Sint-Rembertziekenhuis Torhout Introductiebrochure
Voor studenten en nieuwe personeelsleden
Versie 2014 - 2015
radiologie
Welkom Het team van de dienst radiologie heet je van harte welkom. Je bent als nieuwe collega of als student op onze afdeling terecht gekomen. Je zult snel merken dat het werken op deze afdeling niet is zoals op een gewone afdeling. Deze brochure biedt je daarom een eerste kennismaking met onze afdeling. Het is niet de bedoeling dat je deze brochure memoriseert voor je start, maar ze is wel bedoeld als naslagwerk. Iets waar je kunt op terugvallen. Een bron van informatie ….. die nooit volledig af is. Technieken evolueren continu en we moeten altijd blijven bijleren. Voor de stagiairs werken wij met mentoren die je zo veel mogelijk zullen begeleiden bij je stage. De mentor is je aanspreekpunt. Maar iedereen op dienst zal je zeker elk op zijn/haar gebied iets bijbrengen. Eigenlijk is iedereen ook een stukje mentor. Als je vragen hebt, problemen met wie of wat dan ook, aarzel niet en spreek ons aan! Formele en informele evaluaties dragen bij tot een gestructureerde opleiding. Zo kunnen we kort op de bal spelen, bijsturen en vlug en concreet ingrijpen …… Heb je problemen die niet direct op de dienst kunnen opgelost worden, neem dan gerust contact op met je mentor, de hoofdverpleegkundige of zo nodig de intreder-begeleider Geert Sabbe (tel. 2040). Voor de nieuwe personeelsleden is er een peter – meterschap. Deze personen zullen je begeleiden bij het stappenplan dat je krijgt bij aanvang van je nieuwe uitdaging. Het stappenplan zal een beeld geven van je evolutie op dienst. Er is een nulmeting; de gevraagde stappen worden afgeparafeerd door “peter – meter” indien deze beheerst worden. Zo zul je zien dat wij binnen 11 maanden tot een volledige integratie kunnen komen. Op geregelde tijdstippen zal de intrederbegeleider van het ziekenhuis feedback vragen aan “peter – meter” en uzelf. Voor problemen kun je gerust bij hem terecht. Na 11 maanden wordt door jou een afspraak gemaakt om je afgewerkt stappenplan in te dienen bij de intrederbegeleider (tel. : 2040). Is het vroeger afgewerkt, aarzel niet om het vroeger in te dienen. Het afwerken ervan is in de eerste plaats jouw verantwoordelijkheid. Op de volgende pagina’s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlotte en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst, kun je altijd bij een mentor, de hoofdverpleegkundigen of een andere collega terecht. Aarzel niet en kom bij ons aankloppen voor raad of een luisterend oor, want jouw opvang en begeleiding is voor ons een prioriteit. Alvast veel werk- en leergenot gewenst. Succes !!! Het radiologieteam.
© Sint-Rembertziekenhuis 2014
Inhoudstafel Welkomstwoord ................................................................................. pg. 2 Inhoudstafel ....................................................................................... pg. 3 1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie ...................................................................................... pg. 4 1.2. Plaats binnen de organisatie (management) ..................... pg. 6 1.3. Multidisciplinair team - artsen en verpleegkundigen ........ pg. 6 1.4. Specialismen 1.4.1. Klassieke radiologie .............................................................. pg.9 1.4.2. Angiografie ............................................................................ pg. 10 1.4.3. Echografie met doppler ..................................................... pg. 10 1.4.4. Digitale mammografie ....................................................... pg. 10 1.4.5. CT-scan ................................................................................ pg. 11 1.4.6. O.P.G. - T.R.X. ....................................................................... pg. 12 1.4.7. Botdensometrie ................................................................... pg. 12 1.4.8. P.A.C.S. ................................................................................. pg. 12 1.4.9. R.I.S. ....................................................................................... pg. 13 1.5. Afdelingsopdracht - werkinhoud - werkverdeling - takenpakket 1.5.1. Werkinhoud - werkverdeling................................................. pg. 13 1.5.2. Verwachtingen .................................... ............................... pg. 14 2. Een dag op de afdeling 2.1. Diensten ............................................................................... pg. 16 2.2. Openingsuren ..................................................................... pg. 16 2.3. Dagindeling ........................................................................ pg. 16 3. Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken 3.1. Procedures, protocollen en standing orders .................. pg. 18 3.2. Dienstspecifieke procedures ............................................ pg. 19 3.3. Patiëntveiligheid ............................................................... pg.19 4. Patiëntenvoorlichting ........................................................ pg. 20 5. Communicatie 5.1. Telefonie ............................................................................. pg. 21 5.2. I.C.T. .................................................................................. pg. 21 5.2.1. Ecare ................................................................................... pg. 22 5.2.2. Mediweb ........................................................................... pg. 22 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket SAGA ...... pg. 23 5.2.4. Gebruik van internet ........................................................ pg. 23 5.3. Buizenpost ......................................................................... pg. 24 5.4. Mondelinge communicatie ........................................... pg. 24 5.5. Schriftelijke communicatie ............................................. pg. 24 6. Personeelsinformatie 6.1. Ziekenhuisbreed ............................................................ pg. 24 6.2. Dienstspecifiek ................................................................ pg. 24 Bijlagen Organogram, deontologische code, risicoanalyse, werkpostfiche, ABCD bij brand, kanbansysteem en ITransport .......... pg. 26
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie De dienst radiologie bevindt zich op het gelijkvloers in blok B.
protocol ct-scan 9.1 m²
ct - scan 43 m²
bediening ct- scan 8.3 m²
zaal 4 echografie 24.8 m²
bureel radioloog 8.8 m² bureel radioloog 8.5 m²
wachtzaal radiologie 24 m²
secretariaat radiologie 29.8m²
opg 5 m²
zaal 2 31.2 m²
RX 3.4 m² koffie 6.7 m² 2.9 m²
echo 6.5 m² zaal 3 39 m² zaal 1 35 m²
mammo + botdensito 16.4 m²
De dienst radiologie telt 8 technische ruimtes. Een secretariaatsruimte, een wachtruimte voor ambulante personen, een centrale wachtruimte voor gehospitaliseerde patiënten en diverse nevenlokalen. Voor MRI wordt er tezamen gewerkt met het AZ St-Jan en het OLV ter Linden ziekenhuis te Knokke. Daar gaan onze artsen deze onderzoeken op vaste data doen. De dienst is te bereiken via het secretariaatsnummer: 050/232521.
