INTERNE RAPPORTAGE “ECONOMISCHE ACTIVITEITEN EN ALGEMEEN BELANG”
De gemeente onderneemt! De gemeente verricht economische activiteiten. Met deze economische activiteiten komt de gemeente op de scheidslijn markt en overheid. De Wet markt en overheid geeft hier richtlijnen en kaders voor. De toepassing hiervan wordt nader toegelicht in deze Rapportage.
Werkgroep MenO, augustus 2014
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Voorwoord ........................................................................................................................................... 2 Deel I. De kern van de Wet Markt en Overheid (MenO) ..................................................................... 3 Deel II. Nadere uitwerking Algemeen belang ...................................................................................... 6 Deel III. Bijlagendeel........................................................................................................................... 13 Bijlage A. Inventarisatie economische activiteiten ............................................................................ 14 De inventarisatie van de werkgroep Markt & Overheid ................................................................ 14 Gemeenschappelijke regelingen .................................................................................................... 29 Overheidsbedrijven ........................................................................................................................ 34 Bijlage B. Gedragsregels ..................................................................................................................... 40 Bijlage C. Integrale kostentoerekening nader toegelicht .................................................................. 42 Bijlage D. Aanwijzing van Algemeen belang ...................................................................................... 44 Bijlage E. Toepassing van internettool – eigen economische activiteiten......................................... 45 Bijlage F. Toepassing van internettool - onderdeel overheidsbedrijven ........................................... 47
1
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Voorwoord De gemeente verricht in termen van de wetgever publiekrechtelijke en economische activiteiten. Met deze economische activiteiten komt de gemeente op de scheidslijn markt en overheid. De Wet Markt en overheid heeft een lange voorbereidingstijd gekend (15 jaar), is aangenomen in 2011, vervolgens gefaseerd ingevoerd en vanaf 1 juli 2014 binnenkort ook volledig van kracht. Naleving van de Wet Markt en Overheid door gemeenten wordt door de “Autoriteit Consument en Markt” kritisch gevolgd. In essentie gaat het om de toets of in de economische activiteiten van de gemeente sprake is van concurrentievervalsing. De handreiking Wet MenO definieert daarbij een economische activiteit als volgt: "Iedere activiteit bestaande uit het aanbieden van goederen en diensten op een bepaalde markt, afhankelijk van de karakteristieken van de activiteit." Om te beoordelen of we klaar zijn voor een dergelijke toets op onze economische activiteiten is in een relatief korte periode (maart 2014-juni 2014) gemeentebreed een inventarisatie uitgevoerd van de economische activiteiten van de gemeente. In deel I van de rapportage wordt verder ingegaan op de kern van de Wet Markt en overheid (MenO). In dit deel wordt een samenvattend overzicht gepresenteerd van de inventarisatie van economische activiteiten. De inventarisatie zelf is in de bijlagen opgenomen. De inventarisatie is in de vorm van een quick-scan gehouden om transparant te maken waar sprake is van economische activiteiten en hoe zich dat verhoudt tot de gedragsregels van de wet MenO. Deze inventarisatie is vooral van intern organisatorisch belang. De naleving Wet MenO moet aantoonbaar ingeregeld zijn. Dit is de verantwoordelijkheid van het college, de organisatie moet het vormgeven. De inventarisatie (cq de wijze van naleving) is mogelijk object van onderzoek van accountant en ACM. De wet MenO geeft aan, dat het in specifieke uitzonderingssituaties mogelijk is, dat economische activiteiten uitgevoerd worden vanwege Algemeen belang. Vanuit dit Algemeen belang draagt de gemeente zorg voor bepaalde voorzieningen die in beginsel ten goede komen van de gehele gemeentelijke bevolking. Bij een door de raad te nemen aanwijzingsbesluit Algemeen belang is de wet MenO dan niet van toepassing. In deel II van de rapportage treft u een nadere uitwerking aan van activiteiten/onderwerpen waarvan naar mening (/advies) van de werkgroep MenO goed te onderbouwen is, dat activiteiten verricht worden vanuit Algemeen belang. Op basis van dit deze uitwerking is het raadsvoorstel “Besluit Algemeen belang” separaat opgesteld. Deel III is het bijlagendeel, waarin opgenomen de inventarisatie, nadere toelichtingen op de gedragsregels en het Algemeen Belang, en de weergave van de internettools die bij de inventarisatie ook gebruikt zijn. Ontwikkeling: Een actuele ontwikkeling die aanstaande is, is dat onder druk van Europa de Vennootschapsbelastingplicht (VPB) voor overheidsbedrijven wordt ingevoerd (1-1-2016). Hier ligt een belangrijke parallel met de toepassing van de wet MenO. De uitgevoerde check op gemeentelijke activiteiten is dienstbaar aan de latere beoordeling mbt de VPB. Momentopname: De check op naleving van de wet Markt en overheid is nadrukkelijk een momentopname. Denkbaar is dat deze aan het begin van elke bestuursperiode wordt herhaald. Door verschillende ontwikkelingen (bezuinigingen, veranderende rol overheid en samenleving) zal of kan de visie op het Algemeen belang wijzigen, en ontstaat er mogelijk ook een tendens dat geleidelijk de economische activiteiten van de gemeente meer en meer aan de markt overgelaten zullen worden.
2
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Werkgroep1 MenO, Juni 2014.
Deel I. De kern van de Wet Markt en Overheid (MenO) Dit eerste deel van de rapportage geeft de kern weer van de wet Markt en Overheid. Overheden/ gemeenten kunnen de (vrije) concurrentie tussen ondernemingen beïnvloeden. Met name wanneer een gemeente ‘goederen en diensten op de markt aanbiedt’ en daarmee (aldus) zelf als een ‘onderneming’ handelt. Om in zulke gevallen concurrentievervalsing te voorkomen, moeten gemeenten zich aan een aantal ‘gedragsregels’ houden. Deze gedragsregels staan in de ‘Wet MenO’, deze betreffen de integrale ‘kostendoorberekening’, het ‘bevoordelingsverbod’, het ‘gegevensgebruik’ en de ‘functiescheiding’.
Gemeente
Activiteit Publiekrechtelijk of intern
Activiteit (extern) Economisch
Uitzondering: Algemeen belang, SW, Staatssteun
Wet MenO van toepassing gedragsregels
Afbakening: In de beoordeling of een activiteit economisch van aard is gaat het allereerst om de vraag of er sprake is van een publieke/wettelijke activiteit of niet. Alleen als dat niet het geval is en er wordt voldaan aan de definitie van de Wet MenO (=aanbieden van goederen en diensten op een markt) dan is sprake van een economische activiteit. Activiteiten (=levering van goederen en diensten) die intern plaatsvinden en geen externe werking hebben vallen ook niet onder deze definitie van de Wet MenO. Het gaat hier ook met nadruk niet om de vraag of er uitbesteed kan worden als bepalende factor om aan te geven of er sprake is van een economische activiteit. Bijna alle gemeentelijke activiteiten zijn (soms in een bepaalde mandaatstructuur) uit te besteden zelfs tot aan de activiteiten van de gemeentesecretaris. De gemeente kan ook op andere wijze de vrije concurrentie tussen ondernemingen beïnvloeden, bijvoorbeeld door subsidiëring, financiering, garantieverlening, transacties en/of overeenkomsten met ondernemingen die niet een eigen overheidsbedrijf zijn. Deze financiële/zakelijke relaties met deze ondernemingen vallen dan niet onder de Wet MenO maar onder staatsteunrecht en soms ook aanbestedingsrecht. Uitzonderingen: De wet MenO geeft een aantal mogelijke uitzonderingen aan, de belangrijkste zijn: a. Het is mogelijk dat economische activiteiten uitgevoerd worden vanwege Algemeen belang. Vanuit dit Algemeen belang draagt de gemeente zorg voor bepaalde voorzieningen die in beginsel ten goede komen van de gehele gemeentelijke bevolking. Bij een door de raad te nemen aanwijzingsbesluit Algemeen belang is de wet MenO dan niet van toepassing. De aanwijzing zal prudent toegepast
1
Bestaande uit Eric Moesker (concernjurist, Ad Holkers (Samenleving), Klaas Mast (Ruimte) , Marnix Duinkerken (Veiligheid), Auke van der Heide (controller), Abco Pouwer (fiscaal adviseur), Maarten Ram (controller), Ilaine van den Ende (Vastgoed), Marcel Schikhof (KCC), Bert den Uijl (vz, strategisch beleidsadviseur).
3
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
moeten worden en zorgvuldig onderbouwd. De “markt” kan hierop actief inspreken/reageren op voorgenomen aanwijzingsbesluiten. b. Als er sprake is van steunmaatregelen die vallen onder de Europese staatssteunregels dan is de wet MenO ook niet van toepassing; de staatssteunregels uiteraard wel. Als het om geringe bedragen in de staatssteun gaat (“de minimis-regeling”) dan kan de wet MenO overigens wel van toepassing zijn. c. Voor economische activiteiten vanuit de sociale werkvoorziening is de wet MenO niet van toepassing Gedragsregels: Economische activiteiten zijn overigens niet verboden, mits deze netjes (dus zonder concurrentievervalsing) worden uitgevoerd. Hier zijn vier gedragsregels voor bepalend: • Gedragsregel functiescheiding • Gedragsregel gegevensgebruik • Gedragsregel integrale kostenberekening • Gedragsregel bevoordelingsverbod Omvang: Naar ruwe schatting verricht de gemeente 90% van zijn taken vanuit de wettelijke “opdracht”, in de resterende activiteiten (circa 10%) handelt de gemeente voor de wet als ondernemer, dit zijn dan de economische activiteiten. De gemeente heeft ca 25- ca 35 activiteiten, die of door de gemeente zelf worden uitgevoerd (soms samen met andere gemeenten in een gemeenschappelijke regeling) óf vanuit een gemeentelijk overheidsbedrijf (stichting, vennootschap, coöperatie) worden uitgevoerd. Dit betreft onder meer: Zelf: de VAK, het Sportbedrijf, exploitatie van vastgoed en werken voor derden, Werkse! (publiek deel); in de vorm van een gemeenschappelijke regeling: inzameling bedrijfsafval door Avalex; in de sfeer van de overheidsbedrijven moet gedacht worden aan OBS BV, ROM Innovation Quarter Zuidvleugel, Parking BV, VOM BV en ook Werkse! (privaat deel voor onder meer de schoonmaak). Zoals deze voorbeelden laten zien gaat het hier om activiteiten, die in de praktijk als gemeentelijk domein met bijbehorend gemeentelijk beleid, beschouwd worden. De vraag is nu hoe dit zich verhoudt tot de wet Markt en Overheid. Samenvattend overzicht: Samenvattend treft u hieronder het overzicht van economische activiteiten aan, gerangschikt naar activiteiten: a. vanuit onze eigen gemeentelijke organisatie b. samen met andere gemeenten via gemeenschappelijke regelingen c. via een overheidsbedrijf van de gemeente (een stichting op vennootschap) d. en tot slot tot de economische activiteiten, die getypeerd worden als Algemeen belang. Voor de eigen activiteiten met die van de gemeenschappelijke regelingen (a en b) moet volgens de Wet MenO voldaan worden aan het naleven van de gedragsregels: functiescheiding gegevensgebruik integrale kostenberekening. Voor de overheidsbedrijven (c) geldt specifiek het naleven van de gedragsregel bevoordelingsverbod.
4
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Samenvattend overzicht van economische activiteiten en Algemeen belang Delftse organisatie Archeologie, graafwerk Gemeentelijk vastgoed
Gemeenschappelijke regelingen Recreatieschap MiddenDelfland (deels) Graafwerk archeologie voor buurgemeenten
Overheidsbedrijf
Algemeen belang
Avalex: bedrijfsafval
Maatschappelijk vastgoed:
OBS BV
WMO-vervoer Leerlingenvervoer
Bij de overige GR’s in principe niet: Besturen van de GR’s spreken zich hierover nog uit
Passantenhaven
Beheer en administratie standplaatsen warenmarkt Beheer en exploitatie van begraafplaatsen Werken voor derden stadsbeheer Gebiedsontwikkelingen: ontwikkeling maatschappelijk vastgoed Ingenieurswerk Projectcapaciteit GBO-bedrijfsvoeringsondersteuning
Buurt- en welzijnsaccommodaties Sportaccommodaties en verenigingen Zwembad Kerkpolder en Sportfondsenbad
Accommodatie Theater de Veste Onderwijshuisvesting
Parkeren
Exploitatie/beheer Parkeergarages en gemeentelijke bijdragen aan Fietsparkeren/ Biesieklette Culturele sector: Werkveld VAK Werkveld Museum ROM Innovation Quarter Zuidvleugel Werkse!
5
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Deel II. Nadere uitwerking Algemeen belang Het Algemeen belang lijkt zich vooral voor te doen bij maatschappelijk vastgoed. Ook bij andere gemeenten (zie bijv. Tilburg) is dit een centraal thema. Daarnaast zien we ook bij de economische activiteiten van Werkse! (voorheen Combiwerk) in het kader Participatiewet/ reintegratie aanleiding om ook deze aan te doen merken als Algemeen belang. In deze notitie wordt ingegaan op: 1. Maatschappelijk vastgoed en subsidiëring van gebruik a. Buurt-/Welzijnsaccommodaties b. Sportaccommodaties en verenigingen c. De Delftse Zwembaden d. Accommodatie Theater de Veste e. Onderwijshuisvesting 2. Parkeren: a. Exploitatie/beheer Parkeergarages b. Gemeentelijke Bijdragen aan Fietsparkeren/Biesieklette 3. Culturele sector: werkvelden VAK en Museum 4. Technologische sector: ROM Innovation Quarter Zuidvleugel 5. Werkse! Voor onze redeneerlijn maken we onderscheid tussen: a. De realisatie van de voorziening: was/wordt de voorziening wel gerealiseerd zonder overheidsinvesteringen? b. De exploitatie van de voorziening: is de exploitatie voor de gebruikers daarvan betaalbaar zonder subsidie? Aanvullend zijn voor de redeneerlijn de volgende vragen van belang: wat is het gemeentelijk beleid zijn er nieuwe ontwikkelingen worden (potentiële) exploitanten van gelijkaardige voorzieningen op dezelfde wijze behandeld Op basis van dit deel II is een voorstel opgewerkt voor de gemeenteraad.
