heeft tot slot verteld, wat het werk dat ze doet onder andere inhoudt: - vergaderingen voorbereiden en notuleren - het jaarverslag maken (de stukken worden aangeleverd door verschillende bestuursleden en coördinatoren van de werkgroepen) - de locatie voor de ledendag regelen en samen met Renée Ras de uitnodigingen versturen - het archief bijhouden Het bestuur komt van september tot juni 8-10 keer bij elkaar. Eén keer per jaar is er een bijeenkomst van de coördinatoren met het bestuur. Corrie Kruiswijk
Leeuwenboekje winter 2011
6
Jonkvrouw Lize Het groei- en bloeiseizoen is voorbij en de wekelijkse mail van de plantenwerkgroep, over tijd en plaats van de volgende excursie, blijft uit. Maar ik had er nog twee bewaard. Begin augustus heeft Ben Engelen de avondkoekoeksbloem gefotografeerd. Het lijkt wel een staatsieportret en dat is zeer gepast, want in dezelfde tijd stuurt Siem de Vlas een oude Friese sage rond, waarin ons wordt verteld hoe deze bloem aan haar Friese naam komt: de Juffer Lizeblom. Hij heeft het overgenomen uit een Boek met Friese Sagen uit 1892. Ten Noorden van Burgum loopt een oude zandweg die bekend staat als de Tussendijken. Wat meer naar het Zuiden staat - of stond in 1892 – een klein oud boerderijtje dat tot de dag van vandaag “Buitenrust” heet. Op diezelfde plaats heeft in vroeger tijden een stins gestaan waar een edelman woonde, die bij laatste wil zijn enige dochter, jonkvrouw Lize, verplichtte om aan de Tussendijken een bidkapel te stichten. Toen haar vader was gestorven dacht jonkvrouw Lize: “Ik kan daar nog wel een poosje mee wachten, ik doe het als ik wat ouder ben”. Tot ze op een kwade dag met haar paardenkoets omsloeg op de hobbelige oude weg en terecht kwam in de dobbe, het kleine meertje dat daar nog altijd ligt. Jonkvrouw Lize werd dood uit het water gehaald en begraven zoals het hoort. Maar haar ziel heeft geen rust gevonden, omdat ze haar plicht niet had gedaan. Ze spookte rond in het bosje dat daar tegen de weg aanligt en dat nog het Juffer Lizebosk wordt genoemd. Veel mensen uit Burgum en omgeving hebben haar geest daar bij nacht tussen de bomen zien rondwaren. Maar er bestaat nog een andere herinnering aan de rampzalige slotvrouwe. Op de oude verdedigingswallen van de stins, langs de oude zandweg, groeit een plant die 's nachts, vooral bij maanlicht, prachtige witte bloemen heeft. Die plant noemen ze op de Tussendijken de Juffer Lizeblom. En hoe de Silene latifolia aan haar Nederlandse naam komt? Over de koekoek heb ik niets gevonden, wel over de avond.
Leeuwenboekje winter 2011
7
“De bloem opent zich in de middag en wordt door nachtvlinders bezocht.” “De kroonbladen lijken overdag verwelkt maar strekken zich aan het eind van de middag en in de avond. Ze verspreiden een zwak zoete geur.” Jettie Wijga
1 oktober begon het ‘nieuwe zaterdagochtend vogelseizoen’. Zoals altijd kregen we een paar dagen van tevoren een e-mailtje van Anne en Wieger. Het was die dag schitterend weer. Optrekkende, maar geen dichte mist en dan bladstil, wat ik hier in Friesland nog steeds heel bijzonder vind. Met z’n veertienen trokken we erop uit. We zijn die ochtend eerst naar het Hegewiersterfjild gereden. Het pad naar de vogelhut liep langs een weide waarin prachtige paarden nieuwsgierig naar ons keken.
