Instelling Moore Stephens Verschelden www.moorestephens.be
Onderwerp Pensioensparen: niet voor iedereen altijd even interessant
Datum 7 mei 2013
Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. © M&D Seminars – 2013
M&D SEMINARS Eikelstraat 38 | 9840 De Pinte | T 09 224 31 46 | F 09 225 32 17 |
[email protected] | www.mdseminars.be
Pensioensparen: niet voor iedereen altijd even interessant Wanneer u iets leest over pensioensparen, wordt meestal gesteld dat u daar best zo vroeg mogelijk aan begint. In zekere mate onderschrijven we die stelling. Hoe langer uw beleggingstermijn, hoe groter immers het effect die de samengestelde rente heeft op uw eindkapitaal. Maar pensioensparen is niet altijd en voor iedereen even interessant. Veel zal afhangen van uw persoonlijke situatie, het rendement op lange termijn dat u van uw pensioenspaarverzekering of –fonds mag verwachten, de te verwachten inflatie, de instapkosten, de hoogte van het fiscaal voordeel en de eindtaxatie. Naast de lage interestvoeten en beursprestaties van de afgelopen jaren, wordt ook het fiscaal voordeel beperkt… Algemene principes U kan aan pensioensparen doen door een individuele of collectieve spaarrekening te openen bij een financiële instelling of een spaarverzekering af te sluiten bij een verzekeringsmaatschappij.
•
Verzekering of fonds
Pensioensparen kan u in de praktijk via bancaire pensioenspaarfondsen of via verzekeringsproducten. Voor welke vorm u best kiest, zal grotendeels afhangen van uw beleggersprofiel. Weet alvast dat bancaire pensioenspaarfondsen geen enkele kapitaal- of rendementsgarantie bieden, aangezien de resultaten afhankelijk zijn van de gerealiseerde returns op de financiële markten. Dat die kunnen tegenvallen hoeven we ongetwijfeld aan niemand meer te vertellen … Wie zich geruster voelt met een gewaarborgd kapitaal en een minimumrendement (al kan dat slechts 0% bedragen!) sluit dus bij voorkeur een pensioenspaarverzekering af.
•
Minimum- en maximumleeftijd
Bij aanvang van het contract moet de spaarder minimum 18 jaar zijn. Het contract moet worden aangegaan vóór de leeftijd van 65 jaar en moet worden afgesloten voor een minimumlooptijd van 10 jaar.
•
Stortingen
Er moeten gedurende ten minste vijf verschillende belastbare tijdperken stortingen worden verricht. Deze vijf stortingen hoeven niet in vijf opeenvolgende belastbare periodes te gebeuren. Ze mogen worden verricht gespreid over de gehele duur van het contract. Elke storting moet gedurende minstens vijf jaar belegd zijn gebleven. Deze regel is niet van toepassing in geval van uitkering bij overlijden en wanneer de eindbelasting wordt geheven op de leeftijd van 60 jaar.
•
Belastingvermindering
De belastingvermindering werd tot en met aanslagjaar 2012 bekomen door op de betaalde premie een bijzondere daartoe berekende gemiddelde aanslagvoet toe te passen. De aldus berekende aanslagvoet was afhankelijk van de hoogte van het netto-inkomen van de belastingplichtige maar kon evenwel nooit lager dan 30%, noch hoger dan 40% zijn. Hoe meer u dus verdiende, hoe hoger de belastingvermindering en aldus ook het nettorendement van uw pensioenspaarcontract. Vanaf aanslagjaar 2013 wordt de belastingvermindering ‘beperkt’ op een eenvormig tarief van 30% en dat ongeacht de hoogte van uw inkomen[1]. Als u weet dat u voor aanslagjaar 2014 maximaal 940 € kan in aftrek brengen, dan bespaart u 282 € aan personenbelasting.
Daarbovenop komt nog eens de uitgespaarde gemeentebelasting. Woont u bijvoorbeeld in een gemeente met een belastingpercentage van 7,5%, dan bespaart u m.a.w. tot 303,15 €[2]. Maar opgelet: opdat u van de belastingvermindering kan genieten, dient u wel effectief personenbelasting verschuldigd te zijn. De belastingvermindering wordt immers beperkt. Belastingplichtigen die leven van een beperkt vervangingsinkomen (bijvoorbeeld ziekte- en invaliditeitsuitkering) zullen in realiteit geen belastingvoordeel realiseren door een premie pensioensparen te betalen. Ook voor studenten met een beperkt inkomen levert pensioensparen geen werkelijke belastingbesparing op.