6
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Beoordeling door de Werkgroep MenO 1. Maatschappelijk vastgoed en subsidiëring van gebruik In veel concrete voorbeelden van maatschappelijk vastgoed (Zwembad, Theater) is sprake van een voorziening die er zonder de overheidsinvestering van de gemeente Delft niet gekomen zou zijn. Daarnaast wordt –op onderdelen- vanuit verschillende beleidsdoelen van de gemeente het gebruik gesubsidieerd. Zowel de functie-aanwijzing van het bestemmingsplan alsook het beleidskader grondbeleid (categorie sociaal-maatschappelijke voorzieningen) geven in dit verband ook een aanwijzing dat dit een bijzondere categorie vastgoed is.
A. Buurt-/welzijnsaccommodaties Het maatschappelijk vastgoed wordt in principe kostendekkend verhuurd. Bij het kostendekkend verhuren gaat het hierbij om de directe exploitatiekosten voor onderhoud, beheer en de kapitaallasten. Indirecte kosten worden vooralsnog niet altijd of volledig toegerekend. Algemeen uitgangspunt is kostendekkende verhuur en eventueel subsidie voor instellingen om de kosten te beperken. Als accommodaties overgedragen worden geschiedt dat marktconform (open inschrijving, taxatie). De scheiding van subsidie en vastgoedbeleid is bedoeld c.q. noodzakelijk om: De geldstromen, huurinkomsten en subsidie-uitgaven gescheiden en zo transparant mogelijk te houden. De te onderscheiden gemeentelijke rollen, van verhuurder (privaatrecht) en subsidieverstrekker (publiekrecht) helder te houden. Een fiscaal zuivere administratie te voeren.
NB. Specifiek bij buurtaccommodaties geldt voor 2014 een overgangssituatie. Hier is SRO2 als facilitair bedrijf voor 1 jaar ingeschakeld. Het eigendom is niet overgedragen. SRO is een BV zonder winstoogmerk. De accommodaties zijn ontvlochten bij BWD/Participe. De uitgangspunten zijn helder: kostendekkende verhuur en subsidie. Dit betekent in de praktijk ook een zuivere splitsing tussen het privaatrechtelijk (vastgoed) en het publiekrechtelijk (subsidie) deel. Deze economische activiteit vraagt vervolgens een verdieping op het vraagstuk van de integrale kosten. Bij integrale kosten gaat het om directe kosten met toerekening clusteroverhead en overhead van de 2
SRO is de maatschappelijke partner van gemeenten (regio Amersfoort en regio Haarlem) in het exploiteren, beheren, verhuren, onderhouden van sportvoorzieningen, onderwijs- en welzijnsvoorzieningen en verzorgt ook de dienstverlening daaromheen. SRO is een overheids-BV.
7
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
gemeentebrede bedrijfsvoeringsondersteuning (GBO). GBO heeft een notitie opgesteld waar de toerekening van de overhead GBO verder is uitgewerkt. De voorgestelde wijze (de doorberekening van de centrale overhead in een opslag per uur) is consistent, maar blijft altijd enigszins arbitrair. Deze werkwijze moet overigens nog worden vastgesteld. Redeneerlijn welzijnsaccommodaties: a. De gemeente heeft eigen beleid op vlak welzijn en participatie; b. Het stichten en in standhouden van dit maatschappelijk vastgoed kan als Algemeen belang gezien worden; zonder gemeentelijke investeringen waren deze voorzieningen er in deze mate niet geweest; c. De gemeente heeft eigen accommodaties waarvan de tarieven niet kostendekkend zijn; ook dit is te typeren als Algemeen belang, dit wordt gemotiveerd vanuit het beleid, en de zorg voor betaalbaarheid van de voorzieningen; d. In kader vastgoedbeleid wordt overwogen het gemeentelijk vastgoed te vervreemden, dit geschiedt dan marktconform. Dit maakt in essentie geen verschil voor de redeneerlijn; e. Er wordt subsidie gegeven aan verenigingen in het niet kostendekkend gebruiken van de gemeentelijke voorzieningen; lijn is om dat nu - met de nieuwe wet MenO - transparant te maken; f. Aanwijzing van een gemeentelijke economische activiteit als Algemeen belang is altijd een momentopname. Er kunnen nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen zijn waardoor deze aanwijzing minder opportuun wordt; g. De druk op de gemeentelijke financiën en ook de heroriëntatie op de rol van de overheid/ samenleving kan betekenen: dat er een geleidelijk proces ontstaat dat de kostendekkendheid vergroot wordt; dat de gemeente economische activiteiten (beheer/exploitatie van maatschappelijk vastgoed) afstoot cq overdraagt aan de stad; h. De subsidies aan de verenigingen vallen gelet op de orde van grootte iig onder de vrijstellingen van Europese staatssteun, dit laat onverlet dat de Wet MenO wel van toepassing is; i. Door de gemeentelijke afdeling Vastgoed is in kaart gebracht waar wel/niet sprake is van integrale kostendekkende verhuur
B. Sportaccommodaties en verenigingen a. De gemeente heeft beleid “gezond en wel” met als onderdeel daarvan stimuleren van sport en bewegen. Van belang is ook de beweegnorm van het rijk (waar ook subsidie voor verkregen wordt); b. Het stichten cq instandhouden van dit maatschappelijk vastgoed kan als Algemeen belang gezien worden; zonder gemeentelijke investeringen (grond, kunstgrasvelden etc) waren deze investeringen er in deze mate niet geweest; c. Sportverenigingen hebben eigendom en/of gebruik van accommodaties op gemeentelijke grond. Er wordt nu subsidie gegeven aan verenigingen voor het niet kostendekkend gebruiken van de gemeentelijke voorzieningen. Dit wordt gemotiveerd vanuit het beleid, en de zorg voor betaalbaarheid van de voorzieningen; d. Lijn is om dat nu transparant te maken; de gebruikers zijn/worden hierover ook geïnformeerd; hier zijn op zichzelf beschouwd nog geen directe financiële consequenties aan verbonden; vanuit gemeentelijk beleid zijn er wel ontwikkelingen gaande voor de introductie van een maatschappelijk tarievensysteem waar wel financiële consequenties aan verbonden (kunnen) zijn; e. Aanwijzing van een gemeentelijke economische activiteit als Algemeen belang is altijd een momentopname. Er kunnen nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen zijn waardoor deze aanwijzing minder opportuun wordt.
8
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
De druk op de gemeentelijke financiën3 en ook de heroriëntatie op de rol van de overheid/samenleving kan betekenen: dat er een geleidelijk proces ontstaat dat de kostendekkendheid vergroot wordt dat de gemeente economische activiteiten (beheer/exploitatie van maatschappelijk vastgoed) afstoot cq overdraagt aan de stad g. De subsidies aan de verenigingen vallen gelet op de orde van grootte iig onder de vrijstellingen van Europese staatssteun, dit laat onverlet dat de Wet MenO wel van toepassing is; f.
C. Zwembad Kerkpolder en Sportfondsenbad a. De gemeente stimuleert sportbeoefening en bewegen; van belang is de beweegnorm4 van het rijk
b.
c. d. e. f.
(waar ook subsidie voor verkregen wordt); lokaal vertaald zich dat in politieke prioriteiten (bijv. schoolzwemmen); De gemeente heeft in het verleden de investeringen gedragen, deze investering is als Algemeen belang (cq dienst algemeen economisch belang) te typeren; zonder de investering toen was de voorziening niet gerealiseerd; in de exploitatie is sprake van (hoge) kapitaallasten, de gemeente draagt het negatieve exploitatiesaldo ten gevolge van deze investeringen; Het negatieve exploitatiesaldo zwembad Kerkpolder is m.n. het gevolg van de investering uit Algemeen belang; Er is geen sprake van een oneigenlijke concurrentie in de exploitatie (exc. kapitaallasten) in vergelijking tot sportfondsenbad; de tarieven zijn gesynchroniseerd; Op termijn wordt marktconforme verkoop/ overdracht overwogen van zwembad Kerkpolder. Zie ook advies in kader aanbestedingsrecht.
Ter vergelijking de relatie met Sportfondsenbad: a. Gemeente stimuleert sportbeoefening en bewegen; en geeft jaarlijks een (prestatie-) subsidie aan het SFB b. In het verleden is o.m. gemeentelijk instructiebad overgedragen aan Sportfondsenbad c. De subsidie die aan Sportfondsenbad verleend wordt is te beoordelen in kader staatssteun; d. Als sprake is van een resterende subsidie waar niet direct kosten tegenover staan, dan is aanwijzing van dienst algemeen economisch belang5 een optie (zie de beslisboom staatssteun); e. Er zijn momenteel geen andere marktpartijen, als er een nieuwe toetreder komt moet deze gelijk behandeld worden als sportfondsenbad Slotsom Zwembad Kerkpolder en SFB 1. De exploitatie van zwembad Kerkpolder alsook de subsidiëring van het SFB zijn te beschouwen als economische activiteiten; 2. De exploitatie van zwembad Kerkpolder valt onder het Algemeen belang; 3. De subsidiëring van SFB valt onder de DAEB (dienst voor algemeen economisch belang).
3
Onderzocht cq in gesprek komt nog in hoeverre omliggende gemeenten mee kunnen/moeten bijdragen aan de Delftse voorzieningen, die subregionaal van belang zijn 4 Ieder kind heeft recht op bewegingsonderwijs 5 Dienst van Algemeen Economisch Belang: Er zijn activiteiten die economisch van aard zijn en waar een publiek belang mee is gemoeid, omdat daarin door de markt niet of in onvoldoende mate wordt voorzien. Als de overheid een organisatie die een dergelijke dienst aanbiedt specifieke verplichtingen oplegt en daartegenover financieel ondersteunt zodat de dienst op de door de overheid gewenste wijze wordt uitgevoerd, is sprake van een Dienst van Algemeen Economisch belang oftewel een DAEB. Voor een DAEB gelden in het staatssteunrecht speciale regels. Dit begrip ligt dus dicht bij het begrip Algemeen Belang.
9
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
D. Theater de Veste Huidige situatie a. De gemeente stimuleert culturele participatie; b. De gemeente heeft in het verleden de investeringen (bouw, inrichting) gedragen, het Theater is ook nog in eigendom van de gemeente, deze investering is als Algemeen belang (cq dienst algemeen economisch belang) te typeren; zonder de investering toen was de voorziening niet gerealiseerd; c. De gemeente geeft gerelateerd aan het programma van het Theater een jaarlijkse (prestatie-)subsidie. Deze subsidie vangt de onrendabele top op van het Theater (totale kosten inclusief de huur, minus de opbrengsten van de bezoekers); vanuit de staatssteunregelgeving is dit te verbinden aan diensten van een Algemeen Economisch Belang. Zonder deze subsidie kan het theater het afgesproken programma niet realiseren en realiseert de gemeente zijn doelstellingen voor laagdrempelige cultuurvoorzieningen en de cultuurparticipatie niet. Overdracht De gemeente overweegt overdracht van eigendom met bijbehorend onderhoud aan de stichting. De stichting moet dit financieren (mbv gemeentegarantie) en heeft dan zijn eigen kapitaallasten. De gemeente heeft dan de volgende relatie met het Theater: Financier of garantieverlener Subsidiegever met daaraan verbonden een laagdrempelig cultureel programma. De nieuwe situatie geeft voor het Theater mogelijkheden voor het in eigen hand en meer integraal uitvoeren van onderhoud met bundeling van inkoopkracht ook vanuit de cultuursector met andere instellingen. Dit geeft mogelijkheden voor het op termijn verlagen van de subsidie. Redeneerlijn hierbij: a. De redeneerlijn bij het theater in gemeentelijk bezit of in bezit van het Theater (via een exploitatiestichting) is gelijk; b. Het is het meest zuiver om de overdracht van het Theater marktconform te doen (staatssteunproof); c. In de nieuwe situatie, waarbij de gemeente subsidie blijft geven, moet ook getoetst worden op staatssteun. Het ligt in de rede om hier een besluit te nemen dat sprake is van een dienst algemeen economisch belang.
E. Onderwijshuisvesting Europa decentraal adviseert en informeert gemeenten, provincies en waterschappen over de toepassing van Europees recht en beleid. En is een gezaghebbende organisatie in kader inkoop, aanbesteding, staatsteun etc. Met betrekking tot onderwijshuisvesting is recent (april 2014) door Europa decentraal aangegeven, dat –als sprake is van het Algemeen belang- voor het beschikbaar stellen van schoolgebouwen geen integrale kostprijs berekend hoeft te worden. a. Wanneer een overheid economische activiteiten verricht (goederen of diensten aanbiedt op een markt), dan moeten daarvoor op grond van de Wet MenO de integrale kosten in rekening worden gebracht bij de afnemers van deze goederen of diensten. b. Activiteiten ter uitoefening van specifieke bevoegdheden van overheidsgezag worden niet als economische activiteit gezien. c. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Voor de financiering hiervan krijgen zij jaarlijks een bijdrage uit het Gemeentefonds. Universiteiten en instellingen aan het (hoger) beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zijn zelf verantwoordelijk voor hun huisvesting. d. De wettelijke verplichtingen die een gemeente heeft op het gebied van Onderwijshuisvesting, zijn vastgelegd in de Wet op het Primair Onderwijs, de Wet op de Expertisecentra en de Wet op het Voortgezet Onderwijs.
10
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
e. Wanneer de gemeente dus op grond van die wettelijke taken huisvesting ter beschikking stelt hoeven de integrale kosten niet in rekening te worden gebracht. Anders is dit als de gemeente bijvoorbeeld ruimten ter beschikking stelt voor bepaalde cursussen of voor volwasseneneducatie. In dat geval is er wel sprake van een economische activiteit. f. Wel zou het in die gevallen eventueel mogelijk zijn om een Algemeen belang besluit te nemen voor het beschikbaar stellen van onderwijshuisvesting buiten de wettelijke taken. De Wet MenO is niet van toepassing op economische activiteiten die plaatsvinden in het Algemeen belang. De Algemeen belangvaststelling dient voor gemeenten te geschieden door de gemeenteraad.