Eenmaal in de vogelhut is het eerst even stil, iedereen kijkt of er water-/ roofen ‘gewone’ vogels te zien zijn en zo ja of je ze dan ook nog een naam kunt geven. En jawel, na de stilte barst het los en roept de een na de ander wat ze zien: een grote zilverreiger, wel 3 lepelaars, een sperwer, slechtvalk, dodaars, kieviten, strandloper, wulpen, een tureluur, slobeenden, smienten en
Leeuwenboekje winter 2011
8
kuifeendjes. Ik noem ze eendjes, ik vind het net van die leuke eendjes, die kinderen hebben om in het bad mee te spelen. Verder zagen we kemphanen, watersnippen en zwarte ruiters. Durk zag zelfs een groenpootruiter. De meesten van ons gunnen zich nauwelijks de tijd om rustig een kopje koffie te drinken en een boterham te eten, maar gelukkig zijn er ook die uitgebreid genieten van het eten en drinken dat ze hebben meegenomen. En ben je vergeten iets mee te nemen? Geen probleem, er is altijd wel iemand die meer bij zich heeft dan hij op kan. Daarna zijn we doorgereden naar Kornwerderzand. Tot onze verbazing was daar weinig te zien en we reden dan ook terug richting Piaam. Een prachtige route. We zijn onderweg nog een paar keer gestopt. Net aan het begin van de Afsluitdijk, in het stille water, zagen we veel knobbelzwanen zwemmen. In de vogelhut bij Piaam hebben we ook van alles gezien, maar dat schrijf ik niet op want dan krijgen we weer veel van dezelfde vogels. Ik vond het weer een bijzondere ochtend, een combinatie van ‘bijhouden’, bijleren van nieuwe vogels en niet te vergeten het gezellig met elkaar erop uit trekken. Ik vond het erg leuk dat er weer voor mij onbekende mensen voor het eerst meegingen. Kortom, heb je zin om ook mee te gaan? Je bent van harte welkom! Het streven is om ongeveer één uur weer terug te zijn bij ons vertrekpunt in Leeuwarden Corrie Kruiswijk
Leeuwenboekje winter 2011
9
Vogelkijkhut Piaam
Verslag bomenwandeling Ondanks de aanhoudende regen, die over ging in plenzen, zijn er 9 oktober toch 10 mensen komen opdagen voor de bomenwandeling. We begonnen in de Prinsentuin, waar ik beknopt wat over de cultuurhistorie vertelde, maar het ging natuurlijk vooral over bomen. Naast de vele monumentale bomen, staan hier ook veel bijzondere bomen. Het begon al bij het Pier Pandertempeltje, waar behalve de dikke Beuken ook 3 Zwarte walnoten staan. Via de monumentale Es liepen we naar de “poort” van de eigenlijke Prinsentuin en zagen links de forse Canadapopulier en rechts de grote Paardenkastanje. Als we naar boven lopen, staat direct bij de vijver rechts van het pad een Vaantjesboom die in mei bloeit met opvallende witte schutbladeren. Hij wordt ook wel
Leeuwenboekje winter 2011
10
Zakdoekjesboom genoemd. Links van het pad (er tegenover) staat een Okkernoot. Als we langs de muziekkoepel lopen en rechtdoor het trapje op gaan, zien we links een Moseik en een van de dikste beuken van Leeuwarden. De dikste beuk staat in de St.Anthonystraat. Weer terug, richting uitgang, zien we na het trapje eerst een Suikeresdoorn en daarna nog een Zilverlinde. Ondanks de regen vervolgen wij onze weg naar het Rengerspark. Onderweg nog even een blik op de oude Robinia (Valse acacia) bij de Infirmerie. Toen ik een paar jaar geleden de wandeling maakte had ik veel werk met het uitzoeken van de benamingen. Deze moeite had ik mij voor het Rengerspark kunnen besparen, want de gemeente heeft deze zomer veel bomen hier van een naambordje voorzien. Het formaat van de letters deed mij denken aan een oogtest. Misschien is het handig een verrekijker mee te nemen om de bordjes te kunnen lezen. In dit park staan wel 50 bijzondere bomen. Wat te denken van de Doodsbeenderenboom of de Duivelswandelstok? De laatste is moeilijk te vinden want er zit geen bordje op. Ondanks het weer hebben we toch een leuke wandeling gemaakt.