1.2. Plaats binnen de organisatie De dienst radiologie maakt deel uit van de zorgcluster “Medisch-technische diensten”. De zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten: operatiekwartier, spoedopname, sterilisatie en nierdialyse. Management
Dhr. J. Tally Algemeen directeur
Mevr. I. Luts Directeur patiëntenzorg
1.3. Multidisciplinair team 1.3.1 Artsen
•
Dokter Geert Biebaû
•
Dokter Frédérique Van Robaeys
•
Dokter Kristof De Smet
Zorgmanager
•
Dokter Birgit Heremans
1.3.2 Verpleegkundig team • Coppens Jimmy Hoofdverpleegkundige
[email protected]
• Santy Johan Verpleegkundige
• Vansevenant Stephan Verpleegkundige Mentor
• Vandewiele Veerle Verpleegkundige
• Saartje Depoortere Medische Beeldvormer
• Vansevenant Kathleen Verpleegkundige
• D’Hollandere Katrien Medisch Beeldvormer
• Meijfroidt Els Medisch beeldvormer
1.3.3 Secretariaat • Dewilde Greta
• Stubbe Heidi
• Cafmeyer Stefanie
1.3.4. Logistieke hulp • Viaene Mia
1.4. Specialismen • • • • • • • •
Klassieke Radiologie Angiografie Echografie met doppler Digitale Mammografie CT-scan OPG (Orthopantogram) TRX (Teleradiografie) Botdensitometrie
1.4.1 KLASSIEKE RADIOLOGIE De klassieke radiologie is een fotografische techniek die gebruik maakt van ioniserende stralen (X-stralen) en die wordt toegepast in de beeldvorming van het skelet, de longen, het gastro-intestinaal stelsel, het urinair stelsel, het bloedvatenstelsel en de borsten. Zaal 1 en 3 Nieuwe volledig digitale telebediende tafel (juni 2011) die werkt met digitale detector. Naast klassieke onderzoeken worden ook contrastonderzoeken zoals slokdarm, maag, defaecografie, cystografie, enzovoort in deze zalen uitgevoerd. De zalen beschikken over een draagbare en draadloze detector die
gebruikt wordt voor thorax, klein skelet en bij kinderen. Deze detectoren kunnen ook met het mobiele toestel gebruikt worden. Tevens zorgt deze detector voor een dosisbesparing van gemiddeld 80%! Zaal 2: Oudere versie van zaal 1 en 3 die ten laatste tegen eind 2013 plaats dient te maken voor een Cone Beam CT. 1.4.2 ANGIOGRAFIE Bij een angiografie maakt men röntgenopnamen van de slagaders in een bepaald gebied (benen, armen, hersenen, hals, nieren,…) Na een lokale verdoving meestal in de liesplooi, soms in de okselregio- brengt men een dunne katheter in de slagader. Men schuift deze dan op tot een punt vanaf waar men de bloedvaten wil zien. Dit gebeurt pijnloos en zonder de bloedvaten te kwetsen. Na het inspuiten van een contrastvloeistof kan men door het nemen van snel op elkaar volgende röntgenopnamen de toestand van de bloedvaten beoordelen. Contrastvloeistof kan een licht warmtegevoel veroorzaken over het hele lichaam en soms pijnprikkels veroorzaken in benen en tenen. Voor dit onderzoek is minstens een daghospitalisatie vereist om nabloeden tot een minimum te herleiden. Door de verdere softwareontwikkeling op de CT-scan neemt deze de vele angio-onderzoeken over met een goede beeldvorming en een minder invasieve belasting voor de patiënt. 1.4.3 ECHOGRAFIE MET DOPPLER Echografie is een onderzoeksmethode waarbij doorsneden van organen worden gemaakt door middel van geluidsgolven. Deze techniek vindt vooral zijn toepassing in onderzoek van vaste organen (lever, nieren, milt, schildklier, borsten,…) en onderzoek van de bloedvaten (duplex en doppler). Onze afdeling beschikt over 2 echolokalen waar dergelijke onderzoeken kunnen plaatsvinden.