2. Parkeren a. Exploitatie/beheer Parkeergarages Ook bij de parkeergarages gaat het om voorzieningen die zonder overheidsinvesteringen niet gerealiseerd zouden zijn. Bij de stichting van de parkeergarages Parking Delft is indertijd ook gesproken over een dienst van algemeen economisch belang. Een begrip dat wordt gebruikt in kader beoordeling staatssteun maar ook grote overeenkomsten heeft met het begrip Algemeen belang. Zie verder bij het onderdeel Overheidsbedrijven onder Parking BV. We volstaan hier met de constatering, dat in de relatie met Parking BV wordt gewaakt voor het staatssteunproof opereren. De gemeente verstrekt marktconforme financiering. Als staatssteunproof gehandeld wordt wordt ook voldaan aan Wet MenO. Strikt genomen is de aanwijzing Algemeen belang dan niet meer vereist. Deze is echter in wezen nog steeds van toepassing. Vandaar dat deze toch opgenomen is in dit hoofdstuk.
b.
Gemeentelijke bijdragen aan Fietsparkeren/Biesieklette: Beheren/exploiteren van bewaakte fietsenstallingen
Biesieklette beheert en exploiteert bewaakte fietsenstallingen en biedt langdurig werkzoekenden perspectief op een reguliere baan door coaching en begeleiding. Zij dragen daarmee bij aan de uitvoering van het fietsparkeerbeleid van de gemeente en zijn anderzijds schakel tussen werkzoekenden en arbeidsmarkt. Desondanks is deze wel opgenomen, omdat hier mogelijk sprake is van een dienst van Algemeen Economisch Belang, een begrip vanuit het staatssteunrecht dat ook verbonden is aan het Algemeen Belang. Context: a. Er is sprake van gemeentelijk beleid op verschillend vlak: openbare ruimte, leefbaarheid, werkgelegenheid, sociale doelstelling (re-integratie) b. De stichting Biesieklette is 100% aandeelhouder van Biesieklette Holding BV. Biesieklette Holding is vervolgens enig aandeelhouder van de werkmaatschappijen die daar onder hangen. Zoals Biesieklette Delft BV. De stichting heeft een ideële doelstelling. c. Biesieklette beheert en exploiteert bewaakte fietsenstallingen en biedt langdurig werkzoekenden perspectief op een reguliere baan door coaching en begeleiding. Zij dragen daarmee bij aan de uitvoering van het fietsparkeerbeleid van de gemeente en zijn anderzijds schakel tussen werkzoekenden en arbeidsmarkt. d. De taak is weggezet bij Biesieklette. Wij betalen een vergoeding. Er is sprake van een overeenkomst; gaat om een stukje grond met een keet. Er wordt huur betaald. e. Mocht zich ooit een partij melden die zonder of tegen minder vergoeding dezelfde diensten kan leveren, dan werken wij daar graag aan mee. Dit ligt echter niet in de verwachting. f. Het voorbeeld fietsparkeren heeft overigens geen betrekking op een eigen activiteit of een activiteit van een overheidsbedrijf. Desondanks is deze wel opgenomen, omdat de gemeentelijke compensatie aan Biesieklette wel van belang is in kader staatssteuntoets. Optie daarbij is om aan de raad voor te leggen dat hier sprake is van een dienst van algemeen economisch belang. (Ook de gemeente Den Haag heeft dit zo aangemerkt).
11
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
g. De motivering voor Dienst van Algemeen belang ligt gelegen in: Fietsgebruik houd de stad bereikbaar en leefbaar (o.a vermindering uitstoot gassen). Het bieden van goede en betaalbare fietsparkeervoorzieningen maakt hier ook onderdeel van uit. h. Er zijn ook weer nieuwe ontwikkelingen aanstaande, m.n. bij nieuw station. Hier moet nog afzonderlijk naar gekeken worden.
3. Culturele sector: werkvelden VAK en Museum De Handreiking Markt en Overheid (ELI, 1 juli 2012) vermeldt dat bij culturele activiteiten gedacht zou kunnen worden aan economische activiteiten in het Algemeen belang. Economische activiteiten van de gemeente in kader cultuureducatie komen ten goede aan de gehele gemeentelijke bevolking. De gemeente draagt in die zin zorg voor ‘een voor iedereen op gelijke voorwaarden toegankelijke algemene openbare infrastructuur’. Delft heeft VAK en Museum als onderdeel van het gemeentelijke takenpakket. Beide taakvelden zijn gepositioneerd als zelfstandige bedrijfseenheden. Beide onderdelen hebben een nadelig saldo in de gemeentebegroting of met andere woorden het instandhouden resp. gebruik maken van de voorzieningen wordt gesubsidieerd. Het gaat hierbij om instellingen en voorzieningen die algemeen toegankelijk zijn.
4. Technologische sector Bij de oprichting van de regionale ontwikkelingsmaatschappij Innovation Quarter Zuidvleugel is in college en raad uitgebreid stilgestaan bij het publieke belang. Door deel te nemen aan het IQ versterkt Delft haar sleutelpositie in de economie van de Zuidvleugel en wordt uitvoering gegeven aan de ambitie van het college om de relaties die Delft heeft met partners in Haaglanden en de Rotterdamse regio te versterken. Het publieke belang bij/van IQ is groot. IQ richt zich op de versterking van de economische positie van de regio. Het bedrijfsleven – in samenwerking met de kennisinstellingen – kan/zal deze ontwikkelingen niet eigenstandig vormgeven. Het sluit aan op het economisch beleid van de gemeente om deze ontwikkeling te faciliteren/stimuleren. We volgen daarmee ook de lijn (en het initiatief) van de andere overheden; het rijk, de provincie Zuid-Holland, en onze gemeentelijke partners. Dit alles is overeenkomstig ontwikkelingsmaatschappijen in andere regio’s.
5. Werkse! Werkse! publiek en privaat is al eerder in deze rapportage beschreven. Werkse! verricht economische activiteiten. Een overheidsorganisatie die economische activiteiten verricht, is op grond van de Wet MenO verplicht de gedragsregels toe te passen, waaronder het ten minste in rekening te brengen van de integrale kosten aan afnemers. Deze verplichting geldt echter niet voor economische activiteiten door een onderneming die is belast met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Voor de bredere doelgroep van de Participatiewet geldt deze uitzondering (nog) niet. Hier zou teruggegrepen kunnen worden op een uitzonderingsgrond vanwege Algemeen Belang. Het is ook een zorgtaak cq wettelijke taak voor gemeenten om deze mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te reintegreren. Deze taak wordt niet zonder meer door de markt opgepakt.
12
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Deel III. Bijlagendeel
13
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Bijlage A. Inventarisatie economische activiteiten Bijgaand een inventarisatie van economische activiteiten, die ofwel zelf worden uitgevoerd (door de gemeentelijke organisatie of gemeenschappelijke regelingen) ofwel via een overheidsbedrijf (stichting, vennootschap). Ten behoeve van deze inventarisatie is een afzonderlijke handreiking opgesteld. De handreiking voor de overheidsbedrijven heeft een iets andere opzet van de vraagstelling voor de inventarisatie.
De inventarisatie van de werkgroep Markt & Overheid Via de gemeentelijke organisatie a. Werkveld VAK b. Werkveld Erfgoed, waaronder dienstverlening voor andere gemeenten (lichte GR) c. Sportbedrijf, verhuur sportaccommodaties, gelegenheid geven tot sportbeoefening d. Exploitatie van vastgoed, verhuur gebouwen, verkoop grond e. (1) WMO-vervoer, (2) leerlingenvervoer f. Werkse! (publiek deel) g. Markt en haven h. Vergunningen veiligheid
i. j.
Begraafplaatsen Werken voor derden (met name stadsbeheer), bijv. gladheidsbestrijding en ongediertebestrijding voor derden k. Gebiedsontwikkeling l. Ingenieursbureau m. Programma’s en projecten (gebiedsontwikkeling/ overig) n. GBO bedrijfsvoeringsondersteuning
Bij elk van deze activiteiten kijken we naar de situatie of er op termijn sprake is van verandering in de rechtspersoon. Soms is er een combinatie van een eigen taak met een economische taak van een overheidsbedrijf, zoals bij Werkse!. Dit laatste wordt dan bij het onderdeel overheidsbedrijven beschreven.
14
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Beoordeling Werkgroep MenO a. Werkveld VAK Cultuureducatie Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik? Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening? Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Afgeleid
Toelichting In afgeleide zin, participatie, culturele vorming
Ja Ja
Nee Nee Ja
Betreft culturele activiteiten tbv hele bevolking
Nee
Overigens zijn beleid en uitvoering wel van elkaar gescheiden; de VAK is een zelfstandige bedrijfseenheid van de gemeente Ook de gegevens zijn in die zin van elkaar gescheiden
Nee Nee
Nee
De VAK heeft een nadelig saldo in de gemeentebegroting. Het gebruik van producten van de VAK wordt daardoor gesubsidieerd. De VAK is nog niet verzelfstandigd
Nee Pm
Context: De VAK is het Delftse Centrum voor kunsteducatie, dat cursussen biedt voor alle kunstvormen. De VAK is een zelfstandig onderdeel van de gemeentelijke organisatie, zelfstandig in de zin van een eigen gebouw, eigen bedrijfsvoering, eigen begroting. De VAK zit in een fase van reorganisatie, een fase ook waarin gewerkt wordt aan de financiële gezondheid (realisatie van bezuinigingen) en het creëren van een goede basis voor een mogelijke verzelfstandiging. Eén van de - te onderzoeken- opties van de verzelfstandiging is een fusie met de DOK.
b. Werkveld Erfgoed B1 Museum Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit?
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen?
Indirect
Ja
Toelichting Indirect via zorg voor basisinfrastructuur, cultuurparticipatie
Gaat om een maatschappelijke functie/ bestemming met ondersteunende horeca (zalenverhuur, winkel). De ondersteunende horeca is kostendekkend en niet concurrentievervalsend.
Is wel onderzocht, op dit moment niet actueel
15
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
B1 Museum Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Overige vragen Staatssteun, gedragsregels etc. B2. Archeologie Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik? Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening? Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting? B3. Archief Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Overige vragen Algemeen belang, Staatssteun, gedragsregels etc.
Toelichting Nee Nee Ja
Betreft basisinfrastructuur met activiteiten tbv hele bevolking
nee
Ja
Deels Nee
Toelichting Ja, wettelijke taak. In taakgebied zit: depot, graafwerk, beleid/activiteiten voor andere gemeenten. Graafwerk is een economische activiteit. Voor zover in opdracht van andere partijen. Wel wordt verdergaande regionale samenwerking overwogen, met een aantal buurgemeenten is er ook een dienstverleningsovereenkomst met een lichte GR
Nee Nee Nee Ja
Voor opdrachten van derden
Ja
Voor opdrachten van derden
Ja
Voor opdrachten van derden
Nee Nee Pm
Ja
Toelichting Wettelijke taak
Nee Nee
Wel wordt verdergaande regionale samenwerking overwogen, met een aantal buurgemeenten is er ook een dienstverleningsovereenkomst met een licht GR
nee
c. Sportbedrijf Zwembaden, sportaccommodaties Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de
Toelichting Ja
Volksgezondheid, bewegen, sociale binding, veiligheid, talentontwikkeling
16
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Zwembaden, sportaccommodaties gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing?
Overige vragen Staatssteun, gedragsregels etc.
Toelichting
Ja Ja
Nee Nee Ja
De gemeente heeft eigen sportaccommodaties waarvan de tarieven niet kostendekkend zijn. Dit wordt gemotiveerd vanuit het beleid (meer mensen sporten en bewegen) =, en de zorg voor betaalbaarheid van de voorzieningen.
nee
d. Exploitatie van vastgoed, verhuur gebouwen, verkoop grond Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente?
Deels
Is sprake van een economische activiteit?
Deels
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang
Nee
Toelichting Afdeling Vastgoed behartigt de eigenaarsbelangen voor gemeentelijk vastgoed muv de onderwijsgebouwen en de gymlokalen onderwijs. De verbinding met de publieke cq wettelijke taak is afhankelijk van de categorie panden: a. Voor het vastgoed in bezit of gehuurd ten behoeve van de eigen gemeentelijke huisvesting/bedrijfsvoering waar publieke/ wettelijke taken worden uitgeoefend is wel sprake van een verbinding. b. Voor het vastgoed in bezit of gehuurd ten behoeve van de realisatie van gestelde beleidsdoelen, het maatschappelijk vastgoed, is alleen sprake van een directe verbinding als er sprake is van het algemene belang. c. Overig: Voor het vastgoed die niet in de categorie “gemeentelijke huisvesting/ bedrijfsvoering” of “beleid” kan worden ingedeeld is geen sprake van een verbinding. In deze categorie zijn panden opgenomen waarbij er geen (bijv. monumentale poorten), in zeer beperkte mate (bijv. de kerktorens) of wel sprake is economische activiteiten. Bij privaatrechtelijke verhuurcontracten is sprake van een economische activiteit. Bij vastgoed- en grondtransacties is sprake van een economische activiteit; dat is ook aan de orde bij inbreng van grond/ vastgoed in gebiedsontwikkelingen met private ontwikkelaars, hierbij is vooral de beoordeling van staatssteun en aanbestedingsrecht van belang Bestuurlijk is besloten om het gemeentelijk vastgoedbezit daar waar mogelijk te verkleinen.
Nee Nee Ja
Bij verhuur van maatschappelijk vastgoed
17
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
van toepassing? Nee Nee Geldt de Gedragsregel functiescheiding?
Ja
Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik?
Ja
Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening?
Ja
Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)?
Nee Nee
Toelichting In zijn algemeenheid niet bij vastgoed- en grondtransacties; soms wel bij de stichting van voorzieningen (zwembad, parkeer-garages) die anders niet tot stand waren gekomen. De gemeente Delft heeft besloten om de rollen van verhuurder en subsidieverstrekking niet alleen in juridische zin maar ook in de ambtelijke organisatie van elkaar te onderscheiden. De afdeling Vastgoed behartigt op ambtelijk niveau de belangen van de gemeente Delft als vastgoedeigenaar en huurder van gemeentelijk vastgoed (privaatrechtelijke rol). Andere organisatieonderdelen behartigen het inhoudelijk beleid en adviseren het college onder andere in het daarbij horende subsidiebeleid (publiekrechtelijk) Er wordt bij het verhuren van vastgoed geen gebruik gemaakt van gegevens, die het bestuursorgaan heeft verkregen middels de uitoefening van haar publiekrechtelijke bevoegdheden. Ja, voor zover sprake is van een economische activiteit waarop geen uitzondering in het kader van algemeen belang mogelijk is.