Daan van Zomeren. Treurbeuk op oude begraafplaats
Leeuwenboekje winter 2011
11
Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet. Het is een …………paddenstoel Zaterdag 15 oktober was het tijd voor de jaarlijkse paddenstoelexcursie in Staniastate bij Oenkerk. Het was een onbewolkte dag en dus prima weer om er op uit te gaan. Van tevoren kon ik nog even heerlijk in de tuin van de zon genieten. Om 14:00 zouden we vertrekken vanaf de parkeerplaats bij Staniastate. Het was de eerste dag van de herfstvakantie en perfect weer dus ik verwachtte een hoge opkomst. Inderdaad waren er zo’n dertig belangstellenden, waaronder 6 kinderen. Voordat we paddenstoelen gingen zoeken, kregen de kinderen van Klaske Stegenga, onze IVN-gids, een paddenstoelenkaart en een spiegeltje. Met de paddenstoelenkaart konden de kinderen zelf de meest voorkomende paddenstoelen opzoeken. Deze kaart staat nu ook op de jeugdpagina van de site www.ivnleeuwarden.nl. Het is leuk om de kaart mee te nemen als je in het bos gaat wandelen. Er komen in Nederland wel zo’n 3500 soorten paddenstoelen voor dus het is soms moeilijk om vast te stellen om welke soort het gaat. Gelukkig had een aantal mensen tijdens de excursie een paddenstoelgids meegenomen zodat we af en toe wat op konden zoeken. Met de spiegeltjes konden we de onderkant van de hoed van de paddenstoel bekijken. Sommige paddenstoelen hebben plaatjes onder de hoed en anderen buisjes en ook de kleur en de vorm van de hoed kan verschillend zijn. Daarnaast is ook de vorm en kleur van de steel van belang. Soms heeft de steel een ring, die je vaak pas ziet als je onder de hoed kijkt. Natuurlijk zijn er ook paddenstoelen die zelfs helemaal geen steel hebben, bijvoorbeeld de zwammen. Een paddenstoel die we in verschillende stadia zagen staan was de gele knolamaniet. We zagen er een paar die net boven de grond uit kwamen en nog een hele bolle hoed hadden. Er stonden ook wat grotere exemplaren die hun hoed al gespreid hadden. De kleur van de hoed kan variëren van wit tot citroengeel en er zitten schubben op. Onder de hoed zie je witachtig gele plaatjes en om de steel zit een afhangende ring. In het boekje stond dat het vlees naar rauwe aardappel ruikt, maar dit hebben we niet getest.