1.4.4 DIGITALE MAMMOGRAFIE Een mammografie is een röntgenopname van de borst. De opname gebeurt in twee verschillende richtingen. Voor een goede kwaliteit van de opnamen dient er
compressie op de borst uitgevoerd te worden. Mammografie is het beste onderzoek om borstkanker vroegtijdig op te sporen. Dit onderzoek gebeurt op onze dienst volledig digitaal waarbij er een lage dosis stralen wordt gegeven. Uit jaarlijkse verplichte controle blijkt dat ons toestel de laagste dosis gebruikt van 62 centra in Vlaanderen. Patiënten vanaf 50 jaar kunnen bij ons ook terecht voor een gratis mammografie in het kader van het bevolkingsonderzoek. Deze patiënten krijgen om de twee jaar een uitnodiging die uitgaat van de overheid. 1.4.5 CT-SCAN Computertomografie is een techniek die eveneens gebeurt door middel van röntgenstralen. Deze toepassing kan echter een doorsnede maken van eender welke regio in het lichaam. Meest voorkomende onderzoeken zijn: • Hersenen • Wervelzuil • Abdomen • Thorax
Het nadeel van deze vorm van radiografie is de dosis. Sinds 2011 beschikken wij over een 128-slice GE Optima 660 CT-scan met ASIR functie, deze laatste functie zorgt voor een dosis reductie van gemiddeld 50%. 64 slices zorgt ervoor dat we beschikken over een groter scanbereik. Dit houdt in dat er een grotere regio onderzocht wordt in een kortere tijd waardoor het mogelijk is om angiografieën (halsvaten,onderste ledematen, coronairen) uit te voeren en dus een invasieve methode kunnen vermijden. Ook is het nu mogelijk om een virtuele opname te maken van het colon, dit biedt de mogelijkheid het colon na te kijken op poliepen of kleinere tumoren wat een traditionele coloscopie onnodig maakt en dus minder belastend is voor de patiënt. 1.4.6 OPG (Orthopanthogram)- TRX(Teleradiografie) Bij dit digitaal onderzoek worden zowel de tanden als de mondbodem op foto vastgelegd. Met hetzelfde toestel is ook digitale teleradiografie mogelijk waarmee een face/ profiel opname van de schedel genomen wordt.
1.4.7 Botdensitometrie Dit is een toestel dat gebruikt wordt voor osteoporosemeting. Hierbij gaat het toestel het kalkgehalte in het bot exact meten. 1.4.8 PACS Picture Archiving Communications System Sedert 2006 worden alle beelden opgeslagen in een PACS-systeem van AGFA. Aanvragende artsen kunnen verslagen en beelden opvragen en bekijken in Mediweb. Bij onderzoeken voor externe geneesheren worden alle beelden op een CD-rom gebrand en wordt het protocol meegegeven of op een later tijdstip opgestuurd. Binnenkort komt er einde aan het CD-rom tijdperk en zullen alle beelden online beschikbaar gesteld worden via PACS on web. De aanvragende geneesheer zal dan een code worden toegestuurd om deze beelden te kunnen bekijken. Deze code heeft een tijdslimiet.
1.4.9 RIS Radiologie Informatie Systeem is een computerprogramma die zorgt voor: • De registratie en tarificatie van alle uitgevoerde onderzoeken • Opmaak en opslag van protocollen • Statistiek
1.5. Afdelingsopdracht - werkinhoud - werkverdeling - takenpakket 1.5.1. Werkinhoud - werkverdeling De algemene werkorganisatie op de afdeling radiologie is sterk afhankelijk van het werkregime. De verpleegkundigen op de dienst werken met een vroegdienst, een dagdienst, een laatdienst en een weekenddienst. Na 21u00 is er ook een permanente nachtdienst aanwezig. De dienstregeling en werkplanning van de stagebegeleiding wordt meegedeeld aan de student. Specifieke verpleegkundige interventies: • Informeren naar de aard van de geplande onderzoeken, nakijken procedures • Onderzoekszaal voorzien van de nodige materialen voor de desbetreffende onderzoeken • Technische voorbereiding onderzoekskamer: o Contraststoffen voorbereiden o Onderzoekstafel voorbereiden o Ct kalibreren, mammo kalibreren o Controle apparatuur en deze in gereedheid brengen o… • Voorbereiding: o Informeren, instrueren o Controleren of voorbereiding op onderzoek werd uitgevoerd: vb. nuch- ter o Patiënt geruststellen o Indien nodig patiënt aanprikken (perifeer infuus) + eventuele bloedafna- me o Indien nodig een lavement geven, een sonde plaatsen, enz… o Navragen contrastallergie o Controle nierfunctie indien labo gekend o Positioneren patiënt en eventueel fixeren o In geval van CT-onderzoek of speciale RX-aanvragen informeren bij de verantwoordelijke radioloog o… • Tijdens het onderzoek: o Blijven informeren en instructies geven aan de patiënt o Waar nodig bijsturen o Toedienen contraststoffen, indien mogelijk controleren infuus
o Observeren patiënt algemeen/eventuele contrastreactie o Beelden maken o Radioloog assisteren bij steriele medische interventies o Administratie (RIS) o…
• Na het onderzoek: o Infuus verwijderen o Drukverband aanleggen o Patiënt verder observeren o Foto’s afdrukken indien nodig o Rekening meegeven o Indien nodig verder instructies en informatie meedelen o… 1.5.2. Verwachtingen Het verwachtingspatroon van een nieuw personeelslid of een stagiair(e) van de dienst radiologie komt in grote lijnen neer op het klassieke patroon van een verpleegkundige. correct • verwerven van inzicht en verbanden leggen tussen pathologie en therapie • deskundige organisatie en coördinatie van toegewezen taken • oplossingen zoeken voor de noden van de patiënt, arts en familie • steeds handelen met gepaste attitude consequent: • efficiënt werken (probleemoplossend) • verantwoordelijkheid dragen kordaat • met eigen inbreng (argumenterend) • stresssituaties aankunnen Motivatie en verantwoordelijkheidszin Zelfdiscipline – arbeidsdiscipline - collegialiteit - vakkennis en eerlijkheid zijn eigenschappen van een goede radiologiemedewerker. Dynamiek uitstralen is een pluspunt. Orde
Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Werk af waaraan je begint. Probeer proactief het werk te zien. Alles heeft een plaats; zorg dat het er dan ook terug terechtkomt na gebruik.