Staatssteun, en ook aanbestedingsrecht, is vooral aan de orde bij de vastgoedtransacties (verkoop/verhuur van panden en grond). Het in de markt zetten moet onder marktconforme condities. Marktconformiteit is hierbij leidend.
e. (1) WMO-vervoer, (2) leerlingenvervoer E1. WMO Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit?
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Overige vragen Staatssteun, gedragsregels etc. E2. Leerlingenvervoer Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Overige vragen
Ja
Deels Ja
Toelichting In kader WMO. De gemeente draagt zorg voor vervoersvoorzieningen (van scootmobielen tot regiotaxi). Betreft de exploitatie/ beheer van de vervoersvoorzieningen. Is met de fiscus (landelijk) nog discussie over of de gemeente hier als ondernemer of als overheid handelt. De voorzieningen worden via een derde geleverd. Particulieren maken hier gebruik van en betalen ook een eigen bijdrage.
Nee Nee Nee
De gemeentelijke bijdragen zijn verbonden aan de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
nee
Ja
Toelichting In kader onderwijs, leerplichtwet
Zie bij E1 WMO
Ook hier is met de fiscus (landelijk) nog discussie over of
18
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
E2. Leerlingenvervoer
Toelichting de gemeente hier als ondernemer of als overheid handelt.
f. Werkse! (publiek deel) Re-integratie, werkgeversservicepunt, leer/werkbedrijven Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf?
Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening? Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Toelichting
Ja
In het kader re-integratie (participatiewet) en sociale werkvoorziening
Ja Ja
De uitvoerende activiteiten van Werkse! zijn economische activiteiten Op termijn is dit denkbaar
Deels
Voor de sociale werkvoorziening
Nee
Wel is er een privaat deel voor onder meer schoonmaak, beveiliging en post. Dit (voorheen Combiservices BV) is wel een overheidsbedrijf. Dit wordt beschreven bij het onderdeel Overheidsbedrijven. Zie het hoofdstuk Algemeen Belang
Ja, voor brede doelgroep Participatiewet Nee Nee
Bij aanwijzing Algemeen belang, Beleid en uitvoering zijn overigens wel gescheiden Bij aanwijzing Algemeen belang
Nee
Bij aanwijzing Algemeen belang
Nee Nee Pm
g. Markt en haven G1.Werkzaamheden Havendienst Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel
Ja
Toelichting Toezicht en handhaven op Delftse Wateren. Verordening openbaar Water.
Ja
Onderdeel passantenhaven
Nee
Nee Nee Nee Ja
Voor de passantenhaven
19
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
G1.Werkzaamheden Havendienst functiescheiding? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening? Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Toelichting Ja
idem
Ja
idem
Nee Nee Pm
Context: De wet MenO is voor het overgrote deel niet van toepassing omdat sprake is van activiteiten van specifieke bevoegdheden van overheidsgezag die niet als economische activiteit worden gezien. De havenmeesters voeren hun taken uit op grond van: Verordening Openbaar Water. Hun taak is met name houden van toezicht en handhaven op de Delftse wateren. Dit houdt o.m. in werkzaamheden in verband met woonboten, zandoverslag en evenementen. Een klein onderdeel van het werk is de passantenhaven ‘’de Kolk”. Cluster Ruimte verstrekt aan Toezicht en Handhaving, waaronder de Havendienst valt een budget. G2. Warenmarkt, vergunningen en toezicht, beheer en administratie standplaatsen, Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Overige vragen Staatssteun, gedragsregels etc.
Opmerkingen
Deels
Voor vergunningverlening en toezicht
Deels
Voor het beheer en administratie standplaatsen
Ja
Zie het traject ‘’verzelfstandiging warenmarkt’’
Zodra activiteiten zijn verstandigd resteert de zuivere overheidstaak en zijn de overige vragen niet relevant meer
Het traject ‘’verzelfstandiging warenmarkt’’ loopt
Context: Toezicht en Handhaving houdt zich bezig met de warenmarkt. Deze taak oefent zij uit op grond van Warenmarktverordening, een specifieke overheidsbevoegdheid. Er is daarom ook geen sprake is van een economische activiteit. Werkzaamheden Toezicht en Handhaving: voeren van beheer en de administratie op de standplaatsen, op basis waarvan door RBG facturen verstuurd, alsook het toezicht op de markt door toezichthouders. Plaatsing kramen en levering elektra is uitbesteed aan een externe partij. T&H ontvangt budget voor het uitvoeren van haar taken in kader van warenmarkt van het cluster Ruimte. Ruimte stelt het beleid op en T&H voert het beleid uit. Van belang is dat er een traject ‘’verzelfstandiging warenmarkt’’ loopt, streven is op dit moment dat dit traject in 2015 zal zijn afgerond. Na verzelfstandiging zullen werkzaamheden T&H beperkt zijn tot toezicht houden op markt/openbare ruimte.
20
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
h. Vergunningen veiligheid H1. Vergunningen Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Overige vragen Staatssteun, gedragsregels etc.
Vergunningverlen ing Ja, Wabo en regelgeving
Toezicht op uitvoering bouw Ja, Vergunningen en toezicht
Nee
Nee
Mogelijk op onderdelen
Mogelijk op onderdelen
Opmerkingen
Studie toekomst-scenario’s Wabo loopt. Op basis daarvan kan een traject ingezet worden om onderdelen afdeling Vergunningen extern te plaatsen.
Nee
Context: Activiteiten ter uitoefening van specifieke bevoegdheden van overheidsgezag worden niet als een economische activiteit gezien. In dit geval is sprake van specifieke overheidstaken op grond van de Wabo en daarbij behorende regelgeving. Dat is ook het geval bij het vooroverleg en toezicht op de bouw. Tot april 2014 was zicht op een duaal stelsel , in april 2014 de minister heeft besloten af te zien van tot dan ingezette lijn duaal stelsel (wat met ingang van 1/1/2015 voor drie jaar in werking zou treden). Met duaal stelsel werd bedoeld dat zowel gemeenten als private partijen een toets (als vooroverleg en toezicht op de bouw) kunnen uitvoeren afhankelijk van de keuze van de opdrachtgever. Eind 2014, of in 2015 zal minister komen met nieuwe plannen. Ongeacht die plannen is - omdat sprake is van specifieke bevoegdheden overheidstaken - de wet MENO in deze niet van toepassing. Hoewel de wet MENO niet van toepassing is, heeft de Afdeling Veiligheid de uitvoering van haar werkzaamheden zo ingericht dat sprake is van een scheiding van functies. Dat betekent concreet dat de verschillende taken ( vooroverleg, toets en toezicht) door verschillende functionarissen worden uitgevoerd. Op dit moment wordt (nieuwe) samenwerking met en inzet van medewerkers van Delft bij andere gemeenten onderzocht. Reden is de Wet Vergunningen Toezicht en Handhaving waarbij voldaan moeten worden aan o.a. formatie- eisen. Deze wet treedt in werking op 1 januari 2015. Ook voor deze nieuwe economische activiteit geldt dat sprake is uitoefening van publiekrechtelijke taken. H2. Advies Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Overige vragen Staatssteun, gedragsregels etc.
Ja
Nadere toelichting Werkzaamheden in kader van samenwerking/inzet bij andere overheden vanuit wettelijke taak (Wabo, huisverbod). Zie context hieronder
Nee Mogelijk op onderdelen
Zie bij vergunningen en toezicht
Nee
Context: medewerkers van de afdeling Advies Veiligheid verrichten werkzaamheden bij de gemeente Rijswijk (in kader van wet tijdelijk huisverbod, vraagbaak Wabo). Daarnaast zijn er verbanden/ gemeenschappelijke regelingen met andere overheden, zoals Veiligheidshuis (netwerk), Omgevingsdienst Haaglanden (GR), Veiligheidsregio (GR) in welk kader ook werk wordt verricht.
21
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Deze activiteiten worden uitgevoerd voor de publiekrechtelijke taak van deze overheden. Op dit moment wordt (nieuwe) samenwerking met en inzet van medewerkers van Delft bij andere gemeenten onderzocht. Hiervoor is al genoemd de Wet Vergunningen Toezicht en Handhaving waarbij voldaan moet worden aan o.a. formatie- eisen. Voor de volledigheid wordt vermeld dat afdeling Vergunningen ook taken voor de provincie uitvoert, dit zijn ook publiekrechtelijke taken zoals BRIKS-taken6 voor aanvragen die qua locatie in Delft liggen. Betreft voornamelijk DSM.
i. Begraafplaatsen Beheer en exploitatie van begraafplaatsen Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen?
Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik? Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Toelichting Ja
Wet op de lijkbezorging; heffing/inning begrafenisrechten gaat volgens publiekrecht
Ja
Beheer en exploitatie van begraafplaatsen
Ja
Het traject loopt om de exploitatie van de begraafplaatsen onder te brengen bij De Laatste Eer. Dit is een logisch vervolg op de bouw van het crematorium. Deze dienst kan ondergebracht worden op basis van een concessie. 1 van de voorwaarden is, dat DLE zorgt voor beheer en onderhoud; en gelegenheid geeft voor kleine uitvaartondernemers
Nee Nee Nee Ja
Na de concessieverlening niet meer
Ja
Na de concessieverlening niet meer
Ja
Na de concessieverlening niet meer
Ja
Overdracht vanuit vastgoed-optiek marktconform vormgeven
Nee Pm
j. Werken voor derden (met name stadsbeheer), bijv. rioolhuisaansluitingen en ongediertebestrijding voor derden Stadsbeheer: K1. Werken voor derden (bijv. gladheidsbestrijding) Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische
Toelichting
nee
Activiteit voor derden ligt dicht aan tegen eigen werkzaamheden voor wegen, straten, pleinen
Ja
Beperkt in omvang
6
BRIKS staat voor bouw-, reclame-, inrit-, kap- en sloopvergunning voor IPPC/BRZO bedrijven (industriële emissies, en risico’s zware ongevallen).
22
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Stadsbeheer: K1. Werken voor derden (bijv. gladheidsbestrijding) activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik? Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening? Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Stadsbeheer: K1. Ongediertebestrijding, Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Overige vragen Staatssteun, gedragsregels etc.
Stadsbeheer: K2. Rioolhuisaansluitingen Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit?
Toelichting
Nee
Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Pm
Toelichting Ja
Raakvlak met volksgezondheid. Soms ook optreden uit dwang.
Ja
In de regel
Is inmiddels gebeurd
Per 1 maart 2013 overgedragen aan Avalex. Hoort daar bij de commerciële activiteiten en in de daarvoor bedoelde afzonderlijke vennootschap van de gemeenschappelijke regeling. Dit moet nog vormgegeven worden.
Nee Ja
Zie bij Overheidsbedrijven onderdeel dochtervennootschap Avalex
Nee
Pm
Zie bij Overheidsbedrijven, onderdeel dochtervennootschap Avalex Toelichting
Ja
Voor een beperkt deel
Beheer openbare ruimte Riool is gemeentelijk eigendom Graven in de openbare ruimte is beperkt toegestaan Aansluitingen bevinden zich deels onder de grond in de openbare ruimte en deels in grond van huiseigenaren. De gemeente draagt op dit moment zorg voor het in 1
23
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Stadsbeheer: K2. Rioolhuisaansluitingen
Toelichting beweging realiseren van de aansluiting deels in het openbare deel en deels in het private deel van de huiseigenaar. Dit vanuit oogpunt van integraliteit en efficiency. De gemeente voert dit werk goeddeels zelf uit. Het werk in het private deel kan in concurrentie komen met aannemingsbedrijven. Op dit moment is er geen markt. De gemeente handelt als “monopolist”. Bij een nieuw GRIP wordt mogelijk een knip aangebracht tussen het werk aan het openbare resp. het private deel. In het proces van regievoering door Delft zullen uitvoerende werkzaamheden van stadsbeheer meer en meer overgedragen of verzelfstandigd worden
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen?
Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding?
Nee
Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik? Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening? Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Ja
Nee Nee Ja
Ja
Zorgen voor functiescheiding uitoefening publiekrechtelijke bevoegdheden resp. uitvoeren economische activiteiten
Kosten worden integraal in rekening gebracht
Nee Nee Pm
k. Gebiedsontwikkeling Vastgoed- en Gebiedsontwikkeling Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente?
Toelichting Ja
Is sprake van een economische activiteit?
Deels
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing?
Nee
Ruimtelijke Ordening, stadsontwikkeling met ook ontwikkeling van publieke voorzieningen (boven en onder het maaiveld, m.n. openbare ruimte, infrastructuur, maatschappelijk vastgoed, riolering etc). De vastgoed- en gebiedsontwikkeling kan plaatsvinden in opdracht van clusters Ruimte en/of Samenleving. Bij de verdere uitvoering wordt in de regel Programma’s en Projecten als opdrachtnemer betrokken. Ook Vastgoed is hierbij een belangrijke actor. Bij vastgoed wordt in de regel ook de grex ondergebracht. Bij ontwikkeling maatschappelijk vastgoed. En bij ontwikkeling van private voorzieningen (waaronder woningbouw en andere functies). De daadwerkelijke realisatie wordt door marktpartijen uitgevoerd, soms ook via publiek private samenwerking; of door tussenkomst van een eigen overheids BV (OBS).
Nee
24
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Vastgoed- en Gebiedsontwikkeling Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik? Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening? Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Toelichting Nee
Behalve dan bij OBS
Deels
Bij ontwikkeling maatschappelijk vastgoed
Nee Nee Nee Nee Nee Pm
Naar verwachting voor winst grondbedrijf en winst vastgoedbedrijf als dat aan de orde is
l. Ingenieursbureau Ingenieurswerk (ontwerpen, bestekken, …) Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit?
Toelichting ja
Indirect, dienstverlening irt openbare ruimte en kunstwerken
Ja
Indirect. Voor zover sprake is van ondersteuning voor andere gemeentelijke taakvelden waar economische activiteiten verricht worden moet gelet worden op de Wet MenO. Dit gebeurt dan door middel van de toets op die concrete economische activiteiten van andere taakvelden. Activiteiten IB hebben in de regel geen externe werking, er worden geen goederen en diensten op een markt aangeboden. Het IB werkt wel samen met andere gemeenten (waaronder Vlaardingen). Ook dit is niet te typeren als het optreden op een markt met vraag en aanbod. Er wordt altijd wel gekeken naar de behoefte aan vaste en flexibele formatie (in te huren of uit te besteden activiteiten)
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik? Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening
Nee
Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun
Nee
Nee Nee Nee Indirect Indirect Indirect
Via de andere gemeentelijke taakvelden waar economische activiteiten verricht worden en IB voor wordt ingeschakeld
Nee
25
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Ingenieurswerk (ontwerpen, bestekken, …) verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Toelichting
Pm
m. Programma’s en projecten Projectcapaciteit voor gemeentelijke programma’s en projecten Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit?