Leeuwenboekje winter 2011
12
Bij het determineren van paddenstoelen kan dus ook de geur van belang zijn. Een paddenstoel die je soms op meters afstand al kunt ruiken is de grote stinkzwam. De geur trekt insecten aan die voor verspreiding van de sporen zorgen. Naast een paar volgroeide exemplaren vonden we ook nog een groot wit ei. Dit ei wordt ook wel een duivelsei genoemd. Hier komt na een paar dagen een grote stinkzwam uit. Op de foto zie je aan de rechterkant van de steel nog de resten van het ei waar de paddenstoel uit komt. We kwamen onderweg verschillende witte bultzwammen tegen. Deze soort heeft als belangrijk kenmerk dat een bepaalde alg de witte zwam in het centrum groen kleurt. Je kunt ook zien waaraan de zwam zijn naam te danken heeft want de bovenkant is inderdaad nogal bultig. Een soort die vorig jaar ook van de partij was, aan de voet van dezelfde beukenboom, was de reuzenzwam. Er stonden een paar prachtige exemplaren en het was indrukwekkend om te zien hoe groot ze kunnen worden. Met deze reusachtige paddenstoelen kwam er een einde aan deze mooie wandeling. Aan de reacties te horen heeft iedereen genoten en er wat van opgestoken. Klaske werd hartelijk bedankt voor deze leuke en leerzame excursie. We hebben een heleboel verschillende paddenstoelen gezien en het was lastig om alle namen te onthouden. Wat ik wel van de excursie van vorig jaar onthouden had, was dat ik deze keer een notitieblok mee moest nemen. Vorig jaar had ik dat niet en moest ik thuis nog veel namen bij de foto’s zoeken. Nu heb ik meteen opgeschreven wat ik gefotografeerd heb en dat was wel zo handig. Het was leuk om in een boek nog informatie over de verschillende paddenstoelen op te zoeken, omdat je dan toch weer wat opsteekt of herkent. Hoewel we nu ongeveer dezelfde route als vorig jaar hebben gelopen, rond dezelfde datum, hebben we toch ook weer andere paddenstoelen gezien. Ik heb
Leeuwenboekje winter 2011
13
nog even het verslag van vorig jaar gelezen (dat op de site van staat onder het hoofdstuk van de plantenwerkgroep) om te kijken welke paddenstoelen daar genoemd staan. Ook heb ik de foto’s van vorig jaar bekeken en allerlei soorten van vorig jaar hebben we nu niet kunnen vinden. Soorten die we zowel vorig jaar als nu hebben gezien zijn de aardappelbovist, de braakrussula, gewoon eekhoorntjesbrood, elfenbankjes, de gele knolamaniet, geweizwammetjes, de echte honingzwam, de kastanjeboleet, de gewone krulzoom, de porseleinzwam, de prachtvlamhoed, de reuzenzwam, rodekoolzwammetjes, de vliegenzwam en de gewone zwavelkop. Soorten die we vorig jaar niet hebben gevonden en nu wel waren, de gele trilzwam, de grote stinkzwam (vorig jaar hadden we de kleine stinkzwam), diverse melkzwammen, de kostgangersboleet (groeide op een aardappelbovist), de paarse korstzwam, de witte bultzwam en de vuurzwam. Zo zie je maar dat de natuur niet elk jaar hetzelfde is. Je kunt prima meerdere keren dezelfde excursie doen want je komt toch steeds weer nieuwe dingen tegen en daardoor blijft het interessant en leerzaam. Linda Veeman
Vogel-/otterochtend zaterdag 5 november Even een blik op de buienradar…. Gelukkig, het blijft waarschijnlijk droog. Dan snel richting het verzamelpunt voor de vogelexcursie aan de Tesselschadestraat. Als ik daar vlak voor negen uur aankom, staat er al een grote groep vogelliefhebbers te wachten. Anne Bosma stelt voor naar de vogelkijkhut in De Deelen te gaan en dat vindt iedereen een goed idee. We zoeken allemaal een plekje in de auto’s en gaan op pad. Onderweg zien we al verschillende groepen ganzen in de weilanden zitten. Soms zie je ook nog wel wat reeën in de weilanden, op het laatste stuk richting de parkeerplaats van De Deelen, maar die hebben zich dit keer verstopt. Vanaf de parkeerplaats is het
Leeuwenboekje winter 2011
14
eerst een stuk lopen over het fietspad. Daarna slaan we rechtsaf en lopen via een smal pad langs de petgaten. Het is altijd heerlijk om tijdens de vogelexcursie ook een stuk door de natuur te wandelen. Deze vogelkijkhut bereik je via een steile trap en daardoor heb je een prachtig uitzicht over het gebied. Gelukkig passen we alle veertien in de hut. Om iedereen een goed uitzicht te geven, wisselen we af en toe van plaats. Er zijn niet veel wintergasten te zien, maar de luchten zijn mooi en het uitzicht is geweldig. Er zwemmen een paar knobbelzwanen met jongen. De jongen herkennen we aan hun lichtbruine kleur. In de lucht zien we een aalscholver en er vliegen kleine groepen ganzen over. Het meest opvallend zijn de diverse grote zilverreigers die langs de waterkant staan. De Deelen is in de winter een slaapgebied voor deze mooie vogels. Ik heb op internet een nieuwsbrief van de vereniging SOVON Vogelonderzoek Nederland opgezocht met watervogeltellingen in november 2010. Hierin stond dat Romke Kleefstra van deze vereniging vorig jaar november maar liefst 39 grote zilverreigers in De Deelen heeft waargenomen.