Stiptheid t.o.v. • de te presteren werkuren • de opgedragen taken • de collega’s: geef een volledige overdracht
Zelfstudie De meest voorkomende ingrepen worden beschreven in de proceduremap per discipline. Naast deze aanwezige nota’s is het aangewezen een eigen notaboekje aan te leggen. De eerste maanden word je overspoeld met informatie die je zeker niet allemaal kan onthouden. Werklust Van iedereen wordt ijver en tempo verwacht. Natuurlijk zijn er persoonlijke verschillen in aanpak. Via individuele bijsturingsgesprekken wordt het verwachtingspatroon duidelijk gemaakt en waar nodig bijgestuurd. Het is de taak van iedere collega om uit te leggen wat er specifiek van jou verwacht wordt. Van elke collega mag jij op jouw beurt verwachten dat hij/zij op een positieve en constructieve wijze feedback geeft. Probleemoplossend vermogen Bij problemen kan je steeds terecht bij de meter of peter of als student bij de mentor. Ook de deur van de hoofdverpleegkundige staat steeds voor je open. Hij ziet erop toe dat je je ontwikkelt zoals van je wordt verwacht. Praat meningsverschillen met collega’s eerst samen uit. Is er echter geen overeenkomst, stap dan met je probleem naar de hoofdverpleegkundige. Iedereen op dienst is verantwoordelijk voor een correcte opvang van nieuwe medewerkers. Eerlijkheid Fouten maken is menselijk, maar ze moeten toegegeven kunnen worden. Zodoende kan men fouten herstellen. Verantwoordelijkheid en eerlijkheid vullen elkaar aan. Collegiaal Op een dienst radiologie waar er soms een hoge werkdruk heerst, is collegialiteit een must. Het bevordert het arbeidsklimaat : wisselen van uren, elkaars zwakte en sterke punten erkennen. Organisatietalent Inzicht in de werkzaamheden/behandelingen/pathologie is nog altijd nodig. Hij weet hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden en weet prioriteiten te stellen. Kan snel beslissen en de juiste maatregelen treffen ( flexibiliteit). Moet rust uitstralen zeker in levensbedreigende situaties. Vakkennis Door een basisopleiding van verpleegkundige en eventueel een voortgezette opleiding zal je deze kennis opdoen. Ook is men geïnteresseerd om jaarlijks bij te scholen: zowel interne als externe opleidingen. Het vakgebied is zeer uitgebreid: anatomie, pathologie, medicatiekennis, technische vaardigheden,.....
2.
Een dag op de radiologie-afdeling
2.1. Diensten Week: Afk.
Benaming
Van
Tot
Uren
Aantal
V
vroegdienst
6u30
12u30
6u
1
V1
korte vroegdienst
8u
12u30
4u30
1/0
D
dagdienst
8u
17u30
8u
3/4
D3
lange dagdienst
8u30
18u30
8u30
1
A
avonddienst
12u30
21u
8u
1
Afk.
Benaming
Van
Tot
Uren
V Za A
Vroegdienst Zaterdagdienst Avonddienst
6u30 8u30 12u30
12u30 21u 21u
6u 11u30 8u
Weekend:
2.2
Openingsuren
De dienst is dagelijks open van 08u00 tot 12u00 en van 14u00 tot 19u00 voor alle patiënten zowel intern als extern. Op zaterdag kan men bij ons ambulant terecht op afspraak tussen 08u00 en 12u00. Na 19 uur en/of in het weekend kunnen patiënten intern of via spoedgevallen terecht bij ons voor alle dringende onderzoeken. Onderzoeken waarbij de aanwezigheid van een radioloog vereist is (echo, CT grafisch onderzoek met contrast), worden indien mogelijk uitgesteld naar de daar opvolgende dag. Indien noodzakelijk wordt de radioloog van wacht opgeroepen om het desbetreffende onderzoek uit te voeren/ bij te wonen. 2.3
Dagindeling
2.3.1 Voormiddag Er is een vast werkrooster dat over 8 weken loopt. De vroegdienst start om 06u30 en staat er alleen voor op de dienst tot 07u30. In deze periode dient hij/zij er voor te zorgen dat alle toestellen (her)opgestart worden en dat de RX- thorax opnames op Intensieve Zorgen genomen zijn. Ook RX-thorax op andere diensten waarbij de patiënt de kamer niet mag verlaten (vb. thoraxdrain onder suctie) valt hieronder.
Vanaf 07u30 is er logistieke hulp aanwezig en worden er interne patiënt en van verschillende diensten opgehaald om foto’s van te nemen. Zo wordt de workflow vanaf 8 uur verzacht. Om 8 uur komen de meeste personeelsleden toe. Vanaf dan is de vroegdienst verantwoordelijk voor de CT-console en wordt hij/zij hierbij ondersteund door een collega die de CT-zaal voor zijn rekening neemt. Alle contrastonderzoeken worden indien mogelijk altijd in de voormiddag gepland. De andere dagdiensten zijn verantwoordelijk voor de klassieke RX-zalen en de echozalen, ook is er een vrouwelijke verpleegkundige verantwoordelijk voor de mammografieën en de eventuele echogeleide mammopuncties. Indien nodig kan een logistieker de verantwoordelijkheid van de echo op zich nemen zodat er meer verpleegkundigen kunnen instaan voor klassieke radiologie. Onderzoeken bij gehospitaliseerde patiënten worden zoveel mogelijk in de voormiddag uitgevoerd, daar men in de namiddag meestal over 1 personeelslid en 1 radioloog minder beschikt. 2.3.2 Namiddag In de namiddag worden er op CT vooral onderzoeken zonder contrast uitgevoerd, dit gebeurt door de verpleegkundige met avonddienst. Op klassieke radiologie worden vooral ambulante patiëntenonderzocht. Deze kunnen komen via de consultatie, via spoedopname of via de huisarts. Iedereen kan zonder afspraak RX-opnames bekomen. Indien er ook een echo aangevraagd wordt, maakt men beter een afspraak. Dit geldt ook voor CTgrafische onderzoeken. 2.3.3 Avond Tot 19 uur is het secretariaat open voor ambulante patiënten, nadien is de avonddienst van wacht voor spoedgevallen en dringende aanvragen van gehospitaliseerde patiënten. De aanvragen voor de volgende dag worden ingebracht, toestellen worden uitgeschakeld, CT wordt klaar gezet voor de volgende dag (spuitpomp, infusen).
3. Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken 3.1.
Procedures, protocollen en standing orders
Betreffende procedures en protocollen wordt verwezen naar intranet en naar de aanwezige procedures die digitaal terug te vinden zijn op de afdeling. Er wordt extra aandacht besteed aan de handhygiëne op de radiologie afdeling. Fysieke hygiëne. Het hoeft geen lang betoog om te zeggen dat hygiëne, een belangrijk aandachtspunt is binnen de zorg op de radiologie. Ieder lid van het multidisciplinair team kan een overdracht doen van micro-organismen van een besmette patiënt naar een ander/ of zichzelf. Naast steriel werken is handhygiëne de belangrijkste preventiemaatregel om dergelijke infectierisico’s te vermijden. Op onze dienst bevinden zich dispensers met handontsmettingsvloeistof in iedere zaal. Uiteraard blijft een persoonlijke hygiëne : haartooi, nagels en beroepskledij ook zeer belangrijk! Prikongeval In de eerste plaats moet alles gedaan worden om een prikongeval te voorkomen. Recappen wordt voortaan uitdrukkelijk verboden. Naalden moeten onmiddellijk na gebruik zonder verdere manipulatie in de speciaal daartoe bestemde naaldcontainer geworpen worden (K.B. 3 mei 2013). Bij een ‘Prikongeval’ is er een procedure van kracht. In feite betreft het niet alleen prikken, maar ook blootstelling aan bloed, bloederig vochten, ander potentieel besmettelijke lichaamsvochten. De blootstelling kan gebeuren met intacte huid, niet intacte huid, mucosa of percutaan. Contact met intacte huid wordt normaal beschouwd als een klein risico terwijl contact met mucosa en niet intacte huid een matig risico inhoudt. Voor percutane blootstelling maakt men een onderscheid tussen een minder ernstig risico en een ernstig risico. De algemene procedure is van toepassing op alle personeelsleden van het ziekenhuis. Voor personeel van het ziekenhuis dekt de arbeidsongevallenverzekering de kosten. De eerste zorg gebeurt op de afdeling zelf. De procedure moet zo snel mogelijk gestart worden. Je brengt de hoofdverpleegkundige op de hoogte en meld je aan op de dienst spoedgevallen. Er wordt een meldingsformulier ingevuld en indien nodig gebeurt er een
bloedname. De dienst arbeidsgeneeskunde zorgt voor de verdere afhandeling. Als student neem je na het opstellen van de E.H.B.O.-bon contact op met de school betreffende verzekering. De procedure staat uitgebreid omschreven op intranet. 3.2. Dienstspecifieke procedures De meest voorkomende technieken van toepassing op radiologie kun je hieronder vinden (procedures staan uitgebreid op intranet). Voorbereiden en assistentie plaatsen perifeer infuus onder echo Perifeer infuus voorbereiden en zelf plaatsen Plaatsen verblijfsonde Voorbereiden punctieplaats voor steriele medische interventies Assisteren tijdens steriele interventie Toedienen contraststof aan patiënt Zuurstoftherapie Verpleeganamnese met inbegrip contrast – anamnese afnemen bij patiënt Thoraxdrainage Ascites drainage Beademde patiënt Polytrauma patiënt Wonddrainage Halskraag met niet vrijgegeven wervelkolom Observeren naar reacties op contraststof en indien reacties zich voordoen adequaat handelen • Radioprotectie toepassen • Correcte positionering • Verband aanbrengen • • • • • • • • • • • • • • •
3.3. Patiëntveiligheid Het oplopen van onbedoelde schade is een reëel probleem in de gezondheidszorg. Vandaar dat er zeer veel aandacht geschonken wordt aan een cultuur van patiëntveiligheid. Ook in het AZ Sint-Rembert is dit de hoogste prioriteit. Het optreden van onbedoelde schade wordt benoemd als een ‘incident’. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: een valongeluk bij een patiënt, een medicijn toedienen bij de verkeerde patiënt, het niet correct identificeren van een labostaal, de glycemie meten bij de verkeerde patiënt… Belangrijk is om een (bijna-)incident altijd te melden aan de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke, zelfs als de patiënt hier geen directe schade van ondervindt. Hij of zij zal dit melden in het incidentmeldsysteem van het ziekenhuis. Incidenten worden verder geanalyseerd door de patiëntveiligheidscoördinator. Belangrijk hierbij is niet wie iets fout heeft gedaan maar wat er in het proces kan worden verbeterd zodat het risico op een gelijkaardig incident in de toekomst kan worden vermeden! In het ziekenhuis wordt veel aandacht besteed aan identificatie. Dit betekent o.a. dat patiënten op elke ogenblik geïdentificeerd moeten kunnen worden aan de hand van een polsbandje. Deze controle moet gebeuren vóór elke handeling die
bij de patiënt wordt uitgevoerd (bv. toedienen medicatie, bloedafname uitvoeren, patiënt afhalen voor transport naar een onderzoek…). Tenslotte wordt aan de patiënt zelf gevraagd om mee te helpen in zijn eigen veilige behandeling. Hiervoor krijgt elke patiënt bij opname een brochure met de volgende tips.