Toelichting
Ja
Ja
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen?
Nee
Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding ? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik? Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening?
Nee
Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Nee
Nee
Projectorganisatie tbv vastgoed- en gebiedsontwikkeling. Daarnaast projectcapaciteit voor gemeentelijke projecten soms publiek, soms economisch van aard. Activiteiten P&P hebben deels interne en deels externe werking. Voor zover sprake is van dienstverlening voor andere gemeentelijke taakvelden waar economische activiteiten verricht worden moet gelet worden op de Wet MenO. Dit gebeurt dan door middel van de toets op die concrete economische activiteiten van de andere taakvelden. Via het project worden er publieke en private voorzieningen gerealiseerd. Privaat: met name de woningbouw. De realisatie van het werk wordt naar gelang de situatie en complexiteit: uitbesteed, aanbesteed, of er wordt een uitvoerings-organisatie (OBS BV), of een publiek/privaat samenwerkingsverband opgericht
Realisatie van Spoorzone Delft is ondergebracht in het overheidsbedrijf OBS
Nee Indirect
Beleid en uitvoering zijn gescheiden
Indirect Indirect
Via de andere gemeentelijke taakvelden waar economische activiteiten verricht worden en P&P voor wordt ingeschakeld
Nee Pm
Context: De activiteiten van Programma’s en projecten betreffen enerzijds projecten in kader van gebieds/vastgoedontwikkelingen, daarnaast worden ook andere projecten uitgevoerd (zoals bijv. projectleiding verzelfstandiging kinderboerderij). Voor zover sprake is van ondersteuning (leveren van projectcapaciteit) voor andere gemeentelijke taakvelden waar economische activiteiten verricht worden moet gelet worden op de Wet MenO. Dit gebeurt dan echter door middel van de toets op die concrete economische activiteiten. En niet door
26
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
een toets op de activiteiten van Programma’s en Projecten. Deze activiteiten worden niet op een markt aangeboden. De project(-leidings)kosten worden als algemeen beginsel integraal doorberekend aan de projecten. Bij de gebiedsontwikkelingen is in de regel is sprake van functiescheiding tussen beleid/uitvoering, ontwikkeling beleidskaders bij de gemeente, uitvoering bij ontwikkelende partijen. Voor Vastgoed- en gebiedsontwikkelingen geven het aanbestedingsrecht en staatssteunrecht de bepalende toetspunten voor het correct omgaan met mededinging.
n. GBO-bedrijfsvoeringsondersteuning Bedrijfsvoeringsondersteuning Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit?
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Overige vragen Staatssteun, gedragsregels etc.
Indirect
Ja
Deels
Toelichting Indirect
Indirect. Voor zover sprake is van ondersteuning voor andere gemeentelijke taakvelden waar economische activiteiten verricht worden moet gelet worden op de Wet MenO. Dit gebeurt dan door middel van de toets op die concrete economische activiteiten van de andere taakvelden. Activiteiten GBO hebben geen externe werking, er worden geen goederen en diensten op een markt aangeboden. GBO werkt wel samen met andere gemeenten, daarvoor geldt dan hetzelfde. In de vorm van samenwerkingsverband(en) met andere gemeente(n)
Nee Nee
Nee
Context: In hoeverre verricht GBO economische activiteiten: De aard van de werkzaamheden van GBO is niet vanuit een publieke/wettelijke taak. In die zin gaat het hier om economische activiteiten. Echter: voor de publieke/wettelijke taak van de gemeente is bedrijfsvoeringsondersteuning noodzakelijk en onlosmakelijk verbonden met deze taak. Ook vanuit de BTW-regelgeving wordt deze relatie bevestigd, de bedrijfsvoeringsondersteuning van GBO telt voor 90% mee met de compensabele BTW voor het optreden als overheid, en voor 10 % voor de BTW als vrijgesteld of als ondernemer; Aangezien de gemeente ook economische taken verricht is een deel van de activiteiten van GBO daaraan verbonden; dit zijn dan ook vanuit deze verbinding economische activiteiten; dit is een verhoudingsgetal en zijn niet afzonderlijk aanwijsbare activiteiten; De directe economische activiteiten (bijv. vastgoed) worden beoordeeld op naleving van de gedragsregel integrale kostenberekening. De kosten van GBO zijn dan onderdeel van de integrale kosten. In hoeverre verricht GBO economische activiteiten voor derden: burgers, bedrijven, overheden: Binnen GBO is er een norm dat maximaal 10% van de werkzaamheden (goederen, diensten) voor derden verricht wordt. Bij GBO inventariseren waar dit betrekking op heeft.
27
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
De werkzaamheden voor andere overheden met een publieke/wettelijke taak blijven buiten de Wet MenO. Voor de overige werkzaamheden voor derden (overigens beperkt in omvang) gelden de gedragsregels functiescheiding, gegevensgebruik en integrale kostenberekening. Deze moeten daar dan dus op getoetst worden. De mogelijke vorming van een SSC met Rijswijk Delft en Rijswijk onderzoeken de vorming van een shared service centrum voor beide gemeenten.7 Het basismechanisme 90/10 dat voor Delft geldt (en vergelijkenderwijs ook voor Rijswijk) zou ook voor SSC moeten gelden, ca 90% van de werkzaamheden zijn te typeren als verbonden aan de overheidstaak. Ook vanuit de BTW-regelgeving zijn er (overigens complexe) mechanismes, die deze redeneerlijn ondersteunen: als de gemeente als centrumgemeente optreedt kunnen kosten zonder aanvullende BTW-heffing over de verschillende partijen worden verdeeld als er een aparte rechtspersoon/entiteit (de GR) is kan of aanspraak gemaakt worden op een koepelvrijstelling, of een doorschuifregeling voor inkoop BTW (geldt alleen voor die inkoop die de gemeente kan compenseren als deze prestaties door de gemeenten rechtstreeks zou worden ingekocht).
7
Ook daarnaast zullen samenwerkingsvormen tussen gemeenten (bijv. op vlak van inkoop) verder onderzocht worden. Zodra dit verder inhoud en structuur krijgt moet dit afzonderlijk beoordeeld worden.
28
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Gemeenschappelijke regelingen Eigen activiteiten via Gemeenschappelijke regelingen a. Recreatieschap Midden-Delfland b. Avalex (huishoudelijk afval) c. Veiligheidsregio Haaglanden d. Metropoolregio Rotterdam-den Haag e. Grondwateronttrekking Delft Noord f. Regionale Belastinggroep g. Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) h. Gemeentelijke Gezondheidsdienst Haaglanden i. Archief en archeologie
(VRH) (MRDH) (RBG) (GGD)
De samenwerking via een gemeenschappelijke regeling borgt het publiek belang, er is sprake van verlengd lokaal bestuur. Vaak zal het hierbij gaan om wettelijke taken, maar het kan soms ook gaan om economische activiteiten, eventueel ook in de mengvorm wettelijk resp. economisch (publiek/privaat). In de inventarisatie wordt daarom in zijn volledigheid naar de gemeenschappelijke regelingen gekeken. Voor zover sprake is van economische activiteiten moet onder meer getoetst worden op de gedragsregels. De gemeenschappelijke regeling in kwestie is hier aan zet om dit naar behoren vorm te geven. Het bestuur van de GR (DB/AB) ziet hier op toe.
29
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Beoordeling Werkgroep MenO a. GR- Recreatieschap Midden-Delfland Beheer Recreatieschap Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding ? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik? Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening? Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod? Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Ja
Openbaar groen, openbare ruimte
Ja, beperkt Nee Nee Nee
Niet vanuit opdracht publieke taak; enige beperkte annexe activiteiten (horeca, verpachting)
Ja
Ja, irt de annexe activiteiten
Ja
Ja, irt de annexe activiteiten
Ja
Ja, irt de annexe activiteiten, deze zijn echter ondersteunend aan de hoofdtaak
Nee Nee Nee
Context: a. Midden-Delfland in oorsprong initiatief van overheden, eigenaren zijn ook overheden. b. Uitvoering door GZH (overheidsbedrijf), daar rekening houden met Europese richtlijnen. GZH is een dienst van PZH. Het recreatieschap heeft hier een DVO mee voor het onderhoud en beheer van terreinen (dat GZH ook weer uitbesteedt). GZH wordt mogelijk verzelfstandigd in relatie ook tot de nieuwe bestuurlijke organisatie (met o.m. de coöperatie Hof van Delfland). c. Stelling is dat sprake is van openbaar groen, vanuit de opdracht vanuit deze publieke taak is geen sprake van economische activiteit. d. Niet uitgesloten is dat in de toekomst het recreëren meer en meer een economische activiteit wordt. e. Zoals bij elke GR moeten we aan de GR ook de vraag stellen wat de GR zelf doet aan economische activiteiten (verpachten aan boeren, horeca-activiteiten) en hoe daar Wet MenO proof mee omgegaan wordt. f. Het Recreatieschap zal op termijn deel gaan uitmaken van de te vormen Landschapstafel Hof van Delfland (bestuurlijk en privaat) en fuseren met de schappen Dobbeplas en Rottemeren. g. De annexe activiteiten: verpachten, horeca, recreatieve activiteiten nemen mogelijk in omvang toe. Bij vormgeving Landschapstafel opnieuw beoordelen en inregelen.
b. Avalex (huishoudelijk afval) Inzameling huishoudelijk afval Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit?
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen?
Ja Nee
ja
Nadere toelichting Wettelijke zorgtaak Wel voor bedrijfsafval en overige commerciële activiteiten. Bedrijfsafval is ondergebracht in een dochtervennootschap van de GR Nu GR, toekomst mogelijk N.V.
30
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Inzameling huishoudelijk afval Overige vragen a. Staatssteun, b. Gedragsregels
Nadere toelichting a. Nee b. Ja
Staatssteun niet van toepassing. Gelet op de combinatie overheidstaak, economische activiteiten wel gedragsregels toepassen. Vraag of/ waar sprake is van economische activiteiten moet aan de GR gesteld worden. Voor zover dan wel van toepassing zullen passende maatregelen getroffen moeten worden: 1. Alle commerciële activiteiten onderbrengen in de dochtervennootschap die nu alleen nog maar op papier bestaat 2. zorgen voor een Chinese Muur (nakomen gedragsregels) 3. en voorkomen van staatssteun.
c. Veiligheidsregio Haaglanden (VRH) Crisis-/rampenstrijding Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente ? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Overige vragen Staatsteun, gedragsregels
Ja
Nadere toelichting Vanuit wetgeving op vlak van veiligheid, crisis- en rampenbestrijding
Nee Nee
Nee
In principe niet van toepassing. Vraag of/waar sprake is van economische activiteiten moet wel aan de GR gesteld worden. Voor zover dan wel van toepassing zullen passende maatregelen getroffen moeten worden.
d. Metropoolregio Rotterdam-den Haag (MRDH) Vervoersautoriteit, economisch vestigingsklimaat Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente?
Nadere toelichting Ja
Is sprake van een economische activiteit?
Nee
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Overige vragen Staatsteun, gedragsregels
Nee
Nee
Vervoersautoriteit is wettelijke taak; overige taken betreffen de zorg van overheden voor vitaliteit economie, vestigingsklimaat en mogelijk op andere onderdelen (ruimte, groen, wonen…) te ontwikkelen. De samenwerking ligt in de regel op publiek terrein. Nog aan te geven door MRDH, hangt ook af van verdere ontwikkeling SGH wordt geliquideerd, activiteiten deels naar MRDH deels terug naar gemeenten In principe niet van toepassing. Vraag of/waar sprake is van economische activiteiten moet wel aan de GR gesteld worden. Voor zover dan wel van toepassing zullen passende maatregelen getroffen moeten worden.
31
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
e. GR- Grondwateronttrekking Delft Noord Grondwateronttrekking Delft Noord Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente ?
Ja
Is sprake van een economische activiteit?
Nee
Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Overige vragen Staatsteun, gedragsregels
Nee
Opmerkingen De activiteit is onder meer verbonden aan de waterwet. Het is een activiteit die je daarnaast kunt typeren als “beheer openbare ruimte” als typische overheidstaak. Er wordt geen activiteit verricht, die bestaat uit het aanbieden van goederen en diensten op een markt, dat wil zeggen in concurrentie met ondernemingen. GR wordt mogelijk op termijn ontbonden
Nee
f. Regionale Belastinggroep (RBG) Heffing en inning gemeentelijke belastingen Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Overige vragen Staatsteun, gedragsregels
Ja
Nadere toelichting Belastingwet, Gemeentewet
Nee Nee
Nee
In principe niet van toepassing. Vraag of/waar sprake is van economische activiteiten moet wel aan de GR gesteld worden. Voor zover dan wel van toepassing zullen passende maatregelen getroffen moeten worden.
g. Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) <
> Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Overige vragen Staatsteun, gedragsregels
Ja Nee Nee
Nee
Nadere toelichting Omgevingswet
Mogelijk worden op termijn nog meer gemeentelijke taken ondergebracht bij de ODH In principe niet van toepassing. Vraag of/waar sprake is van economische activiteiten moet wel aan de GR gesteld worden. Voor zover dan wel van toepassing zullen passende maatregelen getroffen moeten worden.
h. Gemeentelijke Gezondheidsdienst Haaglanden (GGD) Basisgezondheidsdienst Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten
Ja
Nadere toelichting Gezondheidszorg
Nee Nee
Fusie met GGD den Haag heeft plaatsgevonden
32
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Basisgezondheidsdienst van deze taak overwogen? Overige vragen Staatsteun, gedragsregels
Nadere toelichting
Nee
In principe niet van toepassing. Vraag of/waar sprake is van economische activiteiten moet wel aan de GR gesteld worden. Voor zover dan wel van toepassing zullen passende maatregelen getroffen moeten worden.
i. Dienstverlening archief en archeologie voor buurgemeenten Is er verbinding met de publieke cq wettelijke taak van de gemeente? Is sprake van een economische activiteit? Wordt er op termijn het op afstand zetten van deze taak overwogen? Is een uitzondering van toepassing? Is sprake van een overheidsbedrijf? Is uitzondering Algemeen belang van toepassing? Geldt de Gedragsregel functiescheiding? Geldt de Gedragsregel gegevensgebruik? Geldt de Gedragsregel integrale kostenberekening? Geldt de Gedragsregel bevoordelingsverbod Wordt er financiële steun verleend (staatssteunregels)? Is sprake van vennootschapsbelasting?