Wieger Koeze maakte dit prachtige plaatje.
Leeuwenboekje winter 2011
15
Dan horen we het geluid van een vleugelslag. En ja hoor, er vliegen een paar zwanen voorbij. Altijd mooi om naar te kijken en luisteren. Wat een elegante vogels. De fototoestellen klikken maar raak. Rechts op de foto zie je een havik in de boom op zijn uitkijkpost zitten. Om de beurt kijken we even door de telescoop naar deze indrukwekkende roofvogel. Mooi dat er altijd wel iemand een vogelgids bij zich heeft, zodat we de havik van dichtbij kunnen bekijken. Hij heeft op zijn lichte borst horizontale strepen en boven zijn ogen een witte wenkbrauwstreep. Hé wat beweegt daar verderop in het water? We zien wat gespetter en dan is het weer verdwenen……… Kijk daar is het weer! We richten de kijkers op iets wat in de verte zwemt en af en toe weer weg is. “Een otter!” roept iemand. En ja, er zijn er meer die een otter herkennen in het beestje wat aan het spelen is in het water. Wow, die heb ik nog nooit in het wild gezien. Het lukt ons niet om hem in de telescoop te krijgen want hij is al snel weer verdwenen, maar we zijn ervan overtuigd dat het er één was. Een unieke waarneming omdat ze heel zeldzaam en voornamelijk ’s nachts actief zijn. Op internet heb ik gekeken of er nog meer waarnemingen zijn van otters in De Deelen. Op de site waarneming.nl is te vinden dat er 2 zwemmende otters in De Deelen zijn gezien op 26 maart van dit jaar. Verder is er niet veel informatie te vinden over otters in De Deelen. Wel zijn in 1988 de laatste sporen van de otters in Nederland in De Deelen aangetroffen en is het beestje daarna jarenlang uitgestorven geweest in ons land. In 2002 zijn er een paar otters uitgezet in de Weerribben en ook daarna zijn er nog een aantal keren otters uitgezet onder andere in de Rottige Meenthe en recent nog drie stuks in de Alde Feanen. Blijkbaar zijn de otters van de Rottige Meenthe al helemaal uitgezworven tot in De Deelen. Als we weer terug zijn bij de auto’s, is het tijd voor een bakje koffie. Daarna rijden we door naar een vogelkijkhut bij De Veenhoop. Ook nu genieten we van een korte wandeling voor we de hut bereiken. Vanuit deze hut zijn een heleboel soorten eenden te zien zoals: smienten, wintertalingen, slobeenden, kuifeenden en krakeenden. Ik heb de verschillende soorten vluchtig met de kijker bekeken en heb me daarna op het schrift gestort, waar bezoekers van de hut iets in kunnen schrijven. Het schrift staat helemaal vol dus er is genoeg te lezen. Het is altijd leuk om te lezen wat anderen waargenomen hebben. Ook is het interessant om te weten waar mensen allemaal vandaan komen en wat ze van de hut en omgeving vinden. Als we uitgekeken zijn, lopen we naar de auto’s en rijden naar Leeuwarden via allerlei binnenwegen. Onderweg zien we nog een stuk of 7 reeën in een weiland en we stoppen nog even om daar van te genieten. Een mooie afsluiting van een bijzondere excursie waarbij de vogels nu eens niet het belangrijkste waren. De waarneming van de zeldzame otter was het hoogtepunt van deze excursie. Linda Veeman
Leeuwenboekje winter 2011
16