Geef alle informatie over uw gezondheidstoestand
Geef het aan als u iets niet begrijpt
Bespreek vooraf het verloop van uw operatie
Schrijf op welke medicijnen u gebruikt
Stel vragen als de medicijnen er anders uitzien dan verwacht
Volg de instructies en adviezen goed op
4.Patiëntenvoorlichting Gebeurt voornamelijk aan de hand van brochures: Dienstspecifiek • CT algemeen • Algemene info radiologie • Virtuele CT-coloscopie • Mammografie (microdose) • Bevolkingsonderzoek op borstkanker (VOB) • Defeacografie • Magnetische resonantie (MRI)
5. Communicatie 5.1. Telefonie De telefoonnummers binnen het ziekenhuis bestaan uit 4 cijfers. Alle nummers kan je vinden in de telefoongids van het ziekenhuis of via intranet. Als men iemand buiten het ziekenhuis wil opbellen, moet men eerst telefoneren naar de centrale (11) en een buitenlijn aanvragen. Als je een lijn wil doorverbinden naar een ander toestel, dien je eerst op de ‘R’toets te drukken en daarna het nummer van het ander toestel te vormen. Het gebruik van privé-GSM op dienst is verboden. Hiervoor wordt verwezen naar vroegere dienstmededeling (DM 2 van 2012). Dects op de afdeling De meeste artsen, assistenten en verantwoordelijken dragen een persoonlijke dect. Elke dect heeft een nummer met 4 cijfers. Wanneer het toestel aan de andere kant van de lijn bezet is kan je de ‘ring back’ functie instellen door op de toets ‘2’ te drukken. Bel je iemand op en heb je oorspronkelijk een gewoon oproepsignaal gevolgd door een ‘snelle bezettoon’ dan betekent dit dat de dect van deze persoon in de lader zit. Wil je een arts thuis opbellen dan kan dit via de verkorte code: **2+ ‘drie laatste cijfers van het dectnummer’. Dan word je automatisch doorgeschakeld met de huistelefoon van deze arts. Gebruik je de code: **5+’drie laatste cijfers van het dectnummer’ dan word je doorverbonden met de persoonlijke GSM van deze arts, voor zover zijn/haar verkorte code geprogrammeerd is. Het noodnummer van het ziekenhuis is 2000 (brand of andere noodsituaties) Telefoonnummers voor de dienst radiologie Secretariaat 2521 CT bediening 2524 CT protocol 2525 Dr. Geert Biebaû Dr. Frédériqe Van Robaeys Dr. Kristof De Smet Dr. Birgit Heremans Zorgmanager Wim Seynaeve
2496 2498 2495 2497 2595
5.2. ICT Op de dienst radiologie zijn er diverse computers beschikbaar. Het ziekenhuis beschikt over een eigen intranet. Via intranet kan je alle mogelijke informatie vinden over het ziekenhuis, procedures,….
5.2.1. Ecare Op één van de PC’s staat Ecare. Dit is een electronisch operatieprogramma. Dit programma wordt gebruikt voor het boeken, opvolgen en registreren van iedere ingreep. Tevens biedt dit programma de mogelijkheid om alle procedures van mogelijke ingrepen te raadplegen. In het operatiekwartier wordt er sinds november 2012 met dit planningspakket gewerkt. Hoe werkt het ? 1. Op de consultatie wordt de ingreep van een patiënt gepland in de agenda van Ecare. Om dit mogelijk te maken werden voor alle specialismen samen ongeveer 1000 ingrepen vooraf gedefinieerd in Ecare. 2. In het operatiekwartier, op de consultaties en op de verpleegdiensten kunnen alle geplande ingrepen gevolgd worden in een overzicht. Hierop zijn per dag alle geplande ingrepen te zien, geschikt volgens uur van ingreep. De kleuren bepalen de status van de ingreep. De verpleegdiensten kunnen van iedere ingreep preoperatieve en andere informatie opvragen door een dubbelklik op het ingreepvakje. 5.2.2. MEDIWEB (elektronisch medisch dossier) * Gebruik Via intranet vind je onder ’toepassingen’ de ‘medische portaalsite’ terug. Deze toepassing is een databank met patiëntengegevens die door artsen, verpleegkundigen en paramedici wordt gebruikt. Iedere dienst of arts heeft een aparte login. Studenten verpleegkunde kunnen dit bestand enkel inzien in het bijzijn van een verpleegkundige.
* Functies • Beddenlijst. Voor de arts bestaat dit uit zijn toegewezen patiënten per dienst. Voor de verpleegafdeling gaat dit om alle opgenomen patiënten binnen de eigen afdeling. • De elektronische registratie van opname, transfer en ontslag van de patiënt. • Elektronische aanvraag patiëntenklevers en/of identificatiebandje • Administratieve gegevens van een patiënt raadplegen vb. telefoonnr. • Opvragen van protocollen en verslagen van onderzoeken • Elektronische aanvraag voor kinesitherapie / voedingsdeskundige • Gebruik van visuele herkenningspunten voor ziekenhuishygiëne / interne liaison. 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket: SAGA. SAGA HCPS is een Windowstoepassing voor de opmaak van de dienstroosterplanning . Het diensthoofd gebruikt deze toepassing voor zijn/ haar personeelsadministratie. Met SAGA is het mogelijk om de planning van dienstroosters te realiseren, rekening houdend met mogelijke wensen, het contractueel aantal uren, alle mogelijke tellers zoals verlof, feestdagen, aantal nachten, enz. Saga wordt gebruikt als een planningspakket. Het uurrooster voor de personeelsleden van de dienst wordt hierin opgemaakt en gecorrigeerd. De personeelsleden kunnen via een persoonlijke login het uurrooster en hun eigen urenpakket consulteren. Deze gegevens worden maandelijks verwerkt door de personeelsdienst. Aan de hand van deze gegevens worden de loonprestaties berekend. 5.2.4. Gebruik van internet Internetgebruik is enkel toegestaan voor professionele doeleinden. 5.2.5. Gebruik van itransport Wat is ITransport® ITransport® is een real-time communicatie en informatie systeem voor het intern vervoer in ziekenhuizen. ITransport® geeft automatisch taken aan de medewerkers van deze dienst. De taak wordt op het display van een mobiel device weergegeven. De medewerker kan de taak accepteren via een code. Verstoringen in het proces (patient niet klaar / lift bezet / goederen niet aanwezig) kunnen eenvoudig via een code worden teruggekoppeld. Als de medewerker klaar is meldt hij/zij dit en krijgt automatisch een volgende opdracht die bij zijn/haar profiel past en zo dichtbij mogelijk is. De gebruikers (Verpleegafdelingen / Behandelafdelingen / Servicedesk / e.d.) hebben overzicht van de status van alle voor hen van toepassing zijnde taken. Zij kunnen onder andere zien welke taken onderweg zijn en hoe laat verwacht wordt dat de taak klaar is. (in bijlage 7 vind je hoe je een transportaanvraag moet ingeven).