Ja Ja Nee
Toelichting Archiefwet, Monumentenwet Graafwerk Wel eventueel verdergaande regionale samenwerking
Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Nee Pm
33
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Overheidsbedrijven Ook voor economische activiteiten van onze “bedrijven” is naleving van de Wet MenO van belang. Economische activiteiten zijn niet verboden, mits deze netjes (zonder concurrentievervalsing) worden uitgevoerd. De gemeente Delft kent verbonden partijen in de vorm van gemeenschappelijke regelingen, vennootschappen en coöperaties. De vennootschappen/coöperaties (of eventueel andere privaatrechtelijke rechtspersonen) vallen onder het begrip overheidsbedrijven. Bij een overheidsbedrijf staat voor de Wet MenO centraal de gedragsregel bevoordelingsgebod. De wettelijke basis voor deze gedragsregel is artikel 25j, lid 1, Mededingingswet. De tekst van dit artikel luidt: "Een bestuursorgaan bevoordeelt niet een overheidsbedrijf, waarbij hij in de zin van artikel 25g, eerste lid, is betrokken, boven andere ondernemingen waarmee dat overheidsbedrijf in concurrentie treedt en kent evenmin een dergelijk overheidsbedrijf anderszins voordelen toe die verder gaan dan in het normale handelsverkeer gebruikelijk is." Van belang daarbij is of wij als overheid marktconform omgaan met ons overheidsbedrijf. In de Wet MenO en het Besluit markt en overheid worden 3 specifieke situaties genoemd waarin er sprake kan zijn van bevoordeling: 1. indien een overheidsbedrijf gebruik mag maken van naam of beeldmerk van de overheid, op een wijze waarop er verwarring kan ontstaan over de herkomst van de goederen en diensten het publiek (Artikel 25j lid 2 onder a Mededingingswet); 2. indien de overheid goederen of diensten levert aan het overheidsbedrijf tegen een vergoeding lager dan de integrale kostprijs (Artikel 25j lid 2 onder b Mededingingswet); 3. het verlenen van een subsidie aan het overheidsbedrijf waarvoor niet-overheidsbedrijven niet in aanmerking zouden komen (Artikel 9 Besluit Markt en Overheid).
Totaaloverzicht Economische activiteiten van Overheidsbedrijven: Vennootschappen 8, coöperaties, stichtingen A. Avalex (dochter vennootschap bedrijfsafval) B. Combiservices BV (onderdeel Werkse!) C. Parking BV D. OBS BV E. (ROM) Innovation Quarter Zuidvleugel F. Nutsbedrijven Evides BV, Eneco holding NV, NV BNG
8
De vastgoedontwikkelingsmaatschappij voor de binnenstad, VOM BV, is niet als overheidsbedrijf opgenomen omdat de verdeling publiek/privaat 50/50 is en de overheid (=gemeente Delft) geen meerderheidsbelang heeft. Ook Yes!Delft is om dezelfde reden (geen meerderheidsbelang) niet opgenomen. En ook de coöperatie Clean Tech Delta niet. Dat laat onverlet dat aan deze bedrijven, waar Delft aan deelneemt geen verboden staatssteun gegeven kan worden. Ook het samenwerkingsverband Medical Delta (stichting), waarin Delft participeert is in dit verband niet meegenomen; de belangrijkste spelers zijn openbare onderwijsinstellingen die buiten de reikwijdte van de wet MenO vallen.
34
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Beoordeling Werkgroep MenO
A. Avalex/dochtervennootschap commerciële activiteiten: Inzameling bedrijfsafval Is sprake van economische activiteiten van een overheidsbedrijf?
Is sprake van bevoordeling: Marktconforme inzet van middelen? Bevoordeling op basis van bijzonder of uitsluitend recht? Staatssteun Is sprake van een steunmaatregel vlgs staatssteun? Is er sprake van geringe bedragen (de minimis-regeling) op alleen lokaal effect? Uitzondering Gaat het om een economische activiteit in de uitvoering van Wet sociale werkvoorziening (WSW)? Algemeen belang Vindt de activiteit plaats in het Algemeen belang?
Ja
Nadere toelichting Betreft bedrijfsafval en overige commerciële activiteiten (bijv. ongediertebestrijding). Inzameling huishoudelijk afval is wel een wettelijke taak en daarmee geen economische activiteit.
Nee Nee
Nee Nee
Nee
Op dit moment verleent Werkse! wel enige dienstverlening. In kader werk maken met afval wordt dit mogelijk meer omvangrijk
Nee
Context: De gemeenschappelijke regeling Avalex wordt mogelijk omgezet in een vennootschap. De GR kent al een dochtervennootschap voor commerciële activiteiten. De dochtervennootschap is administratief verbijzonderd. Inhoudelijk is deze BV (met activiteiten, geld etc.) nog niet gevuld. De commerciële activiteiten worden vanuit de GR niet gesubsidieerd. Gelet op het publieke en private karakter van Avalex verdient het aanbeveling een “Chinese muur” aan te brengen tussen beide taakvelden. Zodat de transparantie maximaal is en boekhoudingen ook zuiver van elkaar worden gescheiden. Er zal voor beide taakvelden ook sprake zijn van gezamenlijke voorzieningen, deze moeten dan ordentelijk worden toegerekend naar of het publieke deel van het huisafval of het private deel met de commerciële activiteiten. In het beeldmerk van de commerciële activiteiten wordt al duidelijk gemaakt dat bijv. sprake is van bedrijfsafval. De directeur GR is in principe tevens directeur dochtervennootschap, hij verkrijgt vanuit zijn positie echter geen publieke informatie die andere reinigingsbedrijven niet zouden kunnen ontvangen.
B. Combiservices BV Leer-/werkbedrijven participatiewet Is sprake van economische activiteiten van een overheidsbedrijf? Is sprake van bevoordeling: Marktconforme inzet van middelen? Bevoordeling op basis van bijzonder of uitsluitend recht? Staatssteun
Nadere toelichting Ja Nee Nee
35
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Leer-/werkbedrijven participatiewet Is sprake van een steunmaatregel vlgs staatssteun? Is er sprake van geringe bedragen (de minimis-regeling) op alleen lokaal effect? Uitzondering Gaat het om een economische activiteit in de uitvoering van Wet sociale werkvoorziening (WSW)? Algemeen belang Vindt de activiteit plaats in het Algemeen belang?
Nadere toelichting Nee Nee
Ja
Ja, voor de brede doelgroep Participatiewet
Wordt door de markt niet of in onvoldoende mate in voorzien
Context: De economische activiteiten worden deels uitgevoerd in kader uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening, een uitzondering in de toepassing wet MenO. Het werkgebied is verbreed tot de bredere doelgroep van de Participatiewet, deze bredere doelgroep kan via één van de leer/werkbedrijven zich voorbereiden om deel te nemen aan de reguliere arbeidsmarkt. Voor deze brede doelgroep zal gelet moeten worden op niet verdringen reguliere arbeidsmarkt, en het level playing field met integratiebedrijven. Te overwegen is om hier het algemene belang te motiveren. Vanuit rijksbeleid stimuleren dat mensen re-integreren en participeren, en zoveel mogelijk doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt.
C. Parking BV Ondergronds Parkeren Is sprake van economische activiteiten van een overheidsbedrijf? Is sprake van bevoordeling: Marktconforme inzet van middelen? Bevoordeling op basis van bijzonder of uitsluitend recht? Staatssteun Is sprake van een steunmaatregel vlgs staatssteun? Is er sprake van geringe bedragen (de minimis-regeling) op alleen lokaal effect? Uitzondering Gaat het om een economische activiteit in de uitvoering van Wet sociale werkvoorziening (WSW)? Algemeen belang Vindt de activiteit plaats in het Algemeen belang?
Nadere toelichting Ja Nee Nee
Nee
Er wordt marktconform gefinancierd
Nee
Nee
Ja
Via een aanwijzing Dienst van Algemeen Economisch Belang
Context: Parkeren op straat gebeurt vanuit de publieke taak van de gemeente, is ook verbonden aan gemeentelijk beleid, aan een stelsel van vergunningverlening, aan parkeerverordening en belastingverordeningen. Met de bouw van de parkeergarages werden bouwontwikkelingen in de binnenstad en een autoluwe binnenstad mogelijk, terwijl gelijktijdig in de parkeerbehoefte werd voorzien en zo overlast/onbereikbaarheid door hinderlijke foutparkeerders werd voorkomen.
36
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Momenteel is deze taak ondergebracht in een 100% overheids-BV. Er wordt overwogen de regie op parkeren meer richting de gemeente te halen (discussie integraal exploitatiebedrijf). Mocht zich een partij melden die voor eigen rekening en risico de garages over wil nemen, dan werken wij daar graag aan mee. Dit ligt echter niet in de verwachting. De parkeergarages zijn verbonden aan gemeentelijk beleid, waaronder ook het tarievenbeleid. Bij de aanvang van ontwikkeling parkeergarages is juridisch gesproken over een dienst van algemeen economisch belang. Dat laat onverlet dat de tijd voortschrijdt en er inmiddels ontwikkelingen zijn die een nieuwe beoordeling vereisen. Toelichting dienst van algemeen economisch belang: Er zijn activiteiten die economisch van aard zijn en waar een publiek belang mee is gemoeid, omdat daarin door de markt niet of in onvoldoende mate wordt voorzien. Het gaat dan om diensten die zakelijk gezien niet rendabel zijn en alleen in het economische verkeer worden verricht als de overheid deze financieel ondersteunt. Als de overheid een organisatie die een dergelijke dienst aanbiedt specifieke verplichtingen oplegt en daartegenover financieel ondersteunt zodat de dienst op de door de overheid gewenste wijze wordt uitgevoerd, is sprake van een Dienst van Algemeen Economisch belang oftewel een DAEB. Voor een DAEB gelden in het staatssteunrecht speciale regels.
In de relatie met Parking BV wordt gewaakt voor het staatssteunproof opereren. De gemeente verstrekt marktconforme financiering. Als staatssteunproof gehandeld wordt wordt ook voldaan aan Wet MenO; strikt genomen is aanwijzing Algemeen belang dan niet meer vereist. Deze is echter in wezen nog steeds van toepassing.
D. OBS BV Realisatie Spoorzone Delft Is sprake van economische activiteiten van een overheidsbedrijf? Is sprake van bevoordeling: Marktconforme inzet van middelen? Bevoordeling op basis van bijzonder of uitsluitend recht? Staatssteun Is sprake van een steunmaatregel vlgs staatssteun? Is er sprake van geringe bedragen (de minimis-regeling) op alleen lokaal effect? Uitzondering Gaat het om een economische activiteit in de uitvoering van Wet sociale werkvoorziening (WSW)? Algemeen belang Vindt de activiteit plaats in het Algemeen belang?
Ja
Nadere toelichting In de realisatie van maatschappelijk vastgoed en private voorzieningen (woningbouw, andere functies)
Nee Nee
Nee Nee
Nee
Nee
Context OBS: Er is sprake van scheiding van beleid (bij de gemeente) en uitvoering (bij OBS) Alle kosten zitten in de grex/Businesscase OBS. Ook GBO rekent kosten toe. In die zin is sprake van integrale kostentoerekening. Echter de gemeente draagt bij aan een sluitende Businesscase/grex (via het zgn. spaarmodel); dat is onvermijdelijk gelet op de grondwaardedaling vastgoedcrisis. Ook private ontwikkelaars moeten op grondwaardes afschrijven. De grex is in zijn opbrengsten afhankelijk van de markt.
37
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
De daadwerkelijke ontwikkeling en bouw voor realisatie vastgoed-/gebiedsontwikkeling gaat via ontwikkelaars. Dit speelt zich binnen kaders wetgeving aanbestedingsrecht en staatssteun af.
E. Technologische sector E1. Innovation Quarter Is sprake van economische activiteiten van een overheidsbedrijf? Is sprake van bevoordeling: Marktconforme inzet van middelen? Bevoordeling op basis van bijzonder of uitsluitend recht? Staatssteun Is sprake van een steunmaatregel vlgs staatssteun? Is er sprake van geringe bedragen (de minimis-regeling) op alleen lokaal effect? Uitzondering Gaat het om een economische activiteit in de uitvoering van Wet sociale werkvoorziening (WSW)? Algemeen belang Vindt de activiteit plaats in het Algemeen belang?
Nadere toelichting Ja Nee Nee
Nee Nee
Nee
Ja
Wordt door de markt niet of in onvoldoende mate in voorzien
Context - IQ is een BV, bestaande uit de IQ (=ROM Zuidvleugel) zelf en de Participatiemaatschappij als 100% dochter. De directies van beide BV’s zijn gekoppeld middels een personele unie. IQ kent een AvA een RvC en een directie. De participatiemaatschappij heeft geen eigen RvC, maar wel een Investment Committee. - De aandelenpositie is gekoppeld aan omvang geplaatst kapitaal. Totaal is thans € 27,2 mln geplaatst, waarvan € 25,7 mln door overheden vallend onder de wet MenO. Delft heeft € 0,7 mln geplaatst. - Delft participeert in zowel de AvA als de RvC - De taken van Innovation Quarter zijn: a. Stimuleren van de economische ontwikkeling in de regio Zuid-Holland door het structureren en organiseren van de toegang tot het financieringsinstrumentarium ten behoeve van startende en snel groeiende innovatieve technologie bedrijven en projecten b. Stroomlijning van de organisatie van de internationale marketing en acquisitie voor Zuid-Holland en versterking van de internationale concurrentiepositie door een heldere positionering en profilering van de regio en bundeling van expertise, netwerken en financiële middelen c. Stimuleren en faciliteren van ontwikkeling en innovatie door het verbinden van partijen in de triple helix voor economische structuurversterking en verbetering van het vestigingsklimaat voor jonge technologiebedrijven door actieve ondersteuning. - Innovation Quarter richt zich primair op de drie speerpunttechnologieën waarin Zuid-Holland een sterke internationale positie inneemt: Clean Technology (biobased, water- en deltatechnologie, infrastructuur en mobiliteit), Life Sciences & Health en Safety & Security. Specifieke aandacht is er voor cross-overs met regionaal sterk ontwikkelde sectoren, zoals Hortitech en High Tech Systems - De geografische focus van IQ richt zich op de gehele provincie Zuid-Holland - Delft is binnen de technologische sector ook betrokken bij de organisaties Yes!Delft, Medical Delta, Clean Tech Delta en ‘Blossom’. Deze betrokkenheid valt niet binnen de reikwijdte van de Wet Markt en Onderneming.