•
Eindbelasting
ste In principe wordt op de 60 verjaardag van de spaarder een bevrijdende taks van 10% geheven[3], de zogenaamde taks op het langetermijnsparen. Dat wil dus zeggen dat de bank of de verzekeringsmaatschappij die 10% automatisch zal inhouden op het ogenblik dat u 60 jaar wordt en dat u daarmee al uw fiscale verplichtingen hebt voldaan. Sloot u nog een contract af vanaf de leeftijd van 55 jaar, dan wordt de taks niet op de 60ste verjaardag van de spaarder geheven, maar op de tiende verjaardag van het contract.
Voor het bepalen van de eindbelasting dient er wel een onderscheid te worden gemaakt naargelang het een pensioenspaarfonds of een pensioenverzekering betreft. Bij een pensioenspaarverzekering zal 10% worden ingehouden op de betaalde premies gekapitaliseerd tegen de gewaarborgde rentevoet. Op de (eventuele) winstdeelname dient u geen eindbelasting te betalen. Bij een pensioenspaarfonds dient u de nettopremies te kapitaliseren tegen 4,75%, ongeacht de onderliggende prestatie van het fonds. De fiscus gaat er dus van uit dat uw pensioenspaarfonds 4,75% opbrengt. Brengt het minder op, dan zal u toch op 4,75% worden belast. Presteert het beter, dan wordt het surplus vrijgesteld van belastingen. Het is zeker aan te raden uw premies te blijven storten tot en met uw 64ste omdat u nog tot die leeftijd fiscaal gunstig kunt storten. U kan nog genieten van de belastingvermindering maar uw stortingen vanaf uw 60ste tot en met uw 64ste zijn niet meer onderworpen aan de taks op het langetermijnsparen. Noteer dat er op het eindkapitaal geen RIZIV-bijdrage of solidariteitsbijdrage is verschuldigd.
•
Kosten
Bij pensioenspaarfondsen bedragen de instapkosten gemiddeld 2 à 3%. Vergeet ook niet dat er bij pensioenspaarfondsen jaarlijkse beheerskosten worden aangerekend. Die worden aangerekend op de waarde van het fonds en verrekent met de inventariswaarde, u betaalt ze dus eigenlijk zonder dat u ze ziet. Voor een pensioenspaarverzekering liggen de instapkosten hoger dan voor een pensioenspaarfonds: meestal rond de 3 à 5%. Een pluspunt is dat de premietaks van 2% op levensverzekeringscontracten (nog) niet van toepassing is op pensioenspaarcontracten. Pensioensparen is dus een zeer voordelige belegging voor de lange termijn. Als jonge twintiger gaat uw voorkeur best uit naar een pensioenspaarfonds omdat over zeer lange termijn het rendement in principe hoger zou moeten uitkomen dan bij een pensioenspaarverzekering. Indien u uw rendement een duwtje in de rug wenst te geven, dan opteert u er bovendien best voor om maandelijks 1/12 van de jaarpremie te storten. Op die manier maakt u maximaal gebruik van de koersschommelingen. Wanneer de koersen dalen kan u immers meer deelbewijzen van het fonds kopen.