5.3. Buizenpost Wat kan opgestuurd worden: • aanvragen van onderzoeken • apotheekvoorschriften • bloedtubes of stalen Hoe bloedtubes of stalen opsturen: • bloedbuisjes in een kangoeroezakje plaatsen • aanvraagformulier in de buitenkant van de zak plaatsen • de zak in een cartouche steken • de bestemming programmeren • cartouche in de buis plaatsen • het verzenden gaat verder automatisch Het opsturen van formulieren volgt dezelfde procedure, maar ze moeten niet in een kangoeroezakje. 5.4. Mondelinge communicatie Op dienstniveau • Bij shiftwisseling over de middag vindt een briefing plaats. Alle belangrijke zaken worden hier meegedeeld. • Er is drie tot vier maal per jaar dienstvergadering • Er zijn bijscholingen door verpleegkundigen, artsen en firma’s, ... • Er is dagelijks overleg met de radiologen • Regelmatig overleg met geneesheer diensthoofd Op ziekenhuisniveau • Overleg met de zorgmanager • Maandelijkse clustervergadering kritische diensten • Vergadering hoofdverpleegkundigen 5.5. Schriftelijke communicatie Mededelingen op de dienst gebeuren op verschillende manieren,o.a.; • Infobord keuken/klare kamer • Logboek (bevindt zich in de bureau en op elke PC) • E-mail
6. Personeelsinformatie 6.1. Ziekenhuisbreed Op intranet vind je: • algemene personeelsinformatie • verschillende malen per jaar verschijnt er een nieuwsbrief • Een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving. Bij aanwerving krijg je de algemene infobrochure op de personeelsdienst.
6.2. Dienstspecifiek De dienst werkt aan de hand van een werkschema van 8 weken dat zich telkens herhaalt. De planning voor een heel jaar is dan ook altijd te raadplegen in SAGA. Diensturen + afkorting V Vroegdienst 6u30 - 12u30 V1 Korte vroegdienst 8u00 - 12u30 D Dagdienst 8u00 - 12u30 14u00 - 17u30 D3 Lange dagdienst 8u30 - 12u00 13u30 - 18u30 A Avonddienst 12u30 - 17u30 18u00 - 21u00 Za Zaterdagdienst 8u30 - 11u30 12u30 - 21u00 Middagpauze De middagpauze kan je nemen in het personeelsrestaurant aan een voordelig tarief. Je kan er een dagschotel, een slaatje, een broodje enzovoort verkrijgen. Ook je eigen boterhammen mag je er op eten. Het is niet toegelaten het restaurant te betreden in werkkledij. Overuren Overuren zijn supplementaire uren naast de normale dienstregeling. Tijdscompensatie is enkel van toepassing indien deze meer dan 15 minuten bedraagt. Overuren dienen altijd ingeschreven te worden op het daarvoor voorziene formulier dat terug te vinden is in het secretariaat. Overuren kunnen enkel teruggenomen worden na overleg met de hoofdverpleegkundige (of het vervangend diensthoofd) en de aanwezige collega’s. Verlof Verlof wordt aangevraagd aan de hand van het daarvoor voorziene formulier dat zich in het secretariaat bevindt. In de mate van het mogelijke wordt hieraan gevolg gegeven. Indien verlof tijdens een bepaalde periode onmogelijk blijkt te zijn, wordt er in samenspraak gekeken voor een alternatief/ oplossing. Voor het nemen van een weekend gelden dezelfde regels: het is aangewezen op voorhand te kijken voor een onderlinge wissel. Ruilen Ruilen van dienst met collega kan en mag altijd gebeuren. Wel dient men erop te letten dat de overurenteller op het einde van het jaar niet negatief en niet boven de 30 overuren staat. Als dit wel het geval is, zal men deze overige uren verliezen. Ook ruilen wordt op het daarvoor voorziene formulier genoteerd. Indien men een wissel doorvoert, moet men er voor zorgen dat er steeds een vrouwelijke verpleegkundige aanwezig is voor het uitvoeren van mammografische onderzoeken.
Ziekte In geval van ziekte dient men volgende zaken te regelen: • Diensthoofd verwittigen • Bewijs indienen bij de personeelsdienst. Deze verwittigen de dienst betreffende de duur van de ziekte.