38
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
F. Nutsvoorzieningen Evides, Eneco, BNG Nutsvoorzieningen Is sprake van economische activiteiten van een overheidsbedrijf? Is sprake van bevoordeling: Marktconforme inzet van middelen? Bevoordeling op basis van bijzonder of uitsluitend recht? Staatssteun Is sprake van een steunmaatregel vlgs staatssteun? Is er sprake van geringe bedragen (de minimis-regeling) op alleen lokaal effect? Uitzondering Gaat het om een economische activiteit in de uitvoering van Wet sociale werkvoorziening (WSW)? Algemeen belang Vindt de activiteit plaats in het Algemeen belang?
Ja
Nadere toelichting De netwerken mbt energie en water worden als publieke taak gezien.
Nee Nee
Er geldt wel specifieke wetgeving onder meer in de vorm van de energiewet
Nee Nee
Nee
Nee
Context: Dit zijn nutsbedrijven, waar Delft samen met andere overheden aandelen in heeft. De directe relatie is zuiver financieel. Als er aan deze bedrijven al door de gemeente goederen en diensten geleverd worden is dit tegen integrale kosten. Er is geen sprake van subsidieverlening. Van het beeldmerk van de gemeente wordt geen gebruik gemaakt.
39
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Bijlage B. Gedragsregels Gedragsregel functiescheiding: Als de gemeente een bepaalde publiekrechtelijke bevoegdheid uitoefent t.a.v. economische activiteiten die zij ook zelf verricht, kan de schijn van belangenverstrengeling en het risico van concurrentievervalsing ontstaan. Het is daarom noodzakelijk dat voorkomen wordt dat dezelfde personen betrokken kunnen zijn bij zowel de uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid als het verrichten van die economische activiteiten. Daartoe geldt de gedragsregel van functiescheiding. Een voorbeeld van betrokkenheid bij de uitoefening van een dergelijke publiekrechtelijke bevoegdheid is het beoordelen van vergunningaanvragen voor het verrichten van bepaalde economische activiteiten. Het is dan niet toegestaan dat dezelfde persoon ook betrokken is bij die economische activiteiten, zoals het afsluiten van contracten voor het verrichten van die economische activiteiten of het zich bezighouden met acquisitie van opdrachten. Gedragsregel gegevensgebruik: De gemeente kan over gegevens beschikken die zij heeft verkregen bij de uitoefening van haar publiekrechtelijke bevoegdheden. De gemeente kan met deze gegevens economische activiteiten gaan verrichten, bijvoorbeeld door deze in verrijkte vorm op de markt aan te bieden. Indien deze informatie niet ook door private partijen gebruikt kan worden, levert dat een oneigenlijk concurrentievoordeel op. Daarom mogen op grond van de Wet MenO gegevens die in het kader van de uitvoering van publiekrechtelijke bevoegdheden zijn verkregen, alleen worden hergebruikt voor economische activiteiten – bijvoorbeeld het aanbieden in verrijkte vorm - die niet dienen ter uitvoering van de publiekrechtelijke bevoegdheden, indien die gegevens ook aan derden beschikbaar kunnen worden gesteld. Deze gegevens moeten dan onder dezelfde voorwaarden aan derden ter beschikking worden gesteld als de voorwaarden die gelden voor het eigen gebruik. Gedragsregel integrale kostendoorberekening: De gemeente heeft de mogelijkheid bij het verrichten van haar economische activiteiten gebruik te maken van haar publieke middelen en daardoor een lagere prijs voor goederen of diensten te vragen dan concurrerende ondernemingen. Dit kan leiden tot concurrentievervalsing ten opzichte van particuliere ondernemers. Om dit te voorkomen moet de gemeente voor haar economische activiteiten ten minste de integrale kosten in rekening te brengen, behalve in de in het besluit MenO genoemde uitzonderingsgevallen. Voor het bepalen van de integrale kosten van een goed of dienst moeten achtereenvolgens de volgende stappen genomen worden: bepaal op welke (soort van) goederen of diensten de kostendoorberekening moet worden toegepast; bepaal de kosten die gemoeid zijn met het leveren van die goederen of het verrichten van die diensten; - reken deze kosten aan die goederen of diensten toe; zorg dat de tarieven voor die goederen en diensten niet onder het niveau van die kosten liggen. De gedragsregel verplicht om ten minste de integrale kosten door te berekenen. De Wet MenO staat er overigens niet aan in de weg dat de gemeente voor goederen of diensten een prijs hoger dan de integrale kosten vraagt en sluit hiermee aan op de bestuurlijk afgesproken principe van minimaal kostendekkend verhuren van gemeentelijke vastgoed. In het Besluit van de wet MenO wordt in het bijzonder ingegaan op de kostentoerekening toegespitst op vastgoedaccommodaties. Voor vastgoedpanden zijn er nadere accenten te plaatsen. Voor de bepaling van toe te rekenen kosten (via huur, of bij verkoop) gaat het, naast de integrale kosten gebaseerd op de historische kostprijs, ook om de actuele marktwaarde. In voorkomende gevallen zal de actuele marktwaarde lager zijn dan de waarde gebaseerd op de integrale kosten doorberekening. Aangezien het doel van de Wet M en O is om een gelijk speelveld te creëren tussen overheden en private ondernemingen op de commerciële markt kan het niet de bedoeling zijn dat de overheden benadeeld worden, omdat zij
40
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
gebonden zijn aan de Wet M en O. De concurrentie is immers niet gebonden aan deze wet en zij is vrij om elke prijs te hanteren. In het besluit van de wet MenO wordt hier niet specifiek een uitspraak over gedaan, dit zal daadwerkelijk door middel van jurisprudentie moeten worden bepaald. Bijlage C. “Integrale kostentoerekening verder toegelicht” bevat de relevante passages uit het besluit van de Wet MenO. Bevoordelingsverbod van overheidsbedrijven: Het is mogelijk dat aan het overheidsbedrijf bepaalde voordelen worden verschaft die andere ondernemingen niet (kunnen) krijgen. In dat geval is er sprake van concurrentievervalsing. Het opleggen aan overheidsbedrijven van de verplichting tot kostendoorberekening zou echter hun armslag bij de prijsstelling van hun activiteiten onnodig beperken. Op grond van de Wet MenO geldt (behalve genoemde uitzonderingsgevallen) voor overheidsorganisaties het verbod hun overheidsbedrijven te bevoordelen ten opzichte van concurrerende ondernemingen. In beginsel is elke vorm van selectieve bevoordeling verboden. Als bevoordeling in de zin van de Wet MenO wordt in ieder geval aangemerkt het verstrekken van gelden zonder een vergoeding te vragen die in het normale handelsverkeer gebruikelijk is. Een andere vorm van bevoordeling is het laten gebruiken van de naam en het beeldmerk van de overheid waardoor verwarring bij het publiek is te duchten over de herkomst van goederen en diensten. Ook kan bevoordeling geschieden door het leveren van goederen, het verrichten van diensten en het ter beschikking stellen van middelen aan het overheidsbedrijf tegen een vergoeding die lager is dan de integrale kosten.
41
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Bijlage C. Integrale kostentoerekening nader toegelicht Het besluit Markt en overheid geeft nadere regels voor de integrale kostentoerekening. Dit besluit geeft randvoorwaarden voor de wijze waarop een overheid de kosten berekent en toerekent. Uiteindelijk is bepalend of de aan afnemers gevraagde prijs ten minste de integrale kosten omvat. Desgevraagd moet een overheid(/gemeente) kunnen aantonen dat de kosten integraal zijn doorberekend. De bewijslast dat de integrale kosten zijn doorberekend, ligt bij de gemeente. Het is aan de gemeente de berekening van de integrale kosten zodanig in te richten dat zij dit kan aantonen. De toelichting op het besluit MenO geeft aan dat voor het bepalen van de integrale kosten alle kosten relevant zijn die samenhangen met het verrichten van een economische activiteit. In dit besluit wordt een drietal categorieën onderscheiden, namelijk operationele kosten, afschrijvings- en onderhoudskosten en vermogenskosten. De operationele kosten zijn de meest «zichtbare» kosten die direct of indirect met de uitvoering van de activiteiten te maken hebben. Zij bestaan in elk geval uit personeelskosten, huisvestingskosten, automatiseringskosten, materiële kosten en, al dan niet overlappend met de voorgaande kostensoorten, overheadkosten. Ook verzekerings- en energiekosten behoren, wanneer hier kosten voor worden gemaakt en verband houden met de economische activiteit, tot deze categorie. Afschrijvings- en onderhoudskosten vormen de minder «zichtbare» kosten van activa die nodig zijn voor de uitvoering van een economische activiteit, die het gevolg zijn van de toerekening van eerdere investeringsuitgaven als lasten aan de jaren waarin deze activa gebruikt (zullen) worden. Vermogenskosten betreffen eveneens minder «zichtbare» kosten, met name voor wat betreft het eigen vermogen, vanwege bijvoorbeeld het effect op de rentebaten bij het inzetten van reserves (eigen vermogen). Zonder vermogen is het echter niet mogelijk een economische activiteit uit te voeren en kosten hiervoor dienen dan ook te worden meegenomen in de integrale kostenberekening. De opsomming van kostensoorten betreft de hoofdlijnen en heeft geen limitatief karakter. Ook indien kostensoorten geen deel zouden uitmaken van de genoemde categorieën dienen zij bij de kostenberekening en -toerekening te worden betrokken, voor zover zij verband houden met de economische activiteit. Alle kosten die samenhangen met een bepaalde activiteit dienen immers te worden berekend en toegerekend aan het desbetreffende goed of dienst. Besluit MenO, kostentoerekening toegespitst op vastgoedaccommodaties Het besluit Markt en Overheid geeft aan, dat de verplichting van kostendoorberekening op een brede categorie van goederen of diensten kan worden toegepast. De kostendoorberekening hoeft niet persé per goed of dienst plaats te vinden. Kostenberekening en -toerekening kan plaatsvinden voor een categorie van dezelfde of soortgelijke goederen of diensten mits zij betrekking hebben op dezelfde markt. Een overheid kan voor de berekening van de integrale kosten een aggregatieniveau kiezen dat verschillende goederen en diensten omvat, voor zover zij eenzelfde markt betreffen. Kruissubsidiëring tussen goederen en diensten binnen eenzelfde markt is dus toegestaan. Het is voldoende dat ten minste de integrale kosten van het totaal van alle goederen en diensten worden doorberekend. De keuze van de maatstaf van eenzelfde markt vloeit voort uit de doelstelling concurrentieverstoring voor private ondernemers te voorkomen. Deze ondernemers opereren op een bepaalde markt en voor hen is het dus essentieel dat de mededinging op die markt niet wordt verstoord doordat overheidsondernemingen goederen of diensten onder de kostprijs aanbieden. Door de verplichting van kostendoorberekening toe te passen op het aggregatieniveau van een markt wordt een gelijk speelveld tussen overheidsondernemingen en private ondernemingen gecreëerd. Het is aan de toezichthouder bij een klacht te bezien of het door de overheid gekozen aggregatieniveau aanvaardbaar is, dat wil zeggen binnen de grens van het marktbegrip blijft. Conclusie 1: de integrale kostentoerekening hoeft niet persé per pand te gelden, echter wel op het aggregatieniveau van maatschappelijk vastgoed. Voor het bepalen van de operationele en afschrijvings- en onderhoudskosten van activa kan gebruik worden gemaakt van relevante gegevens uit de jaarstukken. Het betreft in het bijzonder waarderingen,
42
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
afschrijvingen en voorzieningen ten aanzien van activa, zoals machines, grond en gebouwen. Er hoeft niet per definitie van de historische kostprijs uit te worden gegaan. In sommige gevallen is namelijk de waarde van een goed, en daarmee de kosten bij verkoop van dat goed, sterk afhankelijk van de marktomstandigheden, en niet zozeer van de oorspronkelijk voor het goed gemaakte kosten. Hierbij is de marktwaarde bepalend, in lijn met wat ook in Europese staatssteunregels is gesteld, voor het bepalen van de integrale kosten. Dit is met name het geval bij onroerende goederen, zoals grond en gebouwen. Zo stelt bijvoorbeeld het BBV regels voor de waardering van grond dat deze waardering zo nodig aan de (actuele) marktwaarde dient te worden aangepast. In artikel 63, eerste lid, van het BBV wordt namelijk bepaald dat activa worden gewaardeerd op de verkrijgingsprijs. Volgens het tweede lid van dat artikel omvat de verkrijgingsprijs de inkoopprijs en de bijkomende kosten. Provincies en gemeenten zijn op grond van artikel 65, eerste lid, van het BBV verplicht de naar verwachting duurzame waardeverminderingen van vaste activa onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking te nemen. Voor panden met een maatschappelijke functie is de afweging of een duurzame waardevermindering moet worden verantwoord, de bestuurlijke intentie van belang. Indien het de bestuurlijke intentie is om vastgoed met een maatschappelijke functie duurzaam te exploiteren dan hoeft er in geen enkele situatie een duurzame waardevermindering te worden verantwoord. Indien bestuurlijk de intentie bestaat om het vastgoed met een maatschappelijke functie te verkopen of als de bestemming wijzigt naar vastgoed met een bedrijfseconomische functie, dan bestaat de mogelijkheid dat een duurzame waardevermindering moet worden verantwoord. Het is aan de gemeenteraad of het algemeen bestuur om over het beleid en de intentie van het vastgoed te besluiten. Grondverkoop is in veel gevallen een economische activiteit en valt dan in beginsel onder de wettelijke gedragsregels. Indien sprake is van duurzame waardeverminderingen moet daarom bij de verkoop van een stuk grond niet de verkrijgingsprijs als kostenpost worden aangemerkt, maar de boekwaarde van die grond volgens de jaarstukken. Deze boekwaarde is meer in lijn met de actuele marktwaarde, omdat duurzame waardeverminderingen al zijn verwerkt in deze boekwaarde. Er kan alsnog een verschil tussen zitten de boekwaarde en de actuele marktwaarde. Bij een mogelijk negatief verschil tussen deze boekwaarde en de actuele marktwaarde en waar sprake moet zijn regels met betrekking tot duurzame waardevermindering dient hiervoor een voorziening te worden genomen om dit verlies te dekken. Uiteraard dient bij het uitgaan van de marktwaarde deze waarde op een objectieve wijze te worden vastgesteld. Te denken valt aan een taxatie door een onafhankelijke deskundige of (het resultaat van) een openbare biedingsprocedure. De verplichting van kostendoorberekening, voor zover van toepassing, laat ruimte voor deze werkwijze, mits het op een consequente wijze gebeurt en is daarmee in lijn met artikel 3 van dit besluit. Conclusie 2: In afwijking van de integrale kostprijs kan de waarde van een goed (bijvoorbeeld vastgoed) bepaald worden op de actuele marktwaarde. Conclusie 3: gelet op de definitie van de integrale kosten zou voor zover sprake is van eigen direct operationele kosten (bijv. het verrichten van onderhoud) ook de overhead die relatie heeft met de betreffende activiteit hieraan toegerekend moeten worden.