Gezien het fiscale voordeel van 30%, zou men geneigd zijn om er zo vroeg mogelijk aan te beginnen. Dus, doen zouden we zeggen, indien u op lange termijn gelooft in een iets hogere inflatie. Voorbeeld Nils is 18 jaar en stapt mee in de zaak van vader Robin waarin hij wordt tewerkgesteld als arbeider. De jonge knaap denkt al aan zijn oude dag en begint zo snel mogelijk met pensioensparen. Hij stort tot zijn 65ste jaarlijks op 1 januari de maximaal aftrekbare premie in een pensioenfonds. Bij onze berekening gaan we uit van de volgende veronderstellingen:
o o o o
jaarlijkse gemiddelde inflatie van 2% aanvullende gemeentebelasting van 7% instapkosten pensioenfonds van 2% te verwachten beleggingsrendement op lange termijn van 7%
De belastingvermindering bedraagt 30%. Indien we rekening houden met de gemeentebelasting bedraagt de effectieve belastingbesparing 32,10%. Voor de volledige berekening kan u doorklikken op deze link. U merkt dus dat Nils er in casu zeker baat bij heeft om op 18jarige leeftijd reeds te starten met pensioensparen. Hij geniet in 2013 een onmiddellijk belastingvermindering van 301,74 €. Om hierop de eindbelasting te kennen dienen we eerst de nettopremie van 921,20 € (940 € - 2% instapkosten) te kapitaliseren aan 4,75% over 42 jaar. Op die manier bekomen we een fiscaal eindkapitaal van 6.468,79 €. Op dit fiscaal eindkapitaal wordt een eindbelasting geheven van 646,88 €. Aangezien deze eindbelasting pas over 42 jaar wordt ingehouden, dienen we het bedrag van 646,88 € te actualiseren naar vandaag. Bij een verwachte inflatie van 2% bedraagt de geactualiseerde eindbelasting bijgevolg 281,59 €. Door op de leeftijd van 18 jaar aan pensioensparen te doen geniet Nils dus een uiteindelijk belastingvoordeel van 20,15 € op de premie die hij in 2013 heeft gestort. Gelooft u niet in een gemiddelde inflatie van 2%, maar bijvoorbeeld 1% of zelfs deflatie, dan wacht Nils nog beter enkele jaren om te beginnen met pensioensparen. In dat geval zal Nils immers meer eindbelasting op zijn kapitaal betalen omdat de geactualiseerde belastingschuld bij afloop groter zal zijn dan de belastingbesparing op de betaalde premie in de beginjaren (dus 2013, 2014 …). Bij een inflatie van 1% bedraagt het nadeel voor Nils, in bovenstaand voorbeeld, zo’n 125 €…alleen al voor de premie van 2013. Voor de volledig berekening kan u doorklikken op deze link. Pensioensparen voor bedrijfsleiders In sommige gevallen is het voor bedrijfsleiders niet altijd even interessant om aan pensioensparen te doen. U dient immers de premie pensioensparen privé te betalen en daardoor dient u zich eerst een fiscaal gezien duur bijkomend loon toe te kennen. Daarop betaalt u al gauw 50% personenbelasting en zijn er ook nog sociale bijdragen verschuldigd. Op die manier wordt flink ingeboet op het uiteindelijke rendement. Niets weerhoudt u uiteraard om een extra dividend uit te keren in plaats van een bijkomende loonsverhoging. Maar ook daarop verliest u al snel +/- 50% aan vadertje Staat. Voorbeeld Benjamin is bedrijfsleider van vennootschap EL DORADO CAPITAL. Maandelijks verdient hij 3.000 € bruto. Daardoor wordt een deel van zijn loon belast in de hoogste schaal van 50%. Het nettoloon dat zijn vennootschap hem uitkeert is net voldoende om zijn courante uitgaven mee te betalen. Benjamin maakt zich echter wat zorgen over zijn oude dag en wil tegen
eind 2013 een bedrag van 940 € storten in een pensioenspaarfonds. Berekening kostprijs premie pensioensparen
Supplementair loon: Personenbelasting (stel 50% incl. gemeentebelasting): Sociale bijdragen (stel netto +/- 13%): Nettoloon:
2.545 € 1.273 € 332 € 940 €
Het supplementair loon is wel aftrekbaar in de vennootschapsbelasting zodat er hier nog een belastingbesparing wordt gerealiseerd van in principe 33,99% en het loon dus nog 1.679,95 € “kost” aan de vennootschap. In totaal kost de premie pensioensparen van Frank 1.679,95 €, nl.:
Personenbelasting: Sociale bijdragen (netto, af fiscale aftrek): Premie pensioensparen: Belastingvoordeel vennootschap: Totale kostprijs premie
1.273 € 332 € 940 € 865,05 € 1.679,95 €
We houden hier geen rekening met de belastingvermindering op de betaalde premie aangezien die pas het volgende jaar wordt verworven. Maar zelfs indien je er rekening mee houdt, zal je nog merken dat pensioensparen voor bedrijfsleiders minder interessant is. Bovenstaande moeten we echter nuanceren. Velen willen niet alles opsparen via de vennootschap tot hun pensioen. Indien u als bedrijfsleider dan toch privé wenst te sparen voor uw oude dag, dan kan u – na het storten van premies VAPZ (vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen) - er best voor opteren om dat toch via pensioensparen te doen.
Auteurs: Bart Vermoesen en Marc Ottevaere
[1] Artikel 145/2 WIB’92 [2] 940 € x 30% x 1,075 [3] Artikel 184 §1, 3° wetboek diverse rechten en taksen