Bijlagen 1. Organogram departement patiëntenzorg 2. Deontologische code voor verpleegkundigen in België Deze code geeft de leidraad die moet gevolgd worden binnen ons ziekenhuis. 3. Risicoanalyse Deze risicoanalyse werd door de arbeidsgeneesheer opgemaakt en geeft een overzicht van de risicoposten binnen het ziekenhuis. Er wordt verwacht d a t ieder nieuw personeelslid en iedere student de gepaste maatregelen neemt. Hiervoor kun je terecht bij uw meter-peter of mentor. Voor studenten die voor de eerste maal in het ziekenhuis komen wordt een brochure van hef- en tiltechnieken voorzien. 4. Werkpostfiche Deze werkpostfiche moet door iedere student afgeprint worden. Bij het begin van de stage wordt deze getekend afgegeven. Eventuele vragen kun je gerust bij de verwelkoming stellen. 5. ABCD bij brand 6. Kanbansysteem 7. ITransport
5. ABCD bij brand.
BRAND 2000
ALARMEER
*Geef duidelijke informatie over de brand: 1. Waar: ? 2. Wat:? 3.Omvang:? *Verwittig alle aanwezige personeelsleden *Verzeker eigen veiligheid - vermijd paniek
BLUSPOGING *Sluit de medische gassen af
CROSS = EVACUATIE *Oplopenden via noodtrap ga naar het verzamelpunt *Zittenden in (rol)stoel naar veilig compartiment *Liggende met rescuesheet naar veilig compartiment *Gebruik nooit liften
DEUREN EN RAMEN SLUITEN
*Schakel toestellen en opstelling die gevaar vormen uit *Registreer personeel/geëvacueerden *Breng verslag uit aan de interne brandweeroverste
of
2000
6. Werking van het kanban-systeem
7. Itransport; een transportaanvraag ingeven: Voor patiëntentransport kan een aanvraag enkel via de beddenlijst in Mediweb. 1. Open Mediweb. 2. Open de beddenlijst. 3. Zet een vinkje voor de patiëntnaam waarvoor je een aanvraag wil aanmaken. 4. Klik op het icoontje “Itransport” in de menubalk.
5.
Vul de volgende velden aan:
•
Naar: het adres van bestemming. Het veld “Van” wordt automatisch ingevuld.
•
“Geen retourtransport nodig”: enkel aanvinken als er geen retourtransport nodig is. Dit wordt bij correct aangevraagde retouraanvragen automatisch aangevinkt. Indien niet, zelf aanvinken bij retourtransporten naar de verpleegafdeling! De regel verdwijnt dan automatisch uit de lijst na afwerken transport.
•
“Voorlopig”: niet aanvinken tenzij de aanvraag door de dienst van bestemming zal worden geactiveerd.
Bij de volgende bestemmingen wordt “Voorlopig” automatisch aangevinkt: o Radiologie en Operatiekwartier o Endoscopie o Consultaties
• “Plandatum” = standaard vandaag. Er kan ook op latere datum gepland worden. Klik hiervoor op het icoontje “agenda” naast het veld.
• “Plantijd” = uur van aankomst op bestemming. Een klik op het icoontje opent de time picker.
Belangrijk: vul indien mogelijk een tijd in die 10 minuten vroeger ligt dan het gewenste uur van aankomst. Op die manier wordt geanticipeerd op vertragingen in het transport. Dit kan uiteraard enkel voorzover de toestand van de patiënt het toelaat om 10 minuten vroeger op de afspraak toe te komen. Voorbeeld: Afspraak op consultatie NKO om 10:00. Vul in als aankomsttijd 9:50. Voor de bestemmingen waarbij “Voorlopig” automatisch is aangevinkt vul je 7:30 in (RX, OK, Endoscopie…). Als het uur van afspraak wel al gekend is, vink dan “Voorlopig” uit en vul het uur van afspraak in (– 10 min indien mogelijk).
Belangrijk: wijzigt het uur van afspraak, wijzig dit dan ook in ITransport! • M/V of taakcode: kies Man of Vrouw. Bij materialentransport: kies “Diversen”. • Patiëntnaam of taakomschrijving: De naam wordt automatisch ingevuld. Transportaanvragen voor patiënten dienen steeds te gebeuren via de beddenlijst. Komt de patiënt niet voor in de beddenlijst dan kan nog geen aanvraag aangemaakt worden!
Het is belangrijk dat aanvragen gebeuren via de beddenlijst in Mediweb. Enkel zo kan ITransport meerdere aanvragen voor dezelfde patiënt herkennen als zijnde van dezelfde patiënt! Bij een correcte aanvraag staat de naam in hoofdletters en het patiëntnummer achter de naam. • Transportwijze of taaksoort: Bed met PTS: met gebruik van een bedmover (mechanische hulp). Urgentie: dit veld hoogst uitzonderlijk invullen! Wanneer bij meerdere aanvragen “Urgentie” wordt ingevuld gaat het effect ervan volledig verloren. Integendeel, ITranport kan dan minder efficiënt plannen waardoor een tegengesteld effect kan optreden. Om misbruik te voorkomen moet de naam van de aanvrager ingevuld worden. Bij vertragingen verhoogt ITransport de prioriteit stelselmatig. Urgentie invullen is daarom zelden aangewezen. Beter is om op tijd de aanvraag aan te maken of te activeren en de aankomsttijd 10 minuten vroeger in te plannen dan het afspraak uur.
Opmerkingen:
1. 2.
Veld Opmerking = een vrij tekstveld. Aanvinken van voorgedefinieërde opmerkingen
6.
De aanvraag opslaan:
Klik op de knop Opslaan linksboven. De aanvraag sluit.
Klik op de knop IItransport aanvragenoverzicht om te controleren of de aanvraag correct en met de correcte status werd aangemaakt.
TIP: hou het aanvragenoverzicht continu geopend onderaan in de taakbalk. Zo kan je meteen na een wijziging kijken of alles correct werd ingebracht. Belangrijk: aanvragen minimum 30 min. vóór uur van aankomst activeren! Alleen zo kan ITransport voldoende vooruit kijken en efficiënt plannen. Voorbeeld: Afspraak om 10 uur. Aanmaak of activering transporttaak ten laatste om 9:30. Plantijd: 09:50