43
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Bijlage D. Aanwijzing van Algemeen belang De Wet MenO is niet van toepassing op economische activiteiten die plaatsvinden in het Algemeen belang. De Algemeen belangvaststelling dient voor provincies te geschieden door provinciale staten, voor gemeenten door de gemeenteraad, voor waterschappen door het algemeen bestuur en voor het Rijk en voor zelfstandige bestuursorganen van de centrale overheid als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen door de minister wie het aangaat. Het besluit waarin de Algemeen belangvaststelling is opgenomen, dient goed onderbouwd te worden. Belanghebbende ondernemers kunnen de reguliere inspraakmogelijkheden benutten en ook anderszins invloed uitoefenen op de door de overheid te maken keuzes door de overheid. Ook kunnen belanghebbende ondernemers in rechte opkomen tegen een bestuursrechtelijk besluit tot vaststelling dat bepaalde economische activiteiten in het Algemeen belang worden verricht, tenzij het bestuursrechtelijk besluit als een algemeen verbindend voorschrift is vormgegeven. In de wordingsgeschiedenis van de Wet MENO, is in 2011 via een amendement mbt marktactiviteiten het Algemeen belang opgenomen. In een Memorie van Antwoord staat daarover het volgende: ‘Het Algemeen belang kan niet op voorhand voor alle situaties worden afgebakend. In een democratische rechtsstaat krijgt het Algemeen belang invulling doordat representatieve organen besluiten nemen over wat in het Algemeen belang is. Wat het Algemeen belang omvat komt zo tot uitdrukking in een wet in formele zin, een gemeentelijke verordening, een bestemmingsplan etc. Binnen deze kaders geven bestuursorganen in het kader van de uitvoering van hun publieke taak een verdere invulling aan het Algemeen belang. Zij hebben hierbij een zekere mate van vrijheid én verantwoordelijkheid, mede gelet op de democratische inbedding van overheidsorganisaties’. Een overheid kan dus haar eigen verordenende bevoegdheden gebruiken om het (eigen) Algemeen belang vast te stellen. Ondernemers kunnen als zij van mening zijn dat het geformuleerde Algemeen belang niet deugt de gemeentelijke inspraakmogelijkheden benutten en kunnen ook een bezwaarschrift indienen. Conclusie: aanwijzing Algemeen belang is mogelijk, dit dient echter wel zorgvuldig/evenwichtig plaats te vinden.
44
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Bijlage E. Toepassing van internettool – eigen economische activiteiten http://markt-overheid.acm.nl Hebt u al een inventarisatie gemaakt van uw economische activiteiten? Start test Heeft de activiteit betrekking op het aanbieden van goederen of diensten aan andere bestuursorganen Nee of overheidsbedrijven die zijn bestemd voor de uitvoering van een Publiekrechtelijke taak? Is ten aanzien van de economische activiteit een steunmaatregel getroffen die voldoet aan de criteria van staatssteun? Ja De Wet MenO is op deze activiteit niet van toepassing. Nee Vindt de activiteit plaats in het Algemeen belang? Ja Is dit vastgesteld in een Algemeen belang besluit? Ja De Wet MenO is op deze activiteit niet van toepassing. Nee U geeft aan dat de economische activiteit plaatsvindt in het Algemeen belang, maar dat er nog geen Algemeen belang besluit is genomen. De Wet MenO is onverkort van toepassing zolang dit besluit nog niet is genomen). Nee Op basis van uw antwoorden is er geen algemene uitzondering van toepassing op uw situatie. Dit betekent dat u mogelijk een of meerdere van de onderstaande gedragsregels moet naleven. a. Gedragsregel integrale kostendoorberekening b. Gedragsregel functiescheiding c. Gedragsregel gegevensverstrekking De volgende vragen in de test gaan over de gedragsregel integrale kostendoorberekening. Deze gedragsregel houdt in dat ten minste de integrale kosten van een economische activiteit in rekening gebracht moeten worden. Gedragsregel integrale kostendoorberekening Strekt de economische activiteit ter uitoefening van een bijzonder of uitsluitend recht? En gelden er reeds voorschriften omtrent de voor de desbetreffende activiteiten in rekening te brengen prijzen? Ja De gedragsregel integrale kostendoorberekening is niet van toepassing op deze activiteit. Mogelijk is de gedragsregel functiescheiding en/of de gedragsregel gegevensverstrekking wel van toepassing. NB. Bijzonder of uitsluitend recht heeft bijv. betrekking op de energiesector. Is naar verwachting geen relevant item voor onze eigen inventarisatie. Nee Betreft de activiteit het verstrekken van gegevens die het bestuursorgaan heeft verkregen in het kader van de uitoefening van Publiekrechtelijke bevoegdheden of het verstrekken van gegevensbestanden die uit de genoemde gegevens zijn samengesteld? Ja De gedragsregel integrale kostendoorberekening is niet van toepassing op deze activiteit. Nee Gaat het om een economische activiteit die wordt verricht door een onderneming die belast is met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (WSW)? En is op deze activiteit artikel 5 van de Wet sociale werkvoorziening van toepassing? Ja De gedragsregel integrale kostendoorberekening is niet van toepassing op deze activiteit. Nee Worden ten minste de integrale kosten van het product of de dienst in rekening gebracht bij afnemers? Ja U geeft met uw antwoorden aan dat de uitvoering van uw economische activiteit reeds in overeenstemming is met de gedragsregel integrale kostendoorberekening. Nee Let op: u dient tenminste de integrale kosten in rekening te brengen bij de afnemers. Breng uw handelswijze in overeenstemming met de Wet MenO. Gedragsregel functiescheiding De volgende vragen in de test gaan over de gedragsregel functiescheiding. Deze gedragsregel beoogt belangenverstrengeling te voorkomen. Als een overheid voor bepaalde economische activiteiten een bestuurlijke rol heeft en die economische activiteiten ook zelf uitvoert, mogen niet dezelfde personen betrokken zijn bij de bestuurlijke en de economische activiteiten van die organisatie. Voert het bestuursorgaan een Publiekrechtelijke bevoegdheid uit ten aanzien van de economische activiteit? Zo ja, kunnen dezelfde personen betrokken zijn bij zowel de uitoefening van de bevoegdheid als bij het verrichten van de
45
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
http://markt-overheid.acm.nl economische activiteit? Ja: Let op: er is een risico op mogelijke belangenverstrengeling. Zorg ervoor dat de personen die betrokken zijn bij de uitvoering van de Publiekrechtelijke bevoegdheid niet betrokken kunnen zijn bij de uitvoering van de economische activiteit. Breng uw handelswijze in overeenstemming met de Wet MenO. Mogelijk is nog een andere gedragsregel van toepassing. Nee U geeft met uw antwoorden aan dat de uitvoering van uw economische activiteit reeds in overeenstemming is met de gedragsregel functiescheiding. Als overheid bent u zelf verantwoordelijk voor de naleving van de Wet MenO. U moet daarom zelf nagaan hoe u uw organisatie het beste kunt inrichten om voor een goede naleving van de regels te zorgen. Dit wordt ook wel compliance genoemd. Belangrijk is dat uw medewerkers zich van de wettelijke regels bewust zijn en hiernaar handelen. Mogelijk is de gedragsregel gegevensverstrekking wel van toepassing. Gedragsregel gegevensverstrekking De volgende vragen in de test gaan over de gedragsregel gegevensverstrekking. Deze gedragsregel houdt in dat de overheid de gegevens waarover zij beschikt alleen mag hergebruiken voor andere, economische activiteiten als andere organisaties of bedrijven ook (onder dezelfde voorwaarden) over de gegevens kunnen beschikken. Wordt er voor de economische activiteit gebruik gemaakt van gegevens die het bestuursorgaan heeft verkregen in het kader van de uitoefening van zijn Publiekrechtelijke bevoegdheden en die niet aan derden beschikbaar gesteld kunnen worden? Ja: Let op: het is niet toegestaan deze gegevens te gebruiken. Breng uw handelswijze in overeenstemming met de wet MenO. Nee U geeft met uw antwoorden aan dat de uitvoering van uw economische activiteit reeds in overeenstemming is met de gedragsregel gegevensverstrekking. Als overheid bent u zelf verantwoordelijk voor de naleving van de Wet MenO. U moet daarom zelf nagaan hoe u uw organisatie het beste kunt inrichten om voor een goede naleving van de regels te zorgen. Dit wordt ook wel compliance genoemd. Belangrijk is dat uw medewerkers zich van de wettelijke regels bewust zijn en hiernaar handelen. U heeft de test voor deze economische activiteit afgerond. Als overheid bent u zelf verantwoordelijk voor de naleving van de Wet MenO. U moet daarom zelf nagaan hoe u uw organisatie het beste kunt inrichten om voor een goede naleving van de regels te zorgen. Dit wordt ook wel compliance genoemd. Belangrijk is dat uw medewerkers zich van de wettelijke regels bewust zijn en hiernaar handelen.
46
INTERNE Rapportage “Economische Activiteiten en Algemeen belang” 30 september 2014
Bijlage F. Toepassing van internettool - onderdeel overheidsbedrijven http://markt-overheid.acm.nl Centrale vraag: Is er sprake van een bevoordeling van een overheidsbedrijf, boven andere ondernemingen waarmee dat overheidsbedrijf in concurrentie treedt? Toelichting Het bevoordelingsverbod uit de Wet MenO beoogt op dezelfde wijze als het staatssteunverbod te voorkomen dat de overheid een eigen overheidsbedrijf concurrentievoordelen verschaft voor het verrichten van economische activiteiten. Het is niet toegestaan om aan een overheidsbedrijf voordelen toe te kennen die verder gaan dan in het normale handelsverkeer gebruikelijk is. Bij de toepassing van het bevoordelingsverbod kunnen de drie elementen van het staatssteunverbod op overeenkomstige wijze worden toegepast. • Er is sprake van een (directe of indirecte) toekenning van staatsmiddelen. • Het gaat om een niet-marktconform voordeel. • Er is selectiviteit in het spel. Deze drie elementen zijn hieronder nader toegelicht. Wanneer uw handelen niet kan worden aangemerkt als het toekennen van staatsmiddelen (maar bijvoorbeeld bestaat uit de verlening van een vergunning) is geen sprake van verboden bevoordeling. Dit is ook niet het geval indien uw handelen niet selectief is. Wanneer uw handelen wel gericht is op bepaalde ondernemingen, met name uw overheidsbedrijf, kan sprake zijn van bevoordeling (zoals in geval van een subsidieverlening waar geen private bedrijven voor in aanmerking komen). Daarnaast is het van belang of sprake is van concurrentievervalsing. Toekenning van staatsmiddelen Het beschikbaar stellen van middelen aan een overheidsbedrijf kan in verschillende vormen plaatsvinden, waaronder het verlenen van krediet, leningen en garanties. Wanneer uw overheidsorganisatie middelen in de vorm van garanties en leningen aan overheidsbedrijven beschikbaar stelt bestaan de door te berekenen kosten uit de uitvoeringskosten en de kosten van het kapitaalbeslag, waarbij ook rekening moet worden gehouden met de kredietstatus van de afnemer als factor in de integrale kosten. Dit impliceert dat door het overheidsbedrijf een passende premie moet worden betaald, dat wil zeggen een premie die de normale risico’s, de beheerskosten en een kapitaalsvergoeding kan dekken. Marktconform handelen In beginsel mag uw overheidsorganisatie middelen voor haar overheidsbedrijf inzetten, mits dit marktconform gebeurt. Het overheidsbedrijf kan dus bijvoorbeeld gebruik maken van door uw overheidsorganisatie geleverde goederen voor zover uw overheidsorganisatie de integrale kosten hiervoor aan het overheidsbedrijf in rekening heeft gebracht. In dit kader is verder van belang dat het bevoordelingsverbod alleen de situatie betreft waarin de door uw overheidsorganisatie gedane bevoordeling ten goede komt of kan komen aan economische activiteiten van het overheidsbedrijf. Het bevoordelingsverbod is immers gericht op het voorkomen van concurrentieverstoring bij economische activiteiten van het overheidsbedrijf. In de Wet MenO en het Besluit Markt en Overheid worden 3 specifieke situaties genoemd waarin er sprake kan zijn van bevoordeling: 1. indien een overheidsbedrijf gebruik mag maken van naam of beeldmerk van de overheid, op een wijze waarop er verwarring kan ontstaan over de herkomst van de goederen en diensten het publiek (Artikel 25j lid 2 onder a Mededingingswet); 2. indien de overheid goederen of diensten levert aan het overheidsbedrijf tegen een vergoeding lager dan de integrale kostprijs (Artikel 25j lid 2 onder b Mededingingswet); 3. het verlenen van een subsidie aan het overheidsbedrijf waarvoor niet-overheidsbedrijven niet in aanmerking zouden komen (Artikel 9 Besluit Markt en Overheid).
47